INDIA

5

Click here to load reader

Transcript of INDIA

Page 1: INDIA

IndIa In

kleurde geuren van IndIa zIjn

nIet In een beeld te vatten, de kleuren gelukkIg wel.

Het sprookjesacHtIge land van de maHaradja’s

en feestelIjk getooIde olIfanten verscHIet met elk dorp van tInt, de ene al feller dan de andere.

onze fotografe vatte de spIerwItte, gouden,

blauwe en rode dorpen en een regenboog aan

Indrukken In Het noorden van Het land

In tekst en beeld.

TeksT en foTo’s Marleen Daniëls

Page 2: INDIA

Dit is niet mijn eerste keer. Ik was al eens in India in de jaren negentig, toen ik de kinderarbeid in de onder-buik van het land in beeld wilde brengen. Het opzet van de reis mag dit keer dan wel van een andere orde

zijn: de hitte is dezelfde. Toch is de geur van het land veranderd. En ook de men-sen zijn anders. De riksjachauffeurs in traditionele witte hemden zijn vervan-gen door taxichauffeurs met glimmende auto’s. New Dehli blijkt in een moderne stad te zijn getransformeerd. De lucht-

haven van de hoofdstad werd in 2008 vernieuwd, de viervaksbaan naar het centrum ligt er netjes bij. De hongerige families, de in vodden gehulde kinderen die bedelden en slapende baby’s op vuile matjes die ik toentertijd langs de weg opmerkte, zijn verdwenen. Ik ben in een andere stad.

regenboogkleurenDe Indiase beschaving is duizelingwek-kend oud en New Dehli speelde een belangrijke rol in die geschiedenis. De stad is boven op minstens acht antieke steden gebouwd, waarvan de oudste –

Indraprastha, de hoofdstad uit het hin-doe-epos Mahabharata – drieduizend jaar oud.Het is zondag en de hoofdstad is filevrij. New Dehli lijkt nog niet helemaal wakker wanneer we blootsvoets en met bedekte armen de binnenplaats van de moskee Jama Masjid in de oude stad betreden. Gelukkig maar. India is de eerste dagen altijd een slag in het gezicht: de hitte, het lawaai, de geuren, de eeuwig sta-rende mensenmassa. De Vrijdagmoskee was Shah Jahan’s – ook de bouwheer van de Taj Mahal – laatste architecturale hoogstandje: perfect geproportioneerd

154

gIds Noord-INdIa door de leNs

Page 3: INDIA

156

»

gIds Noord-INdIa door de leNs

in rode zandsteen en marmer. De mos-kee werd gebouwd in de 17de eeuw, toen New Dehli nog Shahjahanabad heette. Het is de grootste moskee van India, met plaats voor 25.000 gelovigen en een adembenemend zicht van op de veertig meter hoge minaret. (Ik heb geluk dat ik in gezelschap ben, want vrouwen mogen de minaret niet alleen op.) Van op de gebedstoren wordt de visie van Sir Edwin Luytens op New Dehli duidelijk: hij was de architect die in opdracht van de Britten de hoofdstad ‘bedacht’, in de jaren 20 van de vorige eeuw. Onze volgende stop is Raj Ghat, de plek

waar Gandhi in 1948 gecremeerd werd. De site ligt vreedzaam aan de machtige Yamuna-rivier. De marmeren gedenk-steen met Ghandi’s laatste woorden ‘Hai Ram’ (‘Oh God’) voor hij bezweek aan zijn verwondingen na de moordaanslag is minder spectaculair dan je zou ver-wachten. Toch is het een geliefkoosde plek voor familiekiekjes onder de locals.

wItNa een blitzbezoek aan de hoofdstad, gaat het de volgende dag met het vlieg-tuig richting Udaipur, de romantische witte stad aan het Pichola-meer. We

logeren er in het Taj Lake Palace, een wit paleis op het water dat er in 1754 door de maharadja Jagat Singh II als zomer-verblijf werd opgetrokken. Een van zijn nazaten doopte het in 1960 om tot een hotel dat internationale bekendheid ver-wierf toen de Bond-film Octopussy er in 1982 werd opgenomen.Voor we de boot naar het hotel nemen, houden we halt bij het Stadspaleis van Udaipur, met een voorgevel van 244 meter het grootste en meest impo-sante van de deelstaat Rajasthan. De maharadja Udai Singh stichtte de stad Udaipur (‘De stad van Udai’) in 1568

op de weg Naar de Taj Mahal vraag Ik Me af hoe Ik heT MooIsTe – éN MeesT gefoTografeerde – gebouw Ter wereld IN beeld MoeT breNgeN

