Monitor Statushouders U16-gemeenten - Utrecht · 2019. 3. 6. · monitor is een eerste aanzet...
Transcript of Monitor Statushouders U16-gemeenten - Utrecht · 2019. 3. 6. · monitor is een eerste aanzet...
.Je. 1 ',:.;. ·r;.. ~ -,.;. 1~ . ~ " . ..1... ~ .. . ,._ ' . . . ' ". .., .. ,.... ·- , ' . ,-, ' -.A',';---i.•-... 3.i,·;t'~ 1 ,· - .• ·j
' Jl. • ~~~~>~ 1 . 4 ' li,, , ~ r pi i._ · ~ • ... I , 4 L rf , • ' ~•
1 • • "" ~ ~ .. : ~· .,,... • - , ·C •., :
� �·
� --�
,�, ,;:;:�., . . . .:'
- 1•:·· ·,-,;.· 1 ,._�_-.. _ ... -yif , .t".. '••.. �_J·r . Jwtj-= �lJ•t.: > • :·-�
., ,,.,. �1 � �·-•, lr'iii
11 1"' - .[.- ,
. ' . _ ... . ..
1 � lr■
�'" • ...... � •
l- .. .. .-.. ,.� 1, �-... .• . ...... �-.. � ,:.. t"f·'f 1,-:-,-]
.>
..... . . -■I! .. . ... ._ -·-. ,.,.
Monitor
Statushouders
U 16-gemeenten Gezamenlijke inzet op huisvesting,
inburgering en participatie
14 maart 2019
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Colofon Index
uitgave IB Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht. n 1 www.utrecht.nl/onderzoek
in opdracht van Procesteam Ul0, namens U16-gemeenten
rapportage Isabella Janssen Geisje Hoetjes Johannes van Raaij
informatie Johannes van Raaij j.van. ra a ij@utrecht. n 1
foto's Infogram
projectnummer H021- 5314400
bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht.
14 maart 2019
Leeswijzer De Monitor Statushouders U16-gemeenten is een interactief rapport en is het beste online te lezen. Hierbij is het mogelijk om tabbladen in grafieken te bekijken, zoals informatie per gemeente.
De index kan gebruikt worden om direct naar het betreffende hoofdstuk te klikken. Ook zijn er verwijzingen opgenomen naar relevante externe informatie.
Deze monitor is het beste te bekijken in een webbrowser (actuele versie) of op een tablet. Het is niet mogelijk om de interactieve functies over te nemen in een pdf-versie van de monitor.
De online versie van de monitor is hier te bekijken:
https:/ /bit.ly/2tBis7v
Voorwoord
Inleiding
U16: regionale samenwerking
1. Start Doorgaande Lijn_
2. Werk en inburgering_
3. Huisvesting
Bijlage: tabellen
2 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Voorwoord
Tot voor kort ontbrak het de U16-gemeenten aan gezamenlijk inzicht in de stand van zaken in de aanpak van huisvesting en integratie van statushouders. Zonder dit inzicht kan niet bijgestuurd worden en is er geen zicht op de resultaten van de aanpak. De U16-gemeenten hebben afgesproken gezamenlijk de huisvesting en integratie op te pakken op een vergelijkbare manier. De verschillen tussen de gemeenten zijn echter groot. De ene gemeente heeft met meer statushouders te maken dan de andere, in de ene gemeente is een opvanglocatie van het COA gehuisvest, in de andere niet. Ook verschilt per gemeente sterk hoe het beleid is ingericht en hoeveel capaciteit er is om hierop in te zetten. De uitdaging is een monitor te ontwikkelen die voor alle betrokken gemeenten interessant is, inzicht geeft in de stand van zaken in de aanpak en een bijdrage levert aan de gezamenlijke aanpak. Beter inzicht in wat bereikt is en wat niet, kan een versneller zijn voor het doorontwikkelen van een gezamenlijke aanpak. Deze monitor is een eerste aanzet hiertoe.
In deze eerste monitor geven we voor de doelen uit het gezamenlijke plan van aanpak van de U16-gemeenten waarvoor dat mogelijk is, informatie over de stand van zaken. De cijfers worden gepresenteerd in grafieken en tabellen (in bijlagg). Waar mogelijk is de beschikbare informatie uitgesplitst naar gemeente. Een deel van de informatie die gebruikt wordt is afkomstig van openbare bronnen (COA, DUO, CBS). Waar mogelijk is een koppeling gemaakt naar deze bronnen. Daarnaast is gebruik gemaakt van maatwerk van deze zelfde partijen.
Statushouders Asielzoekers die als vluchteling worden erkend, krijgen de vluchtelingenstatus. Ze mogen dan in Nederland blijven. Vanaf dat moment worden ze ook wel vergunninghouder of statushouders genoemd. In deze monitor hebben we het over statushouders.
3 / 33
-Samenvatting
Inleiding • In 2018 zijn in Nederland meer eerste asielaanvragen gedaan dan in
2017. In 2018 zijn de meeste asielzoekers afkomstig uit Syrië (14%) en Iran (9%).
• Voor het tweede halfjaar op rij daalt de landelijke taakstelling vvan 13.000 in het eerste halfjaar 2018, 11.000 in het tweede halfjaar 2018 naar 8.000 in het eerste halfjaar 2019.
U 16: Regionale samenwerking • In de U16-gemeenten wordt samengewerkt op het gebied van huisvesting
en integratie van statushouders. • In de U16-gemeenten zijn momenteel twee opvanglocaties voor
asielzoekers: Utrecht Joseph Haydnlaan (590 opvangplekken) en Leersum 'de Hoogstraat (525 opvangplekken).
• Zes sociale diensten zijn werkzaam in de 16 gemeenten. RSD Kromme Rijn Heuvelrug en Werk en Inkomen Lekstroom bedienen elk vijf gemeenten en Ferm Werk drie gemeenten.
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Start Doorgaande Lijn • In de gezamenlijke aanpak van de U16-gemeenten op het gebied van
asiel en integratie is een van de speerpunten dat statushouders die in de regio worden opgevangen ook in de regio gehuisvest worden. Het beleid rondom de Doorgaande Lijn is hierop afgestemd.
• Het AZC van waaruit de koppeling van de statushouders met de gemeente gemaakt wordt kan per gemeente sterk verschillen. Naast AZC's uit de regio worden ook statushouders uit de rest van Nederland gekoppeld aan U16-gemeenten. Voor een goed verloop van de Doorgaande Lijn is een zo hoog mogelijke regionale doorstroming vanuit regionale AZC's naar regiogemeenten gewenst. In 2018 is 67% van de aan de U16-gemeenten gekoppelde statushouders afkomstig vanuit U16-AZC's. Dit aandeel ligt nog steeds beneden de regionale doelstelling uit het plan van aanpak van 90%.
• Het is belangrijk om zo snel mogelijk informatie te krijgen over de competenties en ambities van statushouders. Op deze manier kan er op een snelle manier toegewerkt worden naar taal- en inburgeringscursus. Meestal wordt met het inburgeringstraject gestart wanneer de statushouder gehuisvest wordt in de gemeente. In de U16 is gekozen om hier al in het AZC mee te beginnen. Het doel hierbij is een hoger integratieniveau van de statushouders wanneer de overdracht naar de gemeente plaatsvindt.
• In 2018 is hiermee een begin gemaakt en is bij ruim 80 statushouders een assessment afgenomen tijdens het verblijf in het AZC. Bijna elke maand wordt een bijeenkomst georganiseerd waarbij statushouders een assessment doen. Het is de ambitie om de komende jaren zoveel mogelijk statushouders dit tracé te laten doorlopen.
• Het assessment is bij een deel van de statushouders een eerste stap voor een goede integratie. Hierna volgen het intakegesprek, waarin wordt ingegaan op informatie vanuit het assessment, en het vaststellen van eerste persoonlijke plan van aanpak met de statushouder (PIP: Plan inburgering en participatie). Daarna volgt de plaatsing in de gemeente met een 'warme overdracht' van AZC naar de gemeente. De statushouder vervolgt in de gemeente het integratietraject.
Werk en inburgering • In de U16 deed 86% van de statushouders, die inburgeringsplichtig
werden in 2013-2015, het inburgeringsexamen op taalniveau A2. Dit is het minimale niveau waarop examen gedaan kan worden. Taalniveau Bl wordt door 4% behaald, B2 door 5%.
