op - poweb.be€¦ · Po, een maat voor ik’s© Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave...
Transcript of op - poweb.be€¦ · Po, een maat voor ik’s© Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave...
poeen maat voor ik’s
B a s i s w e r k b o e k v o o r p l a s t i s c h e o p v o e d i n g i n d e e e r s t e g r a a d
Naam Nr KlasAs t r o o mPr
oefe
xem
plaa
r
Po, een maat voor ik’s©Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze ook , worden overgenomen in een mediavorm (kopie, druk, foto/film, digitaal bestand….) zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever.
Auteur–uitgever: Luc Nijs-powebTweede drukISBN 9789081310512D/2009 Pr
oefe
xem
plaa
r
1
Waarnemen
01 uitleggen wat ik zie
02 beeldtaal vergelijken
03 beeldtaal bespreken
04 beeld en geluid samen begrijpen
Vormgeven
Lijn
05 creatieve beeldtechnieken gebruiken
06 tekenen wat in mijn gedachten zit
Kleur
07 kleuren toepassen (expressief – impressief – symbolisch)
Vorm
08 in 2D en 3D werken
Vormgeving
09 persoonlijk en in groep origineel en creatief werken
Verwoorden
10 mijn mening geven over beeld
11 uitleggen dat ‘zien’ afhankelijk is van de omstandigheden
12 praten over beeldcultuur
13 vertellen over hedendaagse kunst
14 mijn eigen creaties uitleggen
Attitudes
15 kritische bedenkingen aanvaarden en geven
16 culturele informatie raadplegen
17 positief deelnemen aan groepswerk
18 mezelf expressief uiten
1 Ik kan … ... einde van het schooljaarNoteer hieronder in welke creatie (opdracht) jij het meest de eindterm (links) hebt gerealiseerd
Proe
fexe
mpl
aar
2
2 Ik kan ‘ordenen’
Dit materiaal zal ik gebruiken voor plastische opvoeding
persoonlijk materiaal : ❍❍ – gemeenschappelijk materiaal: ❍❍
houtskool ■■
❍❍
potloden ■■
❍❍
droog pastelkrijt ■■
❍❍
pastelolie ■■
❍❍
metaalstiften ■■
❍❍
tekenpen ■■
❍❍
viltstiften ■■
❍❍
balpennen ■■
❍❍
passer ■■
❍❍
Kleurpotloden ■■
❍❍
■■
❍❍
Toebehoren
een gom ■■
❍❍
een puntenslijper ■■
❍❍
een lat ■■
❍❍
een vod ■■
❍❍
fixeermiddel ■■
❍❍
Oost-Indische inkt ■■
❍❍
sjablonen ■■
❍❍
■■
❍❍
■■
❍❍
■■
❍❍
Tekenen
Knippen, snijden, scheuren een schaar ■■
❍❍ een breekmes ■■
❍❍ mijn handen ■■
❍❍ ■■
❍❍Toebehoren
een snijmat ■■
❍❍een snijlat ■■
❍❍ ■■
❍❍
aquarelverf ■■
❍❍plakkaatverf
■■
❍❍tempera ■■
❍❍ olieverf ■■
❍❍ecolineverf ■■
❍❍acrylverf ■■
❍❍■■
❍❍■■
■■❍❍
■■
Toebehorenpenselen ■■
❍❍mengpotjes ■■
❍❍mengstokjes
■■
❍❍waterpotjes ■■
❍❍een vod ■■
❍❍■■
❍❍■■
■■❍❍
■■
Schilderen
Proe
fexe
mpl
aar
3
Lijmeneen lijmstick
■■
❍❍
knutsellijm ■■
❍❍
behanglijm ■■
❍❍
contactlijm ■■
❍❍
montagelijm ■■
❍❍
plastic plakband ■■
❍❍
papier plakband ■■
❍❍
plastifieerfolie ■■
❍❍
lijmpistool ■■
❍❍
■■
❍❍
■■
■■
❍❍
■■
Papiertekenpapier
■■
❍❍
schetspapier ■■
❍❍
gekleurd papier ■■
❍❍
zijdepapier ■■
❍❍
■■
❍❍
■■
❍❍
Mediafototoestel
■■
❍❍pc
■■
❍❍printer
■■
❍❍scanner
■■
❍❍beamer
■■
❍❍kopiemachine ■■
❍❍kunstboeken ■■
❍❍posters
■■
❍❍speakers ■■
❍❍■■
■ ❍❍
■■
■■■ ❍❍
■■
Toestellen + gereedschap
snijmachine ■■❍❍
perforator ■■❍❍
nietmachine ■■❍❍
boormachine ■■❍❍
hamer(tje) ■■❍❍
zaag(je) ■■❍❍
tangen ■■❍❍
rol/plooimeter ■■❍❍
■■ ■ ❍❍■■
■■ ■ ❍❍■■
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
4
3 Ik kan ‘zien’
Uiteraard, ik kan ‘zien’ en ik vind dat heel normaal.
Pas als onze ogen het laten afweten, of wie nooit kon zien, dan…
Wie blind is ontwikkelt beter het gehoor, het gevoel ,
de smaak en de reukzin.
De eerste voorwaarde om te kunnen zien is: er moet licht zijn.
In het donker zien we niets. Pas als een voorwerp verlicht is,
kunnen we het zien. Dat voorwerp weerkaatst het licht naar
onze ogen die het licht opvangen. Via de lens komen de licht-
stralen tegen de achterzijde van het oog. Daar vertrekt de oog-
zenuw naar de onze hersenen. Onze hersenen ‘ontwikkelen’ het beeld.
Onze ogen zijn zo gebouwd dat we de dingen altijd op dezelfde verhoudingsgrootte zien. Wat veraf is lijkt klein, wat
dichtbij is lijkt groot.
De juiste verhouding tussen klein/groot en veraf/dichtbij heet: het perspectief.
Tekenen volgens het perspectief is tekenen zoals onze ogen het zien: realistisch.
Het heeft lang geduurd vooraleer de mensen door hadden hoe het perspectief in elkaar zat. Pas in de Renaissanceperi-
ode (zo’n 500 jaar geleden) hebben de kunstenaars ontdekt hoe ze realistisch juist moesten tekenen. Eens je het door
hebt is het doodsimpel.
