Nales, T. (2013), Gorinchem, Lingewijk-Zuid, Gemeente ... · gemeentelijke beleidskaart. Op deze...
Transcript of Nales, T. (2013), Gorinchem, Lingewijk-Zuid, Gemeente ... · gemeentelijke beleidskaart. Op deze...
1
Transect-rapport 215
Gorinchem, Lingewijk-Zuid
Gemeente Gorinchem (Zuid-Holland)
Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
(IVO; verkennende fase)
transect: archeologie, erfgoed, ruimte
2
ISSN: 2211-7067
© Transect, Utrecht
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of
op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.
Transect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de
adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
Auteur Drs. T. Nales
Versie Definitief
Projectcode 12090030
Datum 21-05-2013
Opdrachtgever Inventerra
Nijverheidsweg 34
3341 LJ Hendrik-Ido-Ambacht
Uitvoerder Transect
Australiëlaan 5-a
3526 AB Utrecht
Onderzoeksmelding Deelgebied 1 55.106
Deelgebied 2 55.107
Deelgebied 3 55.108
Bevoegde overheid Gemeente Gorinchem
Autorisatie
Naam Datum Paraaf
Drs. A.A. Kerkhoven
(Senior KNA archeoloog)
24-05-2013 .--;> ,,...,,,,. .. -··~--· _....,-··
_ __,_ -::;-- ~'=--- ---- -,,,·/
tron,ecr · orthtologi,, ,rfgod, ruimt,
3
Samenvatting
In opdracht van ingenieursbureau Inventerra b.v. heeft Transect in januari en mei 2013 een
archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in plangebied Lingewijk-Zuid in Gorinchem (gemeente
Gorinchem). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten
behoeve van de sanering en renovatie van de woonwijk. In het kader hiervan zullen ook woningen
worden gesloopt en zal nieuwbouw plaatsvinden. Er zal daarbij grondverzet plaatsvinden, waardoor
de bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden
verstoord.
Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken:
1) Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat voor delen van het plangebied een hoge
verwachting geldt op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode Mesolithicum tot
en met het Neolithicum. Deze resten worden verwacht in het westelijk deel van het plangebied,
waar zich in de ondergrond een fossiele rivier bevindt (de Gorkum-Arkel stroomrug). Daarnaast
bestaat in het oostelijk deel van het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van
resten uit de periode Late IJzertijd tot en met Late Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd
op het voorkomen van oever- en/of beddingafzettingen van de Linge stroomrug . Er zijn echter
geen onderzoeken in de directe omgeving bekend of vondsten gedaan, die meer over de
eventuele aanwezigheid van deze archeologische resten in het plangebied kunnen melden.
2) Op basis van historisch kaartmateriaal is vastgesteld dat het plangebied vermoedelijk altijd
onbebouwd is geweest. Het oudst geraadpleegde kaartmateriaal van het plangebied uit het eind
van de 18e eeuw laat ter plaatse van het plangebied akker- en weiland zien. Ook op jonger
kaartmateriaal staat geen bebouwing aangegeven, waardoor voor de Nieuwe tijd daarom een lage
verwachting op het aantreffen van archeologische (nederzettings)resten bestaat.
3) Op grond van het veldonderzoek is vastgesteld dat het plangebied altijd in de overstromingsvlakte
van een rivier heeft gelegen. Er zijn het plangebied geen oever- of beddingafzettingen
aangetroffen, die behoren tot Gorkum-Arkel stroomrug. Ook zijn geen oeverafzettingen van de
Linge aangetroffen. Tenslotte zijn bodemverstoringen in het plangebied aangetroffen, die variëren
van 70 cm in het westelijk deel tot 180 cm –Mv in het oostelijk deel van het plangebied.
Concluderend geldt een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen voor
met name de periode Mesolithicum – Late Middeleeuwen. Deze verwachting is met name gebaseerd
op het ontbreken van oever- en beddingafzettingen die vanuit archeologische optiek geschikt waren
voor (pre-)historische bewoning. Voor de Nieuwe tijd bestond op basis van het bureauonderzoek
reeds een lage archeologische verwachting.
Australiëlaan 5-a
3526 AB Utrecht
T: 030-7620705
F: 030-7620706
transect : archeologie, erfgoed, ruimte
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
4
Advies
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek bestaat er in archeologisch opzicht geen bezwaar
tegen de voorgenomen werkzaamheden. Er hoeven geen aanvullende maatregelen te worden
genomen. De verwachting is immers dat in het plangebied geen archeologische resten zullen
bevinden, aangezien het lange tijd te vochtig geweest is voor bewoning.
5
Inhoud
Samenvatting.................................................................................................................................................... 3
1. Aanleiding .............................................................................................................................................. 6
2. Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek ................................................................................ 7
3. Afbakening plan- en onderzoeksgebied ................................................................................................... 8
4. Consequenties toekomstig gebruik ....................................................................................................... 10
5. Beleidskader ......................................................................................................................................... 11
6. Bodem en geomorfologie ..................................................................................................................... 12
7. Archeologische waarden ....................................................................................................................... 15
8. Huidig gebruik, historische situatie en bodemverstoringen ................................................................... 17
9. Gespecificeerde archeologische verwachting ........................................................................................ 21
10. Resultaten booronderzoek.................................................................................................................... 23
11. Beantwoording onderzoeksvragen ........................................................................................................ 30
12. Conclusie en Advies .............................................................................................................................. 31
13. Geraadpleegde bronnen ....................................................................................................................... 33
Bijlage 1: Beleidsadvieskaart van de gemeente Gorinchem .............................................................................. 34
Bijlage 2: Archeologische waardenkaart (waarnemingen, archeologische monumenten, IKAW) ....................... 35
Bijlage 3: Geomorfologische kaart van Nederland ........................................................................................... 36
Bijlage 4: Bodemkaart van Nederland.............................................................................................................. 37
Bijlage 5: Actueel Hoogtebestand Nederland 1 (AHN1) .................................................................................... 38
Bijlage 6: Boorpuntenkaart ............................................................................................................................. 38
Bijlage 7: Boorstaten ....................................................................................................................................... 40
Bijlage 8: Foto’s boringen ................................................................................................................................ 56
Bijlage 9: Afkortingen uit de boorstaten .......................................................................................................... 58
6
1. Aanleiding
In opdracht van ingenieursbureau Inventerra b.v. heeft Transect1 in januari 2013 een archeologisch
vooronderzoek uitgevoerd in plangebied Lingewijk-Zuid in Gorinchem (gemeente Gorinchem). De
aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de
sanering en renovatie van de woonwijk. In het kader hiervan zullen ook woningen worden gesloopt en
zal nieuwbouw plaatsvinden. Er zal daarbij grondverzet plaatsvinden, waardoor de bodem en daarmee
eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord.
Het plangebied ligt in het bestemmingsplangebied “Lingewijk-Zuid”. Op het te onderzoeken
plangebied ligt een dubbelbestemming ‘waarde archeologie’. Binnen het plangebied zijn diverse
bodemingrepen gepland, die de vrijstellingscriteria uit het bestemmingsplan overschrijden, waardoor
voor de voorgenomen bodemingrepen een archeologische waardestelling nodig is. Hiervoor dient een
archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd.
Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse
Archeologie (KNA), versie 3.2.
1 Transect Archeologie beschikt over een opgravingsvergunning voor booronderzoek ex artikel 45 van de Monumentenwet,
verleend door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE).
7
2. Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek
Het archeologisch vooronderzoek bestaat uit een gecombineerd onderzoek, te weten een
archeologisch Bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase.
Het Inventariserend Veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een booronderzoek (IVO-O).
Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is het specificeren van de archeologische
verwachting, dat wil zeggen het aan de hand van beschikbare en nieuwe informatie over de
archeologie, cultuurhistorie, geomorfologie, bodemkunde en grondgebruik, bepalen van de kans dat
binnen het plangebied archeologische resten kunnen voorkomen. Het doel van het inventariserend
veldonderzoek is het toetsen en waar mogelijk bijstellen van de gespecificeerde archeologische
verwachting, door middel van waarnemingen ter plekke van het plangebied.
Het onderzoek probeert hiermee aan de hand van feitelijke informatie antwoord te geven op de
volgende vragen:
• Is er sprake van bodemlagen waarin archeologische waarden kunnen voorkomen?
• Zijn deze bodemlagen intact (en is de archeologie intact)?
• Hoe diep liggen deze bodemlagen en dus: in hoeverre zijn deze gevoelig voor de voorgenomen
bodemingrepen?
• Zijn er aanwijzingen dat er ook daadwerkelijk archeologische waarden liggen (archeologische
indicatoren) en uit welke periode(-n) dateren deze?
• Wat is de aard van de betreffende archeologische waarden?
• Wat is de – verwachte – fysieke kwaliteit van archeologische waarden in het plangebied?
Het resultaat van het archeologisch vooronderzoek is dit rapport met een conclusie omtrent het risico
dat eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied worden verstoord als gevolg van
de voorgenomen plannen. Op basis van dit rapport kan het bevoegd gezag een beslissing nemen in het
kader van de planprocedure. Het rapport bevat waar mogelijk gegevens over de aan- of afwezigheid,
aard, omvang, ouderdom, gaafheid, conservering en (relatieve) kwaliteit van archeologische waarden.
Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform protocol 4002 van de Kwaliteitsnorm Nederlandse
Archeologie, versie 3.2 (KNA 3.2). In dit kader is onder andere het centraal Archeologisch
Informatiesysteem (ARCHIS-2) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geraadpleegd,
waarin Archeologische MonumentenKaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden
(IKAW) zijn opgenomen. Aanvullende (cultuur)historische informatie is verkregen uit divers
voorhanden historisch kaartmateriaal. Om inzicht te krijgen in de opbouw en ontwikkeling van het
landschap zijn onder andere de bodemkaart en beschikbaar geologisch-geomorfologisch
kaartmateriaal geraadpleegd. Deze informatie is aangevuld met relevante informatie uit
achtergrondliteratuur.
Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd conform protocol 4003 van de Kwaliteitsnorm
Nederlandse Archeologie versie 3.2 (KNA 3.2). De toegepaste methodiek in het veld wordt beschreven
bij de beschrijving van de veldresultaten (Hoofdstuk 10).
8
3. Afbakening plan- en onderzoeksgebied
Gemeente Gorinchem
Plaats Gorinchem
Toponiem Lingewijk-Zuid
Kaartblad 45B
Centrumcoördinaten
Deelgebied 1 126.856 / 428.031
Deelgebied 2 127.049 / 428.164
Deelgebied 3 126.946 / 428.107
Binnen het archeologisch bureauonderzoek wordt onderscheid gemaakt in het plangebied en het
onderzoeksgebied. Het plangebied is het gebied waarin de geplande bodemingrepen zullen
plaatsvinden (figuur 1). Het onderzoeksgebied omvat het plangebied en een deel van het direct
omringende gebied en wordt bij het onderzoek betrokken om tot een beter inzicht te komen in de
archeologische en bodemkundige situatie in het plangebied. Het onderzoeksgebied beslaat het
plangebied en het omringende gebied, binnen een straal van circa 500 meter.
Het plangebied bestond uit een aantal woonblokken in de wijk Lingewijk-Zuid in het noordelijk deel
van de bebouwde kom van Gorinchem. Het plangebied omvat drie deelgebieden, waarvan de globale
ligging is terug te vinden in figuur 1.
