Jaarverslag Grauwe Kiekendief Broedseizoen en bescherming...
Transcript of Jaarverslag Grauwe Kiekendief Broedseizoen en bescherming...
Jaarverslag
Grauwe Kiekendief
Broedseizoen en bescherming in
2010 en 2011
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Vrouwtje met gele kleurring boven koolzaad. © André Eijkenaar
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
2
Auteurs:
Madeleine Postma
Ben Koks
Oike Vlaanderen
Werkgroep Grauwe Kiekendief
Postadres: Postbus 46, 9679 ZG Scheemda
Bezoekadres: Nassaustraat 14, 9671 BW Winschoten
www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
3
Inhoud
Inleiding ........................................................................................................................................................ 4
Resultaten .................................................................................................................................................... 6
Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2010 ............................................................................... 6
Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2011 ............................................................................... 6
Groningen ............................................................................................................................................. 8
Flevoland .............................................................................................................................................. 9
Drenthe................................................................................................................................................. 9
Fryslân .................................................................................................................................................. 9
Overijssel ............................................................................................................................................ 10
Broedsucces 2011................................................................................................................................... 11
Ringen en vleugelmerken ....................................................................................................................... 12
Terugmeldingen ..................................................................................................................................... 13
Habitatkeuze .......................................................................................................................................... 14
Dieetkeuze in 2011 ................................................................................................................................. 15
Zenderonderzoek ....................................................................................................................................... 16
Radiotelmetrie ........................................................................................................................................ 16
Satellietzenders ...................................................................................................................................... 16
Dataloggers............................................................................................................................................. 17
De blauwe kiekendief in Oost-Groningen .................................................................................................. 18
Dankwoord ................................................................................................................................................. 20
Literatuurlijst .............................................................................................................................................. 21
Bijlage 1: reproductiecijfers 2010 en 2011 ................................................................................................ 22
Bijlage 2: terugmelding vogels met kleurringen en vleugelmerken 2010 .................................................. 23
Bijlage 3: terugmelding vogels met kleurringen 2011 ............................................................................... 24
Bijlage 4: terugmelding vogels met vleugelmerken 2011 .......................................................................... 25
Bijlage 4 ...................................................................................................................................................... 26
Bijlage 5: prooilijst ...................................................................................................................................... 27
Bijlage 6: artikel NOORDERLAND 04 – JUNI/JULI 2011 .............................................................................. 28
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
4
Inleiding
De Werkgroep Grauwe Kiekendief werd primair opgericht voor het georganiseerd en structureel
beschermen van de grauwe kiekendief. Het beschermingswerk in de provincie Groningen is in
2010 en 2011 uitgevoerd in het kader van het Meerjarenprogramma Uitvoering
Soortenbeschermingsbeleid 2008-2012.
Naast het beschermen van broedsels van de grauwe kiekendief in Nederland en in het Duitse
Rheiderland, wordt er in samenwerking met verschillende instituten toegepast wetenschappelijk
onderzoek verricht met als doel het gedrag van de grauwe kiekendief in zijn specifieke
leefgebieden beter in kaart te brengen en te doorgronden. Daarmee zijn we steeds beter instaat
goede en passende adviezen te geven en plannen te ontwikkelen, om te komen tot
maatregelen die leiden tot effectieve bescherming en daarmee het behoud van de soort voor
Nederland. De instituten waar we structureel mee samenwerken zijn de Rijksuniversiteit
Groningen (RUG), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vogelwarte Helgoland.
Internationaal vindt er uitwisseling van kennis plaats met instituten in Frankrijk en Spanje en
met beschemingsorganisaties uit België, Denemarken en Duitsland.
Voor het in kaart brengen van broedpaartjes van de grauwe kiekendief wordt er vanaf begin
2011 samengewerkt met de grootste waarnemingssite van Nederland, www.waarneming.nl.
Deze site biedt ons de mogelijkheid om alle informatie over het voorkomen/aanwezig zijn van
grauwe kiekendieven te verzamelen en waar nodig voor specifieke gebieden deze informatie
onder een automatische embargo te plaatsen. De verborgen waarnemingen zijn alleen voor
direct betrokken vrijwilligers en medewerkers zichtbaar. Met het embargo is er een eerste
bescherming voor grauwe kiekendieven ingebouwd; een noodzaak na vele negatieve ervaringen
met fotografen en andere “nieuwsgierige” bezoekers die te ver zijn gegaan in het benaderen van
nestlocaties.
De Werkgroep houdt zich behalve met het beschermen van de grauwe kiekendief vooral bezig
met onderzoek en met het geven van advies op het gebied van agrarisch natuurbeheer. Er wordt
daarin samengewerkt met agrarische natuurverenigingen en landschapbeheersorganisaties. De
onderzoeken zijn o.a. gericht op de effecten van verschillende agrarische
foto 1 Nest met drie jongen in de
omgeving van Midwolda.
© Madeleine Postma, juli 2011.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
5
natuurbeheersmaatregelen en op het ontwikkelen van nieuwe maatregelen ten behoeve van
verschillende vogelsoorten zoals de veldleeuwerik, de patrijs en de grauwe gors. De terugkeer
van broedende grauwe gorzen in Oost-Groningen na 25 jaar afwezigheid was een prachtige
beloning voor al het werk dat is verzet op het gebied van agrarisch natuurbeheer ter verbetering
van de leefomgeving van akkervogels.
Dit werk is voor ons niet mogelijk zonder de hulp en inzet van en de samenwerking met
enthousiaste vrijwilligers, studenten, agrariërs en de Drogerij BV Oldambt. Zij vervullen al jaren
een onmisbare rol in de jaarlijks terugkerende werkzaamheden en activiteiten zoals het
beschermingswerk, het inventariseren van broedvogels en wintervoedselveldjes en het
muizenonderzoek.
