Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

1

description

VMM kosten voor riolering rapport 2011

Transcript of Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

Page 1: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

Kosten voor riolering Rapportering 2011

Page 2: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

I

DOCUMENTBESCHRIJVING

Titel

Kosten voor riolering – rapportering 2011

Samenstellers

Afdeling Economisch Toezicht, VMM

Dienst Economisch Toezicht, team Gemeentelijke Sanering

Verantwoordelijken

Lutgarde Fleurinck, afdelingshoofd Economisch Toezicht

Hilde Soetaert, adviseur-ingenieur Economisch Toezicht

Inhoud

Dit rapport beschrijft de gemeentelijke saneringskosten in relatie tot de saneringsopbrengsten. Jaarlijks

bevraagt de Economisch Toezichthouder via het Rapporteringsinstrument de gemeenten (of de

gemeentelijke rioolbeheerders) over de opbrengsten en de kosten voor het aanleggen en het

onderhouden van de gemeentelijke riolering en alles wat er bij komt kijken. Het rapport bestaat uit drie

delen. Het eerste deel situeert het Rapporteringsinstrument in een ruimer kader en vormt een vast

onderdeel van het jaarlijkse rapport. Het tweede luik is een jaarlijks variabel onderdeel en presenteert de

resultaten van het betrokken jaar. Het derde deel focust zich op de algemene tendensen over de

verschillende jaren heen.

Wijze van refereren

VMM (2012), Kosten voor riolering – rapportering 2011

Verantwoordelijke uitgever

Philippe D’Hondt, afdelingshoofd Lucht, Milieu en Communicatie, Vlaamse Milieumaatschappij

Fotografie

Shutterstock

Page 3: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

II

Vragen in verband met dit rapport

Vlaamse Milieumaatschappij

A.Van de Maelestraat 96

9320 Erembodegem

Tel: 053 72 62 10

Fax: 053 71 10 78

[email protected]

Depotnummer

D/2012/6871/047

Page 4: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

III

Algemene samenvatting

In 2011 betaalden de gezinnen en bedrijven meer dan 270 miljoen euro aan gemeentelijke bijdragen en

vergoedingen voor de aanleg en het onderhoud van rioleringen1. Ongeveer 4,5% hiervan gaat naar de

drinkwatermaatschappijen als administratieve vergoeding voor de aanrekening van de gemeentelijke

bijdragen en vergoedingen via de integrale drinkwaterfactuur.

Rekening houdend met de noodzakelijke uitbreidings- en vervangingsinvesteringen van de komende

jaren en de daardoor stijgende onderhoudskosten, zullen de bijdragen van de gezinnen en de bedrijven in

de toekomst allicht nog verder moeten toenemen. Niet alleen de overheid, maar ook de burgers en de

bedrijven die de bijdrage en/of vergoeding betalen hebben recht op transparantie over de aanwending

van de middelen. De VMM, meer in het bijzonder de Economisch Toezichthouder (EnT), heeft daarvoor

een Rapporteringsinstrument ontwikkeld dat jaarlijks naar alle gemeentelijke rioolbeheerders wordt

opgestuurd ter invulling.

Het Rapporteringsinstrument geeft informatie over de gemeentelijke saneringskosten en -opbrengsten

van het voorbije jaar. Om de hoogte van de tarieven te onderbouwen is additioneel het Financieringsmo-

del aangewezen (zie Samenhang met het Financieringsmodel) aangezien dit model rekening houdt met al

de kosten die noodzakelijk zijn om de Europese doelstellingen inzake oppervlaktewaterkwaliteit te

behalen, dus ook de toekomstige kosten.

Het Rapporteringsinstrument, aangevuld met de benchmarking over de kostenefficiëntie van het

rioolbeheer en de vergelijking met het Financieringsmodel, geeft de EnT en al haar belanghebbenden een

krachtig instrument om in de nabije toekomst een onderbouwd beleid te voeren en tot een correcte

tariefzetting te komen.

Uiteraard kunnen de economische resultaten niet los gezien worden van de ecologische effectiviteit van

de verschillende rioolbeheerders.

Om de resultaten op een correcte manier te kunnen analyseren, is er echter nood aan representatieve

gegevens. De representativiteit van de gegevens situeert zich op twee niveaus: enerzijds de deelname en

anderzijds de kwaliteit van de gerapporteerde informatie.

1 Onder gemeentelijke riolering wordt verstaan alle activiteiten die een gemeente of gemeentelijke rioolbeheerder uitvoert met het

oog op het collectief afvoeren van het afval- en hemelwater en de individuele of kleinschalige zuivering.

Page 5: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

IV

De deelname

Niet alle gemeenten kunnen of wensen deel te nemen aan de jaarlijkse rapportering omwille van

uiteenlopende redenen (niet prioritair, te weinig tijd, niet beschikken over de nodige details, te

moeilijk, …). Dit maakt dat de verzamelde gegevens fractioneel zijn en elk jaar afkomstig zijn van een

niet-identieke gemeentekorf, wat de vergelijking over verschillende jaren heen bemoeilijkt.

Alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden hebben zich tegenover de EnT geëngageerd om voor

hun aangesloten gemeenten de rapportering uit te voeren. Dit maakt dat elk jaar de rapportering van

ongeveer twee derden van de gemeenten verzekerd is.

Het is noodzakelijk dat alle rioolbeheerders rapporteren, zodat de VMM haar decretale opdracht ten volle

kan uitvoeren voor elk van de 308 gemeenten en als zodanig transparantie over de besteding van de

aanzienlijke financiële middelen kan bieden.

Het Vlaams Parlement heeft in april 2012 een decreetsaanpassing goedgekeurd, die de rioolbeheerders

ertoe verplicht om op eenvoudig verzoek, de gegevens over te maken die EnT nodig heeft om haar taak

als toezichthouder te kunnen uitvoeren. Een Besluit van de Vlaamse Regering zal deze verplichting vanaf

2013 inhoudelijk concretiseren. Ondanks de overgangsperiode die in acht wordt genomen, steeg de

deelname sinds de verplichting al naar 93% van de Vlaamse gemeenten. De EnT beschikt m.a.w. over de

gegevens (al dan niet volledig) van 287 gemeenten. Vanaf 2013 verwacht de EnT een volledige

deelname.

De kwaliteit van de gerapporteerde informatie

Naast het belang van een volledige deelname, is de kwaliteit van de gegevens minstens even belangrijk.

De EnT stelt hiertoe een uitgebreide handleiding ter beschikking en zorgt daarenboven voor een

intensieve terugkoppeling met de rioolbeheerders zowel voor, tijdens als na de invultermijn. Gemeenten

houden in hun boekhouding voor bepaalde cruciale rioleringsactiviteiten (verrekeningen op ontvangen

kapitaalsubsidies, afschrijvingskosten van rioleringsinvesteringen, rentelasten op leningen, indirecte

personeelskosten en andere overheadkosten) meestal geen aparte grootboekrekeningen bij, wat de

rapportering door de gemeenten bemoeilijkt. Door overleg met de softwarehuizen actief bij de lokale

besturen en het ABB (Agentschap Binnenlands Bestuur), wordt een automatisatie in die zin besproken.

Omwille van bovenstaande redenen dienen de resultaten steeds met de nodige voorzichtigheid

geïnterpreteerd te worden. Het al dan niet ontbreken van hetzij specifieke gegevens, hetzij de

rapportering op zich, kan een belangrijke invloed hebben op de resultaten. Bij de analyse van de

gegevens worden enkel de rapporten meegenomen waarvan alle belangrijke velden werden ingevuld.

Niettemin kunnen er op basis van de reeds verkregen data enkele belangrijke tendensen waargenomen

worden.

Page 6: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

V

De resultaten

Uit de resultaten kan algemeen geconcludeerd worden dat er heel veel variabiliteit is tussen de

verschillende rioolbeheerders. Om die variabiliteit te begrijpen en te verklaren is een diepgaander

onderzoek noodzakelijk. Het hoofdstuk ‘Boekhoudkundige karakteristieken’ geeft hiertoe een eerste

aanzet. Het onderzoeken van de kostenefficiëntie en de kostenbepalende interne en externe factoren

door de EnT zullen dit inzicht de komende jaren sterk verscherpen.

De rapportering over het jaar 2011 dekt 93% van de Vlaamse gemeenten. Dit stemt overeen met 95%

van de Vlaamse bevolking.

Enkele conclusies uit de rapportering 2011:

Voor bijna alle rioolbeheerders volstaan de saneringsopbrengsten in 2011 ruimschoots om de

gemaakte saneringskosten te dragen. Hierdoor hadden de meesten de mogelijkheid om financiële

middelen over te dragen naar het volgend boekjaar, te reserveren of uit keren aan de aandeelhou-

ders. Vaak voldoen de inspanningen echter niet om tijdig de doelstellingen van de Kaderrichtlijn

Water te behalen;

De verhouding tussen de verschillende opbrengstenrubrieken zijn ongeveer dezelfde gebleven als in

2010, waarbij de gemeentelijke bijdrage en vergoeding de veruit voornaamste opbrengsten blijven

genereren (91%);

De totale saneringsopbrengsten per inwoner bedragen tussen de 36 en 75 euro. De totale kosten

daarentegen liggen tussen 24 en 55 euro per inwoner. Opnieuw zijn er grote afwijkingen tussen de

verschillende rioolbeheerders.

Page 7: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

VI

Leeswijzer

Het eerste deel situeert het Rapporteringsinstrument in een ruimer kader en beschrijft de werkwijze en het

verder verloop. Daarbovenop wordt het in te vullen sjabloon nader bekeken en wordt per rioolbeheerder

ook een overzicht gegeven van hun boekhoudkundige karakteristieken, waardoor de resultaten beter

geïnterpreteerd kunnen worden.

Het tweede deel geeft de resultaten weer van het voorbije jaar en geeft antwoord op drie centrale vragen

die betrekking hebben op het financiële aspect van de gemeentelijke saneringsactiviteiten:

Uit wat bestaan de saneringsgerelateerde kosten in Vlaanderen en hoe verhouden ze zich ten

opzichte van elkaar?

Uit wat bestaan de saneringsgerelateerde opbrengsten in Vlaanderen en hoe verhouden ze zich ten

opzichte van elkaar?

Zijn de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding en de andere saneringsgerelateerde

opbrengsten in Vlaanderen toereikend om de gemaakte kosten te dekken?

Het derde deel bespreekt de tendensen over de jaren heen en dit vanaf 2009.

Per jaar wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste feiten per rioolbeheerder. Om het rapport niet

te omvangrijk te maken en om de tabellen en grafieken overzichtelijk te houden, worden de gemeenten,

die het rioolbeheer zelf uitvoeren of via een Aquafin-concessie, elk als een groep beschouwd. Echter, de

korf van deze deelnemende gemeenten verandert jaarlijks2, waardoor voor deze twee groepen een

vergelijking over de jaren heen moeilijk is, of op zijn minst met de nodige omzichtigheid moet gebeuren.

De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en drinkwatermaatschappijen daarentegen rapporteren

al 5 jaar op rij.

2 De deelname aan de rapportering is sinds april 2012 decretaal verplicht. Via een Besluit van de Vlaamse Regering wordt dit

geconcretiseerd. Dit Besluit ligt bij de Raad van State voor advies. Nadien zal het voor een 2de definitieve goedkeuring aan de

Vlaamse Regering voorgelegd worden. De VMM beschouwt 2012 als een overgangsperiode, maar verwacht vanaf 2013 een

volledige deelname voor de 308 gemeenten.

Page 8: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

VII

INHOUDSOPGAVE

Documentbeschrijving ............................................................................................................................ I Algemene samenvatting ....................................................................................................................... III Leeswijzer ............................................................................................................................................. VI Inhoudsopgave .................................................................................................................................... VII Lijst van grafieken, figuren, tabellen en bijlagen ............................................................................ IX

Deel I:

Het Rapporteringsinstrument Algemeen .................................................................... 1

Meer transparantie en verantwoorde tarieven ............................................................ 2

Samenhang met het Financieringsmodel......................................................................................... 3 Benchmarking kostenefficiëntie van het rioolbeheer ....................................................................... 3

De gemeentelijke rioleringsmarkt in volle evolutie ...................................................... 4

Werkwijze in een notendop ......................................................................................... 6

Gekende informatie wordt vooraf ingevuld .......................................................................................... 7 Kosten en opbrengsten versus uitgaven en inkomsten ....................................................................... 7

De vragenlijst nader bekeken ..................................................................................... 8

De saneringskosten ............................................................................................................................. 8 Investeringskosten ........................................................................................................................... 9 Waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten .................................................. 9 Financiële kosten ............................................................................................................................. 9 Exploitatiekosten ............................................................................................................................ 10 Indirecte personeelskosten ............................................................................................................ 10 Overhead ........................................................................................................................................ 10 Andere bedrijfskosten of operationele kosten ................................................................................ 11 Uitzonderlijke kosten ...................................................................................................................... 11

De saneringsopbrengsten .................................................................................................................. 11 Opbrengsten saneringsbijdragen en -vergoedingen en aansluitingen .......................................... 11

• Opbrengsten van saneringsbijdragen en -vergoedingen ............................................................ 11

• Opbrengsten van aansluitingen en andere dienstverleningen .................................................... 12

Fiscale opbrengsten ....................................................................................................................... 12 Financiële opbrengsten (o.a. gewestelijke subsidies) .................................................................... 12 Andere (operationele) opbrengsten ............................................................................................... 12 Uitzonderlijke opbrengsten ............................................................................................................. 12

Boekhoudkundige karakteristieken van de rioolbeheerders ......................................13

Page 9: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

VIII

AquaRio (TMVW) ............................................................................................................................... 14 HidroGem (PIDPA) ............................................................................................................................ 16 HidroRio (PIDPA) ............................................................................................................................... 18 HidroSan (PIDPA) .............................................................................................................................. 20 Infrax West ......................................................................................................................................... 21 Inter-aqua ........................................................................................................................................... 22 IVEG ................................................................................................................................................... 23 IWVA .................................................................................................................................................. 24 RI-ANT (AWW) .................................................................................................................................. 26 Riobra................................................................................................................................................. 27 Rio-P (VMW) ...................................................................................................................................... 28 VIVAQUA ........................................................................................................................................... 29

Verder verloop ...........................................................................................................30

De cijfers 2011 ...........................................................................................................31

Rioolbeheer in Vlaanderen ........................................................................................32

Deelname aan de rapportering ..................................................................................34

Meer rioolbeheerders rapporteren ..................................................................................................... 34 De niet deelnemende gemeenten ...................................................................................................... 35

Resultaten .................................................................................................................36

De saneringskosten ........................................................................................................................... 37 De saneringsopbrengsten .................................................................................................................. 41

Saneringskosten versus beschikbare middelen .........................................................46

Dekkingsgraad ................................................................................................................................... 46 Vergelijking rioolbeheerders op uniforme basis ................................................................................. 49 Opbrengsten en kosten per inwoner .................................................................................................. 50

Conclusies 2011 ........................................................................................................52

Projecten ...................................................................................................................53

Algemene tendensen .................................................................................................55

Deelname aan de rapportering ..................................................................................56

Opbrengsten en kosten .............................................................................................57

Dekkingsgraad ...........................................................................................................60

Page 10: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

IX

GRAFIEKEN

Grafiek 1: Deelname aan de rapportering over 2011 (toestand november 2012) ...................................... 34 Grafiek 2: Kostenverdeling van gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoerden of hiervoor beroep doen op

de NV Aquafin. ............................................................................................................................................ 38 Grafiek 3: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die de kosten en

opbrengsten van hun vennoten niet solidariseren. ..................................................................................... 38 Grafiek 4: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en opbrengsten

van hun vennoten niet solidariseren. ........................................................................................................... 39 Grafiek 5: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en opbrengsten

van hun vennoten solidariseren. ................................................................................................................. 39 Grafiek 6: Kostenverdeling van twee intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met kasboekhouding.

