Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor …...milieuvriendelijke manier te vinden om hondenpoep...
Transcript of Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor …...milieuvriendelijke manier te vinden om hondenpoep...
1
Hondenpoep in Vlaanderen:
alternatieven voor preventie en
verwerking
2
1. Titel publicatie
Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor preventie en verwerking.
2. Verantwoordelijke uitgever
De OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen
3. Trefwoorden
Hondenpoep, feces, zoönosen, volksgezondheid, restafval, hond, huisdier, hondentoilet.
4. Samenvatting
Dit document is een neerslag van het onderzoek uitgevoerd door het Expertisecentrum Dier-en-
zorg in opdracht van de OVAM. Aan de hand van een literatuurstudie, een enquête en
dieptegesprekken werd een beeld geschetst van de hondenpoepproblematiek in Vlaanderen.
Alternatieven voor verwijdering van hondenpoep via restafval werden onder de loep genomen. Een
pet waste disposal system als alternatief werd uitgetest en tevens gebruikt als sensibilisatieproject
bij huisdiereigenaars.
Tenslotte werd een vergelijking gemaakt van het hondenpoepbeleid van een elftal Vlaamse
gemeenten.
5. Aantal bladzijden
289
6. Datum realisatie
17/12/2010
7. Auteurs
Frederik Vandenberghe, medewerker Expertisecentrum Dier-en-zorg, KATHO.
Lies Depuydt, medewerkster Expertisecentrum Dier-en-zorg, KATHO.
8. Contactpersoon
Lies Depuydt, [email protected], 051 26 19 85
Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronmelding.
Documentbeschrijving
3
Hondenpoep is een bekend overlastfenomeen in Vlaanderen. We worden er
allemaal vroeg of laat mee geconfronteerd, vaak tot onze grote ergernis. Een
minder gekend gevolg van hondenpoep in het leefmilieu is de contaminatie met
pathogenen afkomstig uit hondenpoep. Deze pathogenen kunnen gevaarlijk zijn
voor de mens en dit is niet goed gekend bij het grote publiek.
Hondenpoep is een bijzonder soort restafval: het behoort tot het organisch-
biologisch afval maar omwille van gezondheidsredenen hoort het niet thuis bij GFT
en mag het ook thuis niet gecomposteerd worden tot teelaarde. Het is een van de
restfracties die bij het restafval thuishoort. Om het restafval te beperken is het
aangeraden om op zoek te gaan naar alternatieven om hondenpoep op een
milieuefficiënte manier te verwijderen.
Samenvattend kunnen we stellen dat het probleem tweeërlei is: hondenpoep via
het restafval afvoeren is niet optimaal voor het milieu, anderzijds mag het zeker
niet in het leefmilieu terechtkomen. Het komt er dus op neer om een
milieuvriendelijke manier te vinden om hondenpoep te verwijderen en om mensen
te wijzen op het belang van het opruimen van hondenafval. Dit laatste kan enkel
bestendigd worden op lange termijn door een mentaliteitswijziging.
We hopen met dit project een eerste stap in de goede richting gezet te hebben.
Woord vooraf
4
5
Hondenpoep in Vlaanderen: alternatieven voor preventie en verwerking ........ 1
Documentbeschrijving 2
Woord vooraf 3
Inhoudstafel 5
Samenvatting 12
Inleiding 14
1 Wetgeving 17
1.1 Hoort hondenpoep bij het restafval? 17
1.2 GAS-ambtenaren 19
1.3 Gemeentelijke regelgeving 24
1.3.1 Oostende 25
1.3.2 Hasselt 30
1.3.3 Gent 35
1.3.4 Harelbeke 43
1.3.5 Blankenberge 47
1.3.6 Ieper 54
1.3.7 Brugge 58
1.3.8 Roeselare 62
1.3.9 Tongeren 65
1.3.10 De Panne 67
1.3.11 Knokke – Heist 73
1.4 Opsomming van bestaande initiatieven en methodes in Vlaanderen ........... 80
1.4.1 GAS-ambtenaren 80
1.4.2 Gemeentelijke regelgeving 80
1.4.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal 82
1.4.4 Handhavers 83
1.4.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes 83
1.4.6 Hondentoilet 84
1.4.7 Honden(losloop)weide 85
1.4.8 Hondenpretpark 87
1.4.9 Hondenpoepbuizen 88
1.4.10 Kliklijn89
1.4.11 De hondenpoepmotor 90
Inhoudstafel
6
1.4.12 Hondenpoepafvalbakken 91
1.4.13 Hondenpoepmascotte 92
1.4.14 Netheidcharters 93
1.4.15 Acties betreffende de identificatie en registratie van honden ....................... 94
1.4.16 Borden betreffende honden en hondenpoep 95
1.4.17 Centraal punt voor “hondenpoepklachten” 96
1.4.18 Centraal punt voor vragen over honden en hondenpoep ............................. 98
1.4.19 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep 98
1.4.20 Sensibilisatiecampagnes 99
1.5 Conclusies 101
1.5.1 GAS-ambtenaren 102
1.5.2 Gemeentelijke regelgeving 105
1.5.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal 109
1.5.4 Handhavers 113
1.5.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes 116
1.5.6 Hondentoiletten 119
1.5.7 Honden(losloop)weide 127
1.5.8 Hondenpretpark 130
1.5.9 Hondenpoepbuizen 131
1.5.10 Kliklijn134
1.5.11 Hondenpoepmotor 134
1.5.12 Hondenpoepafvalbakken 135
1.5.13 Hondenpoepmascotte 138
1.5.14 Borden betreffende honden en hondenpoep 139
1.5.15 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep 142
1.6 Algemeen besluit 143
1.6.1 Randvoorwaarden 144
2 Beleidsondersteunende richtlijnen 148
2.1 Steden en gemeenten 148
2.1.1 Overzicht maatregelen 151
2.2 Vlaamse Gewest 152
2.3 Particulieren 154
2.4 Verwerkingsmethoden 156
2.4.1 Restafval 156
2.4.2 WC/riool 156
2.4.3 Pet waste disposal system 157
7
2.4.4 Composteren 157
2.4.5 Biogas 157
3 Zoönotisch aspect en impact op leefmilieu 159
3.1 Belangrijkste infectieuze agentia 159
3.2 Toxoplasma gondii 160
3.2.1 Epidemiologie 160
3.2.2 Cyclus 160
3.2.3 Ziektebeeld bij de kat 162
3.2.4 Ziektebeeld bij de mens 162
3.2.5 Infectie tijdens de zwangerschap 162
3.2.6 Verspreiding en frequentie 163
3.2.7 Preventie 164
3.3 Toxocara canis 164
3.3.1 Epidemiologie 164
3.3.2 Cyclus 165
3.3.3 Larva-migrans 165
3.3.4 Verspreiding en frequentie 166
3.3.5 Behandeling hond 166
3.3.6 Preventie 167
3.4 Echinococcus spp. 168
3.4.1 E. granulosus 168
3.4.2 Echinococcus multilocularis 170
3.5 Giardia spp. 171
3.5.1 Cyclus 172
3.5.2 Ziektebeeld bij de hond 172
3.5.3 Diagnose bij de hond 172
3.5.4 Behandeling bij de hond 172
3.5.5 Verspreiding en frequentie 173
3.5.6 Preventie 173
3.6 Canine coronavirus 173
3.7 Salmonella spp. 173
3.7.1 Ziektebeeld bij de hond 174
3.8 Yersinia enterocolitica 174
3.8.1 Ziektebeeld bij de mens 175
3.8.2 Verspreiding en frequentie 175
3.9 Escherichia coli 175
8
3.9.1 Ziektebeeld bij de mens 175
3.10 Campylobacter jejuni 176
3.10.1 Verspreiding en frequentie 176
3.11 Cryptosporidium 176
3.11.1 Cyclus 177
3.12 Helicobacter spp. 177
3.13 Haakwormen 177
3.14 Multiresistente bacteriën 178
3.15 Samenvattend: zoönosen via feces en milieucontaminatie ........................ 178
3.16 Belangrijke aandachtspunten ter preventie van zoönosen ......................... 181
4 Alternatieve verwerkingsmethode: Doggie dooley ............................... 184
4.1 Inleiding 184
4.2 Werking 185
4.2.1 Doggie dooley 185
4.2.2 De juiste plek kiezen 185
4.2.3 De opstart 186
4.2.4 Dagelijks gebruik 186
4.2.5 Het beste resultaat 187
4.2.6 Gebruik tijdens de winter of bij zeer koud weer 188
4.2.7 Trekt de Doggie Dooley insecten of ander ongedierte aan? ....................... 188
4.2.8 Verschillende typen 189
4.2.9 Waste Terminator 192
4.3 Pilootprojecten 193
4.3.1 Particulier Roeselare 194
4.3.2 Blauw Kruis Roeselare 195
4.3.3 Blauw Kruis Brugge 196
4.3.4 Blauw Kruis Ieper 197
4.3.5 Hondenkweker Vlamertinge 198
4.3.6 Voorzitster Blauw Kruis Ieper 200
4.3.7 VABI 201
4.4 Invloed van de temperatuur 201
4.4.1 Blauw Kruis Ieper 202
4.4.2 VABI Roeselare 203
4.4.3 Hondenkweker Vlamertinge 204
4.4.4 Voorzitter Blauw Kruis Ieper 205
4.4.5 Blauw Kruis Roeselare 206
9
4.4.6 Particulier Rumbeke 206
4.4.7 Blauw Kruis Brugge 207
4.5 Evaluatie 207
4.5.1 Geuroverlast 208
4.5.2 Arbeidsintensief 208
4.5.3 Waterverbruik 209
4.5.4 Gebruiksvriendelijkheid 210
4.5.5 Installatie 210
4.5.6 Invloed temperatuur 211
4.5.7 Kwaliteit materiaal 212
4.5.8 Handleiding 212
4.5.9 Algemene beoordeling 213
4.5.10 Opmerkingen 213
4.6 Algemene conclusie 214
5 Enquête 216
5.1 Doel 216
5.2 Verwerking resultaten 218
5.2.1 Geslacht 219
5.2.2 Leeftijdsverdeling 220
5.2.3 Gezinssituatie: kinderen 222
5.2.4 Woonomgeving 224
5.2.5 Contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden ............. 225
5.2.6 Hinder van hondenpoep 226
5.2.7 Wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep................ 230
5.2.8 Mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep ............... 231
5.2.9 Verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep .................................. 232
5.2.10 Risico’s voor kinderen ten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu233
5.2.11 Maatregelen om die risico’s te beperken 235
5.2.12 Het houden van een of meerdere honden 237
5.2.13 Leefplaats van de hond 238
5.2.14 Verwijdering van de uitwerpselen thuis 240
5.2.15 Het bijhebben van een hondenpoepzakje 241
5.2.16 Genoeg afvalbakken 243
5.2.17 Genoeg hondentoiletten 245
5.2.18 Gebruik hondentoilet 247
5.2.19 Hygiëne van hondentoiletten 248
10
5.2.20 Genoeg hondenweides 250
5.2.21 Gebruik hondenweides 252
5.2.22 Frequentie van ontworming 254
5.3 Conclusie 255
6 Folder en stripverhaal 260
6.1 Folder260
6.1.1 Doelgroep 260
6.1.2 Geselecteerde informatie voor de folder 260
6.1.3 Ontwerp 260
6.1.4 Freddy 260
6.2 Stripverhaal 262
6.3 Folder voor de OVAM 262
6.3.1 Inhoud 262
11
12
Dit project heeft als hoofddoelstelling het in kaart brengen van de
hondenpoepproblematiek in Vlaanderen. Hoeveel hondenpoep wordt er
geproduceerd en waar komt het terecht? Zijn er gevaren naar volksgezondheid
toe? Wat zegt de wetgeving hierover? Dit zijn enkele van de vragen die
beantwoord worden in dit projectverslag.
In het eerste hoofdstuk gaan we dieper in op de bestaande wetgeving betreffende
hondenpoep als afval. Wat zegt de Belgische wetgeving hierover? Hoe kunnen
gemeenten deze wetgeving in praktijk brengen?
In het tweede hoofdstuk hebben we enkele beleidsondersteunende richtlijnen
uitgewerkt op niveau van de gemeenten en op niveau van het Vlaamse Gewest.
Deze richtlijnen zijn tot stand gekomen op het einde van het project aan de hand
van de gegevens die we verkregen hebben met de enquête en de
dieptegesprekken met enkele relevante steden en gemeenten.
In een volgend hoofdstuk gaan we dieper in op de impact van hondenpoep op de
gezondheid en het leefmilieu van de mens. Immers veel bacteriën en andere
pathogene kiemen worden overgedragen via stoelgang en zorgen voor een
continue besmetting van het leefmilieu. Het hoofdstuk wordt afgesloten met enkele
relevante hygiënemaatregelen om overdracht van zoönosen tegen te gaan.
In hoofdstuk 4 beschrijven we onze ervaringen met een pet waste disposal system.
Bij wijze van pilootproject hebben we verschillende hondentoiletten geïnstalleerd
en opgevolgd. Deze pilootprojecten hadden twee hoofddoelstellingen: enerzijds het
uittesten van dit type hondentoilet in verschillende situaties (particulieren, asielen,
veranderende weersomstandigheden,…), anderzijds hebben deze pilootprojecten
ook dienst gedaan als sensibilisatiecampagne. Ieder pet waste disposal system
werd van nabij opgevolgd en regelmatig geëvalueerd.
In het voorlaatste hoofdstuk wordt de uitgevoerde enquête in detail beschreven en
de resultaten er van samengevat. Aan de hand van deze enquête werd gepeild
naar de verschillende facetten omtrent huisdieren, hondenpoep en overlast.
Aan de hand van onze ervaringen hebben we de inhoud van een folder
samengesteld ter sensibilisatie van het ruimere publiek. De folder is een beknopte
weergave van enkele aandachtspunten die in de loop van het project relevant zijn
bevonden. De inhoud van de folder is bewust sober gehouden om ‘overkill’ te
voorkomen, om een breed publiek te informeren en de essentie te kunnen
overbrengen.
Bij wijze van oefening werd er ook een ludieke folder opgesteld die bedoeld is voor
het jongere publiek en hierbij aansluitend een stripverhaal over het belang van een
goede ontworming bij honden.
Samenvatting
13
14
Eén op de vier huishoudens heeft één of meerdere honden en één op de vier
huishoudens heeft één of meerdere katten. Concreet gaat het over 570.000
huishonden en 883.000 katten in Vlaanderen (gegevens van het NIS, 2000).
“ De indruk die buitenlanders van ons land hebben, namelijk dat we een land zijn
met veel honden (en veel hondenpoep), lijkt bevestigd te worden door de cijfers die
we verzameld hebben in enkele buurlanden. Ons land telt meer honden dan de
buurlanden. Waar er bij ons 10,4 per honderd inwoners zijn, telt Nederland er 9,4,
het Verenigd Koninkrijk 10,2 en Duitsland 5,7. Een van de verklaringen van het
grote aantal honden in België is wellicht dat ons land veel alleenstaande woningen
telt waarvan er vele op het platteland gelegen zijn. Gezinnen bouwen een
vrijstaand huis met een grote tuin in een rustieke omgeving en nemen vervolgens
een of meerdere honden om het huis te bewaken.
België telt ook veel katten. Belgen hebben er 16,3 per honderd inwoners,
Nederlanders 14,4, Britten 12,5 en Duitsers 8,4.”
Huishoudens met hoge inkomens hebben vaker honden of katten dan huishoudens
met lage inkomens, maar huishoudens met lage inkomens bezitten vaker véél
honden (4 of meer). Echtparen (al dan niet met kinderen) houden vaker een hond
of een kat dan alleenstaanden, maar de andere gezinsvormen (samenwonenden
en eenoudergezinnen) hebben nóg vaker een viervoeter als huisdier.
Bij alleenstaanden is het bezit van een hond sterker gerelateerd aan de leeftijd dan
het bezit van een kat. Hoe ouder, hoe groter de kans dat men een hond heeft. Bij
katten is die correlatie onbestaand.
Katten zijn onafhankelijker en behoeven minder zorg dan honden. De verhouding
van het aantal katten ten opzichte van het aantal honden stijgt dan ook naarmate
de graad van verstedelijking toeneemt.
Deze gegevens zijn afkomstig van het huishoudbudgetonderzoek van het NIS,
2000.
Huisdieren spelen een belangrijke rol in onze maatschappij. Voor oudere mensen
is een hond vaak hun enige steun en toeverlaat geworden. Via hun huisdier leggen
ze gemakkelijker contacten, komen ze vaker buitenshuis en zijn ze gehouden aan
een zekere routine. Ook in jonge gezinnen kan een hond een meerwaarde
betekenen bij de opvoeding van kinderen. Kinderen leren op deze manier omgaan
met levende wezens en vergroten hun empatisch vermogen. Gezien het sociale
belang van een hond is het niet verantwoord een heksenjacht te openen op
huisdiereigenaars. Er dient op zoek gegaan te worden naar mogelijkheden om
bepaalde vormen van overlast zoveel mogelijk te beperken zonder hierbij een
bepaalde groep mensen te viseren.
Inleiding
15
Veel honden in Vlaanderen betekent ook veel hondenpoep. Verschillende
wetenschappelijke onderzoeken bevestigen dat de fecale contaminatie van het
leefmilieu uitgebreid is. Gezien de vele pathogenen die op deze manier in de
omgeving terechtkomen vormt dit een risico voor de volksgezondheid. Acties om
deze afvalfractie te verminderen en sensibilisatie naar huisdiereigenaars toe is dan
ook een belangrijk aandachtspunt.
Bovendien ervaren de meeste mensen hondenpoep als storend in het straatbeeld
en ergeren ze zich dan ook aan deze vorm van esthetische verontreiniging.
Hondenpoep kan bovendien ook hinderlijk en gevaarlijk zijn.
Welke is de juiste bestemming van hondenpoep? Mag hondenpoep verwijderd
worden via de composthoop? Of dient dit via het restafval te gebeuren? Zijn er
alternatieven? Dit zijn enkele van de vragen die we gesteld hebben aan de hand
van een enquête afgenomen in Vlaanderen. Hieruit blijkt onder andere dat mensen
vaak met vragen zitten betreffende hondenpoep en dat ze niet weten waar ze met
deze vragen terecht kunnen.
Een van de alternatieven die gedurende dit project onderzocht werd is een pet
waste disposal system voor in de tuin. De bevindingen van het EC Dier-en-zorg
vindt u terug in hoofdstuk 4.
Ook steden en gemeenten worden vaak geconfronteerd met deze vorm van
overlast. Hondenpoep is en blijft een vaak voorkomend overlastfenomeen. Er
bestaan reeds veel initiatieven en acties om mensen te sensibiliseren de
hondenpoep op te ruimen en in steeds meer gemeenten kan de hondeneigenaar
gesanctioneerd worden voor het niet opruimen van hondenpoep. Niettemin blijven
gemeenten geconfronteerd worden met illegaal ontwijkgedrag en is het moeilijk om
een mentaliteitswijziging te bestendigen. Steden en gemeenten zitten vaak ook
met vragen over de bestrijding van dit overlastfenomeen en over mogelijke
alternatieven.
Het is de eerste maal dat een dergelijk uitgebreid onderzoek in Vlaanderen
plaatsvond. Het Expertisecentrum Dier-en-zorg beoogt met dit project een
sensibiliserend effect en kan op deze manier mensen aanzetten tot een
mentaliteitswijziging.
16
17
In de huidige regelgeving is er weinig te vinden over hondenpoep.
Een grondige studie van de Belgische en Europese wetgeving leverde de volgende
informatie op.
Hierbij werden verschillende overheidsinstanties gecontacteerd (zie bijlage 1).
1.1 Hoort hondenpoep bij het restafval?
In het kader van de milieuvergunningwetgeving VLAREM zijn er geen specifieke
bepalingen met betrekking tot hondenpoep.
Dierlijke mest is volgens de Europese regelgeving een afvalstof, maar dient niet
aan de regelgeving van afvalstoffen te worden onderworpen als daar een
specifieke wet- en regelgeving is voor uitgewerkt. Dit is in Vlaanderen het geval via
het mestdecreet en haar uitvoeringsbesluiten. Dit decreet bestaat sinds 23 januari
1991 en werd sindsdien al verschillende keren gewijzigd.
De definitie van afvalstoffen in Titel I van VLAREM, artikel 1, 15° luidt: “afvalstoffen
zoals bedoeld in het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer
van afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluiten”. De definities zoals bepaald in dat
decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn eveneens geldig voor de toepassing van
dit besluit. Deze definitie verwijst dus naar het decreet van 2 juli 1981, artikel 4, 2°:
“dierlijke mest, als bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 inzake de
bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen;"
Dierlijke mest wordt in artikel 1.1.2. van Titel II van VLAREM gedefinieerd als:
"excrementen van vee of een mengsel van strooisel en excrementen van vee,
alsook producten daarvan, met inbegrip van compost en van afval van
visteeltbedrijven." In hetzelfde artikel wordt vee gedefinieerd als : "alle voor
gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren". Het is duidelijk dat huisdieren niet
beantwoorden aan de definitie van vee en de uitwerpselen van honden bijgevolg
afvalstoffen zijn die volgens de bepalingen van het afvalstoffendecreet en het
uitvoeringsbesluit VLAREA dienen verwijderd te worden.
Hondenpoep is huishoudelijk afval en valt dus op Vlaams niveau onder de
bepalingen van het Afvalstoffendecreet. Groenafval daarentegen is het
composteerbaar organisch materiaal dat vrijkomt in tuinen, plantsoenen, parken en
langs wegbermen. Het omvat snoeihout met een diameter kleiner dan 10 cm,
plantenresten, haagscheersel, bladeren, gazon- en wegbermmaaisel. Hondenpoep
hoort hier dus niet bij en mag dus ook niet op de composthoop!
1 Wetgeving
18
Rendac staat in voor de verwerking van dierlijk restmateriaal en vervult een taak
die door de overheid wettelijk is vastgelegd in het besluit betreffende de ophaling
en verwerking van dierlijk afval, goedgekeurd op 15 december 2006 door de
Vlaamse regering (Besluit Dierlijk Afval). In deze wet staat onder meer dat
kadavers en dierlijk restmateriaal moeten worden aangeboden aan een
verwerkingsbedrijf. Daarnaast regelt deze wet dat kadavers en dierlijk restmateriaal
na voorbewerking bij een destructiebedrijf dienen te worden vernietigd. Er wordt
een onderscheid gemaakt tussen categorie 1, categorie 2 en categorie 3 afval. Zo
zijn kadavers steeds categorie 1 afval en dienen dus verbrand te worden.
Mest afkomstig van dieren valt onder categroie 2 afval. Eén uitzondering: kleine
fracties mest en maagdarminhoud mogen samen met het dierlijk afval verzameld
worden. Het mengsel zal dan, net als het dierlijk afval, beschouwd worden als
categorie 1-materiaal en mag worden opgehaald door een daartoe erkende
ophaler of geregistreerde vervoerder.
Definitie van mest volgens Verordening (EG) Nr. 1774/2002: uitwerpselen en/of
urine van vee, met of zonder strooisel, of guano. Uitwerpselen van honden valt dus
niet onder deze definitie.
In de Europese wetgeving is er geen specifieke verwijzing naar hondenpoep
betreffende afval (zie bijlage). Contacten met de betrokken instanties leverde dan
ook geen bruikbare informatie op.
Men zou volgens de Verordening (EG) Nr. 1774/2002 evenwel kunnen besluiten
dat uitwerpselen afkomstig van gezelschapsdieren behoren tot categorie 2 afval.
In deze verordening onder artikel 5 staat het volgende: behoort tot categorie 2
andere dierlijke bijproducten dan categorie 1-materiaal of categorie
3-materiaal. Gezien er nergens anders iets vermeld wordt over uitwerpselen
afkomstig van gezelschapsdieren valt dit onder ‘andere dierlijke bijproducten’ en
bijgevolg categorie 2 afval hoewel dit nergens expliciet vermeld wordt.
Artikel 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ophaling en de
verwerking van dierlijk afval, 15 december 2006 stelt het volgende:
dierlijk afval: dierlijke bijproducten, zoals gedefinieerd in de Verordening (EG) Nr.
1774/2002, voor zover ze voldoen aan de definitie van afval uit het decreet van 2
juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, met
uitzondering van keukenafval, etensresten, voormalige voedingsmiddelen, rauwe
melk, eierschalen en bijproducten van gebarsten eieren, honing, schalen van
schaaldieren, schelpen van schelpdieren, de inhoud van maag-darmkanaal, in
19
zoverre deze gescheiden is van het maag-darmkanaal, uitwerpselen, eicellen,
embryo's en sperma;
Organisch-biologisch afval onder DBP (OBA): Dierlijke bijproducten, zoals
gedefinieerd in de Verordening (EG) Nr. 1774/2002, voor zover ze voldoen aan de
definitie van afval uit het afvalstoffendecreet, zijnde keukenafval, etensresten,
voormalige voedingsmiddelen, rauwe melk, eierschalen en bijproducten van
gebarsten eieren, honing, schalen van schaaldieren, de inhoud van maag-
darmkanaal, inzoverre deze gescheiden is van het maag-darmkanaal,
uitwerpselen (uitgezonderd mest).
We kunnen dus algemeen besluiten dat uitwerpselen afkomstig van huisdieren, in
het bijzonder hondenpoep, behoort tot organisch-biologische afvalstoffen categorie
2 (het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling
en de verwerking van dierlijk afval).
De wetgeving op Europees niveau vertoont hiaten omtrent hondenpoep als afval.
Er bestaat geen specifieke regelgeving omtrent hondenpoep als afval op Europees
niveau.
Gezien de hoeveelheid feces, de plaats waar deze stoelgang vaak nog
terechtkomt (in de onmiddellijke nabijheid van burgers) en de gevaren voor de
volksgezondheid zou het aangewezen zijn om dit onderwerp meer onder de
aandacht te brengen van de overheid en burger.
1.2 GAS-ambtenaren
Tot voor 10 jaar was sanctionering uitsluitend de bevoegdheid en de taak van de
parketten. Het kwam veelal voor dat zij prioriteit dienden te geven aan de zware
criminaliteit met als gevolg dat kleine overlast vaak niet gesanctioneerd werd.
Sinds het wettelijk regelen van de Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS) is
hier snel verandering in gekomen.
GAS-ambtenaren zijn gemeenschapswachten die de GAS-bevoegdheid kregen om
vaststellingen te doen.
20
Tot de kerntaken van een gemeenschapswacht behoren de volgende opdrachten:
- het publiek sensibiliseren op het vlak van veiligheid en
criminaliteitspreventie;
- de burgers informeren om het veiligheidsgevoel te verzekeren en problemen
op het vlak van de veiligheid, het milieu of het wegennet signaleren aan de
bevoegde diensten;
- bestuurders die verkeerd parkeren informeren over het hinderlijke of
gevaarlijke karakter daarvan en hen wijzen op de wegcode en het correct
gebruik van de openbare weg;
- kinderen, scholieren, gehandicapten en oudere mensen helpen bij het
oversteken;
- toezicht uitoefenen om de veiligheid te verzekeren bij evenementen die
georganiseerd worden door een overheidsdienst.
De gemeenschapswacht-vaststeller mag daarnaast ook nog:
- de inbreuken vaststellen op de gemeentelijke reglementen en verordeningen
inzake overlast en kleine criminaliteit;
- inbreuken vaststellen op de gemeentelijke retributieverordeningen (bv.
inzake bewoners parkeren of terrasvergunning), niet op de gemeentelijke
belastingreglementen.
De taken van de gemeenschapswachten en gemeenschapswacht-vaststellers
beperken zich hoofdzakelijk tot het sensibiliseren, en dan nog alleen op de
openbare weg en op openbare plaatsen.
Gemeenschapswachten moeten zich houden aan een “hoffelijke dialoog”. Zij
kunnen de burgers enkel verzoeken om hun gedrag aan te passen of om een
welbepaald reglement te respecteren. Zij kunnen niet verbaliseren of dwang
uitoefenen. Dat zijn taken van de politie. Alleen de gemeenschapswacht-vaststeller
kan een stapje verder gaan: hij mag de identiteitspapieren van een overtreder
opvragen. Weigert de betrokkene, dan kan ook de gemeenschapswacht-vaststeller
geen dwang gebruiken.
Waar de gemeenschapswachten in de eerste plaats preventief en sensibiliserend
werken, hebben enkele de gemeenschapswachten-vaststellers nu ook een
repressieve rol.
21
De GAS-vaststeller stelt een overtreding vast die aanleiding geeft tot een
gemeentelijke administratieve sanctie. Hierbij wordt de identiteitskaart opgevraagd
en een verslag opgemaakt. Na de vaststelling beoordeelt de sanctieambtenaar de
feiten binnen een termijn van zes maanden. De overtreder riskeert een boete die
kan oplopen tot 250 euro. Let wel, naast de administratieve sanctie kan het
Stadsbestuur bij het niet opruimen van vuil of hondenpoep ook nog een extra
belasting opleggen.
In het verslag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vinden we
volgende informatie:
“De administratieve sancties zijn een relatief nieuw instrument in de strijd tegen
verscheidene vormen van overlast (zoals hondenpoep, wildplassen en sluikstorten)
die de steden en gemeenten de mogelijkheid moeten geven om dit
maatschappelijk negatieve gedrag lik op stuk te kunnen geven. De beteugeling van
overlast was tot eind jaren negentig volledig in handen van de parketten.”
Uitgangspunt van de nieuwe wet was om de sanctionering van overlast uit handen
te nemen van de gerechtelijke overheid en over te hevelen naar de gemeentelijke
overheid. Dat gebeurde concreet met de wet van 13 mei 1999. Pas na een aantal
essentiële wijzigingen aan de oorspronkelijke wet in 2004 en 2005 (bepaalde
inbreuken werden uit de strafwet gehaald en voor minderjarigen werden
bijkomende rechtswaarborgen ingebouwd) begon het systeem echt van de grond
te geraken.
Een studie van de VVSG wees uit dat in het voorjaar van 2005 slechts 10% van de
Vlaamse gemeenten klaar was voor de invoering van administratieve geldboetes.
Uit een onderzoek van de Universiteit Gent bleek dat in 2006 al 33% van de
Vlaamse gemeenten GAS ingevoerd had. Sindsdien breidde het rijtje met
overlastfenomenen die door de gemeenten bestraft konden worden, net als het
aantal gemeenten die GAS ingevoerd hadden, gevoelig uit .
Hoewel er geen uniforme categorisering bestaat van overlastfenomenen en elke
gemeente de vrijheid heeft om bepaalde inbreuken al dan niet in het plaatselijke
politiereglement op te nemen, stellen we vast dat de meest voorkomende dossiers
vooral gaan over geluidsoverlast (overdag en ’s nachts), honden (blaffende en
bijtende honden en hondenpoep), afval (vooral zwerfvuil en sluikstorten) en
vandalisme. Al zal dit lijstje niet in elke gemeente in die volgorde voorkomen, net
omdat bepaalde inbreuken in sommige steden en gemeenten vaker voorkomen
dan andere.
Dankzij het systeem van de GAS kunnen kleinschalige feiten die overlast en
wrevel veroorzaken, maar meestal niet vervolgd werden door het parket ( daar de
22
overbelaste parketten voor deze “kleinere vergrijpen/overlast” geen tijd en
personeel hadden), aangepakt worden. Door toepassing van de nieuwe wetgeving
worden deze feiten, via de sanctieambtenaar, behandeld binnen een termijn van
zes maand, zonder tussenkomst van het parket.
De boetes die gemeenten of steden zelf kunnen uitschrijven voor kleine vormen
van overlast (vandalisme, sluikstorten, hondenpoep of lawaai) bedragen maximum
250 euro. Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen
van hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd.
Administratieve sancties zijn onder meer van toepassing op:
- hondenpoep niet onmiddellijk opruimen
- het niet bijhebben van een zakje voor hondenpoep
- zich met de hond niet aangelijnd aan een korte leiband op openbaar
domein begeven
- zich met de hond op het strand begeven buiten de toegelaten plaatsen en
periodes
- sluikstorten
- huishoudelijk afval in de openbare vuilniskorven gooien
- huisvuil niet in stedelijke huisvuilzakken aanbieden
- huisvuilzakken of PMD-zakken op andere dagen dan de ophaaldag
buitenplaatsen
- dieren op het openbaar domein voederen
- wildplassen
- parkeren op plaatsen voor bewoners of zorgverstrekkers zonder vereiste
parkeerkaart
- langer dan de toegestane tijd parkeren op plaatsen met beperkte
parkeertijd
- zonder vergunning het openbaar domein bezetten of voor privédoeleinden
gebruiken (bv. bouwwerven, containers, hijskranen, bouwmachines, ...)
- een terras plaatsen dat niet of slechts gedeeltelijk vergund is.
23
Tabel 1: overzicht top-3 overlastfenomenen per gemeente die GAS toepast
Volgens een onderzoek uitgevoerd door de Vlaamse Vereniging van Steden en
Gemeenten in 2008 staan honden (hondenpoep en blaffende honden) op de
tweede plaats van overlastfenomenen. Met een percentage van 15,18% staat
hondenpoep zelfs nog veel hoger in de ranglijst dan zwerfafval dat met 8,38% op
de tweede plaats komt. Dit wijst op de sociale relevantie van deze vorm van
overlast.
We kunnen dus stellen dat de invoering van GAS zeker nuttig is geweest voor het
sanctioneren van de hondenpoepoverlast.
Een nadeel is dat de wetgevende bevoegdheid op gemeentelijk niveau is terecht
gekomen en daardoor elke gemeente zijn eigen regels heeft gecreëerd.
Voor een wandelaar met een hond die een stevige wandeling maakt door 3
verschillende gemeenten is het geen evidentie om steeds te weten wat hij waar
moet doen om in regel te zijn.
24
Volgende overzichten van diverse gemeentelijke wetgevingen geven de nuances
en verschillen duidelijk weer.
1.3 Gemeentelijke regelgeving
Vlaanderen kampt jaarlijks met 17 000 tot 25 000 ton hondenpoep die dus
logischerwijs voor heel wat wrevel en overlast kan zorgen.
Steden en gemeenten zochten daarom een oplossing om de
hondenpoepproblematiek aan te pakken. Zij namen een aantal bepalingen
betreffende honden en hondenpoep op in hun gemeentelijke politieverordening.
Hieronder volgt een overzicht van het hondenpoepbeleid en wetgeving van een
negental steden en gemeenten. Hiervoor werden a.h.v. een vragenlijst (zie bijlage)
de stadsbesturen van de volgende steden gecontacteerd: Oostende, Hasselt,
Gent, Harelbeke, Blankenberge, Ieper, Brugge, Roeselare, Tongeren, De Panne
en Knokke-Heist.
25
1.3.1 Oostende
1.3.1.1 Algemene informatie
In 2008 werd een grote actie betreffende hondenpoep gehouden. Er werden 5
nieuwe folders gedrukt met de locaties van de hondentoiletten per wijk alsook een
nieuwe zomeraffiche ontworpen met de boodschap “Baltazaar wil elk kakje in een
zakje!”. Baltazaar is de Oostendse hondenpoepmascotte. Gemeenschapswachten
gingen op stap met een 4-talige flyer met de boodschap dat hondenpoep
opgeruimd moet worden. De lokale politie en de Gemeenschapswachten deelden
ook sleutelhangers uit aan de hondeneigenaars die de poep van hun geliefde
viervoeter wel opruimden. De flyers werden verspreid onder vnl. toeristen want
deze vormen in de kustgemeenten de voornaamste groep “te sensibiliseren
personen”. Het stadsbestuur ontwierp zelfs de folder “ Wij en uw hond… dikke
vrienden?!”
De inwoners kunnen alle informatie over honden en hondenpoep bekomen aan de
balie beneden in de inkomhal van het stadhuis alsook via de website.
De politie en de Gemeenschapswachten werkten vroeger samen aan het
voorkomen en inperken van sluikstorten en de hondenpoepoverlast. Sinds de
invoering van GAS werd deze taak overgenomen door de GAS-ambtenaren.
Zowel honden- als niet-hondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht op het
toerismebureau en aan de balie.
Er staan geen informatiekiosken in de stad (vroeger wel).
Oostende beschikt als enige in Vlaanderen over een hondenpretpark (zie
hoofdstuk 1.4.8).
Het hondenpretpark is er gekomen vanuit een algemene vraag van TAZ1. Het is
gelegen in de Nieuwe Stad, een wijk waar vooral veel allochtonen wonen en waar
hondenpoep vaak een probleem vormt. De hondeneigenaars maken er veel
gebruik van. Het is een soort speelweide met enkele “speeltoestellen” voor de
honden en waar de honden dus mogen los lopen.
1 TAZ: Theater Aan Zee is een festival in Oostende dat elk jaar doorgaat in de zomer.
26
Afhankelijk van de klachten/vragen die er binnen komen van mensen of vanuit het
stadsbestuur zelf, gaat de reinigingsdienst op pad en doet onderzoek of er al dan
niet een hondentoilet of afvalbak moet bijkomen. De reinigingsdienst is dus
verantwoordelijk voor de hondentoiletten, –weides en (hondenpoep)afvalbakken.
Tijdens de week worden alle hondentoiletten dagelijks schoongemaakt, in het
weekend enkel deze gelegen in het stadscentrum. De hondendrollen worden met
schop en borstel verwijderd en in een kleine wagen gedeponeerd. Om de
geurhinder tegen te gaan wordt Capturine® gebruikt; dit is een microbiologisch
product en bevat goede bacteriën die op ureumzuur leven. Deze bacteriën breken
de fecale bacteriën af en zorgen zo ook voor een frisse geur (citroen). Alle
hondentoiletten worden hiermee eenmaal per week behandeld. De werknemers die
instaan voor de reiniging van de hondentoiletten dragen signalisatiekledij,
veiligheidsschoenen en handschoenen.
Oostende had vroeger ook een hondenpoepmotor maar die is al jaren uit dienst.
In de zomer komen meer klachten binnen over hondenpoep dan in de winter. De
mensen vullen een signaalkaart in (digitaal, aan de balie, bij de politie, bij de
buurtcentra) die automatisch via een centraal computersysteem doorgestuurd
wordt naar de betreffende dienst. De indiener krijgt altijd een antwoord
toegestuurd.
Er is geen zicht op het type mensen die de klachten indienen en de soort/aantal
klachten die binnenkomen. Vooral ’s avonds en tijdens het weekend komen
klachten over hondenpoep binnen.
Inwoners van Oostende kunnen een sluikstorting (lees het niet opruimen van
hondenpoep) gratis melden op het nummer 0800/92.491.
Sinds 1 april 2005 past de stad het systeem van de Gemeentelijke Administratieve
Sancties (GAS) toe. Het stadsbestuur kan nu zelf sanctionerend optreden bij kleine
inbreuken zoals overlast door hondenpoep.
Agenten van politie en GAS-ambtenaren gaan dagelijks in burgerkledij de baan op
om hondenbaasjes die de hondenpoep van hun hond niet opruimen, aan te
spreken of een administratieve boete uit te schrijven. Sinds de nieuwe
politieverordening van kracht is, kan het hondeneigenaars tot 250 euro kosten voor
het niet opruimen van de hondenpoep.
De baasjes dienen ook steeds een zakje te kunnen tonen aan de agent of de
ambtenaar.
