Onderzoek naar de kenmerken en het gebruik van tussentaal...
Transcript of Onderzoek naar de kenmerken en het gebruik van tussentaal...
Onderzoek naar de
kenmerken en het gebruik
van tussentaal in talkshows
Joyce Lohmann
Master Taal- en Letterkunde
Nederlands-Engels
Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe
Academiejaar 2010-2011
2
3
Graag wil ik in de eerste plaats mijn promotor Prof. dr. Johan De Caluwe bedanken. Hij heeft mijn
interesse voor dit vakgebied gewekt tijdens het vak Nederlandse Taalkunde III: aspecten van
taalgebruik, dat gedoceerd werd in het tweede semester van het derde bachelorjaar. Het onderwerp van
deze scriptie sprak mij dan ook enorm aan. Prof dr. Johan De Caluwe was niet enkel een promotor maar
ook een uitstekende begeleider. Zijn enthousiasme werkte zeer aanstekelijk en zorgde ervoor dat deze
masterscriptie een bekroning werd van mijn vierjarige studie. Een bekroning waar ik met zeer veel
interesse, overgave en enthousiasme aan heb mogen werken. Ook wil ik mijn moeder bedanken die met
evenveel interesse, overgave en enthousiasme naar de bevindingen en conclusies met betrekking tot
mijn onderzoek heeft geluisterd en naarmate de scriptie vorderde, nam zij dan ook steeds vaker de taak
van nalezer op zich. Ten slotte wil ik graag mijn vrienden bedanken die door middel van het inlassen
van koffiepauzes, picknicks, etentjes of een eenvoudige babbel deze drukke en vermoeiende periode
hebben opgevrolijkt.
4
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 1. Opzet en methode ................................................................................................................. 8
Hoofdstuk 2. De huidige taalsituatie in Vlaanderen ................................................................................. 12
Hoofdstuk 3. De kenmerken van tussentaal ............................................................................................. 14
3.1 Morfo-fonologische kenmerken ..................................................................................................... 14
3.2 Morfo-syntactische kenmerken ...................................................................................................... 17
3.3 Syntactische kenmerken ................................................................................................................. 21
3.4 Semantische kenmerken ................................................................................................................. 23
3.5 Lexicale kenmerken ....................................................................................................................... 24
Hoofdstuk 4. Resultaten en discussie ....................................................................................................... 25
4.1 Morfo-fonologische kenmerken ..................................................................................................... 46
4.1.1 Deleties .................................................................................................................................... 46
4.1.2 Assimilatie van een /t/-klank + /d/-klank tot een /t/-klank ...................................................... 64
4.1.3 Een /t/-klank wordt een /d/-klank voor een vocaal .................................................................. 67
4.1.4 Afwijkende diminutiefvorm .................................................................................................... 69
4.1.5 Afwijkende meervoudsvorm ................................................................................................... 70
4.2 Morfo-syntactische kenmerken ...................................................................................................... 70
4.2.1 Adnominale flexie ................................................................................................................... 70
4.2.2 Afwijkende voornaamwoorden ............................................................................................... 77
4.2.3 Afwijkende imperatief ............................................................................................................. 82
4.2.4 Subjectsverdubbeling .............................................................................................................. 83
4.2.5 Afwijkende werkwoordsvorm ................................................................................................. 84
5
4.3 Syntactische kenmerken ................................................................................................................. 84
4.3.1 Gebruik van dat als expletieve complementeerder .................................................................. 84
4.3.2 Dubbele negatie ....................................................................................................................... 86
4.3.3 Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep .................................................................... 87
4.4 Semantische kenmerken ................................................................................................................. 88
4.4.1 Puur futuraal gebruik van gaan ............................................................................................... 88
4.5 Lexicale kenmerken ....................................................................................................................... 89
4.5.1 Tussentalige interjecties .......................................................................................................... 89
4.5.2 Tussentalige woordenschat ...................................................................................................... 90
4.6 Discussie ......................................................................................................................................... 93
Conclusie ................................................................................................................................................ 111
Bijlagen .................................................................................................................................................. 115
Bijlage 1. Bronmateriaal: Goedele Nu ............................................................................................... 115
1.1 Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich (14/09/2010) .......................................... 116
1.2 Goedele - Lisa-Marie – Kamagurka (14/09/2010) ................................................................... 125
1.3 Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato (12/10/2010) ........................................................... 132
1.4 Goedele - Steve Stevaert – Tinkebell (02/11/2010) ................................................................. 137
1.5 Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest (05/10/2010) ......................................................... 143
Bijlage 2. Resultaten in absolute cijfers ............................................................................................. 145
6
Inleiding
De Vlaamse tussentaal, die een zekere tussenpositie bekleedt tussen de Belgische standaardvariëteit van
het Nederlands en de Vlaamse dialecten, wordt al langer gebruikt in het dagelijkse leven. Ze wordt
gehanteerd in supraregionale gesprekken, wordt meer en meer gebruikt als omgangstaal en is nu ook
steeds meer op het televisiescherm terug te vinden. Deze tussentaal maakte al opgang in verschillende
Vlaamse fictiereeksen en komt nu ook steeds vaker voor in andere televisieprogramma’s zoals
realityreeksen, spelprogramma’s en talkshows. In deze masterscriptie zal de nadruk worden gelegd op
het tussentalig taalgebruik in talkshows. In deze talkshows treffen we zowel spontaan als minder
spontaan taalgebruik aan. De grote lijnen van de gesprekken zijn vaak op voorhand vastgelegd, dit geeft
de sprekers een zekere houvast. Maar het merendeel van de gesprekken kan geclassificeerd worden als
spontaan taalgebruik. De sprekers maken geen gebruik van op voorhand opgestelde teksten, die
voorgelezen of gereproduceerd worden. Alle uitingen worden als het ware ter plaatse door de sprekers
geproduceerd. Het is net dit spontane taalgebruik dat talkshows vatbaar maakt voor het integreren van
elementen die kenmerkend zijn voor de Vlaamse tussentaal.
Ten eerste zal onderzocht worden in welke mate tussentalige kenmerken geïntegreerd worden in het
taalgebruik van de verschillende sprekers in talkshows. We verwachten dat de mate waarin tussentaal
gehanteerd wordt tijdens de gesprekken niet enkel zal afhangen van het feit of het taalgebruik al dan
niet spontaan is. Het taalgebruik van een spreker zou ook beïnvloed kunnen worden door de
tussentaligheid van zijn of haar gesprekspartners. Vervolgens zal ook worden nagegaan of alle gebruikte
tussentalige kenmerken nog steeds beschouwd kunnen worden als puur tussentalig. Verwacht wordt dat
sommige kenmerken zo wijdverspreid zijn dat zij niet langer behoren tot de Vlaamse tussentaal maar
eerder tot de algemene informele spreektaal.
Onderzoeken zoals dit dragen bij tot het bepalen van de toekomst van het Nederlands in Vlaanderen en
meer bepaald de toekomst van de verhouding tussen de Belgische variëteit van de Nederlandse
standaardtaal, de Vlaamse tussentaal en de Vlaamse dialecten. Indien het taalgebruik van sprekers in
formele situaties steeds meer tussentalige kenmerken zou bevatten, wordt de kans dat de Vlaamse
tussentaal het Belgisch Nederlands verdringt steeds groter. Aan de andere kant van het continuüm
vinden we de Vlaamse dialecten die vroeger dienst deden als thuistaal. Nu echter steeds meer kinderen
opgevoed worden in tussentaal in plaats van in het plaatselijk dialect, dreigen deze Vlaamse dialecten te
verdwijnen.
7
In dit onderzoek zullen verschillende afleveringen van talkshows worden opgenomen en
getranscribeerd. Er zal onderzocht worden welke tussentalige kenmerken voorkomen in deze
transcripties. Op basis van deze resultaten zal bepaald kunnen worden welke specifieke kenmerken het
meest voorkomen bij de verschillende sprekers en wat de exacte invloed is van het taalgebruik van de
gesprekspartners op een bepaalde spreker. In het eerste hoofdstuk zal de manier waarop het onderzoek
werd uitgevoerd, worden besproken. Vervolgens wordt de taalsituatie in Vlaanderen kort toegelicht.
Ook de verhoudingen tussen standaardtaal, tussentaal en dialect zullen hier worden besproken. In het
derde hoofdstuk worden de kenmerken van tussentaal, zoals die in de reeds bestaande literatuur terug te
vinden zijn, opgelijst en verduidelijkt aan de hand van enkele voorbeelden. De resultaten van het eigen
onderzoek en de bespreking van deze resultaten kunnen in het vierde hoofdstuk worden teruggevonden,
gevolgd door een conclusie.
8
Hoofdstuk 1. Opzet en methode
Om het doel van dit onderzoek zo goed mogelijk te bereiken, werd besloten om in de eerste plaats te
werken met materiaal uit de talkshow Goedele Nu, uitgezonden op de commerciële televisiezender,
VTM. Hiervoor kunnen verschillende redenen worden aangehaald. Ten eerste komen in de
verschillende gesprekken voldoende gasten aan bod. Dit kunnen zowel bekende Vlamingen of andere
bekende personen zijn alsook de gewone mens in de straat. Ook duren de gesprekken lang genoeg
waardoor het mogelijk wordt voldoende bronmateriaal voor het onderzoek te verzamelen. Het feit dat
alle gesprekken door Goedele Liekens worden gepresenteerd, maakt het mogelijk haar taalgebruik in de
verschillende gesprekken te vergelijken. Zo kan onderzocht worden of het taalgebruik van de
presentatrice beïnvloed kan worden door het taalgebruik van haar gasten. Ook werd er gekozen voor een
programma dat uitgezonden werd op een commerciële zender in plaats van op de openbare omroep
omdat het taalgebruik op commerciële zenders minder onderhevig is aan restricties. Het taalgebruik van
de presentatoren bij de Vlaamse openbare televisieomroep wordt immers gelimiteerd door het VRT
taalcharter. Dit is niet het geval bij de commerciële televisiezender, VTM. Het taalbeleid van de
openbare omroep kan als volgt worden samengevat:
“De VRT wil de norm voor de Belgische variant van de Nederlandse standaardtaal zijn en
blijven. Hij hanteert daarom een aantrekkelijke, duidelijke en correcte standaardtaal die
rekening houdt met en afgestemd is op de kijkers en luisteraars.”1
Tussentaal wordt er niet van het scherm gebannen maar past enkel in bepaalde programma’s waartoe
het genre van de talkshow niet behoort. Van de presentatoren wordt dan ook verwacht dat zij de
Belgische variant van de Nederlandse standaardtaal hanteren, geen tussentaal of dialect. Ook wanneer
de gesprekspartner een tussentaal- of dialectspreker is, dienen de presentatoren standaardtaal te
gebruiken.1 De commerciële televisiezender maakt geen gebruik van dergelijk taalcharter waardoor de
presentatoren minder beperkt zijn in hun taalgebruik. Ze zullen dus gebruik maken van die variant van
de Nederlandse taal die hen natuurlijk lijkt, waarmee ze zich kunnen identificeren en die hen toch
geschikt lijkt voor communicatie met personen die ze niet op geregelde basis ontmoeten.
Van het eerste seizoen van Goedele Nu nam ik alle veertien afleveringen op DVD’s op. Uit deze
opnames van Goedele Nu werden vijf gesprekken geselecteerd en deze werden later ook
getranscribeerd. Het betreft hier twee gesprekken uit de aflevering op 14 september 2010, één uit de
uitzending op 5 oktober 2010, één uit de aflevering op 12 oktober 2010 en één gesprek uit de aflevering
op 2 november 2010. Bij de selectie werd erop gelet dat de gasten die aan bod kwamen in de
1 http://vrttaal.net/extra/taalcharter.pdf
9
verschillende gesprekken divers genoeg waren. Bij de sprekers vonden we zowel bekende Vlamingen
en Nederlanders, als onbekende Vlamingen en Nederlanders van verschillende opleidingsniveaus. In
deze vijf gesprekken trad Goedele Liekens steeds op als presentatrice. Verder was er telkens ten minste
één gast aanwezig die enkel aan dat ene gesprek deelnam. In het eerste gesprek waren dit Urbanus, een
Vlaamse stand-upcomedian, en Michaël Freilich, de hoofdredacteur van Joods Actueel. Hier had het
thema van het gesprek betrekking op hoe ver men kan of mag gaan met humor. In het tweede gesprek
was Lisa-Marie aan het woord, een tweeëntwintigjarige vrouw die net haar vriend verloren had in een
weekendongeval. In het derde gesprek was dit de Nederlandse zanger Marco Borsato en ging het
gesprek over het faillissement van zijn bedrijf. In het vierde gesprek was Tinkebell te gast, een
Nederlandse kunstenares die geregeld in de media verschijnt vanwege haar ophefmakende kunstwerken.
In het vijfde gesprek, waarin het onderwerp in vitro fertilisatie betrof, trad dokter Verpoest op als gast.
De gesprekken telden ook steeds een derde gesprekspartner. Deze sprekers waren bekende Vlamingen
die elkaar elke aflevering afwisselden. Hun taak was deel te nemen aan de gesprekken en de gesprekken
te becommentariëren. In het eerste en tweede gesprek trad de cartoonist Kamagurka op als derde
gesprekspartner. In het derde en vijfde gesprek was dit Tom Naegels, een Vlaamse schrijver en
theatermaker en in het vierde gesprek was dit de politicus Steve Stevaert.
Voor de transcriptie werd gebruik gemaakt van het Protocol voor Orthografische Transcriptie. Dit
protocol werd opgesteld om te worden gebruikt bij het project Corpus Gesproken Nederlands (CGN).
In dit project werden ongeveer 10 miljoen woorden gesproken Nederlands verzameld. Dit corpus bevat,
net zoals mijn onderzoek, bronmateriaal bestaande uit grote fragmenten gesproken Nederlands. Om de
transcripties eenduidig te kunnen structureren werd het Protocol voor Orthografische Transcriptie
ontwikkeld (Goedertier & Goddijn 2000)2. De conventies, zoals die werden uiteengezet in dit protocol,
werden toegepast op mijn bronmateriaal. Dit betekent ook dat bepaalde codes gehanteerd werden.
Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste en meest voorkomende codes:
(Goedertier & Goddijn 2000, 2-6)
2 http://lands.let.kun.nl/cgn/doc_Dutch/topics/version_1.0/annot/orthography/ort_prot.pdf
*v woorden uit een vreemde taal
*d dialectwoorden
*t nieuwe tussenwerpsels
*a afgebroken woorden
*u versprekingen
xxx moeilijk verstaanbare stukken
ggg sprekersgeluiden (gelach, gehuil, gegil, gekuch)
10
Hierna werd nagegaan welke niet-standaardtalige kenmerken in dit bronmateriaal voorkwamen. Er werd
onderzoek verricht naar de aanwezigheid van morfo-fonologische, morfo-syntactische, syntactische,
semantische alsook lexicale kenmerken. Aan de hand van deze tellingen werd een
tussentaligheidsgehalte per spreker berekend. Hieronder volgt een overzicht van alle specifieke
onderzochte kenmerken.
Morfo-fonologische kenmerken:
- t-deletie
- h-deletie
- Andere vormen van deletie
- Assimilatie van een /t/-klank gevolgd door een /d/-klank tot een /t/-klank
- /t/ wordt /d/ voor vocaal
- Afwijkende diminutiefvormen
- Afwijkende meervoudsvormen
Morfo-syntactische kenmerken:
- Adnominale flexie
- Afwijkende voornaamwoorden
- Afwijkende imperatief
- Subjectsverdubbeling
- Afwijkende werkwoordsvormen
Syntactische kenmerken:
- Het gebruik van dat als expletieve complementeerder
- Dubbele negatie
- Het gebruik van voor in plaats van verplicht om
- Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep
11
Semantische kenmerken:
- Het puur futurale gebruik van gaan
Lexicale kenmerken:
- Tussentalige interjecties
- Tussentalige woordenschat
Tussentaal vertoont echter grote overeenkomsten met de Nederlandse standaardtaal en er zijn niet bij
alle woorden verschillen tussen de twee te bemerken (De Caluwe 2009). We zijn geïnteresseerd in die
gevallen waarin men tussentaal gebruikt en waarbij ook een standaardtalige vorm voorhanden is of
omgekeerd. Daarom werd onderzocht in hoeveel gevallen men de tussentalige vorm gebruikt en in
hoeveel gevallen de standaardtalige vorm in die gevallen waar beide varianten mogelijk zijn. Op basis
van deze gegevens werd ook een gewogen gemiddelde berekend de door de sprekers gebruikte
tussentalige kenmerken om zo een algemeen beeld te krijgen van het tussentaligheidsgehalte per
spreker. Deze procentuele gegevens konden dan worden vergeleken met de eerder verkregen resultaten.
Vervolgens werd ook een tussentaalindex opgesteld. Zo’n tussentaalindex komt ook voor in het artikel
van Sofie Van Gijsel, Dirk Speelman en Dirk Geeraerts (2008). In deze index worden enkel die
tussentalige elementen opgenomen die voldoende in het materiaal voorkwamen. Hierdoor wordt
vermeden dat kenmerken die in kleine mate voorkomen het totaalbeeld verstoren. Daarna werd van de
resultaten voor de elementen die voorkwamen in deze index opnieuw een gewogen gemiddelde
berekend. Ook werd het tussentaligheidsgehalte per gesprek berekend en werd er nagegaan hoeveel
sprekers van het totale aantal sprekers een bepaald tussentalig kenmerk hanteren in hun taalgebruik. Zo
kon worden nagegaan of bepaalde kenmerken die tot nu toe beschouwd werden als tussentalig eigenlijk
zouden behoren tot de algemene informele spreektaal. Dit zou willen zeggen dat wanneer sprekers de
standaardtaal proberen te benaderen, ze deze specifieke kenmerken toch zullen opnemen in hun
taalgebruik.
12
Hoofdstuk 2. De huidige taalsituatie in Vlaanderen
Niet iedereen in Nederland en Vlaanderen maakt gebruik van dezelfde variëteiten van de Nederlandse
taal. Dirk Geeraerts (2001) stelt dat er binnen het Nederlands zes variëteiten te herkennen zijn: het
Nederlands Standaardnederlands, het Belgisch Standaardnederlands of VRT-Nederlands, de
Nederlandse informele spreektaal, de Vlaamse tussentaal, de Nederlandse en de Vlaamse dialecten.
Geeraerts gebruikt volgende visuele voorstelling:
Nederlands Belgisch
Standaard- Standaard-
nederlands nederlands
Nederlandse
informele spreektaal
Vlaamse
tussentaal
Dialecten Dialecten
(Geeraerts 2001, 339)
We zien twee verschillende continuüms: een verticaal en een horizontaal continuüm. Zo zien we dat het
Nederlands en Belgisch Standaardnederlands nauwer bij elkaar aansluiten dan de Nederlandse en
Vlaamse dialecten. Volgens Geeraerts moeten Nederlands Standaardnederlands en Belgisch
Standaardnederlands dan ook niet gezien worden als twee verschillende talen maar wel als variëteiten
van dezelfde taal waartussen enkele verschillen bestaan, net zoals dit het geval is bij British English en
American English. Het verticale continuüm toont dat de Nederlandse informele spreektaal dichter bij het
Nederlands Standaardnederlands staat en de Vlaamse tussentaal dichter aanleunt bij de Vlaamse
dialecten. Goossens (2000, 6) definieert tussentaal als “een omgangstaal die zich als zodanig echter nu
al zeer duidelijk niet alleen van de dialecten onderscheidt, maar ook van het formele zuidelijke
Nederlands van de informatieve radio- en tv-uitzendingen”. Bij het Belgisch Standaardnederlands deed
13
zich toenadering voor tot het Nederlands Standaardnederlands, onder andere door de taalpedagogische
inspanningen op de openbare televisie en radio in de jaren vijftig en zestig, een grotere communicatie
met onze noorderburen en de invloed van het Engels die zowel inwerkt op het Belgisch als het
Nederlands Standaardnederlands. Dit was echter niet het geval voor de Vlaamse omgangstaal, die ook
vaak bestempeld wordt als tussentaal, Schoon Vlaams, Verkavelingsvlaams of soap-Vlaams (Geeraerts
2001). Hier kon deze toenadering tot het Nederlands Standaardnederlands niet worden vastgesteld.
Goossens wijt dit aan de afname of zelfs de stopzetting van deze taalpedagogische inspanningen en de
Vlaamse rebellie en afkeer van de noordelijke norm. Bepaalde dialectische varianten en taalvormen
werden niet langer als fout beschouwd waardoor deze vrij in de omgangstaal konden infiltreren en
waardoor de afstand tussen omgangstaal en standaardtaal in Vlaanderen vergrootte (Goossens 2000).
Jaspers (2001) haalt aan dat tussentaal, zoals de term zelf al aangeeft, beschouwd wordt als een variant
die zich tussen de standaardtaal en de dialecten bevindt. Hij stelt dat “tussentaal zich diglossisch
verhoudt tot de standaardtaal en het dialect, een diglossie die zich, zo wordt opgemerkt, meer en meer
consolideert en in dat proces functies van het standaardtaaldomein dreigt te veroveren” (Jaspers 2001,
130). Deze diglossie wordt verder uitgewerkt in de artikels van Taeldeman (2008) en Rys & Taeldeman
(2007). Hier wordt gebruik gemaakt van de typologie die ontworpen werd door Peter Auer (2005). Hij
onderscheidt drie situaties:
“Diglossie I: in dit geval functioneren twee variëteiten naast elkaar: ST voor formele(re)
situaties en DIA voor informele(re) situaties, b.v. Duitstalig Zwitserland.
Diaglossie: tussen de twee polen ST en DIA (die zelf nog heel wat interne variatie vertonen) is
er nog een continuüm van tussenvormen en tussenvariëteiten.
Diglossie II: het traditionele dialect is verdwenen en er is een functionele verdeling tussen
standaardtaal (voor formele(re) situaties) en substandaardtaal (voor informele(re) situaties).
Dit stadium is al bereikt in de Randstad en in grote delen van Duitsland, Frankrijk, Engeland,
Denemarken en Zweden (cf. Auer 2005).” (Taeldeman 2008, 26-27)
De meeste onderzoekers zijn het eens dat de huidige taalsituatie in Vlaanderen er één van diaglossie is
waarbij er een zich steeds meer stabiliserende tussenvorm ontstaat, tussentaal. Eén van de tussenvormen
in dit continuüm is de Vlaamse algemene informele spreektaal. Deze variëteit bevindt zich tussen het
Belgisch Standaardnederlands aan de ene kant en de Vlaamse tussentaal aan de andere kant.
14
Hoofdstuk 3. De kenmerken van tussentaal
Onderzoek naar de kenmerken van tussentaal is een gegeerd onderwerp bij de Vlaamse taalkundigen.
Hoewel een volledige beschrijving van deze variëteit van de Nederlandse taal nog niet voorhanden is,
hebben enkele onderzoekers al een deel van deze kenmerken opgelijst. Tussentaal is een talige variëteit
waarin zowel kenmerken van de Nederlandse standaardtaal als kenmerken van de verschillende
dialecten, voorkomen. In deze sectie zullen deze kenmerken, die algemeen beschouwd worden als
typisch tussentalig en waardoor tussentaal dus afwijkt van de standaardtaal, zo goed mogelijk worden
beschreven. De specifieke vormen van de Nederlandse taal die men zou gebruiken wanneer men
tussentaal hanteert, kunnen worden opgedeeld in morfo-fonologische, morfo-syntactische, syntactische,
semantische en lexicale kenmerken.
3.1 Morfo-fonologische kenmerken
Rys en Taeldeman (2007) onderzochten welke specifieke dialectogene kenmerken opgenomen worden
in tussentaal en waarom net die elementen voorkomen en andere niet. Om dit te kunnen verklaren,
maken zij een onderscheid tussen primaire, secundaire en tertiaire dialectkenmerken. Het onderscheid
verwoorden zij als volgt:
Primaire dialectkenmerken: zijn geografisch kleinschalig (en dus typisch voor één of hoogstens
een paar dialecten); ze vallen heel sterk op en bij nivelleringsprocessen ( � regiolect �
substandaardtalige variëteiten) zijn ze doorgaans de eerste ‘slachtoffers’.
Secundaire dialectkenmerken: bestrijken gemiddeld al grotere gebieden; ze vallen minder op
maar behoren doorgaans toch tot de bewuste dialectkennis van de regiobewoners (en de
ruimere omgeving). Binnen het dialectgebied zijn ze tamelijk stabiel maar ze sneuvelen
doorgaans wanneer gekozen wordt voor een ‘hogere’ niet-DIA-variëteit.
Tertiaire dialectkenmerken: (ongeveer synoniem met ‘accent’) manifesteren zich in vrij grote
gebieden; het zijn diep ingeslepen articulatiegewoontes waarvan de ‘gebruikers’ zich
doorgaans nauwelijks of niet bewust zijn en die zelfs bij monitoring moeilijk onderdrukt kunnen
worden. (Rys & Taeldeman 2007, 3)
Het zijn dan ook net deze tertiaire dialectkenmerken, waarvan men zich nauwelijks of niet bewust is
tijdens het spreken, die zullen worden opgenomen in de substandaardtalige variëteiten. Wanneer de
spreker een poging doet om de standaardtaal te benaderen in zijn taalgebruik, zullen enkele van deze
kenmerken toch worden opgenomen.
15
Tot deze tertiaire dialectkenmerken behoort onder andere de t-deletie aan het einde van een woord zoals
bij da(t), wa(t), nie(t) en me(t). De eindklank /t/ zal worden weggelaten indien het woord gevolgd wordt
door een woord beginnend met een consonant of indien het woord zich in de Auslaut bevindt. Dit zien
we in het volgende voorbeeld:
1. “’is da zo?” (Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Wanneer deze woorden gevolgd worden door een enclitisch element zal de /t/-klank echter behouden
blijven zowel in de standaardtalige als in de tussentalige variant.
2. “ja da ’s al gelogen want alle kijkers weten dat ie daar zit.”
(Steven Van Herreweghe in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Wanneer het volgende woord begint met een vocaal, zal de finale /t/-klank uitgesproken worden als een
/d/-klank.
3. “da ’s een familietrekje dad ebben we allemaal.”
(Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Ook Van Gijsel, Speelman & Geeraerts (2008) nemen de t-deletie op in hun lijst van tussentalige
kenmerken. Zij stellen dat deze deletie van de finale /t/-klank enkel optreedt bij korte, veelvuldig
gebruikte woorden. Wanneer deze woorden gevolgd worden door een vocaal, zal de /t/-klank gewijzigd
worden in een /d/-klank.
In mijn onderzoek werden, bij de registratie van het aantal gevallen waarin t-deletie optreed, de
gevallen waarbij het woord, onderhevig aan t-deletie, gevolgd werd door een woord beginnend met /d/
of /t/ niet opgenomen in de tellingen. Het is onmogelijk te bepalen of bij deze woorden al dan niet
sprake is van t-deletie. Bij standaardtalig taalgebruik wordt een /t/-klank gevolgd door een /d/-klank
geassimileerd tot /d/. We kunnen dus niet nagaan of de spreker de regels van de standaardtaal volgde of
de /t/-klank gedeleerd werd in dit specifieke woord. Ook bij de gevallen waarin een woord eindigend op
/t/ gevolgd wordt door een klank beginnend met een /t/-klank kon niet met zekerheid vastgesteld
worden of er al dan niet t-deletie plaatsgevonden had en dus werden ook deze gevallen niet opgenomen
in de metingen. Ook die gevallen waarbij de /t/-klank gevolgd werd door een enclitisch element werden
niet behandeld. Zoals Rys en Taeldeman (2007) aanhaalden, zal de finale /t/-klank steeds als /t/ worden
uitgesproken voor een enclitisch element, zowel in tussentalig als standaardtalig taalgebruik en kan dit
dus niet beschouwd worden als een specifiek kenmerk van de tussentalige variëteit. Bij het onderzoek
16
naar die gevallen waar t-deletie zou kunnen worden toegepast en toch standaardtaal gebruikt wordt,
geldden dezelfde restricties als bij het onderzoek naar de niet-standaardtalige vormen. De /t/-klanken
voor een /d/- of /t/-klank of voor een enclitisch element werden niet in de tellingen opgenomen.
Ook de deletie van de initiële /h/-klank of h-deletie wordt door Rys en Taeldeman (2007) beschouwd als
een tertiair dialectkenmerk. Ook deze h-deletie vinden we terug in het artikel van Van Gijsel, Speelman
& Geeraerts (2008). Deze h-deletie vinden we terug in volgend voorbeeld:
4. “’k ben ook heel blij da ‘k ier ben en ‘k ‘k moet nu al lachen.”
(Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Verder rekenen zij ook de deletie van de eindsjwa voor een woord beginnend met een vocaal, de
assimilatie van een /t/-klank gevolgd door een /d/-klank tot een /t/-klank en het overbrengen van de
auslautconsonant naar de volgende lettergreep wanneer er sprake is van de opeenvolging V(C)V#V, tot
de typisch tussentalige morfo-fonologische kenmerken.
5. “uhm w’ ebben ook veel mails gekregen van uhm kijkers die vinden ja als je ze laat
telefoneren wad is dan nog het nut van ze naar die tribune te sturen?”
(Deletie van de eindsjwa door Frank Raes in Extra Time op 13 september 2010)
Van Gijsel, Speelman & Geeraerts (2008) merken ook op dat de deleties niet noodzakelijk t- en h-
deleties betreffen maar dat ook andere deleties kunnen optreden in veel voorkomende korte woorden
zoals het voegwoord maar dat gerealiseerd wordt als ma. Ook Geeraerts (1999) is het hiermee eens en
vermeldt dat gehad vaak gereduceerd wordt tot ghad. Net zoals Taeldeman (2008) en De Caluwe (2000)
vatten ook Van Gijsel, Speelman & Geeraerts (2008) de afwijkende diminutiefvorm op als tussentalig
kenmerk.
6. “ma wa ‘k wel heel goe nog weet is da ‘k uh enkel de kaas tussen boterham at. geen geen
korsten. da moest ik nie hemmen. (Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
7. “ik kan ’t een klein beetje vergelijken me … minder pijn uiteraard. ‘k eb ooit ’s in m’n leven
ook nierstenen ghad.” (Sergio in De Laatste Show op 22 september 2010)
8. “schattig manneken als kind.”
(Steven Van Herreweghe in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Hoewel in de verschillende artikels enkel de deletie van de eindsjwa voor een vocaal werd besproken,
werd in het bronmateriaal de eindsjwa ook in enkele instanties gedeleerd wanneer gevolgd door een
17
aangeblazen /h/. Ook deze gevallen werden in de resultaten opgenomen. Naast de afwijkende
diminutiefvorm werd ook de afwijkende meervoudsvorm beschouwd als een tussentalig kenmerk.
Volgende voorbeelden uit het bronmateriaal kunnen worden gebruikt ter verduidelijking:
9. “xxx een beetje ik denk dat het een beetje achteraf gezien een beetje is te snel te groot
geworden. d’r zijn er zijn zijn prachtige mooie dingen gedaan hè. w’ hebben carrières van Guus
Meeuwis Ilse De Lange uh dat van mij toen prachtig begeleid en op niveau gebracht. alleen te
snel te groot en uh en en daar we eigenlijk zijn verbrand in succes.”
(Marco Borsato in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
10. “ik denk Linda De Win ga fier zijn da z’ in da boeksje*d staat als niemand nog weet wie da
ze is ga ze kunnen zeggen aan haar kleinkinders*d kijk da was ‘k*d ik. ‘k sta in da boeksje*d.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
3.2 Morfo-syntactische kenmerken
Jan Goossens (2000) bespreekt in zijn artikel De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen uitgebreid
de adnominale flexie. Hij stelt dat adnominale flexie in tussentalig taalgebruik kan voorkomen bij
onbepaalde en bepaalde lidwoorden, bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden en bij bijvoeglijke
naamwoorden. Op de verbuiging van de bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden gaat hij in dit
artikel niet verder in. Waar het onbepaald lidwoord in de standaardtaal enkel een kan zijn, kan het
volgens Goossens in tussentaal verbogen worden tot ne of nen bij een mannelijk substantief, ’n bij een
vrouwelijk substantief en e of ’n bij een onzijdig substantief. Het bepaald voornaamwoord de kan
verbogen worden tot den bij een mannelijk substantief en het tot ’t bij een onzijdig substantief bij
tussentalig taalgebruik. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
11. ”is dat dan de bliksem die ingeslagen is of is dad iemand van productie die zegt van nu is ’t
genoeg geweest. hier is nen*d aansteker.”
(Michiel de Vlieger in De Laatste Show op 22 september 2010)
12. “da was eigenlijk zo. CHIRO. heel den*d dag gaan ravotten. modder. in de modder
gespeeld. uh vuil gemaakt en dan kwamen wij bij onze pa thuis aan en da was zo een een
traditie. Liegebeest kijken. uhm uhm dan kwam daarna uhm ne*d quiz Van Pool Tot Evenaar.
dan was ’t elke zondag echt top ma echt top kip me friet. ma echt megatop è.”
(Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Wat de verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord betreft, zijn de voorwaarden tot verbuiging
verschillend in standaardtaal en tussentaal. In de standaardtaal vinden we de vorm op –e na een bepaald
18
lidwoord of een aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord en de vorm zonder –e na een onbepaald
lidwoord of wanneer het bijvoeglijk naamwoord in het enkelvoud niet volgt op een lidwoord of
voornaamwoord. In tussentaal komt de vorm op –e oor bij mannelijke enkelvoudige substantieven, bij
meervoudsvormen en bij vrouwelijke enkelvoudige substantieven indien het bijvoeglijk naamwoord
eindigt op p, t of k. De vorm zonder –e komt voor bij vrouwelijke enkelvoudige substantieven in alle
andere gevallen.
13. “uh ik denk da ’k al heel m’n leven heel graag at. ik denk da ’k nen*d elen*d makkelijken*d
eter weet ma wa ’k wel heel goe nog weet is da ’k uh enkel de kaas tussen boterham at. geen
geen korsten. da moest ik nie hemmen*d.”
(Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Ook Taeldeman (2008) vermeldt de adnominale flexie als morfo-syntactisch kenmerk van tussentaal.
Mannelijke substantieven krijgen het onbepaalde lidwoord ne en nen voor t, d, b of h. Diezelfde
verbuiging kan ook worden teruggevonden bij adjectieven gevolgd door een mannelijk enkelvoudig
substantief. Bij sommige vrouwelijke enkelvoudige substantieven en sommige meervoudsvormen geeft
Taeldeman aan dat de uitgang –e wordt weggelaten in tussentaal. Toch is dit laatste kenmerk veel
minder wijdverspreid dan de verbuiging van lidwoorden en adjectieven bij mannelijke substantieven.
Ook Van Gijsel, Speelman en Geeraerts (2008) nemen de verbuiging van adjectieven, bepaalde en
onbepaalde lidwoorden op in hun onderzoeksresultaten. Zij vermelden ook de flexie van aanwijzende
voornaamwoorden (diejen, diene, dezen), van bezittelijke voornaamworden (mijnen, zijnen, haren,
uwen, onzen, …) en van onbepaalde voornaamwoorden (eenen, geenen).
14. “hoe voelt dat? en pas op da ’s echt waar want de meeste mensen zeggen altijd van kijk as
ge … roken da ’s op zich nie zo moeilijk om te stoppen omdat da gewoon een gewoonte is è. ma
als g’ al in vers-vergevorderde*u staat zijt van van rookontbinding dan uh dan valt da wel een
klein beetje tegen vind ik. en uhm ja hoe voelt dat? dat zijn dus vla*a … op d’ ene moment voel
‘k*d ik mij goed è ge zij bezig è hahaha tralalala en opeens komt dat eraan.”
(Sergio in De Laatste Show op 22 september 2010)
Alhoewel Goossens (2000) in De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen stelt dat ’t en ’n ook
moeten worden gezien als een vorm van adnominale flexie van respectievelijk het bepaald en onbepaald
lidwoord, werden deze vormen beschouwd als kenmerken van de algemene informele spreektaal en
werden ze dus niet opgenomen als niet-standaardtalig kenmerk. Volgende voorbeelden uit het
bronmateriaal werden dus niet als tussentalig beschouwd:
19
15. “bwa dad is gewoon omdat dad in een mannenblad staat. in ’t begin sloofde ik mij uit om
een oorzaak è. d’r ontploft ne*d frietketel en un kleren … ma nu sta … dus de volgende da ‘k nu
bezig ben ga ‘k bij den*d bakker en uhm uhm Kim Geybels staat daar achter den*d toog in
haren*d blote. goh de pistolekes zien d’r goed uit vandaag. dus uh ik zoek daar nu geen
redenen meer voor.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
16. “een jaar geleden zag hij z’n levenswerk in rook opgaan. zijn bedrijf waar hij ook
persoonlijk borg voor stond werd failliet verklaard. een put van ongeveer veertien miljoen euro
bleef er achter. veertien miljoen euro. ja over ’n groot contrast gesproken. meneer Borsato …”
(Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
Ook de afwijkende voornaamwoorden behoren tot de tussentalige kenmerken. Hiermee wordt dan
vooral het gij-systeem bedoeld, zoals beschreven door Taeldeman (2008). Dit houdt in dat voor de
tweede persoon enkelvoud ge, gij, en de in geval van inversie, gebruikt worden. Van Gijsel, Speelman
en Geeraerts (2008) vermelden in hun resultaten niet enkel de afwijkende vormen voor het persoonlijk
voornaamwoord voor de tweede persoon enkelvoud, maar ook ikke of (e)kik in plaats van ik als eerste
persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord, hem in plaats van hij als derde persoon
enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord en welle in plaats van wij als eerste persoon meervoud
van het persoonlijk voornaamwoord. Zij nemen ook de afwijkende imperatief op in hun lijst van
tussentalige kenmerken.
17. “me andere woorden al het hout was vochtig. uhm en als ge dan nog als amateur met zo’n
uh magnesiumstick uh vuur moet maken. ja da da was een hel è.”
(Sergio in De Laatste Show op 22 september 2010)
18. “oh de max jong. ziet dat af jong. nu begint et. da was ‘m è.”
(Jeroen Meus in De Jaren Stillekes op 12 september 2010)
Taeldeman (2008) vermeldt subjectsverdubbeling als een dialectogeen element dat opgenomen wordt in
de substandaardtalige variëteit, tussentaal. Hij beschrijft de verschillende mogelijke vormen van
subjectsverdubbeling in volgende voorbeelden:
“’k zijn əkik daar zeker van”
“gə moe(t) gij da(t) vergeten zijn.”
“(h)ij za(l)t-ie-ij wel thuis zijn”
20
“zə za(lt)-zij wel thuis zijn”
“mə zij(n) mə wulder te late”
“gə zij(t) gulder te late”
“zə doen zulder wa(t) dan ze willen”
(Taeldeman 2008, 34)
19. “op d’ ene moment voel ‘k*d ik mij goed è ge zij bezig è hahaha tralalala en opeens komt
dat eraan.” (Sergio in De Laatste Show op 22 september 2010)
Subjectsverdubbeling kan niet in alle gevallen optreden. De gevallen waarin de standaardtalige vorm
wordt gehanteerd en subjectsverdubbeling niet mogelijk is, werden dan ook niet opgenomen in de
tellingen. Zo is bij volgende voorbeelden subjectsverdubbeling in fragment 20 wel mogelijk bij de
onderlijnde werkwoorden, in fragment 21 is dit niet het geval.
20. “natuurlijk zeggen wij van je mag lachen met alles. dan zeg ik altijd ik heb een keppeltje
aan. Kama of Urbain maakt daar grapjes om. ik eet koosjer. ik heb uh Joodse feestdagen. met
Abraham. mag allemaal.” (Michaël Freilich in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
21. “gisteren ging de Nobelprijs naar dokter Robert Edwards de uitvinder van de
proefbuisbaby. Marianne heeft haar drieling aan hem te danken maar we weten niet echt of
dokter Edwards dat voor ogen had want Marianne die was al eenenvijftig toen ze beviel.”
(Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
Het gebruik van tussentaal uit zich ook door de aanwezigheid van afwijkende werkwoordsvormen zoals
aangehaald door De Caluwe (2000) en Geeraerts (1999). Het gaat hier bijvoorbeeld om vormen zoals ik
gaan, ik zien, ik staan, gij ga, hij zie. Niet enkel die werkwoordsvormen die werden aangehaald in De
Caluwe (2000) en Geeraerts (1999) werden in het bronmateriaal beschouwd als afwijkend, hiertoe
werden ook de verschillende vormen van (h)emmen en het voorkomen van gij zij(t) gerekend. Volgende
fragmenten uit het bronmateriaal bevatten dus voorbeelden van een afwijkende werkwoordsvorm.
22. “daarbij we zijn allemaal wel iets xxx. gij zijt bijvoorbeeld een vrouw ja. gij gij zijt
bejaard.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
23. “nee. w’ emmen*d twee kindjes samen. xxx ‘k was zwanger op mijn zeventiende en uhm ij
vond al efkes*d dat dat ij gewoon efkes*d vrijheid nodig had en ik wou em da geven. ij mocht
efkes*d weggaan me zijn vrienden.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
21
Om na te gaan in welke gevallen een afwijkende werkwoordsvorm gebruikt zou kunnen worden maar
niet gebruikt wordt, werd elke werkwoordsvorm individueel onderzocht. Een deel van de resultaten
berust dan ook op individueel oordeel. Zo bestaat er voor bepaalde standaardtalige werkwoordsvormen
een tussentalig alternatief. Andere werkwoordsvormen zijn steeds dezelfde, onafhankelijk van het feit of
de spreker al dan niet de Nederlandse standaardtaal hanteert. Dit wordt duidelijk in de volgende
voorbeelden:
24. “ik ga notities nemen è. van de pot gerukte … ’t begint al è. ’t begint al. OK.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
25. “dus in dieje*d context van de strip kan dad allemaal want ik zie da gewoon als een
aaneenschakeling van cartoons.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
In dit kleine fragment zien we duidelijk dat ga en zie in niet-standaardtalig taalgebruik vervangen
zouden kunnen worden door gaan en zien. In andere gevallen zijn zulke substituties echter niet
mogelijk, wat blijkt uit het volgende fragment:
26. Dokter Verpoest: “waar die mensen door gegaan zijn maar vooral over de medische uh
factoren. en uh ik denk dat alle artsen unaniem zijn en uh vinden dat dit uh voor de vrouw maar
ook voor die kinderen een uh bijzonder risico is geweest.”
Goedele: “wat zijn de risico’s dan?”
Dokter Verpoest: “wel je moet uh weten dat naarmate een vrouw maar ook een man ouder
wordt ga je natuurlijk uh gezondheidsproblemen ontwikkelen en dat kan uh
bloeddrukproblemen zijn suikerproblemen stollingsproblemen. en als je dan bovendien nog nog
eens zwanger wordt dan uh krijg je een extra belasting van alle systemen en loop je ’n extra
risico.” (dokter Verpoest en Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
Voor de onderlijnde werkwoorden in dit laatste fragment zijn geen tussentalige alternatieven mogelijk.
3.3 Syntactische kenmerken
Taeldeman (2008) haalt verscheidene syntactische verschijnselen aan die geclassificeerd kunnen
worden als tussentalige kenmerken: het gebruik van dat als expletieve complementeerder, het toepassen
van de dubbele negatie en het gebruik van voor en van in beknopte bijzinnen. Taeldeman stelt dat elk
onderschikkend woord, met uitzondering van dat en als, in tussentalig taalgebruik gevolgd kan worden
door dat. We vinden het vooral terug bij vraagwoorden zoals wie, wat, waar, hoe en wanneer.
22
27. “ja ja ik dacht ook een woord te gebruiken maar ‘k moet nog wel … ‘k moet een beetje zien
wat da*d ’k doe want ik weet dad ondertussen ook uh Nederland een beetje op z’n kop staat
voor mij è.” (Sergio in De Laatste Show op 22 september 2010)
28. “uh ’t is al van veertien maart denk ik dat we niet meer verloren hebben en elke keer is er
wel een reden waarom dat*d we blijkbaar nie verliezen.”
(Dirk Degraen in Extra Time op 13 september 2010)
Meervoudige negatie kan op verschillende manieren bereikt worden: door het negatiepartikel ən toe te
voegen, dit voorafgaand aan het vervoegde werkwoord, of door meerdere volle negaties te gebruiken.
Dit kan zelfs leiden tot driedubbele negaties. Vooral het tweede type komt voor in tussentaal, het eerste
type vinden we niet echt veel terug. Ook de mogelijkheid tot dubbele negatie kan niet in alle zinnen
worden teruggevonden. De gevallen waarin de standaardtalige vorm wordt gehanteerd en dubbele
negatie niet mogelijk is, werden dan ook niet opgenomen in de tellingen. In voorbeeld 29 is dubbele
negatie wel een mogelijkheid, in voorbeeld 30 niet.
29. “‘k eb nog een berichtje ghad van em om half elf da ‘k nie mocht opgeven. da ‘k em nie
mocht vergeten. xxx ‘k lag al te slapen want ik moest de maandag normaal gezien gaan werken.
‘k eb em ’s morgens teruggestuurd rond vijf uur da ‘k altijd op em ga wachten. da ‘k em altijd
graag ga zien. maar ij was al dood dan. mijn bericht is nooit toegekomen want zijn GSM is
uitgevallen in ’t accident.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
30. “ah ja. het is een konijn. goed deze dit is een onderdeel van het Baby*v Bunny*v Project
waarin ik speelgoed maak van huisdieren om te laten zien dat ik vind dat wij in deze
huisdierenindustrie omgaan met huisdieren levende dieren alsof het speelgoedobjecten zijn. niet
alleen in de handel in de markt maar ook in hoe we ze thuis houden. mensen die meerdere
katten hebben en daar ontzettend van houden maar ondertussen mogen de katten niet op de
bank want dan zou de bank kapot gaan. hoe erg is het dier nog een dier …”
(Tinkebell in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
Als we de negatie voorbeeld 29 omvormen tot een dubbele negatie, leidt dit tot de volgende zin:
31. “mijn bericht is nooit nie(t) toegekomen want zijn GSM is uitgevallen in ’t accident.”
Het gebruik van voor en van in beknopte bijzinnen is tussentalig indien gebruikt in plaats van om.
Taeldeman verwoordt het als volgt:
23
“(I) Verplicht OM:
(I.1) in finale bijzinnen
b.v. Jan gaat naar huis OM wat te rusten
(I.2) in zgn. resultatieve bijzinnen
b.v. het is nog te koud OM te gaan wandelen
(I.3) in conditionele bijzinnen
b.v. OM de waarheid te zeggen: hij heeft een slecht karakter
(II) Facultatief OM:
(II.1) als eigenlijk subject of indirect object:
b.v. het is niet eerlijk (OM) hem daarvoor te straffen
Jan verdient (het) niet (OM) gestraft te worden
(II.2) als nabepaling bij een substantief:
b.v. hij kwam op het idee (OM) te gaan stelen”
(Taeldeman 2008, 37-38)
In tussentaal zal voor gebruikt worden in plaats van verplicht om en zal van gebruikt worden in plaats
van facultatief om. In tussentaal worden deze voorbeelden dus omgevormd tot volgende zinnen:
“Jan gaat naar huis VOOR wat te rusten”
“het is nog te koud VOOR te gaan wandelen”
“VOOR de waarheid te zeggen: hij heeft een slecht karakter”
“het is niet eerlijk (VAN) hem daarvoor te straffen”
“Jan verdient (het) niet (VAN) gestraft te worden”
“hij kwam op het idee (VAN) te gaan stelen”
De Caluwe (2000) voegt hier nog de doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep aan toe. Zo zal in
tussentaal de werkwoordgroep de boete zou betaald moeten worden of de boete zou moeten worden
betaald omgevormd worden tot de boete zou moeten betaald worden.
3.4 Semantische kenmerken
Taeldeman (2008) bespreekt ook een semantisch tussentalig verschijnsel: het gebruik van gaan in plaats
van zullen, puur futuraal gebruikt. Het gebruik van gaan is op zich geen niet-standaardtalig kenmerk,
het kan gebruikt worden om een inchoatief aspect aan te duiden, om aan te duiden dat het om de heel
24
nabije toekomst gaat of om aan te duiden dat het om een intentie gaat. Het gebruik van gaan in plaats
van zullen louter als hulpwerkwoord voor de toekomende tijd is echter wel een kenmerk van tussentaal.
Frank Raes spreekt in Extra Time van 13 september 2010 volgende woorden uit:
32. “je gaat niks zeggen. wat vinden jullie d’rvan dad bellen?”
Als we deze zin interpreteren als een uitdrukking van heel nabije toekomst kan het gebruik van gaan
gezien worden als standaardtaal. Als gaan gebruikt wordt in plaats van zullen is dit een voorbeeld van
een tussentalig kenmerk. Of zulke zinnen voorbeelden zijn van tussentaal of niet, hangt dus vaak af van
de intentie van de spreker, van wat de spreker wilt uitdrukken. Dit kan echter niet altijd achterhaald
worden.
3.5 Lexicale kenmerken
Tussentaal kan ook gekenmerkt worden door lexicale elementen. Het gaat hier dan om het invoegen van
tussentalige interjecties (allee, awel, ze) of het gebruik van niet-standaardtalige woordenschat (Van
Gijsel, Speelman & Geeraerts 2008; De Caluwe 2000; Geeraerts 1999).
Zo gebruikt Jeroen Meus op 12 september 2010 in De Jaren Stillekes volgende tussentalige interjecties
en tussentalige woordenschat:
33. “awel wij keken ehm bij buurjongens. die hadden … dus wij woonden … da was … ja
landelijk … redelijk landelijk en tegenover was zo de de plaatselijke ehm boerenbondwinkel
waar da ze zo … mensen kwamen vogelzaad halen. en daar achter … ’t was daar echt eel
plezant om te zitten … daar stond een grote kleurentelevisie en daar keek ik me m’n
buurjongens Sam en Willem keken wij naar CHIPS.”
34. “proportioneel klopt da nie. in de keuken zouden we zeggen da ’s nie in balans. da is nie
elemaal just.”
35. “ja heerlijk. ik moest ik moet wel zeggen da ’k een aantal personages echt vergeten was zo
gelijk as Karolus of Kelderman. da was ik echt verge*a … ma da ’s fantastisch è.”
25
Hoofdstuk 4. Resultaten en discussie
Allereerst werd nagegaan hoeveel tussentalige kenmerken in de gesprekken voorkwamen. Uit de
tellingen van de niet-standaardtalige elementen kan het totale percentage gebruikte tussentalige
kenmerken berekend worden. Vermits in sommige woorden verschillende tussentalige kenmerken
voorkomen, ligt het aantal woorden dat beschouwd kan worden als tussentalig, lager dan het aantal
elementen op zich. Na een telling van het totale aantal woorden per persoon verkrijgen we een zeer
algemeen percentage met betrekking tot de tussentaligheid van het taalgebruik van de verschillende
gesprekspartners. De volgende tussentalige kenmerken konden in de verschillende gesprekken worden
teruggevonden:
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 25 60 52 2
h-deletie 22 34 35 2
Deletie eindsjwa 1 3 4
ma(ar) 14 13 10 1
naa(r) 1 2
(i)s 4 10 6
a((l)s) 3 1 2
is (eens) 2 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 8 2 9
/t/ ���� /d/ voor vocaal 4 4 8
Afwijkende
diminutiefvorm
2 3
Afwijkende
meervoudsvorm
1
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 3 6 33
Afwijkend vnwd. 14 9
Afwijkende
imperatief
2
Subjectsverdubbeling 1 4 5
Afwijkende ww.vorm 5 3
26
Figuur 1. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie
Kamagurka
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 14 57 25
h-deletie 26 78 9
Deletie eindsjwa 2 6 1
g(e)had 2
ma(ar) 9 8 5
voo(r) 2
(i)s 4 2 3
a(l)s 1
is (eens) 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 12 4
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2 2
Afwijkende
diminutiefvorm
8
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 10 3
Afwijkend vnwd. 2 7 7
Subjectsverdubbeling 1
Afwijkende ww.vorm 4 4
Syntactisch dat als expletieve 1 4 1
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
9 5
Dubbele negatie 3
voor i.p.v. om 1
Doorbreking ww.
eindgroep
1
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
1
Lexicaal Interjecties 4 7 5
Woordenschat 5 7
27
complementeerder
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 2 1
voor i.p.v. om 4
Doorbreking ww.
eindgroep
1
Lexicaal Interjecties 2
Woordenschat 2
Figuur 2. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom
Naegels
Marco
Borsato
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 5 2 7
h-deletie 4
Deletie eindsjwa 1
ma(ar) 5
(i)s 1 6
is (eens) 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4
/t/ ���� /d/ voor vocaal 1 1
Syntactisch Dubbele negatie 1
Doorbreking ww.
eindgroep
1
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
1
Lexicaal Woordenschat 1
Figuur 3. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 5 8 1
28
h-deletie 6 2
Deletie eindsjwa 1
ma(ar) 3
(i)s 2 2 2
is (eens) 1
ma(g) 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4 1 1
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 1 1
Afwijkend vnwd. 8
Syntactisch Doorbreking ww.
eindgroep
1
Lexicaal Interjecties 1
Woordenschat 1
Figuur 4. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 4 1 2
h-deletie 5
Deletie eindsjwa 1
ma(ar) 1 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 1 3
Afwijkende
diminutiefvorm
1
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 1 2
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
1
Figuur 5. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
Uit deze gegevens kan dan het tussentaligheidsgehalte per persoon voor deze gesprekken berekend
worden op basis van het aantal gesproken woorden:
29
Gespreks-
partners
Aantal
tussentalige
elementen
Aantal
tussentalige
woorden
Totaal
aantal
woorden
Percentage
aan
tussentaligheid
Gesprek
1
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
91
184
206
5
91
174
198
5
950
704
1029
168
9,58%
24,72%
19,24%
2,98%
Gesprek
2
Goedele
Lisa-Marie
Kamagurka
73
200
66
73
194
66
998
874
239
7,31%
22,20%
26,36%
Gesprek
3
Goedele
Tom
Naegels
Marco
Borsato
22
4
16
21
4
16
383
23
1242
5,48%
17,39%
1,29%
Gesprek
4
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
26
25
4
26
25
4
384
113
1087
6,77%
22,12%
0,37%
Gesprek
5
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
13
6
5
13
5
5
250
38
357
5,20%
13,16%
1,40%
Figuur 6. Tussentaligheidsgehalte per persoon per gesprek op basis van het aantal gesproken woorden.
30
Wanneer we het gemiddelde van de tussentaligheidspercentages van de verschillende gesprekken per
persoon berekenen, leidt dit tot het volgende resultaat: een algemeen tussentaligheidspercentage per
persoon.
25,54
22,2
22,12
19,24
15,28
7,2
2,98
1,4
1,29
0,37
0 5 10 15 20 25 30
Kamagurka
Lisa-Marie
Steve Stevaert
Urbanus
Tom Naegels
Goedele
M. Freilich
dokter Verpoest
Marco Borsato
Tinkebell
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Tussentaligheidsgehalte per persoon
Figuur 7. Tussentaligheidsgehalte per persoon op basis van het aantal gesproken woorden.
Uit figuur 7 kunnen we afleiden dat het gebruik van tussentalige kenmerken door Goedele verschilt in
de vijf getanscribeerde gesprekken. Verscheidene oorzaken kunnen hiervoor aan de basis liggen. Dat dit
veroorzaakt zou worden door het feit dat Goedele in bepaalde gesprekken minder lang praat en dus een
kleiner aantal woorden produceert, kon al worden uitgesloten dankzij de uitgevoerde woordentelling.
De verschillen tussen het aantal geproduceerde woorden in de verschillende gesprekken konden worden
weggewerkt door procentuele resultaten te berekenen. Goedeles taalgebruik zou ook kunnen worden
beïnvloed door haar gesprekspartners en ook meer specifiek door hun taalgebruik. De relatie tussen
Goedele en haar gesprekspartners kan hiervoor van belang zijn. Haar taalgebruik zou eventueel meer
tussentalige elementen kunnen bevatten als zij haar gesprekspartner al kende voor die specifieke
uitzending van Goedele Nu. Maar ook het taalgebruik van de verschillende gesprekspartners zou dus
een significante rol kunnen spelen. Goedele zou kunnen worden aangemoedigd om meer of minder
tussentalige elementen te integreren in haar spreken naarmate haar gesprekspartner dit ook in meer of
mindere mate doet.
31
Wat we echter eerst onderzoeken, is of elk tussentalig element even veel kans heeft om te worden
opgenomen in ons taalgebruik. Zo kan t-deletie worden toegepast bij bijna elk woord eindigend op een
/t/-klank. Voor het gebruik van dat als expletieve complementeerder daarentegen is de aanwezigheid
van een vragend voornaamwoord of onderschikkend voegwoord vereist. Men zou dus kunnen stellen
dat het aantal gevallen waarin t-deletie wordt toegepast automatisch hoger ligt dat het aantal gevallen
waarin men dat als expletieve complementeerder terugvindt omdat de omgeving waarin t-deletie kan
optreden veel meer voorkomt dan de omgeving waarin dat als expletieve complementeerder kan
worden gebruikt. Om ervoor te zorgen dat dit laatste gegeven de resultaten van dit onderzoek en de
interpretatie ervan niet beïnvloedt, werden in een tweede telling niet langer enkel de niet-
standaardtalige vormen geteld. Ook de gevallen waarin de spreker de tussentalige vorm zou kunnen
gebruiken maar hij of zij toch kiest voor de standaardtalige vorm werden in rekening gebracht. Deze
cijfers werden respectievelijk het aantal tussentalige elementen en het aantal standaardtalige
elementen genoemd in onderstaande tabel. De berekening van de mate van tussentaligheid gebeurt nu
niet langer op basis van het totale aantal geproduceerde woorden maar is gebaseerd op het aantal
gevallen waarin de spreker de mogelijkheid heeft om de tussentalige variant te hanteren en het aantal
gevallen waarin hij of zij dit effectief doet. Zo kan een juister en gedetailleerder beeld worden
verkregen van het procentuele tussentaligheidsgehalte per spreker in elk gesprek:
Gespreks-
partners
Aantal
tussentalige
elementen
Aantal
standaardtalige
elementen
Totaal
aantal
elementen
Percentage aan
tussentaligheid
Gesprek
1
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
91
184
206
5
353
250
260
79
444
434
466
84
20,50%
42,40%
44,21%
5,95%
Gesprek
2
Goedele
Lisa-Marie
Kamagurka
73
200
66
406
274
84
487
474
150
14,99%
42,19%
44,00%
Gesprek
3
Goedele
Tom
22
4
138
2
161
6
13,66%
66,67%
32
Naegels
Marco
Borsato
16
646
662
2,42%
Gesprek
4
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
26
25
4
170
48
506
196
73
510
13,27%
34,25%
0,78%
Gesprek
5
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
13
6
5
80
14
185
93
20
190
13,98%
30,00%
2,63%
Figuur 8. Tussentaligheidsgehalte per persoon per gesprek
(rekening houdend met het aantal gevallen waarin standaardtaal werd gebruikt).
Het totale tussentaligheidspercentage per persoon ziet er dan als volgt uit:
33
48,33
44,21
43,2
42,19
34,25
15,35
5,95
2,63
2,42
0,78
0 10 20 30 40 50 60
Tom Naegels
Urbanus
Kamagurka
Lisa-Marie
Steve Stevaert
Goedele
M. Freilich
dokter Verpoest
Marco Borsato
Tinkebell
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Tussentaligheidsgehalte per persoon
Figuur 9. Tussentaligheidsgehalte per persoon
(rekening houdend met het aantal gevallen waarin standaardtaal werd gebruikt).
We kunnen de procentuele tussentaligheidsgehaltes uit figuur 7 en figuur 9 visueel voorstellen door middel van
volgende grafieken. Door middel van deze visuele presentatie kan duidelijk worden aangetoond dat het in rekening
brengen van het aantal gebruikte standaardtalige vormen wel degelijk een effect heeft op het percentage aan
tussentaligheid voor de verschillende sprekers.
34
9,58
24,72
19,24
2,98
20,5
42,444,21
5,95
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Goedele Kamagurka Urbanus M. Freilich
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)Gesprek 1 - Tussentaligheidsgehalte per persoon
standaardtalige varianten werden niet in rekening gebracht
standaardtalige varianten werden in rekening gebracht
Figuur 10. Tussentaligheidsgehalte per persoon – Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010)
(Goedele – Kamagurka – Urbanus – M. Freilich).
7,31
22,2
26,36
14,99
42,1944
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Goedele Lisa-Marie Kamagurka
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Gesprek 2 - Tussentaligheidsgehalte per persoon
standaardtalige varianten werden niet in rekening gebracht
standaardtalige varianten werden in rekening gebracht
Figuur 11. Tussentaligheidsgehalte per persoon – Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010)
(Goedele – Lisa-Marie – Kamagurka).
35
5,48
17,39
1,29
13,66
66,67
2,42
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Goedele Tom Naegels Marco Borsato
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Gesprek 3 - Tussentaligheidsgehalte per persoon
standaardtalige varianten werden niet in rekening gebracht
standaardtalige varianten werden in rekening gebracht
Figuur 12. Tussentaligheidsgehalte per persoon – Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010)
(Goedele – Tom Naegels – Marco Borsato).
6,77
22,12
0,37
13,27
34,25
0,78
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Goedele Steve Stevaert Tinkebell
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Gesprek 4 - Tussentaligheidsgehalte per persoon
Standaardtalige varianten werden niet in rekening gebracht
Standaardtalige varianten werden in rekening gebracht
Figuur 13. Tussentaligheidsgehalte per persoon – Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010)
(Goedele – Steve Stevaert – Tinkebell).
36
5,2
13,16
1,4
13,98
30
2,63
0
5
10
15
20
25
30
35
Goedele Tom Naegels dokter Verpoest
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Gesprek 5 - Tussentaligheidsgehalte per persoon
Standaardtalige varianten werden niet in rekening gebracht
Standaardtalige varianten werden in rekening gebracht
Figuur 14. Tussentaligheidsgehalte per persoon – Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010)
(Goedele – Tom Naegels – dokter Verpoest).
Ook al verschillen de resultaten wanneer de standaardtalige varianten niet in rekening werden gebracht
duidelijk van de resultaten wanneer ze wel in rekening werden gebracht, toch blijven de tendensen hetzelfde.
De verschillen tussen de verscheidene gesprekspartners is wel meer uitgesproken. In het eerste gesprek
tussen Goedele, Kamagurka, Urbanus en Michaël Freilich, hanteert Michaël Freilich een meer
standaardtalige variëteit. Kamagurka en Urbanus maken het meest gebruik van tussentalige elementen en
Goedele bekleedt een tussenpositie. In het tweede gesprek tussen Goedele, Lisa-Marie en Kamagurka, leunt
Goedele dichter bij een standaardtalige variëteit aan dan Lisa-Marie en Kamagurka. Bij deze laatste twee
sprekers kan een hoog tussentaligheidspercentage worden aangetroffen. Voor Goedele vinden we een iets
lager tussentaligheidsgehalte in het derde gesprek tussen haarzelf, Tom Naegels en Marco Borsato. Tom
Naegels hanteert vrij veel tussentalige kenmerken en Marco Borsato maakt als Nederlander, zoals verwacht,
bijna uitsluitend gebruik van de Nederlandse standaardtaal. Hetzelfde vinden we in het vierde gesprek tussen
Goedele, Steve Stevaert en de Nederlandse kunstenares Tinkebell. Tinkebell gebruikt weinig of geen
tussentalige kenmerken en ook bij Goedele ligt het aantal gehanteerde tussentalige kenmerken weer iets
lager. Steve Stevaert integreert wel tussentalige elementen in zijn taalgebruik. In het vijfde gesprek leunt het
taalgebruik van dokter Verpoest vrij sterk aan bij de Nederlandse standaardtaal. Tom Naegels maakt wel
gebruik van tussentalige elementen en Goedele heeft ook hier een tussenpositie.
37
De procentuele resultaten in de vorige tabellen en grafieken werden berekend op basis van
volgende gegevens:
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M.
