Huisbezoek - 1ste Bedrijf - voor Apache
description
Transcript of Huisbezoek - 1ste Bedrijf - voor Apache
~ 0 ~
HET HUISBEZOEK
GUIDO VAN MEIR
Komedie ‘Een heetgebakerde echtgenoot komt onverwacht thuis en treft een onbekende man aan in het gezelschap van zijn vrouw. Om zich uit de penibele situatie te redden geeft de minnaar zich uit voor een politicus is die toevallig op huisbezoek is. Niet zo’n best idee want de bedrogen echtgenoot staat erg vijandig tegenover politici, maar de indringer praat hem zo glad naar de mond dat de achterdocht altijd weer wordt weggemasseerd. Improviserend ontpopt de gladjanus zich op hilarische wijze tot een populistische manipulator die het huishouden op de duur overneemt en finaal in de vernieling helpt. ‘Het Huisbezoek’ (2 acteurs, 1 actrice) is een schaamteloze parodie op de klassieke boulevardkomedie, met een dubbele bodem en absurdistische trekjes: Alan Ayckbourn meets Karl Valentin, met een vleugje Tartuffe.’ (Almo)
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN SABAMREGISTR.NR. 110-339-700
~ 1 ~
ACT I
Het appartement van het weinig gesofistikeerde koppel Mike (‘oudere jongere’)
en Cindy (‘jongere jongere’). CINDY komt coté jardin het huis binnen samen met
LEO (40+), haar aspirant-minnaar die zij voor het eerst mee naar huis brengt.
CINDY: Voilà. We zijn er. Ge moet niet te veel letten op de…
Hij begint haar te kussen. Ze weert hem diplomatisch af, maakt zich vrij zonder
hem te bruskeren.
CINDY: Hebt gij ook zo ne dorst? Mijn lippen plakken aan mekaar van droogte.
LEO: Dan moeten we daar wat aan doen he muizeke, we pakken onze tijd.
CINDY: Wat denkt ge van een goeie cocktail? Zo nen dinge, Honoloeloe en nog
iets. Oké?
LEO: Voor mij is ’t allemaal goed. Maak het maar niet te ingewikkeld, we
moeten de klok een beetje in ’t oog houden.
CINDY: De Mike komt pas morgenmiddag naar huis. Hij zit heel het weekend in
de Ardennen met zijn nieuw speelgoed.
LEO: Ha, heeft hij een liefke?
CINDY: Denkt ge dat?
LEO: Op zijn ouderdom speelt ge toch niet meer met blokkendozen.
CINDY: Nee nee, hij heeft een zware moto gekocht. Zonder iets te zeggen. Met
zijn ontslagvergoeding alstublieft, kunt ge u dat voorstellen? Meneer is zijn werk
kwijt, hij krijgt een beetje geld en hup, hij koopt een moto. Zo een die in occazie
nog altijd stukken van mensen kost. En waarom? Om mee te stoefen. Anders
niks. Om de zware gast uit te hangen, waauw, nen biker. ’t Oud zot, kent ge dat?
LEO: Een beetje zielig he, op die leeftijd.
~ 2 ~
CINDY: Ik had hem kùnnen! Zo’n verkwisting. Terwijl hij heel goed weet dat ik
dat geld goed had kunnen gebruiken. Ik droom al jaren van een eigen Nail
Studio. Kent ge dat: nail care? Ik doe dat, ik kan dat, ik weet dat, dat zit in mij,
nail care. Kijk ‘s, zelf gedaan.
LEO: Maar Cindy’tje, ik zat al heel de tijd naar uw nagels te kijken, echt waar,
die zijn perfect gedaan, dat is kunst.
CINDY: Och…
LEO: En hebt ge dat helemaal zelf gedaan?
CINDY: Ge zijt met mij aan ’t lachen he?
LEO: Nee! Gij zijt een artieste! Dat is wat anders dan die charlatans die hun
beelden in Italië laten kappen en er dan hun eigen naam op plakken om de grote
jan uit te hangen.
CINDY: Dat mag toch gezien worden he?