• Van de statushouders die inburgeringsplichtig werden in 2013 t/m 2017 zijn er in de U16 nog 2.933 met een inburgeringsplicht.
• De gemiddelde inburgeringstijd in de U16 is tussen de 32 en 33 maanden. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde.
• Nederland. Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asielmigratie. Van de statushouders die in 2014 een vergunning ontvingen heeft 11 % van de statushouders 30 maanden na het verkrijgen van een verblijfsvergunning werk.
• Nederland. Van alle statushouders gaat ongeveer een derde naar school. Dit blijft in de maanden na ontvangen van de vergunning gelijk. Het aandeel statushouders dat werk als voornaamste bron van inkomen heeft is na twee jaar zo'n 2%. Het aandeel statushouders dat werkt ligt wel hoger (zo'n 7%), maar hierbij is het vaak naast het ontvangen van een uitkering.
• Nederland. Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, ontvangt 90% van de statushouders (18 tot 65 jaar, cohort 2014) een bijstandsuitkering. Een jaar later, twee en een half jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, is dit aandeel gedaald naar 84%.
Huisvesting • In 2018 was de taak van de U16-gemeenten om 1.243 statushouders te
huisvesten. In dit jaar zijn 1.183 plaatsingen gerealiseerd. Met de realisatie van 49 plaatsingen boven de taakstelling in 2017 komt het restant dat meegenomen wordt met de taakstelling van 2019 op 36.
• Taakstelling en realisatie. De taakstelling voor de eerste helft van 2019 is voor Nederland vastgesteld op 8.000 plaatsingen. De U16-gemeenten nemen hiervan 436 voor hun rekening. Met de achterstand van 2018 erbij komt dit uit op een taakstelling van 472 voor de eerste zes maanden van 2019.
4 / 33
-
Taakstelling Nederland per halfjaar (2010-2019)
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
02010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Bron: Rijksoverheid
- -
Asielaanvragen Nederland naar herkomstland (2016-2018, eerste aanvragen)
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 Syrië Iran Eritrea Turkije Algerije Marokko Moldavië Irak Nigeria Albanië
2016 2017 2018 Bron: CBS, IND
Inleiding
Sinds 1999 werken de Europese lidstaten aan een gezamenlijk Europees asielbeleid. Met gezamenlijke instrumenten en criteria wordt het asielbeleid met elkaar afgestemd. In 2017 zijn in de Europese Unie ruim 675 duizend eerste asielaanvragen gedaan. De meeste asielaanvragen werden in Duitsland gedaan. Per land verschilt de herkomst van de asielzoekers sterk. In Nederland deden in 2018 20.510 asielzoekers een eerste aanvraag. Daarnaast zijn er 3.561 herhaalde aanvragen gedaan en was er 6.463 keer sprake van gezinshereniging.
Toename eerste asielaanvragen Na de piek in 2015 was er in 2016 sprake van een landelijke daling van het aantal asielaanvragen. In 2018 blijft het totaal aantal asielaanvragen dalen ten opzichte van 2017. Het aantal eerste aanvragen is in 2018 wel toegenomen van 16.145 in 2017 naar 20.510 in 2018.
De meeste asielzoekers die een eerste aanvraag doen in Nederland in 2018 zijn afkomstig uit Syrië (14%) en Iran (9%). Iran, Turkije, Moldavië en Jemen zijn landen waar een toename is te zien in het aantal aanvragen. Er is minder vaak een eerste aanvraag gedaan door asielzoekers uit Eritrea en Irak. Het aantal familieherenigingen daalt in 2018 sterk van 14.490 in 2017 naar 6.465 in 2018.
Taakstelling daalt Elk halfjaar maakt de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de taakstelling voor heel Nederland bekend, op basis van het aantal statushouders dat nu wordt opgevangen en een prognose van het aantal nieuwe statushouders in het komende halfjaar. Naar rato van het aantal inwoners per gemeente wordt per gemeente een taakstelling vastgesteld. Voor het tweede halfjaar op rij daalt de landelijke taakstelling. Van 13.000 in het eerste halfjaar 2018, 11.000 in het tweede halfjaar 2018 naar 8.000 in het eerste halfjaar 2019.
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Asielaanvragen Nederland (1975-2018,
eerste aanvragen)
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
P>f><. 50<o :\<o (\°> �'1, fb� �'o P>">, P>" 50<:) 50� 50°> '.\,'1, '.\,� '.'Y'o">,°> ">,°> ">,°> ">,°> ">,°> ">,Oj ">,Oj ">,Oj '1, <::) '1,<::) '1,<::) '1, <::) '1,C) '1,C) '1, C)
Bron: CBS, IND
5 / 33
Ihl Ihl - -
Verdeling leeftijd onder gehuisveste
statushouders in Nederland
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% 2014 2015 2016 2017
jaarcohorten
Jonger dan 18 jaar 18 tot 35 jaar 35 tot 65 jaar
- 65 jaar en ouder Bron: CBS
- - - -
Verdeling nationaliteiten onder gehuisveste
statushouders in Nederland
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% 2014 2015 2016 2017
jaarcohorten
Syrië Eritrea Irak Afghanistan Iran
Overig/onbekend Bron: CBS
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Helft statushouders jonger dan 25 jaar Ruim 2 op de 5 (44%) statushouders die in 2017 een status ontvingen is jonger dan 18 jaar. De laatste jaren groeit deze groep sterk ten opzichte van het totaal. Het aandeel 18 tot 35 jarigen neemt juist af in Nederland.
Helft statushouders uit Syrië Statushouders hebben in de meeste gevallen de Syrische nationaliteit (58% in 2017). Het aantal schommelt de laatste jaren tussen de 40% en 60% van de totale groep statushouders. Na Syriërs is de groep statushouders uit Eritrea de grootste groep.
Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asielmigratie. Er wordt gewerkt met jaarcohorten, met 2014 als eerste groep die over een langere periode gevolgd wordt. Het is ook mogelijk om op gemeente, provincie of U16 niveau maatwerktabellen aan te vragen. In deze versie van de monitor hebben we vooralsnog alleen de landelijke cijfers opgenomen. Van deze cohortstudie verschijnt in ieder geval tot 2021, jaarlijks een update.
Meer weten?
Asieltrends Meer asielzoekers Uit de startblokken Nederland - IND in 2018 - CBS .(Cohortstudie) - CBS
6 / 33
- Monitor Statushouders U16-gemeenten E
U 16:
Regionale
samenwerking
Inleiding
In 2015 bereikte de instroom van vluchtelingen in Nederland een piek waarbij gemeenten voor de opgave stonden te zorgen voor opvang en vervolghuisvesting. Tijdens een gezamenlijke Ul0 collegebijeenkomst is toen besloten deze acties regionaal af te stemmen in samenhang met integratiebeleid. Er is een bestuurlijke Kerngroep Asiel en Integratie opgericht welke de behoeften in kaart heeft gebracht en noodzakelijke acties heeft opgestart. Begin 2017 is vervolgens een bestuursovereenkomst afgesloten waarmee alle U16-gemeenten zich hebben verbonden aan een gezamenlijke regionale aanpak. De belangrijkste punten bij de samenwerking is de Doorgaande Lijn: • Huisvesting van het AZC naar een huis in dezelfde regio • Op dag één na aankomst in het AZC starten van activiteiten om de
integratie te bevorderen.
Medio 2017 hebben de U16-gemeenten het 'Plan van aanpak huisvesting en integratie vluchtelingen regio Utrecht' vastgesteld. Hierin is de gezamenlijke aanpak beschreven. Begin 2018 is besloten tot een update van dit plan en is afgesproken om de belangrijkste doelen en resultaten van de aanpak te monitoren.
Maatschappelijke doelen In de rechter kolommen staan de thema's en maatschappelijke doelen uit het plan van aanpak op een rij. Over de maatschappelijke doelen die onderstreept zijn, is informatie opgenomen in deze monitor. Door te klikken op het doel, komt u op de pagina waar de informatie over dit doel staat. Als u terug wilt naar dit overzicht, dan kun u de knop rechtsboven in de hoek gebruiken.
Meer weten?