..................................................................................................................................................................... 40 Grafiek 7: Opbrengstenverdeling van gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoerden of hiervoor beroep

doen op de NV Aquafin. .............................................................................................................................. 42 Grafiek 8: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die de kosten en

opbrengsten van hun vennoten niet solidariseren. ..................................................................................... 43 Grafiek 9: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en

opbrengsten van hun vennoten niet solidariseren. ..................................................................................... 43 Grafiek 10: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en

opbrengsten van hun vennoten solidariseren. ............................................................................................ 44 Grafiek 11: Opbrengstenverdeling van twee intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met

kasboekhouding. ......................................................................................................................................... 44 Grafiek 12: Dekkingsgraad voor gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoeren of die hiervoor beroep doen

op de NV Aquafin. ....................................................................................................................................... 47 Grafiek 13: Dekkingsgraad van de saneringsopbrengsten tov de saneringskosten van de

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ............................................................................................ 48

FIGUREN

Figuur 1: Rioolbeheer in Vlaanderen (toestand december 2011) ............................................................... 32

Page 11: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

X

TABELLEN

Tabel 1:Aantal gemeenten per RBH ........................................................................................................... 33 Tabel 2: Gemeenten waarover niet werd gerapporteerd (november 2012) ................................................ 35 Tabel 3: Kosten per rubriek per rioolbeheerder (kosten in Euro) ................................................................ 37 Tabel 4: Opbrengsten per rubriek per rioolbeheerder (in Euro) .................................................................. 41 Tabel 5: Opbrengsten per inwoner (opbrengsten in Euro) .......................................................................... 50 Tabel 6: Kosten per inwoner (kosten in Euro) ............................................................................................. 51 Tabel 7: Indeling van de projecten naar type project .................................................................................. 54 Tabel 8: Indeling van de projecten naar type investering ............................................................................ 54 Tabel 9: Deelname aan het Rapporteringsinstrument ................................................................................ 56 Tabel 10: Totale opbrengsten en totale kosten per inwoner (in Euro) ........................................................ 58 Tabel 11: Dekkingsgraad van de totale opbrengsten en van de bijdrage en vergoeding (in %) ................ 60

BIJLAGEN

BIJLAGE 1: De rioolbeheerders en hun gemeenten in 2011 61

Page 12: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

1

Het Rapporteringsinstrument Algemeen

Page 13: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

2

Meer transparantie en verantwoorde tarieven

Jaarlijks bevraagt de Economisch Toezichthouder (EnT) via het Rapporteringsinstrument3 de

gemeentelijke rioolbeheerders over de opbrengsten en de kosten voor het aanleggen en het onderhou-

den van de gemeentelijke riolering en alles wat er bij komt kijken.

De EnT wil in de eerste plaats meer inzicht verschaffen in de saneringsprojecten en –activiteiten en de

hieraan verbonden kosten. Daarnaast biedt dit rapport, samen met het Financieringsmodel4, voor de

rioolbeheerders ondersteuning bij het uitwerken van hun beleid op middellange termijn en laat het de

rioolbeheerders toe om de kosten die aan de gezinnen en bedrijven doorgerekend worden én hun beleid

op vlak van riolering te verantwoorden. Tot slot moet de informatie ook toelaten om de kosten van

soortgelijke activiteiten met elkaar te vergelijken.

3 Sinds 2009 behelst het Rapporteringsinstrument zowel een economische als een ecologische bevraging (de gemeentelijk

ecologische Performantie-indicatoren). Dit document bespreekt enkel de resultaten van de economische bevraging. 4 Zie het rapport van het Financieringsmodel: http://www.vmm.be/pub/kosten-voor-riolering-gemeentelijk-financieringsmodel-2011.

Page 14: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

3

Samenhang met het Financieringsmodel

De VMM ontwikkelde een Financieringsmodel dat toelaat om de toekomstige kosten van zowel de

exploitatie als de uitbouw van de gemeentelijke saneringsinfrastructuur in te schatten. Dit Financierings-

model raamt voor de periode tot en met 2027 enerzijds de saneringsgerelateerde opbrengsten waarover

de gemeente zal/kan beschikken, anderzijds de saneringskosten die vereist zijn om het afvalwater hetzij

te transporteren, hetzij te zuiveren in een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). Het

model kent verschillende 'scenario's' en berekent de kosten en opbrengsten voor elke gemeente. Het

model gebruikt basisgegevens uit een reeks bouwstenen o.a. zoneringsplan, rioleringsdatabank,

standaardprijzen.

Het Rapporteringsinstrument geeft weer welke inspanningen de rioolbeheerders het voorbije jaar

leverden qua gemeentelijke afvalwatersanering terwijl het Financieringsmodel (per gemeente) een

overzicht geeft van wat er nog zou moeten gebeuren om bij te dragen aan de realisatie van de

doelstellingen van de Decreet Integraal waterbeleid. De VMM wil beiden aanwenden om na te gaan of de

tarieven van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding onderbouwd en financieel verantwoord

zijn. Door de kosten uit het Rapporteringsinstrument te vergelijken met de lange termijnkosten uit het

Financieringsmodel kan er bijkomend geconcludeerd worden of het investerings- en exploitatievolume op

een voldoende hoog niveau liggen.

Benchmarking kostenefficiëntie van het rioolbeheer

Het Rapporteringsinstrument geeft de geleverde inspanningen van de rioolbeheerders in een bepaald jaar

weer. Het zegt niets over hoe efficiënt de rioolbeheerders te werk gaan. Om de kostenefficiëntie van de

gemeentelijke rioolbeheerders te onderzoeken, te evalueren, te positioneren en terug te koppelen, heeft

de VMM een methodologie5 ontwikkeld. In september 2012 is het leertraject ‘RIO-leren’6 aan de

gemeentelijke rioolbeheerders voorgesteld. Dit leertraject is tweeledig en omvat voor de individuele

rioolbeheerder enerzijds het verwerven van een diepgaand inzicht in de eigen werking (accenten,

leemten) en anderzijds de mogelijkheid om zich te positioneren ten opzichte van andere entiteiten

(specialiteiten, pijnpunten), met als einddoel het optimaliseren van de kostenefficiëntie van het

gemeentelijk rioolbeheer.

5 http://www.vmm.be/water/drinkwaterfactuur/studies-en-onderzoek 6 www.vmm.be/rio-leren

Page 15: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

4

De gemeentelijke rioleringsmarkt in volle evolutie

Het gemeentelijk rioolbeheer is in Vlaanderen zeer divers georganiseerd7: Drinkwatermaatschappijen

hebben hun activiteiten met een riooldivisie uitgebreid, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor

rioolbeheer werden opgericht en een aantal gemeenten staan zelf in voor het rioolbeheer of doen hiervoor

beroep op een derde.

De diversiteit zet zich ook door in de verschillende vormen van samenwerking8 en de boekhouding (al

dan niet solidariserende boekhouding, verschillende afschrijvingstermijnen en waarderingsmethoden,

inbreng van gebruiksrecht en/of eigendomsrecht, …), waardoor één uniforme vragenlijst niet evident is.

Bij gebrek aan een concrete afbakening van wat het gemeentelijk rioolbeheer exact inhoudt is ook de

invulling van bepaalde rioolbeheertaken aan sterke variatie onderhevig. Deze elementen kunnen een

aantal vaststellingen in dit rapport – deels – verklaren.

Gemeenten moeten ten laatste voor 2014 de nieuwe beheer- en beleidscyclus (BBC) invoeren. Deze

cyclus omvat o.a. een nieuw boekhoudsysteem waarbij het rekeningenstelsel heel sterk aanleunt bij het

genormaliseerd rekeningenstelsel dat is opgelegd (vennootschapswet) aan de intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden.

7 http://www.vmm.be/water/zuiveringsinfrastructuur/toezicht/economisch-toezicht/rioolbeheer-in-vlaanderen-illustratie/view 8 http://www.vmm.be/pub/de-gemeentelijke-saneringscontracten-onder-de-loep-contractbeoordeling-2010-vmm/

Page 16: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

5

De vragenlijst van de EnT laat zowel de drinkwatermaatschappijen, de intergemeentelijke samenwer-

kingsverbanden als de gemeenten toe om de gevraagde gegevens rechtstreeks of aan de hand van een

voorgedefinieerde kostenplaats uit de resultatenrekeningen te halen.

Page 17: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

6

Werkwijze in een notendop

Het Rapporteringsinstrument wordt ingevuld door de gemeentelijke rioolbeheerders. Gemeenten die voor

het rioolbeheer beroep doen op een drinkwatermaatschappij of een intergemeentelijk samenwerkingsver-

band voor rioolbeheer, hoeven deze bevraging niet in te vullen. De drinkwatermaatschappij of het

intergemeentelijk samenwerkingsverband doet dat in hun plaats.

De EnT verwacht dat de informatie binnen de twee maanden na verzending wordt aangeleverd.

Gemeenten die na twee maand het rapporteringinstrument nog niet insturen, worden telefonisch

gecontacteerd en gevraagd om alsnog de gevraagde informatie op te sturen.

Voor de invulling van het rapport worden de rioolbeheerders begeleid door de EnT die ondersteuning

biedt via e-mail, telefoon of, op aanvraag, ter plaatse.

Page 18: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

7

Gekende informatie wordt vooraf ingevuld

Aan de gemeentelijke rioolbeheerders wordt enkel informatie opgevraagd waarover de VMM niet

beschikt. Zo wordt per gemeente de door de drinkwatermaatschappijen aan de abonnees en de private

waterwinners aangerekende gemeentelijke bijdrage en vergoeding9 vooraf ingevuld. Gemeentelijke

rioolbeheerders kunnen dan ook nagaan of hetgeen zij ontvangen van de drinkwatermaatschappijen

overeenstemt met hetgeen aan de klanten werd aangerekend10. Wat de projecten betreft, wordt de door

de rioolbeheerders reeds gerapporteerde informatie, elk jaar opnieuw aangeboden voor verdere

aanvulling. Enkel over de niet-gesubsidieerde projecten wordt informatie opgevraagd. Van de

gesubsidieerde projecten is de informatie binnen de VMM beschikbaar in het kader van de gemeentelijke

subsidiedossiers.

Kosten en opbrengsten versus uitgaven en inkomsten

De rioolbeheerders dienen te rapporteren vanuit de 6- en de 7-rekeningen van het rekeningenstelsel

(kortweg de resultatenrekeningen). Hierdoor kan de redelijkheid van het toegepast gemeentelijk

saneringstarief geëvalueerd worden. Omwille van de sterke fluctuaties in de jaarlijkse inkomsten en

uitgaven is een cashflowmatige benadering hiervoor minder geschikt.

Zo worden de afschrijvingskosten van de investeringen opgevraagd. Hetzelfde geldt voor de subsidies:

aan de rioolbeheerders wordt gevraagd om de verrekening op de investeringssubsidies (of afschrijvingen

op de kapitaalsubsidies) te rapporteren.

9 Het betreft de gemeentelijke saneringsbijdrage aangerekend op het leidingwaterverbruik en de gemeentelijke saneringsvergoeding

aangerekend op het eigen water indien gebruik gemaakt wordt van de gemeentelijke saneringsinfrastructuur. Ook het verbruik, de

sociale, ecologische en economische vrijstellingen en de compensaties worden vermeld. 10 De drinkwatermaatschappijen rekenen de saneringsbijdrage aan via de integrale drinkwaterfactuur. Elk jaar rapporteren de

drinkwatermaatschappijen hierover aan de EnT. In de rapportering wordt ook rekening gehouden met de kosten die de

drinkwatermaatschappijen inhouden als werkingskosten.

Page 19: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

8

De vragenlijst nader bekeken

De saneringskosten

De gemeentelijke saneringskosten omvatten de kosten voor het collectief afvoeren van afval- en

eventueel regenwater en de individuele zuiveringskosten indien de IBA’s geplaatst en beheerd worden

door de gemeentelijke rioolbeheerder of de gemeente.

De saneringskosten worden onderverdeeld in volgende deelkosten:

Investeringskosten

Waardeverminderingen

Voorzieningen voor risico’s en kosten

Financiële kosten

Exploitatiekosten

Indirecte personeelskosten

Overheadkosten

Andere bedrijfskosten / operationele kosten

Uitzonderlijke kosten

De verschillende rioolbeheerders gaan op een verschillende manier om met de deelkosten, waardoor

vergelijkingen met de nodige voorzichtigheid moeten gebeuren.