Genoemd hebbende het brede scala aan werkzaamheden en activiteiten van de Werkgroep
Grauwe Kiekendief, is dit jaarverslag vooral gericht op het beschermingswerk rondom de
grauwe kiekendief in de broedseizoenen 2010 en 2011. Met daarin een kleine uitzondering voor
een nieuw te beschermen soort; de blauwe kiekendief.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
6
30
18
3
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
2010
onbekend
mislukt
succesvol
58,8
35,3
5,9
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2010
onbekend
mislukt
succesvol
Resultaten
Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2010 Het broedseizoen 2010 bracht 52 broedparen. Dat waren er 10 minder dan in het voorgaande
topjaar 2009. De terugval kan toegeschreven worden aan het slechte muizenaanbod in 2009.
Bekend is dat na een slecht muizenjaar er zich minder paartjes vestigen in het daaropvolgende
jaar, dit als reactie op het gebrek in het voedselaanbod.
In 2010 waren de broedparen over vier provincies verdeeld. In Drenthe heeft één paartje een
broedpoging gedaan maar mislukte. Flevoland had vier paartjes en Friesland twee. Het aandeel
van de provincie Groningen kwam op 45 paar.
In totaal werden er 35 nesten (67%)van bescherming voorzien. Van de overige 17 nesten zijn er
3 niet gevonden en 13 zijn vroegtijdig mislukt en/of gepredeerd.
Van de 52 nesten waren er 31 succesvol (59,6%), zijn er 18 mislukt en van 3 nesten bleef het
resultaat onbekend omdat ze niet werden gevonden. Er vlogen samen 83 jongen uit wat
neerkomt op een reproductie van 1,6 jongen per paar. Voor het behoud van de populatie zou er
1,7 jongen per paar uit moeten vliegen.
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
2010
Rest NL
Friesland
Flevoland
Groningen
figuur 2 Het broedsucces van 2010 in percentages en aantallen. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
figuur 1 Verdeling van het aantal broedparen over Nederland
in 2010. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
7
Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2011 Het broedseizoen van 2011 kenmerkte zich door uitersten in het weer. Het voorjaar had een
record aan zonuren en gaat de boeken in als de op een na droogste lente in honderd jaar. Dit
werd gevolgd door de op een na natste zomer in ruim honderd jaar. (bron: www.knmi.nl) Juist
op het moment van opgroeiende nestjongen, in de maand juli, was het relatief koud en viel er
veel neerslag. Dat heeft een negatieve invloed gehad op de beschikbaarheid van voedsel en
daarmee op de conditie van de jongen.
In vijf verschillende provincies hebben grauwe kiekendieven gebroed.
Er waren een aantal “nieuwe” broedlocaties zoals nesten in akkerland in het noordwesten van
Friesland en een broedpaar in seminatuurlijk habitat in het Lauwersmeergebied. En dan een
bijzondere gebeurtenis: de terugkeer van de grauwe kiekendief in Overijssel.
Figuur 3 Verspreiding van het aantal broedparen van grauwe kiekendieven. De verspreiding wordt
weergegeven in blokken van 5x5 kilometer. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
8
2011 werd een broedseizoen met het hoogste aantal broedparen sinds 1975. Het aantal van 62
broedparen in 2009 werd in 2011 met één paartje voorbij gestreefd. Met een totaal van 63
broedparen konden we opnieuw een topjaar noteren in het tweeëntwintig jarig bestaan van
actieve nestbescherming. Er blijft een opgaande lijn te zien in de ontwikkeling van het aantal
broedparen van de grauwe kiekendieven. Daarmee wordt het succes van het beschermingswerk
en het effect van maatregelen op het gebied van agrarisch natuurbeheer positief bevestigd.
Groningen
In de provincie Groningen kwam het aantal broedparen op 49. In Noord-Groningen broedde er
weer eens een paar in het seminatuurlijke habitat van het Lauwersmeergebied, in een niet-
begraasd gedeelte. Gesteld kan worden dat de verdwijning van broedparen uit het Lauwersmeer
te wijten is aan de intensieve begrazing.
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010
aan
tal b
roe
dp
are
n Flevoland
Lauwersmeer
Wadden
Groningen
Rest NL
Totaal
figuur 4 De ontwikkeling van het aantal broedparen in Nederland vanaf 1975. Zichtbaar is de invloed van
het grootschalig braakleggen van landbouwgronden in Oost-Groningen, in de periode 1990-1993. Dat is
ook de periode waarin de eerste nesten in Oost-Groningen worden gevonden en beschermd. In 1997
wordt het agrarisch natuurbeheer “geboren” met het aanleggen van akkerranden.
Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
foto 2 Nest in het seminatuurlijke habitat van het Lauwersmeer. © Madeleine Postma, 2011.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
9
Flevoland
Opvallend was het aantal van negen paartjes in Flevoland. Het hoogste aantal sinds 1983!
Flevoland is al jaren een zogenaamde sinkpopulatie; het voortbestaan van deze populatie hangt
aan een zijden draadje. De toename in 2011 is voor een deel te verklaren uit de aanwezigheid
van relatief veel jonge oudervogels; dit duidt op een goede overleg tijdens overwintering en
migratie. Onervaren broedvogels hebben echter een lager reproductiesucces. Het aantal
uitgevlogen jongen was ook in 2011 niet hoog (0,8 jong per paar), ondanks dat een paartje het
presteerde om met succes vier jongen groot te brengen. Tegenover dit succes staat het
plotseling verdwijnen van zowel het mannetje als het vrouwtje van een nest met grote jongen in
de omgeving van de Kokkelweg. Er is een sterk vermoeden dat het hier om roofvogelvervolging
gaat.
Drenthe
Net als in 2010 was er in Drenthe weer sprake van een broedpoging. Op het moment dat het
nest beschermd zou worden bleek dat deze poging was mislukt.
Het LOFAR-gebied in Drenthe lijkt uit de waarnemingen van vogels met vleugelmerken een
zomergebied te gaan worden voor niet geslachtsrijpe grauwe kiekendieven.