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Thema's en maatschappelijke doelen uit het 'Plan van aanpak huisvesting en integratie vluchtelingen regio Utrecht'
Start Doorgaande Lijn:
van eerste opvang naar
vestiging in de regio
1.1 Nieuwkomers in U16-AZC's stromen zoveel moggJ_ijk door naar U16-gemeenten.
1.2 Nieuwkomers in U16-AZC's starten daar hun integratie met assessments door de regionale sociale diensten.
1.3 De voorinburgering voor nieuwkomers wordt afgestemd met de start van de inburgering in de AZC's.
2.1 Gemeenten zorgen voor passend onderwijs en stimuleren deelname hieraan.
2.2 Gemeenten creëren een breed netwerk voor vergunninghouders rondom taa !activiteiten.
2.3 Gemeenten streven naar een goede aansluiting tussen inburgeringsaanbieders en vergunninghouders.
2.4 Vergunninghoudersworden via individueel maatwerk begeleid naar betaald werk.
2.5 Vergunninghoudersworden gestimuleerd om deel te nemen aan alternatief werk zoals taakstages, werkstages en werkervaringsplekken.
2.6 Gemeenten verstrekken begrijpelijke en toegankelijke informatie aan nieuwkomers.
2.7 Gemeenten signaleren gezondheidsrisico's van nieuwkomers en nemen hierop tijdig actie.
2.8 Gemeenten zorgen voor voldoende aanbod aan maatschappelijke activiteiten en stimuleren statushouders om hieraan deel te nemen.
3.1 Passend huisvesten van vergunninghouders.
3.2 Gemeenten vullen hun huisvestingstaakstellingenflexibel in.
3.3 Gemeenten vergroten geschikte huisvestingsmogelijkheden voor vergunninghouders en andere urgente woningzoekenden.
Samenwerken aan versnelde integratie vluchtelingen - VNG
8 / 33
Wijk bij Duurstede
16 gemeenten 2 opvanglocaties 6 sociale diensten 9 vluchtelingorganisaties
De Ronde Venen
De Bilt
Woerden
Utrecht
Utrechtse Heuvelrug
Lopik
V ianen
Bron: Onderzoek, gemeente Utrecht
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Samenwerkingsverbanden
In de provincie Utrecht werken 16 gemeenten samen om de integratie en huisvesting van vluchtelingen te bevorderen. De U16-gemeenten zijn Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen (sinds 2019 gefuseerd in de gemeente Vijfheerenlanden), Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist.
Twee opvanglocaties De opvanglocaties voor asielzoekers in Zeist ('Kamp Zeist' - 370 opvangplekken ) en Utrecht (Einsteindreef - 400 opvangplekken) zijn eind 2018 gesloten. In de U16-regio zijn momenteel twee opvanglocaties voor asielzoekers (AZCs) open: • Utrecht Joseph Haydnlaan - 590 opvangplekken• Leersum 'de Hoogstraat - 525 opvangplekken
Zes sociale diensten Zes sociale diensten zijn werkzaam in de 16 gemeenten. RSD Kromme Rijn Heuvelrug en Werk en Inkomen Lekstroom bedienen elk vijf gemeenten en Ferm Werk drie gemeenten. Daarnaast hebben Utrecht, Stichtse Vecht en De Ronde Venen een eigen sociale dienst binnen de gemeentelijke organisatie. Voor statushouders vormen sociale diensten de schakel met de gemeenten. Statushouders die gehuisvest worden in de gemeente kunnen bij de sociale dienst terecht voor tijdelijke inkomensondersteuning. Vanuit de sociale diensten en gemeentelijke initiatieven worden statushouders begeleid naar (vrijwilligers)werk of een opleiding. Ferm Werk verzorgt in haar gemeenten ook de huisvesting.
Negen vluchtelingorganisaties Statushouders worden ondersteund bij het toetreden tot de maatschappij. Dit gebeurt door medewerkers van organisaties die zich inzetten voor de statushouders. De landelijke organisatie Vluchtelingenwerk Nederland biedt in veel gemeenten hulp aan statushouders, maar er zijn ook gemeenten waar en lokale organisatie deze diensten verzorgt. In de U16-gemeenten maken zeven gemeenten gebruik van de diensten van Vluchtelingenwerk Nederland. Vluchtelingen Steunpunt Groene Hart is in twee gemeenten actief. In de overige zeven gemeenten is een lokale organisatie actief.
9 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten _ E
Start
Doorgaande
Lijn
10 / 33
• • • • • • • • • • •
- -
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde statushouders
naar U16-gemeenten (per maand, 2018)
80%
60%
20%
0% Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec
U16-gemeenten Overige gemeenten Bron: COA
- -
Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde
statushouders naar U16-gemeenten (2018)
Leersum
Utrecht
Utrecht E D
Zeist
0% 80% 100%
U16-gemeenten Overige gemeenten Bron: COA
Regionale opvang en plaatsing
In de gezamenlijke aanpak van de U16-gemeenten op het gebied van asiel en integratie is een van de speerpunten dat statushouders die in de regio worden opgevangen ook in de regio gehuisvest worden. Het beleid rondom de Doorgaande Lijn is hierop afgestemd. Op deze manier kunnen de statushouders meedoen aan de directe start van de integratie in de U16-AZC's.
De regionale opvang en plaatsing kan op twee manieren bekeken worden. Als eerste vanuit de twee AZC in de U16-regio (Utrecht en Leersum). Deze U16-AZC's zijn een tussenstap van statushouders richting een U16-gemeente of een gemeente in de rest van Nederland. Als tweede kan bekeken worden waar de status in gemeente vandaan komen (zie pagina 12). Ter ondersteuning zijn twee schema's opgenomen.
Opvang in U16-AZC's In 2018 is gemiddeld 43% van de statushouders die in de U16-AZC's zijn opgevangen, gekoppeld aan een U16-gemeente. Regievoerders van het COA verzorgen de koppelingen tussen statushouders en gemeenten. Ze doen dit op basis van kennis over de statushouder en gemeente (taakstelling en kenmerken). Na koppeling van een statushouders aan een gemeente is deze administratief zichtbaar voor de gemeente en gaat de gemeente op zoek naar geschikte huisvesting.
Schema: Waar gaan de statushouders vanuit het AZC
naartoe?
U 16-gemeenten
®
Overige gemeenten
Doelstelling 1.1:
Nieuwkomers in U16-AZC's
stromen zoveel mogelijk
door naar U16-gemeenten
11 / 33
• • • • • •
- -
Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde
statushouders vanuit U16-AZC's (per maand, 2018)
80%
60%
40%
20%
0% Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec
U16 Overig NL Bron: COA
- -
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Aandeel van aan U 16-gemeenten gekoppelde statushouders
vanuit U16-AZC's (gemiddelde per gemeente, 2018)
Bunnik
De Bilt
De Ronde Venen
Houten
IJsselstein
Lopik
Montfoort
Nieuwegein
Oudewater
Stichtse Vecht
Utrecht
Utrechtse Heuvelrug
Vianen
Wijk bij Duurstede
Woerden
Zeist
0% 20% 40% 60% 80% 100%
U16 Overig NL Bron: COA
Schema: Waar komen de statushouders in de
gemeente vandaan?
U16-AZC's
'1,@
Overige AZC's
Plaatsing in U16-gemeenten Het AZC van waaruit de koppeling van de statushouders met de gemeente gemaakt wordt kan per gemeente verschillen. Naast AZC's uit de regio worden ook statushouders uit de rest van Nederland gekoppeld aan U16-gemeenten. Voor een goed verloop van de Doorgaande Lijn is een zo hoog mogelijke regionale doorstroming vanuit regionale AZCs naar regiogemeenten gewenst.
In 2018 is 67% van de aan de U16-gemeenten gekoppelde statushouders afkomstig vanuit U16-AZC's. Bij het bepalen van dit cijfer is voor elke statushouder één koppelingsmoment meegenomen. Hierbij is gekeken naar het moment waarop de statushouder vanuit zijn laatste AZC (binnen of buiten de regio) gekoppeld is aan een U16-gemeente. Het kan voorkomen dat een statushouder in een regio AZC verblijft, maar verhuist naar een AZC buiten de regio voordat plaatsing in de gemeente gerealiseerd wordt. In deze gevallen geldt het AZC buiten de regio als herkomst.
12 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Directe start integratie
Het is belangrijk om zo snel mogelijk informatie te krijgen over de competenties en ambities van statushouders. Op deze manier kan er op een snelle manier toegewerkt worden naar een taal- en inburgeringscursus. Meestal wordt met het inburgeringstraject gestart wanneer de statushouder gehuisvest wordt in de gemeente. In de U16 is gekozen om hier al in het AZC mee te beginnen. Het doel hierbij is een hoger integratieniveau van de statushouders wanneer de overdracht naar de gemeente plaatsvindt.
