Onzevader (17de zondag door het jaar C)
Transcript of Onzevader (17de zondag door het jaar C)
1.
Geef alle ruimte aan de liefde,
in haar leeft God zich naar ons toe.
Vergeef het kwaad van wie jou griefde
de liefde wordt een mens niet moe.
Zij zal de dood nog overleven,
geen water blust haar vlammen uit,
zij blijft ons tot elkander keren,
tot alle angst is uitgeluid.
2.
Hoe zal een mens ooit overleven,
wat moet hij aan met eeuwigheid?
Door liefde wordt het ons gegeven
voorbij te zien aan dood en tijd.
Want wie vandaag weet te beminnen,
vraagt niet: "Hoe zal het morgen zijn?"
Het wordt een eeuwig herbeginnen,
tot wij voorgoed geboren zijn.
(van O
pberg
en J
an /
Pete
r B
iesbro
uck)
Draag mij, God in barmhartigheid.
Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid:
Vader, Moeder, God met ons.
(Bru
ynooghe
M /
Taiz
é,
Bert
hie
rJacques)
E e r t G o d d i e o n z e V a d e r i s ;
w e e s t a l l e n w e l g e m o e d .
L o o f t H e m , g i j z u l t i n v r e d e z i j n .
A a n b i d t a l w a t H i j d o e t .
U , H e e r , k o m t a l l e l e v e n t o e
e n w i e o f w a a r G i j z i j t ,
U i s d e m a c h t , U z i n g e n w i j
d a n k v o o r u w h e e r l i j k h e i d .
L a m G o d s d a t o n z e z o n d e n d r a a g t ,
n e e m d e z e l o f z a n g a a n .
G e d e n k o n s i n u w k o n i n k r i j k ,
w a n t J e z u s i s u w n a a m .
G i j d i e v o o r o n s t e n b e s t e s p r e e k t ,
M e s s i a s , o n z e H e e r .
O , é é n g e b o r e n Z o o n v a n G o d ,
k o m h a a s t i g t o t o n s w e e r .
(Oosterhuis/ 16° eeuw)(Huub Oosterhuis / 16° eeuw)
M e t n i e t s v a n n i e t s z i j t G i j b e g o n n e n ,
h e b t s p r a k e l o o s h e t l i c h t g e z e g d ,
d e t i j d b e p a a l d , h e t l a n d g e w o n n e n ,
d e z e e ë n o p h u n p l a a t s g e l e g d .
D e b a n d e r d u i s t e m i s g e b r o k e n
e n h e t w e r d m o r g e n , d a g n a d a g ,
e e n w e r e l d i n h e t l i c h t g e s p r o k e n ,
e e n m e n s h e i d d i e b e g i n n e n m a g .
G e e n e i n d i n z i c h t . G e e n r u s t g e v o n d e n .
H e t l a n g s t e d e e l n o g n i e t g e g a a n .
G e e n e n g e l m e t o n s m e e g e z o n d e n
o m n a c h t e n o n t i j t e v e r s l a a n .
M e t l i c h t v a n l i c h t h e b t G i j g e s c h r e v e n
u w b o e k d a t o n s h e t l e v e n r e d t
d e w o o r d e n v a n u w t r o u w g e g e v e n .
E n v a n d i t l i e d d e t o o n g e z e t .
(Oosterhuis Huub / Oosterhuis Tjeerd)
(Huub O
oste
rhuis
/ T
jeerd
Ooste
rhuis
)
[Voorganger]
Ik geloof in de mens,
in de innerlijke goedheid van de mens.
Ik geloof in een wereld
waar wij allen kunnen leven
in respect en eerbied voor elkaar,
wie we ook zijn.
Geloofsbelevenis
[allen]
Ik geloof niet in oorlog, onverschilligheid en hardheidals basis voor ons bestaan;
maar in goedheid, liefde, vergeving en vrede.
Ik geloof dat we samen aan deze wereld van liefde moeten bouwen,
in woord en daad.