• Deelgebied 1 omvat een woonblok aan weerszijden van de Hugo de Grootstraat. Het
deelgebied kent een oppervlak van 8.670 m2 en is hoofdzakelijk bebouwd met woonhuizen en
schuren. Rondom de bebouwing zijn tuintjes aanwezig. De exacte ligging van dit deelgebied is
terug te vinden in Bijlage 6.
• Deelgebied 2 betreft een circa 3,5 ha groot huizenblok, waar met name rijtjeshuizen staan.
Het betreffen de huizen en tuinen aan weerszijden van de Suzanna van Oostdijkstraat en de
Willem van de Veldestraat. Ook het appartementencomplex aan de Van Hoornesstraat
behoort tot dit deelgebied. De exacte ligging van dit deelgebied is weergegeven in Bijlage 6.
• Deelgebied 3 ligt op de hoek van de Abraham Bloemaart Corneliszstraat en de Jan van der
Heydenstraat. Het bestaat uit een huizenblok met tuinen met in de noordwesthoek van dit
deelgebied een trafohuis. Het deelgebied kent een oppervlak van 3.185 m2. De exacte ligging
ervan is terug te vinden in Bijlage 6.
9
Figuur 1: Ligging van het plangebied (met rode lijnen weergegeven)
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
10
4. Consequenties toekomstig gebruik
Kader Omgevingsvergunning
Planvorming Renovatie en sanering van de woonwijk
Bodemverstorende werkzaamheden Sloopwerkzaamheden en uitgraven van
funderingen, graafwerkzaamheden ten behoeve
van de aanleg nieuwe woningen
Het plan omvat het opknappen van een deel van een verouderde woonwijk uit de eerste helft van de
20e eeuw. De werkzaamheden zullen deels het saneren van de wijk betreffen, waarbij de woningen
zullen worden verbeterd en asbesthoudende materialen worden verwijderd. Op andere plaatsen zal
de bebouwing worden gesloopt en worden vervangen door nieuwbouw. Dit is waarschijnlijk het geval
in deelgebied 2. Wat voor nieuwbouw is vooralsnog niet bekend.
11
5. Beleidskader
Onderzoekskader Omgevingsvergunning
Beleidskader Bestemmingsplan Lingewijk-Zuid
Onderzoeksgrens 250 m2 (hoge verwachting) en 1,0 ha (lage verwachting)
Variërend vanaf 30 en 150 cm -Mv
In 1992 heeft Nederland het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed
ondertekend; ook wel het Verdrag van Malta of Valletta genoemd, naar het eiland en de plaats waar
het is ondertekend. Het Verdrag is in 1998 geratificeerd en op 1 september 2007 via de Wet op de
Archeologische Monumentenzorg (Wamz) geïmplementeerd. De Wamz is een wijzigingswet en omvat
een wijziging van de Monumentenwet 1988, de Wet Milieubeheer en de Ontgrondingenwet. Vanuit de
Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) bestaat sindsdien een verplichting om bij de voorbereiding van
bestemmingsplannen alle ter zake doende belangen mee te wegen. In feite is de Wamz een concrete
invulling van deze verplichting en een verbreding van de zorgplicht voor archeologische waarden in
het milieubeheer.
Het archeologiebeleid van de gemeente Gorinchem is vastgelegd in het bestemmingsplan “Lingewijk-
Zuid”. Deze vertaalslag heeft voor onderhavig plangebied plaatsgevonden in 2012 aan de hand van de
gemeentelijke beleidskaart. Op deze kaart is per zone vastgelegd welke archeologische verwachting
een gebied heeft. Het plangebied omvat zones, die op de gemeentelijke beleidskaart aangeduid zijn
met een lage en een hoge archeologische verwachting (Boshoven e.a., 2009). Daarbij is voor de hoge
verwachtingszones een onderscheid te maken tussen een gebied met een hoge verwachting vanaf het
maaiveld (in het oostelijk deel van het plangebied) en een gebied met een hoge verwachting vanaf een
diepte tussen 1,5 tot 5,0 m –Mv (in het westelijk deel van het plangebied). Een uitsnede van de
beleidskaart is terug te vinden in bijlage 1.
Aan elke zone zijn in het bestemmingsplan aanvullend vrijstellingcriteria geformuleerd. Gebieden waar
vanaf het maaiveld een hoge verwachting geldt, zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek, wanneer
initiatieven kleiner zijn dan 250 m2 en niet dieper reiken dan 30 cm –Mv. Gebieden met een hoge
verwachting tussen 1,5 m en 5,0 m –Mv behoeven geen onderzoek wanneer initiatieven niet dieper
reiken dan 1,5 m –Mv en een ingreep niet groter is dan 250 m2. In gebieden met een lage verwachting
is pas archeologisch onderzoek nodig wanneer een initiatief een oppervlak heeft van meer dan 1,0 ha.
Bodemingrepen van minder dan 30 cm –Mv zijn in dit gebied vrijgesteld. Omdat de voorgenomen
ingreep de verschillende vrijstellingscriteria voor dit gebied overschrijdt, geldt op basis van het
bestemmingsplan een archeologische onderzoeksplicht.
12
6. Bodem en geomorfologie
Archeoregio Midden-Nederlands rivierengebied
Geomorfologie 1M23 en 3K25 (kom en stroomrug)
Maaiveld Circa 2,8 m +NAP
Bodem Bebouwd
Grondwater Onbekend (X)
Landschapsgenese
De omgeving van Gorinchem, met inbegrip van het plangebied, ligt in het Midden-Nederlandse
rivierengebied in het stroomgebied van de Rijn (Berendsen, 2005). Reeds in het midden van de laatste
ijstijd (het Weichselien, vanaf 50.000 tot 15.000 jaar geleden) maakte dit gebied deel uit van een
brede riviervlakte, waarbinnen de riviergeulen in een verwilderd (“vlechtend”) patroon verspreid
lagen. Door deze geulen werd grof zand en grind afgezet, dat geologisch gezien wordt gerekend tot
het Formatie van Kreftenheije (De Mulder e.a., 2003). De aanwezigheid van grof zand en grind wijst op
hoge stroomsnelheden en sterke variaties in de (piek)afvoer (als gevolg van grote hoeveelheden
(smelt)water). Op andere momenten lag de bedding van de riviervlakte langere perioden droog.
Vanuit de drooggelegen vlakte kon fijner rivierzand door sterke winden worden verstoven, dat
vervolgens langs de randen van de riviervlakte tot afzetting kwam. Daar konden op grote schaal
rivierduinen ontstaan (Berendsen en Stouthamer, 2001).
Vanaf 15.000 jaar geleden begon dit beeld enigszins te veranderen aangezien toen het klimaat
geleidelijk begon te verbeteren. In eerste instantie was sprake van enkele relatief kortdurende
warmere perioden (respectievelijk het Bølling- en Allerød-interstadiaal, 14.650 tot 14.000 BP en
13.900 tot 12.850 BP). Gedurende deze oplevingen nam de vegetatie toe en werd de afvoer van
rivierwater beter verdeeld. De riviergeulen begonnen te kronkelen (meanderen) en sneden zich in in
de riviervlakte, waardoor langzamerhand een rivierdal ontstond. In het dal werd tijdens
overstromingen zogenaamd “Hochflutlehm” afgezet, ook wel bekend als het Laagpakket van Wijchen
(De Mulder e.a., 2003; Bennema en Pons, 1952). Pas vanaf 10.000 BP, in het Holoceen, zette de
verbeterde klimaatsomstandigheden definitief door, waardoor de toenemende vegetatie de
verstuivingen van rivierzand aan banden legde en de oevers van de rivieren door de alsmaar kleiner
wordende verschillen in afvoer zich stabiliseerden. Door de stabiele oevers traden de rivieren alleen
nog bij hoogwater buiten de oevers. De klei, die toen bij hoogwater buiten de rivieren werd afgezet,
wordt eveneens gerekend tot het Laagpakket van Wijchen.
De zich insnijdende meanderende rivieren gingen onder invloed van een voortdurend stijgende
zeespiegel in het Holoceen over in accumulerende meanderende rivieren, die meermalen hun loop
verlegden en daardoor verschillende stroomgordels ontwikkelden. Hierdoor vond in het grootste deel
van het rivierengebied afzetting plaats van zand (beddingafzettingen), zandige klei (oeverafzettingen)
en zware klei (komafzettingen), die werden afgewisseld door veen. Daarbij werden de oudere
afzettingen door jongere begraven. Het moment waarop dit optreedt, hangt af van de ligging van de
zogenaamde terrassenkruising (Berendsen & Stouthamer, 2001). De terrassenkruising is het punt
waarop de netto insnijding overgaat in een netto accumulatie van sediment (Berendsen, 2005). De
ligging van dit punt ligt niet vast maar is afhankelijk van het debiet, de sedimentslast van een rivier en
de stijging cq. daling van de zeespiegel. Berendsen en Stouthamer (2001) vermoeden dat de
terrassenkruising rond 7500 BP in de omgeving van Gorinchem heeft gelegen. Daarna raakten de Laat-
Pleistocene en Vroeg-Holocene afzettingen afgedekt met holocene rivierafzettingen en kon
13
veenvorming optreden op de plekken die verder verwijderd van een rivier lagen. Uiteindelijk raakte
het volledige laat-pleistocene dal opgevuld met holoceen sediment en konden rivieren buiten het
oude rivierdal treden.
Geomorfologie en geologie
De omgeving van het plangebied heeft vanaf het passeren van de terrassenkruising onder directe
invloed gestaan van twee stroomgordels, namelijk de Gorkum-Arkel en de Linge stroomrug. De
Gorkum-Arkel stroomrug (als onderdeel van het Benschop riviersysteem) is actief geweest vanaf circa
5500 tot 4400 v. Chr. (Berendsen en Stouthamer, 2001). Deze rivier heeft daarbij een zandlichaam van
enkele meters dik achtergelaten. De top van deze stroomrug bevindt zich naar verwachting rond -3,5
m NAP. Ter hoogte van het plangebied ligt deze waarschijnlijk op 4,0 tot 4,5 m –Mv. Volgens
Berendsen en Stouthamer (2001) is het verloop van de Gorkum-Arkel stroomrug slechts gedeeltelijk
gekarteerd, dit als gevolg van de diepteligging. De Linge (stroomrug) is actief geworden rond 350 v.
Chr. Nadat de rivier rond 1100 bedijkt is, is deze in 1307 na Chr. bij Tiel afgedamd. Dit was tevens het
einde van de activiteit van deze rivier. De beddingafzettingen van deze rivier zijn te verwachten op een
diepte van -0,2 m NAP (circa 0,5 tot 1,0 m –Mv; Berendsen & Stouthamer, 2001).
Op basis van de geologische-geomorfologische kaart van Berendsen en Stouthamer (2001) lijkt het
plangebied zowel op de rand van de Gorkum-Arkel stroomrug als vlak aan de Linge te liggen (figuur 2).
Van beide stroomruggen kunnen daarmee in het plangebied afzettingen aangetroffen worden. Vanuit
archeologische optiek zijn met name de oevers van stroomruggen interessante locaties, aangezien
deze van oudsher vestigingsplaatsen zijn voor (pre-)historische samenlevingen. Ook na het inactief
worden van de rivier blijven de oevers lange tijd een relatief hoger gelegen deel in het landschap en
daarmee aantrekkelijk voor bewoning.
De geologisch-geomorfologische kaart van Berendsen en Stouthamer (2001) richt zich op de diepere
ondergrond. Informatie over de minder diepe ondergrond wordt verkregen via de geomorfologische
kaart van Nederland (Alterra, 2005). Op deze kaart ligt het plangebied volledig in bebouwd gebied.
