Lesopdracht paragraaf 1.1 en paragraaf 1.3+1.4

2
Lesopdracht paragraaf 1.1 Systeem Aarde Tijd: 25 minuten. Individueel lezen paragraaf 1.1, pagina 14 + 15, en het bovenste rode driehoekje tekst van paragraaf 1.3 (slechts enkele regels). Daarna in tweetallen zachtjes overleggen en samen een schets gaan maken op een leeg vel A4-papier (uiteindelijk 1 van de 2 maakt een kopie). Werk volgens de volgende stappen, die je zeer nauwkeurig moet lezen: 1. Bestudeer paragraaf 1.1. van begin tot eind zeer nauwkeurig en teken met horizontale lijnen van elk tien cm. een “model” waarin de lagen staan waaruit de aarde volgens de tekst is opgebouwd van binnenuit. Het model moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Het zijn 6 hoofdlagen. In de getekende hoofdlagen worden naam, geschatte dikte en scheikundige fase (vloeibaar of vast) van de laag geschreven. Andere “lagendie in de paragraaf worden genoemd maken onderdeel uit van de hoofdlagen. Geef deze met accolades aan naast de getekende lagen, op de plek waar ze volgens de theorie moeten zitten in de tekening. 2. Beantwoord: De lagen in de tekening zijn allemaal even dik getekend. Bedenk welke versimpeling je hier maakt, en waarom dat wellicht mag? 3. Bestudeer figuur 1.3. nogmaals: Bedenk en noteer op dit vel welke verschillen en overeenkomsten er tussen jouw tekening en het boek zijn en beantwoord daarna de volgende vragen in eigen woorden: Welk model geniet jouw voorkeur? Wat is eigenlijk een “model”? Welke lagen zullen uiteindelijk vooral belangrijk zijn om goed te kennen en te begrijpen, en waarom? Scan om dit uit te vinden hoofdstuk 1 goed door. 4. Bedenk wat je naast een stukje vakinhoud ook leert van deze opdracht en beschrijf dit in de vorm van een doel of meerdere doelen van deze opdracht.

Transcript of Lesopdracht paragraaf 1.1 en paragraaf 1.3+1.4

Page 1: Lesopdracht paragraaf 1.1 en paragraaf 1.3+1.4

Lesopdracht paragraaf 1.1 – Systeem Aarde

Tijd: 25 minuten.

Individueel lezen paragraaf 1.1, pagina 14 + 15, en het bovenste rode driehoekje

tekst van paragraaf 1.3 (slechts enkele regels).

Daarna in tweetallen zachtjes overleggen en samen een schets gaan maken op een

leeg vel A4-papier (uiteindelijk 1 van de 2 maakt een kopie).

Werk volgens de volgende stappen, die je zeer nauwkeurig moet lezen:

1. Bestudeer paragraaf 1.1. van begin tot eind zeer nauwkeurig en teken met horizontale

lijnen van elk tien cm. een “model” waarin de lagen staan waaruit de aarde volgens de

tekst is opgebouwd van binnenuit. Het model moet voldoen aan de volgende

voorwaarden:

Het zijn 6 hoofdlagen.

In de getekende hoofdlagen worden naam, geschatte dikte en scheikundige fase

(vloeibaar of vast) van de laag geschreven.

Andere “lagen” die in de paragraaf worden genoemd maken onderdeel uit van de

hoofdlagen. Geef deze met accolades aan naast de getekende lagen, op de plek waar ze

volgens de theorie moeten zitten in de tekening.

2. Beantwoord: De lagen in de tekening zijn allemaal even dik getekend. Bedenk welke

versimpeling je hier maakt, en waarom dat wellicht mag?

3. Bestudeer figuur 1.3. nogmaals: Bedenk en noteer op dit vel welke verschillen en

overeenkomsten er tussen jouw tekening en het boek zijn en beantwoord daarna de

volgende vragen in eigen woorden:

Welk model geniet jouw voorkeur?

Wat is eigenlijk een “model”?

Welke lagen zullen uiteindelijk vooral belangrijk zijn om goed te kennen en te

begrijpen, en waarom? Scan om dit uit te vinden hoofdstuk 1 goed door.

4. Bedenk wat je naast een stukje vakinhoud ook leert van deze opdracht en beschrijf dit

in de vorm van een doel of meerdere doelen van deze opdracht.

Page 2: Lesopdracht paragraaf 1.1 en paragraaf 1.3+1.4

Lesopdracht platentektoniek – paragraaf 1.3. + 1.4

Hulpmiddelen en benodigdheden:

Lesboek.

Schrijfspullen, tekenmateriaal en A4 papier.

Werkwijze:

Werk in tweetallen.

Lees voordat je start paragraaf 1.3 en 1.4 individueel scannend door.

1 persoon maakt een lijstje “landschapsvormen” en de ander een lijstje

“verschijnselen” die je tegenkomt in de paragraaf op een stukje

kladpapier.

Bespreek deze lijst als je beide klaar denkt te zijn:

- als het goed is niets hetzelfde anders klopt er iets niet.

- Kijk of je elkaar nog kunt aanvullen (je hebt immers beide de paragraaf gelezen).

Samenwerken op basis van de paragrafen en vind uit:

- Welke twee typen platen worden onderscheiden en wat zijn hun kenmerken

(verschillen t.o.v. elkaar).

- Welke verschillende plaatbewegingen zijn er die platen t.o.v. elkaar kunnen

maken.

Combineren van bovenstaande:

- Maak de juiste mogelijke combinaties van typen platen en hun bewegingen t.o.v.

elkaar.

- Zoek bij elke combinatie uit welke verschijnselen en landschapsvormen je daarbij

kunt aantreffen. Geef de landschapsvormen een letter in de tekening en de

verschijnselen een cijfer. Zet deze er als rijtjes onder of naast.

- Teken ook de asthenosfeer als laag in, en teken daarin met pijlen de bijbehorende

convectiestromingen in.

Tip / conclusie:

In feite heb je het bovenste stukje, bestaande uit de twee lagen lithosfeer en

asthenosfeer, uit het model van lesopdracht 1 gehaald, en daarop ingezoomd (ze

uitvergroot getekend).