Oefenopgave dichtheid

22
Oefenopgave dichtheid VMBO-t

description

Oefenopgave dichtheid. VMBO-t. Opgave deel1. 1)A 2)D 3)A 4)B 5a) Gram/kubieke centimeter (g/cm ³) 5b) kleinere 7) massa te delen door Volume . Opgave deel1. 8a) 1,2 g/cm ³ 8b) 2,7 g/cm ³ 8c) 8,9 g/cm ³ 9d) 2,6 g/cm ³ 9e) 8,5 g/cm ³ 9f) 10,5 g/cm ³. Opgave 10. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Oefenopgave dichtheid

Page 1: Oefenopgave dichtheid

Oefenopgave dichtheid

VMBO-t

Page 2: Oefenopgave dichtheid

Opgave deel1

1) A2) D3) A4) B5a) Gram/kubieke centimeter (g/cm³)5b) kleinere7) massa te delen door Volume

Page 3: Oefenopgave dichtheid

Opgave deel18a) 1,2 g/cm³8b) 2,7 g/cm³8c) 8,9 g/cm³9d) 2,6 g/cm³9e) 8,5 g/cm³9f) 10,5 g/cm³

Page 4: Oefenopgave dichtheid

Opgave 10m = 56,2 gV = 70 cm³ρ = ?ρ = m/V ρ = 56,2 g/70 cm³ρ = 0,80 g /cm³

Page 5: Oefenopgave dichtheid

Opgave11) met het kleinste volume12) m = 8,1 g

V = 3 cm x 2 cm x 1,5 cm = 9 cm³ρ = ?

ρ = m / V ρ = 8,1g / 9 cm³ ρ = 0,9 g /cm³

Page 6: Oefenopgave dichtheid

Oefenopgave dichtheid

havo

Page 7: Oefenopgave dichtheid

Opgave 1• Dichtheid is uniek voor een stof.• Je kunt er een stof aan herkennen

• Dichtheid = massa / volume•

Page 8: Oefenopgave dichtheid

Opgave 2 a t/m cV = 1,3 dm³ = 1300 cm³m = 11,6 kg = 11600 gρ = ?ρ = m / Vρ = 11600 g / 1300 cm³ρ = 8,92 g/cm³

Page 9: Oefenopgave dichtheid

Opgave 2dMagneetstaal waaruit een hoefijzermagneet bestaat die een volume van 135 cm3 en een massa van 0,93 kg heeft.

V = 135 cm³m = 0,93 kg = 930 gρ = ?ρ = m / V

ρ = 930 g / 135 cm³ρ = 6,89 g/cm³

Page 10: Oefenopgave dichtheid

Opgave 2eEen schaakstukje van hout met een volume van 1458 mm³ en een massa van 1250 mg.

V = 1458 mm³ = 1,458 cm³m = 1250 mg = 1,250 gρ = ?ρ = m / V

ρ = 1,250 g / 1,458 cm³ρ = 0,8573 g/cm³

Page 11: Oefenopgave dichtheid

Opgave 2fStookolie met een massa van 0,151 ton die zich in een vat van 159 liter.

V = 159 L = 159 dm³ = 159.000 cm³m = 0,151 ton = 151 kg = 151.000 gρ = ?ρ = m / Vρ = g / 159.000 cm³ρ = 0,950 g/cm³

Page 12: Oefenopgave dichtheid

Opgave 4Het water in een maatglas stijgt, zoals het figuur hiernaast, als je het tinnen paard er in laat zakken.Bereken de massa van het tinnen paard. 

Vbegin = 10 cm³Veind = 16,5 cm³Vtin = 16,5 – 10 = 6,5 cm³ρtin = 7,28 g/cm³ binas tabel 15m = ?

m = V x ρm = 6,5 cm³ x 7,28 g/cm³m = 47,32 g    

   

Page 13: Oefenopgave dichtheid

Opgave 5Het houten blok hiernaast heeft een massa van 160 g.Bereken de dichtheid van het hout waarvan

het blok gemaakt is.   V = l x b x h = 5 x 5 x 8 = 200 cm³

m = 160 g ρ = ?

ρ = m : V ρ = 160 g : 200 cm³

ρ = 0,8 g/cm³ 

Page 14: Oefenopgave dichtheid

Opgave 6

• Denk aan hellingsgetal is dichtheid van een stof.