Freilich
TT ST TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 25 22 60 12 52 18 2 4
h-deletie 22 36 34 15 35 10 2 8
Andere
vormen
v. deletie
24 40 28 14 25 28 1 10
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 8 11 2 23 9 19 0 4
/t/ ���� /d/ voor vocaal 4 3 4 3 8 0 0 2
Afwijkende
diminutiefvorm
0 9 2 1 3 5 0 3
Afwijkende
meervoudsvorm
0 26 1 13 0 29 0 9
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 3 10 6 4 33 4 0 3
Afwijkend vnwd. 0 64 14 16 9 5 0 9
Afwijkende
imperatief
0 0 0 0 2 0 0 0
Subjectsverdubbeling 1 58 4 76 5 51 0 10
Afwijkende ww.vorm 0 16 5 18 3 23 0 4
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 2 9 4 5 7 0 4
Dubbele negatie 0 12 0 18 3 11 0 3
voor i.p.v. om 0 0 1 0 0 0 0 0
Doorbreking ww.
eindgroep
0 6 0 6 1 9 0 1
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 4 0 0 1 1 0 0
38
Lexicaal Interjecties 4 28 7 25 5 39 0 3
Woordenschat 0 6 5 2 7 1 0 2
Figuur 15. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010)
(Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-
Marie
Kamagurka
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 14 36 57 3 25 1
h-deletie 26 41 78 8 9 2
Andere
vormen v.
deletie
16 41 20 24 10 14
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 12 14 4 19 0 7
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2 5 0 10 2 0
Afwijkende
diminutiefvorm
0 2 8 5 0 0
Afwijkende
meervoudsvorm
0 35 0 24 0 6
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 0 20 10 13 3 4
Afwijkend vnwd. 2 51 7 1 7 3
Afwijkende
imperatief
0 4 0 0 0 0
Subjectsverdubbeling 0 75 0 99 1 19
Afwijkende ww.vorm 0 9 4 14 4 1
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
1 10 4 1 1 7
Dubbele negatie 0 14 0 26 0 10
voor i.p.v. om 0 0 4 0 0 1
Doorbreking ww.
eindgroep
0 13 0 22 1 1
39
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 6 2 0 1 0
Lexicaal Interjecties 0 28 0 4 2 7
Woordenschat 0 2 2 1 0 1
Figuur 16. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom
Naegels
Marco
Borsato
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 5 15 2 0 7 88
h-deletie 4 13 0 0 0 75
Andere
vormen v.
deletie
6 20 1 1 7 90
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4 0 0 0 0 54
/t/ ���� /d/ voor vocaal 1 3 1 0 0 33
Afwijkende
diminutiefvorm
0 5 0 0 0 8
Afwijkende
meervoudsvorm
0 5 0 0 0 33
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 0 6 0 0 0 12
Afwijkend vnwd. 0 24 0 0 0 33
Afwijkende
imperatief
0 1 0 0 0 1
Subjectsverdubbeling 0 24 0 0 0 74
Afwijkende ww.vorm 0 1 0 0 0 23
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 5 0 0 0 26
Dubbele negatie 1 6 0 0 0 21
voor i.p.v. om 0 0 0 0 0 3
Doorbreking ww. 0 5 0 1 1 19
40
eindgroep
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
1 1 0 0 0 0
Lexicaal Interjecties 0 4 0 0 0 42
Woordenschat 0 0 0 0 1 11
Figuur 17. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 5 24 8 4 1 42
h-deletie 6 17 2 4 0 83
Andere
vormen v.
deletie
8 18 2 9 2 58
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4 5 1 6 1 31
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2 2 0 0 0 21
Afwijkende
diminutiefvorm
0 2 0 0 0 3
Afwijkende
meervoudsvorm
0 10 0 2 0 40
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 1 0 1 0 0 16
Afwijkend vnwd. 0 31 8 3 0 20
Afwijkende
imperatief
0 2 0 1 0 0
Subjectsverdubbeling 0 30 0 13 0 77
Afwijkende ww.vorm 0 4 0 1 0 30
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 6 0 1 0 25
Dubbele negatie 0 6 0 3 0 8
voor i.p.v. om 0 0 0 0 0 1
41
Doorbreking ww.
eindgroep
0 4 1 1 0 14
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 1 0 0 0 1
Lexicaal Interjecties 0 4 1 0 0 30
Woordenschat 0 4 1 0 0 6
Figuur 18. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie 4 5 1 2 2 11
h-deletie 5 10 0 0 0 18
Andere
vormen v.
deletie
1 14 2 6 0 23
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 1 2 0 0 3 8
/t/ ���� /d/ voor vocaal 0 1 0 0 0 8
Afwijkende
diminutiefvorm
1 0 0 0 0 0
Afwijkende
meervoudsvorm
0 5 0 2 0 25
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie 1 5 2 0 0 5
Afwijkend vnwd. 0 2 0 0 0 21
Subjectsverdubbeling 0 14 0 2 0 19
Afwijkende ww.vorm 0 3 0 0 0 7
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 5 1 0 0 7
Dubbele negatie 0 5 0 1 0 5
voor i.p.v. om 0 1 0 0 0 1
Doorbreking ww. 0 1 0 0 0 5
42
eindgroep
Lexicaal Interjecties 0 7 0 1 0 20
Woordenschat 0 0 0 0 0 2
Figuur 19. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
In de bovenstaande tabellen kunnen we zien dat bepaalde tussentalige kenmerken zoals het gebruik van
een afwijkende meervoudsvorm, van een afwijkende imperatief, van subjectsverdubbeling, het gebruik
van voor in plaats van om en het gebruik van tussentalige interjecties en tussentalige woordenschat, heel
weinig voorkomen in het bronmateriaal. Om te vermijden dat elementen die niet voldoende voorkomen
de resultaten zouden verstoren, werd aan de hand van al deze gegevens een tussentaalindex opgesteld.
In deze index werden enkel die elementen opgenomen die in voldoende mate in het bronmateriaal
voorkwamen. In de tabellen vinden we ook tussentalige kenmerken waarvoor het moeilijk is om te
bepalen welke standaardtalige varianten ook een tussentalige variant zouden kunnen hebben. Dit is het
geval bij het gebruik van een afwijkende werkwoordsvorm, van dubbele negatie en bij het gebruik van
gaan in plaats van zullen in een puur futurale betekenis. Bepalen welke standaardtalige vormen zouden
kunnen worden omgezet naar een tussentalige vorm wordt zo een zaak die voor een groot deel berust op
persoonlijk oordeel. Omdat deze gegevens door andere onderzoekers op een andere wijze
geïnterpreteerd zouden kunnen worden, werden ze dan ook niet opgenomen in de tussentaalindex. Dit
betekent dat enkel de volgende kenmerken in de tussentaalindex in kaart werden gebracht: t-deletie, h-
deletie, andere vormen van deletie, assimilatie van /t/ en /d/ tot /t/, het uitspreken van een /t/-klank als
een /d/-klank voor een vocaal, de afwijkende diminutiefvorm, adnominale flexie, afwijkende
voornaamwoorden, en het gebruik van dat als expletieve complementeerder. Als we het tussentalig
percentage per persoon berekenen, enkel op basis van de kenmerken gebruikt in de tussentaalindex,
levert dit een ander resultaat op.
Gespreks-
partners
Aantal
tussentalige
elementen
Aantal
standaardtalige
elementen
Totaal
aantal
elementen
Percentage aan
tussentaligheid
Gesprek
1
Goedele
Kamagurka
Urbanus
86
161
179
197
92
96
283
253
275
30,39%
63,64%
65,09%
43
M. Freilich 5 47 52 9,62%
Gesprek
2
Goedele
Lisa-Marie
Kamagurka
73
188
57
220
84
38
293
272
95
24,91%
69,12%
60,00%
Gesprek
3
Goedele
Tom
Naegels
Marco
Borsato
20
4
14
91
1
419
111
5
433
18,02%
80,00%
3,23%
Gesprek
4
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
26
22
4
105
27
299
131
49
303
19,85%
44,90%
1,32%
Gesprek
5
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
13
6
5
44
8
101
57
14
106
22,81%
42,86%
4,72%
Figuur 20. Tussentaligheidsgehalte per persoon per gesprek (rekening houdend met het aantal gevallen
waarin standaardtaal werd gebruikt en de kenmerken die gebruikt werden in de tussentaalindex).
Als deze procentuele gegevens omgezet worden naar grafieken, levert dit de volgende visuele
voorstelling op. Alle sprekers uit alle gesprekken werden in de grafiek opgenomen. G1 staat voor
gesprek 1, G2 voor gesprek 2, G3 voor gesprek 3, G4 voor gesprek 4 en G5 voor gesprek 5.
44
30,39
63,64
65,09
9,6224,91
69,1260
18,02
80
3,23
19,85
44,9
1,32
22,81
42,86
4,720
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)Tussentaligheidsgehalte per spreker per gesprek
Figuur 21. Tussentaligheidsgehalte per spreker per gesprek (rekening houdend met het aantal gevallen
waarin standaardtaal werd gebruikt voor de elementen die werden opgenomen in de tussentaalindex).
We kunnen vaststellen dat wanneer we enkel deze specifieke elementen in kaart brengen, het
tussentaligheidsgehalte voor alle sprekers hoger ligt dan bij de vorige twee berekeningen. Toch
verandert ook dit niets aan de verhoudingen tussen de verschillende sprekers per gesprek. In het eerste
gesprek vinden we de hoogste tussentaligheidsgraad bij Kamagurka en Urbanus, in het tweede gesprek
bij Lisa-Marie en Kamagurka, in het derde en het laatste gesprek bij Tom Naegels en in het vierde
gesprek bij Steve Stevaert. De Nederlandse gasten Marco Borsato en Tinkebell spreken het
standaardtaligst. Michaël Freilich en dokter Verpoest zijn de Vlamingen die in de gesprekken het dichtst
aanleunen bij de Belgische variant van de standaardtaal. Als we het gemiddelde van deze percentages
per persoon berekenen, verkrijgen we de grafiek in figuur 22. We kunnen opmerken dat hoewel de
grootste en kleinste tussentaalgebruikers binnen elk gesprek dezelfde blijven, er toch verschillen bestaan
tussen de totale tussentaligheidsgehaltes per spreker. Dit wil zeggen dat de rangschikking van minst
tussentalig taalgebruik naar meest tussentalig taalgebruik verandert met de procedure volgens dewelke
de percentages berekend worden. Of al dan niet rekening gehouden wordt met het gebruik van de
standaardtalige vorm en of minder frequente tussentalige kenmerken worden verwaarloosd, verandert
niets aan het feit dat Tinkebell, Marco Borsato, dokter Verpoest en Michaël Freilich in zeer kleine mate
tussentalige elementen integreren in hun taalgebruik. De volgende plaats wordt altijd ingenomen door
Goedele. Maar bij de hierop volgende sprekers ontstaan er verschillen tussen de drie grafieken.
45
Wanneer er geen rekening gehouden wordt met het gebruik van de standaardtalige vorm is het gebruik
van tussentalige kenmerken het grootst voor Kamagurka, gevolgd door Lisa-Marie, Steve Stevaert,
Urbanus en ten slotte Tom Naegels. Wanneer we de gebruikte standaardvormen wel in rekening
brengen, vinden we het hoogste tussentaligheidsgehalte voor Tom Naegels, daarna Urbanus,
Kamagurka, Lisa-Marie en Steve Stevaert. Wanneer we gebruik maken van de tussentaalindex vinden
we de volgende rangschikking: Lisa-Marie heeft het hoogste tussentaligheidspercentage, hierna
Urbanus, Kamagurka, Steve Stevaert en Tom Naegels. Bij de resultaten verkregen via het gebruik van
een tussentaalindex werden meer criteria vervuld, deze resultaten zijn het meest correct en sluiten ook
het meest aan bij mijn persoonlijk oordeel met betrekking tot het gebruik van tussentalige elementen
door de verschillende sprekers. Het zijn dan ook deze resultaten die tijdens de verdere analyse zullen
worden gehanteerd.
69,12
65,09
61,82
61,43
44,90
23,20
9,62
4,72
3,23
1,32
0,00 10,00 20,00 30,00 40,00 50,00 60,00 70,00 80,00
Lisa-Marie
Urbanus
Kamagurka
Tom Naegels
Steve Stevaert
Goedele
M. Freilich
dokter Verpoest
Marco Borsato
Tinkebell
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Tussentaligheidsgehalte per persoon
Figuur 22. Tussentaligheidsgehalte per persoon (rekening houdend met het aantal gevallen
waarin standaardtaal werd gebruikt voor de kenmerken die gebruikt werden in de tussentaalindex).
In de volgende sectie worden de kenmerken gedetailleerder besproken. Ook de tussentalige
elementen die niet in de tussentaalindex werden opgenomen, zullen kort worden besproken.
46
4.1 Morfo-fonologische kenmerken
4.1.1 Deleties
Bij het bepalen van het aantal deleties werd met drie grote groepen gewerkt: t-deletie, h-deletie en de
andere vormen van deletie. Deze groepen werden onderverdeeld in subcategorieën van woorden waarbij
deze specifieke deletie voorkwam.
4.1.1.1 t-deletie
Zo vonden we de t-deletie bij de woorden dat, deed, goed, met, moet, niet, omdat, vind, wat, weet en
zijt. De t-deletie wordt nog verduidelijkt door volgende voorbeelden.
36. “ja ik denk da je da bezwaarlijk een uh succes kan noemen hè. ik uh ik spreek dan nog niet
over de psychologische en de pedagogische en de financiële aspecten van het project uh …”
(dokter Verpoest in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
37. “wij zagen elkaar nog alle dagen. ij kwam nog al-alle*u dagen met de kindjes spelen. ’s
avonds was ij bij mij geweest voo te komen vragen of dat ij niet terug bij mij mocht komen
wonen. ik vond dat te snel. ‘k wou dat ij leerde op zijn eigen benen staan. ij dee alles voo mij.
ma ‘k moest em alles vragen. en ‘k was da efkes*d beu.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
38. “voor haar is da heel erg natuurlijk. ma in feite allee*t allee*t ‘k snap et nie wat da ’t is. ’t
is nu eenmaal. blijkbaar moe*a voelen mensen zich goe als ze zo’n dingen doen en … ma pfff*t
…” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 - gesprek 2)
39. “ma nee dad is uhm de meesten zien wel in dad is pure van de pot gerukte fictie. en ja daar
staan d’r figuurkes in me unne*d naam en uh …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 - gesprek 1)
40. “die verongelukken. moe je dan nog een keer gaan zeggen da ze da ze in fout zijn of zo? ze
zijn dood gewoon. welk wa kunt de*d nog erger ebben? ‘k bedoel z’ ebben niemand dood
gereden è. ’t is geen één gestorven die daar nie was. da ze nie kenden of wat dan ook. ’t is
gewoon onzin è.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
41. “dat moet jij toch zelf allemaal nie ophoesten die veertien miljoen euro?”
(Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
47
42. “maar ik vind dat ‘t eerder helend kan werken. allee*t ik wil een schoon voorbeeld geven è
da ge me humor dingen kunt ontkrachten. uh ik zat ne*d keer me Hugo Matthyssen Bart Peeters
en Ronny Mosuse in in in ’t Sportpaleis in de catacomben en uhm ja we waren daar aan ’t
zeveren en ineens zegt Hugo Ronny haalt daar ne*d keer een pintje of vier. ja waarom moet
‘k*d ik altijd pinten gaan halen? ah omda gij ne*d neger zijt. ah ja da ’s just da ’s uh da ’s een
zeer goed argument. ma da overstijgt gewoon …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
43. “Truys vin ik ook goe ze*t.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
44. “nee ma als seksuoloog denk ik dan toch ma wa zijn da gewoon voor voor seksueel
gefrustreerde gastjes eigenlijk. allee*t da gaat allemaal over seks. da ’s ’t één na ’t ander zo.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
45. “uh zelfs Boeddha kunt de*d makkelijk tekenen ma Mohammed ‘k wee nie … d’r zijn ier w-
weinig*u … ik denk misschien een beetje lijk Urbain.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
46. “d’rbij ge zij nie zeker da ge dood zijt als ge me uwen*d auto tegen een paal rijdt è verre
van. ‘k bedoel als ge wil zelfmoord re-plegen*u dan gaat de*d onder nen*d trein springen of zo
of …” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
Hieronder worden de procentuele resultaten voor de t-deletie weergegeven. Zo zal Goedele bijvoorbeeld
in het eerste gesprek in 75 procent van de gevallen t-deletie toepassen bij dat. Het teken / betekent dat
de spreker dit specifieke woord niet gebruikt. Aan de rechterzijde van elke kolom zien we voor dit
specifieke geval (15/20) staan. Dit betekent dat het woord twintig keer in een gunstige omgeving voor t-
deletie voorkwam, het woord werd dus gevolgd door een consonant of het bevond zich in de Auslaut.
Van deze twintig keer werd er vijftien keer ook effectief t-deletie toegepast.
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
75.00 (15/20)
0.00 (0/1)
28.57 (2/7)
0.00 (0/1)
92.11 (35/38)
100.00 (1/1)
66.67 (2/3)
66.67 (2/3)
85.37 (35/41)
0.00 (0/3)
100.00 (5/5)
0.00 (0/1)
66.67 (2/3)
/
/
/
48
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
zij(t)
60.00 (6/10)
/
25.00 (1/4)
25.00 (1/4)
/
/
93.33 (14/15)
/
80.00 (4/5)
100.00 (1/1)
25.00 (1/4)
0.00 (0/2)
100.00 (9/9)
50.00 (1/2)
0.00 (0/5)
100.00 (2/2)
0.00 (0/1)
0.00 (0/1)
0.00 (0/3)
/
/
/
/
/
Figuur 23. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
dee(d)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
zij(t)
31.25 (10/32)
/
0.00 (0/4)
0.00 (0/1)
0.00 (0/3)
42.86 (3/7)
/
/
50.00 (1/2)
0.00 (0/1)
/
94.12 (32/34)
100.00 (2/2)
/
100.00 (3/3)
/
100.00 (16/16)
100.00 (4/4)
/
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (11/11)
/
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
100.00 (6/6)
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
/
66.67 (2/3)
Figuur 24. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom Naegels Marco Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
dee(d)
goe(d)
me(t)
25.00 (2/8)
/
/
0.00 (0/1)
100.00 (2/2)
/
/
/
9.43 (5/53)
0.00 (0/1)
0.00 (0/9)
0.00 (0/7)
49
moe(t)
nie(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
0.00 (0/2)
50.00 (2/4)
100.00 (1/0)
0.00 (0/4)
/
/
/
/
/
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/15)
100.00 (2/2)
0.00 (0/5)
0.00 (0/2)
Figuur 25. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
23.08 (3/13)
0.00 (0/1)
0.00 (0/5)
0.00 (0/1)
25.00 (1/4)
/
/
20.00 (1/5)
/
71.43 (5/7)
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (3/3)
/
/
/
0.00 (0/1)
4.55 (1/22)
0.00 (0/5)
0.00 (0/3)
0.00 (0/1)
0.00 (0/5)
0.00 (0/2)
0.00 (0/1)
0.00 (0/4)
/
Figuur 26. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
wa(t)
50.00 (1/2)
0.00 (0/1)
100.00 (1/1)
0.00 (0/1)
66.67 (2/3)
0.00 (0/1)
100.00 (1/1)
0.00 (0/1)
/
/
0.00 (0/1)
/
22.22 (2/9)
0.00 (0/2)
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/1)
/
Figuur 27. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
50
Uit volgende grafiek kunnen we afleiden welke sprekers de t-deletie het frequentst toepassen. We
kunnen drie groepen onderscheiden. Er is die groep sprekers van wie het taalgebruik het meest
standaardtalig is, dit zijn Tinkebell, Marco Borsato, dokter Verpoest en Michaël Freilich. Zij zullen ook
de /t/-klank het minst deleren. Dan is er Goedele die een tussenpositie bekleedt en dan volgt de groep
van meer tussentalige sprekers: Tom Naegels, Steve Stevaert, Urbanus, Kamagurka en Lisa-Marie die
dan ook de /t/-klank meer zullen deleren dan de andere sprekers.
2,33 7,37 15,38 33,33 34,19 60,00 66,67 74,29 86,73 95,000,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
80,00
90,00
100,00
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
t-deletie
Percentage waarin de /t/-klank gedeleerd wordt
Figuur 28. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot de t-deletie.
Aan de hand van de tabellen met resultaten kunnen we een grafiek opstellen waarin een visuele
voorstelling gegeven wordt van het totale percentage waarin de tussentalige varianten van deze woorden
waarin de /t/-klank gedeleerd kan worden, gebruikt worden. Dit laat ons toe een rangschikking te maken
en na te gaan bij welke van deze woorden de /t/-klank het meest gedeleerd wordt. Uit de grafiek kunnen
we echter opmaken dat de woorden deed, omdat, weet en zijt in totaal respectievelijk drie, negen, negen
en zes keer voorkomen. Dit terwijl we dat en niet respectievelijk 296 en 102 keer in het bronmateriaal
aantreffen. Omdat de t-deletie één van de frequentst voorkomende tussentalige kenmerken is, werd
besloten dat deze voorbeelden ten minste tien keer in het bronmateriaal moeten kunnen worden
aangetroffen. De woorden deed, omdat, weet en zijt kwamen dus in onvoldoende mate voor en werden
dan ook niet opgenomen in de volgende grafiek.
51
6,67 18,75 23,33 37,84 47,37 54,73 60,780,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
goed moet wat met vind dat niet
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)t-deletie
Percentage waarin de /t/-klank gedeleerd wordt
Figuur 29. Percentage van de gevallen waarin de /t/-klank gedeleerd wordt.
Wat we uit de grafiek kunnen afleiden, stemt overeen met onze verwachtingen. Het hoogste percentage
aan t-deletie vinden we bij de woorden dat en niet met respectievelijk 54.73 en 60.78 procent.
4.1.1.2 h-deletie
De h-deletie kwam in het bronmateriaal voor bij haar, had, hadden, hangen, hartaanval, hè, heb,
hebben, hebt, heeft, heel, helemaal, hem, hemmen, het, hier, hij, hoe, hoor en hun. Dit wordt
geïllustreerd door volgende voorbeelden:
47. “da ’s ons thema van vandaag. hoe ver kan je gaan met humor? we gaan een paar
voorbeelden bekijken. en we beginnen met uh die die aflevering van Banana Split waar Piet
Huysentruyt uh werd gepakt zeg maar. ja ook opschrijven want as we zo beginnen. è zijn
dochter Marie kwam bij em langs. die kwam aar nieuwe verloofde voorstellen. echt zo’n beetje
ne*d loser*v. en die vraagt haar daar ter plekke ten huwelijk en dan blijkt ze ook nog ‘ns
zwanger te zijn van die gast. en Piet vond da nie zo heel leuk.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
48. “die ad schrik dat die ging als sjakoch*d eindigen. die was elemaal zot geworden die kat.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
52
49. “maar ij was ne*d helen*d hele goeie chauffeur. hij reed te snel en da was dom. ma z’
adden da zeker nie zo bedoeld. (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
50. “ma da zijn ook dingen die die uiteindelijk nie blijven angen è. ‘k bedoel anoniem dad is
anoniem da ‘s flauwekul. da ’s lucht. dad is xxx …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
51. “wel ik vraag me eigenlijk af uh uhm h-hoe*u labiel of hoe fragiel zijn die mensen. ad
diejen*d daar nu nen*d artaanval gekregen dan was da wel moord.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
52. “è want daar waren grote artiesten. jij werkte daar Guus Meeuwis, Jantje Smit.”
(Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
53. “awel*t ik eb erover nagedacht ma ‘k weet nie oe da ij d’ruit ziet dus ik kan em niet
tekenen. Christus è weet je da ’s iemand aan ’t kruis. da ’s echt een een cliché en da ’s een ‘n
archetype.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
54. ” ja. krijgt u die vraag eigenlijk vaak van mensen die die leeftijd overschreden ebben die
zeggen waar kan ik dan terecht? uh Barcelona Oekraïne waar moet ik naartoe?”
(Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
55. ” j’ ebt haar gewurgd zo de nek?”
(Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
56. “awel*t nee ‘k ken Linda een beetje want d-daar*u op ’t volgende prentje hangt ze gans
ondersteboven. en dan zeg ik amai zo’n diepe kloof eb ik nog nooit nie gezien. dus ik kan altijd
uh voor de rechter zeggen ja maar ik bedoelde echt die kloof daar è. kan ‘k*d ik daar nu aan
doen da Linda De Win in ’t echt ook een dieke-diep-diepe*u kloof eeft. dus maar uh ’t zit in de
context van cartoon.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
57. “daar zit eel de wereld op te wachten. want da ‘s … daar zitten serieuze idioten en de kerk
ik ik eb daar nu al twintig jaar mee gelachen ma ik eb nooit van niemand nen*d dreigbrief
gekregen è. wel lezersbrieven en xxx ma niemand heeft mij ooit bedreigd. terwijl als ge lacht
met den*d islam ja dan staan d’r daar direct drie vier idioten ja we gaan uwe*d kop afsnijden.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
58. “die ad schrik dat die ging als sjakoch*d eindigen. die was elemaal zot geworden die kat.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
59. “ik denk dad uh nen*d tulband op en w’ ebben em è.”
53
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
60. “ja. da ’s nie omda wij graag dood willen of da wij daar iets mee te maken emmen*d. da
was gewoon uit respect voor et leven eigenlijk.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
61. “ja. uhm vrijdag eb ik et aan den*d oudste verteld. ij wou da … ij wou et nie verstaan. ij
wou nie verstaan da papa nie meer terug kwam. ‘k eb em da proberen uitleggen aan de hand
van de dood van een huisdier. ij ij begreep ’t wel ma ij wou et nie begrijpen.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
62. “en wie zijn kat is dit eigenlijk dad ier staat? is dit ook een … da ’s ook een echte poes of
wat?” (Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
63. “ma ij ’s te vroeg gekomen è de explosie. hij ’s ontploft halverwege de …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
64. “nee die was ‘k weet nie oe fier dat da ze nog zo strak was. ja ja ja ’t is waar.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
65. “ik moet mij onmiddellijk excuseren Lisa-Marie want ik had eerlijk gezegd toen ik da in de
krant zag zelf ook zoiets van ja God daar heb je ’t toch weer. uh dronkenlappen. uh
onverantwoord gedrag. uhm ik had ook dad oordeel klaar oor. goh sorry ja ma te snel gereden
ma ma ’t was nie Jean-Paul die reed è?”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
66. “het filmpje da we tonen heeft op uh i*a op ’t internet gestaan. daar leg je uit hoe maak ik
van mijn eigen kat een handtas. eigenlijk bijna dat je zegt nu kunnen de mensen van un kat een
handtas gaan maken.” (Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
De resultaten met betrekking tot de h-deletie kunnen in volgende tabellen worden teruggevonden.
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie h-deletie (h)aar
(h)ad
20.00 (1/5)
/
0.00 (0/2)
50.00 (1/2)
100.00 (4/4)
100.00 (1/1)
/
/
54
(h)angen
(h)artaanval
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)un
/
/
100.00 (13/13)
0.00 (0/5)
25.00 (1/4)
25.00 (1/4)
0.00 (0/1)
0.00 (0/4)
0.00 (0/1)
50.00 (1/2)
50.00 (3/6)
0.00 (0/4)
20.00 (1/5)
0.00 (0/2)
50.00 (1/2)
/
/
100.00 (10/10)
100.00 (2/2)
33.33 (1/3)
/
33.33 (1/3)
0.00 (0/2)
/
100.00 (3/3)
80.00 (4/5)
100.00 (2/2)
58.33 (7/12)
100.00 (3/3)
/
100.00 (2/2)
100.00 (1/1)
100.00 (7/7)
100.00 (6/6)
100.00 (3/3)
/
40.00 (2/5)
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
0.00 (0/1)
20.00 (1/5)
/
100.00 (1/1)
33.33 (1/3)
100.00 (4/4)
0.00 (0/1)
/
/
0.00 (0/2)
/
/
/
/
0.00 (0/1)
/
40.00 (2/5)
0.00 (0/1)
/
/
/
Figuur 30. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)adden
(h)angen
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)em
(h)emmen
(h)et
0.00 (0/3)
25.00 (1/4)
0.00 (0/4)
/
100.00 (15/15)
0.00 (0/2)
60.00 (3/5)
0.00 (0/3)
0.00 (0/2)
25.00 (1/4)
16.67 (1/6)
/
0.00 (0/4)
/
80.00 (4/5)
75.00 (6/8)
/
/
100.00 (7/7)
100.00 (2/2)
/
100.00 (2/2)
/
94.12 (16/17)
66.67 (2/3)
100.00 (4/4)
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (1/1)
100.00 (5/5)
/
100.00 (2/2)
/
/
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (1/1)
55
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)oor
(h)un
50.00 (1/2)
33.33 (2/6)
20.00 (1/5)
50.00 (1/2)
/
/
94.59 (35/37)
/
/
0.00 (0/1)
/
/
/
/
/
Figuur 31. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom Naegels Marco
Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie h-deletie (h)ad
(h)adden
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)un
/
/
66.67 (2/3)
0.00 (0/2)
50.00 (1/2)
0.00 (0/1)
0.00 (0/2)
/
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/3)
/
33.33 (1/3)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/1)
0.00 (0/2)
0.00 (0/14)
0.00 (0/5)
/
0.00 (0/6)
0.00 (0/3)
0.00 (0/2)
/
0.00 (0/35)
0.00 (0/3)
/
0.00 (0/2)
0.00 (0/1)
Figuur 32. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo- Deletie h-deletie (h)aar 0.00 (0/3) 0.00 (0/1) 0.00 (0/8)
56
fonologisch (h)ad
(h)adden
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)oe
(h)un
0.00 (0/1)
/
/
0.00 (0/3)
0.00 (0/1)
100.00 (1/1)
0.00 (0/2)
/
0.00 (0/1)
/
33.33 (1/3)
100.00 (2/2)
20.00 (1/5)
100.00 (1/1)
100.00 (1/1)
/
/
0.00 (0/1)
/
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (1/1)
/
/
/
0.00 (0/1)
/
0.00 (0/2)
0.00 (0/1)
0.00 (0/4)
0.00 (0/16)
0.00 (0/5)
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/3)
0.00 (0/1)
0.00 (0/3)
0.00 (0/27)
0.00 (0/4)
0.00 (0/7)
0.00 (0/1)
Figuur 33. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)oe
50.00 (1/2)
0.00 (0/1)
50.00 (1/2)
/
100.00 (1/1)
/
25.00 (1/4)
/
0.00 (0/1)
33.33 (1/3)
0.00 (0/1)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
0.00 (0/2)
0.00 (0/2)
0.00 (0/4)
0.00 (0/1)
/
0.00 (0/3)
0.00 (0/1)
0.00 (0/2)
/
0.00 (0/3)
Figuur 34. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
57
Deze resultaten kunnen in één enkele grafiek worden weergegeven. Hieruit kunnen we afleiden welke
sprekers de h-deletie het meest toepassen. Marco Borsato, Tinkebell en dokter Verpoest passen de h-
deletie nooit toe, Michaël Freilich doet dit wel in beperkte mate. Wat opvalt is dat het percentage voor
de h-deletie lager ligt bij Steve Stevaert dan bij Goedele, hoewel zij qua tussentaligheidsgehalte lager
scoort dan Steve Stevaert. De meest tussentalige sprekers, Kamagurka, Urbanus en Lisa-Marie, maken
het vaakst gebruik van de h-deletie. Tom Naegels werd niet in de grafiek opgenomen omdat hij nooit
woorden met een initiële /h/-klank gebruikte en hij dus niet de mogelijk had deze /h/-klank te deleren.
0,00 0,00 0,00 20,00 33,33 35,00 71,67 77,78 90,700,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
80,00
90,00
100,00
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
h-deletie
Percentage waarin de /h/-klank gedeleerd wordt
Figuur 35. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot de h-deletie.
In de volgende grafiek vinden we de verschillende woorden waarin h-deletie kan voorkomen en in
hoeveel procent van de gevallen de /h/-klank gedeleerd wordt bij deze specifieke woorden. Op deze
manier verkrijgen we een algemene rangorde van de frequentie waarmee de /h/-klank gedeleerd wordt
bij deze voorbeelden. Dit is geen volgorde per spreker of per gesprek maar een algemene volgorde
waarbij alle sprekers in alle gesprekken in rekening werden gebracht. De woorden hangen,
hartaanval, helemaal, hemmen en hoor halen de grens van tien voorkomens niet en worden dus niet in
de grafiek opgenomen.
58
9,52 16,50 18,18 19,35 20,69 21,43 24,19 26,32 30,77 37,84 42,86 60,00 60,00 73,44 84,130,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
80,00
90,00
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
h-deletie
Percentage waarin de /h/-klank gedeleerd wordt
Figuur 36. Percentage van de gevallen waarin de /h/-klank gedeleerd wordt.
We zien duidelijk dat de /h/-klank het meest gedeleerd wordt bij de interjectie hè (84.13%) en bij de
voornaamwoorden hij (73.44%), hun (60%) en hem (60%).
4.1.1.3 Andere vormen van deletie
De andere vormen van deletie omvatten de deletie van de eindsjwa bij je, ge, we en ze, het uitspreken
van is als s, als als a of as, gehad als ghad, maar als ma, mag als ma, naar als naa, voor als voo en eens
als is. Voor de deletie van de eindswja bij ge kwamen in het bronmateriaal geen voorbeelden voor.
67. “had j’ ook haar borsten uh …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
68. “ow*t wacht even (effe). we gaan dan even (effe) kijken want w’ ebben nog een gast bij ons
uh. we gaan eerst naar een fragmentje kijken want voorbije zondag was er uh in De Jaren
Stillekes was Hitler te gast. hebben jullie da gezien?”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
69. “Orry was de chauffeur. ma ze zagen … z’ adden veel dingen voor naar uit te kijken. z’
adden nog een gans leven voor under*d.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
59
70. “en uh ij ’s mij komen vragen of dat ij terug bij mij mocht wonen. ‘k eb gezegd dat ij em
moest gaan amuseren me zijn vrienden. dat ij da efkes*d gewoon moest loslaten.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
71. “uiteindelijk uiteindelijk is dat toch nie vies. ‘k bedoel uh a*d je naa ’t strand gaat in de
zomer ze lopen allemaal in ulder*d blote borsten. ‘k bedoel …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
72. “sorry op mijn hand. ggg ja dus as ’t as ’t persoonlijk wordt dan dan ga je te ver zeg jij?
dan gaat het te ver?” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
73. “we zijn ’n hele hechte groep xxx en de meeste steun eb ik as*u ghad aan v-vrienden*u.
achter elke begrafenis zijn we naar de plaats van ’t accident geweest. ebben we samen gezeten
op ’t speelplein.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
74. “ja ma jij zegt net van ja ma dat komt ook privé dan al-alsof*u ze dan thuis ook gaan
denken van ja ma wacht ben jij toch niet een beetje dom geweest?”
(Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
75. “maar da ’s niet jouw bedoeling ma ‘k veronderstellen.”
(Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
76. “goh ik vind eigenlijk dat de mensen die dat soort programma’s maken bijna nie anders nie
meer kunnen want alle vorige Banana Splitten uh dad is … uh al die trucjes zijn opgebruikt. en
de mensen zijn tegenwoordig ook veel meer alert. uh as z’ ergens nu naa ne*d winkel gaan en
daar valt er ne*d koekendoos dan is ’t waar angen de camera’s.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
77. “wij zagen elkaar nog alle dagen. ij kwam nog al-alle*u dagen met de kindjes spelen. ’s
avonds was ij bij mij geweest voo te komen vragen of dat ij niet terug bij mij mocht komen
wonen. ik vond dat te snel. ‘k wou dat ij leerde op zijn eigen benen staan. ij dee alles voo mij.
ma ‘k moest em alles vragen. en ‘k was da efkes*d beu.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
78. “en dus zeg jij nu ga ‘k ‘ns (is) voor eel ’t land die muziek laten horen.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
De resultaten met betrekking tot deze andere vormen van deleties kunnen hieronder worden
geraadpleegd.
60
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie Deletie eindsjwa j(e)
w(e)
z(e)
0.00 (0/4)
50.00 (1/2)
0.00 (0/1)
50.00 (1/2)
100.00 (1/1)
50.00 (1/2)
/
/
80.00 (4/5)
0.00 (0/2)
/
/
(i)s 30.77 (4/13) 52.63 (10/19) 30.00 (6/20) 0.00 (0/2)
a((l)s) 30.00 (3/10) 33.33 (1/3) 33.33 (2/6) 0.00 (0/3)
ma(ar) 70.00 (14/20) 100.00 (13/13) 71.43 (10/14) 33.33 (1/3)
ma(g) 0.00 (0/4) / 0.00 (0/1) 0.00 (0/1)
naa(r) 0.00 (0/3) 100.00 (1/1) 66.67 (2/3) /
voo(r) 0.00 (0/5) 0.00 (0/1) 0.00 (0/3) /
is (eens) 100.00 (2/2) / 100.00 (1/1) /
Figuur 37. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie Deletie eindsjwa j(e)
w(e)
z(e)
0.00 (0/5)
100.00 (1/1)
25.00 (1/4)
/
100.00 (3/3)
75.00 (3/4)
/
/
50.00 (1/2)
(i)s 30.77 (4/13) 25.00 (2/8) 25.00 (3/12)
a(l)s 0.00 (0/2) / 25.00 (1/4)
g(e)had / 100.00 (2/2) /
ma(ar) 60.00 (9/15) 80.00 (8/10) 100.00 (5/5)
naa(r) 0.00 (0/4) 0.00 (0/4) /
voo(r) 0.00 (0/11) 15.38 (2/13) 0.00 (0/1)
is (eens) 50.00 (1/2) / /
Figuur 38. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
61
Goedele
Tom Naegels Marco Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie Deletie
eindsjwa
j(e)
w(e)
z(e)
0.00 (0/3)
/
/
/
/
/
0.00 (0/7)
20.00 (1/5)
0.00 (0/1)
(i)s 0.00 (0/7) 50.00 (1/2) 15.00 (6/40)
a(l)s / / 0.00 (0/12)
g(e)had / / 0.00 (0/2)
ma(ar) 50.00 (5/10) / 0.00 (0/17)
naa(r) / / 0.00 (0/1)
voo(r) 0.00 (0/5) / 0.00 (0/12)
is (eens) 100.00 (1/1) / /
Figuur 39. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie Deletie eindsjwa j(e)
w(e)
z(e)
33.33 (1/3)
/
/
/
/
/
0.00 (0/1)
0.00 (0/1)
0.00 (0/2)
(i)s 18.18 (2/11) 66.67 (2/3) 6.90 (2/29)
a(l)s 0.00 (0/3) 0.00 (0/3) 0.00 (0/6)
g(e)had / / 0.00 (0/2)
ma(ar) 60.00 (3/5) 0.00 (0/4) 0.00 (0/12)
ma(g) 100.00 (1/1) / /
naa(r) / 0.00 (0/1) 0.00 (0/2)
voo(r) 0.00 (0/2) / 0.00 (0/5)
is (eens) 100.00 (1/1) / /
Figuur 40. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
62
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
fonologisch
Deletie Deletie eindsjwa j(e)
z(e)
0.00 (0/1)
/
/
100.00 (1/1)
0.00 (0/3)
/
(i)s 0.00 (0/1) 0.00 (0/2) 0.00 (0/6)
a(l)s 0.00 (0/3) / 0.00 (0/3)
ma(ar) 16.67 (1/6) 100.00 (1/1) 0.00 (0/7)
naa(r) 0.00 (0/2) 0.00 (0/2) /
voo(r) 0.00 (0/2) 0.00 (0/2) 0.00 (0/3)
is (eens) / / 0.00 (0/1)
Figuur 41. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
In de volgende grafiek zien we dat ook voor de andere vormen van deletie dokter Verpoest, Marco
Borsato, Tinkebell en Michaël Freilich het laagst scoren. Wat wel opvalt, is dat de Nederlanders
Marco Borsato en Tinkebell effectief bepaalde deleties toepassen, voornamelijk het realiseren van is
als s, waar dokter Verpoest dit niet doet. Dat een Vlaming een bepaald tussentalig kenmerk minder
gebruikt dan een Nederlander, is wel heel opmerkelijk en zou misschien kunnen aangeven dat dit
specifieke kenmerk in de toekomst niet langer als een tussentalig kenmerk moet worden beschouwd
maar eerder als een kenmerk van de algemene informele spreektaal. Dit wordt verder besproken in een
volgende paragraaf. Verder zien we dat Steve Stevaert ook deze deleties minder toepast dan Goedele
en dat Tom Naegels, Lisa-Marie, Urbanus en Kamagurka deze deleties het vaakst zullen integreren in
hun taalgebruik. De grootste frequentie voor de toepassing van deze kenmerken vinden we deze keer
niet bij Lisa-Marie, wel bij Kamagurka.
63
0,00 3,33 7,22 9,09 18,18 21,32 30,00 45,45 47,17 57,580,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
Andere vormen v. deletie
Percentage van de gevallen waarin de deleties worden toegepast
Figuur 42. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot de andere vormen van deletie.
De omgeving waarin sommige kenmerken, zoals het gebruik van ma in plaats van maar en het
uitspreken van is als s, kunnen voorkomen, kan zeer frequent worden teruggevonden in het
bronmateriaal. Om deze reden werden het gebruik van ghad in plaats van gehad, het gebruik van ma
in plaats van mag en het uitspreken van eens als is niet in de onderstaande grafiek opgenomen omdat
deze kenmerken minder dan tien keer in het bronmateriaal voorkwamen. Uit de grafiek kunnen we
afleiden dat vooral het gebruik van ma in plaats van maar frequent wordt toegepast.
64
3,08 12,07 13,04 22,34 30,30 49,300,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
voo i.p.v. voor a of as i.p.v.als
naa i.p.v. naar s i.p.v. is Deletieeindsjwa
ma i.p.v. maar
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
Andere vormen v. deletie
Percentage van de gevallen waarin de deleties worden toegepast
Figuur 43. Percentage van de gevallen waarin de andere vormen van deletie worden toegepast.
4.1.2 Assimilatie van een /t/-klank + /d/-klank tot een /t/-klank
Assimilatie van een /t/-klank gevolgd door een /d/-klank tot een /t/-klank kent niet het hoogste
percentage van voorkomen omdat de omgeving waarin die assimilatie kan optreden heel frequent is.
Toch is het een kenmerk dat als één van de eerste zal worden toegepast, ook door sprekers met een laag
tussentaligheidsgehalte. Zo vinden we het in het bronmateriaal ook terug bij de Nederlandse kunstenares
Tinkebell en bij dokter Verpoest, twee sprekers van wie het taalgebruik heel dicht aanleunt bij de
Nederlandse standaardtaal. Dit wordt geïllustreerd door volgende voorbeelden waarin de onderlijnde
opeenvolging van een /t/- en /d/-klank resulteert in een assimilatie tot een /t/-klank.
79. “nee ik ben nu op dit moment bezig met een project dat heet Save*v The*v World*v. en dat
gaat dat is een project wat de clash*v tussen verschillende culturen vanuit de westerse cultuur
ter discussie stelt. onze uh arrogantie ten opzichte van andere culturen en dat wij heel erg het
gevoel hebben dat wij onze eigen cultuur nou ik zou zeggen op willen dringen uh op andere
plaatsen omdat wij het gevoel hebben superieur te zijn in hoe wij dingen hebben geregeld
hebben georganiseerd.” (Tinkebell in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
80. “dat is juist. dat is een relatieve bescherming uh omdat uh als je met een een donor van
jonge eicellen werkt dan gaat dat risico op aangeboren afwijkingen genetische afwijkingen heel
heel veel lager zijn. maar het gaat hem om de de de problemen bij de vrouw zelf bij de moeder
65
zelf. uh bloeddrukproblemen suikerproblemen die ook een impact kunnen hebben op de
kinderen. en in dit geval uh loopt dat dan nog goed af maar voor elk geval dat goed afloopt op
deze leeftijd heb je een aantal gevallen die desastreus aflopen ja.”
(dokter Verpoest in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
Natuurlijk passen ook andere sprekers deze assimilatie toe tijdens hun spreken:
81. “ik vind da ze alle godsdiensten moeten afschaffen en opnieuw beginnen want nu …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
82. “da ’s toch wel heel belangrijk è? dat je … want want je hebt zoiets ik word in het dorp en
en in de buurt wordt ie*a gaat … iedereen heeft daar onmiddellijk een oordeel en en zegt van ja
die die gasten allemaal op de lappen. jij zei ook daarnet ij is geen uitgaander.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
83. “‘k denk da wel. niemand zegt da recht in mijn gezicht ma veel mensen denken da ‘k em in
de steek gelaten ad. en da ‘k nie genoeg ad me ’tgeen dat ij dee voor mij.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
In onderstaande tabel vinden we de procentuele resultaten met betrekking tot deze assimilatie voor elke
spreker in elk gesprek:
Gesprek 1 Gesprek 2 Gesprek 3 Gesprek 4 Gesprek 5
Goedele 42.11% (8/19) 46.15% (12/26) 100.00% (4/4) 44.44% (4/9) 33.33% (1/3)
Kamagurka 8.00% (2/25) 0.00% (0/7) / / /
Urbanus 32.14% (9/28) / / / /
M. Freilich 0.00% (0/4) / / / /
Lisa-Marie / 17.39% (4/23) / / /
Tom
Naegels / / / / /
Marco
Borsato / / 0.00% (0/54) / /
66
Steve
Stevaert / / / 14.29% (1/7) /
Tinkebell / / / 3.13% (1/32) /
dokter
Verpoest / / / / 27.27% (3/11)
Figuur 44. Gebruik van tussentalige assimilaties per spreker per gesprek.
Wanneer we het percentage per persoon berekenen waarin deze assimilatie wordt toegepast, verkrijgen
we de volgende grafiek. Tom Naegels paste nooit deze assimilatie toe maar hij had hier ook nooit de
kans toe. De woorden die door hem werden uitgesproken, bevatten nooit een opeenvolging van een /t/-
en een /d/-klank die dan tot een /t/-klank geassimileerd zou kunnen worden. Daarom werd hij ook niet
in de grafiek opgenomen.
Figuur 45. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot de assimilatie van de opeenvolging
van een /t/-klank en een /d/-klank tot een /t/-klank.
Michaël Freilich en Marco Borsato passen ook dit tussentalig kenmerk niet toe. Wat opvalt, is dat
Goedele, van wie het tussentaligheidsgehalte niet uitzonderlijk hoog ligt, hier toch heel hoog scoort.
Sprekers met een tussentaliger taalgebruik zoals Kamagurka en Lisa-Marie passen deze assimilatie
minder frequent toe.
67
4.1.3 Een /t/-klank wordt een /d/-klank voor een vocaal
In een gunstige omgeving, namelijk voor een vocaal, wordt een finale /t/-klank niet gedeleerd maar wel
gewijzigd tot een /d/-klank. Dit wordt verduidelijkt door onderstaande voorbeelden:
84. “maar voor de duidelijkheid mensen zeggen Marco Borsato ging failliet maar dad is niet
wat er gebeurd is toch?” (Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
85. “is dad eigenlijk iets da wel te combineren valt? artiest zijn en tegelijkertijd een groot
bedrijf runnen? da ’s toch een voltijdse taak?”
(Tom Naegels in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
86. “ma wad is er met die ka*a met die konijn of wa ja ’t is een konijn. sorry dat konijn.”
(Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
87. “nee ik denk et nie. ik denk et nie. ik denk toen da ik … ‘k ad da gezien in de krant die foto’s
en toen dacht ik dad ij echt boos was ma ier eb ‘k zie ‘k em kijken en ook in de camera kijken en
dan weet ij ’t is allemaal fictie. ’t is voor te lachen en ‘k ga ’t laten uitzenden.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
In hoeveel gevallen elke spreker in elk gesprek dit tussentalig kenmerk in zijn of haar taalgebruik
integreert, zien we in de volgende tabel.
Gesprek 1 Gesprek 2 Gesprek 3 Gesprek 4 Gesprek 5
Goedele 57.14% (4/7) 28.57% (2/7) 25.00% (1/4) 50.00% (2/4) 0.00% (0/1)
Kamagurka 57.14% (4/7) 100.00% (2/2) / / /
Urbanus 100.00% (8/8) / / / /
M. Freilich 0.00% (0/2) / / / /
Lisa-Marie / 0.00% (0/10) / / /
Tom
Naegels / / 100.00% (1/1) / /
Marco
Borsato / / 0.00% (0/33) / /
68
Steve
Stevaert / / / / /
Tinkebell / / / 0.00% (0/21) /
dokter
Verpoest / / / / 0.00% (0/8)
Figuur 46. Percentage van de gevallen waarin een /t/-klank voor een vocaal gewijzigd wordt in een /d/-klank.
Onderstaande grafiek geeft de procentuele resultaten per persoon weer. Steve Stevaert kan deze
fonologische wijziging niet toepassen omdat er in zijn uitingen geen opeenvolgingen van een /t/-klank
en een vocaal voorkomen. We zien dat de sprekers van wie het taalgebruik het dichtst bij de
Nederlandse standaardtaal aanleunt, dit tussentalige kenmerk niet in hun taalgebruik integreren. De
meer tussentalige sprekers Kamagurka, Urbanus en Tom Naegels doen dit wel, Goedele bekleedt een
tussenpositie. Wat opvalt, is dat Lisa-Marie, een spreker met een hoog tussentaligheidsgehalte, dit
kenmerk niet toepast.
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 32,14 78,57 100,00 100,000,00
20,00
40,00
60,00
80,00
100,00
120,00
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
/t/ wordt /d/ voor vocaal
Percentage van de gevallen waarin deze fonologische wijziging wordt toegepast
Figuur 47. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot
de wijziging van een /t/-klank in een /d/-klank voor een vocaal.
69
4.1.4 Afwijkende diminutiefvorm
In volgende voorbeelden zien we enkele afwijkende diminutiefvormen, gevormd door middel van het
suffix –ke in plaats van het suffix –je of gevormd op een andere niet-standaardtalige manier.
88. “xxx doe gij die een klein onderbroekske dan aan of nie?”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
89. “nee. w’ emmen*d twee kindjes samen. xxx ‘k was zwanger op mijn zeventiende en uhm ij
vond al efkes*d dat dat ij gewoon efkes*d vrijheid nodig had en ik wou em da geven. ij mocht
efkes*d weggaan me zijn vrienden.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
90. “maar even (effe) serieus. bij ons dokter Verpoest. u bent uh gynaecoloog fertiliteitskliniek
uh UZ uh Jette hier in Brussel eigenlijk. ja wat denkt u als u zoiets ziet? ik zie u een paar keer
zo oogskes trekken oeps.” (Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
91. “ja af en toe ook nie meer interessant. ‘k weet nie oe da ‘k oe da ‘k ’t zou zeggen zo. dan
gaat ’t mij … è want Linda De Win ga ‘k*d ik nooit … ik wist zelfs nie meer wie dat da was. nu
… echt waar zo rap gaat ‘t. ik denk Linda De Win ga fier zijn da z’ in da boeksje*d staat als
niemand nog weet wie da ze is ga ze kunnen zeggen aan haar kleinkinders*d kijk da was ‘k*d
ik. ‘k sta in da boeksje*d.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
Volgende grafiek toont dat Michaël Freilich, Marco Borsato en Tinkebell nooit een afwijkende
diminutiefvorm hanteren. Goedele, Urbanus, Lisa-Marie en Kamagurka doen dit wel. Tom Naegels,
Steve Stevaert en dokter Verpoest gebruikten geen diminutiefvormen tijdens het spreken en zij werden
dan ook niet in de grafiek opgenomen.
70
0,00 0,00 0,00 20,00 37,50 61,54 66,670,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
80,00
M. Freilich Marco
Borsato
Tinkebell Goedele Urbanus Lisa-Marie Kamagurka
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)Afwijkende diminutiefvorm
Percentage waarin de afwijkende diminutiefvorm wordt gehanteerd
Figuur 48. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot
het gebruik van afwijkende diminutiefvormen.
4.1.5 Afwijkende meervoudsvorm
De afwijkende meervoudsvorm kwam slechts één keer in het bronmateriaal voor. Daarom werd dit
kenmerk niet in de tussentaalindex opgenomen.
92. “ja af en toe ook nie meer interessant. ‘k weet nie oe da ‘k oe da ‘k ’t zou zeggen zo. dan
gaat ’t mij … è want Linda De Win ga ‘k*d ik nooit … ik wist zelfs nie meer wie dat da was. nu
… echt waar zo rap gaat ‘t. ik denk Linda De Win ga fier zijn da z’ in da boeksje*d staat als
niemand nog weet wie da ze is ga ze kunnen zeggen aan haar kleinkinders*d kijk da was ‘k*d
ik. ‘k sta in da boeksje*d.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
4.2 Morfo-syntactische kenmerken
4.2.1 Adnominale flexie
In het bronmateriaal werden verschillende voorbeelden teruggevonden van adnominale flexie. In de
verschillende gesprekken werden onbepaalde en bepaalde lidwoorden, bezittelijke, aanwijzende en
onbepaalde voornaamwoorden en ook bijwoorden in bepaalde gevallen verbogen. Adnominale flexie
71
wordt enkel door de meer tussentalige sprekers toegepast. Zo zullen onder andere Goedele, Kamagurka
en Steve Stevaert op bepaalde momenten lidwoorden verbuigen.
93. “het klinkt in ieder geval als ne*d kunstenaar als ik u bezig hoor. zoveel is duidelijk. dank u
wel.” (Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
94. “xxx ma d’r is toch ook geen enkele reden om te denken dat da slechte gasten zijn omda ze
verongelukken in nen*d auto. da kan toch nie. ‘k bedoel …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
95. “da ’s den*d eerste keer da ik da hoor.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
Verschillende bezittelijke voornaamwoorden worden in het bronmateriaal verbogen door Lisa-Marie,
Urbanus, Kamagurka en Goedele.
96. “ja sommigen hemmen*d wel gedacht dat dat … omda ik en mijne*d vriend adden juist een
moeilijke periode. en Orry ad ook efkes*d een moeilijke periode in zijn leven.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
97. “ja ja ja ja ja. allee*t toen da toen dad ik begon w-was*u mijnen*d humor al veel brutaler
dan d-die*u van Gaston en Leo. een jaar of zo later kwam Kamagurka. die was nog brutaler als
ik.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
98. “en en nu ja nu is de kerk elemaal in mekaar getimmerd. en uh ‘k vind da goed dat er ‘ns
ne*d grote kuis komt ma eigenlijk zou ‘k*d ik veel liever ebben dat er in den*d islam ne*d keer
ne*d grote kuis komt. daar zit eel de wereld op te wachten. want da ‘s … daar zitten serieuze
idioten en de kerk ik ik eb daar nu al twintig jaar mee gelachen ma ik eb nooit van niemand
nen*d dreigbrief gekregen è. wel lezersbrieven en xxx ma niemand heeft mij ooit bedreigd.
terwijl als ge lacht met den*d islam ja dan staan d’r daar direct drie vier idioten ja we gaan
uwe*d kop afsnijden. en ik vind wij moeten aan de lopende band grappen maken da ze da niet
doorhebben. zo d’r is nen*d humorist die ga lachen me alle religies è. de uh den*d islam het
christendom het jodendom uh boeddhisme. en diejen*d die kan raden welke godsdienst dat daar
nie kan mee lachen die wint nen*d tulband. ja ge ga gij gene*d last ebben daarmee.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
99. “d’rbij ge zij nie zeker da ge dood zijt als ge me uwen*d auto tegen een paal rijdt è verre
van. ‘k bedoel als ge wil zelfmoord re-plegen*u dan gaat de*d onder nen*d trein springen of zo
of …” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
72
100. “nee ’t was zijnen*d beste vriend.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
101. “ma ja hier gaat ‘t toch een stuk verder è. Bieke Illegems ligt op hare*d rug. komt daar
wad is ’t van alles ggg uit haar uit haar vagina.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
102. “ggg ja die hing in aren*d blote aan zo ne*d lus*a aan ne*d luchter en Samson wou hing
vanonder in aar gat te bijten. maar de meeste …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
103. “ja ja. ja ma da ’s het format. eigenlijk was da nie ons*d bedoeling. in ’t begin gingen
Bosschaert en ik gewoon ne*d strip maken over ons eigen. en toen ebben we daarmee naar de P
geweest. en ja kunt de*d daar nie wa actualiteit rond de showbizz … en uh en daarna zijn we
naa Ché gegaan. en uh ja ’t is toch een mannenblad. uh d’r mag wa bloot in. zo is da
geëvolueerd.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
104. “ma nee dad is uhm de meesten zien wel in dad is pure van de pot gerukte fictie. en ja daar
staan d’r figuurkes in me unne*d naam en uh …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
Flexie van de aanwijzende voornaamwoorden vinden we terug bij Urbanus, Tom Naegels en Lisa-
Marie.
105. “dus in dieje*d context van de strip kan dad allemaal want ik zie da gewoon als een
aaneenschakeling van cartoons.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
106. “’t is vooral diejen*d drieling waar da*d ‘k ‘t van denk van goh.”
(Tom Naegels in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
107. “ik ben o-overtuigd*u da ’t nie waar is. sowieso zat David d’r ook nog bij. en diene*d
jongen …” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
108. “ja. ij wou alles beter maken. ij wou em bewijzen tegenover mij. ij eeft mij nog gezegd
dienen*d avond voordat ij gestorven is. da ‘k moest wachten op em. dat ij ging zorgen da ’t
allemaal beter ging worden.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
Verbuiging van onbepaalde voornaamwoorden en van bijwoorden kon in het bronmateriaal worden
teruggevonden bij Kamagurka en Lisa-Marie.
109. “xxx opgelucht ademhaalt da ’t gene*d waar is.”
73
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
110. “geen druppel alcohol in hun bloed. ma genen*d druppel ja.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
111. “maar ij was ne*d helen*d hele goeie chauffeur. hij reed te snel en da was dom. ma z’
adden da zeker nie zo bedoeld.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
In volgende tabellen kunnen de procentuele resultaten met betrekking tot adnominale flexie worden
geraadpleegd.
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Adnominale
flexie
onb. lidw. 40.00 (2/5) 100.00 (3/3) 90.00 (18/20) /
bep. lidw. 0.00 (0/4) 40.00 (2/5) 85.71 (6/7) 0.00 (0/3)
bez. vnwd. 33.33 (1/3) / 100.00 (6/6) /
aanw.
vnwd.
0.00 (0/1) 0.00 (0/1) 66.67 (2/3) /
onb. vnwd. / 100.00 (1/1) 100.00 (1/1) /
Figuur 49. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Adnominale
flexie
onb. lidw. 0.00 (0/3) 100.00 (1/1) 50.00 (2/4)
bep. lidw. 0.00 (0/5) 20.00 (1/5) /
bez.
vnwd.
0.00 (0/1) 37.50 (3/8) 100.00 (1/1)
aanw.
vnwd.
0.00 (0/6) 100.00 (2/2) /
74
onb.
vnwd.
0.00 (0/5) 40.00 (2/5) 0.00 (0/2)
bijwoord / 50.00 (1/2) /
Figuur 50. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom Naegels Marco Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Adnominale
flexie
onb. lidw. 0.00 (0/2) / 0.00 (0/6)
bep. lidw. 0.00 (0/1) / 0.00 (0/1)
bez.
vnwd.
/ / 0.00 (0/2)
aanw.
vnwd.
0.00 (0/1) / 0.00 (0/2)
onb.
vnwd.
0.00 (0/2) / 0.00 (0/1)
Figuur 51. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Adnominale
flexie
onb. lidw. 100.00 (1/1) / 0.00 (0/6)
bep. lidw. / 100.00 (1/1) 0.00 (0/4)
bez.
vnwd.
/ / 0.00 (0/2)
aanw.
vnwd.
/ / 0.00 (0/2)
onb.
vnwd.
/ / 0.00 (0/1)
75
bijwoord / / 0.00 (0/1)
Figuur 52. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Adnominale
flexie
onb. lidw. 100.00 (1/1) 100.00 (1/1) 0.00 (0/4)
bep. lidw. 0.00 (0/1) / 0.00 (0/1)
bez.
vnwd.
0.00 (0/1) / /
aanw.
vnwd.
0.00 (0/1) 100.00 (1/1) /
onb.
vnwd.
0.00 (0/2) / /
Figuur 53. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
Onderstaande grafiek toont ons dat Michaël Freilich, Marco Borsato, Tinkebell en dokter Verpoest
nooit adnominale flexie toepassen. Bij de meeste sprekers liggen de percentages voor deze adnominale
flexie lager dan voor het gebruik van tussentalige morfo-fonologische kenmerken. Dit lijkt zeker het
geval te zijn voor Goedele, Lisa-Marie en Kamagurka. Urbanus daarentegen past de adnominale flexie
heel frequent toe. Tom Naegels en Steve Stevaert behalen hier een score van 100 procent, wat betekent
dat zij elk lidwoord of voornaamwoord dat in aanmerking komt, zouden verbuigen. Dit geeft echter een
vertekend beeld vermits er bij Tom Naegels slechts twee gevallen en bij Steve Stevaert één geval
voorkomt waar adnominale flexie kan worden toegepast. Fragmenten waarin deze gunstige omgeving
voor adnominale flexie meer zou voorkomen, zou een juister beeld opleveren.
76
0,00 0,00 0,00 0,00 10,87 43,48 52,94 89,19 100,00 100,000,00
20,00
40,00
60,00
80,00
100,00
120,00
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
Adnominale flexie
Percentage waarin adnominale flexie wordt toegepast
Figuur 54. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot de adnominale flexie.
Welke woordsoorten het meest onderhevig zijn aan adnominale flexie, kunnen we uit de volgende
grafiek afleiden. De verbuiging van de bijwoorden werd niet in de grafiek opgenomen omdat die niet in
voldoende mate in het bronmateriaal terug te vinden was. Adnominale flexie bij bijwoorden komt
immers maar drie keer voor, de verbuiging van andere voornaamwoorden en van de lidwoorden komen
ten minste twintig keer voor. De verbuiging van onbepaalde lidwoorden en bezittelijke
voornaamwoorden komt het frequentst voor, gevolgd door de adnominale flexie van bepaalde
lidwoorden. Adnominale flexie bij aanwijzende en onbepaalde voornaamwoorden komt minder voor.
77
20,00 25,00 26,32 45,83 50,880,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
Onb. vnwd. Aanw. vnwd. Bep. lidw. Bez. vnwd. Onb. lidw.
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
Adnominale flexie
Percentage waarin adnominale flexie wordt toegepast
Figuur 55. Percentage van de gevallen waarin adnominale flexie wordt toegepast.
4.2.2 Afwijkende voornaamwoorden
Ook afwijkende voornaamwoorden kwamen in meer of mindere mate voor. Vooral ge en gij als
persoonlijk voornaamwoord scoorden hoog maar hiernaast kwamen ook de en under voor als
persoonlijk voornaamwoord, ulle, ulder en uw als bezittelijk voornaamwoord, hem, under en u werden
aangetroffen als reflexieve voornaamwoorden en diejen en diene traden op als verwijzende
voornaamwoorden
112. “uhm dan vin ik wel da je namen kunt noemen. ge kunt moeilijk geen namen noemen. en
tiens*t die stond vandaag in de Humo geloof ik.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
113. “en gij zag hem doodgraag.” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
114. “zeggen ik ga naar de televisie en ik ga zeggen jongens weet de*d wa. die gasten waren
OK. die hadden niet gedronken. OK die reden te snel.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
115. “enorm. en ‘k zie under*d doodgraag ma ’t doe mij pijn van naar under*d te kijken omda
ze zo op em lijken. ik ken mijn vriend van in ’t eerste kleuterklaske. ij is er altijd geweest voor
mij. ’t is nooit iemand anders geweest.”
78
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
116. “uiteindelijk uiteindelijk is dat toch nie vies. ‘k bedoel uh a*d je naa ’t strand gaat in de
zomer ze lopen allemaal in ulder*d blote borsten. ‘k bedoel …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
117. “ja uh ma ik snap eigenlijk nie waarom da Piet ’t uitzenden toela*a … die heeft toch alle
rechten om te zeggen steekt da filmpke in ulle*d gat è jongens uh.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
118. “maar ik begrijp uw punt nie. ge weet bijzonder goed als gij zegt dat de woorden als
kunstenares uitspreekt ik heb mijn kat zelf gedood en gev-gevild*u dan weet ge da ge shockeert.
waarom shockeert ge?” (Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
119. “en uh ij ’s mij komen vragen of dat ij terug bij mij mocht wonen. ‘k eb gezegd dat ij em
moest gaan amuseren me zijn vrienden. dat ij da efkes*d gewoon moest loslaten.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
120. “ze wouden nog naar de kermis. ze wouden under*d nog efkes*d amuseren voor wanneer
da ’t gedaan was.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
121. “omda ‘k uh duidelijk wil maken dat die jongens echt nie gedronken hadden. d’r hoeft ook
nie altijd alcohol bij te zijn voor u t’ amuseren. ze wouden gewoon samenkomen op de kermis.
mijne*d vriend was genen*d uitgaander. w’ ebben samen twee kindjes. ij was al drie jaar nie
weggeweest.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
122. “nee ik vind ge moet altijd lachen … allee*t ik zeg altijd van uh ge kunt beter lachen met
den*d hamer dan met de nagel. ‘k bedoel ge kunt beter lachen met met den*d diene*d die slaat
dan met diene*d die de klappen krijgt.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
123. “wel ik vraag me eigenlijk af uh uhm h-hoe*u labiel of hoe fragiel zijn die mensen. ad
diejen*d daar nu nen*d artaanval gekregen dan was da wel moord.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
Via volgende tabellen verkrijgen we de resultaten die uit het bronmateriaal konden worden afgeleid met
betrekking tot het gebruik van afwijkende voornaamwoorden.
79
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Afwijkend
vnwd.
ge/gij (pers.) 0.00 (0/32) 52.94 (9/17) 100.00 (4/4) 0.00 (0/5)
de (pers.) 0.00 (0/22) 20.00 (2/10) 100.00 (2/2) 0.00 (0/4)
ulle (bez.) / / 100.00 (1/1) /
ulder (bez.) 0.00 (0/1) 100.00 (1/1) / /
u (refl.) 0.00 (0/2) / / /
diejen/diene
(verwijz.)
0.00 (0/7) 100.00 (2/2) 28.57 (2/7) /
Figuur 56. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Afwijkend
vnwd.
ge/gij (pers.) 3.13 (1/32) / 83.33 (5/6)
de (pers.) 5.56 (1/18) / 66.67 (2/3)
ulle (bez.) 0.00 (0/1) / /
ulder (bez.) / 0.00 (0/1) /
under
(refl./pers.)
/ 100.00 (5/5) 0.00 (0/1)
u (refl.) / 100.00 (1/1) /
uw (bez.) 0.00 (0/2) / /
hem (refl.) / 100.00 (1/1) /
Figuur 57. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
80
Goedele
Tom Naegels Marco Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Afwijkend
vnwd.
ge/gij (pers.) 0.00 (0/11) / 0.00 (0/16)
de (pers.) 0.00 (0/7) / 0.00 (0/13)
ulder (bez.) / / 0.00 (0/1)
u (refl.) / / 0.00 (0/1)
uw (bez.) 0.00 (0/5) / 0.00 (0/2)
diejen/diene
(verwijz.)
0.00 (0/1) / /
Figuur 58. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo-
syntactisch
Afwijkend
vnwd.
ge/gij (pers.) 0.00 (0/13) 100.00 (7/7) 0.00 (0/11)
de (pers.) 0.00 (0/12) / 0.00 (0/4)
ulder (bez.) / / 0.00 (0/1)
u (refl.) / / 0.00 (0/1)
uw (bez.) 0.00 (0/2) 100.00 (1/1) 0.00 (0/1)
diejen/diene
(verwijz.)