Organisatie In 2017 is gestart met een pilot met een vroegere start van de inburgering. Op kleine schaal zijn assessments afgenomen. Deze drie uur durende test richt zich op statushouders die gekoppeld zijn aan een U16-gemeente. Een medewerker van de sociale dienst en een tolk met kennis van de methode is hierbij aanwezig.
Informatie over een deel van de statushouders wordt verkregen via een assessment. Voor kinderen en senioren is een assessment niet geschikt. Per statushouder is het moment waarop het assessment wordt afgenomen verschillend. Dit is maatwerk, maar bij voorkeur zo snel mogelijk na plaatsing in het AZC. Een assessment is een groepsbijeenkomst waarbij samen met de statushouders verschillende vragenlijsten doorgenomen worden. De sociale diensten organiseren om beurten een assessment op een COA-locatie.
Doelstelling 1.2:
Nieuwkomers in U16-AZC's
starten daar hun integratie
met assessments door de
regionale sociale diensten
NOA-assessment Een goed begin Na de pilot in 2017 is voor het assessment van NOA gekozen. NOA is een In 2018 is er bij ruim 80 statushouders een assessment afgenomen. Bijna psychologisch advies- en onderzoeksbureau dat nauw samenwerkt met de elke maand wordt een bijeenkomst in één van de AZC's georganiseerd sectie Sociale- & Organisatiepsychologie van de Vrije Universiteit waarbij statushouders een assessment doen. Amsterdam. Het NOA-assessment bestaat uit verschillende onderdelen: een persoonlijke achtergrond en zelfredzaamheidsvragenlijst, een vragenlijst In de AZC's zit een toenemende groep die gezien de beheersing van hun PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis), een vragenlijst emotionele eigen taal niet in staat is het schriftelijke NOA-assessment in te vullen. Deze stabiliteit, een taaltest Nederlands, een taaltest Engels, een statushouders slaan het assessment dan over en gaan door naar het leerbaarheidstest, een vragenlijst over arbeidsmotivatie en werk-zoekgedrag, intakegesprek. Ze kunnen zo wel meegaan in het proces Doorgaande Lijn. een vragenlijst die ingaat op iemands persoonlijkheid evenals een competentietest. Bovendien levert het assessment ook informatie op over de eerder opgedane werkervaring en genoten opleiding in het land van herkomst en over hoe iemand de toekomst voor zich ziet.
Aantal deelnemers assessment per maand, 2018
100
80
60 ro
-1-1Croro
40
20
0 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
e Deelnemers per maand e waarvan geen assessment, wel Doorgaande Lijn e Deelnemers cumulatief Bron: gemeente Utrecht
13 / 33
1 I
1
Aantal deelnemers NOA-assessments per sociale dienst, 2018 J 1 1 1 1
Utrecht 41
1 1 1 1
RSD Kromme Rijn Heuvelrug 30
Stichtse Vecht 7
W&I Lekstroom 10
Overig 5
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
Bron: gemeente Utrecht
1 35
Aantal deelnemers NOA-assessments per gemeente, 2018
Stichtse Vecht 7
Utrecht 41
Utrechtse Heuvelrug 8
Wijk bij Duurstede 7
Zeist 8
Overig 22
0 5 10 15 20 25 30 40 45
Aantallen kleiner dan 5 per sociale dienst of gemeente zijn opgenomen bij Overig. Bron: gemeente Utrecht
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Deelnemers De meeste statushouders (41) die een assessment afnamen in 2018 zijn gekoppeld aan de Utrechtse sociale dienst. Daarnaast zij er 30 gekoppeld aan RSD Kromme Rijn Heuvelrug.
Na het assessment Het assessment is bij een deel van de statushouders een eerste stap voor een goede integratie. Hierna volgen het intakegesprek, waarin wordt ingegaan op informatie vanuit het assessment, en het vaststellen van eerste persoonlijke plan van aanpak met de statushouder (PIP: Plan inburgering en participatie). Daarna volgt de plaatsing in de gemeente en een 'warme overdracht' van AZC naar de gemeente. De statushouder vervolgt in de gemeente het integratietraject.
Over het intakegesprek en PIP zijn (nog) geen gegevens beschikbaar.
Meer weten?
Divosa - De Doorgaande Lijo..;_ Statushouders in beeld: Regionale Ketenaan12ak Asiel & De Doorgaande LiJo_(video) . Integratie
14 / 33
- Monitor Statushouders U16-gemeenten E
Werk en
inburgering
15 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Taa lactiviteiten Taalniveau inburgeringsexamen per gemeente
<
550
500
450
400
350
300 ro
-1--1C roro
250
200
150
Totaal U16 V >
100
50
0 2013 2014 2015
jaarcohorten
- A2 - Bl B2 - Vrijstellling Stand 1-1-2019. Bron: DUO
Wie in Nederland komt wonen, en van buiten de EU komt, moet inburgeren. Inburgeren is de Nederlandse taal leren spreken en de Nederlandse samenleving leren kennen. Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) organiseert de inburgeringsexamens. De meeste inburgeraars zijn statushouders. Statushouders tussen 18 en 65 jaar moeten verplicht inburgeren. De inburgeringsplicht stimuleert om actief mee te doen in de samenleving. Ook is het doel dat de statushouders zo snel mogelijk economisch zelfstandig worden. Het inburgeringsexamen bestaat uit de onderdelen schrijven, spreken, luisteren, lezen, kennis Nederlandse Maatschappij en oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt. Statushouders kunnen bij DUO geld lenen voor cursussen en het examen. Bij een door DUO goedgekeurde school kunnen cursussen gevolgd worden.
Over de inburgering brengt DUO cijfers naar buiten. DUO werkt met jaarcohorten. Hiermee wordt de voortgang van groepen uit een bepaalde periode (jaar) gevolgd. Indien een cohort uit 5 personen of minder bestaat, dan worden uit privacyoverwegingen geen gegevens weergegeven. De groepen die gevolgd worden zijn statushouders en nareizigers, maar geen gezinsmigranten (personen die getrouwd zijn of gaan trouwen met een Nederlander). Na reizigers zijn gezinsleden ( echtgenoten, partners, minderjarige kinderen, broers of zussen) van de statushouder, die onder speciale voorwaarden een afgeleide verblijfsvergunning ontvangen.
Doelstelling 2.2:
Gemeenten creëren een breed
netwerk voor statushouders
rondom taalactiviteiten
Meeste examens op taalniveau A2 In de U16 deed 86% van de statushouders, die inburgeringsplichtig werden in 2013-2015, het inburgeringsexamen op taalniveau A2. Dit is het minimale niveau waarop examen gedaan kan worden. Taalniveau Bl wordt door 4% behaald, B2 door 5%. Als een inburgeringsplichtige een (beroeps)opleiding wil volgen of een baan zoekt, is vaak meer kennis van het Nederlands nodig: bijvoorbeeld niveau Bl of B2. Bij het behalen van een Nederlandstalige MBO-/HBO- of universitair diploma, volgt automatisch vrijstelling van het inburgeringsexamen.
Voor de cohorten 2016-2018 is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Het taalniveau wordt pas bepaald bij het examen, en dat wordt meestal pas drie jaar nadat statushouders inburgeringsplichtig zijn geworden afgenomen.
Taal niveaus • A2 (basisniveau): het is mogelijk om korte eenvoudige teksten te
begrijpen.Ook het vinden van informatie in eenvoudige teksten zoals een advertentie of een menukaart is mogelijk. Korte eenvoudige gesprekken.
• Bl (nodig voor MBO): het is mogelijk om teksten die voor het grootste deel uit veelgebruikte woorden bestaan te begrijpen. Maar het is ook haalbaar om moeilijkere taal te begrijpen, als ze daar veel mee te maken hebben.
• B2 (nodig voor HBO/Universiteit): het volgen van een betoog is mogelijk. Artikelen en boeken zijn te volgen. Ook is het mogelijk om deel te nemen aan een vloeiend en spontaan gesprek.
Meer weten?
