lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse...

6
Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde-estuarium op Belgisch grondgebiedC*) ir. M. BR UYNEEL en ing. L. WA UTERS Ir. Bruyneel is ingenieur-inspekteur en ing. L. Wauters, industrieel bij de Dienst voor Zuivering van Afvalwater bij het Ministerie van Volksgezondheid Voora leer de evo lutie van de wa te rkwaliteit in het Sche ld e-es tu a rium te schetsen, mo et in ' t kort word en omschreven op welke manier men deze kwaliteit meet, in welke eenh eden zij wordt uitgedrukt en h oe zij wordt beoordee ld. De specifieke kenmerken van de Sc helde als ge tijde-rivier spelen hierbij een niet te ver waa rloze n rol. De evo lutie van de waterkwalite it ged urend e de voorbije 10 jaar aa n de Belgisch- Nederl an dse grens is bepaa ld d oor enerzijds de evo lutie va n de ve ron tr einigin gsvra cht en afkomstig va n huish oudelijke afva lwa ters en van lozinge n van indu s trie en landbouw, en anderzijds d oo r de evolut ie van het ze lfreini ge nd ve rmogen van de Schelde en bijrivieren. Hierbij wo rdt een overzic ht gegeven va n de reeds ge rea lisee rd e in spa nninge n op het geb ied va n de waterzuive ring. I. Meting van de waterkwaliteit l.I. Sinds mei 197 1 is in het kader va n de onde rhandelingen tu ssen Be lgië en Nederla nd een gemeenschappelijk meet- programma in uit voering voor de beoor- de lin g va n de waterkwa l iteit van de Sc helde ter hoogte va n de Belgisch-Ne- de rl a nd se grens. D aa rnaast wordt - s ind s februari '72 - de wa te rkwaliteit o nderzocht op de rand va n het ti jgebi ed va n de Schelde en h aar bij ri vieren. Deze vas te meetprogra mma's wo rden aa n gevuld met losst aa nde onderzoeken op verschei dene p laatsen in het Schelde- b ek ken. 1.2. De monstername in het vas t mee t- pro gram ma gebeurt in he t Schelde-es- tuarium om de 14 d agen tu ssen I uur ( *) Toespraak gehoud en d oor ir. M. Bruyneel ter gelegenheid van de Studi edag over kus t- water- en estu ariumverontreiniging, ingericht d oo r de K.V IV in Brugge op 7-10-81. TABEL I Param-'er Eenheld Afkort. I Temperatuur ·c pH Geleidbaarheid Jf. Slem K Opgeloste Zuurstof mg/1 o, Zu urstofpercentage % 0, Biochemisch mg / 10 , BOD I' zu urstofverbruik Ch emisch mg / 10 , COD zu urstofverbruik Chloriden mg/1 Cl Ort ho-fosfaten mg/1 0 -PO,·P Ammoniakale stikstof mgN/1 NH:-N Nitneten mgN/1 NO,-N Nitraten mgN/1 NO,-N Fenolen mg /1 ten. An1onische detergenten mg /1 a.det. Totale cyaniden mg/1 CN Totale cadmium .A(.g /1 Cd Totaal chroom _..4(9 /1 Cr Totaal koper M.Q/1 Cu Totaal kwik -'{g il Hg Tot aall ood -'tg /I Pb War er N' I - November-december 1981 vóó r en I uur na de l aagwa ters troo mken- tering waa rbij wa te rmonsters aa n de op- pervlak te wo rd en genomen. Voor de bij- rivieren va n de Schelde I tot 2 maa l per maa nd watermonst ers geno- men eve neens aan de oppe rvla kte gedu- re nd e 4 uur om het ha lf uur. De paramete rs die in dit vast meetpro- gramma worden onderzoc ht zijn va n fy- si ca-chemi sche aard : tempera tuur. pH. 0 2 , BO D , C OD, bezinkbate stoffen, to- tale N. n itra at, nitriet , ammoni aka le s ti ksto f. o rthofosfaa t, c hloriden. anio ni- sche det ergenten , fenolen, cya niden , me- talen, deb iet. 1.3. O m zich over de kwaliteit uit te s prek en worden de res ultaten van deze analyses (in koncentratie uitgedrukt ) vergeleken met wa t men << no rmen voor een goede kwaliteit va n het oppervla kt e- water )) n oe mt. Dit zijn o.a. de E.E.G. - ri cht lijn va n 1975 omt rent het op p er- vlak t ewa ter beste md voor drink water, de E.E.G.- richt ijn va n 1978 betreffe nd e de A 8 c D E 25 6 5.5·9 6,5·6,5 6-9 7 1000 4 2,1 > 30 > 60 <7 <6 6 9 30 30 200 6.000 0,15 0,3 0,9 1,5(t) 3,1 5 0,76 9 0. 030 } t 11,3 0,100 0,100 0.040 0,010 0,500 1 0,1 5 0,005 0,050 0.050 30(2) 5 5 2.4 50 50 50 37 1000 30 11 2(5) 19 1 0,5 0,7 30 50 50 27 kwaliteit van zoet wa t er i.v. m . de be- sc he rming va n het leven v an vissen en de in het Belgisch St aa t sb l ad ( 1976) ge pu- bli ceerde kwaliteit so bje kti even van de o nt van gend e wa t eren. Voor het mon s ternamep unt aa n de Bel- gisch- Nederland se grens wo rdt in tabel I deze verge lijking voo r het jaar 1971 en het jaar 1980 weergegeven. De aa ngege- ven kon cen tra ties zijn jaar ge midd elden. 1.4. Ten be hoeve va n de kwaliteitsbeoor- deling kan ve rd er ook n og ge bruik ge- maa kt worde n van een kwaliteit sind ex per monste rnamepunt Men o nder- sch eid t ee n fys ica-chemische kwaliteits- ind ex. en een hy drobiol ogische. a) Voor de fysica-chemi sche kwaliteits- i nd ex wo rdt voor elk van de pa rameters B OD. % 0 2 en NHt- N ee n punten- waard eri ng t oegeke nd va n I to t 5, zo dat men d oo r opte lling voo r ee n bepaald mon ste rnamepunt tot ee n puntenscore komt va n 3 to t 15. Men verge lijkt deze score met 5 kl assen van waterkwa liteit (3 is zee r goed, 15 zeer sl echt ). Het voo rd eel van ee n fysic o-chemi sch o nd erzoek is. dat de result a ten relatief snel beschik- baar zijn en o nmidd ellijk verge lijkbaar met lozin ge n va n afvalwater in het op- pervla kt ewa ter. b) Een hydrobi olog isch onderzoek van he t wa ter komt erop nee r dat het aa ntal en de s oo rt organismen worden ge kon - t ro l eerd die in het wa ter l eve n. Zu lk o n- derzoek is niet geschikt voo r ro ut ine anal yses, maar geeft daarentegen een be- tere indik atie va n het ze lfre ini gend ve r- moge n va n een oppervlaktewater. In o nd er havige uiteen ze ttin g wordt hier- op niet ve rder ingegaa n. 1. 5. O m een overzic ht te krij gen van de water kwa li teit en de evo lutie ervan van de Sc helde kunn en a ll e hie rb oven ge- noemd e resultaten op vo lge nd e mani e- ren verwe rkt worden. Om he t overzic ht e- lijk te ho ud en worden in deze uiteenze t- ting a ll een de pa rameters BOD. 0 2 en N H.t -N weerho ude n. F 7 7 3.5 33 5 5.000 0,5 2,7 }2 0.006 0,05 2,6 30,5 t7,5 0,5 26 A E.P.A. • 1972 Water Quality C1teria B E.E.G.-Ri chtl ijn 1975 E.E.G.-75·440 (drinkwaterbereiding) (3) C K.B. 3-6-1976 B.S. 29·9-1 976 Kwaliteitsobjektieven 0 E.E.G.-richtlijn VISwater 1976 E.E.G.-76-659 (water voor karper acht igen) (4) E Schel dewater Belgisch- Nederlandse grens 1971 F Scheldewater Belgisch· Nederlandse grens 1960 (1) U1tgedrukt als vrij ammoniak bij pH 7.3 : 0,02 mg NH 1 (2) Bij een totale hardheid > Hl'F (3) Een grondige chemische en fysische behandeling is nodig (4) Om het leven van vissen in zoet wat er te beschermen. (5) Bij een totale hardheid > 30'F 13