LEO: Dat moét gezien worden! Als ik een vrouw zie, kijk ik altijd eerst naar haar
nagels. Bij de mannen naar de schoenen, bij de vrouwen naar de nagels. Als die
niet goed verzorgd zijn, dan hoeft het voor mij al niet meer.
CINDY: Ik doe al mijn vriendinnen hun nagels. In ’t zwart. En ze zijn daar
allemaal heel content van.
LEO: Zwart? Vinden die dat schoon?
CINDY: Maar nee, in ’t zwàrt! Ik doe dat in ’t zwart! Ge verstaat mij goed
genoeg. Gij! Ge zit met mij te lachen he. Serieus, Cindy’s Nail Studio, echt, dat
zou trekken. Zeker nu, nu dat de Mike zijn werk kwijt is, voor mij zou dat heel
goed uitkomen. Cindy, ge moét dat doén, zeggen ze allemaal. Crisis of geen
crisis, nagels dat trekt altijd. Het mag nog zo slecht gaan, er zullen altijd vrouwen
zijn die met verzorgde nagels voor de dag willen komen. Niemand wil er
bijlopen gelijk een marginaal. Ge hoort dat genoeg, zonder nail care komt ge
gewoon niet meer aan de bak de dag van vandaag. Als ge gaat solliciteren of zo,
echt, dat is ’t laatste wat ze gaan laten.
LEO: Nail care is de future, dat is een feit.
~ 3 ~
CINDY: Amai nie.
LEO: Op Cindy’s Nail Studio.
Ze klinken en drinken van hun glas.
CINDY: Met een heel klein beetje startkapitaal zou ik al vertrokken zijn, maar
ja…
Hij legt haar het zwijgen op met een tongzoen.
LEO: Doe voort. Ik hou van vrouwen die wat initiatief aan de dag leggen.
Ze trekt zijn hemd uit zijn broek, en begint het open te knopen, terwijl haar
kussende mond haar handen volgt.
LEO: Iets heel hard willen… dat is goed. Iedereen heeft ergens iets… waar hij
van droomt. Een wens die altijd maar… intenser wordt. En als die droom dan…
Er wordt aan de deur GEBELD. Beiden schrikken heel fysiek.
CINDY: Wie is dat?!
LEO: ’t Zal toch de Mike niet zijn zeker?
CINDY: Maar nee, die zit in de Ardennen.
LEO: Wie zegt dat? Misschien is hij…
CINDY: En die belt nooit, die heeft zijne sleutel.
LEO: En als hij de sleutel nu vergeten is, of verloren?
Het idee dat de aanbeller Mike zou kunnen zijn doet enige paniek ontstaan. Even
zijn beiden gedesoriënteerd als kippen zonder kop. Dan duwt Cindy Leo weg
naar de uitgang coté cour.
CINDY: Vooruit, rap, verstop u ergens.
~ 4 ~
LEO: Waar?!
CINDY: Waar? Buiten. Op het balkonneke.
LEO: Op het achtste, op een balkonnetje van een steen breed? De mensen gaan
denken dat ik ga springen.
Ze kijkt vertwijfeld rond.
CINDY: Uw sigaren! Steek er een op, ze gaan denken dat ge buiten staat omdat
ge hier binnen niet moogt smoren.
Er wordt opnieuw GEBELD.
CINDY: Wacht! Pak die glazen ook mee.
Leo verdwijnt coté cour, Cindy coté jardin. Even is het stil, dan horen we een
onbestemde SCHREEUW van Cindy, die even later ontstemd de kamer komt
binnengestapt.
CINDY: Creep! (ze stapt naar coté cour) Leo…? Leo! … Die is toch zeker
niet…
Leo komt verontrust de kamer weer binnen, met een aangestoken sigaar.
LEO: En? Wie was het?
CINDY: Zo ene aan de parlophone die aan alle bellen komt bellen. Of ik niet
voor hem wil stemmen. Ik zeg waarom zou ik voor u moeten stemmen, kunt ge
dat niet zelf, mongool? Zég!!!
Ze bemerkt plots dat hij een sigaar staat te roken en pakt ze af om er coté cour
mee te verdwijnen. Leo staat perplex tot ze terug verschijnt zonder sigaar en in
de lucht begint te molenwieken.