Cijfers over inburgeren - DUO
16 / 33
QJ 'O
E
Gemiddelde inburgeringstijd
< Totaal U16 V >
40
35
30
C 25
C 20roro15
10
5
0 2013 2014 2015
jaarcohortenStand 1-1-2019. Bron: DUO
Status inburgering statushouders per gemeente
< Totaal U16 > V
1.200
1.100
1.000
900
800
700
ro t: 600roro
500
400
300
200
100
02018
nog inburgeringsplichting voldaan- -
Stand 1-1-2019. Bron: DUO
jaarcohorten
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Inburgering
Statushouders vanaf 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd moeten verlicht inburgeren. DUO bepaalt vanaf welke datum de inburgeringstermijn ingaat. Vanaf dan geldt een inburgeringstermijn van drie jaar . Voor het volgen van cursussen en het examen is het mogelijk om geld te lenen bij DUO.
Ruim drieduizend nog inburgeringsplichtig De groep statushouders die in 2013 inburgeringsplichtig werd (inclusief nareizende fa milieleden) heeft voor een groot gedeelte voldaan aan de inburgeringsplicht. Voor de U16-gemeenten is nog 8% van de statushouders uit 2013 inburgeringsplichtig. Voor de jaren 2016 en 2017 zijn er nog weinig statushouders die voldaan hebben aan de inburgeringsplicht, mede omdat de inburgeringstermijn van drie jaar nog niet is verstreken.
Voor de periode 2013-2018 zijn in de U16-gemeenten nog 3.189 statushouders inburgeringsplichtig. Gemeente Utrecht heeft de grootste groep, ruim 1.373, statushouders die nog inburgeringsexamen moeten doen. Bij de andere gemeenten is het aantal statushouders die nog inburgeringsexamen moeten doen minder dan 200 per gemeente.
InburgeringstijdDe gemiddelde inburgeringstijd in de U16 is tussen de 32 en 33 maanden. Dit is de tijd zonder vertragende omstandigheden ( ontheffing of bijzondere omstandigheden zoals ziekte). De gemiddelde inburgeringstijd voor 2015, 2016, 2017 en 2018 kan pas minimaal drie jaar daarna worden berekend. Als de inburgeringstermijn is verstreken. Het cijfer van 2015 kan nog veranderen vanwege statushouders die verlening hebben gekregen.
Doelstelling 2.3:
Gemeenten streven naar
een goede aansluiting tussen
inburgeringsaanbieders en
vergunninghouders *Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy
of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen. Stand 1-1-2019. Bron: DUO
17 / 33
t +
+
t + ..
... ... ...
... ... +-
t + +
- .. --
Aandeel werkende statushouders onder 18 tot 65 jarigen in Nederland
100
90
80
70
60
QJ01
t: ro
50 QJ u1... QJ
0..
40
30
20
10
=-
• = ----
-- --•-.._a;=&
= ===
= ===0 i====�=�==���=�• --= ;;;.;;;-=.=�- 1 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden
Aantal maanden na ontvangen verblijfsvergunnin
e Cohort 2014 e Cohort 2015
•
30 maanden
Bron: CBS
Werk ( Nederland)
Het CBS publiceert jaarlijks een cohortstudie naar recente asiel migratie. Met deze cohortstudie worden asielmigranten gevolgd. De onderwerpen in de cohortstudie variëren van samenstelling, huisvesting, onderwijs tot werk en inkomen. Zij maken gebruik van verschillende bronnen zoals van het COA, DUO, BRP en IND. Statushouders worden administratief elke maand gevolgd. Er wordt gewerkt met jaarcohorten, met 2014 als eerste groep die over een langere periode gevolgd wordt. Het is ook mogelijk om op gemeente, provincie of U16 niveau maatwerktabellen aan te vragen. In deze eerste monitor staan vooralsnog alleen de landelijke cijfers. Van de cohortstudie verschijnt in ieder geval tot 2021 nog drie keer een update.
Eén op de tien statushouders heeft werk Van de statushouders, van 18 tot 65 jaar - die in 2014 een vergunning ontvingen, heeft 11 % 30 maanden na het verkrijgen van een verblijfsvergunning werk. De groep statushouders uit 2015 (cohort 2015) loopt iets vooruit op de groep uit 2014. Alleen kan deze groep maar 18 maanden gevolgd worden. Op meetpunt 18 maanden na het verkrijgen van de vergunning heeft van de groep uit 2015 4,5% werk, ten opzicht van de groep uit 2014 met 3,9%. In de nieuwe versie van de monitor van het CBS kunnen deze groepen weer een jaar langer gevolgd worden.
Doelstelling 2.4:
Statushouders worden
via individueel maatwerk
begeleid naar betaald werk
18 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
'
' - i
·-
-
100
80
60
40
20
0 •-----•-----•-----•-----·
3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden
Werk -
�------•r-----�•
100
80
60
40 •
20 --•
0 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden
Uitkering/pensioen
•-----•---��•-----•-----•
100
80
60
40
20
0 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden
e Schoolgaand
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Inkomensbron ( Nederland) Bij de totale groep statushouders is een overzicht te geven wat de voornaamste bron van inkomen of situatie is. Dit geldt vanaf het moment van ontvangen vergunning. De tijd in het AZC wordt hierin meegenomen.
Een derde van alle statushouders gaat naar school Van alle statushouders gaat ongeveer een derde naar school. Dit blijft in de maanden na ontvangen van de vergunning gelijk. Het aandeel statushouders dat een uitkering/pensioen ontvangt stijgt in de eerste maanden na ontvangen vergunning vanwege de overgang van het AZC naar plaatsing in de gemeente. In het AZC ontvangen statushouders leefgeld, in de gemeente een uitkering. Het aandeel statushouders dat werk als voornaamste bron van inkomen heeft is na twee jaar zo'n 2%. Het aandeel statushouders dat werkt ligt wel hoger (zo'n 7%), maar hierbij is het vaak naast het ontvangen van een uitkering. De inkomsten uit werk zijn nog onvoldoende om volledig
Meer weten?
Uit de startblokken -_(Cohortstudie) CBS
19 / 33
Aandeel statushouders naar voornaamste
bron van inkomen (cohort 2014)
Bron: CBS
100
80
0
40
20
•·-----•
3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden
e Geen inkomen (leefgeld COA)
6
0
---
l
• �------• •
Aandeel statushouders met uitkering onder 18 tot 65 jarigen in Nederland
100
90 ----------------r---:=:::::;����---�:::::::::::::::::�--------
•
80
70
60
50
40
30
20 _____.:,__________ -;----------t-----------t---------;----------1.------
10
0 3 maanden 6 maanden 12 maanden 18 maanden 24 maanden 30 maanden
Aantal maanden na ontvangen verblijfsvergunning
e Cohort 2014 e Cohort 2015 Bron: CBS
Uitkeringsafhankelijkheid ( Nederland)
Statushouders die in een AZC verblijven ontvangen leefgeld om in de dagelijkse behoefte te voorzien zoals eten en kleding. Op het moment dat statushouders gehuisvest worden in een gemeente komen zij in aanmerking voor een bijstandsuitkering.
Negen op de tien statushouders met uitkering Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, ontvangt 90% van de statushouders (18 tot 65 jaar, cohort 2014) een bijstandsuitkering. Een jaar later, twee en een half jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, is dit aandeel gedaald naar 84%.
In de rechter grafiek neemt het aandeel uitkeringsgerechtigde statushouders toe vanwege de overgang van AZC naar gemeente.
Meer weten?
Verbetertool arbeid SQa rti ei Qatie statushouders - KIS
20 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
~ 1 1
Verlenging wegens omstandigheden
< Totaal U16 V >
1.000
800 -
600ro -1-1 C ro ro 400 -
200
0 1 1
2013 2014 2015 2016 2017 2018 jaarcohorten
1 1
Inburgeringstermijn verloopt binnen 6 maanden
< Totaal U16 V >
160
140
120
100 ro
-1-1 C 80 ro ro
60
40
20
0 1 1 2013 2014 2015 2016 2017 2018
jaarcohorten
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Overige cijfers inburgering Toegekende leningen
< Totaal U16 V >
1.200
1.000
800 ro
,I.JC 600roro
400
200
02013 2014 2015 2016 2017 2018
jaarcohorten
Inburgeringstermijn vaak verlengd Statushouders kunnen verlenging krijgen van de inburgeringstermijn als er omstandigheden zijn die hier aanleiding toe geven. De duur van de verlenging is afhankelijk van de duur van de bijzondere omstandigheid. Redenen van verlenging kunnen zijn het volgen van extra taallessen of ziekte. Sinds 2013 hebben ruim 2.600 statushouders een verlening van de inburgeringstermijn gekregen.
