Boekbespreking door: Elvi van Well groep 8a de Marke Harry Potter en de Relieken van de dood.
Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van...
Transcript of Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van...
nnieuws van missionaire uitgeverij ETZ Media
voorjaar 2020w
ww
.etz
me
dia
.nl
De opstanding van Jezus is meer dan een dode die levend wordt. Hoe wonderlijk dat ook is, het kwam in het Oude Testament ook voor, bijvoorbeeld bij de zoon van de Sunamitische vrouw (2 Kon. 4). En na Jezus’ opstanding, lezen we van de opwekking van Dorcas (Hand. 9). Het unieke aan Jezus’ opstanding is echter dat Hij aan de andere kant van de dood is opgestaan. Alle anderen
die eens opstonden, moesten weer sterven maar Jezus heeft een weg gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood niet bang te zijn. Daarom is Jezus Christus niet alleen een levende, maar de Levende en zelfs het leven zelf (Kol. 3:4).Christenen wachten op de komst van Jezus Christus, die hun leven
is, maar ook nu al werkt het leven van Christus in hen. ‘Niet meer ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2:20). Door zijn Geest, werkt het leven van Christus hoe langer hoe meer in christenen. Zijn opstanding laat zien dat Jezus Christus de koning van het heelal is. Wie bij deze Koning hoort, merkt dat Hij royaal geeft.
Jezus baande een weg door de dood
Ook al is Jezus niet meer op aarde, Hij is nog altijd de Levende. De dood kon Hem niet vasthouden. Door zijn opstanding delen wij voor altijd in het leven van de Heer, die we opnieuw uit de hemel verwachten. Hij is de Koning van het heelal.
uit
gel
ich
t
De onzichtbare wereld
Mensen laten zich soms in met de onzichtbare geestelijke wereld. De Bijbel zegt dat er naast goede machten ook slechte machten zijn. Deze folder legt uit wat de gevaren zijn en bij welke hogere macht je altijd en zonder gevaren terecht kunt. Nu in een vernieuwde uitgave verkrijgbaar. € 2,50 per set van 25 ex.
Ga naar diep water en gooi je net uit om te vissen.
Lukas 5:4
Uit: Gewone catechismus, KokBoekenentrum 2019
Kingstone Comics
ETZ Media heeft een begin gemaakt met het uitgeven van Nederlandse delen van de Kingstone Comic Bible. Deze strips brengen de verhalen uit de Bijbel op een meeslepende manier tot leven voor tieners en jongeren. Deze comics blijven dicht bij de Bijbelse geschiedenissen maar weten in beeld en tekst toch weer verrassende elementen aan het licht te brengen. Wij hopen en bidden dat deze comics een brugfunctie mogen vervul-len naar het lezen van de ‘echte’ Bijbel. De delen Noach en Lazarus verschijnen DV eind maart. Vanaf september kunt u het deel over de geboorte van Jezus verwachten.
ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE
WERELD
ONZICHTBARE WERELD
ONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELD
WERELDWERELDONZICHTBARE ONZICHTBARE WERELDWERELD
ONZICHTBARE WERELD DE ONZICHTBARE
DE ONZICHTBARE
ONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELD
WERELDWERELDONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE
WERELDWERELD
DE DE DE DE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE
ONZICHTBAREWERELDONZICHTBAREWERELDONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELDONZICHTBAREWERELDONZICHTBARE WERELD
ONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE
WERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELD
WWW.ETZMEDIA.NL
Deze folder wordt je aangeboden door:
Wil je meer weten over Jezus Christus en alles wat Hij jou wil geven?
Reageer via [email protected] of stuur de ingevulde antwoord-
strook naar ons op: ETZ, postbus 41, 2950AA te Alblasserdam. Je
ontvangt dan gratis en vrijblijvend een boekje over geloven in Jezus
en een gedeelte van de Bijbel.
Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
© 2010/2020, ETZ Media, Alblasserdam, Holland
Jezus heeft de hoogste autoriteit in de onzicht-
bare wereld. Door te sterven aan een kruis heeft Hij
de weg geopend om bevrijd te worden van zonden
en bindingen. Door op te staan uit de dood heeft Hij
de duivel beslissend verslagen, al heeft die nog steeds
veel invloed.
Jezus Christus biedt ieder mens, ook jou, vergeving,
bevrijding en vernieuwing aan..
• VERGEVING: zonden uit het verleden staan niet meer
tussen God en jou in.
• BEVRIJDING: alle (ver)bindingen aan de duivel
kunnen verbroken worden in de naam van Jezus.
Als je bevrijding nodig hebt, vraag dan hulp aan
christenen die God liefhebben en volgens de Bijbel
willen leven. Weet je niet aan wie je hulp zou kunnen
vragen, reageer dan naar het adres op dit traktaat.
• VERNIEUWING: Jezus geeft een nieuwe start. Je
kunt een kind van God worden en eeuwig leven5
ontvangen.
5 Wie in Jezus gelooft ontvangt het eeuwige leven, maar in ons
huidige bestaan blijft het lichaam nog kwetsbaar en onder-
worpen aan de dood. In de toekomst zal Jezus degenen die in
Hem geloven een volmaakt en onsterfelijk lichaam geven.
Verlang je naar contact met de geestelijke wereld?
De juiste lijn loopt alleen via Jezus. Hij is Heer
over alle dingen, zichtbaar of onzichtbaar. Je bent
welkom bij Hem! Onthoud goed:
“IEDER DIE DE NAAM VAN DE HEER AANROEPT
ZAL WORDEN GERED” (HANDELINGEN 2:21)
Vernieuwde folder
Binnenkort verkrijgbaar
in Nederland
Het kadoosje
Steeds meer mensen krijgen een Kadoosje! De 4 Kadoosjes die we in ons assortiment hebben behoorden vorig jaar tot onze meestgevraagde producten. Het Kadoosje is een mooi kartonnen doosje waarin u een klein presentje kunt doen. Wie het doosje opent vindt niet alleen het pre-sentje, maar ook een korte paasboodschap met als kern: Jezus herstelt de relatie tussen God en mensen. Door zijn dood en opstanding geeft Hij eeuwig leven. € 0,60 (stuk) Bij grotere aantallen (>100) is korting mogelijk. Bekijk alle kadoosjes op etzmedia.nl/kadoosje.
voor kinderen
etz media
DVD’s
ww
w.e
tzm
ed
ia.n
l
Traktaat: De troost van Pasen
Dit traktaat verkondigt de overwinning van Jezus over dood en zonde. € 1,99 (set 25 ex.)
Traktaat: Waar gaat Pasen nou eigenlijk over?
Basic uitleg van het Paasevangelie. € 1,99 (set 25 ex.)
Traktaat: Jezus’ woorden aan het kruis
Een helder licht op de liefde van Jezus en op zijn betekenis voor ons vanuit zijn laatste woorden. € 1,99 (set 25 ex.).
Traktaat: Hij deed het ook voor jou
Waar het bij het Paasfeest nu echt om draait. € 1,99 (set 25 ex.).
Traktaat: Het is volbracht!
Woorden van hoop die om een persoonlijk antwoord vragen. € 1,99 (set 25 ex.)
Traktaat: Het Paasverhaal
Het Paasverhaal aan kinderen verteld. € 1,99 (set 25 ex.)
Traktaat: Jezus leeft!
Jezus Christus is niet ‘zomaar’ een goed mens. Hij overwon de dood! € 1,69 (set 25 ex.).
Paasfolders om uit te delen
Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
© De bijbeltekst in deze folder is ontleend aan
de Bijbel in Gewone Taal, NBG 2014
Deze folder wordt je aangeboden door:
Evangelische
Tractaat
Zending
stic
hti
ng
© 2015 St. ETZ, Alblasserdam, Hollandwww.traktaat.nl
Als je het gebed hiernaast gebeden hebt of vragen hebt over de
inhoud van deze folder, sturen we je graag gratis en vrijblijvend
meer informatie over geloven in Jezus toe. Reageren kan door
een email te sturen naar [email protected] of door
onderstaande antwoordstrook ingevuld aan ons op te sturen:
ETZ, afdeling Lezersreacties, Postbus 41, 2950AA Alblasserdam.
Persoonlijke reacties worden persoonlijk beantwoord.
en Gods goede regels. De verwoestende gevolgen van
zonde zien we dagelijks om ons heen. Net als de dood
overwon Jezus ook de zonde. Zijn overwinning betekent
voor ons nu al vergeving van verkeerde daden en
vernieuwing van ons innerlijk. Dankzij Jezus mogen we
God leren kennen als onze liefdevolle Vader.
GELOVEN IN JEZUS
Geloven betekent al het goede ontvangen dat Jezus ons
uit liefde wil geven en ervoor kiezen om zijn volgeling
te zijn. Als je gaat geloven, zal Hij je leven veranderen!
Jezus links laten liggen doet ons geen goed. Buiten Hem
om is er namelijk geen oplossing voor de zonde en de
dood. Wie er bewust voor kiest om Jezus op afstand te
houden, blijft los van God en loopt daardoor het nieuwe
leven mis.
EEN GEBED
Als de overwinning en liefde van Jezus je hart heeft
geraakt en je bij Hem wilt horen, kun je dat aan Hem
vertellen met de volgende woorden:
Jezus, ik heb gelezen over uw overwinning over dood
en zonde. Dank U dat U nieuw leven met vergeving
en vernieuwing van binnen aan mij wilt geven. Heel
graag wil ik dit nieuw leven van U ontvangen en God
leren kennen als mijn liefhebbende Vader. Leer mij U
beter kennen, ik wil volgeling van U zijn. Amen.
De t�oost van Pasen
Trak-TroostVanPasenDEF-B.indd 1
16-02-15 12:28
Deze folder is je aangeboden door:
© 2007, St. ETZ, Alblasserdam, Holland
Stichting Evangelische Tractaatzending
Postbus 41 - 2950 AA Alblasserdam.
Mailen kan ook naar: [email protected]
Hijdeed
het ook
voor Jou
Hijdeed
het ook
voor Jou
Vader in de hemel,
ik ken U niet, maar ik vraag
het U toch; wilt U mij het
geloof geven dat uw Zoon,
Jezus, gestorven is voor
mijn zonden. Laat mij
geloven dat Hij leeft en
dat ik door zijn dood ook
mag leven. Nu en later in
uw eeuwig koninkrijk.
Amen.
Vader in de hemel,
ik ken U niet, maar ik vraag
het U toch; wilt U mij het
geloof geven dat uw Zoon,
Jezus, gestorven is voor
mijn zonden. Laat mij
geloven dat Hij leeft en
dat ik door zijn dood ook
mag leven. Nu en later in
uw eeuwig koninkrijk.
Amen.
Misschien wil je na het lezen van deze folder meer
weten over Jezus en wat zijn opstanding voor jou kan
betekenen. We sturen je graag een gratis boekje toe.
Stuur hiervoor het ingevulde strookje op naar:
www.traktaat.nl
Naam:
Adres:
Woonplaats:
ETZ-tract-Hijdeed2-3
luik 18-09-2008 15
:21 Pagina 1
Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Evangelische
Tractaat
Zending
stic
hti
ng
97
89
08
77
20
29
2
© 2009, St. ETZ, Alblasserdam, Holland
Deze folder is u aangeboden door:
Het is
Volbracht!
‘Heer Jezus, dank U voor uw grote liefde.
Ik heb uw redding nodig, want ik heb verkeerde
dingen gedaan in mijn leven. Dank U dat ik mag
geloven dat U ook voor mij hebt geleden en bent
gestorven aan het kruis. Ik geef mijn leven aan U
over en wil voortaan doen wat U zegt. Dank U dat U
mij een nieuw mens maakt en eeuwig leven geeft.
Amen.’
Als u dit gebed met uw hart hebt gebeden, ont-
vangt u redding en eeuwig leven. Jezus heeft alles
voor u volbracht. U bent nu met God verzoend,
maar misschien weet u wel dat er nog problemen
met medemensen bestaan door schuld van uw
kant. Als u het nog met hen in orde kunt maken,
doe dat dan!
Als u uw leven aan Jezus hebt overgegeven, staat u
aan een nieuw begin. Vele mensen gingen u hierin
al voor. U kunt hen ontmoeten en samen met hen
groeien in het leven als volgeling van Jezus. U kunt
bijvoorbeeld contact opnemen met de mensen die
dit traktaat verspreid hebben. Of misschien bent u
wel bekend met christenen in uw omgeving. Als u
er niet uitkomt kunt u zich wenden tot onderstaand
contactadres.
Wilt u meer weten over het nieuwe leven dat Jezus
geeft? Als u ons schrijft of een email zendt, sturen
wij u een gratis boekje toe.
Teksten ontleend aan de NBV.
www.traktaat.nl
Stichting Evangelische Tractaat Zending t.a.v. afdeling nazorg
Postbus 41 2950 AA Alblasserdam
mailen kan ook: [email protected]
JezusLeeft!JezusLeeft!
