Presentatie Ben Dankbaar - Nationaal Industrie Debat 2013
-
Upload
vnuexhibitions -
Category
Technology
-
view
523 -
download
0
description
Transcript of Presentatie Ben Dankbaar - Nationaal Industrie Debat 2013
1869 - 1981
Door de druk van de lage lonen landen … heeft ons bedrijf het uiteindelijk niet kunnen redden.
W.C. “meneer Willem” Tilanus
Het verhaal van de ondergang
• De ondergang van de Nederlandse textiel en scheepsbouw in
de jaren ‘60 en ‘70 heeft het denken over de industrie in ons
land sterk beïnvloed
– Tegen lage lonen kun je niet opboksen
– De industrie verdwijnt en we worden een diensteneconomie
– Verliezers ondersteunen is dweilen met de kraan open
• Dezelfde denkpatronen overheersten toen in de jaren ‘90
Oost-Europa en China de deuren open gooiden
– Je bent gekke Henkie als je de productie niet naar het
buitenland verplaatst
Het andere verhaal
• De grote concurrenten van de bekledingsindustrie in de jaren
‘70 zaten in Duitsland en Italië!
– Italië heeft nog steeds een internationaal concurrerende
bekledingsindustrie
– Waren lage lonen wel de oorzaak van de ondergang van de
bedrijfstak? Of was het een gebrek aan innovatief
ondernemerschap?
• Het aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid
neemt inderdaad langzaam af
– Maar dat is een teken van succes!
– De productiviteit in de industrie stijgt veel sneller dan in de
dienstensector
Het verhaal van de ondergang
• Er is erg veel industrie naar China verdwenen
• De Chinezen zijn tegenwoordig zelfs internationaal
concurrerend in high-tech producten!
• Alleen al de iPhone bezorgt de Amerikanen een handelstekort
met China van $1,9 miljard!
‘Revealed Competitive Advantage’ (score > 1) van de BRICS staten (OECD 2013)
Het andere verhaal
• De Eurozone heeft nog steeds een fors overschot op de
betalingsbalans voor goederen
• Volgens dezelfde maatstaf waarmee China internationaal
concurrerend is in high-tech, zijn Duitsland en Japan dat niet
• Apple betaalt $178, 96 aan Foxconn voor een iPhone, maar
Foxconn heeft voor $172,52 aan componenten moeten
importeren, o.a. uit de VS
Japan: 34% Zuid Korea: 13% Duitsland: 17% VS: 6% China 3,6% Overigen: 27%
$ 178,96
Apple: “De belangrijkste reden om Foxconn de assemblage te laten doen, is flexibiliteit ”
Dat kan ook in Nederland
• Robots kopen (en maken) kunnen wij ook
• Er is eigenlijk geen product dat niet tegen een concurrerende
prijs in Nederland gemaakt zou kunnen worden
– Gebruik makend van alle mogelijkheden die het land biedt met
betrekking tot technische kennis, toeleveranciers, logistiek,
organisatie en medewerkers
• Natuurlijk hoeft niet ieder product in Nederland gemaakt te
worden
– Concentreren op waar we goed in zijn (of willen worden)
Thema’s in industriedebatten
• Globalisering
• Innoveren
• Belonen
• Flexibiliteit
• Kwaliteit van het werk
• Uitbesteden en samenwerken
• Kennis
• Productiviteit
• Automatisering
• Design
• Creativiteit
• Duurzaamheid
Industrie en Techniek
• In de industrie staat techniek centraal
– Maar er werken ook veel technici buiten de industrie
– En in de industrie werken veel mensen in een niet-technisch
beroep
• De technische sector omvat alle branches waarin een relatief
groot aandeel van het personeel een technisch beroep heeft
– Het percentage werknemers met een technisch beroep is hoger
in de bouw dan bijvoorbeeld in de metaal of de chemie
• De statistieken maken het niet mogelijk om automatiserings-
beroepen tot de technische beroepen te rekenen
Industrie en techniek
Technische clusters, werkenden en technici (personen x 1000)
Clusters Totaal werkenden
Aantal technici
Aandeel technici
Chemie 99 53 54% Voedingsmiddelen 140 67 48% Metaal 132 92 70% Elektro & Machines 148 84 57% Auto & Transport 170 101 59% Overige maakindustrie 189 116 61% Nutsbedrijven 71 23 32% Bouw 511 422 83% Technische diensten 164 75 46%
1620 1040 64%
• 2/3 van de werknemers in de technische clusters heeft een technisch beroep
• In de niet-technische delen van de economie heeft 7% van de werkenden een technisch beroep – dat zijn ook nog 384.000 technici
Het belang van de technische sector
De arbeidsmarkt in de technische sector
• Weinig vrouwen (16%)
• Vaak voltijdsbanen
– de wens om de werktijd flexibel in te delen of in deeltijd te werken is de meest voorkomende vertrekreden van werknemers die de techniek verlaten
• 8% tijdelijk; 4% oproep/inval/uitzend
• Gemiddelde leeftijd ½ jaar hoger dan buiten de techniek
– Vooral weinig werknemers jonger dan 30 jaar
• Bijna 45% heeft diploma MBO op niveau 2, 3 of 4
• Het aandeel hoogopgeleiden is in de technische sector lager dan het gemiddelde van de niet-technische sectoren
76% van de R&D uitgaven van NL bedrijven
In de techniek wordt 88% van de R&D uitgaven gedaan door bedrijven met meer dan 100 werknemers
Technische sectoren = topsectoren
• Logisch dat de topsectoren bijna allemaal technische sectoren
zijn
– Of is er te veel aandacht voor technologie?