Toegekende leningen Statushouders kunnen via DUO maximaal €10.000,- lenen om taalcursussen
en examen te betalen. Wanneer op tijd een diploma gehaald wordt, dus binnen de inburgeringstermijn, dan hoeft deze lening niet terugbetaald te
worden. In de U16-gemeenten zijn ruim 4.300 leningen verstrekt sinds 2013.
Inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden
< Totaal U16 V >
800
700
600
500 ro
,I.JC 400roro
300
200
100
0 2013 2014 2018
jaarcohorten
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen.
Stand 1-1-2019. Bron: DUO
2015 2016 2017
Verstrijken inburgeringstermijn Elke statushouder krijgt drie jaar de tijd om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Soms wordt deze verlengd, bijvoorbeeld omdat de statushouder andere lessen eerst volgt of langdurig ziek is. In de grafieken staat het aantal personen voor wie de (verlengde) inburgeringstermijn binnenkort verloopt.
◄
In de U16-gemeenten zijn er zo'n 240 statushouders waarvan de inburgeringstermijn binnen 6 maanden verloopt. Het betreft in de meeste gevallen statushouders die in 2015 inburgeringsplichtig zijn geworden.
► De inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden voor zo'n 1.116
statushouders in de U16-gemeenten.
21 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Huisvesting
22 / 33
��
- -
Taakstelling en realisatie per U16-gemeente 2014-2018
2014-2018 2019 2018 2017 2016 2015 2014
2.800
2.600
2.400
2.200
2.000
1.800
1.600
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
0� 0� e>. .t;:, t:-, e>
. .t;:, e5- �x..., �x..., � �0� 0�
�0(:- � � -:6-00
0� � �0C 0C �'0 "'x...,0 tf
�'tj.0,0
"'0è}- 0� v-� 0�
00 ;::;◊ 0�e.; .:s.�
v-"0, d(.;
tf � v-'t:). � v
v �e.; 0 �'Ç . <) �0(:- �C, 00 -<:>"'
<)0 0 �'Ç0C
;::;◊
taakstelling realisatie Stand 1-1-2019. Bron: COA
Taakstelling en realisatie
Statushouders worden na opvang in een AZC gehuisvest in een gemeente. Het is de taak van de gemeente om passende woonruimte aan te bieden. De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar het aantal statushouders dat gemeenten moeten huisvesten. Dit is de taakstelling. De taakstelling hangt af van het aantal inwoners in een gemeente. Grotere gemeenten moeten meer statushouders huisvesten. De Rijksoverheid maakt ieder half jaar de taakstelling per gemeente bekend.
Ruim zevenduizend statushouders in U16 sinds 2014 Voor de eerste helft van 2018 moeten 13.000 statushouders gehuisvest worden in heel Nederland. Voor de tweede helft van 2018 kwam het aantal op 11.000 statushouders. Voor de eerste helft van 2019 is het totaal vastgesteld op 8.000. De U16 heeft in de periode 2014-2018 een aantal van 7.076 statushouders gehuisvest. De taakstelling in deze periode voor de U16 was 7.006.
Doelstelling 3.1:
Passend huisvesten van
statushouders
23 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
- -
- -
;;-2 118-1 118-2 119-1 1
Taakstelling en realisatie per halfjaar 2014-2018
< Totaa l U 16 V >
1.200 -
-1.000
800
--
l'1J .µC l'1J l'1J 600
--
--
400 - - ,- - - ,- - - ,-
-
200
0 14-1 �-2 1s-1 1s-2 �-1 16-2 17-11 l l 1 1
halfjaar
taakstelling realisatie Stand 1-1-2019. Bron: COA
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Verloop in tussenstand huisvestigingsopgave
per maand (t/m 1 februari 2019)
< Totaa l U 16 V >
•500
400
300
l'1J-1,..1 C l'1J n:i 200
100
0
•
-100 1 2 3 4 5 6 7 8
maanden 9 10 11 12 1 2
Stand 1-2-2019. Bron: COA
95% van taakstelling 2018 gerealiseerd In 2018 was het de opgave van de U16-gemeenten om 1.243 statushouders te huisvesten. In dit jaar zijn 1.183 plaatsingen gerealiseerd. Met de realisatie van 49 plaatsingen boven de taakstelling in 2017 komt het restant dat mee genomen wordt met de taakstelling van 2019 op 36.
De taakstelling voor de eerste helft van 2019 is voor Nederland vastgesteld op 8.000 plaatsingen. De U16-gemeenten nemen hiervan 436 voor hun rekening. Met de achterstand van 2018 erbij komt dit uit op 472. Op 1 februari 2019 staat de tussenstand voor de U16-gemeenten op 418 statushouders die gehuisvest moeten worden in het eerste halfjaar van 2019.
Meer weten?
.Lbl ,Bjksoverheid - Huisvesting asielzoekers met verblijfsvergunning
24 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Bijlage:
tabellen
25 / 33
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Asielaanvragen Nederland (1975-2018,
eerste aanvragen)
J a a r Aa nta l J a a r Aa nta l
1 9 7 5 390 2000 43 . 560
1976 470 200 1 3 2 . 580
1977 580 2002 1 8 . 66 5
1 9 7 8 770 2003 1 3 . 400
1 9 79 990 2004 9 . 780
1 980 1 . 3 30 2005 1 2 . 345
198 1 750 2006 1 4 . 46 5
1982 1 . 2 1 5 2007 7 . 4 3 5
1 9 8 3 2 . 0 1 5 2008 1 3 .405
1 984 2 . 60 5 2009 1 4 . 90 5
1985 5 . 645 20 1 0 1 3 . 3 3 5
1 986 5 . 865 20 1 1 1 1 . 590
1987 1 3 . 460 20 1 2 9 . 7 1 5
1 988 7 . 48 5 20 1 3 9 . 840
1 989 1 3 . 900 20 14 2 1 . 8 1 0
1 990 2 1 . 2 1 0 20 1 5 43 . 09 5
1 99 1 2 1 . 6 1 5 20 1 6 1 8 . 1 70
1 992 2 0 . 345 20 1 7 1 4 . 7 1 5
1993 3 5 . 400 20 1 8 20 . 3 5 5
1 994
1995
5 2 . 5 7 5
29 . 260
Bron: CBS, IND
1 996 2 2 . 8 5 5
1 997 34 . 44 5
1 998 4 5 . 2 1 5
1 999 3 9 . 305
Asielaanvragen Nederland naar herkomstland
(2016-2018, eerste aanvragen)
20 1 6 20 1 7 20 1 8
Syri ë 2 . 86 5 2 . 970 2 . 960
I ra n 885 720 1 . 870
Eritrea 1 . 860 1 . 590 1 . 4 1 0
Tu rkije 2 3 5 480 1 . 3 00
Al gerije 980 890 1 . 26 5
M a rokko 1 . 2 70 975 1 . 06 5
Mo l dav ië 1 5 340 830
I ra k 960 845 745
N i ger ia 1 9 5 245 560
Al ba n i ë 1 . 66 5 3 6 5 5 5 0
Jemen 45 170 530
Overig 8 . 39 5 6 . 5 5 5 7 . 425
Bron: CBS, IND
Taakstelling Nederland per halfjaar (2010-2019)
le h a l fj a a r 2 e h a l fj a a r Tota a l
20 1 0 4 . 900 5 . 400 1 0 . 300
20 1 1 4 . 700 5 . 200 9 . 900
20 1 2 3 . 000 1 . 500 4 . 500
20 1 3 4 . 400 6 . 500 1 0 . 900
2 0 1 4 6 . 500 9 . 250 1 5 . 7 50