Transcript of lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse...

Page 1: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

lf~6qlf3

Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde-estuarium op Belgisch grondgebiedC*)

ir. M. BRUYNEEL en ing. L. WA UTERS Ir. Bruyneel is ingenieur-inspekteur en ing. L. Wauters, industrieel in~enieur bij de Dienst voor Zuivering van Afvalwater bij het Ministerie van Volksgezondheid

Vooraleer de evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde-estua rium te schetsen, moet in ' t kort worden omschreven o p welke manier men deze kwalitei t meet, in welke eenheden zij wordt uitgedrukt en hoe zij wordt beoordeeld. De specifieke kenmerken van de Schelde als getijde-rivier spelen hierbij een nie t te verwaarlozen rol. De evolutie van de waterkwaliteit gedurende de voorbije 10 jaar aan de Belgisch­Ned erland se grens is bepaald door enerzijds de evolutie van de verontreinigingsvrachten a fkomstig van huishoudelijke afvalwaters en van lozingen van indus trie en landbo uw, en anderzijds door de evolut ie van het zelfreinigend vermogen van de Schelde en bijrivieren. Hie rbij wordt een overzicht gegeven van de reeds gerealiseerde inspanningen op het geb ied van de waterzuivering.

I. Meting van de waterkwaliteit

l . I. Sinds mei 197 1 is in het kader van de onderhande lingen tussen Be lgië en Ned erland een gemeenschappelijk meet­programma in uitvoering voor de beoor­deling van de waterkwaliteit van de Schelde ter hoogte van de Belgisch-Ne­derlandse grens. D aarnaas t wordt - s inds februari '72 -de waterkwalitei t onderzocht op de rand van het tijgebied van de Schelde en haar bij rivieren. Deze vaste meetprogramma's worden aan gevuld met losstaande onderzoeken op verscheidene p laatsen in het Schelde­bekken. 1.2. De monstername in het vast meet-programma gebeurt in he t Schelde-es­tuarium om de 14 d agen tussen I uur

(*) Toespraak gehouden door ir. M. Bruyneel ter gelegenheid van de Studiedag over kust­wa ter- en estuariumverontreiniging, ingericht door de K.VIV in Brugge op 7- 10-81.

TABEL I

Param-'er Eenheld Afkort. I Temperatuur ·c p~ pH

Geleidbaarheid Jf. Slem K Opgeloste Zuurstof mg/1 o, Zu urstofpercentage % 0 , Biochemisch mg/ 10 , BOD I' zu urstofverbruik

Ch emisch mg / 10 , COD zu urstofverbruik

Chloriden mg/ 1 Cl Ortho-fosfaten mg/ 1 0 -PO,·P Ammoniakale stikstof mgN/ 1 NH:-N Nitneten mgN/1 NO,-N Nitraten mgN/1 NO,-N

Fenolen mg/1 ten. An1onische detergenten mg/1 a.det.

