Ketenanalyse Grit - VENKO - Offshore en outdoor schilderwerken prestatieladder...bevordering van...
Transcript of Ketenanalyse Grit - VENKO - Offshore en outdoor schilderwerken prestatieladder...bevordering van...
Ketenanalyse Grit 4A.1 CO2-Prestatieladder
Ketenanalyse Brandstofverbruikers 4A.1 CO2-Prestatieladder
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 2
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ....................................................................................................................................................................4
1. ACHTERGROND KETENANALYSE BRANDSTOFVERBRUIKERS ......................................................................... 5 1.1 CO2-prestatieladder ........................................................................................................................................................ 5 1.2 Niveaus & Scopes ........................................................................................................................................................... 6
1.2.1 Scopes .................................................................................................................................................................. 6 1.2.2 Niveaus ................................................................................................................................................................. 6
1.3 ............................................................................................................................................................................................. 7 Opdracht .................................................................................................................................................................................. 7 1.4 Doelstelling ........................................................................................................................................................... 7 1.5 Analyse en opvolging ...................................................................................................................................................... 7 1.6 Opbouw .......................................................................................................................................................................... 8
2. ONDERWERP BEPALING ................................................................................................................................... 9
3. ONDERZOEK .................................................................................................................................................... 10
3.1. KETEN BRANDSTOFVERBRUIKERS ................................................................................................................ 10
3.1.1. INKOOP ........................................................................................................................................................ 10
3.1.2. GEBRUIK EN MOGELIJKE AANPASSING HUIDIG MATERIEEL ........................................................................... 11
3.1.3. GEBRUIK EN VERBRUIK (HNR) ....................................................................................................................... 11
3.1.4. HERGEBRUIK, EEN TWEEDE VENKO LEVEN ................................................................................................... 11
3.1.5. KETENSAMENWERKING EN MONITORING ..................................................................................................... 11
4. PILOTTEST ...................................................................................................................................................... 13
4.1 WERKWIJZE ...................................................................................................................................................... 13
4.2 EERSTE RESULTATEN ........................................................................................................................................ 14
5. CO2-EMISSIEANALYSE ................................................................................................................................... 16 5.1 Nog te verzamelen gegevens ........................................................................................................................................ 16 5.2 Nulsituatie – Referentiejaar ........................................................................................................................................... 16 5.3 Alternatieve brandstof ................................................................................................................................................... 17 5.4 Aandeel brandstofverbruiken scope 3 ........................................................................................................................... 17 5.5 Reductiedoelstelling ..................................................................................................................................................... 18 5.6 Vaststelling reductieresultaten ..................................................................................................................................... 18 5.7 Reductiemaatregelen ................................................................................................................................................... 18
6. CONCLUSIE ................................................................................................................................................ 18
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................................................................ 19
BIJLAGEN ................................................................................................................................................................... 20 A. Brandstofverbruikers binnen Venko Groep ......................................................................................................................... 20 B. Vergelijking type brandstoffen. .......................................................................................................................................... 21 B. Emissiefactoren ................................................................................................................................................................. 22
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 3
Autorisatie en documentbeheer
Autorisatie Naam Functie Paraaf Datum
Opgesteld Ronnie Smeltink HSE-manager 23.07.2015
Vrijgegeven Olaf Smale QA/QC manager 17.08.2015
Document historie
Revisie Datum Status Toelichting
0.1 Concept
0.2 23.07.2015 Definitief Geheel herzien
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 4
INLEIDING
De directie van Venko heeft als doelstelling aangegeven ten opzichte van 2010 in 2018 20% te willen bezuinigen
op energie, brandstof en CO2 emissies. Een missie, die past in het kader van de CO2-Prestatieladder, in welk
verband Venko zich ook inzet voor verbeteringen in de voortbrengingsketen en binnen de branche met
betrekking tot MVO en duurzaamheid.
Venko’s bedrijfsvoering richt zich hoofdzakelijk op stralen en coaten van grote metalen oppervlaktes, zoals van
spoor- en verkeersbruggen, boorplatforms en sluizen. Een zeer arbeidsintensief proces. Daarbij werkt Venko
intensief samen met haar leveranciers en onderaannemers. Daarbij zijn verf en grit de belangrijkste
grondstoffen en compressoren en voertuigen de belangrijke bedrijfsmiddelen .
Tijdens de in maart 2014 gehouden KAM dagen is door het personeel aangegeven, dat een belangrijk deel van
de besparingen te realiseren is met een efficiëntere planning en inzet van compressoren en van de voertuigen,
van en naar projecten en Venko werklocaties en het gebruik van verf en grit. Daarmee zijn naar de beleving van
de medewerkers de belangrijkste CO2 emissiebronnen benoemd, die direct door Venko beïnvloed kunnen
worden: de inzet van compressoren en voertuigen en het gebruik van verven en grit.
In de analyse naar de scope 3 emissies is deze zienswijze op objectieve wijze bevestigd, in die zin, dat de
genoemde bronnen een belangrijk aandeel blijken te hebben in de scope 3 CO2 emissies, zowel upstream, als
downstream.
In dit rapport wordt ingegaan op de CO2 emissies, die in de keten van brandstofverbruikers wordt veroorzaakt.
In verband met de complexiteit van de keten wordt in deze analyse ingegaan op het onderdeel,
brandstofverbruik beïnvloed door (rij)gedrag en benutting van technische middelen tijdens gebruik en de
mogelijkheden om daarbinnen CO2 reducties te kunnen realiseren. In verband met de directe
beïnvloedbaarheid en uitvoering van het onderzoek richt deze zich op de eigen middelen van Venko. De
resultaten zullen naast effecten op scope 1 emissies vooral van grote invloed zijn op de scope 3 emissies.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 5
1. Achtergrond ketenanalyse brandstofverbruikers Het verbruik van brandstof is de grootste veroorzaker van CO2 emissies binnen de voortbrengingsketen van
Venko, zowel upstream, als downstream. Daar Venko veel gebruik maakt van onderaannemers, die dezelfde,
althans vergelijkbare werkzaamheden uitvoeren, kan door Venko ook indirect invloed worden uitgeoefend op
door Venko in opdracht gegeven activiteiten en op de daarmee geproduceerde scope 3 CO2 emissies. Door op
deze hoofdprocessen analyses uit te voeren zal Venko de belangrijkste CO2 emissies kunnen terugdringen.