We beginnen simpel met:
het perspectief met één vluchtpunt.We tekenen een weg met bomen.
Eens je dit begrijpt kan je eigenlijk alles tekenen.
Daarna proberen we:
het perspectief met twee vluchtpunten. We tekenen dan een kruispunt.
Het wordt niet moeilijker. Alleen wat ingewik-
kelder omdat je meer hulplijnen nodig hebt.
De eerste voorwaarde om te kunnen zien is: er moet licht zijn.
In het donker zien we niets. Pas als een voorwerp verlicht is
kunnen we het zien. Dat voorwerp weerkaatst het licht naar
onze ogen die het licht opvangen. Via de lens komen de licht-
stralen tegen de achterzijde van het oog. Daar vertrekt de oog-
zenuw naar de onze hersenen. Onze hersenen ‘ontwikkelen’ het beeld.
Proe
fexe
mpl
aar
5
En nu zelf aan de slag (kijk terug op bladzijde 4)
perspectief met 1 vluchtpunt een weg met bomen
Werkwijze1. horizonlijn (midden)
2. vluchtpunt (verdwijnpunt)
3. twee vluchtlijnen
4. één hoogtelijn naast de weg
5. vluchtlijnen
6. volgende hoogtelijnen
7. afwerken
In plaats van bomen kan je ook
een afsluiting, een gebouw, een kamer ….
om het even wat tekenen.
Je kan het vluchtpunt ook meer
naar links of naar rechts leggen.
perspectief met twee vluchtpunten een kruispunt
Werkwijze1. horizonlijn (midden)
2. vluchtpunt 1 links
3. vluchtpunt 2 rechts
4. hoogtelijnen
5. vluchtlijnen
6. afwerken
Het perspectief met twee vluchtpunten
lijkt het meest realistisch.
Je kan nu onbeperkt experimenteren.
Onthouden ■ altijd beginnen met de
■ vluchtlijnen lopen altijd naar het
■ hoogtelijnen staan altijdProe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
6
We hebben nu een eenvoudig perspectief getekend.
Nu kan je beginnen experimenteren en uitproberen.
Ooghoogteperspectief Dat hebben we net getekend.
Het lijkt net dat je op gewone ooghoogte naar je tekening kijkt.
Vogelperspectief Teken de horizonlijn hoger (boven het midden) en teken daarna de bomen,
de muren de gebouwen onder de horizon. Het lijkt dat je van boven op je ontwerp kijkt.
Kikkerperspectief Teken de horizonlijn lager (onder het midden) en teken daarna de bomen,
de muren, de gebouwen tot hoog boven de horizon.
Het lijkt dat je van onderuit naar je ontwerp kijkt.
Nu heb je fotografisch juist leren tekenen. Net alsof je het echt met je ogen ziet, net alsof je een foto zou nemen. Een
fotograaf (of een cameraman) werkt altijd met ooghoogte-, vogel- en kikkerperspectief. Soms zal hij/zij inzoomen tot
vlakbij. Dat heet dan close-up. Daarna uitzoomen tot er een heel breed veraf beeld verschijnt. Dat heet dan panorama.
Ook met het pc-programma ‘Sketch-Up’ (de home versie kan je gratis downloaden via Google) kan je knappe en plezierige
perspectieftekeningen maken. Computerspelletjes zijn meestal gemaakt met de perspectieftechniek.
Ooghoogteperspectief Vogelperspectief Kikkerperspectief
Foto Foto Foto
Proe
fexe
mpl
aar
7
Onze ogen laten ons zien. Dat weten we nu al.
Terwijl we zien zullen we ook horen, smaken, ruiken en voelen. Dat leggen we even uit.
Zien en horen-In het verkeer: we zien auto’s, fietsers, gebouwen, het landschap… en ho-
ren tegelijk de geluiden van het verkeer.
-Wandelen in het bos: we zien struiken, bomen, groen, lucht…en horen te-
gelijk de wind, de vogels, krakende takken.
-Denk even terug aan je kindertijd en aan ‘TikTak’. In het programma ‘Tik-
Tak’ gaan beeld en geluid prachtig samen. Maar in elke film, in een compu-
terspel, in elke muziekclip zijn beeld en geluid één geheel.
Het één kan (bijna) niet zonder het ander.
hard – zacht – ritmisch – hoog – laag
Zien en smakenAls we voedsel zien proeven we vaak al de smaak van dat eten. Soms lijkt het
zo lekker dat we echt zin krijgen. Heel veel mensen willen bij het zien van
een foto met een pak friet al meteen naar de frituur hollen. Maar wat dacht
je dan van de foto met een grote gele citroen?
zoet – zuur – bitter – zout – umami
Zien en ruikenSmaak en reukzin gaan altijd samen bij voedsel. Maar we ruiken nog een
heleboel andere dingen. We zien een tuin vol bloemen en … of we zien een
oude boerderij met een mesthoop en …
Bij het zien van vakantiefoto’s ruik je terug de geur van de zee of de frisse
berglucht.
fris – muf – lekker
Zien en voelenBij alles wat we zien, vertellen onze ogen ook hoe het aanvoelt. Een winter-
landschap voelt koud aan, een zomers strand geeft een warm gevoel. Maar
ook vertellen onze ogen over hout, metaal, glas, papier, plastic… Alleen
maar door het te zien kunnen we het in gedachten al voelen. Of wat dacht je
van de pels van een kat, de huid van een krokodil, een slang…
ruw – glad – scherp – bot – warm – koud
Een beeld vertelt ons dus veel meer dan enkel maar het “zien”.
Onbewust gaat het samen met horen, smaken, ruiken en voelen.
Kleef hier een foto
die geluid oproept.
Schrijf eronder
wat je hoort.
Kleef hier een foto
die reuk oproept.
Schrijf eronder
wat je ruikt.
Kleef hier een foto
die smaak oproept.
Schrijf eronder
wat je proeft.
Kleef hier een foto
die voelen oproept.
Schrijf eronder
wat je voelt.
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
8
4 Ik kan ‘kijken’
Onze ogen laten ons beelden zien. Dat hebben we ervaren en getekend.