Evangelische
Tractaat
Zending
stic
hti
ng
Wat betekent dit voor u?
De levende Heer wil ook uw hulp en steun zijn.
Het enige dat nodig is, is uw ja-woord op dit
aanbod van liefde. Geef u daarom aan Hem over.
U kunt dit doen door een eenvoudig gebed:
Heer ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
en reinig mijn hart.
Ik geef mijzelf aan U over,
ja, kom in mijn leven, Heer.
Wilt u mij voortaan helpen en leiden.
In Jezus’ naam.
Amen
Teks
tver
wijz
ing
en: 1
Ko
rin
thië
rs 1
5 ve
rs 5
-8 e
n v
ers
14, R
om
ein
en 1
ver
s 4,
Jo
han
nes
14
vers
6
Wilt u na het lezen van deze folder meer weten over wie Jezus voor u wil zijn?
We sturen u graag een gratis bijbelstudieboekje toe.
U kunt ons schrijven of mailen:
Evangelische Tractaat Zending
Postbus 41
2950 AA Alblasserdam
www.traktaat.nl
© 2007, St. ETZ, Alblasserdam, Holland
ETZ-Trak-JezusLeeft.indd 1
03-03-2010 15:28:31
tratkaatnieuwsEen nieuwe naam
Heeft u het al opgemerkt? Met ingang van 2020 werken we onder de naam ETZ Media. We kiezen hiermee voor een naam die aangeeft dat de uitgaven steeds diverser worden en dat de activiteiten meer omvatten dan alleen het doen verschijnen van traktaten. We hopen met Gods kracht ook in het nieuwe decennium actief te blijven in het uitgeven van materiaal met een missionair karakter.
kadoosje
Hart van Pasen
Het Paasverhaal in blokjes • De Verteller • Victorie • Het Vlindercircus
€ 2,99 (stuk)
Leeuw van Juda
R U TH G R AHAM • 36 B L Z .€ 4,99
Een vertelboek waarin de dieren uit de stal van Juda een opwindend avontuur beleven en onder de indruk raken van de macht van een lam... Een vertelling waar fundamentele waar-heden in doorklinken.
Alle uitgaven in deze nieuwsbrief zijn te bestellen met de antwoordkaart of via www.etzmedia.nl
In december 2019 verschenen de eerste Bijbelwijzers. Er wordt goed gereageerd op deze mooie, inhouds-volle uitgaven over de Tabernakel en Psalm 23. Voor het geval u dit nieuws gemist heeft, maken we er graag nog een keer melding van.Bijbelwijzers zijn een mooi middel om uw kennis over bijbels thema’s en onderwerpen in ongeveer 30 minuten behoorlijk uit te breiden. Bijbelwijzers bestaan uit 14 uitvouwbare pagina’s op mooi papier. In tekst en beeld krijgt u de belangrijkste kennis en inzichten gepresenteerd.
Psalm 23
In deze Bijbelwijzer wordt de geliefde Psalm 23 dichtbij lezers van nu ge-bracht. Een mooi geschenk als je ie-mand wilt bemoedigen. € 3,99 (stuk).
De tabernakel
Deze Bijbelwijzer gaat over de plaats waar God in de tijd van Mozes bij zijn volk wilde wonen. Een heldere en over-zichtelijke uitleg met veel afbeeldingen over de betekenis van de tabernakel toen en nu. € 3,99 (stuk).
In 2018 noemde 48% van de mensen in Nederland zich atheïst, agnost of niet-religieus. De kans is groot dat ook u regelmatig in contact komt met mensen die zeggen niet religieus te zijn. Dat zijn soms lastige gesprekken. Wat zeg je tegen iemand die vindt dat het bevrijdend is om geen geloof te hebben? Wat als mensen vinden dat gelovigen zichzelf en elkaar iets aanpraten om het leven aan te kunnen? Of om te kunnen leven met het sterven dat ons allen eenmaal wacht?
Hetty Lalleman, als theoloog verbonden aan het Spurgeon’s College, is gefascineerd door deze vragen en praat graag met mensen die zeggen niet te geloven. Ze schreef er een boek over dat op veel van de tegenwer-pingen die ongelovigen noemen ingaat. In een leesfragment laten we Hetty Lalleman zelf aan het woord over de moeder aller vragen: Als God bestaat, waarom is er dan zoveel lijden in de wereld?
Vaak lopen mensen die een ernstige ziekte of ongeval meemaken, weg van God. ‘God bestaat niet, anders was er geen lijden in de wereld.’ Maar dat is niet de enige mogelijke reactie. Je kunt ook naar God toe rennen en Hem vertellen dat je het niet meer weet en verward bent, en Hem vragen waar Hij nu toch is. De meeste liederen in het boek Psalmen zijn ‘klaagliederen’. De dichters van die liederen vragen: ‘Waarom? Hoe lang? Ik huil dag en nacht, zelfs zogenaamde vrienden hebben het op mij voorzien, het is niet eerlijk! En in die donkere nachten verschijnt dan ‘zomaar’ een lichtstraal en groeit het vertrouwen dat God je niet loslaat. Overigens wordt veel ellende in de wereld helemaal niet veroorzaakt door krachten en machten die wij niet begrijpen. Lang niet alles kun je toeschrijven aan een onzichtbare hand. Veel ellende wordt simpelweg veroorzaakt door haat en de zucht naar geld, macht en seksueel genot. De ellende in de wereld is dus vaak geen bewijs ‘dat God niet bestaat’, maar wel van het feit dat er tegen-krachten aan het werk zijn, die proberen Gods goede schepping te vernietigen en daarvoor zelfs mensen de dood in jagen. De Bijbel noemt zulke ellende het werk van de duivel, de tegenstander van God. De duivel is strikt genomen geen echte tegenstander, want hij is veruit Gods mindere. Uiteindelijk zal God hem met gemak afschudden. Dan zul-len we zien dat alles totaal nieuw zal worden, zonder honger, oorlog, ziekte en pijn. Dat kan alleen Hij bewerken die ook in het begin alles volmaakt heeft geschapen.
leesfragmentbijbelwijzers
Geloof jij dan nog?
H E T T Y L A L L EMAN • U I TG E VER I J AR K M ED IA . • 9 1 B L Z . • € 11,99Fragment uit: Geloof jij dan nog? In gesprek met niet-gelovigen
Je kunt dit boek ook gebruiken in een groep. De gespreksvragen aan het einde van elk hoofdstuk kunnen het gesprek op gang brengen.
EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN
Psalm 23
13
10
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij
U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders
BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.
ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13
BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.
Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.
ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?
Zie ookJohannes 10:9-15
BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34
BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.
Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.
Zie ookJohannes 3:16
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
U zalft mijn hoofd met olie
BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.
Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?
Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6
Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam
(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)
• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament
• Huisdier (2 Samuel 12:3)
• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8
De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen
• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden
Mijn beker vloeit over
BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.
Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil
Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19
BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.
Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld
of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven
Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.
Stok en staf in de Bijbel
StokTekstplaats
Bileam en zijn ezel
Numeri 22:27
De stok van Jonathan
1 Samuel 14:27
De stok als strafmiddel
Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24
De stok van God
Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5
De stok van de onderdrukker
Jesaja 9:4
De rechter van Israël met een stok geslagen
Micha 4:14
De stok van de Messias
Jesaja 11:4
De twee stokken bij de profeet Zacharia
Zacharia 11:7-14
StafTekstplaats
De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11
De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11
De staf bij de Paasmaaltijd
Exodus 12:11
De staf van de engel
Richteren 6:21
De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja
2 Samuel 23:21
De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31
Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt
Openbaring 11:1
De staf van de Messias
Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15
9
De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat
begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden
vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met
schapen en Gods zorg voor hen.
Oude TestamentNieuwe Testament
God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).
De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)
Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).
Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).
Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).
In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).
Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12
Schapen als beeldspraak
Beeld vanToelichting
BijbeltekstMensen voor wie God zorgt
Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22
Mensen zonder goede leiding
De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29
11
Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen
Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze
behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.
De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!
Psalm 23
Psalm 23 is één van de meest geliefde
delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht
over God en mensen spreekt over
vreugdes en angsten die iedereen kent.
Het herinnert ons aan Gods zorg en
liefde en maakt ons duidelijk dat wij
afhankelijk zijn van zijn goedheid.
Veel vergelijkingen in de psalm zijn
ontleend aan het buitenleven van een
herder met zijn schapen. Het gevolg
daarvan is dat mensen in onze tijd vaak
niet vertrouwd zijn met de achtergrond
en beeldspraak van Psalm 23. Als we de
betekenis van de woorden en beelden
in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen
we de boodschap beter begrijpen en de
schoonheid des te meer waarderen.
1 De HEERE is mijn Herder, mij
ontbreekt niets. 2 Hij doet mij
neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille
wateren. 3 Hij verkwikt mijn
ziel, Hij leidt mij in het spoor
van de gerechtigheid, omwille
van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook
door een dal vol schaduw van
de dood, ik zou geen kwaad
vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf, die ver-
troosten mij. 5 U maakt voor
mij de tafel gereed voor de
ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over. 6 Ja,
goedheid en goedertierenheid
zullen mij volgen al de dagen
van mijn leven. Ik zal in het
huis van de HEERE blijven tot
in lengte van dagen.
De zorg van
de herder
Psalm 23 leert ons dat we helemaal
aan God toebehoren, niet alleen
omdat Hij ons heeft gemaakt,
maar ook omdat Hij ons redt en
vernieuwt. De woordkeuze van de
psalm is daar een aanwijzing voor.
Vanaf vers 4 wordt niet meer over
God gesproken, maar tot God.
Dan gaat het ook niet meer over
schapen, maar over mensen. In de
eerste vier verzen voeren beelden
die met schapen te maken hebben
de boventoon zoals herder, weide,
stok en staf. Na vers vier zien we
aan de mensenwereld ontleende
beelden zoals tafel, beker en huis.
De overgang is subtiel, je zou er
zomaar overheen kunnen lezen.
De verandering weerspiegelt
de vernieuwing die in mensen
plaatsvindt als zij God met blijdschap
als hun herder aanvaarden. Als we
erkennen dat we God en zijn leiding
in ons leven nodig hebben, worden
we pas echt mens.
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene
Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze uitgave mag worden verveel-
voudigd, opgeslagen in een databank,
gepubliceerd op internet of worden
doorgegeven op welke wijze dan ook
zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
© 2008 Bristol Works, Inc.
Rose Publishing, LLC
Contributing Authors: William Brent
Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,
Professor of Old Testament Hebrew and
Literature.
All rights reserved. It is illegal to copy, transmit
electronically, or reproduce this pamphlet in
whole or in part in any form. May not be posted
or transmitted on the internet.
Betekenis
God geeft mij rust.
Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij
zijn van roofdieren, ziektes en honger en
ook geen conflicten hebben met ande-
re schapen. De herder moet zijn kudde
beschermen tegen gevaren van buitenaf
en van binnenuit. Hij moet weiden vinden
waar de schapen veilig kunnen eten – een
plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-
dieren, met veel groen gras. Dan kunnen
de schapen eten en tot rust komen.
Toepassing
We mogen rusten in Gods bescherming
en voorziening.
•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?
•Wat betekent ‘neerliggen in grazige
weiden‘ voor jou?
Zie ook
Mattheüs 11:28-30
Betekenis
God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.
Het kan gebeuren dat schapen op hun
rug gerold zijn en zelf niet meer overeind
kunnen komen. In de zomerzon zal een
schaap dat worstelt om weer op te staan
snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook
een gemakkelijke prooi voor roofdieren.
Ondersteboven met de poten zwaaiend
in de lucht is het schaap vermakelijk om
te zien – maar wel absoluut hulpeloos.
Toepassing
We mogen vertrouwen dat God in
onze geestelijke noden voorziet.
• Heb jij je weleens gevoeld als een
schaap dat niet meer overeind kon
komen?
Zie ook
Johannes 16:33, Johannes 17:13,
Psalm 42:12
Betekenis
God leidt ons op het rechte pad en zal
zijn beloften altijd houden.
Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen
hun weiden uitputten door overbegrazing
en moeten dus regelmatig naar andere
weidegronden geleid worden. Alleen de
herder weet welke plek de beste is en hoe
de kudde daar het beste kan komen. Hij
leidt hen omdat ze hem toebehoren.
Toepassing
We moeten Gods weg gaan, niet onze
eigen doodlopende wegen.
• Herken jij doodlopende wegen in je
leven die je voortaan links moet laten
liggen?
Zie ook
Johannes 10:4, Johannes 14:6
Betekenis
God leidt mij en zorgt voor mij.
Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn
volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder
houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-
herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-
baar te maken wiens eigendom zij zijn.