27
1.3.1.2 Verordeningen in het politiereglement
ARTIKEL 1
Voor een termijn die eindigt op 31 december 2013 heft de Stad een belasting op
het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, hondenpoep inbegrepen, gestort of
achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen, of in niet-reglementaire
recipiënten.
ARTIKEL 2
De belasting is verschuldigd door de persoon die afvalstoffen gestort of
achtergelaten heeft.
De persoon die de opdracht of de toelating gaf of de eigenaar van de afvalstoffen
is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Wat de hondenpoep
betreft, is de begeleider of degene die voor hem/haar verantwoordelijk is, de
belasting verschuldigd.
ARTIKEL 3
De belasting wordt per afzonderlijke ophaalbeurt vastgesteld als volgt:
- klein en middelgroot afval zoals flessen, blikken, vuilniszakken, kartonnen dozen,
klein huisraad: 125,00 euro
- hondenpoep en groot afval zoals groot huisraad, tv’s, koelkasten, matrassen:
250,00 euro
- groot afval van 500 kg en meer: 625,00 euro
ARTIKEL 4
Zijn gemachtigd om vaststellingen in het raam van deze belastingverordening te
doen:
- politieambtenaren;
- gemeentelijke ambtenaren die daartoe door het College van Burgemeester en
Schepenen zijn aangesteld.
VI. Honden
- De eigenaar of begeleider van een hond moet:
a) zijn hond(en) op het openbaar domein voorzien van een halsband en aan de
korte leiband houden;
b) een kwaadaardige hond muilbanden;
28
c) er zorg voor dragen dat zijn hond(en) het openbaar domein en andermans
privédomein niet verniel(t)(en) of bevuil(t)(en) met zijn(hun) uitwerpselen;
d) steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen
van zijn dier. Het zakje moet op het eerste verzoek van de bevoegde persoon
worden getoond;
e) steeds de uitwerpselen van de hond onmiddellijk verwijderen met behulp van het
daartoe bestemde zakje. Het zakje met de uitwerpselen mag alleen worden
gedeponeerd in de stedelijke afvalkorven die speciaal hiervoor zijn gemerkt met
een sticker of mag meegegeven worden met het gewone huisvuil.
De verplichting hierboven vermeld geldt niet:
Op het strand conform de bepalingen van de artikelen 40 en 41 van de stedelijke
Verordening betreffende strand en duinen.
En in de daartoe speciaal aangelegde hondenpleinen, gelegen:
1) in het Sportpark langsheen de Stuiverstraat
2) in het Sportpark op het einde van de Sportparklaan en de strook weiland
langsheen de Schorrestraat, Schorredijk en Steensedijk
3) in de groenzone tussen de Vismijnlaan en het voormalige militair domein
4) op de Vuurtorenwijk langsheen de Ankerstraat
5) in de groenzone langsheen de Brigade Pironlaan
6) in de zone begrensd door water en de andere kant door de Camerlincksstraat
De verplichting hierboven vermeld geldt niet:
1) in de speciaal aangelegde hondentoiletten
2) voor personen met een handicap die begeleid worden door assistentie- en/of
blindengeleidehonden.
De volgende personen zijn vatbaar voor gemeentelijke administratieve sancties:
zij die honden aanhitsen, ze niet terughouden wanneer ze voorbijgangers
aanvallen of vervolgen, of ze tegen andere dieren of mensen doen vechten, ze
doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend maken, zelfs als er geen kwaad of
schade uit volgt.
In de verordening betreffende het strand en de duinen staat bovendien ook nog
volgende vermelding:
29
- honden mogen vrij rond lopen op het strand. De eigenaar en/of begeleider
moet steeds de loslopende hond in bedwang kunnen houden en beletten
dat de openbare orde op het strand wordt verstoord door zijn hond;
- de toegang met honden op het strand is uitsluitend toegelaten vanaf 1
oktober tot aan de Paasvakantie. Voor de volgende plaatsen en periodes
geldt evenwel een afwijking op deze regel, met name:
a) op het strand vanaf de Westlaan (Raversijde) tot aan de grens met
Middelkerke zijn honden gedurende het hele jaar toegelaten;
b) op het strand vanaf de Halvemaandijk en de grens met Bredene zijn
honden toegelaten gedurende het hele jaar met uitzondering van de
Paasvakantie en de maanden juli en augustus.
30
1.3.2 Hasselt
1.3.2.1 Algemene informatie
Hasselt telde tot 2009 10 hondenloopweides en een drietal hondentoiletten. De
hondenloopweides zijn vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones in
Hasselt. Deze gebieden krijgen voorrang daar hondenbezitters in buitenwijken
meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de buurt wel een weiland te vinden is
waar de hond kan los lopen.
Een plan waar de hondentoiletten en hondenloopweides op aangeduid zijn is te
vinden in een folder die gratis aan de inwoners uitgedeeld wordt.
Hondenloopweides:
- Sporthal Alverberg
- Bakkerslaan
- Sporthal Djef Swennenstraat
- Muggenstraat
- Speelplein achter Sint Hubertuszaal, Runkstersteenweg
- Sint Hubertusplein
- Stadspark aan Cultureel Centrum
- Brigandstraat Ter Hilst
- Kempenhof
- Gierkensstraat Kuringen
Hondentoiletten
- Capucienenplein
- Smedenlaan aan speelplein
- Stadspark aan cultureel centrum
Vroeger werden gratis hondenpoepzakjes verdeeld via een dispenser maar
jammer genoeg heeft het stadsbestuur deze actie stop gezet wegens misbruik
(mensen namen veel meer zakjes dan nodig).
Als er een onbekende hond in de buurt rondzwerft, dienen de inwoners dit te
melden aan de lokale politie (tel 011-22 29 82). De politie brengt het onfortuinlijke
dier naar het dierenasiel te Genk. Hasselt heeft met dit asiel een overeenkomst
gesloten en betaalt hiervoor een bijdrage van 0,25 euro/inwoner/jaar. Als het een
31
rustige, brave hond is, mag de vinder hem ook zelf bijhouden na het verwittigen
van de politie zodat het baasje het dier bij hem thuis kan ophalen.
Als de eigen hond is weggelopen, dienen de inwoners dit zo snel mogelijk te
melden aan de lokale politie. Bij Bello Dierentelefoon zetten vrijwilligers zich in om
hond met baasje te herenigen: 012-26 11 71 of 0475-34 89 16, www.bello-vzw.net
Figuur 1: Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt
De hondentoiletten worden, met uitzondering van de zondag, elke dag
schoongemaakt. De hondendrollen worden met schop en borstel verwijderd en de
toiletten worden wekelijks behandeld met Capturine® tegen geurhinder.
De hondenloopweides worden maandelijks onderhouden door de stadswerklieden.
Er werden al verschillende campagnes gehouden in de strijd tegen de
hondenpoep. Zo werd in 2009 Rakker, een 8-jarige boerenfox, de mascotte voor
de grootste Hasseltse campagne ooit. Rakker prijkt sindsdien op dertig
hondenpoepbakjes en op metershoge affiches in de Hasseltse binnenstad. Via
deze campagne wil het stadsbestuur de Hasselaars behoeden van ‘Stront op de
Hasseltse grond’.
Nooit eerder werden zoveel mensen en middelen ingezet tegen de vieze bruine
hoopjes.
Om wandelaars met hond aan te moedigen de uitwerpselen op te ruimen werden
30 extra hondenpoepbakken geplaatst. Hiervoor werd een overeenkomst
afgesloten met Clear Channel.
32
Het bedrijf ontwierp grote reclamepanelen op voet, voorzien van een voorraad
hondenpoepzakjes en een vuilnisbakje. Aan de ene zijde van het paneel werd een
opvallende affiche gehangen tegen hondenpoep. De achterzijde was bedoeld voor
reclame. Zo bleef het systeem betaalbaar. Clear Channel zorgde voor het
onderhoud van de panelen en vulde de hondenpoepzakjes regelmatig bij. De stad
Hasselt ledigde de vuilnisbakjes.
Hasselt wil de boodschap ‘geen poep op de stoep’ duidelijk in het straatbeeld
hebben. Naast de reclamepanelen, wordt er op geregelde tijdstippen een trailer
met een affiche van 16 m² geplaatst op afwisselende locaties. Op deze manier
verschijnt de boodschap op een zeer opvallende manier in de Hasseltse
binnenstad en wijken.
De vuilniswagens werden uitgerust met de leuze ‘geen stront op de grond’.
Inwoners, sportclubs, verenigingen, ontmoetingscentra, scholen,…. kunnen gratis
affiches afhalen met vermelding van een duidelijke oproep dat hondenpoep op
straat niet getolereerd wordt. De affiches kunnen worden opgehaald bij de dienst
toerisme of ze kunnen worden besteld via [email protected] of telefonisch op
het gratis nummer 0800-93744.
Op deze manier kan iedereen in zijn eigen omgeving voorbijgangers met hond
aanmoedigen om de hondenpoep op te ruimen.
In 2009 startte Hasselt ook met verscherpte controles tegen hondenpoep. Hasselt
heeft een politiereglement waarin duidelijk vermeld staat dat honden de straat,
stoep, wandelpaden en parken niet mogen bevuilen met hun uitwerpselen.
Verder zette Hasselt 10 GAS ambtenaren in die bevoegd zijn om de controles uit te
voeren. Op basis van een PV krijgt de overtreder een gemeentelijke
administratieve sanctie. De boete hangt af van de ernst van de inbreuk en
bedraagt € 60. Als iemand opnieuw betrapt wordt dan kan deze geldboete zelfs
oplopen tot € 250.
Begeleiders van honden moeten steeds een geschikt recipiënt bijhebben om de
hondenpoep op te ruimen. Dit zakje mag gedeponeerd worden in iedere vuilbak op
straat. Is er geen vuilnisbak in de buurt, dan dient men het zakje mee naar huis te
nemen en thuis weg te gooien.
Er zijn geen cijfers beschikbaar van de opgehaalde hoeveelheid hondenpoep.
Het aantal klachten omtrent hondenpoep die binnenkomen is niet verminderd in
vergelijking met vroeger. Het grootste aantal heeft betrekking op plaatsen in de
bebouwde kom gelegen.
33
1.3.2.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 42
Honden dienen steeds aan de leiband gehouden te worden. Deze laatste
verplichting geldt niet voor honden op een door de overheid ingerichte
hondenweide, tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor
reddingsoperaties ingezet worden of voor politiehonden.
Elke houder van een hond dient passende maatregelen te nemen om te beletten
dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, naar
een openbare plaats of naar een openbare weg.
Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke honden moeten gemuilkorfd worden door
de begeleider, zodra ze op de openbare weg of op openbare plaatsen komen. Dit
geldt niet voor honden van politiediensten en erkende bewakingsfirma’s.
De toegang met honden is verboden tot openbare gebouwen, begraafplaatsen,
gemeentelijke sporthallen, sportterreinen en zwembaden. Dit met uitzondering van
visueel gehandicapten (blinden) of mindervaliden met hun geleidehond,
politiediensten en erkende bewakingsfirma’s met hun honden alsook personen
belast met het africhten van geleidehonden bestemd voor visueel gehandicapten
(blinden) of andere mindervaliden en die daartoe een attest kunnen voorleggen.
Het is verboden zich met een hond zelfs aan de lijn, te begeven op plaatsen
aangeduid door een rond bord met rode rand waarop in zwarte kleur het profiel van
een hond staat. De burgemeester kan tevens plaatsen en tijdstippen aanduiden
waar het tijdelijk verboden is zich met een hond, zelfs aan de lijn, te bevinden.
De politie mag de nodige maatregelen nemen op kosten en risico van de
overtreder. Bijvoorbeeld bij bestuurlijke inbeslagname zijn de kosten van het
vervoer en het verblijf in het dierenasiel en de kosten van het eventueel
euthanaseren ten last van de overtreder.
Artikel 80
§1 De eigenaars, bewaarders, of bewakers van honden, rij -en trekdieren zijn ertoe
gehouden er zorg voor te dragen dat hun dier(en) de openbare wegen,
huisdrempels, gevels, openbare parken, openbare plantsoenen, openbare
34
speelpleinen en openbare wandelpaden, niet bevuilen met hun uitwerpselen. In
voorkomend geval moeten zij de uitwerpselen verwijderen en de plaats reinigen.
De begeleiders dienen derhalve op voornoemde plaatsen steeds in het bezit zijn
van voldoende daartoe geschikte recipiënten, dit wil zeggen dat zij op elk ogenblik
minstens één ongebruikt recipiënt moeten bijhebben en het op het eerste verzoek
van de bevoegde ambtenaar moeten tonen.
Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of
andere personen met een handicap die zelf fysisch niet in staat zijn om de
uitwerpselen te verwijderen.
§2 De uitwerpselen van honden moeten in een daartoe geschikt plastieken of
papieren zakje meegenomen worden. Dit zakje mag gedeponeerd worden in de
stedelijke vuilnisbakjes.
Artikel 81
De in artikel 80 vermelde verplichting ontslaat de aangelanden niet van hun eigen
verplichting inzake het rein houden van de voetpaden.
Artikel 82
De specifiek voorziene plaatsen voor het deponeren van uitwerpselen door
honden, de zogenaamde hondentoiletten, dienen eveneens in zindelijke toestand
gehouden te worden door de eigenaars, begeleiders, of bewakers van honden.
35
1.3.3 Gent
1.3.3.1 Algemene informatie
Henri Zenner is verantwoordelijk voor de hondentoiletten en de losloopweides, zijn
collega Gert Verschooten staat in voor het dierenbeleid.
Het project betreffende hondenpoep bestaat al 10 jaar. In de loop van de jaren
plaatste het stadsbestuur ondertussen 150 hondentoiletten en op het einde van het
project zou het doel van 180 toiletten bereikt moeten zijn. Deze toiletten worden
ook effectief allemaal gebruikt.
De stad beschikt niet over hondenpoepafvalbakken maar wel over gewone
afvalbakken. Hier bestaat geen plan van.
Een ploeg van zes milieubuurtwerkers maken de hondentoiletten 6x per week
schoon (elke dag behalve de zondag, ook op feestdagen), in geval van vriesweer
minder frequent. Vroeger werden de toiletten ontsmet met Capturine® (Capturine®
zet urine om in stikstof, koolzuur en water waardoor er geen schadelijke stoffen
zoals ammoniak meer vrijkomen), nu gebeurt dit met Frescure® Extract. Tijdens de
zomer worden de toiletten 1x per maand ontgeurd maar staal name i.v.m. de
hygiëne gebeuren op deze plaatsen niet.
Een hondentoilet wordt aangeduid door dit bord:
Figuur 2: bord dat hondentoilet aanduidt in Gent
Om na te gaan welke hondentoiletten nog doeltreffend zijn, worden elke drie
maanden de drollen geteld.
In 2009 werden ongeveer 308 000 drollen opgehaald (20 ton!!!) uit de
hondentoiletten en verbrand.
De hondentoiletten worden op de volgende manier schoongemaakt: drollen en vuil
worden eruit gehaald (en het gebied binnen een straal van 5 m rond het
36
hondentoilet wordt ook gecontroleerd), 1x per 2 maanden gefreesd en waar nodig
bijgevuld. De bodem bestaat uit 50% dolomiet en 50% rijnzand (een laag van 30-
40 cm). De standaardoppervlakte bedraagt 9 m². Het grote probleem is dat
mensen de inhoud van hun kattenbak komen dumpen in de hondentoiletten.
De Stad Gent sensibiliseert de hondeneigenaars van deze stad over de rechten en
plichten van hun honden in de folder ‘Leidraad voor de hondenbezitter’. In totaal
werden al meer dan 15.000 folders verspreid via de gemeenschapswachten, de
diensten- en buurtcentra, de wijkcommissariaten, de dienstencentra van het
OCMW, beide dierenasielen en de Wachtdienst Gentse Dierenartsen. Er werd een
reportage aan gewijd op Stadstv op AVS (Oost-Vlaamse televisiezender) in
februari 2008. Gentinfo2 of de milieudienst is het centrale info punt van de stad.
Iedereen kan daar met vragen of voor info terecht, ook stadsdiensten.
Lies Demeyer is verantwoordelijk voor de informatiekiosken en werkt bij de Dienst
Voorlichting (09/266 52 26).
Alle inwoners kunnen een aanvraag indienen i.v.m. het al dan niet plaatsen van bv.
een hondentoilet of een losloopweide. Deze aanvragen komen op een
aanvraaglijst terecht die jaarlijks bekeken wordt. Vervolgens wordt nagegaan of de
aanvraag al dan niet relevant is in die buurt en of het ja dan neen betrekking heeft
op een stedelijk gebied. Dit laatste omdat het stadsbestuur ernaar streeft dat elke
Gentenaar binnen een straal van 400 m een hondentoilet tot zijn beschikking heeft
(dit is nu al het geval voor 55% van de Gentenaren!). Het stadsbestuur beschikt
over een budget om 1 losloopweide per jaar aan te leggen.
Honden mogen in Gent enkel loslopen op de daarvoor bestemde loopweides. De
Stad Gent zorgde al voor de aanleg van 11 losloopweides verspreid over het
grondgebied.
2 Gentinfo: is het eerstelijnsservicecenter van Gent. Het is een centraal aanspreekpunt voor de burgers
waar ze terecht kunnen met vragen over alles wat betrekking heeft op stadsdiensten.
37
Een losloopweide wordt aangeduid door volgend bord:
Figuur 3: bord dat losloopweide aanduidt in Gent
Op alle andere openbare plaatsen zoals stadsparken, de Bourgoyen-Ossemeersen
en dergelijke geldt de aanlijnplicht, soms extra in de verf gezet door het volgende
bord:
Figuur 4: gebodsbord aanlijnplicht
38
Speelpleinen, sporthallen en zwembaden zijn verboden terrein voor honden.
Het rode bord maakt dit duidelijk:
Figuur 5: verbodsbord voor honden
Ook op de strand- en ligweide van het Sport- en Recreatiepark Vlaarmeersen of
het Neptunuszwembad worden honden om hygiënische redenen niet toegelaten.
Op alle openbare plaatsen, parken en natuurgebieden, sport- en
recreatiedomeinen moeten honden steeds aan de lijn.
Overlast door loslopende honden kan doorgegeven worden aan de
gemeenschapswacht.
Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) heeft gemiddeld 10% van de
bevolking een hond. In Gent zouden er dus naar schatting ongeveer 24 300
honden leven. Volgens het BVIRH3 waren er in januari 2008 al 14 220
geregistreerde honden in Gent. Begin 2009 waren dit er al 17 030. Een stijging met
2 810 honden of 20% dankzij gerichte sensibiliseringsacties. Dankzij een goede
registratie kunnen verloren dieren makkelijker met hun eigenaar herenigd worden
en is er dus een betere doorstroming in de asielen. Een goede registratie bevordert
dus ook het dierenwelzijn. De Stad Gent houdt tweemaal per jaar een toezicht dag
op de registratieplicht in samenwerking met de Politie, de Gemeenschapswacht en
een inspecteur van de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn. Deze controles
gebeuren altijd onaangekondigd en worden telkens in een andere deelgemeente
gehouden.
3 BVIRH: Belgische Vereniging voor de Identificatie en Registratie van Honden
39
In volgende gevallen dienen honden wettelijk voorzien te zijn van een chip:
- honden geboren na 1 september 1998
- vóór de leeftijd van 4 maanden
- honden die veranderen van eigenaar
Ook als men een hond koopt of krijgt, dient deze geïdentificeerd te zijn.
De kweker of vorige eigenaar geeft een geldig identificatiedocument van de BVIRH
mee.
Voor elke hond geregistreerd na 7 juni 2004 moet men bovendien een Europees
hondenpaspoort kunnen voorleggen, zo niet riskeert men een boete tussen € 26
en € 1 000.
Dankzij de medewerking van de gemeenschapswachten werden in 2008 meer dan
55 sensibiliseringsacties uitgevoerd in straten waar overlast werd veroorzaakt door
hondenpoep (vb. figuren of iconen in een opvallende kleur op de plaats van
overlast spuiten). In dat kader werden gedurende de periode vanaf 2008 tot nu al
meer dan 15 000 flyers verspreid, met daarin de vraag aan de hondeneigenaar om
met de hond naar een van de 150 hondentoiletten in Gent te gaan of te voldoen
aan de opruimplicht. Bovendien werd eveneens in het najaar van 2008 een nieuwe
folder ontworpen: ‘Wegwijs naar de hondentoiletten in Gent’.
Het hondenpoepprobleem of de opruimplicht werd extra in de kijker gezet door de
actie n.a.v. het tienjarig bestaan van het hondentoiletproject in oktober 2008. Toen
werden de eerste 100 hondeneigenaars beloond met een sleutelhanger met
hondenpoepzakjes.
Op geregelde tijdstippen vinden er ook “netheidcharters” plaats. Dat is een
samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur en bepaalde wijken. De
inwoners van die wijken ruimen eigenhandig de buurt op en in ruil daarvoor stelt de
stad het materiaal in natura ter beschikking (borstels, emmers, vuilniszakken, …).
Wijken die gebruik maken van zo’n “netheidscharter” (Dienst Milieutoezicht),
worden in de aanvraaglijst voor een hondentoilet primair behandeld. Vroeger
gebruikte de stad ook nog de “hondenpoepmotor”. Deze was eigendom van
40
IVAGO4, maar wegens de onstabiliteit wanneer de moto volgeladen was met
hondenpoep, heeft het stadsbestuur de hondenpoepmotor afgeschaft.
Nu komen er nog altijd redelijk veel klachten binnen maar vroeger duidelijk meer
(een daling van 60-70%!).
Het stadsbestuur werkt nu ook samen met de groendienst: als een nieuw park
aangelegd wordt, wordt standaard een plaats voorzien voor een hondentoilet
(normaalgezien aan elke ingang).
De mensen kunnen met hun klachten niet alleen op het politiebureau terecht maar
ook bij de ombudsvrouw, Gentinfo (09/210 10 10), het stadsbestuur en de
gemeenschapswachten. Deze laatste spelen een belangrijke rol aangezien ze
eveneens de bevoegdheid hebben om sancties betreffende het niet opruimen van
hondenpoep uit te schrijven. Sinds 2009 zijn er dan ook 6 bij gekomen.
Over het algemeen zijn er geen probleemgebieden in Gent.
De begeleider van een hond is altijd verantwoordelijk voor het opruimen van de
hondenpoep en het reinigen van de bevuilde plaats (bv. een voetpad, een
hondenlosloopweide, enz. ...).
Men dient als hondenbegeleider minimum 2 zakjes bij te hebben om hondenpoep
op te ruimen. Men mag het zakje in een hondentoilet of in de dichtstbijzijnde
vuilnisbak deponeren, maar zeker niet in de riolering.
Wie zich niet aan deze hoffelijkheid tegenover de medeburger houdt, riskeert een
Gemeentelijke Administratieve Sanctie (GAS) van minimum 60 euro.
1.3.3.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 4
1. Huisdieren moeten altijd aan de leiband gehouden worden en zijn niet
toegelaten in de sporthallen, de zwembaden, strandzones en ligweiden.
2. Het is verboden dieren te laten baden in de wateren.
4 IVAGO: zorgt voor de selectieve inzameling en verwerking van het huisvuil van de inwoners van Gent
en Destelbergen en voor de netheid van de stad Gent.
41
Artikel 18
Honden dienen op openbare plaatsen steeds aan de leiband onder controle
gehouden te worden, uitgezonderd op die plaatsen waar het loslopen toegestaan
wordt door een specifiek bord.
Artikel 18 bis
Behalve op de daartoe door het stadsbestuur aangeduide plaatsen en binnen de
door het stadsbestuur bepaalde voorwaarden, is het verboden in de openbare
parken en plantsoenen:
- er op gelijk welke wijze te vissen of dieren te vangen of achter te laten;
- dieren te laten baden in het water.
Artikel 19
De eigenaar of houder van een hond dient te beletten dat zijn hond private
terreinen betreedt, voertuigen bespringt of personen lastig valt.
Artikel 19 bis
Het is verboden honden aan te hitsen of niet terug te houden wanneer deze de
voorbijgangers aanvallen of vervolgen, zelfs als hier geen kwaad of schade uit
voortkomt.
Artikel 19 ter
Onverminderd de artikelen 24 en 30 van de wet van 5 augustus 1992 op het
politieambt dienen op openbare plaatsen de dieren die een gevaar betekenen voor
het leven en de lichamelijke integriteit van personen of dieren die de openbare rust
verstoren onder controle te worden gehouden door de eigenaar of de houder.
De dieren kunnen met het oog op de handhaving van de openbare rust op
politiebevel aan de eigenaar of houder worden onttrokken zodat hij/zij er niet
langer vrij kan over beschikken. De dieren worden op kosten van de eigenaar of
houder ondergebracht in het stedelijk schuthok, zolang zulks met het oog op de
handhaving van de openbare rust is vereist en dit gedurende een termijn van
maximaal zes maanden te rekenen vanaf de dag van de onttrekking. Binnen deze
termijn dient een overeenkomst te worden afgesloten tussen de eigenaar of de
houder van de dieren en de politie waarin wordt bepaald op welke wijze de
eigenaar of houder de dieren in de voor het publiek toegankelijke plaatsen zal
onder controle houden en onder welke voorwaarden hij/zij terug in het bezit kan
komen van de dieren. Na ondertekening van deze overeenkomst kan de eigenaar
42
of houder terug over de dieren beschikken. De niet-naleving van de overeenkomst
wordt beschouwd als een inbreuk op dit artikel en kan aanleiding geven
tot een nieuwe onttrekking voor een termijn van maximaal zes maanden.
43
1.3.4 Harelbeke
1.3.4.1 Algemene informatie
Er is niet veel informatie betreffende honden en hondenpoep voor de inwoners.
Enkel een foldertje over de hondenpoepactie van maart 2006 is beschikbaar. Deze
folder werd opgestuurd naar alle inwoners en is nu nog te verkrijgen in het
stadhuis. In deze folder staan ook de locaties van alle (toen) bestaande
hondenpoepafvalbakken aangeduid, maar een echt plan is er niet. Er zijn plannen
om die wel op de website te plaatsen. In de infokrant (die jaarlijks uitgegeven
wordt) verschijnt af en toe ook een artikel over hondenpoep.
Hondentoiletten en losloopweides zijn er niet in Harelbeke. Vroeger waren er
enkele maar een aantal jaar geleden heeft het stadsbestuur beslist alle
hondentoiletten te verwijderen daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is
niet duidelijk. Misschien waren de toiletten niet proper genoeg of moesten de
hondenbaasjes te ver lopen? Vooral oudere mensen beseffen nog niet goed dat
kak in de bak moet. Het stadsbestuur installeerde ondertussen op meer dan twintig
verschillende plaatsen hondenpoepbakken met dispensers van ondenpoepzakjes.
Hiermee gepaard gaande werd in 1999 het politiereglement aangevuld met een
rubriek 'Dieren'.
Om de 3 maanden voert de politie actie betreffende een bepaald thema en vorig
jaar kwam de hondenpoepproblematiek nog eens aan bod. De politie ging de
straat op en sprak de hondeneigenaars aan. In 2006 is er ook een kleine
campagne gevoerd in samenwerking met de stedelijke milieuraad.
De onderhoudsdienst zorgt voor de wekelijkse lediging van de
hondenpoepafvalbakken en de inhoud wordt bij het restafval gegooid en tenslotte
verbrand. Cijfers over de jaarlijkse hoeveelheid hondenpoep die opgehaald worden
zijn jammer genoeg niet beschikbaar. Aan de hondenpoepafvalbakken zijn ook
gratis hondenpoepzakjes beschikbaar. Jammer genoeg profiteren veel mensen
hiervan en nemen er veel meer dan nodig vandaar dat er nu overal stickers
aangebracht werden. Deze poepzakjes zijn ook te koop op het stadhuis (€ 5 voor
200).
Harelbeke heeft ook problemen met sluikstorten (mensen dumpen hun huisvuil in
de hondenpoepafvalbakjes). Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het
44
tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende
hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd
en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden). De opening
verkleinen zodat enkel nog de hondenpoepzakjes erdoor kunnen zou hier
misschien een betere oplossing zijn.
Er worden geen acties ondernomen om de identificatie en registratie van de
honden na te gaan. Uit cijfers blijkt dan ook dat niet alle honden gechipt zijn
(Harelbeke telt 26 000 inwoners en 2 307 gechipte honden. Als we aannemen dat
ongeveer 10% een hond heeft, zouden 2 600 honden geïdentificeerd en
geregistreerd moeten zijn, wat hier niet het geval is ).
Enkel gevonden loslopende honden worden gecontroleerd op het al dan niet
hebben van een chip.
Er zijn geen echte probleemzones in Harelbeke. De meeste hondenpoep ligt niet
op het voetpad, maar wel op grasvelden, tussen de beplanting en in parken. Als er
een klacht binnen komt en het is geweten wie de dader is, wordt de wijkagent
gecontacteerd.
Wel gebeurt het soms dat een ganse straat aangeschreven wordt
(politiereglement, locatie hondenpoepafvalbakken, …). Er komen slechts 1-2
klachten per jaar binnen. Het is wel een thema dat in de milieuraad veel aan bod
komt. De mensen kunnen een klachtenfiche invullen in het stadhuis.
GAS-ambtenaren zijn er nog niet, maar de zoneverantwoordelijke van de
groendienst is wel gemachtigd om de hondeneigenaars aan te spreken over het al
dan niet bij hebben van een hondenpoepzakje.
De inwoners kunnen zelf een aanvraag indienen voor het al dan niet bijplaatsen
van een hondenpoepafvalbak. Eerst wordt nagegaan of er al dan niet al een
afvalbak in de buurt aanwezig is en vervolgens wordt eventueel overgegaan tot de
plaatsing ervan. Vooral bij pleintjes en langs wandelpaden staan de
hondenpoepafvalbakken opgesteld.
45
1.3.4.2 Verordeningen in het politiereglement
Het is de bezitters van dieren of diegenen aan wie de zorg over deze dieren werd
toevertrouwd verboden deze op de openbare weg te laten lopen zonder de nodige
voorzorgen te nemen om deze te beletten de veiligheid of het gemak van doorgang
te verstoren. Honden dienen binnen de bebouwde kom steeds aan de leiband te
worden gehouden. Bovendien is de toegang met honden verboden op alle al dan
niet omheinde speelpleinen en speelruimten.
Ronddolende en zonder meester aangetroffen dieren zullen door de politie worden
opgesloten. De eigenaars van de gevangen dieren - zo zij gekend zijn - zullen
hierover worden gewaarschuwd. Die dieren kunnen naar een aangepaste instelling
worden gebracht. Is het dier ziek, zwaar gewond of gevaarlijk, dan mag het worden
afgemaakt. De kosten zullen worden verhaald op de eigenaar/bezitter.
De eigenaars, bewakers of bewaarders moeten er zorg voor dragen dat hun
honden het openbaar domein en andermans privaat domein (ter vervanging van
huisdrempels, gevels, stoepen, openbare wegen en graspleinen) niet bevuilen met
hun uitwerpselen. De eigenaar of begeleider moet steeds in het bezit zijn van een
zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier. Het zakje moet op het
eerste verzoek van de bevoegde personen die toezicht houden op de uitvoering
van dit reglement kunnen worden getoond. De eigenaar of begeleider van honden
is verplicht altijd en overal de uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen
met behulp van een daartoe bestemd zakje. De eigenaar of begeleider kan daartoe
gebruik maken van zakjes die hij zelf aanschaft. Verder kan hij ook gebruik maken
van de zakjes die ter beschikking worden gesteld via de zakjesverdelers. Deze
zakjesverdelers zijn aangebracht aan de verschillende hondenpoepbakken die op
het openbaar domein voorzien zijn. De eigenaar of begeleider dient zelf in te staan
voor de verdere verwijdering van de hondenpoepzakjes. Ze kunnen enkel, stevig
dichtgeknoopt, worden gedeponeerd in de daartoe speciaal voorziene bakken.
Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor begeleiders van een
geleidehond.
De overtreders worden beboet, op dezelfde manier als sluikstorten van zeer klein
afval, met 13 euro per overtreding. In zitting van 25 januari 2007 werd het
algemeen politiereglement aangepast: begeleiders van honden zijn verplicht een
46
zakje voor het verwijderen van uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het
zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond.
Het is de bezitters van honden of diegenen aan wie de zorg over deze honden
werd toevertrouwd, verboden deze onbewaakt te laten rondlopen zowel op de
openbare wegen, als op andere plaatsen. Een hond wordt als onbewaakt
beschouwd wanneer hij niet bestendig onder controle is. Alle honden die niet aan
de leiband gehouden worden, moeten voorzien zijn van een halsband, met
vermelding van de naam en het adres van de eigenaar/bezitter.
Het is verboden met honden van het ras Pitbull Terriër op het grondgebied van
Harelbeke te komen, te verblijven of er dergelijke honden te houden. Het is ook
verboden honden op te hitsen om ze tegen mensen, andere honden of dieren te
doen vechten, ze te doen aanvallen, ze te vervolgen, bang of woest te maken.
47
1.3.5 Blankenberge
1.3.5.1 Algemene informatie
Blankenberge telt ongeveer 18 000 inwoners, maar in de zomermaanden wordt dit
aantal bijna met tien vermenigvuldigd door de vele toeristen die de stad komen
bezoeken. Afval is vanzelfsprekend een groot probleem, waar de
hondenpoepproblematiek deel van uit maakt.
Er zijn weinig folders, flyers, … beschikbaar voor de inwoners. In het
driemaandelijks magazine Info Blankenberge verschijnt af en toe een artikel
omtrent de hondenpoepproblematiek. Ook in de toeristische brochure over afval
worden regelmatig artikels gepubliceerd over hondenpoep (ook de inplanting van
alle hondenpoepbuizen), dan vooral gericht naar de toeristen want deze vormen de
grootste groep ‘te sensibiliseren personen’. Deze informatie kunnen de mensen
bekomen op de werkplaats van Openbare Reinheid (hier kunnen inwoners ook
terecht met vragen), VVV-kantoren en via de website.
In Blankenberge gebruikt
men hondenpoepbuizen
i.p.v. hondenpoepafvalbakken.
Dit zijn metalen buizen met
een diameter die iets kleiner
is dan een blikje zodat er
geen misbruik kan ontstaan
onder de vorm van sluikstorten
van huisafval.
De werknemers van Openbare
Reinheid staan in voor de
plaatsing, onderhoud en
reiniging van de hondenpoepbuizen.
Figuur 6: hondenpoepbuis in Blankenberge
48
Op de website is een kaart beschikbaar waarop alle afvalrecipiënten aangeduid
staan. De afvalbakken staan zo ingeplant dat er binnen een straal van 250 m een
afvalbak bereikbaar is. De hondenpoepbuizen worden dagelijks
geleegd.
Vooral tijdens de winter vormt hondenpoep een groter probleem: het is kouder en
de dagen zijn korter waardoor er minder sociale controle is, bovendien wandelen
de hondeneigenaars niet zo ver (vb. tot aan de volgende hondenpoepbuis).
De toestellen die instaan voor de reiniging van de voetpaden (en het opruimen van
de hondenpoep) werken niet bij vriesweer (werken op basis van water) en
bovendien ontstaat er bij gebruik tijdens vriesweer gevaar voor ijsvorming op het
voetpad.
In 1995-1996 voerde Blankenberge de “hondenpoepmotoren”
(idee komt van Parijs
overgewaaid) in voor de
opruiming van hondenpoep.
Tegenwoordig zijn de 2 motors
vervangen door quads.
Het grote nadeel van die motors
is dat er iemand beschikbaar
moet zijn met een motorrijbewijs.
Figuur 7: hondenpoepquad in Blankenberge
Bovendien zorgde de instabiliteit soms voor problemen wanneer deze volgeladen
was met hondenpoep.
Bestuurders van de hondenpoepmotor (of –quad) dienen handige chauffeurs te
zijn daar er met 1 hand dient gereden te worden (aangezien de andere hand het
toestel bedient). Deze motors (of quads) zijn uitgerust met een soort stofzuiger die
tezelfdertijd water op de drol spuit en hem vervolgens opzuigt.
49
Figuur 8: hondenlosloopweide in Blankenberge
Blankenberge telt 1 losloopweide (sinds 2008, gelegen in de Jan Van Puttelaan)
met enkele ‘hondenspeeltoestellen’ en waar verschillende poepbuizen opgesteld
staan.
Hier werden gratis hondenpoepzakjes verdeeld maar wegens het grote misbruik
werd dit initiatief stopgezet.
Vooral hondenliefhebbers maken intensief gebruik van deze weide, er is meer
sociale controle en de gebruikers respecteren
de reglementen (hondenpoep moet opgeruimd worden). Burgers dienen dan ook te
allen tijde een zakje bij te hebben om de hondenpoep mee op te ruimen.
Verspreid over het toeristisch centrum vind je elektronische infoborden. Daarop
worden evenementen, acties en wijzigingen in de afvalkalender meegedeeld.
Op dit moment telt Blankenberge nog 29 hondentoiletten, 63 poepbuizen, 66
afvalbakken en 36 groencontainers.
In de toeristische afvalgids staan de locaties van deze voorzieningen aangeduid.
Vroeger werd aan de hand van de hondenbelasting bepaald waar de meeste
honden te vinden waren. Aan de hand van die gegevens werden op de betreffende
plaatsen de meeste voorzieningen geplaatst. Sinds de hondenbelasting afgeschaft
is, worden de zwarte gaten in de voorzieningen opgevuld en nagegaan welke
voorzieningen op welke plaatsen nodig zijn. Ook de inwoners zelf kunnen een
aanvraag indienen (gebeurt ook heel vaak), waarna na een evaluatie eventueel
overgegaan wordt tot de plaatsing van een hondenpoepbuis.
50
De hondentoiletten worden dagelijks schoongemaakt door 2 ploegen en wekelijks
ontsmet (ontgeurd) met Capturine®. Hiervoor dragen de werkmannen gewone
werkkledij en handschoenen. Er worden ook statistieken bijgehouden van het
aantal drollen die opgehaald worden uit de hondenpoepbuizen en -toiletten. Aan
de hand van die gegevens wordt dan overwogen om op bepaalde plaatsen nog
hondenpoepbuizen bij te zetten.
Blankenberge telt nog geen GAS-ambtenaren, wel beëdigde ambtenaren (zeker
telkens 1/dag op pad). Deze ambtenaren achterhalen alle vormen van zwerfvuil en
trachten uit te zoeken wie de dader is. Hiervoor werken ze samen met de politie.
De ambtenaren stellen vast en de politie handelt af (316 gevallen in 2009).
Tijdens de zomer vinden ’s morgens en ’s avonds verscherpte controles plaats
(momenten waarop de honden meestal uitgelaten worden). Op de dijk worden
borden geplaatst met de vermelding dat honden niet toegelaten zijn op het strand
(van Pasen tot 1 september).
Vooral de preventiedienst staat in voor de sensibilisatie van de hondenbaasjes.
Indien de hondenpoep wel opgeruimd wordt, ontvangen de eigenaars een kleine
beloning (vb. hondenpoepzakjes of een sleutelhanger).
Acties omtrent de identificatie en registratie van honden worden niet gehouden ( uit
cijfers blijkt dat de meeste honden geregistreerd staan bij BVIRH, 2 424 honden
t.o.v. 18 175 inwoners).