Totale cyaniden mg/1 CN Totale cadmium .A(.g/ 1 Cd Totaal chroom _..4(9 / 1 Cr To taal koper M.Q/ 1 Cu Totaal kwik -'{g il Hg Totaallood -'tg /I Pb

Warer N' I - November-december 1981

vóór en I uur na de laagwaters troomken­tering waarbij watermonsters aan de op­pervlak te worden genomen. Voor de bij­rivieren van de Schelde wo~·,~en I tot 2 maal per maand watermons ters geno­men eveneens aan de oppervla kte gedu­rende 4 uur om het half uur. De parameters die in dit vas t meetp ro­gramma worden onderzocht zijn van fy­sica-chemische aard : temperatuur. pH. 0 2, BO D , COD, bezinkba te s to ffen, to­tale N. n itraa t, nitriet , ammo niaka le sti ks to f. o rthofosfaat, chlo riden. anioni­sche d etergenten, feno len, cyaniden, me­talen, deb iet.

1.3. O m zich over de kwaliteit uit te spreken worden de resultaten van deze a nalyses (in koncentratie uitgedrukt) vergeleken met wat men << no rmen voor een goede kwaliteit van het oppervla kte­wa ter )) noemt. Dit zij n o.a. de E.E.G.­richt lijn van 1975 omtren t het opper­vlak tewater bes temd voor drinkwater, de E.E.G.- rich tijn van 1978 betreffende de

A 8 c D E

25 6 5.5·9 6,5·6,5 6-9 7

1000 4 2,1

> 30 > 60

< 7 < 6 6 9

30 30

200 6.000

0,15 0,3 0,9

1,5(t) 3,1 5 0,76 9

0.030 } t 11,3

0,100 0,100 0.040 0,010 0 ,500 1 0,1 5

0,005 0,050 0.050 30(2) 5 5 2.4

50 50 50 37 1000 30 112(5) 19

1 0,5 0,7 30 50 50 27

kwaliteit van zoet water i.v.m . de be­scherming van het leven van vissen en d e in het Belgisch Staatsblad ( 1976) gepu­bliceerd e kwaliteitsobjektieven van de ontvangende wateren. Voor het monsternamepunt aan de Bel­gisch-Nederlandse grens wordt in tabel I deze vergelijking voor het jaar 1971 en het jaar 1980 weergegeven . De aangege­ven ko ncen traties zijn jaargemiddelden. 1.4. Ten behoeve van de kwaliteitsbeoor­deling kan verder ook nog gebruik ge­maa kt worden van een kwaliteitsindex per mo nsternamepunt Men onder­scheid t een fysica-chemische kwaliteits­index. e n een hydro biologische. a) Voor de fysica-chemische kwaliteits­index wordt voor elk van de para meters BOD. % 0 2 en NHt- N een punten­waardering toegekend van I to t 5, zodat men door optelling voor een bepaald monste rnamepunt tot een puntenscore komt van 3 to t 15. Men vergelijkt deze sco re met 5 klassen van waterkwaliteit (3 is zeer goed , 15 zeer slecht). He t voordeel van een fysico-chemisch onderzoek is. dat de resulta ten relatief sne l beschik­baar zijn en onmiddellijk vergelijkbaar met lozingen van afvalwater in het op­pervla ktewater. b) Een hydrobio logisch onderzoek van he t wa ter komt erop neer dat het aantal en de soort organismen worden gekon­troleerd die in he t water leven . Zulk o n­derzoek is niet geschikt voor rout ine analyses, maa r geeft daarentegen een be­tere indika tie van het zelfreinigendver­mogen van een oppervlaktewa ter. In o nderhavige uiteenzetting wordt hier­op nie t verder ingegaan.

1.5. O m een overzicht te krijgen van de wa terkwa li teit e n de evolutie ervan van de Schelde kunnen alle hierboven ge­noemde resultaten op volgende manie­ren verwerkt worden. Om he t overzichte­lijk te houden worden in d eze uiteenzet­ting a lleen de parameters BOD. 0 2• en N H.t - N weerhouden.

F

7 7

3.5

33

5

5.000

0,5

2,7

} 2

0.006 0,05

2,6

30,5 t7,5

0,5 26

A E.P.A. • 1972 Water Quality C1teria

B E.E.G.-Richtl ijn 1975 E.E.G.-75·440 (drinkwaterbereiding) (3)