Fryslân
In Friesland lijkt zich een stabiele broedpopulatie te ontwikkelen sinds er zich na 2009
broedparen buiten het Lauwersmeergebied vestigden in akkerland en in de
zomerpolders/kwelders aan de Friese noordkust. In 2011 werd er voor het eerst een nest in
wintertarwe beschermd in de omgeving van Sint Annaparochie. Helaas werden de twee jongen
op het moment van ringen dood op het nest aangetroffen. Er was sprake van verdachte
foto 3 Met grote interesse krijgen een betrokken agrariër en zijn zoon uit Flevoland, uitleg over
het meten, het wegen en het ringen van jonge grauwe kiekendieven.
© Arjan Lindenbergh, 2011.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
10
omstandigheden omdat beide ouders nog in de buurt waren en er voldoende prooien op het
nest lagen. Ook hier is het vermoeden dat het om roofvogelvervolging gaat.
Overijssel
En dan Overijssel: het eerste broedgeval sinds eind jaren tachtig van de vorig eeuw! Onder het
wakend oog van een aantal zeer betrokken vrijwilligers werd er gebroed en de jongen
grootgebracht. Het nest lag zeer dicht bij een openbare weg en was voor fotografen een
makkelijk object en daarmee ook kwetsbaar. Om verstoring te voorkomen is er langs de
desbetreffende weg dankzij de gemeente Hardenberg een tijdelijk stopverbod ingesteld. Mede
door deze goede zorg zijn er met succes drie jongen uitgevlogen. Meer informatie is te vinden in
Koks en Poffers, 2011.
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
701
99
0
19
95
20
00
20
05
20
10
Rest NL
Flevoland
Wadden
Lauwersmeer
Groningen
figuur 5 Verdeling van het aantal paren in Nederland vanaf 1990. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
foto 4 Twee van de drie jongen uit het Overijsselse Kloosterhaar zitten op de rand van de kooi bij
hun nest. © Johan Poffers.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
11
Broedsucces 2011 In totaal zijn er 41 (65%) van de 63 nesten beschermd. Van de 63 broedparen waren er
uiteindelijke 38 succesvol (60%), d.w.z. dat er een of meer jongen zijn uitgevlogen. Van de 63
nesten zijn er drie nesten voor het uit komen van de eieren en/of het uitvliegen van de jongen
gepredeerd. Van zes nesten is onbekend wat het broedresultaat was. Er zijn dertien broedsels
mislukt in ei of jongen fase waaronder drie nesten met relatief grote jongen.
De 63 Nederlandse broedparen waren goed voor 95 uitgevlogen jongen. Dat betekent een
gemiddelde reproductie van 1,5 jongen per paar. Voor het behoud van de populatie zou er 1,7
jongen per paar uit moeten vliegen.
60,3
30,2
9,5
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2011
onbekend
mislukt
succesvol
38
19
6
0
10
20
30
40
50
60
70
2011
onbekend
mislukt
succesvol
figuur 6 Het broedsucces van 2011 in percentages en aantallen. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
12
Ringen en vleugelmerken In 2011 zijn net als in de voorgaande jaren nestjongen voorzien van gekleurde vleugelmerken
(wingtags) in het kader van het Franse internationale dispersie onderzoek dat in 2007 is gestart.
Nestjongen die nog te klein waren voor het aanbrengen van vleugelmerken hebben een
kleurring of alleen een metalen ring gekregen.
Er hebben 30 jongen een kleurring gekregen, twee alleen een metalen ring en 73 zijn er van vleugelmerken voorzien. Dan zijn er nog 6 jongen zonder ringen en vleugelmerken uitgevlogen. Van deze 111 jongen zijn er 95 uitgevlogen, waarvan 65 met vleugelmerken, 24 met kleurring en de overige zes zonder ring of vleugelmerk. Zestien jongen zijn voor of vlak na het uitvliegen dood terug gevonden, met verschillende oorzaken zoals verhongering, door het verdwijnen van één of beide ouders, door predatie en één jong is doodgereden. Er vlogen 43 mannetjes (45,3 %)en 34 vrouwtjes (35,8 %)uit. Van 18 jongen (18,9 %) kon de sekse niet vastgesteld worden. Deels waren deze jongen al uitgevlogen, in andere gevallen kon niet aan de hand van oogkleur, lichaamsgewicht, vleugellengte of klauwgrootte bepaald worden of het om mannetjes of vrouwtjes ging. Het grote verschil tussen het aantal uitgevlogen mannetjes en vrouwtjes duidt op een relatief laag voedselaanbod. Uit onderzoek is gebleken dat in jaren met een slecht voedselaanbod er relatief meer mannetjes dan vrouwtjes uitvliegen.
foto 5 Hoekwantweg, Flevoland
2011. In het bij zijn van
gedeputeerde Anne Bliek
worden er jongen van een nest
in wintertarwe van een ring of
vleugelmerken voorzien.
© Ben Koks
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
13
Terugmeldingen
De vleugelmerken die sinds 2007 op nestjongen worden aangebracht, beginnen hun vruchten af te werpen. Het aantal terugmeldingen van grauwe kiekendieven is nog nooit zo groot geweest en geeft langzamerhand een beeld over de uitwisseling tussen de deelpopulaties en over de aanwezigheid van nog niet geslachtsrijpe of ongepaarde vogels. Deze kennis is onontbeerlijk om internationale bescherming van Grauwe Kiekendieven effectief te kunnen uitvoeren. In Frankrijk is er in 2011 een begin gemaakt met het analyseren van alle terugmeldingen. Als werkgroep verwachten we veel van de uitkomsten. In 2012 worden de laatste vleugelmerken in Nederland aangebracht. Werden er in 2010 tien vogels met vleugelmerken teruggemeld, in 2011 waren dat er 51, met een of meer meldingen van individuele vogels (zie bijlage 2 t/m 5). De verwachting is dat het aantal waarnemingen in 2012 nog groter zal zijn.