De meeste klachten komen binnen via e-mail, brief, klachtenformulier of
telefonisch. Het aantal is sterk gedaald in vergelijking met vroeger (er komen ook
positieve e-mails binnen).
Sommige mensen zijn gevoeliger voor de hondenpoepproblematiek zoals de 2de
verblijvers (aan de jachthaven). Zij zijn hier op vakantie en verwachten dan ook om
op hun wenken bediend te worden. Vaak ruimen zij de hondenpoep bovendien
meestal zelf niet op! Ook toeristen zijn moeilijk te sensibiliseren aangezien ze
slechts gedurende een korte periode in Blankenberge verblijven.
Het laten opruimen van de hondenpoep brengt soms een tweestrijd teweeg. Aan
de ene kant kan je de drol pas opruimen als hij er effectief ligt. Aan de andere kant
geef je onbewust het signaal dat de eigenaar het niet moet doen want het wordt
door Stad gedaan.
51
Ook is er een groot verschil tussen de aanwezigheid en de beleving van afval! Vb.:
de Kerkstraat is een donkere, smalle straat en hoe weinig afval er ook ligt, de
mensen zijn heel vlug geneigd te zeggen dat het daar vuil is.
1.3.5.2 Dagje mee met de hondenpoepbrigade
De hondentoiletten worden 7 dagen op 7 schoongemaakt, wekelijks ontgeurd met
Capturine®, maandelijks gefreesd (om te voorkomen dat de grond te hard
aangestampt raakt) en jaarlijks ververst (dolomiet). Blankenberge wil in de
toekomst het aantal hondentoiletten afbouwen en vervangen door
hondenpoepbuizen (vooral in het centrum).
Honden mogen niet los lopen op het strand tijdens de periode van Pasen tot
september.
De stad telt op dit moment 69 hondenpoepbuizen. Deze buizen hebben een
kleinere diameter dan die van blikjes om sluikstorten te voorkomen maar Aquarius
flesjes kunnen er jammer genoeg wel in. Deze buizen werden ontworpen door een
architect en voor het eerst in Blankenberge in gebruik genomen.
De hondenpoepquad wordt
gebruikt om poep op straat op te
ruimen, evenals de gluton die
vooral ingezet wordt om het
zwerfvuil aan te pakken.
Figuur 9: glutton in Blankenberge
Beëdigde ambtenaren zijn een grote hulp in de strijd tegen hondenpoep.
Zij zijn bevoegd om retributies uit te schrijven (€ 62) en focussen zich vooral op
preventie.
52
Er rijzen plannen om over de ganse kustlijn dezelfde afvalbakken en dispensers te
plaatsen. Momenteel lopen er onderhandelingen over de aankoop van een
geschikt type.
In Blankenberge vormen vooral de toeristen een grote probleemgroep. Daarom is
preventie vooral op deze doelgroep gericht (maar ook het moeilijkste te bereiken).
4x per jaar wordt de toeristische afvalgids in verhuurappartementen verdeeld.
Tijdens de schoonmaak van de hondentoiletten en de hondenpoepbuizen wordt
een schatting gemaakt van het aantal drollen en bijgehouden op een lijst (zie
bijlage 2 en bijlage 3). Op basis van die gegevens wordt nagegaan of een bepaald
hondentoilet veel of weinig gebruikt wordt en zo eventueel overgegaan tot het al
dan niet verwijderen ervan. Wanneer dit gebeurt, komt er een hondenpoepbuis in
de plaats. Indien er telkens veel hondendrollen liggen wordt die bepaalde
hondentoilet 2x per dag gereinigd.
Blankenberge telt verschillende diensten:
- technische dienst (is verantwoordelijk voor het onderhoud van de
hondentoiletten en hondenpoepbuizen);
- plantsoendienst;
- elektriciens;
- schilder;
- loodgieters;
- schrijnwerker
Figuur 10: hondentoilet in Blankenberge
De hondentoiletten zijn omheind met klimop of struiken. Dit zorgt voor een mooier
straatbeeld, meer privacy voor eigenaar en hond en gaat de geurhinder tegen.
53
Voor elk toilet wordt een nieuwe vuilniszak gebruikt. Deze zakken worden in de
container gedeponeerd en vervolgens naar de verbrandingsoven van Brugge
gebracht. In de toiletten is vaak kattenbakvulling te vinden, wat hier natuurlijk niet
in thuis hoort.
Figuur 11: ‘de hondenpoepbrigade’
De hondenpoepbuizen worden ook dagelijks geleegd (en de kakjes geteld),
gereinigd met Capturine® en eventueel uitgespoten met een hogedrukreiniger.
Er is een aparte wagen en ploeg voor het reinigen van de hondentoiletten en de
hondenpoepbuizen.
De maandag zijn er opvallend meer drollen te vinden in de hondentoiletten. Dit
omdat de reinigingsdienst tijdens het weekend slechts tot 12 u werkt en er dus
geen tijd is om de drukst bezochte hondentoiletten 2x te reinigen (tijdens de week
gebeurt dit wel).
De hondenpoepbuizen zijn nu al een 5-6 jaar in gebruik en de stad is er heel
tevreden over.
54
1.3.6 Ieper
1.3.6.1 Algemene informatie
Voor de inwoners zijn er geen brochures en folders over hondenpoep beschikbaar.
Wel een brochure betreffende sterilisatie en castratie van katten.
Een centraal info punt waar de huisdiereigenaars met hun vragen terecht kunnen
is er dusdanig niet maar er is wel de mogelijkheid tot het stellen van vragen via de
milieudienst en het dierenasiel.
Om de 2 jaar verschijnt een artikel in de afvalkrant over hondenpoep. Meestal gaat
het om een kleine campagne. De laatste campagne was: ‘Propere hondenbaasjes’,
waarvoor de politie haar medewerking verleende. Indien de hondenbaas de poep
van zijn geliefde viervoeter opruimde, ontving het baasje een kleine attentie.
De stad Ieper telt 6 hondentoiletten die wekelijks schoongemaakt worden (zowel
winter als zomer). In de binnenstad gebeurt dit door Ieperrein5 en in de
deelgemeenten door de groendienst. Specifieke controles i.v.m. de contaminatie
van het leefmilieu gebeuren niet, wel visuele controles door de groendienst. De
dolomietbodem wordt opgeharkt en gedesinfecteerd (ontgeurd) met Capturine®.
De hondendrollen die opgehaald worden uit de hondentoiletten worden via het
restafval verwijderd (verbrand). Exacte cijfers over het aantal hondendrollen dat
opgehaald wordt zijn niet beschikbaar.
De hondentoiletten zijn afgebakend met houten palen. Een plan met de inplanting
van de hondentoiletten is te vinden in het tijdschrift Wegwijs. Hondenweides zijn er
niet te vinden. Er wordt wel overwogen om er eventueel een in te richten op de
Esplanade.
De voorstellen voor het al dan niet plaatsen van een hondentoilet/-
weide/hondenpoepafvalbak komen vanuit de dienst en worden niet weerhouden
indien er geen garantie is op gebruik ervan.
Het Astridpark is een probleemgebied maar dan voornamelijk naar de hoveniers
toe. De meeste hondenpoep is vooral te vinden in het gras en tussen de struiken.
Ook op de vesten lopen vele honden los en daarmee gepaard gaande is er ook
meer hinder van niet-opgeruimde hondenpoep. De vestingwachter (zie bijlage 8)
5 Ieperrein: schoonmaakbedrijf gevestigd in Brugge
55
spreekt de baasjes die de hondenpoep niet opruimen wel aan.
De stad beschikt niet over een “hondenpoepmotor” of iets dergelijks.
Echt grote campagnes zijn er nog niet gehouden in Ieper. Wel wordt occasioneel
via wijkwerking de hondenpoepproblematiek aangepakt. Zo werd al een brief
rondgestuurd (naar de bewoners van een bepaalde wijk) met alle nodige informatie
over honden(poep).
Het restafval wordt bij ophaling gewogen en afgerekend. De inwoners hebben een
container met chip en betalen € 0,17/kg. Sommige inwoners werken nog met de
klassieke vuilniszakken; deze worden niet gewogen.
Er is geen verschil in het aantal en soort klachten die binnenkomen in vergelijking
met vroeger. De meeste klachten hebben te maken met hinder door hondenpoep
en vuile voetpaden en komen binnen via de milieudienst, de groendienst en de
politie (stadswachten als aanspreekpunt) binnen.
1.3.6.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 4.6.2
In de openbare parken en wandelpaden is het verboden honden te laten loslopen
of deze met de leiband op de aanplantingen te leiden en er schade aan te richten.
Honden, zelfs aan de leiband gehouden, worden niet toegelaten op de
speelpleinen en in andere openbare ruimten ingericht of bestemd om er kinderen
te laten spelen.
Artikel 4.7.1
De bossen, eigendom van een openbaar bestuur, die voor het publiek opengesteld
worden, zullen het gehele jaar van zonsopgang tot zonsondergang uitsluitend en
alleen voor voetgangers toegankelijk zijn.
Tussen zonsondergang en zonsopgang is het de bezoekers verboden in het bos te
verblijven. Honden moeten aan de leiband gehouden worden.
56
Artikel 7.2.1
De honden moeten steeds aan een leiband gehouden worden op de openbare
weg, in openbare plaatsen en in de parken voor zover het bebouwde kommen
betreffen.
De honden moeten tevens een halsband dragen waaraan de medaille is bevestigd
die uitgereikt wordt bij de betaling van de provinciale belasting.
Artikel 7.2.2
Kwaadaardige honden moeten bovendien een stevige muilband dragen.
Artikel 7.2.3
Dwalende of verloren honden, die gevangen worden, zullen in het stedelijk
schuthok opgesloten worden indien hun eigenaar niet gekend is. Indien ze drager
zijn van een halsband waarop het adres van de eigenaar voorkomt, zal de politie
de eigenaar verwittigen, die zal gehouden zijn de hond binnen de veertien dagen
weg te halen en de kosten van onderhoud te betalen.
Geeft de eigenaar geen gevolg aan deze verwittiging binnen de gestelde termijn,
dan zal dit verondersteld worden, dat de eigenaar afstand doet van zijn dier.
Honden die geen eigenaar meer hebben en die geruime tijd in het schuthok
verblijven zonder dat een derde, buiten de dienst van de dierenbescherming, zich
erom bekommert, zullen door een veearts mogen afgemaakt worden.
Artikel 7.2.4
In de bebouwde kommen, de woonwijken en in de aaneen gebouwde huizen, zijn
de houders van honden verplicht te zorgen dat hun dieren, zonder de wil van hun
eigenaar, niet op de openbare weg kunnen komen of in de aanhorigheden en
tuinen van de buren.
Artikel 7.2.5
De eigenaars of bewakers van honden, moeten ervoor zorgen dat hun honden de
drempels, de voetpaden en de gevels niet bevuilen met hun uitwerpselen. In
voorkomend geval zijn zij ertoe gehouden de uitwerpselen zelf te verwijderen en de
plaats te reinigen.
57
Artikel 7.2.6
Het is verboden met honden van het ras Pit Bull Terriër (of Amerikaanse
Staffordshire-Terriër) op het grondgebied van de gemeente Ieper te komen, te
verblijven of er dergelijke honden te houden.
58
1.3.7 Brugge
1.3.7.1 Algemene informatie
In Brugge bestaan er flyers en raamaffiches over honden en hondenpoep en het
stadsbestuur is volop bezig met het ontwerp van een nieuwe mascotte voor de
hondenpoepproblematiek. In het voorjaar van 2011 zou deze gelanceerd worden.
Informatie over honden en hondenpoep kunnen de inwoners bekomen aan de
infobalie (waar ook allerhande info omtrent de stad kan verkregen worden) en bij
de Dienst Leefmilieu. Er zijn geen informatiekiosken in de stad. Er zijn enkel
affiches beschikbaar die meegegeven worden met de personen die een klacht
indienen.
De gemeenschapswachten spelen een belangrijke rol in de strijd tegen
hondenpoep. Geregeld worden acties gehouden om het hondenpoepprobleem in
de stad aan te pakken.
Een dergelijke campagne bestaat uit 4 fases: gedurende de 1ste fase worden
mobiele borden geplaatst op plaatsen waar er veel hondenpoepoverlast is,
gedurende de 2de en 3de fase spreken de gemeenschapswachten mensen aan en
rapporteren ze en in de laatste fase stelt de politie zich verdekt op om overtreders
op heterdaad te betrappen.
Tot op heden bestaat er nog geen centraal info punt waar zowel honden- als niet-
hondeneigenaars terecht kunnen met vragen maar er zijn plannen om een e-loket
op te richten waar mensen via e-mail hun vraag kunnen stellen. Sinds juni 2009 is
er wel een meldpunt; dit is een soort digitale klachtenfiche die via de algemene
website gedownload kan worden en waarop inwoners hun klacht/vraag kwijt
kunnen. Deze meldingen komen binnen bij de dienst informatica die de
vraag/klacht dan doorstuurt naar de betreffende dienst.
Een hondenpretpark is er ook niet.
Op basis van de overlast (ervaren en aangegeven door de inwoners of
wijkagenten) wordt overgegaan tot het al dan niet plaatsen/verwijderen van een
hondentoilet/hondenpoepbak/hondenloopweide.
59
Er zijn 30 sensibilisatieborden over hondenpoep beschikbaar die op vraag van de
inwoners geplaatst kunnen worden waaronder 8 vaste op 4 vaste locaties
(Kolenkaai, Zeebrechtspark, Edgar Desmedt plantsoen en de Rederskaai) en 22
mobiele (waarvan er nog slechts 12 overblijven ten gevolge van diefstal).
De stad telt 4 hondentoiletten (Sint-Amandsplein, Baliestraat, Annuntiatenstraat en
de Watervlietstraat) en 1 hondenloopweide (Gulden Kamer).
Frederik Geers is verantwoordelijk (Dienst Leefmilieu) voor de hygiëne en reiniging
van de hondentoiletten en hondenpoepafvalbakken. De hondentoiletten worden
dagelijks met uitzondering van het weekend schoongemaakt. De plaspaal wordt
wekelijks besprenkeld met FrescureExtract®. De stadswerklieden dragen hierbij
gewone stadswerkkledij en –handschoenen.
Vooral tijdens de vakanties onderneemt de stad maatregelen gericht naar toeristen
(want deze groep vormt het grootste probleem) om het hondenpoepprobleem aan
te pakken. In Zeebrugge worden hondenpoepzakjes uitgedeeld en ontvangen de
eigenaars die de hondenpoep opruimen hondensnoepjes als beloning.
Er is geen hondenpoepmotor beschikbaar en er worden geen acties betreffende de
identificatie en registratie van honden georganiseerd.
1.3.7.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 1
Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare wegen, op het
openbaar domein, in de duinen, op de zeedijk, op de begraafplaatsen en op het
strand in de zone waar en in de perioden wanneer honden er toegelaten zijn.
Artikel 2
Het is de eigenaars of begeleiders van honden die agressief of geneigd zijn te
bijten, verboden met deze dieren op de openbare weg, het openbaar domein, de
duinen, de zeedijk, de begraafplaatsen, het strand op de plaatsen waar en in de
perioden wanneer honden er toegelaten zijn of in de voor het publiek toegankelijke
plaatsen te komen, indien deze honden niet voorzien zijn van een muilband.
60
Artikel 3
Met uitzondering van blinden of andere gehandicapten met hun geleidehond is de
toegang met honden verboden tot:
- de stedelijke zwembaden;
- de speelpleinen;
- de sportvelden en sporthallen;
- het strand en de zee tijdens de periode vanaf 15 maart tot en met 30
september op het gedeelte ten noordoosten begrensd door de havendam
en ten zuidwesten door de terminus van de zeedijk.
Artikel 4
De eigenaars of begeleiders van honden moeten er voor zorgen dat hun hond(en),
de openbare wegen, het openbaar domein, de duinen, de zeedijk, het strand, de
parken, de plantsoenen, de trottoirs, de wandelwegen en de private eigendommen
niet bevuilen met hun uitwerpselen.
Op al deze vermelde plaatsen moeten de eigenaars of begeleiders steeds in het
bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier.
Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden of andere
gehandicapten met geleidehond.
Het zakje moet een minimum afmeting van 20 cm op 30 cm hebben en moet
dichtgeknoopt kunnen worden.
Het zakje moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden.
De eigenaars of begeleiders van honden zijn verplicht op al deze plaatsen de
uitwerpselen van de hond onmiddellijk te verwijderen met behulp van het daartoe
bestemde zakje.
De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting de
bepalingen betreffende het rein houden van de stad na te leven.
Artikel 5
Het verbod van toegang met honden wordt kenbaar gemaakt door middel van
een rond bord in witte kleur met rode rand en zwart symbool.
61
Artikel 7
Voor zover door wetten en algemene of provinciale reglementen of besluiten die
op dit vlak bestaan geen andere straffen voorzien zijn, worden de inbreuken op
deze verordening bestraft met een gevangenisstraf van één tot zeven dagen en
met een geldboete van één tot vijfentwintig frank of met één van deze straffen
alleen.
62
1.3.8 Roeselare
1.3.8.1 Algemene informatie
Inwoners kunnen informatie over honden en hondenpoep bekomen bij de
Milieudienst en de Stedelijke Werkplaatsen.
De Stad beschikt over een flyer om de mensen te sensibiliseren over hondenpoep
alsook banners om de mensen aan te sporen de hondenpoep op te ruimen.
Op de Milieudienst zijn ook affiches te verkrijgen en uniek in vermoedelijk gans
Vlaanderen “hondenpoepvlagjes” (kleine vlagjes met de afbeelding van een hond
die zijn behoefte doet met een streep erdoor die men bij overlast van hondenpoep
in de drol kan aanbrengen. Op die manier wordt de hondendrol visueel extra
benadrukt en wordt de overtreder ermee geconfronteerd.).
Via de website is er een meldpunt dieren, waar inwoners zeker terecht kunnen met
hun vragen betreffende honden (wat tot nu toe het meest gebeurt).
Met klachten kunnen ze op de Milieudienst, bij de Stedelijke Werkplaatsen, het
sociaal huis Wel-Wel, de wijkwerking, de klachtenmelding op de website van de
stad of via het info punt terecht.
De meeste klachten gaan over hondenpoep in de winkelstraten en op de stoep en
komen vooral ’s middags en ’s avonds binnen; dit zijn de momenten waarop de
meeste mensen hun hond uitlaten. Voornamelijk ’s avonds laat wanneer de hond
nog een laatste keer wordt uitgelaten. De sociale controle is dan veel minder en zo
wordt er dan ook minder hondenpoep opgeruimd.
Het aantal klachten is verminderd ten opzichte van vroeger, vermoedelijk omdat er
zoveel aandacht aan deze problematiek besteed wordt en er zoveel acties
ondernomen worden.
De meeste klachten over hondenpoep zijn afkomstig van een ouder publiek, maar
het is niet eenvoudig om hier zicht op te krijgen.
Verspreid over de stad staan elektrische infoborden waarop boodschappen en
campagnes over o.a. hondenpoep kunnen meegedeeld worden.
Roeselare beschikt noch over een hondenlosloopweide noch over hondentoiletten
daar het stadsbestuur deze toiletten niet proper en onhygiënisch acht. Bovendien
brengen hondentoiletten meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en
reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast.
63
Alle hondeneigenaars dienen altijd een hondenpoepzakje bij zich te hebben, de
hondenpoep zelf op te ruimen en in de gemeentelijke afvalbakken te gooien. Er
worden geen speciale hondenpoepafvalbakken voorzien daar de gewone
afvalbakken op regelmatige tijdstippen geleegd worden.
Er werden al verscheidene sensibilisatiecampagnes gehouden betreffende
hondenpoep zoals het uitdelen van flyers, het ophangen van banners, het
publiceren van persartikels in het info blad en een speciale editie van de
zwerfvuilopkuisdag6, volledig gewijd aan de hondenpoepproblematiek.
Wanneer mensen betrapt worden door een GAS-ambtenaar bij het niet opruimen
van hondenpoep riskeren ze een administratieve geldboete van € 60.
Stad Roeselare beschikt niet over een hondenpoepmotor.
Echte probleemgebieden zijn er niet. Wel wordt er meer hondenpoep
waargenomen in de groenzones en plaatsen waar er minder bebouwing is (langs
lange muren, …).
Acties betreffende de identificatie en registratie van honden worden niet
georganiseerd.
1.3.8.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 2.2.1.2
a) Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en
op het openbaar domein van de stad, zowel binnen als buiten de
bebouwde kom. Het College van Burgemeester en Schepenen kan
afwijkingen voorzien voor plaatsen waar dit verbod niet geldt;
b) de eigenaars of houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat hun
dieren de parken en plantsoenen, huisdrempels en gevels, straten en
6 De jaarlijkse grote zwerfvuilopkuisactie, die i.s.m. met scholen, particulieren, verenigingen, wijkcomités
en bedrijven doorgaat, is vooral een sensibiliserende en symbolische actie om de burger dichter te
betrekken bij het beleid van de stad en de burgerzin van omwonenden en gebruikers aan te scherpen
ten behoeve van de strijd tegen het zwerfvuil.
64
trottoirs, wandelwegen en sportvelden, gelegen binnen de bebouwde kom,
niet bevuilen met hun uitwerpselen;
c) de begeleiders, met uitzondering van de blinden en rolstoelgebruikers,
moeten steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de
uitwerpselen van hun dier. De gebruikte zakjes betreffen enerzijds de
hiervoor in de handel te koop aangeboden zakjes en anderzijds plastiek
zakjes die een minimum afmeting van 20 cm op 20 cm hebben zodat ze
dichtgeknoopt kunnen worden. Het zakje moet, op eerste verzoek van de
politie, vertoond worden. De begeleiders van de honden, met uitzondering
van de blinden en rolstoelgebruikers, moeten de uitwerpselen van hun
hond onmiddellijk verwijderen met het zakje;
d) de bepalingen van punten c en d ontslaan de aangelanden niet van hun
verplichting betreffende reiniging.
65
1.3.9 Tongeren
1.3.9.1 Algemene informatie
In de jaren ‘90 werden er in de gemeente 3 hondentoiletten aangelegd. Hiervan is
er al één opgedoekt. De resterende hondentoiletten zullen op termijn ook
verwijderd worden. De reden hiervoor is dat ze weinig gebruikt worden en het
stadsbestuur ze onhygiënisch acht.
De toiletten worden elke dag door de technische dienst van de stad
schoongemaakt.
Vanaf juni dit jaar werd de nieuwe hondenloopweide in gebruik genomen. Deze
bevindt zich op een stuk grond die gehuurd wordt van een particulier. Locatie:
Oude Blaarstraat, dicht bij het centrum aan de ingang van het natuurgebied de
Kevie. Er werd een toegangspoort, 3 zitbanken uit gerecycleerd materiaal en een
hondenpoepafvalbak voorzien. Ook hier geldt de opruimplicht. De technische
dienst staat in voor het ledigen van de hondenpoepafvalbakken en een plaatselijke
aannemer is verantwoordelijk voor het onderhoud van de loopweide.
Er zijn geen cijfers beschikbaar van de opgehaalde hoeveelheid hondenpoep.
De stad Tongeren heeft een overeenkomst met het dierenasiel Sint-Truiden die
een permanente dienst van 24 op 24 uur heeft waarbij alle loslopende honden en
katten (na telefonisch contact met de politie) door hen worden opgehaald.
Er werden in het verleden regelmatig klachten in verband met hondenpoep bij de
milieudienst gemeld (vooral overlast in het centrum). Tegenwoordig gebeurt dit nog
sporadisch.
In 2009 was er een actie in samenwerking met Bayer waarbij 6 000 potjes met
hondenpoepzakjes (de Doggybag) werden verspreid onder de Tongerse bevolking
via de dierenartsen, de apothekers, het administratief centrum "Praetorium" en de
politie.
Jaarlijks houdt de politie ook in het voor- en in het najaar een grote
hondenpoepactie. Lokale politieagenten (in burger) voeren dan gedurende één
maand controles uit op het gebruik van de hondenpoepzakjes.
Ook via het GAS (gemeentelijke administratieve sancties) wordt het
hondenpoepprobleem aangepakt en PV’s opgesteld.
66
In de woonwijken Paspoel, Nieuw-Tongeren en De Locht kan men gratis gebruik
maken van dispensers van hondenpoepzakjes met bijhorende
hondenpoepafvalbak.
Op deze manier kunnen in deze sociale woonwijken, waar ten gevolge van de
flatgebouwen veel mensen (en honden) op een kleine oppervlakte samenleven,
stoepen, speelpleintjes en plantsoenen rein gehouden worden.
De (volle) hondenpoepzakjes mogen gedeponeerd worden in de stadsvuilbakjes of
de speciaal hiervoor voorziene hondenpoepafvalbakken (sociale wijken).
De gemeente kan de kosten voor het opruimen van de hondenpoep verhalen op
de hondeneigenaar via het belasting reglement op het opruimen van sluikstorten.
Er zijn geen cijfers over de hoeveelheid hondenpoep die uit de hondentoiletten
opgehaald wordt beschikbaar.
1.3.9.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 49
De eigenaar of begeleider, die zich met een hond op de openbare weg of
openbare ruimte bevindt, is verplicht steeds in het bezit te zijn van voldoende
zakjes om de uitwerpselen in te bergen.
Het zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen moet op het eerste verzoek
van de politie getoond worden.
Het is de eigenaar of begeleider van een hond verboden het dier zich op de
openbare weg of op aanpalende terreinen, van zijn uitwerpselen te laten ontdoen.
Indien de hond zich toch op deze plaatsen ontlast, is de eigenaar of begeleider
verplicht de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen, in welk geval de overtreding
niet sanctioneer baar is.
Wanneer de eigenaar of begeleider van de hond weigert de uitwerpselen op te
ruimen, mag de bevoegde ambtenaar de nodige maatregelen nemen om de
uitwerpselen te laten opruimen op kosten en risico van de eigenaar of de
begeleider.
Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of
andere personen met een handicap die zelf fysisch niet in staat zijn om de
uitwerpselen te verwijderen
67
1.3.10 De Panne
1.3.10.1 Algemene informatie
Het stadsbestuur beschikt over de folder “Mijn baasje schept op” en het boekje
“Zeg me waar en wanneer”. Beide bevatten algemene informatie over honden en
hondenpoep zoals een opsomming van de zones waar honden los mogen lopen
en de hondenpoepcampagne van 2009. De folder is opgemaakt in 3 talen
(Nederland, Engels en Frans) zodat ook anderstalige toeristen aangesproken
worden.
Deze informatie kunnen de bewoners verkrijgen aan de infobalie van het stadhuis
en via de website.
Een centraal infopunt bestaat er niet echt maar zowel honden-als niet-
hondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht bij de milieudienst van de Stad
(via het e-loket, telefoon of fax).
De Panne beschikt niet over informatiekiosken maar doorheen de stad staan
ruiters opgesteld met informatie over de grote hondenpoepcampagne van 2009.
Een hondenpretpark is er ook niet te vinden.
De Panne werkt, net zoals Blankenberge, sinds enkele jaren met
hondenpoepbuizen. Tegenwoordig beschikt De Panne al over 33
hondenpoepbuizen en 25 hondentoiletten. Er werden bij wijze van pilootproject 3
hondenpoepbuizen geïnstalleerd en grondig geëvalueerd (worden ze effectief
alleen voor hondenpoep gebruikt) alvorens overgegaan werd tot de installatie van
meerdere. Hiervoor vertrok men van het in kaart brengen van alle afvalbakken in
stad. Op basis van deze gegevens werden de zwarte gaten in de voorzieningen
opgevuld en nagegaan op welke plaatsen hondenpoepbuizen nodig waren.
De plaatsing/verwijdering van een hondenpoepbuis/hondentoilet gebeurt in overleg
met de reinigingsdienst, de milieuraad en de inwoners. Zo staan de
hondentoiletten op strategische plaatsen geïnstalleerd (zoals langs wandelwegen
en pleintjes).
De reinigingsdienst is verantwoordelijk voor het schoonmaken van de
hondentoiletten en de hondenpoepbuizen. Deze worden gedurende het seizoen
(lente, zomer) dagelijks schoon gemaakt, behalve tijdens het weekend. Gedurende
de winterperiode gebeurt dit minder frequent (enkel als ze vol zijn). De
hondentoiletten worden wekelijks ontgeurd met Capturine®. De reinigingsdienst
68
draagt hiervoor, met uitzondering van handschoenen, geen speciale kledij.
Er zijn geen cijfers over de hoeveelheid hondenpoep die jaarlijks uit de
hondentoiletten opgehaald wordt beschikbaar.
Het stadsbestuur ondervindt tijdens de zomer niet meer hinder van hondenpoep
achtergelaten door honden van toeristen. Dit in tegenstelling tot Blankenberge
waar de hondenpoepoverlast wel enorm toeneemt tijdens de zomermaanden.
Net zoals in de meeste gecontacteerde steden zorgt hondenpoep voor een grotere
overlast tijdens de winter, dit wegens de verminderde sociale controle.
Het stadsbestuur heeft de overlast van hondenpoep op straat onder controle maar
op de onverharde wegen naar het strand en in de plantsoenen is wel nog steeds
veel hondenpoep te vinden.
Het stadsbestuur heeft al verschillende acties ondernomen om de
hondenpoepproblematiek aan te pakken waaronder de grote hondencampagne in
2009. Het startschot van deze campagne werd gegeven met een
theatervoorstelling en een hondendag (met allerlei activiteiten met en voor honden
zodat honden ook eens op een positieve manier in de belangstelling kwamen te
staan). Voor deze campagne werd een folder met een eenvoudig campagnebeeld
ontworpen door een ontwerpbureau van De Panne. Het stadsbestuur wilde dit
campagnebeeld (zie bijlage), nl. dat de boete voor het niet opruimen van de
hondenpoep € 250 bedraagt, in het straatbeeld brengen. Oorspronkelijk was deze
campagne sensibiliserend bedoeld maar deze aanpak bleek niet te werken
vandaar dat de boete verhoogd werd tot € 250 (om zo ook een schrikeffect te
bekomen). Deze maatregel werkt want sindsdien komt er veel minder overlast door
hondenpoep voor. De campagne werkte wel met een mascotte maar had, in
tegenstelling tot de steden Oostende en Hasselt, geen naam.
In mei 2009 werden verschillende GAS-ambtenaren in dienst genomen. Dankzij de
invoering van GAS werd het gemakkelijker om sluikstorten aan te pakken, maar
sluikstorten door hondenpoep blijft moeilijk vast te stellen. Deze GAS-ambtenaren
zijn ook gemachtigd om hondenbaasjes aan te spreken op het al dan niet
bijhebben van hondenpoepzakjes. Indien dit niet het geval is, kan de persoon in
kwestie een boete krijgen (startend vanaf € 25, afhankelijk van herhaling).
GAS-ambtenaren gaan elke dag de baan op om hondenbaasjes op heterdaad te
betrappen, soms zelfs vóór en na de kantooruren. Deze acties verloren na verloop
69
van tijd hun effect daar de GAS-ambtenaren herkend werden. Hierdoor rijzen er
plannen om ook de personen van de reinigings- en groendienst de GAS-
bevoegdheid te geven (aanstelling door de gemeente en een vijfdaagse opleiding).
De inwoners nemen soms ook zelf initiatief in de strijd tegen hondenpoep. Zo was
er een bepaalde wijk, grenzend aan een natuurgebied, waar veel overlast door
hondenpoep was. Als reactie hierop plaatsten de inwoners bordjes met zelf
geschreven poëzie.
Een ander initiatief bestond erin dat een inwoner op eigen houtje hondenpoep ging
opruimen. Deze actie zorgde soms voor wrevel tussen bepaalde inwoners
waardoor het stadsbestuur besloten heeft om in de toekomst geen
eenpersoonsinitiatieven meer te steunen.
Het stadsbestuur werkt ook met een soort “kliklijn”. Wie veel hinder van
hondenpoep ondervindt op een bepaalde plaats, kan een telefoontje doen naar de
milieudienst. Hierna wordt deze plaats grondig gereinigd (eventueel ook
frequenter) en veel ruiters met het campagnebeeld (hoge boetes voor het niet
opruimen van hondenpoep) geplaatst. De GAS-ambtenaren worden hier ook van
op de hoogte gebracht zodat ze een oogje in het zeil kunnen houden. Tenslotte
wordt er ook gecommuniceerd naar de beller. Door deze aanpak kom je in een
positieve spiraal terecht en tonen de inwoners ook meer begrip voor de situatie als
ze merken dat hun oproep effectief gevolg krijgt.
Het stadsbestuur gebruikt dezelfde signalisatieborden omtrent honden en
hondenpoep als in Gent. Deze acht De Panne echter niet echt duidelijk vandaar
dat in 2011 nieuwe signalisatieborden op het strand geplaatst zullen worden. Het
zullen “dubbele borden” zijn (2 borden boven elkaar die gewisseld kunnen worden)
met onderaan een bordje voorzien voor de data (waarop die borden van
toepassing zijn). Bovendien zal de hoofdredder (die ook GAS bevoegdheid heeft)
van half juni tot half september sensibiliserend op het strand optreden. Dit houdt in
dat hij hondeneigenaren die zich met hun hond gedurende die periode op het
strand begeven hierop zal aanspreken.
De Panne beschikt niet over een hondenpoepmotor, wel over een Glutton (die ook
ingezet wordt om ander zwerfvuil op te ruimen).
70
Echte probleemgebieden zijn er niet. Overlast door hondenpoep in het centrum valt
goed mee (mede dankzij de grotere sociale controle). Op de onverharde wegen
naar het strand, midden in verkaveling komt hondenpoep nog redelijk veel voor.
Het stadsbestuur organiseert geen acties i.v.m. de identificatie en registratie van
honden.
Vroeger kwamen heel veel klachten over hondenpoep binnen maar sinds de
campagne van 2009 is dit sterk gedaald. Een duidelijk teken dat de genomen
maatregelen werken! Vroeger waren er enkele hardleerse baasjes die weigerden
de hondenpoep van hun geliefde viervoeter op te ruimen maar dankzij de hoge
boetes (€ 250) leren zij stilaan hun lesje. Doordat het al heel moeilijk is om
overtreders op heterdaad te betrappen, laat staan 3x, heeft het stadsbestuur
besloten zo’n hoge boetes uit te schrijven bij de eerste overtreding. Op die manier
worden de overtreders afgeschrikt en aangespoord om de hondenpoep op te
ruimen.
Klachten over hondenpoep komen vooral tijdens de winter, ’s avonds en ’s
morgens vroeg binnen en zijn afkomstig van zowel inwoners, tweede verblijvers als
toeristen. Om aan dit probleem het hoofd te bieden werden GAS-ambtenaren
“undercover” op de betreffende plaats ingezet (vb. in het park, in de auto). Het
grote nadeel hiervan was dat de GAS-ambtenaren zeer vlug herkend werden en
de mogelijke overtreders dus niet op heterdaad betrapt konden worden.
De meest voorkomende problemen i.v.m. huisdieren in het algemeen hebben
betrekking op honden die in de auto achter blijven, blaffende honden op
appartementen, honden die aan de leiband buiten aan een appartementsblok
vastgebonden blijven en het houden van exotische dieren zonder vergunning.
1.3.10.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 42
Het is verboden honden te laten rondzwerven op de openbare wegen en plaatsen
op het ganse grondgebied van de Gemeente.
71
Artikel 43
Honden dienen steeds aan de leiband te worden gehouden en dit op het ganse
grondgebied van de Gemeente.
Artikel 44: De toegang met honden is verboden
a) Tot de begraafplaatsen, met uitzondering van de blinden of andere
gehandicapten met hun geleidehond;
b) het gemeentelijk zwembad;
c) het strand tussen Canadezenplein en het Monument van Leopold I behalve
op de strandterrassen van de etablissementen die langs de Zeedijk
gevestigd zijn en binnen de geconcessioneerde stranduitbatingen,
onverminderd de bepalingen van art. 43, en dit voor zover de
aanwezigheid van honden door de terraseigenaar of concessionaris wordt
gedoogd. In dit geval nemen laatstgenoemden de taak op zich hun gebied
constant rein te houden. De machtiging tot het toelaten van honden kan
ten allen tijde door de burgemeester worden ingetrokken indien de
verplichting tot reiniging niet wordt nageleefd;
d) op het Jeanne D'Arcplein.
Artikel 45: Honden op het strand
In afwijking van de bepalingen in art. 43 is het toegelaten de honden zonder
leiband te laten lopen op het strand ten westen van het Bortierplein in de periode
30 september tot 1 juni.
In afwijking van de bepalingen in Art. 44c is het toegelaten op het strand, tussen
het Canadezenplein en het monument van Z.M. Leopold I de honden aan de
leiband te laten lopen in de periode van 1 oktober tot 31 maart.
Artikel 47
Gevaarlijke honden dienen telkens zij op straat komen drager te zijn van een
muilkorf. Het is verboden honden van het ras Pit Bull Terriër te houden of te laten
verblijven op het grondgebied van de Gemeente.
72
Artikel 48
De eigenaars of houders van honden moeten de nodige maatregelen nemen zodat
het geblaf van hun dieren niet storend is voor de omwonenden.
Artikel 46
De eigenaars van honden dienen er zorg voor te dragen dat hun dieren de
plantsoenen en de parken, de huisdrempels en de gevels, de straten en de
voetpaden, de wandelwegen, de sportvelden en de zachte bermen van paden en
wegen, het strand, de duinen en het bos niet bevuilen met hun uitwerpselen. Op al
deze plaatsen moeten de eigenaars of begeleiders steeds in het bezit zijn van een
zakje voor het verwijderen van uitwerpselen van hun dier. Het opvulzakje moet op
het eerste verzoek van de politie getoond worden. De eigenaars of begeleiders van
honden zijn verplicht op de voormelde plaatsen de uitwerpselen van de hond
onmiddellijk te verwijderen met behulp van het daartoe bestemde zakje. De
bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de blinden en andere
gehandicapten met hun geleidehond. Deze bepaling ontslaat de aangelanden niet
van hun verplichting inzake reiniging.
73
1.3.11 Knokke – Heist
1.3.11.1 Algemene informatie
Bij de aanvang van het hondenpoepproject in 2002 werd een mapje (zie bijlage)
opgemaakt met daarin affiches “Wat mag en wat mag niet in Knokke-Heist”, de
locaties van de hondenhoekjes en andere nuttige informatie over honden en
hondenpoep.
Bij de opstart van het hondenpoepproject werd nagegaan op welke locaties er veel
hondenpoepoverlast was. Op deze plaatsen werden dan vervolgens
hondenhoekjes ingericht. In eerst instantie werd gewerkt in de deelgemeente Heist.
Later breidde het project zich uit naar Duinbergen en Knokke.
Dit project kwam er als een soort vervolg op de grote algemene netheidscampagne
Obi (inktvisje) in 2002. Via deze grootschalige campagne wilde het stadsbestuur
het zwerfvuil in de stad aanpakken. De hoofdfiguur was Obi, een blauw inktvisje.