C K.B. 3-6-1976 B.S. 29·9-1 976 Kwaliteitsobjektieven

0 E.E .G.-richtl ijn VISwater 1976 E.E.G.-76-659 (water voor karperachtigen) (4)

E Scheldewater Belgisch­Nederlandse grens 1971

F Scheldewater Belgisch· Nederlandse grens 1960

(1) U1tgedrukt als vrij ammoniak bij pH 7.3 : 0,02 mg NH1

(2) Bij een totale hardheid > Hl'F (3) Een g rondige chemische en fysisc he

behandeling is nodig (4) Om het leven van vissen in zoet water

te beschermen. (5) Bij een totale hardheid > 30'F

13

Page 2: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

A. Voor de periode 1971-1980 wordt de evolutie van elk van deze drie parame­ters weergeven in het monsternamepunt aan de grens. De aangegeven koncentra­ties zijn jaargemiddelden. In tabel II-1 , II-2 en ll-3 zijn deze gegevens verwerkt. B. Hoewel de verleiding groot is om met deze gegevens en met behulp van de overeenkomstige jaargemiddelde debie­len, voor d e drie beschouwde parameters de jaargemiddelde vrachten in ton/ dag te gaan berekenen en deze met elkaar te vergelijken over de periode 1971-1980, toch houdt deze manier van werken vele gevaren in. I. De meting van BOD bij dergelijke re­latief kleine waarden is te onnauwkeurig zodat de fout, bij vermenigvuldiging met een groot debiet (gemiddeld I 00 m3 I sek of 8.640.000 m3f dag) abnormale waar­den kan aannemen. 2. Het ogenblikkelijk debiet op het mo­ment van de monstername is meestal niet gekend zodat men aangewezen is op gemiddelde debielen. Zo zou een lage koncentratie op het ogenblik van een groot debiet, bij vermenigvuldiging met een laag dag- , tiendaags-, kwartaal- of jaargemiddeld debiet tot een volledig foutieve konklusie leiden. Ter illustratie mag tabel 111 hieronder volstaan, die de jaargemiddelde vrachten geeft van BOD~0, 0 2 en NHt- N in ton/ dag in de Schelde aan de grens België- Nederland. Deze jaargemiddelden werden berekend aan de hand van de kwartaalgemiddelde debieten en overeenstemmende koncen-tra ties. C. Per parameter kan ook een << lengte­profiel >> van de Scheld e worden ge­maakt. De parameters worden in tabel-

mg / 1

10

..................

TABEL 11·1·2-3

Evolutie van Boor. o, en NH; - N in de Schelde aan de grens Belgiö·Nederli}nd in jaargemiddelde concentraties.

BOD:'

•••••••• ••• ",...-o~ /'"-,.--/"•. NH; - N

"- . -------./ ..........___----w • ...,..,-1972 73 74 75 76 77

Jen IV 1-2-3 (1975) en V 1-2-3 (1979) uit­gedrukt in een jaargemiddelde koncen­tra tie. 1.6. Besluit : Aan de hand van de hierboven genoem­de tabellen kan men - alhoewel het slechts zeer summiere gegevens betreft (gemiddelde waarden met elkaar verge­lijken veronderstelt een veel grotere hoe­veelheid gegevens dan momenteel be­schikbaar zijn) - toch de konklusie trekken dat de waterkwaliteit van de Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe­tering zich in de nabije jaren verder zal d oorze tten. 2. Kenmerken van de Schelde als getijde-rivier 2.1. Bij beschouwingen a ls deze over de waterkwaliteit van het Schelde- estua­rium mogen de specifieke kenmerken van een estuarium niet over het hoofd gezien worden. In verband met deze uit­eenzetting moge het volstaan als voor­naamste kenmerk te vermelden dat de

78 79 80 1981-

tijgolf en dus ook het zeewater in het es­tuarium binnendringt en dat door d e menging van zout en zoet water, zout- en densiteitsgradiënten onstaan die verant­woordelijk zijn voor bijzondere stro­mingsverschijnselen. Enkele aspekten die in dit verband het vermelden waard zijn : - de getijde plant zich diep landinwa­a rts voort tot Grebbendonk en Itegem (Nete), Haacht (Dijle), Eppegem (Zen­ne), Denderbelle (Dender) en Merelbeke (Schelde); - de lozing bijvoorbeeld van Dijle en Zenne in de Rupel stroomt bij hoge tij gedeeltelijk terug in de Beneden-Nete en beïnvloedt daar ook de waterkwalitei t van en omgekeerd ; - watermonsters - zoals reeds gezegd - worden genomen op het moment van laagwaterstroomken tering. 2.2. Het waterdebiet van de Schelde (d.i. het bovendebiet), wordt te Schelle - na de monding van de Rupel - bepaald als de som van :

TABEL 111

I. de debieten van de Dijle, Zenne, Gro­te Neteen Kleine Nete : gemeten aan de hand van de waterstanden van deze ri­vieren respektievelijk te Haacht, Eppe­gem, Grebbendonk en Itegem. Door ver­der te veronderstellen d at in twee punten van de rivier de twee korrespondere-nde debieten zich verhouden als de opper­vlakten van de overeenkomstige hydro­grafische bekkens, wordt hieruit dan he t debiet berekend van de bijrivier aan d e .monding ;

ton/dag

0 2

BODg0

NHt - N

debiet 106 m"/ dag

o, mg/ 1 •· ..

FRAN KRIJK

14

72 73 74

12,88 4,40 18,70

55,20 38,70 94,55

55,20 39,80 89,57

6,134 5,529 12,441

TABEL IV 1-2·3

Lengteprollel van BOD:'. Olen NH; - N 1n 1975 in jaargemiddelde concentrat~es

75 76

12,07 10,08

93,26 32,11

44,98 27,21

10,972 5,443

77 78 79 80

13,68 23.30 20,35 42,03

52,17 30,36 48,20 60,04

40,19 30,36 44,99 32,42

8,553 8,208 10,713 12,009 2. de debieten van de Bovenschelde (op­waarts Gent) en de Dender : gemeten

x .. ··

eoo:e NH: -N

mg/ 1

20

10

Nederland

mg I

10

FrankriJk.

TABEL V t-2· 3

Len teproltel Yan BOOt', 0 1 en NH; - N '" 1979 ' " ,aargemld<leld e con<:entraltes

~ j ~

.. ·- .......... ,

I • ~

1 ~

~

~

18

BOD:"

NH; - N ••· •• ,

I ~

Water N· 1 - November-december 1981

Page 3: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

aan de ha nd van de water- en stuwstan­. den aan de stuwen te Gentbrugge. Me­relbeke, Zwijnaarde en Denderbe lle : 3. de debieten van de zijbekkens van de Schelde zelf: berekend i.f.v. de grootte van het overeens temmend hydrografisch hekken. Ui tgaande van deze dagelijkse gemiddel­de debielen worden dan tiendaagse-, maand- e n jaargemiddelden berekend.