CINDY: Zijt ge zot?! Weet ge hoe lang die stank blijft hangen? Als de Mike
morgen thuiskomt gaat hij direct weten dat ik hier een vreemde vent ontvangen
heb.
Ze diept een spuitbus op en begint overvloedig rond te spuiten.
~ 5 ~
LEO: De schrik zit er precies goed in? Kan hij zo lelijk doen?
CINDY: Gij kent de Mike niet zeker. Die jaloezen hond, dat is een halve zot als
hij begint. Weet ge dat hij ooit een jongen in het gasthuis heeft geklopt omdat hij
naar mijn borsten wees? Die gast wéés alleen maar he, hij kwam er nog niet aan.
Gewoon om te zeggen dat er nog wat creme fraiche op zat. Ja knal jong. Alleen
maar omdat er iemand die foto op ‘t internet had gezet.
LEO: Amai, nijdig baaske. Hebt ge er nog nooit aan gedacht om hem te dumpen?
CINDY: Weet ge wat ’t is met de Mike? Hij zou beter wat minder drinken.
LEO: Een zuiplap, ook al. Waarom smijt ge die eigenlijk niet met z’n klikken en
klakken buiten?
CINDY: Dat appartement hier is wel van hem he, dat is zijn erfenis. De Mike die
krijgt gij hier niet buiten zenne.
LEO: Cindy komaan, die gast is een blok aan uw been. Die past niet bij u, dat
ziet toch iedereen. Gij zijt in de wieg gelegd om te ondernemen, om te floreren,
om vooruit te komen in ’t leven. En hij? Ge ziet dat toch, dat is een geboren loser
zonder werk die uw centjes versmost voor zijn eigen plezierkes. Denkt ge nu echt
dat gij ooit een nail studio gaat hebben als ge daar bij blijft? Gij verdient beter
Cindy.
Cindy nestelt zich in zijn armen, klaagt half ironisch.
CINDY: Leo, wat moet ik doen? Leootje Leootje, red mij.
LEO: Laat mij maar doen, muizeke. Laat de Leo maar doen en alles komt in
orde.
Leo begint traag haar blouse bovenaan los te knopen.
CINDY: Gij voert iets in uw schild he.
LEO: Ikke?
CINDY: Wat zijt ge van zin?
~ 6 ~
LEO: Ik ben dingen van zin die ge graag hebt.
CINDY: Ja? Mag ik ’s iets heel stout vragen?
LEO: Gij moogt mij alles vragen. Hoe stouter hoe liever.
CINDY: Ik durf niet goed.
LEO: Komaan he zeg. Zég het.
CINDY: Awel ja… Zou gij eerst… voordat we… zoudt gij eerst uw mond willen
gaan spoelen in de badkamer?
LEO: Mijn mond. Oei. Stinkt mijn adem?
CINDY: ’t Is die sigaar Leo, die zo stinkt. Sorry zenne. Ge moet in de badkamer
’s kijken, dat blauw fleske onder de spiegel, dat is om te gorgelen.
Zodra hij coté cour de kamer uit is maakt ze van de gelegenheid gebruik om zelf
snel wat deo onder haar oksels te spuiten. Terwijl ze daar mee bezig is, hoort ze
de VOORDEUR SLAAN. Ze verstijft. MIKE komt binnen. Een brok dreigende
agressie. Hij mankt en trekt met zijn schouder. Zijn motorpak is flink gehavend,
hij heeft duidelijk een schuiver gemaakt.
CINDY: Mike…! Wat doet gij hier? Wat is er gebeurd? Waar is uw moto?
Mike negeert haar. Met zijn neus in de lucht snuift hij intensief de sigarengeur
op. Ondertussen probeert ze de twee cocktailglazen te verbergen.
MIKE: Sigaar…! Ik riek een sigaar! Van wie? Wie is ‘t? Gij hoér! Waar zit hij?
CINDY: Maar enfin, wat is dat toch altijd met u…
Op dat ogenblik hoort men GEGORGEL in de badkamer. Twee tellen stilte voor
de storm, dan komt Leo goedgemutst de kamer binnen.
LEO: Voilà.