Aan de hand van de geomorfologische eenheden ten noorden van Gorinchem valt echter af te leiden
dat het plangebied vermoedelijk op de overgang van een rivierkomvlakte naar een stroomrug ligt
(respectievelijk kaartcode 1M23 en 3K25). Deze komvlakte en stroomrug zijn vermoedelijk onderdeel
van de Linge, die ten oosten van het plangebied heeft gelegen.
Bodem en grondwater
Op de bodemkaart is het plangebied gekarteerd als bebouwd gebied, waardoor geen bodemeenheid is
toegekend. Op basis van een verwachting op kom- en oeverafzettingen en aan de hand van
bodemeenheden in de directe omgeving zijn over het algemeen kalkloze en kalkrijke
poldervaaggronden te verwachten (kaartcodes Rn44C, Rn95A, Bijlage 2). De poldervaaggronden zijn
over het algemeen kleigronden met een grijze, roestig gevlekte ondergrond, die niet slap is. Daarbij
worden ze gekenmerkt door een grijze humusarme bovengrond. Poldervaaggronden zijn wijd verbreid
en komen over het algemeen veel voor in westelijk Nederland (de Bakker, 1966). In een
poldervaaggrond kunnen begraven bodemniveaus aanwezig zijn, zogenaamde laklagen, die een
indicatie vormen voor oudere bodemvorming. Een dergelijk niveau heeft zich in het rivierengebied
kunnen vormen op het moment dat er sprake was van een verminderde afvoer, waardoor sprake was
van een afgenomen opslibbing van sediment. Daardoor trad begroeiing op en kon zich een humeus
niveau vormen. Op het moment dat er sprake was van een toename in rivierafvoer, raakte dit niveau
begraven en kenmerkt het zich als een donkere, matig humeuze kleilaag in de bodem. Nabij het
plangebied bestaan de poldervaaggronden naar verwachting voornamelijk uit zware tot lichte klei of
zavel (zwak tot sterk siltige of zandige klei).
14
Omdat het gebied in de bebouwde kom gelegen is in een woonwijk en verhard is, moet echter
rekening gehouden worden dat (delen van) het bodemprofiel zijn aangetast als gevolg van ingrepen in
de bodem. Een verstoringsverwachting is opgenomen in hoofdstuk 8. Ook kan een modern opgebracht
ophoogdek in het plangebied aanwezig zijn, dat in een dergelijk, relatief vochtig gebied, voor zetting in
de bodem en vervorming van de oorspronkelijke bodemlagen kan hebben gezorgd. Dit kan een
negatieve invloed hebben gehad op de mate van conservering van eventuele archeologische resten.
Tenslotte is niet bekend welke grondwatertrappen binnen het plangebied te verwachten zijn. Het is
echter de verwachting dat de grondwaterstand door de aanwezigheid van verharding en bebouwing is
beïnvloed ten nadele van eventueel aanwezige onverkoolde (organische) archeologische resten (onder
andere bewerkt hout, leer en textiel).
Figuur 2: Kaartuitsnede van de paleogeografische kaart van de Rijn-Maas delta (Berendsen
en Stouthamer, 2001). Het plangebied is met rode lijnen weergegeven. In het westen
bevindt zich de Gorkum-Arkel stroomrug en ten oosten van het plangebied de Linge.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
15
7. Archeologische waarden
Wettelijk beschermd monument Nee
AMK-terrein Nee
Verwachting gemeentelijke kaart Hoog – Laag
Verwachting IKAW Laag
Archeologische waarnemingen /
vondstmeldingen
Geen
Het plangebied heeft volgens het centraal archeologisch informatiesysteem (ARCHIS-2) van de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status en is ook
niet opgenomen op de Archeologische MonumentenKaart (AMK). Op de gemeentelijke
verwachtingskaart van Gorinchem is het plangebied aangewezen als een gebied met zowel een hoge
als een lage archeologische verwachting (Bijlage 1). Deze hoge verwachtingswaarde is afgeleid van de
paleogeografische kaart van Berendsen en Stouthamer (2001) en is gebaseerd op het voorkomen van
stroomruggen in de ondergrond van het plangebied. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden
(IKAW) kent het plangebied daarentegen nagenoeg volledig een lage archeologische verwachting
(Bijlage 2). Alleen het westelijk deel van het plangebied kent een middelhoge verwachting. Ook dit
verwachtingspatroon is gebaseerd op het voorkomen van stroomruggen in de ondergrond van het
plangebied en afgeleid van Berendsen en Stouthamer (2001).
In het plangebied zelf heeft in het verleden niet eerder onderzoek plaatsgevonden. Op basis van
ARCHIS-2 zijn in de directe omgeving van het plangebied wel diverse waarnemingen bekend. Gezien
de diversiteit en hoeveelheid zijn deze in onderstaande tabel opgenomen (Tabel 1). Ook relevante
onderzoeken zijn in deze tabel opgenomen. De ligging van de waarnemingen en onderzoeken zijn
terug te vinden in bijlage 1 en 2. Gezien de hoeveelheid meldingen, die rondom het plangebied
aanwezig zijn, zullen hier echter de meest relevante worden besproken met het oog op de
archeologische potentie in het plangebied.
De onderzoeken die in de directe omgeving van het plangebied hebben plaatsgevonden, hebben over
het algemeen weinig aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van behoudenswaardige
vindplaatsen. De opgravingen die hebben plaatsgevonden rondom het plangebied hadden veelal
betrekking op historische boerenplaatsen, waarvan de oorsprong terugging tot in de 18e of zelfs 17
e
eeuw (Tolboom, 2009). Ook zijn aanwijzingen voor steenindustrie uit die tijd nabij het plangebied
aangetroffen (Gerritsen, 2004). Oudere resten, op de losse vondst van een fragment middeleeuws
Andenne aardewerk na, zijn niet bekend (Gerritsen en Kluiving, 2004).
16
Tabel 1: Overzicht van de verschillende, bekende archeologische waarnemingen bij het plangebied
ARCHIS-
waarnemingsnummer
Onderzoeksmelding Afstand tot
plangebied
(windrichting)
Omschrijving waarde
- 6577 0 m (NO) Archeologisch vooronderzoek in
het kader van de reconstructie
van Lingewijk-Noord. Op basis
van het onderzoek is vastgesteld
dat er een lage verwachting voor
het gebied geldt vanwege de
oorspronkelijk lage en natte
landschappelijke ligging (Schorn,
2004).
50049 6269 0 m (O) Een proefsleuven onderzoek dat
direct ten oosten van het
plangebied heeft
plaatsgevonden. Tijdens het
onderzoek zijn diverse
misbaksels van bakstenen
aangetroffen, die wijzen op de
ligging van een historische
steenbakkerij nabij het
plangebied. Er is verder geen
vindplaats aangetroffen
(Gerritsen, 2004).
416412, 405355 25856 30 m (NO) Hier heeft in 2007 een
proefsleuvenonderzoek en
opgraving plaatsgevonden van de
resten van een 18e tot 19
e
eeuwse boerderij (Tolboom,
2009). Vermoedelijk is er sprake
geweest van een tweetal
woonfasen, die beide in de
Nieuwe tijd vallen. Dit is
gebaseerd op het aantreffen van
twee aparte ophooglagen onder
de boerderij, die op basis van
aardewerk en het formaat
baksteen konden worden
gedateerd.
50245 7337, 22801 175 m (Z) Tijdens booronderzoek is hier
een fragment middeleeuws
aardewerk aangetroffen. De
scherf zou uit een intacte context
komen en mogelijk wijzen op een
vindplaats. Aanvullend
proefsleuvenonderzoek heeft
echter de volledige verstoring
van het gebied aangetoond.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
17
8. Huidig gebruik, historische situatie en bodemverstoringen
Landschapstype Zuidelijk zandgebied - Rivierengebied
Historische bebouwing Nee
Historisch gebruik Weiland
Huidig gebruik Braakliggend
Bodemverstoringen Onbekend
Historische situatie
Het plangebied ligt in polder ’t Hoog Land, een polder die vermoedelijk reeds ontgonnen is in de loop
van de 11e (of mogelijk zelfs 10
e eeuw; Stamkot, 2005). De oudst geraadpleegde kaart, waar het
plangebied op staat, dateert echter uit 1773. Hierop is te zien dat het plangebied in het gebied ten
westen van de Lingedijk ligt in onbebouwd agrarisch gebied. Opvallend is dat er sprake is van weinig
bebouwing langs de dijk. De boerderij, die ten noordoosten van het plangebied op deze kaart staat, is
dezelfde die is opgegraven in 2007 (Hoofdstuk 7, Tolboom, 2009) en kent reeds een 17e eeuwse
oorsprong. Op de kadastrale Minuut uit 1811-1832 is eveneens te zien dat het plangebied niet
bebouwd is (figuur 4). Het grootste deel van het plangebied kent daarbij een strokenverkaveling en is
in gebruik als weiland en bouwland, aldus de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT, bijlage van de
Kadastrale Minuut). Alleen het meest oostelijke deel van deelgebied 2 kent een onregelmatige
blokvormige verkaveling. Dergelijke verkavelingsstructuur is kenmerkend voor langdurig landgebruik,
dat zelfs terug kan gaan tot in de Middeleeuwen. Vanaf het begin van de 19e eeuw tot en met het
eerste kwart van de 20e eeuw verandert er weinig aan het grondgebruik in het plangebied (onder
meer figuur 5 en 6). Wel verschijnt er tegen het einde van de 19e eeuw direct ten oosten van
deelgebied 2 een begraafplaats. Deze is nog steeds in de wijk aanwezig (figuur 6, 7 en 8). Op
kaartmateriaal uit respectievelijk 1936 en 1958 is te zien hoe het plangebied uiteindelijk bebouwd is
en deel is gaan uitmaken van de bebouwde kom van Gorinchem (figuur 7 en 8). Deelgebied 1 was
daarbij reeds in de jaren ’30 van de vorige eeuw bebouwd, terwijl deelgebieden 2 en 3 volgden in de
jaren ’50 van diezelfde eeuw.
Huidig gebruik en bodemverstoringen
Het plangebied is bebouwd in de loop van de 20e eeuw. Dit heeft naar verwachting geleid tot
verstoring van de bodem als gevolg van de aanleg van de huizen als van riolering en infrastructuur.
Daarvan zijn echter geen gegevens voorhanden. De verwachting is echter dat gezien de leeftijd van de
bebouwing de verstoringsdiepte van de bebouwing in ieder geval beperkt is. Funderingen uit de eerste
helft van de 20e eeuw zijn over het algemeen beperkt ingegraven tot een diepte van circa 50 cm –Mv
en op staal gefundeerd. De aanleg van riolering zal daarentegen dieper reiken. Er zijn geen andere
bodemverstoringen bekend. Volgens het Bodemloket hebben tenslotte geen ontgravingen of
milieukundige saneringen plaatsgevonden (www.bodemloket.nl).
18
Figuur 4: Kaartuitsnede van de historische kaart uit 1773 met de aansluiting van de Merwede
trekvaart bij Gorinchem.
Figuur 3: Kaartuitsnede van het kadastraal Minuutplan uit 1811-1832. De ligging van het
plangebied is met rode lijnen weer gegeven.
1252.50 125503 126753 12700) 127250 127500
126~5:i :.265CO 12.f•7SJ :270CO
tron,ecr · orthtologi,, ,rfgod, ruimt,
19
Figuur 5: Kaartuitsnede uit 1849. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.