Page 20: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

9

Investeringskosten

De investeringskosten omvatten de afschrijvingen van nieuwbouw en renovatie van de saneringsinfra-

structuur, de door de drinkwatermaatschappijen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

overgenomen saneringsinfrastructuur, activa nodig voor de exploitatie (vb: rollend materieel, meubilair,

kantoren, …), aansluitingen, inventarisaties, modelleringen, studies en eventuele oprichtingskosten.

De boekhoudkundige afschrijvingstermijnen voor nieuwbouw of renovatie kunnen voor elk van deze

posten variëren van rioolbeheerder tot rioolbeheerder. Sommige rioolbeheerders nemen de inkomsten en

uitgaven volledig in rekening in het jaar van uitgave, andere passen variërende afschrijvingstermijnen toe.

Ook de aansluitingskosten worden op verschillende manieren boekhoudkundig verwerkt. Ofwel worden

de kosten direct voor het volledige bedrag in rekening genomen, ofwel wordt enkel de netto-kost (het

resterende bedrag nadat de opbrengst van aansluiting in mindering is gebracht van de kosten van

aansluitingen) gerapporteerd en afgeschreven over meerdere jaren.

Loonkosten die rechtstreeks aan een project toegewezen kunnen worden, worden bij enkele rioolbeheer-

ders samen met het project geactiveerd en zijn dan terug te vinden in de afschrijvingskosten van het

project.

Waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten

De waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten worden per saldo ingevuld, m.a.w. de

toevoegingen aan de waardeverminderingen en voorzieningen verminderd met de terugnemingen en

bestedingen voor voorzieningen. Deze velden kunnen dus ook negatieve bedragen bevatten.

Financiële kosten

Dit zijn de rentelasten op leningen en op achtergestelde leningen.

Gemeenten lenen doorgaans enkel bij liquiditeitstekorten waardoor het zelden mogelijk is om te

achterhalen welk deel van de rentelast toewijsbaar is aan de rioleringsactiviteiten. Daarom werd

geopteerd om een fictieve rentelast te berekenen, daar waar er geen rentelast werd ingevuld.

Volgende formule werd gebruikt:

i = (h * ng * ga * o * (1 - if)) * iv

Waarbij:

- i = intrestlast;

- h = huidige patrimoniumwaarde. De waarde is gebaseerd op de zoneringsplannen;

-ng = percentage van de patrimoniumwaarde dat niet gesubsidieerd is. Er wordt verondersteld dat

voor ongeveer 80% van de rioleringswerken subsidie werd aangevraagd aan een gemiddelde van

75% subsidieerbaar bedrag. Dit maakt dat 40% niet gesubsidieerd werd;

Page 21: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

10

- ga = percentage van de niet gesubsidieerde patrimoniumwaarde waarvoor een lening aange-

gaan werd. Er wordt uitgegaan dat 50% van het niet gesubsidieerd deel geleend wordt;

- o = percentage openstaande schuld. Uit vergelijking met de afschrijvingskost van de huidige

patrimoniumwaarde (a rato van 1/75ste) met de afschrijvingskosten terug te vinden in de gegevens

van ABB11, blijkt dat gemiddeld reeds 57% afgeschreven is. Gezien de afschrijvingstermijn niet

korter mag zijn dan de aflossingstermijn van de overeenstemmende lening, wordt er aangenomen

dat minstens 57% reeds terugbetaald is;

- if = indexfactor 1 – if = deflatie. Er wordt aangenomen dat een lening, 20 jaar geleden aange-

gaan, nu gemiddeld 33% minder zwaar doorweegt;

- iv = gemiddelde intrestvoet = 4,5%.

Sommige intergemeentelijke samenwerkingsverbanden betalen ook rente op achtergestelde leningen.

Wanneer gemeenten toetreden tot dit samenwerkingsverband wordt een deel van de ingebrachte

infrastructuur contant vergoed en het andere gedeelte ingeschreven als achtergestelde lening, waarop

rente verschuldigd is. Dit is een alternatief voor dividenduitkeringen.

Exploitatiekosten

In de exploitatiekosten zitten de kosten voor onderhoud en herstellingen vervat van de hydraulische

structuren (pompstations, overstorten, …), rioleringen, aansluitingen (voor de gemeenten die deze

toewijzen aan de gewone dienst), IBA’s, KWZI’s, grachten, Wadi’s en bufferbekkens. Meer bepaald zijn

dit de aankopen van goederen en diensten plus of min de voorraadwijzigingen inclusief de personeels-

kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan deze activiteiten.

Indirecte personeelskosten

Alle personeelskosten die aan de saneringsactiviteiten in het algemeen kunnen toegewezen worden,

maar niet rechtstreeks aan een specifieke activiteit zijn indirecte personeelskosten. Voorbeelden hiervan

zijn loonkosten van de administraties, directies, opzichters, … . Gemeenten zullen hier dikwijls ook de

loonkost van het technisch personeel rapporteren, gezien de uren, gepresteerd voor de saneringsactivitei-

ten niet apart worden geregistreerd. De loonkosten worden bijgevolg zo goed mogelijk geraamd.

Overhead

Overheadkosten zijn algemene en via een verdeelsleutel aan de saneringsactiviteiten toewijsbare kosten

excl. de indirecte personeelskosten. Bijvoorbeeld de kosten van kantoorbenodigdheden, energiekosten,

ICT, … .

11 Agentschap binnenlands bestuur

Page 22: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

11

Andere bedrijfskosten of operationele kosten

Onder andere bedrijfskosten of operationele kosten vallen de aanmoedigingspremies zoals voor

groendaken, regenwaterputten, afkoppelingswerken etc. en andere kosten zoals klantenbeheer,

verplaatsingskosten, brandstofverbruik, onderhoud aan de voertuigen enz. Ook de innings- en

administratiekosten die de rioolbeheerders betalen aan de drinkwatermaatschappijen voor de facturatie

van de gemeentelijke saneringsbijdragen en –vergoedingen, voor zover deze niet van de bijdragen en

vergoedingen werden afgetrokken, vallen hieronder samen met het eventuele gebruiksrecht die

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden betalen aan de gemeenten, waarvan ze de rioolinfrastruc-

tuur gebruiken zonder er eigenaar van te zijn.

Uitzonderlijke kosten

De uitzonderlijke kosten bestaan uit o.a. uitzonderlijke afschrijvingen, waardeverminderingen,

voorzieningen, minderwaarden, … .

De saneringsopbrengsten

Gemeentelijke rioolbeheerders beschikken over opbrengsten uit één of meer van de volgende rubrieken:

Opbrengsten uit saneringsbijdragen en –vergoedingen en aansluitingen

Fiscale opbrengsten

Financiële opbrengsten (o.a. Gewestelijke subsidies)

Andere (operationele) opbrengsten

Uitzonderlijke opbrengsten

Opbrengsten saneringsbijdragen en -vergoedingen en aansluitingen

Opbrengsten uit dienstverleningen bestaan enerzijds uit gemeentelijke saneringsbijdragen en –

vergoedingen, anderzijds uit opbrengsten van aansluitingen en andere dienstverleningen.

• Opbrengsten van saneringsbijdragen en -vergoedingen

De gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding worden via de drinkwatermaatschappijen

aangerekend aan de gezinnen en bedrijven.

Bij intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die geen riooldivisie zijn van een drinkwatermaatschap-

pij en bij de gemeenten die zelf instaan voor het rioolbeheer, zijn de inningskosten reeds in mindering

gebracht. Via de inningskosten worden de werkingskosten en het debiteurenrisico van de drinkwater-

maatschappijen vergoed. De riooldivisies van de drinkwatermaatschappijen rapporteren echter de bruto

aangerekende kosten. De inningskosten worden doorgerekend via de post overhead of andere

bedrijfskosten.

Page 23: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

12

• Opbrengsten van aansluitingen en andere dienstverleningen

De opbrengsten van aansluitingen vallen voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en

drinkwatermaatschappijen onder de dienstverlening.

Fiscale opbrengsten

Voor de gemeenten vallen de opbrengsten uit aansluitingen onder de fiscale opbrengsten, omdat daar

een retributie tegenover staat.

Daarnaast kunnen ze nog andere rioolbelastingen, -heffingen of –retributies innen. Intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden en drinkwatermaatschappijen hebben geen fiscale opbrengsten.

Financiële opbrengsten (o.a. gewestelijke subsidies)

De belangrijkste financiële opbrengsten zijn de afschrijvingen op kapitaalsubsidies (voor de gemeenten:

in resultaat genomen kapitaalsubsidies). De boekhoudkundige afschrijvingstermijnen voor de gewestelijke

subsidies variëren van rioolbeheerder tot rioolbeheerder. Sommige rioolbeheerders nemen de subsidies

volledig in rekening in het jaar van ontvangst, andere passen variërende afschrijvingstermijnen toe.

De termijn waarover de subsidies worden afgeschreven is doorgaans afgestemd op de afschrijvingster-

mijn van de investeringen.

Andere (operationele) opbrengsten

Voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en drinkwatermaatschappijen horen eventuele

financiële tussenkomsten door hun gemeentevennoten tot de andere operationele opbrengsten.

Uitzonderlijke opbrengsten

Uitzonderlijke opbrengsten zijn o.a. terugnemingen op afschrijvingen en waardeverminderingen,

meerwaarde op realisaties van activa, … .

Page 24: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

13

Boekhoudkundige karakteristieken van de rioolbeheerders

In onderstaand overzicht wordt per rioolbeheerder verduidelijkt hoe de rubrieken uit de vragenlijst

boekhoudkundig verwerkt worden.

Page 25: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

14

AquaRio (TMVW)

Aanmoedigingspremies:

Op initiatief van de gemeente en voor rekening van de gemeente of AquaRio wordt de premie/korting

toegekend. In het tweede geval wordt dit bedrag van het budget van de gemeentevennoot afgetrokken.

Dit is dan een vermindering van de opbrengsten uit de saneringsbijdrage en –vergoeding voor die

bepaalde gemeente.

Aansluitingskosten:

Twee systemen mogelijk:

a. Forfaitair systeem:

Het deel van de kost dat niet gedekt is door de aangerekende vergoeding (restkost) wordt afge-

schreven over 20 jaar.

b. Systeem van kostende prijs:

De reële kost en reële opbrengst van aansluitingen worden direct in rekening gebracht.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur: 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 20 jaar

d. Inventarisatie/modelering: 10 jaar

Ook de geactiveerde onderaannemers kosten worden afgeschreven.

De afschrijvingen starten vanaf de afsluiting van een project.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Er is een minimale inbreng van gebruiksrecht met eventuele uitbreiding van eigendomsrecht.

Economische waardering van het net, wordt voor 91% vergoed in aandelen en 9% in contanten (hoger in

geval van bijkomende inbreng van het eigendomsrecht), die gespreid worden uitbetaald. De ingebrachte

infrastructuur wordt op 50 jaar afgeschreven.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding:

De opbrengsten uit gemeentelijke bijdrage en vergoeding omvatten eveneens de ‘te ontvangen

vooruitbetalingen’.

Page 26: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

15

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Er wordt getracht om zoveel mogelijk algemene kosten toe te wijzen aan de kostenplaatsen

(=gemeentevennoten). Zo worden de kosten van accountmanagers via een tijdsregistratiesysteem

verdeeld . Wat niet kan versleuteld worden, wordt op algemeen niveau gerapporteerd en opgesplitst in

‘Overhead’, ‘Indirecte personeelskosten’ en ‘Andere operationele kosten’. In deze laatste categorie zitten

de administratieve kosten en de kosten van debiteurenrisico vervat, dewelke door TMVW aan de

gemeentevennoten worden aangerekend.

Rentelasten: Rentelasten worden op algemeen niveau gerapporteerd. Dit is niet mogelijk per gemeente.

Solidarisering:

Enkel de algemene kosten die niet kunnen versleuteld worden en de rentelasten worden gesolidariseerd

en bijgevolg niet per gemeente gerapporteerd. Elke toegetreden gemeente wordt beschouwd als een

kostenplaats.

Tekorten/overschotten: De kosten en opbrengsten werden per gemeente geraamd t/m 2015. Indien blijkt dat het geraamde

budget onvoldoende is, voor de te realiseren projecten, kunnen de gemeenten een bijdrage in de

werkingskosten betalen. Hiervoor kunnen de gemeentevennoten een prefinanciering aanvragen bij

TMVW die ze via vaste annuïteiten terugbetalen.

De overschotten worden in principe toegevoegd aan de reserves van de globale divisie.

Tot op heden is er nog niet overgegaan tot het uitkeren van dividenden aan de aandeelhouders

(gemeentevennoten).

Page 27: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

16

HidroGem (PIDPA)

Aanmoedigingspremies:

De premies worden rechtstreeks uitbetaald aan de particulier na uitvoering van de werken.

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die HidroGem gemaakt heeft.

De netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven op 50

jaar voor rioleringsaansluitingen en op 15 jaar voor IBA-aansluitingen.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur: 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 50 jaar

d. Inventarisatie/modelering: 5 jaar

e. Revisies: 15 jaar

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van het eigendomsrecht. 25% van de waarde van het net wordt contant vergoed, 75% wordt

ingeschreven als achtergestelde lening en dividendgerechtigde aandelen.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage & gemeentelijke vergoeding:

Bij het afsluiten van het boekjaar zijn de facturatiegegevens van het laatste kwartaal nog niet allemaal

gekend waardoor bij jaareinde de ‘toe te rekenen opbrengsten’ van het betreffende jaar opgenomen in de

omzet.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten: De personeelskosten omvatten alle personeelskosten inclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren

voor exploitatie, maar exclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren voor investeringen (deze kosten

worden mee geactiveerd). Ook de voorzieningen voor gratificaties worden gerapporteerd onder de

personeelskosten.

De exploitatiekosten omvatten m.a.w. geen interne uren (enkel facturen van aannemers).

Rentelasten: Alle rentelasten op leningen inclusief de achtergestelde leningen.

Solidarisering:

Er is geen solidarisering van de opbrengsten en de kosten. Elke toegetreden gemeente beschikt over een

individuele rekening.