Page 4: INDIA

158

gIds Noord-INdIa door de leNs

en begon meteen ook met de aanleg van het paleis. Elke maharadja die na hem volgde, bouwde een stukje bij. Het resul-taat is een samenraapsel van gebouwen dat wonderwel bij elkaar past. Vandaag wordt de oostelijke vleugel van het stads-paleis bewoond door de maharadja Singh Mewar en zijn familie. Hij is nog steeds de (symbolische) burgemeester van de stad.Enkele dagen later, op onze weg van Udaipur naar Rohet, houden we nog halt bij het tempelcomplex Ranakpur Jain. Het is een van de heilige plekken van het jaïnisme, een zeer oude godsdienst die gebaseerd is op geweldloosheid in haar puurste vorm. De gelovigen dragen mondmaskers om zeker geen insecten in te slikken en vegen het pad waarop ze lopen van tevoren schoon met een borstel om geen levende wezens dood te trap-pen. De monniken leven blootsvoets, want leder is uit den boze, en spiernaakt. De tempel van Ranakpur is een architec-turale parel: hij is volledig opgetrokken uit wit marmer en wordt ondersteund door 1.444 in detail uitgehouwen pilaren, waarvan geen twee dezelfde zijn.

goud We trekken verder richting Jaisalmer, de gouden stad, maar maken een tussenstop in Rohet Garh (‘Het fort van Rohet’) om er te overnachten. Het is een eeuwen-oud fort dat ooit deel uitmaakte van het koninkrijkje Rohet en vandaag bekend-staat als het hotel waar de schrijvers Bruce Chatwin en William Dalrymple respectie-velijk Songlines en City of Djinns schre-ven. Buiten de poorten van Rohet Garh leven de mensen nog zoals eeuwen gele-den: ze werken nog steeds in dienst van een landheer (maar worden er nu wel voor betaald) en ploegen de velden met buffels en houten ploegen. Toch komt de beschaving dichterbij, in de hoedanigheid van autosnelwegen. Ongeveer alles moet wijken voor de drie-vaksbanen – behalve de heilige koeien. De Nationale 62 brengt ons tot Jaisalmer. Het zicht op de stad bij zonsondergang

is adembenemend: een enorm, gouden zandkasteel dat uit de vlaktes opduikt. Niet alleen de stad is goudkleurig, alles rondom ons kleurt goud en baadt in een feeërieke sfeer. De stad uit de oudheid lag langs een van de belangrijkste kameel-treinroutes, waarlangs kamelen in karavanen goede-ren tussen India en Centraal-Azië ver-voerden. Een lucratieve business, als je bedenkt dat 1 kilogram zwarte peper uit

Zuid-India in die tijd evenveel waard was als 1 kilogram goud.Op de weg naar het Suryagarh-hotel worden we begeleid door een gewapende escorte. ‘Jaisalmer ligt gevaarlijk dicht bij Pakistan’, verklaart onze gids Sandeep. India en Pakistan zijn aartsvijanden, hoe-wel ze uit eenzelfde ‘moeder’ zijn gebo-ren. De staat Pakistan werd opgericht in augustus 1947, bij de onafhankelijkheid van India. De splitsing ontwortelde mil-joenen Indiërs en veroorzaakte massale volksverhuizingen: hindoes en sikhs trok-ken naar India, moslims naar Pakistan. Honderdduizenden mensen kwamen hierbij om.Het fort van Jaisalmer, een zandkasteel op een heuvel, is een (bewoonde) burcht die door 99 bastions wordt versterkt. Een wandeling langs de steile kronkelende weg door vier massieve poorten leidt naar het levendige Dussehra Chowk-plein. Het plein ligt in de schaduw van het fort. Aan de ingang zijn rode handafdruk-ken te zien. Ze zijn van vrouwen die de sati ondergingen, de wrede traditionele weduweverbranding die door de Britten in 1829 werd verboden – maar anno 2015 nog niet volledig is uitgestorven. De binnenstad van Jaisalmer is een wir-war van kronkelstraatjes met havelis (herenhuizen) en sprookjesachtige tem-pels. De gevels lijken goudkleurige kanten kunstwerken, extreem verfijnd en gede-tailleerd. De wondermooie stad is helaas ook vuil en verwaarloosd: uitwerpselen van de ‘heilige’ koeien die er vrij rondlo-pen plaveien er de straten, en de oude bin-nenstad blijkt uit het zicht ook een open-baar toilet voor de inwoners.