5
2
7
De HEERE is mijn Herder
Hij doet mij neerliggen
in grazige weiden
Het merk van
een christen
De Bijbel vertelt ons dat God ook
de gelovigen als zijn eigendom
heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13
zijn zij gemerkt met het zegel
(stempel) van de Heilige Geest.
Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-
telijke geloofstradities brengen als
een daad van toewijding het kruis
op de gelovige aan. Dat kan met
een handbeweging, olie, of op een
nog andere manier. In alle gevallen
is het bedoeld als symbool van een
diepere werkelijkheid.
Het merk van een christen houdt
lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1
Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop
als Hij zegt dat een discipel niet
boven zijn meester staat (Mat-
theüs 10:24-25). Toch is het merk
meer dan lijden alleen, want alle
mensen kennen het lijden. In het
hogepriesterlijk gebed, uitge-
sproken vlak voor Jezus‘ eigen
lijden aan het kruis, verbindt Hij
het lijden met eenheid in Gods
liefde (Johannes 17:15-23). Liefde
midden in het lijden, dat kenmerkt
christenen, dat is het zegel van
de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1
Korinthe 8:3).
Herders
Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat
zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij
begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.
Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament
Abel Genesis 4:2
Jabal Genesis 4:20
Abraham Genesis 13:2-6
Lot Genesis 13:5-6
Izak Genesis 26:17-33
Jakob Genesis 31:4
De zonen van Jakob Genesis 46:31-32
De dochters van Jethro Exodus 2:16
Mozes Exodus 3:1
David 1 Samuël 16:11
Uzzia 2 Kronieken 26:10
De Rechabieten Jeremia 35:6-10
Overdrachtelijk:
Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,
Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15
Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,
Ezechiël 34
Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28
Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8
De herders in de kerstnacht
Lukas 2:8-20
Overdrachtelijk voor Jezus:
De herder Mattheüs 26:31, Markus
14:27, 1 Petrus 2:25
De goede herder Johannes 10:11-16
De grote herder Hebreeën 13:20
De opperherder 1 Petrus 5:4
Toepassing
Wij zijn als schapen die God verzorgt
en leidt. We zijn zijn eigendom op 2
manieren: we behoren Hem toe omdat
Hij ons heeft gemaakt en we behoren
Hem toe omdat Hij ons heeft gered.
Als gelovigen zijn wij geroepen om met
Christus te lijden en zijn liefdesmerk te
dragen (Filippenzen 3:10).
•Heb jij in jouw leven de leiding van
God ervaren?
•Hoe ervaar jij Gods zorg?
Zie ook
Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31
Betekenis
In mijn diepste noden wordt voorzien.
Meer hoef ik niet te verlangen.
Sommige schapen ontwikkelen een
gewoonte om bij de herder vandaan te
zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.
Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-
gen, is het beter voor hun veiligheid om
bij de kudde te blijven. Een ronddolend
schaap is een eenvoudige prooi en al-
leen de waakzaamheid van een zorgza-
me herder kan bescherming bieden aan
schapen die geneigd zijn om te zwerven.
Schapen hebben individuele karakter-
trekken en eigenzinnige exemplaren
kunnen andere schapen zo beïnvloeden
dat ze ook gaan zwerven.
Toepassing
We hoeven het niet ergens anders te
zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods
bescherming en zorg voor ons.
Zie ook
Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7
4
Mij ontbreekt niets
Hij leidt mij in het spoor van de
gerechtigheid, omwille van Zijn Naam
3
Hij leidt mij zachtjes
naar stille wateren
Betekenis
God voorziet mij van levengevend water.
Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende
beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-
ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten
drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.
Toepassing
Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze
dorstige zielen is.
Zie ook
Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1
De taak van een herder
De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen
onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-
wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden
halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van
de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent
zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht
houden tegen roofdieren.
6
Wat een herder doet
• De herder leidt schapen
naar een veilige weide.
• De herder beschermt
de schapen tegen allerlei
gevaren.
• De herder zorgt
dat de schapen
kunnen eten.
• De herder zorgt voor zieke
en zwakke dieren.
• De herder disciplineert
eigenzinnige schapen en
zoekt verdwaalde schapen op.
• De herder zorgt dat zijn
schapen niet de gewassen
van anderen op kunnen eten.
Wat Jezus doet
• Jezus roept discipelen om Hem te volgen
(Mattheüs 4:18-22).
• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven
om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,
Johannes 10:15).
• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood
des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,
Johannes 6:48-51).
• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen
(Mattheüs 14:14 & 34-36).
• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en
zoekt mensen die de weg kwijt zijn op
(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)
• Jezus leert zijn volgelingen om andere
mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)
Beeldspraak uit het herdersleven
LeidersProfeten, priesters en
Levieten
Jesaja 56:11, Ezechiël 34:
1-10, Zacharia 11:4-17
KoningenDavid en Cyrus
Psalm 78:70-72,
Jesaja 44:28
God
De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2
Helpers van GodOnderherders
Jeremia 23:1-4, Johannes
10:11-13, 1 Petrus 5:1-4
VijandenWilde dieren, wolven
en leeuwen
Mattheüs 7:15-16,
1 Petrus 5:8
Voorafbeeldingen
van Jezus
Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,
1 Samuël 16:11-13
ChristusDe herder, de goede
herder, de grote herder,
de opperherder
Ezechiël 37:24, Johannes
10:11, Hebreeën 13:20,
1 Petrus 5:4
Hij verkwikt mijn ziel
www.etzmedia.nl
EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN
Psalm 23
13
10
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij
U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders
BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.
ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13
BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.
Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.
ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?
Zie ookJohannes 10:9-15
BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34
BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.
Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.
Zie ookJohannes 3:16
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
U zalft mijn hoofd met olie
BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.
Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?
Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6
Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam
(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)
• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament
• Huisdier (2 Samuel 12:3)
• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8
De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen
• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden
Mijn beker vloeit over
BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.
Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil
Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19
BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.
Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld
of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven
Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.
Stok en staf in de Bijbel
StokTekstplaats
Bileam en zijn ezel
Numeri 22:27
De stok van Jonathan
1 Samuel 14:27
De stok als strafmiddel
Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24
De stok van God
Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5
De stok van de onderdrukker
Jesaja 9:4
De rechter van Israël met een stok geslagen
Micha 4:14
De stok van de Messias
Jesaja 11:4
De twee stokken bij de profeet Zacharia
Zacharia 11:7-14
StafTekstplaats
De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11
De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11
De staf bij de Paasmaaltijd
Exodus 12:11
De staf van de engel
Richteren 6:21
De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja
2 Samuel 23:21
De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31
Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt
Openbaring 11:1
De staf van de Messias
Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15
9
De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat
begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden
vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met
schapen en Gods zorg voor hen.
Oude TestamentNieuwe Testament
God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).
De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)
Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).
Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).
Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).
In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).
Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12
Schapen als beeldspraak
Beeld vanToelichting
BijbeltekstMensen voor wie God zorgt
Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22
Mensen zonder goede leiding
De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29
11
Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen
Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze
behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.
De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!
Psalm 23
Psalm 23 is één van de meest geliefde
delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht
over God en mensen spreekt over
vreugdes en angsten die iedereen kent.
Het herinnert ons aan Gods zorg en
liefde en maakt ons duidelijk dat wij
afhankelijk zijn van zijn goedheid.
Veel vergelijkingen in de psalm zijn
ontleend aan het buitenleven van een
herder met zijn schapen. Het gevolg
daarvan is dat mensen in onze tijd vaak
niet vertrouwd zijn met de achtergrond
en beeldspraak van Psalm 23. Als we de
betekenis van de woorden en beelden
in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen
we de boodschap beter begrijpen en de
schoonheid des te meer waarderen.
1 De HEERE is mijn Herder, mij
ontbreekt niets. 2 Hij doet mij
neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille
wateren. 3 Hij verkwikt mijn
ziel, Hij leidt mij in het spoor
van de gerechtigheid, omwille
van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook
door een dal vol schaduw van
de dood, ik zou geen kwaad
vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf, die ver-
troosten mij. 5 U maakt voor
mij de tafel gereed voor de
ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over. 6 Ja,
goedheid en goedertierenheid
zullen mij volgen al de dagen
van mijn leven. Ik zal in het
huis van de HEERE blijven tot
in lengte van dagen.
De zorg van
de herder
Psalm 23 leert ons dat we helemaal
aan God toebehoren, niet alleen
omdat Hij ons heeft gemaakt,
maar ook omdat Hij ons redt en
vernieuwt. De woordkeuze van de
psalm is daar een aanwijzing voor.
Vanaf vers 4 wordt niet meer over
God gesproken, maar tot God.
Dan gaat het ook niet meer over
schapen, maar over mensen. In de
eerste vier verzen voeren beelden
die met schapen te maken hebben
de boventoon zoals herder, weide,
stok en staf. Na vers vier zien we
aan de mensenwereld ontleende
beelden zoals tafel, beker en huis.
De overgang is subtiel, je zou er
zomaar overheen kunnen lezen.
De verandering weerspiegelt
de vernieuwing die in mensen
plaatsvindt als zij God met blijdschap
als hun herder aanvaarden. Als we
erkennen dat we God en zijn leiding
in ons leven nodig hebben, worden
we pas echt mens.
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene
Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze uitgave mag worden verveel-
voudigd, opgeslagen in een databank,
gepubliceerd op internet of worden
doorgegeven op welke wijze dan ook
zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
© 2008 Bristol Works, Inc.
Rose Publishing, LLC
Contributing Authors: William Brent
Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,
Professor of Old Testament Hebrew and
Literature.
All rights reserved. It is illegal to copy, transmit
electronically, or reproduce this pamphlet in
whole or in part in any form. May not be posted
or transmitted on the internet.
Betekenis
God geeft mij rust.
Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij
zijn van roofdieren, ziektes en honger en
ook geen conflicten hebben met ande-
re schapen. De herder moet zijn kudde
beschermen tegen gevaren van buitenaf
en van binnenuit. Hij moet weiden vinden
waar de schapen veilig kunnen eten – een
plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-
dieren, met veel groen gras. Dan kunnen
de schapen eten en tot rust komen.
Toepassing
We mogen rusten in Gods bescherming
en voorziening.
•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?
•Wat betekent ‘neerliggen in grazige
weiden‘ voor jou?
Zie ook
Mattheüs 11:28-30
Betekenis
God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.
Het kan gebeuren dat schapen op hun
rug gerold zijn en zelf niet meer overeind
kunnen komen. In de zomerzon zal een
schaap dat worstelt om weer op te staan
snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook
een gemakkelijke prooi voor roofdieren.
Ondersteboven met de poten zwaaiend
in de lucht is het schaap vermakelijk om
te zien – maar wel absoluut hulpeloos.
Toepassing
We mogen vertrouwen dat God in
onze geestelijke noden voorziet.
• Heb jij je weleens gevoeld als een
schaap dat niet meer overeind kon
komen?
Zie ook
Johannes 16:33, Johannes 17:13,
Psalm 42:12
Betekenis
God leidt ons op het rechte pad en zal
zijn beloften altijd houden.
Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen
hun weiden uitputten door overbegrazing
en moeten dus regelmatig naar andere
weidegronden geleid worden. Alleen de
herder weet welke plek de beste is en hoe
de kudde daar het beste kan komen. Hij
leidt hen omdat ze hem toebehoren.
Toepassing
We moeten Gods weg gaan, niet onze
eigen doodlopende wegen.
• Herken jij doodlopende wegen in je
leven die je voortaan links moet laten
liggen?
Zie ook
Johannes 10:4, Johannes 14:6
Betekenis
God leidt mij en zorgt voor mij.
Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn
volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder
houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-
herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-
baar te maken wiens eigendom zij zijn.
5
2
7
De HEERE is mijn Herder
Hij doet mij neerliggen
in grazige weiden
Het merk van
een christen
De Bijbel vertelt ons dat God ook
de gelovigen als zijn eigendom
heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13
zijn zij gemerkt met het zegel
(stempel) van de Heilige Geest.
Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-
telijke geloofstradities brengen als
een daad van toewijding het kruis
op de gelovige aan. Dat kan met
een handbeweging, olie, of op een
nog andere manier. In alle gevallen
is het bedoeld als symbool van een
diepere werkelijkheid.
Het merk van een christen houdt
lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1
Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop
als Hij zegt dat een discipel niet
boven zijn meester staat (Mat-
theüs 10:24-25). Toch is het merk
meer dan lijden alleen, want alle
mensen kennen het lijden. In het
hogepriesterlijk gebed, uitge-
sproken vlak voor Jezus‘ eigen
lijden aan het kruis, verbindt Hij
het lijden met eenheid in Gods
liefde (Johannes 17:15-23). Liefde
midden in het lijden, dat kenmerkt
christenen, dat is het zegel van
de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1
Korinthe 8:3).
Herders
Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat
zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij
begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.
Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament
Abel Genesis 4:2
Jabal Genesis 4:20
Abraham Genesis 13:2-6
Lot Genesis 13:5-6
Izak Genesis 26:17-33
Jakob Genesis 31:4
De zonen van Jakob Genesis 46:31-32
De dochters van Jethro Exodus 2:16
Mozes Exodus 3:1
David 1 Samuël 16:11
Uzzia 2 Kronieken 26:10
De Rechabieten Jeremia 35:6-10
Overdrachtelijk:
Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,
Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15
Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,
Ezechiël 34
Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28
Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8
De herders in de kerstnacht
Lukas 2:8-20
Overdrachtelijk voor Jezus:
De herder Mattheüs 26:31, Markus
14:27, 1 Petrus 2:25
De goede herder Johannes 10:11-16
De grote herder Hebreeën 13:20
De opperherder 1 Petrus 5:4
Toepassing
Wij zijn als schapen die God verzorgt
en leidt. We zijn zijn eigendom op 2
manieren: we behoren Hem toe omdat
Hij ons heeft gemaakt en we behoren
Hem toe omdat Hij ons heeft gered.
Als gelovigen zijn wij geroepen om met
Christus te lijden en zijn liefdesmerk te
dragen (Filippenzen 3:10).
•Heb jij in jouw leven de leiding van
God ervaren?
•Hoe ervaar jij Gods zorg?
Zie ook
Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31
Betekenis
In mijn diepste noden wordt voorzien.
Meer hoef ik niet te verlangen.
Sommige schapen ontwikkelen een
gewoonte om bij de herder vandaan te
zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.
Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-
gen, is het beter voor hun veiligheid om
bij de kudde te blijven. Een ronddolend
schaap is een eenvoudige prooi en al-
leen de waakzaamheid van een zorgza-
me herder kan bescherming bieden aan
schapen die geneigd zijn om te zwerven.
Schapen hebben individuele karakter-
trekken en eigenzinnige exemplaren
kunnen andere schapen zo beïnvloeden
dat ze ook gaan zwerven.
Toepassing
We hoeven het niet ergens anders te
zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods
bescherming en zorg voor ons.
Zie ook
Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7
4
Mij ontbreekt niets
Hij leidt mij in het spoor van de
gerechtigheid, omwille van Zijn Naam
3
Hij leidt mij zachtjes
naar stille wateren
Betekenis
God voorziet mij van levengevend water.
Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende
beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-
ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten
drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.
Toepassing
Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze
dorstige zielen is.
Zie ook
Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1
De taak van een herder
De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen
onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-
wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden
halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van
de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent
zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht
houden tegen roofdieren.
6
Wat een herder doet
• De herder leidt schapen
naar een veilige weide.
• De herder beschermt
de schapen tegen allerlei
gevaren.
• De herder zorgt
dat de schapen
kunnen eten.
• De herder zorgt voor zieke
en zwakke dieren.
• De herder disciplineert
eigenzinnige schapen en
zoekt verdwaalde schapen op.
• De herder zorgt dat zijn
schapen niet de gewassen
van anderen op kunnen eten.
Wat Jezus doet
• Jezus roept discipelen om Hem te volgen
(Mattheüs 4:18-22).
• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven
om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,
Johannes 10:15).
• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood
des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,
Johannes 6:48-51).
• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen
(Mattheüs 14:14 & 34-36).
• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en
zoekt mensen die de weg kwijt zijn op
(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)
• Jezus leert zijn volgelingen om andere
mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)
Beeldspraak uit het herdersleven
LeidersProfeten, priesters en
Levieten
Jesaja 56:11, Ezechiël 34:
1-10, Zacharia 11:4-17
KoningenDavid en Cyrus
Psalm 78:70-72,
Jesaja 44:28
God
De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2
Helpers van GodOnderherders
Jeremia 23:1-4, Johannes
10:11-13, 1 Petrus 5:1-4
VijandenWilde dieren, wolven
en leeuwen
Mattheüs 7:15-16,
1 Petrus 5:8
Voorafbeeldingen
van Jezus
Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,
1 Samuël 16:11-13
ChristusDe herder, de goede
herder, de grote herder,
de opperherder
Ezechiël 37:24, Johannes
10:11, Hebreeën 13:20,
1 Petrus 5:4
Hij verkwikt mijn ziel
www.etzmedia.nl
EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN
Psalm 23
13
10
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij
U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders
BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.
ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13
BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.
Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.
ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?
Zie ookJohannes 10:9-15
BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34
BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.
Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.
Zie ookJohannes 3:16
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
U zalft mijn hoofd met olie
BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.
Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?
Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6
Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam
(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)
• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament
• Huisdier (2 Samuel 12:3)
• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8
De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen
• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden
Mijn beker vloeit over
BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.
Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil
Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19
BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.
Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld
of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven
Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.
Stok en staf in de Bijbel
StokTekstplaats
Bileam en zijn ezel
Numeri 22:27
De stok van Jonathan
1 Samuel 14:27
De stok als strafmiddel
Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24
De stok van God
Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5
De stok van de onderdrukker
Jesaja 9:4
De rechter van Israël met een stok geslagen
Micha 4:14
De stok van de Messias
Jesaja 11:4
De twee stokken bij de profeet Zacharia
Zacharia 11:7-14
StafTekstplaats
De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11
De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11
De staf bij de Paasmaaltijd
Exodus 12:11
De staf van de engel
Richteren 6:21
De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja
2 Samuel 23:21
De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31
Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt
Openbaring 11:1
De staf van de Messias
Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15
9
De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat
begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden
vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met
schapen en Gods zorg voor hen.
Oude TestamentNieuwe Testament
God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).
De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)
Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).
Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).
Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).
In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).
Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12
Schapen als beeldspraak
Beeld vanToelichting
BijbeltekstMensen voor wie God zorgt
Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22
Mensen zonder goede leiding
De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29
11
Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen
Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze
behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.
De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!
Psalm 23
Psalm 23 is één van de meest geliefde
delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht
over God en mensen spreekt over
vreugdes en angsten die iedereen kent.
Het herinnert ons aan Gods zorg en
liefde en maakt ons duidelijk dat wij
afhankelijk zijn van zijn goedheid.
Veel vergelijkingen in de psalm zijn
ontleend aan het buitenleven van een
herder met zijn schapen. Het gevolg
daarvan is dat mensen in onze tijd vaak
niet vertrouwd zijn met de achtergrond
en beeldspraak van Psalm 23. Als we de
betekenis van de woorden en beelden
in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen
we de boodschap beter begrijpen en de
schoonheid des te meer waarderen.
1 De HEERE is mijn Herder, mij
ontbreekt niets. 2 Hij doet mij
neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille
wateren. 3 Hij verkwikt mijn
ziel, Hij leidt mij in het spoor
van de gerechtigheid, omwille
van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook
door een dal vol schaduw van
de dood, ik zou geen kwaad
vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf, die ver-
troosten mij. 5 U maakt voor
mij de tafel gereed voor de
ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over. 6 Ja,
goedheid en goedertierenheid
zullen mij volgen al de dagen
van mijn leven. Ik zal in het
huis van de HEERE blijven tot
in lengte van dagen.
De zorg van
de herder
Psalm 23 leert ons dat we helemaal
aan God toebehoren, niet alleen
omdat Hij ons heeft gemaakt,
maar ook omdat Hij ons redt en
vernieuwt. De woordkeuze van de
psalm is daar een aanwijzing voor.
Vanaf vers 4 wordt niet meer over
God gesproken, maar tot God.
Dan gaat het ook niet meer over
schapen, maar over mensen. In de
eerste vier verzen voeren beelden
die met schapen te maken hebben
de boventoon zoals herder, weide,
stok en staf. Na vers vier zien we
aan de mensenwereld ontleende
beelden zoals tafel, beker en huis.
De overgang is subtiel, je zou er
zomaar overheen kunnen lezen.
De verandering weerspiegelt
de vernieuwing die in mensen
plaatsvindt als zij God met blijdschap
als hun herder aanvaarden. Als we
erkennen dat we God en zijn leiding
in ons leven nodig hebben, worden
we pas echt mens.
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene
Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze uitgave mag worden verveel-
voudigd, opgeslagen in een databank,
gepubliceerd op internet of worden
doorgegeven op welke wijze dan ook
zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
© 2008 Bristol Works, Inc.
Rose Publishing, LLC
Contributing Authors: William Brent
Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,
Professor of Old Testament Hebrew and
Literature.
All rights reserved. It is illegal to copy, transmit
electronically, or reproduce this pamphlet in
whole or in part in any form. May not be posted
or transmitted on the internet.
Betekenis
God geeft mij rust.
Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij
zijn van roofdieren, ziektes en honger en
ook geen conflicten hebben met ande-
re schapen. De herder moet zijn kudde
beschermen tegen gevaren van buitenaf
en van binnenuit. Hij moet weiden vinden
waar de schapen veilig kunnen eten – een
plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-
dieren, met veel groen gras. Dan kunnen
de schapen eten en tot rust komen.
Toepassing
We mogen rusten in Gods bescherming
en voorziening.
•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?
•Wat betekent ‘neerliggen in grazige
weiden‘ voor jou?
Zie ook
Mattheüs 11:28-30
Betekenis
God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.
Het kan gebeuren dat schapen op hun
rug gerold zijn en zelf niet meer overeind
kunnen komen. In de zomerzon zal een
schaap dat worstelt om weer op te staan
snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook
een gemakkelijke prooi voor roofdieren.
Ondersteboven met de poten zwaaiend
in de lucht is het schaap vermakelijk om
te zien – maar wel absoluut hulpeloos.
Toepassing
We mogen vertrouwen dat God in
onze geestelijke noden voorziet.
• Heb jij je weleens gevoeld als een
schaap dat niet meer overeind kon
komen?
Zie ook
Johannes 16:33, Johannes 17:13,
Psalm 42:12
Betekenis
God leidt ons op het rechte pad en zal
zijn beloften altijd houden.
Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen
hun weiden uitputten door overbegrazing
en moeten dus regelmatig naar andere
weidegronden geleid worden. Alleen de
herder weet welke plek de beste is en hoe
de kudde daar het beste kan komen. Hij
leidt hen omdat ze hem toebehoren.
Toepassing
We moeten Gods weg gaan, niet onze
eigen doodlopende wegen.
• Herken jij doodlopende wegen in je
leven die je voortaan links moet laten
liggen?
Zie ook
Johannes 10:4, Johannes 14:6
Betekenis
God leidt mij en zorgt voor mij.
Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn
volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder
houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-
herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-
baar te maken wiens eigendom zij zijn.
5
2
7
De HEERE is mijn Herder
Hij doet mij neerliggen
in grazige weiden
Het merk van
een christen
De Bijbel vertelt ons dat God ook
de gelovigen als zijn eigendom
heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13
zijn zij gemerkt met het zegel
(stempel) van de Heilige Geest.
Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-
telijke geloofstradities brengen als
een daad van toewijding het kruis
op de gelovige aan. Dat kan met
een handbeweging, olie, of op een
nog andere manier. In alle gevallen
is het bedoeld als symbool van een
diepere werkelijkheid.
Het merk van een christen houdt
lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1
Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop
als Hij zegt dat een discipel niet
boven zijn meester staat (Mat-
theüs 10:24-25). Toch is het merk
meer dan lijden alleen, want alle
mensen kennen het lijden. In het
hogepriesterlijk gebed, uitge-
sproken vlak voor Jezus‘ eigen
lijden aan het kruis, verbindt Hij
het lijden met eenheid in Gods
liefde (Johannes 17:15-23). Liefde
midden in het lijden, dat kenmerkt
christenen, dat is het zegel van
de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1
Korinthe 8:3).
Herders
Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat
zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij
begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.
Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament
Abel Genesis 4:2
Jabal Genesis 4:20
Abraham Genesis 13:2-6
Lot Genesis 13:5-6
Izak Genesis 26:17-33
Jakob Genesis 31:4
De zonen van Jakob Genesis 46:31-32
De dochters van Jethro Exodus 2:16
Mozes Exodus 3:1
David 1 Samuël 16:11
Uzzia 2 Kronieken 26:10
De Rechabieten Jeremia 35:6-10
Overdrachtelijk:
Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,
Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15
Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,
Ezechiël 34
Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28
Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8
De herders in de kerstnacht
Lukas 2:8-20
Overdrachtelijk voor Jezus:
De herder Mattheüs 26:31, Markus
14:27, 1 Petrus 2:25
De goede herder Johannes 10:11-16
De grote herder Hebreeën 13:20
De opperherder 1 Petrus 5:4
Toepassing
Wij zijn als schapen die God verzorgt
en leidt. We zijn zijn eigendom op 2
manieren: we behoren Hem toe omdat
Hij ons heeft gemaakt en we behoren
Hem toe omdat Hij ons heeft gered.
Als gelovigen zijn wij geroepen om met
Christus te lijden en zijn liefdesmerk te
dragen (Filippenzen 3:10).
•Heb jij in jouw leven de leiding van
God ervaren?