foto 6 Een tweede kalenderjaar grauwe kiekendief in 2011 gefotografeerd in de omgeving
van de Dodaarsweg in de provincie Flevoland. De code van de vleugelmerken is links PnB
(punt zwart op blauw), rechts TwB (driehoek wit op blauw). Een bijzonder detail: het gaat
hier om het enige uitgevlogen jong in de provincie Flevoland in 2010. © Karel Mauer
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
14
Habitatkeuze Net als in 2010 lag driekwart van de nesten in wintertarwe. Op twee na waren alle nesten op
kleigrond te vinden.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
1990-1999 2000-2009 2010 2011
overig landbouwgewassen
onbekend
(semi) natuur
koolzaad
wintergerst
luzerne
wintertarwe
figuur 7 Het aantal nesten in de verschillende gewassen vergeleken met het gemiddelde van 1990-1999
en 2000-2009. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
15
Dieetkeuze in 2011 Net als in alle voorgaande jaren zijn er in 2011 ook braakballen en plukresten verzameld. Samen met vrijwilligers zijn deze geplozen en gedetermineerd. Er werden 44 verschillende prooisoorten gevonden en in totaal zijn 980 prooien opgetekend (zie bijlage 6). Het aandeel muizen ligt in drie verschillende broedgebieden boven de 50%. Dit duidt op een gemiddeld muizenjaar. In Oost-Groningen is het aandeel muis beduidend hoger dan in Noord-Groningen. Het aandeel zangvogels is in Noord-Groningen en Flevoland groter. Dit kan er op duiden dat in deze beide gebieden minder muizen beschikbaar waren en de grauwe kiekendieven daar meer afhankelijk waren van alternatieve prooien.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
O-Gr N-Gr Fl
overig
insecten
vogel
zoogdieren
haas/konijn
zangvogel
muis
figuur 8 Percentages van verschillende prooi-categorieën in braakballen en plukresten verzameld in 2011.
Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
16
Zenderonderzoek
Radiotelmetrie Van 2003 tot en met 2009 zijn er tijdens het broedseizoen grauwe kiekendieven gevolgd met de radiotelemetrie-methode. Dit leverde informatie op over het verband tussen de grootte van een homerange en het voedselaanbod, en bracht ook de verschillen tussen de individuele mannetjes aan het licht. Ook het belang van akkerranden en braak kon met radiotelemetrie worden aangetoond. In het proefschrift “Travels to feed and food to breed. The annual cycle of a migratory raptor, Montagu’s harrier, in a modern world.” van Dr. Christiane Trierweiler (2010) zijn hier twee artikelen over gepubliceerd.
Satellietzenders In 2005 werd het mogelijk om grauwe kiekendieven te voorzien en te volgen middels satellietzenders. Er zijn vanaf die tijd tot en met 2010 in Denemarken, Duitsland, Polen, Wit-Rusland en Nederland 44 vogels met een satellietzender uitgerust. Satellietzenders geven directe signalen en zorgen daarmee voor actuele informatie het hele jaar rond. Via de website kan iedereen meekijken naar de routes tijdens de trek en naar het overwinteringsgedrag in de Sahel. Aan het begin van het broedseizoen van 2011 waren nog negen vogels met een satellietzender in de lucht. Er zijn in 2011 geen nieuwe zenders aangebracht. Twee vogels zijn gedurende het broedseizoen verdwenen, waarvan één in slecht weer op de Noordzee is omgekomen. Vervolgens zijn op trek en tijdens de overwintering nog twee vogels doodgegaan waaronder, het bijzondere mannetje Franz, die al sinds 2006 een satellietzender had en ieder jaar trouw terugkeerde naar zijn broedgebied nabij Oudeschans. Aan het eind van 2011 waren nog vijf satellietvogels over. In het proefschrift van Dr. Christiane Trierweiler (2010) zijn belangrijke uitkomsten van het satellietzenderonderzoek verwerkt. Dit proefschrift is te vinden op de website www.werkgroepgrauwekiekendief.nl onder Voorlichting>Publicaties.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
17
Dataloggers Sinds 2009 wordt er in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) gebruik gemaakt van een andere en nieuwe zendertechniek: de datalogger. Het zendertje wordt net als de satellietzenders als een rugzakje op de rug van een grauwe kiekendief gebonden. Gedurende het hele jaar slaat het informatie op over plaats, tijd en gedrag. De opgeslagen informatie wordt via een antennesysteem van de logger afgelezen. De gegevens die hiermee verkregen worden maakt dat er nog gedetailleerder onderzoek gedaan kan worden naar het gebiedsgebruik door en het gedrag van de grauwe kiekendief. In combinatie met het “gewone” veldwerk zoals het prooionderzoek en de muizencensus levert dit nieuwe inzichten op. Daarmee biedt het de mogelijkheid tot meer specifieke maatregelen op het gebied van bescherming en de inrichting van het leefgebied, zowel in Nederland als in Europa en Afrika.
In 2009 en 2010 zijn er 14 vogels met een datalogger uitgerust. In 2011 kwamen daarvan vier terug in het zelfde broedgebied als de jaren daarvoor. Aan het begin en het eind van het broedseizoen zijn nog eens in totaal 6 mannetjes van een datalogger voorzien. Met behulp van deze moderne loggers wordt in 2011 en 2012 onderzoek gedaan in relatie tot de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer. Dit gebeurt in samenwerking met de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG).
foto 7 De datalogger van het mannetje Rik laat mooi zien hoe hij in 2009 een begin maakt aan zijn tocht
over de Sahara. Met een elke drie seconden een opgeslagen track geeft dat een zeer gedetailleerd beeld
hoe hij van de thermiek gebruikmaakt.
Bron: UvA, Werkgroep Grauwe Kiekendief © Google Earth, Ben Koks
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
18
De blauwe kiekendief in Oost-Groningen
Het aantal broedende blauwe kiekendieven in Nederland is de laatste jaren sterk afgenomen. In
1994 bereikte de soort in Nederland zijn maximale omvang van ongeveer 125 broedpaar. In
2010 en 2011 is er nog slechts sprake van ongeveer 20 broedpaar.
Het lijkt er op dat de blauwe kiekendief een zelfde habitatwissel zal doormaken als de grauwe
kiekendief. In Frankrijk en Spanje broeden inmiddels de meeste blauwe kiekendieven in
grootschalig akkerland.
