Presentatie Hans de Neijs de Gouw "Werk aan je Toekomst" evenement
Presentatie expertenforum Hans Bruyninckx_ALV 2013
-
Upload
221816222623 -
Category
Documents
-
view
419 -
download
0
description
Transcript of Presentatie expertenforum Hans Bruyninckx_ALV 2013
Uitdagingen en opgaven voor het Beleidsplan Ruimte
Expertenforum Beleidsplan RuimteGeorges Allaert, Tom Coppens, Griet Celen, Hans Bruyninckx, Dirk Lauwers, Linda
Boudry, Peter Swinnen, Bart Van Steenwegen, Hubert Gulinck
19 03 2013
Het BRV Expertenforum
Inhoud
• Onze lezing van demaatschappelijkeuitdagingen uit hetgroenboek.
• Is het huidigeplanningskaderachterhaald?
• Breekpunten voorhet beleidsplan
VAN 6 NAAR 7 MILJOEN
Bevolkingsgroei 2009-2030
Bron: VITO 2011
Bebouwde ruimte inVlaanderen in hetBAU
1976 7.2%1988 12%2000 18%2013 25%2050 40%
IN BEWEGING BLIJVEN
vervoerswijzekeuze Vlaanderen versusintrastedelijk (OVG)
Boussauw, K, 2011
‘autoverplaatsingen nemen 77% voor hun rekening in totaal afgelegde kilometers’’86% van de Vlaamse huishoudens bezit minstens 1 auto’
‘in 2009 stonden automobilisten bijna 4 miljoen uren in de file’
KLIMAAT
Bron: Ccaspar 2012
Bron, Bomans,2012 op basis van VITO + Ccaspar
Bron, P Meire, 2013
Bron: administratie gezondheidszorg
BIO-DIVERSITEIT &BIO-PRODUCTIEVE RUIMTE
Bron: Urban Unlimited, 2012
RUIMTE VOOR ECONOMIE
GEBIEDEN MET BOVENLOKALEECONOMISCHE BETEKENIS
GEBIEDEN MET LAGEREECONOMISCHE DENSITEIT
DE ECONOMISCHE KERNGEBIEDEN
Bron infrastructuren: GIS-basisbestand RSV
-ECONOMISCHE DENSITEIT IN VLAANDEREN
INCLUSIEF BELANGRIJKE INFRASTRUCTUREN
50
Km
0 25
INFRASTRUCTUREN
AUTOSNELWEGSPOORWEGWATERWEG NIVEAU 1
Bron. Cabus, P, Allaert, G en Van Haverbeke, W., 2001
Tekort in hectaren(netto ha)
100 ha
Overschot in hectaren(netto ha)
100 ha
500 25
Kilometers
Balans ijzeren voorraad bouwrijpe terreinenNetto ha
251% tot 566% (11)73% tot 251% (27)0% tot 73% (35)
-51% tot 0% (57)-77% tot -51% (80)
-100% tot -77% (98)
BESLUIT
Besluit
• Het Business as usual- model is niet houdbaaromwille van– Verlies aan ecosysteemdiensten
– Congestie
– Leefmilieu en gezondheid
– Versnippering en fragmentatie
– Klimaatadaptatie
-> dwingend karakter van verweving, verknoping,verdichting en vernetting als fundamenteletoetsstenen van ruimtelijk beleid
VerdrogingVergrijzingVerlies van natuurwaardenHoge gronddrukKansen voor energieproductieKansen voor grensoverschrijdendenatuur en watersystemen
Extreme druk op ruimteVersnipperingOverstromingenCongestieDruk op vastgoedprijzenKansen voor verwevingKansen voor Transit oriented developmentKansen voor stedelijke landbouwKansen voor verrassende alliantiesNood aan ruimte voor bedrijven
Verlies aan cultuurwaardenVersnipperingKansen voor cultuurwaardenen landschapsontwikkeling
Overstromingen en watertekortVergrijzingPotenties voor windenergieDruk op ecologische waarden
VersnipperingVerlies aan cultuurwaardenVerdrogingKans voor waterboerenKansen voor waterlandschappen
Intensief landbouwgebiedDruk op milieuKansen voor enegerieboeren
Erosie, vervlakking landschapKansen voor voedselproductie
Economische dragers?Kansen voor energieproductieKansen voor biodiversiteit
WAT BLIJFT VAN HET RSV OVEREIND?
Het RSV en de nieuwe woonopgave
Het RSV en klimaatadaptatie
RSV en de open ruimte
RSV en economische ruimte
10 BREEKPUNTEN
Breekpunten binnen eentoekomstgericht Vlaamse ruimte
• Term breekpunt vanuit een dubbelebetekenis:
– Breekpunt in beleid: we gaan het op een aantalvlakken behoorlijk anders moeten doen. Dusbreken met het huidige beleid(smodel)
– Breekpunten in de zin dat zonder deze elementeneen Vlaams ruimtelijk beleid naar onze meningonmogelijk is in het licht van de toekomstigeuitdagingen en ontwikkelingen
Breekpunt 1
De bijkomende verstedelijking zal, gelet op dedemografische ontwikkelingen, haarhoogtepunt kennen voor 2030 en reedsaanzienlijk zijn voor 2020.