Zien doen we altijd, tenminste als er licht is. Maar pas als we echt kijken en bewust nagaan hoe een beeld in elkaar zit
dan begint het pas… dan zullen we observeren.
Bekijk aandachtig, observeer nauwkeurig een foto, een tekening, een schilderij,
een voorwerp, een mens, een dier, een plant, een compleet landschap…
Alles wat we zien is opgebouwd uit vorm(en)Al die vormen zijn samen een compositieDie compositie is gevuld met kleuren en grijswaarden
4.1 VOrM(en)
Geometrische vormen Organische vormen■ een punt ■ onregelmatige vorm■ een lijn ■ gebogen vormen■ de driehoek ■ kronkelende vorm■ het vierkant ■ veelhoekige vorm■ de rechthoek ■ de cirkel, ellips, ovaal■ de kubus■ de balk■ de bol
Maak hieronder zelf een ontwerp waarin al (of zoveel mogelijk van) deze vormen voorkomen.
Gebruik non-figuratief en figuratief door elkaar. Geef je ontwerp ook een titel.
Proe
fexe
mpl
aar
9
4.2 De cOMPOSITIe
Als we vormen samenbrengen in een beeld (zoals op de vorige tekening), dan maken we een compositie. We bekijken nu
even hoe we een compositie kunnen ontleden.
Teken in de kleine kaders vormen (geometrisch of organisch) en zet in kleur. Zo worden het mini-kunstwerkjes.
4.2.1 De opbouw van de compositie
Je observeert hoe de vormen zijn geordend.
4.2.2 De richting van de compositie
Je observeert in welke richting de vormen zijn geplaatst.
horizontaal verticaal diagonaal
symmetrisch asymmetrisch overlappend afgesneden
gecentreerd zijdelings ritmisch onregelmatig
golvend
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
10
4.2.3 De diepte van de compositie
Je observeert welke vormen dichtbij staan, welke veraf.
4.2.4 De uitstraling van de compositie
We trachten te ontdekken welke uitstralingskracht de compositie weergeeft
de voorgrond in het midden de achtergrond in het oneindige
statisch dynamisch orde wanordeof of
zacht hard evenwicht onevenwichtof of
Proe
fexe
mpl
aar
11
4.3 KLeur
4.3.1 De kracht van jouw kleur
Heb jij een lievelingskleur? Dat zal wel.
Misschien ook een kleur die je lelijk vindt?
Je klasgenoot heeft misschien een heel andere kleurkeuze.
Misschien denk je bij de ene kleur aan heel blije dingen, bij een andere kleur aan heel droevige dingen. Kleur is dus soms
heel persoonlijk. Bijvoorbeeld: de kleur van je eerste speelgoed, de kleur van het behang in het huis van je oma, de
kleur van je fiets, de kleur van een ziekenhuiskamer… enz.
Schrijf hieronder drie kleuren die voor jou een sterke persoonlijke kracht hebben (positief of negatief). Zeg welk voor-
werp je bedoelt. Zeg ook waarom.
4.3.2 De symboolwaarde van een kleur (symboliek)
Kleur is dus sterk persoonlijk bepaald.
Toch ervaren we bij het zien van een kleur vaak allemaal ook hetzelfde.
Waaraan denk je bij het zien van de onderstaande kleuren in het verkeer?
rood groen oranje geel blauw
Zo hebben de kleuren voor iedereen vaak ook een zelfde symboolwaarde.
Schrijf het juiste woord bij de juiste kleur.
seizoenen natuur leidingen gevoel begrip
geel
rood
groen
blauw
lente
zomer
herfst
winter
zon
vuur
water
planten
gas
water
lucht
brandleiding
vreugde
liefde
hoop
waarheid
overwinning
vrede (rust)
onrust
eeuwigheid
de kleur wat, waar (voorwerp) waarom
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
12
4.3.3 Kleurenleer
In 1660 stelde Newton z’n kleurencirkel voor. Op basis van het spectrum (regenboog, glazen prisma) meende hij zeven
opeenvolgende kleuren te kunnen onderscheiden.
rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet
Kleur is een bijzonder ingewikkeld maar uitdagend fenomeen. Kleur heeft te maken met het licht, met het zien, met de
emotie, met de omgeving… Op basis van het spectrum hebben tal van wetenschappers kleursystemen bestu-deerd en
bedacht. (Goethe, Hesselgren, Klee, Itten, …). De moderne kleurenleer trachten we op eenvoudige wijze weer te geven
in onder-staande tekening. Kan jij, op de tekening, de kenmerken aanduiden?
complementaire kleuren liggen tegenover elkaar in de kleurencirkel■■
supplementaire kleuren liggen naast elkaar in de kleurencirkel■■
primairen – secundairen - tertiaren
helderheid de wit/zwart as (vb. donker rood, roos).■■
tint of kleurtoon de soort kleur (vb. roodachtig)■■
verzadiging de hevigheid van de kleur (vb. knalrood)■■
KLeurMenGInG
SuBTrAKTIef cMYK ADDITIef rGB PArTITIef
Werkwijze Transparante kleuren over elkaar gebruiken
Gekleurde lichtbundels over elkaar gebruiken
Kleurstippen vlak naast elkaar gebruiken
Primairen Cyaan (C)Magenta (M)Citroengeel (Y)
Zwart (K)
Rood GroenBlauw
Cyaan RoodMagenta GroenCitroengeel Blauw
Achtergrond Wit Zwart Verschillend
Voorbeelden -transparante verf-kleurenfilm-gekleurde plasticfolies
-theaterbelichting-gebouwbelichting-lichtinstallaties
-een bloemenweide-pixels -een mozaïek-kleurendruk-dekkende verf
Proe
fexe
mpl
aar
13
4.3.4 Grijswaarden
Een beetje minder licht en alles wordt donkerder…
Een beetje meer licht en alles wordt lichter…
Bij verf zullen we wit of zwart toevoegen. Dan wordt een kleur lichter of donkerder.
We zeggen dan dat een kleur een grijswaarde heeft.
Het verschil tussen die grijswaarden (licht en donker) heet contrast.