De blauwe kiekendieven waren al bekende wintergasten boven de akkerranden en
wintervoedselveldjes van Oost-Groningen. Sinds de zomer van 2010 zijn ze er ook gaan broeden
in akkergewassen. De blauwe kiekendief is daarmee een nieuw te beschermen soort in Oost-
Groningen geworden.
In 2010 waren er drie broedgevallen. Een ging al in een vroeg stadium verloren, de twee andere
nesten in de omgeving van Nieuw Scheemda werden beschermd. Een vrouwtje van een van
deze twee nesten droeg een metalen ring. Door een zeer scherpe foto van Hans Hut was het
mogelijk de ring af te lezen, ze bleek in 2007 als jong door Ben Koks in een wintergerstveld nabij
Emden (D) te zijn geringd. Er vlogen in 2010 zes jongen uit.
foto 8 Twee van de drie jonge blauwe kiekendieven van het nest in de omgeving van Bellingwolde. Op de
achtergrond zijn de bamboestokjes nog zichtbaar die voorkwamen dat de jongen vast kwamen te zitten
onder platgeslagen zomertarwe. © André Eijkenaar, juli 2011.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
19
Voor 2011 staat de teller in Oost-Groningen op vijf broedgevallen. Het vrouwtje van het nest uit
2010 met vier jongen, kwam min of meer op dezelfde plaats terug en bracht daar vijf jongen
groot. Het nest werd net als in het voorgaande jaar met een stroomhek beschermd. Een ander
broedpaar zocht de omgeving van Bellingwolde op. Het nest werd net op tijd ontdekt om de drie
jongen en het vrouwtje te vrijwaren van platliggende zomertarwe. Als het gewas over het nest
heen komt te liggen kunnen de vogels niet meer weg en verhongeren ze. Met bamboestokjes en
draadjes werd het zomertarwe rondom het nest overeind gehouden. De omgeving van het nest
werd ook regelmatig door een vos bezocht. Fotograaf André Eijkenaar heeft het vrouwtje de vos
midden op de dag zien verjagen. Ondanks alle bedreigingen vlogen half augustus alle drie de
jongen uit. Het nut en succes van beschermingswerk wordt hiermee nog eens benadrukt.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
20
Dankwoord
Het mooie van beschermingswerk zijn de contacten in het veld met agrariërs, vrijwilligers,
studenten en toevallige passanten.
Dankbaar zijn wij voor alle medewerking die we van alle agrariërs krijgen, en blij dat het
enthousiasme van onze vrijwilligers en medewerkers zo goed ontvangen wordt. Hoe moeizaam
de contacten soms tot stand komen, hoe verrassend positief ze vaak uitpakken.
Afgelopen broedseizoen zijn we blij verrast met het enthousiasme voor ons werk van agrariërs
in Flevoland, Friesland en Overijssel. Een mooi verhaal is het negatieve gemopper van een boer
in de omgeving van Dronten. Die geen “gedoe” wilde met die natuurliefhebbers en
beschermingskooien op zijn land, maar toch wel zijn toestemming gaf. Een week later belde hij
enthousiast op om te vertellenen dat hij vogelaar was geworden! En dan de trotse boeren in de
omgeving van de Kokkelweg (Flevoland) en Koudeweg (Friesland), dat zo’n bijzondere vogel bij
hun op het land komt broeden. Hoe groot de teleurstelling toen er met beide nesten in een heel
laat stadium iets mis bleek te zijn en de jongen allemaal dood waren.
Het doet ons een groot plezier dat er steeds meer boeren meedenken over hoe agrarisch
natuurbeheer beter zou kunnen en uit zichzelf aan de slag gaan om de leefomgeving van
specifieke soorten te verbeteren.
Vrijwilligers en studenten zijn onmisbaar voor de Werkgroep Grauwe Kiekendief. Op velerlei
manieren:
in het doorgeven van waarnemingen lokaliseren van paartjes van de grauwe en blauwe kiekendief observeren van broedparen, om op tijd de nesten te kunnen beschermen inventariseren van vogels op wintervoedselveldjes (sinds 2009) inventariseren van akkervogels in het broedseizoen (sinds 2006) onderzoeken van prooiresten onderzoek naar het prooiaanbod deelname aan integrale wintertellingen van roofvogels aanleveren van foto’s opslaan van materiaal planten van struweel en nog vele andere zaken Dan zijn er nog onze donateurs, die vertrouwen in ons werk tonen met een jaarlijkse bijdrage.
De provincie Groningen bedanken wij voor de financiële ondersteuning op het gebied van het
beschermingswerk en agrarisch natuurbeheer. Daarnaast ook voor het meedenken en
adviseren bij het ontwikkelen van nieuwe plannen voor de toekomst.
Dat de positieve ontwikkelingen in de provincie Groningen, zoals de groei van de populatie
grauwe kiekendieven en de terugkeer van blauwe kiekendieven, velduilen, grauwe gorzen en
van andere soorten een voorbeeld mogen zijn. Een voorbeeld dat gedegen beschermingswerk
en goed doordachte maatregelen op het gebied van agrarisch natuurbeheer er toe doen.
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
21
Literatuurlijst Arroyo B., García J.T. & Bretagnolle V. (2002). Conservation of Montagu's Harrier Circus pygargus in
agricultural areas. Ornithol. Anzeiger. 41: 119-134. Bijlsma R.G. (1997). Handleiding veldonderzoek Roofvogels. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Bijlsma R.G. (1993) Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. Butet A. & Leroux A.B.A. (1993). Effect of prey on a predator's breeding succes. A 7-year study on
common vole Microtis arvalis and Montagu's Harrier Circus pygargus in a West France marsh. Acta Ecologica 14: 857-865
Klaassen O., Dijksen L. & de Boer P. (2009) Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2009. Klaassen O., Dijksen L. & de Boer P. (2010) Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2010. Koks B., Jonker M. & Visser E. (1994) Prooikeuze van Grauwe Kiekendieven Oost-Groningen in
1994. De Grauwe Gors 22 (4); 96-102. Koks B. & van Scharenburg K .(1997). Meerjarige braaklegging een kans voor vogels, in het
bijzonder de Grauwe Kiekendief! De Levende Natuur 98: 218-222. Koks B., van Scharenburg K. (C.W.M.) Visser & E. (2001) Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland: balanceren tussen hoop en vrees. Limosa 74: 121-136 Koks B. & Poffers J. (2011). Broedgeval van de Grauwe kiekendief in Overijssel. Vogels in Overijssel 2011 Koks B.J., Trierweiler C., Visser E.G., Dijkstra C. & Komdeur J. (2007) Do voles make agricultural habitat
attractive to Montagu’s Harrier Circus pygargus? Ibis 2007 doi: 10.1111/j.1474 919x.2007.00683.x
Koks B. & Visser E.(2002): Montagu's Harriers Circus pygargus in the Netherlands: Does nest protection prevent extinction? Ornithologischer Anzeiger. 41: 159-166.