TABEL VI: DEBIET VAN DE SCHELDE IN M'/SEK

Jaar

I 1971 '106 1972 72 1973 73 1974 114 1975 192 1976 97 1977 95 1978 114 1979 183 1980 163

KWARTAAL- JAAR-GEMIDDELDEN GEMIDDELDE

11 111 IV 71 37" 49 67 46 62 56 26 70 38 53 298

120 46 85 41 31 52 89 54 105

103 49 65 97 43 108

102 113 106

66 62 56

126 110

55 86 83

108 121

Tabel VI hierboven geeft voor de periode 197 1-1980 de kwartaal- en jaargemiddel­den van het debiet van de Schelde te Schelle (m 3/sek).

Om tenslotte een idee te hebben van het Sche ldedebiet aan de Belgisch- Neder­landse gr e ns. worden deze waarden ver­men igvuldigd met een factor LI S. Door de vereenvoudigde hypothesen waarop de huidige debietsbepaling steu nt. m ag aan de op die ma nier beko­men resultaten da n ook geen absolute hete kenis worden toegekend. A ls verge­lijkende studiegegevens zijn ze echter wel bruikbaa r .

3. De verontreinigingsvrachten

De evolutie van de verontreinigings­vrachten afkomstig van huishoudelijke e n indus triële a fvalwaters en van de la ndbouw tussen 197 1 en 1980 kan op volgende manier worden weergegeven.

3. 1. Her ::e(freinigend vermogen van de Sche lde in 1971 was zo goed a ls onbe­s taande en daarin is in de voorbije 10 jaa r weinig of geen verandering geko­men.

3.2. De verontreinigingsvrachren afkom­s tig van de huishoudelijke afv~lwaters kunnen o p bas is van de bevolkmgsaan­talle n per subbekken weergegeven wor­den als in tabel VII.

3.3. In de tabel VIII- I is eveneens per sub bekken aangegeven welke de geii1sral­/eerde kapacileit was van de gemeentelij­ke rioolwaterzuiveringsinstalla ties in 197 1. Tabel V I 11-2 geeft d eze gegevens voor het jaar 1980. Tabel VI 11-3 geeft een overzicht van de in werking en in aanbouw zijnde ge-

War er N·· J - November-december 1981

meenlelijke rioolwaterzuiveringsinstalla­ties in 198 1.

3.4. In tabel IX- I is een overzicht gege­ven van de verontreinigingsvrachten (uit­gedrukt in inwoner-ekwivale~t op ?~~is van BOD3°) afkomstig van de mdustneen in 197 1.

Tabel IX-2 geeft deze gegevens voor het jaar 1980.

3.5. Een tot op heden onderschat, want onvoldoende gekend, probleem in de wa­terverontreiniging is de belasting a fkom­stig van het mest van de veeteelt en van de k unstmesrstoffen. De potentiële vervuilingskracht van de veeteelt bedraagt volgens Prof. W. Ver­straete. voor België in 1980, 47,2 miljoen i.e. en in 1970 29,5 miljoen i.e. Deze cij­fers worden berekend aan de hand van de omzettingscoëfficiënten van het M.B. van 15 februari 1974, m.a.w. voor een rund, varken en pluimvee respectievelijk 10, 2 en 0 , I i.e. Meer dan 50 % van de potentiële vervuilingskracht van de Be~­gische veeteelt is in Vlaanderen gesi­tueerd. Voor 1980 bedraagt dit 27.30 miljoen i.e. Hiervan is d e effectieve vervui lings­kracht in 1980 (d.i. hetgeen als verontrei­niging door overbemesting afvloeit naar de waterloop), 9,7 miljoen i.e., d.w.z. ~ Belgische bevolking. Voor het Schelde­bekken bedraagt dit circa 6 miljoen i.e. Voor het jaar 1970 kan men stellen dat de effektieve vervuilingskracht voor Vlaanderen 5,3 miljoen i.e. bedroeg en voor he t Schelde-bekken 4 miljoen i.e .. m.a.w. de effektieve vervuiling door d e veeteelt in het Schelde-bekken is toege­nomen met een factor 1.5. Alhoewel exacte cijfers van de to tale .uit­spoeling van he t mest van de veeteelt en van de kunstmes tstoffen zeer moeilijk te berekenen zijn. kunnen volgende cijfers - onder enig voorbehoud - gegeven worden voor het Schelde-bekken op Bel­gisch grondgebied :

1970 1980

i.e. 80Dg0 4.000.000 6.000.000

N in kg / jaar 54.000 78.000

Pin kg / jaar 12.000 18.000

3.6. Besluit Al deze verontreinigende emissies wor­den in tabel X a ls volgt samengevat :

1971 1980

huishoudeL i.e. 5.484.000 3.907.600

industriële i.e. 10.850.000 4.470.000

landbouw i.e. 4.000.000 6.000.000

totaal i.e. 20.334.500 14.377.600 Tabel X totaal verontreinigende emissies in Schelde-bekken

4. Besluit In deze korte uiteenzetting is, aan de hand van de beschikbare gegevens en weli swaar over slechts enkele kenmerken van het fysico-chemisch karakter van het Scheldewater, getracht h et kader te schetsen waarbinnen de evolutie van de Scheldewaterkwaliteit dient gesitueerd. De kompleks iteit van deze materie dwingt ons om de hier verwerkte resulta­ten en besluiten min of meer te relative­ren. Vooreerst is de kwaliteit van een op­pervaktewater inderdaad veel meer dan een koncentratie of vracht van BOD, N Ht - N of 0 2 - indien men er hoe dan ook in zou lukken deze waarden te meten voor een gans debiet in een be­paald punt - ; vervolgens wordt de op­pervla ktewaterkwaliteit bepaald door veel meer faktoren dan a lleen maar de lozingen van afvalwater, zeker in het ge­val van een getijde-rivier als de Schelde ; tenslotte is de vermindering - of ver­meerdering - aan verontreinigende be­lasting van het geloosde afvalwater niet uitsluitend te wijten aan het aantal, de grootte en het rendement van de zuive­ringsinstallaties - in dit verband is de invloed van d e ekonomische konjunk­tuur een moeilijk, zoniet onmogelijk te meten parameter.