Met enkel wit en zwart (zonder kleur) maak je natuurlijk de sterkste contrasten.
Op elk moment zitten wij zelf vol met grijswaarden.
Alle schaduwen die op ons lichaam en op onze kleding zitten zijn grijswaarden.
Schaduwen zijn niet grijs. Schaduwen zijn een kleur met een grijswaarde.
experimenteren:Gebruik slechts één lichtbron (vb. een bureaulamp). Leg een wit laken op de grond. Zet daar een voorwerp op.
(herhaal: met een gekleurd laken – met meerdere lichtbronnen – met gekleurde lichtbronnen)
Je ontdekt drie soorten schaduwen:
■■ de eigen schaduw (alle schaduwen op het voorwerp zelf)
■■ de slagschaduw (de schaduw van het voorwerp op het laken)
■■ de bijschaduw (de extralichte schaduw rond de slagschaduw)
experimenterenOp een zonnige middagspeeltijd kan je mekaars slagschaduw tekenen op de speelplaats.
(gebruik bv. stoepkrijt). Zet je in originele houdingen en maak er samen een knappe compositie van.
Overleg natuurlijk eerst van tevoren hoe de compositie er zal uitzien.
Je kan de schaduwen nadien ook helemaal inkleuren met krijt (of inschilderen als dat mag).
OpdrachtKleef hieronder een zwart-wit foto waar duidelijk heel veel grijswaarden en schaduwen in voorkomen en duid aan met
een pijl: eigen schaduw – slagschaduw – bijschaduw.
Observeer ook de contrasten en geef het sterkste contrast een 1, het tweede sterkste een 2, enz…
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
14
5 Ik kan ‘gebruiken’Materialen 01 houtskool
02 krijt, pastels
03 pen en inkt
04 potlood
05 kleurpotlood
06 aquarelverf
07 plakkaatverf (gouache)
08 acrylverf
09 ecolineverf
We gebruiken nu al onze materialen. We onderzoeken vooral hoe we ze kunnen gebruiken, welke basistechnieken er be-
staan. Tracht telkens een mini-compositie te maken.
5.1 HOuTSKOOL
is half verbrand (verkoold) lindehout■■
is wellicht het oudste tekenmateriaal (prehistorie)■■
de houtskooltekening altijd fixeren tegen uitvegen■■
■■
Experimenteren …
5.2 KrIjT, PASTeLS
staafjes gevormd uit gekleurd poeder met bindmiddel■■
bestaan in zeer veel samenstellingen en vormen (van droog tot vet)■■
■■
Experimenteren …
licht gewoon donker
droog vet
Proe
fexe
mpl
aar
15
5.3 Pen en InKT
vroeger: de ganzenveren en de rietpennen (Egypte, Griekenland, Rome…)■■
nu: alle soorten inktpennen, viltstiften, balpennen….■■
ook penseel en inkt is een mogelijkheid (verdunnen met water)■■
■■
Experimenteren … van dicht tot ver uit elkaar
5.4 POTLOOD
is een mengsel van grafiet en klei■■
er bestaan harde en zachte potloden (hoe meer klei hoe harder het potlood)■■
aanduiding met cijfers of cijfers en letters■■
■■
Vul het onderstaande rooster verder aan:
Hard Zacht
cijfers 4 2 0
cijfers en letters 3H HB 2B
Experimenteren …
punten stippen met lijnen arcering
punten van licht naar donker lijnen van licht naar donker een vlak van licht naar donker
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
16
5.5 KLeurPOTLOOD
is klei gemengd met kleurstof■■
er bestaan zeer veel soorten (van droog tot nat gebruik)■■
■■
Experimenteren …
5.6 AquAreLVerfis een transparante verf (doorkijkverf) op basis van water■■
best speciaal aquarelpapier gebruiken■■
kleurmening door meerdere lagen over elkaar ■■
■■
Experimenteren …
weinig druk gewoon veel druk
kort draaiend lijn kriskras
kleuren naast elkaar kleuren over elkaar
Proe
fexe
mpl
aar
17
5.7 PLAKKAATVerf
is een dekkende verf■■
aanmaken met water tot net vloeibaar■■
■■
Experimenteren…
5.8 AcrYLVerf
is een verf op basis van kunststoffen (polymeren)■■
is een dekkende verf (kan verdund worden met water)■■
■■
Experimenteren …
5.9 ecOLIneVerf
is een transparante verf (doorkijkverf)■■
is gemaakt op basis van gekleurde inkt■■
■■
Experimenteren …
kleuren naast elkaar vooraf gemengd gemengd – nat in nat
kleuren naast elkaar vooraf gemengd gemengd – nat in nat
kleuren naast elkaar droog over elkaar gemengd – nat in nat
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
18
6 Ik kan ‘herkennen’Mensen hebben altijd al creatief met beelden een vormen gewerkt. Vanaf de prehistorie tot nu. We overlopen en bekijken
enkel de belangrijkste kunststromingen.
Naast de uitleg kleef (of teken) je een afbeelding van een kunstwerk. Je kan er ook een groepswerk van maken. Vb: ieder
zoekt één (of twee) stijlen en dan wissel je uit onder elkaar.
