Leerlingbegeleiding -Hoofdstuk 1: De Dynamische Driehoek
-
Upload
niek-boijen -
Category
Documents
-
view
1.020 -
download
1
description
Transcript of Leerlingbegeleiding -Hoofdstuk 1: De Dynamische Driehoek
Leerlingbegeleiding
De dynamische driehoek geeft de verhoudingen weer tussen 3 partijen: ouders,
kind en buitenwereld.
De zijden kan je beschouwen als contact- en communicatielijnen, waarbinnen het
kind de kans krijgt om te groeien.kind
Pg. 14
buitenwereldouders
groeiruimte
Buitenwereld:
Oftewel alle contacten buiten het gezin. Vb. School, leraar, begeleider, sportclub,
dansschool, ...
Meest ingrijpende invulling. Het is een door de overheid verplichte
vorm van contact met de buitenwereld, waaraan het gezin zich
gedwongen is aan te passen.
Pg. 15
Bij elk van deze drie partijen moeten we verder kijken dan de personen zelf. Het
is belangrijk hen in hun context te bekijken.
Netwerk van: persoonlijke geschiedenis, omgeving,
relaties, ... relaties, ...
kind
ouders buitenwereld
Context Ouders:
Dragen een verleden met zich mee dat hen gemaakt heeft tot wat ze nu zijn.
Verklaart waarom ouders bepaalde zaken van hun kinderen verwachten. Vb. Dat ze
het beter doen dan de ouders, omdat deze nooit de kans gekregen hebben om te
studeren.
Ook het verdere gezin, familie, ... Enz. speelt een belangrijke rol in hun denken.
Als leraar hebben wij weinig weet van wat er zich allemaal afspeelt!
Context Kind:
•Hoe zelfstandig is het?
•Welke hobby’s heeft het?
•Wat betekent zijn/haar plaats in het gezin voor de ontwikkeling en gedrag?
•Hoe is zijn verhouding met de ouders en andere gezinsleden?
•Hoe veilig en gesteund voelt het zich thuis?
Context Buitenwereld:
Voor dit vak vooral: leraren
Zij hebben ook hun aanleg en opvoeding meegekregen en ervaringen opgedaan.
Dit speelt een rol in de omgang met de leerlingen.
Vb. Leraar die zelf hardop studeerde zal deze werkwijze aan zijn leerlingen
aanraden, terwijl dit niet voor elke leerling even effectief werkt.
Pg. 16
De driehoek bevat niet enkel de personen met elk hun eigen context, maar ook
lijnen die staan voor de communicatieve banden tussen de hoeken.
Idealitair = gelijkzijdige driehoek
Het kind krijgt de ruimte om zich te ontwikkelen. =
grote groeiruimte!
De ruimte biedt veiligheid EN uitdaging, geborgenheid
EN avontuur, ... Enz.
Pg. 16
Andere (minder ideale) gevallen:
leraarDe groeiruimte is hier beperkt omdat ouders en kind
hier bijna samenvallen.
In praktijk betekent dit vb. dat de ouders het kind zo
ouders kind
In praktijk betekent dit vb. dat de ouders het kind zo
in hun greep houden of dat het kind zich zo vastklemt
aan zijn ouders dat het kind weinig zelfstandigheid op
kan bouwen.
leraar ouders
kind
De groeiruimte is hier beperkt omdat ouders en
leraar hier bijna samenvallen.
In praktijk betekent dit vb. dat de leraar en de ouders
te veel op één lijn zitten of dat de leraar de rol van de
ouders nagenoeg overneemt.
Pg. 16-17
In sommige gevallen wordt de groeiruimte opengebroken. � een lijn raakt gestoord of opgeheven.
Het kind kan hierdoor niet meer groeien.
Kind KindKind
groeiruimte
leraarouders
Kind
leraarleraar oudersouders
KindKind
groeiruimte
groeiru
imte
De relatie met één of beide
ouders is verstoord. De
leerling zoekt compensatie
bij de mentor of vrienden
De leerling die denkt dat de
school hem al heeft
opgegeven en die opleiding
niet meer ziet zitten.
De leerling wiens ouders
wantrouwend staan t.o.v. de
school en daardoor moeilijkt
te motiveren is.
Pg. 17-18
Wanneer de relaties binnen de driehoek onderling in evenwicht zijn heeft het kind
optimale groeimogelijkheden.
Onevenwichtigheid verkleint de groeikansen.
Vb. Casus van Arno ���� uitwerking zie laterVb. Casus van Arno ���� uitwerking zie later
Pg. 18-24
De drijfveren van problematisch gedrag kunnen we indelen in 4 dimensies:
1. Feitelijke dimensie
Ieder relationeel gedrag wordt o.a. door feiten bepaald. Vb. Van feiten: gezondheid,
patrtnerkeuze, echtscheiding, geboorte van een kind, werkloosheid....
2. Psychische dimensie2. Psychische dimensie
Hier kijken we naar wanneer feiten alleen het gedrag niet veroorzaken. We vragen ons
af hoe iemand met de feiten omgaat.
3. Interactionele dimensie
Deze dimensie heeft te maken met de communicatiepatronen en de onderlinge
beïnvloeding van de mensen, waar het geïnterpreteerde feit mee te maken heeft.
4. Relationeel-ethische dimensie
De kern van elke relatie is het zoeken en instandhouden van het evenwicht tussen
geven en ontvangen.Wat mensen in hun relatie als verantwoord beschouwen wordt
binnen de relatie bepaald en is niet zozeer gelijkgesteld aan de maatschappelijke
normen en ethische waarden.