Koks B., Visser E., Draaijer L. & Kleefstra R. (2002) Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland in 2001. Takkeling 10: 56-73 Schlaich A.E. (2011) Stopover site ecology of Montagu´s Harrier (Circus pygargus) in East-Morocco.
Master´s Thesis; Carl von Ossietzky Universität Oldenburg - Master of Science in Biology Van Oosten H. H., Beusink P., de Boer P., van den Bremer L., Dijksen L., Klaassen O., Majoor, van
Turnhout C. & Waasdorp S. (2008) De laatste karakteristieke vogels van het open duin: de dynamiek van populaties op de rand van uitsterven en oplossingen.
Thiollay,J.M. & Bretagnolle V. (2004): Rapaces nicheurs de France. Distribution, effectifs et conservation. Trierweiler C., Drent R.H. (†), Komdeur J., Exo K.M., Bairlein F. & Koks B. (2008) De jaarcyclus van de Grauwe Kiekendief: een leven gedreven door woelmuizen en sprinkhanen. Limosa 81: 107-115 Trierweiler C. & Koks B. (2009) Montagu’s Harrier Circus pygargus. Living on the edge - Wetlands and
birds in a changing Sahel door Zwarts L., Bijlsma R.G., Van der Kamp J. & Wymenga E.: 312-327 Uitgeverij KNNV, Zeist.
Trierweiler C. (2010) Travels to feed and food to breed The annual cycle of a migratory raptor, Montagu’s harrier, in a modern world. PhD Thesis: Animal Ecology Group, Centre for Ecological and Evolutionary Studies (CEES),
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
22
Bijlage 1: reproductiecijfers 2010 en 2011
reproductiecijfers 2010
Oost-Groningen Noord-Groningen Flevoland Friesland Drenthe Totaal
aantal broedparen 40 5 4 2 1 52
aantal paren die nest zijn begonnen 39 5 4 1 1 50
aantal paren met onbekend resultaat 1 - - 1 - 2
aantal beschermde nesten 29 3 2 1 - 35
succesvolle nesten 26 3 1 1 - 31
uitgevlogen jongen
totaal 71 9 1 2 - 83
gemiddeld per paar 1,8 1,8 0,25 1 - 1,6
gemiddeld per succesvol nest 2,7 3 1 2 - 2,6
reproductiecijfers 2011
Oost-Groningen Noord-Groningen Flevoland Friesland Drenthe Overijssel Totaal
aantal broedparen 41 8 9 3 1 1 63
aantal paren die nest zijn begonnen 39 8 7 1 1 1 57
aantal paren met onbekend resultaat 2 - 2 2 - - 6
aantal beschermde nesten 28 5 6 1 - 1 41
succesvolle nesten 28 6 3 - - 1 38
uitgevlogen jongen
totaal 69 16 7 - - 3 95
gemiddeld per paar 1,7 2 0,8 - - 3 1,5
gemiddeld per succesvol nest 2,5 2,7 2,3 - - 3 2,5
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
23
Bijlage 2: terugmelding vogels met kleurringen en vleugelmerken 2010 tabel 1 Terugmeldingen uit 2010 van door de Werkgroep Grauwe Kiekendief geringde vogels. In
Nederland worden gele kleurringen gebruikt. Leeftijd in kalenderjaren.
Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
Ringnummer Code Sekse KJ Ringplaats Vang/vindplaats Afstand Status
3.619.955 geel ZS v 4 Zuid-Flevoland Nieuw Scheemda, O-Gr 141,4 km afgelezen
3.553.689 geel N1 m 10 Zuid-Flevoland Woldendorp, O-Gr 152,8 km afgelezen
3.613.894 geel NL m 6 Meeden, O-Gr Nieuw Scheemda/Noordbroek, O-Gr 6,8 km afgelezen
3.619.961 geel 0A m 4 Blijham, O-Gr Nieuw Scheemda, O-Gr 15,1 km afgelezen
3.553.721 geel J1 m 12 Oudeschans, O-Gr Ganzedijk, O-Gr 7,4 km afgelezen
3.613.878 geel PJ v 7 Reiderwolderpolder, O-Gr Venneweg, O-Gr 13,7 km weegpaal
3.613.872 geel AT m 7 Blijham, O-Gr Venneweg, O-Gr 1,8 km afgelezen
3.652.521 geel JT m 3 Reiderwolderpolder, O-Gr Venneweg, O-Gr 11,5 km afgelezen
3.652.509 geel 8A v 4 Midwolda, O-Gr Venneweg, O-Gr 11,2 km afgelezen
Ringnummer Code Sekse KJ Ringplaats Vang/vindplaats Afstand Status
3.657.131 VnB TnW v 2 Nieuw Scheemda, O-Gr Neustädter Moor, D 133,3 km afgelezen
3.720.860 TnF XnB v 1 Kollumerwaard, Frl Munnekezijl, Frl 3,2 km afgelezen
3.657.001 8nB HnW m 2 Pieterburen, N-Gr Bedburg D 261,2 km afgelezen
3.655.969 HnB HnW m 3 Saaxumhuizen, N-Gr Lauwersoog, N-Gr 16,5 km afgelezen
3.657.135 0nB XnO m 2 Borgsweer, O-Gr Finsterwolde, O-Gr 9 km afgelezen
3.655.983 VnJ 0nB m 3 Blijham, O-Gr Mussel, O-Gr 17,4 km afgelezen
4271899 HnB HnJ v 3 Krummhörn D Lentzke D 379,2 km afgelezen
3.655.988 0nP 8nB m 3 Noordbroek, O-Gr Steyerberg D 158 km afgelezen
3.652.502 /nB VwO m 4 Westerlee, O-Gr Nieuw Scheemda, O-Gr 5,4 km afgelezen
3.655.965 XnW 0nB m 2 Oudeschans, O-Gr Farmsum, O-gr 22,3 km afgelezen
tabel 2 Terugmeldingen uit 2010 van vogels met vleugelmerken. Meldingen van Nederlandse, Duitse of
Franse vogels, waargenomen in Nederland of daarbuiten. Leeftijd in kalenderjaren.