0.00 (0/4) 0.00 (0/3) 0.00 (0/2)
Figuur 59. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Morfo- Afwijkend ge/gij (pers.) 0.00 (0/1) / 0.00 (0/12)
81
syntactisch vnwd.
de (pers.) / / 0.00 (0/8)
uw (bez.) 0.00 (0/1) / /
diejen/diene
(verwijz.)
/ / 0.00 (0/1)
Figuur 60. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
Uit de grafiek kunnen we afleiden dat Michaël Freilich, Marco Borsato, Tinkebell en dokter Verpoest
nooit afwijkende voornaamwoorden gebruiken. Goedele doet dit wel maar in heel beperkte mate.
Kamagurka, Urbanus, Steve Stevaert en Lisa-Marie maken regelmatig gebruik van afwijkende
voornaamwoorden. Tom Naegels hanteert geen voornaamwoorden waarvoor een tussentalig alternatief
bestaat en werd dan ook niet in de grafiek opgenomen.
0,00 0,00 0,00 0,00 1,15 52,50 64,29 72,73 87,500,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
70,00
80,00
90,00
100,00
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Afwijkende voornaamwoorden
Percentage waarin afwijkende voornaamwoorden worden gebruikt
Figuur 61. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot
het gebruik van afwijkende voornaamwoorden.
Om na te gaan voor welke voornaamwoorden het vaakst een tussentalig alternatief wordt gehanteerd,
moeten we rekening houden met het totaal aantal voorkomens van de tussentalige en standaardtalige
vormen. Zo komt het tussentalig reflexief voornaamwoord hem één keer voor en we vinden de
82
standaardtalige vorm niet terug in het bronmateriaal. Dit zou een tussentaligheidsgehalte van 100
procent opleveren. Maar vermits dit resultaat gebaseerd is op een totaal van één voorkomen, wordt dit
voornaamwoord niet in de grafiek opgenomen. Het tussentalige bezittelijke voornaamwoord ulle komt
één keer voor en ook de standaardtalige vorm komt één keer voor. Dit levert het resultaat van 50
procent op. Ulder als bezittelijk voornaamwoord en u als reflexief voornaamwoord komen beide één
keer voor in tussentalige vorm en vier keer in standaardtalige vorm. Dit leidt tot een
tussentaligheidsgehalte van 20 procent. Under gebruikt als reflexief of persoonlijk voornaamwoord
komt in totaal zes keer voor, vijf keer als tussentalige variant en één keer als standaardtalige variant, wat
een resultaat van 80 procent oplevert. Deze voornaamwoorden kwamen in te geringe mate voor om in
de grafiek te worden opgenomen. Het gebruik van ge en gij als persoonlijk voornaamwoord, het gebruik
van de als persoonlijk voornaamwoord, van uw als bezittelijk voornaamwoord en van diejen en diene
als verwijzend voornaamwoord werden wel in de grafiek opgenomen. De tussentaligheidspercentages
met betrekking tot de voornaamwoorden die wel in voldoende mate voorkomen, liggen beduidend lager
dan de percentages van de andere tussentalige kenmerken die we tot nu toe besproken hebben.
6,80 7,14 14,81 15,570,00
2,00
4,00
6,00
8,00
10,00
12,00
14,00
16,00
18,00
de (pers.) uw (bez.) diejen/diene (verwijz.) ge/gij (pers.)
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
Afwijkende voornaamwoorden
Percentage waarin afwijkende voornaamwoorden gebruikt worden
Figuur 62. Percentage van de gevallen waarin afwijkende voornaamwoorden gebruikt worden.
4.2.3 Afwijkende imperatief
De afwijkende imperatief wordt gevormd met een finale /t/-klank, in de Nederlandse standaardtaal
wordt de imperatief gevormd zonder deze /t/-klank. Het kenmerk was niet frequent aanwezig in het
83
bronmateriaal en werd dus niet opgenomen in de tussentaalindex. Er waren twee voorbeelden in het
materiaal terug te vinden, Urbanus was de enige die de afwijkende imperatief in zijn taalgebruik
integreerde.
124. “ja uh ma ik snap eigenlijk nie waarom da Piet ’t uitzenden toela*a … die heeft toch alle
rechten om te zeggen steekt da filmpke in ulle*d gat è jongens uh.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
125. “maar ik vind dat ‘t eerder helend kan werken. allee*t ik wil een schoon voorbeeld geven è
da ge me humor dingen kunt ontkrachten. uh ik zat ne*d keer me Hugo Matthyssen Bart Peeters
en Ronny Mosuse in in in ’t Sportpaleis in de catacomben en uhm ja we waren daar aan ’t
zeveren en ineens zegt Hugo Ronny haalt daar ne*d keer een pintje of vier. ja waarom moet
‘k*d ik altijd pinten gaan halen? ah omda gij ne*d neger zijt. ah ja da ’s just da ’s uh da ’s een
zeer goed argument. ma da overstijgt gewoon …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
4.2.4 Subjectsverdubbeling
Vastleggen in welke gevallen het subject kan verdubbeld worden, berust gedeeltelijk op persoonlijk
oordeel. Omdat het resultaat in bepaalde mate individuele verschillen kan vertonen, werd dit tussentalig
kenmerk niet in de tussentaalindex opgenomen. Goedele maakt één keer gebruik van
subjectsverdubbeling en ook Kamagurka en Urbanus integreren af en toe subjectsverdubbeling in hun
taalgebruik.
126. “ja ‘k weet ‘t. ’t is studentikoos alhoewel da ‘k*d ik nooit studies gedaan eb. ’t is daarmee
da studentikoze …” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
127. “wa ‘k*d ik vin … wat da ‘k leuk vin aan die strip is ook heel onschuldig getekend is
allemaal uiteindelijk.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
128. “ma ja as zoiets gebeurt dan z-zij*u xxx ook uh … ’s gewoon een open wonde. ge zij gij*d
gewoon gekwetst en mensen houden daar totaal geen rekening mee in feite è. ‘k bedoel pfff*t ’t
is uh …” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
129. “dan gaan we naar de u-uh*u Geverniste Vernepelingskes. ook daar staan … daar heb je
geen keuze. daar sta je wel of niet als bekende vrouw bloot in. krijg je daar reacties op? zijn er
84
uh … è want je zei daarstraks nee nee haha lachen. maar durft er iemand te zeggen tegen jou
nee zeg Urbanus da zie ‘k*d ik nie zitten ze*t.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
4.2.5 Afwijkende werkwoordsvorm
Ook bij het gebruik van afwijkende werkwoordsvormen kan de bepaling of er een tussentalig alternatief
bestaat voor de standaardtalige vorm, per individu verschillen. Dit is dan ook de reden waarom dit
kenmerk niet in de tussentaalindex werd opgenomen. Kamagurka, Urbanus en Lisa-Marie maken in het
bronmateriaal gebruik van dergelijke afwijkende werkwoordsvormen.
130. “xxx doe gij die een klein onderbroekske dan aan of nie?”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
131. “ja sommigen hemmen*d wel gedacht dat dat … omda ik en mijne*d vriend adden juist
een moeilijke periode. en Orry ad ook efkes*d een moeilijke periode in zijn leven.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
132. “en ik vind wij moeten aan de lopende band grappen maken da ze da niet doorhebben. zo
d’r is nen*d humorist die ga lachen me alle religies è. de uh den*d islam het christendom het
jodendom uh boeddhisme. en diejen*d die kan raden welke godsdienst dat daar nie kan mee
lachen die wint nen*d tulband. ja ge ga gij gene*d last ebben daarmee.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
4.3 Syntactische kenmerken
4.3.1 Gebruik van dat als expletieve complementeerder
Het gebruik van dat als expletieve complementeerder komt vooral voor na vragende voornaamwoorden
en onderschikkende voegwoorden. Zowel Goedele, Kamagurka, Urbanus, Lisa-Marie als Tom Naegels
maken gebruik van deze expletieve complementeerder.
133. “ik zou ik zou da zelf nooit nooit doen tenzij dad et natuurlijk ja dad et zo grof is da je …
zoals bijvoorbeeld uh Vangheluwe dan kunt de*d moeilijk zeggen uh eigenlijk Monseigneur
moe je zeggen è.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
85
134. “en precies daarom doen ze wat da ze nu doen. da ’s eigenlijk een bijna nog veel
gerichtere …” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
135. “we gaan eens even (effe) kijken wat er g-gebeurd*u is. ja w’ ebben stukjes van ’t nieuws.
’t stond ook overal in de kranten. en dan zie je ja ze waren eigenlijk … ze kwamen van de
kermis zeg je. drie vrienden onder elkaar. uit de bocht gevlogen. uh tegen een boom. die boom
afgeknapt. nu jij zegt ‘t drinken was er niet bij maar snel rijden eer dat die boom afknapt … ze
waren alle drie op slag dood è?” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
136. “’t is vooral diejen*d drieling waar da*d ‘k ‘t van denk van goh.”
(Tom Naegels in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
In de tabel vinden we de resultaten met betrekking tot dit tussentalig kenmerk terug.
Gesprek 1 Gesprek 2 Gesprek 3 Gesprek 4 Gesprek 5
Goedele 0.00% (0/2) 9.09% (1/11) 0.00% (0/5) 0.00% (0/6) 0.00% (0/5)
Kamagurka 73.33% (11/15) 12.50% (1/8) / / /
Urbanus 41.67% (5/12) / / / /
M. Freilich 0.00% (0/4) / / / /
Lisa-Marie / 80.00% (4/5) / / /
Tom
Naegels / / / / 100.00% (1/1)
Marco
Borsato / / 0.00% (0/26) / /
Steve
Stevaert / / / 0.00% (0/1) /
Tinkebell / / / 0.00% (0/25) /
dokter
Verpoest / / / / 0.00% (0/7)
Figuur 63. Percentage van de gevallen waarin dat als expletieve complementeerder wordt gebruikt.
86
In de grafiek zien we dat Michaël Freilich, Marco Borsato, Tinkebell en dokter Verpoest dit kenmerk
niet toepassen. Tom Naegels heeft voor dit kenmerk een tussentaligheidsgehalte van honderd procent.
Dit vereist wel enige nuancering. Tijdens de gesprekken had de spreker in kwestie ook maar één keer de
kans om dit kenmerk toe te passen. Het totaalcijfer ligt dus enorm laag wat dan ook dit resultaat deels
verklaart. Hetzelfde vinden we bij Steve Stevaert. Ook hij had één keer de mogelijkheid om dat als
expletieve complementeerder te gebruiken en hij gebruikte in dit geval de standaardtalige vorm. Dit
verklaart waarom we bij Steve Stevaert een tussentaligheidsgehalte van nul procent aantreffen voor dit
specifieke kenmerk.
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3,45 41,67 52,17 80,00 100,000,00
20,00
40,00
60,00
80,00
100,00
120,00
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (p
erce
nta
ges
)
dat als expletieve complementeerder
Percentage waarin 'dat' als expletieve complementeerder wordt gebruikt
Figuur 64. Tussentaligheidsgehalte per spreker met betrekking tot
het gebruik van dat als expletieve complementeerder.
4.3.2 Dubbele negatie
Dubbele negatie kwam niet in grote mate in het bronmateriaal voor. Daarenboven kan de beslissing in
welke gevallen dubbele negatie kan worden toegepast, verschillen van persoon tot persoon. Daarom
leek het dan ook beter dit kenmerk niet in de tussentaalindex op te nemen. Deze dubbele negatie vonden
we in het bronmateriaal terug bij Urbanus en bij Goedele.
137. “goh ik vind eigenlijk dat de mensen die dat soort programma’s maken bijna nie anders
nie meer kunnen want alle vorige Banana Splitten uh dad is … uh al die trucjes zijn opgebruikt.
en de mensen zijn tegenwoordig ook veel meer alert. uh as z’ ergens nu naa ne*d winkel gaan
87
en daar valt er ne*d koekendoos dan is ’t waar angen de camera’s. ik denk da ze bijna nie
anders kunnen dan in het privéleven van de mensen …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
138. “awel*t nee ‘k ken Linda een beetje want d-daar*u op ’t volgende prentje hangt ze gans
ondersteboven. en dan zeg ik amai zo’n diepe kloof eb ik nog nooit nie gezien. dus ik kan altijd
uh voor de rechter zeggen ja maar ik bedoelde echt die kloof daar è. kan ‘k*d ik daar nu aan
doen da Linda De Win in ’t echt ook een dieke-diep-diepe*u kloof eeft. dus maar uh ’t zit in de
context van cartoon.” (Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
139. “want da ‘s … daar zitten serieuze idioten en de kerk ik ik eb daar nu al twintig jaar mee
gelachen ma ik eb nooit van niemand nen*d dreigbrief gekregen è. wel lezersbrieven en xxx ma
niemand heeft mij ooit bedreigd. terwijl als ge lacht met den*d islam ja dan staan d’r daar
direct drie vier idioten ja we gaan uwe*d kop afsnijden.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
140. “we gaan ook vandaag de laatste keer over hebben. en dan daarna nooit nie meer over da
faillissement.” (Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
4.3.3 Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep
Bepalen welke werkwoordelijke eindgroepen in tussentaal doorbroken zouden kunnen worden en welke
niet, berust gedeeltelijk op persoonlijk oordeel. Daarenboven stelt Taeldeman (2008) dat de doorbreking
van de werkwoordelijke eindgroep geen tussentalig kenmerk is maar eerder tot de kenmerken van het
Belgisch Nederlands behoort. Daarom werd dit kenmerk niet opgenomen in de tussentaalindex. Deze
doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep werd in het bronmateriaal gehanteerd door Urbanus,
Kamagurka, Marco Borsato en Steve Stevaert. Het feit dat deze doorbreking van de werkwoordelijke
eindgroep ook kan worden teruggevonden bij Marco Borsato zou erop kunnen wijzen dat dit niet echt
als een tussentalig kenmerk beschouwd zou moeten worden.
141. “zo d’r is nen*d humorist die ga lachen me alle religies è. de uh den*d islam het
christendom het jodendom uh boeddhisme. en diejen*d die kan raden welke godsdienst dat daar
nie kan mee lachen die wint nen*d tulband. ja ge ga gij gene*d last ebben daarmee.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
142. “d’rbij ge zij nie zeker da ge dood zijt als ge me uwen*d auto tegen een paal rijdt è verre
van. ‘k bedoel als ge wil zelfmoord re-plegen*u dan gaat de*d onder nen*d trein springen of zo
of …” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
88
143. “xxx een beetje ik denk dat het een beetje achteraf gezien een beetje is te snel te groot
geworden. d’r zijn er zijn zijn prachtige mooie dingen gedaan hè. w’ hebben carrières van Guus
Meeuwis Ilse De Lange uh dat van mij toen prachtig begeleid en op niveau gebracht. alleen te
snel te groot en uh en en daar we eigenlijk zijn verbrand in succes.”
(Marco Borsato in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
144. “die ad schrik dat die ging als sjakoch*d eindigen. die was elemaal zot geworden die kat.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
4.4 Semantische kenmerken
4.4.1 Puur futuraal gebruik van gaan
Of het gebruik van het werkwoord gaan al dan niet beschouwd kan worden als puur futuraal en dus als
tussentalig is heel vaak afhankelijk van de intentie van de spreker, van wat de spreker eigenlijk bedoelt
en wilt uitdrukken. Vermits dit ontzettend moeilijk is om te achterhalen, werd dit kenmerk niet
opgenomen in de tussentaalindex. Toch werden in het bronmateriaal enkele voorbeelden teruggevonden
die als tussentalig bestempeld zouden kunnen worden.
145. “maar ik vind dat ‘t eerder helend kan werken. allee*t ik wil een schoon voorbeeld geven è
da ge me humor dingen kunt ontkrachten. uh ik zat ne*d keer me Hugo Matthyssen Bart Peeters
en Ronny Mosuse in in in ’t Sportpaleis in de catacomben en uhm ja we waren daar aan ’t
zeveren en ineens zegt Hugo Ronny haalt daar ne*d keer een pintje of vier. ja waarom moet
‘k*d ik altijd pinten gaan halen? ah omda gij ne*d neger zijt. ah ja da ’s just da ’s uh da ’s een
zeer goed argument. ma da overstijgt gewoon …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
146. “en uh ij ’s mij komen vragen of dat ij terug bij mij mocht wonen. ‘k eb gezegd dat ij em
moest gaan amuseren me zijn vrienden. dat ij da efkes*d gewoon moest loslaten.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
147. “‘k eb nog een berichtje ghad van em om half elf da ‘k nie mocht opgeven. da ‘k em nie
mocht vergeten. xxx ‘k lag al te slapen want ik moest de maandag normaal gezien gaan werken.
‘k eb em ’s morgens teruggestuurd rond vijf uur da ‘k altijd op em ga wachten. da ‘k em altijd
graag ga zien. maar ij was al dood dan. mijn bericht is nooit toegekomen want zijn GSM is
uitgevallen in ’t accident.” (Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
89
4.5 Lexicale kenmerken
4.5.1 Tussentalige interjecties
Bij het bepalen van de procentuele aanwezigheid van tussentalige interjecties werd onderzocht hoeveel
standaardtalige interjecties in het bronmateriaal voorkwamen. Interjecties werden beschouwd als
standaardtalig als zij in het Protocol voor Orthografische Transcriptie niet gelabeld werden als nieuwe
tussenwerpsels. Deze tussenwerpsels werden al tot de groep van reeds bestaande, algemeen aanvaarde
interjecties gerekend. In het bronmateriaal konden volgende voorbeelden van tussentalige interjecties
worden teruggevonden:
148. “xxx allee*t ik probeer et nu een beetje duidelijk … dat je zegt ja ma als die mensen daar
echt zo zwaar door gekwetst worden da ze rare dingen doen. daar ligt dan de grens. ja Kama
klopt dat?” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
149. “awel*t ja toen. ’t is da. dan dan kijkt ij en dan zie ‘k dat ij nie echt kwaad is. dat hij
gewoon … hij is hij content da ’t nie waar is. xxx …”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
150. “dan gaan we naar de u-uh*u Geverniste Vernepelingskes. ook daar staan … daar heb je
geen keuze. daar sta je wel of niet als bekende vrouw bloot in. krijg je daar reacties op? zijn er
uh … è want je zei daarstraks nee nee haha lachen. maar durft er iemand te zeggen tegen jou
nee zeg Urbanus da zie ‘k*d ik nie zitten ze*t.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
Per individuele interjectie kon geen procentueel resultaat berekend worden omdat voor een tussentalige
interjectie geen specifieke standaardtalige tegenhanger voorhanden is. Daarom werd dit kenmerk niet in
de tussentaalindex opgenomen. In de volgende tabellen vinden we de resultaten voor de verschillende
interjecties uitgedrukt in absolute aantallen.
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
Lexicaal Interjecties allee 3 2 4 0
awel 0 4 1 0
90
ze 1 1 0 0
Figuur 65. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010)
(Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
Lexicaal Interjecties allee 0 0 2
Figuur 66. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Steve Stevaert Tinkebell
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
TT
(absolute
aantallen)
Lexicaal Interjecties allee 0 1 0
Figuur 67. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
4.5.2 Tussentalige woordenschat
Omdat het gebruik van tussentalige woordenschat vrij laag ligt, wat ook kan afgeleid worden uit de
resultaten in onderstaande tabellen, werd het kenmerk niet gebruikt in de tussentaalindex. Volgende
voorbeelden waren aanwezig in het bronmateriaal.
151. “ggg ja die hing in aren*d blote*d aan zo ne*d lus*a aan ne*d luchter en Samson wou
hing vanonder in aar gat te bijten. maar de meeste …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
152. “en ’t enigste*d wat da ze wouden was under*d amuseren.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
91
153. “Orry was de chauffeur. ma ze zagen … z’ adden veel dingen voor naar uit te kijken. z’
adden nog een gans*d leven voor under*d.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
154. “uhm nee ma ‘k wil … ik luister altijd graag en ‘k ga mijn gedacht*d zeggen.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
155. “maar ik vind dat ‘t eerder helend kan werken. allee*t ik wil een schoon*d voorbeeld
geven è da ge me humor dingen kunt ontkrachten. uh ik zat ne*d keer me Hugo Matthyssen Bart
Peeters en Ronny Mosuse in in in ’t Sportpaleis in de catacomben en uhm ja we waren daar aan
’t zeveren en ineens zegt Hugo Ronny haalt daar ne*d keer een pintje of vier. ja waarom moet
‘k*d ik altijd pinten gaan halen? ah omda gij ne*d neger zijt. ah ja da ’s just*d da ’s uh da ’s
een zeer goed argument. ma da overstijgt gewoon …”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
156. “uh zelfs Boeddha kunt de*d makkelijk tekenen ma Mohammed ‘k wee nie … d’r zijn ier
w-weinig*u … ik denk misschien een beetje lijk*d Urbain.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
157. “die ad schrik dat die ging als sjakoch*d eindigen. die was elemaal zot geworden die kat.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
158. “me macht gewoon tuurlijk*d. en trouwens de Taliban da zijn ook allemaal verkrachte
kinders*d è.” (Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
Volgende tabellen geven de resultaten weer met betrekking tot het gebruik van tussentalige
woordenschat.
Goedele
Kamagurka
Urbanus
M. Freilich
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Lexicaal Woordenschat blote 0.00 (0/2) / 100.00 (2/2) /
gans 0.00 (0/3) / 100.00 (1/1) 0.00 (0/1)
gedacht / 100.00 (1/1) / /
just / / 100.00 (1/1) /
lijk / 50.00 (1/2) / /
92
schoon 0.00 (0/1) / 50.00 (1/2) /
tuurlijk / 75.00 (3/4) 100.00 (2/2) 0.00 (0/1)
Figuur 68. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-Marie Kamagurka
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Lexicaal Woordenschat enigste / 100.00 (1/1) /
gans 0.00 (0/1) 100.00 (1/1) /
just / 0.00 (0/1) /
schoon 0.00 (0/1) / /
tuurlijk / / 0.00 (0/1)
Figuur 69. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele - Lisa-Marie - Kamagurka).
Goedele
Tom Naegels Marco
Borsato
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Lexicaal Woordenschat gans / / 0.00 (0/1)
lijk / / 0.00 (0/1)
schoon / / 0.00 (0/4)
tuurlijk / / 16.67 (1/6)
Figuur 70. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato).
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Lexicaal Woordenschat gans 0.00 (0/1) / 0.00 (0/2)
lijk / / 0.00 (0/1)
sjakoch 0.00 (0/3) 100.00 (1/1) /
tuurlijk / / 0.00 (0/3)
Figuur 71. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele - Steve Stevaert - Tinkebell).
93
Goedele
Tom Naegels dokter
Verpoest
TT
(%)
TT
(%)
TT
(%)
Lexicaal Woordenschat just / / 0.00 (0/1)
tuurlijk / / 0.00 (0/1)
Figuur 72. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest).
4.6 Discussie
Volgende grafieken geven de procentuele aanwezigheid weer van de tussentalige kenmerken die
opgenomen werden in de tussentaalindex. Het gaat hier om het gemiddelde van de procentuele
resultaten zoals die in de verschillende gesprekken voorkwamen, zodat een algemeen percentage per
kenmerk per persoon kan worden verkregen. Er wordt aangegeven bij welk percentage van alle gevallen
de tussentalige vorm wordt gebruikt en bij welk percentage de standaardtalige vorm. De grafieken
werden gerangschikt van de meest standaardtalige sprekers naar de meest tussentalige sprekers. Zo zien
we dat het taalgebruik van de Nederlandse Tinkebell bijna perfect standaardtalig is. Aan het andere
uiteinde van het continuüm vinden we Lisa-Marie.
94
3,33
3,13
2,33
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Andere vormen v. deletie
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
t-deletie
h-deletie
/t/ --> /d/ voor vocaal
Afwijkende diminutiefvorm
Adnominale flexie
Afwijkend vnwd.
'dat' als expletieve complementeerder
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Tinkebell - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 73. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Tinkebell.
7,37
7,22
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
t-deletie
Andere vormen v. deletie
h-deletie
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
/t/ --> /d/ voor vocaal
Afwijkende diminutiefvorm
Adnominale flexie
Afwijkend vnwd.
'dat' als expletieve complementeerder
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Marco Borsato - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 74. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Marco Borsato.
95
27,27
15,38
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
t-deletie
h-deletie
Andere vormen v. deletie
/t/ --> /d/ voor vocaal
Adnominale flexie
Afwijkend vnwd.
'dat' als expletieve complementeerder
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
dokter Verpoest - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 75. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) –
dokter Verpoest.
33,33
20,00
9,09
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
t-deletie
h-deletie
Andere vormen v. deletie
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
/t/--> /d/ voor vocaal
Afwijkende diminutiefvorm
Adnominale flexie
Afwijkend vnwd.
'dat' als expletieve complementeerder
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
M. Freilich - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 76. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – M. Freilich.
96
53,21
33,58
32,14
31,94
27,95
25,22
20,00
1,82
0,75
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
t-deletie
/t/ --> /d/ voor vocaal
h-deletie
Adnominale flexie
Andere vormen v. deletie
Afwijkende diminutiefvorm
'dat' als expletieve complementeerder
Afwijkend vnwd.
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Goedele - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 77. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Goedele.
100,00
72,73
66,67
33,33
18,18
14,29
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Adnominale flexie
Afwijkend vnwd.
t-deletie
h-deletie
Andere vormen v. deletie
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
'dat' als expletieve complementeerder
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Steve Stevaert - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 78. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Steve Stevaert.
97
100,00
100,00
66,67
50,00
37,50
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
/t/ --> /d/ voor vocaal
'dat' als expletieve complementeerder
t-deletie
Adnominale flexie
Andere vormen v. deletie
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Tom Naegels - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 79. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Tom Naegels.
89,74
78,57
75,60
66,67
58,33
54,17
51,43
42,92
4,00
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
t-deletie
/t/ --> /d/ voor vocaal
h-deletie
Afwijkende diminutiefvorm
Afwijkend vnwd.
Andere vormen v. deletie
Adnominale flexie
'dat' als expletieve complementeerder
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Kamagurka - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 80. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Kamagurka.
98
100,00
89,19
77,78
74,29
64,29
47,17
41,67
37,50
32,14
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
/t/ --> /d/ voor vocaal
Adnominale flexie
h-deletie
t-deletie
Afwijkend vnwd.
Andere vormen v. deletie
'dat' als expletieve complementeerder
Afwijkende diminutiefvorm
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Urbanus - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 81. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Urbanus.
95,00
90,70
87,50
80,00
61,54
45,45
43,48
17,39
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
t-deletie
h-deletie
Afwijkend vnwd.
'dat' als expletieve complementeerder
Afwijkende diminutiefvorm
Andere vormen v. deletie
Adnominale flexie
Assimilatie /t/ + /d/ --> /t/
/t/ --> /d/ voor vocaal
Tussentaligheidsgehalte (percentages)
Lisa-Marie - Tussentaligheidsgehalte per kenmerk
Gebruik van tussentalige vorm Gebruik van standaardtalige vorm
Figuur 82. Tussentaligheidsgehalte per kenmerk (rekening houdend met de tussentaalindex) – Lisa-Marie.
99
Om weer te geven waar de verschillende sprekers zich precies bevinden in dit continuüm van uitsluitend
standaardtalig naar uitsluitend tussentalig taalgebruik, kunnen we volgende visuele voorstelling hanteren.
100% ST 100% TT
1.2.3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
1. Tinkebell
2. Marco Borsato
3. dokter Verpoest
4. Michaël Freilich
5. Goedele Liekens
6. Steve Stevaert
7. Tom Naegels
8. Kamagurka
9. Urbanus
10. Lisa-Marie
Figuur 83. Positie van de verschillende sprekers in het continuüm van uitsluitend standaardtalig
naar uitsluitend tussentalig taalgebruik.
Hoewel het taalgebruik van deze eerste vier sprekers nauw aansluit bij de Nederlandse standaardtaal, maken
ook zij gebruik van sommige tussentalige kenmerken. Uit de voorgaande grafieken kunnen we afleiden dat het
hier steeds gaat om morfo-fonologische kenmerken. Volgende grafiek toont ons dat alle sprekers ten minste
één morfo-fonologisch tussentalig kenmerk in hun taalgebruik integreren. Zes van de tien sprekers hanteren
morfo-syntactische tussentalige kenmerken en vijf sprekers maken gebruik van het syntactische tussentalige
kenmerk dat werd opgenomen in de tussentaalindex, namelijk het gebruik van dat als expletieve
complementeerder..
100
5 6 100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Syntactische kenmerken Morfo-syntactische kenmerken Morfo-fonologische
kenmerken
Aa
nta
l sp
rek
ers
Aantal sprekers dat tussentalige kenmerken toepast
Aantal sprekers dat in hun taalgebruik tussentalige kenmerken integreert
Figuur 84. Aantal sprekers dat tussentalige kenmerken toepast.
Vermits alle sprekers op bepaalde momenten gebruik maken van morfo-fonologische tussentalige kenmerken
zouden sommige van deze kenmerken misschien eerder beschouwd moeten worden als kenmerken van de
algemene informele spreektaal in plaats van als tussentalige kenmerken. Uit de grafiek kunnen we afleiden dat
vooral de t-deletie en de categorie andere vormen van deletie enorm hoog scoren. Elke spreker integreert op
bepaalde momenten de t-deletie in zijn of haar taalgebruik en ook de andere vormen van deletie vinden we bij
negen sprekers van de tien terug.
101
4 4 6 7 9 100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Afwijkende
diminutiefvorm
/t/ --> /d/ voor
vocaal
h-deletie Assimilatie /t/
+ /d/ --> /t/
Andere vormen
v. deletie
t-deletie
Aa
nta
l sp
rek
ers
Aantal sprekers dat morfo-fonologische tussentalige kenmerken
toepast
Aantal sprekers dat in hun taalgebruik tussentalige kenmerken integreert
Figuur 85. Aantal sprekers dat morfo-fonologische tussentalige kenmerken toepast.
Hoewel figuur 29 aantoonde dat de /t/-klank procentueel gezien meer gedeleerd wordt bij niet dan bij dat, zien
we dat alle sprekers in meer of mindere mate de /t/-klank in dat deleren terwijl dit bij niet slechts vijf sprekers
van de tien zijn. Ook bij de andere vormen van deletie zien we dat acht sprekers is als s uitspreken. Slechts zes
sprekers gebruiken ma in plaats van maar hoewel deze deletie procentueel gezien wel het vaakst voorkwam in
figuur 43.
102
1 1 1 1 1 3 3 3 4 5 100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
deed goed moet weet zijt omdat vind wat met niet dat
Aa
nta
l sp
rek
ers
Aantal sprekers dat t-deletie toepast
Aantal sprekers dat in hun taalgebruik t-deletie integreert
Figuur 86. Aantal sprekers dat t-deletie toepast.
1 1 1 2 2 3 6 6 80
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ghad i.p.v. gehad
ma i.p.v. mag
voo i.p.v. voor
is i.p.v. eens
naa i.p.v. naar
a of as i.p.v. als
Deletie eindsjwa
ma i.p.v. maar
s i.p.v. is
Aa
nta
l sp
rek
ers
Aantal sprekers dat andere vormen van deletie toepast
Aantal sprekers dat in hun taalgebruik andere vormen van deletie integreert
Figuur 87. Aantal sprekers dat andere vormen van deletie toepast.
103
Het gebruik van da in plaats van dat en s in plaats van is zijn dus het meest wijdverspreid bij de sprekers uit
het bronmateriaal. Het is allesbehalve toeval dat net deze twee kenmerken het hoogst scoren. Ze komen
immers vaak samen voor. Dit wordt geïllustreerd door volgende voorbeelden.
159. “ja nee ma allee*t ‘k … mijn mijn vrouw nadien die haalt gewoon al mijn dt-fouten d’ruit
dus allee*t ja da ’s in samenspraak è.”
(Urbanus in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
160. “awel*t da ’s toch nie erg. ne*d cavia da ‘s toch niks. da ’s toch een kinderspeelgoed.”
(Kamagurka in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
161. “da ’s toch verschrikkelijk è. jij maakt zoiets mee als jonge vrouw en dan gaan ze in ’t
dorp en overal en en wij zijn allemaal zo è. direct oordelen oh dronkenlappen feestvierders uh
uh onverantwoord.” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
162. “ja. da ’s nie omda wij graag dood willen of da wij daar iets mee te maken emmen*d. da
was gewoon uit respect voor et leven eigenlijk.”
(Lisa-Marie in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
163. “en uh uhm maar wat er uh aan overblijft dat dat is da ’s nog te bepalen. ‘k bedoel ’t is
nog niet helemaal duidelijk wat de individuele borgen kunnen inbrengen. en in principe zijn die
borgen hoofdelijk dus d*a in principe betekent dat dus dat ze dat per hoofd uh kunnen
terughalen.” (Marco Borsato in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
164. “is dad eigenlijk iets da wel te combineren valt? artiest zijn en tegelijkertijd een groot
bedrijf runnen? da ’s toch een voltijdse taak?”
(Tom Naegels in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
165. “maar da ’s allemaal genoeg-genoegzaam*u bekend denk ik.”