Prehistorische kunst 30.000 v. Chr.kunstenaars onbekend
Altamira en Lascaux■■
grotschilderingen – houtskooltekeningen ■■
ingevuld met oker, rood en geel■■
■■
■■
Egyptische kunst 3000 v. Chr.kunstenaars onbekend
tempels – piramiden ■■
zuilen – obelisken – sfinxen■■
papyrus – hiërogliefen ■■
kleuren: geel, blauw en rood/bruin■■
■■
■■
Griekse kunst 1000 v. Chr.kunstenaars onbekend
tempels – theaters■■
Dorische, Ionische en Korinthische zuilen■■
beelden van de mens■■
keramiekdecoratie op potten (oker/rood)■■
■■
■■
Romeinse kunst 200 v. Chr.kunstenaars onbekend
tempels – amfitheaters – aqua- en viaducten■■
fresco’s – mozaïekvloeren■■
Dorische, Ionische en Korinthishe zuilen ■■
■■
■■
Oert
ijd
Oude
nab
ije O
oste
nKl
assi
eke
oudh
eid
Proe
fexe
mpl
aar
19
Romaans 1000kunstenaars onbekend
Abdijen en kloosters – rondbogen ■■
religieuze beelden – fresco’s ■■
miniaturen – klein houtsnijwerk■■
■■
■■
Gotiek 1250De Vlaamse primitieven
kathedralen, stadhuizen – spitsbogen ■■
religieuze beelden – glasschilderkunst ■■
wandtapijten – paneelschilderijen – retabels ■■
■■
■■
Renaissance 1450Michelangelo, Leonardo da Vinci
Pieter Breughel de Oude, Quinten Metsys
perspectief■■
mens en natuur■■
geometrische vormen ■■
basis is Grieks/Romeins■■
■■
Barok 1600Pieter Paul Rubens
Rembrandt van Rijn
beelden lijken te bewegen■■
hevige kleuren, contrast licht/donker■■
gebaseerd op de Renaissance maar ■■
alles wordt veel zwaarder uitgewerkt■■
Rococo 1700François Boucher
overdreven versiering■■
asymmetrie (niet in spiegelbeeld)■■
■■
■■
De M
idde
leeu
wen
De n
ieuw
e ti
jd
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
20
Romantiek 1800Jean-Jacques Rousseau
gevoelsmatige kunst■■
zachte kleuren■■
onderwerpen uit de natuur■■
■■
■■
Classicisme 1750Jean Auguste Ingres
zeer juist en strak■■
gebaseerd op Griekse en Romeinse kunst■■
■■
■■
Realisme 1850Gustave Courbet
Jean François Millet
uitbeelden van de werkelijkheid■■
onderwerpen uit het dagelijkse simpele leven■■
■■
■■
Impressionisme 1875Edouard Manet
Claude Monet
Edgar Degas
schilderen met licht en kleur■■
elk moment van de dag is anders■■
stippen, vlekken, kleuren door elkaar■■
■■
Begin van de moderne kunst 1890Paul Cézanne, Paul Gauguin,
Vincent van Gogh, James Ensor,
Edvard Munch
zoeken naar de kracht van licht en kleur■■
experimenteren met kleurvlekken, kleurvormen.■■
■■
■■
De n
ieuw
ste
tijd
De n
ieuw
ste
tijd
Proe
fexe
mpl
aar
21
Kubisme 1910Pablo Picasso
Georges Braque
Fernand Léger
gebaseerd op meetkundige figuren■■
wel diepte maar geen perspectief ■■
diverse soorten kleurgebruik en collages■■
■■
Expressionisme 1905Gust en Leon de Smet
Constant Permeke
Georges Minne
krachtige vervormde uitdrukking met omlijning■■
gevoelens uitdrukken met hevige zware kleuren■■
■■
■■
Surrealisme 1925Salvador Dalí
René Margritte
Paul Delvaux
uitbeelden van een droomwereld.■■
soms braaf, soms uitermate griezelig■■
■■
■■
Lyrisch abstract 1920Vassily Kadinsky
Paul Klee
non-figuratieve kunst■■
met onregelmatige kleurvlekken, lijnen, ■■
en contrasten een gevoel, een idee uitdrukken■■
■■
Geometrisch abstract 1925Piet Mondriaan
Theo Van Doesburg
non-figuratieve kunst■■
met meetkundige figuren en basiskleuren het ■■
moderne idee uitdrukken: alles is simpel en recht■■
■■
De n
ieuw
ste
tijd
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
22
Cobra 1950Karel Appel
Pierre Alechinski
Copenhagen-Brussel-Amsterdam■■
half figuratief, half abstract in hevige kleuren■■
■■
■■
Action painting 1950Jackson Pollock
als lyrisch abstract maar de schilders ■■
gebruiken geen penseel. De verf wordt
met handen en voeten uitgesmeerd.■■
■■
Op-art 1950Victor Vasarely
optische illusie weergeven met meetkundige figuren■■
■■
■■
Pop-art 1960Roy Liechtenstein
Andy Warhol
populaire kunst■■
alles kan kunst zijn■■
kunst als deel van de consumptiemaatschappij■■
■■
■■
Nouveau Realisme 1960Christo
Roger Raveel
protest tegen de consumptiemaatschappij. ■■
negatief of positief benaderen■■
■■
■■
Onze
tijd
Onze
tijd
Proe
fexe
mpl
aar
23
Arte povera 1970Marcel Broodthaers
Panamarenko
eenvoudige, kinderlijke ideeën ■■
simpele kunst maken met simpele materialen■■
■■
■■
Land art 1970 Robert Smithson
gebruik maken van hout, steen, zand…■■
het kunstwerk wordt buiten in de natuur gemaakt■■
■■
■■
Graffiti 1980 Jean-Michel Basquiat
Keith Haring
kunst van de kleurlingen – SAMOS■■
spuitbussen – ghetto’s in de grootsteden ■■
■■
■■
Multimedia 1990 Stan Douglas
fotografie, film, video en computer■■
de wereld en de maatschappij in vraag gesteld. ■■
■■
■■
Installatiekunst 2000Damien Hirst
met alle soorten materiaal een 3D-compositie te maken.■■
de wereld en de maatschappij in vraag gesteld■■
■■
■■
Onze
tijd
Onze
tijd
Onze
tijd
Onze
tijd
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
24
7 Ik kan ‘creëren’
Werken op een plat vlak (een blad papier, een stuk karton, een houten paneel, een projectiescherm) is werken in 2D. Dat wil zeggen: in 2 dimensies (in twee richtingen, afmetingen). Werken we in 3D dan kunnen we onze creatie echt vastnemen en langs alle kanten bekijken. Toch kunnen we in 2D een voorstelling maken in de diepte of in perspectief. Het lijkt dan alsof we een 3D-creatie hebben gemaakt. We noemen dat een virtuele 3D. Zoek in een tijdschrift een voorbeeldfoto, knip uit en kleef bij de juiste werkvorm, …of zelf aan de slag.
7.1 WerKen In 2D
TeKenen■■
Dat kennen we uiteraard het best. We hebben dat al uitgeprobeerd met onze
potloden en kleurpotloden.
