HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010
-
Upload
hydroscope -
Category
Documents
-
view
220 -
download
0
description
Transcript of HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010
N u m m e r 5 / j a a r g a N g 3 / N a j a a r 2 0 1 0
H y d r o V i s i e V e r s c H i j N t 2 k e e r p e r j a a r
En verder: Veilig offshore bij Total E&P Nederland Het belang van een goede bluswatercontrole Aanpassing milieuregelgeving koeltorens
Ontwikkelingen voor legionelladetectie bij KWR
Inhoud34681011
HydroVisie: editie 5
De laatste loodjes van 2010 zitten eraan te komen
en op de valreep van dit jaar treft u weer een
HydroVisie aan vol wetenswaardigheden, bedrijfs-
reportages en technische informatie. In deze editie
willen we u tevens persoonlijk, voor zover mogelijk,
kennis laten maken met een aantal van onze
medewerkers. In deze HydroVisie zullen we ze voor
u een gezicht geven.
Op de valreep van 2010 willen we u graag uitnodiging
om ons te bezoeken tijdens de nbdpraktijkmiddagen
waar wij presentaties zullen verzorgen over
legionella. Deze middagen staan gepland op 2
december in Nunspeet, 7 december in Nootdorp
en 14 december in Best. We hopen u tijdens één van
deze middagen te mogen ontmoeten. Houd onze
internetsite in de gaten voor meer informatie of ga
naar www.nbdpraktijkmiddagen.nl.
Daarnaast zijn wij druk bezig met de voorbereidingen
voor ons 10 jarig bestaan in 2011. Uiteraard willen
wij dit niet zomaar voorbij laten gaan en willen we
u als onze klant deel uit laten maken van dit feestje.
Op dit moment staan de voorbereidingen nog in
de kinderschoenen, maar ook hiervoor geldt
dat we u begin 2011 persoonlijk zullen
informeren. Houd onze internetsite goed in de gaten.
Kortom, ook zo tegen het eind van het jaar en in
2011 zullen wij alles in het werk stellen om u
te blijven informeren over ontwikkelingen
in uw vakgebied.
Lars Kuipéri,
Directeur HydroScope
Toen is vastgesteld dat de Wet Milieubeheer (mede) van toepassing
is op natte koeltorens, die een legionellarisico opleveren voor
de omgeving. Aanvankelijk gold hiervoor alleen de in de Wet
Milieubeheer opgenomen zorgplicht. Natte koeltorens die zowel
voor werknemers als voor de omgeving een legionellarisico
opleveren, vallen zowel onder de Arbo-regelgeving als onder
de Wet Milieubeheer. Het is dan ook van belang dat de regels
op basis van beide wetten zoveel mogelijk met elkaar in overeen-
stemming zijn. Bij het formuleren van de voorschriften in dit
wijzigingsbesluit en in de wijzigingsregeling, is zoveel mogelijk
aangesloten bij de voorschriften die daaraan gesteld zijn op
basis van de Arbowet (artikel 5), de betreffende Arbobeleidsregels
4.87a en 4.87b en het zogeheten AI-blad dat is uitgebracht als
handreiking bij de uitvoering van deze voorschriften (AI-blad 32).
Meldingsplicht
Per januari 2010 geldt een meldingsplicht voor nieuw te installeren
natte koeltorens. Deze melding wordt gedaan bij de afdeling Milieu
van de betreffende gemeente. Gemeenten zijn inmiddels aan
het controleren of wordt voldaan aan de verplichting om een
natte koeltoren aantoonbaar veilig te beheren. Het voorkomen van
risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel in het
geval dat niet mogelijk is, het zoveel mogelijk beperken van risico’s
voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich
voordoen en de gevolgen hiervan. Nadere voorschriften aan het in
werking hebben van een natte koeltoren zijn het (laten) uitvoeren
van een frisco-inventarisatie en -evaluatie, op basis waarvan een
legionellabeheersplan wordt opgesteld en uitgevoerd. De adminis-
tratieve en financiële lasten behorende bij een koeltorensysteem
worden deels bepaald door de locatie van de koeltoren. De risico’s
voor de omgeving zijn hierin leidend.
Risicocategorie-indeling voor natte koeltorens
Locatie natte koeltoren
1 (hoogste risico) Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van een ziekenhuis, verpleeghuis of andere (medisch georiënteerde) zorginstelling waar mensen verblijven met een verminderd immuunsysteem
2 Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van verzorgingstehuizen, hotels of andere gebouwen waarin zich veel mensen bevinden
3 Natte koeltoren in de nabijheid (< 600 m) van een woonomgeving
4 (laagste risico) Natte koeltoren die op afstand (> 600 m) staat van een woonomgeving
De risico’s voor de omgeving zijn dus bepalend voor de indeling
van een koeltoren in een risicocategorie. De opbouw van het
systeem, stilstandperioden, zomer-winter bedrijf, etc. zijn bepalend
voor het risico op nagroei van legionella in een koeltorensysteem.
Een op maat uitgevoerde risicobeoordeling geeft u hier inzage in.
Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorens
Veilig offshore bij TotalE&P Nederland
De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila
Even voorstellen:
Het belang van een goede bluswatercontrole
Wist u dat …Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg
v o o r w o o r d
H y d r o V i s i e - 3H y d r o V i s i e - 3
Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorensVoor de beheersing van de legionellarisico’s van natte koeltorens is gekozen voor regulering op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In de zomer van 2006 vond een legionella-uitbraak in Amsterdam plaats (met 3 doden en ruim 30 zieken tot gevolg). Dit werd veroorzaakt door een slecht onderhouden natte koeltoren. Er bleek dat er situaties zijn waarbij de Arbowet slecht toepasbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer werknemers geen risico lopen, maar er in die situatie wel een gezondheidsrisico is voor mensen in de omgeving van de koeltoren.
2 - H y d r o V i s i e
Inhoud34681011
HydroVisie: editie 5
De laatste loodjes van 2010 zitten eraan te komen
en op de valreep van dit jaar treft u weer een
HydroVisie aan vol wetenswaardigheden, bedrijfs-
reportages en technische informatie. In deze editie
willen we u tevens persoonlijk, voor zover mogelijk,
kennis laten maken met een aantal van onze
medewerkers. In deze HydroVisie zullen we ze voor
u een gezicht geven.
Op de valreep van 2010 willen we u graag uitnodiging
om ons te bezoeken tijdens de nbdpraktijkmiddagen
waar wij presentaties zullen verzorgen over
legionella. Deze middagen staan gepland op 2
december in Nunspeet, 7 december in Nootdorp
en 14 december in Best. We hopen u tijdens één van
deze middagen te mogen ontmoeten. Houd onze
internetsite in de gaten voor meer informatie of ga
naar www.nbdpraktijkmiddagen.nl.
Daarnaast zijn wij druk bezig met de voorbereidingen
voor ons 10 jarig bestaan in 2011. Uiteraard willen
wij dit niet zomaar voorbij laten gaan en willen we
u als onze klant deel uit laten maken van dit feestje.
Op dit moment staan de voorbereidingen nog in
de kinderschoenen, maar ook hiervoor geldt
dat we u begin 2011 persoonlijk zullen
informeren. Houd onze internetsite goed in de gaten.
Kortom, ook zo tegen het eind van het jaar en in
2011 zullen wij alles in het werk stellen om u
te blijven informeren over ontwikkelingen
in uw vakgebied.
Lars Kuipéri,
Directeur HydroScope
Toen is vastgesteld dat de Wet Milieubeheer (mede) van toepassing
is op natte koeltorens, die een legionellarisico opleveren voor
de omgeving. Aanvankelijk gold hiervoor alleen de in de Wet
Milieubeheer opgenomen zorgplicht. Natte koeltorens die zowel
voor werknemers als voor de omgeving een legionellarisico
opleveren, vallen zowel onder de Arbo-regelgeving als onder
de Wet Milieubeheer. Het is dan ook van belang dat de regels
op basis van beide wetten zoveel mogelijk met elkaar in overeen-
stemming zijn. Bij het formuleren van de voorschriften in dit
wijzigingsbesluit en in de wijzigingsregeling, is zoveel mogelijk
aangesloten bij de voorschriften die daaraan gesteld zijn op
basis van de Arbowet (artikel 5), de betreffende Arbobeleidsregels
4.87a en 4.87b en het zogeheten AI-blad dat is uitgebracht als
handreiking bij de uitvoering van deze voorschriften (AI-blad 32).
