Monstertje Wil Een Vriend
-
Upload
marie-paule-an -
Category
Documents
-
view
17 -
download
0
description
Transcript of Monstertje Wil Een Vriend
Monstertje wil een vriend
(Inkijkexemplaar)
Voor Tom
Verhaal
Herke Sanders
Illustraties
Dick Rink
2
Monstertjes ogen floepen open. Overal om zich heen ziet hij
rotsblokken. Grote grijze rotsblokken. Behalve links van hem, daar
schijnt een flauw lichtje. Voorzichtig kruipt Monstertje in de richting
van het licht. Het wordt feller en feller, tot het zó fel is, dat
Monstertje zijn ogen tot spleetjes moet knijpen om nog iets te
kunnen zien. Maar als zijn ogen eenmaal aan het felle daglicht
gewend zijn, weet Monstertje het …
Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht. Hij is in Het Grote
Beestenbos.
4
Drie dagen geleden lag Monstertje heerlijk te snurken in het bos. Hij
werd wakker van twee kletsende vossen. De vossen waren net
teruggekomen uit Het Grote Beestenbos. Ze waren door het dolle
heen.
Monstertje had zijn oren haast niet durven geloven.
‘Zou er echt een bos bestaan waar alleen maar grote beesten
wonen?’ had hij bij zichzelf gedacht. ‘Als dat waar is, dan moet ik
daar zo snel mogelijk naar toe. Want in een bos vol grote beesten, val
ik niet op. Daar is niemand bang voor mij en dan vind ik vast en zeker
een vriend.’
Alleen al de gedachte aan een vriend had Monstertje warm van
binnen gemaakt.
Onmiddellijk was hij op zoek gegaan naar Het Grote Beestenbos. Hij
zocht, en zocht. Dag in, dag uit. Nacht in, nacht uit. Tot hij, juist toen
hij zijn zoektocht op wilde geven, een groot groen bord zag staan. Het
Grote Beestenbos stond er met koeienletters op geschreven. Blij
maar uitgeput was Monstertje in de grot naast het bord gekropen en
in een diepe slaap gevallen.
Maar nu is hij wakker. Fluitend gaat hij op pad, vastbesloten om
eindelijk een vriend te vinden.
6
‘Hé, hallo Vogel!’ brult Monstertje naar de eerste de beste vogel die
door de lucht vliegt. ‘Wil jij mijn vriend zijn?’
Vogel schrikt zich een kanariepietje. Hij vliegt bijna tegen een boom.
‘Help, een Monster. Help een Monster!’ kwettert Vogel totaal
overstuur als hij Monstertje ver beneden zich ziet. Geschrokken
fladdert Vogel naar zijn vriendjes, die verderop in de bomen zitten.
‘Mmm, mislukt!’ gromt Monstertje. ‘Misschien moet ik de volgende
keer wat minder hard brullen.’
Monstertje krabt zich achter zijn oor. ‘Wat een kleine vogel,’
mompelt hij. ‘Dat is wonderlijk. Ik dacht dat er in Het Grote
Beestenbos alleen grote vogels zouden rondvliegen. Ach, misschien
lijkt hij zo klein omdat hij zo hoog vloog,’ stelt Monstertje zichzelf
gerust.