Page 28: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

17

Tekorten/overschotten:

Overschotten blijven als reserves op de individuele rekening van de gemeente staan, en worden geboekt

op het passief. Ze kunnen in de toekomst aangewend worden ter financiering van investeringen.

Page 29: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

18

HidroRio (PIDPA)

Aanmoedigingspremies:

De premies worden rechtstreeks uitbetaald aan de particulier na uitvoering van de werken.

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die HidroGem gemaakt heeft.

De netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven op 50

jaar voor rioleringsaansluitingen en op 15 jaar voor IBA-aansluitingen.

Afschrijvingen van investeringen: a. Nieuwe infrastructuur: 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 50 jaar

d. Inventarisatie/modelering: 5 jaar

e. Revisies: 15 jaar

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van het eigendomsrecht. 25% van de waarde van het net wordt contant vergoed (in 3 fasen),

75% wordt ingeschreven als achtergestelde lening en dividendgerechtigde aandelen.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage & gemeentelijke vergoeding:

Bij het afsluiten van het boekjaar zijn de facturatiegegevens van het laatste kwartaal nog niet allemaal

gekend waardoor bij jaareinde de ‘toe te rekenen opbrengsten’ van het betreffende jaar opgenomen in de

omzet.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten: De personeelskosten omvatten alle personeelskosten inclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren

voor exploitatie, maar exclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren voor investeringen (deze kosten

worden mee geactiveerd). Ook de voorzieningen voor gratificaties worden gerapporteerd onder de

personeelskosten.

De exploitatiekosten omvatten m.a.w. geen interne uren (enkel facturen van aannemers).

Rentelasten: Alle rentelasten op leningen inclusief de achtergestelde leningen.

Page 30: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

19

Solidarisering:

HidroRio solidariseert alle opbrengsten en kosten op één rekening. Per gemeente wordt er jaarlijks een

investeringsplanning opgemaakt. Mocht er voor een bepaald project geen subsidie verkregen worden,

kan de gemeente het project toch laten uitvoeren, mits bijpassen van het normaal gesubsidieerd

gedeelte.

Tekorten/overschotten:

Het grootste deel van een positief resultaat wordt toegevoegd aan de wettelijke en de beschikbare

reserves. De rest wordt uitbetaald als dividenden en als rente op de achtergestelde leningen. De reserves

worden geboekt op het passief en kunnen in de toekomst aangewend worden ter financiering van

investeringen.

Page 31: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

20

HidroSan (PIDPA)

Aanmoedigingspremies:

De premies worden rechtstreeks uitbetaald aan de particulier na uitvoering van de werken.

Aansluitingskosten:

De aanvrager betaalt het volledige bedrag. Zowel de opbrengst als de kost van aansluiting wordt direct in

rekening gebracht.

Afschrijvingen van investeringen:

De investeringen worden direct voor 100% in rekening gebracht (afgeschreven). HidroSan werkt conform

het principe van “cash in, cash out”. De uitgaven moeten kunnen afgezet worden tegen de reeds

ontvangen inkomsten (bijdrage, vergoeding, subsidie). HidroSan prefinanciert niet.

Eigendoms-/gebruiksrecht: Inbreng van gebruiksrecht zonder vergoeding.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

De personeelskosten omvatten alle personeelskosten inclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren

voor exploitatie, maar exclusief de uurloonkost voor gepresteerde uren voor investeringen (deze kosten

worden mee geactiveerd). Ook de voorzieningen voor gratificaties worden gerapporteerd onder de

personeelskosten.

De exploitatiekosten omvatten m.a.w. geen interne uren (enkel facturen van aannemers).

Solidarisering:

Geen solidarisering van opbrengsten en kosten. Er is een aparte rekeningen per gemeente.

Tekorten/overschotten:

HidroSan solidariseert niet, waardoor elke gemeente over een eigen rekening beschikt. Hier is het

principe van ‘cash in cash out’ van toepassing en per gemeente wordt er jaarlijks een eindafrekening

gemaakt. Een positief kassaldo wordt overgedragen naar het volgende jaar, een negatief kassaldo dient

bij afsluiting van het boekjaar door de gemeente bijgepast te worden.

Page 32: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

21

Infrax West

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die Infrax gemaakt heeft. De

netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven over 50 jaar.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur (incl. aansluitingen): 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 15 jaar

d. Inventarisatie/modellering: 10 jaar

De afschrijvingen starten vanaf de voorlopige definitieve oplevering.

Bij elke investering wordt er een toeslag van 7,5 % van het investeringsbedrag aan overhead mee

geactiveerd en afgeschreven. Deze toeslag wordt in de rapportering in mindering gebracht van de

overheadkosten (onttrekking aan de overheadkosten). Wanneer er veel geïnvesteerd wordt kan dit

resulteren in een negatieve overheadkost.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van eigendomsrechten. 25% van de waarde van het ingebrachte net wordt contant vergoed

(betaald in 2 fasen). De resterende 75% worden vergoed onder de vorm van dividendgerechtigde

aandelen.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding: Voor de gemaakte saneringskosten maakt Infrax (werkingmaatschappij) een factuur op (transportfactuur

genaamd) t.a.v. de drinkwatermaatschappij, die saneringsplichtig is. De drinkwatermaatschappij betaalt

deze facturen met de aangerekende bijdragen en vergoedingen, na aftrek van een inningspercentage

(vergoeding voor administratieve kost en voor het debiteurenrisico).

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Het overgrote deel van de werken wordt uitbesteed aan onderaannemers, m.a.w. de personeelskost van

de uitbestede werken zit in de facturen van de onderaannemers vervat. Bij inzet van eigen technisch

personeel worden deze kosten gerapporteerd onder de indirecte personeelskosten of onder exploitatie-

kosten indien deze aan een bepaalde exploitatierubriek kunnen toegewezen worden.

Solidarisering:

Alle opbrengsten en kosten worden gesolidariseerd op één rekening.

Tekorten/overschotten: Een positief resultaat wordt deels toegevoegd aan de wettelijke en beschikbare reserves. De rest wordt

uitgekeerd als dividend.

Page 33: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

22

Inter-aqua

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die Infrax gemaakt heeft. De

netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven over 50 jaar.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur (incl. aansluitingen): 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 15 jaar

d. Inventarisatie/modellering: 10 jaar

De afschrijvingen starten vanaf de voorlopige definitieve oplevering.

Bij elke investering wordt er een toeslag van 7,5 % van het investeringsbedrag aan overhead mee

geactiveerd en afgeschreven. Deze toeslag wordt in de rapportering in mindering gebracht van de

overheadkosten (onttrekking aan de overheadkosten). Wanneer er veel geïnvesteerd wordt kan dit

resulteren in een negatieve overheadkost.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van eigendomsrechten. 20% van de waarde van het ingebrachte net wordt contant vergoed

(betaald in 2 fasen). De resterende 80% worden vergoed onder de vorm van dividendgerechtigde

aandelen.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding: Voor de gemaakte saneringskosten maakt Infrax (werkingmaatschappij) een factuur op (transportfactuur

genaamd) t.a.v. de drinkwatermaatschappij, die saneringsplichtig is. De drinkwatermaatschappij betaalt

deze facturen met de aangerekende bijdragen en vergoedingen, na aftrek van een inningspercentage

(vergoeding voor administratieve kost en voor het debiteurenrisico).

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Het overgrote deel van de werken wordt uitbesteed aan onderaannemers, m.a.w. de personeelskost van

de uitbestede werken zit in de facturen van de onderaannemers vervat. Bij inzet van eigen technisch

personeel worden deze kosten gerapporteerd onder de indirecte personeelskosten of onder exploitatie-

kosten indien deze aan een bepaalde exploitatierubriek kunnen toegewezen worden.

Solidarisering:

Alle opbrengsten en kosten worden gesolidariseerd op één rekening.

Tekorten/overschotten: Een positief resultaat wordt deels toegevoegd aan de wettelijke en beschikbare reserves. De rest wordt

uitgekeerd als dividend.

Page 34: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

23

IVEG

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die Infrax gemaakt heeft. De

netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven over 50 jaar.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur (incl.aansluitingen): 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 15 jaar

d. Inventarisatie/modellering: 10 jaar

De afschrijvingen starten vanaf de voorlopige definitieve oplevering.

Bij elke investering wordt er een toeslag van 7,5 % van het investeringsbedrag aan overhead mee

geactiveerd en afgeschreven. Deze toeslag wordt in de rapportering in mindering gebracht van de

overheadkosten (onttrekking aan de overheadkosten). Wanneer er veel geïnvesteerd wordt kan dit

resulteren in een negatieve overheadkost.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van eigendomsrecht of gebruiksrecht. 25% van de waarde van het ingebrachte net wordt contant

vergoed (betaald in 2 fasen). De resterende 75% worden vergoed onder de vorm van dividendgerechtig-

de aandelen.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding: Voor de gemaakte saneringskosten maakt Infrax (werkingmaatschappij) een factuur op (transportfactuur

genaamd) t.a.v. de drinkwatermaatschappij, die saneringsplichtig is. De drinkwatermaatschappij betaalt

deze facturen met de aangerekende bijdragen en vergoedingen, na aftrek van een inningspercentage

(vergoeding voor administratieve kost en voor het debiteurenrisico).

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Het overgrote deel van de werken wordt uitbesteed aan onderaannemers, m.a.w. de personeelskost van

de uitbestede werken zit in de facturen van de onderaannemers vervat. Bij inzet van eigen technisch

personeel worden deze kosten gerapporteerd onder de indirecte personeelskosten of onder exploitatie-

kosten indien deze aan een bepaalde exploitatierubriek kunnen toegewezen worden.

Solidarisering:

De opbrengsten en de kosten worden niet gesolidariseerd; Er is een aparte rekening per gemeente.

Tekorten/overschotten: Een positief resultaat wordt deels toegevoegd aan de wettelijke en beschikbare reserves. De rest wordt

uitgekeerd als dividend.

Page 35: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

24

IWVA

Aanmoedigingspremies:

Premies blijven ten laste van de gemeenten, dus niet gedekt door gemeentelijke saneringsbijdrage en –

vergoeding.

Aansluitingskosten:

De aanvrager betaalt het volledige bedrag. Zowel aansluitingsopbrengst als -kost wordt direct in rekening

gebracht.

Afschrijvingen van investeringen: a. Nieuwe infrastructuur: 50 jaar b. Ingebrachte infrastructuur: 50 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 50 jaar

d. Inventarisatie/modelering: 15 jaar

Afschrijvingen van investeringen zijn momenteel nog laag omwille van het feit dat er geen overname (en

dus activatie in de boekhouding) is van bestaande riolering op datum van toetreding. Enkel de

investeringen uitgevoerd door IWVA na toetreding worden afgeschreven.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van gebruiksrecht. De bestaande rioleringsinfrastructuur bij toetreding blijft eigendom van de

toetredende gemeente. Daarvoor betaalt IWVA een vergoeding aan de gemeenten (ofwel 9% van de

gefactureerde gemeentelijke bijdrage en vergoeding, ofwel verschil tussen de saneringsopbrengsten en -

kosten).

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Kosten van indirecte bedienden, directie en overhead worden indien toewijsbaar aan de sanering in zijn

geheel versleuteld over de gemeentevennoten. Indien toewijsbaar aan een specifieke gemeente dan is er

een integrale toewijzing aan die gemeente. In de andere gevallen (kantoorkosten, niet toewijsbare

indirecte personeelskosten) worden deze kosten op conto van de drinkwaterdivisie geschreven, zolang

het geen meerkost betekent voor de drinkwaterdivisie. De overhead omvat ook de kosten van het

gebruiksrecht en het inningspercentage (vergoeding voor administratieve kost en voor het debiteurenrisi-

co). De andere bedrijfskosten bestaan uit compensaties aan niet-abonnees vrijstellingsgerechtigden en

‘heffing GRB’.

Solidarisering:

De opbrengsten en de kosten worden niet gesolidariseerd, maar worden per gemeente apart

geregistreerd.

Page 36: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

25

Tekorten/overschotten:

Het batig resultaat wordt, indien niet uitgekeerd als vergoeding voor het gebruiksrecht tot nu toe altijd

overgedragen naar het volgend boekjaar. Ondanks de voorziening in de statuten zijn nog geen

winstbewijzen toegekend zijn.

Page 37: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

26

RI-ANT (AWW)

Aanmoedigingspremies:

De aanmoedigingspremies worden rechtstreeks van de factuur aan de aanvrager afgetrokken.

Aansluitingskosten:

De aanvrager betaalt het volledige bedrag. Zowel aansluitingsopbrengst als -kost wordt direct in rekening

gebracht.

Afschrijvingen van investeringen:

RI-ANT werkt net zoals HidroSan met een kasboekhouding. D.w.z. dat de investeringen tijdens de

uitvoering van de werken worden geactiveerd. Deze worden bij voorlopige oplevering direct voor 100% in

rekening gebracht (afgeschreven). RI-ANT werkt eveneens met een DBFM-constructie (Design-Build-

Finance-Maintenance: een vennootschap (meestal combinatie publiek/privaat) die alle aspecten van een

project overneemt, inclusief financiering, waarbij de terugbetaling gespreid wordt over 15 annuïteiten). Bij

projecten die volgens DBFM-contract worden uitgevoerd, worden de kosten per kwartaal aan AWW

gefactureerd.

Eigendoms-/gebruiksrecht: Inbreng van gebruiksrecht zonder vergoeding, met uitzondering van de overeenkomst met de Stad

Antwerpen, waarin een concessievergoeding opgenomen is voor het gebruiksrecht van de bestaande

infrastructuur en het gebruik van de openbare wegen.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Niet toewijsbare personeelskosten en andere overheadkosten worden versleuteld naar de individuele

rekeningen van de gemeentevennoten o.b.v. Activity Based Costing.

Rentelasten:

De beschikbare middelen worden direct afgeboekt. De uitgaven moet kunnen afgezet worden tegen de

reeds ontvangen inkomsten (bijdrage, vergoeding, subsidie). RI-ANT prefinanciert m.a.w. niet en heeft

daarom geen leninglasten.

Solidarisering:

Opbrengsten en kosten worden niet gesolidariseerd.

