Kareoler, april 2010
description
Transcript of Kareoler, april 2010
de Kareoler april 2010 1
de KareolerBNMO-magazine, jaargang 70, april 2010
PTSS-special
de Kareoler april 20102
Blikveld
2 de Kareoler april 2010
Jaargang 70, 2010, nr. 3
De Kareoler is een uitgave van de Bond
van Nederlandse Militaire Oorlogs- en
Dienstslachtoffers
BeschermvrouweH.M. Koningin Beatrix
Hoofdbestuur BNMOalgemeen voorzitterHenk Moorlag
vice-voorzitterSjef Verhagen
algemeen penningmeesterLei Hermans
algemeen secretarisJan Burger
tweede penningmeesterMarinus Bouwmeester
tweede secretarisChristel Roos
lidJohn Kuipers
Redactie de KareolerJos Morren, hoofdredacteur
Henk Moorlag
Willem Knook
Armand Lucas
Henk Raukema
Redactie-adres op de achterzijde
Ingeschreven in het verenigingsregister
van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Utrecht onder nummer V.
477894
Verschijnt ook op geluidsband
PTSS-special
Het is een vreemde aandoening want een ander ziet er eigenlijk niets
van: PTSS. Dat is vaak dan ook het grote probleem, want hoe kun je
uitleggen wat nu precies je beperking is? Toch is die beperking er en
flink ook. Overigens is PTSS niet iets van jonge veteranen. Deze
aandoening is al zo oud als de weg naar Rome, maar pas in de laatste
decennia is de aandacht daarvoor wat serieuzer. Deze Kareoler gaat
volledig over PTSS en de gevolgen daarvan. Met meerdere verhalen van
leden die er over kunnen meepraten en informatie daar omheen. Zodat
u weet wat er speelt binnen de BNMO, ook als het om PTSS gaat.
Wanneer u de website van de BNMO oproept, dan zult u zien dat die
volledig is vernieuwd. Meer dan ooit kunt u er nu alle informatie vinden
die u nodig hebt als oorlogs- en/of dienstslachtoffer. U hoeft niet meer
te zoeken waar u hulp kunt vinden, u wordt niet door anderen op een
verkeerd been gezet: de BNMO blijft een onafhankelijke organisatie die
graag uw belangen behartigt.
Als u deze Kareoler in de bus krijgt hebben ook alle vijftien afdeling
een goedbezochte ledenvergadering achter de rug. De leden zijn weer
betrokken bij hun vereniging en hebben het vertrouwen weer terug
gevonden. Het ledenaantal laat een stijgende lijn zien en dit geeft ook
vertrouwen voor de toekomst. Wij zullen ons de komende maanden in
het gehele land laten zien. Niet met loze kreten maar daadwerkelijk de
handen uit de mouwen steken en onze naamsbekendheid vergroten.
Jongerenbeleid komt bij verschillende afdeling van de grond. Jonge
veteranen en hun gezinnen hebben hun eigen behoefte binnen de
BNMO. Waar het binnen de afdeling nog niet is gelukt zal er door het
hoofdbestuur hard gewerkt worden aan een landelijk beleid, zodat alle
afdelingen of regio’s een sterk jongerenbeleid kunnen uitvoeren. Dit is
ook nodig voor de toekomst van de jongeren zelf.
Tot slot wens ik onze zieken en leden die het moeilijk hebben veel
sterkte voor de toekomst.
Henk Moorlag,
algemeen voorzitter
de Kareoler april 2010
VingerwijzingIn dit nummer
3de Kareoler april 2010
Oorlogstrauma
Ongemerkt wil je de beelden verzachten, verkleinen,
verdringen,
Je moet wel, maar bepaalde momenten krijg je niet weg,
Je zou ze kunnen navertellen, zonder ook maar een
kleinigheid te vergeten,
Aan die kleine dingen houd jij je vast,
Er kan nu eenmaal in een leven iets gebeuren wat te
groot is om het in zijn geheel te bevatten,
Huilen is voor mensen die nooit iets hebben
meegemaakt,
Het lukt niet om medelijden te hebben,
Het voelen van niks bij de ellende van een ander,
Geldt ook voor die van jezelf,
Al je kracht en je volle verstand nodig om je goed te
houden,
Wat je dan nodig hebt is vrolijkheid,
Beur me op!
En als je niets vrolijks weet, houd dan je mond,
En als je geen goed nieuws komt brengen,
Blijf dan alsjeblieft weg.
Juul Albering
2 Blikveld
4 Weduwe van getraumatiseerde Indiëveteraan werd het vechten moe
“Op den duur ga je het zelf ook opgeven”
6 Noodkreet van uitbehandelde Libanonveteraan André Bekker
“Ik heb zo toch geen leven”
8 Getraumatiseerde Bosniëveteraan Wilfred Hoen is op weg terug
“Blij dat BNMO me altijd steunt”
10 Joegoslavië-veteraan Cornel Nijman over steun partner
“Zij motiveert mij”
12 24 uur per dag een aanspreekpunt
13 Nieuwe PTSS-protocol pakt slecht uit voor BNMO-leden
14 Een psychische aandoening en de medische keuring
Een lastige combinatie!]
16 Over de sociale gevolgen van PTSS
17 Uit het hart Afdelingsnieuws
19 In dankbare herinnering, Welkom bij de BNMO.
Foto omslag: Wilfried Hoen met zijn hond Troy.
Foto: Karin Stroo.
Belangrijke telefoonnummers
BNMO: 0343 47 41 10
de Basis: 0343 47 42 00
Centraal aanmeldingspunt: 0343 47 41 48
ABP (Zorgloket): 045 579 80 05
4 de Kareoler april 2010
Op de dag dat hij terugkeerde uit Nederlands-Indië was er
al een incident dat Gre Hoornweg-De Mik is bijgebleven.
Het was 24 december 1949, kerstavond. “We kwamen uit
de nachtmis en plots klonk de knal van een rotje. In een
flits dook hij achter de heg. Ik dacht: ‘goh, ze hebben daar
wel wat meegemaakt.” In de tientallen brieven die haar
man Cor die drie jaar daarvoor naar haar had gestuurd,
kwam ‘dat soort narigheid’ niet voor. “Ze waren redelijk
optimistisch van toon. Maar van de keurige, gereformeerde
jongen die ik had leren kennen, bleek niet veel meer over.”
Wilton-FijenoordToch leek er aanvankelijk niet veel aan de hand. Hij kwam
uit een scheepsbouwfamilie en werkte na terugkeer
keihard aan de bijna vier jaar achterstand die hij in de
opleiding bij Wilton Feijenoord had opgelopen. Pas toen
het in de jaren tachtig minder ging met de scheepsbouw,
bleek hij zich geen raad te weten met zijn vrije tijd. “Hij
kreeg tijd om na te denken over wat hij al die jaren
verdrongen had. Dan kreeg hij woede uitbarstingen en
huilbuien. Het was verschrikkelijk.”
Het was de huisarts die het verband legde met
Nederlands-Indië. Toen Gre van de oprichting van de SDV
las, de voorloper van het Veteraneninstituut, vond ook Cor
het een goed idee om daar hulp te zoeken. “Binnen een
paar dagen was een bezoek van een maatschappelijk
werkster geregeld. Zij zei: ‘U had veel eerder moeten
komen’.” Cor werd doorverwezen naar Centrum ‘45 in
Oegstgeest, waar hij in een gespreksgroep terechtkwam
van Indiëveteranen. “Dat deed hem aanvankelijk heel goed,
hij kon zijn verhaal kwijt. Maar na drie jaar en veel
wisselingen in die groep had hij er genoeg van.” Cor kwam
weer thuis, maar na twee maanden was het alweer mis. Een
reeks van nieuwe behandelingen volgde. “Maar het hielp
allemaal niks. Op enig moment is hij zelfs doordeweeks
een half jaar intern opgenomen. Ging ik elke keer op en
neer naar Oegstgeest, want zelf kon hij niet rijden.”