Van de andere kant mag men de mo­menteel beschikbare en in d eze uiteen­zetting verwerkte gegevens zeker ook niet onderscha tten. Het blijkt duidelijk dat ·de fysico-chemische kwaliteit van het Scheldewater aan de Belgisch-Neder­landse grens gedurende de voorbije 10 jaa r sterk verbeterd is. Het is bovendien ook duidelijk dat de werking van de ge­meentelijke en industriële zuiveringsin­stallaties ontegensprekelijk één van de belangrijke oorzaken van deze verbete­ring is , e n dat door een meer gekoördi­neerd en geren tabiliseerd gebruik van de - zij het momenteel bep erkte - be­schikbare middelen, in de nabije toe­komst deze gunstige evolutie z ich verder zal d oorzetten. Hiertoe zal de in oprichting zijnde Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij . waardoor per deelstroombekken een ge­koördineerde aanpak van de afvalwater­zuivering mogel ijk wordt, in belangrijke mate kunnen bijdragen.

Referenties : l. I.H.E. - L. Van Geystelen - D. Verhoe­ve - H. De Schepper. De waterkwaliteit van de Schelde (vanaf de Franse grens tol Ant-werpen) - Periode 1977-1 978. . 2. !.H.E. - L. Van Geystelen - K. De Bra­bander. Pollution transfronla lière des cours

15

Page 4: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

570 880 1 600

a: 0 ~DIJLE ~ZENNE w ..... w1:.: ~ "' (") "' w C\i TABEL VIl (31:2 0 AANTAL INWONERS OP BELGISCH ...J:a::

w::.:

520 GRONDGEBIED PER DEELSTROOMBEKKEN C01Z

o1w IN HET SCHELDEBEKKEN :<I:

0 (AFGEROND EN IN DUIZENDTALLEN) :a:

z· - NETE i u.. <~:~ :3 0 Cl

~~~ (")

w: 110 01 z 1-W: w w -'o

zi a. :::; ~ ;: 1w a: > :::l . a: :z 8 z

0 w 0 zo a:"' w 0 ~;( ....,

N ~ N w~ 0 Ol N

Ï "' 1- N > z (") !:I: (.) z 0 w en <1: (IJ 0

20:0 5.750 5.330 5.110 4.980 4.880 1.770 1.720 1.570 1.1 80 1.000 460 ;

0 0 w 0 0 ~ 0 0-r (") "' ~ "' co "' (!)

~ ~ ~ w "' N a: ...J ::> 0

BELG IE ........................... ·········-········ FRANKRIJK

63 500 5 000 a: 0 DIJLE ZENNE w 0 ~ "' TABEL Vlll·1 w 6 GEMEENTELIJKE RWZI 's IN HET 0 "' SCHELDEBEKKEN IN WERKING IN w::.:

95.000 1971 (IN INWONER-EKWIVALENT) (31:2 0 ...J:a:: z w NETE TOTAAL : 265.500 ie

w:~

<1: (3 co1z

...J of 4,62 %van de bevolking :<~:

a: ...J :a: w w 11.1.. 0 (IJ

z ...J~ w w z a. w z a: a. w

:::l a: z ...., w w Ï a: 0 ;(

~ 0 0 (.) 1- z 0 :I: en z w <Ó

<1: 0

0 w 0 w 0 ~ 0 üi Cl "' N a: ..; ...J N ::> (")

0

BELGIE ..................... ...................... FRANKRIJK

FRANKRIJK ················-·················· .............................................

BELGIE

w ar 0 ~ 0 ...J

0 0 w w "' a: ;;; 6 :

üi <'i :::l ...J (") 0 (") (/)

a: z o z o w: w w a-,

oO a. o-8 z~ a: · :I:

oz ~~ 6 4:1 o w ...J w 0 J:' <0 0 w ~

N i a. 1-::> z a: <1:

: 0 TABEL Vlll-2 z GEMEENTELIJKE RWZI's IN HET

<1: ::<:

...J SCHELDEBEKKEN IN 1980 w a:

:2 (IN INWONER-EKWIVALENT) (3 w a: w 462.900 ...J 0

::<: (3 w w

z TOTAAL : 1.842.400 NETE a: (IJ z <{ ...J 0

a: w of 32 % van de bevolking 0 w u.. (IJ "l ~

w ~

0 ZEN NE DIJLE 5.000 134.500

16 Water N' I - November-december 1981

Page 5: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

399.500 5.000

tDIJLE ZENNE TABEL Vlll-3 ~to wo GEMEENTELIJKE RWZI's 0 UJ ~~

IN WERKING z a w~ 605.200 ., w::.::

<( 0~ EN IN AANBOUW IN 1981 a::? ...J ...J NETE (IN INWONER EKWIVALENT) UJ ...J:a:: a: ID w::.:: UJ I TOTAAL: 3.141.700 ie ro:z 0 ---- 1~ UJ of 55 % van de bevolking z ~~

z UJ 118 l 0.. ...J

T --,0 a: UJ UJ 0 -0 0 ~ :; J: . UJ 0.. ()~ ~ ::> z co

UJ .., 0 en<O a:

0 ..,

z <(

t 1 t t UJO

11 oo ~~ -o Wo ...J~ a: · -'ci UJO 5~ "' :z:O u"' ~

en

BELGIE ................................................... .......... FRANKRIJK

700.000 1.300.000

~1 r"'' ZENNE

TABEL IX-1

500.000 INDUSTRIELE BELASTING IN HET SCHELDEBEKKEN IN 1971

NETE (IN INWONER-EKWIVALENT BODf) w::.:: a::?

TOTAAL INDUSTRIE : 10.850.000 ie ...J:a:: - TOTAAL LANDBOUW : 4.000.000 ie ~i2 :<( :a:

18z~~ z

i IJ . ....,o t 8:z:o -' 0 UJ 0 0 ~()~ UJ 0 0 0

MenN 0.. z . ci ::> UJ 0

0 f6 "' a: M

1 1 !) 1 UJ

1 wo ...J O

0 ci 0

"' N

BELGIE i''ÄÄiiiK"Äi:if< ..... ..............

350.000 1.300.000

a: DIJLE ZENNE UJ

TABEL IX-2 OUJ ~ z- UJ INDUSTRIELE BELASTING IN UJ.:.:: <((!) - . ....,

0 HET SCHELDEWATER IN 1980 (!) : -_,_. _,,a: ffi:~ {IN INWONER-EKWIVALENT BOD!") w::.:: ro:z o : 340.000 :c~:

~io NETE TOTAAL INDUSTRIE : 4.470.000 ie : a: :a: TOTAAL LANDBOUW : 6.000.000 ie ,. :o :o :z 0 Lz ~ 1 ~8 z

UJ :a: "' 0.. ...J a: 0

i~ zo a: UJ :w g --,0 UJ 0 - o UJ 0.. 0 0 :z , .... I . ~ ::> z ci :<( ci : z () ~ .... a: UJ M "' ~<( en~ z 0 .., lJ: N

<( CL UJ <1> o: ~ 6~ ~ UJ 0 a: w 0 Q) ~ = ::> 0

~ ~i 0 ...J ci

"' ~ ~ ..,

c Q)

(!)

o;

"' B~-~-~!.~ ......................... c ........................... "' :.:: FRANKRIJK

Wmer N ' 1 - November-december 1981 17

Page 6: lf~6qlf3 Evolutie van de waterkwaliteit in het Schelde ... · Schelde aan de Belgisch-Nederlandse grens over de voorbije 10 jaar gunstig is geëvolueerd en dat deze kwaliteitsverbe

d'eau ent re la France et la Belgique pour les années 1978 ct 1979. Evolution depuis 1975. 3. I.H.E. - Afdel ing water: Kwaliteitsover­zicht van een aantal Belgische oppervlaktewa­teren in 1978. 4. I.H. E. - Afdeling water: Kwaliteitsover­zicht van een aantal Belgische oppervlaktewa­teren in 1975. 5. !.H.E.- Dr. De Schepper 1976. De che­mische en fysico-chemische verontreiniging van de Dij le. 6. I.H.E. - G. Van Hooren - H. De Schu t­ter 1981. De waterkwaliteit van de Demer en d e bijrivieren. Deel I : Potenliële verontreini­gingsbronnen. 7. Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. Kaart van de biologische kwaliteit van de waterlopen in België 1979. 8. I. H.E. - Gegevensbank van de oppervlak­tewateren. Kwaliteitsoverzicht van een aan tal Belgische oppervlaktewateren in 1979. 9. C. I.P.S. - Inventaire de la pollulion des eaux. Rapports d'avancement des travaux -1974. Synthèse Générale. J. Bouquiaux et P. H erman. · I 0. Waterbouwkundig laboratorium - Bo r­gerhout 1980 Mod. 295-7. Scheldewaterkw<~li­

t eit tussen Hansweert en Burcht en van de bij­rivieren. Periode 1972-1979. 11. Waterbouwkundig laboratorium - Bor­gerhout 1979 - Mod. 346. Waterkwaliteits­metingen Schelde-estuarium. 12. Waterbouwkundig laboratorium - Bor­gerhout 1978 - Topografische kenmerken van het Scheldebekken. 13. Waterbouwkundig laboratorium - Bor­gerhout 1977- Mod. 295-6. Waterverontrei­n iging Westersehelde Overzicht 1971-1975. 14. Waterbouwkundig laboratori um - Bor­gerhout - Mod. 295. Waterverontreiniging Westerschelde. 15. Antwerpse Zeediensten (Ministerie van Openbare Werken). De debieten van het Scheldebekken in 1979. 16. Antwerpse Zeediensten. De debielen van het Scheldebekken in 1980. 17. An twerpse Zeediensten. Zeeschelde: Chloridegehalte in 1977. 18. Antwerpse Zeediensten. Scheldebekken : Temperaturen in 1976. 19. AN twerpse Zeediens ten. Scheldebekken : Chloridegehalte in 1975. 20. Antwerpse Zeediensten. De debielen van het Scheldebekken in 1974. 2 1. Antwerpse Zeediensten. Scheldebekken : Temperaturen in 1975. 22. An twerpse Zeediensten. Debielen van het Scheldebekken. Periode 1959-1972. 23. Studiegroep Waterkwaliteit van de Schel­de. - A.C.W. Antwerpen Stad 1977. De wa­terkwaliteit van de Schelde met nadruk op het An twerpse gewest. 24. V. I.B.N.A. Antwerpen 1979. Evolutie van de kwaliteit van het Scheldewater 1972-1979. 25. W.E.S. Brugge. Dr. Wet. S. Beernaert 1973. De waterverontreiniging van het hydro­grafische bekken van de Leieen de Schelde. 26. W.E.S. Brugge. Dr. Wet. S. Beernaert 1972. De waterverontreiniging van de binnen­waters van Midden- en Oostkust. 27. Rijkswaterstaat - Nederland. Verschil­lende verslagen van de resultaten over het kwaliteitsonderzoek in de rijkswateren. 28. P.I.H. - An twerpen. Waterkwaliteit van de Schelde en bijrivieren. Analyseresultaten over de periode 1971-1981.