Het project verwierf veel naambekendheid en publiciteit maar werd in 2006 jammer
genoeg vervangen door de campagne “Net zoveel mooier”. “Oog voor afval” werd
het laatste project. De 3 campagnes brachten telkens weer de problematiek
omtrent zwerfvuil (waaronder hondenpoep ook valt) onder de aandacht maar het is
jammer dat dit telkens met een ander campagnebeeld gebeurde. Voor de affiche
van het laatste project werd geopteerd voor een positieve boodschap, nl. ”Oog
voor afval, bedankt” (met de afbeelding van een persoon die de hondenpoep van
zijn hond opruimt). Volgens het stadsbestuur werkt deze benadering en zijn de
mensen veel vlugger geneigd de affiche uit te hangen dan wanneer er bv. een
hondendrol op afgebeeld staat (wordt als ‘besmeurend’ ervaren).
Er werden al verscheidene folders, posters en flyers gemaakt rond hondenpoep.
Ook op de website vindt men informatie m.b.t. de politieverordening op dieren en
de locatie van de hondenhoekjes.
Al deze informatie ligt ter beschikking in het gemeentehuis bij de gemeentelijke
Preventiedienst, de Milieudienst en bij Horizonnet (concessiehouder die het
gemeentelijk afvalbeleid coördineert).
Zowel honden- als niet-hondeneigenaars kunnen met hun vragen terecht bij de
gemeentelijke Preventiedienst en Horizonnet.
Knokke-Heist beschikt noch over informatiekiosken noch over een hondenpretpark.
74
Bij de plaatsing van een hondenhoekje wordt gelet dat dit zo ver mogelijk van de
huizen ligt. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de oriëntatie van de
hondenhoekjes. Alle hoekjes zijn zo geplaatst dat ze niet de ganse dag in de zon
liggen. De bodem bestaat uit dolomiet en rijnzand (verhindert het samenklitten tot
grote brokken) en houten palen vormen de afrastering.
Op dit moment telt Knokke-Heist 18 hondenhoekjes:
Heist:
1. Kerk Heist
2. markt Heist
3. Elizabethlaan t.h.v. Noordstraat
4. Elizabethlaan t.h.v. Polderstraat
5. Pannenstraat t.h.v. Het Anker
6. Oostwinkel, Scheurleg
Duinbergen:
7. Kerk Duinbergen
Knokke:
8. Parking Stormmeeuw Knokke
9. Elizabethlaan t.h.v. La Réserve
10. Elizabethlaan t.h.v. Koningslaan
11. Elizabethlaan t.h.v. Vlaamspad
12. hoek Cottagepad met Franspad
13. Vlierpad
14. Zegemeer t.h.v. Sportlaan
15. Zegemeer t.h.v. Georginapad
16. Gemeenteplein t.h.v. Oude Tramweg
17. Albertlaan t.h.v. het gemeentehuis
18. Bayauxlaan/Koningslaan op het Verzetsplein
De gemeentelijke milieuwerkers zijn verantwoordelijk voor de hygiëne en het
schoonmaken van de hondenhoekjes en afvalbakken. Hierbij worden behalve het
dragen van handschoenen geen specifieke maatregelen genomen. De
hondenhoekjes worden zesmaal per week schoongemaakt en tijdens de zomer
wekelijks ontsmet met Capturine®. Verder worden er geen bijkomende controles
i.v.m. de hygiëne op die plaatsen uitgevoerd.
75
Om na te gaan of de hondenhoekjes al dan niet effectief zijn, worden de drollen
geteld en de aantallen bijgehouden. Zo haalden de medewerkers vorig jaar meer
dan 38 000 drollen op uit de hondenhoekjes. Een duidelijk bewijs dat deze hoekjes
dus werken. Ook inwoners kunnen een aanvraag indienen d.m.v. een
meldingsformulier.
De hondenpoepzakjes mogen in de gewone afvalbakken gegooid worden of in de
hondenhoekjes (hondentoiletten) achtergelaten. Om sluikstorten tegen te gaan
werd de opening van de gewone afvalbakken verkleind zodat enkel blikjes en klein
afval er nog door kunnen.
Hondenloopweides zijn er niet maar tussen 16 oktober en 14 maart mogen de
honden vrij rond lopen op het strandgedeelte voorbij surfers paradise t.h.v.
Appelzakstraat richting de grens van Nederland.
Op vraag van de hondenliefhebbers werd deze periode aangepast opdat honden
dan tussen 15/09 en 15/06 toegelaten zouden zijn op het strand. Dit bracht met
zich mee dat er veel klachten binnen kwamen over honden die tegen het
strandmateriaal van de concessiehouders plasten. Daarom werd deze maatregel
weer ingetrokken. Vanaf 15/03 mogen honden dus niet mee rop het strand en
gedurende de eerste weken vinden dan ook verscherpte controle plaats op het
strand.
Op regelmatige basis organiseert het gemeentebestuur i.s.m. de concessionaris
sensibiliseringsacties rond Afvalbeleid en netheid in de gemeente (inclusief
hondenpoep). In het straatbeeld worden affiches opgehangen (paasaffiche, affiche
met hond die zelf hondenpoep opruimt).
De bewoners kunnen zelf affiches aanvragen om uit te hangen.
In 2008 werden 253 enquêtes afgenomen van hondeneigenaren. In de enquête
kwamen volgende vragen aan bod: Heeft u een hondenpoepzakje bij?, Bent u op
de hoogte van het hondenpoepbeleid van Knokke-Heist?, Weet u waar de
hondenhoekjes zich bevinden?, Bent u hier als toerist/2e verblijver/ inwoner?,
Heeft u nog suggesties voor het stadsbestuur?. De resultaten werden voorgelegd
aan het College en via affiches bij dierenspeciaalzaken en dierenartsen en
persartikels terug gekoppeld naar de bevolking. Positieve noot was dat 92,5% van
de respondenten op dat moment een hondenpoepzakje bij had en dat 75%
verklaarde op de hoogte te zijn van het hondenpoepbeleid in de gemeente.
76
Het stadbestuur wil de hondenpoepproblematiek in bepaalde zones definitief
oplossen en heeft de Lokale politie opdracht gegeven repressiever op te treden.
Uurroosters van de hulpagenten zijn aangepast aan de momenten waarop de
meeste hondenbaasjes hun viervoeter uitlaten. De veiligheidsdiensten patrouilleren
ook op regelmatige tijdstippen op de zeedijk en het strand.
Het stadsbestuur beschikt over een mascotte voor de hondenpoepproblematiek, nl.
Boemer. Boemer prijkt op alle bordjes ter hoogte van de hondenhoekjes. Deze
naam werd gekozen door leerlingen van de basisscholen.
Locaties waar honden verboden zijn staan aangeduid met sensibilisatieborden.
Het stadsbestuur werkt nog niet met GAS ambtenaren maar de voorbereidingen
zijn in volle gang. Nu wordt bij het niet opruimen van hondenpoep een PV
opgesteld die vervolgens door de parketten behandeld wordt. Indien de
betreffende persoon vervolgd wordt kan hij een politiestraf krijgen (tot € 125 boete).
Vorig jaar werden 74 PV’s voor overlast door hondenpoep opgesteld maar jammer
genoeg werd het merendeel geseponeerd.
Met de invoering van GAS zullen de boetes € 60 bedragen. Op die manier dient er
geen mondeling verweer toegestaan te worden en kan er bovenop de GAS nog
een retributie gegeven worden.
De concessionaris beschikt over een hondenpoepmotor.
De hondenpoepmotor wordt 7 op 7 gedurende de vakantieperiodes ingezet, zowel
op de zeedijk, in de winkelstraten als in de parken en op paden. De motor is
uitgerust met 2 krachtige zuigarmen en 3 sproeiers, heeft een capaciteit van 25 kg
en een watertank van 10 liter.
Vooral de groene paadjes en de omgeving rond het stadhuis, de winkelstraten en
het golfterrein vormen een probleem. Ook op het strand (ter hoogte van de zeedijk)
is er veel overlast van hondenpoep. Dit omdat appartementsbewoners hun hond
buiten laten om zijn behoefte te doen en hem terug binnen roepen zonder de
drollen op te ruimen. Op speelpleinen wordt eveneens veel hondenpoep
aangetroffen daar er veel gezinnen met kinderen en honden komen. Het is moeilijk
om het hondenpoepprobleem op deze plaatsen aan te pakken vandaar er hier een
gedoogbeleid gevolgd wordt.
77
Knokke-Heist organiseert geen acties i.v.m. de identificatie en registratie van
honden.
Jaarlijks komen ongeveer een dertigtal klachten over hondenpoep binnen. Deze
gaan vnl. over het feit dat hondenbaasjes de hondenpoep niet opruimen. Vroeger
kwamen minder klachten binnen. Dit fenomeen kan verklaard worden door het feit
dat er de laatste jaren meer aandacht besteed wordt aan de
hondenpoepproblematiek en hoe meer iets onder de aandacht gebracht wordt, hoe
meer personen hier melding van maken.
Meldingen komen schriftelijk (via een meldingsformulier) of telefonisch binnen, via
de onthaalbalie in het stadhuis, via de wijkagent, via e-mail, via de concessionaris,
… Alle meldingen worden via de gemeentelijke preventiedienst behandeld en i.s.m.
de politie, reinigingsdienst, dienst milieu en de concessionaris opgevolgd.
De klachten zijn afkomstig van zowel inwoners (alle lagen van de bevolking) als
tweede verblijvers en komen meestal binnen na de verlofperiodes. Tijdens de
winterperiode komen minder klachten binnen daar 50% van de bevolking van
Knokke-Heist 2e verblijvers zijn en dus grotendeels gedurende de zomer in de
gemeente verblijven. Deze groep is dus moeilijk te bereiken.
1.3.11.2 Verordeningen in het politiereglement
Artikel 11
Het kweken, houden en vervoeren van de honden van het ras "Pitbullterriër" is
verboden op het grondgebied van de gemeente Knokke-Heist.
Artikel 12
Het is verboden honden op het openbaar domein van de overheid te laten
rondzwerven.
78
Artikel13
Honden mogen onder begeleiding loslopen:
- buiten de bebouwde kom wanneer ze zich bevinden op het openbaar
domein van de overheid waar geen verbod geldt, op het strandgedeelte in
het Zoute, gelegen ten oosten van de concessie van de meest oostelijk
gelegen watersportclub en op het ganse strand van 16 oktober tot en met
14 maart.
Artikel 14
Honden moeten steeds aan de leiband in de bebouwde kom wanneer ze zich
bevinden op het openbaar domein van de overheid waar geen verbod geldt.
Artikel 15
De locaties waar honden verboden zijn worden aangeduid met een verbodsbord.
Onder de verbodsborden op het strand staat de verboden periode vermeld.
§1. De toegang met honden is verboden op de volgende locaties:
Op begraafplaatsen gelegen in de Westkapellestraat (Heist, Westkapelle),
Kalvekeetdijk, De Klerckstraat; in de gemeentelijke sportcentra De Taeye, De
Stormmeeuw, Laguna, Molenhoek, Olivier; in het gemeentelijk jeugdcentrum De
Marge; in het gemeentelijk zwembad De Raan; in de tuin van het cultuurcentrum
Scharpoord; in het Ijzerpark; op gemeentelijke speelterreinen en in de
onmiddellijke omgeving van opgestelde speeltuigen ter hoogte van opgesomde
straten en pleinen Maes en Boerenboomplein, Astridplein, Apollo XI-laan,
Meidoornlaan, Pastoor Deneveplein, Krommedijk, E. Hielstraat, Prof. C.
Heymansplein, Kragenhoek, Tijl en Neleplein, Driehoeksplein, De Wandelaar,
Oosthoekplein, Rustoordstraat, Steenbakkersstraat, Knokkestraat, Albertplein,
Gemeenteplein, Sint Michielsplein, Verzetsplein.
§2. Strand
De toegang met honden tot het strand is verboden vanaf 15 maart tot en met 15
oktober, uitgezonderd op het strandgedeelte in het Zoute, gelegen ten oosten van
de concessie van de meest oostelijk gelegen watersportclub.
79
§3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op:
Personen met een handicap die begeleid worden door een assistentie- of
blindengeleidehond; leden van de politiediensten met hun politiehond in de
uitoefening van hun functie; leden van een erkende bewakingsonderneming in de
uitoefening van een door de overheid vergunde bewakingsopdracht.
Artikel 16
§1. Begeleiders van honden zijn verplicht:
- In het bezit te zijn van een zakje;
- de hondenpoep onmiddellijk te verwijderen;
- het gebruikte zakje te deponeren in de gemeentelijke afvalkorven of mee te
geven met het gewoon huisvuil (restafval).
§2. Het is verboden de uitwerpselen van een hond, al dan niet in een
zakje, te laten liggen op het openbaar domein van de overheid behalve in
de hondenhoekjes.
§3. In het geval de houder van een hond verzuimt of weigert de hondenpoep
onmiddellijk te verwijderen zal dit op diens kosten gebeuren door de diensten van
de gemeente of door haar aangestelde(n).
§4. Paragrafen 1,2 en 3 zijn niet van toepassing op personen met een handicap
die begeleid worden door een assistentie- of blindengeleidehond.
80
1.4 Opsomming van bestaande initiatieven en methodes in
Vlaanderen
Uit de toegestuurde en verwerkte informatie van de gecontacteerde gemeenten in
Vlaanderen blijkt dat er al diverse initiatieven genomen werden in de strijd tegen de
hondenpoep.
Hieronder volgt een overzicht.
1.4.1 GAS-ambtenaren
Van de gecontacteerde steden en gemeenten gaven enkel Harelbeke,
Blankenberge en Knokke-Heist aan niet met GAS-ambtenaren te werken. Stad
Blankenberge heeft wel beëdigde ambtenaren in dienst en in Harelbeke is de
zoneverantwoordelijke van de groendienst gemachtigd om hondeneigenaars aan
te spreken over het al dan niet bijhebben van een hondenpoepzakje. In Knokke-
Heist rijzen er wel plannen om GAS in te voeren. De andere steden en gemeenten
hadden sinds een aantal jaar GAS-ambtenaren in dienst en zijn hier tevreden over.
Ze gaven aan dat de overlast veroorzaakt door hondenpoep sinds de invoering van
GAS op deze manier vlugger en efficiënter aangepakt kan worden, terwijl deze
inbreuken vroeger veelal niet opgevolgd werden tijds- en personeelstekort bij de
parketten.
1.4.2 Gemeentelijke regelgeving
Dankzij de invoering van de GAS-ambtenaren in 1999 konden de steden en
gemeenten nu zelf kleine vormen van overlast (zoals hondenpoep) aanpakken en
eigen accenten aanbrengen in hun wetgeving zoals gebleken is in hoofdstuk 1.3.
Denken we hier maar aan de kustgemeenten waar een aparte regelgeving voor het
strand en de duinen nuttig blijkt.
Alle gecontacteerde steden en gemeenten hadden een aantal verordeningen
betreffende honden en hondenpoep in hun politiereglement opgenomen.
81
De belangrijkste zaken die opgenomen zijn staan hieronder vermeld:
- sancties voor het niet opruimen van hondenpoep (belasting tot 250 euro
voor het opruimen van de hondenpoep en een administratieve geldboete
die kan oplopen tot € 250);
- kwaadaardige honden dienen gemuilband te worden;
- hondeneigenaars dienen steeds in het bezit te zijn van een zakje voor het
verwijderen van de uitwerpselen van hun dier en dienen het te allen tijde te
tonen op verzoek van de politie;
- hondeneigenaars dienen de uitwerpselen van hun hond steeds op te ruimen
met behulp van een daartoe bestemd zakje. Het zakje met de uitwerpselen
mag enkel gedeponeerd worden in de stedelijke afvalkorven die speciaal
daarvoor gemerkt zijn met een sticker of meegegeven worden met het
gewone huisvuil;
- sancties voor personen die honden aanhitsen, ze niet tegenhouden wanneer
de hond voorbijgangers aanvalt of vervolgt, of ze tegen andere dieren of
mensen doen vechten, ze doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend
maken, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt;
- hondeneigenaars dienen passende maatregelen te nemen om te beletten
dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat
erf, een openbare plaats of een openbare weg;
- een opsomming van de plaatsen waar honden al dan niet toegelaten zijn (zo
zijn in openbare gebouwen, op speelpleinen of plaatsen waar veel
kinderen komen honden niet toegelaten in de steden Hasselt, Gent,
Harelbeke, De Panne en Brugge);
- hondeneigenaars dienen ervoor te zorgen dat hun hond het openbaar
domein niet bevuilt met zijn uitwerpselen.
Bovendien hebben een aantal steden nog een verordening in het politiereglement
opgenomen betreffende het verbod voor het houden van bepaalde hondenrassen
(Harelbeke: Pitbull Terriër, Ieper: Pitbull Terriër en Amerikaanse Staffordshire-
Terriër en De Panne: Pit Bull terriër).
82
1.4.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal
Met uitzondering van stad Ieper hebben alle gecontacteerde steden allerhande
sensibilisatie- en informatiemateriaal over honden en hondenpoep ter beschikking
(zie bijlagen).
Dit materiaal betreft hoofdzakelijk folders met een beknopt overzicht van de
stedelijke regelgeving betreffende honden en hondenpoep evenals een plan
waarop de inplanting van de hondentoiletten (en hondenloopweides indien
aanwezig) aangeduid staan.
Oostende ontwierp zelfs een volledige folder (“Wij en uw hond… dikke vrienden?”)
waarin o.a. onderwerpen als de identificatie en registratie van honden, de handel in
honden, de verzorging van honden en hondenpoep aan bod komen.
In Knokke-Heist werd in het kader van een hondenpoepcampagne een mapje
opgemaakt met nuttige informatie over hondenpoep.
Ook flyers met de boodschap dat hondenpoep niet op straat hoort maar opgeruimd
dient te worden zijn beschikbaar.
Verder verschijnen regelmatig nieuwe affiches in functie van nieuwe campagnes
(Oostende, Hasselt, Brugge, Roeselare, De Panne en Tongeren).
Stad Roeselare beschikt bovendien over banners die overal in de stad
opgehangen kunnen worden om de hondenpoepproblematiek onder de aandacht
te brengen.
Tenslotte publiceren Harelbeke, Blankenberge, Oostende en Ieper regelmatig
artikels omtrent hondenpoep in plaatselijke infokranten en magazines.
Dit materiaal kunnen de inwoners over het algemeen bekomen aan de balie van
het stadhuis, in toerismebureaus, aan de milieudienst, in de werkplaatsen van
Openbare Reinheid, VVV-kantoren en is eveneens beschikbaar op de website van
de betreffende steden.
83
Figuur 12: banners gebruikt in Roeselare
1.4.4 Handhavers
In alle gecontacteerde steden gaan handhavers (politie, GAS-ambtenaren en
gemeenschapswachten) regelmatig de baan op om hondenbaasjes die de drollen
van hun geliefde viervoeter niet opruimen op heterdaad te betrappen. Ook voeren
ze op geregelde tijdstippen controles uit over het al dan niet bijhebben van een
hondenpoepzakje. In de steden Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en
De Panne gebeurt dit door de GAS-ambtenaren.
In Blankenberge nemen de beëdigde ambtenaren deze taak voor hun rekening.
Hondenbezitters die tegen de lamp lopen worden gesanctioneerd (belasting en
administratieve geldboete) maar diegenen die de hondenpoep opruimen
ontvangen soms een beloning onder de vorm van een sleutelhanger of
hondenpoepzakjes.
1.4.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes
In Hasselt, Harelbeke, Blankenberge, Brugge en Tongeren werden op plaatsen
waar veel honden komen dispensers met bijhorende hondenpoepafvalbak voorzien
waar hondeneigenaars gratis hondenpoepzakjes konden bekomen. Jammer
genoeg wordt hier vaak misbruik van gemaakt (en nemen de mensen veel meer
zakjes dan nodig) waardoor deze dienst in de steden Hasselt en Blankenberge niet
meer aangeboden wordt.
84
In Harelbeke werden stickers op de dispensers aangebracht met de boodschap
zuinig met de zakjes om te gaan en er geen misbruik van te maken.
In Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne is
het verplicht om zakjes bij te hebben tijdens het uitlaten van de hond, zodat de
uitwerpselen opgeruimd kunnen worden. De gebruikte zakjes mogen ofwel in de
gewone afvalbakken gegooid worden, ofwel in de hondenpoepafvalbakken
gedeponeerd worden ofwel meegenomen worden naar huis (en daar bij het
restafval gegooid worden). Dit staat ook uitdrukkelijk vermeld in het
politiereglement.
De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben
van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet.
In Harelbeke kan men in het stadhuis hondenpoepzakjes van de gemeente kopen
aan € 0,025 per stuk. Ook in De Panne zijn hondenpoepzakjes te verkrijgen € 1,25
voor 10 kartonnen schepjes of € 2,5 voor 20 zakjes) bij de Dienst voor Toerisme.
Andere zakjes mogen uiteraard ook gebruikt worden.
1.4.6 Hondentoilet
Figuur 13: hondentoilet in Blankenberge
Hondentoiletten zijn speciaal afgebakende zones in de stad en zijn aangepast aan
de omgeving en de inplantingsplaats. Zo blijft de hinder voor omwonenden tot een
minimum beperkt.
85
De materialen zijn gekozen in functie van de duurzaamheid en het gemak van
onderhoud. Dolomiet en houten dwarsliggers met een betonnen afboording
vormen de basismaterialen. De reinigingsdienst ruimt zesmaal per week de
gedeponeerde uitwerpselen op en wekelijks (of maandelijks) worden de toiletten
ontsmet met Capturine® of FrescureExtract®. De aangelegde dolomietzone wordt
na enkele maanden telkens volledig vernieuwd om eventuele geurhinder te
vermijden. Een aangepaste beplanting zorgt ervoor dat het hondentoilet aan het
zicht onttrokken wordt.
In een hondentoilet geldt de opruimplicht niet. Een zakje met hondenpoep mag dus
in een hondentoilet gedeponeerd worden of in de dichtstbijzijnde afvalbak, maar
zeker niet in de riolering.
De locatie wordt gekozen op basis van het aantal klachten, de behoefte en de
beschikbare plaats. In Blankenberge bepaalde men op basis van de gegevens van
de hondenbelasting waar zich de meeste honden bevonden. Op deze plaatsen
werden de voorzieningen vervolgens geplaatst.
Met uitzondering van de steden Roeselare en Harelbeke, beschikken alle
gecontacteerde steden over hondentoiletten. Harelbeke beschikte vroeger ook
over hondentoiletten maar heeft een aantal jaar terug beslist deze te verwijderen
daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is onbekend.
Roeselare acht hondentoiletten niet proper en onhygiënisch. Bovendien brengen
hondentoiletten weer meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en
reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast.
In de steden Gent, Blankenberge en Oostende worden statistieken bijgehouden
over het aantal drollen die uit de hondentoiletten opgehaald worden met als doel
na te gaan of de betreffende hondentoiletten effectief gebruikt worden. Zo wordt
dan eventueel overgegaan tot de plaatsing/verwijdering van een hondentoilet.
1.4.7 Honden(losloop)weide
In een loopweide kan de hond zijn poten strekken en ravotten met andere
soortgenoten. Soms zijn er enkele speeltoestellen voor de honden voorzien.
Een hondenlosloopweide is vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones
waar weinig open ruimte beschikbaar is. Deze gebieden genieten de voorkeur daar
hondenbezitters in buitenwijken meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de
buurt wel een weiland te vinden is waar de hond kan los lopen.
86
Een loopweide is geen hondentoilet en hier geldt dus wel de opruimplicht (de
hondenpoep dient hier dus wel opgeruimd te worden en in de
(hondenpoep)afvalbakken gedeponeerd te worden.)
Een hondenlosloopweide kan volledig afgesloten worden zodat de honden niet
weg kunnen lopen.
De stad staat in voor het onderhoud van de weide.
Een hondenlosloopweide wordt duidelijk aangeduid met een bord. Zie voorbeeld
hieronder.
Figuur 14: losloopweide in Oostende
De steden Oostende, Hasselt, Gent, Blankenberge, Brugge en Tongeren
beschikken over een of meerdere hondenlosloopweides. Harelbeke, Ieper en
Roeselare daarentegen niet maar in Ieper rijzen er plannen om, door een
toenemende vraag van de inwoners, een hondenweide in te richten.
87
1.4.8 Hondenpretpark
Figuur 15: hondenpretpark in Oostende
Oostende beschikt als enige over een hondenpretpark.
Vzw Cirque lanceerde tijdens Theater Aan Zee 2007 het project Stabilisée in de
Nieuwe Stad. Een van de artistieke verwezenlijkingen was een hondenpretpark.
Dit hondenpretpark is het eerste in Europa (in 2006 werd in Peking al een
hondenpretpark geopend).
Het is een parkje met verschillende attributen voor honden en waar honden vrij
rond mogen crossen. De hondenpoep dient wel opgeruimd te worden aangezien
hier de opruimplicht geldt.
Het hondenpretpark is niet alleen een plaats waar honden kunnen ravotten, het is
ook een ontmoetingsplaats voor mensen.
88
Het hondenpretpark wordt aangeduid door het
nevenstaande bord:
Figuur 16: bord hondenpretpark Oostende
1.4.9 Hondenpoepbuizen
Blankenberge en De Panne gebruiken als enige van de gecontacteerde steden
hondenpoepbuizen i.p.v. hondenpoepafvalbakken. Dit zijn metalen buizen met een
diameter die iets kleiner is dan een blikje zodat er geen misbruik kan ontstaan
onder de vorm van sluikstorten van huisafval.
De werknemers van Openbare Reinheid (Blankenberge) en de reinigingsdienst
(De Panne) staan in voor de plaatsing, onderhoud en reiniging van de
hondenpoepbuizen (worden ook dagelijks geleegd).
Het stadsbestuur van Blankenberge heeft beslist om het aantal hondentoiletten
langzaamaan af te bouwen en te vervangen door hondenpoepbuizen. Dit wegens
het toegenomen aantal klachten; vooral geurhinder maar ook mensen die
kattenbakvulling dumpen in de toiletten en er zelfs persoonlijk gebruik van maken!
De toiletten vragen in vergelijking met de poepbuizen ook meer onderhoud.
Bovendien wordt in de toiletten steeds meer gewoon afval gegooid.
89
Voordelen hondenpoepbuizen Nadelen hondenpoepbuizen
- minder plaats nodig dan voor
hondentoilet
- de hondenpoep komt eerst op de
stoep terecht
- hond kan zelf plaats kiezen waar
hij behoefte doet
- als het gebruikt wordt voor ander
afval is het legen juist moeilijker
dan een hondentoilet
(Aquariusflesjes geraken er juist in.)
- reinigen vraagt minder werk voor
stadsarbeiders
- verstoort het uitzicht niet/minder
Tabel 2: voor- en nadelen hondenpoepbuizen
1.4.10 Kliklijn
Een kliklijn of tip lijn is een telefoonlijn of website voor het (anoniem) melden van
misstanden op verschillende gebieden.
Zo bestaat er ook een kliklijn voor hondenpoep (of sluikstorten in het algemeen) in
de steden Oostende, Hasselt en De Panne.
Inwoners die hondeneigenaars betrappen op het niet opruimen van de
hondenpoep van hun geliefde viervoeter kunnen een telefoontje plegen naar het
nummer 011/23.93.31 (Hasselt) of 0800/92.491 (Oostende). De beller dient dan
een beschrijving te geven van zowel hond als baasje alsook de locatie te
vermelden waar de overtreding plaatsvond. Wanneer de overtreder gevonden
wordt, krijgt deze een sanctie voor het niet opruimen van de hondenpoep.
Deze klacht wordt dan door de milieudienst, i.s.m. de GAS-ambtenaren behandeld
en opgevolgd. Na afloop wordt het resultaat gecommuniceerd naar de beller. Op
deze manier komt men in een positieve spiraal terecht. De beller krijgt het gevoel
dat de klacht ook effectief behandeld en toont daardoor meer begrip voor de
situatie.
90
1.4.11 De hondenpoepmotor
De steden Oostende, Gent en Blankenberge (sinds 1995) voerden de
hondenpoepmotor in voor de opruiming van hondenpoep. Deze motor wordt al
jarenlang met succes gebruikt in Parijs.
Deze motors zijn uitgerust met een zuigsysteem die de hondenpoep op straat
opzuigt. De zuigmond is voorzien van een kabeltje dat water onder de hondenpoep
spuit om het vacuüm trekken van de hondenpoep bij het opzuigen te voorkomen.
Bestuurders van de hondenpoepmotor (of –quad) dienen handige chauffeurs te
zijn daar er met 1 hand dient gereden te worden (aangezien de andere hand het
toestel bedient).
Een nadeel van die motors is dat er iemand beschikbaar moet zijn die in het bezit
is van een motorrijbewijs. Bovendien zorgt de instabiliteit soms voor problemen
wanneer de motor volgeladen is met hondenpoep. Dit is de reden waarom de
hondenpoepmotor in de steden Oostende en Gent afgeschaft werd en in
Blankenberge vervangen werd door quads.
Tenslotte werken deze hondenpoepmotors of –quads niet bij vriesweer (werken op
basis van water) en bestaat er dan het gevaar voor ijsvorming op het voetpad.
91
1.4.12 Hondenpoepafvalbakken
Hondenpoepafvalbakken dienen uitsluitend om hondenpoep in te deponeren. Ze
zijn herkenbaar aan de rode of groene
kleur met vooraan een afbeelding van
een hond en staan meestal op
plaatsen waar veel honden komen
(zoals in de nabijheid van een
hondenlosloopweide, langs
wandelwegen, op graspleintjes, …).
De bak is wegneembaar, wat het legen
en desinfecteren van de bak
eenvoudig maakt.
De metalen klep werkt volgens
hetzelfde systeem als een stortkoker,
hetgeen toegang tot de inhoud van de
bak beperkt.
Figuur 17: hondenpoepafvalbak in Heusden-Zolder
De steden Oostende, Hasselt, Harelbeke en Tongeren werken met deze
hondenpoepafvalbakken. Dit in tegenstelling tot de steden Gent, Blankenberge,
Ieper, Brugge en Roeselare waar de hondenpoep in de gewone afvalbakken
gedeponeerd mag worden.
Een aantal steden, met in het bijzonder Harelbeke, ondervinden regelmatig hinder
van sluikstorten in de hondenpoepafvalbakken. Inwoners dumpen hun huisvuil in
de hondenpoepafvalbakken waardoor deze overvol raken en dus niet efficiënt
meer gebruikt kunnen worden. Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het
tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende
hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd
en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden).
92
1.4.13 Hondenpoepmascotte
Rakker, een achtjarige boerenfox, werd in 2009
de mascotte voor de grootste Hasseltse
campagne ooit. Hij prijkt sindsdien op dertig
hondenpoepbakjes en op metershoge affiches in
de Hasseltse binnenstad. Via deze campagne
wilde het stadsbestuur de Hasselaars behoeden
van ‘stront op de Hasseltse grond’.
Figuur 18, Rakker, de
hondenpoepmascotte van Hasselt
Ook in Oostende werd een aantal jaar geleden Baltazaar als mascotte voor de
hondenpoep in het leven geroepen. Baltazaar is de ludieke hond met het blauwe
T-shirt die sinds enige tijd op alle borden aan de hondentoiletten prijkt en die
hondenbaasjes aanmaant om hun hond zijn kakje in een zakje te doen. Men treft
hem ook in stripvorm aan in elk nummer van de Grote Klok (lokaal tijdschrift met
informatie over Oostende). In 2008 was hij bovendien (tijdens de grote
hondenpoepcampagne) levensgroot te zien op diverse activiteiten, op een
kleurrijke zomeraffiche en zelfs in sleutelhangervorm.
Figuur 19: Baltazaar, de hondenpoepmascotte van Oostende
Stad Brugge is ondertussen ook volop bezig met de ontwikkeling van een
hondenpoepmascotte. Deze zou in het voorjaar van 2011 tijdens een grote
93
campagne gelanceerd worden. Deze mascotte zou, net zoals Baltazaar in
Oostende, op alle borden bij de hondentoiletten en –losloopweides prijken.
De andere steden hadden geen mascotte voor de hondenpoep.
Voor de grote hondenpoepcampagne in 2002 werd in Knokke-Heist een nieuw
campagnebeeld ontwikkeld. Het gemeentebestuur wilde de boodschap dat het niet
opruimen van hondenpoep een fikse boete oplevert (€ 250!) duidelijk in het
straatbeeld.
Het grote voordeel van het werken met een ‘hondenpoepmascotte’ is dat de
hondenpoepproblematiek een gezicht krijgt en op die manier herkenbaarder wordt
voor het grote publiek. Telkens een grote campagne gevoerd wordt met de
mascotte in de hoofdrol, komt deze problematiek nog eens onder de aandacht.
Wanneer de mascotte ook op de borden bij de hondentoiletten en –losloopweides
prijkt, worden de hondenbezitters herinnerd aan de grote campagne en zo
nogmaals aangespoord om de hondenpoep op te ruimen.
1.4.14 Netheidcharters
Gent maakt als enige stad gebruik van “netheidscharters”. Dat is een
samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur of IVAGO en bepaalde
wijken.
Hiermee wil het stadsbestuur de Gentenaars of verenigingen die zich engageren
extra ondersteuning bieden door materiaal te leveren (draaiboek, vorming,
opruimmateriaal, flyers, promotiemateriaal, …), door bijkomende inspanningen te
leveren voor openbare reiniging in de buurt (frequentie van het vegen of van de
lediging van de afvalkorven verhogen) en door afspraken te maken over verhoogd
toezicht.
Wijken die zich engageren voor zo’n netheidscharter dienen, in samenwerking met
het stadsbestuur, een actieplan op te stellen voor een periode van min. 6 maanden
dat diverse activiteiten bevat, zoals het organiseren van één of meerdere
schoonmaakacties, het uitwerken van sensibiliseringsacties, het aanstellen van
straat verantwoordelijken die op regelmatige basis zwerfvuil verwijderen, enz.
Na de goedkeuring en succesvolle uitvoering van het actieplan voorziet de Stad in
een beloning met een waarde van max. € 1 800.
94
Bedoeling is om de hele buurt bewust te maken van de zwerfvuil- en
sluikstortproblematiek en om de buurtbewoners daar zoveel mogelijk actief bij te
betrekken.
Wijken die gebruik maken van zo’n “netheidscharter” (Dienst Milieutoezicht),
worden in de aanvraaglijst voor een hondentoilet primair behandeld.
Figuur 20: schoonmaakactie in gent
1.4.15 Acties betreffende de identificatie en registratie van honden
Enkel de stad Gent organiseert op regelmatige tijdstippen acties betreffende de
identificatie en registratie van honden.
De Stad Gent houdt tweemaal per jaar een toezichtstag op de registratieplicht van
honden in samenwerking met de Politie, de Gemeenschapswacht en een
inspecteur van de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn. Deze controles
gebeuren altijd onaangekondigd en worden telkens in een andere deelgemeente
gehouden.
Tijdens deze toezichtdagen wordt met een chiplezer gecontroleerd of de hond al
dan niet geïdentificeerd is. Is dit niet het geval, dan krijgt de hondeneigenaar een
waarschuwing. Is de hond in orde, dan ontvangt het baasje een kleine beloning
zoals een sleutelhanger, hondenpoepzakjes of hondenkoekjes.
Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) heeft gemiddeld 10% van de
bevolking een hond. In Gent zouden er dus naar schatting ongeveer 24 300
95
honden leven. In januari 2008 waren er 14 220 geregistreerde honden in Gent
volgens het BVIRH7. Begin 2009 waren er 17 030 geregistreerde honden. Een
stijging met 2 810 honden of 20% dankzij gerichte sensibiliseringsacties. Dankzij
een goede registratie kunnen verloren dieren makkelijker met hun eigenaar
herenigd worden en is er dus een betere doorstroming in de asielen. Een goede
registratie bevordert dus het dierenwelzijn.
1.4.16 Borden betreffende honden en hondenpoep
Alle gecontacteerde steden, met uitzondering van Harelbeke, Ieper, Roeselare en
Tongeren hebben verspreid door de stad borden betreffende honden en
hondenpoep geïnstalleerd.
Sommige borden maken de hondeneigenaars duidelijk dat hondenpoep niet op
straat hoort, maar opgeruimd dient te worden.
Andere borden geven dan weer aan waar honden al dan niet toegelaten zijn. Over
het algemeen zijn honden niet toegelaten in openbare gebouwen zoals
zwembaden, bibliotheken en plaatsen waar eten geserveerd wordt.
Figuur 21: verbodsbord in Heusden-Zolder
7 Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden
96
In de kustgemeenten zoals Oostende, De
Panne en Knokke geven borden op de dijk aan
dat honden gedurende bepaalde periodes van
het jaar op bepaalde delen van het strand niet
toegelaten zijn.
Figuur 22: verbodsborden in Knokke-Heist
1.4.17 Centraal punt voor “hondenpoepklachten”
In elke gecontacteerde stad of gemeente konden de inwoners op verschillende
plaatsen en bij verschillende instanties met hun klachten over hondenpoep terecht:
bij de politie (alle gecontacteerde steden en gemeenten), aan de balie van het
stadhuis (Oostende, Knokke-Heist, Gent en Harelbeke), bij de Milieudienst van de
gemeente (Ieper, Brugge, Roeselare, De Panne en Tongeren), maar ook via
buurtcentra (Oostende), de ombudsvrouw (Gent), gemeenschapswachten (Gent
en Brugge), de groendienst (Ieper), Stedelijke Werkplaatsen (Roeselare), Gentinfo
(Gent), wijkwerking (Roeselare), de wijkagent (Knokke-Heist) en de concessionaris
(Knokke-Heist) komen klachten binnen.
Een klacht neerleggen kan op verschillende manieren: persoonlijk, telefonisch
(Blankenberge, De Panne, Oostende en Hasselt), digitaal via e-mail (Blankenberge
en Knokke-Heist), digitaal via een klachtenformulier op de site (Roeselare, Brugge
en Oostende) en schriftelijk via een klachtenformulier (Blankenberge).
Op de vraag of er nu meer of minder klachten over hondenpoep binnen komen
liepen de antwoorden uiteen. De steden Gent, Roeselare en De Panne gaven aan
dat er tegenwoordig duidelijk minder klachten over hondenpoep binnen komen dan
vroeger. De geleverde inspanningen van het stadsbestuur werpen dus hun
vruchten af in deze gemeenten. In Hasselt, Harelbeke en Ieper was er geen
verschil in het aantal klachten over hondenpoep in vergelijking met vroeger.
In Knokke-Heist daarentegen komen er tegenwoordig meer klachten binnen dan
vroeger. Het stadsbestuur geeft als mogelijke verklaring hiervoor dat hoe meer iets
onder de aandacht gebracht wordt, hoe meer mensen hier melding van maken.
In de steden Harelbeke, Ieper en De Panne bemerkt men dat een aantal klachten
afkomstig zijn van de groendienst zelf. Deze klachten hebben dan betrekking op
97
groene zones (hondenpoep in de plantsoenen) en zijn seizoensgebonden daar
groene zones enkel in de zomer onderhoud vragen.
De overige klachten zijn afkomstig van zowel inwoners, toeristen als tweede
verblijvers en hebben meestal betrekking op hondenpoep in de bebouwde kom
(vnl. in de winkelstraten). Of mensen hondenpoep als hinderlijk ervaren heeft ook
te maken met de persoonlijke beleving van ‘zwerfvuil’. Zoals rokers een
sigarettenpeuk op straat als minder hinderlijk beschouwen dan niet-rokers, zo
ervaren hondeneigenaren hondenpoep als minder hinderlijk dan mensen die geen
huisdieren hebben.