-> Het beleidsplan moet vandaag eenhaalbare strategie en instrumentenbevatten om op korte termijn detoekomstige verstedelijking te sturen
Breekpunt 2
In tegenstelling tot algemeen gesteld is het bestaand aanbodaan bouwpercelen voor wonen en bedrijven veel groter dan detoekomstige behoefte. Maar het aanbod ligt verspreid en infunctie van een duurzaam en spaarzaam ruimtegebruik vaakop de ‘foute’ plaats.
-> Het beleidsplan dient via een grond- en pandenbeleidhet wonen in centrale locaties en op OV-locatiesbetaalbaar, veilig en leefbaar te houden. De overheid moetvia een locatiebeleid het aanbod voor wonen sturen naarmeer duurzame locaties en zodoende ruimte sparen voorandere essentiële functies
Breekpunt 3
Gescheiden beleids- en planningsprocessen voor essentiëlefuncties (wonen, mobiliteit, werken) blijven leiden tot slechtverspreide en slecht geïntegreerde allocatie van functies enactiviteiten. Dit zal uitmonden in ondraagbare maatschappelijkekosten en een structurele congestie van het wegennet.
->Het ruimtelijk beleid dient terug een integrerende rol op tenemen tussen verschillende beleidsdomeinen, met in hetbijzonder de integratie tussen mobiliteits- eninfrastructuurplanning en het ruimtelijke beleid.
Breekpunt 4
Klimaatextremen onder vorm van ondermeer overstromingen,droogte en hitte zullen ook Vlaanderen steeds zwaardertreffen en daarom zullen grondige adaptievebuffermaatregelen moeten ontwikkeld worden in deeerstkomende decennia, niet in het minst om gewapend te zijntegen de verzwaring van deze problematiek in de verderetoekomst.
->Er zullen nieuwe inrichtingen en investeringen nodig zijndwars doorheen de publieke en de private ruimte(bijvoorbeeld groenblauwe stadsontwerpen tegen hitte-eilanden, systematisch ingerichte erosiebuffers, grondige“ontpitting” van overstromingsarealen enz.).
Breekpunt 5In de pikorde van de ruimtelijke waarden in Vlaanderen komende open ruimte en de zogenaamd “zachte functies” nog steedsop de tweede plaats en als reserve voor “harde functies”. Openruimte blijft krimpen. Dit is niet langer houdbaar, omwille vandiverse verantwoordelijkheden inzake ondermeerbiodiversiteit, behoud van graden van zelfvoorziening enreductie van onze hoge ruimtelijke voetafdruk.
->Het fysisch systeem en de open ruimte moeten veel meerals vertrekbasis beschouwd worden voor de organisatie vanruimtelijke functies in Vlaanderen. De ecosysteemdiensten(in ruimste betekenis) zijn bovendien te vertalen als eenopgave die niet alleen de open ruimte betreft maar ook destad, de privéruimte, de bedrijventerreinen en deinfrastructuren
Breekpunt 6
De extreme fragmentatie van het Vlaamse territorium legt zwarebeperkingen op toekomstige ruimtelijke systemen, producties enecosysteemdiensten zoals riviersystemen, klimaatmigratie vanplant- en diersoorten, ketens in landbouw en voeding, enz.. Metde huidige moeizame afbakeningen van landbouwareaal, bos,natuur en stedelijke zones enz. gaan we er niet komen.
->Het beleidsplan dient een vernieuwd palet van principes,en instrumenten te ontwikkelen in functie van ontsnippering:herinrichting en gebiedsreconstructie, selectieve afbraak,nieuwe erfdienstbaarheden, versnelde inzet opnatuurverbinding en ecologische netwerken, multifunctionelelandbouwarealen en -parken en functieverweving in hetalgemeen.
Breekpunt 7
De ijzeren voorraad is een achterhaald principe.Het leidt tot verdere verspilling en versnipperingvan ruimte, en tot onderbenutting van kansen totherbruik en verweving.
->Het beleidsplan dient af te stappen van de ijzeren voorraad,ruimte te bieden voor een veranderende economie, zonder datbijkomende greenfields worden aangesneden en maximaal in tezetten op brownfieldreconversie
Breekpunt 8
Vlaanderen heeft logistieke troeven en beleids- en economischeambities op dit vlak. Reeds decennia zorgt een modal shift innegatieve richting ervoor dat de logistiek in toenemende mategericht is op wegtransport en te weinig op binnenvaart en spoor.Dit heeft een bijzondere negatief impact op de leefbaarheid.
->Absolute voorwaarden voor een performant logistieknetwerk zijn een veel efficiënter gebruik van de huidigecapaciteit en diversiteit van de infrastructuur. Investeringenmoeten gericht worden op een positieve kentering in demodal split en ondermeer het terugdringen van hetvrachtwagenvervoer
Breekpunt 9
Vitale systemen (demografie, economie, waterbevoorrading,klimaatimpacten enz.) zullen steeds meer de grenzen vanVlaanderen overschrijden. Het huidige ruimtelijk beleid isoverwegend “intern” en is daar niet op voorbereid.
->Het Vlaamse ruimtelijke beleid dient samen met de burenruimtelijke ontwikkelingen grensoverschrijdend aan tepakken.
Breekpunt 10
Hoewel het nodig is om op lange termijn te denken kan deplanhorizont 2050 ons een vals comfortgevoel geven.
->Een sterke visie op gewenste ruimtelijke ordening kan zichniet beperken tot de lange termijn (horizon 2050) , een visieop korte termijn is een voorwaarde voor een beleidsomslagop lange termijn