Meldingsplicht
Per januari 2010 geldt een meldingsplicht voor nieuw te installeren
natte koeltorens. Deze melding wordt gedaan bij de afdeling Milieu
van de betreffende gemeente. Gemeenten zijn inmiddels aan
het controleren of wordt voldaan aan de verplichting om een
natte koeltoren aantoonbaar veilig te beheren. Het voorkomen van
risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel in het
geval dat niet mogelijk is, het zoveel mogelijk beperken van risico’s
voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich
voordoen en de gevolgen hiervan. Nadere voorschriften aan het in
werking hebben van een natte koeltoren zijn het (laten) uitvoeren
van een frisco-inventarisatie en -evaluatie, op basis waarvan een
legionellabeheersplan wordt opgesteld en uitgevoerd. De adminis-
tratieve en financiële lasten behorende bij een koeltorensysteem
worden deels bepaald door de locatie van de koeltoren. De risico’s
voor de omgeving zijn hierin leidend.
Risicocategorie-indeling voor natte koeltorens
Locatie natte koeltoren
1 (hoogste risico) Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van een ziekenhuis, verpleeghuis of andere (medisch georiënteerde) zorginstelling waar mensen verblijven met een verminderd immuunsysteem
2 Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van verzorgingstehuizen, hotels of andere gebouwen waarin zich veel mensen bevinden
3 Natte koeltoren in de nabijheid (< 600 m) van een woonomgeving
4 (laagste risico) Natte koeltoren die op afstand (> 600 m) staat van een woonomgeving
De risico’s voor de omgeving zijn dus bepalend voor de indeling
van een koeltoren in een risicocategorie. De opbouw van het
systeem, stilstandperioden, zomer-winter bedrijf, etc. zijn bepalend
voor het risico op nagroei van legionella in een koeltorensysteem.
Een op maat uitgevoerde risicobeoordeling geeft u hier inzage in.
Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorens
Veilig offshore bij TotalE&P Nederland
De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila
Even voorstellen:
Het belang van een goede bluswatercontrole
Wist u dat …Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg
v o o r w o o r d
H y d r o V i s i e - 3H y d r o V i s i e - 3
Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorensVoor de beheersing van de legionellarisico’s van natte koeltorens is gekozen voor regulering op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In de zomer van 2006 vond een legionella-uitbraak in Amsterdam plaats (met 3 doden en ruim 30 zieken tot gevolg). Dit werd veroorzaakt door een slecht onderhouden natte koeltoren. Er bleek dat er situaties zijn waarbij de Arbowet slecht toepasbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer werknemers geen risico lopen, maar er in die situatie wel een gezondheidsrisico is voor mensen in de omgeving van de koeltoren.
2 - H y d r o V i s i e
H y d r o V i s i e - 34 - H y d r o V i s i e
Veilig offshore bij Total E&P Nederland
H y d r o V i s i e - 5
Total E&P Nederland is een dochter- onderneming van Total S.A., dat actief is op alle terreinen van de olie- en gasproductie.
Total E&P Nederland is sinds 1964 betrokken bij de exploratie
en productie van aardgas in Nederland en op het Continentaal
Plat van de Noordzee. In de Nederlandse sector van de Noordzee
staan 21 platforms en twee onderwaterinstallaties, die bijdragen
aan de totale gasproductie. Het merendeel van deze platforms
is onbemand en wordt op afstand aangestuurd. Vier platforms
zijn uitgerust met gasbehandelingsfaciliteiten. Na behandeling
stroomt het gas door een net van pijpleidingen naar GasTerra
(voorheen Gasunie Trade & Supply) op het vasteland. De offshore
productiecentra bevinden zich 80 tot 150 kilometer ten noordwes-
ten van Den Helder. De Centrale Controlekamer (CCR) is gevestigd
in het kantoor van Total E&P Nederland te Den Haag. Hier worden
de processen van alle installaties 24 uur per dag bewaakt.
Offshore personeel en goederen worden naar de verschillende
installaties vervoerd met helikopters en schepen.
Vijf platforms van Total E&P Nederland zijn bemand. Veiligheid, gezondheid en milieu zijn uiteraard zeer belangrijk op deze en alle onbemande platforms.
Lolke Woudstra is Veiligheidskundige en is vanaf 1977 werkzaam
bij Total E&P Nederland. De eerste vijf jaar als Procesoperator,
daarna werkzaam bij de afdeling HSE (Health, Safety, Environment).
Lolke is binnen de organisatie adviseur op het gebied van veilig-
heid, gezondheid en milieu. De drinkwaterkwaliteit waarborgen
op een platform is hiervan een onderdeel. De platforms van
Total E&P Nederland vallen met betrekking tot toezicht op de
waterkwaliteit, anders dan op het vaste land (VROM-Inspectie),
onder het Staatstoezicht op de Mijnen. Wij spraken met Lolke
over de veiligheid van drinkwater op de vijf bemande platforms
en de samenwerking met HydroScope ‘offshore’.
Drinkwatervoorziening offshore
De offshore platforms van Total E&P Nederland beschikken over
drinkwatervoorraadtanks. Zo zijn er bijvoorbeeld op het accommo-
datie platform L7Q, twee tanks van 50 m³ drinkwater beschikbaar.
De inhoud van deze tanks gaat ongeveer drie dagen mee als het
platform volledig bemand is (60 personen). Het drinkwater gaat
vanuit Den Helder met bevoorradingsschepen naar de platforms.
Dit betreft niet alleen de platforms van Total E&P Nederland, maar
ook de platforms van andere maatschappijen worden met deze
schepen van drinkwater voorzien. Vanaf de bevoorradingsschepen
(in charter bij Peterson Supplylink b.v.) wordt het drinkwater
naar de voorraadtanks op het platform gepompt. Vanuit de
voorraadtanks wordt het water via een drukverhogingsinstallatie
in de drinkwaterinstallatie op het platform gepompt.
Het water wordt gedurende de periode van inname door een
bevoorradingsschip bij Peterson Supplylink in Den Helder tot
en met het verpompen door de drukverhogingsinstallatie op
het platform middels het product Hadex, een drinkwater
desinfectieproduct, vrij van nagroei door bacteriën gehouden.
Tussen wal en platform
Total E&P Nederland heeft aan HydroScope gevraagd om de
gehele lijn die het water aflegt, van wal tot aan de kraan op
het platform, te auditeren. Dit wordt sinds 2004 per drie jaar
uitgevoerd. De drinkwaterinstallaties op het platform worden
jaarlijks volledig geaudit.
Peterson Supplylink koopt het drinkwater in van de Marine. Uit een
reinwaterkelder wordt een capaciteit van 30 m³ per uur geleverd
aan twee drinkwatersilo’s van elk 600 m³ op het terrein van
Peterson Supplylink. De kwaliteit van het geleverde water wordt
door de Marine viermaal per jaar gecontroleerd op bacteriologische
parameters. Tijdens de levering vindt een eerste, lichte, transport-
desinfectie plaats. Opgemerkt moet nog worden dat de gemeente
Den Helder eigenaar is van de infrastructuur op de wal.
Onder strenge voorschriften en opgenomen in een uitgebreid
monitoringsprogramma wordt het drinkwater gebunkerd door de
supply schepen. Het Hadex-gehalte wordt op het gewenste niveau
gehouden en periodiek wordt het gebunkerde water onderzocht
op de schepen. Alles wordt geregistreerd in logboeken. Voordat
een supplyschip water levert aan een platform, wordt na spuien
van het eerste water wederom het gehalte Hadex gecontroleerd
alvorens dit drinkwater geleverd mag worden aan het platform.
Peterson Supplylink is de schakel tussen de inkoop van het
drinkwater en de veilige levering hiervan aan de platformen.
Zij hebben dan ook inzicht in alle supplyschepen en de kwaliteit
van het drinkwater dat afgeleverd wordt door deze schepen.
Legionellapreventie offshore bij Total E&P Nederland
Toen in 1999 de ramp in Bovenkarspel uitbrak, beseften wij bij
Total E&P Nederland, net zoals bij vele andere bedrijven, dat ook
wij meer aandacht moesten gaan besteden aan legionellapreventie.