OnthoofdingNaar wat haar man allemaal meegemaakt had in
Nederlands-Indië moest Gre lange tijd gissen. Meestal na
een gebeurtenis waarbij hij van streek was geraakt, liet hij
mondjesmaat iets los. Ze wijst op een foto: “Hier zit hij met
zijn kleinzoon. Dat was een drama, hoe die foto tot stand
kwam. Hij wilde zijn kleinkind niet op de arm nemen. ‘Nee,
nee dat kan ik niet!’, riep hij almaar.”
In flarden en met lange tussenpozen kwam het hele verhaal
eruit. Cor was er ooggetuige van geweest hoe een collega-
Weduwe van getraumatiseerde Indiëveteraan werd het vechten moe
‘Op den duur ga je het zelf ook opgeven’Zij was 17, hij 21. Ze beloofden elkaar eeuwige trouw op de dag dat hij
naar Nederlands-Indië vertrok. Drie jaar en drie maanden later was hij pas
weer terug. “Hij is niet meer de jongen die naar de Oost is vertrokken”,
merkte zijn moeder al op. Gre Hoornweg-De Mik moest later vaak aan die
woorden terugdenken.
door Fred Lardenoy
5de Kareoler april 2010
Gre Hoornweg-De Mik op het balkon van haar flat in Zwijndrecht. Foto: Birgit de Roij.
militair van het KNIL een baby van een op wapenbezit
betrapte kampongbewoner zonder pardon met een klewang
onthoofdde. “De kapitein van Cor had nog wel geroepen
dat dit ‘toch geen manier van doen’ was. En tegen mijn man
had hij gezegd: ‘Dat is voor rekening van het KNIL.’ Maar
die jongens waren wel getuige van een oorlogsmisdaad.”
Zijn ergste trauma kreeg zij pas te horen bij een gesprek
met een maatschappelijk werker van de BNMO. “Van
tevoren zei Cor al: ‘Schrik maar niet van wat je zo te horen
krijgt.’ Het kwam erop neer dat hij samen met zijn eenheid
jacht moest maken op een ‘tegenstander’ waarvan de
kapitein had gezegd dat hij ‘koste wat kost’ moest worden
uitgeschakeld. Ze hadden hem gevonden en op de vlucht
aangeschoten. Cor vertelde: ‘Toen heb ik hem het
genadeschot gegeven.’ Dat zat hem als gereformeerde
jongen ongelooflijk dwars. Vanaf zijn derde had hij in de
kerk niets anders gehoord dan ‘gij zult niet doden’.”
JankenHoewel haar man door diverse hulpinstanties goed is
geholpen, lukte het hem niet om van zijn knagend
schuldgevoel af te komen. “Het was ook voor mij niet
gemakkelijk. Je wilt je gezin draaiende houden en alles zo
harmonieus mogelijk laten verlopen. Maar de kinderen zijn
goed terechtgekomen.” Ze beschrijft een jarenlange
periode van ups en downs die elkaar in steeds hoger tempo
afwisselen. “Op den duur wordt je zelf ook moe. Dan ga je
het een beetje opgeven.” Nadat hij al een keer al zijn pillen
in één keer had ingenomen en pas in het ziekenhuis weer
bij bewustzijn kwam, overleed Cor ruim acht jaar geleden.
Voor Gre geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten.
”Je hebt altijd die zorg gehad voor je man en die valt ineens
weg. Toen ben ik contactpersoon geworden voor de BNMO.
Zo kwam ik ook bij andere weduwen met hetzelfde verhaal.
Er was veel herkenning en mensen vonden het fantastisch
dat ik er was.” Ze heeft haar leven weer aardig ‘op de rails’
gekregen. “Ik probeer alles positief te bekijken. Dat kleine
poosje dat je nog hebt, daar moet je proberen iets van te
maken. Ga niet zitten janken, daar schiet je niks mee op!”
de Kareoler april 20106
Nu hij na ruim vier jaar therapie uitbehandeld is verklaard,
ervaart hij zijn situatie als uitzichtloos. Laatst haalde de
politie hem op aanwijzingen van zijn huisgenoten van
straat omdat hij daar ’s nachts met een mes rondliep. André
Bekker (50) voelt zich niet veilig en gaat dertig jaar na zijn
uitzending weer op patrouille als hij niet kan slapen. En als
hij dat wel kan, wordt hij geplaagd door nachtmerries. Dan
komen de radeloze kinderen van een zwaargewonde
Libanese vrouw hem als geesten opzoeken in zijn dromen.
De avonden boezemen hem steeds meer angst in, de kleren
moeten altijd binnen handbereik liggen. “Ik zit hier hele
nachten op wacht. Regelmatig word ik onder mijn bed
wakker, dan herinner ik me niet hoe ik daar gekomen ben.”
TraumatischAls dienstplichtige gaf hij zich in november 1979 vol
overtuiging op voor uitzending naar Libanon. “Zestien
maanden me vervelen op een kazerne trok niet en zo kon ik
een bijdrage leveren aan vrede in het Midden-Oosten. Maar
daar kwam niets van terecht.” Net in Libanon aangekomen,
vierde hij zijn twintigste verjaardag op een bovenpost nabij
het Libanese stadje Zibqin. Daar moesten hij en zijn
kameraden patrouilleren of bij een beneden gelegen
roadblock auto’s aanhouden en controleren.
De dagelijkse spanning en het gevaar dat voortdurend op
de loer lag, eiste zijn tol. Zo verloor hij door eigen vuur
bijna het leven dankzij een onachtzame collega die bij het
wisselen van de wacht zijn wapen nog op scherp had. “Ik
Noodkreet van uitbehandelde Libanonveteraan André Bekker
‘Ik heb zo toch geen leven’
Hij ging in 1979 naar Libanon om bij te dragen aan de vrede. Nu zit hij in
een begeleidwonenpand in Leiden tussen GGZ-cliënten met
gedragsstoornissen. Zijn echtgenote Marianne vormt zijn enige contact
met de buitenwereld.
door Fred Lardenoye
liep naar beneden terwijl hij van de roadblock naar boven
kwamen lopen. Plots struikelde hij en ging zijn wapen af. Ik
hoor nog die kogel langs mijn oor suizen.” Bij een ander
incident zette André zelf zijn uzi tegen de slaap van een
Libanees die niet snel genoeg zijn commando opvolgde bij
het controleren van zijn auto. “Dat is ook zo’n beeld dat
voortdurend terugkomt.” Veel meer wil hij niet kwijt over
Libanon, behalve dat er sindsdien geen dag voorbij gaat
dat hij niet eraan terugdenkt.
Terug in Nederland verliet hij zonder enige nazorg de dienst
en stortte zich op een maatschappelijke carrière. Hij werkte
jarenlang als ambtenaar bij de gemeente en hoewel zijn
functioneringsgesprekken goed verliepen, werd hij
ondertussen geplaagd door nachtmerries en
herbelevingen. Alle bij PTSS bekende verschijnselen
passeerden de revue. “Ik dronk en zocht het gevaar op. In
de auto de maximumsnelheid negeren, soms reed ik met
mijn ogen dicht. Maar als ik vond dat een andere
automobilist mij in gevaar bracht, sleurde ik hem bij het
eerstvolgende stoplicht uit de auto om hem op zijn gezicht
te timmeren.”