Tekorten/overschotten:

Indien er een tekort is voor het uitvoeren van de rioleringsactiviteit, zal de gemeente moeten bijpassen. In

het geval van een overschot, wordt dit overschot gereserveerd of overgedragen naar het volgend

boekjaar.

Page 38: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

27

Riobra

Aansluitingskosten:

Forfaitair systeem: De aanvrager betaalt een vast bedrag, ongeacht de kost die Riobra gemaakt heeft. De

netto boekwaarde (hetgeen niet gedekt is door de betaalde vergoeding) wordt afgeschreven over 50 jaar.

Afschrijvingen van investeringen:

a. Nieuwe infrastructuur (incl. aansluitingen): 50 jaar

b. Ingebrachte infrastructuur: 33 jaar

c. Electromechanica/IBA/KWZI: 15 jaar

d. Inventarisatie/modellering: 5 jaar

De afschrijvingen starten vanaf de ingebruikname. Bij elke investering wordt er een deel van de overhead

mee geactiveerd en afgeschreven.

Eigendoms-/gebruiksrecht: Inbreng van eigendomsrecht. 75% van de waarde van het ingebrachte net wordt vergoed onder de vorm

van dividendgerechtigde aandelen. De andere 25% worden vergoed in andere aandelen, dewelke een

investeringsfonds vormen. Dit investeringsfonds kan door de gemeente aangewend worden voor de

financiering van rioleringsinvesteringen door omzetting in kapitaalsubsidies of in cash.

Opbrengsten uit gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding:

Voor de gemaakte saneringskosten maakt Riobra een factuur op (transportfactuur genaamd) t.a.v. de

drinkwatermaatschappij, die saneringsplichtig is. De drinkwatermaatschappij betaalt deze facturen met de

aangerekende bijdragen en vergoedingen, na aftrek van een inningspercentage (vergoeding voor

administratieve kost en voor het debiteurenrisico).

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten: Het overgrote deel van de werken wordt uitbesteed aan onderaannemers, m.a.w. de personeelskost van

de uitbestede werken zit in de facturen van de onderaannemers vervat. Alle kosten van eigen personeel

worden onder ‘indirecte personeelskosten’ gerapporteerd.

Solidarisering:

Kosten en opbrengsten worden gesolidariseerd.

Tekorten/overschotten:

Een batig saldo gaat eerst naar de wettelijke reserves, daarna uitgekeerd in dividenden onder de vorm

van aandelen die het investeringsfonds vormen, tot een bepaald plafond. Wat daarna nog overschiet

dient voor de vorming van de beschikbare reserves en de uitkering van dividenden op de andere

aandelen.

Page 39: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

28

Rio-P (VMW)

Afschrijvingen van investeringen:

Overgenomen riolering wordt voor 45 jaar afgeschreven.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van eigendomsrecht. 75% van de waarde van het rioleringsnet wordt vergoed in aandelen, 15%

wordt contant vergoed. Afhankelijk van de rioleringsgraad en de gemiddelde leeftijd van de riolering, is er

een bijkomende variabele contante vergoeding die tussen 0% en 10% ligt van de waarde van het

rioleringsnet.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

Het overgrote deel van de werken wordt uitbesteed aan onderaannemers.

Als indirecte personeelskosten worden alle personeelskosten opgenomen die toegerekend worden aan

de RioP-activiteiten. De overhead omvatten alle algemene kosten van huur, onderhoud en herstellingen,

elektriciteit, verbruiksmateriaal, erelonen en afvalverwerkingskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan

de RioP-gemeenten, alsook de bedrijfskosten die aan de hand van een verdeelsleutel worden

toegerekend aan RioP. In de exploitatiekosten zitten bijgevolg enkel de kosten van de onderaannemers.

Solidarisering:

Er vindt geen solidarisering plaats van de opbrengsten en de kosten. Elke gemeente heeft een rekening.

Tekorten/overschotten: Het batig saldo wordt overgedragen naar volgend boekjaar.

Page 40: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

29

VIVAQUA

Aanmoedigingspremies:

Tot op heden zijn er nog geen subsidies voor afkoppelingswerken op privé domein uitgekeerd.

Eigendoms-/gebruiksrecht:

Inbreng van eigendomsrecht, dewelke voor 100% contant wordt vergoed.

Overhead / Personeelskosten / Andere operationele kosten:

De berekening van de overheadkosten en de indirecte personeelskosten gebeurt aan de hand van een

forfait van 8€/woongelegenheid. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Rentelasten:

Inclusief de rente van de leningen die overgenomen zijn van de toetredende vennoten.

Tekorten/overschotten:

VIVAQUA als eigenaar van het rioleringsnet past een tekort bij of draagt een overschot over naar volgend

jaar. Als rioolbeheerder vraagt het de gemeente om het tekort bij te passen.

Page 41: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

30

Verder verloop

Om de jaarlijkse invulling van het Rapporteringsinstrument gebruiksvriendelijker te laten verlopen, zal de

EnT in de toekomst12 een online toepassing voorzien. Elke rioolbeheerder krijgt ook toegang tot de voor

hem relevante informatie. Het betreft informatie die hetzij vooraf ingevuld wordt hetzij niet opgevraagd

wordt wegens reeds beschikbaar binnen de VMM (bv. rioleringsgraden, door de drinkwatermaatschappij-

en aangerekende gemeentelijke bijdragen en vergoedingen, gesubsidieerde projecten, enz.), maar het is

ook de bedoeling om de resultaten van het Rapporteringsinstrument of andere onderzoeken van de EnT

via deze weg beschikbaar te stellen voor de gemeentelijke rioolbeheerders13.

Voorts wordt er in samenspraak met de in de publieke sector actieve softwarehuizen bekeken in hoeverre

de gemeentelijke boekhoudpakketten (de nieuwe beheers- en beleidscyclus, kortweg BBC) aangepast

kunnen worden, zodat de gegevens, die in het Rapporteringsinstrument opgevraagd worden, automatisch

bijgehouden worden.

12 Eerste helft van 2013 13 Ontwikkeling voorzien in 2014

Page 42: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

31

De cijfers 2011

Page 43: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

32

Rioolbeheer in Vlaanderen

Onderstaande figuur geeft de organisatie weer van het gemeentelijk rioolbeheer anno 2011 (zie ook

bijlage 1):

• 192 gemeenten hebben het rioolbeheer overgedragen aan een intergemeentelijk samenwerkingsver-

band;

• 116 gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het rioolbeheer, dit zijn er 4 minder dan in 2010. Zij

doen hiervoor beroep op eigen personeel en/of onderaannemers, op Aquafin via een concessie, op

RioAct (product aangeboden uit een samenwerking tussen VMW en Aquafin) via een intentieover-

eenkomst en/of op HidrIBA (Pidpa) die enkel instaat voor plaatsing, het onderhoud en de controle van

IBA’s.

Het aantal gemeenten per (type) rioolbeheerder is terug te vinden in tabel 1.

Figuur 1: Rioolbeheer in Vlaanderen (toestand december 2011)

Page 44: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

33

Tabel 1:Aantal gemeenten per RBH

Rioolbeheerder (1)Aangesloten gemeenten

AquaRio (TMVW) 49

HidroGem (Pidpa) 2

HidroRio (Pidpa) 19

HidroSan (Pidpa) 5

Infrax West 18

Inter-aqua 36

IVEG 3

IWVA 3

RI-ANT (AWW) 13

Riobra 24

RioP (VMW) 14

VIVAQUA 6

Gemeente 65

Gemeente (VMW - Rioact) 39

Gemeente + AQF-Concessie 13

Gemeente (Pidpa - HidrIBA)

Onbekend (2)

2

1

(1) overzicht op basis van de saneringscontracten in het bezit van VMM op 31/12/2011 (2) betreft gemeente Baarle-Hertog

Page 45: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

34

Deelname aan de rapportering

Meer rioolbeheerders rapporteren

Het totaal aantal ontvangen vragenlijsten steeg tot nu toe jaarlijks bescheiden, vooral dankzij het feit dat

steeds meer gemeenten ervoor kiezen om toe te treden tot een intergemeentelijk samenwerkingsverband

of de riooldivisie van een drinkwatermaatschappij. Dit jaar werd de rapportering decretaal verplicht,

waardoor gevoelig meer gemeenten, die het rioolbeheer zelf uitvoeren, rapporteerden. Desondanks

rapporteerden 21 gemeenten niet (dd. 30 november 2012).

Grafiek 1: Deelname aan de rapportering over 2011 (toestand november 2012)

Page 46: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

35

De stippellijn in de grafiek geeft aan hoeveel vragenlijsten er werden ingevuld, de groene balk het aantal

gemeenten die tot deze rioolbeheerder horen.

De drinkwatermaatschappijen en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden rapporteerden allen over

hun gemeentevennoten (deze vertegenwoordigen samen 192 gemeenten). HidroRio, Infrax West, Riobra

en Inter-aqua solidariseren opbrengsten en kosten en rapporteren niet per individuele gemeente, maar in

zijn geheel voor hun volledig werkingsgebied. Daarnaast rapporteerden ook 95 van de 116 gemeenten

die zelf nog verantwoordelijk zijn voor het rioolbeheer (incl. RioAct / HidrIBA / Aquafin concessie).

De rapportering 2011 dekt bijgevolg 93% van de Vlaamse gemeenten. Dit stemt overeen met 95% van de

Vlaamse bevolking.

De niet deelnemende gemeenten

In het overzicht hieronder worden de 21 gemeenten getoond waarover niet gerapporteerd werd.

Tabel 2: Gemeenten waarover niet werd gerapporteerd (november 2012)

Gemeente

Berlare Stekene

Dendermonde Tremelo

Geraardsbergen

Hoeilaart

Kapelle-op-den-Bos

Keerbergen

Lennik

Westerlo

Wingene

Lochristi

Meerhout

Meise

Lier Merelbeke

Oud-Turnhout

Sint-Gillis-Waas

Sint-Laureins

Neerpelt

Oostkamp

Page 47: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

36

Resultaten

Om een antwoord te kunnen geven op de vraag hoeveel gemeenten aan de uitbouw en het onderhoud

van hun rioleringsstelsel besteden en welk aandeel hiervan door de gezinnen en de bedrijven via de

integrale drinkwaterfactuur betaald wordt, worden eerst de kosten en de opbrengsten weergegeven,

onderverdeeld in verschillende deelrubrieken. Vervolgens wordt de verhouding ten opzichte van de totale

kosten respectievelijk de opbrengsten aangegeven. Tenslotte wordt de dekkingsgraad, zijnde de

verhouding tussen de opbrengsten en kosten, besproken.

Om de verschillende rioolbeheerders met elkaar te kunnen vergelijken worden de kosten en de

opbrengsten ook per inwoner en per km gerioleerde weg uitgedrukt.

Telkens wordt aangegeven op hoeveel gemeenten de meegedeelde informatie (grafieken en tabellen)

gebaseerd is. Afhankelijk van wat werd onderzocht, worden een aantal gemeenten uit de groep geweerd,

omwille van het ontbreken van bepaalde informatie of bij twijfels over de betrouwbaarheid ervan. Het

aantal gemeenten, opgenomen in de korf, wordt telkens aangegeven in een kader. Dit is de representati-

viteit.

De variaties tussen de verschillende rioolbeheerders zijn, afhankelijk van het thema, evenwel groot tot

zeer groot veelal als gevolg van ongelijke boekhoudkundige verrichtingen. Deze verschillen in

boekhoudkundige verwerking worden in het eerste, algemeen deel van het rapport (Boekhoudkundige

karakteristieken van de rioolbeheerders), toegelicht.

Page 48: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

37

De saneringskosten

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: 192 gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: 8014 gemeenten.

Tabel 3: Kosten per rubriek per rioolbeheerder (kosten in Euro)

1

-1

Rioolbeheerder Investeringen

Waarde-verminde-

ringen Voor-

zieningen Financiële

kosten Exploitatie

Indirecte personeels-

kosten Overhead

Aanmoedi-gings-

premies

Andere bedrijfs-kosten

Uitzonderlijkekosten Totale kosten

AquaRio (TMVW) 5.466.333 2.836.857 19.398.069 1.747.873 1.876.867 2.015.922 43.341.921

HidroGem (PIDPA) 252.306 18.160 64.248 33.383 50.326 418.424

HidroRio (PIDPA) 5.119.760 229 50.538 1.853.624 1.529.710 809.298 938.369 212.530 10.514.059

HidroSan (PIDPA) 1.146.228 1.019.093 2.500 2.167.821

Infrax West 4.033.203 22.402 30.624 1.103.633 3.313.501 222.686 -660.023 54.886 686 925 8.122.522

Inter-aqua 13.843.085 10.158 6.084.127 8.070.424 490.133 -994.761 -258.985 2.376 1.102.222 28.348.778

IVEG 521.165 143.065 853.023 57.455 24.093 -26.140 198 198 1.573.058

IWVA 237.015 178.132 36.773 321.388 27.262 800.571

RI-ANT (AWW) 11.696.429 6.124.067 2.811.948 4.350.703 27.216 25.010.363

Riobra 4.999.953 00.300 286.691 1.618.379 1.526.358 570.269 8.901.351

RioP (VMW) 1.845.678 165.724 1.686.110 464.847 1.352.317 5.514.676

VIVAQUA 564.403 594.495 1.805.116 447.307 3.411.321

Gemeente 33.985.431 1.432.620 18.429.772 13.305.327 7.827.083 1.398.553 375.079 286.615 683.683 77.724.163

Gemeente + AQFConcessie 3.766.884 2.106.766 2.779.365 503.688 215.131 3.250 9.375.084

TOTAAL 97.477.873 1.465.409 -19.138 33.622.913 61.744.566 16.978.834 9.445.732 387.837 2.333.058 1.787.028 225.224.112

14 36 van de 116 gemeenten werden niet in beschouwing genomen omdat er geen investeringskosten en/of exploitatiekosten werden ingevuld.

Page 49: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

38

Bovenstaande tabel toont per rioolbeheerder de totale saneringskosten uitgesplitst per deelactiviteit.