Mike grijpt een stoel en GROMT als een dier, klaar om aan te vallen.
~ 7 ~
CINDY: Nee Mike, nee! ’t Is niet wat ge denkt!
MIKE: Ik maak ‘m kapot!
LEO: Oké-oké, ik versta dat perfect… (ontwijkt eerste klap) maar ge vergist u!
Laat mij dat…
Door de gevolgen van zijn motorongeval doet Mike zichzelf pijn telkens hij naar
Leo slaat, wat aanleiding geeft tot een vaudevilleske scène. Mike roept zelf ‘au!’
als hij probeert te slaan of te stampen, en aangezien Leo uit voorzorg al roept
voor hij geraakt wordt, geeft dit aanleiding tot een verwarde kakofonie, waarbij
ook Cindy haar duit in het zakje doet.
MIKE: Au! Ho! Ai! (enzovoort)
LEO: Au! Stop! Nee! Ai! Ho! (enzovoort)
CINDY: Schei uit Mike! Ge doet uzelf zeer! Die mens heeft niks misdaan! Stop
ermee! Mike!
Leo glipt op handen en knieën weg en slaagt erin ook een stoel te bemachtigen
zodat hij Mike op een afstand kan houden als ze tegenover elkaar staan. Cindy
stelt zich nu resoluut tussen hen op als buffer.
CINDY: Gaat ge nu eindelijk stoppen?!
MIKE: Gij moet u er niet mee moeien.
CINDY: En gij moet zwijgen gij, en luisteren.
MIKE: Zwijgen? Ikke? In mijn eigen huis?
CINDY: Mike: chillen, ge maakt u belachelijk. (tegen Leo) Meneer, leg het hem
nu ’s uit, wat gij hier kwaamt doen. Maar traag en duidelijk als ge wilt, hij is niet
rap van opnemen.
LEO: Mag ik mij voorstellen? Leo Van Lancker. Beter gekend als LVL,
misschien al van gehoord? LVL? ‘Lijst Van Lancker’?
~ 8 ~
MIKE: Ne polletieker?!
Achter de rug van Mike maakt Cindy wanhopige gebaren om Leo aan zijn
verstand te brengen dat hij op een wel erg ongelukkig spoor zit.
LEO: Dat hebt ge goed geraden. En vandaag heb ik bij u aangebeld, zoals bij
iedereen hier in de wijk. Om uit te leggen waarom het goed zou zijn als ge bij de
volgende verkiezingen…
MIKE: Wablieft?!!!
Cindy geeft haar waarschuwingen op en trekt een pijnlijke grimas. Mike wil Leo
weer te lijf gaan.
MIKE: Ne polletieker? Gij jan-mijn-kloten! Hoe durft gij hier ne poot
binnenzetten! Ik zal u godverdomme… au.
Cindy duwt hem voorzichtig weer op zijn stoel.
CINDY: Chillen Mike, seffens doet ge u weer zeer. Ziet ge ’t meneer, ik had het
u gezegd he, dat hij niet veel moest hebben van polletiekers.
MIKE: Allemaal dezelfden. Zakkenvullers! Waar zaten ze, he, waar zaten ze toen
dat ze ons allemaal op de keien smeten? Ik heb mij jaren aan een stuk afgebeuld
voor nen deurwaarder. Al die aangeslagen inboedels, ik heb die allemaal mee
buitengedragen. Kassen, matrassen, bureau’s en zwaar vuren. En dan gaat die
pipo toch wel zélf failliet zeker. Kunt ge u dat voorstellen, in dézen tijd, een
deurwaarder die failliet gaat? Dat moet ge mij ’s uitleggen, hoe dat dat mogelijk
is. Maar toen zaagt ge ze niet he, de polletiekers. Zakkenvullers zeg ik u! Bij mij
moeten ze niet afkomen, labbekakken zijn ‘t, allemaal!
LEO: Mike, echt waar, ik geef u geen 100 procent, ik geef u 200 procent gelijk.
MIKE: Hoort ge ‘m komen? Blablablablabla. Daar zijn die mannen allemaal
goed in. Hier zie: met hun tong.
CINDY: Dat is een feit.