Ook het uitzicht van de omgeving draagt ertoe bij of hondenpoep al dan niet als
hinderlijk ervaren wordt. Zo zal een donkere, smalle straat eerder als “vuil” (en de
eventuele hondenpoep dus als hinderlijk) ervaren worden, hoe weinig zwerfvuil er
ook soms ligt.
De steden Oostende, Blankenberge, Brugge en Knokke-Heist merken een stijging
van het aantal klachten over hondenpoep tijdens de zomerperiode. Deze klachten
hebben hoofdzakelijk betrekking op toeristen (Oostende en Blankenberge) en zijn
ook hoofdzakelijk afkomstig van toeristen en tweede verblijvers (Blankenberge).
Blankenberge gaf hiervoor als verklaring aan dat tweede verblijvers vaak hoge
eisen stellen daar ze op vakantie zijn en dan ook verwachten dat de straten er
piekfijn bij liggen. Elke vorm van zwerfvuil wordt dan als hinderlijk ervaren wat
resulteert in het neerleggen van een klacht.
In deze steden vormen toeristen de grootste ‘te sensibiliseren groep’. Dit is geen
gemakkelijke opdracht daar toeristen vaak slechts voor een beperkte periode op
de vakantiebestemming verblijven en zich dus vaak niets (willen) aantrekken van
de eventuele door hen veroorzaakte overlast (bv. het niet opruimen van
hondenpoep).
Blankenberge en de Panne daarentegen merken dat er vooral gedurende de
winterperiode meer klachten over hondenpoep binnenkomen. Tijdens de
winterperiode worden de dagen korter en is er minder sociale controle (mensen
komen minder op straat wegens de koude) waardoor vele hondeneigenaars het
nalaten de hondenpoep van hun hond op te ruimen. Deze klachten hebben dus
betrekking op de inwoners van de stad en vraagt een andere manier van
sensibiliseren.
98
1.4.18 Centraal punt voor vragen over honden en hondenpoep
In de meeste gecontacteerde steden en gemeenten was er een centraal punt waar
mensen terecht konden met hun vragen over honden en hondenpoep (en over
huisdieren in het algemeen): aan de balie van het stadhuis (Oostende en Brugge),
in het toerismebureau (Oostende), bij de Milieudienst (Gent, Brugge en
Blankenberge), in het dierenasiel (Blankenberge), Gentinfo (Gent). In Roeselare
werd zelfs via een samenwerking tussen Stad Roeselare en het Expertisecentrum
Dier-en-zorg van de KATHO campus Roeselare een digitaal infopunt opgericht.
Op dit digitaal infopunt kan men terecht met eenvoudige, maar veel gestelde
vragen over het houden en verzorgen van dieren, vergunningen en
gezondheidsproblemen. Ook op vragen over honden en hondenpoep krijgt men
hier een antwoord. Het infopunt is echter een informatieve dienst en vervangt in
geen geval een consultatie bij een dierenarts. Deze samenwerking kwam er nadat
het stadsbestuur tot de vaststelling kwam dat vele inwoners vragen hadden over
huisdieren waarmee ze dikwijls niet goed wisten waar ze ermee naartoe moesten
en een bezoek aan de dierenarts vaak een stap te ver was.
1.4.19 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Achterlaten (of het niet opruimen van hondenpoep) wordt beschouwd als
sluikstorten en wordt dan ook in alle gecontacteerde steden en gemeenten beboet.
De steden waar men al met GAS-ambtenaren werkt, met name Oostende, Hasselt,
Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne krijgt iedereen die de hondenpoep van
zijn geliefde viervoeter niet opruimt een GAS (gemeentelijke administratieve
sanctie) die kan oplopen tot € 250. Bij een eerste overtreding bedraagt de boete €
60. Indien dezelfde persoon nog eens betrapt wordt voor dezelfde feiten krijgt hij
een GAS van € 250.
Het grote voordeel van de invoering van GAS-ambtenaren is dat kleine
overtredingen die vroeger meestal niet vervolgd werden door het parket nu sneller
aangepakt worden. Door toepassing van de nieuwe wetgeving worden deze feiten,
via de sanctieambtenaar, behandeld binnen een termijn van zes maand, zonder
tussenkomst van het parket.
Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen van
hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd.
99
Sinds de invoering van deze GAS-ambtenaren merken de hier boven vernoemde
steden een daling van het aantal klachten betreffende het niet opruimen van
hondenpoep. Een teken dat deze aanpak toch werkt.
Ondanks alle bestaande maatregelen en initiatieven blijft het heel moeilijk om
overtreders te vatten, laat staan meerdere malen vandaar dat het stadsbestuur van
De Panne in 2009 besloten heeft de GAS voor het niet opruimen van hondenpoep
op te voeren tot € 250, vanaf de eerste keer. Met deze maatregel tracht het
stadsbestuur een schrikeffect te bekomen om zo de hondeneigenaars aan te
zetten tot het opruimen van de hondenpoep. Deze maatregel werd heel duidelijk
naar de inwoners gecommuniceerd en werpt zijn vruchten af want sindsdien zijn
het aantal klachten over hondenpoep afgenomen.
Blankenberge werkt nog niet met GAS-ambtenaren maar heeft wel beëdigde
ambtenaren in dienst die retributies kunnen uitschrijven van € 62 voor het niet
opruimen van hondenpoep.
In Harelbeke wordt het achterlaten van hondenpoep op dezelfde manier beboet als
sluikstorten van zeer klein afval, nl. € 13 per overtreding.
1.4.20 Sensibilisatiecampagnes
De gecontacteerde steden en gemeenten hebben al heel wat acties ondernomen
in de strijd tegen hondenpoep. Hieronder volgt een overzicht.
1.4.20.1 Reclamepanelen op voet
Hasselt startte in 2009 met de grootste Hasseltse campagne tegen hondenpoep
ooit. Nooit eerder werden in deze stad zoveel mensen en middelen ingezet tegen
de vieze bruine hoopjes. Er werd een overeenkomst gesloten met het bedrijf Clear
Channel8, die grote reclamepanelen op voet ontwierp, voorzien van een voorraad
hondenpoepzakjes en een vuilnisbakje. Aan de ene zijde van het paneel werd een
opvallende affiche gehangen tegen hondenpoep. De achterzijde was bedoeld voor
reclame. Zo bleef het systeem betaalbaar. Clear Channel zorgde voor het
8 Clear Channel is een media en entertainment bedrijf gespecialiseerd in mobiele en on-demand
entertainment en informatiediensten voor de lokale gemeenschappen en de première kansen voor
adverteerders.
100
onderhoud van de panelen en vulde de hondenpoepzakjes regelmatig bij. Het
Hasseltse stadsbestuur was verantwoordelijk voor de lediging van de vuilnisbakjes.
1.4.20.2 Trailer met affiche
Met deze campagne wilde Hasselt de boodschap ‘geen poep op de stoep’ duidelijk
in het straatbeeld hebben. Naast de reclamepanelen, werd er op geregelde
tijdstippen een trailer met een affiche van 16 m² geplaatst op afwisselende locaties.
Op deze manier verscheen de boodschap op een zeer opvallende manier in de
Hasseltse binnenstad en wijken.
1.4.20.3 Leuze op de vuilniswagens
Tijdens deze campagne werden de vuilniswagens uitgerust met de leuze ‘geen
stront op de grond’.
Inwoners, sportclubs, verenigingen, ontmoetingscentra, scholen,…. konden
bovendien gratis affiches afhalen met vermelding van een duidelijke oproep dat
hondenpoep op straat niet getolereerd werd.
Op deze manier kon iedereen in zijn eigen omgeving voorbijgangers met hond
aanmoedigen om de hondenpoep op te ruimen.
1.4.20.4 Mobiele sensibilisatieborden
In Brugge voert het stadsbestuur regelmatig campagnes om het
hondenpoepprobleem in de stad aan te pakken. Een dergelijke campagne bestaat
uit meerdere fases. De verschillende fases werden beschreven in hoofdstuk
1.3.7.1 en zullen hier dus niet verder aan bod komen.
Het stadsbestuur beschikt over 22 mobiele sensibilisatieborden die op vraag van
de inwoners geplaatst kunnen worden. Zo wordt gedurende de eerste week van
een campagne dergelijke mobiele borden geplaatst op plaatsen waar veel overlast
van hondenpoep is. Het is nog niet duidelijk of deze borden veel effect hebben en
de hondenbaasjes ertoe bewegen de hondenpoep op te ruimen. Het grote nadeel
van deze borden is dat er al een tiental verdwenen zijn ten gevolge van diefstal.
Het stadsbestuur is dus op zoek naar mogelijke oplossingen om te voorkomen dat
101
de borden nog gestolen kunnen worden.
1.4.20.5 Hondenpoepvlagjes
In Roeselare zijn op de Milieudienst (uniek in vermoedelijk gans Vlaanderen)
“hondenpoepvlagjes” te verkrijgen. Dit zijn kleine vlagjes met de afbeelding van
een hond die zijn behoefte doet met een streep erdoor die men bij overlast van
hondenpoep in de drol steekt. Op die manier wordt de hondendrol visueel nog
eens extra benadrukt en wordt de overtreder ermee geconfronteerd.
Volgens het stadsbestuur werkt deze aanpak wel aangezien de overlast
veroorzaakt door hondenpoep op deze manier in het oog springt en de overtreder
toch wel met de neus op de feiten gedrukt wordt. Een confrontatie met deze
vlagjes op de plaats van overlast veroorzaakt eigenlijk een schokeffect waardoor
de overtreder ertoe aangezet wordt om de hondenpoep op te ruimen.
Figuur 23: hondenpoepvlagjes in Roeselare
1.5 Conclusies
Door de jaren heen werden al heel wat maatregelen en initiatieven genomen in de
strijd tegen hondenpoep. Sommigen bleken effectief, bleven dus bestaan en
werden soms zelfs overgenomen door andere steden en gemeenten. Andere
maatregelen en initiatieven wierpen daarentegen geen vruchten af en verdwenen.
Hieronder worden de bestaande initiatieven in Vlaanderen, zoals hierboven
opgesomd, kritisch bekeken en geëvalueerd. Van elk initiatief worden de voor- en
102
nadelen beschreven, gebaseerd op de bevindingen en ervaringen van de
gecontacteerde gemeenten.
Om een duidelijk overzicht te krijgen werd per onderdeel een tabel opgesteld
waarna elk initiatief afzonderlijk besproken wordt.
1.5.1 GAS-ambtenaren
Gemeente GAS-ambtenaren Andere
Oostende OK, sinds 01/04/2005
Hasselt OK
Gent OK
Harelbeke Nee Zoneverantwoordelijke van de
groendienst is gemachtigd om
hondeneigenaars aan te spreken
op het al dan niet bijhebben van
hondenpoepzakje.
Blankenberge Nee Beëdigde ambtenaren
Ieper
Brugge
Roeselare OK
Tongeren OK
De Panne OK, sinds mei 2009
Knokke-Heist Nog niet. Zit in
voorbereidende fase.
Bij overtreding wordt PV
opgesteld en doorgestuurd naar
parket.
Tabel 3: overzicht GAS-ambtenaren
Het uitgangspunt van de invoering van GAS-ambtenaren een tiental jaar geleden
was om de sanctionering van verscheidene vormen van overlast (zoals
hondenpoep, wildplassen en sluikstorten) uit handen te nemen van de
gerechtelijke overheid en over te hevelen naar de gemeentelijke overheid.
De gemeenten die al met GAS werken (Oostende, Hasselt, Gent, Ieper, Brugge,
Roeselare, Tongeren en De Panne) geven aan hier tevreden over te zijn. Overlast
103
veroorzaakt door hondenpoep kan op deze manier vlugger en efficiënter
aangepakt worden.
Zo werden in Tongeren in 2009 94 GAS-boetes uitgeschreven waarvan 26 voor
hondenpoepoverlast.
In De Panne werden dit jaar al 1 200 GAS boetes uitgeschreven waarvan slechts
10-15 betrekking hadden op hondenpoep)
Harelbeke en Blankenberge werken (nog) niet met GAS-ambtenaren. De reden
hiervoor is nog niet duidelijk. In deze gemeenten worden voor kleine inbreuken
(zoals het niet opruimen van hondenpoep) nog steeds een PV opgesteld die dan
behandeld wordt door de parketten. Deze procedure neemt veel tijd in beslag en
deze inbreuken komen dan ook veelal in de doofpot terecht wegens tijd-en
personeelstekort bij de parketten. Stad Blankenberge heeft wel beëdigde
ambtenaren in dienst en in Harelbeke is de zoneverantwoordelijke gemachtigd om
hondeneigenaars aan te spreken over het al dan niet bijhebben van een
hondenpoepzakje maar zij hebben niet de bevoegdheid om boetes uit te schrijven.
In Knokke-Heist rijzen er plannen om GAS in te voeren. De voorbereidingen zijn in
volle gang.
Doordat er geen uniforme categorisering van overlastfenomenen bestaat en elke
gemeente de vrijheid heeft om bepaalde inbreuken al dan niet in het plaatselijke
politiereglement op te nemen, bestaat er geen uniforme lijst van
overlastfenomenen (waaronder hondenpoep valt) die opgenomen is in het
politiereglement van de gemeenten. In alle gemeenten waren er wel verordeningen
opgenomen i.v.m. de verplichting om hondenpoep op te ruimen en de eventuele
sancties bij het nalaten ervan.
De boetes die gemeenten zelf kunnen uitschrijven voor kleine vormen van overlast
(vandalisme, sluikstorten, hondenpoep of lawaai) bedragen maximum 250 euro.
Naast de administratieve sanctie kan bijvoorbeeld bij het niet opruimen van
hondenpoep nog een extra belasting worden opgelegd.
De gemeenten die effectief al met GAS werkten, schreven boetes uit van € 60 - €
250 afhankelijk van de herhalingen, maar daarover later meer.
We kunnen stellen dat de invoering van GAS zeker nuttig is geweest voor het
sanctioneren van hondenpoepoverlast. De laatste jaren wordt het openbaar
domein steeds zwaarder belast en dat zorgt voor ergernis bij de inwoners. Denken
we hierbij maar aan putten in het wegdek, terrassen die uitgestald staan op het
trottoir, beschadigde bushokjes, enz. Dankzij de invoering van GAS kan deze
toenemende nood aan beheer van het openbaar domein beter tegemoet gekomen
104
worden. Terwijl vroeger gemeenschapswachten en politie de vaststellingen
dienden te doen die dan vervolgens naar de parketten doorgestuurd werden,
kunnen kleine inbreuken nu direct vastgesteld en beboet worden door GAS
ambtenaren. Hierdoor kan veel korter op de bal gespeeld worden en worden kleine
overtredingen vlugger afgehandeld. Een nadeel is dat de wetgevende bevoegdheid
op gemeentelijk niveau is terecht gekomen en daardoor elke gemeente zijn eigen
regels gecreëerd heeft. Voor een wandelaar met een hond die een stevige
wandeling maakt door drie verschillende gemeenten is het geen evidentie om
steeds te weten wat hij waar mag en moet doen om in regel te zijn.
Om tot een nog betere sanctionering van hondenpoepoverlast te komen zou het
misschien aangewezen zijn om een uniforme lijst van overlastfenomenen die via
GAS gesanctioneerd kunnen worden op te stellen, die dan zou kunnen
opgenomen worden in de plaatselijke politieverordeningen. Op deze manier
zouden misverstanden inzake de regelgeving tussen verschillende gemeenten
voorkomen kunnen worden. Aan de andere kant is dit geen eenvoudige opdracht
aangezien bepaalde inbreuken in sommige gemeenten vaker voorkomen dan
andere.
We kunnen besluiten dat er nood is aan een meer uniforme aanpak inzake de
sanctionering van hondenpoep. Dit houdt in het opstellen van een uniforme lijst
van overlastfenomenen en de sanctionering ervan maar met (beperkte) ruimte voor
het opnemen van bijkomende inbreuken die van toepassing zijn in de eigen
gemeente.
105
1.5.2 Gemeentelijke regelgeving
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Oostende Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Hasselt Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Gent Ok Ok Ok
Harelbeke Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Blankenberge
Ieper Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Brugge Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Roeselare Ok Ok Ok Ok
Tongeren Ok Ok Ok
De Panne Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok Ok
Knokke-Heist Ok Ok Ok Ok Ok
Tabel 4: overzicht gemeentelijke regelgeving
1: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
2: de hond moet op het openbaar domein aan een korte leiband gehouden worden
3: kwaadaardige honden dienen gemuilband te worden
4: de eigenaar/begeleider van de hond dient steeds in het bezit te zijn van een
zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier en dit te tonen op
verzoek van een gemachtigde persoon
5: de eigenaar/begeleider van de hond dient de uitwerpselen van zijn hond steeds
op te ruimen m.b.v. een daartoe bestemd zakje. Het zakje mag alleen
gedeponeerd worden in de stedelijke afvalkorven die speciaal hiervoor gemerkt
zijn met een sticker of meegegeven worden met het gewone huisvuil
6: verbod voor het houden van honden van het ras Pitbull Terriër
7: de hondeneigenaar/begeleider dient ervoor te zorgen dat hun hond het
openbaar domein niet bevuilt met zijn uitwerpselen
8: een opsomming van de plaatsen waar honden al dan niet toegelaten zijn
(openbare gebouwen, speelpleinen, …)
9: andere. Hieronder vallen de overige verordeningen over honden maar die niet
echt te maken hebben met de hondenpoepproblematiek en hier dus niet verder
besproken zullen worden.
106
Zoals reeds eerder vermeld hebben gemeenten dankzij de invoering van GAS in
1999 nu de mogelijkheid om zelf de regie in handen te houden inzake handhaving
en voortvarend op te treden bij kleine vormen van overlast. Bovendien kunnen ze
eigen accenten aanbrengen in de wetgeving.
Alle gecontacteerde gemeenten hadden dan ook verschillende verordeningen in
hun politiereglement opgenomen. De belangrijkste zaken die grotendeels in alle
gemeenten voorkomen zijn eerder besproken in hoofdstuk 1.4.2. en zullen hier niet
opnieuw aangehaald worden. Toch zijn er enkele duidelijke verschillen tussen de
gemeenten onderling waardoor het soms geen evidentie is om te weten wat nu wel
of niet mag om in regel te zijn in een bepaalde gemeente.
Een eerste duidelijk verschil zijn de kustgemeenten Oostende, De Panne en
Knokke-Heist waar, logischerwijs, een aparte regelgeving bestaat voor het strand
en de duinen.
In het politiereglement van deze gemeenten zijn enkele verordeningen opgenomen
betreffende de locaties en de periodes waar en wanneer honden op het strand
mogen loslopen. In Oostende en Knokke-Heist zijn honden enkel gedurende de
winterperiode (16/10 t.e.m. 14/03) op bepaalde stukken strand toegelaten. In de
Panne geldt dit voor de periode van 30/09 tot 01/06. In Oostende zijn honden
bovendien op het strand vanaf de Westlaan (Raversijde) tot aan de grens met
Middelkerke het ganse jaar toegelaten. Dit is een stuk strand die gezien zijn ligging
weinig aantrekkelijk is voor strand toeristen. Tenslotte is het in De Panne ook
toegelaten om zich met een hond aan de leiband op bepaalde stukken strand te
begeven gedurende de periode van 01/10 tot 31/03.
Hier komen al enkele verschillen betreffende de wetgeving over honden en het
strand al duidelijk naar voren. Het gaat hier dan enkel nog maar over de locaties en
de periodes waar en wanneer honden toegelaten zijn. Als we daar nog eens de
regels omtrent de eventuele aanlijnplicht, opruimplicht e.d. op het strand bij in
beschouwing nemen krijgen we een soep van regels waarbij we op den duur door
de bomen het bos niet meer zien. In deze drie kustgemeenten (dus waarschijnlijk
ook in de kustgemeenten over de ganse Belgische kust) gelden al verschillende
normen enkel voor het strand. Daardoor wordt het voor de inwoners soms moeilijk
om te weten wat wel en wat niet mag, laat staan dat de toeristen er nog aan uit
geraken.
107
Als we de verordeningen over honden en hondenpoep bekijken die in het
politiereglement opgenomen zijn stellen we vast dat ook hier weer duidelijke
verschillen zijn.
Zo verbieden een drietal gemeenten het houden of laten verblijven van bepaalde
rassen op het grondgebied van de gemeente: in Harelbeke en De Panne mag men
geen honden houden van het ras Pitbull Terriër en in Ieper geen Pitbull Terriërs en
Amerikaanse Staffordshire Terriërs. De andere gemeenten zeggen hier niets over
in hun politiereglement. Een niet-wetende toerist die toevallig met zijn Pitbull een
rondreis maakt en daarbij deze steden aandoet, is in principe dus in overtreding en
kan beboet worden.
Een tweede verschil vindt men bij Harelbeke en Ieper waar loslopende honden
voorzien dienen te zijn van een halsband met de gegevens van de eigenaar. In de
andere gemeenten geldt deze regel niet. Het is onduidelijke of nog een overblijfsel
is van de hondenbelasting vroeger?
Met uitzondering van Blankenberge en Tongeren dient men in alle gemeenten de
hond aan een korte leiband te houden wanneer men zich op openbaar terrein
bevindt.
Enkel in Oostende, Hasselt, Ieper, Brugge en de Panne dient men een
kwaadaardige hond te muilbanden. De overige gemeenten vermelden hier niets
over. Wat verstaan wordt onder een kwaadaardige hond is niet echt duidelijk. Gaat
het hier over honden van bepaalde vechtrassen zonder meer (zoals de Pitbull),
over honden die uitvallen naar andere honden of over honden die een gevaar
kunnen zijn voor andere personen?
Slechts de helft van de gemeenten (Oostende, Harelbeke, Brugge, Tongeren en
Knokke-Heist) vermelden welke sancties er staan op het niet opruimen van
hondenpoep. In het politiereglement van de andere gemeenten is hier niets over te
vinden. Houdt dit dan in dat in deze gemeenten het achterlaten van hondenpoep
niet gesanctioneerd wordt? Ook zijn er verschillen te vinden tussen de soorten
sancties die gegeven worden, nl. GAS of niet, een bijkomende belasting, welke
som (€ 13 in Harelbeke - € 250 in De Panne), … Hierop wordt later dieper
ingegaan.
In het politiereglement van de gemeenten Gent, Blankenberge en Ieper staat niets
vermeld over de verplichting van het al dan niet bijhebben van hondenpoepzakjes.
De overige gemeenten verplichten dit wel (en is dit ook opgenomen als
verordening). Betekent dit dan strikt genomen dat in de eerstgenoemde
gemeenten het dus niet verplicht is een hondenpoepzakje bij te hebben wanneer
men de hond uitlaat?
108
In zeven van de gecontacteerde gemeenten nl. Oostende, Hasselt, Harelbeke,
Brugge, Roeselare De Panne en Knokke-Heist staat in het politiereglement
vermeld dat de uitwerpselen van de hond steeds opgeruimd moeten worden m.b.v.
een daartoe bestemd zakje. Het zakje mag alleen gedeponeerd worden in de
stedelijke afvalbakken, de hondenpoepafvalbakken of meegegeven worden met
het gewone huisvuil. Bij Gent, Blankenberge, Ieper en Tongeren is hier niets van te
vinden. Houdt dit dan in dat in deze gemeenten geen opruimplicht geldt?
Gent, Blankenberge en Knokke-Heist vermelden niet dat hondeneigenaars ervoor
moeten zorgen dat honden het openbaar domein niet bevuilen met hun
uitwerpselen. In de andere gemeenten is dit wel het geval.
Met uitzondering van Oostende, Blankenberge, Roeselare en Tongeren hebben
alle gemeenten een verordening opgenomen betreffende de plaatsen waar honden
al dan niet toegelaten zijn. Zo zijn honden in openbare gebouwen, zwembaden,
gemeentelijke sporthallen, op sportterreinen en op begraafplaatsen in de meeste
gemeenten niet toegelaten.
Tenslotte zijn nog een aantal verschillen te vinden in meerdere verordeningen
betreffende honden maar die hier minder van belang zijn. Vandaar ze hieronder
enkel opgesomd worden:
- Passende maatregelen nemen om te beletten dat de hond zou ontsnappen
van een privaat erf naar een ander privaat erf, een openbare plaats of een
openbare weg;
- personen die gemachtigd zijn om vaststellingen te doen;
- sancties voor personen die honden aanhitsen, ze niet tegenhouden wanneer
ze voorbijgangers aanvallen of vervolgen, of ze tegen andere dieren of
mensen doen vechten, ze doen aanvallen, ze vervolgen, bang of woedend
maken, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt;
- het nemen van maatregelen opdat het geblaf van de hond niet storend zou
zijn voor de omwonenden.
- het verbod om honden onbewaakt te laten rondlopen.
We kunnen dus algemeen concluderen dat iedere gemeente een aantal
verordeningen betreffende honden en hondenpoep in het plaatselijk
politiereglement heeft opgenomen naargelang bepaalde inbreuken veel of weinig
voorkomen.
Het grote voordeel van de invoering van GAS is dat de wetgevende bevoegdheid
op gemeentelijk niveau is terecht gekomen wat met zich meebrengt dat iedere
gemeente de aanpak van kleine overlastfenomenen volledig kan afstemmen op de
109
eigen behoeften.
Dit heeft als nadeel dat er zo duidelijke verschillen en nuances ontstaan in de
wetgeving tussen de gemeenten onderling waardoor het niet altijd evident is om op
de hoogte te zijn van wat men moet doen om in regel te zijn.
Om aan dit euvel het hoofd te kunnen bieden zou het misschien interessant zijn
om de gemeentelijke regelgeving over honden en hondenpoep uniformer te
maken, met de mogelijkheid tot enkele uitbreidingen naargelang de eigen
behoeften. Vooral voor de kustgemeenten zou een grotere uniformiteit in de
regelgeving m.b.t. het strand aangewezen zijn, m.n. de periodes wanneer honden
toegelaten zijn. Dit zou het al een heel stuk eenvoudiger maken voor de
wandelende hondenliefhebber.
1.5.3 Sensibilisatie- en informatiemateriaal
Gemeenten Brochures Flyers Affiches Banners Artikels
Oostende “Wij en uw
hond… dikke
vrienden?”
“Baltazaar
heeft het
voor elkaar!”
4-talig:
honden-
poep moet
opgeruimd
worden
“Baltazaar
wil elk
kakje in
een zakje!”
In het
tijdschrift
de Grote
klok
Hasselt Honden-
poep op
straat wordt
niet
getolereerd
Gent “Wegwijs
naar de
hondentoilet-
ten in Gent”
“Leidraad
voor
hondenbezitt
ers”
Opruim-
plicht
Ga met uw
hond naar
een
hondentoi-
let
“n Hoopje
ellende?
Laat afval
niet
zwerven!”
Harelbeke “Doe een In de
110
kakje in een
zakje!”
Hondenpoep
-actie van
maart 2006
Infokrant
Blankenberge Locaties
hondenpoep
buizen
De afvalgids
In
magazine
Info
Blanken-
berge
Ieper “Opgeruimd
staat Iepers!”
In de
Afvalkrant
Brugge “Uw baasje
ook al
zindelijk?”
“Uw baasje
ook al
zindelijk?”
Roeselare “Wij ruimen
het op”
Honden-
poep dient
opgeruimd
te worden
Honden-
poep dient
opgeruimd
te worden
Honden-
poep
dient
opge-
ruimd te
worden
Tongeren ja
De Panne “Mijn baasje
schept op”
“Zeg me
waar en
wanneer”
Campag-
nebeeld
van 2009
Knokke-Heist “Wat mag en
wat mag
niet”
“Schep op
die
hondenpoep
… tenzij uw
hond het in
een
“Vrolijk
Pasen, hou
de buurt
proper!”
“Schep op
die honden-
poep!”
111
hondenhokje
doet!”
“Oog voor
afval”
“Afvalwijzer”
Tabel 5: overzicht info- en sensibilisatiemateriaal
Hondenpoep op de stoep is altijd één van de grootste ergernissen van de burgers
geweest en nu nog altijd. Het is een vorm van zwerfvuil dat hinder veroorzaakt –
wie is er nog nooit ingetrapt? – maar het is ook een bron van bacteriën. Daarom is
het verwijderen van hondenpoep een must, en moet elke hondeneigenaar
aangezet worden om de uitwerpselen van zijn of haar hond op te ruimen, telkens
wanneer hij of zij de hond uitlaat op openbare plaatsen.
De gemeente dient hier de burger op zijn verantwoordelijkheid te wijzen, en de
nodige middelen ter beschikking te stellen om de burger te helpen de hondenpoep
op te ruimen, wat alle gecontacteerde gemeenten reeds gedaan hebben (en nog
steeds doen).
Logistieke inbreng alleen is niet voldoende, het probleem moet ook regelmatig in
de aandacht gebracht worden en de burger moet ook voortdurend gesensibiliseerd
worden om zijn verantwoordelijkheid hierin op te nemen. Hierbij dienen
verschillende informatiekanalen aangewend te worden. Dit kan gebeuren door het
o.a. verdelen van posters en folders (Oostende, Hasselt, Gent, Harelbeke,
Blankenberge, Brugge, Roeselare, Tongeren, De Panne en Knokke-Heist) en het
publiceren van artikels in plaatselijke tijdschriften, krantjes, …(Harelbeke,
Oostende, Blankenberge en Ieper).
Uit de rondvraag bleek dat bijna alle gemeenten op de een of andere manier
sensibilisatie- en informatiemateriaal over honden en hondenpoep ter beschikking
hadden. Dit bewijst toch dat er de nodige aandacht geschonken wordt aan de
hondenpoepproblematiek en het onder de bevolking leeft. Het geeft toch een
meerwaarde aan de gemeente als er brochures, folders, flyers verkrijgbaar zijn. Op
deze manier wordt de inwoner/toerist bewust gemaakt dat deze gemeente de strijd
met hondenpoep aangaat en inspanningen levert om de eigen gemeente proper te
maken/houden. De meeste folders bevatten een plan van de locatie van de
hondentoiletten, hondenloopweides, hondenpoepafvalbakken en/of
hondenpoepbuizen.
112
Sommige gemeenten zoals Oostende ontwierpen zelfs een volledige folder waarin
niet alleen praktische informatie over o.a. de identificatie en registratie van honden
aan bod komt maar ook een woordje uitleg staat over de algemene verzorging van
honden. Op deze manier wordt ook eens op een positieve manier aandacht
besteed aan honden want de hondenpoepproblematiek stelt honden meestal in
een negatief daglicht.
Niet alleen folders en brochures zijn geschikt als sensibilisatiemateriaal. Ook flyers,
affiches, banners en andere zijn al nuttig gebleken.
Zoals hierboven vermeld draagt sensibilisatie- en informatiemateriaal zeker bij in
de strijd tegen de hondenpoep maar bij de ontwikkeling ervan dienen toch een
aantal zaken in acht genomen te worden. Het taalgebruik dient eenvoudig maar
niet betuttelend te zijn (als norm wordt aangenomen om een taalgebruik dat een
12-jarige zou begrijpen te gebruiken), aantrekkelijk (kleuren die aanspreken,
bepaalde figuren die in het oog springen) maar niet overdreven waardoor de
aandacht van de inhoud afgeleid wordt, kort (een folder met 10 bladzijden
doorlopende tekst zal niemand lezen) en de folder dient volledig aangepast te zijn
aan het doelpubliek. In dit geval bestaat het doelpubliek uit zowel inwoners als
toeristen, 2 groepen die toch een verschillende aanpak vragen. Zo dienen folders
en brochures bestemd voor toeristen opgesteld te zijn in 4 talen (Nederlands,
Engels, Frans en Duits) terwijl folders voor inwoners enkel in het Nederlands
dienen geschreven te zijn.
Belangrijk is dat zowel inwoners als toeristen gemakkelijk toegang hebben tot deze
folders, flyers, affiches, … In alle gemeenten die sensibilisatie- en
informatiemateriaal hadden, was dit het geval. Zo wordt dit materiaal best ter
beschikking gesteld aan de balie van het stadhuis, in toerismebureaus, in de
milieudienst, … met andere woorden op plaatsen waar veel inwoners en/of
toeristen komen.
113
1.5.4 Handhavers
Gemeenten GAS Politie Zoneverant-
woordelijke
groendienst
Gemeen-
schaps-
wachten
Beëdigede
ambtenaren
Vesting-
wachter
Oostende OK OK OK
Hasselt OK
Gent OK OK
Harelbeke OK OK
Blankenberge OK OK
Ieper OK OK OK
Brugge OK OK
Roeselare OK
Tongeren OK
De Panne OK
Knokke-Heist OK OK
Tabel 6: overzicht handhavers
Zoals vermeld in hoofdstuk 1.4.4 gaan in alle gecontacteerde gemeenten
handhavers regelmatig de baan op om hondenbaasjes die de drollen van hun
geliefde viervoeter niet opruimen op heterdaad te betrappen. Ook voeren ze op
geregelde tijdstippen controles uit over het al dan niet bijhebben van een
hondenpoepzakje. In de steden Oostende, Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en
De Panne gebeurt dit door de GAS-ambtenaren.
In Blankenberge nemen de beëdigde ambtenaren deze taak voor hun rekening.
En in Ieper, Brugge en Knokke-Heist gebeuren deze controles door de
gemeenschapswachten en de politie.
Hondenbezitters die tegen de lamp lopen worden gesanctioneerd (belasting en/of
administratieve geldboete) maar diegenen die de hondenpoep opruimen
ontvangen soms een beloning onder de vorm van een sleutelhanger of
hondenpoepzakjes (Oostende, Gent en Ieper).
Handhavers in het straatbeeld zorgen voor een grotere sociale controle. Als
mensen merken dat er controles gehouden worden i.v.m. het opruimen van
hondenpoep zijn ze, uit schrik voor een boete, vlugger geneigd zich hieraan te
houden. Deze negatieve benadering leidt evenwel niet tot een gedrags- en
114
mentaliteitsverandering bij de hondenbaasjes. Eens de controleurs verdwenen zijn,
verdwijnt ook dikwijls de wil om de hondenpoep op te ruimen.
Een positieve benadering daarentegen zou misschien een betere oplossing zijn.
Een beloning in de vorm van een leuk gadget (sleutelhanger, hondenpoepzakjes,
…) zet hondenbaasjes vlugger aan om de hondenpoep op te ruimen. Op deze
manier wordt het gewenste gedrag bekrachtigd en niet het ongewenste gedrag
bestraft.
Bij de aanstelling van controleurs dienen enkele aandachtspunten in acht genomen
te worden.
Een goede handhaver is tactvol en draagt enthousiasme voor het vak uit. Het doel
van zijn werk is o.a. mentaliteitsverandering, dus het overbrengen van de moraal is
minstens zo belangrijk als het uitschrijven van PV’s.
Er mag bij de burgers geen enkele twijfel over bestaan met wie ze te doen hebben
als ze worden aangesproken door de controleur. Een professioneel uniform is
hiervoor een voorwaarde. Voor de handhaver zelf is het belangrijk dat zijn uniform
bijdraagt aan een professionele uitstraling en het zijn veiligheid waarborgt.
In Ieper, Brugge en Knokke-Heist dragen de gemeenschapswachten onderstaand
uniform (een paarse winterjas, een paarse jas tussenseizoen, een paarse
windjekker, een paarse fleece trui, een wit T-shirt, een wit poloshirt of een wit
hemd, een donkergrijze of zwarte broek, grijze of zwarte schoenen en een paarse
pet).
115
Figuur 24: uniform van gemeenschapswacht
GAS-ambtenaren dragen hetzelfde uniform als gemeenschapswachten maar
dragen bovendien nog een armband waarop ‘vaststeller’ staat.
Figuur 25: armband GAS-ambtenaar
116
Omdat het bijzonder moeilijk is om mensen op heterdaad te betrappen was het
nodig dat een handhaver kon controleren op gemakkelijk toetsbare feiten. Hiervoor
werd de verplichting van het bijhebben van een opruimmiddel ingevoerd
(Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne). Door
deze verplichting kan de handhaver controleren op de opruimplicht. De gebruikte
zakjes mogen ofwel in de gewone afvalbakken/hondenpoepafvalbakken gegooid
worden ofwel meegenomen worden naar huis (en daar bij het restafval gegooid
worden). Dit staat ook uitdrukkelijk vermeld in het plaatselijke politiereglement.
De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben
van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet.
Een GAS-bevoegdheid is een minimale vereiste. Een handhaver die geen sancties
kan opleggen wordt niet serieus genomen.
1.5.5 Dispensers met gratis hondenpoepzakjes
Gemeenten Dispensers met
gratis
hondenpoepzakjes
Stop gezet wegens
misbruik
Oostende
Hasselt OK
Gent
Harelbeke OK
Blankenberge OK
Ieper
Brugge
Roeselare
Tongeren OK
De Panne
Knokke-Heist
Tabel 7: overzicht dispensers met hondenpoepzakjes
In de strijd tegen hondenpoep nemen de meeste gemeenten allerlei maatregelen
gericht op de sensibilisatie van de hondeneigenaars en bieden ze hulpmiddelen
aan om het opruimen van hondenpoep te vergemakkelijken.
117
Zo stellen enkele gemeenten hondenpoepzakjes ter beschikking. Dit kan in het
gemeente- of stadhuis maar ook in andere openbare gebouwen, lokale
handelszaken, dierenartsen en/of apothekers. Het meest effectieve is dat de
zakjes ter beschikking worden gesteld op plaatsen waar het probleem zich
manifesteert, doch dit kan nog al eens praktische problemen met zich
meebrengen. Deze zakjes zijn alleen een tegemoetkoming aan de burgers, voor
het geval een zakje van thuis ontoereikend is. De zakjes uit de dispensers pleiten
niemand vrij van het bijhebben van hondenpoepzakjes.
Zo werden in Hasselt, Harelbeke, Blankenberge, Brugge en Tongeren op plaatsen
waar veel honden komen dispensers met bijhorende hondenpoepafvalbak voorzien
waar hondeneigenaars gratis hondenpoepzakjes konden bekomen. Jammer
genoeg werd hier vaak misbruik van gemaakt (en namen de mensen veel meer
zakjes dan nodig) waardoor deze dienst in de steden Hasselt en Blankenberge
afgeschaft werd. In Harelbeke werden stickers (zie bijlage) op de dispensers
aangebracht met de boodschap zuinig met de zakjes om te gaan en er geen
misbruik van te maken.
Dit is een spijtige zaak aangezien op die manier ook de hondenbaasjes die hun
verantwoordelijkheid opnemen gestraft worden.
Als alternatief bieden sommige gemeenten waaronder Harelbeke en De Panne
hondenpoepzakjes aan tegen een democratische prijs.
Het is nog niet echt duidelijk of van deze dienst veel gebruik gemaakt wordt.
In Oostende, Hasselt, Harelbeke, Brugge, Roeselare, Tongeren en De Panne is
het verplicht om zakjes bij te hebben tijdens het uitlaten van de hond, zodat de
uitwerpselen opgeruimd kunnen worden. De gebruikte zakjes mogen in de
gewone afvalbakken/ hondenpoepafvalbakken gedeponeerd worden alsook
meegenomen worden naar huis (en daar bij het restafval gegooid worden). Dit
staat ook uitdrukkelijk vermeld in het politiereglement.