Bron: Busards.com en Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
24
Bijlage 3: terugmelding vogels met kleurringen 2011 tabel 3 Terugmeldingen uit 2011 van door de Werkgroep Grauwe Kiekendief geringde vogels. In
Nederland worden gele kleurringen gebruikt in Duitsland zijn dat rode of groene kleurringen. Leeftijd in
kalenderjaren.
Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief
RingnummerCode Sekse KJ Ringplaats Vang/vindplaats Afstand Status
4271423 rood 28 m 8 Emden, D Krummhörn, D 18,3 km afgelezen
4271436 rood 41 m 8 Tinner Dose, D Geseke, D 148,9 km afgelezen
3.613.894 geel NL m 7 Meeden, O-Gr Noordbroek, O-Gr 6,8 km afgelezen
3.720.997 geel 3J ? 1 Nieuwwolda-Oost, O-Gr Montfaucon, CH 670,7 km afgelezen
4271903 rood AA m 6 Landschaftspolder, D Oudeschans, O-Gr 12,2 km gevangen
3.617.422 geel TE m 7 Noordbroek, O-Gr Wedde-Wezzinghuizen, O-Gr 18,8 km afgelezen
3.619.981 geel 1L v 5 Oudeschans, O-Gr Westpolder, N-Gr 62,3 km afgelezen
3.652.521 geel JT m 4 Reiderwolderpolder, O-Gr Carel Coenraadpolder, O-Gr 2,25 km afgelezen
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
25
Bijlage 4: terugmelding vogels met vleugelmerken 2011
RingnummerCode Sekse KJ Ringplaats Vang/vindplaats Afstand Status
3.720.938 /nB 0wR v 1 * Hoekwantweg, Flevoland Werkendam, N-Br 89,6 km afgelezen
3.720.939 /nB PwR v 1 * Hoekwantweg, Flevoland Poll, D 169,9 km afgelezen
3.720.887 TnB XnO m 1 Stadspolder, O-Gr Niederstetten, D 464,4 km afgelezen
3.652.529 VnP VnB m 1 Nieuw Scheemda, O-Gr Scheemda 1,2 km afgelezen
3.720.865 VnP 0nB m 1 Carel Coenraadpolder, O-Gr Honnelles 398 km afgelezen
3.592.620 0nB 0wO m 2 Blijham, O-Gr Bellingwolde, O-Gr 3,6 km afgelezen
3.592.620 0nB 0wO m 2 LOFAR-gebied, Dr 27,7 km afgelezen
3.592.620 0nB 0wO m 2 Kostverloren, O-Gr 11,1 km afgelezen
3.608.842 AnF PnB m 2 Nieuw Scheemda, O-Gr Zoutkamperril, N-Gr 45,9 km afgelezen
3.608.842 AnF PnB m 2 Westpolder, N-Gr 45,9 km afgelezen
3.608.842 AnF PnB m 2 Pieterburen, N-Gr 37,4 km afgelezen
3.608.842 AnF PnB m 2 Westernieland, N-Gr 36,8 km afgelezen
3.608.837 VnF /nB v 2 * Oudeschans, O-Gr Noordbroek, O-Gr 16,1 km afgelezen
3.608.837 VnF /nB v 2 A7 - N33, O-Gr 17,5 km afgelezen
3.608.838 VnF HnB m 2 * Oudeschans, O-Gr LOFAR-gebied, Dr 29,6 km afgelezen
3.608.838 VnF HnB m 2 LOFAR-gebied, Dr 31,9 km afgelezen
3.592.623 PnB TwB v 2 Larserpad, Fl Dodaarsweg, Fl 13,6 km afgelezen
3.592.623 PnB TwB v 2 St Philipsland Tholen, Zl 132,9 km afgelezen
3.608.843 HnJ VnB v 2 * Nieuw Scheemda, O-Gr Nieuw-Buinen 31,5 km afgelezen
3.608.844 HnJ 0nB m 2 * Nieuw Scheemda, O-Gr Saint-Quentin-sur-Indrois (37) 786,8 km afgelezen
3.720.851 TnJ 0nB m 2 Blijham, O-Gr LOFAR-gebied, Dr 25,9 km afgelezen
3.608.842 TnJ VnB v 2 Blijham, O-Gr Pekela 13,5 km afgelezen
3.592.614 0nB HnF m 2 * Oudeschans, O-Gr Nieuwelandseweg, Bellingwolde 4 km afgelezen
3.592.615 0nB VwO m 2 * Oudeschans, O-Gr LOFAR-gebied, Dr 32,3 km afgelezen
3.592.632 8nO XnB v 2 Zomerdijk, O-Gr Olsterpad, Fl 117,8 km afgelezen
3.657.135 0nB XnO m 3 Borgsweer, O-Gr LOFAR-gebied, Dr 43,1 km afgelezen
3.657.135 0nB XnO m 3 Rutten, B 305,1 km afgelezen
3.657.131 VnB TnW v 3 Nieuw Scheemda, O-Gr Barver, D 130,6 km afgelezen
EA692356 HnB HnB m 3 At la haie fosse, 10, France A7 - N33, O-Gr 850,6 km afgelezen
4271878 HnB PnB m 3 Rheiderland, D Nieuw Scheemda, O-Gr 19,1 km afgelezen
3.657.125 8nB /nW m 3 Pijlstaartweg, Flevoland Hoekwantweg, Flevoland 4,8 km afgelezen
3.655.968 AnW XnB m 4 Nieuw Scheemda, O-Gr Pewsum, D 29,5 km afgelezen
3.655.968 AnW XnB m 4 Nieuw Scheemda, O-Gr Westpolder, N-Gr 45,8 km afgelezen
3.655.969 HnB HnW m 4 * Saaxumhuizen, N-Gr Holwerd, Frl 38,5 km afgelezen
3.655.969 HnB HnW m 4 Orsmaal-Neerhespen, B 301,8 km afgelezen
3.655.969 HnB HnW m 4 Plaine de Boneffe, B 323,8 km afgelezen
3.655.970 PnB XnO m 4 * Saaxumhuizen, N-Gr Bildtpolen, Frl 51,1 km afgelezen
3.655.970 PnB XnO m 4 St. Jacobiparochie, Frl 57,0 km afgelezen
tabel 4 Terugmeldingen uit 2011 van vogels met vleugelmerken. Meldingen van Nederlandse, Duitse of
Franse vogels, waargenomen in Nederland of daarbuiten. De met een * gemarkeerde ringplaatsen
verwijzen naar waarnemingen van vogels uit hetzelfde nest. Leeftijd in kalenderjaren.