Naast de afschrijvingskosten van investeringen en de exploitatiekosten die het grootste deel uitmaken

van de saneringskosten blijken ook de financiële kosten, de indirecte personeelskosten en de overhead

significant te zijn. Dezelfde kostenrubrieken worden voor de verschillende rioolbeheerders in de volgende

grafieken procentueel ten opzichte van de totale kosten geplaatst. Het vertelt welk aandeel de rubrieken

innemen in het totale kostenplaatje in het betreffende jaar.

Grafiek 2: Kostenverdeling van gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoerden of hiervoor beroep doen op

de NV Aquafin.

Grafiek 3: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die de kosten en opbreng-

sten van hun vennoten niet solidariseren.

Page 50: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

39

Grafiek 4: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en opbrengsten

van hun vennoten niet solidariseren.

Grafiek 5: Kostenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en opbrengsten

van hun vennoten solidariseren.

Page 51: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

40

Grafiek 6: Kostenverdeling van twee intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met kasboekhou-

ding15.

Doorgaans hebben de investeringen het grootste aandeel in de kosten, vaak het gevolg van hoe de over-

genomen infrastructuur werd gewaardeerd. Hoe hoger de waardering van het overgenomen stelsel, hoe

hoger de afschrijvingskosten ervan. Bij sommige rioolbeheerders nemen echter de exploitatiekosten het

grootste aandeel voor hun rekening. Het aandeel van de andere rubrieken varieert sterk naargelang de

rioolbeheerder. Om de rioolbeheerders onderling te vergelijken is er nood aan een uniforme basis. Daar-

om worden de kosten later in dit document afgezet ten opzichte van het aantal inwoners in het gebied

van de rioolbeheerders.

15 Opbrengsten en kosten worden niet via afschrijvingen over meerdere jaren gespreid, maar onmiddellijk in rekening gebracht (af-

schrijving van het volledig bedrag van investering in het jaar van uitgave), waardoor er jaaroverschrijdend grotere schommelingen

waarneembaar zijn

Page 52: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

41

De saneringsopbrengsten

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: 192 gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: 6216 gemeenten.

Tabel 4: Opbrengsten per rubriek per rioolbeheerder (in Euro)

Rioolbeheerder Bijdrage en vergoeding Aansluitingen

Andere fiscale opbrengsten

Andere dienst-verlening Subsidies

Andere financiële

opbrengsten Bijpassing gemeenten

Andere bedrijfs-

opbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten

Totale opbrengsten

AquaRio (TMVW) 51.484.976 282.777 609.405 638.938 53.016.097

HidroGem (PIDPA) 753.520 6.702 6.601 766.823

HidroRio (PIDPA) 14.256.468 135.714 78.789 2.700 14.473.671

HidroSan (PIDPA) 3.377.673 85.428 33.273 571.788 4.068.162

Infrax West 8.540.167 8.212 11.648 2.064 41.716 15.783 8.619.591

Inter-aqua 32.433.203 121.478 766.745 350.978 7.488 33.679.892

IVEG 1.694.767 581 119.204 531 267 1.815.350

IWVA 1.861.128 73.467 16.035 68.018 2.018.647

RI-ANT (AWW) 32.383.480 684.100 111.421 976.000 222.986 1.309.892 35.687.879

Riobra 10.029.831 213.518 201.990 4.485 10.449.824

RioP (VMW) 7.669.139 405.089 3.441 2.886.887 6.063 10.970.620

VIVAQUA 4.276.300 20.780 4.297.080

Gemeente 59.018.738 1.723.000 243.311 313.780 7.431.749 13.853 42.005 21.831 68.808.266

Gemeente + AQFConcessie 5.491.235 94.160 386.980 855.633 37.650 6.865.658

TOTAAL 233.270.625 3.348.021 630.291 787.885 11.118.238 751.221 2.520.618 3.064.018 562.229 256.053.146

16 54 van de 116 gemeenten werden niet in beschouwing genomen omdat er geen opbrengsten van bijdragen en vergoedingen of van subsidies werden ingevuld.

Page 53: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

42

Net als de voorgaande jaren maken de gemeentelijke saneringsbijdragen en -vergoedingen voor de

meeste rioolbeheerders meer dan 90% van hun opbrengsten uit.

Zoals de uitgaven van investeringen worden afgeschreven over meerdere jaren (afhankelijk van het type

investering en de rioolbeheerder), worden de subsidies, die zijn ontvangen voor diezelfde investeringen,

gespreid over dezelfde termijn als dat van de afschrijvingen. Bijgevolg is in de tabel maar een fractie van

de ontvangen subsidies zichtbaar

Enkel gemeenten kunnen belastingen innen. De rubriek ‘Andere fiscale opbrengsten’ is niet van

toepassing voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De rubriek ‘Bijpassing gemeenten’ is

enkel van toepassing voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Bij tekorten kunnen zij hun

gemeentevennoten vragen om bij te passen. Een gemeente die het rioolbeheer zelf uitvoert, past

automatisch bij vanuit de algemene middelen, mocht er op het vlak van saneringsactiviteiten een tekort

blijken.

Dezelfde opbrengstenrubrieken worden in volgende grafieken per rioolbeheerder procentueel ten

opzichte van de totale opbrengsten geplaatst en tonen per rioolbeheerder welke bronnen de meeste

opbrengsten genereren.

Grafiek 7: Opbrengstenverdeling van gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoerden of hiervoor beroep

doen op de NV Aquafin.

Page 54: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

43

Grafiek 8: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die de kosten en

opbrengsten van hun vennoten niet solidariseren.

Grafiek 9: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en

opbrengsten van hun vennoten niet solidariseren.

Page 55: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

44

Grafiek 10: Opbrengstenverdeling van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die kosten en

opbrengsten van hun vennoten solidariseren.

Grafiek 11: Opbrengstenverdeling van twee intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met

kasboekhouding17.

17 Opbrengsten en kosten worden niet via afschrijvingen over meerdere jaren gespreid, maar onmiddellijk in rekening gebracht

(afschrijving van het volledig bedrag van investering in het jaar van uitgave), waardoor er jaaroverschrijdend grotere schommelingen

waarneembaar zijn

Page 56: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

45

Omdat intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ten vroegste in 2005 zijn opgericht en bijgevolg pas

sinds 2005 subsidies konden aanvragen is het logisch dat hun aandeel aan subsidies lager ligt dan bij de

gemeenten die het rioolbeheer nog zelf uitvoeren. Verwacht wordt dat het aandeel van de subsidies zal

toenemen naarmate er meer gesubsidieerde projecten worden opgeleverd. De subsidies worden gespreid

in rekening genomen doorgaans vanaf de oplevering van het project en over dezelfde termijn als voor de

afschrijvingen geldt.

Bij de rioolbeheerders met kasboekhouding (HidroSan en RI-ANT) kunnen de verhoudingen van jaar tot

jaar sterk variëren, naargelang er subsidies werden ontvangen.

Page 57: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

46

Saneringskosten versus beschikbare middelen

Dekkingsgraad

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: 192 gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: 6218 gemeenten.

In onderstaande grafieken wordt enerzijds de verhouding van de totale saneringsgerelateerde

opbrengsten t.o.v. de totale saneringskosten geprojecteerd, anderzijds wordt de verhouding tussen de

bijdrage door de gezinnen en de bedrijven (in de afbeeldingen afgekort als ‘BV’) en de totale sanerings-

kosten aangegeven. Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten is het resultaat. Dit kan

overgedragen worden naar het volgend boekjaar, gereserveerd worden of uitgekeerd worden als

dividend. In het hoofdstuk ‘Boekhoudkundige karakteristieken van de rioolbeheerders’ wordt toegelicht

welke bestemming de rioolbeheerders geven aan het resultaat en hoe zij omgaan met eventuele tekorten.

18 54 van de 116 gemeenten werden niet in beschouwing genomen omdat er geen opbrengsten van bijdragen en vergoedingen,

opbrengsten van subsidies, investeringskosten of exploitatiekosten werden ingevuld.

Page 58: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

47

Grafiek 12: Dekkingsgraad voor gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoeren of die hiervoor beroep

doen op de NV Aquafin.

Gemeenten streven naar een budgettair evenwicht en werken doorgaans met een geconsolideerde

rekening. D.w.z. dat alle ontvangen middelen centraal geboekt worden en gebruikt worden ter financiering

van alle activiteiten. Er is dus geen één op één relatie tussen de inkomsten en de uitgaven. Bijgevolg kan

verondersteld worden dat wanneer de opbrengsten van de saneringsactiviteiten ontoereikend zijn

(dekkingsgraad lager dan 100%), de gemeente zal bijdragen vanuit de algemene middelen. Omgekeerd,

zullen de saneringsmiddelen bij een overschot mogelijks gebruikt worden ter financiering van andere

activiteiten. Een positief resultaat in de resultatenrekeningen betekent niet automatisch dat er op

budgettair vlak een overschot is. Om het budgettaire resultaat in kaart te brengen moeten de inkomsten

en de uitgaven t.o.v. elkaar geplaatst worden.

Page 59: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

48

Grafiek 13: Dekkingsgraad van de saneringsopbrengsten tov de saneringskosten van de intergemeente-

lijke samenwerkingsverbanden

De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden werken allen minstens kostendekkend. Ook indien ze

zich enkel beroepen op de gemeentelijke saneringsbijdragen en –vergoedingen zijn ze kostendekkend.

Meer nog, t.o.v. de gegenereerde opbrengsten staat vaak een eerder beperkte kost, waardoor de

verhouding opbrengsten/kosten voor een aantal rioolbeheerders oploopt tot 150 % of meer. Aan de basis

hiervan ligt vaak de recente oprichting van de rioolbeheerders. De saneringskosten hebben grotendeels

betrekking op de door hen nieuw opgerichte infrastructuur waardoor de jaarlijkse afschrijvingskost nog

beperkt is. Aangenomen mag worden dat, naarmate de investeringen toenemen, de afschrijvings- én

exploitatiekosten stijgen waardoor de dekkingsgraad een normaal niveau zal bereiken tenzij er extra

opbrengstenbronnen worden gecreëerd.

Page 60: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

49

Vergelijking rioolbeheerders op uniforme basis

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: Opbrengsten en kosten: 192 gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: Opbrengsten: 6219 gemeenten, Kosten: 8020 gemeenten

Om de rioolbeheerders met elkaar te kunnen vergelijken is een uniforme vergelijkingsbasis nodig. De

opbrengsten respectievelijk de kosten van de saneringsactiviteiten per inwoner is één van de

mogelijkheden. Een andere vergelijkingsbasis is de kosten respectievelijk de opbrengsten per kilometer

gerioleerde weg. Op heden worden de Gebiedsdekkende UitvoeringsPlannen (GUP’s) opgesteld waarbij

tegelijkertijd de informatie over het bestaande rioleringsnetwerk geoptimaliseerd wordt. Gezien de huidige

informatie nog onderhevig is aan veranderingen wordt de vergelijking op basis kosten/opbrengsten per

kilometer gerioleerde weg uitgesteld tot de GUP’s definitief gekend zijn.

Een lage of hoge kost per inwoner velt niet noodzakelijk een oordeel over de efficiëntie en de effectiviteit

van de rioolbeheerders. Er wordt dus geen uitspraak gedaan over de toereikendheid van de investeringen

en het onderhoud.

19 54 van de 116 gemeenten werden niet in beschouwing genomen omdat er geen opbrengsten van bijdragen en vergoedingen of

van subsidies werden ingevuld. 20 36 van de 116 gemeenten werden niet in beschouwing genomen omdat er geen afschrijvingskosten van investeringen of

exploitatiekosten werden ingevuld.

Page 61: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

50

Opbrengsten en kosten per inwoner

I

I

V

(

I

I

Tabel 5: Opbrengsten per inwoner (opbrengsten in Euro)

Rioolbeheerder Aantal

inwoners Bijdragen envergoedingen Aansluitingen

Andere dienstverle-

ning

Andere fiscale

opbrengsten Subsidies

Anderefinanciële

opbrengsten Bijpassing gemeente

Andere bedrijfsop-brengsten

Uitzonderlijkeopbrengsten

Totale opbrengsten

nfrax West 236.595 36,10 0,00 0,03 0,05 0,01 0,00 0,07 36,43 36,43

VEG 45.361 37,36 0,00 0,00 0,01 2,63 0,00 0,01 40,02 40,02

IVAQUA

HidroGem PIDPA)

99.958

17.467

42,78

43,14

0,00

0,00

0,00

0,00

0,21

0,38

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

42,99

43,90

42,99

43,90

Riobra 236.941 42,33 0,00 0,90 0,85 0,02 0,00 0,00 44,10 44,10

RI-ANT (AWW) 739.157 43,81 0,93 0,15 1,32 0,30 1,77 0,00 48,28 48,28

HidroRio (PIDPA) 299.611 47,58 0,00 0,00 0,45 0,00 0,00 0,01 48,31 48,31

AquaRio (TMVW) 1.087.371 47,35 0,26 0,00 0,56 0,00 0,59 0,00 48,76 48,76

HidroSan (PIDPA) 83.090 40,65 1,03 0,00 0,40 0,00 6,88 0,00 48,96 48,96

nter-aqua 684.383 47,39 0,00 0,18 1,12 0,51 0,00 0,00 49,21 49,21

Gemeente

Gemeente + AQFConcessie

1.365.218

129.634

43,23

42,36

1,26

0,73

0,23

0,00

0,18

2,99

5,44

6,60

0,01

0,29

0,02

0,00

50,40

52,96

50,40

52,96

RioP (VMW) 201.382 38,08 2,01 0,02 0,00 0,00 0,00 0,03 54,48 54,48

WVA 27.054 68,79 2,72 0,59 2,51 0,00 0,00 0,00 74,62 74,62

Page 62: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

51

Tabel 6: Kosten per inwoner (kosten in Euro)

p

Rioolbeheerder

HidroGem (PIDPA)

Aantal inwoners

17.467

Investerin-gen

14,44

Waardever-minderingen

0,00

Voorzienin-gen

0,00

Financiële kosten

1,04

Exploitatie

3,68

Indirecte ersoneels-

kosten

1,91

Overhead

2,88

Aanmoedi-gingspre-

mies

0,00

Andere bedrijfs-kosten

0,00

Uitzonderlijke kosten

0,00

Totale kosten

23,96

HidroSan (PIDPA) 83.090 13,80 0,00 0,00 0,00 12,26 0,00 0,03 0,00 0,00 0,00 26,09