De steden Gent, Blankenberge, Ieper en Knokke-Heist verplichten het bijhebben
van dergelijke zakjes tijdens het uitlaten van de hond niet.
Ondanks de inspanningen van de gemeenten blijken sommige initiatieven niet te
werken en dient gezocht te worden naar andere oplossingen. Het aanbieden van
gratis hondenpoepzakjes is er zo een van. In de meeste gemeenten werd hier
jammer genoeg misbruik van gemaakt waardoor deze dienst afgeschaft werd. Het
gratis aanbieden van zaken heeft dikwijls niet het gewenste effect en werkt
hebzucht in de hand. Het is beter om enige vorm van engagement van de mensen
te verwachten. Dit kan bereikt worden door bij het aanbieden van een dienst (vb.
118
gratis hondenpoepzakjes) er iets tegenover te stellen. In dit geval vb. een kleine
financiële bijdrage. Ook hier is nog ruimte voor initiatieven.
Enkele gemeenten in Nederland, waaronder Leeuwarden, maken sinds 2009
gebruik van biologisch afbreekbare hondenpoepzakjes (Biobags). Deze zakjes
breken tussen de 3 en 6 weken volledig af waardoor alleen de hondenpoep
overblijft in de ondergrondse container van het Gepp hondentoilet (zie volgende
hoofdstuk). In tegenstelling tot België worden deze zakjes niet gratis aangeboden
op plaatsen waar veel honden komen maar wel huis aan huis verdeeld en
beschikbaar gesteld in buurthuizen, verenigingsgebouwen, … Op deze manier is
er toch nog enige vorm van controle op misbruik mogelijk en zou een beter
alternatief kunnen bieden voor de dispensers met gratis hondenpoepzakjes bij ons.
Deze zakjes worden in Nederland in combinatie met het Gepp hondentoilet
gebruikt en bieden tal van voordelen:
- Stevig 100% afbreekbaar materiaal;
- niet doorzichtig;
- milieuvriendelijk (verminderd gebruik van “gewoon plastiek”, dus beter voor
het milieu);
- minder afvoerkosten voor de gemeente (als de hondenpoepvoorzieningen
worden geleegd);
- samen met de Gepp hondentoilet een geschikte voorziening op het gebied
van hondenpoep;
- zakjes kunnen in twee types dispensers aangeboden worden.
Het is niet duidelijk in welke mate de hondenpoepzakjes bij ons biologisch
afbreekbaar zijn.
4
119
1.5.6 Hondentoiletten
1.5.6.1 Situatie in België
Gemeenten Hondentoilet
Oostende OK
Hasselt OK
Gent OK
Harelbeke
Blankenberge OK
Ieper OK
Brugge OK
Roeselare
Tongeren OK
De Panne OK
Knokke-Heist OK
Tabel 8: overzicht hondentoiletten
Hondentoiletten zijn speciaal afgebakende zones in de stad en zijn aangepast aan
de omgeving en de inplantingplaats. Zo blijft de hinder voor omwonenden tot een
minimum beperkt. De materialen zijn gekozen in functie van de duurzaamheid en
het gemak van onderhoud. Dolomiet en rijnzand als bodembedekking en houten
dwarsliggers met een betonnen afboording vormen de basismaterialen. In
Oostende, Hasselt, Gent en Knokke-Heist worden de toiletten zesmaal per week
schoon gemaakt; in Blankenberge zelfs 7 op 7. Ieper is de enige gemeente waar
de toiletten slechts wekelijks gereinigd worden. De volgende instanties zijn
hiervoor verantwoordelijk: reinigingsdienst (Oostende, Ieper en De Panne),
milieubuurtwerkers (Gent), technische dienst (Tongeren), gemeentelijke
milieuwerkers (Knokke-Heist) en Dienst Leefmilieu (Brugge).
Het schoonmaken gebeurt in gewone werkkledij en handschoenen.
Om de geurhinder zoveel mogelijk te beperken worden verscheidene maatregelen
genomen waaronder het wekelijks ontsmetten van de toiletten met Capturine®
(Oostende, Hasselt, Blankenberge, Ieper, De Panne en Knokke-Heist) of
FrescureExtract® (Gent en Brugge) en het volledig vernieuwen van de aangelegde
dolomietzone (enkele keren per jaar). Capturine® is een biologisch product dat op
120
een enzymatische manier ‘stankbronnen’ elimineert. De specifieke micro-enzymen
zetten urine om in stikstof, koolzuur en water waardoor er geen schadelijke stoffen
zoals ammoniak (en dus ook geen geur) meer vrijkomen. Bovendien bevat het een
detergent dat zorgt voor een reinigende werking. FrescureExtract® is een
gelijkaardig product.
Op de vraag wat de achterliggende reden was bij de keuze van reinigingsproduct
bleef men het antwoord schuldig.
Een vergelijkende studie omtrent de specifieke werking van deze twee producten
zou misschien interessant zijn om te bepalen welk product het meest geschikt is
om voor deze doeleinden te gebruiken.
Met uitzondering van de steden Roeselare en Harelbeke, beschikken alle
gecontacteerde steden over hondentoiletten. Harelbeke beschikte vroeger ook
over hondentoiletten maar heeft een aantal jaar terug beslist deze te verwijderen
daar ze niet gebruikt werden. De reden hiervoor is tot nog toe onbekend.
Misschien beschouwden de inwoners ze niet hygiënisch of dienden ze te ver te
lopen.
Roeselare achtte hondentoiletten niet proper en onhygiënisch. Bovendien brengen
hondentoiletten weer meer werk met zich mee op het gebied van onderhoud en
reiniging en zorgen ze vaak voor geuroverlast. Vandaar de beslissing om er geen
te plaatsen.
De hondentoiletten worden op strategische plaatsen ingericht, met name o.a. langs
wandelpaden, aan de in-en/of uitgangen van parken, …
In Blankenberge bepaalde men op basis van de gegevens van de hondenbelasting
waar de meeste honden zich bevonden en op deze plaatsen werden de
voorzieningen vervolgens ingericht.
In het merendeel van de gemeenten kunnen inwoners een aanvraag indienen voor
het bijplaatsen/verwijderen van een hondentoilet. Eenmaal per jaar worden dan
alle aanvragen bekeken en nagegaan of de aanvraag al dan niet gegrond is. Na
een grondige evaluatie wordt tenslotte tot actie overgegaan.
Om na te gaan of de hondentoiletten effectief gebruikt worden, houdt men in Gent,
Blankenberge, Oostende en Knokke-Heist statistieken bij van het aantal drollen dat
uit de hondentoiletten opgehaald worden. Op basis van deze gegevens wordt dan
eventueel overgegaan tot de plaatsing/verwijdering van een hondentoilet.
Uit de rondvraag bleek dat een hondentoilet toch ook niet de ideale oplossing is
voor het hondenpoepprobleem. De meest gehoorde klachten waren dat er toch
regelmatig gevallen van sluikstorten in de hondentoiletten vast gesteld wordt.
121
Mensen dumpen hier vaak hun kattenbakvulling in.
Verder komen regelmatig klachten binnen van geuroverlast en vinden vele
inwoners zo’n hondentoilet storend in het straatbeeld. Om zoveel mogelijk aan dit
probleem het hoofd te bieden is in Blankenberge elk hondentoilet omheind met een
aangepaste beplanting (vnl. klimop).
Bovendien zijn er zelfs gevallen bekend van mensen die persoonlijk gebruik maken
van zo’n hondentoilet!
Om die redenen is Blankenberge sinds enkele jaren bezig met het systematisch
vervangen van de hondentoiletten door hondenpoepbuizen (zie hoofdstuk 1.5.9).
Ondanks het feit dat de hondentoiletten praktisch dagelijks gereinigd worden en de
nodige aandacht besteed wordt aan het desinfecteren worden hondentoiletten
vaak nog als onhygiënisch beschouwd. Bovendien brengen ze toch heel wat extra
werk en kosten inzake onderhoud met zich mee.
Hoewel de hondentoiletten altijd zo ver mogelijk van de huizen vandaan geplaatst
worden rijzen er vaak protesten bij de plaatsing ervan. Aan de ene kant willen
hondeneigenaars een hondentoilet dicht in de buurt maar aan de andere kant “not
in my backyard”.
Algemeen kunnen we besluiten dat de meningen over hondentoiletten verdeeld
zijn. Gemeenten die er gebruik van maken zijn er matig positief over maar
ondervinden er vaak vele nadelen van.
Gemeenten die geen hondentoiletten gebruiken zijn van mening dat deze
onhygiënisch en te arbeidsintensief zijn.
Het idee achter de hondentoiletten is degelijk maar bij de huidige uitwerking komen
nog te veel problemen en nadelen voor.
1.5.6.2 Situatie in Nederland
Om de situatie in Nederland te schetsen halen we als voorbeeld de gemeente Ten
Boer aan.
Naar aanleiding van de Nota Lokaal gezondheidsbeleid 2003-2006 waaruit naar
voren is gekomen dat hondenpoep een van de grootste ergernissen was van de
inwoners van de Nederlandse gemeente Ten Boer is sindsdien het bestrijden van
hondenpoep een van de actiepunten in het gezondheidsplan geworden.
Het hondenpoepbeleid in deze gemeente werd grondig onder de loep genomen en
belangrijke wijzigingen werden aangebracht.
122
Om de inwoners zoveel mogelijk bij deze campagne te betrekken heeft de
gemeente een enquête afgenomen van zowel hondeneigenaars als niet-
hondeneigenaars waarbij o.a. volgende onderwerpen bevraagd werden:
- De mate van overlast door hondenpoep;
- soort hinder van hondenpoep;
- plaats van hondenpoepoverlast;
- redenen waarom hondenbaasjes zich niet aan de opruimplicht houden.
Samengevat zijn uit de enquête een aantal zaken naar voren gekomen waar in dit
beleid rekening mee is gehouden:
- Mensen moeten beter op de hoogte worden gebracht van de bepalingen in de
APV9, zowel over de opruim- als de aanlijnplicht;
- er moet begrip worden gecreëerd bij zowel hondenbezitters als niet-
hondenbezitters;
- er moeten (hondenpoep)bakken worden geplaatst waar mensen de
uitwerpselen van hun hond in kunnen gooien.
Om aan de opruimplicht te kunnen voldoen zorgde de gemeente voor voldoende
afvalbakken. Hiervoor werden twee varianten met elkaar vergeleken.
Variant 1: Traditionele afvalbak
Dit is de gemeentelijke afvalbak zoals wij die ook kennen.
9 APV= Algemene Plaatselijke Verordening
123
Variant 2: het Gepp hondentoilet
Dit systeem werkt met een ondergrondse betonnen bak van 400 of 500 liter. Via
een roestvrijstalen constructie kunnen de uitwerpselen worden ingeworpen.
De hondenpoep wordt met een zakje/schepje opgeruimd.
Figuur 26: opruimen van hondenpoep
En vervolgens in het hondentoilet gedeponeerd. Dit
systeem werkt hygiënisch omdat de hondenbezitter
de bak niet met zijn handen hoeft aan te
raken; openen gebeurt met een voetpedaal.
Figuur 27: openen van Gepp
Na inwerpen sluit de bak volledig af en geeft
bijgevolg geen stank.
Figuur 28: sluitsysteem Gepp
124
Het legen van de bakken hoeft slechts 1 of 2 maal
per jaar te gebeuren door middel van leegzuigen
met een kolkenzuiger en kan tegelijk met het
reguliere rioolonderhoud plaatsvinden.
Figuur 29: kolkenzuiger
Er zijn geen “harde regels” m.b.t. het gebruik van het Gepp hondentoilet. Beter
geen gebruik maken van gewone plastiek zakjes en vermijden dat het toilet
gebruikt wordt als een ‘gewone afvalbak’. Een filter in de put zorgt ervoor dat er
geen materialen in het riool terecht komen die er niet in horen. Echter door het
gebruik van biozakjes en/of papieren zakjes blijft er minder restafval over in de
container. Dit scheelt aanmerkelijk in de afvoerkosten.
De ondergrondse containers zouden in beperktere aantallen worden geplaatst dan
de afvalbakken in verband met het aspect van de hoge aanlegkosten.
Hiermee komen de aanlegkosten enigszins vergelijkbaar uit. In de
onderhoudskosten treedt een aanzienlijk verschil op, in het voordeel van de
containers.
De loopafstand tot een afvalbak is één van de belangrijkste overwegingen om
uitwerpselen al dan niet op te ruimen. Daarmee heeft het systeem van de
afvalbakken een groot voordeel ten opzichte van de containers. De kans bestaat
dat mensen de loopafstand tot een container te groot vinden en de uitwerpselen
daarom niet opruimen of in een normale afvalbak gooien. Hoewel het systeem met
de containers uiteindelijk goedkoper is dan het systeem van de bakken wordt de
effectiviteit hiervan beduidend minder groot geacht. Daarom koos Ten Boer voor
de traditionele afvalbakken.
125
In onderstaande tabel worden de voor-en nadelen van beide varianten nog eens
schematisch op een rijtje gezet.
Gewone afvalbak Ondergrondse container
Voordelen - aansluiting bij huidig
afvalbakkenbeleid
- uniformiteit: duidelijkheid
en rustig straatbeeld
- kan overal geplaatst
worden
- loopafstand gering
- hygiënisch, inwerpen
m.b.v. voetpedaal,
legen d.m.v.
kolkenzuiger
- onderhoudskosten nihil
Nadelen - minder hygiënisch: moet
zeer frequent handmatig
worden geleegd
- onderhoud verzaken geeft
stank
- onderhoudskosten hoog
- loopafstand relatief
groot: vermindert
doelmatigheid
- twee systemen:
onduidelijkheid
- kan niet overal
geplaatst worden,
zeker niet bij
aansluiting op riool
Indicatieve
kosten
- Aanleg: € 370/bak
- onderhoud:
€ 245/bak/jaar
- aanleg:
€ 2 000/container
- onderhoud:
€ 10/container/jaar
Tabel 9: vergelijking gewone afvalbak – ondergrondse container
1.5.6.3 Conclusie
Net zoals in België gebruiken veel gemeenten in Nederland hondentoiletten of
hondenstroken als oplossing voor hun hondenpoepprobleem. Uit evaluaties blijkt
het resultaat jammer genoeg tegen te vallen. Het blijkt dat dit soort voorzieningen
veel geld kosten, veel onderhoud vergen en ook dikwijls het doelwit zijn van
vandalisme. M.a.w. in Nederland ondervinden de gemeenten ongeveer dezelfde
problemen als wij.
126
In veel Nederlandse gemeenten wordt er echter wel voor dit soort voorzieningen
gekozen omdat voor hen de voordelen opwegen tegen de nadelen. Het wordt
namelijk als onwenselijk gezien om mensen overal de uitwerpselen van hun hond
te laten opruimen, simpelweg omdat dit veel onwil bij hondenbezitters opwekt en
het dan niet uitgevoerd wordt. Vooral grotere gemeenten kiezen voor deze
oplossing omdat het voor hun inwoners niet mogelijk is om hun hond altijd buiten
de bebouwde kom uit te laten. In Ten Boer is dit echter niet het geval: geen enkel
dorp is zo groot dat het voor mensen ondoenlijk is om hun hond buiten de
bebouwde kom uit te laten.
Vandaar dat in Ten Boer niet de behoefte bestaat om voorzieningen als
hondentoiletten aan te leggen. Deze zijn simpelweg te duur en vergen teveel
onderhoud in vergelijking met het geringe voordeel dat er voor deze gemeente uit
voort zal vloeien.
In grotere gemeenten daarentegen zou het Gepp hondentoilet een goed alternatief
kunnen zijn ter vervanging van het ‘klassieke hondentoilet’.
Het Gepp hondentoilet heeft een grote opslagcapaciteit onder de grond waardoor
deze, in tegenstelling tot het ‘klassieke hondentoilet’, slechts 1-2 keer per jaar
geleegd dient te worden, afhankelijk van de gebruiksfrequentie en het type.
De tegenargumenten zoals onhygiënisch en te arbeidsintensief zijn hier zeker niet
meer van toepassing.
Bovendien bestaat het Gepp hondentoilet in twee uitvoeringen: een model die
aangesloten kan worden op de riolering en een model zonder aansluiting. Het
eerste model heeft als groot voordeel dat de container (die zich onder de grond
bevindt) niet, of in elk geval, veel minder frequent geleegd dient te worden.
Wanneer veel mensen daarentegen, er materialen in gooien zoals (grote) plastiek
zakken en blikjes raakt de Gepp eerder ‘vol’. Deze materialen komen overigens
niet in het riool terecht vanwege de roestvast stalen filter die in de container is
aangebracht. Gevolg is echter wel dat het Gepp hondentoilet vaker geleegd dient
te worden.
Jammer genoeg is dit ook in België een vaak voorkomend probleem. Vaak
dumpen mensen allerlei zaken in een hondentoilet die er niet in thuis horen zoals
kattenbakvulling. Mogelijke oplossingen zouden hier nog voor gezocht dienen te
worden.
Indien de mensen de hondenpoep met een schepje, een papieren zakje of een 100
procent biologisch afbreekbaar zakje zouden opruimen dan zou de Gepp als het
ware als een 100 procent zelfreinigend system functioneren. De containers zouden
127
dan niet geleegd dienen te worden waardoor de onderhoudskosten dus ook
praktisch onbestaande zouden zijn.
1.5.7 Honden(losloop)weide
Gemeente Hondenlosloopweide Opruimplicht
Oostende OK
Hasselt OK
Gent OK
Harelbeke
Blankenberge OK OK
Ieper
Brugge
Roeselare
Tongeren OK OK
De Panne
Knokke-Heist
Tabel 10: overzicht hondenlosloopweide
Een losloopweide is een plaats waar de hond zijn poten kan strekken en ravotten
met andere soortgenoten en waar de aanlijnplicht dus m.a.w. niet geldt. Soms zijn
er enkele speeltoestellen voor de honden voorzien, zoals in Blankenberge.
Figuur 30: losloopweide in
Mechelen
128
Een hondenlosloopweide is vooral gelegen in stedelijke, dicht bewoonde zones
waar weinig open ruimte beschikbaar is. Deze gebieden genieten de voorkeur daar
hondenbezitters in buitenwijken meestal zelf een afgesloten tuin hebben of in de
buurt wel een weiland te vinden is waar de hond kan los lopen.
Een loopweide is geen hondentoilet en hier geldt dus wel de opruimplicht (Hasselt,
Gent, Blankenberge enTongeren). Enkel in Oostende dienen de drollen daar niet
opgeruimd te worden.
Een hondenlosloopweide is meestal
volledig omheind en kan i.v.m.
verkeersveiligheid volledig
afgesloten worden.
Figuur 31: losloopweide in Oostende
Gewoonlijk staat de gemeente zelf in voor het onderhoud.
In kleine gemeenten (met een kleine oppervlakte) is er over het algemeen minder
nood aan hondenlosloopweides daar de aanlijnplicht slechts in de bebouwde kom
geldt. De hondeneigenaars hoeven dus niet ver te lopen om de hond buiten de
bebouwde kom los te kunnen laten lopen.
Het is nog onduidelijk hoe de losloopweides gewaardeerd worden. Tijdens de
rondvraag is hier eigenlijk te weinig aandacht aan besteed en verder onderzoek
hieromtrent zou aangewezen zijn.
Uit de resultaten van de enquête die afgenomen is van 1 024 honden- en niet-
hondeneigenaars komt naar voren dat 85% (382 van de 451 hondenbaasjes) van
de respondenten aangeeft geen gebruik te maken van een hondenlosloopweide. In
de enquête wordt hier niet dieper op in gegaan dus het is onduidelijk wat de
achterliggende reden hiervoor is. Ook hier zou verder onderzoek aangewezen zijn.
129
Bij de inrichting van een losloopweide (en andere voorzieningen zoals
hondentoiletten) dienen toch een aantal zaken in acht genomen te worden.
Zo is de herkenbaarheid voor de stimulering van het gebruik erg belangrijk. De
voorzieningen moeten duidelijk worden aangegeven. Ook de op de plaats
geldende regels dienen duidelijk te worden vermeld.
Hier wringt het schoentje nogal dikwijls. Voor een toerist of een niet-inwoner van
de gemeente is het niet altijd even duidelijk welke regels waar van toepassing zijn,
bv. in een hondenlosloopweide. Terwijl in sommige gemeenten in deze voorziening
de opruimplicht geldt, is dit in andere gemeenten soms niet het geval. Hoewel alle
regels omtrent honden en hondenpoep in het plaatselijk politiereglement
opgenomen zijn, zijn deze voor niet-inwoners soms niet of moeilijk toegankelijk
(door bv. de vreemde taal).
Een goede afstand tot de voorziening is bovendien een absolute voorwaarde. Over
het algemeen is tot 200 meter van de woning voldoende voor een kleine
voorziening zoals een hondentoilet of hondenpoepafvalbak. Voor een grotere
voorziening, met name een hondenlosloopweide kan de afstand wat verder liggen.
Het is overigens van belang dat de voorziening dicht bij de woningen ligt, omdat
hierdoor het gebruik wordt bevorderd.
In een aantal Nederlandse gemeenten maakt men in plaats van hondentoiletten
gebruik van uitlaatgebieden. Uitlaatgebieden zijn grasveldjes die eens om de 7 –
10 dagen gemaaid en gereinigd worden met een poepzuiger (te vergelijken met de
hondenpoepmotor bij ons) of groenstroken die langs (fiets)paden en wegen aan de
rand van de bebouwde kom liggen en een paar keer per jaar gemaaid worden.
In uitlaatgebieden mogen honden al dan niet vrij rond lopen en hoeven de
uitwerpselen veelal niet opgeruimd te worden. Of juist wel en dan worden daartoe
speciale voorzieningen aangebracht (hondenpoepafvalbakken of gewone
afvalbakken).
Deze uitlaatgebieden zouden misschien een alternatief voor de hondentoiletten in
België kunnen bieden aangezien er toch enkele nadelen verbonden zijn aan het
gebruik van hondentoiletten. Verder onderzoek is hier wel aangewezen.
Door de uitlaatgebieden te concentreren wordt ook de overlast van hondenpoep
geconcentreerd, hetgeen een ontlasting betekent voor het overige grondgebied.
Ervaringen bij andere Nederlandse gemeenten leveren op dat het succes van dit
130
soort voorzieningen afhankelijk is van het comfort, de uitstraling, de
herkenbaarheid en de afstand tot de voorziening.
Onder comfort wordt verstaan het makkelijk bereikbaar zijn, het niet hoeven
opruimen van de uitwerpselen op de locatie en het toegankelijk zijn (de inrichting).
Een hygiënisch verantwoorde voorziening heeft uitstraling en nodigt meer uit voor
gebruik dan een verwaarloosde, vervuilde voorziening. Regelmatig onderhoud is
dan ook belangrijk, hierdoor blijft hygiëne op een verantwoord niveau en blijft de
voorziening aantrekkelijk voor gebruik.
Alle gecontacteerde Vlaamse gemeenten leveren hier voldoende inspanningen
aangezien geen enkele losloopweide er verwaarloosd bij lag.
Wat opviel tijdens de rondvraag was dat geen enkele losloopweide verlicht was.
Vooral tijdens de wintermaanden zijn de dagen veel korter en blijven de mensen
vroeger binnen. Het feit dat een hondenlosloopweide niet verlicht is, kan een van
de redenen zijn waarom mensen hier niet veel gebruik van maken (i.v.m.
veiligheid). Misschien ook een puntje dat nader onderzocht kan worden.
1.5.8 Hondenpretpark
Zoals reeds eerder vermeld beschikt Oostende als enige in Europa over een
hondenpretpark.
Het park kwam er voor Theater Aan Zee in 2007 en bleef na het evenement ook
behouden.
In de wijk “Nieuwe Stad” wonen 1 200 mensen en onderzoek heeft uitgewezen dat
30% van hen een hond heeft. Hondenpoep vormde hier bijgevolg een groot
probleem. Vandaar de oprichting van een hondenpretpark.
Het is een parkje met verschillende attributen voor honden en waar honden vrij
rond mogen crossen. De hondenpoep dient wel opgeruimd te worden aangezien
hier de opruimplicht geldt.
Maar het hondenpretpark kreeg nog een andere functie. Het is niet alleen een
plaats waar honden kunnen ravotten, het moest ook een ontmoetingsplaats voor
mensen worden.
Hoewel dit een ludieke actie was waarbij de hondenpoepproblematiek weer eens
onder de aandacht gebracht werd en ook de honden op een positieve manier
benaderd werden is het niet echt duidelijk of hondeneigenaars hier sindsdien veel
gebruik van maakten. Het is een leuk initiatief maar of de inrichting van een
131
hondenpretpark daadwerkelijk een meerwaarde betekent voor het
hondenpoepbeleid in België is onwaarschijnlijk.
1.5.9 Hondenpoepbuizen
Blankenberge en De Panne gebruiken als enige van de gecontacteerde
gemeenten hondenpoepbuizen i.p.v. hondenpoepafvalbakken.
De noodzaak om een nieuw duurzaam recipiënt te ontwerpen om de
hondenpoepzakjes in te deponeren kwam er nadat het stadsbestuur problemen
met hondenpoepoverlast bleef ondervinden ondanks alle geleverde inspanningen
en genomen maatregelen.
Het bijplaatsen van gewone afvalbakken was geen optie, omdat iedere bijkomende
gemeentelijke afvalbak een bijkomende bron van sluikstort vormde.
Bij het ontwerp werd gelet op verschillende factoren zoals lediging,
gebruiksgemak, geurhinder, herkenbaarheid, visuele hinder, aanleiding gevend tot
sluikstorten, vandalisme, veiligheid voor gebruikers en werknemers, …
Na enkele voorontwerpen was de hondenpoepbuis geboren: een kantelende
kegelvormige buis met een klein deksel boven voor het deponeren, en een groter
deksel onder voor de lediging. De buis wordt vast gezet aan zijn frame d.m.v. een
hangslot. Door het hangslot te openen kan de buis kantelen voor lediging.
In 2003 werden, bij wijze van pilootproject, een drietal hondenpoepbuizen
geïnstalleerd in Blankenberge. Sindsdien zijn er nog heel wat bijgekomen en het
gemeentebestuur is er nog altijd zeer tevreden over.
Naast de hondenpoepbuizen staan er ook verschillende hondentoiletten maar
wegens het toegenomen aantal klachten (zoals vermeld in hoofdstuk 1.4.9) wordt
het aantal langzaamaan afgebouwd en vervangen door hondenpoepbuizen.
Het stadsbestuur van Blankenberge heeft beslist om het aantal hondentoiletten
langzaamaan af te bouwen en te vervangen door hondenpoepbuizen. Het
onderhoud en de reiniging van de toiletten acht het stadsbestuur ook
arbeidsintensiever dan van de poepbuizen.
De hondenpoepbuizen hebben nog een aantal voordelen t.o.v. de gewone
afvalbak. Zo zijn hondenpoepbuizen (praktisch) niet vandalismegevoelig. De eerste
132
buizen die zeven jaar geleden in Blankenberge geïnstalleerd zijn, zien er nog zo
goed als nieuw uit. De hondenpoepbuizen zorgen niet voor een verloedering van
het straatbeeld, hondentoiletten en afvalbakken daarentegen wel. Terwijl in en
rond gewone afvalbakken heel vaak huisvuil gedumpt wordt, komt dit bij
hondenpoepbuizen praktisch niet voor. Om sluikstorten tegen te gaan werd de
opening bovenaan verkleind maar jammer genoeg kunnen Aquaruisflesjes er net
wel in.
Een vaak gehoorde klacht van hondentoiletten is dat ze, voornamelijk tijdens
warme maanden, geurhinder met zich meebrengen. Bij hondenpoepbuizen is dit
beduidend minder of zelfs onbestaande.
Tijdens de rondleiding van de ‘hondenpoepbrigade’ kwam duidelijk naar voor dat
het reinigen van de hondenpoepbuizen veel minder tijd in beslag nam en
eenvoudiger uit te voeren was. Kortom, hondenpoepbuizen zorgt voor een daling
van de kosten voor onderhoud.
Naar het voorbeeld van Blankenberge heeft De Panne sinds enkele jaren ook
hondenpoepbuizen in gebruik. Ook in deze gemeente zijn de resultaten positief.
De zoekopdracht ‘hondenpoepbuizen’ op internet toont dat deze buizen stilaan
maar zeker de markt aan het veroveren zijn. Steeds meer steden en gemeenten
ruilen de gewone afvalbakken om voor hondenpoepbuizen.
Een bijkomend pluspunt is dat in alle gemeenten waar zo’n buizen geïnstalleerd
zijn, hetzelfde type gebruikt wordt. Dit zorgt ervoor dat hondenpoepbuizen overal
herkenbaar worden en de mensen direct door hebben waarvoor ze dienen. Dit in
tegenstelling tot hondenpoepafvalbakken waarvan de uiterlijke vorm meestal
verschilt van gemeente tot gemeente waardoor het op den duur moeilijk wordt om
te weten in welke afvalbakken de hondenpoep gedeponeerd mag worden. Maar
daarover meer verder in dit hoofdstuk.
Toch zijn niet alle gemeenten overtuigd. Zo staat Knokke-Heist niet achter het idee.
Voor deze gemeente wegen de voordelen niet op tegen de nadelen. Zo haalt het
stadsbestuur het argument aan dat de hondenpoepzakjes die uit de
hondenpoepbuizen opgehaald worden niet gerecycleerd worden maar allemaal bij
het restafval belanden. Doordat de hondenpoep samen met het plastiek zakje in de
buis gedeponeerd wordt, kunnen deze twee zaken niet apart gerecycleerd worden.
Dit probleem zou kunnen opgevangen worden door over te schakelen op
biologisch afbreekbare zakjes.
Als tweede argument haalt het stadsbestuur aan dat voor de lediging van de
133
hondenpoepbuizen een extra ronde dient voorzien te worden, wat dan weer kosten
met zich meebrengt. Dit argument kan weerlegd worden door het feit dat wanneer
de gemeente zou overschakelen op hondenpoepbuizen en alle
hondentoiletten/hondenpoepafvalbakken zou verwijderen er zo tijd en middelen
zouden vrijkomen en dus geen extra kosten met zich zou meebrengen, in
tegendeel zelfs. Door de gebruiksvriendelijkheid kan zelfs tijd gewonnen worden.
Verder heeft de gemeente twijfels over het feit dat hondenpoepbuizen geen, of
toch veel minder, aanleiding geven tot sluikstorten.
Als laatste argumenteert de gemeente dat de hondenpoep in de gewone
afvalbakken gedeponeerd mag worden waardoor er dus geen nood is aan een
alternatief voor hondenpoep.
Hieronder staan de voor- en nadelen van een hondenpoepbuis nog eens kort
samengevat:
Voordelen hondenpoepbuizen Nadelen hondenpoepbuizen
- minder plaats nodig dan voor
hondentoilet
- de hondenpoep komt eerst op de
stoep terecht
- hond kan zelf plaats kiezen waar
hij behoefte doet
- als het gebruikt wordt voor ander
afval is het legen juist moeilijker
dan een hondentoilet
(Aquariusflesjes geraken er juist in.)
- reinigen vraagt minder werk voor
stadsarbeiders dan bij
hondentoilet
- eventueel een extra ronde voor
het ledigen van de buizen
- verstoort het uitzicht niet/minder,
is esthetisch
- gebruiksvriendelijk
- herkenbaar
- eenvoudig
- niet vandalismegevoelig
- geen geurhinder
Tabel 11: voor- en nadelen van hondenpoepbuizen
134
Het komt er dus op aan dat elke gemeente de voor-en nadelen voor zichzelf
afweegt om na te gaan of hondenpoepbuizen al dan niet bruikbaar zouden zijn.
1.5.10 Kliklijn
Enkel in de steden Oostende, Hasselt en De Panne is er een kliklijn voor
hondenpoep (of sluikstorten in het algemeen). Inwoners die hondenbaasjes
betrappen op het niet opruimen van hondenpoep kunnen een telefoontje plegen
naar het nummer van de kliklijn. Wanneer de dader gevonden wordt, krijgt deze
een sanctie voor het niet opruimen van hondenpoep.
Na afloop wordt het resultaat gecommuniceerd naar de beller.
In de andere gemeenten kunnen de inwoners met hun klachten ook altijd
telefonisch terecht op de milieudienst van de gemeente.
Of mensen veel gebruik maken van deze dienst is nog niet duidelijk.
Aangezien in alle gemeenten de inwoners bij verschillende instanties terecht
kunnen met hun klachten, is zo’n kliklijn misschien minder aangewezen.
1.5.11 Hondenpoepmotor
Gemeente Hondenpoepmotor
Oostende afgeschaft
Hasselt
Gent afgeschaft
Harelbeke
Blankenberge OK, vervangen door
hondenpoepquad
Ieper
Brugge
Roeselare
Tongeren
De Panne
Knokke-Heist
Tabel 12: overzicht hondenpoepmotor
135
De steden Oostende, Gent en Blankenberge voerden de hondenpoepmotor in voor
de opruiming van hondenpoep.
Deze motors zijn uitgerust met een zuigsysteem die de hondenpoep op straat
opzuigt. De zuigmond is voorzien van een kabeltje dat water onder de hondenpoep
spuit om het vacuüm trekken van de hondenpoep bij het opzuigen te voorkomen.
Het grote nadeel van deze motor is dat er iemand beschikbaar moet zijn die in het
bezit is van een motorrijbewijs die bovendien een handige chauffeur is, daar er met
1hand dient gereden te worden.
In Oostende en Gent werd de hondenpoepmotor reeds afgeschaft wegens de
problemen ten gevolge van de instabiliteit wanneer de motor volgeladen was.
Blankenberge verving om deze redenen de 2 motors door quads.
Knokke-Heist daarentegen is van mening dat door het gebruik van de
hondenpoepmotor de verkeerde boodschap gecommuniceerd wordt naar de
inwoners. Aan de ene kant kan de hondendrol pas opgeruimd worden als hij er
effectief ligt. Aan de andere kant wordt de boodschap “Laat maar liggen, de stad
ruimt het wel op” gegeven als de hondenpoepmotor de drol opruimt.
1.5.12 Hondenpoepafvalbakken
Gemeente Hondenpoepafvalbak
Oostende OK
Hasselt OK
Gent
Harelbeke OK
Blankenberge
Ieper
Brugge
Roeselare
Tongeren OK
De Panne
Knokke-Heist
Tabel 13: overzicht hondenpoepafvalbakken
136
Oostende, Hasselt, Harelbeke en Tongeren hebben verspreid over het
grondgebied hondenpoepafvalbakken staan. Deze bakken dienen uitsluitend om
hondenpoep in te deponeren. Om geurhinder en sluikstorten tegen te gaan zijn
deze afvalbakken afgesloten met een metalen klep die volgens hetzelfde systeem
werkt als een stortkoker waardoor de toegang tot de bak beperkt wordt.
In de gemeenten Gent, Blankenberge, Ieper, Brugge, Roeselare en Knokke-Heist
mag de hondenpoep in de gemeentelijke afvalbakken gedeponeerd worden.
Deze afvalbakken worden minimaal elke week geleegd.
Een aantal steden, met in het bijzonder Harelbeke, ondervinden regelmatig hinder
van sluikstorten in de hondenpoepafvalbakken. Inwoners dumpen hun huisvuil in
de hondenpoepafvalbakken waardoor deze overvol raken en dus niet efficiënt
meer gebruikt kunnen worden. Dit probeert het stadsbestuur op te vangen door het
tijdstip van ledigen bij te houden en na te gaan wanneer de betreffende
hondenpoepafvalbak weer propvol zit (vb.: dinsdagmorgen wordt de bak geleegd
en ’s middags zit het alweer vol, klopt niet, in het oog houden).
Met uitzondering van Knokke-Heist zijn alle gemeenten van mening dat deze
afvalbakken voor een schonere leefomgeving zorgen. Mensen zijn vlugger geneigd
hun afval, waaronder ook hondenpoep, op te ruimen wanneer ze hiervoor de
gepaste voorzieningen aangeboden krijgen. Daarom worden op strategische
plaatsen zoals plaatsen waar veel honden en mensen komen extra voorzieningen
geplaatst.
Knokke-Heist daarentegen betwijfelt of het gemeentebestuur deze taak op zich
moet nemen. Door overal voorzieningen te plaatsen wordt eigenlijk de verkeerde
boodschap naar de inwoners gecommuniceerd, nl. dat het gemeentebestuur en
niet de inwoner zelf verantwoordelijk is voor zijn afval. Om de inwoner aan te
sporen zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn eigen afval (waaronder ook
hondenpoep) worden dus geen voorzieningen in het centrum geplaatst maar enkel
langs parken en plaatsen met veel groen.
Wat heel duidelijk naar voren kwam tijdens de rondvraag was dat elke gemeente
een eigen model/ontwerp van (hondenpoep)afvalbak gebruikt. Er is hier absoluut
geen uniformiteit. Daardoor is het soms geen evidentie om te weten welke
voorzieningen voor welke doeleinden bestemd zijn. Alleen al qua kleur bestaan er
137
vele variaties. Zo wordt in de ene gemeente rode, groene of blauwe
hondenpoepafvalbakken gebruikt, terwijl in andere gemeenten een
hondenpoepafvalbak aangeduid wordt d.m.v. een sticker. Ook het model verschilt
van gemeente tot gemeente: hondenpoepafvalbakken met dispenser,
hondenpoepafvalbakken zonder dispenser, hondenpoepafvalbak met metalen
deksel, hondenpoepafvalbak met kunststof deksel, hondenpoepafvalbak met
sticker en noem maar op.
Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen. Gebruik van
hondenpoepafvalbakken met dezelfde uiterlijke verschijning (kleur, vorm, model,
…) in alle gemeenten zorgt voor een toename van de herkenbaarheid. Zo zal er
dan geen verwarring meer bestaan of een bepaalde voorziening al dan niet voor
hondenpoep geschikt is, wat nu vaak nog wel het geval is.
Figuur 32: verschillende hondenpoepafvalbakken
138
Figuur 33: sticker voor aanduiding hondenpoepafvalbak
1.5.13 Hondenpoepmascotte
Gemeente Hondenpoepmascotte
Oostende OK
Hasselt OK
Gent
Harelbeke
Blankenberge
Ieper
Brugge In ontwerp
Roeselare
Tongeren
De Panne
Knokke-Heist OK
Tabel 14: overzicht hondenpoepmascotte
Een viertal gemeenten waaronder Oostende, Hasselt, Knokke-Heist en binnenkort
ook Brugge gaven aan met een hondenpoepmascotte te werken.
Het grote voordeel van het werken met een ‘hondenpoepmascotte’ is dat de
hondenpoepproblematiek een gezicht krijgt en op die manier meer ingang vindt bij
het grote publiek. Telkens een grote campagne gevoerd wordt met de mascotte in
de hoofdrol, komt deze problematiek nog eens onder de aandacht. Wanneer de
139
mascotte ook op de borden bij de hondentoiletten en –losloopweides prijkt, worden
de hondenbezitters herinnerd aan de grote campagne en zo nogmaals
aangespoord om de hondenpoep op te ruimen.