Monstername toonde aan dat er een legionellabesmetting aan
boord van L7Q zou zijn. Om deze legionellaproblematiek aan te
pakken werd een task force opgericht, waarin een collega, een
bedrijfsarts en ik zitting namen. Vanwege de besmetting en
onbekendheid met de legionellamaterie, is het L7 centraal complex
deels ontruimd en voor de achtergebleven bemanning zijn speciale
sanitaire faciliteiten aan boord geplaatst, het zekere werd voor het
onzekere genomen. Later onderzoek toonde aan dat de besmetting
erg meeviel en dat de veroorzaakte consternatie deels kwam door
onbekendheid met de materie. Uit onderzoek bleek dat de besmet-
ting in een aftapleiding van +/-14 cm en in de monsternamekraan
zat, in het heet drinkwatersysteem. Later bleek dat er toch zo nu
en dan verhoogde legionellawaarden werden aangetoond. Vanwege
deze terugkerende verhoogde legionellawaarden werd, toen er
gelegenheid voor was, het drinkwaternetwerk op L7Q vernieuwd.
Sindsdien hebben we de legionellaproblematiek op het L7 centraal
complex onder controle.
Beheer offshore
Ook bij Total E&P Nederland voeren wij beheersmaatregelen uit,
net zoals iedere andere prioritaire instelling. Toch kijkt Total E&P
Nederland wel met andere inzichten naar beheer. Zo spoelen wij
een stuk ‘zuiniger’ dan vele andere bedrijven, omdat er natuurlijk
maar een beperkte hoeveelheid water aanwezig is. Een ander
verschil is, dat Total E&P Nederland zelf het water behandeld en
de door de behandeling aanwezige stoffen in het water meet.
Dit is toegestaan zodat de kwaliteit en veiligheid offshore
gewaarborgd blijft. Total E&P Nederland past geen omgekeerde
osmose toe, maar desinfecteert met Hadex. Omgekeerde osmose
is een zogenaamde ‘watermaker’. Het water wordt dus niet
zelf voor consumptie gereed gemaakt. Bij wat wij bij Total E&P
Nederland doen staat gezondheid, veiligheid en milieu hoog in
het vaandel. Dus het credo is: als het niet veilig kan, dan doen
we het niet. Met dien verstande dat er andere methodes worden
gezocht om het werk wel veilig uit te kunnen voeren.
Samenwerking met HydroScope
We werken nu zo’n zes jaar samen met een adviseur van
HydroScope (Tommy Haast). Tommy voert 1 à 2 keer per jaar een
periodieke controle uit op de drinkwaterbedrijfsvoering op onze
bemande platformen. Dit is een audit waarin HydroScope grondig
kijkt naar de installatie, het beheer van de installatie, de behande-
ling van het drinkwater en de registratie met betrekking tot het
waarborgen van de drinkwaterkwaliteit. Wij ervaren HydroScope
als een deskundige partij met de juiste en onderbouwde adviezen.
De adviezen die HydroScope ons geeft worden nauwkeurig
opgevolgd. Tommy heeft inmiddels goede contacten opgebouwd
offshore en is een gewaardeerde raadgever.
Total E&P Nederland
Total E&P Nederland
H y d r o V i s i e - 34 - H y d r o V i s i e
Veilig offshore bij Total E&P Nederland
H y d r o V i s i e - 5
Total E&P Nederland is een dochter- onderneming van Total S.A., dat actief is op alle terreinen van de olie- en gasproductie.
Total E&P Nederland is sinds 1964 betrokken bij de exploratie
en productie van aardgas in Nederland en op het Continentaal
Plat van de Noordzee. In de Nederlandse sector van de Noordzee
staan 21 platforms en twee onderwaterinstallaties, die bijdragen
aan de totale gasproductie. Het merendeel van deze platforms
is onbemand en wordt op afstand aangestuurd. Vier platforms
zijn uitgerust met gasbehandelingsfaciliteiten. Na behandeling
stroomt het gas door een net van pijpleidingen naar GasTerra
(voorheen Gasunie Trade & Supply) op het vasteland. De offshore
productiecentra bevinden zich 80 tot 150 kilometer ten noordwes-
ten van Den Helder. De Centrale Controlekamer (CCR) is gevestigd
in het kantoor van Total E&P Nederland te Den Haag. Hier worden
de processen van alle installaties 24 uur per dag bewaakt.
Offshore personeel en goederen worden naar de verschillende
installaties vervoerd met helikopters en schepen.
Vijf platforms van Total E&P Nederland zijn bemand. Veiligheid, gezondheid en milieu zijn uiteraard zeer belangrijk op deze en alle onbemande platforms.
Lolke Woudstra is Veiligheidskundige en is vanaf 1977 werkzaam
bij Total E&P Nederland. De eerste vijf jaar als Procesoperator,
daarna werkzaam bij de afdeling HSE (Health, Safety, Environment).
Lolke is binnen de organisatie adviseur op het gebied van veilig-
heid, gezondheid en milieu. De drinkwaterkwaliteit waarborgen
op een platform is hiervan een onderdeel. De platforms van
Total E&P Nederland vallen met betrekking tot toezicht op de
waterkwaliteit, anders dan op het vaste land (VROM-Inspectie),
onder het Staatstoezicht op de Mijnen. Wij spraken met Lolke
over de veiligheid van drinkwater op de vijf bemande platforms
en de samenwerking met HydroScope ‘offshore’.
Drinkwatervoorziening offshore
De offshore platforms van Total E&P Nederland beschikken over
drinkwatervoorraadtanks. Zo zijn er bijvoorbeeld op het accommo-
datie platform L7Q, twee tanks van 50 m³ drinkwater beschikbaar.
De inhoud van deze tanks gaat ongeveer drie dagen mee als het
platform volledig bemand is (60 personen). Het drinkwater gaat
vanuit Den Helder met bevoorradingsschepen naar de platforms.
Dit betreft niet alleen de platforms van Total E&P Nederland, maar
ook de platforms van andere maatschappijen worden met deze
schepen van drinkwater voorzien. Vanaf de bevoorradingsschepen
(in charter bij Peterson Supplylink b.v.) wordt het drinkwater
naar de voorraadtanks op het platform gepompt. Vanuit de
voorraadtanks wordt het water via een drukverhogingsinstallatie
in de drinkwaterinstallatie op het platform gepompt.
Het water wordt gedurende de periode van inname door een
bevoorradingsschip bij Peterson Supplylink in Den Helder tot
en met het verpompen door de drukverhogingsinstallatie op
het platform middels het product Hadex, een drinkwater
desinfectieproduct, vrij van nagroei door bacteriën gehouden.
Tussen wal en platform
Total E&P Nederland heeft aan HydroScope gevraagd om de
gehele lijn die het water aflegt, van wal tot aan de kraan op
het platform, te auditeren. Dit wordt sinds 2004 per drie jaar
uitgevoerd. De drinkwaterinstallaties op het platform worden
jaarlijks volledig geaudit.
Peterson Supplylink koopt het drinkwater in van de Marine. Uit een
reinwaterkelder wordt een capaciteit van 30 m³ per uur geleverd
aan twee drinkwatersilo’s van elk 600 m³ op het terrein van
Peterson Supplylink. De kwaliteit van het geleverde water wordt
door de Marine viermaal per jaar gecontroleerd op bacteriologische
parameters. Tijdens de levering vindt een eerste, lichte, transport-
desinfectie plaats. Opgemerkt moet nog worden dat de gemeente
Den Helder eigenaar is van de infrastructuur op de wal.
Onder strenge voorschriften en opgenomen in een uitgebreid
monitoringsprogramma wordt het drinkwater gebunkerd door de
supply schepen. Het Hadex-gehalte wordt op het gewenste niveau
gehouden en periodiek wordt het gebunkerde water onderzocht
op de schepen. Alles wordt geregistreerd in logboeken. Voordat
een supplyschip water levert aan een platform, wordt na spuien
van het eerste water wederom het gehalte Hadex gecontroleerd
alvorens dit drinkwater geleverd mag worden aan het platform.
Peterson Supplylink is de schakel tussen de inkoop van het
drinkwater en de veilige levering hiervan aan de platformen.
Zij hebben dan ook inzicht in alle supplyschepen en de kwaliteit
van het drinkwater dat afgeleverd wordt door deze schepen.