Zijn gedrag ging niet ongemerkt voorbij aan zijn echtgenote
Marianne (50). “Ik heb hem vaak genoeg proberen te
remmen in alcoholgebruik en dan ging het weer een tijdje
goed.” Zij kregen ook samen een dochter, maar toen deze
ruim vijf jaar geleden ernstig depressief raakte, stortte ook
André in. “Ik besefte dat ik eigenlijk nooit een goede vader
de Kareoler april 2010 7
ben geweest. En dat ik altijd herinneringen heb geprobeerd
te verdringen.”
EuthanasieOmdat er bij de GGZ een psychiatrisch verpleegkundige
werkte die eerder bij Centrum ’45 werkzaam was geweest,
kwam hij snel op de juiste plek terecht. Alle mogelijke
therapieën, zowel samen met andere veteranen als
individueel, werden op André toegepast. “Soms ging het
een tijdje beter, maar ik viel ook telkens weer terug. Na
ruim vier jaar zei men: ‘We hebben alles uitgeprobeerd, ook
qua medicijnen, maar het heeft weinig tot geen effect
gehad. Je bent uitbehandeld.’”
In december 2009 was de Libanonveteraan weer terug bij
af. Via het CIZ kwam een indicatie voor begeleid wonen en
nu zit hij in een pand samen met andere GGZ-cliënten. “Het
probleem is dat er geen deskundige begeleiding en al
helemaal geen behandeling meer plaatsvindt.” Zijn
echtgenote komt overdag zo vaak als maar mogelijk, maar
haalt haar man zelden naar huis. “Ik heb lang genoeg zelf
24-uursdiensten gedraaid. Als ik hem ophaal, moet hij
beloven onderweg niet uit de auto te springen. En vanuit
zijn kamer kan hij zelf niks. Hij kan niet met de bus of
fietsen. Hij zit daar maar en ik doe ’s nachts geen oog dicht
omdat ik bang ben dat hij weer gaat spoken.”
Ten einde raad heeft zij onlangs een brief gestuurd naar
politici en het ministerie van Defensie. “Daar kreeg ik gelijk
antwoord op. Het probleem is bekend en men wil wel
helpen.” Gebleken is echter dat het woonoord in Doorn,
noch Bronbeek een passend alternatief kan bieden. Zijn
maatschappelijk werkster Jolanda Vermeulen van de
BNMO: “Het beste zou een opvanghuis voor uitbehandelde
PTSS-veteranen zijn. Want André is echt niet de enige.” De
veteraan zelf overweegt om dan maar te gaan zwerven. “Ik
heb zo toch geen leven.” En bij de psychiater van de GGZ,
die één keer in de zes weken langskomt, heeft André al een
heel desperate oplossing verkend. “Hij wilde er niets van
weten, maar als het aan mij ligt, zou ik wel euthanasie
willen.”
Marianne en André Bekker. Foto: Karin Stroo.
de Kareoler april 20108
“Nee, het gekke was dat ik die advocaat eigenlijk helemaal
niks kwalijk nam. Op de rechtszitting zweeg hij en beriep
zich op zijn verschoningsrecht. Hij was natuurlijk de enige
bron, dus bleef er weinig over van de aanklacht.”
Bosniëveteraan Wilfred Hoen (38) vertelt het rustig, op een
zachte toon die nauwelijks emotie verraadt. Aan de
medicijnen kan het niet liggen, want ze zijn tot een
minimum gereduceerd. En enkele maanden geleden
spoelde hij zijn laatste flessen alcohol door de gootsteen
en is hij cold turkey afgekickt van de drank.
BomaanslagHoen herinnert zich nog precies hoe hij in de straat van zijn
woning een politieauto met zwaailichten zag aankomen en
even later vanaf de bank in een zaklamp keek die door het
raam scheen. “Een speciaal arrestatieteam kwam
vervolgens letterlijk met de deur in huis vallen en sleurde
me op de grond. Ik ben geboeid en geblinddoekt en als een
zware crimineel afgevoerd.” De connectie met een gesprek
dat hij diezelfde middag met een letselschadeadvocaat van
de Palsgroep had, kon hij pas leggen toen daar in een
kruisverhoor naar gevraagd werd. “Ik had geïnformeerd
naar de voortgang van een collectief proces tegen
Defensie, maar er werd telkens omheen gedraaid. Toen heb
ik tegen die advocaat iets gezegd van ‘moet er eerst iets
ergs gebeuren op het ministerie.’ Ik had ook al wat
gedronken en heb meerdere voorbeelden genoemd, maar
ik heb natuurlijk nooit serieus een bom willen leggen.” Hij
benadrukt ook dat het hem nooit om geld te doen is
geweest. “Ik heb al een militair pensioen en ben vrijwel
volledig arbeidsongeschikt verklaard, dus ik heb ook een
uitkering. Maar ik zocht via die collectieve claim het stukje
erkenning dat ik nooit gekregen heb. Defensie komt er wel
erg gemakkelijk mee weg. Excuses hoeven niet, maar wel
toegeven: jullie hebben gelijk, we hadden adequatere
nazorg moeten verlenen.”
Serajewo
Het verhaal van Hoen komt met horten en stoten (“sommige
stukken ben ik helemaal kwijt”) en begint al in 1993 als hij
als een van de laatste dienstplichtigen is. Op eigen verzoek
komt hij op het Centrum voor Vredesoperaties in
Ossendrecht terecht en als Bosnië in beeld komt, ligt een
uitzending in het verschiet. Maar aan het begin gaat het al
meteen fout. “Na de opleiding voor uitzending bleek dat er
teveel mensen waren opgeroepen en moest ik wachten op
de volgende rotatie. Op 29 december 1993 werd ik alsnog
naar Bosnië gevlogen en kwam bij de staf verzorging
terecht van het eerste Belgisch-Nederlandse
Transportbataljon in Busovaca.”
Getraumatiseerde Bosniëveteraan Wilfred Hoen is op weg terug
‘Blij dat BNMO me altijd steunt’
Hij was even landelijk nieuws vanwege een tumultueuze arrestatie omdat
hij gedreigd zou hebben het ministerie van Defensie op te blazen. Maar na
zijn wat onverwachte vrijspraak en met hulp van diverse zorgverleners
gaat het redelijk goed met Bosniëveteraan Wilfred Hoen. Hij is na ruim
vijftien jaar van de drank af en doet vrijwilligerswerk. “Ik heb goede en
slechte dagen.”
door Fred Lardenoye
de Kareoler april 2010 9
Als chauffeur werd Hoen ingezet bij talloze transporten,
soms met slechts twee voertuigen, een andere keer met
lange konvooien. In beide gevallen lag het gevaar
voortdurend op de loer. “Ik heb meer dan eens een
kalajsnikov op mijn hoofd gericht gehad, maar daar wen je
aan.” Ook werd hij als bijrijder met zijn chauffeur een keer
belaagd door talloze woeste locals. Bij een paniekerige
vlucht maakte hun voertuig mogelijk een dodelijk
slachtoffer. Maar de ergste nachtmerries heeft Hoen
overgehouden aan de aanslag op de markt in Sarajewo in
februari 1994. De Bosniëveteraan wil er niet over
uitweiden, maar hij was naar eigen zeggen in de buurt
vanwege een transport. In zijn nachtmerries spoken
sindsdien de bloedige taferelen, waarvan beelden de hele
wereld zijn overgegaan.