18

Studiedag K. VIV Genootschap Milieutechnologie Brugge, 7 oktober 1981

KUSTWATER-EN ESTUARIUMVERONTREIN IGING Het is een vasts taand feit dat het belang van de zee voor het menselij k leven in de toekomst door meer en meer mensen zal worden ingezien. De mensheid heeft immers nog steeds meer voedsel, mineralen en energie nodig en hoopt in zee de grondstoffen te vinden die op land nog slechts in bepaalde hoe­veelheden aanwezig zijn. Zo word t de zee steeds intensiever gebruik t ·voor vis­vangst, opzoekingen naar onderzeese mi neralen, onderzoekingen naar energiewin­ning en door de scheepvaart. Tegelijkertijd wordt meer en meer a fval - onder a lle vormen - in zee geloosd. Uitgaande van het bovenstaand toekomstperspektief was de opzet van de studie­dag om vanuit de wetenschappelijke kennis aangaande de fysisch-chemische en biologische kwaliteit van het kustwater en de mathematische modelvorming te ko­men tot een kwaliteitsbeheer van het kustwater. Als vertrekpunt werd de water­kwaliteit in het Schelde-estuarium op Belgisch en Nederlands grondgebied ge­schetst door ir. M. Bruyneel voor het Belgisch grondgebied en door ir. C. Yenerna voor het Nederlands grondgebied. Beide sprekers kwamen tot een gelijkvormig besluit dat de kwaliteit van het Schelde-estuarium de laatste tien jaren voor para­meters als ammonium en het biologisch zuurstofverbruik duidelijk verbeterd is. Nochtans verdient de verontreiningingsproblematiek van het Schelde-estaurium de permanente aandacht en dienen nog vele saneringsplannen uitgevoerd. Voorbeelden van mathematische modellen van het Schelde-estuarium en de Noordzee werden gegeven door mevrouw dr. M. Somvi lleen ir. P. D ' Hondt. Om een mathematisch model te ontwikkelen kiest men voorzich tig die toestandsveran­derlijken, die nodi& en voldoende zijn om het ekosysteem van de Schelde en de Noordzee te beschnjven. De vergelijkingen die de evolutie van deze grootheden in tijd en ruimte beschrijven, worden opgelost met behulp van numerische integratie en vergeleken met de experimentele gegevens verkregen door meetkampagnes. Zo werd nagegaan dat de afbraak van organisch matenaal in het Schelde-estuarium een basisrol speelt in de opeenvolgende reakties met de aanwezige zuurstof, de voedingsstoffen (stikstof en fosfaat) en de metalen. De mathematische modellen kunnen gebruikt worden als een beheerswerktuig voor beslui tvorming, voorspel­ling en interpretatie aangaande de al dan niet verstoorde milieusituat ie. Hoe het zeeterritorium -internationaal ekologisch beheerd wordt, werd aan de hand van de in ternationale konventies uiteengezet door ir. J. Dierickx. Volgende aspekten van de konventies werden nader besproken : het zeeterritorium waarop de konventie van toepassing is, de betekenis van de zwarte en grijze lijsten, de hUI­dige toepassing en werking van de konventies via de opgerichte kom missies. Meer praktijkgericht waren de uiteenzettingen van ir. J. Bultynck en ir. J. de Kreuk, respektievelijk over de lozing van afvalwater in het Kustwater en over de pijpleiding van rioolwater van Den Haag naar zee. Enerzijds werd gesteld dat wel­dra een einde komt aan iedere lozing van ongezuiverd afvalwater 111 de Belgische kustregio en anderzijds dat een installatie voor de zui veri ng van het Haagse riool­water een noodzaak blijkt. ldeeën omtrent de invloed van verontrei nigingen op het mariene ekosysteem wer­den vertolkt door dr. G. Billen en ir. D. Maertens. Het ekologisch evenwicht in kustwateren wordt verstoord niet zozeer door de organische belasting maar veel­eer door de voedingsstoffen, meer bepaald de stikstofverbindingen. Hieruit blijk t dat een biologische zuivering zonder tertiaire zuivering, niet alle verontreinigi ngs­problemen van het mariene milieu zal oplossen. Deze studiedag bijgewoond door een honderdta l geïnteresseerden werd besloten met een algemene bespreking over de gestelde problematiek. Samenvattend kon pr?f. dr. ir. H. Verachtert, voorzi tter van het organiserend genootschap, volgende besluiten naar voor brengen. De tendens naar een verbetering van de kwal iteit van het Schelde-estuarium en de nog niet onomkeerbare ekologtsche toestand van het mariene milieu stemt hoopvol. Nationale en internationale regelingen zij n tot stand gekomen maar een groot vraagteken mag gesteld worden achter wat met een efftciënte kont role bedoeld wordt. Het wetenschappelijk onderzoek b lijft zeer belans.rijk en moet blijven speuren naar de gevolgen van de verontreinigi ng. leder gebrutk van de zee laat sporen na, ook de tot nu toe onbekende gevolgen kunnen fater van levensbelang ztjn. Daarom d ient men te zorgen voor een nauwgezette naleving van gemaakte wettelijke afspraken en voor een globaal en gekoördineerd kwalitettsbeheer van de zee. De teksten van deze studiedag kunnen op aanvraag bekomen worden bij de K.VIV, Ingenieurshuis, Jan Van Ryswycklaan, 2000 Antwerpen. ,.

ir. J. DIERI CKX.

Water N' I- November-december 1981