Figuur 6: Kaartuitsnede van een topografische kaart uit 1912. Het plangebied is met rode lijnen
weergegeven.
: 26750 127000 127250 127750
[il
~ Ä ,, 126SC•J
tron,ecr · orthtologi,, ,rfgod, ruimt,
20
Figuur 7: Uitsnede van een topografische kaart uit 1936. Het plangebied is met rode lijnen
weergegeven. Hierop is te zien hoe deelgebied 1 reeds is bebouwd.
Figuur 8: Uitsnede van een topografische kaart uit 1958. Het plangebied is met rode lijnen
weergegeven. Het plangebied is hier volledig bebouwd.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
21
9. Gespecificeerde archeologische verwachting
Kans op archeologische waarden
Deelgebied 1 Hoog – Laag
Deelgebied 2 Hoog – Laag
Deelgebied 3 Hoog – Laag
Complextypen Nederzettingen, sporen van landgebruik,
grafvelden
Stratigrafische positie In de top van de oeverafzettingen
Diepteligging Binnen 100 cm –Mv
Aanwezigheid en dichtheid
Het plangebied heeft onder invloed gestaan van een tweetal rivieren, waarvan de stroomruggen zich
vermoedelijk in de ondergrond van het plangebied bevinden. Het betreft in het westelijk deel de
Gorkum-Arkel stroomrug (deelgebieden 1, 2 en 3) en in het oostelijk deel de Linge stroomrug
(deelgebied 2). Van beide voormalige rivierlopen zijn afzettingen in het plangebied te verwachten. Op
de oevers van de Gorkum-Arkel stroomrug is bewoning mogelijk geweest vanaf het Laat-
Mesolithicum, de periode van activiteit van deze rivier. Hoewel de rivier in de loop van het
Neolithicum was verland, heeft de stroomrug lange tijd een hoger deel van het landschap gevormd en
is daarmee aantrekkelijk voor bewoning geweest, zelfs tot in het Neolithicum. Derhalve is voor de
periode Mesolithicum tot en met het Neolithicum de archeologische verwachting hoog.
Nadat de rivier inactief geworden was en veenvorming kon optreden op (vermoedelijk vanaf de
Bronstijd) is het gebied niet meer geschikt geweest voor bewoning. Vanaf de Late IJzertijd werd de
Linge actief in het oostelijk deel van het plangebied. De oevers van de Linge stroomrug zijn
daarentegen mogelijk reeds bewoond geweest in die periode. Stroomopwaarts zijn op de oevers van
deze rivier namelijk reeds sporen uit deze periode aangetroffen (Berendsen en Stouthamer, 2001).
Ook uit de Romeinse tijd en Middeleeuwen zijn hier sporen te verwachten, waardoor een hoge
archeologische verwachting toe te kennen is aan de plekken waar oeverafzettingen van de Linge
aanwezig zijn. Dit is naar verwachting alleen in het oostelijk deel van deelgebied 2.
Het gebied dat tussen beide stroomruggen ingeklemd ligt, kent een lage archeologische verwachting
op het aantreffen van archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met de Middeleeuwen. Dit
gebied heeft naar verwachting altijd laag gelegen en is over het algemeen vochtig geweest vanwege
de ligging van dit gebiedsdeel in de overstromingsvlakte van de rivieren.
Pas vanaf de Late Middeleeuwen werd dit gebied toegankelijk als gevolg van de ontginningen,
bedijkingen en inpoldering. Het gebied is echter niet bewoond geweest, maar altijd in gebruik geweest
ten behoeve van de landbouw. De bewoning zal namelijk naar verwachting eerder langs de dijk
hebben gelegen ten oosten van het plangebied. Sporen uit de laatstgenoemde periode zullen zich
daardoor beperken tot aan ontginning gerelateerde sporen als greppels en afrastering. Er is op
historisch kaartmateriaal in ieder geval geen sprake van oude bebouwing. Deze bevindt zich met name
aan de Lingedijk ten oosten van het plangebied. Derhalve is voor de Nieuwe tijd aan het plangebied
een lage archeologische verwachting toegekend. De verbreiding van de verwachtingsgebieden is
weergegeven in de gemeentelijke beleidskaart, die opgenomen is in bijlage 1.
22
Stratigrafische positie
De archeologisch relevante niveaus worden respectievelijk gevormd door de top van de
oeverafzettingen van de Gorkum-Arkel en Linge stroomruggen. In de top van de oeverafzettingen
kunnen sporen van bodemvorming en rijping aanwezig zijn, die indicatief zijn voor zowel de verwachte
aanwezigheid van archeologische resten uit het Mesolithicum en Neolithicum als de mate van
intactheid ervan. De verwachting is dat de oeverafzettingen van de Gorkum-Arkel stroomrug, indien
aanwezig nog intact kunnen zijn vanwege hun verwachte diepteligging (4,0 – 4,5 m – Mv). Dit is anders
voor de oeverafzettingen van de Linge stroomrug, die naar verwachting vlak onder het maaiveld
liggen. Het vermoeden is dat dit niveau (gedeeltelijk) door bodemingrepen zal zijn aangetast.
Complextypen
Voor wat betreft de periode Mesolithicum – Middeleeuwen kunnen nederzettingsterreinen worden
verwacht, hetzij in de vorm van (seizoensgebonden) jachtkampementen, hetzij in de vorm van een
meer sedentaire bewoningsvorm (boerderijen). Nederzettingscomplexen zouden zich kunnen
kenmerken door een vondstlaag of dichte vondstenstrooiing van onder andere fragmenten aardewerk
en bewerkt vuursteen, hetgeen met name afhankelijk is van de langdurigheid en/of intensiteit van
eventuele bewoning op die plek. Daarentegen zullen sporen van landgebruik zich kenmerken door
(kleinschalige) grondsporen en ook door de aanwezigheid van vondstmateriaal. Derhalve kan over de
aanwezigheid van laatstgenoemde complexen enkel uitspraken gedaan worden op basis van de mate
van intactheid van de bodem. Deze is naar verwachting in delen van het plangebied door
bodemingrepen aangetast, maar in hoeverre daardoor eventueel aanwezige archeologische resten
verdwenen zijn, is niet bekend.
23
10. Resultaten booronderzoek – fase 1
Inleiding
Het veldonderzoek in het plangebied heeft gefaseerd plaatsgevonden. De eerste fase vond plaats op
10 en 11 januari 2013 en de tweede fase op 17 mei 2013. Reden hiervoor was dat ten tijde van de
eerste fase niet het hele plangebied kon worden onderzocht. Het oostelijk deel van deelgebied 2 was
ten tijde van de eerste fase van het veldonderzoek niet toegankelijk als gevolg van de
asbestsaneringswerkzaamheden en sloop van een deel van de bebouwing. Het niet toegankelijke deel
is weergegeven in bijlage 6. De resultaten van de eerste fase van onderzoek staan in dit hoofdstuk
beschreven (Hoofdstuk 10). Het onderzoek in het gebied, dat tijdens de eerste fase niet toegankelijk
was, is uitgewerkt in het volgende hoofdstuk (Hoofdstuk 11). Er is gekozen om de
onderzoeksresultaten van beide fasen separaat te beschrijven, omdat er sprake was van sterke
verschillen in terreingesteldheid tijdens beide onderzoeksfasen.
Onderzoeksmethodiek
Het doel van het booronderzoek is het toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting in
het plangebied, zoals deze is opgesteld in Hoofdstuk 9. Hiertoe is in het plangebied een verkennend
booronderzoek uitgevoerd. De boringen zijn daarbij gebruikt om zowel de bodemopbouw als de
intactheid van de bodem te bepalen. In totaal zijn in de deelgebieden 22 boringen gezet (boring 1 tot
en met 22; zie bijlagen 6 tot en met 9). Daarbij zijn er in deelgebied 1 6, deelgebied 2 14 en deelgebied
3 2 boringen.
De boringen zijn handmatig tot een diepte van maximaal 500 cm –Mv gezet met behulp van een
Edelmanboor met een diameter van 7 cm en beneden de grondwaterspiegel met een gutsboor van 3
cm. De monsters zijn door middel van verbrokkelen en versnijden doorzocht op de aanwezigheid van
archeologische indicatoren (zoals bot, aardewerk, baksteen, bewerkt vuursteen en houtskool). De
boringen zijn beschreven volgens de NEN5104 en de Archeologische Standaard
Boorbeschrijvingsmethode (ASB; SIKB 2008). Deze beschrijvingen zijn terug te vinden in Bijlage 7.
De boringen zijn in een grid van 40 bij 50 m in het plangebied uitgezet. Daarbij bedraagt de afstand
tussen de boringen circa 50 m en de afstand tussen de boorraaien 40 m. Daar waar verharding,
bebouwing of puinhopen het plaatsen van een boring niet mogelijk maakten, is deze verplaatst. De
ligging van de boringen is opgenomen in bijlage 6. De boorpunten zijn ingemeten met behulp van een
meetlint, de hoogteligging ten opzichte van NAP van de boorpunten is afgeleid van het Actueel
Hoogtebestand Nederland (AHN, www.ahn.nl).
Veldwaarnemingen
Het plangebied bestaat uit drie deelgebieden, die alle ten tijde van het onderzoek bebouwd waren. In
deelgebied 2 waren reeds sloopwerkzaamheden gaande. Een impressie van de drie deelgebieden is
weergegeven in figuur 9. Omdat in deelgebied 2 delen van de huizen reeds waren verdwenen, bestond
de mogelijkheid de funderingen onder de huizen te bekijken. Aan de hand hiervan was een uitspraak
te doen over de verwachte diepte van bodemverstoring onder de huizenblokken (in deelgebied 2).
Deze bleek circa 70 cm –Mv.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
24
Figuur 9: Impressie van het plangebied. Linksboven: deelgebied 1, rechtsboven deelgebied 3. Linksonder
deelgebied 2. Rechtsonder zicht op de fundering van een huis in deelgebied 2.
Figuur 10: Een deel van het plangebied (deelgebied 2) was niet toegankelijk als gevolg van
sloopwerkzaamheden en het de verwijdering van asbest.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
25
Bodemopbouw en lithologie
De bodemopbouw in de onderzochte delen van de drie deelgebieden is vrij uniform. Onder in de
boringen is hoofdzakelijk mineraalarm veen aanwezig, waarin hout- en rietresten aanwezig zijn. Het
veen is nagenoeg onverteerd en alle plantenresten zijn nog duidelijk te herkennen. Geologisch gezien
wordt het veen tot het Hollandveen Laagpakket gerekend (De Mulder e.a., 2003). Onder in boringen
15, 21 en 22 en ingeschakeld in het veen is relatief slappe, zwak tot sterk siltige klei aangetroffen. Het
zwak tot matig siltig karakter van het sediment in combinatie met een zwakke consistentie van het
sediment doen komafzettingen vermoeden, die vermoedelijk in het begin van het Holoceen (door de
Gorkum-Arkel stroomrug) zijn afgezet. In een dunne kleilaag in het veen is op een diepte tussen circa
350 en 450 cm –Mv een zogenaamde laklaag aanwezig. Deze is in de boringen te herkennen als een
circa 5-10 cm dikke, zwartgekleurde, humeuze kleilaag die zowel op een afgenomen tot stilstaande
sedimentatie in het gebied wijst als op enigszins vochtige omstandigheden. De laklaag is op
verschillende plekken in het plangebied aangetroffen (in deelgebied 1 en 2, onder meer boringen 5, 6,
7, 10, 11, 12 en 13). Wat betreft de diepteligging komt de klei (en de laklaag) overeen met de
verwachte ligging van de Gorkum-Arkel stroomrug, maar aanwijzingen voor de aanwezigheid van
oever- en beddingafzettingen zijn niet gevonden.