•Hoe ervaar jij Gods zorg?
Zie ook
Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31
Betekenis
In mijn diepste noden wordt voorzien.
Meer hoef ik niet te verlangen.
Sommige schapen ontwikkelen een
gewoonte om bij de herder vandaan te
zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.
Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-
gen, is het beter voor hun veiligheid om
bij de kudde te blijven. Een ronddolend
schaap is een eenvoudige prooi en al-
leen de waakzaamheid van een zorgza-
me herder kan bescherming bieden aan
schapen die geneigd zijn om te zwerven.
Schapen hebben individuele karakter-
trekken en eigenzinnige exemplaren
kunnen andere schapen zo beïnvloeden
dat ze ook gaan zwerven.
Toepassing
We hoeven het niet ergens anders te
zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods
bescherming en zorg voor ons.
Zie ook
Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7
4
Mij ontbreekt niets
Hij leidt mij in het spoor van de
gerechtigheid, omwille van Zijn Naam
3
Hij leidt mij zachtjes
naar stille wateren
Betekenis
God voorziet mij van levengevend water.
Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende
beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-
ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten
drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.
Toepassing
Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze
dorstige zielen is.
Zie ook
Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1
De taak van een herder
De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen
onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-
wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden
halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van
de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent
zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht
houden tegen roofdieren.
6
Wat een herder doet
• De herder leidt schapen
naar een veilige weide.
• De herder beschermt
de schapen tegen allerlei
gevaren.
• De herder zorgt
dat de schapen
kunnen eten.
• De herder zorgt voor zieke
en zwakke dieren.
• De herder disciplineert
eigenzinnige schapen en
zoekt verdwaalde schapen op.
• De herder zorgt dat zijn
schapen niet de gewassen
van anderen op kunnen eten.
Wat Jezus doet
• Jezus roept discipelen om Hem te volgen
(Mattheüs 4:18-22).
• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven
om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,
Johannes 10:15).
• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood
des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,
Johannes 6:48-51).
• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen
(Mattheüs 14:14 & 34-36).
• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en
zoekt mensen die de weg kwijt zijn op
(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)
• Jezus leert zijn volgelingen om andere
mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)
Beeldspraak uit het herdersleven
LeidersProfeten, priesters en
Levieten
Jesaja 56:11, Ezechiël 34:
1-10, Zacharia 11:4-17
KoningenDavid en Cyrus
Psalm 78:70-72,
Jesaja 44:28
God
De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2
Helpers van GodOnderherders
Jeremia 23:1-4, Johannes
10:11-13, 1 Petrus 5:1-4
VijandenWilde dieren, wolven
en leeuwen
Mattheüs 7:15-16,
1 Petrus 5:8
Voorafbeeldingen
van Jezus
Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,
1 Samuël 16:11-13
ChristusDe herder, de goede
herder, de grote herder,
de opperherder
Ezechiël 37:24, Johannes
10:11, Hebreeën 13:20,
1 Petrus 5:4
Hij verkwikt mijn ziel
www.etzmedia.nl
EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN
Psalm 23
13
10
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij
U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders
BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.
ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13
BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.
Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.
ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?
Zie ookJohannes 10:9-15
BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34
BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.
Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.
Zie ookJohannes 3:16
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij
U zalft mijn hoofd met olie
BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.
Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?
Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6
Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam
(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)
• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament
• Huisdier (2 Samuel 12:3)
• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8
De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen
• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden
Mijn beker vloeit over
BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.
Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil
Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19
BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.
Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld
of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.
ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven
Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.
Stok en staf in de Bijbel
StokTekstplaats
Bileam en zijn ezel
Numeri 22:27
De stok van Jonathan
1 Samuel 14:27
De stok als strafmiddel
Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24
De stok van God
Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5
De stok van de onderdrukker
Jesaja 9:4
De rechter van Israël met een stok geslagen
Micha 4:14
De stok van de Messias
Jesaja 11:4
De twee stokken bij de profeet Zacharia
Zacharia 11:7-14
StafTekstplaats
De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11
De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren
Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11
De staf bij de Paasmaaltijd
Exodus 12:11
De staf van de engel
Richteren 6:21
De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja
2 Samuel 23:21
De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31
Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt
Openbaring 11:1
De staf van de Messias
Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15
9
De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat
begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden
vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met
schapen en Gods zorg voor hen.
Oude TestamentNieuwe Testament
God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).
De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)
Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).
Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).
Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).
In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).
Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12
Schapen als beeldspraak
Beeld vanToelichting
BijbeltekstMensen voor wie God zorgt
Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22
Mensen zonder goede leiding
De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29
11
Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen
Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze
behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.
De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!
Voorafscha-duwing (type)
Oude Testament
Nieuwe Testament
BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL
De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen
Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.
Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14
En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.
En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER
De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.
Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.
Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11
En de priester (...) moet de verzoening doen...
Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...
HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.
Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.
Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12
Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar
God is- Gemaakt van
acaciahout- Met goud
overdekt
- Jezus is God in menselijke gedaante.
- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.
- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.
Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4
Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.
IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN
De wet die door God was gegeven.
Jezus kwam om de wet te vervullen.
Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON
De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.
Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.
Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2
Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.
IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA
In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.
Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.
Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.
DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS
De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51
God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag
(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.
Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29
Onyxstenen op de schouderstukken van de efod
Exodus 28:6-14
Vuurschaal vol vurige kolen
Leviticus 16:12-13
Efod Exodus 28:6-7
Bovenkleed Exodus 28:31-34
Tulband van fijn linnen
Exodus 28:39
Gordel van borduurwerk Exodus 28:39
Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39
Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34
Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36
De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30
Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)
Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7
Bloed van Christus
Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8
Effectiviteit van het offer
Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4
Eens en voor altijd afdoende
Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer
Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer
Voor een be-paalde periode
Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4
Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15
Gevolg van het offer
Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25
Volkomen, voor altijd
Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12
Vergeving van zonden
9
10
11
DE HOGEPRIESTER
DE OFFERS IN DE TABERNAKEL
12
13
14
DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND
Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover
God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van
iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.
Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.
Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.
Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.
Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31
KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-
blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE
en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de
stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.
Numeri 1:51
KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband
waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op
de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook
in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen
van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods
aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods
wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met
het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-
geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.
Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar
bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook
te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij
bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het
lichaam van een dode.
Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22
KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,
maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in
tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.
Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-
digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht
op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het
heiligdom van God. Hebreeën 10:19
DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het
kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij
zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood
die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook
volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-
ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten
behoeve van ons. Hebreeën 7:25
Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21
SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10
Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7
Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18
GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11
God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16
God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7
OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1
ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7
De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35
Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20
Omstreeks 1450 voor Christus
Omstreeks 1400 voor Christus
Omstreeks 1000 voor Christus
Omstreeks 500 voor Christus
God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25
Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10
De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6
De ark in Bethel Richteren 20:26-27
De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6
De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19
Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29
Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17
De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2
De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is
1 Samuël 3:3
De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8
De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15
Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.
Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS
Het interieurDe verering van God
De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen
De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester
de Tabernakel
6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)
De priester ging de tabernakel binnen door de
gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond
uit twee delen, het Heilige en het Heilige der
Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:
A Een dekkleed van geitenhaar en linnen
B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden
C Een dekkleed van zeekoeienhuiden
D Achtenveertig planken van acaciahout
E Honderd zilveren voetstukken (onder de
planken en onder de pilaren)
F Verbindingen
G Pilaren
H Gordijnen voor de ingang
Exodus 25-26
30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)
7 HET HEILIGE
De priesters gingen elke dag het Heilige binnen
om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-
den zich de tafel voor de toonbroden, de
zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-
feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde
de afscheiding naar een kleinere ruimte achter
het Heilige: het Heilige der Heiligen.
Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6
20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)
8 DE GOUDEN KANDELAAR
De kandelaar zorgde voor
licht in het Heilige, waar het
anders donker zou zijn geweest.
De priesters knipten de lonten bij
om het licht helder te laten schijnen.
De kandelaar was één stuk gedre-
ven werk van zuiver goud. Vanuit de
centrale schacht staken zes armen
uit, drie aan elke kant, zodat de
kandelaar zeven armen had. Elke
arm was versierd met knoppen,
bloesem en een amandelvormige
kom voor de zuivere olijfolie.
Exodus 25:31-40
De maat van de kandelaar is onbekend.
9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN
Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de
priesters twaalf broden van fijn meel, die de
twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-
den. De broden waren een voortdurend aan-
denken aan de eeuwige band tussen God en
de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn
volk van voedsel voorziet. De broden werden
door Aäron en zijn zonen gegeten en werden
elke week op de sabbathdag vervangen. De
tafel voor de toonbroden was gemaakt van
acaciahout, over-
trokken met
een laagje
goud.
Met goud
overtrok-
ken draag-
bomen waren
door ringen gesto-
ken die aan de hoeken
van de tafel bevestigd waren.
De tafel had ook een sierlijst met een gouden
rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,
kannen en kommen bij.
Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2
2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)
10 HET REUKOFFERALTAAR
De hogepriester brandde elke morgen en
avond wierook op het reukofferaltaar. Het had
een sierrand en hoorns op de vier hoeken van
het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-
dag, werden de hoorns van het altaar bespren-
keld met het bloed van het zondoffer.
God wilde dat er voortdurend wierook van een
speciale samenstelling op het reukofferaltaar
zou branden. Alleen dit speciale mengsel van
specerijen mocht in de tabernakel gebruikt
worden, geen ander. Het voorschrift was een
zaak van leven en dood: toen twee zonen van
Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,
verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar
waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het
reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,
overdekt met goud.
In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het
Heilige van de tempel als hem een engel ver-
schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.
Zacharias wordt door vrees overvallen. De
engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden
heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig
een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-
ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten
bekeren tot de Heer, hun God.
11 HET VOORHANGSEL
Het voorhangsel
was de afscheiding
tussen het Heilige
en het Heilige der
Heiligen, waar de
ark van het ver-
bond zich bevond.
Het voorhangsel
was een symbool
van de afstand
tussen God en mens. Alleen de hogepriester
kon in het Heilige der Heilige binnengaan.
Het voorhangsel bestond uit zware, geweven
doeken. Omdat er geen toegang in het midden
was, moest de hogepriester aan de zijkant
langs het voorhangsel. Het voorhangsel was
gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen
en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn
linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het
hing met gouden haken op aan vier pilaren van
acaciahout die met goud overtrokken waren en
zilveren voetstukken hadden.
Ook de tempel die later in plaats van de taber-
nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus
stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar
beneden. Het scheuren symboliseerde dat door
de dood van Jezus voortaan iedere gelovige
toestemming had om in de nabijheid van God
te komen, niet meer alleen de hogepriester één
keer per jaar.
Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20
10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)
12 HET HEILIGE DER HEILIGEN
De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen
slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-
zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark
van het verbond. De glorie van God rustte op het
deksel van de ark van het verbond, het verzoen-
deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad
sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om
verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden
en die van het volk Israël.
Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3
10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)
13 DE ARK VAN HET VERBOND
(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)
De plek van de ark in het Heilige der Heiligen
was de centrale plaats van de hele tabernakel.
Hier sprak God tot de hogepriester van boven
het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.
Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op
het verzoendeksel om verzoening te doen voor
de zonden van het hele volk. Dan was het weer
goed tussen God en zijn volk. God maakte een
stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-
heid dat mensen Hem zouden kennen.
De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met
goud en met een sierrand. In vier gouden ringen
waren draagbomen aangebracht. De draagbo-
men waren van hout overtrokken met goud. Het
verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.
De ark bevatte:
1. De stenen tafelen met de Tien Geboden
(de getuigenis), door God gegeven. De wet
herinnerde de mensen eraan dat God hen zou
beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.
2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de
mensen eraan dat God voortdurend voor hen
zorgde.
3. De staf van Aäron die was uitgelopen en
vrucht had gedragen. De staf herinnerde de
mensen eraan dat God leven kan laten voort-
komen uit wat dood is.
Johannes 6:44, Efeze 2:
8-9, Exodus 25:10-16,
Hebreeën 9:4
2,5 el lang, 1,5
el breed en 1,5
el hoog (1,15 x 0,69 x
0,69 meter)
14 HET VERZOENDEKSEL
Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool
voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.
Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-
deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in
plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was
van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde
cherubs waren op het verzoendeksel aange-
bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten
naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was
geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.
Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5
2,5 el lang en 1,5
el breed
(1,15 x
0,69
meter)
15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR
De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in
een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De
wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,
direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of
vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-
raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk
weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten
hun kamp op tot de wolk weer bewoog.
Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38
In de tabernakel
Omgang met God door Christus
Het brandofferaltaar
Het offer van Christus
Het koperen wasvat
Reiniging door schuldbelijdenis
De gouden kandelaar
Verlichting door de Heilige Geest
De tafel voor de toonbroden
Geestelijke voeding door het levende Woord
Het reukofferaltaar
Gebed, omgang met God, voorbede
Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen
binnengaan
Door Christus vrijmoedig tot God naderen
Diendende priesters
Dienende gelovigen
Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:
• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19
•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38
•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9
•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25
100 el / 46 meter
50 el / 23
meter
10 el20 el
Heilige der
Heiligen
met de Ark van
het verbond
Het Heilige met
Reukofferaltaar,
Tafel voor de toonbroden,
Kandelaaringang
20 el
Voorhangsel
N
W
Z
O
Koperen wasvat
BrandofferaltaarDe stam
Efraïm
40.500
De stam
Manasse
32.200
De stam
Benjamin
35.400
De stam
Issaschar
54.400
De stam
Juda
74.600
De stam
Gad
45.650
De stam
Simeon
59.300
De stam
Ruben
46.500
De stam
Naftali
53.400
De stam
Aser
41.500
De stam
Dan
62.700
1 el = 46 centimeter
De nakomelingen van Merari (Numeri 3)
De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)
De
nako
mel
inge
n va
n G
erso
n (N
umer
i 3)
Mozes,
Aäron
en zijn
zonen
(Num. 3)
De stam
Zebulon
57.400
1.a
1.b
1.d
2.a
3
5
12
11
13
14
7
8
9
10
2.b
2.c
6.a
6.b
6.c
6.d
6.e
6.f
6.g
6.h
4
1.c
15
De tabernakel
Exodus 25-40, Hebreeën 9-13
Wat is de tabernakel?
De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘
die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij
zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten
onderhouden en met hen communiceren.
De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden
gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel
bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten
om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.
gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige
tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning
Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok
bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van
Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.
IN DE VOORHOF
IN DE TABERNAKEL
IN DE TABERNAKEL
DE TABERNAKEL
1 DE INGANG VAN DE VOORHOF
Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of
vanwege zonde ging allereerst door de ingang
van de voorhof naar binnen.
A Hangende gordijnen (blauw, purper,
scharlaken, wit)
B Koperen pilaren
C Voetstukken van koper
D Bovenop de pilaren haken en verbindings-
stukken van zilver
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9
20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)
2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)
Na het passeren van de poort kwam men in de
voorhof. De omheining van de voorhof bestond
uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die
rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters
uit de stam van Levi hadden toestemming om de
tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de
omheining als bescherming zodat mensen niet
per ongeluk te dichtbij zouden komen.
A Linnen kleden
B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-
dingsstukken
C Koperen haringen voor stabilisatie
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33
100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)
3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)
God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een
heilig God wonen tussen mensen die zondig
zijn? God wilde dat mensen een offer zouden
brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva
al verteld dat het resultaat van de zonde de dood
zou zijn. Toch was God genadig voor hen en
voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te
verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk
te sterven, maar het bloed van een dier bedekte
hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om
dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen
de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-
ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om
een perfect offerdier zonder gebreken want:
• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig
mens die straf had verdiend.
• God wilde dat mensen het offer serieus
zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het
kostbaar zou zijn.
• Het dier zonder
gebrek was een
voorafschadu-
wing van Jezus, die
een perfect offer
bracht dat de zonde
eens en voor altijd verzoent.
Omdat de offers de zonden van het volk alleen
tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-
ferd worden. Als het offer gebracht werd legden
de mensen hun hand op de kop van het dier.
Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden
over, en het dier stierf in hun plaats.
Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt
met een laagje koper. De vier hoeken hadden
hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-
bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as
te verzamelen). Een koperen rooster met een
ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.
Draagstokken van acaciahout dat met koper
overtrokken was werden gebruikt om het altaar
te kunnen dragen.
Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus
1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën
9:25, 10:10 en 26-31.
5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)
4 OFFERS OP HET ALTAAR
Op het altaar werden verschillende soorten
offers gebracht:
• brandoffers van stieren, schapen, geiten of
duiven
• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel
• vredeoffers van een geit of lam
• zondeoffers van een stier of lam
• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde
(lam, jonge geit of duif) of van graan
Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.
5 KOPEREN WASVAT
Als het offerdier aan de
priesters was overgedra-
gen, kwamen gewone
mensen het heiligdom
niet verder binnen. De
priesters handelden na-
mens hen. Na het brengen
van het offer waste de priester
zichzelf bij het wasvat. Deze
wassing reinigde de priester en maakte hem
klaar om de tabernakel binnen te gaan. God
had gezegd dat een priester zich eerst moest
wassen, anders zou hij sterven.
Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels
die door vrouwen waren geschonken, waar-
door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de
priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich
nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren
dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein
hart nodig hebben.
Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.
Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.
De maat van het wasvat is onbekend.
Exodus 30:1-10,
Hebreeën 9:2
1 el lang, 1 el breed
en 2 el hoog (0,46 x
0,46 x 0,92 meter)
5
6
7
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel
in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.
Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze
uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een databank, gepubliceerd
op internet of worden doorgegeven op
welke wijze dan ook zonder de voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Bijbelwijzer de Tabernakel
© 2006, 2013 RW Research, Inc.
Rose Publishing, LLC
All rights reserved. It is illegal to copy,
transmit electronically, or reproduce
this pamphlet in whole or in part
in any form. May not be posted or
transmitted on the internet.
www.etzmedia.nl
NOZ
W
Voorafscha-duwing (type)
Oude Testament
Nieuwe Testament
BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL
De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen
Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.
Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14
En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.
En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER
De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.
Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.
Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11
En de priester (...) moet de verzoening doen...
Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...
HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.
Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.
Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12
Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar
God is- Gemaakt van
acaciahout- Met goud
overdekt
- Jezus is God in menselijke gedaante.
- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.
- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.
Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4
Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.
IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN
De wet die door God was gegeven.
Jezus kwam om de wet te vervullen.
Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON
De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.
Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.
Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2
Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.
IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA
In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.
Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.
Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.
DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS
De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51
God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag
(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.
Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29
Onyxstenen op de schouderstukken van de efod
Exodus 28:6-14
Vuurschaal vol vurige kolen
Leviticus 16:12-13
Efod Exodus 28:6-7
Bovenkleed Exodus 28:31-34
Tulband van fijn linnen
Exodus 28:39
Gordel van borduurwerk Exodus 28:39
Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39
Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34
Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36
De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30
Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)
Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7
Bloed van Christus
Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8
Effectiviteit van het offer
Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4
Eens en voor altijd afdoende
Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer
Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer
Voor een be-paalde periode
Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4
Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15
Gevolg van het offer
Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25
Volkomen, voor altijd
Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12
Vergeving van zonden
9
10
11
DE HOGEPRIESTER
DE OFFERS IN DE TABERNAKEL
12
13
14
DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND
Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover
God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van
iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.
Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.
Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.
Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.
Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31
KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-
blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE
en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de
stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.
Numeri 1:51
KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband
waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op
de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook
in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen
van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods
aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods
wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met
het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-
geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.
Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar
bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook
te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij
bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het
lichaam van een dode.
Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22
KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,
maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in
tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.
Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-
digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht
op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het
heiligdom van God. Hebreeën 10:19
DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het
kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij
zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood
die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook
volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-
ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten
behoeve van ons. Hebreeën 7:25
Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21
SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10
Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7
Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18
GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11
God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16
God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7
OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1
ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7
De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35
Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20
Omstreeks 1450 voor Christus
Omstreeks 1400 voor Christus
Omstreeks 1000 voor Christus
Omstreeks 500 voor Christus
God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25
Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10
De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6
De ark in Bethel Richteren 20:26-27
De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6
De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19
Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29
Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17
De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2
De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is
1 Samuël 3:3
De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8
De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15
Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.
Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS
Het interieurDe verering van God
De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen
De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester
de Tabernakel
6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)
De priester ging de tabernakel binnen door de
gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond
uit twee delen, het Heilige en het Heilige der
Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:
A Een dekkleed van geitenhaar en linnen
B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden
C Een dekkleed van zeekoeienhuiden
D Achtenveertig planken van acaciahout
E Honderd zilveren voetstukken (onder de
planken en onder de pilaren)
F Verbindingen
G Pilaren
H Gordijnen voor de ingang
Exodus 25-26
30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)
7 HET HEILIGE
De priesters gingen elke dag het Heilige binnen
om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-
den zich de tafel voor de toonbroden, de
zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-
feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde
de afscheiding naar een kleinere ruimte achter
het Heilige: het Heilige der Heiligen.
Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6
20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)
8 DE GOUDEN KANDELAAR
De kandelaar zorgde voor
licht in het Heilige, waar het
anders donker zou zijn geweest.
De priesters knipten de lonten bij
om het licht helder te laten schijnen.
De kandelaar was één stuk gedre-
ven werk van zuiver goud. Vanuit de
centrale schacht staken zes armen
uit, drie aan elke kant, zodat de
kandelaar zeven armen had. Elke
arm was versierd met knoppen,
bloesem en een amandelvormige
kom voor de zuivere olijfolie.
Exodus 25:31-40
De maat van de kandelaar is onbekend.
9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN
Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de
priesters twaalf broden van fijn meel, die de
twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-
den. De broden waren een voortdurend aan-
denken aan de eeuwige band tussen God en
de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn
volk van voedsel voorziet. De broden werden
door Aäron en zijn zonen gegeten en werden
elke week op de sabbathdag vervangen. De
tafel voor de toonbroden was gemaakt van
acaciahout, over-
trokken met
een laagje
goud.
Met goud
overtrok-
ken draag-
bomen waren
door ringen gesto-
ken die aan de hoeken
van de tafel bevestigd waren.
De tafel had ook een sierlijst met een gouden
rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,
kannen en kommen bij.
Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2
2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)
10 HET REUKOFFERALTAAR
De hogepriester brandde elke morgen en
avond wierook op het reukofferaltaar. Het had
een sierrand en hoorns op de vier hoeken van
het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-
dag, werden de hoorns van het altaar bespren-
keld met het bloed van het zondoffer.
God wilde dat er voortdurend wierook van een
speciale samenstelling op het reukofferaltaar
zou branden. Alleen dit speciale mengsel van
specerijen mocht in de tabernakel gebruikt
worden, geen ander. Het voorschrift was een
zaak van leven en dood: toen twee zonen van
Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,
verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar
waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het
reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,
overdekt met goud.
In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het
Heilige van de tempel als hem een engel ver-
schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.
Zacharias wordt door vrees overvallen. De
engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden
heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig
een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-
ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten
bekeren tot de Heer, hun God.
11 HET VOORHANGSEL
Het voorhangsel
was de afscheiding
tussen het Heilige
en het Heilige der
Heiligen, waar de
ark van het ver-
bond zich bevond.
Het voorhangsel
was een symbool
van de afstand
tussen God en mens. Alleen de hogepriester
kon in het Heilige der Heilige binnengaan.
Het voorhangsel bestond uit zware, geweven
doeken. Omdat er geen toegang in het midden
was, moest de hogepriester aan de zijkant
langs het voorhangsel. Het voorhangsel was
gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen
en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn
linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het
hing met gouden haken op aan vier pilaren van
acaciahout die met goud overtrokken waren en
zilveren voetstukken hadden.
Ook de tempel die later in plaats van de taber-
nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus
stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar
beneden. Het scheuren symboliseerde dat door
de dood van Jezus voortaan iedere gelovige
toestemming had om in de nabijheid van God
te komen, niet meer alleen de hogepriester één
keer per jaar.
Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20
10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)
12 HET HEILIGE DER HEILIGEN
De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen
slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-
zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark
van het verbond. De glorie van God rustte op het
deksel van de ark van het verbond, het verzoen-
deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad
sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om
verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden
en die van het volk Israël.
Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3
10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)
13 DE ARK VAN HET VERBOND
(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)
De plek van de ark in het Heilige der Heiligen
was de centrale plaats van de hele tabernakel.
Hier sprak God tot de hogepriester van boven
het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.
Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op
het verzoendeksel om verzoening te doen voor
de zonden van het hele volk. Dan was het weer
goed tussen God en zijn volk. God maakte een
stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-
heid dat mensen Hem zouden kennen.
De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met
goud en met een sierrand. In vier gouden ringen
waren draagbomen aangebracht. De draagbo-
men waren van hout overtrokken met goud. Het
verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.
De ark bevatte:
1. De stenen tafelen met de Tien Geboden
(de getuigenis), door God gegeven. De wet
herinnerde de mensen eraan dat God hen zou
beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.
2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de
mensen eraan dat God voortdurend voor hen
zorgde.
3. De staf van Aäron die was uitgelopen en
vrucht had gedragen. De staf herinnerde de
mensen eraan dat God leven kan laten voort-
komen uit wat dood is.
Johannes 6:44, Efeze 2:
8-9, Exodus 25:10-16,
Hebreeën 9:4
2,5 el lang, 1,5
el breed en 1,5
el hoog (1,15 x 0,69 x
0,69 meter)
14 HET VERZOENDEKSEL
Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool
voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.
Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-
deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in
plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was
van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde
cherubs waren op het verzoendeksel aange-
bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten
naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was
geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.
Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5
2,5 el lang en 1,5
el breed
(1,15 x
0,69
meter)
15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR
De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in
een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De
wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,
direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of
vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-
raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk
weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten
hun kamp op tot de wolk weer bewoog.
Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38
In de tabernakel
Omgang met God door Christus
Het brandofferaltaar
Het offer van Christus
Het koperen wasvat
Reiniging door schuldbelijdenis
De gouden kandelaar
Verlichting door de Heilige Geest
De tafel voor de toonbroden
Geestelijke voeding door het levende Woord
Het reukofferaltaar
Gebed, omgang met God, voorbede
Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen
binnengaan
Door Christus vrijmoedig tot God naderen
Diendende priesters
Dienende gelovigen
Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:
• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19
•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38
•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9
•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25
100 el / 46 meter
50 el / 23
meter
10 el20 el
Heilige der
Heiligen
met de Ark van
het verbond
Het Heilige met
Reukofferaltaar,
Tafel voor de toonbroden,
Kandelaaringang
20 el
Voorhangsel
N
W
Z
O
Koperen wasvat
BrandofferaltaarDe stam
Efraïm
40.500
De stam
Manasse
32.200
De stam
Benjamin
35.400
De stam
Issaschar
54.400
De stam
Juda
74.600
De stam
Gad
45.650
De stam
Simeon
59.300
De stam
Ruben
46.500
De stam
Naftali
53.400
De stam
Aser
41.500
De stam
Dan
62.700
1 el = 46 centimeter
De nakomelingen van Merari (Numeri 3)
De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)
De
nako
mel
inge
n va
n G
erso
n (N
umer
i 3)
Mozes,
Aäron
en zijn
zonen
(Num. 3)
De stam
Zebulon
57.400
1.a
1.b
1.d
2.a
3
5
12
11
13
14
7
8
9
10
2.b
2.c
6.a
6.b
6.c
6.d
6.e
6.f
6.g
6.h
4
1.c
15
De tabernakel
Exodus 25-40, Hebreeën 9-13
Wat is de tabernakel?
De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘
die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij
zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten
onderhouden en met hen communiceren.
De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden
gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel
bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten
om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.
gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige
tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning
Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok
bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van
Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.
IN DE VOORHOF
IN DE TABERNAKEL
IN DE TABERNAKEL
DE TABERNAKEL
1 DE INGANG VAN DE VOORHOF
Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of
vanwege zonde ging allereerst door de ingang
van de voorhof naar binnen.
A Hangende gordijnen (blauw, purper,
scharlaken, wit)
B Koperen pilaren
C Voetstukken van koper
D Bovenop de pilaren haken en verbindings-
stukken van zilver
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9
20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)
2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)
Na het passeren van de poort kwam men in de
voorhof. De omheining van de voorhof bestond
uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die
rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters
uit de stam van Levi hadden toestemming om de
tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de
omheining als bescherming zodat mensen niet
per ongeluk te dichtbij zouden komen.
A Linnen kleden
B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-
dingsstukken
C Koperen haringen voor stabilisatie
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33
100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)
3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)
God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een
heilig God wonen tussen mensen die zondig
zijn? God wilde dat mensen een offer zouden
brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva
al verteld dat het resultaat van de zonde de dood
zou zijn. Toch was God genadig voor hen en
voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te
verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk
te sterven, maar het bloed van een dier bedekte
hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om
dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen
de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-
ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om
een perfect offerdier zonder gebreken want:
• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig
mens die straf had verdiend.
• God wilde dat mensen het offer serieus
zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het
kostbaar zou zijn.
• Het dier zonder
gebrek was een
voorafschadu-
wing van Jezus, die
een perfect offer
bracht dat de zonde
eens en voor altijd verzoent.
Omdat de offers de zonden van het volk alleen
tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-
ferd worden. Als het offer gebracht werd legden
de mensen hun hand op de kop van het dier.
Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden
over, en het dier stierf in hun plaats.
Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt
met een laagje koper. De vier hoeken hadden
hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-
bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as
te verzamelen). Een koperen rooster met een
ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.
Draagstokken van acaciahout dat met koper
overtrokken was werden gebruikt om het altaar
te kunnen dragen.
Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus
1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën
9:25, 10:10 en 26-31.
5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)
4 OFFERS OP HET ALTAAR
Op het altaar werden verschillende soorten
offers gebracht:
• brandoffers van stieren, schapen, geiten of
duiven
• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel
• vredeoffers van een geit of lam
• zondeoffers van een stier of lam
• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde
(lam, jonge geit of duif) of van graan
Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.
5 KOPEREN WASVAT
Als het offerdier aan de
priesters was overgedra-
gen, kwamen gewone
mensen het heiligdom
niet verder binnen. De
priesters handelden na-
mens hen. Na het brengen
van het offer waste de priester
zichzelf bij het wasvat. Deze
wassing reinigde de priester en maakte hem
klaar om de tabernakel binnen te gaan. God
had gezegd dat een priester zich eerst moest
wassen, anders zou hij sterven.
Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels
die door vrouwen waren geschonken, waar-
door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de
priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich
nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren
dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein
hart nodig hebben.
Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.
Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.
De maat van het wasvat is onbekend.
Exodus 30:1-10,
Hebreeën 9:2
1 el lang, 1 el breed
en 2 el hoog (0,46 x
0,46 x 0,92 meter)
5
6
7
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel
in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.
Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze
uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een databank, gepubliceerd
op internet of worden doorgegeven op
welke wijze dan ook zonder de voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Bijbelwijzer de Tabernakel
© 2006, 2013 RW Research, Inc.
Rose Publishing, LLC
All rights reserved. It is illegal to copy,
transmit electronically, or reproduce
this pamphlet in whole or in part
in any form. May not be posted or
transmitted on the internet.
www.etzmedia.nl
NOZ
W
Voorafscha-duwing (type)
Oude Testament
Nieuwe Testament
BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL
De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen
Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.
Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14
En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.
En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER
De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.
Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.
Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11
En de priester (...) moet de verzoening doen...
Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...
HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.
Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.
Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12
Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar
God is- Gemaakt van
acaciahout- Met goud
overdekt
- Jezus is God in menselijke gedaante.
- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.
- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.
Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4
Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.
IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN
De wet die door God was gegeven.
Jezus kwam om de wet te vervullen.
Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON
De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.
Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.
Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2
Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.
IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA
In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.
Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.
Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.
DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS
De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51
God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag
(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.
Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29
Onyxstenen op de schouderstukken van de efod
Exodus 28:6-14
Vuurschaal vol vurige kolen
Leviticus 16:12-13
Efod Exodus 28:6-7
Bovenkleed Exodus 28:31-34
Tulband van fijn linnen
Exodus 28:39
Gordel van borduurwerk Exodus 28:39
Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39
Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34
Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36
De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30
Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)
Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7
Bloed van Christus
Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8
Effectiviteit van het offer
Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4
Eens en voor altijd afdoende
Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer
Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer
Voor een be-paalde periode
Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4
Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15
Gevolg van het offer
Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25
Volkomen, voor altijd
Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12
Vergeving van zonden
9
10
11
DE HOGEPRIESTER
DE OFFERS IN DE TABERNAKEL
12
13
14
DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND
Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover
God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van
iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.
Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.
Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.
Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.
Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31
KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-
blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE
en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de
stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.
Numeri 1:51
KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband
waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op
de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook
in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen
van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods
aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods
wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met
het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-
geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.
Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar
bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook
te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij
bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het
lichaam van een dode.
Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22
KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,
maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in
tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.
Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-
digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht
op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het
heiligdom van God. Hebreeën 10:19
DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het
kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij
zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood
die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook
volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-
ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten
behoeve van ons. Hebreeën 7:25
Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21
SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10
Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7
Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18
GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11
God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16
God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7
OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1
ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7
De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35
Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20
Omstreeks 1450 voor Christus
Omstreeks 1400 voor Christus
Omstreeks 1000 voor Christus
Omstreeks 500 voor Christus
God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25
Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10
De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6
De ark in Bethel Richteren 20:26-27
De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6
De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19
Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29
Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17
De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2
De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is
1 Samuël 3:3
De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8
De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15
Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.
Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS
Het interieurDe verering van God
De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen
De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester
de Tabernakel
6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)
De priester ging de tabernakel binnen door de
gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond
uit twee delen, het Heilige en het Heilige der
Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:
A Een dekkleed van geitenhaar en linnen
B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden
C Een dekkleed van zeekoeienhuiden
D Achtenveertig planken van acaciahout
E Honderd zilveren voetstukken (onder de
planken en onder de pilaren)
F Verbindingen
G Pilaren
H Gordijnen voor de ingang
Exodus 25-26
30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)
7 HET HEILIGE
De priesters gingen elke dag het Heilige binnen
om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-
den zich de tafel voor de toonbroden, de
zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-
feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde
de afscheiding naar een kleinere ruimte achter
het Heilige: het Heilige der Heiligen.
Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6
20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)
8 DE GOUDEN KANDELAAR
De kandelaar zorgde voor
licht in het Heilige, waar het
anders donker zou zijn geweest.
De priesters knipten de lonten bij
om het licht helder te laten schijnen.
De kandelaar was één stuk gedre-
ven werk van zuiver goud. Vanuit de
centrale schacht staken zes armen
uit, drie aan elke kant, zodat de
kandelaar zeven armen had. Elke
arm was versierd met knoppen,
bloesem en een amandelvormige
kom voor de zuivere olijfolie.
Exodus 25:31-40
De maat van de kandelaar is onbekend.
9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN
Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de
priesters twaalf broden van fijn meel, die de
twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-
den. De broden waren een voortdurend aan-
denken aan de eeuwige band tussen God en
de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn
volk van voedsel voorziet. De broden werden
door Aäron en zijn zonen gegeten en werden
elke week op de sabbathdag vervangen. De
tafel voor de toonbroden was gemaakt van
acaciahout, over-
trokken met
een laagje
goud.
Met goud
overtrok-
ken draag-
bomen waren
door ringen gesto-
ken die aan de hoeken
van de tafel bevestigd waren.
De tafel had ook een sierlijst met een gouden
rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,
kannen en kommen bij.
Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2
2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)
10 HET REUKOFFERALTAAR
De hogepriester brandde elke morgen en
avond wierook op het reukofferaltaar. Het had
een sierrand en hoorns op de vier hoeken van
het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-
dag, werden de hoorns van het altaar bespren-
keld met het bloed van het zondoffer.
God wilde dat er voortdurend wierook van een
speciale samenstelling op het reukofferaltaar
zou branden. Alleen dit speciale mengsel van
specerijen mocht in de tabernakel gebruikt
worden, geen ander. Het voorschrift was een
zaak van leven en dood: toen twee zonen van
Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,
verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar
waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het
reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,
overdekt met goud.
In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het
Heilige van de tempel als hem een engel ver-
schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.
Zacharias wordt door vrees overvallen. De
engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden
heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig
een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-
ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten
bekeren tot de Heer, hun God.
11 HET VOORHANGSEL
Het voorhangsel
was de afscheiding
tussen het Heilige
en het Heilige der
Heiligen, waar de
ark van het ver-
bond zich bevond.
Het voorhangsel
was een symbool
van de afstand
tussen God en mens. Alleen de hogepriester
kon in het Heilige der Heilige binnengaan.
Het voorhangsel bestond uit zware, geweven
doeken. Omdat er geen toegang in het midden
was, moest de hogepriester aan de zijkant
langs het voorhangsel. Het voorhangsel was
gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen
en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn
linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het
hing met gouden haken op aan vier pilaren van
acaciahout die met goud overtrokken waren en
zilveren voetstukken hadden.
Ook de tempel die later in plaats van de taber-
nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus
stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar
beneden. Het scheuren symboliseerde dat door
de dood van Jezus voortaan iedere gelovige
toestemming had om in de nabijheid van God
te komen, niet meer alleen de hogepriester één
keer per jaar.
Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20
10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)
12 HET HEILIGE DER HEILIGEN
De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen
slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-
zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark
van het verbond. De glorie van God rustte op het
deksel van de ark van het verbond, het verzoen-
deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad
sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om
verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden
en die van het volk Israël.
Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3
10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)
13 DE ARK VAN HET VERBOND
(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)
De plek van de ark in het Heilige der Heiligen
was de centrale plaats van de hele tabernakel.
Hier sprak God tot de hogepriester van boven
het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.
Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op
het verzoendeksel om verzoening te doen voor
de zonden van het hele volk. Dan was het weer
goed tussen God en zijn volk. God maakte een
stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-
heid dat mensen Hem zouden kennen.
De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met
goud en met een sierrand. In vier gouden ringen
waren draagbomen aangebracht. De draagbo-
men waren van hout overtrokken met goud. Het
verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.