Legionellapreventie offshore bij Total E&P Nederland
Toen in 1999 de ramp in Bovenkarspel uitbrak, beseften wij bij
Total E&P Nederland, net zoals bij vele andere bedrijven, dat ook
wij meer aandacht moesten gaan besteden aan legionellapreventie.
Monstername toonde aan dat er een legionellabesmetting aan
boord van L7Q zou zijn. Om deze legionellaproblematiek aan te
pakken werd een task force opgericht, waarin een collega, een
bedrijfsarts en ik zitting namen. Vanwege de besmetting en
onbekendheid met de legionellamaterie, is het L7 centraal complex
deels ontruimd en voor de achtergebleven bemanning zijn speciale
sanitaire faciliteiten aan boord geplaatst, het zekere werd voor het
onzekere genomen. Later onderzoek toonde aan dat de besmetting
erg meeviel en dat de veroorzaakte consternatie deels kwam door
onbekendheid met de materie. Uit onderzoek bleek dat de besmet-
ting in een aftapleiding van +/-14 cm en in de monsternamekraan
zat, in het heet drinkwatersysteem. Later bleek dat er toch zo nu
en dan verhoogde legionellawaarden werden aangetoond. Vanwege
deze terugkerende verhoogde legionellawaarden werd, toen er
gelegenheid voor was, het drinkwaternetwerk op L7Q vernieuwd.
Sindsdien hebben we de legionellaproblematiek op het L7 centraal
complex onder controle.
Beheer offshore
Ook bij Total E&P Nederland voeren wij beheersmaatregelen uit,
net zoals iedere andere prioritaire instelling. Toch kijkt Total E&P
Nederland wel met andere inzichten naar beheer. Zo spoelen wij
een stuk ‘zuiniger’ dan vele andere bedrijven, omdat er natuurlijk
maar een beperkte hoeveelheid water aanwezig is. Een ander
verschil is, dat Total E&P Nederland zelf het water behandeld en
de door de behandeling aanwezige stoffen in het water meet.
Dit is toegestaan zodat de kwaliteit en veiligheid offshore
gewaarborgd blijft. Total E&P Nederland past geen omgekeerde
osmose toe, maar desinfecteert met Hadex. Omgekeerde osmose
is een zogenaamde ‘watermaker’. Het water wordt dus niet
zelf voor consumptie gereed gemaakt. Bij wat wij bij Total E&P
Nederland doen staat gezondheid, veiligheid en milieu hoog in
het vaandel. Dus het credo is: als het niet veilig kan, dan doen
we het niet. Met dien verstande dat er andere methodes worden
gezocht om het werk wel veilig uit te kunnen voeren.
Samenwerking met HydroScope
We werken nu zo’n zes jaar samen met een adviseur van
HydroScope (Tommy Haast). Tommy voert 1 à 2 keer per jaar een
periodieke controle uit op de drinkwaterbedrijfsvoering op onze
bemande platformen. Dit is een audit waarin HydroScope grondig
kijkt naar de installatie, het beheer van de installatie, de behande-
ling van het drinkwater en de registratie met betrekking tot het
waarborgen van de drinkwaterkwaliteit. Wij ervaren HydroScope
als een deskundige partij met de juiste en onderbouwde adviezen.
De adviezen die HydroScope ons geeft worden nauwkeurig
opgevolgd. Tommy heeft inmiddels goede contacten opgebouwd
offshore en is een gewaardeerde raadgever.
Total E&P Nederland
Total E&P Nederland
KWR en de link met KIWA
“Vroeger heetten we Kiwa Water Research, het onderzoeksinsti-
tuut voor de waterleidingbedrijven in Nieuwegein. Kiwa certificatie
en keuringen zat in Rijswijk. Omdat de activiteiten van Kiwa
Rijswijk steeds verder van onze werkzaamheden afstonden, zijn
we gesplitst. De naam Kiwa bleef gekoppeld aan de certificatie-
en keuringsactiviteiten in Rijswijk. Onze naam is veranderd in KWR
Watercycle Research Institute. Een naam die aangeeft dat we op
meer terreinen bezig zijn dan enkel drinkwater en bovendien laat
zien dat we ook internationaal actief zijn”.
Achtergrond Frank Oesterholt
“Ik ben een chemisch technoloog uit Twente. Na mijn eerste baan
ben ik overgestapt naar Nuon Water, destijds het waterleidingbedrijf
voor de Veluwe, Arnhem en Nijmegen. Na de legionellaramp van
1999 in Bovenkarspel voorzag NUON Water problemen met
legionella bij zijn warmtapwatersystemen. Er werd een werkgroep
door VROM ingesteld, waarbij ik vanuit NUON Water aangesloten
was. Toen ik de overstap maakte naar KWR moesten er in
Nederland bij alle collectieve installaties risicoanalyses worden
uitgevoerd en beheersplannen worden opgesteld. We hebben dit
werk opgepakt, maar vonden al snel dat dit niet bij ons thuishoor-
de. Gelukkig kwamen er steeds meer andere bedrijven die dit werk
oppakten, zoals HydroScope. Deze periode heb ik erg veel geleerd
over legionella en veel installaties in de praktijk gezien. De laatste
vijf jaar heb ik deze kennis gebruikt bij het uitvoeren van veel
beleidsstudies voor de overheid op legionnellagebied. Ik ben
dan ook de auteur van het boekje “Omvang en preventie van
vermeerdering van legionella in koeltorens”. Dit heeft uiteindelijk
geresulteerd in Arbobeleidregel 4.87. Daarnaast heb ik o.a.
geparticipeerd in de ISSO 55.1-publicatie ‘Praktijkhandleiding
legionella in leidingwater’. Ook heb ik de legionellacode voor
woninginstallaties opgesteld.”
Focus op koeltorens en pneumophila
“In opdracht van VROM heeft KWR in 2002 onderzoek gedaan naar
legionella bij 400 woningen in Nederland. We troffen veel legionella
aan, alleen bleek het te gaan om een minder risicovolle variant,
namelijk Legionella anisa. Er zijn inmiddels meer dan vijftig
verschillende soorten legionellabacteriën geïdentificeerd.
De meeste bacteriën die in leidingwaterinstallaties worden
aangetroffen, behoren tot een onschuldige soort. 95% tot 99%
van de ziektegevallen wordt veroorzaakt door de gevaarlijke
variant, Legionella pneumophila. Wij hebben als KWR dan ook
het standpunt dat je bij legionellapreventie in Nederland alleen
zou moeten kijken naar de gevaarlijke Legionella pneumophila
en minder naar legionella non-pneumophila-soorten.
In ons laboratorium is nu een kweekmethode ontwikkeld die zich
specifiek richt op Legionella pneumophila en waarbij, bijvoorbeeld
de onschuldige Legionella anisa, niet groeit. De pijlen zouden
hierbij ook nog eens gericht moeten worden op de werkelijk
risicovolle situaties. Dit zijn de situaties waarbij juist Legionella
pneumophila kan groeien. Gelukkig is er al een focus bij collectieve
leidingwaterinstallaties door middel van een prioriteitsstelling.
Onderzoek heeft aangetoond dat Legionella pneumophila groeit
in situaties waarin relatief hoge temperaturen tot bijvoorbeeld
37 graden Celsius voorkomen. Deze temperatuur komt veelvuldig
voor in koelwatersystemen. Wij denken dan ook dat koeltorens wel
eens de missing link kunnen zijn in Nederland als we op zoek gaan
naar de bron van legionellose en we zijn dan ook van mening dat
we veel meer aandacht moeten schenken aan koeltorens.
Daarbij is het ook belangrijk om onderscheid te maken tussen
industriële koelwatersystemen en gebouwgebonden koelwater-
systemen, want vooral die laatste categorie geeft de meeste risico’s.
Zij krijgen namelijk vaak minder aandacht. Bij een industrieel
koelwatersysteem behoort standaard een conditioneringspro-
gramma. Een industrieel koelwatersysteem is dermate belangrijk
om processen gaande te houden, dat dit veel beter wordt onder-
houden. De gebouwgebonden koeltoren komt ook erg veel voor in
woonomgevingen. Vorig jaar hebben we een onderzoek gedaan
naar natte gebouwgebonden koeltorens. Het rapport moet nog
naar VROM, dus ik mag er nog niet al te veel over zeggen, maar
we hebben hier uit meting vastgesteld dat in ongeveer 30% van
de natte gebouwgebonden koeltorens Legionella pneumophila
wordt aangetroffen. In sommige gevallen zelfs in hoge concentraties.