MIKE: Wat bedoelt ge daarmee?
~ 9 ~
CINDY: Met wat?
MIKE: Sinds wanneer weet gij dat politiekers goed zijn met hun tong? Sinds dat
hij hier op bezoek is geweest?
CINDY: Gewoon, ik geef u gelijk, mag dat ook al niet meer?
MIKE: Als ik daar ooit op uitkom he, dat gij hier achter mijne rug… met ne
politieker…!
CINDY: Maar enfin, begint ge weer? Bij u is dat echt ziekelijk he.
MIKE: A ja? Dan vraag ik mij af wat hij in mijn badkamer zat te doen. Zit gij bij
die andere mensen ook in hun badkamer rond te snollen?
LEO: Ik versta dat ge daar vragen bij hebt, Mike, sorry, maar ik moest dringend
naar het toilet. Als ge een hele dag op de baan bent… Ik heb aan uw vrouw
gevraagd of ik gebruik mocht maken van haar…
MIKE: En waarom zit ge daar dan te gorgelen? Waar was dat voor nodig? Schijt
gij langs uwe mond misschien?
CINDY: Mike alstublieft, ik ben beschaamd in uw plaats. Hoe kùnt ge zo…
LEO: Ik versta hem. Echt. Wie kunt ge nog vertrouwen tegenwoordig? En
politiekers al zeker niet. Maar als ge al uren aan een stuk aan het spreken zijt, om
de mensen met handen en voeten uit te leggen dat ge anders zijn dan al die
anderen, dat het anders kan, en beter, dat ge samen het verschil kunt maken, als
ge maar genoeg mensen kunt overtuigen… hoort ge, hoort ge mijn stem? Daar
schiet niet veel meer van over he. Daarom heb ik gegorgeld. Om mijn stem te
sparen. Omdat ik het als mijn plicht beschouw om te spreken en te blijven
spreken, ook al spreek ik in de woestijn.
CINDY: Dat is schoon gezegd.
LEO: En weet ge waarom dat dat zo belangrijk is? Omdat ik hardop durf te
zeggen wat de mensen denken. IK zeg wat GIJ denkt. En wat misschien nog veel
belangrijker is: ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg. En pas op, ik weet wat ik
doe he. Ik weet wat ik doe. En ik denk dat ik weet wat ik zeg, als ik zeg dat ik
weet wat ik doe.
~ 10 ~
MIKE: Als ge het zelf zegt… (tegen Cindy) Hebt GIJ verstaan wat hij allemaal
uit zijn botten slaat?
CINDY: Dat hij weet wat hij doet he Mike, heel simpel.
MIKE: Nee, hij zégt dat hij weet wat hij doet, hij zegt het toch zelf.
CINDY: Ewel ja, en hij weet wat hij zegt, dàt zegt hij.
MIKE: Nee, hij dénkt dat hij weet wat hij zegt, zegt hij. Volgens mij weet hij
totaal niet wat hij allemaal aan het zeggen is.
CINDY: Gij moet spreken gij.
LEO: Goed, ik wil maar zeggen: ik weet dat het ertoe doet, wat ik doe.
MIKE: Bullshit.
LEO: Hola, bullshit zegt ge, weet gij eigenlijk wel wat onze voorstellen zijn? Ik
ga u een klein voorbeeldje geven. Ik weet niet of ge zelf met de moto rijdt?
MIKE: Hoe wilt ge zeggen?
LEO: Hebt ge een moto?
MIKE: Ikke? Awel ja, ’t is te zeggen, ja en nee…
CINDY: Mike! Hij is toch niet perte totale he?! Zeg dat het niet waar is! Hebt ge
‘m perte totale gereden?
MIKE: Wat is perte totale? Daar kunt ge over discuteren...
CINDY: Rijdt hij nog?
MIKE: … met iemand die iets van moto’s ként natuurlijk.
CINDY: Ik vraag of hij nog kan rijen, dat is toch een simpele vraag he.
~ 11 ~
MIKE: Nee hij kan niet meer rijden, wat dacht ge? Ik heb naar den Dolf gebeld
en die is ‘m komen ophalen met zijn remorque.