De ark bevatte:
1. De stenen tafelen met de Tien Geboden
(de getuigenis), door God gegeven. De wet
herinnerde de mensen eraan dat God hen zou
beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.
2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de
mensen eraan dat God voortdurend voor hen
zorgde.
3. De staf van Aäron die was uitgelopen en
vrucht had gedragen. De staf herinnerde de
mensen eraan dat God leven kan laten voort-
komen uit wat dood is.
Johannes 6:44, Efeze 2:
8-9, Exodus 25:10-16,
Hebreeën 9:4
2,5 el lang, 1,5
el breed en 1,5
el hoog (1,15 x 0,69 x
0,69 meter)
14 HET VERZOENDEKSEL
Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool
voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.
Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-
deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in
plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was
van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde
cherubs waren op het verzoendeksel aange-
bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten
naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was
geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.
Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5
2,5 el lang en 1,5
el breed
(1,15 x
0,69
meter)
15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR
De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in
een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De
wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,
direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of
vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-
raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk
weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten
hun kamp op tot de wolk weer bewoog.
Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38
In de tabernakel
Omgang met God door Christus
Het brandofferaltaar
Het offer van Christus
Het koperen wasvat
Reiniging door schuldbelijdenis
De gouden kandelaar
Verlichting door de Heilige Geest
De tafel voor de toonbroden
Geestelijke voeding door het levende Woord
Het reukofferaltaar
Gebed, omgang met God, voorbede
Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen
binnengaan
Door Christus vrijmoedig tot God naderen
Diendende priesters
Dienende gelovigen
Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:
• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19
•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38
•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9
•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25
100 el / 46 meter
50 el / 23
meter
10 el20 el
Heilige der
Heiligen
met de Ark van
het verbond
Het Heilige met
Reukofferaltaar,
Tafel voor de toonbroden,
Kandelaaringang
20 el
Voorhangsel
N
W
Z
O
Koperen wasvat
BrandofferaltaarDe stam
Efraïm
40.500
De stam
Manasse
32.200
De stam
Benjamin
35.400
De stam
Issaschar
54.400
De stam
Juda
74.600
De stam
Gad
45.650
De stam
Simeon
59.300
De stam
Ruben
46.500
De stam
Naftali
53.400
De stam
Aser
41.500
De stam
Dan
62.700
1 el = 46 centimeter
De nakomelingen van Merari (Numeri 3)
De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)
De
nako
mel
inge
n va
n G
erso
n (N
umer
i 3)
Mozes,
Aäron
en zijn
zonen
(Num. 3)
De stam
Zebulon
57.400
1.a
1.b
1.d
2.a
3
5
12
11
13
14
7
8
9
10
2.b
2.c
6.a
6.b
6.c
6.d
6.e
6.f
6.g
6.h
4
1.c
15
De tabernakel
Exodus 25-40, Hebreeën 9-13
Wat is de tabernakel?
De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘
die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij
zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten
onderhouden en met hen communiceren.
De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden
gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel
bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten
om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.
gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige
tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning
Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok
bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van
Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.
IN DE VOORHOF
IN DE TABERNAKEL
IN DE TABERNAKEL
DE TABERNAKEL
1 DE INGANG VAN DE VOORHOF
Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of
vanwege zonde ging allereerst door de ingang
van de voorhof naar binnen.
A Hangende gordijnen (blauw, purper,
scharlaken, wit)
B Koperen pilaren
C Voetstukken van koper
D Bovenop de pilaren haken en verbindings-
stukken van zilver
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9
20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)
2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)
Na het passeren van de poort kwam men in de
voorhof. De omheining van de voorhof bestond
uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die
rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters
uit de stam van Levi hadden toestemming om de
tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de
omheining als bescherming zodat mensen niet
per ongeluk te dichtbij zouden komen.
A Linnen kleden
B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-
dingsstukken
C Koperen haringen voor stabilisatie
Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33
100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)
3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)
God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een
heilig God wonen tussen mensen die zondig
zijn? God wilde dat mensen een offer zouden
brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva
al verteld dat het resultaat van de zonde de dood
zou zijn. Toch was God genadig voor hen en
voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te
verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk
te sterven, maar het bloed van een dier bedekte
hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om
dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen
de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-
ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om
een perfect offerdier zonder gebreken want:
• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig
mens die straf had verdiend.
• God wilde dat mensen het offer serieus
zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het
kostbaar zou zijn.
• Het dier zonder
gebrek was een
voorafschadu-
wing van Jezus, die
een perfect offer
bracht dat de zonde
eens en voor altijd verzoent.
Omdat de offers de zonden van het volk alleen
tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-
ferd worden. Als het offer gebracht werd legden
de mensen hun hand op de kop van het dier.
Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden
over, en het dier stierf in hun plaats.
Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt
met een laagje koper. De vier hoeken hadden
hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-
bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as
te verzamelen). Een koperen rooster met een
ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.
Draagstokken van acaciahout dat met koper
overtrokken was werden gebruikt om het altaar
te kunnen dragen.
Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus
1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën
9:25, 10:10 en 26-31.
5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)
4 OFFERS OP HET ALTAAR
Op het altaar werden verschillende soorten
offers gebracht:
• brandoffers van stieren, schapen, geiten of
duiven
• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel
• vredeoffers van een geit of lam
• zondeoffers van een stier of lam
• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde
(lam, jonge geit of duif) of van graan
Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.
5 KOPEREN WASVAT
Als het offerdier aan de
priesters was overgedra-
gen, kwamen gewone
mensen het heiligdom
niet verder binnen. De
priesters handelden na-
mens hen. Na het brengen
van het offer waste de priester
zichzelf bij het wasvat. Deze
wassing reinigde de priester en maakte hem
klaar om de tabernakel binnen te gaan. God
had gezegd dat een priester zich eerst moest
wassen, anders zou hij sterven.
Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels
die door vrouwen waren geschonken, waar-
door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de
priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich
nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren
dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein
hart nodig hebben.
Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.
Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.
De maat van het wasvat is onbekend.
Exodus 30:1-10,
Hebreeën 9:2
1 el lang, 1 el breed
en 2 el hoog (0,46 x
0,46 x 0,92 meter)
5
6
7
Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel
in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.
Alle rechten voorbehouden.
© 2019, Nederlandse uitgave:
ETZ Media, Alblasserdam
Vertaling: L. Stehouwer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze
uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een databank, gepubliceerd
op internet of worden doorgegeven op
welke wijze dan ook zonder de voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Bijbelwijzer de Tabernakel
© 2006, 2013 RW Research, Inc.
Rose Publishing, LLC
All rights reserved. It is illegal to copy,
transmit electronically, or reproduce
this pamphlet in whole or in part
in any form. May not be posted or
transmitted on the internet.
www.etzmedia.nl
NOZ
W
Voorafscha-duwing (type)
Oude Testament
Nieuwe Testament
BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL
De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen
Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.
Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14
En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.
En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER
De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.
Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.
Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11
En de priester (...) moet de verzoening doen...
Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...
HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.
Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.
Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12
Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar
God is- Gemaakt van
acaciahout- Met goud
overdekt
- Jezus is God in menselijke gedaante.
- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.
- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.
Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4
Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.
IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN
De wet die door God was gegeven.
Jezus kwam om de wet te vervullen.
Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON
De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.
Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.
Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2
Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.
IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA
In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.
Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.
Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.
DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS
De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51
God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag
(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.
Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29
Onyxstenen op de schouderstukken van de efod
Exodus 28:6-14
Vuurschaal vol vurige kolen
Leviticus 16:12-13
Efod Exodus 28:6-7
Bovenkleed Exodus 28:31-34
Tulband van fijn linnen
Exodus 28:39
Gordel van borduurwerk Exodus 28:39
Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39
Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34
Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36
De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30
Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)
Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7
Bloed van Christus
Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8
Effectiviteit van het offer
Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4
Eens en voor altijd afdoende
Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer
Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer
Voor een be-paalde periode
Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4
Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15
Gevolg van het offer
Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25
Volkomen, voor altijd
Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12
Vergeving van zonden
9
10
11
DE HOGEPRIESTER
DE OFFERS IN DE TABERNAKEL
12
13
14
DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND
Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover
God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van
iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.
Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.
Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.
Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.
Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31
KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-
blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE
en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de
stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.
Numeri 1:51
KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband
waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op
de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook
in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen
van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods
aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods
wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met
het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-
geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.
Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar
bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook
te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij
bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het
lichaam van een dode.
Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22
KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,
maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in
tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.
Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-
digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht
op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het
heiligdom van God. Hebreeën 10:19
DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het
kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij
zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood
die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook
volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-
ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten
behoeve van ons. Hebreeën 7:25
Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21
SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10
Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7
Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18
GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11
God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16
God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7
OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1
ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7
De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35
Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20
Omstreeks 1450 voor Christus
Omstreeks 1400 voor Christus
Omstreeks 1000 voor Christus
Omstreeks 500 voor Christus
God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25
Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10
De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6
De ark in Bethel Richteren 20:26-27
De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6
De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19
Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29
Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17
De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2
De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is
1 Samuël 3:3
De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8
De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15
Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.
Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS
Het interieurDe verering van God
De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen
De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester
de Tabernakel
1 De eindstreep
Verhalen van hoop door bijbelvertaalwerkBOB CRESON EN CAROL SCHATS • 1 70 B L Z . • U I TGE VER IJ G IDEON • € 12,50
Wat gebeurt er in een gemeenschap wanneer een bijbelvertaling beschik-baar komt? Wanneer een taalgroep toegang krijgt tot het Woord van God en kan begrijpen wat er staat? Dit boek vertelt deze indrukwekkende verhalen uit de praktijk van Wycliffe Bijbelvertalers.
2 De theologie van kat en hond
Gepassioneerd leven voor Gods heerlijkheidBOB SJOGREN EN GERALD ROBISONS •239 BLZ . • € 17,50
De neiging van katten (U bestaat om mij de dienen) en honden (Ik
besta om u te dienen) komen vaak overeen met onze eigen opvatting die we hebben met betrekking tot onze relatie met God. De schrijvers gebruiken dit verschil op lichtvoe-tige wijze om ons te dwingen het denken over onze relatie met God op diepe en grondige wijze tegen het licht te houden.
3 Laat je bevrijden
Ervaar wat er gebeurt als je echt naar Jezus luistertCHARLES MART IN • 383 B L Z . • U I TG . KOKBOEKENCENTRU M • € 19,99
Als je Jezus’ woorden echt ter harte neemt, dan komt er een levensveran-derende kracht op gang in je leven: de transformerende liefde en verge-ving van Jezus die leidt tot complete vrijheid. Charles Martin schreef enke-le zeer succesvolle romans. Dit is zijn eerste vertaalde non-fictie boek.
4 Geroepen tot vreugde
De gevaarlijke plicht van iedere christenJOH N P I PER • 86 B L Z . • GELOOFSTOERUST ING . NL • € 9,95
In Geroepen tot vreugde legt John Piper bloot wat het enige echte doel van ons verlangen mag en moet zijn. Hij laat vanuit de Bijbel zien dat Christus als begin- en eindpunt van ons geluk niet zomaar ‘een optie’ is, maar essentieel.
5 De 5 gewoontes
JONATHAN PEL LEGROM • 236 B L Z . • G IDEON BOEKEN • € 19,95
Het voelt voor volwassenen vaak als een hele opgave om een positieve impact te hebben op het leven van jongeren. Dit boek helpt je om je de 5 gewoontes eigen te maken die het leven van mensen met impact ken-merken.
boekennieuws
21 3 4 5
Plantageweg 13A, AlblasserdamTel.: (078) 691 30 68E-mail: [email protected]
OpeningstijdenMaandag: 13.00 - 17.30 uurDinsdag t/m donderdag:9.00 - 17.30 uurVrijdag: 9.00 - 21.00 uurZaterdag: 9.00 - 17.00 uur
Postbus 41, 2950 AA Alblasserdam
Vragen of bestellingen?ETZ Media is op maandag- tot en met vrijdagmiddag telefonisch bereikbaar van 14.00 tot 16.00 uur: 078-6915242.E-mail: [email protected]
Chr. Boekwinkel De Schuilplaatsis een onderdeel van het ETZ-werk en fondswerver voor ETZ Media.IBAN NL98 INGB 0693 2623 97n
ETZSteunfondsIBAN NL64 INGB 0003 3100 60 voor steun aan projecten die financiële hulp nodig hebben buiten Nederland. Vermeld bij overmaking altijd het nota- nummer, of dat het een gift betreft.
De nieuwsbrieven zijn bedoeld om christenen te informeren over en te motiveren tot lectuurevangelisatie.
Redactie Leen Stehouwer
ISSN 2352-782X
Uitgave van missionaire uitgeverij ETZ Media
ww
w.s
ch
uilp
laa
tsb
oe
ken
.nl
ww
w.e
tzm
ed
ia.n
l
Boeken die ons opvielen in het recente aanbod