Door het leermoment van deze analyses ook over te brengen op de onderaannemers zullen ook deze kunnen
worden bewogen actief aan emissie reducties te werken.
Voor het meetbaar maken van de actuele situatie en het (kunnen) monitoren van de voortgang en de effecten
van de maatregelen zal gemeten moeten worden. Door de doelstellingen en de resultaten te vertalen naar kern
prestatie indicatoren (KPI’s) kan de voortgang worden vastgesteld en getoetst aan op te stellen doelen.
Daarmee zal niet alleen een invulling gegeven kunnen worden aan de bedoeling van de CO2 prestatieladder,
maar zullen tevens efficiënties en kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd.
1.1 CO2-prestatieladder
De CO2-Prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij het reduceren van CO2. Binnen de
bedrijfsvoering, in projecten ´en in de keten kan nog veel winst worden behaald in energiebesparing, door het
efficiënt gebruik van materialen en duurzame energie. De CO2-Prestatieladder is daarvoor een doeltreffend
instrument. Dagelijks bewijst de CO2-Prestatieladder zijn waarde voor steeds meer sectoren in het
bedrijfsleven. De website van SKAO geeft u meer inzicht in de gedachte achter de CO2-Prestatieladder.
Bij de ontwikkeling van de CO2-Prestatieladder is gekozen voor twee belangrijke uitgangspunten:
► maximale gerichtheid op eigen initiatief, praktische resultaten en innovatie;
► minimale belasting en belemmering van de onderneming door regels en voorschriften;
► bevordering van optimalisaties door het stimuleren van maatregelen in de voortbrengingsketen.
De ladder werkt daarom niet met regelgeving voor productiemethoden of productvoorschriften, maar schept
ruimte voor creativiteit en vernieuwing van bedrijfsvoering en product. De ambitie is dat bedrijven die zich laten
certificeren volgens de ladder dit zullen ervaren als een investering die zich onmiddellijk terugverdient in
termen van lagere energiekosten, materiaalbesparing en innovatiewinst.
Het doel van de ladder is (1) bedrijven te stimuleren om de eigen CO2-uitstoot, en die van hun leveranciers, te
kennen en (2) permanent te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de uitstoot als gevolg van de eigen
bedrijfsvoering en de eigen projecten terug te dringen. De ladder stimuleert bedrijven vervolgens om (3) die
maatregelen daadwerkelijk uit te voeren en bovendien (4) de verworven kennis transparant te delen en (5)
samen met collega´s, kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en overheden actief te zoeken naar
mogelijkheden om de uitstoot gezamenlijk verder terug te dringen.
De CO2-Prestatieladder stimuleert de ambitie bij bedrijven om actief CO2te reduceren met behulp van fictieve
gunning bij een aanbesteding. Het instrument wordt door opdrachtgevers en opdrachtnemers gebruikt bij
aanbestedingen.
Het basisprincipe van de ladder is dat inspanningen van bedrijven worden gehonoreerd. Een hogere score op de
ladder wordt beloond met een concreet voordeel in het aanbestedingsproces, in de vorm van een fictieve
korting op de inschrijfprijs. De trede die een bedrijf heeft bereikt op de CO2-Prestatieladder vertaalt zich in een
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 6
gunningvoordeel. Hoe hoger de trede of het niveau op het certificaat, hoe meer voordeel het bedrijf krijgt bij de
gunningafweging. De aanbestedende organisatie bepaalt het gunningvoordeel per niveau van de ladder.
1.2 Niveaus & Scopes
Bedrijven kunnen zich laten certificeren voor vijf verschillende niveaus, oplopend van 1 (minimale) tot 5
(maximale CO2-transparantie en reductieambities). Deze niveaus zijn gebaseerd op de Scopes, welke worden
beschreven in het GHG-protocol. (World Resources Institute (WRI) and the World Business Council for
Sustainable Development (WBCSD), 2011).
1.2.1 Scopes
SCOPE 1: Alle directe emissies (i.e. brandstoffen van eigen materiaal en voertuigen).
SCOPE 2: Direct beïnvloedbare indirecte emissies (i.e. elektriciteit, gedeclareerde kilometers, vlieguren).
SCOPE 3: Lastiger beïnvloedbare indirecte emissies (i.e. emissies uitgestoten bij productie van materiaal en
grondstoffen, woon-werkverkeer, transportemissies etc.)
Meer informatie hierover is te vinden in het Handboek van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden &
Ondernemen. Deze is gepubliceerd op www.skao.nl.
1.2.2 Niveaus
In dit deel worden de verschillende niveaus verder uitgelegd. Deze tekst is ook te vinden in het inmiddels recent
uitgegeven nieuwe Handboek CO2-Prestatieladder versie 3.0. (opvolger van versie 2.2.)
Niveau 1, 2 en 3: Het eigen CO2-huis op orde
Deze eerste niveaus van de ladder leiden tot de ‘carbon footprint’ (scope 1 en 2) van het bedrijf. In deze stappen
zijn projecten gedefinieerd met reductiedoelstellingen en is er een eerste stap gemaakt in de nodige interne en
externe communicatie en een actieve rol in de sector of keten. Een gedeelte van de footprint is gebaseerd op
onderzoek inzake eigen energieverbruik met daarop gerichte haalbare doelstellingen voor reducties. Met name
op niveau 3 en hoger is het extern communiceren een vereiste voor een doeltreffende werking van de ladder
binnen de sector en daarbuiten. De blijvende toegankelijkheid van de gepubliceerde informatie verdient
expliciete aandacht.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 7
Niveau 4: Samen met en voor de sector en/of branche
In aanvulling op het inzicht dat is verkregen op niveau 3 en de lagere tredes, waarin scope 1 en 2 emissies
gedefinieerd en gemeten zijn, worden op niveau 4 ook scope 3 emissies betrokken. Het karakteristieke van
niveau 4 zit hem er in dat de organisatie actief streeft naar ketengerichte innovaties gericht op CO2-bewust
handelen en reductie van de indirecte, scope 3 gerelateerde emissies. De doelstelling is dat op basis van de
waardeketengedachte op een manier wordt samen gewerkt, waarop nieuwe kennis en inzichten worden
ontwikkeld en gedeeld.