RioP (VMW) 201.382 9,17 0,00 0,00 0,82 8,37 2,31 6,72 0,00 0,00 0,00 27,38

IWVA 27.054 8,76 0,00 0,00 0,00 6,58 1,36 11,88 0,00 1,01 0,00 29,59

RI-ANT (AWW) 739.157 15,82 0,00 0,00 0,00 8,29 3,80 5,89 0,04 0,00 0,00 33,84

VIVAQUA 99.958 5,65 0,00 0,00 5,95 18,06 4,47 0,00 0,00 0,00 0,00 34,13

Infrax West 236.595 17,05 0,09 0,13 4,66 14,00 0,94 -2,79 0,23 0,00 0,00 34,33

IVEG 45.361 11,49 0,00 0,00 3,15 18,81 1,27 0,53 -0,58 0,00 0,00 34,68

HidroRio (PIDPA) 299.611 17,09 0,00 0,17 6,19 5,11 2,70 3,13 0,71 0,00 0,00 35,09

Riobra 236.941 21,10 0,00 -0,42 1,21 6,83 6,44 2,41 0,00 0,00 0,00 37,57

AquaRio (TMVW) 1.087.371 14,22 0,00 0,00 2,61 17,84 1,61 1,73 0,00 1,85 0,00 39,86

Inter-aqua 684.383 20,23 0,01 0,00 8,89 11,79 0,72 -1,45 -0,38 0,00 1,61 41,42

Gemeente

Gemeente + AQFConcessie

1.710.943

170.562

19,86

22,09

0,84

0,00

0,00

0,00

10,77

12,35

7,78

16,30

4,57

2,95

0,82

1,26

0,22

0,02

0,17

0,00

0,40

0,00

45,43

54,97

Zoals reeds eerder vermeld, hebben de gemeenten die het rioolbeheer nog zelf uitvoeren een grotere historische investeringskost dan de intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden, die pas ten vroegste in 2005 opgericht zijn.

Page 63: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

52

Conclusies 2011

De rapportering over het jaar 2011 dekt 93% van de Vlaamse gemeenten. Dit stemt overeen met 95%

van de Vlaamse bevolking. De gemeentelijke saneringsopbrengsten bestonden in 2011 voor 91% uit

de gemeentelijke bijdragen en vergoedingen. De overige 9% bestond voornamelijk uit gewestelijke

subsidies (verrekend), aansluitingsretributies en bijpassingen van de gemeente en andere bedrijfsop-

brengsten.

Voor quasi alle gemeentelijke rioolbeheerders bedroeg de dekkingsgraad ‘totale saneringsopbreng-

sten t.o.v. totale saneringskosten’ in 2011 100% of meer. Bij de intergemeentelijke rioolbeheerders

bedroegen deze dekkingsgraden zelfs tot 250%. Zonder een uitspraak te doen of er genoeg geïnves-

teerd en onderhouden wordt, beschikten in 2011 bijna alle rioolbeheerders over de mogelijkheid om

het resultaat over te dragen naar het volgend boekjaar, te reserveren of uit keren aan de aandeel-

houders.

De totale saneringsopbrengsten per inwoner bedroegen in 2011 tussen de 36 en 75 euro. De totale

kosten daarentegen zijn gelegen tussen 24 en 55 euro per inwoner.

Page 64: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

53

Projecten

Representativiteit resultaten De rapporten van 287 gemeenten (alle deelnemers) werden in beschouwing genomen, maar enkel de

projecten waarvoor minstens het type project, het type investering en een totaal geraamde kost werd

ingevuld, groter dan nul. Dit resulteerde in een selectie van 3168 projecten.

Elk jaar krijgen de rioolbeheerders in een overzichtstabel de reeds gerapporteerde niet-gesubsidieerde

projecten terug ter aanvulling met nieuwe projecten of met bijkomende informatie. Deze projecten dienen

vooral om samen met de gesubsidieerde projecten per rioolbeheerder een globaal zicht te verkrijgen van

welke werken waar zijn of worden uitgevoerd. Dit is zeker nuttig bij het opstellen en opvolgen van de

GUP’s (concrete uitwerking van de zoneringsplannen).

Het betreft projecten die gestart zijn vanaf 2007. In totaal gaat het om een set van 3.168 projecten, in

uitvoering of reeds gerealiseerd in het werkingsgebied van de deelnemende rioolbeheerders, die zonder

subsidies gefinancierd zijn. In de onderstaande tabellen worden deze projecten ingedeeld naar type

project en naar type investering met vermelding van de totaal geraamde kost.

Page 65: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

54

Tabel 7: Indeling van de projecten naar type project

Type project

KWZI

Totaal geraamde kost

€ 556.167,06

Aantal projecten

9

Aandeel bedrag

0,0%

Aandeel aantal

0,3%

WADI € 829.327,00 2 0,0% 0,1%

Wachtbekken € 4.708.400,18 13 0,3% 0,4%

Drukriolering € 6.506.211,18 10 0,4% 0,3%

IBA € 7.424.761,15 28 0,4% 0,9%

Grachten € 16.168.069,32 43 0,9% 1,4%

Afkoppelingsproject € 30.684.532,32 59 1,8% 1,9%

Niet gescheiden riolering € 88.998.925,90 329 5,1% 10,4%

Onbekend € 349.620.775,97 940 20,0% 29,7%

Gescheiden riolering € 1.244.562.672,97 1735 71,1% 54,8%

TOTAAL € 1.750.059.843,04 3168

Het is duidelijk dat zowel qua aantal als qua totaal geraamde kost, de gescheiden rioleringen het grootste

aandeel innemen. 30% van de projecten of 20% van de totaal geraamde kost kon niet ondergebracht

worden in één van de categorieën. Meestal betekent dit dat het om een combinatie van verschillende

categorieën gaat.

Tabel 8: Indeling van de projecten naar type investering

Type investering Totaal geraamde kost Aantal projecten Aandeel bedrag

Aandeel aantal

Onbekend € 268.853.825,44 736 15,4% 23,2%

Vervangingsinvestering € 566.732.724,10 1150 32,4% 36,3%

Uitbreidingsinvestering € 914.473.293,51 1282 52,3% 40,5%

Totaal € 1.750.059.843,04 3168

Hoewel er wat onenigheid bestaat over wat wel of niet onder vervangingsinvestering of uitbreidingsinves-

tering valt, wordt er op heden bijna twee maal meer uitgebreid dan dat er vervangingen plaatsvinden.

Naarmate de zoneringsplannen verder uitgevoerd worden zal deze verhouding omslaan. Ook hier staan

de onbekende projecten dikwijls voor een combinatie van beide types investeringen.

Page 66: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

55

Algemene tendensen

Page 67: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

56

Deelname aan de rapportering

gemeenten

g

gwerd

vp

Sinds de start van de bevraging, is het aantal gemeenten waarover werd gerapporteerd, jaarlijks

gestaag gestegen. Dit is vooral het gevolg van de verdere toetreding van gemeenten tot intergemeen-

telijke samenwerkingsverbanden, die zich engageren om elke jaar te rapporteren over hun vennoten.

Bij de gemeenten die het rioolbeheer zelf uitvoeren zijn er die elk jaar rapporteren, soms rapporteren

of nog nooit hebben gerapporteerd. De sinds begin 2012 decretaal verplichte rapportering heeft nog

niet gezorgd voor een 100% deelname, maar betekende wel een grote sprong vooruit, nl. 47 extra

gemeenten t.o.v. de rapportering over 2010.

Tabel 9: Deelname aan het Rapporteringsinstrument

2008 2009 2010 2011

Aantal Aantal Aantal Aantal Rioolbeheerder gemeenten Aantal Aantal emeenten gemeentenAantal gemeenten Aantal waarover gemeenten gerapporteerd

werd

waarover erapporteerd

waaro er gemeenten gerap orteerd werd

waarover gemeenten gerapporteerd werd

AquaRio (TMVW) 48 48 48 48 49 49 49 49

HidroGem (PIDPA) 1 2 2 2 2

HidroRio (PIDPA) 16 14 16 16 17 17 19 19

HidroSan (PIDPA) 3 3 3 3 6 6 5 5

Infrax West 0 0 18 17 18 18 18 18

Inter-aqua 33 32 33 33 35 35 36 36

IVEG 3 0 3 3 3 3 3 3

IWVA 3 3 3 3 3 3 3 3

RI-ANT (AWW) 12 12 12 12 13 13 13 13

Riobra 24 24 24 24 24 24 24 24

RioP (VMW) 12 7 14 14

VIVAQUA 6 6 6 6 6 6 6 6

Gemeente 146 67 129 56 107 52 103 83

Gemeente + AQF Concessie 13 6 13 8 13 5 13 12

TOTAAL 308 215 308 229 308 240 308 287

Page 68: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

57

Opbrengsten en kosten

Op basis van de terugkoppelingen met de rioolbeheerders is de vorm en de inhoud van de bevraging

jaarlijks gewijzigd om uiteindelijk te komen tot een sjabloon dat nauw aansluit met het genormaliseerd

rekeningenstelsel. Er wordt op een minder gedetailleerd niveau bevraagd, waardoor het aantal velden

dat ingevuld moet worden sterk verminderd is. Dit heeft wel tot gevolg dat de resultaten pas vanaf de

rapportering over het jaar 2009 vergelijkbaar zijn. Tot en met 2008 werd de ‘cash flow’-benadering

gehanteerd. Dit wil zeggen dat de effectieve inkomsten en uitgaven gevraagd werden. Deze

benadering gaf een beeld van de financieringsnood op dat moment, maar was gezien de jaarlijkse

sterke fluctuatie van inkomsten en uitgaven, minder bruikbaar voor de onderbouwing van het

gemeentelijk saneringstarief. Vandaar dat vanaf 2009 de opbrengsten en kosten werden bevraagd.

Deze aanpak had vooral een impact op de rubriek van de subsidies en van de investeringen, daar

deze afgeschreven worden over een termijn van meerdere jaren (zie hoofdstuk ‘Boekhoudkundige

karakteristieken van de rioolbeheerders’).

Voor de opbrengsten worden enkel die gemeenten opgenomen die minstens rapporteren over de

opbrengsten van gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding of subsidies. Voor de kosten zijn dit de

gemeenten waarvoor minstens investeringskosten of exploitatiekosten ingevuld werden.

Gezien de jaarlijks wijzigende samenstelling van de rioolbeheerders is een herleiding van de

opbrengsten en de kosten naar een opbrengst en kost per inwoner noodzakelijk om een vergelijking

over de jaren heen te kunnen maken.

Page 69: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

58

)

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: alle gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: enkel de gemeenten waarvoor er minstens opbrengsten uit de bijdrage en vergoeding, subsidies, kosten van

investeringen en van exploitatie zijn.

Tabel 10: Totale opbrengsten en totale kosten per inwoner (in Euro)

Rioolbeheerder Opbrengsten Kosten

2009 2010 2011 Verschil 2009 2010 2011 Verschil

AquaRio (TMVW) 38,59 47,5 48,76 1,26 33,06 32,54 39,86 7,32

HidroGem (PIDPA) 34,55 43,9 9,35 34,79 23,96 -10,83

HidroRio (PIDPA) 47,59 46,66 48,31 1,65 35,93 37,39 35,09 -2,3

HidroSan (PIDPA) 74,32 46,14 48,96 2,82 26,48 22,52 26,09 3,57

Infrax West 41,1 34,74 36,43 1,69 31,83 32,34 34,33 1,99

Inter-aqua 52,3 45,46 49,21 3,75 40,44 41,42 41,42 0

IVEG 48,11 38,4 40,02 1,62 19,28 25,94 34,68 8,74

IWVA 81,08 79,14 74,62 -4,52 55,05 23,56 29,59 6,03

RI-ANT (AWW) 41,39 43,78 48,28 4,5 37,93 24,05 33,84 9,79

Riobra 34,89 43,63 44,1 0,47 36,49 34,93 37,57 2,64

RioP (VMW 43,53 54,48 10,95 19,82 27,38 7,56

VIVAQUA 46,56 35,93 42,99 7,06 38,76 27,24 34,13 6,89

Gemeente 50,46 45,09 50,4 5,31 64,51 46,49 45,74 -0,75

Gemeente + AQF 28,83 51,82 52,96 1,14 32,64 57,96 61,62 3,66

Concessie

Page 70: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

59

Er zijn geen cijfers voor HidroGem en RioP voor 2009, daar ze pas opgericht zijn in 2010. De

rioolbeheerders HidroSan en RI-ANT werken met een kasboekhouding, waardoor de jaarlijkse

opbrengsten en kosten aan sterke fluctuaties onderhevig kunnen zijn. Dit in beschouwing genomen

blijkt dat de opbrengsten variëren tussen -4,52€ en +10,95€ en de kosten tussen -10,83€ en +9,79€.

De sterke daling van HidroGem heeft te maken met het feit dat de gemeentevennoten niet meer

dezelfde zijn als het jaar voordien. Één vennoot ging weg en er kwam een ander in de plaats.

Zoals reeds eerder gezegd, verandert de groep van deelnemende gemeenten die zelf verantwoorde-

lijk zijn voor het rioolbeheer jaarlijks. De ideale situatie zou natuurlijk zijn als alle gemeenten

rapporteerden. De rapportering is sinds 2012 decretaal verplicht, een Besluit van de Vlaamse

Regering zal de verplichting vanaf 2013 inhoudelijk concretiseren.

Page 71: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

60

Dekkingsgraad

Representativiteit resultaten Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: alle gemeenten

Gemeenten en gemeenten met AQF-Concessie: enkel de gemeenten waarvoor er minstens

opbrengsten uit de bijdrage en vergoeding, subsidies, kosten van investeringen en van exploitatie zijn.