(Steve Stevaert in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
166. “en da ’s goed. ggg.” (Tinkebell in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
Onder de sprekers die deze combinatie in hun taalgebruik integreren bevinden zich ook de Nederlandse
zanger Marco Borsato en de Nederlandse kunstenares Tinkebell. We kunnen dus stellen dat het gebruik
van de combinatie van het tussentalige da (dat) en het tussentalige s (is) niet langer beschouwd moet
worden als een strikt tussentalig kenmerk maar eerder als een kenmerk van de algemene informele
spreektaal.
104
Om te onderzoeken welk effect de gesprekspartner heeft op het taalgebruik van een spreker is vooral het
taalgebruik van de presentatrice, Goedele Liekens, van belang. Zij komt immers in contact met negen
verschillende gesprekspartners. We merken al op dat haar tussentaligheidsgehalte verschilt per gesprek.
Dit zien we ook in de volgende grafiek.
30,39 24,91 18,02 19,85 22,810
5
10
15
20
25
30
35
Gesprek 1 Gesprek 2 Gesprek 3 Gesprek 4 Gesprek 5
Tu
ssen
tali
gheid
sgeh
alt
e (
perc
en
tages)
Goedele - Tussentaligheidsgehalte
Procentueel gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 88. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per gesprek.
We zien een duidelijk verschil tussen het eerste en tweede gesprek enerzijds en het derde en vierde
gesprek anderzijds. In het eerste en tweede gesprek is het taalgebruik van de hoofdspreker,
respectievelijk Urbanus en Lisa-Marie, enorm tussentalig. In het derde en vierde gesprek zijn de
hoofdgasten Marco Borsato en Tinkebell, van wie het taalgebruik bijna perfect standaardtalig is. De
tussentalige kenmerken die door Goedele gehanteerd worden en werden opgenomen in de
tussentaalindex, zijn zo goed als altijd morfo-fonologische kenmerken. We hadden al vastgesteld dat
morfo-fonologische tussentalige kenmerken sneller geïntegreerd worden in het taalgebruik dan de
andere tussentalige kenmerken. Morfo-fonologische tussentalige kenmerken zullen nog steeds
voorkomen, ook al probeert de spreker zo standaardtalig mogelijk te spreken. Zo zien we dat Goedele in
het vierde gesprek slechts één keer gebruik maakt van de adnominale flexie.
167. “het klinkt in ieder geval als ne*d kunstenaar als ik u bezig hoor. zoveel is duidelijk. dank
u wel.” (Goedele in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
105
Deze adnominale flexie komt echter helemaal op het einde van het gesprek voor, op een moment dat
Goedele eigenlijk het gesprek wilt beëindigen. Het is een uiting van heel spontaan taalgebruik en
verschilt zo van de uitingen waarin ze op voorhand vastgelegde vragen stelt aan haar gasten. Het is in
zulke uitingen dat meer gemarkeerde tussentalige kenmerken kunnen voorkomen.
5 4 6 4 10
1
2
3
4
5
6
7
t-deletie h-deletie Andere vormen v.
deletie
Assimilatie /t/ +
/d/ --> /t/
/t/ --> /d/ voor
vocaal
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (a
bso
lute
aan
tall
en)
Gesprek 3 - Goedele
Gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 89. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per kenmerk in gesprek 3 (12/10/2010)
(Goedele – Tom Naegels – Marco Borsato).
106
5 6 8 4 2 10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
t-deletie h-deletie Andere vormen
v. deletie
Ass. /t/ + /d/
--> /t/
/t/ --> /d/ voor
vocaal
Adnominale
flexie
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (a
bso
lute
aan
tall
en)
Gesprek 4 - Goedele
Gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 90. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per kenmerk in gesprek 4 (02/11/2010)
(Goedele – Steve Stevaert – Tinkebell).
Wanneer we deze resultaten vergelijken met die voor het eerste en tweede gesprek merken we dat de
aantallen van voorkomen opmerkelijk hoger liggen en dat ook andere, niet morfo-fonologische,
tussentalige kenmerken voorkomen. In het bronmateriaal vinden we het gebruik van adnominale flexie,
afwijkende voornaamwoorden en het gebruik van dat als expletieve complementeerder terug.
168. “da ’s ons thema van vandaag. hoe ver kan je gaan met humor? we gaan een paar
voorbeelden bekijken. en we beginnen met uh die die aflevering van Banana Split waar Piet
Huysentruyt uh werd gepakt zeg maar. ja ook opschrijven want as we zo beginnen. è zijn
dochter Marie kwam bij em langs. die kwam aar nieuwe verloofde voorstellen. echt zo’n beetje
ne*d loser*v. en die vraagt haar daar ter plekke ten huwelijk en dan blijkt ze ook nog ‘ns (is)
zwanger te zijn van die gast. en Piet vond da nie zo heel leuk.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
169. “ma ja hier gaat ‘t toch een stuk verder è. Bieke Illegems ligt op hare*d rug. komt daar
wad is ’t van alles ggg uit haar uit haar vagina.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
170. “ne*d cavia en en en en … “ (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 1)
107
171. “zeggen ik ga naar de televisie en ik ga zeggen jongens weet de*d wa. die gasten waren
OK. die hadden niet gedronken. OK die reden te snel.”
(Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
172. “en gij zag hem doodgraag.” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
173. “we gaan eens even (effe) kijken wat er g-gebeurd*u is. ja w’ ebben stukjes van ’t nieuws.
’t stond ook overal in de kranten. en dan zie je ja ze waren eigenlijk … ze kwamen van de
kermis zeg je. drie vrienden onder elkaar. uit de bocht gevlogen. uh tegen een boom. die boom
afgeknapt. nu jij zegt ‘t drinken was er niet bij maar snel rijden eer dat die boom afknapt … ze
waren alle drie op slag dood è?” (Goedele in Goedele Nu op 14 september 2010 – gesprek 2)
25 22 24 8 4 30
5
10
15
20
25
30
t-deletie h-deletie Andere vormen
v. deletie
Ass. /t/ + /d/
--> /t/
/t/ --> /d/ voor
vocaal
Adnominale
flexie
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (a
bso
lute
aan
tall
en)
Gesprek 1 - Goedele
Gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 91. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per kenmerk in gesprek 1 (14/09/2010)
(Goedele – Kamagurka – Urbanus – M. Freilich).
108
14 26 16 12 2 2 10
5
10
15
20
25
30
t-deletie h-deletie Andere vormen v.
deletie
Ass. /t/ + /d/ --> /t/
/t/ --> /d/ voor vocaal
Afwijkend vnwd.
'dat' als expl. compl.
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (a
bso
lute
aan
tall
en)
Gesprek 2 - Goedele
Gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 92. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per kenmerk in gesprek 2 (14/09/2010)
(Goedele – Lisa-Marie – Kamagurka).
Het tussentaligheidsgehalte van Goedele ligt in het vijfde gesprek iets hoger dan in het derde en vierde
gesprek hoewel het taalgebruik van de hoofdspreker, dokter Verpoest, vrij nauw aansluit bij de
Nederlandse standaardtaal. Dit hogere tussentaligheidsgehalte is vooral te wijten aan het feit dat er
slechts één diminutiefvorm gebruikt wordt door Goedele en dat dit een afwijkende diminutiefvorm is.
Dit zorgt voor een tussentaligheidspercentage van honderd procent voor dit specifieke kenmerk, wat
ook een invloed heeft op het totale tussentaligheidsgehalte van Goedele in het vijfde gesprek. Naast het
gebruik van de afwijkende diminutiefvorm, een minder frequent tussentalig morfo-fonologisch
kenmerk, treffen we ook één geval van adnominale flexie aan.
174. “maar even (effe) serieus. bij ons dokter Verpoest. u bent uh gynaecoloog fertiliteitskliniek
uh UZ uh Jette hier in Brussel eigenlijk. ja wat denkt u als u zoiets ziet? ik zie u een paar keer
zo oogskes trekken oeps.” (Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
175. “nen*d drieling ja en z*a …” (Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
De uiting waarin deze afwijkende diminutiefvorm voorkomt, betreft een persoonlijke en spontane
becommentariëring van de situatie. Zoals aangehaald, is dit een gunstige omgeving voor de meer
gemarkeerde tussentalige kenmerken. De adnominale flexie die Goedele hanteert, moet eigenlijk
gekaderd worden in een groter fragment:
109
176. Tom Naegels: “nen*d drieling.”
Goedele: “nen*d drieling ja en z*a …”
Tom Naegels: “’t is vooral diejen*d drieling waar da*d ‘k ‘t van denk van goh.”
Goedele: “ja en ze wil er geen afgeven. da snap ik nie. zij eeft er drie ik zeg ik pak er één mee.
nie willen è.”
(Goedele en Tom Naegels in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
Dit fragment geeft een klein onderonsje weer tussen Goedele en Tom Naegels. Het taalgebruik van
Goedele is hier opmerkelijk tussentaliger dan in de rest van het gesprek. Haar gesprekspartner op dit
moment, Tom Naegels, gebruikt dan ook veel meer tussentalige kenmerken dan dokter Verpoest.
4 5 1 1 1 10
1
2
3
4
5
6
t-deletie h-deletie Andere vormen
v. deletie
Ass. /t/ + /d/
--> /t/
Afwijkende
diminutiefvorm
Adnominale
flexie
Tu
ssen
tali
gh
eid
sgeh
alt
e (a
bso
lute
aan
tall
en)
Gesprek 5 - Goedele
Gebruik van tussentalige kenmerken
Figuur 93. Tussentaligheidsgehalte van Goedele per kenmerk in gesprek 5 (05/10/2010)
(Goedele – Tom Naegels – dokter Verpoest).
Dat het taalgebruik van Goedele beïnvloed wordt door het taalgebruik van haar gesprekspartner kan
gestaafd worden door enkele voorbeelden. Zo past Goedele systematisch de h-deletie toe bij de
interjectie hè. Toch zal zij in twee instanties deze h-deletie niet toepassen. Wanneer ze in gesprek is met
Marco Borsato, van wie het taalgebruik bijna perfect standaardtalig is, wordt haar taalgebruik door haar
gesprekspartner beïnvloed en zal zij geen h-deletie toepassen bij deze interjectie. Ook tijdens het
gesprek met dokter Verpoest, van wie het taalgebruik vrij nauw aansluit bij de standaardtaal, zal zij deze
110
h-deletie niet toepassen. Ook zal zij in het vierde gesprek in plaats van een tussentalige interjectie op
een bepaald moment de interjectie nou integreren in haar taalgebruik. Deze interjectie is niet enkel
standaardtalig maar lijkt zelfs eerder te behoren tot de variëteit van het Nederlands Nederlands dan tot
die van het Belgisch Nederlands. Goedele wordt hier heel duidelijk beïnvloed door haar Nederlandse
gesprekspartner, Tinkebell.
177. “ja want er is een tijd in Nederland in de pers zo gesuggereerd dat jij mee
verantwoordelijk zou zijn. nu heeft de curator onlangs gezegd van kijk uh hem treft geen blaam
hè?” (Goedele in Goedele Nu op 12 oktober 2010 – gesprek 3)
178. “dus je b-brengt*u je eigen leven in gevaar als als moeder. maar zij heeft dan hè wa-
want*u ze kende et woord niet goed. ze zei inseminatie maar ’t bleek in vitro te zijn. zij heeft
dan eicellen van een andere vrouw dus dan is het risico voor het kind op een trisomie op een uh
op op mongolisme eigenlijk een stuk minder.”
(Goedele in Goedele Nu op 5 oktober 2010 – gesprek 5)
179. Steve Stevaert: “maar da ’s allemaal genoeg-genoegzaam*u bekend denk ik.”
Tinkebell: “nou bij u maar u bent een intelligente meneer.”
Steve Stevaert: “dank u.”
Goedele: “nou.”
Steve Stevaert: “da ’s den*d eerste keer da ik da hoor.”
Goedele: “maar ggg.”
Tinkebell: “dat denk ik. dat denk ik. hè dat denk ik.”
Goedele: “OK enfin ga daar even (effe) van genieten. laat ons dan even (effe) proberen … dus
u zegt …”
(Goedele, Steve Stevaert en Tinkebell in Goedele Nu op 2 november 2010 – gesprek 4)
111
Conclusie
In deze masterscriptie wilden we bepalen welke tussentalige kenmerken voorkomen in de Vlaamse
talkshows en in welke mate deze kenmerken voorkomen. Er werd onderzocht of bepaalde kenmerken
die voordien bestempeld werden als typisch tussentalig, in zulke grote mate voorkwamen dat ze
kenmerkend werden voor de Vlaamse informele spreektaal. Verder wilden we onderzoeken welke
invloed het taalgebruik van de aanwezige gesprekspartners uitoefent op de tussentaligheid van het
taalgebruik van een spreker.
Er werd besloten te werken met de talkshow Goedele Nu op de commerciële televisiezender VTM. Alle
afleveringen van het eerste seizoen werden opgenomen op DVD. Vijf gesprekken werden geselecteerd
en getranscribeerd. Er werden twee gesprekken geselecteerd uit de aflevering op 14 september 2010,
een gesprek tussen Goedele, Kamagurka, Urbanus en Michaël Freilich en een gesprek tussen Goedele,
Lisa-Marie en Kamagurka. Er werd een gesprek gebruikt uit de uitzending van 12 oktober 2010 tussen
Goedele, Tom Naegels en Marco Borsato. Uit de aflevering op 2 november 2010 werd een gesprek
geselecteerd tussen Goedele, Steve Stevaert en Tinkebell. Ten slotte werd een gesprek gebruikt tussen
Goedele, Tom Naegels en dokter Verpoest uit de uitzending van 5 oktober 2010. In het bronmateriaal
werd met kleurcodes gewerkt om aan te geven welke tussentalige kenmerken voorkwamen. Al deze
kenmerken werden geteld zodat kon worden bepaald hoeveel keer elk specifiek kenmerk werd toegepast
in het bronmateriaal. Vervolgens werden ook de gevallen waarin de standaardtalige in plaats van de
tussentalige variant werd gebruikt, geteld. Op basis van deze gegevens kon voor elke spreker in elk
gesprek een tussentaligheidsgehalte worden berekend. Enkele kenmerken werden verwaarloosd bij het
opstellen van een tussentaalindex. Het betreft kenmerken die in totaal, wanneer de tussentalige en
standaardtalige varianten werden opgeteld, niet in voldoende mate in het bronmateriaal voorkwamen of
kenmerken waarvoor het bestempelen van een variant als tussentalig of standaardtalig grotendeels op
persoonlijk oordeel berustte. Vervolgens werden op basis van de tussentaalindex opnieuw
tussentaligheidsgehaltes voor alle sprekers berekend.
Uit de gegevens kon worden afgeleid dat het taalgebruik van de Nederlanders Tinkebell en Marco
Borsato, zoals verwacht, het standaardtaligst zijn. Hun taalgebruik had een tussentaligheidsgehalte van
respectievelijk 1.32 procent en 3.23 procent. De Vlamingen van wie het taalgebruik het nauwst aansluit
bij de standaardtaal zijn Michaël Freilich en dokter Verpoest met een tussentaligheidsgehalte van
respectievelijk 4.72 procent en 9.62 procent. Hierna volgt Goedele met een tussentaligheidspercentage
van 23.20 procent. Steve Stevaert en Tom Naegels volgen met een tussentaligheidsgehalte van
112
respectievelijk 44.90 procent en 61.43 procent. De sprekers die het vaakst tussentalige kenmerken in
hun taalgebruik integreren, ook de meer gemarkeerde tussentalige kenmerken, zijn Kamagurka,
Urbanus en Lisa-Marie met een tussentaligheidsgehalte van respectievelijk 61.82 procent, 65.09 procent
en 69.12 procent.
Er kon worden vastgesteld dat alle sprekers tijdens de gesprekken op bepaalde momenten gebruik
maken van morfo-fonologische tussentalige kenmerken. Vooral de t-deletie en de categorie andere
vormen van deletie scoorden hoog, h-deletie kwam minder voor. De tien sprekers gebruiken allemaal in
meer of mindere mate da in plaats van dat en acht sprekers gebruiken s in plaats van is. Hierna scoorde
het gebruik van ma in plaats van maar het hoogst bij de andere vormen van deletie met zes sprekers die
dit kenmerk hanteren en scoorde het gebruik van nie in plaats van niet het hoogst in de categorie van de
t-deletie met vijf sprekers van de tien die dit kenmerk toepassen in het bronmateriaal. Het gebruik van s
in plaats van is komt bijna uitsluitend voor in combinatie met het gebruik van nie in plaats van niet.
Omdat zelfs de meest standaardtalige sprekers, inclusief de Nederlanders Tinkebell en Marco Borsato,
af en toe da ’s gebruiken in plaats van dat is, zouden we kunnen stellen dat het gebruik van de
combinatie van deze twee tussentalige kenmerken niet langer als typisch tussentalig beschouwd zou
moeten worden maar eerder als een kenmerk van de algemene informele spreektaal.
Om de invloed van het taalgebruik van de gesprekspartners op het taalgebruik van een specifieke
spreker te bepalen, werd met het taalgebruik van de presentatrice, Goedele Liekens, gewerkt. Zij is
immers de enige spreker die met alle andere gesprekspartners in contact komt. Het taalgebruik van haar
gesprekspartners oefende wel degelijk een invloed uit op het tussentaligheidsgehalte van Goedeles
taalgebruik. Haar tussentaligheidsgehalte lag het laagst in het derde en vierde gesprek die respectievelijk
de Nederlanders Marco Borsato en Tinkebell als hoofdgast kenden. Haar taalgebruik was het
tussentaligst in het tweede en eerste gesprek waaraan, niet toevallig, die sprekers deelnamen met de
hoogste tussentaligheidsgehaltes, namelijk Lisa-Marie in het tweede gesprek en Kamagurka en Urbanus
in het eerste gesprek.
We hebben dus kunnen vaststellen dat bepaalde tussentalige kenmerken eerder tot de algemene
informele spreektaal behoren dan tot de tussentaal en dat de gesprekspartners wel degelijk de
tussentaligheid van het taalgebruik van een spreker kunnen beïnvloeden. De Vlaamse tussentaal lijkt
niet onmiddellijk alle domeinen van de standaardtaal over te nemen. Hoewel enkele kenmerken wel
geïntegreerd worden in het formelere taalgebruik, blijven de meeste tussentalige kenmerken vrij
113
gemarkeerd en zullen deze kenmerken in de toekomst nog niet onmiddellijk gehanteerd worden in
formele situaties.
Mijn onderzoek omvatte echter enkel vijf gesprekken. Om de tendens die al zichtbaar werd in de
resultaten van dit onderzoek te verduidelijken, zou een groter aantal gesprekken getranscribeerd en
geanalyseerd moeten worden. In verder onderzoek zouden ook talkshows uitgezonden op de openbare
omroep, kunnen worden opgenomen. Op de openbare omroep zijn de presentatoren immers gebonden
aan het VRT-taalcharter. Als deze presentatoren deze specifieke morfo-fonologische kenmerken, zoals
het uitspreken van dat is als da ‘s, zouden hanteren, is dit een bevestiging van de tendens die ik in mijn
onderzoek kon vaststellen. Verder zou ook de houding van de Vlamingen tegenover het taalgebruik in
zulke talkshows onderzocht kunnen worden. Hun oordeel met betrekking tot de inhoud van de talkshow
zou immers beïnvloed kunnen worden door het taalgebruik dat in het programma door de verschillende
sprekers gehanteerd wordt.
114
Referenties
1. Auer, P., “Europe’s sociolinguistic unity, or: a typology of European dialect/standard
constellations”, in: Delbecque, N., J. Van der Auwera & D. Geeraerts (eds.), Perspectives on
variation. Berlin / New York: Mouton de Gruyter, 2005, p 7-42.
2. De Caluwe, J., Belgisch Nederlands versus Nederlands Nederlands (bundel wetenschappelijke
nascholing 2000-2001), Gent: Academia Press, 2000.
3. De Caluwe, J., “Tussentaal wordt omgangstaal in Vlaanderen”, in: Nederlandse Taalkunde nr
14 (1), 2009, p 8-25.
4. Geeraerts, D., “Noch standaard, noch dialect. “Tussentaal“ in Vlaanderen en Nederland“, in:
Onze Taal nr 68 (9), 1999, p 232-235.
5. Geeraerts, D., “Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes”, in:
Ons Erfdeel nr 44 (3), 2001, p 337-344.
6. Goedertier W. & S. Goddijn,
<http://lands.let.kun.nl/cgn/doc_Dutch/topics/version_1.0/annot/orthography/ort_prot.pdf>,
01/02/2004, (5/09/2010).
7. Goossens, J., “De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen”, in: Ons Erfdeel nr 43 (1), 2000,
p 2-13.
8. Hendrickx, R., <http://vrttaal.net/extra/taalcharter.pdf>, 17/07/1998, (15/04/2010).
9. Jaspers, J., “Het Vlaamse stigma. Over tussentaal en normativiteit”, in: Taal en Tongval nr 53
(2), 2001, p 129-153.
10. Rys, K. & J. Taeldeman, “Fonologische ingrediënten van Vlaamse tussentaal”, in: Tussen taal,
spelling en onderwijs. Essays bij het emeritaat van Frans Daems, 2007, p 23-34.
11. Taeldeman, J., “Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal”, in: Taal
en Tongval nr 60 (1), 2008, p 26-50.
12. Van Gijsel, S., D. Speelman & D. Geeraerts, “Style shifting in commercials” in: Journal of
Pragmatics nr 40, 2008, p 205-226.
115
Bijlagen
Bijlage 1. Bronmateriaal: Goedele Nu
Legende:
Morfo-fonologische kenmerken:
- Deleties
- Assimilatie van een /t/-klank gevolgd door een /d/-klank tot een /t/-klank
- /t/ wordt /d/ voor vocaal
- Afwijkende diminutiefvormen
- Afwijkende meervoudsvormen
Morfo-syntactische kenmerken:
- Adnominale flexie
- Afwijkende voornaamwoorden
- Afwijkende imperatief
- Subjectsverdubbeling
- Afwijkende werkwoordsvormen
Syntactische kenmerken:
- Het gebruik van dat als expletieve complementeerder
- Dubbele negatie
- Het gebruik van voor in plaats van verplicht om
- Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep
Semantische kenmerken:
- Het puur futurale gebruik van gaan
Lexicale kenmerken:
- Tussentalige woordenschat of interjecties
116
1.1 Goedele - Kamagurka - Urbanus - Michaël Freilich (14/09/2010)
Goedele: xxx serieus. hij kijkt al zo serieus ggg. ja kunstenaars bekijken de wereld vanuit een heel
ander perspectief en de man naast mij die is daar geniaal in. alles helemaal anders zien. dus dat belooft
qua stoorzender. dag Kamagurka. jij ggg je kijkt echt zo serieus. ben jij van plan om een stoorzender te
spelen een beetje?
Kamagurka: uhm nee ma ‘k wil … ik luister altijd graag en ‘k ga mijn gedacht zeggen.
Goedele: ja da ’s de b-bedoeling*u eigenlijk. ‘k ben eigenlijk heel blij da je hier bent want
tegenwoordig die cartoonisten die worden heftig aangepakt è. Kopenhagen vorige week die explosie
was ook al gericht tegen die Deense cartoonkrant daar.
Kamagurka: ma ij ’s te vroeg gekomen è de explosie. hij ’s ontploft halverwege de …
Goedele: halverwege de wat?
Kamagurka: awel*t ij eeft ze nie geraakt è.
Goedele: ja.
Kamagurka: hij is uh halverwege ontploft nee?
Goedele: ja maar maar van ’t hotel bedoel je halverwege ja?
Kamagurka: ja.
Goedele: ma v-voel*u jij je nog veilig w*a voel jij je nooit bedreigd?
Kamagurka: uh pff*t nee eigenlijk nie nee.
Goedele: nee.
Kamagurka: nee niet direct. ma ‘k vond da eigenlijk ook ‘n … ‘k vond da eigenlijk ook ne*d slechte
cartoon.
Goedele: ggg ma heb jij … heb jij zelf ooit Mohammed de profeet getekend?
Kamagurka: awel*t ik eb erover nagedacht ma ‘k weet nie oe da(t) ij d’ruit ziet dus ik kan em niet
tekenen. Christus è weet je da ’s iemand aan ’t kruis. da ’s echt een een cliché en da ’s een ‘n archetype.
Goedele: ma Mohammed xxx …
117
Kamagurka: uh zelfs Boeddha kunt de*d makkelijk tekenen ma Mohammed ‘k wee nie … d’r zijn ier
w-weinig*u … ik denk misschien een beetje lijk Urbain.
Goedele: ja misschien xxx.
Kamagurka: ggg.
Goedele: voila uh …
Kamagurka: ik denk dad uh nen*d tulband op en w’ ebben em è.
Urbanus: ja.
Goedele: en misschien xxx … Urbanus is hier bij ons inderdaad. hoe ver kan je gaan met humor? daar
gaat het vandaag over. Piet Huysentruys die uh truyt bedoel ik. die was boos …
Kamagurka: Truys vin ik ook goe ze*t.
Goedele: ja die was ggg … nu gaat ie weer boos zijn. nee nee Piet Huysentruyt die was boos omdat ij
gisteren pijnlijk werd beetgenomen in Banana Split. Adolf Hitler die kwam eergisteren dan weer de
grapjas uithangen in De Jaren Stillekes. en heel bekend vrouwelijk Vlaanderen verschijnt alleen nog
naakt in de strips van Urbanus. Vinden al die vrouwen da plezant?
Urbanus: ja de meeste want uh meestal angen un borsten hoger en un kont mooi rond in de strip. en die
reclameren nooit.
Goedele: dus dus je zegt als we ze dan mooier afbeelden dan komt dad in orde.
Urbanus: ma nee dad is uhm de meesten zien wel in dad is pure van de pot gerukte fictie. en ja daar
staan d’r figuurkes in me unne*d naam en uh …
Goedele: ik ga notities nemen è. van de pot gerukte … ’t begint al è. ’t begint al. OK.
Urbanus: dus in dieje*d context van de strip kan dad allemaal want ik zie da gewoon als een
aaneenschakeling van cartoons.
Goedele: da ’s ons thema van vandaag. hoe ver kan je gaan met humor? we gaan een paar voorbeelden
bekijken. en we beginnen met uh die die aflevering van Banana Split waar Piet Huysentruyt uh werd
gepakt zeg maar. ja ook opschrijven want as we zo beginnen. è zijn dochter Marie kwam bij em langs.
die kwam aar nieuwe verloofde voorstellen. echt zo’n beetje ne*d loser*v. en die vraagt haar daar ter
plekke ten huwelijk en dan blijkt ze ook nog ‘ns zwanger te zijn van die gast. en Piet vond da nie zo
heel leuk.
118
BEELDFRAGMENT
Goedele: een aantal mensen lachten. von-vind*u jij dit kunnen?
Urbanus: goh ik vind eigenlijk dat de mensen die dat soort programma’s maken bijna nie anders nie(t)
meer kunnen want alle vorige Banana Splitten uh dad is … uh al die trucjes zijn opgebruikt. en de
mensen zijn tegenwoordig ook veel meer alert. uh as z’ ergens nu naa ne*d winkel gaan en daar valt er
ne*d koekendoos dan is ’t waar angen de camera’s. ik denk da ze bijna nie anders kunnen dan in het
privéleven van de mensen …
Goedele: hmm hmm.
Urbanus: infiltreren.
Goedele: ma vind je ’t kunnen? heb je zoiets van allee*t xxx …
Urbanus: wel ik vraag me eigenlijk af uh uhm h-hoe*u labiel of hoe fragiel zijn die mensen. ad
diejen*d daar nu nen*d artaanval gekregen dan was da wel moord.
Goedele: xxx allee*t ik probeer et nu een beetje duidelijk … dat je zegt ja ma als die mensen daar echt
zo zwaar door gekwetst worden da ze rare dingen doen. daar ligt dan de grens. ja Kama klopt dat?
Urbanus: ja uh ma ik snap eigenlijk nie waarom da(t) Piet ’t uitzenden toela*a … die heeft toch alle
rechten om te zeggen steekt da filmpke in ulle*d gat è jongens uh.
Goedele: denk jij dat hij echt boos was want we zien hem reageren.
Kamagurka: nee ik denk et nie. ik denk et nie. ik denk toen da(t) ik … ‘k ad da gezien in de krant die
foto’s en toen dacht ik dad ij echt boos was ma ier eb ‘k zie ‘k em kijken en ook in de camera kijken en
dan weet ij ’t is allemaal fictie. ’t is voor te lachen en ‘k ga ’t laten uitzenden.
Urbanus: nee nee nee nee ij kijkt pas in de camera as ze komen zeggen dat …
Kamagurka: awel*t ja toen. ’t is da. dan dan kijkt ij en dan zie ‘k dat ij nie echt kwaad is. dat hij
gewoon … hij is hij content da ’t nie waar is. xxx …
Goedele: ja hij kon nie reageren want hij geeft kookles ma …
Kamagurka: xxx opgelucht ademhaalt da ’t gene waar is.
Urbanus: ja ja ja ja ja. allee*t toen da(t) toen dad ik begon w-was*u mijnen*d humor al veel brutaler
dan d-die*u van Gaston en Leo. een jaar of zo later kwam Kamagurka. die was nog brutaler als ik.
119
Kamagurka: ja ma ‘k moe zeggen xxx …
Goedele: xxx
Urbanus: de nieuwe lichting de nieuwe lichting die als die willen scoren die moeten over ons heen
gaan willen ze …
Kamagurka: ma da ’s moeilijk è Urbain.
Goedele: dan gaan we naar de u-uh*u Geverniste Vernepelingskes. ook daar staan … daar heb je geen
keuze. daar sta je wel of niet als bekende vrouw bloot in. krijg je daar reacties op? zijn er uh … è want
je zei daarstraks nee nee haha lachen. maar durft er iemand te zeggen tegen jou nee zeg Urbanus da zie
‘k*d ik nie zitten ze*t.
Urbanus: ja d’r is eentje die ooit gereclameerd heeft. da was Ann Petersen ma die reclameerde op da
moment tegen alles dus. nee ik eb aar toen gebeld uh want ik ken aar van in de films xxx …
Goedele: maar in alle eerlijkheid. jij hebt uh …
Kamagurka: had j’ ook haar borsten uh …
Urbanus: ggg ja die hing in aren*d blote aan zo ne*d lus*a aan ne*d luchter en Samson wou hing
vanonder in aar gat te bijten. maar de meeste …
Goedele: je vindt da je daar als bekende mee moet kunnen lachen? want ik wil even (effe) een paar
voorbeelden tonen uh. è je hebt Linda De Win. uh je hebt uh …
Urbanus: Tante Kaat.
Goedele: Tante Kaat die et toch wel grof vond ook è Tante Kaat?
Urbanus: nee die was ‘k weet nie oe fier dat da ze nog zo strak was. ja ja ja ’t is waar.
Goedele: ma in de krant zegt ze ‘k vind ’t toch wel grof en ik vin et uh …
Urbanus: ja ja. ja ma da ’s het format. eigenlijk was da nie ons*d bedoeling. in ’t begin gingen
Bosschaert en ik gewoon ne*d strip maken over ons eigen. en toen ebben we daarmee naar de P
geweest. en ja kunt de*d daar nie wa actualiteit rond de showbizz … en uh en daarna zijn we naa Ché
gegaan. en uh ja ’t is toch een mannenblad. uh d’r mag wa bloot in. zo is da geëvolueerd.
Goedele: zien we hier Linda De Win. dad is toch een serieuze journaliste en b-belt*u … zegt die dan
nie van zeg Urbanus …
120
Urbanus: awel*t nee ‘k ken Linda een beetje want d-daar*u op ’t volgende prentje hangt ze gans
ondersteboven. en dan zeg ik amai zo’n diepe kloof eb ik nog nooit nie gezien. dus ik kan altijd uh voor
de rechter zeggen ja maar ik bedoelde echt die kloof daar è. kan ‘k*d ik daar nu aan doen da Linda De
Win in ’t echt ook een dieke-diep-diepe*u kloof eeft. dus maar uh ’t zit in de context van cartoon.
Goedele: ja.
Kamagurka: ik zou ik zou da zelf nooit nooit doen tenzij dad et natuurlijk ja dad et zo grof is da je …
zoals bijvoorbeeld uh Vangheluwe dan kunt de*d moeilijk zeggen uh eigenlijk Monseigneur moe je
zeggen è.
Urbanus: ggg
Kamagurka: Monseigneur Vangheluwe.
Urbanus: Monseigneur.
Kamagurka: uhm dan vin ik wel da je namen kunt noemen. ge kunt moeilijk geen namen noemen. en
tiens*t die stond vandaag in de Humo geloof ik.
Urbanus: ja.
Goedele: ja.
Urbanus: ggg sorry.
Goedele: sorry op mijn hand. ggg ja dus as ’t as ’t persoonlijk wordt dan dan ga je te ver zeg jij? dan
gaat het te ver?