In de top van het veen neemt het kleigehalte in het veen toe (boringen 4, 5, 7, 10, 12, 13, 18, 21 en
22). Bovenop het veen ligt een matig siltige kleilaag met een dikte van circa 200 cm, die veelal aan de
basis humeus is. De kleilaag is in alle boringen waar te nemen en vermoedelijk als
overstromingsafzetting (komafzetting) in het plangebied afgezet door de Linge. De afname in
humositeit naar het maaiveld toe wijst op een geleidelijke toename in activiteit van de rivier sinds haar
ontstaan in de Late IJzertijd (Berendsen en Stouthamer, 2001). De klei is overwegend kalkloos, maar in
westelijke richting is de klei op enkele plekken kalkhoudend (tussen circa 70 en 250 cm –Mv;
boringen10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16). Ook is in boringen 11 en 17 een ongerijpte zandige kleilaag
aangetroffen op een diepte van 180 cm –Mv, die vermoedelijk het gevolg van een crevasse (een
natuurlijke oeverdoorbraak, waarbij zandig sediment vanaf de rivier in de overstromingsvlakte terecht
komt). Het kalkrijk worden van de overstromingsafzettingen en de aanwezigheid van een crevasse-
afzetting kunnen wijzen op de nabije ligging van oeverafzettingen van een stroomrug. Deze zijn
mogelijk in het westelijk deel van deelgebied 2 aanwezig, maar als gevolg van het ontbreken van
betredingsmogelijkheden is dit tijdens deze onderzoeksfase niet getoetst.
De top van het bodemprofiel is in het alle drie deelgebieden tot een diepte van circa 70-90 cm –Mv
verstoord geraakt. Dit heeft vermoedelijk te maken met de aanleg van de bebouwing in deze gebieden
sinds de eerste helft van de 20e eeuw. Het verstoringsdek bestaat uit veelal zandige klei en bevat
zandbrokken, fragmenten modern baksteen en puin. Lokaal zijn diepere verstoringen waargenomen,
bijvoorbeeld in deelgebied 1 (boring 1, 2 en 3) en 2 (boring 18) die alle in of net naast een voormalige,
gedempte sloot zijn gezet. Boringen 1, 2 en 9 zijn daarbij op 50, 140 en 50 cm –Mv op
ondoordringbaar puin gestaakt.
Archeologische indicatoren
Tijdens het veldonderzoek zijn bij de controle van het opgeboorde sediment geen archeologische
indicatoren aangetroffen2.
2 Omdat dit onderzoek grofmazig is als gevolg van de doelstelling (het reconstrueren van het landschap), is het ontbreken van
archeologische indicatoren op zichzelf geen argument dat er geen vindplaatsen aanwezig kunnen zijn.
26
Interpretatie
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek lijkt het plangebied lange tijd in de
overstromingsvlakte van een rivier te hebben gelegen. Tot een diepte van minimaal 5,0 m –Mv zijn
geen oeverafzettingen of beddingafzettingen van een voormalige rivierloop aangetroffen, zowel niet
van de Gorkum-Arkel stroomrug als van de Linge. Er is alleen sprake van matig tot sterk siltige klei en
veen. Deze klei wordt geïnterpreteerd als een komafzetting, waarbij de afzettingen tot circa 3,0 m –Mv
afkomstig zijn van de Linge en die daarbeneden vermoedelijk van de Gorkum-Arkel stroomrug. Er
kunnen oeverafzettingen in het plangebied aanwezig zijn, maar deze zijn met name te verwachten in
het oostelijk deel van deelgebied 2. Aanwijzingen hiervoor vormen de aanwezigheid van een dunne
laag zandige klei in boring 11 en 17 (een vermeende crevasseafzetting) en het kalkhoudend
komsediment in deelgebied 3 en het deel van deelgebied 2 ten oosten van de Jan van der
Heijdenstraat. Het meest oostelijk deel van deelgebied 2 is echter binnen onderhavig onderzoek niet
onderzocht als gevolg van het ontbreken van toegang tot het terrein.
Voor wat betreft de archeologische verwachting betekenen de resultaten dat deze voor het aantreffen
van vindplaatsen uit het Mesolithicum en Neolithicum naar laag kan worden bijgesteld, aangezien op
basis van de eigenschappen van het aangetroffen sediment (nl. een zwakke consistentie en afzetting in
een nat milieu) valt af te leiden dat toentertijd het plangebied voor (semi-)permanente bewoning niet
aantrekkelijk was. De Gorkum-Arkel stroomrug was – in tegenstelling tot de verwachting uit het
bureauonderzoek – niet aanwezig in het plangebied.
Er zijn eveneens in de onderzochte gebiedsdelen geen oever- of beddingafzettingen van de Linge
stroomrug aangetroffen, waardoor voor de periode IJzertijd – Middeleeuwen eveneens een lage
verwachting geldt. De kans bestaat echter dat oeverafzettingen nog in het oostelijk deel van
deelgebied 2 aanwezig zijn. Indien dat het geval is, geldt voor dat deel nog een archeologische
verwachting op resten uit de periode IJzertijd-Middeleeuwen.
27
11. Resultaten booronderzoek – fase 2
Inleiding
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de tweede fase van het veldonderzoek beschreven. Het
onderzoek richt zich daarbij uitsluitend op de gebiedsdelen, die tijdens de eerste fase van onderzoek
niet toegankelijk waren. De omtrek van dit gebied is weergegeven in bijlage 6. Het onderzoeksdoel en
de methodiek zijn hetzelfde als die in de eerste fase van het onderzoek. Daarom wordt hiervoor
verwezen naar Hoofdstuk 10. In totaal zijn in de tweede fase van het onderzoek 7 boringen verricht
(boring 23 tot en met 29; zie bijlagen 6 tot en met 9). De beschrijvingen van de boringen zijn terug te
vinden in Bijlage 7.
Veldwaarnemingen
In de tweede fase van het onderzoek zag het plangebied er compleet anders uit dan tijdens de eerste
fase. Alle bebouwing en funderingen van de woningen en de flatgebouwen in het plangebied waren
volledig verwijderd. Ook de oorspronkelijke straten waren nauwelijks meer zichtbaar, maar op basis
van het voorkomen van de straatverlichtingspalen waren deze nog te herleiden in het plangebied. Ook
waren zandpakketten en grondhopen in het plangebied aanwezig, waarbij de zandpakketten waren
aangebracht ten behoeve van de nieuwe infrastructuur in het gebied. Een impressie van het
plangebied is weergegeven in figuur 11. Op basis van het uiterlijk van het plangebied is het zeer
waarschijnlijk dat de sloopwerkzaamheden voor bodemverstoringen hebben gezorgd. Met name langs
de oostzijde van het plangebied, op de plek waar de appartementencomplexen hebben gestaan, is
sprake van een trapsgewijze verlaging in het maaiveld. Deze is globaal weergegeven in bijlage 6.
Hieruit valt af te leiden dat hier relatief diepe funderingen zijn verwijderd.
Figuur 11: Impressie van het plangebied tijdens de tweede fase in het veldonderzoek. Foto genomen vanaf de
noordoostpunt van deelgebied 2 in zuidwestelijke richting.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
28
Bodemopbouw en lithologie
De bodemopbouw in dit gebiedsdeel is grotendeels uniform aan die reeds in de rest van het
plangebied. Ook hier is namelijk onder in de boringen mineraalarm veen aangetroffen met hout- en
rietresten (Hollandveen Laagpakket, De Mulder e.a., 2003). Tevens is op enkele plekken in het veen
rond 410-420 cm een dunne kleilaag in het veen aanwezig, waarin zich een zwartgekleurde laklaag
heeft kunnen vormen (boring 26 en 27). Er zijn geen oever- of beddingafzettingen van dieper gelegen
stroomruggen in de ondergrond aanwezig.
In de top van het veen is sprake van een toename van het kleigehalte. Dit is het gevolg van een
toename van rivieractiviteit in het plangebied. Op het veen ligt een sterk siltige kleilaag, die
kalkhoudend doch (matig) slap in consistentie. Een toename in siltigheid en de aanwezigheid van kalk
in het sediment wijzen op de nabije ligging van een rivier. Er is echter vermoedelijk nog geen sprake
van oeverafzettingen, omdat deze zandiger, steviger en gerijpter zijn. In boringen 23, 27 en 28 is de
basis van het kleipakket zandig, maar getuige de slapheid van het sediment zijn dit vermoedelijk geen
oeverafzettingen. Het vermoeden bestaat dat dit crevasseafzettingen zijn; afzettingen van natuurlijke
doorbraken van een oever tijdens hoogwater waarbij ook zwaardere fracties (zand) vanuit de rivier in
de overstromingsvlakte terecht komen. Op dergelijke afzettingen kan gewoond worden, wanneer ze
dik genoeg en gerijpt genoeg zijn (Van Dinter en Van Zijverden, 2010). Dat is echter hier niet het geval,
evenals op dezelfde afzettingen die tijdens de eerste fase van het onderzoek zijn aangetroffen
(hoofdstuk 10).
De top van het bodemprofiel is volledig verstoord tot een diepte van circa 90 cm –Mv tot zelfs 180 cm
–Mv ter plaatse van de voormalige appartementencomplexen (de “lager gelegen delen”, bijlage 6). Dit
heeft vermoedelijk te maken met de aanleg en de sloop van de bebouwing in het gebied. Het
verstoringsdek bestaat uit sterk humeuze, sterk zandige klei en bevat zandbrokken, fragmenten
modern baksteen en puin. Boringen 24, 25 en 29 zijn daarbij op ondoordringbaar puin of beton
gestaakt, respectievelijk op dieptes van 95, 120 en 130 cm -Mv.
Archeologische indicatoren
Tijdens het veldonderzoek zijn bij de controle van het opgeboorde sediment geen archeologische
indicatoren aangetroffen3.
3 Omdat dit onderzoek grofmazig is als gevolg van de doelstelling (het reconstrueren van het landschap), vormt het ontbreken
van archeologische indicatoren op zichzelf niet dat er geen vindplaatsen aanwezig kunnen zijn.
29
Interpretatie
Op basis van de boringen, die tijdens fase 2 zijn gezet, blijkt dat ook dit deel van het plangebied
langdurig in de overstromingsvlakte heeft gelegen. Er zijn vanaf een diepte vanaf circa 2,5 m –Mv geen
oeverafzettingen of beddingafzettingen aanwezig. Er is alleen sprake van komafzettingen, te weten
(een afwisseling van) zwak tot sterk siltige klei en veen. In tegenstelling tot de verwachtingen zijn op
het veen geen oeverafzettingen aangetroffen. De aangetroffen klei is wellicht iets siltiger dan die in
het westelijk deel van het plangebied, maar er is daarbij nog geen sprake van oevers. Wel zijn op
enkele plekken kalkhoudende en zandige klei op het veen aanwezig, wat mogelijk crevasse-afzettingen
zijn. Op basis van een verhoogde siltigheid, de aanwezigheid van crevasse-afzettingen en een toename
in het kalkgehalte in oostelijke richting is het wel de verwachting dat de stroomrug van de Linge (en
daarmee ook oeverafzettingen ervan) even ten oosten van het plangebied aanwezig zijn. Dit lijkt
overeen te komen met het kaartbeeld van Berendsen en Stouthamer, weergegeven in figuur 2.