ToekomstDe nazorg die hij en zijn maten ontvingen na terugkeer uit
Bosnië was ontoereikend om alle problemen te signaleren.
Anderhalf jaar na terugkeer kwam hij in contact met de
Maatschappelijke Dienst Defensie, maar pas in 1999 werd
mede dankzij bemiddeling van de BNMO de diagnose PTSS
gesteld. Tot die tijd heeft Hoen nog regelmatig baantjes
gehad, maar de laatste twee eindigden nogal abrupt, nadat
hij weer eens helemaal doorgeslagen was. Zijn dossier telt
talloze contacten met de psychiatrie en aanvaringen met
justitie. “Vóór mijn diensttijd ben ik nooit met de politie in
aanraking geweest, daarna vijftien keer” De vermeende
aanslagdreiging leidde voor het eerst tot een lange
detentie, maar dat heeft hij na zijn onmiddellijke vrijlating
in oktober vorig jaar kunnen afsluiten.
Nadat er eerst nog een petitie in de buurt rondging om zijn
vertrek te eisen, begint de verstandhouding met zijn buren
weer te verbeteren. Zelf vindt hij dat het nu redelijk goed
met hem gaat. Verschillende hulpinstanties komen
regelmatig bij hem langs en ook zijn ouders hebben hem
nooit laten vallen. “Ik ben ook heel blij dat de BNMO mij
altijd gesteund heeft. Dat is niet altijd even gemakkelijk
geweest.” Door het afkicken van drank en medicijnen is hij
intussen vijftien kilo afgevallen en hij vindt baat bij
vrijwilligerswerk in een buurthuis. “Zoals het nu gaat, voel
ik dat het goed komt. Ik heb vijftien jaar verstoppertje
gespeeld met mijn verleden. Ik heb goede en slechte
dagen, maar ik hoop nu controle op de PTSS te krijgen.”
Wilfred Hoen met zijn hond Troy. Foto: Karin Stroo.
de Kareoler april 201010
Cornel Nijman (38) wordt in 1993, na een minimale
voorbereiding, als chauffeur/verbindelaar in VN-verband
naar Joegoslavië uitgezonden. Er zijn regelmatig incidenten
en daarnaast is er een voortdurende dreiging. Als de jonge
dienstplichtig soldaat meldt dat een collega drugs gebruikt
en er ook in handelt, wordt hij door die collega
geterroriseerd. “Die dreiging in de eigen groep, dat is de
grootste oorzaak van mijn PTSS. Niet de oorlog of de
dingen die ik heb gezien, maar die geniepigheden en de
dreiging, de angst dat hij me ’s nachts te pakken zou
nemen of me in m’n rug zou schieten. Zoals hij letterlijk
heeft gedreigd.”
Adequate hulpCornel woont net een half jaar samen met Orianda, als hij in
1999 helemaal doorslaat. Orianda (35). “Hij was helemaal
in de war. Trok zijn uniform aan, werd helemaal wild,
zwaaide met messen en deed een zelfmoordpoging.” Ze
zoekt hulp en komt via veel omwegen terecht bij de SDV, de
voorloper van het Veteraneninstituut. “Een hulpverleenster
daar wist meteen dat het foute boel was en heeft ons heel
adequaat doorverwezen naar het Centraal Militair
Hospitaal (CMH). Ik denk nog wel eens terug aan haar
alertheid op dit vlak, dit gebeurt namelijk lang niet altijd.”
Uiteindelijk volgt een jarenlange behandeling in het CMH.
Cornel: “Daar heb ik geleerd me staande te houden in het
dagelijks leven en om te gaan met het verleden.”
Uiteindelijk belandt hij in het alternatieve circuit en gaat
aan de slag met NEI-therapie, een methode om
onverwerkte incidenten, trauma’s, fysieke klachten en
emotionele problemen aan te pakken. “Het bevalt me goed.
Ik heb minder last van agressie en ben rustiger en minder
gespannen.”
Joegoslavië-veteraan Cornel Nijman over steun partner:
‘Zij motiveert mij’
Soms is de ‘partner van’ een stuk bekender dan de veteraan zelf.
Orianda Nijman-Dekker is de vrouw van Cornel Nijman, een veteraan
met PTSS. Zij zit sinds 2003 in het bestuur van de afdeling Noord-
Holland en zet zich al ruim tien jaar in voor goede zorg voor haar man.
Hoe ervaart hij die steun?
door Janke Rozemuller
Toch gaat het in 2008, na de geboorte van hun tweede
kindje, weer helemaal mis. “Ik had nooit verwacht weer in
zo’n diep gat te vallen. Langzaamaan gaat het wel iets
beter. Het ergste vind ik dat ik continu moe ben en niet kan
slapen. Uit testen is gebleken dat ik ongeveer acht keer per
uur ‘wakker’ word.” Ook Orianda is het niet in de koude
kleren gaan zitten. “Ik krijg nu de terugslag. Ik ben boos op
de situatie en ik ben geschrokken dat hij weer zover kon
terugvallen. Er is ook bijna nergens gehoor voor de partner
van een PTSS’er, terwijl wij zo belangrijk zijn voor onze
mannen.”
‘Laat mij maar gaan en kies voor jezelf’, maar dat wil ze niet.”
de Kareoler april 2010 11
Een maatschappelijk werker van de BNMO heeft Cornel
onlangs doorverwezen naar het Sinai Centrum. Hij gaat
daar niet alleen individueel in therapie, maar ook samen
met Orianda en mogelijk later ook nog met de kinderen. “Ik
heb er moeite mee dat ik niet de vader kan zijn, die ik zou
willen zijn. Ik kan niet de dingen doen met mijn gezin die ik
zou willen doen. Ik heb moeite met het accepteren van de
beperkingen die bij PTSS horen, zoals niet volledig kunnen
werken, niet de persoon kunnen zijn die ik ben en geen
liefde naar mijn vrouw kunnen tonen.”
Belang gezinCornel vindt veel steun en begrip bij Orianda. “Dat is heel
belangrijk voor mij. Het feit dat ze er nog steeds voor me is,
doet me erg goed en geeft me vertrouwen. Zij motiveert mij
om de strijd niet op te geven, om te zoeken naar nieuwe
inzichten of wegen om ons gezin beter te laten
functioneren. Ik baal ervan dat ik dit niet aan haar kan
teruggeven op de manier die ik wil. Ik zeg vaak tegen
Cornel en Orianda Nijman met dochtert Kyara (4) en zoon Joshua (2). Foto: Karin Stroo.
Orianda: ‘Laat mij maar gaan en kies voor jezelf’, maar dat
wil ze niet.”
Ook de kinderen spelen een belangrijke rol. “Zij geven mij,
net als Orianda, kracht. De liefde en warmte van onze
dochter Kyara, en dit klinkt misschien vreemd, voel ik ook
regelmatig. De ondeugende blik en kwajongensstreken van
Joshua maken me aan het lachen en doen me wel eens aan
mezelf van vroeger denken. Deze momenten helpen mij
heel erg om door een moeilijke periode heen te komen.”