blauw en roodDe bus doet er zes uur over om naar Jodhpur te rijden. De rit door de dorpjes is een afstandelijke blik op deze chaotische wereld, langs slapende koeien op de weg, lokale marktjes waar rijzige figuren met tulbanden boodschappen doen en een wirwar van plastic, steengruis, kleurige mensen op bromfietsen, riksja’s, trucks »

Page 5: INDIA

160

eInde

en busjes. Het is een menselijke mieren-hoop, onder een zinderende zon.Jodhpur is de blauwe stad van de deel-staat Rajasthan: de blauwe rechthoekige Brahmin-huisjes staan tegen de helling, waarop het machtige Mehrangarh-fort gebouwd is. Het blauw zou de insecten op afstand houden. Jaipur, de hoofstad van Rajasthan, werd dan weer rood – het kleur van de zon en de gastvrijheid – geverfd in 1876 in opdracht van de maharadja Ram Ging, om er de prins van Wales (en latere Britse koning) Edward VII te verwelkomen. Jaipur is een antieke moderne stad met brede lanen. Het was de eerste ‘ontworpen’ stad in Noord-India, en de koninklijke familie huist tot vandaag nog in het paleis binnen de stadsmuren. Wij logeren er in het Rambagh Palace, ooit het paleis van de maharadja en een van de eerste paleishotels in India. Het is een sprookjesachtige plek, waar toevallig ook een trouwfeest aan de gang is. Een honderdtal gasten van Britse en Indiase origine viert er drie dagen uitbundig feest lang met fanfares, vuurwerk, immense buffetten, kleurige dansers en spelletjes olifantenpolo. Die olifanten zijn er in het hele land overigens voor toeristen, trouwfeesten en processies. Wij leren ze kennen op olifantensafari: in de prak-tijk een wandeling van een halfuurtje op de rug van het dier. De olifant die ik met Sandeep deel, houdt na een paar pas-sen al halt. Haar zus gaat niet mee op de wandeling, zij dus ook niet. Sinds een ongeluk met de dieren gebeurde vorig jaar, worden strengere regels gehanteerd: de dieren mogen niet meer wandelen op het heetste moment van de dag én mogen niet gedwongen worden om verder te stappen. Zo komt het dat we uiteinde-lijk met een jeep naar het Amber Fort rijden. De burcht ligt op tien kilometer van Jaipur en is er een van de toeristische trekpleisters.

en ten slotte de tajOp de weg naar de Taj Mahal vraag ik me

af hoe ik het mooiste – én meest gefoto-grafeerde – gebouw ter wereld in beeld moet brengen. Het mausoleum werd gebouwd door Shah Jahan ter nagedach-tenis aan zijn geliefde Mumtaz Mahal, die in het kraambed overleed bij de geboorte van hun veertiende kind.Iedereen kent het beeld van het witte symmetrische bouwwerk aan de oevers van de Yamuna-rivier, aan de rand van de stad Agra. Die laatste blijkt een tegenval-ler. Agra is niet even mooi als het gebouw, maar wel heel authentiek Indiaas en charmant. Ik neem ’s avonds nog een riksja naar Mehtab Bagh, een park aan de oevers van de rivier, voor een ‘andere’ foto van de Taj. We hebben een uur file en ik mis de zonsondergang. Toch blijft het zicht even betoverend.Vanuit Agra gaat het terug naar New Dehli, langs de Yamuna Express Road. De autosnelweg is hier een serieuzere aangelegenheid dan in Rajasthan: geen heilige koeien, geen fietsers of riksja’s. Wél tolhuisjes en panelen met boodschappen tegen dronkenschap achter het stuur. India is nu ver weg. We passeren de bak-steenovens waar ik jaren geleden nog foto’s maakte van werkende kinderen. Ze liggen er uitgedoofd bij. India is vandaag een ander land.

gIds Noord-INdIa door de leNs

jaIpur werd IN 1876 rood

geverfd IN 1876 IN opdrachT vaN de Maharadja

oM de prINs vaN wales

edward vII Te verwelkoMeN