Niveau 5: Op maatschappelijk (landelijk) niveau
Met name op dit niveau krijgen de CO2-prestaties een maatschappelijke betekenis: eigen aanbieders doen mee,
er is publiekelijk commitment, een samenwerking met GO en/of NGO wordt aangegaan, bovendien het
bereiken van gestelde doelen is in deze stap belangrijk.
1.3 Opdracht
Venko bezit, anno 2014, het certificaat CO2-Prestatieladderniveau 3 en heeft de ambitie om in 2015 op te
schalen naar niveau 5. Hiervoor moet Venko aantonen inzicht te hebben in haar Scope-3 emissies en daarin
emissie reductie initiatieven nemen. Venko zal conform de voorschriften van de CO2-Prestatieladder uit de
belangrijkste emissiebronnen moeten kiezen om een ketenanalyse van te doen. De meest materiële emissies
zijn bepaald in de analyse van meest materiële scope 3 emissies, waarvoor de gevolgde methodiek is
beschreven in het SKAO handboek versie 3.0. Deze emissies worden inmiddels meegenomen in de halfjaarlijkse
rapportages over CO2 emissies.
Zoals in het analyse document beschreven is er door Venko voor gekozen om een ketenanalyse uit te voeren
naar de emissies, die veroorzaakt worden door en met brandstofverbruikers: de aankoop en inzet van
voertuigen en compressoren. De inzet van voertuigen en compressoren hebben namelijk een zeer groot
aandeel in de uitgestoten CO2 emissies, zowel door de aankoop van deze kapitale goederen als in het gebruik
Dit rapport zal zich in eerste instantie richten op de aankoop en inzet van voertuigen, met name de busjes, die
door Venko worden ingezet voor het transport van personeel van en naar projecten en meer specifiek naar de
technische voorzieningen aan de brandstofmotor en de invloed van een toevoeging aan de motor . Waar
mogelijk zal daarbij ook gekeken worden naar het (rij)gedrag. De keuze voor deze specifieke thema’s is
daarom interessant, omdat de resultaten niet alleen van invloed zullen zijn op de CO2 emissies van de
voertuigen, maar hoogstwaarschijnlijk ook voor de diesel aangedreven compressoren.
1.4 Doelstelling
De doelstelling van deze analyse opdracht is in eerste instantie om inzicht te krijgen in alle relevante stappen in
de keten en per stap in de keten en over alle stappen in de gehele keten te bepalen, of en waar besparingen
realiseerbaar zijn in termen van CO2 emissies. Daarmee wordt een voorzet gegeven voor een langduriger en
integraal onderzoek naar reductiemogelijkheden in de gehele keten. In het kader van een eerste stap zal het
effect worden onderzocht van het gebruik van een toevoeging, Longbridge, en een technische aanpassing aan
de motor op het verbruik en daarmee de CO2 emissies tijdens de inzet.
1.5 Analyse en opvolging
Uiteraard kunnen beslissingen alleen gepaard gaan met een gelijktijdige bepaling van de gerelateerde kosten.
Immers te allen tijde zal door het management een kosten baten afweging moeten kunnen worden gemaakt in
termen van CO2 reducties enerzijds en de investeringen resp. kostenbesparingen anderzijds. Daarom zal
worden onderzocht wat mogelijke effecten van de gekozen oplossingen zijn en hoe deze besparingen
gerealiseerd kunnen worden, resp. wat er nog aan informatie noodzakelijk is om tot een goede kosten-baten
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 8
afweging te komen. Na in kaart brengen van de huidige stand zullen vervolgens aan de hand van deze analyse
verschillende oplossingen worden aangedragen.
Op basis van de resultaten kunnen concrete en haalbaar geachte doelstellingen worden bepaald en zal een plan
van aanpak moeten worden opgesteld om deze te bereiken.
1.6 Opbouw
In de hieronder volgende rapportage zal eerst een algemene beschrijving van de gehele keten van de keuze en
aanschaf van de middelen tot en met gebruik, hergebruik en verwijdering uit de keten worden beschreven.
Daarmee wordt ook de complexiteit van de gehele keten in kaart gebracht. De in de gehele keten veroorzaakte
CO2 emissies worden namelijk niet alleen veroorzaakt en beïnvloed door de keuze en de planning van het type
middel upstream, maar ook door het gebruik en inzet downstream. Beslissingen hebben integraal invloed op
elkaar en zullen in de loop van de tijd steeds beter ten opzichte van elkaar in beeld worden gebracht. Daarmee
wordt inzicht ontwikkeld en een basis gelegd voor een integrale ketenbenadering. En kunnen te onderzoeken
thema’s voor volgende stappen in de keten worden bepaald.
Daarna zal specifieker worden ingegaan op de specifieke aspecten, die zijn worden onderzocht en op de wijze
waarop daarmee in de toekomst besparingen in CO2 emissie resp. in operationele kosten bereikt kunnen
worden. Op basis van de onderzoeksresultaten zal een reductiedoelstelling en een daaraan gekoppeld plan van
aanpak worden bepaald. Het resultaat zal worden gebruikt voor beslissingen over toekomstig inzet en gebruik
en volgende te onderzoeken thema’s binnen de keten.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 9
2. Onderwerp bepaling
De aankoop en inzet van de transportmiddelen, met name de busjes nemen niet alleen naar inkoopvolume,
maar later in het proces ook naar de inzet een van de grootste volumes voor hun rekening. Dat betreft kosten,
maar dat betreft ook de embedded en tijdens het gebruik veroorzaakte CO2 emissies, upstream. Voorzover de
embedded emissies van de ingekochte voertuigen nog niet expliciet door de leveranciers konden worden
vastgesteld en aangegeven, is uitgegaan van min of meer vergelijkbare voertuigen. En zeker downstream levert
de inzet van de voertuigen zeer hoge CO2 emissies op, zoals blijkt uit onderstaand diagram. Aangenomen mag
worden, dat grotere voertuigen, busjes en vans, in de productieketen hogere CO2 emissies veroorzaken als
kleinere voertuigen. Bovendien zullen kleinere voertuigen in het gebruik minder emissies veroorzaken.