Dat was voor ons weer een bewijs: koelwatersystemen vragen om
veel aandacht. Hier moeten we onze pijlen op richten.”
Per 1 januari 2010 is legionellapreventie voor koeltorens in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Dit betekent dat gemeenten nu toezien op een adequate naleving van de regels. HydroScope merkt dat gemeenten hier streng op controleren. HydroScope heeft een aantal in koeltorens gespecialiseerde adviseurs in dienst. Wij helpen u graag verder.
Ontwikkeling Q-PCR
“Om niet zeven tot tien dagen te hoeven wachten voordat de
uitslag van een kweekmethode beschikbaar is, hebben we bij
KWR een Q-PCR-methode ontwikkeld. Binnen vier uur kan worden
vastgesteld of Legionella pneumophila in het water aanwezig is
en in welke hoeveelheid. Bij de Q-PCR-methode wordt een
specifiek stukje DNA vermenigvuldigd tot een aantoonbare
hoeveelheid. Het mooie van deze methode is dat hij erg selectief
is. Dus als er DNA wordt gevonden, dan is deze ook echt van
Legionella pneumophila geweest. Q-PCR is nog niet vastgelegd
in de wet- en regelgeving, maar daar wordt wel aan gewerkt.
Maar, voor de industrie, proces- en koelwater is er geen
beperking voor het gebruik van deze methode.”
De legionellachip en Q-PCR-methode: de verschillen
“Omdat er nog niet veel wetenschappelijks is gepubliceerd
over de chip zijn de echte verschillen mij nog niet duidelijk.
De Q-PCR-methode richt zich op DNA. De legionellachip daaren-
tegen richt zich op bepaalde groepen chemische verbindingen
die zich op de celwand bevinden. De chip is dus gebaseerd op
een ander meetprincipe. De legionellachip richt zich op alle
ziekteverwekkende legionellasoorten, dat wil zeggen: alle legionel-
lasoorten die al eerder in patiëntenmateriaal zijn aangetroffen.”
HydroScope houdt alle ontwikkelingen op het gebied van monstername scherp in de gaten. We willen ook vooroplopen in de toepassing ervan. Ondanks het feit dat technieken nog niet altijd opgenomen zijn in de regelgeving, kunnen ze in sommige situaties goed van pas komen. Zo biedt het extra zekerheid bij de ingebruikname van een installatie na reiniging. Wij helpen u graag verder.
6 - H y d r o V i s i e
Frank Oesterholt is als senior onderzoeker werkzaam bij KWR Watercycle Research Institute. Hij was zijdelings betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe detectiemethode voor de ziekteverwekkende legionellasoort Legionella pneumophila via Q-PCR. Met deze methode kan binnen vier uur worden aangetoond of de bacterie in het water aanwezig is. Zijn collega Bart Wullings ontwikkelde de methode en Frank onderzocht hoe deze naar de industriële markt gebracht kon worden. Hierna vertelt hij over deze nieuwe ontwikkelingen.
H y d r o V i s i e - 7
De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila
KWR en de link met KIWA
“Vroeger heetten we Kiwa Water Research, het onderzoeksinsti-
tuut voor de waterleidingbedrijven in Nieuwegein. Kiwa certificatie
en keuringen zat in Rijswijk. Omdat de activiteiten van Kiwa
Rijswijk steeds verder van onze werkzaamheden afstonden, zijn
we gesplitst. De naam Kiwa bleef gekoppeld aan de certificatie-
en keuringsactiviteiten in Rijswijk. Onze naam is veranderd in KWR
Watercycle Research Institute. Een naam die aangeeft dat we op
meer terreinen bezig zijn dan enkel drinkwater en bovendien laat
zien dat we ook internationaal actief zijn”.
Achtergrond Frank Oesterholt
“Ik ben een chemisch technoloog uit Twente. Na mijn eerste baan
ben ik overgestapt naar Nuon Water, destijds het waterleidingbedrijf
voor de Veluwe, Arnhem en Nijmegen. Na de legionellaramp van
1999 in Bovenkarspel voorzag NUON Water problemen met
legionella bij zijn warmtapwatersystemen. Er werd een werkgroep
door VROM ingesteld, waarbij ik vanuit NUON Water aangesloten
was. Toen ik de overstap maakte naar KWR moesten er in
Nederland bij alle collectieve installaties risicoanalyses worden
uitgevoerd en beheersplannen worden opgesteld. We hebben dit
werk opgepakt, maar vonden al snel dat dit niet bij ons thuishoor-
de. Gelukkig kwamen er steeds meer andere bedrijven die dit werk
oppakten, zoals HydroScope. Deze periode heb ik erg veel geleerd
over legionella en veel installaties in de praktijk gezien. De laatste
vijf jaar heb ik deze kennis gebruikt bij het uitvoeren van veel
beleidsstudies voor de overheid op legionnellagebied. Ik ben
dan ook de auteur van het boekje “Omvang en preventie van
vermeerdering van legionella in koeltorens”. Dit heeft uiteindelijk
geresulteerd in Arbobeleidregel 4.87. Daarnaast heb ik o.a.
geparticipeerd in de ISSO 55.1-publicatie ‘Praktijkhandleiding
legionella in leidingwater’. Ook heb ik de legionellacode voor
woninginstallaties opgesteld.”
Focus op koeltorens en pneumophila
“In opdracht van VROM heeft KWR in 2002 onderzoek gedaan naar
legionella bij 400 woningen in Nederland. We troffen veel legionella
aan, alleen bleek het te gaan om een minder risicovolle variant,
namelijk Legionella anisa. Er zijn inmiddels meer dan vijftig
verschillende soorten legionellabacteriën geïdentificeerd.
De meeste bacteriën die in leidingwaterinstallaties worden
aangetroffen, behoren tot een onschuldige soort. 95% tot 99%
van de ziektegevallen wordt veroorzaakt door de gevaarlijke
variant, Legionella pneumophila. Wij hebben als KWR dan ook
het standpunt dat je bij legionellapreventie in Nederland alleen
zou moeten kijken naar de gevaarlijke Legionella pneumophila
en minder naar legionella non-pneumophila-soorten.
In ons laboratorium is nu een kweekmethode ontwikkeld die zich
specifiek richt op Legionella pneumophila en waarbij, bijvoorbeeld
de onschuldige Legionella anisa, niet groeit. De pijlen zouden
hierbij ook nog eens gericht moeten worden op de werkelijk
risicovolle situaties. Dit zijn de situaties waarbij juist Legionella
pneumophila kan groeien. Gelukkig is er al een focus bij collectieve
leidingwaterinstallaties door middel van een prioriteitsstelling.
Onderzoek heeft aangetoond dat Legionella pneumophila groeit
in situaties waarin relatief hoge temperaturen tot bijvoorbeeld
37 graden Celsius voorkomen. Deze temperatuur komt veelvuldig
voor in koelwatersystemen. Wij denken dan ook dat koeltorens wel
eens de missing link kunnen zijn in Nederland als we op zoek gaan
naar de bron van legionellose en we zijn dan ook van mening dat
we veel meer aandacht moeten schenken aan koeltorens.
Daarbij is het ook belangrijk om onderscheid te maken tussen
industriële koelwatersystemen en gebouwgebonden koelwater-
systemen, want vooral die laatste categorie geeft de meeste risico’s.
Zij krijgen namelijk vaak minder aandacht. Bij een industrieel
koelwatersysteem behoort standaard een conditioneringspro-
gramma. Een industrieel koelwatersysteem is dermate belangrijk
om processen gaande te houden, dat dit veel beter wordt onder-
houden. De gebouwgebonden koeltoren komt ook erg veel voor in
woonomgevingen. Vorig jaar hebben we een onderzoek gedaan
naar natte gebouwgebonden koeltorens. Het rapport moet nog
naar VROM, dus ik mag er nog niet al te veel over zeggen, maar
we hebben hier uit meting vastgesteld dat in ongeveer 30% van
de natte gebouwgebonden koeltorens Legionella pneumophila
wordt aangetroffen. In sommige gevallen zelfs in hoge concentraties.
Dat was voor ons weer een bewijs: koelwatersystemen vragen om
veel aandacht. Hier moeten we onze pijlen op richten.”