Bron: Busards.com en Werkgroep Grauwe Kiekendief
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
26
Bijlage 4
RingnummerCode Sekse KJ Ringplaats Vang/vindplaats Afstand Status
3.655.984 VnJ PnB v 4 * Blijham, O-Gr Krummhörn, D 40,6 km afgelezen
3.655.983 VnJ 0nB m 4 * Blijham, O-Gr Noordbroek, O-Gr 13,8 km afgelezen
3.655.983 VnJ 0nB m 4 A7, Scheemda O-Gr 12,1 km dood
3.655.965 XnW 0nB m 4 Oudeschans, O-Gr Meeden, O-Gr 13,5 km afgelezen
3.655.965 XnW 0nB m 4 Westerlee, O-Gr 10,5 afgelezen
3.655.965 XnW 0nB m 4 Polder Pekela Zuidkant, O-Gr 16,3 km afgelezen
3.655.962 AnO TnB v 4 Oudeschans, O-Gr Poitiers, Frankrijk 881,5 km afgelezen
4271899 HnB HnJ v 4 Krummhörn, D ?, D ? afgelezen
3.655.996 PnB TnB m 4 Wedde, O-Gr Oudeschans, O-Gr 5,25 km afgelezen
4271882 VnJ 8nB m 4 * Emden, D Scheemda, O-Gr 31,8 km afgelezen
4271884 0nJ 8nB v 4 * Emden, D Bunde, D 20,5 km afgelezen
3.652.502 /nB VwO m 5 Meeden, O-Gr Nieuw Scheemda, O-Gr 5,2 km afgelezen
3.619.990 /wB PnB m 5 Noordbroek, O-Gr Lüchow-Danneberg, D 300,3 km afgelezen
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
27
Bijlage 5: prooilijst Prooisoort Groningen Flevoland Rheiderland Totaal
bbl pluk bbl pluk bbl pluk bbl pluk
Kwartel Coturnux coturnix 3 1 - - - 1 3 2
Oeverloper Actitis hypoleucos - 1 - - - - - 1
Tureluur Tringa totanus 1 1 - - - - 1 1
Vogel spec. Aves sp 32 1 3 1 1 - 36 2
Blauwborst Luscinia svecica 4 - - - - - 4 1
Boerenzwaluw Hirundo rustica - 1 - - - - - 1
Gele kwikstaart Motacilla flava 30 7 2 4 1 1 33 12
Gors spec. Emberiza sp 1 - - - - - 1 -
Graspieper Anthus pratensis 6 10 - 3 1 - 7 13
Huismus Passer domesticus - 1 - - - - - 1
Kneu Carduelis cannabina 4 - - - - 3 4 3
Kwikstaart spec. Motacilla sp - - - 1 - - - 1
Ringmus Passer montanus - 1 1 - - - 1 1
Spreeuw Sturnus vulgaris 1 1 1 1 - - 2 2
Veldleeuwerik Alauda arvensis 18 2 2 1 - 1 20 4
Zangvogel spec Passiformes sp. 29 - 6 - 1 - 36 -
Bosmuis Apodemus sylvaticus 1 1 - - - - 1 1
Bosspitsmuis Sorex araneus 5 - - - - - 5 -
Dwergmuis Micromys minutus 3 - - - - - 3 -
Muis sp. Vole/mice 238 8 39 1 5 - 282 9
Spitsmuis spec Sorex sp 6 - 1 - - - 7 -
Veldmuis Microtus arvalis 178 12 12 - 3 1 193 13
Woelmuis spec Microtus/Myodus sp 100 3 3 - 4 - 107 3
Rat spec. Rattus sp 1 - - - - - 1 -
Woelrat Arvicola terrestris 1 1 - - - - 1 1
Haas Lepus europaeus 14 - 2 - - - 16 -
Grote groene sabelsprinkhaan Tettigonia veridissima 16 - - - - - 16 -
Haantje spec. Chrysomelidae sp 2 - - - - - 2 -
Insect sp. Insecta sp 13 - 1 - - - 14 -
Kever sp. Coleoptera sp 48 - 8 - 3 - 59 -
Kortschildkever spec Staphylinidae sp 1 - - - - - 1 -
Libelle sp. Odanata sp. 5 1 1 1 - - 6 2
Lieveheersbeestje Coccinella septempunctata 4 - - - - - 4 -
Loopkever sp. Caribidae sp 4 - - - - - 4 -
Sprinkhaan/Krekel sp. Orthoptera sp 15 - - - - - 15 -
Eieren Eggs 17 - - - - - 17 -
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
28
Bijlage 6: artikel NOORDERLAND 04 – JUNI/JULI 2011
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
29
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
30
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
31
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
32
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
33
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief-Postbus 46, 9679 ZG Scheemda www.werkgroepgrauwekiekendief.nl
34