Figuur 1: Omzetverdeling, rechts de verdeling
Om te bepalen wat de consequenties zijn voor het milieu van de inzet en het gebruik van de verschillende
soorten voertuigen zullen naast bezettingsgraden ook de directe en indirecte CO2 emissies en de relevante
conversiefactoren bekend moeten zijn. Tijdens het vooronderzoek naar deze bezettingsgraden en de emissies
en conversiefactoren zijn vele verschillende getallen naar voren gekomen maar vaak zonder, of met een
onvolledige, onderbouwing. Daarnaast verschillen de waardes zo veel dat ze erg onbetrouwbaar overkomen.
Kijkend naar de
Al deze overwegingen meegenomen is besloten een ketenanalyse naar de inkoop en inzet de door Venko
aangekochte transportbusjes te starten. Door een betere planning kunnen kleinere voertuigen worden ingezet
of kan een hogere bezettingsgraad worden gerealiseerd, waardoor minder voertuigen kunnen worden ingezet.
Daarnaast kan er voor worden gekozen voertuigen niet in eigendom te nemen, maar alleen in te zetten, te
huren of leasen, als deze nodig zijn. Daarnaast kunnen de chauffeurs worden opgeleid en getraind in het zuinig
en effectief besturen van de voertuigen. Tot slot kan voor voertuigen worden gekozen, die op basis van type
voertuig zuiniger zijn en/of minder CO2 emissies veroorzaken. Tot slot kan aan de gebruikte brandstoffen of het
motorsysteem producten worden toegevoegd, die leiden tot een zuiniger voortdrijving. Dit maakt het erg
interessant. In deze ketenanalyse wordt van de meest gebruikte soorten grit bepaald wat de conversiefactor is.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 10
3. Onderzoek
In eerste instantie zal onderstaand de keten van productie tot en met het uit het verkeer verwijderen van de
voertuigen worden beschreven. Dit wordt gedaan aan de hand van een processchema. Daarna zal voor elke
afzonderlijke stap worden bepaald wat de gerelateerde footprint is, hoe deze kan worden vastgesteld, of wat
de eventuele gevolgen zijn van de alternatieve keuzes. Om dat te bereiken zal moeten worden samengewerkt
met de resp. leveranciers, de planners en met de gebruikers van de voertuigen.
Vervolgens zullen de mogelijkheden worden beschreven, wat eventuele consequenties zijn van de alternatieven
per stap en de mogelijke consequenties over de gehele keten. Als laatste zullen de alternatieven worden
beschreven, de verbeteringen gericht op reducties en de daarvoor benodigde acties.
Om sub optimalisaties te voorkomen zullen in de loop van de tijd aan alle stappen in de keten CO2-waarden toe
moeten worden gekend.
3.1. Keten Brandstofverbruikers
Om te kijken waar er winst, CO2 reducties- en kostenreducties, te behalen is binnen Venko moet er naar de hele
keten gekeken worden. Hier zijn vier verschillende onderdelen te onderscheiden:
- Inkoop, keuze van soort en type materiaal
- Gebruik en mogelijke aanpassingen huidig materiaal
- Planning, verbruik en gebruik tijdens de werkzaamheden
- Hergebruik
- Verwijdering uit de keten, recycling.
Venko werkt met twee leveranciers voor de inkoop van voertuigen, Garagebedrijf Richard Thalen uit
Hoogeveen als directe leverancier van de bedrijfsvoertuigen (personenbussen) en Broekhuis Lease als
leasemaatschappij voor de personenauto’s. Van deze twee neemt Thalen omzet technisch gezien en qua
hoeveelheid voertuigen het grootste deel voor de rekening, tevens uitgaand van het gegeven, dat ook in de
loop van de tijd door Thalen voortdurend nieuwe voertuigen zijn geleverd. Daardoor is het interessant om in
afstemming met Thalen een onderzoek te doen naar de levering van alternatieve voertuigen resp. het
toepassen van alternatieve technieken op de voertuigen om emissies terug te dringen. Om die reden is er voor
gekozen om Thalen bij de ketenanalyse te betrekken.
3.1.1. Inkoop
Type en soort van ingekochte middelen is upstream van invloed op de embedded CO2, maar zal downstream
grote invloed hebben op de CO2 emissies tijdens het verbruik.
Venko bestelt bij Thalen regelmatig voertuigen. In samenwerking met Thalen zal de vraag naar de specifieke
gebruikerseisen concreter moeten worden beantwoord. Op basis van de inzet van de huidige materialen zal
met verschillende stakeholders (e.g. leveranciers en gebruikers) binnen de keten moeten worden vastgesteld
wat de gebruikerseisen zijn. Daarmee kunnen inkoop criteria worden vastgesteld, die in de toekomst de keuzes
bepalen. Wat is de behoefte van Venko en welke levermogelijkheden heeft Thalen: in termen van koop of
lease, maar ook wat betreft type en grootte van het voertuig, soort brandstof, en ingezette
voortdrijvingstechniek en wat zijn de consequenties van de keuzes voor het onderhoud. Dat alles in relatie tot
duur, soort gebruik en CO2 emissies. Venko beschikt over veel datamateriaal, maar nog onvoldoende over
afgewogen informatie om op basis daarvan de beslissingen integraal op consequenties in de keten af te kunnen
wegen.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 11
Door gedurende de gebruiksperiode de consequenties in termen van verbruiken, emissies en kosten te
registreren en evalueren kunnen toekomstige beslissingen nader worden onderbouwd en
vervolgonderzoeksvragen worden bepaald.