• Logisch dat grotere bedrijven daarin het voortouw hebben
– Maar is de inbreng van de kleinere bedrijven wel goed
geregeld?
• Niet logisch dat het merendeel van de voor innovatie
beschikbare middelen ongericht (via de WBSO) wordt
uitgestrooid over alle sectoren
– Maar het meeste komt natuurlijk toch bij de sector techniek
terecht
• De technische sector is leidend in technologische ontwikkeling
• Bijna 45% van het personeel in de technische sectoren heeft
een MBO opleiding
• Wat zegt u als u dat hoort?
• “Dat valt me tegen; ik dacht dat er met al die R&D juist veel
hoger opgeleiden zouden werken.”
• “Dit bevestigt dat het MBO een hoeksteen is van de
kenniseconomie.”
– Verzinnen, ontwikkelen en maken horen bij elkaar
– Voor innoveren heb je niet alleen maar hoger opgeleiden nodig
Kenniseconomie: observatie
Stromen op de arbeidsmarkt
• Het aantal vrijwillige baanwisselingen op de arbeidsmarkt is veel groter dan de beweging tussen werk, werkloos en inactief (niet werkzoekend)
• Van de 57.000 werknemers in de technische sectoren die in 2011 vrijwillig van baan wisselden, gingen er 38.000 naar niet-technische sectoren – en 28.000 gingen in de andere richting
• 39% van alle vrijwillige baanwisselaars in de technische sector in de periode 2006-2011 ging buiten de technische sectoren werken
– De meesten gingen naar handel & horeca, zakelijke, facilitaire en overige dienstverlening
Stromen op de arbeidsmarkt
• Als technici overstappen naar een niet-technisch beroep is dat in de helft van de gevallen een economisch, administratief of commercieel beroep
– Winkelbediende, magazijnmedewerker, productieplanner
• 42% van de technische schoolverlaters komt in een niet-technisch beroep terecht, meestal ook in een niet-technische sector
– 7% van de schoolverlaters met een niet-technische opleiding gaat werken in een technisch beroep
• Bijna 300.000 technisch geschoolden hebben geen baan (van minstens 12 uur/week) en zoeken die ook niet
Arbeidsmarktverwachtingen 2013-2018
• De totale werkgelegenheid in de technische sectoren zal krimpen
– Maar er zal groei zijn voor hoger opgeleiden
• Tegelijkertijd is er een grote vervangingsvraag door pensionering en andere uitstroom
• In alle technische sectoren zal de vervangingsvraag groter zijn dan de krimp van de werkgelegenheid
– Resulterend in een wervingsbehoefte van 108.000 arbeidsjaren, daarvan 61.000 voor technische beroepen
• In de niet-technische sectoren is in deze periode behoefte aan nog eens 58.000 technici
Arbeidsmarktverwachtingen 2013-2018
• Tegenover de wervingsbehoefte van 119.000 technici staat een instroom van 113.000 personen met een technische opleiding op de arbeidsmarkt
• Dat klinkt goed totdat we ons realiseren dat 42% van de technisch opgeleiden een niet-technisch beroep kiest – Goed dat er overal in de samenleving mensen zitten met
verstand van techniek
– De verhoudingen tussen de gewenste richtingen en niveaus zijn uiteraard ook nooit optimaal
• Het is dus zeer wenselijk dat de instroom in technische opleidingen verder wordt vergroot
• De cijfers laten zien dat er mogelijk een overschot ontstaat van personen met een lagere technische opleiding – Om- en bijscholing van deze personen kan een optie zijn
De techniek kan nog aantrekkelijker
• Slimmer werken is vaak ook leuker werken
• Er zijn veel meer mogelijkheden om te experimenteren met
flexibele arbeidstijden dan nu worden benut
• Technische specialisten mogen best meer verdienen dan
managers
• De innovatiekracht van de industrie kan nog meer worden
ingezet voor het oplossen van de grote uitdagingen van deze
tijd
– In dialoog met de samenleving