20 1 5 1 4 . 000 1 4 . 900 28 . 900
20 1 6 20 . 000 23 . 000 43 . 000
20 1 7 1 3 . 000 1 0 . 000 2 3 . 000
20 1 8 1 3 . 000 1 1 . 000 24 . 000
20 1 9 8 . 000
Bron: Rijksoverheid
26 / 33
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Aandeel vanuit de U16-AZC's gekoppelde statushouders
(per maand, 2018)
U 1 6 Ove rig N L Tota a l
J a n 1 5 5 1 89 344
Feb 1 0 1 1 08 209
M rt 7 5 1 50 225
Apr 48 1 0 3 1 5 1
Me i 72 67 1 39
J u n 42 30 72
J u l 1 52 2 1 9 3 7 1
Aug 83 1 1 0 1 9 3
Sep 4 5 52 97
Okt 76 1 14 190
N ov 97 64 1 6 1
Dec 42 86 1 28
Tota a l 988 1 292 2 . 280
U 1 6 Overi g N L Tota a l
J an 45% 55% 100%
Feb 48% 52% 100%
M rt 3 3 % 67% 100%
Apr 32% 68% 100%
Me i 52% 48% 100%
J u n 58% 42% 100%
J u l 4 1 % 59% 100%
Au g 43% 57% 100%
Sep 46% 54% 100%
Okt 40% 60% 100%
N ov 60% 40% 100%
Dec 3 3 % 67% 100%
Gem . 43% 57% 100%
Bron: COA
Aandeel van aan U 16-gemeenten gekoppelde
statushouders vanuit U16-AZC's (per maand, 2018)
J a n
U 1 6
1 5 3
Ove rig N L
70
Tota a l
223
Feb 96 54 1 50
M rt 7 5 3 3 1 0 8
Apr 48 34 82
Me i 70 12 82
J u n 40 7 47
J u l 1 5 1 89 240
Aug
Sep
Okt
75
45
76
32
36
44
1 0 7
8 1
1 20
Nov 97 32 1 29
Dec 42 2 5 6 7
Totaa l 968 468 1 . 436
J a n
U 1 6
69%
Ove rig N L
3 1 %
Tota a l
1 00%
Feb 64% 36% 1 00%
M rt 69% 3 1 % 1 00%
Apr 59% 4 1 % 1 00%
Me i 85% 1 5% 1 00%
J u n 8 5 % 1 5% 1 00%
J u l 63% 37% 1 00%
Aug
Sep
Okt
70%
56%
63%
30%
44%
37%
1 00%
1 00%
1 00%
Nov 7 5 % 2 5 % 1 00%
Dec 63% 37% 1 00%
Gem . 67% 3 3 % 1 00%
Bron: COA
Aandeel van aan U16-gemeenten gekoppelde statushouders
vanuit U16-AZC's per gemeente (per maand, 2018)
U 1 6 Ove rig N L Tota a l
B u n n i k 8 5 % 1 5 % 100%
De Bi lt 52% 48% 100%
De Ro nde Venen 1 3 % 87% 100%
Houten 67% 33% 100%
IJsse l ste i n 52% 48% 100%
Lopi k 68% 32% 100%
Montfoort 43% 57% 100%
N i euwege i n 96% 4% 100%
Oudewate r 59% 4 1 % 100%
Sti chtse Vecht 57% 43% 100%
Utrecht 77% 23% 100%
Utrechtse Heuve l ru g 68% 32% 100%
Via n en 14% 86% 100%
Wij k b ij D u u rstede 64% 36% 100%
Woerden 45% 55% 100%
Ze i st 66% 34% 100%
Gem . 67% 33% 100%
Bron: COA
27 / 33
Aantal statushouders nog inburgeringsplichtig
Gemeente
Bu n n i k
De B i l t
D e Ronde Venen
Houte n
20 1 3
0
0
*
0
20 1 4
*
*
6
*
20 1 5
23
14
1 8
1 9
20 1 6
27
86
40
9 3
20 1 7
1 2
5 5
38
4 3
20 1 8
1 1
1 7
2 5
1 4
IJsse l ste i n 0
Lop i k 0
Montfoort 0
* N i euwege in
Oudewate r 0
0
*
0
*
*
1 0
8
*
56
6
34
7
1 6
59
9
34
1 6
1 3
40
1 3
22
6
6
1 7
*
Sti chtse Vecht
Utrecht
0
*
7
2 5
37
2 2 7
66
437
66
365
3 3
3 1 9
Utrechtse Heuve l rug
Vi a n e n
*
0
*
*
23
1 3
57
1 2
60
1 1
53
7
Wij k b ij D u u rstede
Woerden
0
*
*
8
*
23
27
8 1
1 6
5 5
8
24
Zeist
Totaa l
0
1 1
6
77
20
489
86
1 . 1 2 1
47
884
4 1
6 1 0 *
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende fa milieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal afgerond op vijftallen.
Stand 1-1-2019. Bron : DUO
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Taalniveau inburgeringsexamen per gemeente
< Totaa l U 16 V >
20 1 3
2 0 1 4
20 1 5
20 1 6
A2
94
3 0 5
488
146
B l
1 2
20
1 0
0
B2
1 6
25
1 5
1
Vrijste l l l i n g
1 5
1 9
1 6
6
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-2019. Bron: DUO
Aantal statushouders voldaan aan inburgeringsplicht
Gemeente 20 1 3 20 1 4 20 1 5 20 1 6 20 1 7 20 1 8
B u n n i k * 7 1 5 6 0 *
De Bi lt 7 1 5 7 8 * 0
De Ro nde Venen 1 1 1 0 1 9 6 * 0
Houten 6 22 20 20 0 *
IJsse l ste i n * 8 19 * * 0
Lop i k 0 * 8 0 0 0
Montfoort 0 8 1 0 * 0 0
N i euwege i n 1 2 29 57 * 0 0
Oudewate r 0 * * * 0 0
Sti chtse Vecht 1 1 28 27 9 * 0
Utrecht 60 1 60 258 6 1 * *
Utrechtse Heuve l rug
* 20 18 10 0 *
Via n en * * * 0 0 0
Wij k b ij D u u rstede
* 8 7 * 0 0
Woerden * 1 5 1 6 7 * 0
Ze i st 1 2 28 40 1 3 0 0
Tota a l 1 3 7 369 529 1 5 3 9 *
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-2019. Bron: DUO
28 / 33
Monitor Statushouders U16-gemeenten
Toegekende leningen per gemeente
(stand september 2018, jaarcohorten)
B u n n i k
20 1 3
*
2014
7
20 1 5
23
20 16
17
20 17
12
20 18
12
De Bi lt 10 1 7 24 92 53 1 3
De Ro nde Venen 1 3 20 39 47 39 1 5
Houten 1 1 33 40 1 1 2 43 1 2
IJsse l ste i n
Lop i k
6
*
9
*
30
1 8
38
7
35
1 5
19
*
Montfoort 0 8 14 18 12 6
N i euwege i n
Oudewate r
19
0
40
7
1 26
1 1
59
1 1
37
1 3
1 3
*
Sti chtse Vecht 1 5 4 1 72 75 6 1 28
Utrecht 74 203 498 486 342 206
Utrechtse Heuve l rug
Via n en
*
*
3 1
1 1
43
24
67
1 3
60
1 1
28
6
Wij k b ij D u u rstede
* 14 14 29 16 6
Woerden 10 29 43 88 52 20 Ze ist 14 39 67 98 44 3 5
Tota a l 189 5 1 5* 1 . 086 1 . 2 57 845 427
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal U16 afgerond op vijftallen.
Stand 1-1-2019. Bron: DUO
Gemiddelde inburgeringstijd
Gemeente 20 1 3 20 14 20 1 5
B u n n i k 34 3 1 28
De B i l t 28 38 28
D e Ro nde Venen 3 1 29 27
Houte n 32 35 30
IJsse l ste i n 28 26 28
Lopi k 27 28
Montfoort 34 29
N ieuwege i n 35 32 30
Oudewate r 32
Sti chtse Vecht 26 34 33
Utrecht 36 33 3 1
Utrechtse Heuve l rug 40 33 30
Vi a nen 26 34 26
Wij k bij D u u rstede 36 40 23
Woerden 32 38 32
Zeist 3 1 33 28
Tota a l 33 33 30
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende fa milieleden, exclusief gezinsmigranten.
Stand 1-1-2019. Bron: DUO
Verlenging wegens omstandigheden
Gemeente
Bu n n i k
20 1 3
*
20 14
6
20 1 5
22
20 1 6
1 1
20 1 7
0
De B i l t
De Ronde Venen
1 0
9
1 4
1 7
2 1
40
6 1
34
6
*
Houte n
IJsse l ste i n
Lop i k
1 0
*
*
33
*
*
40
30
1 8
90
34
*
6
*
*
Montfoort
N i euwege in
0
18
7
29
1 3
1 20
1 5
32
0
*
Oudewate r
Sti chtse Vecht
0
1 1
7
36
1 1
72
7
5 1
0
*
Utrecht 69 187 488 3 1 9 16
Utrechtse Heuve l rug
Vi a n e n
Wij k b ij D u u rstede
*
*
*
23
1 2
14
45
22
14
54
9
24
*
*
*
Woerden
Zeist
10
14
26
34
42
60
66
68
7
*
Totaa l 1 70 452 1 . 058 880* 52
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy of bij Totaal afgerond op vijftallen.