3.1.2. Gebruik en mogelijke aanpassing huidig materieel
Binnen dit gebied valt te denken aan het toepassen van verschillende technieken, waarmee op het verbruik
gereduceerd kan worden. Dit betekent aan de ene kant kijken naar een goede planning en de inzet van de juiste
materialen per project, per gebruiks/transport vraag. Dit heeft consequenties op verbruiken, maar ook op het
onderhoud, resp. op de levensduur van de voertuigen. Effectief betekent dit kijken naar :
- Betere planning (kleiner materiaal, indien mogelijk)
- Opleiding en instructie voor medewerkers vooraf
- Gebruik technische aanpassingen, zoals “tuning” of
- Inzet toevoegingen, zoals Longbridge – Longbridge.
- Gebruik bio brandstoffen, zoals Biosmart en Biopower.
- Vaststellen van alternatieve oplossingen voor toekomst
o Kleiner materiaal aanschaffen bij vervanging
o Van brandstof naar elektrisch aangedreven materialen
In het kader van deze ketenanalyse zal op dit onderdeel nader onderzoek worden gedaan. Het betreft een
eerste praktisch onderzoek naar de invloed van een additief ten opzichte van een technische aanpassing. Deze
zijn vergeleken met een conventionele werkwijze. Zie hoofdstuk 5 Pilottest
3.1.3. Gebruik en verbruik (HNR)
Rijgedrag van de chauffeur in relatie tot type en soort voertuig
- Tijdens werkzaamheden verlaging onderhoud, verbetering verbruik
o Betere planning (hogere bezettingsgraad/relatief minder voertuigkilometers) en materiaal
dat (beter/zuiniger) past bij de vraag
o Meer gebruik van (groene) stroom en groene energie
o Toolbox / voorlichting
o Monitoring en rapportage (inclusief terugkoppeling aan gebruikers)
o Efficient gebruik
3.1.4. Hergebruik, een tweede Venko leven
Inzet van de voertuigen op projectlocaties, na een “eerste leven”. Ten opzichte van inruil van voertuigen.
- Downstream verwijdering uit de keten,
o Hergebruik mogelijkheden
o Inruil resp. downcycling
Anders
3.1.5. Ketensamenwerking en monitoring
Zoals al aangegeven in elke stap van de keten kan er winst worden behaald. Als deze onafhankelijk van elkaar
worden onderzocht ontstaan suboptimalisaties. Binnen de keten van Venko is het dus belangrijk dat het met
verschillende ketenparters zoals leveranciers (e.g.Thalen), leasebedrijven en brandstofleveranciers samen
werkt om integraal tot betere oplossingen te komen.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 12
Keten Brandstofverbruikers
Voor bepaling van de te kiezen koers is de vaststelling van de uitgangspositie essentieel: als je ergens heen wilt,
is het van belang exact te weten, waar je staat en wat de mogelijkheden en consequenties zijn voor het bepalen
van de juiste route. Het maken van een (CO2-)nulmeting van de gehele keten geeft zo’n eerste beeld. Om de
effecten van ingezette maatregelen te kunnen registreren en evalueren is een goede monitoring essentieel.
Daarom zijn van de volgende stappen de meetbare (verbruiks)gegevens (KPI’s) relevant en zullen deze moeten
worden vastgesteld en opgevolgd.
- Embedded emissies bij aankoop,
- Efficiency en effectiviteit tijdens gebruik,
- Verbruiken
- Onderhoud
- Levensduur
- Herinzet
- Verwijdering
KPI’s die voor Venko relevant zijn om consequenties van aanschaf en inzet te bepalen zijn in onderstaande
matrix opgenomen. De data zijn er veelal voor beschikbaar, maar het is nog niet mogelijk daar een integrale
analyse mee uit te kunnen voeren. In het kader van het onderhavige onderzoek en de toekomstige
onderzoeken wordt aan een efficiënte(re) verzameling en verwerking van de betreffende gegevens gewerkt.
Algemeen KPI’s
1 Algemeen KPI 1: Reductie in absolute hoeveelheid brandstofverbruik
KPI 2: Reductie in absoluut gereden aantal kilometers
KPI 3: Reductie in kosten per kilometer (verbruik en onderhoudskosten)
2 Het nieuwe rijden KPI 4: Aantal kilometers per liter
3 Inzet/type
voertuigen
KPI 5: Aantal kilometers per voertuig per jaar + bezettingsgraad
4 Technische
optimalisaties
KPI 6: Aantal kilometers per liter
KPI 7: Onderhoudskosten per voertuig
KPI 8: Onderhoudskosten per kilometer
- gebruikseisen
- beschikbare middelen
- Vervanging vs Vernieuwing
Inkoop
- Tuning
- Toevoegingen in brandsof
- Biobrandstof
- Elektrische auto's
Materialen in house
- Toepassing nieuwe rijden
- Netstroom
- Toolbox
Tijdens Werkzaam-
heden
- Alternatief gebruik van
middelen
- inruil en downcycling
Hergebruik
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 13
4. Pilottest Zoals aangegeven is als eerste onderzoek binnen de keten een onderzoek gedaan naar het brandstofverbruik
en de effecten van de inzet van een additief ten opzichte van een technische aanpassing en in vergelijk met de
conventionele toepassing.
Daarbij is de overweging meegenomen, dat met de test die is uitgevoerd in eerste instantie de scope 1 emissies
kunnen worden beïnvloed. Echter door de gekozen werkwijze kunnen de tests in eigen beheer worden
uitgevoerd, daar gebruik kan worden gemaakt van eigen middelen. Als de resultaten van de tests daartoe
voldoende aanleiding geven, zullen deze worden meegenomen in de inzet van de overige brandstofmotoren,
zoals de ingezette compressoren en de materialen van en door derden. De impact van de beïnvloeding van
deze emissies wordt duidelijk met het overzicht in paragraaf 5.4 (Aandeel brandstofverbruiken scope 3 )
Een belangrijk proces, dat met dit onderzoek tevens in gang wordt gezet is het genereren van de vereiste data
voor verdergaande onderzoeken in de keten van inzet van voertuigen en compressoren.
Tijdens het onderzoek is ook zicht verkregen op alternatieve brandstoffen. De inzet daarvan kan ook een
belangrijke factor zijn op de CO2 emissies in de keten en zal in het vervolg van het onderzoek worden
meegenomen.