Tabel 11: Dekkingsgraad van de totale opbrengsten en van de bijdrage en vergoeding (in %)

Dekkingsgraad van de totale opbrengsten Dekkingsgraad van de bijdrage en vergoeding

Rioolbeheerder Procentuele Procentuele2009 2010 2011 stijging of

daling 2009 2010 2011 stijging of

daling

AquaRio (TMVW) 117% 146% 122% -16% 116% 142% 119% -16%

HidroGem (PIDPA) 99% 183% 85% 99% 180% 82%

HidroRio (PIDPA) 132% 125% 138% 10% 128% 123% 136% 11%

HidroSan (PIDPA) 281% 205% 188% -8% 203% 161% 156% -3%

Infrax West 129% 107% 106% -1% 114% 106% 105% -1%

Inter-aqua 129% 110% 119% 8% 117% 106% 114% 8%

IVEG 250% 148% 115% -22% 239% 146% 108% -26%

IWVA 147% 336% 252% -25% 141% 318% 232% -27%

RI-ANT (AWW) 109% 182% 143% -21% 90% 167% 129% -23%

Riobra 96% 125% 117% -6% 92% 121% 113% -7%

RioP (VMW) 220% 199% -10% 212% 139% -34%

VIVAQUA 120% 132% 126% -5% 113% 131% 125% -5%

Gemeente 117% 105% 110% 5% 91% 82% 95% 16%

Gemeente + AQF Concessie 88% 89% 86% -3% 75% 80% 69% -14%

Bij de meeste rioolbeheerders is het verschil tussen de dekkingsgraad ‘opbrengsten/kosten’ en de

dekkingsgraad ‘gemeentelijke saneringsbijdrage en vergoeding/kosten’ beperkt. Logisch ook gezien

de saneringsbijdrage en vergoeding ongeveer 90 % uitmaken van de opbrengsten. Hierbij dient wel

vermeld te worden dat HidroSan en RI-ANT met een kasboekhouding werken, waardoor er van jaar

tot jaar sterke schommelingen mogelijk zijn.

In tegenstelling tot vorig jaar kan nu wel gezegd worden dat de meeste rioolbeheerders een dalende

dekkingsgraad hebben.

Page 72: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

61

BIJLAGE 1

BIJLAGE 1: De rioolbeheerders en hun gemeenten in 2011

Rioolbeheerder Gemeente Drinkwatermaatschappij

AquaRio Affligem TMVW

AquaRio Asse TMVW

AquaRio Beersel IWVB

AquaRio Blankenberge TMVW

AquaRio Brakel TMVW

AquaRio Brugge TMVW

AquaRio Buggenhout TMVW

AquaRio Damme TMVW

AquaRio De Haan TMVW

AquaRio De Pinte TMVW

AquaRio

AquaRio

Deinze

Destelbergen

TMVW

TMVW

AquaRio Dilbeek IWVB

AquaRio

AquaRio

Erpe-Mere

Gavere

TMVW

TMVW

AquaRio Gent TMVW

AquaRio Halle IWVB + VMW

AquaRio Horebeke TMVW

AquaRio Kluisbergen TMVW

AquaRio Knesselare TMVW

AquaRio Kruishoutem TMVW

AquaRio

AquaRio

AquaRio

AquaRio

AquaRio

AquaRio

Lebbeke

Lede

Liedekerke

Lierde

Lovendegem

Maarkedal

TMVW

TMVW

TMVW + VMW

TMVW + VMW

TMVW

TMVW

AquaRio Machelen IWVB

AquaRio Melle TMVW

AquaRio Middelkerke TMVW + VMW

AquaRio

AquaRio

Nazareth

Nevele

TMVW

TMVW

AquaRio Oostende TMVW + VMW

AquaRio

AquaRio

Oosterzele

Opwijk

TMVW

TMVW + VMW

AquaRio Ronse TMVW

AquaRio Ruiselede TMVW

Page 73: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

62

AquaRio Sint-Lievens-Houtem TMVW

AquaRio Sint-Martens-Latem TMVW

AquaRio Ternat TMVW + VMW

AquaRio Wichelen TMVW

AquaRio Wortegem-Petegem TMVW

AquaRio Zelzate TMVW

AquaRio Zingem TMVW

AquaRio Zomergem TMVW

AquaRio Zottegem TMVW

AquaRio Zuienkerke TMVW

AquaRio Zulte TMVW

AquaRio Zwalm TMVW

Gemeente Aalst TMVW

Gemeente Aalter TMVW

Gemeente Aarschot VMW

Gemeente Arendonk PIDPA

Gemeente Avelgem VMW

Gemeente Baarle-Hertog Brabant Water deel + PIDPA

Gemeente Bierbeek VMW

Gemeente Boom PIDPA

Gemeente Dendermonde TMVW

Gemeente Dentergem VMW

Gemeente Duffel PIDPA

Gemeente Evergem VMW

Gemeente Geel PIDPA

Gemeente Grimbergen IWVB + VMW

Gemeente Hamme TMVW

Gemeente Herent VMW

Gemeente Herentals PIDPA

Gemeente Heusden-Zolder VMW

Gemeente Heuvelland VMW

Gemeente Hoeilaart ISWa

Gemeente Holsbeek VMW

Gemeente Ieper VMW

Gemeente Jabbeke TMVW + VMW

Gemeente Kapelle-op-den-Bos VMW

Gemeente Keerbergen VMW

Gemeente Knokke-Heist ISWa

Gemeente Koksijde IWVA

Gemeente Laakdal PIDPA

Gemeente Ledegem VMW

Gemeente Lennik VMW

Page 74: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

63

Gemeente Leuven VMW

Gemeente Lier PIDPA

Gemeente Lommel VMW

Gemeente Meerhout PIDPA

Gemeente Meise VMW

Gemeente Merelbeke TMVW

Gemeente Merksplas PIDPA

Gemeente Nijlen PIDPA

Gemeente Oudenaarde TMVW

Gemeente Oud-Turnhout PIDPA

Gemeente Poperinge VMW

Gemeente Puurs PIDPA

Gemeente Ravels PIDPA

Gemeente Retie PIDPA

Gemeente Scherpenheuvel-Zichem VMW

Gemeente Schilde PIDPA

Gemeente Sint-Genesius-Rode IWVB

Gemeente Spiere-Helkijn VMW

Gemeente Stabroek PIDPA

Gemeente Tervuren IWVB + VMW

Gemeente Tessenderlo VMW

Gemeente Tremelo VMW

Gemeente Turnhout PIDPA

Gemeente Veurne IWVA

Gemeente Wellen VMW

Gemeente Wemmel IWVB

Gemeente Westerlo PIDPA

Gemeente Wevelgem VMW

Gemeente Wommelgem PIDPA

Gemeente Zemst VMW

Gemeente Zonnebeke VMW

Gemeente Zwijndrecht AWW

Gemeente (HidrIBA) Brecht PIDPA

Gemeente (HidrIBA) Mechelen PIDPA

Gemeente (VMW - Rioact) Ardooie VMW

Gemeente (VMW - Rioact) As VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Assenede VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Berlare VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Beveren-Waas VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Bilzen VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Bredene VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Deerlijk VMW

Page 75: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

64

Gemeente (VMW - Rioact) Denderleeuw VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Geraardsbergen VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Haaltert VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Hamont-Achel VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Herzele TMVW + VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Ingelmunster VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Kortrijk VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Kuurne VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Lochristi TMVW + VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Lokeren VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Maldegem VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Menen VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Mesen VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Meulebeke VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Neerpelt VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Oostrozebeke VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Pittem VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Roeselare VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Roosdaal VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Rotselaar VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Sint-Gillis-Waas VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Sint-Laureins VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Sint-Niklaas ISWa + VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Stekene VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Waarschoot VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Waregem VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Wervik VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Wielsbeke VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Wingene VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Zele VMW

Gemeente (VMW - Rioact) Zwevegem VMW

Gemeente + AQF-Concessie Beernem TMVW

Gemeente + AQF-Concessie Bornem PIDPA

Gemeente + AQF-Concessie Diest VMW

Gemeente + AQF-Concessie Haacht VMW

Gemeente + AQF-Concessie Kampenhout VMW

Gemeente + AQF-Concessie Kasterlee PIDPA

Gemeente + AQF-Concessie Kortenberg IWVB + VMW

Gemeente + AQF-Concessie Londerzeel VMW

Gemeente + AQF-Concessie Olen PIDPA

Gemeente + AQF-Concessie Oostkamp TMVW + VMW

Gemeente + AQF-Concessie Overijse VMW

Page 76: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

65

Gemeente + AQF-Concessie Vilvoorde VMW

Gemeente + AQF-Concessie Wetteren TMVW

HidroGem Niel PIDPA

HidroGem Schelle PIDPA

HidroRio Balen PIDPA

HidroRio Bonheiden PIDPA

HidroRio Borsbeek PIDPA

HidroRio Heist-op-den-Berg PIDPA

HidroRio Herenthout PIDPA

HidroRio Herselt PIDPA

HidroRio Hulshout PIDPA

HidroRio Malle PIDPA

HidroRio Putte PIDPA

HidroRio Rijkevorsel PIDPA

HidroRio Rumst PIDPA

HidroRio Sint-Amands PIDPA

HidroRio Sint-Katelijne-Waver PIDPA

HidroRio Vorselaar PIDPA

HidroRio Wijnegem PIDPA

HidroRio Willebroek PIDPA

HidroRio Wuustwezel PIDPA

HidroRio Zandhoven PIDPA

HidroRio Zoersel PIDPA

HidroSan Berlaar PIDPA

HidroSan Dessel PIDPA

HidroSan Hoogstraten PIDPA

HidroSan Lint PIDPA

HidroSan Mol PIDPA

Infrax West Beerse PIDPA

Infrax West Diksmuide IWVA + VMW

Infrax West Gistel VMW

Infrax West Harelbeke VMW

Infrax West Hooglede VMW

Infrax West Houthulst VMW

Infrax West Ichtegem VMW

Infrax West Izegem VMW

Infrax West Koekelare VMW

Infrax West Kortemark VMW

Infrax West Langemark-Poelkapelle VMW

Infrax West Lendelede VMW

Infrax West Lichtervelde VMW

Infrax West Moorslede VMW

Page 77: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

66

Infrax West Oudenburg VMW

Infrax West Staden VMW

Infrax West Torhout VMW

Infrax West Vosselaar PIDPA

Inter-aqua Alken VMW

Inter-aqua Beringen VMW

Inter-aqua Bocholt VMW

Inter-aqua Borgloon VMW

Inter-aqua Bree VMW

Inter-aqua Diepenbeek VMW

Inter-aqua Dilsen-Stokkem VMW

Inter-aqua Genk VMW

Inter-aqua Gingelom VMW

Inter-aqua Halen VMW

Inter-aqua Ham VMW

Inter-aqua Hasselt IWM + VMW

Inter-aqua Hechtel-Eksel VMW

Inter-aqua Heers VMW

Inter-aqua Herk-de-Stad VMW

Inter-aqua Herstappe VMW

Inter-aqua Hoeselt VMW

Inter-aqua Houthalen-Helchteren VMW

Inter-aqua Kinrooi VMW

Inter-aqua Kortessem VMW

Inter-aqua Lanaken VMW

Inter-aqua Leopoldsburg IWM

Inter-aqua Lummen VMW

Inter-aqua Maaseik VMW

Inter-aqua Maasmechelen VMW

Inter-aqua Meeuwen-Gruitrode VMW

Inter-aqua Nieuwerkerken VMW

Inter-aqua Opglabbeek VMW

Inter-aqua Overpelt VMW

Inter-aqua Peer VMW

Inter-aqua Riemst VMW

Inter-aqua Sint-Truiden VMW

Inter-aqua Tongeren VMW

Inter-aqua Voeren VMW

Inter-aqua Zonhoven VMW

Inter-aqua Zutendaal VMW

IVEG Essen PIDPA

IVEG Grobbendonk PIDPA

Page 78: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

e

67

IVEG Lille PIDPA

IWVA Alveringem IWVA

IWVA De Panne IWVA

IWVA Nieuwpoort IWVA

RI-ANT Aartselaar PIDPA

RI-ANT Antwerpen AWW

RI-ANT Boechout AWW + PIDPA

RI-ANT Brasschaat PIDPA

RI-ANT Edegem AWW

RI-ANT Hemiksem PIDPA

RI-ANT Hove AWW

RI-ANT Kalmthout PIDPA

RI-ANT Kapellen AWW + PIDPA

RI-ANT Kontich AWW + PIDPA

RI-ANT Mortsel AWW

RI-ANT Ranst PIDPA

RI-ANT Schoten PIDPA

Riobra Begijnendijk VMW

Riobra Bekkevoort VMW

Riobra Bertem VMW

Riobra Bever VMW

Riobra Boortmeerbeek VMW

Riobra Boutersem VMW

Riobra Galmaarden VMW

Riobra Geetbets VMW

Riobra Glabbeek-Zuurbemd IWM + VMW

Riobra Gooik VMW

Riobra Herne VMW

Riobra Hoegaarden VMW

Riobra Huldenberg VMW

Riobra Kortenaken IWM

Riobra Landen IWM + VMW

Riobra Linter IWM

Riobra Lubbeek VMW

Riobra Merchtem IWVB + VMW

Riobra Oud-Heverlee VMW

Riobra Pepingen VMW

Riobra Steenokkerzeel VIVAQUA + VMW

Riobra Tielt-Winge VMW

Riobra Tienen IWM + VMW

Riobra Zoutleeuw IWM

RioP Anzegem VMW

Page 79: Kosten Voor Riolering Rapportering 2011 TW

68

RioP

RioP

Eeklo

Kaprijke

VMW

VMW

RioP Kruibeke VMW

RioP

RioP

RioP

Laarne

Lo-Reninge

Moerbeke-Waas

VMW

VMW

VMW

RioP Ninove VMW

RioP Temse VMW

RioP Tielt VMW

RioP Vleteren VMW

RioP Waasmunster VMW

RioP Wachtebeke VMW

RioP Zedelgem VMW

VIVAQUA Drogenbos IWVB

VIVAQUA Kraainem VIVAQUA

VIVAQUA

VIVAQUA

VIVAQUA

VIVAQUA

Linkebeek

Sint-Pieters-Leeuw

Wezembeek-Oppem

Zaventem

VIVAQUA

IWVB

VIVAQUA

IWVB + VMW