“In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
-
Upload
kerk-noordwolde -
Category
Spiritual
-
view
30 -
download
3
Transcript of “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Stil gebed
Welkom en groet
Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Welkom
Voorganger ds Huitema organist dhr Johannes de Vries
Thema: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
VDD G 351Zie on heden
Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma
Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma
Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma
Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma
Welkom
Voorganger ds Huitema organist dhr Johannes de Vries
Thema: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Mededelingen
P 118 – 5, 6De Heer is mij tot hulp en sterkte
Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551
Stil gebed
Welkom en groet
Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Opw 220 – 1, 2, 3Volle verzeek’ring
Volle verzeek’ring (Opw 220)
t. & m. J.F. Knapp
Volle verzeek’ring (Opw 220)
t. & m. J.F. Knapp
Volle verzeek’ring (Opw 220)
t. & m. J.F. Knapp
Voll' onderwerping, zijn eigendom,in Hem te rusten, heerlijk genot.'t Eigen ik doden, zijn wil alleen,
rijk in mijn Heiland, leven voor God.
Volle verzeek’ring (Opw 220)
t. & m. J.F. Knapp
Volle verlossing, gans vrij te zijn.'k Mag alles leggen in zijn hand.
't Harte naar boven, 't oog hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't vaderland.
Volle verzeek’ring (Opw 220)
t. & m. J.F. Knapp
Gebed
Lezen Gen. 3 : 9 – 19 enMatteüs 14 : 13 – 21 NBG
9 En de HERE God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? 10 En hij
zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. 11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te
eten?
12 Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft
mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten. 13 Daarop zeide de HERE God
tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De slang
heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. 14 Daarop zeide de HERE God
tot de slang:
Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij
leeft. 15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel
vermorzelen. 16 Tot de vrouw zeide Hij:
Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw
begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen. 17 En tot de mens zeide Hij:
Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten,
waarvan Ik u geboden had:
Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, 18 en doornen en distelen zal hij
u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; 19 in het zweet uws
aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt
gij en tot stof zult gij wederkeren.
De eerste wonderbare spijziging13 Toen Jezus dit hoorde, trok Hij Zich vandaar in een schip terug naar een eenzame plaats, alleen. En toen de
scharen dit hoorden, volgden zij Hem te voet uit de steden.
14 En toen Hij uit het schip ging, zag Hij een grote schare, en Hij werd met
ontferming over hen bewogen en genas hun zieken.
15 Bij het vallen van de avond kwamen de discipelen tot Hem en zeiden: De plaats (hier) is eenzaam en de tijd is
reeds verstreken; zend dan de scharen weg, dan kunnen zij naar de dorpen
gaan om spijzen voor zich te kopen. 16 Maar Jezus zeide tot hen: Zij behoeven niet weg te gaan, geeft gij
hun te eten.
17 Zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee
vissen. 18 Hij zeide: Brengt Mij die hier.19 En Hij beval de scharen, dat zij in het gras zouden gaan zitten, nam de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op
naar de hemel, sprak de zegen uit,
brak de broden en gaf ze aan zijn discipelen en de discipelen gaven ze aan de scharen.20 En zij aten allen en werden verzadigd en zij raapten het
overschot der brokken op, twaalf manden vol. 21 Zij, die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen,
vrouwen en kinderen niet mede gerekend.
G 187 – 1, 2Daar gaat een lam
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525
“In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Tekst Gen 3 : 1919 in het zweet uws aanschijns zult gij
brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij
wederkeren.
P 67 – 1, 2, 3God zij ons gunstig en genadig
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551
Gelezen geloofsbelijdenis,G 303 – 1, 2
De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley
De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley
De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley
De ware kerk ders Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley
Dankgebed en voorbede
Collecte 1ste Diaconie2de eigen gemeente
G 393 – 1, 2, 3, 4De dag, door uwe gunst
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
Zegening, 3 x amen
Welkom bij deze GGG-avond
Zingen G 255 – 1, 2, 3 Ere zij aan …..
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Lopen over waterSamen met God onderweg gaan...
Petrus heeft op het water gelopen en moest daarvoor uit zijn comfortzone
komen. Van meer personen in de Bijbel is dat bekend. Wat heeft dit ons in onze
situatie te zeggen?
Het verhaal dat bekend is als ‘de storm op het meer’ (Matteüs 14: 22-33) laat
een aantal gebeurtenissen, ontwikkelingen en wendingen zien. In
deze geschiedenis waarin vaak op Petrus ingezoomd wordt, worden
stappen gezet.
Petrus doet dat heel letterlijk op het water. Alle aanwezige leerlingen
hebben in figuurlijke zin ook een stap gezet doordat zij in opdracht van Jezus
per boot het meer overstaken en ondanks de barre omstandigheden stug
bleven doorgaan.
Toen Jezus bij de boot aangekomen was en Petrus over het water naar Jezus
toeliep, viel Petrus terug op menselijke overwegingen en ging hij kopje onder.
Jezus liet de situatie niet op zijn beloop, maar haalde Petrus uit zijn benarde positie. Hij wist zich weer gedragen.
Ook de discipelen hebben zich gedragen geweten toen Jezus liet zien waartoe hij in staat was. Hoewel het
niet nieuw voor hen was dat Jezus wonderlijke dingen deed, was deze situatie toch wel weer verrassend:
eerst waren zij er nog vanuit gegaan dat er een boosaardig wezen op hen
afkwam. Zij waren daar doodsbang van geworden. Toen Jezus langszij kwam en zijn Goddelijkheid bleek, bogen zij zich
voor hem neer.