Orianda durft na de tegenslag toch met hoop naar de
toekomst te kijken. “Maar ook met een beetje angst voor de
volgende dip. Gelukkig ben ik van mezelf een positief
persoon en ga ik eerst weer voor een flink aantal goede
jaren.” Cornel leeft van dag tot dag. “Er is elke dag de angst
en onzekerheid om alles te verliezen, zoals mijn gezin, mijn
baan en mijn woning. Ik probeer van elk goed moment te
genieten. Wat de toekomst brengt, zal ik wel zien.”
de Kareoler april 201012
Veteranen, dienstslachtoffers en hun partners en gezinnen kunnen voor
zorg een beroep doen op het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV).
door Linde van Deth
24 uur per dag een aanspreekpunt
Zij kunnen hiervoor contact opnemen met het Centraal
Aanmeldingspunt (CAP), waar ze 24 uur per dag met hun
verhaal of vragen terechtkunnen bij een maatschappelijk
werker van de Basis of het Veteraneninstituut (Vi).
Sectormanager maatschappelijk werk op de Basis Wynand
Visser: “We leveren zorg op maat, waarbij de veteraan of
het dienstslachtoffer en zijn gezin centraal staan.” Mocht
het nodig zijn een zorgtraject uit te zetten, dan wordt op
korte termijn een afspraak gemaakt, eventueel bij de cliënt
thuis. “Je maakt daarna verder zelf afspraken met diegene
over bereikbaarheid. Het grote voordeel van het CAP is de
toegankelijkheid. In 2009 waren er ongeveer 750 nieuwe
aanmeldingen en 250 heraanmeldingen bij het CAP, waarbij
ook daadwerkelijk een zorgtraject is gestart.
Zorg op maatNa één of meerdere gesprekken zal de maatschappelijk
werker de situatie bespreken in een overleg waarbij
meerdere zorgverleners, zoals een geestelijk verzorger en
een psychiater of psycholoog, aanwezig zijn. “Uit dat
overleg komt dan een plan van aanpak.” In sommige
gevallen is een intensieve behandeling gewenst, maar
anderen hebben aan een paar gesprekken genoeg. “Er
wordt ook gekeken of er hulp nodig is voor je partner en
kinderen. Door deze aanpak leveren we zorg op maat”,
aldus Visser. Onder de vlag van het LZV werken negentien,
zowel militaire als civiele, zorginstellingen nauw samen,
waarbij de veteraan en zijn gezin centraal staan. Deze
instellingen hebben ervaring met de zorg voor veteranen of
hebben speciale programma’s.
CoördinatieHet LZV werkt nauw samen met het Zorgloket van het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) dat
Sectormanager regionaal maatschappelijk werk Wynand Visser.
Foto: Birgit de Roij
ondersteuning biedt wat betreft de materiële zorg. Dat
loket staat veteranen en dienstslachtoffers bij die recht
hebben op een pensioen of bepaalde voorzieningen. “Soms
is er sprake van een zeer complexe situatie, waarbij zowel
psychische als relationele en financiële problemen spelen.
Wij kijken dan wat er op dat moment nodig is en
coördineren de zorg. Soms is het belangrijker om per direct
hulp te verlenen aan een veteraan en zijn gezin”, vertelt
Visser. “Medewerkers van het Zorgloket sturen soms ook
veteranen of dienstslachtoffers door naar ons. Iedereen
krijgt de zorg die hij op dat moment nodig heeft.”
13de Kareoler april 2010
Het nadelige effect van het PTSS-protocol op de toekenning
van een militair invaliditeitspensioen is duidelijk zichtbaar
geworden. Terwijl in het protocol zelf én bij de totstand-
koming daarvan nadrukkelijk is verkondigd dat de
invoering van het protocol tot verbeteringen voor de militair
met psychische klachten zou moeten leiden. Dit doel is dus
niet bereikt.
Bovendien is de geconstateerde verslechtering in strijd met
de Kaderwet waarin de rechtspositie van de militair en de
hoogte van zijn invaliditeitspensioen nadrukkelijk wordt
geborgd.
Redenen genoeg om namens de leden die ons hun
beschikking hebben toegestuurd collectief bezwaar te
maken. Er is intussen een uitgebreid bezwaar bij het ABP
ingediend. Het voordeel van dit collectieve bezwaar is
natuurlijk de macht van het getal. Als steeds dezelfde
bezwaren naar voren komen, wijst dat op structurele
tekortkomingen. Ik noem een paar van de belangrijke
tekortkomingen:
• Er vindt bij herbeoordeling een drastische verlaging van
het militair invaliditeitspensioen plaats terwijl duidelijk is
dat de psychische beperkingen niet (zoveel) zijn
afgenomen. Je ziet in de praktijk eigenlijk een soort vrije
val in de invaliditeitspercentages.
• Er wordt bij een eerste aanvraag op basis van PTSS een
aanmerkelijk lager percentage toegekend dan voorheen,
vóór (en zonder) toepassing van het protocol.
• Een verhoging van het militair invaliditeitspensioen is
alleen mogelijk als er sprake is van een medische
eindtoestand.
• Er wordt vaker dan voorheen géén militair
invaliditeitspensioen toegekend omdat er geen trauma
en/of geen traumatische aandoening wordt aanvaard.
• Voor andere psychische aandoeningen dan PTSS wordt
dienstverband afgewezen terwijl ook hiervoor
dienstverband kan bestaan.
Hoe nu verder?De BNMO doet er alles aan om de nadelige gevolgen van
het protocol ongedaan te maken. Daarvoor is het natuurlijk
in de eerste plaats belangrijk dat het ministerie van
Defensie met onze bevindingen wordt geconfronteerd. In
het protocol zelf is immers opgenomen dat het protocol
voor verbetering vatbaar dient te zijn. Je mag dus
verwachten dat de geconstateerde gebreken worden
hersteld!
OproepWij roepen onze leden op om een beschikking over een
militair invaliditeitspensioen voor een psychische
aandoening op basis van het PTSS-protocol in kopie naar
de Basis te sturen. Doet u dit vooral binnen de
bezwaartermijn! Alléén dan kan het collectief bezwaar ook
op u van toepassing zijn. U kunt deze beschikking richten
aan: BNMO, mw. mr. M. Smid, Postbus 125, 3940 AC Doorn.
Nieuwe PTSS-protocol pakt slecht uit voor BNMO-leden
Enige tijd terug riep de BNMO de lezers van dit blad op om beschikkingen
voor een militair invaliditeitspensioen op basis van het nieuwe PTSS-
protocol op te sturen. Dat zijn er nu ruim vijftig en de conclusie is dat het
nieuwe protocol niet goed uitpakt.
door mr. M. Smid
de Kareoler april 201014
Hiermee is de dienstverlening door ABP uitgebreid van een
vooral financieel gerichte ondersteuning naar een bredere
zorg op het immateriële vlak. Kortom één loket waar
oorlogs- en dienstslachtoffers terecht kunnen voor hulp.
Wanneer een oud-militair kampt met psychische of fysieke
klachten en hij vermoedt dat deze verband houden met de
uitoefening van de militaire dienst, dan kan hij het Zorgloket
vragen om hulp.
Een zorgcoördinator inventariseert veelal thuis bij de cliënt
de geldende problematiek. Vooral wanneer sprake is van een
psychische aandoening, treft de zorgcoördinator vaak
meervoudige problematiek aan. Betrokkene of de omgeving
heeft dikwijls (te) laat onderkend dat sprake is van een
psychische aandoening, waardoor problemen zijn ontstaan
in bijvoorbeeld de gezinssituatie of op het werk.