Het werken met een hondenpoepmascotte biedt dus zeker voordelen maar zoals
er te weinig uniformiteit bestaat omtrent de hondenpoepafvalbakken, zo is dit hier
ook het geval. Van de vier gemeenten die een hondenpoepmascotte hebben, is er
geen enkele dezelfde. Zo wordt bv. in Hasselt de afbeelding van een boerenfox
gebruikt en in Oostende een ludieke blauwe hond. Meer uniformiteit hieromtrent
zou aangewezen zijn.
1.5.14 Borden betreffende honden en hondenpoep
Gemeente Borden betreffende honden(poep)
Oostende OK
Hasselt OK
Gent OK
Harelbeke
Blankenberge OK
Ieper
Brugge OK
Roeselare
Tongeren OK
De Panne OK
Knokke-Heist OK
Tabel 15: overzicht borden betreffende honden en hondenpoep
Zoals reeds vermeld in de inleiding telt België met 10,4 per 100 inwoners meer
honden dan onze buurlanden. Vlaanderen telt bovendien meer dan 570 000
honden die nogal eens buiten lopen en daar van alles doen: rennen, snuffelen,
blaffen, mensen bijten en hun behoefte doen. Waar veel honden zijn, proberen
overheid en individu de zaken in goede banen te leiden. Een belangrijk hulpmiddel
bij de regulering van de hond (en zijn baas) blijkt het ‘bord’ te zijn.
140
Zo bestaan er borden omtrent de aanlijnplicht, de opruimplicht, om aan te duiden
waar honden al dan niet toegelaten zijn, om bepaalde voorzieningen aan te
duiden, …
Deze borden zijn, net zoals verkeersborden, nodig om de burger wegwijs te maken
in de plaatselijke regelgeving.
Het grote nadeel is dat er zo veel borden in het straatbeeld verschijnen dat de
hondenliefhebber door de bomen het bos niet meer ziet. Tijdens de rondvraag bij
de gemeenten kwam ook heel duidelijk naar voren dat het uitzicht van deze borden
vaak verschilde van gemeente tot gemeente. De uniformiteit is zoek waardoor het
er voor de hondenbaasjes ook niet gemakkelijker op wordt.
In Nederland werd recent zelfs een onderzoek gevoerd naar de verschillende
borden betreffende honden en hondenpoep waarbij een oplijsting gemaakt werd.
Zo bleek in een bepaalde gemeente met 50 000 inwoners zes verschillende
hondenverbodsborden voor te komen (zie afbeelding hieronder).
Figuur 34: hondenverbodsborden in Nederland
In Vlaanderen doet zich hetzelfde fenomeen voor. Niet alleen tussen de
gemeenten onderling bestaan er veel verschillen maar ook binnen de gemeenten
zelf.
Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen. Het zou voor de
hondenbaasjes een stuk eenvoudiger zijn om te weten wat ze waar mogen doen
om in regel te zijn als over gans Vlaanderen dezelfde borden zouden gebruikt
worden.
Datzelfde Nederlands onderzoek richtte zich vooral op de hondenverbodsborden
waarbij deze in de volgende categorieën werden onderverdeeld:
- enkel tekst
- enkel beeld
- tekst en beeld
- volledige afbeelding
141
- gedeeltelijke afbeelding
- richting van de streep
- kijkrichting hond
Men ging na welk bord het meeste voorkwam en uit het onderzoek bleek een
duidelijke voorkeur voor volledige honden op het bord en een diagonale rode
streep (het merendeel van linksboven naar rechtsonder). Links- of rechtskijkend
kwam ongeveer evenveel voor. Zo zou een gebruikelijk hondenverbodsbord er dus
uitzien. Maar wat het meeste voorkomt is nog niet noodzakelijk het meest juiste of
het beste. Als we kijken naar de officiële verbodsborden dan zijn deze wit met een
rode rand en zonder streep.
Kort samen gevat ziet het ideale hondenverbodsbord er dus als volgt uit: wit met
een rode rand, met een gehele hond die naar links kijkt en geen diagonale streep.
Figuur 35: het ‘ideale’ hondenverbodsbord
Een dergelijk onderzoek zou misschien ook interessant zijn voor België.
142
1.5.15 Sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Gemeenten Sanctie Geen sanctie
Oostende GAS tot € 250
Belasting tot € 250
Hasselt GAS € 60 tot € 250
Gent GAS € 60
Harelbeke € 13 boete
Blankenberge
Ieper
Brugge OK
Roeselare GAS € 60
Tongeren GAS € 60
De Panne GAS € 250
Knokke-Heist € 125 boete
Tabel 16: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep
Met uitzondering van Brugge wordt in alle gemeenten het niet opruimen van
hondenpoep gesanctioneerd. De gemeenten die met GAS werken zoals Oostende,
Hasselt, Gent, Roeselare, Tongeren en De Panne schrijven GAS boetes van € 60
uit bij de eerste overtreding. Wordt het hondenbaasje een tweede keer betrapt dan
kan deze GAS oplopen tot € 250, dit is het maximumbedrag. De Panne is van
mening dat het sowieso al heel moeilijk is om overtreders op heterdaad te
betrappen, laat staan een tweede keer dat men daarom van de eerste keer een
GAS van € 250 uitschrijft. Deze hoge boetes werpen, dankzij het schrikeffect,
vruchten af want sinds de invoering van GAS is de overlast door hondenpoep in
deze gemeente afgenomen.
Daarbovenop kan nog een bijkomende belasting tot € 250 geïnd worden om de
hondenpoep te laten verwijderen. Oostende maakt hier als enige gebruik van.
De gemeenten Harelbeke en Knokke-Heist werken nog niet met GAS en hier wordt
het niet opruimen van hondenpoep beboet door de politie waarbij de hoogte van
het bedrag varieert van € 13 (Harelbeke) tot € 125 (Knokke-Heist).
Brugge is de enige gemeente waar het niet opruimen van hondenpoep niet
gesanctioneerd wordt.
143
Ook hier komt weer duidelijk naar voren dat er veel verschillen zijn tussen de
gemeenten onderling op het vlak van sancties. Brugge vormt het ene uiterste waar
het niet opruimen van hondenpoep niet gesanctioneerd wordt en De Panne het
ander uiterste waar overtreders bij de eerste keer een GAS van € 250 krijgen. Het
is op den duur dus niet meer duidelijk wat men als hondenbaas moet doen om in
regel te zijn in een bepaalde gemeente of welke sancties er staan op het niet
naleven van de regelgeving.
Meer uniformiteit hieromtrent is zeker aangewezen.
Gezien de moeilijkheid om hondenbaasjes op heterdaad te betrappen namen, met
uitzondering van Ieper, alle gemeenten een bijkomende verordening betreffende
het bijhebben van een zakje in het plaatselijk politiereglement op. Hierdoor is het in
al deze gemeenten verplicht een (of meerdere) hondenpoepzakjes bij te hebben
wanneer de hond uitgelaten wordt en dit ook op het eerste verzoek van een
beëdigd persoon te tonen. In Hasselt en De Panne wordt bij overtreding hiervan
een GAS van € 25 uitgeschreven.
1.6 Algemeen besluit
Om resultaten te boeken in de strijd tegen hondenpoep is het nodig aan
mentaliteitsverandering te werken. Het opruimen van vuil (zowel zwerfvuil als
hondenpoep) dient een normale zaak te zijn. Nu komt het nog soms voor dat een
brave hondenbezitter zich geneert als hij uitwerpselen opraapt om deze weg te
gooien. Men heeft het gevoel de enige te zijn die zich netjes aan de regels houdt.
Ook wanneer mensen onverantwoordelijke hondenbaasjes aanspreken over het
opruimen van de hondenpoep van hun geliefde viervoeter, wordt nog al te vaak
negatief gereageerd.
Gemeenten dienen te streven naar een situatie waarin opruimen de
gewoonste zaak van de wereld is en iemand die niet opruimt wordt gezien als de
asociale uitzondering. De illusie van een poepvrije gemeente is niet haalbaar, doch
wel een streven naar een zo’n groot mogelijke reductie van overlast door
hondenpoep wat zich in de praktijk zal moeten vertalen in een verbeterd
straatbeeld en een hygiënischer leefomgeving.
144
1.6.1 Randvoorwaarden
Om mentaliteitsverandering teweeg te brengen moet aan een aantal
randvoorwaarden worden voldaan.
1.6.1.1 Draagvlak
Niet alleen hondenbezitters hebben te maken met hondenbeleid. Uiteindelijk is het
een probleem dat de hele maatschappij raakt, en waar iedereen profijt van kan
hebben. Door dat algemeen belang te benadrukken en meerdere partijen te
betrekken bij het zoeken naar de juiste oplossing wordt draagvlak gecreëerd.
Zo heeft de Nederlandse gemeente Steenbergen bijvoorbeeld haar beleid
uitgestippeld met een klankbordgroep van hondenbezitters en niet-hondenbezitters
waarmee de basis gelegd werd voor een breed gedragen stuk.
Of een nieuw beleid aanslaat bij de bevolking en bij een speciale doelgroep in het
bijzonder, hangt van een aantal factoren af. Het gaat daarbij om duidelijkheid,
draagvlak en bekendheid. De vraag of burgers en in het bijzonder hondenbezitters
achter het beleid staan is een vraag naar het draagvlak van het beleid. In de
beleidsontwikkeling kan er veel gedaan worden om dit draagvlak te vergroten door
burgers van het begin af aan te betrekken bij de vorming van het beleid. Zo kan
met behulp van enquêtes onder hondenbezitters en onder overige bewoners van
de gemeente geprobeerd worden het probleem in kaart te brengen en kunnen er
diverse gesprekken gevoerd worden met verschillende verenigingen die vaak met
honden te maken hebben.
Om verder tot een weloverwogen beleid te komen is het interessant contact te
zoeken met gemeenten die dit probleem eerder hebben aangepakt en met enkele
instanties die veel ervaring hebben op het gebied van deze problematiek.
Met uitzondering van Hasselt was er geen enkele van de gecontacteerde
gemeenten die bij het ontwerp van een hondenpoepbeleid beroep gedaan heeft op
zo’n klankbordgroep waardoor dus geen draagvlak gecreëerd werd. Het beleid
werd intern opgesteld zonder externen erbij te betrekken.
In Hasselt daarentegen is Clear Channel betrokken bij het hondenpoepbeleid. Zo
zitten alle partijen minimum eenmaal per jaar samen aan tafel om het beleid te
evalueren en eventueel bij te sturen.
145
In andere gemeenten in België gebeurt dit nog veel te weinig en misschien is hier
in de toekomst wel ruimte voor? Deze manier van werken is zeker het proberen
waard.
1.6.1.2 Gedragsverandering
Gedragsverandering is een resultaat van een complex aantal factoren die te
maken hebben met de psyche van de mens. Aan de volgende condities moet
minimaal worden voldaan om verandering te realiseren.
Voor gedragsverandering is het nodig dat mensen begrijpen waarom hun gedrag
moet veranderen. Zo dienen hondeneigenaars op de hoogte te zijn van de gevaren
van het achterlaten van hondenpoep. Denken we hierbij aan ziektes die van hond
op mens, via hondenpoep, overdraagbaar zijn.
Informatieve folders en flyers zijn hier zeker aangewezen, wat praktisch alle
gemeenten ook ontwikkeld hebben.
Het moet duidelijk zijn wat de nadelige gevolgen kunnen zijn van het laten liggen
van uitwerpselen of het niet-aanlijnen van een hond.
Dit kan aan de hondenbaasjes duidelijk gemaakt worden door middel van flyers,
affiches, borden en verordeningen opgenomen in het plaatselijke politiereglement.
Ook dit hebben alle gemeenten al gedaan.
Verder dient de wil te bestaan om aan de regels te voldoen. De voordelen hiervan
moeten opwegen tegen de nadelen.
Zoals reeds eerder vermeld dient gewenst gedrag bekrachtigd te worden om
blijvend effect te hebben. Hondeneigenaars die steeds de poep van hun geliefde
viervoeter opruimen maar hier nooit eens voor beloond worden of erkenning
krijgen, zullen op den duur gedemotiveerd raken.
Daarnaast moet het mensen mogelijk worden gemaakt om aan hun verplichtingen
te kunnen voldoen. Indien zij verplicht worden om uitwerpselen op te ruimen,
moeten zij ook voldoende voorzieningen aangeboden krijgen om het vervolgens in
te deponeren. In alle gemeenten wordt aan deze behoefte voldaan onder de vorm
van hondenpoepafvalbakken, gewone afvalbakken en hondentoiletten.
Tot slot moet de gedragsverandering resulteren in een positief effect voor de
persoon zelf. Positieve feedback stimuleert tot het behoud van dat gedrag.
146
1.6.1.3 Handhaving
Het welslagen van het beleid is sterk afhankelijk van de mogelijkheid om de
bekende veel plegers aan te pakken. Voor mensen die zich niet aan de regels
willen houden is streng handhaven de enige optie.
Hierbij kan de vergelijking worden gemaakt met snelheidsovertreders in het
verkeer. Als mensen ondanks duidelijke regels en bebording de snelheidslimiet
overschrijden volgt een boete: heel gewoon!
1.6.1.4 Communicatie
Regelgeving moet eenvoudig en helder zijn. Deze moet in enkele zinnen uit te
leggen en gemakkelijk te onthouden zijn. Op die manier wordt discussie
voorkomen. Heldere regels met een minimum aan uitzonderingen werken het best.
Zoals gebleken uit de rondvraag wringt hier het schoentje dikwijls. Elke gemeente
hanteert haar eigen wetgeving en regels wat tot (soms) duidelijke verschillen
tussen de gemeenten onderling leidt. Meer uniformiteit hieromtrent is aangewezen.
Eenvoudige regels beperken ook de noodzaak tot bebording in de openbare
ruimte. Indien toch bebording nodig is, wordt dit tot een minimum beperkt en wordt
ook hierop een positieve boodschap gebracht (Bijvoorbeeld: ‘Zalig, zo’n
hondenspeelplein!’).
Hondenbeleid moet blijvend onder de aandacht worden gebracht, bij voorkeur met
een positieve boodschap. De nieuwe regels dienen voor iedereen heel duidelijk te
zijn, zodat niemand zich achter onwetendheid kan verschuilen. Om
gedragsverandering teweeg te brengen moet voor iedereen duidelijk zijn wat er
gaat gebeuren, waarom, hoe en wanneer.
Gemeenten die een uitgebreid hondenbeleid hebben, voeren deze taak goed uit en
informeren de inwoners tijdig over nieuwe campagnes en veranderingen binnen de
hondenpoepproblematiek. Daarnaast is het belangrijk dat de voortgang van de
campagnes met de burgers wordt gecommuniceerd en dat positieve resultaten als
een schouderklopje aan alle brave hondenbezitters worden gepubliceerd.
Dit gebeurt nog te weinig in Vlaanderen. Vaak wordt enkel aandacht besteed aan
de negatieve resultaten (bv. ) en blijven de verantwoordelijke hondenbaasjes in de
kou staan. Door hier in de toekomst verandering in te brengen en de nodige
aandacht te besteden aan de positieve resultaten zullen, zoals eerder besproken,
de brave eigenaars zich erkend voelen en de hondenpoep dus blijven opruimen.
147
148
2.1 Steden en gemeenten
- Beleid uniformiseren in gans Vlaanderen;
- aanpak en sancties verschillen sterk;
- hondenpoep blijft een belangrijk overlastfenomeen;
- waar kunnen gemeenten terecht met vragen;
- opruimplicht: doorgezette handhaving en blijvende gedragsbeïnvloeding;
- opvolging en volhouden van de inspanningen;
- evaluatie beleid;
- meldpunt overlast
Steden en gemeenten hebben vaak een tot op zekere hoogte uitgewerkte aanpak
met betrekking tot het bestrijden van hondenpoep in het leefmilieu: het beleid is
echter sterk verschillend van gemeente tot gemeente. Deze verschillen tussen de
gemeentes leiden tot onduidelijkheden en verwarring bij de burgers. Zo is het
sanctiebeleid niet duidelijk voor hondeneigenaars: in bepaalde gemeenten wordt er
niet actief opgetreden en in andere gemeenten dan weer wel, gemeenten maken al
of niet gebruik van GAS-ambtenaren, het bedrag van de boetes varieert sterk,
sommige gemeenten voorzien in gepaste infrastructuur (hondentoiletten,
hondenpoepbuizen, afvalbakken specifiek voor hondenafval,…). Dergelijke aanpak
leidt tot verwarring bij hondeneigenaars en tot eventuele discussies. Een uniforme
aanpak is noodzakelijk om tot een goed resultaat te komen. Een duidelijk en
eenvormig beleid is sterk aangewezen in de strijd tegen overlast door hondenpoep.
Het gebruik van allerlei toepassingen en initiatieven kan ook geoptimaliseerd
worden door een verdere uniformisatie. Het gebruik van een uniforme
hondenpoepbak of -buis in alle gemeenten in Vlaanderen zou voor duidelijkheid
zorgen en kan het gebruik van deze faciliteiten bevorderen.
Het verdient de aanbeveling om specifieke en herkenbare opruimbakken voor
hondenafval te gebruiken (uniform herkenbaar voor Vlaanderen). Het gebruik van
de gewone afvalbakken leidt tot problemen met hygiëne en stankoverlast waardoor
ook andere gebruikers van deze afvalbakken gedemotiveerd worden om er afval in
te deponeren. De opruimbakken worden best op strategische plaatsen
geïnstalleerd en in voldoende aantal. Er bestaan opruimbakken met ondergrondse
reservoirs die weinig geledigd moeten worden en er bestaan eveneens
opruimbakken die aangesloten kunnen worden op het rioleringsnetwerk, dergelijke
faciliteiten vereisen een minimum aan onderhoud.
2 Beleidsondersteunende richtlijnen
149
Overlast door honden scoort steevast hoog in bevragingen naar
overlastfenomenen. Steden en gemeenten zijn hier goed van op de hoogte en
wensen deze vorm van overlast aan te pakken. Een propere leefomgeving draagt
sterk bij tot een aangename woon- en leefervaring. Veel hondenpoep in het
straatbeeld geeft een onverzorgde en verwaarloosde indruk, het werkt niet
uitnodigend en creëert een gevoel van onbehagen. Deze vorm van esthetische
pollutie en het zoönotische aspect zijn twee dringende redenen om deze
problematiek grondig aan te pakken.
Alle door ons gecontacteerde gemeenten geven aan sterk geïnteresseerd te zijn in
informatie met betrekking tot de hier besproken problematiek en de aanpak ervan.
Momenteel bestaat er geen instantie die over de hier verzamelde kennis beschikt
en waar gemeenten terecht kunnen met vragen.
De globale aanpak door gemeenten vereist meerdere aspecten en een goede
coördinatie. Eerst en vooral moet er een duidelijk beleid, dat zijn nut bewezen
heeft, uitgewerkt worden en gesteund worden door degenen die het zullen
uitvoeren. De aanpak situeert zich op verschillende gebieden: sensibilisatie
(communicatie, educatie en informatie), handhaving (sanctionering) en
infrastructuur (faciliteiten). Door middel van een doorgedreven sensibilisatie wordt
er een maatschappelijk draagvlak gecreëerd: mensen worden aangezet tot een
correct gedrag. Reeds vele mensen ruimen hondenpoep op maar een minderheid
blijft dit hardnekkig weigeren. Hoe meer mensen kunnen overtuigd worden hoe
‘normaler’ dit gedrag zal worden en hoe minder het niet opruimen geaccepteerd zal
worden. Het ‘onwennig’ gevoel bij het opruimen moet verdwijnen en plaats ruimen
voor een zekere vorm van sociale druk die het laten liggen van hondenpoep niet
tolereert.
Een goede voorlichting is dus essentieel in de strijd tegen hondenpoep: zowel
informatie en communicatie over het gevoerde beleid met de wettelijke
verplichtingen als informatie met betrekking tot waarom hondenpoep niet
thuishoort in het straatbeeld.
Om deze omwenteling te stimuleren dient de gemeente dit te ondersteunen door
middel van een consequente sanctionering (administratieve boete) bij overtreding
(opruimplicht). Het verbaliseren dient niet enkel om eventuele overtreders af te
schrikken: het niet-verbaliseren kan leiden tot demotivatie van degene die wel
opruimen. De politiediensten kampen doorgaans met een tijdsgebrek om dit soort
van ‘kleine’ overlast aan te pakken en stellen hun prioriteiten op andere gebieden.
De Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) kunnen hier een oplossing
bieden. Het is belangrijk dat de burger beseft dat er controle is en dat er
150
gesanctioneerd wordt. In praktijk is de ‘pakkans’ klein vandaar dat een duidelijke
communicatie omtrent het sanctionering beleid essentieel is (website,
gemeentelijke uitgaven, folders en posters). De bekendheid van de maatregelen
leidt tot grotere sociale controle. Het verplichten van het bijhebben van een
opruimmiddel zoals een hondenpoepzakje is gemakkelijker te controleren dan het
op ‘heterdaad’ betrappen van een niet-opruimer. Het verplicht bijhouden van een
opruimmiddel bij hondenbegeleiders is dan aan te bevelen. De opruimmiddelen
dienen gemakkelijk verkrijgbaar te zijn (in een initiële fase kunnen ze gratis ter
beschikking gesteld worden door gemeenten of verdeeld worden in
grootwarenhuizen of dierenwinkels al of niet gesubsidieerd door de gemeente).
Als laatste moet dit beleid ondersteund worden door te voorzien in gepaste
faciliteiten: er moeten voldoende en duidelijke mogelijkheden zijn om zich te
ontdoen van de opgeruimde hondenpoep, eventueel kan bijkomend voorzien
worden in hondentoiletten.
Het is aan te raden om een meldpunt te voorzien waar mensen terecht kunnen met
vragen en klachten. Op deze manier weet de burger dat de gemeente dit probleem
actief aanpakt en krijgt hij het gevoel ‘gehoord’ te worden.
Een goed hondenpoepbeleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd indien
nodig.
Vroeger werd er in de meeste gemeenten een hondenbelasting geheven maar dit
is de laatste tien jaar in onbruik geraakt. In principe geldt in de meeste gemeenten
nog een aangifteplicht van het bezit van een hond. Vaak kwam het er op neer dat
enkel de huisdiereigenaars die hun hond meldden effectief de belasting moesten
betalen en de personen die geen aangifte deden van hun hond betaalden niet. De
komst van de elektronische identificatie en registratie van honden op nationaal
niveau door de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden
(B.V.I.R.H.) heeft de opvolging van registratie van honden door individuele
gemeenten op de achtergrond verdreven. De B.V.I.R.H. stelt de informatie over
hondenbezit niet open voor steden en gemeenten die een hondenbelasting
wensen te innen.
Er gaan soms stemmen op om de hondenbelasting opnieuw in te voeren als een
vorm van overlasttaks (principe van de vervuiler betaalt). Volgens dit principe moet
deze opbrengst dan ook effectief gebruikt worden om een effectief hondenbeleid
uit te voeren. Het innen van deze belasting blijft evenwel een probleem. Deze
belasting kan er toe leiden dat bepaalde hondeneigenaars verzuimen om
hondenpoep op te ruimen omdat ze toch belasting betalen als ‘overlasttaks’. Indien
151
een hondenbelasting ingevoerd wordt is het belangrijk dat de geïnde sommen
gebruikt worden ten voordele van hondeneigenaars: bijvoorbeeld voorzien in
bepaalde faciliteiten, subsidiëren van hondenpoepzakjes,…
Samenvattend voor gemeenten: Een goed beleid steunt op drie peilers. Eerst en
vooral een goede communicatie en bewustmaking. Mensen moeten correct
geïnformeerd worden over de gevolgen van hondenpoep en de overlast die
hierdoor veroorzaakt wordt. Ook over het gevoerde beleid moet voldoende
gecommuniceerd worden. Als tweede moet er een minimum aan faciliteiten
voorzien zijn: het ontbreken van faciliteiten werkt demotiverend en de gemeente
verliest zijn geloofwaardigheid. Als laatste is een goede handhaving aan de orde.
Mensen moeten weten dat overtredingen niet getolereerd worden.
2.1.1 Overzicht maatregelen
- sancties: een uitgewerkt en duidelijk sanctioneringbeleid wordt sterk
aangeraden;
- bewustmakingscampagnes: bewustmaking en educatie wordt sterk
aangeraden;
- hondenpoepafvalbakken: afzonderlijke en uniforme afvalbakken worden
sterk aangeraden;
- losloopweides: zijn niet noodzakelijk maar kunnen een meerwaarde
betekenen in sterk verstedelijkt gebied;
- openbare hondentoiletten: niet noodzakelijk voor een goed hondenbeleid
voordelen:
- wordt geapprecieerd door een bepaalde groep hondeneigenaars
- effectief indien dit kadert in een groter geheel
nadelen:
- vereisen regelmatig onderhoud en desinfectie
- kunnen het straatbeeld ontsieren
- ruimte nodig
152
2.2 Vlaamse Gewest
- Sensibilisatiecampagne - bewustmakingscampagne (wettelijke
verplichtingen, alternatieven en zoönosen);
- eventuele subsidies voor uniforme faciliteiten in de verschillende
gemeenten;
- richtlijnen sanctioneringbeleid;
- blijft een belangrijk overlastfenomeen, negatieve invloed op leefkwaliteit;
- impact op volksgezondheid wordt onderschat;
- verder onderzoek stimuleren naar alternatieven, de impact op de
volksgezondheid en ontwijkgedrag
Gezien de omvang van het probleem en de impact op de volksgezondheid is dit
een belangrijk thema die de nodige aandacht verdient van het Vlaamse Gewest.
Vlaanderen is sterk verstedelijkt gebied met een hoge bevolkingsdichtheid. Dit
vraagt om een specifieke aanpak om de overlast veroorzaakt door en de
hygiënische impact van huisdieruitwerpselen in de leefomgeving tegen te gaan. De
Vlaamse overheid kan hier een belangrijke rol spelen naar sensibilisatie toe en het
organiseren van bewustmakingscampagnes voor de hele bevolking of voor
specifieke bevolkingsgroepen: de hygiënische aspecten worden vaak onderschat
en zowel alternatieven als de wettelijke verplichtingen zijn onvoldoende gekend bij
het grote publiek.
Een van de belangrijkste aspecten bij het bestrijden van overlast door hondenpoep
is het gedrag van niet-opruimers te beïnvloeden. Vele mensen ruimen reeds op
maar een bepaalde groep weigert dit te doen. Om een mentaliteitswijziging teweeg
te brengen kan men de ondernomen acties best vanuit Vlaams niveau
ondersteunen. Door sensibilisatiecampagnes kan men het maatschappelijk
draagvlak vergroten en meer mensen aanzetten tot opruimen. De minderheid die
niet opruimt moet dit als sociaal ongepast ervaren. Dergelijke
mentaliteitswijzigingen vragen de nodige tijd en inspanningen.
Het Vlaamse Gewest kan gemeenten op verschillende manieren ondersteunen:
uitwerken van een uniforme aanpak (educatie, communicatie, faciliteiten en
handhaven) met behulp van een draaiboek, het voorzien van subsidies voor
uniforme faciliteiten zoals een herkenbaar hondentoilet met ondergronds reservoir,
richtlijnen omtrent een optimale benutting en plaatsing van voorzieningen,
richtlijnen betreffende het sanctioneringbeleid, ondersteunende
153
bewustmakingscampagnes die het gemeentebeleid meer slagkracht kan geven,
specifieke pakketten ontwikkelen voor de monitoring en evaluatie van het beleid.
Bij het ontwikkelen van een draaiboek worden best in enkele pilootgemeenten
proefprojecten opgezet die van nabij opgevolgd en geëvalueerd worden. Het is van
belang om ook de bevolking hierbij te betrekken.
De drie gewesten en het federale niveau moeten hun beleid op elkaar afstemmen
om de slagkracht en de duidelijkheid van de campagnes te verhogen.
Doelstellingen van het algemene afvalbeleid:
a) Zo weinig mogelijk afval proberen te produceren
Dit is wat hondenpoep betreft theoretisch mogelijk op twee manieren: ofwel het
aantal huisdieren verminderen ofwel de productie van hondenpoep verminderen.
Het aantal huisdieren verminderen lijkt ons niet opportuun gezien de belangrijk rol
die huisdieren spelen in het sociale weefsel van de maatschappij. De productie van
hondenpoep verminderen is een bijzonder moeilijk te beogen doel: dit kan met een
aangepaste voeding. Dergelijke voeding is echter vaak duurder dan de standaard
voeding. De voeding van een huisdier is de individuele keuze van de eigenaar
rekening houdende met zijn persoonlijke levenssfeer.
b) Recycleren indien mogelijk
Het verwijderen van stoelgang via een pet waste disposal system is een
milieuvriendelijke manier om stoelgang afkomstig van huisdieren te recycleren. De
aldus bekomen compost kan echter niet gebruikt worden in tuinen omdat de
compost niet vrij is van pathogene kiemen. De restfractie verdwijnt in de bodem:
door de filtratie en de milieuomstandigheden in de dieper gelegen bodemlagen
zullen de meeste pathogenen afsterven. Dit is evenwel onvoldoende onderzocht.
c) optimaal verwijderen/ eindverwerking
Momenteel behoort stoelgang van honden tot het organisch-biologisch afval maar
mag niet via GFT verwijderd worden. Het verwijderen van stoelgang via restafval is
de enige wettelijke manier om stoelgang af te voeren. Dit is wel belastend voor het
milieu (ophalen, vervoeren en verbranden).
154
Een valabel alternatief kan het verwijderen zijn via de riolering (zie hoofdstuk
1.5.6.2).
Hondenpoep kan in een vergister verwerkt worden om biogas op te wekken.
Onderzoek naar de impact op het leefmilieu en de volksgezondheid dient
gestimuleerd te worden zo dat er een beter beeld verkregen wordt van de
gevolgen en dat er oplossingen aangereikt kunnen worden voor de aanpak van
deze vorm van milieucontaminatie.
Alternatieven voor het verwijderen van stoelgang via restafval zijn onvoldoende
uitgewerkt om op grote schaal praktisch toepasbaar te zijn: ook hier is verder
onderzoek vereist.
Een hondenafvalemmertje in de tuin kan een alternatief zijn voor een bepaalde
doelgroep en verdient onze aanbeveling. Het is een ecologische en goedkope
manier om hondenafval te verwijderen: dit systeem is onvoldoende gekend bij het
grote publiek. Indien dit beter gekend zou zijn kan de restafvalberg verkleind
worden. Het blijft evenwel slechts een gedeeltelijke oplossing, zo zullen mensen
die niet over een tuin beschikken dit systeem niet kunnen toepassen.
Er bestaat ook de mogelijkheid om hondenpoep te verwerken via een vergister met
recuperatie van energie. Momenteel vindt dit weinig ingang voornamelijk omwille
van praktische redenen (afzonderlijke ophaling, beperkte hoeveelheid, dure
investering). Een laatste weinig onderzocht alternatief is het verwijderen van
stoelgang via de riolering zoals bij humane feces.
2.3 Particulieren
Zowel huisdiereigenaars als niet-huisdiereigenaars ervaren hondenpoep als
hinderlijk. Niet-hondeneigenaars zien hondenpoep als sterk storend. Maar ook
hondeneigenaars die een inspanning leveren om hondenpoep op te ruimen
kunnen zich ergeren aan het niet opruimen door andere hondeneigenaars. De
burger verwacht een gegronde aanpak van deze vorm van overlast. Voor meer
informatie: zie beleid gemeenten.
Huisdiereigenaars worden geconfronteerd met de afvoer van feces van hun
huisdier. De wettelijke vereisten hieromtrent zijn onvoldoende gekend (zie
enquête). Als voorbeeld kan hier het verbod op het verwijderen van hondenpoep
via de composthoop of GFT aangegeven worden. Het zoönotisch gevaar van feces
155
(zowel rechtstreeks als onrechtstreeks) worden door het gros van de bevolking
onderschat. Gezien het grote aantal honden in Vlaanderen is dit een belangrijke
vaststelling. Vooral kinderen zijn hier een risicogroep: kinderen zullen vaker in
contact komen met fecale kiemen en de afweer van kinderen is minder sterk
ontwikkeld dan bij volwassen mensen. Een brede info- en sensibilisatiecampagne
is aangewezen. Mits enkele eenvoudige hygiënische maatregelen kunnen veel
gezondheidsproblemen voorkomen worden (bijvoorbeeld: een hond regelmatig
ontwormen, geen stoelgang laten liggen in de omgeving en regelmatig de handen
wassen).
Het verwijderen van feces via restafval is een kostelijke zaak voor de
huisdiereigenaar en daarenboven belastend voor het milieu. Voor
huisdiereigenaars met meerdere honden is het verwijderen van de stoelgang via
het restafval een dure onderneming: vooral mensen met een laag inkomen hebben
vaak één of meerdere honden, voor die groep is het verwijderen van de stoelgang
via restafval vaak een ‘verborgen’ hap uit het huishoudbudget. De gemiddelde prijs
van de huisvuilzakken wordt verwacht de volgende jaren nog te stijgen. Ook vanuit
ecologisch standpunt is het ophalen, vervoeren en vervolgens verbranden van
stoelgang een kostelijke zaak. Stoelgang bestaat voor een aanzienlijk percentage
uit water: voor de stoelgang verbrand kan worden moet dit water verdampen wat
veel energie kost. Vervolgens verbrandt de organische fractie wat op zijn beurt de
CO2-uitstoot vergroot. Er zijn evenwel weinig alternatieven.
Een van de alternatieven is een hondentoilet in de tuin: dit is echter enkel voor
mensen met een tuin. Dit alternatief is onderzocht door het EC Dier-en-zorg: de
conclusies kan u vinden in het desbetreffende hoofdstuk. Een hondentoilet in de
tuin kan een gedeeltelijke oplossing zijn voor een bepaalde doelgroep: mensen
met een tuin die een minimum aan tijd kunnen investeren in het onderhoud van
een dergelijk systeem. Een ander alternatief is de stoelgang verwijderen via het
toilet: dit is echter een weinig praktische noch hygiënische oplossing, bovendien
mogen geen opruimzakjes doorgespoeld worden. Dit laatste is in principe dezelfde
afvoerweg voor humane feces: de vraag is echter in hoeverre de huidige
waterzuivering een voldoende garantie kan bieden op het afdoden of verwijderen
van pathogene agentia.
156
2.4 Verwerkingsmethoden
2.4.1 Restafval
Nadelen:
- vervoer van stoelgang naar de brandoven;
- kostprijs voor de eigenaar;
- verbranden van stoelgang: niet milieuvriendelijk;
- mogelijks problemen met hygiëne (wekelijks ophalen restafval, binnenshuis
bijhouden van vuilniszakken);
- problemen bij de ophaling;
- naarmate de hoeveelheid restafval daalt neemt deze reststroom relatief in
belang toe
Voordelen:
- efficiënt, past binnen het huidige systeem;
- beter dan laten liggen in het leefmilieu (tuin, straat,…);
- gekend bij het grote publiek
Het verbranden van feces wordt hier als niet milieuvriendelijk bestempeld wegens
de energiekost en de CO2-uitstoot. Stoelgang bevat een variërend vochtgehalte:
hierdoor is energie vereist om dit vocht te verdampen vooraleer de organische
fractie kan verbranden. Gedroogde feces zijn een goede brandstof.
2.4.2 WC/riool
9,5% van de hondeneigenaars verwijdert de stoelgang van hun hond via het toilet.
Deze manier van feces verwijderen is enkel geschikt op voorwaarde dat het
afvalwater effectief gezuiverd wordt voor het geloosd wordt in oppervlaktewaters.
De vraag is in hoeverre hieraan wordt voldaan en in hoeverre pathogenen
verwijderd of afgedood worden.
Nadelen : Plastieken hondenpoepzakjes mogen niet via het toilet verwijderd
worden. Het verwijderen van hondenpoep op deze manier houdt risico’s voor
157
besmetting in. Het is een weinig praktische methode voor honden die buitenshuis
leven. Het waterverbruik kent hierdoor een toename. Het gebruik van regenwater
en biologisch afbreekbare zakjes kan misschien een oplossing zijn.
Theoretisch bestaat de (eenvoudige) mogelijkheid om een afzonderlijke
hondenpoepfaciliteit te maken die aangesloten wordt op het rioleringsnetwerk:
hierbij wordt dezelfde weg afgelegd als voor de humane feces. Op deze manier
wordt gebruik gemaakt van het bestaande rioleringsnetwerk en kan zowel de
contaminatie van het leefmilieu aangepakt worden als de hoeveelheid restafval
verminderd worden. In Nederland wordt een dergelijk systeem gecommercialiseerd
naar gemeenten toe als openbare hondentoilet.
2.4.3 Pet waste disposal system
Zie hoofdstuk 4 voor een uitgebreide bespreking van de Doggie Dooley als
voorbeeld van een pet waste disposal system.
Dit systeem is enkel geschikt voor mensen met een tuin. Eenmaal geïnstalleerd is
dit systeem eenvoudig in gebruik. Het is een geschikte manier om feces op een
duurzame manier te verwijderen met een beperkte contaminatie van het leefmilieu
tot gevolg. Mag niet gebruikt worden in de onmiddellijke omgeving van een
groentetuin. De ervaringen van de gebruikers betrokken bij de pilootprojecten zijn
positief.
2.4.4 Composteren
Composteren van organisch-biologisch afval wordt aangeraden omwille van
ecologische redenen. Stoelgang afkomstig van carnivoren hoort hier echter niet
thuis omwille van volksgezondheidsredenen en in het bijzonder omwille van
overdraagbare spongiforme encephalopathiën (prion-eiwitten).
Omwille van de hierboven aangehaalde redenen is stoelgang afkomstig van
carnivoren niet toegelaten als mest in landbouwgebieden.
2.4.5 Biogas
Hondenpoep kan in een vergister verwerkt worden met productie van methaangas.
Deze vorm van energierecuperatie kent de laatste jaren een stijgende interesse.
158
Wat de mogelijkheden met hondenpoep betreft is voorlopig weinig onderzocht. Op
een tweetal proefprojecten na is hier weinig specifieke informatie over te vinden.
Het grootste probleem situeert zich in het verzamelen van de hondenpoep: een
afzonderlijke ophaling is omslachtig en duur. Het afzonderlijk ophalen en vervoeren
van kleine hoeveelheden stoelgang zal waarschijnlijk de energierecuperatie
verkregen door de vergisting neutraliseren. Daarenboven kan het bijhouden van
stoelgang voor een week (bij wekelijkse ophaling) overlast veroorzaken.
Dit is een piste die verder onderzocht moet worden.
159
3.1 Belangrijkste infectieuze agentia
Opsomming van infectieuze agentia die via feces van honden en katten
overgedragen worden en een gevaar voor de gezondheid van de mens betekenen.
Escherichia coli: enteropathogene E.coli, ExPEC
Salmonella spp.
Campylobacter jejuni
(Shigella dysenteriae)*
Yersinia enterocolitica
Yersinia pseudotuberculosis
Brucella canis en andere Brucella spp.
Listeria monocytogenes
Helicobacter spp.
(Clostridium difficile)*
[Leptospira canicola, Leptospira icterohemorrhagia] via urine
Toxoplasma gondii
Toxocara canis, Toxocara cati
Ancylostoma spp.
Giardia spp.