4.1 Werkwijze
Er is een pilottest uitgevoerd met 15 door Venko aangeschafte voertuigen. Deze zijn in 3 verschillende groepen onderverdeeld. Simpelweg bestaat de test uit het monitoren/vergelijken van de effecten van twee soorten technische maatregelen ten opzichte van een standaard voertuig. Hiertoe worden 10 van de 15 nieuwe personenbussen voorzien van technische maatregelen en vergeleken met 5 soortgelijke voertuigen zonder aanpassingen. De voertuigen worden willekeurig ingezet binnen het wagenpark van Venko op de wijze zoals dat normaal ook gebeurd. De voertuigen met aanpassingen zijn niet als zo danig herkenbaar voor de berijder. De technische maatregelen bestaan uit chiptuning (plaatsing tuningskastje op motormanagement) en op nano-technologie gebaseerde toevoegingen aan de motorolie. Over het doorvoeren van de technische aanpassingen en de opzet van het praktijkonderzoek is intensief samen gewerkt met de betrokken ketenpartners:
Venko Materieelbeheer als koper/eigenaar en verhuurder van de bussen aan de overige werkmaatschappijen van Venko
Citroen dealer Richard Thalen te Hoogeveen als leverancier van de voertuigen (15 keer Citroen Jumper 81kW met Euro 6 dieselmotor, geselecteerd naar uitgebreide marktverkenning en mede als voertuig met laagste CO2 uitstoot per km) en partij die het onderhoud uitvoert tegen vastgestelde tarieven per verreden km.
Citroen Nederland als importeur van de voertuigen en verstrekker van de garantie namens de fabrikant
Garage Jansen te Drijber als leverancier/inbouwer van de chiptuningskastjes
Longbridge als leverancier van de Nanofit motorolie toevoeging.
Hogeschool Arnhem-Nijmegen afdeling voertuigtechniek voor ondersteuning en advies. E.e.a. is (en wordt) gefaciliteerd door de Duurzaamheidscommissie van Venko. In het voortraject is uitgebreid gesproken met alle betrokken partijen over de opzet van de praktijkproef, de consequenties voor het onderhoudsschema en kosten en de consequenties voor de garantie. Tevens is gesproken over eventuele nadelige effecten voor de gezondheid als gevolg van nano-deeltjes.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 14
Door de directie van Venko is budget vrijgemaakt voor het uitvoeren van dit onderzoek. De benodigde Out of
Pocket-investering is relatief beperkt (aanschaf/inbouw chiptuningkastjes (± € 2500,-) en Longbridge motorolie
toevoeging (€ 250,00). Daarnaast tijdsbesteding door de verschillende betrokken partijen, waarvan de kosten
van de inzet door elke partij zelf gedragen worden.
De testopzet was als volgt:
Groep 1: Neutraal. De eerste groep van 5 auto’s heeft geen toevoegingen in de brandstof en hebben geen
technologische veranderingen aan de auto.
Groep 2: Longbridge. De tweede groep heeft een auto meegekregen die met Longbridge olie is gevuld.
Longbridge is een toevoeging aan de motorolie, gebaseerd op nanotechnologie, die de wrijving vermindert
tussen de metalen delen in een motorblok. Minder wrijving in het motorblok zorgt voor een lager
brandstofverbruik en voor minder slijtage. Doordat er een betere verbranding plaats vindt, wordt de schadelijke
uitstoot sterk verminderd. (Longbridge Trading, 2015)
Groep 3: Tuning. De derde groep heeft een auto meegekregen die is getuned zodat deze zo optimaal mogelijk
werkt.
De voertuigen zijn in augustus 2014 aangeschaft. Gedurende de afgelopen periode zijn de verbruiken
geregistreerd en is gekeken naar het rijgedrag van de betrokken chauffeurs.
Een wetenschappelijk verantwoorde analyse is niet mogelijk, daarvoor zouden de tests onder laboratorium
omstandigheden uitgevoerd moeten worden.
4.2 Eerste resultaten
De eerste uitkomsten van de vergelijkingen: “Neutraal”, “Longbridge”, “Tuning” zijn in Bijlage A gepresenteerd
voor de drie verschillende groepen en de prestaties die per auto zijn geleverd.
In onderstaande tabel is het gemiddeld verbruik per groep en de vergelijking ten opzichte van de andere
groepen weergegeven.
Besparing tov neutraal
Gem. Verbruik km/l (zonder hoogste en laagste) Neutraal Longbridge Tuning
Zonder Toevoegingen 9,949 0,00% -3,31% 6,73%
Longbridge - Longbridge 10,279 3,31% 0,00% -3,31%
Tuning 10,619 6,73% 3,31% 0,00%
De eerste resultaten laten zien dat tuning een duidelijke voordeel van 6,7% oplevert ten opzichte van de
controlegroep zonder toevoegingen. Met de toevoeging Longbridge is er gemiddeld 3% meer kilometers
gereden. De resultaten zijn nog te beperkt om al conclusies aan te kunnen verbinden, de proef zal nog worden
voortgezet. Bevestiging van de eerste resultaten hoeft niet direct te betekenen, dat Venko integraal op tuning
over zou moeten gaan. In alle gevallen geldt, dat de verschillende toepassingen op een bepaalde wijze ook van
invloed zal zijn op slijtage en dus op reparaties en onderhoud. Betere en integrale resultaten zullen op langere
termijn kunnen worden vastgesteld.
Het onderzoek naar de effecten zal dus nog worden voortgezet. En zoals in de inleiding aangegeven zal ook de
mogelijke inzet van CO2 vriendelijkere brandstoffen daarbij worden meegenomen.
Een vervolgtest zou zich ook kunnen richten op een combinatie van Longbridge en Tuning.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 15
(voor gebruik van Longbridge op al in gebruik zijn de motoren is een belangrijk verschijnsel, dat de eerste testen
van Longbridge mogelijk beïnvloedt is dat door het gebruik van Longbridge de motor eerst wordt gereinigd,
waardoor de uit vuil opgebouwde afdichtingen tussen de zuigers en de wanden verdwijnt. Hierdoor nemen olie-
en brandstofverbruik aanvankelijk iets toe, om vervolgens, na vorming van een nieuwe, elastische en veel
gladdere afdichtende laag van Longbridge tot ruim onder het oude verbruiksniveau af te nemen (OptiMotor,
2015). Kortom wanneer de test over een langere tijd wordt uitgevoerd zouden de resultaten positiever moeten
worden.)