Meestal begin je met de contouren (de omtrek) en werk je daarna verder af.
ScHILDeren■■
Ook schilderen is ons wel bekend, met diverse soorten penselen en diverse
soorten verf.
Je begint meestal met de lichtste kleuren en eindigt met de donkere kleuren.
DruKKen■■
Om drukwerk te maken heb je wel wat speciaal materiaal nodig, maar we kunnen op eenvoudige wijze en met eenvoudige middelen ook wel een drukwerk creërenhoogdruk (vb. met een stempel, aardappel)diepdruk (vb. bij etsen)zeefdruk (drukinkt door gaasdoek)Vlakdruk (offset - fotokopie - lithografie)
cOLLAGe■■
Bij een collage gebruiken we papier, stof, plastic…
dat we samenlijmen tot een compositie:
snijden – knippen – scheuren
fOTOGrAfIe, fILM■■
Uiteraard heb je hier een camera nodig, analoog of digitaal. Wie echt fotogra-
fie/film wil doen, is aangewezen op een studio waar alles voorhanden is. Vaak
worden beeld en geluid hier samen gebruikt.
creATIeVe cOMPuTerPrOGrAMMA’■■ s
De allernieuwste vorm van creatief ontwerpen zit in de computerwereld. Toch
zijn niet alle kunstenaars zo gelukkig met computercreaties. Ze vinden dat de
computer een heel stuk van hun persoonlijkheid afneemt.Proe
fexe
mpl
aar
25
7.2 WerKen In 3D
Om een creatie te maken in 3D kan je uiteraard alle mogelijke materialen gebruiken. De mogelijkheden zijn eindeloos. Soms kan het voorkomen dat een creatie tussen 2D en 3D tussenin ligt. We noemen zo’n kunstwerk dan een werk in half reliëf. Zorg ook hier telkens voor een voorbeeldfoto.
BeeLDHOuWWerK■■
Een beeldhouwer kapt met hamer en beitel uit een massief blok een beeld.Meestal gebruikt hij daarvoor natuursteen (graniet, arduin, marmer,…) of hardhout (eik, beuk, ebben…)
WIKKeLWerK■■
Wij kennen dat best als papier-maché. Eerst wordt een geraamte gemaakt in draad of gaas. Dat wordt dan omwikkeld met papier, stof, gipsdoeken, polyestervezel, glasvezel…enz.
KerAMIeK■■
Keramiek kennen wij het best als boetseren met klei. Je kan met je handen (en spatels) de meest originele vormen creëren of zoals de pottenbakker gebruiks-voorwerpen (bekers, schotels, vazen) produceren. De klei wordt meestal gebak-ken en gekleurd.
GIeTVOrMen■■
Schelpjes vullen in de zandbak, weet je nog? De kunstenaar maakt eerst een giet-vorm en gebruikt dan plaaster, brons, kunststof (plastics) dat in de vorm wordt gegoten en verhardt.
ASSeMBLAGeS■■
In een assemblage wordt materiaal (metaal, hout, plastic …) aan elkaar gelijmd,gelast, geschroefd, … Soms wordt maar één materiaal gebruikt (vb. ver-roest ijzer) of worden meerdere (wegwerp)materialen door elkaar gebruikt.
InSTALLATIeS■■
Kunstinstallaties zijn erg in op dit moment. De kunstenaar zet dan materialen en/of voorwerpen in een compositie bij elkaar. De kunstenaar vertelt een bood-schap aan het publiek. Meestal gaat het over een actueel wereldprobleem (milieu, racisme, geweld, …)
MIxeD MeDIA■■
Een kunstenaar die een heleboel van alle vorige werkvormen door en met elkaar vermengt (zowel 2D als 3D) gebruikt ‘mixed media’.
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
26
8 Ik kan ‘waarderen’
We hebben nu al geleerd hoe een kunstwerk wordt opgebouwd. Welke materialen, welke technieken een kunstenaar of een
ontwerper gebruikt om een werk te creëren.
Een kunstenaar moet in de eerste plaats een vakman zijn. Hij kent en beheerst z’n materialen en technieken. Net zoals
iedere andere vakman z’n stiel moet kennen.
Een kunstwerk creëren is meer dan dat.
Een werk wordt pas kunst als het een meerwaarde krijgt.
Originele waardeEen kunstwerk moet origineel zijn. Iets doen wat een ander al heeft voorgedaan levert geen kunst op. Daarom zijn kunste-
naars steeds op zoek naar nieuwe ideeën. Ze experimenteren voortdurend, niet enkel met materiaal of technieken, maar
veel meer nog met hun gedachten.
Diepere waardeEen kunstenaar wil ons iets meedelen met beelden. Pas als een beeld een diepere zin heeft kan het een kunstwerk worden.
Het beeld moet een boodschap uitdragen, een taal ‘spreken’. Het moet doen lachen, huilen, verwonderen, afvragen,…enz.
Een kunstwerk laat je tegelijk nadenken en voelen. (intelligentie en emotie)
Wereld waardeEen kunstwerk moet ook aanvaard worden door (bijna) iedereen. Heel veel mensen moeten de creatie als een kunstwerk
waarderen. Dat is voor een kunstenaar niet altijd gemakkelijk. Hij/zij moet soms jaren knokken om een beetje waardering
te krijgen. Soms komt dat pas als de kunstenaar al bejaard of zelfs gestorven is.
Voor ons begint het ‘waarderen’ in de les plastische opvoeding:
door jezelf te waarderen, door je eigen werk te waarderen. ■■
Door jezelf voortdurend af te vragen: gebruik ik al m’n talenten, al m’n krachten, al m’n gaven om een werk te creëren
waarover ik zelf tevreden ben.
door mijn klasgenoten te waarderen, door hun werk te waarderen. ■■
Je hoeft niet alles goed, knap of super te vinden wat je klasgenoot doet. Eerlijk beoordelen, samen overleggen, is de
basis van het groepswerk.
door de waardering van buitenstaanders (schoolgenoten, vrienden, ouders, …) te aanvaarden en erover na te denken. ■■
Door met hen te praten over je creaties krijg je vaak nieuwe en betere ideeën.