CINDY: En? Waart ge in uw recht?
MIKE: Bwoah…
CINDY: Die andere, kwam die van links of kwam die van rechts?
MIKE: Die kwam van Marokko godverdomme. Een Marokkaan in een BMW.
LEO: ’t Wilt weer ‘s lukken. Die zal wel niet in fout geweest zijn zeker? ‘Ikke
niks gedaan,’ we kennen dat.
CINDY: Mike, waart ge in fout of niet?
MIKE: In fout, in fout… Een botsing komt altijd van de twee kanten he. Oké, ik
was op de autostrade aan ’t spookrijden.
CINDY: Watte?! Spookrijden?!
MIKE: Oké dat mag niet, maar HIJ reed wel op het middenvak he, meneer de
Marokkaan. ’s Nachts, terwijl dat er geen ander verkeer was.
LEO: Die middenvakrijers, dat zijn de ergsten.
MIKE: Wat wilt ge, de weg is van hun he.
LEO: Die mannen denken dat ze hier alles mogen.
MIKE: En hij heeft me godverdomme nog verblind ook met z’n faren. Maar dat
heb ik opgeschreven he, op het aanrijdingsformulier. Hela, ik ben ook niet van
gisteren.
Mike zwaait met het slordig opgevouwen aanrijdingsformulier dat hij uit zijn
achterzak heeft gehaald.
LEO: Mag ik ’s zien?
~ 12 ~
CINDY: Ge hebt het weer schoon gearrangeerd he Mike. Spookrijden! Daar
moet ge nu toch echt…!
MIKE: Wat? Gij doet nu precies of ‘t is ikweetniewat. Hoe dikwijls hoort ge dat
niet op de radio. Het moet toch zijn dat dat niet goed aangegeven is. Dat ze dààr
’s wat aan doen in plaats van de mensen te kloten.
LEO: Groot gelijk Mike. (bekijkt het formulier) Wie is bestuurder A? Die
Marokkaan. Typisch. En de Belg is natuurlijk bestuurder B. In z’n eigen land he!
Bestuurder B. En zo is dat altijd.
MIKE: A of B, wat maakt dat nu uit.
LEO: ‘Wat maakt dat nu uit,’ voilà, zo reageert een Belg. Wij zijn veel te braaf,
we zouden beter wat meer op ons stuk staan. Ge moet maar ’s een accident
hebben in Marokko, ’s zien of dat gij daar ‘Bestuurder A’ zult mogen zijn. Hier,
zijn commentaar. Hebt ge ‘t gelezen, ‘t commentaar van ‘Bestuurder A?
MIKE: Schandalig.
LEO: ‘Bestuurder B stonk naar alcool.’ Kunt ge u dat voorstellen? Die gasten
zijn dus echt geobsedeerd door alcool. Omdat ZIJ niet mogen drinken, zou
niemand mogen drinken.
MIKE: IK rij beter met een neut op, dat is ottentiek, maar dat moogt ge
tegenwoordig niet meer zeggen.
CINDY: Nee! En zeker niet tegen de rechter, gelijk de vorige keer.
LEO: Wacht ‘s. Die tekening, hebt GIJ dat getekend?
MIKE: Ikke? Zie ik eruit gelijk nen artiest?
LEO: Wat stelt dat nu voor, die tekening? Ik zie drie rijvakken, op het middenste
rijvak een frontale botsing, oké, maar voor de rest… Waar is de middenberm?
Hier of hier? Of is dat de pechstrook? Dat staat er niet bij he, wat de middenberm
is en wat de pechstrook?
MIKE: Ja en dan?
~ 13 ~
LEO: En dan? Op die tekening is één van u twee duidelijk aan ’t spookrijden,
maar wie? Voor hetzelfde geld is die Marokkaan de spookrijder.
MIKE: Nee nee, ik was de spookrijder, dat ziet ge toch.
LEO: Wie zegt dat?
CINDY: Ge had gedronken he Mike, hoe kunt gij dat weten.
MIKE: Dat ziet ge toch. Hij reed goed, gelijk dat ’t zijn moet, van links naar
rechts.
LEO: Van links naar rechts, dat is volgens u de goeie richting om te rijden?
