I N S T RU I - nibe.org GreenCalc.pdf · project Tools voor opdrachtgevers en beleidsmedewerkers...

8
project GreenCalc is in 1996 op de markt gebracht en is eigen- dom van de Stichting Sureac. Het programma is een gezamenlijke ontwikkeling van DGMR en NIBE, onder- steund door de Rijksgebouwendienst en later NUON (later Liander als rechtsopvolger van NUON), allemaal vertegenwoordigd in Sureac. Het is het enige program- ma dat uitsluitend met op basis van levenscyclusana- lyse (LCA) verkregen gegevens werkt. Daarmee is het een programma van deze tijd, waarin we de lijstjes niet meer willen, maar de behoefte bestaan om prestaties op basis van wetenschappelijk verkregen gegevens uit te rekenen. De andere kant is dat daardoor een aan- tal aspecten die ook belangrijk zijn, niet mee kunnen wegen, omdat ze niet rekentechnisch benaderd kunnen worden. Te denken valt aan de management en gezond- heidsaspecten. Die zijn weliswaar belangrijk, maar zijn alleen kwalitatief te benaderen. De dubo-ambitie in één getal: een prestatieafspraak Wie een ambitie heeft op het gebied van duurzaam- heid, wil die graag toetsbaar en kwantificeerbaar maken. GreenCalc biedt de mogelijkheid om de duur- zaamheid van woningen, utiliteitsgebouwen en zelfs een hele wijk in één getal uit te drukken. Maatregelen worden niet kwantitatief, maar inhoudelijk beoordeeld. Niet het aantal maatregelen telt, maar de effectiviteit van de maatregelen. Ellenlange lijsten met opsom- mingen van maatregelen behoren daarmee tot het GreenCalc is een LCA-rekenprogramma waarmee de duurzaamheidsambitie van een gebouw of van een wijk bepaald kan worden. Deze ambitie wordt uitgedrukt in één getal: de Milieu-Index- Gebouw. Hierdoor is het mogelijk om de ambitie op het gebied van duurzaamheid in één oogopslag te toetsen. GREENCALC ONTWIKKELINGEN I I N S T R U M E N T 1 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

Transcript of I N S T RU I - nibe.org GreenCalc.pdf · project Tools voor opdrachtgevers en beleidsmedewerkers...

project

GreenCalc is in 1996 op de markt gebracht en is eigen-dom van de Stichting Sureac. Het programma is een gezamenlijke ontwikkeling van DGMR en NIBE, onder-steund door de Rijksgebouwendienst en later NUON (later Liander als rechtsopvolger van NUON), allemaal vertegenwoordigd in Sureac. Het is het enige program-ma dat uitsluitend met op basis van levenscyclusana-lyse (LCA) verkregen gegevens werkt. Daarmee is het een programma van deze tijd, waarin we de lijstjes niet meer willen, maar de behoefte bestaan om prestaties op basis van wetenschappelijk verkregen gegevens uit te rekenen. De andere kant is dat daardoor een aan-tal aspecten die ook belangrijk zijn, niet mee kunnen wegen, omdat ze niet rekentechnisch benaderd kunnen worden. Te denken valt aan de management en gezond-heidsaspecten. Die zijn weliswaar belangrijk, maar zijn alleen kwalitatief te benaderen.

De dubo-ambitie in één getal: een prestatieafspraakWie een ambitie heeft op het gebied van duurzaam-heid, wil die graag toetsbaar en kwantificeerbaar maken. GreenCalc biedt de mogelijkheid om de duur-zaamheid van woningen, utiliteitsgebouwen en zelfs een hele wijk in één getal uit te drukken. Maatregelen worden niet kwantitatief, maar inhoudelijk beoordeeld. Niet het aantal maatregelen telt, maar de effectiviteit van de maatregelen. Ellenlange lijsten met opsom-mingen van maatregelen behoren daarmee tot het

GreenCalc is een LCA-rekenprogramma waarmee de duurzaamheidsambitie van een gebouw of van een wijk bepaald kan worden. Deze ambitie wordt uitgedrukt in één getal: de Milieu-Index-Gebouw. Hierdoor is het mogelijk om de ambitie op het gebied van duurzaamheid in één oogopslag te toetsen.

greencalc ontwikkelingen

IINS

TRUMENT

1 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

2 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

verleden. Ambities en eisen ten aanzien van duurzaam-heid kunnen met één getal worden vastgelegd in een prestatieafspraak met de ontwikkelende partijen.Deze prestatieafspraak is reeds te maken op basis van het Programma van eisen en kan vervolgens gedurende de gehele ontwerp- en realisatieperiode steeds gemo-nitord worden.

GreenCalc berekent de milieubelasting die een gebouw of wijk gedurende zijn levensduur veroorzaakt. Er wor-den vier duurzaamheidsaspecten beoordeeld: materi-aalgebruik, energiegebruik, watergebruik en mobiliteit.

Van ieder aspect wordt de milieuschade bepaald die het gebouw gedurende zijn levensduur veroorzaakt. Vervolgens worden deze aspecten bij elkaar opgeteld met één getal als resultaat: de Milieu-Index-Gebouw.