Veteraneninstituut en LZVWanneer behandeling nodig is, schakelt de zorgcoördinator
de maatschappelijk werker van het centraal
aanmeldingspunt van het Veteraneninstituut in. Vandaar uit
wordt het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV)
ingeschakeld, die de cliënt helpt bij het vinden van een
adequate behandeling.
Wanneer de oud-militair op financieel gebied ondersteuning
nodig heeft, dan zal de zorgcoördinator behulpzaam zijn bij
het aanvragen van een militair invaliditeitspensioen (MIP) of
mogelijk andere voorzieningen. Hij legt de geldende
regelgeving uit en probeert aan te geven waar betrokkene
mogelijk aanspraak op heeft, afhankelijk van zijn specifieke
situatie. Soms is hulp nodig bij het saneren van een schuld.
Ook kan hulp geboden worden bij het reïntegreren naar
werk.
Daarvoor is wel eerst nodig dat er een verband wordt
vastgesteld tussen de problematiek en de uitoefening van de
militaire dienst. Een verzekeringsarts van het Zorgloket doet
hier onderzoek naar, gebruik makende van de onlangs door
Defensie opgestelde protocollen. Vooral veteranen met een
psychische aandoening ervaren een dergelijk onderzoek
vaak als vervelend. De arts moet echter tijdens het
onderzoek over tal van aspecten en perioden van iemands
leven nadere vragen stellen. Ook als betrokkene hier liever
niet over wil praten. Soms lijkt het dat deze vragen geen
verband houden met de klachten. Toch moet de arts het
onderzoek in volle omvang uitvoeren om vast te kunnen
stellen:
• of de aandoening in overwegende mate verband houdt met
de uitoefening van de militaire dienst
• welke beperkingen er zijn door deze aandoening dan wel
• of de beperkingen mogelijk veroorzaakt zijn door andere
aandoeningen of omstandigheden.
Uitslag van het onderzoekGeen prettig onderzoek dus, zeker wanneer de veteraan al
midden in de problemen zit, privé of op het werk, of zelfs
zonder werk zit. Daarnaast loopt dan nog de behandeling die
ook al de nodige energie vraagt. Opvallend is overigens dat
negentig procent van de ex-militairen die een
Een psychische aandoening en de medische keuring:
Een lastige combinatie!
Het werken bij Defensie gebeurt in omstandigheden die buitengewoon en
risicovol kunnen zijn. Daarom heeft Defensie een zorgloket voor militaire
oorlogs en dienstslachtoffers ingericht bij het ABP.
door Cosmas Kolenbrander, zorgcoördinatie ABP
de Kareoler april 2010 15
spreekuurcontact hebben gehad met een verzekeringsarts,
aangeeft dat zij in dat contact voldoende ruimte hebben
gehad om hun verhaal te doen.
Na een medisch onderzoek duurt het soms zes maanden of
langer alvorens de uitkomst bekend is, wat ook heel
vervelend is. Dit komt omdat er in alle gevallen medische
informatie opgevraagd moet worden bij bijvoorbeeld de
huisarts, een specialist of anderszins. En wanneer het
ziektebeeld te complex is, zal de verzekeringsarts de
ex-militair ook nog willen laten onderzoeken door een
psychiater.
Wanneer dan (eindelijk) de uitslag van het onderzoek
bekend is, is het natuurlijk een enorme domper wanneer de
uitslag aangeeft dat er geen of nauwelijks een relatie is
tussen de aandoening en de uitoefening van de militaire
dienst. Of dat het invaliditeitspercentage lager is
vastgesteld dan dat betrokkene verwacht had. Dit alles is
niet bevorderlijk voor de behandeling van de klachten zelf,
want zonder een goed verloop van de behandeling geen
genezing. Wanneer wel een relatie met de uitoefening van de
militaire dienst is vastgesteld, kan een zorgcoördinator van
het Zorgloket eventueel samen met de maatschappelijk
werker in overleg met de oud-militair een plan trekken voor
de aanpak van de problemen.
Afronding en tipsAls de behandeling na verloop van tijd is afgerond, zal
opnieuw een medische keuring plaats vinden. Immers, de
veteraan is nu hopelijk geheel of gedeeltelijk genezen. Dit
betekent dat de eventuele resterende beperkingen voor de
toekomst vastgesteld moeten worden. Deze beperkingen
zullen vanwege de behandeling vaak aanzienlijk minder zijn
dan aan het begin van de behandeling. Het gevolg zal zijn
dat nu de hoogte van een MIP definitief kan worden
vastgesteld, maar bijna altijd op een lager niveau dan aan
het begin van de behandeling.
Er zijn een paar opties om tijdens de behandeling zo min
mogelijk last te hebben van een keuringstraject.
• De veteraan dient pas een verzoek in voor een MIP na
afloop van de behandeling. Hij wordt dan gedurende de
behandeling niet geplaagd met een parallel
keuringstraject.
• De veteraan dient wel een verzoek in voor een MIP, maar
laat vooralsnog slechts een vermoeden van dienstverband
vaststellen. Deze procedure neemt maar twee weken in
beslag en stelt al wel mogelijke rechten veilig. Wanneer de
veteraan op materieel vlak behoefte heeft aan hulp om
überhaupt mee te kunnen werken aan een behandeling,
dan kan het Zorgloket op basis van de uitspraak van een
vermoeden van dienstverband deze hulp bieden.
Het Zorgloket is ingericht om de veteraan te ondersteunen
bij het verkrijgen van de benodigde hulp en advies. De
zorgcoördinator wil en zal alles in het werk stellen om de
veteraan op weg te helpen om een nieuwe start te kunnen
maken. Die weg is bijna altijd goed begaanbaar, maar zeker
niet gemakkelijk.
Het ABP staat klaar voor militairen die uit dienst daar
mogelijk nog gevolgen aan overhouden. Foto: ABP.
de Kareoler april 201016
Over de sociale gevolgen van PTSSdoor kapitein-luitenant ter zee van Speciale Diensten dr. Marten Meijer, docent Nederlandse Defensie Academie
Na de inzet van grote aantallen Amerikaanse militairen in de oorlog in Vietnam bleek dat een aanzienlijk deel van hen te maken kreeg met nadelige gevolgen hiervan voor hun geestelijke gezondheid. Op basis van veel en goed Amerikaans onderzoek werd een nieuwe diagnose gesteld voor hun lijden: de posttraumatische stress-stoornis (PTSS).
Door het meemaken van levensbedreigende situaties
ontstaat een angststoornis die drie kenmerken heeft:
geprikkeldheid, het overvallen worden door herinneringen
en het vermijden van vergelijkbare situaties. Intussen
maakt deze diagnose deel uit van de algemene Westerse
psychiatrie. Toch wordt er vanuit andere culturen wel
kritiek geleverd op deze benadering van PTSS. Het duurt
vaak lang voordat een veteraan ontdekt dat hij eraan lijdt
en hulp zoeken is in ieder geval iets wat Westerse mannen
moeilijk vinden. Omdat veel veteranen niet gemakkelijk
praten over de moeilijkste momenten van hun
uitzendingen, raken zij op dat punt gemakkelijk in een
sociaal isolement. De gemeenschap begrijpt en accepteert
PTSS maar moeizaam, waardoor dit isolement wordt
versterkt.