Per 1 januari 2010 is legionellapreventie voor koeltorens in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Dit betekent dat gemeenten nu toezien op een adequate naleving van de regels. HydroScope merkt dat gemeenten hier streng op controleren. HydroScope heeft een aantal in koeltorens gespecialiseerde adviseurs in dienst. Wij helpen u graag verder.
Ontwikkeling Q-PCR
“Om niet zeven tot tien dagen te hoeven wachten voordat de
uitslag van een kweekmethode beschikbaar is, hebben we bij
KWR een Q-PCR-methode ontwikkeld. Binnen vier uur kan worden
vastgesteld of Legionella pneumophila in het water aanwezig is
en in welke hoeveelheid. Bij de Q-PCR-methode wordt een
specifiek stukje DNA vermenigvuldigd tot een aantoonbare
hoeveelheid. Het mooie van deze methode is dat hij erg selectief
is. Dus als er DNA wordt gevonden, dan is deze ook echt van
Legionella pneumophila geweest. Q-PCR is nog niet vastgelegd
in de wet- en regelgeving, maar daar wordt wel aan gewerkt.
Maar, voor de industrie, proces- en koelwater is er geen
beperking voor het gebruik van deze methode.”
De legionellachip en Q-PCR-methode: de verschillen
“Omdat er nog niet veel wetenschappelijks is gepubliceerd
over de chip zijn de echte verschillen mij nog niet duidelijk.
De Q-PCR-methode richt zich op DNA. De legionellachip daaren-
tegen richt zich op bepaalde groepen chemische verbindingen
die zich op de celwand bevinden. De chip is dus gebaseerd op
een ander meetprincipe. De legionellachip richt zich op alle
ziekteverwekkende legionellasoorten, dat wil zeggen: alle legionel-
lasoorten die al eerder in patiëntenmateriaal zijn aangetroffen.”
HydroScope houdt alle ontwikkelingen op het gebied van monstername scherp in de gaten. We willen ook vooroplopen in de toepassing ervan. Ondanks het feit dat technieken nog niet altijd opgenomen zijn in de regelgeving, kunnen ze in sommige situaties goed van pas komen. Zo biedt het extra zekerheid bij de ingebruikname van een installatie na reiniging. Wij helpen u graag verder.
6 - H y d r o V i s i e
Frank Oesterholt is als senior onderzoeker werkzaam bij KWR Watercycle Research Institute. Hij was zijdelings betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe detectiemethode voor de ziekteverwekkende legionellasoort Legionella pneumophila via Q-PCR. Met deze methode kan binnen vier uur worden aangetoond of de bacterie in het water aanwezig is. Zijn collega Bart Wullings ontwikkelde de methode en Frank onderzocht hoe deze naar de industriële markt gebracht kon worden. Hierna vertelt hij over deze nieuwe ontwikkelingen.
H y d r o V i s i e - 7
De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila
Colofon
H y d r o V i s i e - 9
Even voorstellen: de adviseurs en hun specialisatie
Ik ben Marcel van der Wiel, 38 jaar oud en sinds juni 2006 werkzaam als adviseur bij HydroScope.
Ik heb een achtergrond in de elektrotechniek, installatietechniek
en in de groot koeltechniek. Naast mijn reguliere werkzaamheden
bij HydroScope heb ik mij gespecialiseerd in bluswatervoorzieningen
en capaciteitsmetingen.
Bluswatervoorziening en capaciteitsmeting
Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan de
beschikbaarheid van bluswaterterreinen. In de gebruiksvergunning
of verzekeringspolisvoorwaarden staat voorgeschreven dat de
capaciteit van een bluswatersysteem periodiek gemeten moet
worden. Ook de Arbowet schrijft voor dat systemen jaarlijks op
een goede werking gecontroleerd moeten worden. HydroScope
beschikt over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en
effectief te kunnen werken. Ik voer capaciteitsmetingen en de
visuele inspectie van de bluswatervoorziening uit. Op basis van
‘Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid’ van het
NVBR controleer ik brandkranen op verschillende punten.
Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.
Ik ben Henk Peelen, 41 jaar oud en sinds juni 2001 werkzaam bij HydroScope.
Ik werk vooral in het gebied Midden-Nederland. In 1994 ben ik bij
Waterleidinglaboratorium Oost in Doetinchem gaan werken. Daar
ben ik in aanraking gekomen met een drinkwaterlaboratorium en
de link tussen waterkwaliteit en waterinstallaties. Al snel werd ik
gegrepen door de interessante situaties die optreden als een
installatie niet juist functioneert en wat dit tot gevolg heeft voor de
waterkwaliteit. Legionellapreventie was één van de speerpunten
die ik bij de afdeling Watertechniek al in 1996 in mijn werkpakket
kreeg. Destijds was hier nog maar weinig draagvlak voor, het was
echt nog een onbekende bacterie. In 1999 sloeg dit volkomen om
door de ramp in Bovenkarspel. Naast de werkzaamheden als
adviseur onderhoud ik binnen HydroScope enkele noodzakelijke
kwaliteitsdocumenten en probeer ik mijn collega’s te ondersteunen
op het gebied van vraagstukken en begeleiding bij bijvoorbeeld
proceswaterinstallaties. Daarnaast heb ik me gespecialiseerd in
koeltorens.
Koeltorens
Het uitvoeren van een risicobeoordeling op een open circulerende
koeltoren is niet te vergelijken met de uitvoering van een risicoana-
lyse legionella op een leidingwaterinstallatie. Legionellapreventie bij
een koeltoren gaat verder dan het behandelen van het koelwater
tegen nagroei van legionella. De verdeling van het koelwater
door een koelpakket bijvoorbeeld, dit is van wezenlijk belang voor
het voorkomen van nagroei van legionella. Of het functioneren
van zogenaamde druppelvangers, deze voorkomen voor een groot
deel de verspreiding van aërosolen, dus de verspreiding van
eventueel besmette waterdeeltjes.
Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.
Ik ben Tommy Haast, 28 jaar oud en vanaf 2003 werkzaam bij HydroScope en vooral actief in Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant.
Ik heb de MTS aan het Technisch Lyceum Eindhoven gevolgd.
Bij HydroScope heb ik mijn eindstage afgerond. Na deze stage
ben ik in 2003 bij HydroScope aan de slag gegaan en heb ik
verdere opleidingen met betrekking tot waterkwaliteit en -advies
gevolgd. Inmiddels werk ik al 7 jaar met plezier bij HydroScope.
Naast de werkzaamheden op het gebied van legionellapreventie,
heb ik me gespecialiseerd in beheer en onderhoud van leiding-
waterinstallaties.
Beheer en onderhoud
Naast het beheer met betrekking tot legionellapreventie dient er
ook beheer van de appendages en de leidingwaterinstallatie plaats
te vinden. Dit staat los van het Legionellabeheersplan.
HydroScope kan een onderhoudsplan opstellen en het daaruit
naar voren komend beheer voor zijn klanten uitvoeren, zodat zij
gegarandeerd zijn van een goed onderhouden leidingwaterinstallatie.
8 - H y d r o V i s i e
v.l.n
.r. H
enk
Peel
en, T
omm
y H
aast
en
Mar
cel v
an d
er W
iel
Colofon
H y d r o V i s i e - 9
Even voorstellen: de adviseurs en hun specialisatie
Ik ben Marcel van der Wiel, 38 jaar oud en sinds juni 2006 werkzaam als adviseur bij HydroScope.
Ik heb een achtergrond in de elektrotechniek, installatietechniek
en in de groot koeltechniek. Naast mijn reguliere werkzaamheden
bij HydroScope heb ik mij gespecialiseerd in bluswatervoorzieningen
en capaciteitsmetingen.
Bluswatervoorziening en capaciteitsmeting
Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan de
beschikbaarheid van bluswaterterreinen. In de gebruiksvergunning
of verzekeringspolisvoorwaarden staat voorgeschreven dat de
capaciteit van een bluswatersysteem periodiek gemeten moet
worden. Ook de Arbowet schrijft voor dat systemen jaarlijks op
een goede werking gecontroleerd moeten worden. HydroScope
beschikt over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en
effectief te kunnen werken. Ik voer capaciteitsmetingen en de
visuele inspectie van de bluswatervoorziening uit. Op basis van
‘Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid’ van het
NVBR controleer ik brandkranen op verschillende punten.
Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.
Ik ben Henk Peelen, 41 jaar oud en sinds juni 2001 werkzaam bij HydroScope.
Ik werk vooral in het gebied Midden-Nederland. In 1994 ben ik bij
Waterleidinglaboratorium Oost in Doetinchem gaan werken. Daar
ben ik in aanraking gekomen met een drinkwaterlaboratorium en
de link tussen waterkwaliteit en waterinstallaties. Al snel werd ik
gegrepen door de interessante situaties die optreden als een
installatie niet juist functioneert en wat dit tot gevolg heeft voor de
waterkwaliteit. Legionellapreventie was één van de speerpunten
die ik bij de afdeling Watertechniek al in 1996 in mijn werkpakket
kreeg. Destijds was hier nog maar weinig draagvlak voor, het was
echt nog een onbekende bacterie. In 1999 sloeg dit volkomen om
door de ramp in Bovenkarspel. Naast de werkzaamheden als
adviseur onderhoud ik binnen HydroScope enkele noodzakelijke
kwaliteitsdocumenten en probeer ik mijn collega’s te ondersteunen
op het gebied van vraagstukken en begeleiding bij bijvoorbeeld
proceswaterinstallaties. Daarnaast heb ik me gespecialiseerd in
koeltorens.
Koeltorens
Het uitvoeren van een risicobeoordeling op een open circulerende
koeltoren is niet te vergelijken met de uitvoering van een risicoana-
lyse legionella op een leidingwaterinstallatie. Legionellapreventie bij
een koeltoren gaat verder dan het behandelen van het koelwater
tegen nagroei van legionella. De verdeling van het koelwater
door een koelpakket bijvoorbeeld, dit is van wezenlijk belang voor
het voorkomen van nagroei van legionella. Of het functioneren
van zogenaamde druppelvangers, deze voorkomen voor een groot
deel de verspreiding van aërosolen, dus de verspreiding van
eventueel besmette waterdeeltjes.
Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.
Ik ben Tommy Haast, 28 jaar oud en vanaf 2003 werkzaam bij HydroScope en vooral actief in Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant.
Ik heb de MTS aan het Technisch Lyceum Eindhoven gevolgd.
Bij HydroScope heb ik mijn eindstage afgerond. Na deze stage
ben ik in 2003 bij HydroScope aan de slag gegaan en heb ik
verdere opleidingen met betrekking tot waterkwaliteit en -advies
gevolgd. Inmiddels werk ik al 7 jaar met plezier bij HydroScope.
Naast de werkzaamheden op het gebied van legionellapreventie,
heb ik me gespecialiseerd in beheer en onderhoud van leiding-
waterinstallaties.
Beheer en onderhoud
Naast het beheer met betrekking tot legionellapreventie dient er
ook beheer van de appendages en de leidingwaterinstallatie plaats
te vinden. Dit staat los van het Legionellabeheersplan.
HydroScope kan een onderhoudsplan opstellen en het daaruit
naar voren komend beheer voor zijn klanten uitvoeren, zodat zij
gegarandeerd zijn van een goed onderhouden leidingwaterinstallatie.
8 - H y d r o V i s i e
v.l.n
.r. H
enk
Peel
en, T
omm
y H
aast
en
Mar
cel v
an d
er W
iel
1 0 - H y d r o V i s i e
Het Ronald McDonald Huis biedt een thuis aan
ouders van zieke of gehandicapte kinderen die
worden behandeld in het nabijgelegen (psychia-
trisch) ziekenhuis of revalidatiecentrum. De meeste
huizen staan op loopafstand van het ziekenhuis.
Het Ronald McDonald Huis in Tilburg is in 2003
geopend. Al sinds de opening ontzorgt en sponsort
HydroScope deze stichting door het geven van
advies en bemonstering van het drinkwater.
Het huis valt onder een middenrisicogroep zoals
omschreven in het waterleidingbesluit IIIC. Door elk
half jaar de door VROM verplichte monstername te
sponsoren, waakt HydroScope over de veiligheid
van zowel het personeel als de bewoners.
Op de foto ziet u Rob van Weesenbeek samen met
Franca Adriaans-Schilders. Zij runt deze locatie
samen met 80 vrijwilligers en sponsors.
Franca: Onze samenwerking staat als een huis!
H y d r o V i s i e - 1 1
Het belang van een goede bluswatercontrole
Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg
Een goed functionerende bluswaterinstallatie is erg belangrijk. Een goede aanleg, continue bewaking en periodieke controle zijn niet alleen veilig, maar zelfs wettelijk verplicht.
Eisen aan bluswater
Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan bluswater
op uw terrein. Over het algemeen is de openbare bluswatervoor-
ziening afdoende. Wanneer dit niet het geval is, worden in de
bouwvergunning, gebruiksvergunning of de verzekeringspolisvoor-
waarden aanvullende eisen gesteld. Iedere gemeente heeft de
vrijheid haar eigen richtlijnen te hanteren, maar vaak wordt
gebruikgemaakt van de Handleiding Bluswatervoorziening en
bereikbaarheid’ van het NVBR. Binnen een straal van 80 meter
moet er voldoende bluswater beschikbaar zijn. Binnen 2 minuten
moet de brandweer over voldoende capaciteit kunnen beschikken.
De meest gestelde capaciteitseisen zijn 30, 60, 90 en 120 m³/uur
bij een restdruk van 61 kPa . Er kan op verschillende manieren in
capaciteit worden voorzien, door bijvoorbeeld een hydrantennet,
geboorde putten, een bluswaterriool of oppervlaktewater.
Capaciteitsmeting
In de gebruiksvergunning of verzekeringspolisvoorwaarden staat
voorgeschreven dat u periodiek de capaciteit van uw bluswater-
systeem moet meten. Over het algemeen wordt dit vertaald naar
een jaarlijkse inspectie. Ook de Arbowet schrijft voor dat u uw
systemen jaarlijks op een goede werking moet controleren
(artikel 7.4a) en onderhouden (artikel 7.5). HydroScope beschikt
over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en effectief
te kunnen werken. Er zijn drie manieren om de bluswatercapaciteit
te bepalen. Deze ziet u in het kader.
Empirische meting: Dit is de meest simpele methode. De capaciteit wordt gemeten door de brandkraan volledig open te draaien en te meten hoeveel water eruit stroomt. Bij deze methode is er kans op bruin water en er kan dus overlast ontstaan. De meting is een momentopname. Wanneer in de nabije omgeving op dat moment veel water wordt verbruikt, kan de capaciteit lager uitvallen.
Deelstroommeting met extrapolatie: Deze unieke methode wordt door HydroScope toegepast. De brandkraan wordt langzaam, maar niet volledig opengedraaid. Stapsgewijs wordt de capaciteit gemeten. Aan de hand van de gemeten waarden wordt de maximale capaciteit berekend. Dit voorkomt bruintrekken. De interpretatie van de gegevens vergt kennis en vakmanschap.
Digitale modelberekening: Deze methodiek gebruikt HydroScope ter verificatie van de meting. Op basis van de gegevens van het locale waterleiding-bedrijf wordt bepaald wat de brandkraan, in de meest ongunstige situatie, maximaal kan aanleveren.
Wist u dat …HydroScope ook een zusteronderneming heeft, genaamd Hydreco? Hydreco ontwerpt, realiseert en exploiteert koude-en-warmteopslag- systemen, oftewel kwo-systemen.
Wat is een kwo-systeem en hoe werkt het?
Door middel van een leidingstelsel worden een koude en een warme bron met elkaar verbonden.
Hierdoor wordt grondwater van de ene bron naar de andere gepompt. De warmtewisselaar halverwege
het leidingstelsel haalt energie uit het langsstromende grondwater, waarna deze energie in de vorm van
warmte of koude wordt afgegeven aan het gebouwcircuit. In de winter moet het systeem warmte afgeven
om het gebouw te verwarmen. Daarvoor wordt de opgeslagen warmte van de zomer uit de warme bron
gebruikt. Andersom is in de zomer om te koelen de opgeslagen winterkoude uit de koude bron nodig.
Met de pomprichting bepaal je of de warme of de koude bron gebruikt wordt. De bodem is als het ware
een soort thermosfles.
Inmiddels heeft Hydreco al zo’n 25 kwo-projecten in haar portfolio bij kantoren, onderwijsinstellingen,
zorginstellingen, publieke gebouwen, woningbouw en recreatie en cultuur.