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 16
5. CO2-emissieanalyse In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe gedurende het gehele proces de verschillende CO2-emissies tot stand
komen. Dit is schematisch uiteengezet in het overzicht in bijlage B. Het goederenvervoer, dat is uitbesteed is
niet meegenomen in deze analyse .
5.1 Nog te verzamelen gegevens
Om tot een integrale meting van CO2 emissies in de keten te komen zullen nog de nodige CO2-emissies
meetbaar moeten worden gemaakt en vastgesteld. Het betreft de embedded CO2-emissies bij levering,
veroorzaakt door productie en transport tot aan de levering van de voertuigen en brandstoffen. En de aan het
hergebruik resp. uit het verkeer halen van de middelen verbonden CO2 emissies.
5.2 Nulsituatie – Referentiejaar
2014 Totaal eerste helft 2014
Totaal 2014
Totaal KG co2 2014
Totaal Ton CO2
Bedrijfsgegevens Medewerkers fte 181 341
Productieomvang manweken (40 uur)
9.620 19.240
Mobiele werktuigen Benzine liter brandstof 2.916 6.960 16.213 19.3
Diesel liter brandstof 59.081 111.233 371.029 348.7
LPG liter brandstof 10.651 22.196 39.622 41.3
Woon-werkverkeer Personenwagen km 215.282 438.433 90.418 152.5
Helikopter Den Helder uren 219 438.750 33.2
Zakelijk verkeer Gedeclareerde km personenwagen
km 385.596 726.071 161.950 162
Bestelwagen (in liters) benzine
liter 8.938 18.719 49.695 50
Bestelwagen (in liters) diesel
liter 125.522 280.732 788.278 788
Bestelwagen (in liters) LPG
liter 0 0 0 0
Vliegtuig regionaal (<700 km)
personen km 19.982 33.821 10.790 11
Vliegtuig Europa (700 - 2500 km)
personen km 15.188 19.448 6.227 6
Helikopter (in liters) kerosine
liter 5.198 11.096 33.176 33.2
Personenwagen (in liters) benzine
liter 20.363 40.726 113.218 113
Personenwagen (in liters) diesel
liter 3.604 7.208 22.633 23
Totaal CO2 1.940.500 1940
Bovenstaande informatie geeft alle verschillende bronnen weer van de brandstofverbruiken. De belangrijkste
grootverbruikers zijn de diesel-bestelwagens , de mobiele werktuigen en de helikopter. Samen zijn deze
verantwoordelijk voor ruim 75% van de brandstofverbruiken binnen Venko. (zie bijlage B)
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 17
Daarmee is een duidelijke eerste indicatie te geven, dat door inzet van technische verbeteringen en een verder
onderzoek naar toevoegingen en brandstoffen reducties realiseerbaar zijn. Een integrale monitoring van de
keten kan daarbij voorkomen, dat er sprake is van suboptimalisaties en op andere belangrijke onderdelen in de
keten verbeteringen helpen blootleggen. Daarbij zal gedacht moeten worden aan gerichte aanschaf van op de
vraag afgestemde middelen, een betere planning en een efficiënt gebruik van de middelen.
5.3 Alternatieve brandstof
De tijdens de onderzoeksperiode vastgestelde alternatieve CO2 zuinigere diesel brandstof kan voor een
belangrijk deel van de in totaal 55% van de diesel brandstofverbruikers worden ingezet. Als hiervoor een
alternatieve brandstof zoals Biopower of Biosmart diesel (leverancier Greenplanet te Pesse) gebruikt zou
kunnen worden, kan dit alleen al voor het eigen verbruik tot een vermindering van 89% van de Diesel CO2
opleveren.
CO2 factor
Liter kG CO2 Ton CO2
Diesel 3,14 Kg CO2/ liter diesel 376.414 1.181.940 1.182
Diesel naar Biopower 0,345 Kg CO2 /diesel 376.414 129.863 130
Vermindering in Diesel CO2 -89%
5.4 Aandeel brandstofverbruiken scope 3
In onderstaand overzicht is met een geschatte nauwkeurigheid van 80% het resultaat weergegeven van een
analyse van de niet geregistreerde verbruiken van brandstof door de inzet van compressoren door Venko:
872.186 liter ten opzichte van de 74.749 liter door Venko zelf in het kader van scope 1 geregistreerd verbruik
1%
17%
2%
4%
21%
8%
2%
37%
0%
1% 0%
1%
5%
1%
Brandstofverbruikers
Benzine
Diesel
LPG
Personenwagen
Helikopter Den Helder
Gedeclareerde kmpersonenwagen
Bestelwagen (in liters) benzine
Bestelwagen (in liters) diesel
Bestelwagen (in liters) LPG
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 18
voor compressoren. Het betreft de brandstoffen, die door de opdrachtgever ter beschikking zijn gesteld en
tijdens de uitvoeringswerkzaamheden worden verbruikt. Deze verbruiken en gerelateerde emissies zijn niet
meegenomen in de scope 1 en 2 emissies van Venko, maar wel direct beïnvloedbaar. De resultaten van het
onderhavige ketenonderzoek zullen direct invloed hebben op deze verbruiken en gerelateerde CO2 emissies.
5.5 Reductiedoelstelling
Als doelstelling wordt uitgegaan van een emissiereductie van 5-10 % over het gehele traject. De eerste
indicaties naar aanleiding van het onderzoek wijzen er op, dat dergelijke reducties realiseerbaar moeten zijn.
5.6 Vaststelling reductieresultaten
In de pilot zijn al een aantal reductieresultaten naar voren gekomen. Gezien de relatief korte periode en het nog ontbreken van onderhoudsgegevens zullen beter betrouwbare resultaten na één volledige verbruiksjaar gegeven kunnen worden. 5.7 Reductiemaatregelen
De nader uit te werken en integraal meetbaar te maken denkbare reductiemaatregelen betreffen:
► kritische vaststelling van gebruikerseisen en keuze van in te kopen middelen
► kritische planning van de keuze en inzet van de middelen per inzet
► inzet van additieven en toepassing van technische optimalisaties
► Alternatieve brandstoffen
o Biosmart en Biopower
En voor de wijze van opvang en afvoer.