Tevens is aangetoond, dat de aanleg en sloop van de bebouwing in dit deel van het plangebied zodanig
is geweest dat de oorspronkelijke bodem tot relatief diep (maximaal 180 cm –Mv) verstoord is
geraakt. Mochten archeologische resten in het plangebied aanwezig zijn geweest, dan zijn deze naar
verwachting volledig verstoord geraakt.
Samengevat betekent dit dat voor het tijdens fase 2 onderzochte gebied op grond van het
veldonderzoek een lage archeologische verwachting geldt voor alle archeologische verwachting geldt.
De resultaten en interpretaties sluiten daarbij aan op het reeds in fase 1 onderzochte gebied.
30
12. Beantwoording onderzoeksvragen
Is er sprake van bodemlagen waarin archeologische waarden kunnen voorkomen?
Nee. Aan de hand van de resultaten van het veldonderzoek heeft het plangebied altijd in de
overstromingsvlakte van een rivier gelegen. Er zijn daardoor naar verwachting geen bodemlagen
aanwezig waarin archeologische waarden voorkomen, aangezien een overstromingsvlakte over het
algemeen zeer vochtig en drassig is geweest.
Zijn deze bodemlagen intact (en is de archeologie intact)?
Deels. De top van de komafzettingen in het plangebied is tot een diepte van circa 70 tot 90 cm –Mv
verstoord geraakt. In het oostelijk deel van deelgebied 2 zijn zelfs diepere bodemverstoringen
vastgesteld. Voor de komafzettingen geldt echter een lage archeologische verwachting waardoor naar
verwachting geen (intacte) nederzettingsresten aanwezig zullen zijn. Wel kunnen sporen van
landgebruik (zoals gedempte sloten) worden aangetroffen (zoals het geval in deelgebieden 1 en 2,
boringen 1, 2, 3 en 18).
Hoe diep liggen deze bodemlagen en dus: in hoeverre zijn deze gevoelig voor de voorgenomen
bodemingrepen?
Niet van toepassing
Zijn er aanwijzingen dat er ook daadwerkelijk archeologische waarden liggen (archeologische
indicatoren) en uit welke periode(-n) dateren deze?
Er zijn tijdens het onderzoek geen aanwijzingen aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een
vindplaats in het plangebied.
Wat is de aard van de betreffende archeologische waarden?
Niet van toepassing
Wat is de – verwachte – fysieke kwaliteit van archeologische waarden in het plangebied?
Niet van toepassing
31
13. Conclusie en Advies
Conclusie
Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken:
1) Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat voor delen van het plangebied een hoge
verwachting geldt op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode Mesolithicum tot
en met het Neolithicum. Deze resten worden verwacht in het westelijk deel van het plangebied,
waar zich in de ondergrond een fossiele rivier bevindt (de Gorkum-Arkel stroomrug). Daarnaast
bestaat in het oostelijk deel van het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van
resten uit de periode Late IJzertijd tot en met Late Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd
op het voorkomen van oever- en/of beddingafzettingen van de Linge stroomrug . Er zijn echter
geen onderzoeken in de directe omgeving bekend of vondsten gedaan, die meer over de
eventuele aanwezigheid van deze archeologische resten in het plangebied kunnen melden.
2) Op basis van historisch kaartmateriaal is vastgesteld dat het plangebied vermoedelijk altijd
onbebouwd is geweest. Het oudst geraadpleegde kaartmateriaal van het plangebied uit het eind
van de 18e eeuw laat ter plaatse van het plangebied akker- en weiland zien. Ook op jonger
kaartmateriaal staat geen bebouwing aangegeven, waardoor voor de Nieuwe tijd daarom een lage
verwachting op het aantreffen van archeologische (nederzettings)resten bestaat.
3) Op grond van het veldonderzoek is vastgesteld dat het plangebied altijd in de overstromingsvlakte
van een rivier heeft gelegen. Er zijn het plangebied geen oever- of beddingafzettingen
aangetroffen, die behoren tot Gorkum-Arkel stroomrug. Ook zijn geen oeverafzettingen van de
Linge aangetroffen. Tenslotte zijn bodemverstoringen in het plangebied aangetroffen, die variëren
van 70 cm in het westelijk deel tot 180 cm –Mv in het oostelijk deel van het plangebied.
Concluderend geldt een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen voor
met name de periode Mesolithicum – Late Middeleeuwen. Deze verwachting is met name gebaseerd
op het ontbreken van oever- en beddingafzettingen die vanuit archeologische optiek geschikt waren
voor (pre-)historische bewoning. Voor de Nieuwe tijd bestond op basis van het bureauonderzoek
reeds een lage archeologische verwachting.
32
Advies
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek bestaat er in archeologisch opzicht geen bezwaar
tegen de voorgenomen werkzaamheden. Er hoeven geen aanvullende maatregelen te worden
genomen. De verwachting is immers dat in het plangebied geen archeologische resten zullen
bevinden, aangezien het lange tijd te vochtig geweest is voor bewoning.
33
14. Geraadpleegde bronnen
Archeologische kaarten en databestanden:
• Archeologische Monumenten Kaart (AMK), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE), Amersfoort,
2007.
• Archeologisch Informatie Systeem II (Archis2), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE),
Amersfoort, 2007.
• Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, 3e generatie, IKAW, Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), Amersfoort, 2008.
• www.ahn.nl
• www.ruimtelijkeplannen.nl
• www.watwaswaar.nl
• www.bodemloket.nl
• www.dinoloket.nl
• www.bodemdata.nl
Literatuur:
• Alterra, 2005, de geomorfologische kaart van Nederland, Wageningen
• Bakker, H. de, 1966. De subgroepen van het systeem voor bodemclassificatie voor Nederland. In:
Boor en Spade.
• Bakker, H. de en J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere
niveaus. Wageningen.
• Bennema, J. & L.J. Pons, 1952, Donken, fluviatiel Laagterras en Eemzee-afzettingen in het westelijk
gebied van de grote rivieren. Boor en Spade 5: 126-137.
• Berendsen, H.J.A., 2000. Landschappelijk Nederland. Assen (Fysische Geografie van Nederland). 2e
druk.
• Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land. Assen (Fysische geografie van Nederland).
Vierde, geheel herziene druk.
• Berendsen, H.J.A. en E. Stouthamer (eds.), 2001. Palaeogeographical development of the Rhine-
Meuse delta, the Netherlands. Asse
• Boshoven, E.H., A. Buesink, H.M.M. Geerts, J.S. Krist, L.A. Tebbens en J.M.J. Willems, 2009. Regio
Alblasserwaard en Vijfheerenland, een archeologische inventarisatie, verwachtings- en
beleidskaart. Deventer (BAAC-rapport V-08.0185).
• Gerritsen, S., 2004. Inventariserend veldonderzoek aan de Van Hoornestraat, gemeente
Gorinchem. Hollandia-rapport 41, Zaandam.
• Gerritsen, S. en S.J. Kluiving, 2004. Archeologisch booronderzoek plangebied Den Breejen in de
Lingewijk, gemeente Gorinchem. Hollandia-rapport 46.
• Mulder, E.F.J., M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong, 2003. De ondergrond van
Nederland. Houten.
• Stamkot, B., 2005. De ontstaansgeschiedenis van Gorinchem; aflevering II, Oud Gorcum Varia-62,
p157-185.
• Schorn, E.A., 2004. Plangebied Lingewijk-Noord, Gorinchem. BAAC-rapport 04.022, Deventer
• Tolboom, M.A., 2009. Gorinchem, Kop van de IJsbaan. Inventariserend Veldonderzoek door middel
van proefsleuven en een Definitief Onderzoek. BAAC-rapport A-07.0423.
• Van Dinter, M. & Zijverden, W.K. van (2010). Settlement and land use on crevasse splay deposits;
geoarchaeological research in the Rhine-Meuse Delta, the Netherlands. Netherlands Journal of
Geosciences / Geologie en Mijnbouw, 89(1), 21-34.
34
Bijlage 1: Beleidsadvieskaart van de gemeente Gorinchem
Globale ligging plangebied
tron,ect · orthtologi,, trfgod, ruimt,
0 Ar,:h.,,.,loqlsche waalden
- ~rn!inen met ern br:pukia .11rtheolc9~c:M wa.!in::te (cwcrige· AMK,terr~
Arch.,..,tag]scbr,v.er;wacht n11 specif"Joeke! RrW.!ithtin.g ,'00" :A.omeins.e tifd
--zee,- hoge VNVi,".9chiinq voer l ate middel!!elM'l!n en nic.,s~tijd
zeer hoge ven'lo".!ichtii,ç YGCJr l a.te middel~IJffl'l:'n en nieuwe tijd
m,:flk!fm.atige '\11:rw.1.chting voor lat!! midde-JelmW'm. en nieuv,;c tijd
mer hoge "ierw.,chting [voor pr,rhi5to.rie tot middeleeuwen]
- ~U hog;e VH'\Wtc:h:Û»g
hog:c: r,re,rw.achting (voor prehistorie tot middeleeuwen)
- hogeverwadrt:ing aan at nabij het opprrvMllk
- h.og.r verwachting Wuen 1.5-l!n 5-m l!kr beneden maaiveld
- h-og~ver-w:sdrting dieper-d.an 1,S m. ben~en ma.tN!!\d-
h,oge venwchting di:-eper dan 5, m Hrr beneden mm1Mld
micldetmirtig:c ~M-achtin;g; fvoor ~hiWJl'M! 101 middelcfl.lWCn)
- nw:fdefmatigcves:w11<.hting
t.:.ge '.i~t'l'II.Jidlling (;alle perioden)
Ove,I
lage vei:wa.chting
'l'OOf'" over tappende z.ones gel'dt d ,a1 de blak.jes in h.et rm~r de NW':~iggende la.ag vormen
historisch e[eme,nt
35
Bijlage 2: Archeologische waardenkaart (waarnemingen, archeologische monumenten, IKAW)
126700 126800 126900 127000 127100 127200 127300
ARCHIS-2 0 0 0 0 'SI" 'SI" CX) CX) N N 'SI" 'SI"
Toponiem: 0 0 Lingewijk-Zuid 0 0 M M CX) CX) N N 'SI" 'SI"
Plaats: Gorinchem
0 0 0 0 N N CX) CX) N N 'SI" 'SI"
Legenda Deelgebied
0 0
D 0 0 ,.... ,.... CX) CX) N N 'SI" 'SI"
Waarneming
0
0 0 Vondstmelding 0 0 0 0 • CX) CX) N N 'SI" 'SI"
Onderzoeksmelding
D 0 0 0 0
"' "' " " N N 'SI" 'SI"
0 0 "t"""~'' =h~l•yj•, "Jg~J, ,,imu 0 0 CX) CX)
" " N N 'SI" 'SI"
126700 126800 126900 127000 127100 127200 127300
36
Bijlage 3: Geomorfologische kaart van Nederland
0 0 U") 00 N ,;-
0 0 0 00 N ,;-
0 0 U") r--. N ,;-
126000 126500 127000 127500
0 0 U") 00 N ,;-
0 0 0 00 N ,;-
0 0 U") r--. N ,;-
Geomorfologie
Toponiem: Lingewijk-Zuid
Plaats: Gorinchem
Legenda
Deelgebied
D
37
Bijlage 4: Bodemkaart van Nederland
0 0 Ll"l co N
""
0 0 0 co N
""
126500 127000 127500
0 0 Ll"l co N
""
0 0 0 co N
""
Bodemkaart
Toponiem: Lingewijk-Zuid
Plaats: Gorinchem
Legenda Deelgebied
D Bodemkaart -lg MOERAS--
lg WATER---lh BEBOUW--
pRn59-VII -Rn44Cv-III -Rn95A-VI -Rv01C-II*
38
Bijlage 5: Actueel Hoogtebestand Nederland 1 (AHN1)
Ligging plangebied 0
© Het Waterschapshuis - Actueel Hooqtehestand Nederland
tron,ect· orthtologi,, trfgod, ruimt,
- -12.00 .. -2.91 • .:Z.91 .. -1.40
- -1.40 . -1.31
- -1 .3 1 .. -1 .27
- -1 .27 .. -1.24
- -1.24 .. -1.22 - -1.22 .. -1 .19
- -1 .19 . -1 .17
- -1 .17 .. -1 .15
- -1.15 .. -1 .13
- -1.13 .. -1 .11
- -1.11 .. -1.09
- -1 .09 . -1.06
- -1 .06 . -1 .02
- -1 .02 .. -0.9B
- -0.9B . -093
- -0.93 .. -0.BB
- -0.BB .. -0.B3
- -0.B3 .. -0.76
- -0.76 . -0.69
- -0.69 . -0.61
- -0.61 .. -0.54
- -0.54 .. -0 47
- -0.47 .. -039
- -0.39 . -0.32
- -0.32 .. -0.26
- -0.26 . -0.19
- -0.19 . -0.13
- -0.13 .. -0.07
-0.07 .. -0.0 1
-0.01 .. 003
003 .. 0 .0B
00B . 0.12
012 .. 0 16
0 16 . 020
020 . 026
026 . 034
- 034 .. 044
- 0 44 .. 0 .55 • 055 .. 069
- 069 . 087
- OB7 . . 1.09
- 109 .. 1.41
- 1.41 .. 1.92
- 1.92 .. 2 . B4
- 2.B4 .. 4 .35
- 4 .35 .. 630
- 630 .. 15 .63
- 15.63 .. 350.00
- >= 350.00
39
Bijlage 6: Boorpuntenkaart
Boorpuntenkaart
Toponiem: Lingewijk-Zuid
Plaats: Sl;lffnchffln
Boorpunten
• Boorpunten (fase 2)
• Onderzoeksgebied fase 2 -Bebouwd -Verlaging aan maaiveld ,------· L~HHj
40
Bijlage 7: Boorstaten
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 1
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk stoep
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart X
Z-coordsnaat 1,1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart X
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Kz2 h1 - g1 - brgr EB ST - - 3 1 - - - - opg, omg, gestaakt
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 2
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk stoep
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Kz3 h3 - - wo drbrgr scherp MST - - 1 1 - X - X bakst
130 Ks4 - - - - brgr scherp MST - - 1 2 - X - X omg, bakst
140 - - - - - - - - - - - - - - - - puin
12090030
126.882
427.986
12090030
126.855
428.006
boring gestaakt in puin
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 3
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk stoep
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1,3 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
45 Kz3 h3 - - - zwgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, zandige bijm
90 Ks3 - - - - brgr scherp MST - or 1 1 - X - X bakst
100 Ks3 - - - - drblgr scherp MST - or 1 2 - X - X sch, bakst
180 Ks3 h3 - - plr zw scherp MSL - r 2 1 - X - X sloot, bakst, wo, sch
260 Vk3 - 3 - plr br geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM -
300 Vkm - 1 - - drbr scherp SL - r 1 1 - - - KOM
305 Ks1 h2 - - - br scherp SL - r 1 1 - - - KOM
320 Vkm - - - - drbr scherp SL - r 1 1 - - - KOM