[Vg.]
Ik geloof dat Jezus Christus ons
de weg heeft getoond
om dit in deze wereld waar te maken.
Ik geloof dat Hij door zijn leven, lijden en dood
ons deed inzien
welke de echte waarden zijn in het leven.
[al.]
Ik geloof ook dat ik in het volgen van Jezus
verbondenheid kan vinden
met Hem die Hij zijn Vader noemde.
En ik geloof en hoop
dat de wereld ooit voltooid zal worden
wanneer wij allen weer in liefde zullen samenleven
in de Geest van de Vader en de Zoon.
Amen.
Bewaar ons gebed,
wij vertrouwen Jou,
Jij toont ons de weg naar Leven
Bij Jou is vreugde,
hoop zonder einde.
(Ta
izé)
(Taizé)
( naar
van O
pberg
en J
an /
M
elc
hio
r T
eschner)
Vg. Wij danken Jou, Vader,
dat Jij een God van mensen bent,
dat Je Je niet geschaamd hebt
onze God genoemd te worden.
Dat Jij ons kent bij onze naam,
dat Jij de wereld in Jouw handen houdt.
Al. Want daarom hebt Je ons geschapen
en daartoe ons geroepen in dit leven,
dat wij met Jou verbonden zouden zijn,
Jouw mensenvolk op deze aarde.
Vg. Gezegend ben Je om het licht van onze ogen
en om de lucht die wij ademen.
Wij danken Jou voor heel de schepping,
voor alles wat Je gedaan hebt
in ons midden door Jezus, Jouw zoon.
Al. Want waar hij was, die mens Jezus,
gingen doven de oren open
en vielen blinden
de schellen van de ogen.
Vg. Waar hij was
werd de besmette melaatse in de kring opgenomen
en werden zieken
de straffende vinger van God uit het hoofd gepraat.
Al. Waar hij was
werd brood en vis van harte gedeeld
en groeide uit ‘amper iets voor één’ :
‘overvloed voor allen’.
Vg. Hij vertelde over het dagelijkse leven: over een zaadje zo
klein en de boom zo groot, over een man met schuren vol en
zo arm als wat, over een kind dat wegliep en terugkwam.
Duidelijke taal voor wie horen kan.
Al. Onvergetelijk wat hij zei over vrije vogels
die zaaien noch maaien
en niet opslaan in schuren
maar geen gebrek lijden.
Over bloemen in ‘t wild:
ze zetten geen stap, ze spinnen geen draaden er is geen mens die gekleed gaat als zij.
Vg. Vanaf de berg zag Hij de wereld op zijn kop.
Al. Zalig de armen,
want je bent niet gelukkig om wat je bezit
en je wordt niet rijk van wat je hebt; -
zalig die van wapens niet willen weten,
ze winnen de wereld zonder geweld; -
zalig die hun zinnen zuiveren,
ze vinden God in het diepst van hun hart; -
zalig die deemoedig zijn,
als een kind bij hun moeder
zijn zij geborgen bij God. [rechtstaan]
Vg. In dit vertrouwen
heeft Hij van het leven
afscheid genomen…
Zo heeft Hij de hoop op leven
in het hart van de mensen neergelegd…
Al. … zijn geloof
dat alles zich uiteindelijk ten goede keert.
Wat Hij heeft gezegd en gedaan,
die mens Jezus,
het kan ons niet meer worden ontvreemd,in geen graf voorgoed begraven worden.
Vg. Steeds weer zal het tot leven komen,
en uit de dood opstaan,
Al. zal God zijn rijk doen komen op aarde.
om steeds weer hetzelfde:
vrede en gerechtigheid,
op aarde als in de hemel,
Jouw naam geheiligd,
Jouw wil gedaan.
(Paul Schollaert
Vrede voor jou,
Vrede voor jou,
Vrede voor jou,
(Tom Löwenthal
Kees De Kort