► recycling
► afvalverwerking (Ladder van Lansink)
6. Conclusie
De eerste resultaten uit het pilot-onderzoek bevestigen, dat reducties te halen zijn door de inzet van
toevoegingen en technische verbeteringen. Een goede en afgewogen conclusie vergt verdergaand onderzoek.
Een tweede belangrijke conclusie uit het onderzoek is, dat Venko over veel data beschikt, maar dat het nog niet
goed mogelijk is integrale analyses uit te voeren van de ontwikkelingen. Voor wat betreft de inzet van de
voertuigen ten opzichte van het (geplande) verbruik zijn geen goede gegevens beschikbaar. In hoeverre dus
voor de toepassing de best beschikbare middelen worden ingezet is nog niet te analyseren. Deze vaststelling
geldt niet alleen voor de voertuigen, maar ook voor de compressoren. Met de inzet van deze ketenanalyse is
het belang aangegeven en een start gemaakt met de ontwikkeling van een registratie- en monitoring systeem.
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 19
Bibliografie
Longbridge Trading. (2015, 6 22). Longbridge. Opgehaald van Longbridge Trading:
http://www.longbridgetrading.com/nl/producten/longbridge/ OptiMotor. (2015, 6 23). Behandeling van twee biogas generatoren van het merk MAN (V12, 340 kW vermogen)
eigendom. Opgehaald van OptiMotor: http://www.optimotor.nl/wp-
content/uploads/2013/01/Resultaten-Hartlief-Lammers-samengevat.pdf
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 20
Bijlagen
A. Brandstofverbruikers binnen Venko Groep
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 21
B. Vergelijking type brandstoffen.
Ketenanalyse brandstofverbuik
Type Rijgedrag Optrekken Remmen KM Brandstof Verbruik
VJ-087-X Zonder toevoegingen 5,1 Onder Onder 18215 1886,48 9,656
VJ-088-X Zonder toevoegingen 5,24 Onder Onder 21237 2104,42 10,092
VJ-089-X Zonder toevoegingen 5,02 Onder Onder 22328 2210,43 10,101
VJ-090-X Zonder toevoegingen 6,46 Neutraal Neutraal 14685 1523,84 9,637
VJ-091-X Zonder toevoegingen 6,79 Neutraal Neutraal 19435 1826,74 10,639
Gemiddelde groep 5,722 Gemiddelde groep
10,025
VJ-092-X Longbridge 4,54 Onder Onder 19758 1955,89 10,102
VJ-537-Z Longbridge 5,72 Onder Neutraal 24746 2435,18 10,162
VJ-538-Z Longbridge 5,27 Onder Onder 31122 2875,15 10,824
VJ-539-Z Longbridge 5,77 Onder Onder 17555 1830,17 9,592
VJ-541-Z Longbridge 6,37 Neutraal Neutraal 21425 2026,58 10,572
Gemiddelde groep 5,534 Gemiddelde groep
10,250
VJ-542-Z Tuning 6,67 Neutraal Neutraal 11613 1205,96 9,630
VJ-540-Z Tuning 6,66 Onder Neutraal 13375 1192,18 11,219
VK-099-L Tuning 5,67 Onder Neutraal 6485 624,27 10,388
VK-962-J Tuning 6,51 Neutraal Neutraal 7252 674,04 10,759
VK-585-J Tuning n.t.g. 11649 1087,65 10,710
Gemiddelde groep 6,3775 Gemiddelde groep
10,619
Venko Groep B.V 4.A1 Ketenanalyse brandstofverbruikers Venko pagina 22
B. Co2-Emissiefactoren
Bij deze analyses is uitgegaan van de conversiefactoren volgens het handboek van SKAO v3.0.
Totaaloverzicht CO2 Factoren kg CO₂ Co2-Emissiefactor Bron
Bedrijfsgegevens Medewerkers fte 181,000 Loonadministratie
Productieomvang manweken
(40 uur) 19240,0 Calamiteitenoverzicht 2014 eerste helft * 2
Elektriciteit Ingekochte elektriciteit (grijs) kWh 0,455 kg CO₂ / kWh Energieoverzicht
Brandstoffen Aardgas voor verwarming m³ 1,830 kg CO₂ / m³ Energieoverzicht
Huisbrandolie/stookolie m³ 3,180 kg CO₂ / m³ Energieoverzicht
Propaan L 1,530 kg CO₂ / l Energieoverzicht
Mobiele werktuigen Benzine
liter brandstof 2,780 kg CO₂ / l GB: 42290
Diesel liter
brandstof 3,140 kg CO₂ / l GB: 42290
LPG liter
brandstof 1,860 kg CO₂ / l GB: 42240
Woon-werkverkeer Personenwagen km 0,210 kg CO₂ / km Reiskostendeclaratie
Helikopterverbruik in uren uren 1000,0 kg CO2/uur Verbruik 335,82 litr per uur
Zakelijk verkeer Gedeclareerde km personenwagen km 0,210 kg CO₂ / km Reiskostendeclaratie
Bestelwagen (in liters) benzine liter 2,780 kg CO₂ / l
GB: 44930
Bestelwagen (in liters) diesel liter 3,140 kg CO₂ / l
GB: 44930
Bestelwagen (in liters) LPG liter 1,860 kg CO₂ / l
GB: 44930
Vliegtuig regionaal (<700 km) personen km 0,270 kg CO₂ / km Opgave reisbureau
Vliegtuig Europa (700 - 2500 km) personen km 0,205 kg CO₂ / km Opgave reisbureau
Helikopter (in liters) kerosine liter 2,840 kg CO₂ / l Opgave HH en NHV
Personenwagen (in liters) benzine liter 2,780 kg CO₂ / l Opgave leasebedrijf
Personenwagen (in liters) diesel liter 3,140 kg CO₂ / l Opgave leasebedrijf