Page 15: Oefenopgave dichtheid

Opgave 7Jantje heeft een stukje hout in zijn handen. Als hij het stukje hout in een maatcilinder met water laat zakken zinkt het. Het niveau in maatcilinder steeg met 15 mL tot 85 mL.

a) Bereken de beginstand van het water voordat het hout zich in het water bevindt.Begin niveau is 70 mL (85 mL – 15 mL)

b) Uit welke soort hout is het blokje gemaakt.

Het zinkt dus dichtheid > 1 is ebbenhout binas tabel 15

c) Bereken de massa van het blokje hout.

ρ ebbenhout = 1,26 g/cm³ V = 15 mL = 15 cm³

m = V x ρ = m =15 x 1,26 = 18,9 g

Page 16: Oefenopgave dichtheid

Opgave 8a Er zit ruimte tussen de water moleculen waar de suiker moleculen gaan zitten.Vwater = 60 cm³ρwater = 1 g/cm³m = ?m water = V x ρm water = 60 cm³ x 1g/cm³m water = 60 g

Vsuiker = --ρsuiker = --msuiker = 4g

m mengsel = 60g + 4g = 64gV mengsel = 60 cm³ρ = ?ρ mengsel = m / vρ mengsel = 64g / 60 cm³ρ mengsel = 1,07 g/cm³

Page 17: Oefenopgave dichtheid

Opgave 9• = ?• = 10000

• m = V x ρ • = 10000 x 0,75 g/cm3 • = 7500 g

Olie in cm³ 1 0,025 400

Benzine in cm³ 25 1 10.000

• = ?• = 400cm³

• m = V x ρ • = 400 x 0,80 g/cm3 • = 320 g

• Vtot = Volie + Vbenzine

• Vtot = 400 + 10000 = 10.400 cm³• mtot = molie + mbenzine

• mtot = 320 g + 7500 g = 7820 g• ρ = mtot / Vtot• ρ = 7820 g / 10.400 cm³• ρ = 0,7519 g/cm3

Page 18: Oefenopgave dichtheid

Opgave 10

A = 0,385 m² = 3850 cm²h = 3 cmV = A x hV = 3850 cm² x 3 cmV = 11550 cm³

ρijzer = 7,87 g /cm³Binas tabel 15

m = V x ρijzer m = 11550 cm³ x 7,87 g/cm³m = 90898,5 g = 90,9 kg

 

Page 19: Oefenopgave dichtheid

Opgave 10

A = 0,385 m² = 38,5 dm² = 3850 cm²h = 3 cmV = A x h = 3850 x 3 = 11550 cm³ρijzer = 7,87 g /cm³ Binas tabel 15

m = V x ρijzer m = 11550 cm³ x 7,87 g/cm³m = 90898,5 g = 90,9 kg

 

Op een waterput ligt een rond ijzeren deksel met een oppervlakte van 0.385 m² en een dikte van

3,0 cm. Bereken de massa van de deksel

Page 20: Oefenopgave dichtheid

V = 32 L = 32 dm³= 32000 cm³

Binas tabel 15m = V x m = 32000 cm³ x 0,72 m = 23040 g 

 

Opgave 11Er zit 32 l benzine in een blik. Het

geheel weegt 23,8 kg.Bereken de massa van het lege blik.

Page 21: Oefenopgave dichtheid

V=85 ml = 85 cm³ρmelk = 1,028 g/cm³ binas tabel 15

mmelk = ?mglas = 235 gmmelk = V x ρmelk = mmelk = 85 x 1,028melk = 87,38 g mtotaal = mglas + mmelk = 235 + 87,35 = 322,38 g

Opgave 12Een maatglas heeft een massa van 235 g.

Bereken de totale massa van het maatglas als deze tot de maatstreep

85 ml gevuld is met melk? De dichtheid van de melk is 1,028 .g/cm³

Page 22: Oefenopgave dichtheid

Opgave 13ρ kwik = 13,5 g/cm³ binas tabel 15

m kwik = 0,55kg = 550 gV = ?V = m : ρkwik V= 550 : 13,5 V = 40,74 cm³

d = 6 cm r = 3 cmh = ?V = 40,74 cm³

1,44 cm

V Straal cirkel rDiameter cirkel d

Grond oppervlakte cirkel = πr²