De duurzaamheidstoets in één kwartierIn GreenCalc is een wizard opgenomen, die het mogelijk maakt om binnen circa een kwartier een gebouw in te voeren. De wizard maakt gebruik van veel voorkomende concepten. Op deze wijze is het mogelijk om al heel snel een eerste indruk te krijgen van de duurzame kwaliteit van een ontwerp, of om zelf ambities vast te leggen.

Nieuwbouw én bestaande bouwGreenCalc kan de milieueffecten voor zowel nieuwe gebouwen als bestaande gebouwen berekenen. Het programma bevat rekenmodules voor woningen, kanto-ren, scholen, winkels en gebouwen voor eerstelijns-ge-zondheidszorg. Daarnaast is het mogelijk om een duur-zaamheidambitie van een wijk inzichtelijk te maken.

Op basis van een GreenCalc-berekening kan het ontwerp steeds verder worden ingevuld en kan de gestelde ambitie getoetst worden.

GreenCalc kan de milieueffecten voor zowel nieuwe gebouwen als bestaande gebouwen berekenen.

3 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

Tools voor opdrachtgevers en beleidsmedewerkersGreenCalc berekent de milieu-index voor een gebouw of wijk. Opdrachtgevers en beleidsmedewerkers kunnen het model gebruiken om vooraf een milieuambitie vast te stellen en tijdens het ontwerpproces te handhaven. De architect of adviseur kan met deze prestatieafspraak aan het werk, en toetst het ontwerp aan de milieuam-bitie uit het programma van eisen. Daarnaast kunnen er verschillende deelaspec-ten worden uitgelicht. Zo kunnen specifieke eisen ten aanzien van materiaal- water- of energiegebruik worden getoetst of kan worden gekeken in hoe-verre een ontwerp bijdraagt aan de vermindering van CO2-uitstoot. Ook kunnen energiebedrijven met een GreenCalc-berekening inzich-telijk maken wat de milieueffecten zijn van de keuze voor bijvoorbeeld centrale warmtelevering in een wijk ten opzichte van een wijk waarbij ieder huis zijn eigen CV-ketel heeft.Na het vaststellen van de ambitie worden verschillende concepten onderzocht. Eén concept wordt verder uitge-werkt. Wanneer de ambitie na uitwerking niet meer wordt gehaald, worden aanvullende maatregelen toegepast.

Gebouw en gebruikerGreenCalc geeft niet alleen een oordeel over de kwa-liteit van een gebouw, ook de invloed van de gebruiker wordt met het model inzichtelijk gemaakt. Op deze wijze wordt verantwoord en intensief gebruik van een gebouw of het gebruik van groene stroom beloond. De resultaten van deze gebruikerinvloed kunnen gebruikt worden in een milieujaarverslag.

De Milieu-Index-Gebouw (MIG)De Milieu-Index-Gebouw (MIG) is de belangrijkste uitkomst van de GreenCalc-berekening. De MIG geeft aan hoeveel

beter (of slechter) het gebouw is dan een gangbaar gebouw uit 1990. Hoe hoger de index, hoe duurzamer het gebouw. Een gebouw uit 1990 heeft een Milieu-Index-Gebouw van 100, tegenwoordig worden gebouwen ontwikkeld volgens Bouwbesluit met een Milieu-Index-Gebouw die ligt rond de 140 - 160. De index maakt het mogelijk om verschillende gebouwen met elkaar te vergelijken op het gebied van duurzaamheid, ongeacht hun grootte of gebruiksfunctie.

Daarnaast kan een minimale ambitie ten aanzien van de MIG in het programma van eisen worden vastgelegd. Tij-dens het ontwerpproces kan vervolgens steeds nagegaan worden of nog voldaan wordt aan deze ambitie. Naast de Milieu-Index-Gebouw berekent Green-Calc ook de Milieu-Index-Beheerder (MIB). Deze MIG geeft de duurzaamheid van het gebouw weer wanneer

daarin een gemiddelde gebruiker huist. Bij een goed en verantwoord gebruik van een gebouw zal de MIB hoger zijn dan de MIG: de gebruiker wordt in dat geval beloond voor zijn goede gedrag. Het verschil tussen de MIB en de MIG wordt het gebruikersaandeel genoemd.

Voorbeeld duurzaam inkopen: MIG > 200Door de opdrachtgever is de ambitie gesteld dat een kantoorgebouw gerealiseerd wordt dat 30% energie-zuiniger is dan de eisen van het bouwbesluit en dat bovendien een MIG heeft van 200 of hoger, zodat het voldoet aan de criteria van duurzaam inkopen. Het ont-werpteam is met deze prestatie-eisen aan het werk gegaan en heeft een aantal concepten onderzocht. Er zijn immers verschillende manieren om de gestelde prestatie-eisen te realiseren. De uiteindelijke keuze is gevallen op een gebouw met een goed geïsoleerde schil, uitsluitend toepassing van duurzaam geproduceerd hout en energieopwekking in de vorm van warmte- en koudeopslag in combinatie met betonkernactivering. Daarmee wordt net niet aan de gestelde eisen voldaan. Daarom is besloten om PV-cellen toe te passen.