Op meer plaatsen in de Bijbel worden omstandigheden beschreven waarin mensen stappen zetten, een terugval kenden en zich daarna opnieuw door
God gedragen wisten.
Stappen zettenAbram woonde op 75-jarige leeftijd in
Charan toen God hem liet weten dat hij op reis moest gaan. Hij moest zijn
familie en het land dat hem vertrouwd was achter zich laten om naar een bestemming te gaan die God hem
duidelijk zou maken.
Hij zette de stap en ging de door God beloofde toekomst tegemoet.
Elia is een van de bekende profeten van Israël die plotseling in de geschiedenis opduikt. Van zijn achtergrond, leeftijd
en roeping is weinig bekend. Bij de eerste kennismaking die de Bijbel ons
met Elia geeft, treedt hij meteen al op.
In opdracht van God ging hij naar Achab, koning van het tien
stammenrijk, om hem aan te zeggen dat er een periode van
absolute droogte aan zou komen. De koning van Israël had het er naar
gemaakt: hij hield op geen enkele manier rekening met God. In plaats daarvan had hij ruimte
gegeven aan afgoderij.
Elia stelde de waarde van deze nepgoden met een test aan de kaak.
Meer dan vierhonderd priesters moesten samen één stier offeren. Het
brandhout mocht niet door hen aangestoken worden, dat zou hun god zelf moeten doen. De oproepen van de
priesters om dat te laten gebeuren vonden geen weerklank.
Toen Elia God bad om vuur, kwam er vuur. De stap die Elia gezet had,
bevestigde zijn vertrouwen in God.
Om over na te denken:* Heeft God jou weleens duidelijk
gemaakt dat je stappen moest zetten? Welke waren dat?
* Wat heb je met die opdracht(en) gedaan?
* Op welke manier werd jou het doel van die opdracht duidelijk?
TerugvallenHoewel Abram veel gezien had van hoe God zijn stempel op omstandigheden
drukte, kende hij ook momenten waarop hij daaraan voorbij ging en
zichzelf met halve waarheden in veiligheid probeerde te brengen.
Omdat hij vreesde dat hij om zijn vrouw vermoord zou worden, liet hij Sarai vertellen dat zij zijn zus was. Via zijn
officieren kreeg de Egyptische farao te horen dat er een heel mooie vrouw het
land was binnengekomen. De farao wilde zich wel over haar ontfermen. Hij zag daar geen kwaad in. God greep in om te voorkomen dat hij zijn vrouw
Sarai voorgoed kwijt zou raken.
Toen Abram later in Gerar woonde, vertelde hij opnieuw dat Sara zijn zuster
was. Van het eerste voorval had hij weinig geleerd. De koning van Gerar zag wel wat in Sarai en nam de gelegenheid om haar in te lijven. Zij werd naar zijn
paleis overgebracht.
Opnieuw greep God inom te voorkomen dat deze tactische en
tegelijkertijd zwakke overweging van Abram blijvende gevolgen zou hebben.
Nadat Elia de Baäl profeten had uitgedaagd, in naam van God bewezen had dat de Heer in tegenstelling tot de
afgoden wel machtig is,
had hij de Israëlieten opdracht gegeven de afgodische priesters te doden.
Thuisgekomen vertelde koning Achab de hele geschiedenis aan zijn vrouw.
De invloedrijke Izebel, die de huisvesting en voeding van de gedode
priesters voor haar rekening had genomen, zon op wraak: deze actie zou Elia zijn leven kosten. Dit dreigement
beangstigde Elia.
Izebel had immers al eerder profeten van de Heer om het leven gebracht. Hij vluchtte de woestijn in en verlangde in
een depressieve bui te sterven. Wat hem betrof was het mooi geweest.
Om over na te denken:* Met welke tegenslagen of
tegenwerkingen heb jij na een hoogtepunt in jouw geloof te maken
gehad?* Heeft dit voor een terugval in jouw
relatie met God gezorgd?* Welke lessen kun je hier voor jezelf
uit trekken?
Gedragen wordenToen Abraham tweemaal het risico nam
zijn vrouw kwijt te raken door te ontkennen dat zij zijn vrouw was, greep
God in. Hij had Abram immers een toezegging gedaan. Sarai en hij zouden naar een nieuw land gaan. Uit hen zou
een groot volk voortkomen.
Waar het ingrijpen van Abram ertoe zou leiden dat de geschiedenis anders
zou aflopen, zette God alles weer recht. De belofte die God gedaan had, kon
niet door menselijk handelen –zelfs niet onbedoeld- ongedaan gemaakt
worden. De ingreep die God tweemaal deed, zal ook twee keer tot grote
opluchting hebben gezorgd.
Abraham was rijker uit deze situaties voortgekomen: God liet hem niet los,
maar ging verder met hem mee. Elia was gaan slapen in de hoop dat hij
nooit meer wakker zou worden. In gedachten had hij een punt achter zijn
leven gezet. God dacht hier anders over.
Tot twee keer toe kreeg hij eten en drinken, zodat hij op kracht zou komen om een lange reis te maken naar
een berg, waar God zich eerder getoond had. Elia was nog steeds
terneergeslagen. Hij vreesde nog altijd voor zijn leven,
ook toen God met hem het gesprek aanging. God gaf hem een
volgende opdracht: zijn taak was nog niet afgelopen. Hij mocht zich door God
gedragen weten.
Om over na te denken:* Hoe heb jij ontdekt dat God met jou
wil blijven doorgaan?* Welk effect heeft dit op keuzes die jij
in het vervolg gaat maken?