Proe
fexe
mpl
aar
27
9 Ik kan ‘bespreken’
En nu laten zien dat je al het vorige hebt begrepen.
Zoek in een tijdschrift een knappe foto of een afbeelding van een kunstwerk en kleef hem op de zijrand van dit blad.
Bespreek dan het kunstwerk met de gegevens hieronder.
Het onderwerp (titel)■■
Het materiaal ■■
De techniek■■
Het perspectief■■
ooghoogte/vogel/kikker■■
close-up/panorama ■■
zien en horen/smaken/……■■
De vorm■■
geometrisch ■■
organisch ■■
De compositie■■
de opbouw ■■
de richting ■■
de diepte ■■
de uitstraling ■■
De kleur■■
de kracht ■■
de symboolwaarde■■
de primaire kleuren ■■
secundaire kleuren ■■
complementaire kleuren■■
supplementaire kleuren ■■
De grijswaarden (contrast)■■
De kunststijl ■■
2D, 3D-creatie ■■
De waardering■■
originele waarde ■■
diepere waarde ■■
wereld waarde■■Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
28
10 ik kan ‘evalueren’
De LeerLInG
De ‘proces’-evaluatie = nagaan of je het stappenplan volgt
1 In orde zijnBen ik in orde met mijn materiaal?■■
Heb ik alles op tijd bij?■■
Moet ik iets extra meebrengen?■■
Begin ik positief aan m’n opdracht?■■
■■
2 De voorbereiding Heb ik vooraf opgezocht (internet, boeken, tijdschriften…)?■■
Begrijp ik helemaal wat de leerkracht heeft uitgelegd?■■
Begrijp ik voldoende de opgave?■■
Gebruik ik m’n fantasie en verbeelding?■■
■■
3 Het voorontwerp Heb ik voldoende geëxperimenteerd en uitgeprobeerd?■■
Overleg ik met mijn klasgenoten?■■
Geef ik hen ook mijn raad?■■
Volg ik de richtlijnen van de leerkracht?■■
■■
4 Het ontwerpIs m’n ontwerp gebaseerd op m’n voorontwerp?■■
Heb ik nog extra zaken toegevoegd of opgezocht?■■
Zorg ik voor een knappe afwerking?■■
Is m’n werkomgeving in orde?■■
■■
De ‘product’-evaluatie = het eindresultaat bespreken
Voldoet het eindproduct aan de opdracht?■■
Zijn alle gevraagde elementen aanwezig?■■
Ben ik tevreden over het resultaat?■■
Toon ik m’n creatie thuis, aan vrienden…?■■
Kan ik mijn eigen werk bespreken (zie blz. 27)?■■
Kan ik ook het werk van mijn klasgenoten bespreken?■■
■■
De LeerKrAcHT
Ook de leerkracht zal een proces- en een productevaluatie doen.
In de procesevaluatie zal zij/hij nagaan of je telkens met de juiste attitude
(= de juiste leer- en werkhouding) werkt en het stappenplan volgt.
In de productevaluatie beoordeelt zij/hij of je eindresultaat voldoet aan de opdracht.Proe
fexe
mpl
aar
29
11 ik kan ‘verklaren’
Hieronder staan een hele reeks po-woorden in een puzzel door elkaar. ■■
Zoek ze uit en schrijf ze op de volgende bladzijden alfabetisch op de juiste plaats. Maak er ook telkens een mini-schets naast zodat je laat zien dat je begrijpt. ■■
Kleur hieronder telkens het woord dat je hebt gebruikt.■■
AbstractAdditief
Afsnijding
AquarelArceren
Basiskleuren
ContrastCom
positie
Dekkend
DiepteD
ynamischE
igen
sch
aduw
FiguratieF
Close-upComplementairC
ontourtekening
Gecentree
rd
Grijswaard
enHorizon
Hoogtelijn
Kikkerp
erspectief
Lijn
Non-figuratief
Observeren
OrganischOverlappin
g
Patroon
Panorama
Partitief
Perspectief
PuntRealist
isch
ReflectiePrimaire kleurenRitmeSecundaire kleuren
Slagschaduw
SilhouetSupplementair
Spectrum
Statisch
Geometrisch
Structuur
Subtractief
SymbolischSymmetrisch
Tex
tuur
Tint
TransparantVluchtpu
nt
Vogelperspectief
Vorm
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
30
Non-figuratief met een dieperezin, een boodschap.
Kleuren vormen met lichtbundels.
Een deel van de figuur valt buiten de kader.
Schilderwerk met waterverf.
Invullen met evenwijdige lijntjes.
De zes kleuren van de kleurencirkel.
Alles wat onze ogen zien.
Een beeld van vlakbij gezien (film/fotografie).
Het verschil tussen licht en donker (wit/zwart).
Kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar liggen.
De manier waarop de vormenin een beeld zijn geplaatst.
Tekening enkel gemaaktmet omtreklijnen.
Als de ondergrond niet meer zichtbaar is.
Kunnen kijken en/of voelen in de verte.
A
A
A
A
A
B
B
C
C
C
C
C
D
D
A
B
c
D
Beweeglijk, actief.
De schaduw op de persoonof het voorwerp zelf.
Er zijn in het beeld duidelijk herkenbare voorstellingen.
In het midden geplaatst.
Meetkundige vormen.
Alles wat tussen wit en zwart ligt.
De verticale lijn(en) in een perspec-tief.
De schijnbare lijn tussen land en lucht.
Gezien van onder naar boven.
De afstand tussen tussen twee punten. Recht of kronkelend (Lijn = 1D).
Er zijn geen herkenbare figuren te zien.
Zeer nauwkeurig bekijken en grondig bestuderen met je ogen.
Kijken op normale zichthoogte.
Onregelmatige natuurlijke vorm.
D
E
F
G
G
G
H
H
K
L
N
O
O
O
D
e
f
G
H
K
L
n
O
Proe
fexe
mpl
aar
31
De ene vorm verbergt deelsde andere.
Een herhaling van altijd dezelfde vorm (behangpapier).
Een zeer uitgestrekt beeld.Meestal vanuit de hoogte.
Kleine kleur-stippen door elkaar te zetten (printer, tv-scherm).
Voorstellen zoals onze ogen het zien. Een virtuele 3D in 2D.