Kamagurka: ja af en toe ook nie meer interessant. ‘k weet nie oe da(t) ‘k oe da(t) ‘k ’t zou zeggen zo.
dan gaat ’t mij … è want Linda De Win ga ‘k*d ik nooit … ik wist zelfs nie meer wie dat da was. nu …
echt waar zo rap gaat ‘t. ik denk Linda De Win ga fier zijn da z’ in da boeksje*d staat als niemand nog
weet wie da(t) ze is ga ze kunnen zeggen aan haar kleinkinders*d kijk da was ‘k*d ik. ‘k sta in da
boeksje*d.
Urbanus: ja ggg.
Goedele: ma is Linda De Win grappiger in haar blootje want waarom moeten die in un gr*a in hun
blootje staan. zijn vrouwen grappiger als ze naakt zijn?
Urbanus: bwa dad is gewoon omdat dad in een mannenblad staat. in ’t begin sloofde ik mij uit om een
oorzaak è. d’r ontploft ne*d frietketel en un kleren … ma nu sta … dus de volgende da ‘k nu bezig ben
121
ga ‘k bij den*d bakker en uhm uhm Kim Geybels staat daar achter den*d toog in haren*d blote. goh de
pistolekes zien d’r goed uit vandaag. dus uh ik zoek daar nu geen redenen meer voor.
Goedele: als seksuoloog heb ik dan toch soms zoiets van ja ma uh …
Kamagurka: xxx doe gij die een klein onderbroekske dan aan of nie?
Urbanus: die staat achter den*d toog dus z’ eeft nen*d toog aan.
Goedele: nee ma als seksuoloog denk ik dan toch ma wa zijn da gewoon voor voor seksueel
gefrustreerde gastjes eigenlijk. allee*t da gaat allemaal over seks. da ’s ’t één na ’t ander zo.
Urbanus: ja ‘k weet ‘t. ’t is studentikoos alhoewel da(t) ‘k*d ik nooit studies gedaan eb. ’t is daarmee
da studentikoze …
Goedele: ma studentikoos is iets anders dan seksueel gefrustreerd è.
Kamagurka: ma nee ma als je seksueel gefrustreerd bent doe je andere dingen è. dan word je bisschop.
Urbanus: ja nee ma allee*t ‘k … mijn mijn vrouw nadien die haalt gewoon al mijn dt-fouten d’ruit dus
allee*t ja da ’s in samenspraak è.
Goedele: ja ja.
Urbanus: da passeert. da eigenlijk da …
Goedele: ’t is nie da jij over iets wil praten me mij. da je problemen ebt of zo. zo ver gaat ’t niet?
Urbanus: nee nee goh dan zoudt de*d bijna iedereen die die die xxx …
Kamagurka: uiteindelijk uiteindelijk is dat toch nie vies. ‘k bedoel uh a(ls)*d je naa ’t strand gaat in de
zomer ze lopen allemaal in ulder*d blote borsten. ‘k bedoel …
Goedele: ma ja hier gaat ‘t toch een stuk verder è. Bieke Illegems ligt op hare*d rug. komt daar wad is
’t van alles ggg uit haar uit haar vagina.
Urbanus: ne*d cavia.
Goedele: ne*d cavia en en en en …
Kamagurka: awel*t da ’s toch nie erg. ne*d cavia da ‘s toch niks. da ’s toch een kinderspeelgoed.
Urbanus: ja da zat da zat ver*a dieje*d cavia zat verborgen in in da schaamhaar ja. Dus z’ is blij da z’
er vanaf is.
122
Kamagurka: wa ‘k*d ik vin … wat da(t) ‘k leuk vin aan die strip is ook heel onschuldig getekend is
allemaal uiteindelijk.
Goedele: ja jij lacht nie alleen me-met*u die BV-vrouwtjes. jij lacht ook met de godsdiensten è.
Urbanus: ja me veel plezier ja.
Goedele: zowel katholieke godsdiensten, moslims, uhm.
Urbanus: en en nu ja nu is de kerk elemaal in mekaar getimmerd. en uh ‘k vind da goed dat er ‘ns ne*d
grote kuis komt ma eigenlijk zou ‘k*d ik veel liever ebben dat er in den*d islam ne*d keer ne*d grote
kuis komt. daar zit eel de wereld op te wachten. want da ‘s … daar zitten serieuze idioten en de kerk ik
ik eb daar nu al twintig jaar mee gelachen ma ik eb nooit van niemand nen*d dreigbrief gekregen è. wel
lezersbrieven en xxx ma niemand heeft mij ooit bedreigd. terwijl als ge lacht met den*d islam ja dan
staan d’r daar direct drie vier idioten ja we gaan uwe*d kop afsnijden. en ik vind wij moeten aan de
lopende band grappen maken da ze da niet doorhebben. zo d’r is nen*d humorist die ga lachen me alle
religies è. de uh den*d islam het christendom het jodendom uh boeddhisme. en diejen*d die kan raden
welke godsdienst dat daar nie kan mee lachen die wint nen*d tulband. ja ge ga gij gene*d last ebben
daarmee.
Goedele: nee nee ma nu è wa*a over godsdienst …
Kamagurka: nee ma da heeft te maken me macht è Urbain.
Urbanus: tuurlijk dad i*a uh …
Kamagurka: da heeft xxx daarmee …
Goedele: wat heeft me macht te maken?
Kamagurka: me macht gewoon tuurlijk. en trouwens de Taliban da zijn ook allemaal verkrachte
kinders*d è.
Goedele: ja ja da ’s waar ja door de Russen destijds.
Urbanus: tuurlijk.
Kamagurka: xxx die zijn allemaal misbruikt geweest uh.
Urbanus: ja.
Kamagurka: en precies daarom doen ze wat da(t) ze nu doen. da ’s eigenlijk een bijna nog veel
gerichtere …
123
Urbanus: ik vind da ze alle godsdiensten moeten afschaffen en opnieuw beginnen want nu …
Goedele: ow*t wacht even (effe). we gaan dan even (effe) kijken want w’ ebben nog een gast bij ons
uh. we gaan eerst naar een fragmentje kijken want voorbije zondag was er uh in De Jaren Stillekes was
Hitler te gast. hebben jullie da gezien?
Urbanus: ik eb et gezien op internet ja.
Goedele: we gaan daar ‘ns even (effe) naar kijken ja.
BEELDFRAGMENT
Goedele: Meneer Freilich de hoofdredacteur van Joods Actueel. ja is dat kwetsend voor u en uw
godsdienst?
Michaël Freilich: nee zeker niet.
Goedele: nee.
Michaël Freilich: nee da kan.
Goedele: en wat kan dan niet? want want de Joden hebben ook een beetje de naam van lange tenen te
hebben.
Michaël Freilich: wel hier te lande misschien misschien wel maar uhm als je alle incidentjes bekijkt
van de voorbije jaren dan ga je zien dat ’t steeds weer gaat om één onderwerp en et is niet het Jodendom
of de religie of de godsdienst. het gaat om de holocaust. en die twee hangen eigenlijk niet samen.
natuurlijk zeggen wij van je mag lachen met alles. dan zeg ik altijd ik heb een keppeltje aan. Kama of
Urbain maakt daar grapjes om. ik eet koosjer. ik heb uh Joodse feestdagen. met Abraham. mag allemaal.
cartoons van uh … Joodse cartoons. geen probleem. maar als je op et andere vlak komt van de
holocaust. mensen die die … m*a echt menselijk leed. tragedie. kinderen die vermoord werden. en d’r
zijn er zeer veel overlevenden van de holocaust die nog leven vandaag. en als je daar dan echt de spot
mee begint te drijven dan is het iets helemaal anders.
Goedele: u zegt iets interessant è. u zegt met de holocaust mag niet gelachen worden. alles kan.
Michaël Freilich: nee nee nee.
Goedele: de godsdienst. maar de holocaust daar mag niet mee gelachen worden.
Kamagurka: ma ‘k denk dat da veel uh dat dat da heel veel uh Joden de holocaust overleefd hebben
door wel grappen te maken.
124
Michaël Freilich: ja ma da … ja honderd procent ja.
Kamagurka: en die mensen hebben ook het recht …
Goedele: om daarmee te lachen. dus voor u mag het wel. met de holocaust mag gelachen worden ook
met ‘t ‘t … want dad is een soort van …
Kamagurka: nee ik vind ge moet altijd lachen … allee*t ik zeg altijd van uh ge kunt beter lachen met
den*d hamer dan met de nagel. ‘k bedoel ge kunt beter lachen met met den*d diene*d die slaat dan met
diene*d die de klappen krijgt.
Goedele: hmm hmm.
Kamagurka: ma ge kunt ’t op zo’n manier doen in feite dat dat uh allee*t ja dat ’t toch nog interessant
blijft. wat is er nu grappig aan mensen die uitgemoord worden?
Urbanus: ja.
Kamagurka: of dat da nu Joden zijn of Palestijnen of wie dan ook.
Urbanus: maar ik vind dat ‘t eerder helend kan werken. allee*t ik wil een schoon voorbeeld geven è da
ge me humor dingen kunt ontkrachten. uh ik zat ne*d keer me Hugo Matthyssen Bart Peeters en Ronny
Mosuse in in in ’t Sportpaleis in de catacomben en uhm ja we waren daar aan ’t zeveren en ineens zegt
Hugo Ronny haalt daar ne*d keer een pintje of vier. ja waarom moet ‘k*d ik altijd pinten gaan halen? ah
omda gij ne*d neger zijt. ah ja da ’s just da ’s uh da ’s een zeer goed argument. ma da overstijgt gewoon
…
Kamagurka: tuurlijk tuurlijk.
Urbanus: elke vorm van racisme. Ronny die weet dat die da uh Hugo en Bart voor hem door ’t vuur
zouden gaan.
Kamagurka: daarbij we zijn allemaal wel iets xxx. gij zijt bijvoorbeeld een vrouw ja. gij gij zijt
bejaard.
Urbanus: ggg ik ben een bejaarde ja.
Goedele: goed we nemen onszelf niet te au*v serieux*v dan è. OK dank u wel Urbanus. dank u wel.
125
1.2 Goedele - Lisa-Marie – Kamagurka (14/09/2010)
Goedele: Lisa-Marie verloor vorige week de papa van haar kinderen in een weekendongeval. vorige
week ja pas en dat hoort u goed en toch wil zij hier nu al iets kwijt aan ons. zo na de break*v.
RECLAME
Goedele: elke maandag zijn ze een bericht in de krant. de weekendongevallen. en wij hebben dan
zuchtend ons oordeel klaar. te veel gedronken. te snel gereden. misschien wel drugs.
onverantwoordelijke gasten zijn het. nu Lisa-Marie is een jonge vrouw die verder moet leven met de
gevolgen van zo’n ongeval. vorig weekend verloor ze de liefde van haar leven de vader van haar twee
kinderen. vorig weekend. jij bent pas tweeëntwintig Lisa-Marie. je hebt uhm voorbije zaterdag Jean-
Paul begraven. waarom kom jij naar ’t programma? waarom wil jij naar ier komen?
Lisa-Marie: omda ‘k uh duidelijk wil maken dat die jongens echt nie gedronken hadden. d’r hoeft ook
nie altijd alcohol bij te zijn voor u t’ amuseren. ze wouden gewoon samenkomen op de kermis. mijne*d
vriend was genen*d uitgaander. w’ ebben samen twee kindjes. ij was al drie jaar nie weggeweest.
Goedele: hmm.
Lisa-Marie: en ’t enigste*d wat da(t) ze wouden was under*d amuseren.
Goedele: ja en de mensen oordelen zo snel è.
Lisa-Marie: ja.
Goedele: we gaan eens even (effe) kijken wat er g-gebeurd*u is. ja w’ ebben stukjes van ’t nieuws. ’t
stond ook overal in de kranten. en dan zie je ja ze waren eigenlijk … ze kwamen van de kermis zeg je.
drie vrienden onder elkaar. uit de bocht gevlogen. uh tegen een boom. die boom afgeknapt. nu jij zegt ‘t
drinken was er niet bij maar snel rijden eer dat die boom afknapt … ze waren alle drie op slag dood è?
Lisa-Marie: ja ze reden echt wel te snel.
Goedele: ik moet mij onmiddellijk excuseren Lisa-Marie want ik had eerlijk gezegd toen ik da in de
krant zag zelf ook zoiets van ja God daar heb je ’t toch weer. uh dronkenlappen. uh onverantwoord
gedrag. uhm ik had ook dad oordeel klaar oor. goh sorry ja ma te snel gereden ma ma ’t was nie Jean-
Paul die reed è?
Lisa-Marie: nee ’t was zijnen*d beste vriend.
Goedele: hmm hmm.
126
Lisa-Marie: ze wouden nog naar de kermis. ze wouden under*d nog efkes*d amuseren voor wanneer
da(t) ’t gedaan was.
Goedele: ja. ma ze hadden niet gedronken.
Lisa-Marie: ze hadden nie gedronken.
Goedele: geen één van de drie è.
Lisa-Marie: geen één van de drie.
Goedele: dat heeft de autopsie uitgewezen.
Lisa-Marie: ja.
Goedele: geen één van de drie.
Lisa-Marie: geen druppel alcohol in hun bloed. ma genen*d druppel ja.
Goedele: da ’s toch wel heel belangrijk è? dat je … want want je hebt zoiets ik word in het dorp en en
in de buurt wordt ie*a gaat … iedereen heeft daar onmiddellijk een oordeel en en zegt van ja die die
gasten allemaal op de lappen. jij zei ook daarnet ij is geen uitgaander.
Lisa-Marie: nee. w’ (h)emmen*d twee kindjes samen. xxx ‘k was zwanger op mijn zeventiende en
uhm ij vond al efkes*d dat dat ij gewoon efkes*d vrijheid nodig had en ik wou em da geven. ij mocht
efkes*d weggaan me zijn vrienden.
Goedele: hmm. hoe ’s da voor jou dat da gezegd wordt in ’t dorp?
Lisa-Marie: we zijn allemaal vrienden ondereen. we steunen elkaar allemaal. we konden ’t gewoon nie
geloven dat da gebeurd was.
Goedele: hmm.
Lisa-Marie: maar ij was ne*d helen*d hele goeie chauffeur. hij reed te snel en da was dom. ma z’
adden da zeker nie zo bedoeld.
Goedele: waarom zeg je dat? zeggen de mensen ook dat ze ’t opzettelijk gedaan hebben?
Lisa-Marie: ja sommigen hemmen*d wel gedacht dat dat … omda ik en mijne*d vriend adden juist een
moeilijke periode. en Orry ad ook efkes*d een moeilijke periode in zijn leven.
Goedele: Orry was de jongen die reed è?
127
Lisa-Marie: Orry was de chauffeur. ma ze zagen … z’ adden veel dingen voor naar uit te kijken. z’
adden nog een gans leven voor under*d.
Goedele: twijfel je zelf of jij bent ervan overtuigd dat da nie waar is dat ’t niet opzettelijk …
Lisa-Marie: ik ben o-overtuigd*u da ’t nie waar is. sowieso zat David d’r ook nog bij. en diene*d
jongen …
Kamagurka: d’rbij ge zij(t) nie zeker da ge dood zijt als ge me uwen*d auto tegen een paal rijdt è verre
van. ‘k bedoel als ge wil zelfmoord re-plegen*u dan gaat de*d onder nen*d trein springen of zo of …
Goedele: da ’s toch verschrikkelijk è. jij maakt zoiets mee als jonge vrouw en dan gaan ze in ’t dorp en
overal en en wij zijn allemaal zo è. direct oordelen oh dronkenlappen feestvierders uh uh
onverantwoord.
Kamagurka: ma ja a(l)s zoiets gebeurt dan z-zij*u xxx ook uh … ’s gewoon een open wonde. ge zij(t)
gij*d gewoon gekwetst en mensen houden daar totaal geen rekening mee in feite è. ‘k bedoel pfff*t ’t is
uh …
Goedele: hmm. nee we zijn daar snel mee è. veel te snel met die oordelen. want jij jij zegt ook wij
hadden net een moeilijke perl-periode*u ma je had ‘m wel nog gezien die avond dus niet …
Lisa-Marie: ja.
Goedele: ij ik … ik ad begrepen da Jean-Paul was tijdelijk even (effe) terug bij z’n mama gaan wonen
maar jullie zagen elkaar voortdurend nog.
Lisa-Marie: wij zagen elkaar nog alle dagen. ij kwam nog al-alle*u dagen met de kindjes spelen. ’s
avonds was ij bij mij geweest voo te komen vragen of dat ij niet terug bij mij mocht komen wonen. ik
vond dat te snel. ‘k wou dat ij leerde op zijn eigen benen staan. ij dee alles voo mij. ma ‘k moest em
alles vragen. en ‘k was da efkes*d beu.
Goedele: hmm.
Lisa-Marie: en uh ij ’s mij komen vragen of dat ij terug bij mij mocht wonen. ‘k eb gezegd dat ij em
moest gaan amuseren me zijn vrienden. dat ij da efkes*d gewoon moest loslaten.
Goedele: en da ‘s ’t laatste wat je hem gezegd hebt?
Lisa-Marie: ‘k eb nog een berichtje ghad van em om half elf da ‘k nie mocht opgeven. da ‘k em nie
mocht vergeten. xxx ‘k lag al te slapen want ik moest de maandag normaal gezien gaan werken. ‘k eb
128
em ’s morgens teruggestuurd rond vijf uur da ‘k altijd op em ga wachten. da ‘k em altijd graag ga zien.
maar ij was al dood dan. mijn bericht is nooit toegekomen want zijn GSM is uitgevallen in ’t accident.
Goedele: hmm. ja ook één van de redenen niet dat je zegt ik wil graag op televisie gaan zeggen van kijk
wij hadden even (effe) een moeilijke periode maar wij waren d’r voor elkaar en ik …
Lisa-Marie: ja.
Goedele: ‘k was er voor hem en hij voor mij.
Lisa-Marie: ‘k wou da ze weten dat da goeie jongens waren. ‘k wil niet dat da ze vergeten gewoon …
xxx ze wouden da echt nie.
Goedele: je wil dat iedereen weet dat het goeie jongens waren en dat jullie samen een goed koppel …
dat ’t weer beter ging.
Lisa-Marie: ja ij was alles voor mij. ‘k kende em al van in de kleuterklas.
Kamagurka: xxx ma d’r is toch ook geen enkele reden om te denken dat da slechte gasten zijn omda ze
verongelukken in nen*d auto. da kan toch nie. ‘k bedoel …
Lisa-Marie: d’r zijn zo veel roddels op Facebook*v en op andere sites*v. grove dingen. dingen die
families zeer kunnen doen.
Goedele: is dat zo? zetten mensen echt grove dingen ook op op …
Lisa-Marie: ja.
Goedele: Facebook*v en op sites*v? dat is zo è. die anonieme media dat pff*t schelden en elkaar …
Kamagurka: ma da zijn ook dingen die die uiteindelijk nie blijven angen è. ‘k bedoel anoniem dad is
anoniem da ‘s flauwekul. da ’s lucht. dad is xxx …
Goedele: maar voor de slachtoffers …
Kamagurka: voor haar is da heel erg natuurlijk. ma in feite allee*t allee*t ‘k snap et nie wat da(t) ’t is.
’t is nu eenmaal. blijkbaar moe*a voelen mensen zich goe als ze zo’n dingen doen en … ma pfff*t …
Goedele: ma misschien is dit een goeie reactie.
Kamagurka: en dit is inderdaad een …
Goedele: zeggen ik ga naar de televisie en ik ga zeggen jongens weet de*d wa. die gasten waren OK.
die hadden niet gedronken. OK die reden te snel.
129
Kamagurka: en ik vin ook mensen die die die …
Goedele: die gingen niet altijd uit.
Kamagurka: die verongelukken. moe je dan nog een keer gaan zeggen da ze da ze in fout zijn of zo? ze
zijn dood gewoon. welk wa kunt de*d nog erger ebben? ‘k bedoel z’ ebben niemand dood gereden è. ’t
is geen één gestorven die daar nie was. da ze nie kenden of wat dan ook. ’t is gewoon onzin è.
Goedele: oe was ’t op de begrafenis? was dat te doen of voelde je daar ook zo die die blikken op jou
van ja zij.
Lisa-Marie: ‘k eb veel steun aan v-vrienden*u.
Goedele: hmm.
Lisa-Marie: we zijn ’n hele hechte groep xxx en de meeste steun eb ik as*u ghad aan v-vrienden*u.
achter elke begrafenis zijn we naar de plaats van ’t accident geweest. ebben we samen gezeten op ’t
speelplein.
Goedele: ja want heel die vriendenkliek is serieus door elkaar geschud è want ’t waren drie vrienden die
d’r tussenuit gevallen zijn. jullie zijn gothics*v. speelt dad ook mee in de dat mensen snel op je uiterlijk
oordelen en zeggen jullie ebben tatoeages en piercings. da ze zoiets ebben ja die flirten een beetje met
de dood?
Lisa-Marie: ja ‘k denk da wel. ik en Orry adden … ik en Orry en Jean-Paul adden alle drie dezelfste*d
tatoeage. ’t is een Chinees teken …
Goedele: hmm hmm.
Lisa-Marie: ze betekent lang waard aan de dood.
Goedele: de dood?
Lisa-Marie: ja. da ’s nie omda wij graag dood willen of da wij daar iets mee te maken (h)emmen*d. da
was gewoon uit respect voor et leven eigenlijk.
Goedele: hmm.
Lisa-Marie: da w’ altijd moeten onthouden dat de dood daar is.
Goedele: hoe gaat ’t met de kinderen? want die zijn nog jong è. uh al uh i*a nog net geen twee en en
vier jaar.
130
Lisa-Marie: ja. uhm vrijdag eb ik et aan den*d oudste verteld. ij wou da … ij wou et nie verstaan. ij
wou nie verstaan da papa nie meer terug kwam. ‘k eb em da proberen uitleggen aan de hand van de
dood van een huisdier. ij ij begreep ’t wel ma ij wou et nie begrijpen.
Goedele: hmm. lijken z’ op em?
Lisa-Marie: ja.
Goedele: ja?
Lisa-Marie: enorm. en ‘k zie under*d doodgraag ma ’t doe mij pijn van naar under*d te kijken omda ze
zo op em lijken. ik ken mijn vriend van in ’t eerste kleuterklaske. ij is er altijd geweest voor mij. ’t is
nooit iemand anders geweest.
Goedele: hoe komt het Lisa-Marie dat jij ook dat stuk è want die oordelen maar dat ook dat stuk dat er
… dat jij dat moet zeggen. wordt daar ook over geoordeeld? zo van ja ma ze waren eigenlijk uit elkaar
en zij is nie echt goed voor hem geweest. dus zijn er mensen die daar aan twijfelen ook?
Lisa-Marie: ‘k denk da wel. niemand zegt da recht in mijn gezicht ma veel mensen denken da ‘k em in
de steek gelaten ad. en da ‘k nie genoeg ad me ’tgeen dat ij dee voor mij.
Goedele: hmm. ma hij zag jou doodgraag.
Lisa-Marie: ja.
Goedele: en gij zag hem doodgraag.
Lisa-Marie: ja. ij wou alles beter maken. ij wou em bewijzen tegenover mij. ij eeft mij nog gezegd
dienen*d avond voordat ij gestorven is. da ‘k moest wachten op em. dat ij ging zorgen da ’t allemaal
beter ging worden.
Goedele: dat hij zijn best ging doen voor jou.
Lisa-Marie: hij ging mijn best doen.
Goedele: nu los van die twee dingen. jij zegt van ik wil absoluut naar ’t programma komen. ik wil
vertellen van kijk oordeel niet te snel als je zoiets leest. uhm je wil ook zeggen van kijk wij waren wel
een goed koppel. we waren … alles was terug OK of ging terug OK komen. ma je wilde ook zijn
muziek laten horen.
Lisa-Marie: ja. zijn muziek was alles voor hem. alle dagen zat ij op zijn gitaar te spelen. alle dagen ad
ij een nieuw liedje.
131
Goedele: ja.
Lisa-Marie: ij schreef zelf zijn muziek. ij schreef zelf zijn teksten.
Goedele: ongelooflijk hoe jouw ogen gaan blinken è terwijl je dit zegt. echt zo mooi.
Lisa-Marie: ‘k zie em nog altijd voor mij.
Goedele: hmm hmm.
Lisa-Marie: ij eeft echt zijn best gedaan voor zijn muziek verder te brengen. ’t is nooit gelukt.
Goedele: en dus zeg jij nu ga ‘k ‘ns (is) voor eel ’t land die muziek laten horen.
Lisa-Marie: ja.
Goedele: ah daar gaan wij jou bij helpen.
Lisa-Marie: dank u.
Goedele: voor hem maar ook voor een heel groot stuk voor jou hoor. OK? dan gaan we luisteren. So*v
Hard*v To*v Say*v Goodbye*v is de titel.
GELUIDSFRAGMENT
Goedele: So*v Hard*v To*v Say*v Goodbye*v. heb je ‘m een kus gegeven toen hij weg ging die
laatste avond?
Lisa-Marie: ja nee.
Goedele: nee?
Lisa-Marie: ‘k wou em da geven. ma ‘k was bang dat ij ging terugkomen dan bij mij.
Goedele: misschien is da wel de boodschap è. nooit weggaan zonder een kus.
Lisa-Marie: ja.
Goedele: we wensen jou veel sterkte. bedankt Lisa-Marie.
Lisa-Marie: dank u wel.
132
1.3 Goedele - Tom Naegels - Marco Borsato (12/10/2010)
Goedele: een jaar geleden zag hij z’n levenswerk in rook opgaan. zijn bedrijf waar hij ook persoonlijk
borg voor stond werd failliet verklaard. een put van ongeveer veertien miljoen euro bleef er achter.
veertien miljoen euro. ja over ’n groot contrast gesproken. meneer Borsato …
Marco Borsato: goeie avond.
Goedele: dat moet jij toch zelf allemaal nie ophoesten die veertien miljoen euro?
Marco Borsato: uh.
Goedele: ja we komen net uit een gesprek over armoede dus …
Marco Borsato: ja nee goed. uhm nou hoe dat eruit ziet dat dat weten we nog niet. we weten nog niet
wat de restschuld is. maar ik wil …
Goedele: maar veertien miljoen is de totale put maar dat is het bedrijf. dat is niet j-jouw*u verlies toch
of wel?
Marco Borsato: nee nou goed d’r d’r zijn wel een aantal hoofdelijke aansprakelijkheden dus wat wat
de restschuld is weten we niet want d’r zijn natuurlijk ook een aantal dingen uit de boedel verkocht en
die wat opgeleverd hebben. dus ja dat dat zal de komende jaren duidelijk worden denk ik.
Goedele: moet jij op je eentje voor die restschuld opdraaien?
Marco Borsato: uh in principe zijn er vier borgen.
Goedele: ja.
Marco Borsato: en uh uhm maar wat er uh aan overblijft dat dat is da ’s nog te bepalen. ‘k bedoel ’t is
nog niet helemaal duidelijk wat de individuele borgen kunnen inbrengen. en in principe zijn die borgen
hoofdelijk dus d*a in principe betekent dat dus dat ze dat per hoofd uh kunnen terughalen.
Goedele: maar voor de duidelijkheid mensen zeggen Marco Borsato ging failliet maar dad is niet wat er
gebeurd is toch?
Marco Borsato: uh ik ben niet persoonlijk failliet gegaan. het bedrijf is failliet gegaan en dat b-bete-
betekent*u wel dat uh dat een aantal aansprakelijkheden ook op mij privé te verhalen zijn. nou ja en dat
dat is zeg maar de financiële zekerheid die die ik de afgelopen jaren heb opgebouwd ja daar is wel een
een wak in geslagen en uh …
Goedele: ja. daar is een hapje uit gegeten.
133
Marco Borsato: en je moet de discussie niet verengen tot wat nou welk bedrag want dat is dat laatste
gewoon niet helemaal goed doorrekenen. maar het is wel duidelijk dat het verstrekkende gevolgen heeft.
nou ja daar heb ik uh dat heb ik daar heb ik het afgelopen jaar wel even (effe) voor nodig gehad om dat
een beetje te verwerken. het is uh d’r is niet alleen geld verdwenen maar d’r zijn ook carrières van
mensen zijn d’rbij betrokken. ‘k bedoel we hadden een bedrijf waar honderd man werkte zo’n beetje.
dus dat is dat is natuurlijk triest voor iedereen. d’r is heel veel know*v how*v over die industrie
weggegaan.
Goedele: ja.
Marco Borsato: da ’s toch vijftien jaar levenswerk.
Goedele: en en wat was de oorzaak daar dan van?
Marco Borsato: ja wat is de oorzaak? dat is lastig. kijk ik leidde dat bedrijf niet persoonlijk.
Goedele: è want daar waren grote artiesten. jij werkte daar Guus Meeuwis, Jantje Smit.
Marco Borsato: xxx een beetje ik denk dat het een beetje achteraf gezien een beetje is te snel te groot
geworden. d’r zijn er zijn zijn prachtige mooie dingen gedaan hè. w’ hebben carrières van Guus
Meeuwis Ilse De Lange uh dat van mij toen prachtig begeleid en op niveau gebracht. alleen te snel te
groot en uh en en daar we eigenlijk zijn verbrand in succes.
Goedele: ja.
Tom Naegels: is dad eigenlijk iets da wel te combineren valt? artiest zijn en tegelijkertijd een groot
bedrijf runnen? da ’s toch een voltijdse taak?
Marco Borsato: nee maar ik runde het bedrijf ook niet zelf. nee dat dat achteraf gezien dat zal ik ook
nooit meer doen uh.
Goedele: nee?
Marco Borsato: nee ja goed het het het mooie was dat ik dacht dat we d*a met die know*v how*v die
we aan ’t vergaren waren dat we daar andere carrières van artiesten een mooie kickstart*v konden
geven. nou dat dat bleek ook jarenlang het geval te zijn hè. dat bedrijf is is snel groot gegroeid. ik wist
dat dat niet mijn die zakelijke kant niet mijn uh uh métier*v was dus ik heb in ieder geval voor gezorgd
dat ik mijn carrière op het niveau hield en en kon uitbouwen. op die manier was ik de magneet voor
voor het andere talent. en dat heb ik tot de laatste dag volgens mij goed volbracht.
Goedele: ja want er is een tijd in Nederland in de pers zo gesuggereerd dat jij mee verantwoordelijk zou
zijn. nu heeft de curator onlangs gezegd van kijk uh hem treft geen blaam hè?
134
Marco Borsato: nou ja het is het is uh het is het is een het afgelopen jaar lastig geweest omdat dat rond
al die artikelen die in Nederland hier van verschenen daar daar stond overal mijn naam boven. en uh ja
dat bedrijf heeft in heel veel dingen geïnvesteerd en daar hebben we lang niets van al die dingen
geweten. en uh maar goed dat kun je natuurlijk zelf wel roepen. maar dan komt er iedere keer komt
weer een nieuw stukje …
Goedele: hmm hmm.
Marco Borsato: of een nieuwe e-mail of een nieuw dingetje boven drijven. en om iedere keer te zeggen
van uh ja dat weet ik weet niet hoe het zit.
Goedele: het bedrijf waar Marco tussen zat …
Marco Borsato: precies. dus …
Goedele: ja.
Marco Borsato: het ik heb uh jarenlang m’n mond gehouden omdat ik dacht d’r is maar één ding dat
me kan zuiveren da ‘s de waarheid. en en dat duurt een jaar lang en maar goed uh de curator heeft een
jaar lang onderzoek gedaan en en dan volmondig gezegd dat het xxx van het faillissement mij geen
blaam treft. dat is da ’s prettig als dat een keer wordt gezegd.
Goedele: ja.
Marco Borsato: want daarmee kun je een streep zetten. ik heb wel echt behoefte om zowel in
Nederland maar ook in Vlaanderen want ik merk dat dat die discussie hier maar een deels doorgesijpeld
was. ik had voor mezelf fysiek behoefte om er een streep te zetten. om te zeggen OK dit dit was het. het
is pijnlijk. ik …
Goedele: we gaan ook vandaag de laatste keer over hebben. en dan daarna nooit nie meer over da
faillissement.
Marco Borsato: ’s vin ‘k vin ‘k een goed idee.
Goedele: vin ‘k ook echt maar toch nog één dingetje.
Marco Borsato: ja je mag …
Goedele: ij zei er wel bij jij trof geen blaam ma je was wel een beetje dom geweest zei die.
Marco Borsato: oh maar dat …
135
Goedele: wat voor doms heb je dan gedaan? we doen allemaal wel ‘ns iets dom è vooral ik ma jij dus
blijkbaar ook dat …
Marco Borsato: nou ja goed de voorwaarden waaronder waaronder ondernomen is … ik bedoel
uiteindelijk als je als je onderneemt dan neem je risico’s. en als je als je niet exact weet wat je tekent ja
dan is dat uh dan is dat zeker op het moment dat het over dit soort borgen gaat is dat uh is dat risico
enorm. ik heb er toen voor gekozen om het grootste gedeelte van het vermogen wat ik verdiende de
afgelopen jaren om dat in ’t bedrijf te laten zitten om met dat vermogen weer uh weer mooie dingen te
doen. nou als je dat … dat nam vormen aan die ik niet meer kon bevatten. ja dan moet je eigenlijk uh of
stoppen of je of je goed laten adviseren. nou dat laatste heb ik omdat ik dat met vrienden deed heb ik
niet goed genoeg onafhankelijk gedaan. dus daarmee heb ik risico’s gelopen waarvan ik zelf niet precies
kon inschatten wat die risico’s waren. nou de gevolgen daarvan zijn ook voor mij. ik zit hier niet om om
uh uh voor medelijden want ik bedoel dat dat h*a dat hoort bij ondernemen. dus dat heb ik met volle
bewustzijn …
Goedele: ja. heeft Leontine bij je oren getrokken van jong wat heb jij voor iets getekend?