MIKE: Iedereen rijdt toch van links naar rechts?
LEO: Dus volgens u (tekent in de lucht) moogt ge wel van Gent naar Brussel
rijden, maar niet van Brussel naar Gent.
CINDY: Dat kan niet he Mike, want dan zou op den duur heel Gent in Brussel
zitten.
LEO: Links en rechts, dat is allemaal relatief. Kijk, zo rijdt ge naar links… en
zo… (draait het formulier ondersteboven) … zo rijdt ge naar rechts. Dat is
allemaal gelijk dat ge het bekijkt. Kent ge die tekening van die vent die lacht?
Als ge hem zo houdt is hij aan ‘t lachen, en als ge hem omdraait ziet ge een
triestigaard.
CINDY: Ja, ik ken dat. Ik heb dat ooit gezien in den Donald Duck.
LEO: Met deze tekening is dat hetzelfde. (draait formulier halve slag om en om)
Lachen, triestig, lachen, triestig, lachen, triestig. Het is allemaal gelijk dat ge het
bekijkt. Ze hebben u bij uw pietje Mike.
MIKE: Hoe dat?
LEO: Zijn er getuigen van dat accident?
MIKE: Nee.
~ 14 ~
LEO: Is er politie bij geweest?
MIKE: Nee.
LEO: Voilà. Nu komt het uit he. Het was die Marokkaan zelf die aan het
spookrijden was. Ik dacht het al. Had gij dat niet door?
MIKE: Nu dat ge ’t zegt, ’t zou kunnen.
LEO: En op het middenste rijvak dan nog, hij is twee keer in fout. Wat gij moet
doen Mike, is vandaag nog naar de dokter gaan en uw kwetsuren laten
constateren. Allemaal!
CINDY: Vergeet uwen breuk niet.
LEO: Dan steken we daar een schone brief bij, hoe dat ’t juist gegaan is, en dat
sturen we naar uw verzekering, samen met die postmoderne tekening hier.
Hij geeft het aanrijdingsformulier terug aan Mike.
MIKE: Geen stadhuiswoorden he kameraad, daar moet ge bij mij niet mee
afkomen.
LEO: Vergeet het, zorg maar voor een doktersattest, met foto’s en heel den boel.
We gaan Bestuurder A ’s leren hoe wij hier botsen gelijk dat ‘t zijn moet. Hij
gaat lammeren, hij gaat leggen gelijk de kiekens. Kassa kassa! En als ge wilt zal
ik u helpen met de papiermolen. Ik ben zo geen politieker die ge alleen ziet als ’t
verkiezingen zijn, ik ga blijven komen, zo dikwijls als het nodig is. Afijn, als ge
’t goed vindt natuurlijk. En uw vrouw moet ook akkoord zijn.
CINDY: Voor mij is dat geen probleem.
LEO: Mike, ik ben ook een biker. Bikers onder mekaar, wij verstaan mekaar.
MIKE: Met wat rijdt ge?
LEO: Met wat ik rij? Met een dinges, allez… nu met niks. Hij… hij is gepikt. Ne
Vintage hé, die moeten ze hebben. Hij zal nu wel ergens rondrijden in Roemenië
of zo. Maar dat heeft geen belang Mike, gij staat nu toch ook efkes te voet, zijt ge
daarom minder een biker? Dat maakt niet uit, moto of geen moto, een biker blijft
~ 15 ~
een biker, dat is een ras apart. Daarom dat ik daarstraks vroeg of ge met de moto
rijdt. Want dat is een heel belangrijk punt in mijn partijprogram: de
verkeersproblemen. En weet ge hoe we dat gaan oplossen? Ab-so-lute voorrang
voor de motards! Op de kruispunten, op de rotondes, opritten, afritten: voorrang
voor de motards.
MIKE; Op de parkings ook?
LEO: Natuurlijk! Zéker op de parkings. Op àlle parkings: van de Delhaize, van
de Carrefour, den Aldi, de Lidl…
MIKE: Dat is goed, want ’t is precies of ge geen recht hebt op een
parkeerplaatske als ge met de moto zijt, ze zouden u godverdomme…
LEO: Als er een plaatske vrijkomt: voorrang voor de motards. Ik zal zelfs meer
zeggen: als er een file staat op de drive-in van de McDonalds, moogt ge die
auto’s allemaal voorbijsteken, dat ge als eerste bediend wordt.