350 Ks1 - - - - brgr scherp SL - r 1 1 - - - KOM
380 Vkm - 1 - - drbr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM -
420 Ks1 h3 - - - zw scherp SL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB SL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 4
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1,2 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
10 Kz1 h3 - - wo zwgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg
70 Ks3 h2 - - - drbrgr geleidelijk MST - or 1 2 GHG X - X sch, omg, bakst
100 Ks2 - - - plr brgr geleidelijk MST - or 1 2 GW BHC - KOM sch
180 Ks2 - - - plr gr diffuus MST - r 1 1 GLG - - KOM red fe vl
250 Ks2 - - - - gr geleidelijk MST - r 1 1 - - - KOM 1 cm hum overgang
260 Vk3 - 3 - ho br scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
280 Ks1 - - - hr gr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM veenlagen ca 3 cm dik
390 Vk1 - 1 - ri drbr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM zwarte banden
392 Ks1 - - - - gr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM -
420 Vk1 - 1 - ri drbr scherp SL - r 1 1 - - - KOM -
430 Ks1 - - - - gr scherp SL - r 1 1 - - - KOM -
480 Vk1 - 1 - - drbr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM -
500 Ks1 h1 - - - gr/libr EB SL - r 1 1 - - - KOM -
boring in sloot
12090030
126.887
428.025
428.028
12090030
126.825
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 5
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1,2 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
35 Kz1 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg.
50 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg.
70 Zs1 - - - - orge scherp MST - or 1 2 GHG X - X zand riool, omg
90 Ks3 - - - plr brgr scherp MST - or 1 2 GW BHC - KOM -
120 Ks3 - - - plr bl scherp MST - r 1 1 GLG - - KOM -
200 Ks2 - - - - librgr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
270 Ks1 h2 - - ho grbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
290 Vk1 - 1 - ho drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
300 Ks1 h1/- - - plr librgr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
360 Vk1 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
365 Ks1 h2 - - plr zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
380 Vkm - 1 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
430 Ks1 - - - - grbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 6
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1,1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
30 Kz1 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg
90 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 2 GHG X - X omg, bakst, lei
120 Ks3 - - - plr bl scherp MST - or 1 1 GW - - KOM -
210 Ks2 - - - - librgr scherp MST - r 1 1 GLG - - KOM -
280 Ks1 h2 - - ho grbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
310 Vk3 - 1 - ho drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
355 Vk1 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
360 Ks1 h2 - - plr zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
380 Vkm - 1 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
420 Ks1 - - - - grbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
126.832
428.070
428.048
12090030
126.857
12090030
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 7
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk plantsoen
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
70 Kz3 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 3 3 - X - X bakst, wo
80 Ks4 h1 - - - brgr scherp MST - o 1 1 GHG X - X -
110 Ks3 - - - - brgr scherp MST - or 1 2 GW BHC - KOM -
220 Ks2 - - - - blgr scherp MST - r 1 1 GLG - - KOM zw vl sch
290 Vk3 - 2 - ho drbrgr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM verslagen?
350 Vkm - 1 - ri drbrgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
360 Ks1 h3 - - ri zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
365 Ks1 - - - ri gr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
440 V - 1 - ri drbrgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
460 Ks1 - - - ri bl scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vk1 - 2 - ri zwbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 8
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk plantsoen
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,9 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Ks3 h3 - - wo drbrgr scherp MST - - 3 1 - X - X bakst, omg
70 Kz1 h1 - - - drgr scherp ST - - 1 1 - X - X omg
120 Ks3 - - - - drgr geleidelijk MST - or 1 1 - BHC - KOM -
200 Ks2 - - - - gr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
290 Vkm - - - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
350 Vkm - 1 - ri drbrgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
355 Ks1 h3 - - ri zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
365 Ks1 - - - ri gr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
440 V - 1 - ri drbrgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
460 Ks1 - - - ri bl scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vk1 - 2 - ri zwbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
126.903
428.218
12090030
126.863
428.226
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 9
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk plantsoen
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Kz2 h3 - - plr drbrgr EB MSL - - 3 1 - X - X omg
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 10
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,9 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
30 Kz2 h3 - - wo zwgr scherp ST - - 3 1 - X - X omg, bakst
70 Kz2 h2 - - - drgr scherp ST - - 3 1 - X - X bakst, hk, omg
170 Ks3 - - - - librgr geleidelijk ST - or 3 2 - BHC - KOM rijping
270 Ks3 - - - ho drgr geleidelijk MST - or 3 1 - - - KOM sch
290 Ks3 h2 - - - drblgr geleidelijk MST - r 3 1 - - - KOM gestaakt in puin
350 Ks1 - - - hr blgr scherp MST - r 1 1 - - - KOM plr
355 Vk3 - 2 - hr drbr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
360 Ks1 - - - ri librgr geleidelijk MST - r 1 1 - - - KOM -
375 Vk1 - - - ri zw geleidelijk MST - r 1 1 - - - KOM -
390 Vkm - 2 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
430 Vkm - 2 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
435 Ks1 - - - - zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
440 Vkm - 1 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
445 Ks1 - - - - zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
475 Vkm - 2 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
480 Ks1 - - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
428.243
428.208
na drie pogingen gestuit in puin
12090030
127.005
12090030
126.949
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 11
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
35 Kz3 h3 - - wo drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X opg.
70 Kz1 h2 - - - brgr scherp MST - or 1 2 GHG X - X opg.
80 Ks3 - - - - blgr geleidelijk MSL - or 2 1 - BHC - KOM sch, lkl
180 Ks3 - - - - brgr geleidelijk MSL - or 3 2 GW - - KOM sch
260 Ks4 - - z1 - gr scherp MSL - r 3 2 GLG - - CRE bakst, pu
270 Vkm - 2 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
300 Ks1 - - - - blgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM sch
330 Ks1 h2 - - - brgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM
430 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
435 Ks1 - - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
440 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
445 Ks1 - - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
475 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
480 Ks1 - - - - gr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 12
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
10 Kz3 h3 - - wo drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg
30 Ks4 h2 - - - brgr scherp MST - or 1 1 GHG X - X bk hk
70 Ks3 - - - - br geleidelijk MST - or 1 2 - BHC - KOM bk
90 Ks3 - - - - gr geleidelijk MST - or 3 2 GW - - KOM -
200 Ks3 - - - - blgr diffuus MSL - r 3 1 GLG - - KOM sch
250 Ks3 - - - - blgr scherp MSL - r 3 1 - - - KOM zw vl, ho br
330 Ks3 h2 - - hr br scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lagen veen
400 Vk1 - - - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM
430 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
435 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM kleilaagje
12090030
126.987
428.168
12090030
126.997
428.204
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 13
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
10 Kz3 h3 - - wo drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg
30 Ks4 h2 - - - brgr scherp MST - or 1 1 GHG X - X bk hk
70 Ks3 - - - - br geleidelijk MST - or 1 2 - BHC - KOM bk
90 Ks3 - - - - gr geleidelijk MST - or 3 2 GW - - KOM sch
200 Ks3 - - - - blgr diffuus MSL - r 3 1 GLG - - KOM sch
250 Ks3 - - - ho blgr scherp MSL - r 3 1 - - - KOM -
330 Ks3 h2 - - hr br scherp MSL - r 1 1 - - - KOM veenlaagjes
400 Vk1 - - - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM
425 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
430 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 14
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 1 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
70 Kz2 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, bakst, plastic
180 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 2 GW - - KOM -
300 Ks2 - - - - drgr scherp MST - or 1 1 - - - KOM -
330 Ks2 h2 - - - brgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
380 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM kleilaagjes
420 Ks1 h2 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - hr drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
126.977
428.130
12090030
127.046
428.208
12090030
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 15
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,9 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
70 Kz2 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, bakst, puin
170 Ks2 - - - - brgr/gr scherp ST - o 3 1 GW BHC - KOM -
180 Ks2 - - - - drgr scherp ST - r 3 2 - - - KOM -
250 Ks2 h1 - - plr brgr scherp MST - r 1 2 - - - KOM -
295 Ks2 h2 - - ho grbr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
390 Vkm - 1 - - drbr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
405 Ks1 h3 - - plr zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
480 Vkm - 1 - hr drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
490 Ks3 h3 - - - zw scherp SL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Ks3 - - - - gr EB SL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 16
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,9 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
90 Kz2 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, bakst, plastic
120 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 2 2 GW - - KOM -
160 Ks2 h1/- - - - drgr scherp MST - or 3 1 - - - KOM geband
290 Ks2 h2 - - - brgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
380 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM kleibanden
400 Ks1 h2 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - hr drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
127.024
428.146
12090030
127.036
428.175
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 17
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
10 Zs1 - - - - ge scherp MST - o 1 1 - X - X omg
30 Kz3 h2 - - - brgr scherp MST - o 1 1 - X - X bakst, plastic
70 Ks3 - - - - br geleidelijk MST - o 1 2 - X - X bakst fragmenten
90 Ks3 - - - - gr geleidelijk MST - or 3 2 GW BHC - KOM sch
200 Ks4 - - - - blgr diffuus MSL - r 3 1 GLG - - CRE? sch
250 Ks3 - - - ho blgr scherp MSL - r 3 1 - - - KOM -
330 Ks3 h2 - - hr br scherp MSL - r 1 1 - - - KOM veenlaagjes
420 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
430 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 18
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
90 Kz2 h3 - z1 - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, bakst, plastic
120 Ks3 - - - - drgr scherp MST - o 3 2 GW X - X bakst, cement
220 Ks2 h1 - - - drgr scherp MST - or 1 1 - X - X bk spi
330 Ks2 h2 - - - brgr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
420 Vkm - 1 - - drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM kleiband
430 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
127.044
428.115
slootdemping?