Het is daarom aan te bevelen om de diagnose PTSS aan te
vullen met een beeld dat door de gemeenschap wel wordt
begrepen. Zo’n beeld kan zijn dat men zichzelf heeft
verloren omdat men de tijd en gelegenheid niet had om te
voelen wat er door het geweld werd aangericht. Zo kan
eenzaamheid ontstaan, één van de ergste vormen van
armoede die een mens kan ervaren. Het is daarom goed om
ook aandacht te besteden aan de sociale gevolgen van
PTSS. In de Amerikaanse en andere Westerse
samenlevingen die sterk op het individu zijn gericht, wordt
dit gemakkelijk vergeten. In Afrikaanse stammen
bijvoorbeeld is het gebruikelijk dat krijgers na een gevecht
een rituele wassing ondergaan in het midden van de
gemeenschap. Daarmee krijgen zij hun sociale positie weer
terug.
Veel van datgene wat er de afgelopen jaren bereikt is voor
en door veteranen past in dit beeld van zichzelf weer
terugvinden, een sociale positie weer terugkrijgen en
ervaringen delen. Het succes van veel BNMO-activiteiten en
de jaarlijkse veteranendag zijn daarvan sprekende
voorbeelden. In de kleinere kring van familie of gezin kan
ook zo’n isolement ontstaan. Als gebeurtenissen eindeloos
worden verhaald haakt zelfs de beste luisteraar af, vooral
als er geen emoties verbonden zijn aan die gebeurtenissen.
Omgekeerd zijn de soms heel heftige emoties niet te
begrijpen als hele verhalen worden verzwegen. Contact
met zichzelf en met anderen ontstaat weer als emoties
passen bij gebeurtenissen en ook die emoties worden
getoond en gedeeld. Niet voor het grote publiek, maar met
hen die dat waard zijn. Zo wassen de tranen de ogen en de
wangen. Wat met tranen is gezaaid, wordt met gejuich
gemaaid.
Marten Meijer in contact met een local tijdens een militaire missie.
Foto: ministerie van Defensie.
17de Kareoler april 2010
Uit het hart
Afdelingsnieuws
Vervolg op pagina 18
GroningenJongerenbijeenkomstDe BNMO en daarmee de afdeling Groningen bestaat
65 jaar. Reden voor een discussie over: ‘Hoe willen wij als
afdeling de toekomst in?’ Met maar liefst 35% Groningse
leden jonger dan 50 jaar organiseerde het bestuur speciaal
voor hen een bijeenkomst in december te Zuidbroek. Na
veelal persoonlijk contact gaf 30% gehoor aan de
uitnodiging. Onder de gegeven omstandigheden en een
goede maaltijd was een conclusie dat contact-
bijeenkomsten, zoals deze hun waarde al bewezen hebben.
Daarom wordt tweemaal per jaar een speciale
doelgroepbijeenkomst te houden waar mogelijk ook een
keer de kinderen bij aanwezig kunnen zijn.
DrentheViering lustrumfeestOp zaterdag 5 juni om 13.30 uur in Zalencentrum Meursinge
(Hoofdstraat 48) in Westerbork. Dan wordt ook de
Commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe, de
heer J.Tichelaar, geïnaugureerd tot beschermheer van de
afdeling. Alle leden ontvangen een persoonlijke
uitnodiging. U dient zich wel tijdig op te geven voor dit
feest.
Welke activiteiten?Het bestuur vraagt u om mee te denken over de volgende
activiteiten na het lustrumfeest: bustocht,
jongerenbijeenkomst (daarbij rekening houdend met
kinderen), najaarscontactdag, kerstbijeenkomst.
Suggesties graag mailen ([email protected]) of
schriftelijk melden aan het bestuur.
OverijsselProgramma 2010Dinsdag 1 juni: eerste lustrumviering.
Donderdag 10 juni: eerste busreis.
Zaterdag 28 augustus: tweede busreis.
Woensdag 8 september: tweede lustrumviering.
Dinsdag 14 december: eindejaarsdiner.
Noord-Holland
Lustrumviering 65-jarig bestaan BNMOOp zaterdag 15 mei 2010 in het Golden Tulip Hotel aan de
Kennemerstraatweg 425 in Heiloo van 9.30 tot 20.30 uur.
‘s Morgens het officiële gedeelte, daarna een leuk en
gezellig entertainment en een fijn dinerdansant. Opgeven
door € 10,- per persoon te storten op rekeningnummer
3785.34.270 van de BNMO te De Kwakel. Een eventuele
begeleider betaalt hetzelfde bedrag en gebruik van de bus
(vanuit Haarlemmerliede en Hoorn) is € 5,- extra.
’s-Gravenhage e.oWisselingen in bestuurTijdens de jaarlijkse ledenvergadering op 18 maart werd
afscheid genomen van voorzitter Boer en secretaris
mevrouw Olivier-schoonaard. Als nieuwe voorzitter ad
interim werd benoemd Frans van Straaten, en als secretaris
Ad Kos, Azaleapark 43, 2724 JB Zoetermeer, 079 331 65,
Zuid-Holland-ZuidEendaagse reisOp zaterdag 5 juni bij voldoende deelname. In het
programma koffie met gebak in Panorama Tulip Land met
uitleg over het prachtige panorama, rondtour bollenstreek,
warme lunch in Buitenkaag (driegangenmenu), rondvaart
over de Kaagerplassen, vrije pauze aan Boulevard in
Scheveningen. Rond 18.00/18.30 uur zijn wij weer terug op
ons uitgangspunt.
De vertrektijden zijn: Dordrecht (stadskantoor/Hellingen)
8.15 uur, Zwijndrecht station 8.20 uur, Slinge 8.45 uur,
Zuidplein 8.55 uur, Rotterdam C.S.achterkant.
(Blijdorpzijde) 9.05 uur.
Leden plus één introducé betalen € 27,-, donateurs € 40,-,
introducé van donateur € 54,-, alles per persoon.
Inschrijven vóór 15 mei door storting reissom op giro
4132288 t.n.v. BNMO Z-H-Z, Achterstraat 51, 4147 AB
Asperen. Uw opstapplaats en uw dieet op de
overschrijvingskaart vermelden! Informatie over de reis bij
G.van Barneveld: 0186 69 22 41.
de Kareoler april 20101818
Noord-BrabantPresentatie diensverlening de BasisOp dinsdagavond 11 mei zal de Basis vanaf 19.00 uur een
presentatie verzorgen over dienstverlening aan en voor de
leden van de afdeling Noords-Brabant. Het programma is
om 22.00 afgelopen. Dit in restaurant de Druiventros in
Berkel-Enschot (nabij Tilburg). Deelname is gratis en
aanmelden kunt u tot 7 mei bij de secretaris van de
afdeling: 013 536 03 20.
Limburg-Noord -MiddenProgramma 201016 mei: lustrumviering
20 t/m 25 juni: meerdaagse reis
9 september: Indiëmonument Roermond
8 september: algemene dagtocht
19 oktober: alleenstaandendag Roermond
14 oktober: alleenstaandendag Well
11 november: spellendag
18 december: kerst-in
De data zijn onder voorbehoud!
Meerdaagse reis BlankenbergeVan 20 t/m 25 juni naar de Belgische plaats Blankenbergen.
De bus zit vol en er wordt zelfs een reservelijst gehanteerd.
Het beloofd een hele mooie reis te worden vol verrassingen
en mooie belevenissen.
Lustrumviering 2010Vanwege het 65 jarig bestaan van de BNMO op zondag
16 mei. Opening met een Plechtige Hoogmis in de
H. Lambertuskerk in Reuver met een groot, bekend koor.
De overige activiteiten zijn in zalencentrum De Schakel met
ook zeer verrassende optredens. Zowel de kerk als het
zalencentrum in Reuver zijn goed met openbaar vervoer te
bereiken. Voor diegene die met eigen vervoer komen, is er
ruime parkeer gelegenheid.