MIKE: Mijn gedacht. Bij de Quick ook?
LEO: Bij de Quick ook, wat dacht ge. Voorrang voor de motards, altijd en
overal.
MIKE: ’t Zal gaan tijd worden. We hebben lang genoeg ondergelegen. Ze
hebben ons lang genoeg gekloot, die dikke nekken met hun BMW’s. Die mannen
zonder pinkers die denken dat de baan van hun is. Payback time godverdomme.
Hoe heet die partij van u? Dan weet ik waar ik naar moet zoeken op dat
stemformulier.
LEO: Pas op, ge gaat mij daar niet vinden he, op het stemformulier. Ik kom niet
op.
MIKE: Hoe ge komt niet op?! Wat kwaamt gij hier dan feitelijk doen?
LEO: Hebt ge nu nog niet door, Mike, dat ik niet ben gelijk al die ander
politiekers. Al die afgelikte kandidaten die aan uw bel komen hangen en van
alles beloven om toch maar uw stem te krijgen… IK kom hier als vriend aan
huis, als steun en toeverlaat, en niet om stemmen te ronselen. Ik vraag geen
stemmen. Die gemeenteraadsverkiezingen, dat interesseert mij zelfs niet. Ik werk
aan een partij die het verschil moet maken, nationaal. Ik ga de boel opkuisen, en
~ 16 ~
dat weten ze. Ze doen in hun broek! Alle partijen hebben mij al gevraagd om op
hun lijst te gaan staan volgend jaar, want zo denken ze mij monddood te kunnen
maken. Vergeet het. Ik heb ze allemaal de deur gewezen. Volgend jaar moet ik er
staan en ik zàl er staan, let op mijn woorden. Ik zeg het toch: ik denk dat ik weet
wat ik zeg als ik zeg dat ik weet wat ik doe.
CINDY: Amai nog nie.
MIKE: Maar nu voor de gemeente komt ge niet op?
LEO: Is dat niet fantastisch? IK kom niet op en GIJ gaat niet stemmen, wij
passen perfect bij mekaar. Mike, gij zijt mijne man.
Hij slaat Mike amicaal op de schouder.
MIKE: Au!
LEO: En nu sito presto naar de dokter om uw verwondingen te laten constateren.
We zullen ‘Bestuurder A’ eens een poepke laten ruiken. Vergeet vooral niet te
zeggen dat ge vergaat van de koppijn. En klaag van uw rug. Die pijn in uw rug,
dat is niet om uit te houden. De dokter moet dat direct kunnen zien. Buig ’s wat
voorover. Dieper. Zo.
MIKE: Au!
LEO: Zo is ’t goed. Nee. Rechter moogt ge u niet houden. Die schouder meer
naar beneden. Zo.
MIKE: Au!
LEO: En stap zo kloek niet, ge moet schuifelen, Sleep maar wat met dat been.
Meer. Niet overdrijven. Perfect. Houen zo.
Mike sukkelt langzaam richting coté jardin.
CINDY: En stap een beetje door, den doktoor zit maar tot zeven uur. (als hij weg
is) Voilà, dat was hij nu, de Mike. Heb ik overdreven?
LEO: Daar gaan we nog plezier aan beleven.
~ 17 ~
CINDY: Ik denk dat ik iets beters weet waar ge plezier aan kunt beleven.
LEO: En ik denk dat ik weet wat ge bedoelt als ge zegt dat ge denkt dat ge weet...
Soit. Waar waren we gebleven?
Hij stapt op haar af. Cindy slaakt een gilletje en ‘vlucht’. Hij achtervolgt haar
over de scène. Lachend verdwijnen ze coté cour.
EINDE ACT I
Geïnteresseerde theatergezelschappen kunnen de volledige tekstbrochure van
‘Het Huisbezoek’ ter inzage aanvragen op de site van de Theaterbib
(www.theaterbib.be).
ooOoo