Marco Borsato: natuurlijk. zij heeft zij …
Goedele: ja?
Marco Borsato: xxx tuurlijk word je daarvoor ook persoonlijk ter verantwoording geroepen thuis. da ’s
logisch. dat heeft effect op iedereen. dit wat het afgelopen jaar gebeurd is en ook heel met dat
mediaspektakel wat dat dan wordt want het is natuurlijk …
Goedele: ja ja ja.
Marco Borsato: op het moment dat uh …
Goedele: dan gaan ze je xxx.
Marco Borsato: een artiest met een carrière zoals ik dat dat heb gehad de afgelopen twintig jaar. als dit
gebeurt snap ik dat dat medianieuws is. alleen het is ja op een gegeven moment als je kop van jut wordt
en echt letterlijk elk artikel over mij gaat dan dan begin-begint*u het ook uh schadelijke gevolgen te
hebben voor voor jezelf privé. en ja dat dat …
Goedele: is dat zo ja? ging dat zo ver?
Marco Borsato: nou ja als je eigen integriteit continu in t-twijfel*u wordt getrokken dan dan dan uh is
maar één ding wat je kan ontlasten dat is de waarheid. maar als dat een jaar duurt voordat die boven
komt is dat … ben je dat jaar wel gewoon uh uh xxx …
136
Goedele: ja ma jij zegt net van ja ma dat komt ook privé dan al-alsof*u ze dan thuis ook gaan denken
van ja ma wacht ben jij toch niet een beetje dom geweest?
Marco Borsato: nee nee nee nee nee. je zit ook met de situatie dat je kinderen op school als die die
kijken naar schooltelevisie. en daar komt hun huilende vader uh na een persconferentie in beeld als ze
ook alleen dat ene stukje waar ik net brak uh uitzenden en uh d*a overigens begrijp ik dat wel want dat
heeft mediawaarde. maar die persconferentie voor mij ging over meer dan dat alleen. over het feit …
Goedele: dus jouw kinderen zitten te kijken. zien papa daar staan huilen en dan komt er te staan Marco
Borsato failliet of het bedrijf failliet want dat is al …
Marco Borsato: bijvoorbeeld dus dus dat zijn … en dat zijn de dingen waar het in sch*a op school dan
over gaat. de kinderen confronteren elkaar d’rmee. en uh uh maar goed mijn kinderen we hebben dat
ook van tevoren goed met ze doorgesproken van luister …
Goedele: van tevoren. ik wil da zo met je over ebben. wij moeten ook onze kost verdienen. ja dus zo na
wat jij aan je kinderen hebt verteld laat ik zo weten na de onderbreking.
137
1.4 Goedele - Steve Stevaert – Tinkebell (02/11/2010)
Goedele: dierenplezier. de controversiële Nederlandse kunstenares Tinkebell zorgt weer voor ophef. ze
maakt kunst met dieren bijvoorbeeld met haar eigen kat. moet je kijken wat ze daarmee doet.
Tinkebell: dit is mijn kat Pinkeltje en hier heb ik haar net uh gedood. en ik heb … hier ben ik haar aan
’t villen en uiteindelijk heb ik een tas van haar gemaakt.
Goedele: en je zegt dit is mijn kat. dit is echt jouw eigen kat.
Tinkebell: ja ja.
Goedele: hoe lang had je die?
Tinkebell: ongeveer drie jaar heb ik haar gehad. het ‘t ‘t ’t het was een kat die ik uit een gezin heb
gehaald uhm met waar ze kinderen hadden en die kinderen gooiden die kat van de trap af en had dus al
een trauma. en ik heb die kat geadopteerd.
Steve Stevaert: en daarom hebt ge ze gedood?
Tinkebell: nee nee nee nee nee nee je moet me uit laten praten. nee ik heb uh geprobeerd voor haar te
zorgen maar het was het was een getraumatiseerde kat. en uh zo erg dat ze zichzelf tegen een muur
wierp en en dingen aan ging vallen en tot op het moment dat waarschijnlijk de meeste mensen zouden
zeggen we gaan haar naar de dierenarts brengen en een spuitje geven. ik uh ik hou niet van dingen
uitbesteden. ik heb dat zelf gedaan.
Goedele: hoe heb je dat gedaan?
Tinkebell: ik heb uh haar gewurgd.
Goedele: jakkes*t.
Tinkebell: ggg
Goedele: j’ ebt haar gewurgd zo de nek?
Tinkebell: ja ja.
Goedele: en dan heb je van van de pels van die poes heb je …
Tinkebell: een tas gemaakt.
Goedele: een tas gemaakt.
Tinkebell: ja ja.
138
Goedele: het filmpje da we tonen heeft op uh i*a op ’t internet gestaan. daar leg je uit hoe maak ik van
mijn eigen kat een handtas. eigenlijk bijna dat je zegt nu kunnen de mensen van un kat een handtas gaan
maken.
Tinkebell: ja ja goed daar ga ik nu …
Goedele: maar da ’s niet jouw bedoeling ma(g) ‘k veronderstellen.
Tinkebell: nee nee nee precies. dus ik ga nu even een stap terug zeg maar van wat ik feitelijk doe als
beeldend kunstenaar. hè jullie zijn hier in België ik ben in Nederland geboren. je wordt geboren in een
bepaalde cultuur met gebruiken gewoonten en je groeit daarin op en neemt dat eigenlijk aan als
vanzelfsprekend zonder dat uhm uh ter discussie te stellen althans meestal en je gaat daarin mee.
Goedele: hmm hmm.
Tinkebell: zo o*a zo ook bijvoorbeeld onze omgang met dieren. hoe wij uh hè lekker onze kipfilet in de
supermarkt halen zonder eigenlijk te weten waar het vandaan komt. er zijn ontzettend veel voorbeelden
van dingen die gewoon zijn zoals ze zijn omdat wij ja hier nou eenmaal geboren zijn. wij zijn het
gewend. maar je kunt je afvragen of het altijd de beste manier is en waar het vandaan komt want het is
natuurlijk het is een resultaat van honderden jaren cultuurontwikkeling.
Goedele: ma wat wil je tonen? wil je et proces tonen of wil je die handtas tonen?
Tinkebell: nee ik wil daarmee uh die die norm ter discussie stellen. de manier waarop ik dat de hele tijd
doe is door ofwel uhm uh bestaande situaties uit te vergroten of ze in een andere context te plaatsen.
Goedele: namelijk oe wij met dieren omgaan dan.
Tinkebell: bijvoorbeeld bijvoor*a. in ieder geval hoe wij met dieren omgaan. in dit geval heb ik iets in
een andere context geplaatst. normaal gesproken dragen wij tassen van leer die komen van een koe. dat
besteden wij uit. dat gebeurt ergens achter …
Goedele: dat willen we niet geweten hebben dat dat een koe is.
Tinkebell: dat willen we absoluut niet zien.
Goedele: dat mijn schoenen ier van een koe gemaakt zijn daar willen we nie over nadenken.
Tinkebell: daar willen we niet over na*a … en al helemaal niet hoe dat is gebeurd wat het proces is.
Goedele: hmm hmm.
139
Tinkebell: ik heb dat in een andere context geplaatst door een situatie te creëren dat dit met een dier
gebeurt wat zo dicht mogelijk bij ons staat namelijk een kat. en voor veel mensen voor mij ook is een
kat is is familie. het is onderdeel van je gezin. en uh uhm en ik heb het zelf gedaan. dus …
Steve Stevaert: maar maar allee*t gij klaagt aan hoe wij met dieren omgaan zo veel is zo veel …
Tinkebell: nou aanklagen vind ik dat is nogal wijzend. dat ’s nog een wijzend vingertje van jullie doen
dit allemaal verkeerd maar ik ik wil mijzelf daar ook bijzetten.
Goedele: zo slecht gaan wij toch niet met dieren om wel?
Tinkebell: nou veel slechter.
Goedele: vertel.
Tinkebell: nou ja mijn kat daar heb daar heb ik heel erg mijn best voor gedaan dat zij een goed leven
had. ze was al getraumatiseerd dus het dier was al ziek toen ze bij mij kwam.
Steve Stevaert: die ad schrik dat die ging als sjakoch*d eindigen. die was elemaal zot geworden die
kat.
Tinkebell: nou dat was ze al daarvoor. maar deze kat heeft zeg maar wel een een zo goed mogelijk
leven gehad en ik heb haar op humane wijze gedood als in dat is in één keer gebeurd. dat was hè ’t is je
draait de nek om en het is voorbij.
Goedele: ja ja ’t is goed.
Tinkebell: en dat klinkt afschuwelijk. dat begrijp ik wel.
Goedele: en wie zijn kat is dit eigenlijk dad ier staat? is dit ook een … da ’s ook een echte poes of wat?
Tinkebell: dit is ook een echte poes ja.
Goedele: oh. die kan je terug opbouwen of wat zie ik nu?
Tinkebell: jazeker ja. ja uh dit is uh beiden onderdeel van het Baby*v Bunny*v Project. dit is een
project waarin ik van uh huisdieren dode huisdieren dat ik daar speelgoedobjecten van maak. en
daarmee wil ik uh laten zien dat wij ind*a uh dat er een hele industrie bestaat. die heet eigenlijk de
huisdierenindustrie. er bestaan fabrieken waarin onze huisdieren worden gemaakt wat wel bekend is bij
de meeste mensen. dus dat honden steeds verder worden doorgefokt. ze kunnen niet meer oud worden.
ze vallen door hun poten maar d’r is bijvoorbeeld een hypoallergene kat op de mer*u op op de markt.
dat is een kat waarvoor je niet allergisch voor kunt zijn.
140
Goedele: ja.
Tinkebell: die kun je kopen.
Goedele: die geen haar verliest en zo.
Tinkebell: die kun je gewoon bestellen op het internet en die worden gemaakt. uh daarnaast uhm zie je
dat er hypes*v ontstaan. bepaalde hondjes zijn in de mode en die kun je leuk aankleden. en ook dan
wordt het dier niet meer als dier gezien maar als object.
Steve Stevaert: maar ik begrijp uw punt nie. ge weet bijzonder goed als gij zegt dat de woorden als
kunstenares uitspreekt ik heb mijn kat zelf gedood en gev-gevild*u dan weet ge da ge shockeert.
waarom shockeert ge?
Tinkebell: omdat ik je daarmee uh bereik. omdat ik je daarmee alvast dat hoop ik dan …
Goedele: ma wad is er met die ka*a met die konijn of wa ja ’t is een konijn. sorry dat konijn.
Tinkebell: ah ja. het is een konijn. goed deze dit is een onderdeel van het Baby*v Bunny*v Project
waarin ik speelgoed maak van huisdieren om te laten zien dat ik vind dat wij in deze huisdierenindustrie
omgaan met huisdieren levende dieren alsof het speelgoedobjecten zijn. niet alleen in de handel in de
markt maar ook in hoe we ze thuis houden. mensen die meerdere katten hebben en daar ontzettend van
houden maar ondertussen mogen de katten niet op de bank want dan zou de bank kapot gaan. hoe erg is
het dier nog een dier …
Goedele: of die binnen moeten blijven. nooit buiten mogen.
Tinkebell: precies. hoe erg laten wij toe om het huisdier een dier te laten zijn?
Steve Stevaert: maar da ’s allemaal genoeg-genoegzaam*u bekend denk ik.
Tinkebell: nou bij u maar u bent een intelligente meneer.
Steve Stevaert: dank u.
Goedele: nou.
Steve Stevaert: da ’s den*d eerste keer da ik da hoor.
Goedele: maar ggg.
Tinkebell: dat denk ik. dat denk ik. hè dat denk ik.
Goedele: OK enfin ga daar even (effe) van genieten. laat ons dan even (effe) proberen … dus u zegt …
141
Tinkebell: goed nou dit is één van de objecten. dit is dus … ik zal hem even demonstreren. misschien is
het handig als er daar iemand staat dat ie hem opvangt. of ik kan hem even naar u laten huppelen.
Steve Stevaert: nee doe dat nie naar mij.
Tinkebell: ggg.
Goedele: die heeft u ook helemaal zo zelf in elkaar geknutseld?
Tinkebell: ja.
Goedele: en de bedoeling is dan dat mensen doorhebben kijk wij moeten ‘ns (is) nadenken hoe we met
onze huisdieren omgaan.
Tinkebell: ja.
Goedele: en waar denkt u dan aan? Paris Hilton die zo met dat dat hondje als een soort object over …
Tinkebell: nou dat is natuurlijk wel een overdreven … maar dat is natuurlijk zo ja.
Goedele: nee ma ik begrijp dat jij toch wel van dieren houdt. ik uh kan mij dat proberen voor te stellen.
‘k zal ’t zo zeggen.
Steve Stevaert: ik zou toch nie haar huisdier willen zijn.
Tinkebell: nee ik heb drie katten en uh dat gaat heel goed.
Steve Stevaert: van de mannelijke soort dan nog.
Goedele: uh mensen? een plan met mensen tot slot?
Tinkebell: nee ik ben nu op dit moment bezig met een project dat heet Save*v The*v World*v. en dat
gaat dat is een project wat de clash*v tussen verschillende culturen vanuit de westerse cultuur ter
discussie stelt. onze uh arrogantie ten opzichte van andere culturen en dat wij heel erg het gevoel
hebben dat wij onze eigen cultuur nou ik zou zeggen op willen dringen uh op andere plaatsen omdat wij
…
Goedele: hmm hmm hmm hmm.
Tinkebell: het gevoel hebben superieur te zijn in hoe wij dingen hebben geregeld hebben
georganiseerd.
Goedele: het klinkt in ieder geval als ne*d kunstenaar als ik u bezig hoor. zoveel is duidelijk. dank u
wel.
142
Tinkebell: en da ’s goed. ggg.
Goedele: Tinkebell.
143
1.5 Goedele - Tom Naegels - dokter Verpoest (05/10/2010)
Goedele: gisteren ging de Nobelprijs naar dokter Robert Edwards de uitvinder van de proefbuisbaby.
Marianne heeft haar drieling aan hem te danken maar we weten niet echt of dokter Edwards dat voor
ogen had want Marianne die was al eenenvijftig toen ze beviel. ik me mijn beste Koeterwaals zeg maar
je*v te*v il*v papa*v fume*v la*v pipe*v naar Doornik.
BEELDFRAGMENT
Goedele: ggg.
Tom Naegels: nen*d drieling.
Goedele: nen*d drieling ja en z*a …
Tom Naegels: ’t is vooral diejen*d drieling waar da*d ‘k ‘t van denk van goh.
Goedele: ja en ze wil er geen afgeven. da snap ik nie. zij eeft er drie ik zeg ik pak er één mee. nie willen
è.
Tinkebell: ggg.
Goedele: maar even (effe) serieus. bij ons dokter Verpoest. u bent uh gynaecoloog fertiliteitskliniek uh
UZ uh Jette hier in Brussel eigenlijk. ja wat denkt u als u zoiets ziet? ik zie u een paar keer zo oogskes
trekken oeps.
Dokter Verpoest: ja ik denk da je da bezwaarlijk een uh succes kan noemen hè. ik uh ik spreek dan nog
niet over de psychologische en de pedagogische en de financiële aspecten van het project uh …
Goedele: hmm hmm.
Dokter Verpoest: waar die mensen door gegaan zijn maar vooral over de medische uh factoren. en uh
ik denk dat alle artsen unaniem zijn en uh vinden dat dit uh voor de vrouw maar ook voor die kinderen
een uh bijzonder risico is geweest.
Goedele: wat zijn de risico’s dan?
Dokter Verpoest: wel je moet uh weten dat naarmate een vrouw maar ook een man ouder wordt ga je
natuurlijk uh gezondheidsproblemen ontwikkelen en dat kan uh bloeddrukproblemen zijn
suikerproblemen stollingsproblemen. en als je dan bovendien nog nog eens zwanger wordt dan uh krijg
je een extra belasting van alle systemen en loop je ’n extra risico.
144
Goedele: dus je b-brengt*u je eigen leven in gevaar als als moeder. maar zij heeft dan hè wa-want*u ze
kende et woord niet goed. ze zei inseminatie maar ’t bleek in vitro te zijn. zij heeft dan eicellen van een
andere vrouw dus dan is het risico voor het kind op een trisomie op een uh op op mongolisme eigenlijk
een stuk minder.
Dokter Verpoest: dat is juist. dat is een relatieve bescherming uh omdat uh als je met een een donor
van jonge eicellen werkt dan gaat dat risico op aangeboren …
Goedele: hmm hmm.
Dokter Verpoest: afwijkingen genetische afwijkingen heel heel veel lager zijn. maar het gaat hem om
de de de problemen bij de vrouw zelf bij de moeder zelf. uh bloeddrukproblemen suikerproblemen die
ook een impact kunnen hebben op de kinderen. en in dit geval uh loopt dat dan nog goed af maar voor
elk geval dat goed afloopt op deze leeftijd heb je een aantal gevallen die desastreus aflopen ja.
Tom Naegels: ma z’ is d’r toch voor voor naar een ziekenhuis geweest? naar dokters en zo.
Goedele: ja.
Tom Naegels: zijn die dokters in Spanje dan niet goed?
Dokter Verpoest: daar is een overpopulatie aan artsen. overbevolking. en hoe meer artsen je hebt hoe
meer concurrentie hoe meer commercieel ze worden. en als iemand komt vragen om dat te doen en die
betaalt ervoor dan is de drempel om nee te zeggen is heel laag hè.
Goedele: ja. krijgt u die vraag eigenlijk vaak van mensen die die leeftijd overschreden ebben die zeggen
waar kan ik dan terecht? uh Barcelona Oekraïne waar moet ik naartoe?
Dokter Verpoest: we krijgen die vraag elke week.
Goedele: ja?
Dokter Verpoest: uh raar maar waar. niet altijd van vrouwen die al veel kinderen hebben. vaak van
vrouwen die nog geen kinderen hebben. en deze morgen was er nog iemand aan de balie. ik heb ze niet
zelf gezien. achtenveertig jaar nooit zwanger geweest. die vraagt ik zou willen uh ik zou een kind
willen. en …
Goedele: ma die was de man van aar leven tegengekomen dan.
Dokter Verpoest: ja dat en je kan op zich kan je daar niks tegen hebben maar je zit met dat medisch
gegeven met dat probleem met die risico’s.
Goedele: u bent zo hoopvol om mee te praten. dank u wel dokter Verpoest.
145
Bijlage 2. Resultaten in absolute cijfers
Goedele
Kama-
gurka
Urbanus
M.
Freilich
TT ST TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
zij(t)
15
0
2
0
6
0
1
1
0
0
5
1
5
1
4
0
3
3
0
0
35
1
2
2
14
0
4
1
1
0
3
0
1
1
1
0
1
0
3
2
35
0
5
0
9
1
0
2
0
0
6
3
0
1
0
1
5
0
1
1
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
3
0
0
0
0
0
h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)angen
(h)artaanval
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)un
1
0
0
0
13
0
1
1
0
0
0
1
3
0
1
0
1
4
0
0
0
0
5
3
3
1
4
1
1
3
4
4
2
1
0
1
0
0
10
2
1
0
1
0
0
3
4
2
7
3
0
2
1
0
0
0
0
2
0
2
2
0
0
1
0
5
0
0
4
1
2
1
7
6
3
0
2
1
1
0
1
0
1
1
4
0
0
0
0
0
0
0
0
3
0
0
1
4
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
1
0
0
2
0
0
0
0
1
0
3
1
0
0
0
Deletie
eindsjwa
j(e)
w(e)
0
1
4
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
2
0
146
z(e) 0 1 1 1 4 1 0 0
(i)s 4 9 10 9 6 14 0 2
a((l)s) 3 7 1 2 2 4 0 3
ma(ar) 14 6 13 0 10 4 1 2
ma(g) 0 4 0 0 0 1 0 1
naa(r) 0 3 1 0 2 1 0 0
voo(r) 0 5 0 1 0 3 0 0
is (eens) 2 0 0 0 1 0 0 0
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 8 11 2 23 9 19 0 4
/t/ ���� /d/ voor vocaal 4 3 4 3 8 0 0 2
Afwijkende
diminutiefvorm
0 9 2 1 3 5 0 3
Afwijkende
meervoudsvorm
0 26 1 13 0 29 0 9
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie onb. lidw. 2 3 3 0 18 2 0 0
bep. lidw. 0 4 2 3 6 1 0 3
bez. vnwd. 1 2 0 0 6 0 0 0
aanw. vnwd. 0 1 0 1 2 1 0 0
onb. vnwd. 0 0 1 0 1 0 0 0
Afwijkend vnwd. ge/gij (pers.) 0 32 9 8 4 0 0 5
de (pers.) 0 22 2 8 2 0 0 4
ulle (bez.) 0 0 0 0 1 0 0 0
ulder (bez.) 0 1 1 0 0 0 0 0
u (refl.) 0 2 0 0 0 0 0 0
diejen/diene
(verwijz.)
0 7 2 0 2 5 0 0
Afwijkende
imperatief
0 0 0 0 2 0 0 0
Subjectsverdubbeling 1 58 4 76 5 51 0 10
Afwijkende ww.vorm 0 16 5 18 3 23 0 4
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 2 9 4 5 7 0 4
Dubbele negatie 0 12 0 18 3 11 0 3
voor i.p.v. om 0 0 1 0 0 0 0 0
147
Doorbreking ww.
eindgroep
0 6 0 6 1 9 0 1
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 4 0 0 1 1 0 0
Lexicaal Interjecties 4 28 7 25 5 39 0 3
Woordenschat blote 0 2 0 0 2 0 0 0
gans 0 3 0 0 1 0 0 1
gedacht 0 0 1 0 0 0 0 0
just 0 0 0 0 1 0 0 0
lijk 0 0 1 1 0 0 0 0
schoon 0 1 0 0 1 1 0 0
tuurlijk 0 0 3 1 2 0 0 1
Figuur 94. Goedele Nu – Gesprek 1 (14/09/2010) (Goedele – Kamagurka – Urbanus – Michaël Freilich).
Goedele
Lisa-
Marie
Kamagurka
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
dee(d)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
zij(t)
10
0
0
0
0
3
0
0
1
0
0
22
0
4
1
3
4
0
0
1
1
0
32
2
0
3
0
16
4
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
11
0
1
1
1
6
1
1
1
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)adden
(h)angen
(h)è
0
1
0
0
15
3
3
4
0
0
0
4
6
0
0
0
1
2
0
0
0
0
0
1
5
1
0
0
0
0
148
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)em
(h)emmen
(h)et
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)oor
(h)un
0
3
0
0
1
1
0
0
1
2
1
1
0
2
2
3
2
3
5
0
4
1
4
4
1
0
7
2
0
2
0
16
2
4
0
35
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
2
0
0
1
0
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Deletie
eindsjwa
j(e)
w(e)
z(e)
0
1
1
5
0
3
0
3
3
0
0
1
0
0
1
0
0
1
(i)s 4 9 2 6 3 9
a(l)s 0 2 0 0 1 3
g(e)had 0 0 2 0 0 0
ma(ar) 9 6 8 2 5 0
naa(r) 0 4 0 4 0 0
voo(r) 0 11 2 11 0 1
is (eens) 1 1 0 0 0 0
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 12 14 4 19 0 7
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2 5 0 10 2 0
Afwijkende
diminutiefvorm
0 2 8 5 0 0
Afwijkende
meervoudsvorm
0 35 0 24 0 6
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie onb. lidw. 0 3 1 0 2 2
bep. lidw. 0 5 1 4 0 0
bez. vnwd. 0 1 3 5 1 0
aanw.
vnwd.
0 6 2 0 0 0
149
onb. vnwd. 0 5 2 3 0 2
bijwoord 0 0 1 1 0 0
Afwijkend vnwd. ge/gij
(pers.)
1 31 0 0 5 1
de (pers.) 1 17 0 0 2 1
ulle (bez.) 0 1 0 0 0 0
ulder (bez.) 0 0 0 1 0 0
under
(refl./pers.)
0 0 5 0 0 1
u (refl.) 0 0 1 0 0 0
uw (bez.) 0 2 0 0 0 0
hem (refl.) 0 0 1 0 0 0
Afwijkende
imperatief
0 4 0 0 0 0
Subjectsverdubbeling 0 75 0 99 1 19
Afwijkende ww.vorm 0 9 4 14 4 1
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
1 10 4 1 1 7
Dubbele negatie 0 14 0 26 0 10
voor i.p.v. om 0 0 4 0 0 1
Doorbreking ww.
eindgroep
0 13 0 22 1 1
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 6 2 0 1 0
Lexicaal Interjecties 0 28 0 4 2 7
Woordenschat enigste 0 0 1 0 0 0
gans 0 1 1 0 0 0
just 0 0 0 1 0 0
schoon 0 1 0 0 0 0
tuurlijk 0 0 0 0 0 1
Figuur 95. Goedele Nu – Gesprek 2 (14/09/2010) (Goedele – Lisa-Marie – Kamgurka).
150
Goedele
Tom
Naegels
Marco
Borsato
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
dee(d)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
2
0
0
0
0
2
1
0
0
6
0
0
1
2
2
0
4
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5
0
0
0
0
0
2
0
0
48
1
9
7
1
15
0
5
2
h-deletie (h)ad
(h)adden
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)ij
(h)oe
(h)un
0
0
2
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
2
1
1
2
0
0
1
3
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
2
14
5
0
6
3
2
0
35
3
0
2
1
Deletie
eindsjwa
j(e)
w(e)
z(e)
0
0
0
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
7
4
1
(i)s 0 7 1 1 6 34
a(l)s 0 0 0 0 0 12
g(e)had 0 0 0 0 0 2
ma(ar) 5 5 0 0 0 17
151
naa(r) 0 0 0 0 0 1
voo(r) 0 5 0 0 0 12
is (eens) 1 0 0 0 0 0
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4 0 0 0 0 54
/t/ ���� /d/ voor vocaal 1 3 1 0 0 33
Afwijkende
diminutiefvorm
0 5 0 0 0 8
Afwijkende
meervoudsvorm
0 5 0 0 0 33
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie onb. lidw. 0 2 0 0 0 6
bep. lidw. 0 1 0 0 0 1
bez. vnwd. 0 0 0 0 0 2
aanw. vnwd. 0 1 0 0 0 2
onb. vnwd. 0 2 0 0 0 1
Afwijkend vnwd. ge/gij (pers.) 0 11 0 0 0 16
de (pers.) 0 7 0 0 0 13
ulder (bez.) 0 0 0 0 0 1
u (refl.) 0 0 0 0 0 1
uw (bez.) 0 5 0 0 0 2
diejen/diene
(verwijz.)
0 1 0 0 0 0
Afwijkende
imperatief
0 1 0 0 0 1
Subjectsverdubbeling 0 24 0 0 0 74
Afwijkende ww.vorm 0 1 0 0 0 23
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 5 0 0 0 26
Dubbele negatie 1 6 0 0 0 21
voor i.p.v. om 0 0 0 0 0 3
Doorbreking ww.
eindgroep
0 5 0 1 1 19
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
1 1 0 0 0 0
Lexicaal Interjecties 0 4 0 0 0 42
152
Woordenschat gans 0 0 0 0 0 1
lijk 0 0 0 0 0 1
schoon 0 0 0 0 0 4
tuurlijk 0 0 0 0 1 5
Figuur 96. Goedele Nu – Gesprek 3 (12/10/2010) (Goedele – Tom Naegels – Marco Borsato).
Goedele
Steve
Stevaert
Tinkebell
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
omda(t)
vin(d)
wa(t)
wee(t)
3
0
0
0
1
0
0
1
0
10
1
5
1
3
0
0
4
0
5
0
0
0
3
0
0
0
0
2
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
21
5
3
1
5
2
1
4
0
h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)adden
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
(h)eel
(h)elemaal
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)oe
(h)un
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
2
1
1
3
1
0
0
3
1
0
2
0
1
0
2
0
4
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8
2
1
4
16
5
0
1
3
1
3
27
4
7
1
153
Deletie
eindsjwa
j(e)
w(e)
z(e)
1
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
2
(i)s 2 9 2 1 2 27
a(l)s 0 3 0 3 0 6
g(e)had 0 0 0 0 0 2
ma(ar) 3 2 0 4 0 12
ma(g) 1 0 0 0 0 0
naa(r) 0 0 0 1 0 2
voo(r) 0 2 0 0 0 5
is (eens) 1 0 0 0 0 0
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 4 5 1 6 1 31
/t/ ���� /d/ voor vocaal 2 2 0 0 0 21
Afwijkende
diminutiefvorm
0 2 0 0 0 3
Afwijkende
meervoudsvorm
0 10 0 2 0 40
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie onb. lidw. 1 0 0 0 0 6
bep. lidw. 0 0 1 0 0 4
bez. vnwd. 0 0 0 0 0 2
aanw.
vnwd.
0 0 0 0 0 2
onb. vnwd. 0 0 0 0 0 1
bijwoord 0 0 0 0 0 1
Afwijkend vnwd. ge/gij
(pers.)
0 13 7 0 0 11
de (pers.) 0 12 0 0 0 4
ulder (bez.) 0 0 0 0 0 1
u (refl.) 0 0 0 0 0 1
uw (bez.) 0 2 1 0 0 1
diejen/diene
(verwijz.)
0 4 0 3 0 2
Afwijkende
imperatief
0 2 0 1 0 0
154
Subjectsverdubbeling 0 30 0 13 0 77
Afwijkende ww.vorm 0 4 0 1 0 30
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 6 0 1 0 25
Dubbele negatie 0 6 0 3 0 8
voor i.p.v. om 0 0 0 0 0 1
Doorbreking ww.
eindgroep
0 4 1 1 0 14
Semantisch gaan voor puur
futuraal gebruik
0 1 0 0 0 1
Lexicaal Interjecties 0 4 1 0 0 30
Woordenschat gans 0 1 0 0 0 2
lijk 0 0 0 0 0 1
sjakoch 0 3 1 0 0 0
tuurlijk 0 0 0 0 0 3
Figuur 97. Goedele Nu – Gesprek 4 (02/11/2010) (Goedele – Steve Stevaert – Tinkebell).
Goedele
Tom
Naegels
dokter
Verpoest
TT ST TT ST TT ST
Morfo-
fonologisch
Deletie t-deletie da(t)
goe(d)
me(t)
moe(t)
nie(t)
wa(t)
1
0
1
0
2
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
2
0
0
0
0
0
7
2
0
1
1
0
h-deletie (h)aar
(h)ad
(h)è
(h)eb
(h)ebben
(h)ebt
(h)eeft
1
0
1
0
1
0
1
1
1
1
0
0
0
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
2
4
1
0
155
(h)eel
(h)em
(h)et
(h)ier
(h)oe
0
0
1
0
0
0
1
2
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
1
2
0
3
Deletie
eindsjwa
j(e)
z(e)
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
3
0
(i)s 0 1 0 2 0 6
a(l)s 0 3 0 0 0 3
ma(ar) 1 5 1 0 0 7
naa(r) 0 2 0 2 0 0
voo(r) 0 2 0 2 0 3
is (eens) 0 0 0 0 0 1
Ass. /t/ + /d/ ���� /t/ 1 2 0 0 3 8
/t/ ���� /d/ voor vocaal 0 1 0 0 0 8
Afwijkende
diminutiefvorm
1 0 0 0 0 0
Afwijkende
meervoudsvorm
0 5 0 2 0 25
Morfo-
syntactisch
Adnominale flexie onb. lidw. 1 0 1 0 0 4
bep. lidw. 0 1 0 0 0 1
bez. vnwd. 0 1 0 0 0 0
aanw. vnwd. 0 1 1 0 0 0
onb. vnwd. 0 2 0 0 0 0
Afwijkend vnwd. ge/gij (pers.) 0 1 0 0 0 12
de (pers.) 0 0 0 0 0 8
uw (bez.) 0 1 0 0 0 0
diejen/diene
(verwijz.)
0 0 0 0 0 1
Subjectsverdubbeling 0 14 0 2 0 19
Afwijkende ww.vorm 0 3 0 0 0 7
Syntactisch dat als expletieve
complementeerder
0 5 1 0 0 7
Dubbele negatie 0 5 0 1 0 5
156
voor i.p.v. om 0 1 0 0 0 1
Doorbreking ww.
eindgroep
0 1 0 0 0 5
Lexicaal Interjecties 0 7 0 1 0 20
Woordenschat just 0 0 0 0 0 1
tuurlijk 0 0 0 0 0 1
Figuur 98. Goedele Nu – Gesprek 5 (05/10/2010) (Goedele – Tom Naegels – dokter Verpoest).