Secretariaten van de afdelingenGroningen T. Pelgrim,
Veemstede 95, 9665 EC Oude Pekela 0597 422327
Friesland H. Oppedijk (tot 12 september),
Skroef 44, 8502 BR Joure 0513 418964
Drenthe H.F. Berghout,
Merwedestraat 44, 9406 RM Assen 0592 341292
Overijssel mw. A.A.J. de Wals-Ros,
De Goorn 9, 7491 HB Delden 074 3762763
06 27250093 [email protected]
Gelderland R. Roos,
Langeslag 37, 8181 GN Heerde 0578 696992
06 22096287 [email protected]
Utrecht/’t Gooi W. Veenman,
Kamelenspoor 14, 3605 EA Maarssen 0346 560124
Noord-Holland L.M. Valkering,
Prins Bernhardlaan 13c, 1934 EP Egmond a/d Hoef
072 5061334 [email protected]
Amsterdam e.o. B. van der Reijden,
Kuinderstraat 22-2, 1079 DL Amsterdam 020 6427642
Zuid-Holland-Noord J. Postel,
Mijnbouwstraat 68, 2628 RX Delft 015 2570081
’s-Gravenhage e.o. A. Kos,
Azaleapark 43, 2724 JB Zoetermeer 079 3316526
06 22253917 [email protected]
Zuid-Holland-Zuid mw. M.G. Verheij,
Hartekruid 9, 3068 RS Rotterdam 010 4201010
Zeeland J.A.P. van Osta,
Goese Meerlaan 20, 4465 AL Goes 0113 227998
Noord-Brabant mw. T. Otten-Hilberink,
Klaverstraat 74, 5025 MD Tilburg 013 5360320
06 40201561 [email protected]
Limburg-Noord en -Midden Mw. B.H.M. Deneer-Maassen,
Hofstraat 45, 6019 CC Wessem 0475 562436
Limburg-Zuid mw. A.M.C. van den Berg,
Oude Landgraaf 52, 6373 BA Landgraaf 045 5323006,
06 25334709 [email protected]
de Kareoler april 2010 1919
In dankbare herinnering
Welkom bij de BNMOAppeldoorn, Th. (83), Roosendaal
Berkom, M.C.M. van (83), Breda
Brainen, R.B. (25), Den Haag
Brunsveld, P. (35), Huizen
Gans, J.H. de (46), Amersfoort
Giersbergen, D.S. van (37), Assen
Groefsema, E. (47), Bedum
Kamminga, A. (83), Amsterdam
Lap, D. (58), Wolvega
Popkes, W. (55), Borculo
Rondon-Swart, A.M.A. mw. (63),
Westervoort
Schrama, B.J.L. (40), Deurne
Severs, dhr. en mevr. , Zoelmond
Stevens, R. (23), Musselkanaal
Valkengoed, R.R. (74),
Hooglanderveen
Veld, B.J.M. in het (45), Denekamp
Vereggen-deWit, J. mw. (82), Dongen
Verkom, M.C.M. van (83)
Vleuten, A.F.M. van der (43), Best
Ameijde, G.H. van (83), Rotterdam
Bal, A. (86), Winterswijk
Bartelds-Bartmann, K. mw. (81),
Gameren
Berkhout, J. (80), Velsen-Noord
Bruyn-Hollenberg, G. mw.(82),
Wormerveer
Die, C, de (81), Den Haag
Dijkstra-Buikema, B. mw. (90), Assen
Feddema, W.T. (68), Anna Paulowna
Grift-de Lizer, P. mw. (91), Soest
Haassen, V.R. van (86), Noordwijk
Heide, H.W. van der (89), Amsterdam
Horst, H.W. van der mw. (80),
Amersfoort
Kloos-Heijmans, H.J. mw. (92),
Rotterdam
Kreft-van Vliet, M.E. mw. (90), Arnhem
Laarhoven, J. van (89), Helvoirt
Lans-Kil, P.J. van der, mw. (82),
Voorburg
Lieshout, F.J. van (91), Vlissingen
Manni-van den Brand, J.M. mw. (85),
Schijndel
Niemantsverdriet, J. (82), Leiden
Nijhout-Weisscher, C.W. mw. (96),
Amsterdam
Nijsten, J.Chr. (84), Schinnen
Oest, J.W. van (92), Doorn
Otten-van de Harst, H. mw. (99), Den
Helder
Ponjee-Beerkens, P.M.J. mw. (80),
Geldrop
Poort, J.P. (84), Scheemda
Pot, H.C. van den (83), ’s Gravenzande
Saanhof-Bakker, D.D. mw. (90),
Winterswijk
Scholten-Luiken, R. mw. (81),
Eindhoven
Schoute-Henderson A.P. (90),
Rotterdam
Sprikkelman, E.J.C. (71), Warnsveld
Struys, G.J. van der (96), Zwolle
Sturm, W.J. (93), Zuid Afrika
Thiel-van ’t Woudt, E. van mw. (79),
Delfgauw
Veen, C. van (85), Alblasserdam
Verdel, H.J. (82), Sittard
Vink, J. (82), Enschede
Waijer-Bloem, H. mw. (88), Leek
Zadelhoff, J.C. van (64), Dodewaard
Op voordracht van het bestuur van de afdeling Groningen
heeft het hoofdbestuur Max Boon uit Haren benoemd tot lid
van verdienste van de BNMO.
Na een bestuursperiode van veertig jaar is Max Boon dit
jaar gestopt. Vanwege zijn grote verdienste die niet tot
besturen beperkt bleef, besloot het afdelingsbestuur Max
voor te dragen voor de hoogste BNMO-onderscheiding: het
lidmaatschap van verdienste.
In de periode van 1970 tot 2010 was hij drie jaar voorzitter,
vijf jaar vice-voorzitter en zes jaar penningmeester.
Daarnaast heeft hij veertig jaar lang contacpersonenwerk
verricht. Hij behoorde tot de bestuursgeneratie van
bekende BNMO’ers als Henk Idema, Johan Weustink en
Gerrit de Boer. Niet alleen binnen de BNMO, maar ook bij
regionale overheidsinstanties en ex-militaire verenigingen
stond Max Boon bekend als Mr. BNMO.
Tijdens de jaarvergadering van de afdeling Groningen werd
Max Boon, die al in 2000 het zilveren bondskruis ontving,
uitgewuifd als bestuurslid. Hij blijft nog wel actief als
contactpersoon.
Max Boon benoemd tot lid van verdienste
de Kareoler april 201020
Advertentie
De BNMO is een toonaangevende, onafhankelijke belangenbehartiger voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers en hun directe verwanten.
De BNMO biedt deze groep mensen al sinds 1945 zorg en solidariteit.
Onze ambitie is gericht op het verwerven van (h)erkenning en respect en de bevordering van een intensief lotgenotencontact.
Daarnaast levert de BNMO een deskundige zorg- en dienstverlening, zowel materieel als immaterieel, ter bevordering van het lichamelijk en geestelijk welzijn.
Om dat alles te bereiken, werkt de BNMO samen met verschillende marktpartijen.
Redactie- en administratieadres
Postbus 125 3940 AC Doorn
Telefoon 0343 47 41 10
Telefax 0343 47 41 14
E-mailadres [email protected]
www.bnmo.nl