12090030
127.011
428.113
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 19
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk achtertuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
40 Kz3 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X zandbrokken, omg
200 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 1 - - - KOM -
270 Ks1 h2 - - ho grbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
290 Vk1 - 1 - ho drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
300 Ks1 h1/- - - plr librgr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
360 Vk1 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
365 Ks1 h2 - - plr zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
380 Vkm - 1 - - drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
430 Ks1 - - - - grbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - - drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 20
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk achtertuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
70 Kz2 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg, bakst, puin
190 Ks2 - - - - brgr/gr scherp ST - o 1 1 GW BHC - KOM -
230 Ks2 h1 - - plr brgr scherp MST - r 1 2 - - - KOM -
280 Ks2 h2 - - ho grbr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
400 Vkm - 1 - - drbr scherp MST - r 1 1 - - - KOM -
410 Ks1 h3 - - plr zw geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
480 Vkm - 1 - hr drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
127.074
428.185
12090030
127.059
428.151
boring verplaatst vanwege asbestsanering
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 21
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Kz3 h3 - - wo drbrgr scherp MSL - o 1 1 - X - X omg
110 Kz1 h2 - - - brgr scherp MST - o 1 2 - X - X omg, bakst
150 Ks3 - - - - librgr geleidelijk MST - or 3 2 GHG - - KOM gerijpt
180 Ks3 - - - - gr geleidelijk MST - r 3 2 GW - - KOM sch
280 Ks3 - - - ho gr geleidelijk MSL - r 3 1 GLG - - KOM zw vl, sch
290 Ks3 h1 1 - plr ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
300 Vk3 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
310 Ks2 h1 - - - ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
330 Vk3 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
345 Ks1 - - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
460 Vk1 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
470 Kz1 h1 - - ri zwgr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM waterbodem, lkl
500 Kz1 - - - ri blgr EB SL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 22
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
45 Kz1 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg.
95 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 1 - X - X op 70 cm geglaz aw
150 Ks3 - - - - librgr geleidelijk MST - or 3 3 GHG - - KOM veel fe
180 Ks3 - - - - gr geleidelijk MST - r 3 2 GW - - KOM sch
270 Ks3 - - - ho gr geleidelijk MSL - r 3 1 GLG - - KOM zw vl, sch
290 Ks3 h1 1 - plr ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
300 Vk3 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
320 Ks2 h1 - - - ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
340 Vk3 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
350 Ks1 - - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
460 Vk1 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
465 Kz1 h1 - - ri zwgr geleidelijk SL - r 1 1 - - - KOM -
500 Kz1 - - - ri blgr EB SL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
126.944
428.123
12090030
126.939
428.090
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 23
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
50 Kz3 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg.
80 Ks3 - - - - orgr scherp MST - or 3 2 GHG X - X bakst, grind
90 Ks3 - - - - gngr geleidelijk MST - r 3 2 GW X - X omg, bakst
240 Ks3/z1 - - - - gr geleidelijk MSL - r 3 1 GLG - - KOM sch, crevasse afzetting
260 Ks2 h2 - - ho gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
280 GM - - - ho - geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
290 Ks2 h1 - - ho gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
330 Ks1 - - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 24
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
120 Kz3 h3 - - - drbrgr EB MST - o 1 1 - X - X gestaakt in puin
12090030
127.064
428.082
de bebouwing die hier voorheen stond is verwijderd, het terrein is bouwrijp gemaakt
12090030
127.084
428.131
Tot driemaal toe gestaakt in puin. Puin van de verwijderde bebouwing?
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 25
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
95 Kz3 h3 - - - drbrgr EB MST - o 1 1 - X - X omg, betonplaat?
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 26
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk voortuin
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,8 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
120 Kz1 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X omg.
180 Ks3 - - - - brgr scherp MST - o 1 1 - X - X metaal, glas
200 Ks3 - - - - librgr geleidelijk MST - or 3 3 GHG - - KOM veel fe
290 Ks3 - - - - gr geleidelijk MSL - r 3 2 GW - - KOM sch
300 Vk3 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
320 Ks2 h1 - - - ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
340 Vk3 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
370 Ks2 h1 - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
420 Vk1 - 1 - ri drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
425 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - ri drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
12090030
127.105
428.169
gestaakt op een plaat in de bodem, drie keer verplaatst en gestaakt
12090030
127.098
428.093
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 27
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,5 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
150 Kz3 h3 - - - drbrgr scherp MST - o 1 1 - X - X puin, zandbrokken
200 Ks3 - - - - librgr geleidelijk MST - or 3 3 GHG - - KOM veel fe
240 Ks3 - - z1 - gr geleidelijk MSL - r 3 2 GW - - CRE in laagjes, crevasse?
300 Vk3 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
320 Ks2 h1 - - - ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
340 Vk3 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
370 Ks2 h1 - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
410 Vk1 - 1 - ri drbr scherp MSL - r 1 1 - - - KOM -
415 Ks1 h3 - - - zw scherp MSL - r 1 1 - - - KOM lkl
500 Vkm - 1 - ri drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 28
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,5 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
180 Kz3 h3 - - - drbrgr scherp SL - o 1 1 - X - X veel puin
210 Ks3 - - - - librgr geleidelijk MST - or 3 3 GHG - - KOM gevlekt
250 Ks3 - - z1 - gr geleidelijk MSL - r 3 2 GW - - CRE zandbijmenging
300 Vk3 - 1 - hr drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
330 Ks2 - - - - ligrbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
340 Vk3 - 1 - ri drbr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
380 Ks2 h1 - - - gr geleidelijk MSL - r 1 1 - - - KOM -
500 Vkm - 1 - ri drbr EB MSL - r 1 1 - - - KOM -
428.111
plassen aan maaiveld
12090030
127.116
428.133
toename in siltigheid in top wijst op nabije ligging rivier, nog geen oeverafzettingen
12090030
127.127
Onderzoeksmelding: 55106, 55107 en 55108
Datum: 10 en 11-01-2013 en 17-05-2013
Projectnaam Gorinchem, Lingewijk-Zuid Boorpuntnr. 29
Projectcode
Beschrsjver: drs. T. Nales
Boormethode: Edelmanboor en gutsboor
Boordsameter: 7 cm / 3 cm
X-coordsnaat GWS - Landgebrusk braak
Y-coordsnaat Gt - Bodemkaart Beb.
Z-coordsnaat 0,5 m NAP GWS na borsng - Geom. kaart Beb.
Opmerksng:
[-Mv] TextuurOrg VAM Gr plr Kleur LaaggrensConsist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. Bijzonderheden
130 Kz3 h3 - - - drbrgr EB SL - o 1 1 - X - X gestuit
12090030
127.152
428.141
Tweemaal gestaakt in puin.
56
Bijlage 8: Foto’s boringen
De overgang tussen de overstromingsklei van de Linge en het veen in boring 4 (ca. 2- 2,5 m –Mv)
Een laklaag in het veen op circa 3,5 m –Mv (boring 4)
Boring 21. Verstoring tot 70 cm met daaronder sterk siltige komklei.
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
57
Boring 21: humeuze klei vlak boven het veen.
Boring 12: Verstoring op komklei tot en met een diepte van 270 cm -Mv
tron,ecr · orthtologi,, trfgod, ruimt,
58
Bijlage 9: Afkortingen uit de boorstaten
Textuurindeling (NEN 5104)
Hoofdnaam Toevoeging [Org, Gr] Gradiënt toevoeging
G = grind g = grindig 1 = zwak
Z = zand z = zandig 2 = matig
L = leem s = siltig 3 = sterk
K = klei k = kleiig 4 = uiterst
V = veen h = humeus
m = mineraalarm
Karakteristieken en plantenresten
VAM (amorfiteit) Plantenresten (plr) Consist(entie) M50 (mediaan) Alleen voor zand
1 = Zwak amorf ri = riet ST = stevig 75-105 uiterst fijn
2 = Matig amorf ho = hout MST = matig stevig 105-150 zeer fijn
3 = Sterk amorf ze = zegge MSL = matig slap 150-210 matig fijn
wo – wortels SL = slap 210-300 matig grof
plr = ongedef. ZSL = zeer slap 300-420 grof
420-600 zeer grof
Nieuwvormingen en grondwater
Ca (kalkgehalte, CaCO3) Fe (roestvlekken) Oxidatie/reductie [o/r] GW (grondwater)
1 = afwezig 1 = afwezig o = oxidatie GW = grondwater
2 = matig kalkhoudend 2 = ijzerhoudend or = oxidatie/reductie GHG = gem. hoogste
grondwaterstand
3 = kalkhoudend 3 = sterk ijzerhoudend r = reductie GLG = gem. laagste
grondwaterstand
Classificatie en interpretatie
Bodemhorizont (Hor.; volgens De
Bakker & Schelling, 1989)
Monstername (M) Lithogenese (lith.)
BHA X (boring) – XXX {diepte in cm) KOM = komafzetting
BHB BED = beddingafzetting
BHBC OEV = oeverafzetting
BHC DEZ = dekzand
… CRE = crevasseafzetting
Bijzonderheden
Archeologische indicatoren en afkortingen in de kolom ‘bijzonderheden’
Omg. = omgewerkt gr = grindje l = leem (verbrand)
Opg. = opgebracht st = steentjes b = bot
fe-c = ijzerconcreties aw = aardewerk
gg = goed gesorteerd mn-c = mangaanconcreties vs = vuursteen
mg = matig gesorteerd mn = Mangaan bakst = baksteen/puin
sg = slecht gesorteerd spi = spikkel (+ kleur) fos = fosfaat
vl = vlekken (+ kleur) hk = houtskool
sch = schelpen
bijm = bijmenging (+ text.)