GreenCalc heeft geen geheimen voor het NIBE, als medeontwikkelaar van het programma.

4 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

5 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

6 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

Voorbeeld met extreem hoge ambitie: MIG > 1.000 Er zijn inmiddels twee voorbeelden van gebouwen die een MIG van 1.000 of hoger halen. De ervaring leert dat er grenzen zijn aan het bereiken van hoge indices. Bij materialen ligt deze grens momenteel voor een Materiaal-Index van rond de 300 – 350. Hoger lukt niet, omdat we altijd materiaal nodig hebben om te bouwen. Daarom is NIBE een initiatief gestart van 0-materialen (zie artikel in dit boek). Mogelijk dat het via 0-materialen gaat luk-ken om hogere indices te bereiken van rond de 800 voor materiaal. Bij water ligt de grens ook rond de 800, we zullen altijd drinkwater nodig hebben en daardoor komen we niet over deze grens heen. Dat betekent dat in eerste in-stantie alleen gekeken kan worden naar energie voor extreem hoge MIGscores.

De beide projecten die een MIG hebben van > 1.000 scoren dan ook op het gebeid van energie heel hoog, het zijn beide 0-energie gebouwen, ze wekken zelf hun volledige eigen energieverbruik, inclusief dat van de gebruikers, op op een duurzame manier. Daarmee is het mogelijk hoog te scoren.Een heel energiezuinig gebouw heeft zijn grenzen. Daarmee kan een Energie-Index bereikt worden van ca. 350 – 400. Hoger lukt niet zonder ook zelf de eigen energie duurzaam op te wekken. Er zijn inmiddels twee voorbeelden van projecten met een MIG > 1.000, de Watertoren in Bussum (reeds uit-gevoerd), het TNT gebouw in Hoofddorp (in aanbouw).

Verdere ontwikkeling: GreenCalc versie 4In het vierde kwartaal komt GreenCalc versie 4 uit. De komende versie is geheel aangepast aan de Be-palingsmethode ‘Materiaalgebonden milieuprestaties van gebouwen en GWW-werken’ en is voorzien van de nationale database. Daarmee zijn alle harmonisatie af-spraken tot nu toe opgenomen in de nieuwste versie.

Doordat in de nationale database nog niet alle data zijn opgenomen, zoals landgebruik, aantasting van het landschap en uitputting van biotische grondstoffen, zit er in de nieuwe versie een hybride database. Enerzijds komen er geharmoniseerde resultaten uit, die vergelijk-baar moeten zijn met de trend van de uitkomsten uit GPR-gebouw, anderzijds komen er specifieke Green-Calc indexen uit, die wel rekening houden met de bo-

ven genoemde punten. Dat deed GreenCalc al altijd en het zou tot niet vergelijk-bare gegevens leiden als we nu ineens andere, min-der complete, data zouden gebruiken. Wel zijn de ge-hanteerde data afkomstig van de nationale database, alleen aangevuld met NIBE gegevens over landgebruik, aantasting van het land-schap en uitputting van bi-otische grondstoffen. Daarnaast ligt het in het voornemen om een Green-

Calc versie uit te brengen die ook de BREEAM credits kan waarderen, waardoor er met GreenCalc een soort pre-as-sessment voor BREEAM gemaakt kan worden. Deze versie is in de loop van de eerste helft van 2011 te verwachten.

Wat kan het NIBE op het gebied van GreenCalc voor u betekenen?Als een van de medeontwikkelaars van GreenCalc heeft het programma voor ons geen geheimen en kennen we alle mogelijkheden van het programma. Dat betekent dat we veel voor u kunnen betekenen, bijvoorbeeld:Maken van een GreenCalc berekening van uw ontwerp, gebouw of portefeuille, inclusief advisering voor opti-malisatie van het ontwerp, gebouw of portefeuille.Project advisering, waarbij GreenCalc als middel wordt gebruikt om scenario’s met elkaar te vergelijken ten-einde een beoogde ambitie te realiseren.

Ontwikkeling van nieuwe tools op basis van GreenCalc, voorbeelden hiervan zijn: DuMo-rekenmodel, Reken-model voor de Provincie Utrecht voor herbestemming.

GreenCalc heeft geen geheimen voor het NIBE, als mede-ontwikkelaar van het programma.

7 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

project

8 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie

RRESEARCH

PPUBLICATIES

I

INSTRUMENT

DDUM

O

energie materialen water innovatie ecologie gezondheid

eee

eee

eee

eee

eee

eee

eee

eee eee

eee

eee

eee

e e

OONTWERP

eee eeeeee eee

e

e e

e

e

e

e

AADVIES

eee eee eee eee eee eee

Maak kenniS Met de werkgebieden

Van nibe

Het NIBE heeft in de afgelopen 20 jaar een brede scope van werkgebieden en projecten opgebouwd.

Vraag naar de andere folders uit de reeks ‘projecten’.

Bussummergrindweg 1b, 1406 NZ BussumPostbus 229, 1400 AE Bussum Telefoon: 035-6948233 Fax: 035-6950042Email: [email protected] Internet: www.nibe.org