Citroengeel, magenta, cyaan. Met deze drie kleuren kan je alle andere kleuren maken.
De kleinste vorm die je kan tekenen (Een punt = 0D).
Werkelijkheidsgetrouw.
Weerspiegeling.
Herhaling van beeldelementen(Regelmatig of onregelmatig).
Groen, rood en paars.
De schaduw van jezelf of van een voorwerp op de grond.
Vormen die helemaal vol ge-kleurd zijn met dezelfde kleur of een grijswaarde.
Kleuren die in de kleurencirkel naast elkaar liggen.
O
P
P
P
P
P
P
R
R
R
S
S
S
S
O
P
r
S
De volgorde van de kleuren in de kleurencirkel.
Onbeweeglijk, passief.
Kleuren vormen met transparante materialen.
Met een diepere zin die voor meerdere mensen duidelijk is.
In spiegelbeeld.
Het uitzicht van de oppervlakte.(vb. de huid van een olifant).
Menging van twee supplementairekleuren ( = tussenkleur).
Doorzichtig (aquarelverf, ecoline).
Denkbeeldige lijn die naar het vluchtpunt loopt.
Punt op de horizonlijn ( = verdwijnpunt).
Gezien van boven naar onder.
Eén of meerdere lijnen die een gesloten vlak of volume omschrijven. Kan 2D of 3D zijn.
S
S
S
S
S
T
T
T
V
V
V
O
S
T
V
Proe
fexe
mpl
aar
Proe
fexe
mpl
aar
32
12 ik kan ‘kennen’
Wereldberoemd in Vlaanderen? Je kent ongetwijfeld een aantal Vlaamse pop- en rockgroepen, acteurs, sporters, …die ook
wereldbekend zijn. Ken je ook hedendaagse Vlaamse kunstenaars die ‘wereldberoemd’ zijn? We zetten er hier een aantal
bij elkaar. Via internet of boeken vind je ongetwijfeld nog veel meer informatie. Op de open lijntjes schrijf je de gegevens
van kunstenaars die je zelf kent (in je buurt, je gemeente…). Worden zij ook wereldberoemd?
■ Muhka Antwerpen Museum voor hedendaagse kunst Antwerpen
■ Smak Gent Stedelijk museum voor actuele kunst
■ Middelheim Antwerpen Openlucht beeldenpark
■ PMMK Oostende Museum voor moderne kunst
eLKe BOOn°1969 Gent
Foto en video, installaties■■
Nadenken over menselijke relaties
SAM DILLeMAnS°1965 Antwerpen
Tekenaar, schilder■■
Het ware gelaat zit achter het masker
Luc TuYMAnS°1958 Mortsel
Schilder■■
Stelt de waarheid van het beeld in vraag
KOen VAn MecHeLen°1965 Gruitrode
Multi 2D en 3D, installaties■■
Kweekt de oerkip (de kip of het ei?)■■
Zoekt naar de oergedachte van onze maatschappij
HAnS OP De BeecK°1969 Brussel
Video- en licht, installaties■■
De mens zoekt zichzelf in de chaos van de moderne maatschappij
BeLInDe De BruYcKere°1964 Gent
installaties met dekens■■
beeldhouwwerk■■
De kwetsbaarheid van de mens en alle levende wezens
jAn fABre°1958 Antwerpen
Multi-kunstenaar■■
Theater, dans, schilder, 3D…■■
Confronteert de kleinheid van de mens met de grootsheid van het universum
Luc DeLeu°1944 Duffel
architect, ■■
installaties met containersDenken over andere manieren van leven en wonen
MIcHAëL BOrreMAnS°1963 Gent
Tekenaar, schilder■■
Nadenken over de hedendaagse massacultuur
Vooral in musea kan je kunstwerken bekijken. Of ook in galerijen en exposities. We zetten de belangrijkste moderne Vlaamse musea even op een rijtje.
en bij jou in de buurt. Museum? Galerij? Expositieruimte?Pr
oefe
xem
plaa
r
InHOuD
1 ik kan …’waarnemen, vormgeven, verwoorden, attitudes’ pagina 1
de eindtermen plastische opvoeding, ■■
bondig verwoord op maat van de leerling
2 ik kan… ‘ordenen’ pagina 2
een overzicht van ons materiaal en hoe we er tijdens de les mee omgaan■■
3 ik kan… ‘zien’ pagina 4
zien wat je ogen vertellen■■
perspectief (één vluchtpunt, twee vluchtpunten, ooghoogte, vogel, kikker)■■
zien en horen – smaken – ruiken – voelen ■■
4 ik kan… ‘kijken’ pagina 7
vorm (geometrisch – organisch)■■
compositie (opbouw – richting – diepte – uitstraling)■■
kleur (kracht – symboolwaarde – kleurencirkel – complementair – supplementair) ■■
grijswaarden/contrast■■
5 ik kan… ‘gebruiken’ pagina 14
een eerste maal kennismaken met materialen en technieken■■
6 ik kan… ‘herkennen’ pagina 18
een schematisch overzicht van kunststromingen■■
7 ik kan… ‘creëren’ pagina 24
werken in 2D en 3D■■
8 ik kan… ‘waarderen’ pagina 26
omgaan met de inhoud en de taal van een beeld■■
9 ik kan… ‘bespreken’ pagina 27
(begeleid) zelfstandig de elementen van een beeld/kunstwerk ontdekken■■
10 ik kan… ‘evalueren’ pagina 28
procesevaluatie en productevaluatie■■
11 ik kan… ‘ontdekken’ pagina 29
begrippen uit de plastische opvoeding actief schrijven en verbeelden ■■
12 ik kan… ‘kennen’ pagina 32
hedendaagse Vlaamse kunstenaars en musea ■■
Proe
fexe
mpl
aar
poeen maat voor ik’s
Distributie en administratie
Lucascreativ www.lucascreativ.be Vestigingen: Antwerpen – Aartselaar – Gent – Mechelen – Meerhout – Roeselare
Schoten – Sint-Truiden – Temse – Turnhout – Veltem – Vroenhoven – Zonhoven
w w w . p o w e b . b e
Proe
fexe
mpl
aar