Nieuwsbrief
Hydreco heeft een nieuwsbrief voor haar relaties. Deze ontvangen zij digitaal. Interesse?
Bezoek www.hydreco.nl en meld u aan voor de nieuwsbrief.
Foto: Thijs Aarts van HydroScope en Bas uijt de Haag - Verpleeghuis Lucia, onderdeel van Oranjehaeve de IJpelaar-Aeneas
1 0 - H y d r o V i s i e
Het Ronald McDonald Huis biedt een thuis aan
ouders van zieke of gehandicapte kinderen die
worden behandeld in het nabijgelegen (psychia-
trisch) ziekenhuis of revalidatiecentrum. De meeste
huizen staan op loopafstand van het ziekenhuis.
Het Ronald McDonald Huis in Tilburg is in 2003
geopend. Al sinds de opening ontzorgt en sponsort
HydroScope deze stichting door het geven van
advies en bemonstering van het drinkwater.
Het huis valt onder een middenrisicogroep zoals
omschreven in het waterleidingbesluit IIIC. Door elk
half jaar de door VROM verplichte monstername te
sponsoren, waakt HydroScope over de veiligheid
van zowel het personeel als de bewoners.
Op de foto ziet u Rob van Weesenbeek samen met
Franca Adriaans-Schilders. Zij runt deze locatie
samen met 80 vrijwilligers en sponsors.
Franca: Onze samenwerking staat als een huis!
H y d r o V i s i e - 1 1
Het belang van een goede bluswatercontrole
Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg
Een goed functionerende bluswaterinstallatie is erg belangrijk. Een goede aanleg, continue bewaking en periodieke controle zijn niet alleen veilig, maar zelfs wettelijk verplicht.
Eisen aan bluswater
Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan bluswater
op uw terrein. Over het algemeen is de openbare bluswatervoor-
ziening afdoende. Wanneer dit niet het geval is, worden in de
bouwvergunning, gebruiksvergunning of de verzekeringspolisvoor-
waarden aanvullende eisen gesteld. Iedere gemeente heeft de
vrijheid haar eigen richtlijnen te hanteren, maar vaak wordt
gebruikgemaakt van de Handleiding Bluswatervoorziening en
bereikbaarheid’ van het NVBR. Binnen een straal van 80 meter
moet er voldoende bluswater beschikbaar zijn. Binnen 2 minuten
moet de brandweer over voldoende capaciteit kunnen beschikken.
De meest gestelde capaciteitseisen zijn 30, 60, 90 en 120 m³/uur
bij een restdruk van 61 kPa . Er kan op verschillende manieren in
capaciteit worden voorzien, door bijvoorbeeld een hydrantennet,
geboorde putten, een bluswaterriool of oppervlaktewater.
Capaciteitsmeting
In de gebruiksvergunning of verzekeringspolisvoorwaarden staat
voorgeschreven dat u periodiek de capaciteit van uw bluswater-
systeem moet meten. Over het algemeen wordt dit vertaald naar
een jaarlijkse inspectie. Ook de Arbowet schrijft voor dat u uw
systemen jaarlijks op een goede werking moet controleren
(artikel 7.4a) en onderhouden (artikel 7.5). HydroScope beschikt
over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en effectief
te kunnen werken. Er zijn drie manieren om de bluswatercapaciteit
te bepalen. Deze ziet u in het kader.
Empirische meting: Dit is de meest simpele methode. De capaciteit wordt gemeten door de brandkraan volledig open te draaien en te meten hoeveel water eruit stroomt. Bij deze methode is er kans op bruin water en er kan dus overlast ontstaan. De meting is een momentopname. Wanneer in de nabije omgeving op dat moment veel water wordt verbruikt, kan de capaciteit lager uitvallen.
Deelstroommeting met extrapolatie: Deze unieke methode wordt door HydroScope toegepast. De brandkraan wordt langzaam, maar niet volledig opengedraaid. Stapsgewijs wordt de capaciteit gemeten. Aan de hand van de gemeten waarden wordt de maximale capaciteit berekend. Dit voorkomt bruintrekken. De interpretatie van de gegevens vergt kennis en vakmanschap.
Digitale modelberekening: Deze methodiek gebruikt HydroScope ter verificatie van de meting. Op basis van de gegevens van het locale waterleiding-bedrijf wordt bepaald wat de brandkraan, in de meest ongunstige situatie, maximaal kan aanleveren.
Wist u dat …HydroScope ook een zusteronderneming heeft, genaamd Hydreco? Hydreco ontwerpt, realiseert en exploiteert koude-en-warmteopslag- systemen, oftewel kwo-systemen.
Wat is een kwo-systeem en hoe werkt het?
Door middel van een leidingstelsel worden een koude en een warme bron met elkaar verbonden.
Hierdoor wordt grondwater van de ene bron naar de andere gepompt. De warmtewisselaar halverwege
het leidingstelsel haalt energie uit het langsstromende grondwater, waarna deze energie in de vorm van
warmte of koude wordt afgegeven aan het gebouwcircuit. In de winter moet het systeem warmte afgeven
om het gebouw te verwarmen. Daarvoor wordt de opgeslagen warmte van de zomer uit de warme bron
gebruikt. Andersom is in de zomer om te koelen de opgeslagen winterkoude uit de koude bron nodig.
Met de pomprichting bepaal je of de warme of de koude bron gebruikt wordt. De bodem is als het ware
een soort thermosfles.
Inmiddels heeft Hydreco al zo’n 25 kwo-projecten in haar portfolio bij kantoren, onderwijsinstellingen,
zorginstellingen, publieke gebouwen, woningbouw en recreatie en cultuur.
Nieuwsbrief
Hydreco heeft een nieuwsbrief voor haar relaties. Deze ontvangen zij digitaal. Interesse?
Bezoek www.hydreco.nl en meld u aan voor de nieuwsbrief.
Foto: Thijs Aarts van HydroScope en Bas uijt de Haag - Verpleeghuis Lucia, onderdeel van Oranjehaeve de IJpelaar-Aeneas
8 - H y d r o V i s i e
ColofonHydroVisie verschijnt 2x per jaar
Wilt u reageren? U kunt uw reactie sturen naar:HydroScope, Postbus 3238, 4800 DE Breda Of mail naar [email protected]
Redactie: Joyce Michielsen, Sylvia Kradolfer,Henk Peelen, Arie Graus, Kevin Kanters
Nummer: nummer 5, najaar 2010Oplage: 2500 stuks
Fotografie: Arie Graus/Wim Roefs FotografieOntwerp: Scheepens reclame adviseursDrukwerk: Printadvise
HydroSCopeHydroScope is Nederlands grootste adviesbureau op het gebied van waterkwaliteit en -veiligheid binnen gebouwen. Ons adviespakket is uitgegroeid van legionellapreventie tot breed advies over drink-, proces- en bluswater. We geven persoonlijk, onafhankelijk en resultaatgericht advies dat zich vertaalt in hoge klanttevredenheid en loyaliteit.
HydroSCope BvMinervum 7181, 4817 ZN BredaPostbus 3238, 4800 DE BredaTelefoon: +31 (0)76 572 77 87Fax: +31 (0)76 572 77 77Internet: www.hydroscope.nle-mail: [email protected]
nieuwsfeiten
• HydroVisie op www.hydrovisie.nl Hier kunt u alle edities doorbladeren, downloaden als pdf en/of de voor u interessante artikelen nog eens nalezen.
• Meer meldingen legionella dan normaal In augustus zijn verspreid over het hele land 122 gevallen gemeld van legionella.
• Per 1 juli besmettingen digitaal melden bij VROM Het meldingsformulier voor positieve watermonsters van de VROM-Inspectie wordt vervangen door een digitaal formulier.
• Top 5 verbeterpunten UNETO-VNI, KIWA, VROM-Inspectie, de drinkwaterbedrijven en enkele installateurs hebben een top 5 gemaakt van verbeterpunten in drinkwaterinstallaties.
• Legionellapreventie in koeltorens Recentelijk is een aantal zaken gewijzigd met betrekking tot legionellapreventie in koeltorens.
• Lik-op-stukbeleid In oktober 2009 heeft VROM aangekondigd hogere boetes te gaan uitdelen.
Bezoek onze website voor de volledige artikelen: www.hydroscope.nl.