Stand 1-1-2019. Bron: DUO
29 / 33
Inburgeringstermijn verloopt binnen 6 maanden
Gemeente 20 1 3 20 14 20 1 5 20 1 6 20 1 7
B u n n i k 0 0 * * 0
De B i l t 0 0 * 1 0 0
De Ro nde Venen 0 0 * 6 0
Houte n 0 0 7 6 0
IJsse l ste i n 0 0 * * 0
Lopi k 0 0 * * 0
Montfoort 0 0 * * 0
N ieuwege i n * * 1 0 0 0
Oudewate r 0 * * * 0
Sti chtse Vecht 0 0 1 2 * 0
Utrecht * 8 87 3 1 0
Utrechtse Heuve l rug
* 0 * * 0
Vi a nen 0 * * * 0
Wij k bij D u u rstede 0 0 * 0 0
Woerden 0 * * * 0
Ze i st 0 0 * 8 0
Tota a l U 1 6 * 1 3 149 78 0
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende fa milieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-2019. Bron: DUO
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Inburgeringstermijn verloopt over 6 tot 12 maanden
Gemeente 20 1 3 20 14 20 1 5 20 1 6 20 1 7
Bu n n i k 0 0 6 7 *
De B i l t 0 * * 60 7
De Ronde Venen 0 * 9 26 *
Houte n 0 * 6 67 *
IJsse l ste i n 0 0 * 23 *
Lop i k 0 * * * *
Montfoort 0 0 * 10 *
N ieuwege in 0 * 3 1 4 1 *
Oudewate r 0 * * 6 *
Sti chtse Vecht 0 * 2 1 45 *
Utrecht 0 8 94 33 1 23
Utrechtse Heuve l rug
0 * 1 0 35 *
Vi a n e n 0 * * * 0
Wij k bij D u u rstede 0 0 * 1 5 *
Woerden * * 6 56 9
Zeist 0 * 1 2 66 *
Totaa l * 3 5 2 1 7 797 67
Resultaat naar jaar waarin statushouders inburgeringsplichtig werden. Aantallen inclusief nareizende familieleden, exclusief gezinsmigranten.
*Aantallen zijn te klein om te worden getoond i.v.m. privacy. Stand 1-1-2019. Bron: DUO
30 / 33
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Taakstelling per gemeente 2014-2018 (per halfjaar)
Gemeente 14-1
14-2
1 5 -1
1 5 -2
16 -1
16 -2
17 -1
17 -2
18 -1
18 -2
B u n n i k 6 8 1 3 1 3 1 8 20 1 2 9 1 2 1 0
D e B i l t 16 23 35 37 50 58 32 25 33 28
D e Ro nde Venen 1 7 2 3 3 5 38 5 1 58 33 25 33 28
Houte n 19 27 40 43 58 66 37 29 37 6
IJsse l ste i n 13 19 29 30 40 47 26 20 26 32
Lopi k 6 8 1 2 1 3 1 7 20 1 1 9 1 1 19
Montfoort 6 8 1 2 1 2 1 7 1 9 1 1 8 1 1 9
N ieuwege i n 23 33 5 1 54 72 83 47 36 47 9
Oudewate r 4 6 9 9 1 2 14 8 6 8 40
Sti chtse Vecht 24 3 5 5 3 56 76 87 49 38 49 30
Utrecht 122 1 77 272 287 393 452 256 196 258 2 1 7
Utrechtse Heuve l rug
1 8 2 6 40 42 57 66 37 29 37 32
Vi a nen 8 1 1 1 7 18 24 27 1 5 1 2 1 5 1 3
Wij k bij D u u rstede 9 1 3 19 2 1 28 32 18 14 18 1 5
Woerden 19 28 42 45 60 69 39 30 39 33
Zeist 24 34 5 1 54 73 84 47 36 48 40
Tota a l 334 479 730 772 1 . 046 1 . 202 678 522 682 56 1
Bron: COA
Realisatie per gemeente 2014-2018 (per halfjaar)
Gemeente 14-1
14-2
1 5 -1
1 5 -2
16 -1
16-2
1 7-1
1 7 -2
18 -1
18 -2
Bu n n i k 2 7 6 22 1 1 7 1 1 19 1 2 1 7
De B i l t 19 18 19 16 27 8 1 64 58 22 19
De Ro nde Venen 19 24 38 3 5 40 56 33 3 1 34 3 1
Houten 2 1 1 1 57 37 53 98 1 0 1 19 5 5
IJsse lste i n 18 9 27 33 29 1 8 2 2 48 22 30
Lopi k 7 7 14 2 1 8 1 1 2 24 1 0 9
Montfoort 0 1 0 6 1 5 9 1 7 20 8 1 1 1 0
N i e uwege in 1 2 49 38 48 1 05 63 5 1 3 3 9 1
Oudewater 3 6 1 3 4 1 3 1 1 1 19 3 7
Sti chtse Vecht 1 3 3 5 30 63 9 1 46 7 1 68 53 5 1
Utrecht 43 90 253 494 288 3 54 29 1 298 322 250
Utrechtse Heuve l rug
1 5 3 5 23 43 43 39 54 58 46 28
Vi a n e n 7 1 6 1 1 32 19 24 6 1 6 1 8 7
Wij k b ij D u u rstede 7 1 8 1 7 19 22 19 32 1 8 1 3 1 5
Woerden 1 1 24 65 44 23 102 69 47 26 20
Ze ist 1 8 33 57 65 34 1 06 75 33 4 1 36
Tota a l 2 1 5 392 674 99 1 8 1 5 1 . 052 857 897 647 536
Bron: COA
31 / 33
-Monitor Statushouders U16-gemeenten
Tussenstand huisvestigingsopgave per maand (t/m 1 februari 2019)
Gemeente 1 -j an
1 -feb
1 -mrt
1 -a pr
1 -mei
1 -j u n
1 -j u l
1 -a u g
1 -sep
1 -o kt
1 -nov
1 -dec
1 -j an
1 -feb
B u n n i k 1 0 2 1 1 8 1 7 1 5 1 5 1 0 1 3 8 8 8 3 3 1 0
D e B i l t - 1 7 1 2 6 3 3 -2 -6 18 1 8 1 1 8 7 3 22
De Ronde Venen 6 28 25 2 1 1 3 1 0 5 32 24 23 1 5 4 2 20
Houten -69 -34 - 3 5 -36 -36 -37 -37 -6 -6 -6 - 1 0 - 1 0 - 1 0 1 3
IJsse l ste i n 22 47 40 36 35 30 26 43 43 35 26 26 1 8 28
Lop i k 4 10 10 10 10 5 5 1 0 1 0 5 5 5 5 1 1
Montfoort 2 1 3 1 3 9 7 7 2 1 1 1 1 1 1 3 2 1 9
N ieuwege i n -6 1 - 1 6 - 1 6 -22 -22 -25 -23 1 5 1 5 14 1 5 1 6 1 6 44
Oudewate r 0 8 8 8 6 6 5 1 0 1 0 10 5 5 5 9
Sti chtse Vecht 1 1 5 1 43 38 23 1 1 8 26 19 17 6 -2 -2 28
Utrecht 79 278 205 1 56 1 29 92 23 1 8 1 1 52 1 39 75 36 - 1 0 1 3 2
Utrechtse Heuve l rug
1 6 48 43 22 14 1 2 7 3 5 3 5 34 32 18 1 1 32
Vi a nen 8 2 1 19 18 1 5 7 6 19 17 1 7 1 3 1 3 1 2 27
Wij k bij D u u rstede 6 24 17 1 7 1 2 1 2 1 1 26 2 1 1 7 1 7 1 4 1 1 22
Woerden -58 -23 -26 - 33 - 39 -42 -45 - 1 7 -22 -26 -32 -32 - 32 - 1 2
Ze i st -8 30 26 28 2 1 1 3 - 1 3 5 3 5 29 19 6 3 23
Totaa l -49 5 1 8 396 292 206 1 14 -4 45 1 390 338 205 1 1 1 36 4 1 8
Bron: COA
32 / 33
, --~-~·, r:~ -~ . • Il' .> -:,, - .. ~'f': ,
_, ~ ~ ~l'JJ. · , _ l ,_; •~ •• .1 1 • , .,. "~
- i I' Ik .. •', 1 • i;fi•.,. ...,,. -~:•. . . ' ~
33 / 33