Echinococcus granulosus
Echinococcus multilocularis
Dipylidium caninum
Cryptosporidium spp
Canine coronavirus
(Blastocystis spp.)10
In dit hoofdstuk worden bijkomende toelichtingen gegeven bij enkele belangrijke
infectieuze agentia die een reëel gevaar voor de volksgezondheid kunnen
betekenen.
10 Pathogenen die tussen haakjes staan zijn vanuit zoönotisch standpunt minder belangrijk of nog
onvoldoende onderzocht.
3 Zoönotisch aspect en impact op leefmilieu
160
3.2 Toxoplasma gondii
3.2.1 Epidemiologie
Toxoplasma gondii is een parasiet die verspreid wordt via katten en is tevens een
belangrijke zoönose in België. Voornamelijk zwangere vrouwen die seronegatief
zijn voor toxoplasmose lopen een verhoogd risico op infectie met mogelijks fatale
gevolgen voor het ongeboren kind. Uit een recent artikel van het Vlaams
Diergeneeskundig Tijdschrift (De Craeye S., Francart A., Chabauty J., Van Gucht
S., Jongert E., 2008. Toxoplasmosis in Belgian pet cats: recommendations for
owners. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 77, p. 325-330) blijkt dat de
onderzochte huiskatten die seronegatief zijn een gemiddelde kans van 5.5%
hebben om het daaropvolgende jaar geïnfecteerd te worden met deze parasiet. De
recent geïnfecteerde katten spelen een centrale rol in de epidemiologie en het
voorkomen van toxoplasmose.
Recent is aangetoond dat de besmetting van de omgeving voornamelijk
geconcentreerd is in en rond kattenfeces (Afonso et al., 2008). Een geïnfecteerde
kat scheidt dagelijks miljoenen oöcysten uit in de omgeving gedurende een periode
van 2 tot 3 weken (Bartova et al., 2003). De gesporuleerde oöcysten blijven
verschillende jaren infectieus (Dubey, 1998).
Het risico als vrouw om gedurende de zwangerschap een primo-infectie op te
lopen bedraagt naar schatting 0,5% ! Dit heeft verstrekkende gevolgen voor het
ongeboren kind.
3.2.2 Cyclus
Een ééncellige parasiet, Toxoplasma gondii, veroorzaakt de zeer algemeen
voorkomende infectieziekte toxoplasmose. Vrijwel alle diersoorten en de mens
kunnen besmet raken.
De parasiet maakt verschillende stadia door gedurende zijn levenscyclus.
Katachtigen, wild en gedomesticeerd, zijn eindgastheer. Zij zijn de enigen waarbij
een stadium van de parasiet voorkomt waarbij oöcysten (een soort eitjes) gevormd
kunnen worden.
Alle andere dieren, inclusief de mens, zijn tussengastheren. Zij kunnen besmet
raken met de parasiet en de parasiet ook aan andere dieren overdragen doordat
161
de dieren elkaar opeten. In geen van deze tussengastheren kunnen echter
oöcysten gevormd worden. Uiteindelijk zijn de katachtigen altijd het oorspronkelijke
reservoir van Toxoplasma.
Het oöcyste producerende stadium van Toxoplasma bevindt zich in de darmwand
van katten. De oöcysten komen met de kattenfeces in het milieu terecht, waar zij
heel lang kunnen overleven. De tussengastheer neemt de oöcysten op. Dit kan op
vele manieren gebeuren: doordat voeding besmet raakt (bijvoorbeeld sla uit de
moestuin), doordat men in de tuin werkt en de eitjes uit de aarde op de handen
blijven zitten, doordat de eitjes in een waterreservoir terecht gekomen zijn waaruit
geput wordt om voeding te bereiden of te wassen enz. Voornamelijk jonge katten
scheiden, als ze zelf besmet zijn, enige tijd eitjes uit. Katten worden voor het
merendeel in hun eerste levensjaar besmet. Katten scheiden in principe slechts
eenmaal in hun leven gedurende een zeer beperkte tijd (2 tot 3 weken) oöcysten
uit. Daarna hebben ze voldoende immuniteit opgebouwd om herinfecties te
weerstaan. Dit betekent wel een permanente besmetting van de omgeving waar
jonge katten hun ontlasting deponeren.
In de tussengastheer, dit kan de mens zijn, komen er uit de eitjes een soort
banaanvormige eencellige vormen van de parasiet, tachyzoiet genaamd, die zich
door het lichaam naar alle weefsels verspreiden. Door de afweerreactie die in het
lichaam optreedt, lopen deze tachyzoïeten uiteindelijk ergens vast en er komt een
kapsel omheen. Dit stadium heet een bradyzoïet. Deze bradyzoïeten
vermenigvuldigen zich niet meer en blijven op hun plek. Ze kunnen jaren, tot
levenslang, overleven.
Als een tussengastheer een andere tussengastheer opeet (bijvoorbeeld een vos
eet een muis, of een mens eet lamsbout, biefstuk of ander vlees) dan worden deze
bradyzoïeten weer ‘actief’. Het worden weer tachyzoïeten die zich in het lichaam
van de volgende tussengastheer gaan verspreiden, net zo lang tot ze ergens in het
weefsel vastlopen.
Alle dieren en de mens kunnen zich besmetten met deze beide vormen van de
parasiet (de oöcyste die door de kat uitgescheiden wordt en de bradyzoïet in het
vlees van een tussengastheer).
In uitzonderlijke gevallen kunnen ook tachyzoïeten die in de melk van lacterende
dieren uitgescheiden worden voor een besmetting zorgen.
Mensen kunnen de besmetting niet op elkaar overdragen (tenzij bij transplantatie
het donororgaan besmet is), behalve zwangere vrouwen. Bij hen kan Toxoplasma
162
gondii door de placenta heen naar de ongeboren baby gaan, en daar ernstige
schade aanrichten, afhankelijk van het moment in de zwangerschap waarop dit
gebeurt.
3.2.3 Ziektebeeld bij de kat
Bij dieren zien we vrijwel geen symptomen ten gevolge van een Toxoplasma-
infectie. Hetzelfde geldt voor katten. Een enkele keer worden wel bij jonge katjes
ziekteverschijnselen gezien (diarree, hersenvliesontsteking, leverontsteking,
longontsteking). Een relatief veel voorkomend probleem bij landbouwhuisdieren,
met name bij schapen, is het optreden van abortus.
3.2.4 Ziektebeeld bij de mens
Een Toxoplasma-infectie bij de mens, door opname van oöcysten of besmet vlees,
wordt vaak niet opgemerkt, aangezien de infectie zelden tot ziekteverschijnselen
leidt. Eventuele tekenen van infectie zijn weinig specifiek: moeheid, lusteloosheid,
soms wat koorts. Bij een minder frequente vorm, die sterk doet denken aan de
ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, evenals
spierpijn, lever- en miltvergroting. Soms vertoont de patiënt een ernstiger
ziektebeeld, dat is vooral het geval als er sprake is van een verminderde afweer.
Ernstige oogontstekingen, longontsteking en hersenvliesontsteking kunnen dan
optreden.
Bij 10 procent van de Europese HIV geïnfecteerde patiënten veroorzaakt een
Toxoplasma-infectie hersenabcessen en hersenontstekingen.
Bij de mens heeft op volwassen leeftijd 30-60% een Toxoplasma-infectie
doorgemaakt.
3.2.5 Infectie tijdens de zwangerschap
In principe zal bij vrouwen die al eens in hun leven (ongemerkt) met Toxoplasma
besmet zijn geraakt geen besmetting van het ongeboren kind optreden. De moeder
heeft antilichamen tegen de parasiet in haar bloed en de parasiet zal geen kans
zien om zich in het moederlichaam te vermenigvuldigen en om door de placenta
163
heen naar het kind gaan.
Bij een eerste infectie tijdens de zwangerschap vindt tot ongeveer 40 procent van
de gevallen overdracht van moeder op kind plaats. De verschijnselen bij het kind
zijn dan afhankelijk van het stadium van de zwangerschap.
Infecties vroeg in de zwangerschap leiden, gezien de kwetsbaarheid van zich
ontwikkelende orgaansystemen, veelal tot ernstige afwijkingen. Een miskraam zal
vaak het gevolg zijn. Bij de geboorte ziet men dan onder andere een waterhoofdje,
verkalkingen in de hersenen en ontwikkelingsstoornissen (te klein hoofd,
blindheid).
Latere infecties kunnen leiden tot vroeggeboorte, waarbij de baby’s heftige
verschijnselen van een infectieuze ziekte hebben: koorts of instabiele
temperatuur, uitslag, bloedarmoede, geelzucht en lever- en miltvergroting. Ook
doodgeboorte kan ten gevolge van toxoplasmose voorkomen. Vaak is de infectie
bij de geboorte echter nog niet zichtbaar. Verschijnselen kunnen dan veel later nog
optreden, waarbij alsnog ernstige schade wordt veroorzaakt, met name in het oog.
Ten gevolge van ontsteking en steeds verdere beschadiging van het netvlies treedt
gezichtsverlies op.
3.2.6 Verspreiding en frequentie
Toxoplasma is een wereldwijd verspreide parasiet. Er zijn echter grote lokale
verschillen in het voorkomen van de parasiet zowel bij mens als dier. In Nederland
heeft ongeveer 40 procent van de bevolking antilichamen tegen Toxoplasma in het
bloed. Dat wil zeggen dat iemand eens in zijn leven met de parasiet in aanraking is
geweest. De meeste mensen hebben dat niet gemerkt.
Het is niet goed bekend welk deel van de mensen besmet is geraakt door het eten
van besmet vlees en welk deel van de mensen besmet is geraakt met de oöcysten
van de kat (dit kan gebeuren via besmette aarde, maar óók via de voeding). Het is
zeker niet zo dat alle mensen met een kat in huis antilichamen in hun bloed
hebben.
Wel bekend is de leeftijdsopbouw van de besmettingen, dus het moment waarop
mensen voor de eerste keer geïnfecteerd raken. De meeste mensen lopen hun
eerste besmetting op wanneer zij tussen de 25 en de 44 jaar oud zijn. Dit betekent
dat vrouwen die zwanger worden vaak nog niet besmet zijn geweest en dus groot
risico lopen op besmetting tijdens de zwangerschap met alle nadelige gevolgen
voor het ongeboren kind.
164
3.2.7 Preventie
Allereerst dient vlees altijd goed gaar gegeten te worden want hitte maakt
bradyzoieten onschadelijk.
Verder moet men vermijden dat katten kunnen komen op plaatsen waar veel
kinderen spelen (door bijvoorbeeld een deksel op de zandbak te leggen).
Groenten en fruit (uit eigen tuin) dienen altijd heel goed gewassen te worden en bij
het tuinieren dienen handschoenen gedragen te worden.
De kattenbak dient iedere dag schoongemaakt te worden (de eitjes worden pas na
48 uur infectieus).
Na contact met aarde, zand, vuil, stro of kuilvoer dienen de handen altijd heel goed
gewassen te worden.
Vervolgens dient men voor een perfecte hygiëne rond het afkalven of rond de
geboorte (of abortus) van geitjes en lammetjes te zorgen: ervoor zorgen dat
eventuele bezoekers niet te dichtbij komen, beschermende kleding dragen (ook
lange plastic handschoenen), contact tussen handen en gezicht vermijden.
Goede voorlichting aan zwangeren is belangrijk. Bovenstaande maatregelen
dienen vooral door deze groep personen goed in acht genomen te worden.
Bovendien is het ten zeerste afgeraden om als zwangere vrouw rauw vlees te
eten.
.
3.3 Toxocara canis
3.3.1 Epidemiologie
De hondenspoelworm Toxocara canis komt wereldwijd zeer veel voor en is
daarmee één van de bekendste wormsoorten bij de hond. In België en Nederland
scheidt 15 tot 36% van de volwassen zwerf- en kennelhonden eieren uit met de
feces. In huishoudens in Nederland werd een besmettingspercentage van
volwassen honden gevonden van 5%. Er wordt aangenomen dat de meeste pups
bij geboorte besmet zijn (men schat dat 90% van de pups positief is voor één of
meerdere stadia van Toxocara).
Onderzoek heeft aangetoond dat praktisch elk monster van grond afkomstig uit de
bebouwde kom of zandbakken gecontamineerd is met eieren afkomstig van de
parasiet. Het meest recente onderzoek (Nederland) dateert van enkele jaren
165
geleden: intussen wordt de wetgeving omtrent ‘sluikstorten’ strikter opgevolgd
(verschillende gemeentes hebben al campagnes gevoerd omtrent ‘poep op de
stoep’): in hoeverre dergelijke acties een invloed hebben op de contaminatie van
het leefmilieu is niet bekend.
3.3.2 Cyclus
T. canis leeft in het lumen van de dunne darm en voedt zich met darminhoud.
De mens kan besmet worden door orale opname van infectieuze eieren van
Toxocara canis en/of Toxocara cati (zie verder).
De mens is een doodlopende gastheer.
In de praktijk komt het slechts sporadisch voor dat de mens een volwassen
Toxocara in de darm ontwikkelt.
Meestal echter betreft het minder ver ontwikkelde larven die in ongeschikte
gastheren hooguit een migratie beginnen om ergens in een orgaan te sterven en te
desintegreren. Het migreren van deze larven noemen we larva migrans.
3.3.3 Larva-migrans
Larva migrans is een aandoening die meestal onopgemerkt voorbij gaat. Het
betreft vaak lichte besmettingen die hooguit gekarakteriseerd worden door tijdelijke
eosinofilie11
.
Bij uitzondering komen klinische verschijnselen voor, hetzij door een massale
besmetting, hetzij doordat één of meer larven op een ‘ongelukkige’ plaats
terechtkomen (centraal zenuwstelsel, oog).
Men onderscheidt zogenaamde viscerale larva migrans en oculaire larva migrans.
Bij viscerale larva migrans bevindt de larve zich in een inwendig orgaan zoals de
lever met symptomen zoals algemene malaise en leverfunctiestoornissen. Bij
oculaire larva migrans kunnen acute gezichtsstoornissen optreden.
Bij beide klinische beelden bestaat geen gerichte therapie, symptomatische
behandeling is soms vereist.
11 Eosinofilie: een toename van het aantal eosinofiele witte bloedcellen.
166
3.3.4 Verspreiding en frequentie
De hoge prevalentie van T. canis is te wijten aan de vele mogelijke infectiewegen,
de enorme eiproductie door de vrouwelijke wormen en de resistentie van de
infectieuze eieren in de buitenwereld.
Één vrouwelijke spoelworm produceert per dag tot 200.000 eieren. Het duurt
gemiddeld 3 tot 6 weken voordat de eieren infectieus zijn, maar onder optimale
omstandigheden kan dit veel vlugger verlopen. De geëmbryoneerde eieren zijn
zeer kleverig waardoor ze gemakkelijk aan allerlei voorwerpen vasthechten. Deze
eieren zijn zeer resistent en kunnen verschillende jaren infectieus blijven.
Larva-migransinfecties komen bij de mens veel vaker voor dan op grond van
klinische verschijnselen werd vermoed. Serologisch onderzoek heeft uitgewezen
dat 2% tot 7% van de West-Europese bevolking blootgesteld werd aan deze
infectie.
Risicogroepen als hondenfokkers en kleine kinderen blijken veel vaker
geïnfecteerd. Naarmate mensen ouder worden, neemt het aantal klinische
gevallen van larva migrans af.
Een andere groep patiënten betreft mensen met atopische (dit is een vorm van
allergie) aanleg. Door de voortdurende antigene prikkeling ontstaat een stimulatie
van het immuunsysteem met een verhoogde overgevoeligheid voor andere
allergenen (zoals huisstofmijt en pollen)tot gevolg en het eerder manifest worden
van aandoeningen zoals astma.
De diagnose wordt vaak niet gesteld (serologisch onderzoek is nodig).
3.3.5 Behandeling hond
Somatische larven bij de teef en geëmbryoneerde eieren in de omgeving zijn de
belangrijkste bronnen van besmetting, vooral op plaatsen waar veel honden
defeceren. Om de kans op infectie te verminderen zijn hygiënische maatregelen
van groot belang, evenals strategische behandelingen van de teef en pups.
Het vernietigen van de eieren in de omgeving is moeilijk daar deze eieren
tegenover de klassieke desinfectantia zeer resistent zijn. Door het regelmatig
verwijderen van de feces kan de infectiedruk wel verlaagd worden. De eieren zijn
niet bestand tegen stoom (> 90°C) waardoor hoogdrukreiniging met stoom, van
167
bijvoorbeeld zandbakken, mogelijk is. In kennels wordt een cementen vloer
aanbevolen om het schoonmaken te vergemakkelijken.
Omdat de meeste anthelmintica12
niet voldoende werken tegen de somatische
larven, zijn preventieve behandelingen van de volwassen hond en met name de
reproducerende teef gericht tegen de volwassen wormen aangewezen. Dit heeft
als doel de ei-uitscheiding te minimaliseren.
In een licht besmet milieu kan één behandeling van de teef twee weken na de
partus volstaan.
Door de pups te behandelen voor de ei-uitscheiding begint (op de leeftijd van twee
weken), voorkomt men dat de omgeving opnieuw besmet wordt. Een behandeling
om de twee weken is daarna aan te raden tot de leeftijd van twee maanden. Op
deze manier worden zowel wormen die afkomstig zijn van herbesmetting na de
vorige behandeling, als laat ontwikkelde larven die niet getroffen werden door de
vorige behandeling, gedood vóór ze volwassen zijn. Een jonge hond wordt best
iedere maand (eventueel om de twee maanden) behandeld tot hij 6 maand is.
Het is eveneens aanbevolen volwassen honden regelmatig te behandelen (2 maal
per jaar). Bij lagere infectiedruk (gezelschapshonden) kan één behandeling per
jaar voor een volwassen hond volstaan (eventueel na coprologisch onderzoek).
Bij aankoop van een hond moet deze systematisch behandeld worden.
Ook vanuit zoönotisch standpunt is het belangrijk regelmatig te ontwormen om ei-
uitscheiding in de omgeving tegen te gaan.
3.3.6 Preventie
Vermijden van plaatsen waar veel honden- en/of kattenfeces worden
gedeponeerd. Vooral in de zomermaanden zullen er veel geëmbryoneerde, en dus
infectieuze, eieren kunnen worden verwacht.
Alle honden en katten dienen tweemaal per jaar ontwormd te worden (indien de
stoelgang parasitologisch onderzocht wordt kan de hond eventueel 1 maal per jaar
ontwormd worden). Zie ook onder behandeling hond.
Bij jonge honden geldt een strenger regime: 2,4,6 en 8 weken na de geboorte,
gevolgd door 2,4,6 en 8 maanden.
Ten slotte is publieksvoorlichting van belang om de hiervoor besproken
maatregelen onder de aandacht te brengen.
12 Anthelmintica: middel tegen worminfecties.
168
Naast de Toxocara canis komt ook de Toxascaris leonina in België voor. Deze
spoelworm is echter zeldzamer dan de T. canis (7% tot 20% van de volwassen
zwerf- en kennelhonden in België zijn besmet met T. leonina, slechts 0.4% van
honden in huishoudens zijn besmet).
Deze laatste spoelworm is van weinig belang voor de mens.
Er treedt geen migratie van de larven op en er ontstaat geen leeftijdsresistentie.
Van de spoelwormen veroorzaakt T. leonina bij carnivoren de minste klachten.
Enkel bij zware besmettingen ontstaan er klinische tekenen (diarree).
Dezelfde anthelmintica als voor de behandeling van T. canis kunnen gebruikt
worden. Preventie steunt vooral op hygiënische maatregelen.
3.4 Echinococcus spp.
Echinococcus granulosus en E. multilocularis behoren tot de belangrijkste
zoönotische lintwormen.
3.4.1 E. granulosus
E. granulosus is een zeer kleine lintworm van de hond (2 tot 7 mm lang).
Deze lintworm veroorzaakt geen symptomen bij de hond, zelfs indien een hond
besmet is met honderden E. granulosus zal hij geen klinische tekenen vertonen.
3.4.1.1 Cyclus
De hond en andere canidae (vos, jakhalzen,…) zijn de eindgastheren. De
volwassen wormen produceren een massale hoeveelheid eieren die via de feces in
de buitenwereld terechtkomen. Deze eieren kunnen vervolgens ieder warmbloedig
dier infecteren (tussengastheer). Hierin kunnen ze zich ontwikkelen tot een
zogenaamde blaasworm of hydatide cyste, meestal in de lever of de long maar ook
elders, die jarenlang kan blijven groeien. Deze blaasworm kan inwendig
dochterblazen vormen met elk honderden scolices. Consumptie van zo’n blaas
(slachtafval, prooidier) leidt weer tot massale infectie van canidae met lintwormen.
Niet alle E. granulosus-stammen zijn infectieus voor de mens. Er zijn
epidemiologische aanwijzingen dat er verschillende cycli bestaan, bijvoorbeeld
169
hond-paard, hond-schaap, hond-rund enzovoort, die niet onderling besmettelijk
zijn. De zogenaamde paardenstam zou voor de mens niet infectieus zijn.
Blaaswormen komen voor bij de mens, alle landbouwhuisdieren en vele in het wild
levende dieren.
3.4.1.2 Ziektebeeld bij de mens
De mens kan zich direct besmetten bij het liefkozen, strelen of spelen met een
besmette hond. Vooral kinderen komen hiervoor in aanmerking. Besmetting is
eveneens indirect mogelijk via opname van voedsel ( water, groenten)
gecontamineerd met eieren. Jaarlijks worden enkele humane gevallen beschreven
in België (voornamelijk als importziekte). Honden besmetten zich voornamelijk
door het eten van slachtafval.
De cyste zelf veroorzaakt gedurende de eerste ontwikkelingsfase geen klachten.
Zij blijft goed getolereerd tot haar omvang dysfunctie bij het getroffen orgaan en/of
drukpijn veroorzaakt. Dit gebeurt voor het eerst na jaren.
De druksymptomen hangen af van de lokalisatie. Het meest voorkomend
doelwitorgaan is de lever. In de longen veroorzaakt de cyste hoest, dyspnee en
tachycardie. In het beenderstelsel erodeert de cyste het beenderweefsel, hetgeen
kan leiden tot spontane breuken voornamelijk in deze die het lichaamsgewicht
moeten dragen. Lokalisaties in vitale organen kunnen vroegtijdig stoornissen doen
ontstaan. Dramatisch zijn de gevolgen van een secundaire uitzaaiing die volgt op
het barsten van de cyste. De disseminatie van stukjes germinatieve membraan en
haar proliferatie in een nu overgevoelig geworden gestel worden gevolgd door
toxaemie13
en anafylaxis14
.
3.4.1.3 Diagnose
Een anamnese en een klinisch onderzoek zijn hulpzaam doch dikwijls treden
symptomen laat op. Een vroegtijdige diagnose bij de mens is echter van zeer groot
belang gezien het risico van uitzaaiingen. Daarom verdienen serologische testen
13 Toxemie: bloedvergiftiging
14 Anafylaxis: allergische reactie
170
de voorkeur (complement bindingstest, IF, de intradermale test). De cyste kan
aangetoond worden met röntgenologisch en computer topografisch onderzoek.
3.4.1.4 Behandeling
Als behandeling verkiest men meestal chirurgische excisie.
3.4.1.5 Verspreiding en preventie
Verspreiding door Europa door diertransporten en illegale slachtingen is een
potentieel gevaar.
3.4.1.6 Preventie
Strenge navolging van de vleeskeuring voorschriften is een eerste vereiste. Illegale
slachtingen moeten bestreden worden. Honden die getransporteerd worden uit
endemische gebieden moeten adequaat behandeld worden. Men dient goed voor
ogen te houden dat niet de mens doch de hond zich besmet door het eten van
besmette organen.
3.4.2 Echinococcus multilocularis
E. multilocularis, ook wel vossenlintworm genoemd, heeft een vergelijkbare
levenscyclus als E. granulosus. Hier dienen vooral de vos en verder de hond en
kat als hoofdgastheer (lintwormdragers).
3.4.2.1 Verspreiding en frequentie
De infectie komt vooral voor in Oost-Europa, maar wordt vanaf begin jaren tachtig
in toenemende mate ook gesignaliseerd in Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. In
Zuid-België werd in de provincie Luxemburg tot bijna de helft van de vossen
positief bevonden. Meestal wordt in enzoötische gebieden (ten zuiden van de
171
Maas) slechts een klein percentage honden en katten positief bevonden. Recent is
de worm ook aangetroffen in Nederland in de grensgebieden met Duitsland en
België.
3.4.2.2 Cyclus
De blaasworm die zich ontwikkelt bij de tussengastheer, heeft een volkomen ander
karakter als bij E. granulosus. Deze blaasworm veroorzaakt langgerekte
woekeringen die verspreid uitgroeien tot lokale verdikkingen. Dit proces blijft zich
uitbreiden en laat zich het best vergelijken met een maligne (kwaadaardige) tumor:
alveolaire echinococcose.
3.4.2.3 Behandeling
Na verloop van tijd worden patiënten inoperabel als gevolg van verspreiding door
het lichaam.
Er is een hoge mortaliteit (85%) bij late herkenning. E. granulosus wordt
beschouwd als de meest ernstige parasitaire zoönose: alle niet behandelde
gevallen verlopen fataal.
3.5 Giardia spp.
Giardia is een protozoa15
die diarree kan veroorzaken bij honden. De meeste
diersoorten kunnen besmet worden met Giardia, zij het met verschillende
genotypes. Sommige genotypes die voorkomen bij carnivoren vormen een gevaar
voor de mens.
15 Protozoa: eencellige micro-organismen.
172
3.5.1 Cyclus
Deze eencellige parasiet kent een rechtstreekse cyclus: een besmette hond
scheidt cysten uit via de feces. Deze cysten zijn onmiddellijk infectieus en kunnen
verschillende maanden in een vochtige omgeving overleven.
De overdracht gebeurt via de fecale-orale weg. Vooral jonge honden scheiden veel
eieren uit, oudere honden bouwen een zekere immuniteit op.
3.5.2 Ziektebeeld bij de hond
De belangrijkste symptomen zijn slijmerige tot waterachtige diarree met een
verhoogde defecatiefrequentie. De stoelgang kan soms een typisch weeë geur
hebben. Een chronische intermitterende diarree bij jonge honden en kittens is
steeds verdacht van giardiose.
Vooral jonge dieren zijn gevoelig. Bij erge besmetting kan er depressie en
gewichtsdaling optreden.
3.5.3 Diagnose bij de hond
De diagnose kan gebeuren door microscopisch onderzoek van feces (de
concentratiemethode is te verkiezen boven een direct uitstrijkje), dit onderzoek
moet eventueel herhaald worden omdat de cysten slechts intermitterend
uitgescheiden worden.
Recent bestaan er ook eenvoudige testen die Giardia-antigenen kunnen aantonen
in de feces (ELISA).
3.5.4 Behandeling bij de hond
De behandeling bij de hond kan gebeuren met metronidazol of bepaalde
benzimidazoles. Belangrijk hierbij is dat de behandeling minstens vijf dagen wordt
aangehouden. Het is aangeraden om alle honden en katten in huis te behandelen.
173
3.5.5 Verspreiding en frequentie
Het aantal gediagnosticeerde Giardia infecties bij de hond neemt de laatste jaren
sterk toe. Slechts een beperkt aantal behoren tot het subtype A1, dit subtype wordt
beschouwd als degene die het gemakkelijkst de mens kan infecteren.
3.5.6 Preventie
Ook hier is hygiëne belangrijk om de infectiedruk laag te houden: feces regelmatig
verwijderen en de omgeving droog houden.
Gezien het zoönotisch gevaar is hygiëne belangrijk: vooral YOPI’s (young, old,
pregnant and immunodeficiënt) moeten oppassen.
3.6 Canine coronavirus
Coronavirussen zijn een frequente oorzaak van gastro-enteritis bij mensen en
dieren. Meestal vertonen rotavirussen een zekere specierestrictie hoewel dit niet
altijd het geval is. Er zijn gevallen vastgesteld van canine rotavirussen bij de mens
met soms ernstige symptomen die opname in het ziekenhuis vereisten. Er is
evenwel weinig data met epidemiologische gegevens over de prevalentie van
canine coronavirus bij de hond. De infectie bij de hond verloopt vaak mild.
3.7 Salmonella spp.
Salmonellose is een vaak voorkomende infectieziekte die gastro-enteritis kan
veroorzaken, al of niet met septicaemie16
en orgaanlokalisaties. Deze aandoening
is vooral gekend als een voedselinfectie. Salmonella kiemen zijn obligaat
parasitair. Ze zijn relatief resistent in de omgeving. In organisch materiaal kunnen
ze maandenlang infectieus blijven. Ze zijn ook resistent aan uitdroging maar
worden evenwel geïnactiveerd door pasteurisatie en inwerking van zonlicht. Ze zijn
ook gevoelig aan de meeste commercieel beschikbare desinfectantia. De
16 Septicaemie: toestand van ziektekiemen in het bloed die zich daar vermenigvuldigen.
174
verschillende serovars van S. enterica kunnen onderling sterk verschillen in
virulentie.
3.7.1 Ziektebeeld bij de hond
Een salmonella infectie kan zowel klinisch als subklinisch verlopen. Bij klinische
salmonellose is de incubatieperiode vaak vrij kort en varieert tussen enkele uren
en 6 dagen. Letsels die wijzen op een infectie met niet-gastheer specifieke
salmonella’s bestaan voornamelijk uit een focale of diffuse necrotiserende colitis
en typhlitis. Het zijn voornamelijk de niet-gastheerspecifieke salmonella’s die vanuit
zoönotisch standpunt belangrijk zijn.
Honden zijn vaak geïnfecteerd met Salmonella spp. Ook schijnbaar gezonde
honden kunnen drager zijn. Volgens wetenschappelijk onderzoek (Tsuneo
FUKATA et al. Incidence of Salmonella Infection in Healthy Dogs in Gifu
Prefecture, Japan. Journal of Veterinary Medical science, Vol. 64 (2002) , No. 11
pp.1079-1080.) zijn er sterke indicaties dat honden als carriers van Salmonella een
belangrijke rol spelen in de contaminatie van het leefmilieu.
Honden vertonen zelden ernstige klinische symptomen bij infectie met Salmonella
spp. Gezien het intense contact tussen huisdiereigenaars en hun hond is dit zeker
een risico naar besmetting toe. In het bijzonder immuungecompromiteerde mensen
moeten hiervoor oppassen.
3.8 Yersinia enterocolitica
De hond is al langer gekend als drager van Yersinia enterocolitica. (Fenwick SG et
al. Duration of carriage and transmission of Yersinia enterocolitica biotype 4,
serotype 0:3 in dogs. Epidemiol Infect, 1994 Dec;113(3):471-7.).
Yersinia enterocolitica is een bacterie die optimaal gedijt bij 25-30°C, maar die zich
zelfs bij 0-2°C nog kan vermeerderen. Y. enterocolitica wordt regelmatig
aangetroffen in de omgeving, in het water, in levensmiddelen en in dieren.
175
3.8.1 Ziektebeeld bij de mens
De symptomen van yersiniose zijn koorts, waterige diarree, krampen en hevige pijn
in de onderbuik die doet denken aan blindedarmontsteking. Complicaties leiden
soms tot acute of chronische artritis. De symptomen treden op 2 tot 4 dagen na het
eten van besmet voedsel.
3.8.2 Verspreiding en frequentie
Yersinia enterocolitica komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen.
Rapporten betreffende overdracht van mens op mens zijn tegenstrijdig. Bij grotere
uitbraken is er nog geen mens op mens overdracht vastgesteld.
3.9 Escherichia coli
E. coli behoort tot de normale colonflora van mens en dier. Er bestaan echter veel
verschillende types E. coli’s. Men kan aan de hand van deze verschillende
serotypes achterhalen van welke diersoort feces of fecale contaminatie afkomstig
is. Sommige van deze serotypes bij de hond zijn mogelijk pathogeen voor de
mens.
3.9.1 Ziektebeeld bij de mens
De groep EPEC of enteropathogene E. coli die bekend staat bij de mens als een
ernstige voedselinfectie met een risico op bijkomende complicaties zoals HUS en
TTP (hemolytisch uremisch syndroom en trombotisch trombocytopenisch purpura).
Dit is een relatief vaak voorkomende infectie.
Een andere groep van voor de mens gevaarlijke E. coli’s zijn de zogenaamde
ExPEC of extraintestinal pathogenic Escherichia coli. Deze E. coli’s worden bij de
mens gevonden bij onder andere cystitis, pyelonefritis17
, bacteriemie en meningitis.
Deze potentieel gevaarlijke ExPEC komen veelvuldig voor in feces afkomstig van
17 Pyelonefritis: nierbekkenontsteking.
176
honden (Johnson JR et al. Canine feces as a reservoir of extra intestinal
Escherichia coli. Infect Immunology 2001 Mar;69(3):1306-14).
3.10 Campylobacter jejuni
Campylobacter is een frequent voorkomende voedselinfectie in West-Europa en
wereldwijd één van de meest voorkomende bacteriële infecties. De hond is
regelmatig drager van deze bacterie. De exacte rol van honden in de
epidemiologie van campylobacter is tot op heden onbekend. Wel staat vast dat de
hond een bron van infectie voor de mens kan zijn: verschillende gevallen zijn reeds
beschreven in de literatuur. Naast een rechtstreekse bron van infectie voor de
mens is de hond ook verantwoordelijk voor contaminatie van het leefmilieu met
Campylobacter. Een hond kan langer dan een jaar Campylobacter uitscheiden via
de stoelgang zonder dat de hond zelf enige symptomen zoals diarree vertoont.
Zowel honden als katten worden door verschillende studies beschouwd als een
risicofactor voor een infectie met Campylobacter bij de mens.
3.10.1 Verspreiding en frequentie
Bij een onderzoek in Groot-Brittannië heeft men verse stoelgang afkomstig van
honden in parken onderzocht: bijna 5% van de stalen was positief voor
Campylobacter jejuni. Ook hier dient vermeld te worden dat de hond een
asymptomatische drager kan zijn van Campylobacter spp (een hond vertoont
slechts zelden symptomen bij infectie).
3.11 Cryptosporidium
Cryptosporidiose is een parasitaire infectie van het maagdarmstelsel met de
parasiet Cryptosporidium. Deze protozoaire infectie komt bij vele dieren voor.
Overdracht gebeurt via de fecale-orale route. Deze vaak voorkomende oorzaak
van diarree bij de mens is zelflimiterend. Vooral mensen met een verzwakte
immuniteit kunnen ernstig ziek worden van deze parasiet. Bij Aidspatiënten is dit
een alom gekende, bijzonder gevaarlijke en dodelijke parasiet.
177
3.11.1 Cyclus
In de buitenwereld komt cryptosporidium voor als oöcyste: dit is een bijzonder
resistente vorm die lang kan overleven in de omgeving. De oöcysten zijn weinig
gevoelig voor de gangbare desinfectantia en in het bijzondere voor
natriumhypochloriet (bleekwater).
Honden zijn regelmatig besmet met cryptosporidium maar de meeste spp zijn niet
gevaarlijk voor de mens tenzij voor mensen met een verminderde afweer
(immunosuppressieve geneesmiddelen, Aidspatiënten, kinderen, ouderen,…). De
rol van honden in de verspreiding van cryptosporidium is weinig bestudeerd. Het
zoönotisch gevaar lijkt mee te vallen maar voorzichtigheid is geboden gezien het
gevaar voor mensen met een verzwakte immuniteit en de lange levensduur van de
oöcysten in de omgeving.
3.12 Helicobacter spp.
Het belang van Helicobacter in humane pathologieën zoals maagzweren en
gastritis is nog maar relatief recent bekend. Een belangrijke oorzaak van deze
laattijdige ontdekking is het feit dat de meeste helicobacter spp. zich moeilijk laten
kweken in het labo. Ook in de diergeneeskunde heeft men sindsdien verschillende
van deze bacteriën ontdekt en in verband gebracht met maagpathologieën. Deze
helicobacter spp. kunnen overgaan van dier op mens maar de route van
overdracht is tot op heden onbekend. Het houden van een huisdier speelt
mogelijks een rol bij infectie of herinfectie na behandeling bij de mens. Gezien de
manier van overdracht ongekend is kan hier geen uitspraak gedaan worden over
het belang van fecale contaminatie in de epidemiologie van de verschillende
helicobacter spp.
3.13 Haakwormen
Het zoönotisch belang van deze maagdarmparasieten is onvoldoende gekend.
Ancylostoma caninum is een gekende zoönose maar komt hier enkel voor als
importgeval (voornamelijk honden uit Zuid-Europa). Uncinaria stenocephala komt
178
in België frequenter (enzoötisch) voor maar zou minder van belang zijn voor de
mens.
3.14 Multiresistente bacteriën
De laatste jaren is de aandacht voor antibioticaresistentie van bacteriën sterk
toegenomen. De opkomst van deze multiresistente bacteriën vormen een grote
uitdaging voor de wetenschap: deze bacteriën zijn bijzonder moeilijk te bestrijden
en vormen dan ook een groot gevaar voor de volksgezondheid.
Ook bij onze huisdieren wordt er meer en meer antibiotica gebruikt om allerlei
redenen. Dit heeft als gevolg dat ook bij huisdieren zoals honden multiresistente
bacteriën steeds vaker voorkomen.
In de wetenschappelijke literatuur zijn verschillende gevallen beschreven van bij
honden voorkomende en voor de mens gevaarlijke multiresistente bacteriën:
methicilline-resistente Staphylococcus aureus, vancomycine-resistente
enterococcen (VRE) en multidrug-resistant Salmonella typhimurium DT104. Deze
laatste twee komen via de feces in de buitenwereld terecht.
Antibioticaresistentie is een groeiend probleem wereldwijd. De rol van huisdieren
als reservoir voor dergelijke bacteriën blijkt belangrijk te zijn en wordt momenteel
grondig bestudeerd door de wetenschappelijke wereld. Een huisdier kan een
kritieke factor zijn bij humane patiënten met dergelijke moeilijk te bestrijden
bacteriën.
3.15 Samenvattend: zoönosen via feces en milieucontaminatie
Volgens recent onderzoek (Overgaauw P. et al. Zoonotic parasites in fecal
samples and fur from dogs and cats in The Netherlands. Veterinary parasitology,
Volume: 163, Issue: 1-2 (2009), pp. 115-122.) zijn ook klinisch gezonde honden
vaak drager van zoönotische agentia. Zo werden bij 4.4 % van de gezonde honden
Toxocara-eitjes gevonden in de feces en bij 12.2% van de onderzochte honden
werden deze eitjes teruggevonden in de vacht (door fecale contaminatie). Van de
honden was 15.2% besmet met Giardia en 8.7% met Cryptosporidium spp. Bij dit
onderzoek werd enkel op zoek gegaan naar parasitaire infecties. Bacteriële en
virale agentia werden niet onderzocht.
179
Volgens de recente wetenschappelijke literatuur kan men stellen dat feces
afkomstig van honden en katten heel vaak besmet zijn met bacteriën, virussen en
parasieten die voor de mens een gevaar voor de gezondheid inhouden. Ook
klinisch gezonde honden en katten zijn vaak drager van zoönotische pathogenen.
Vele van deze pathogenen kunnen langere tijd overleven in de omgeving
(bijvoorbeeld Toxocara, Toxoplasma).
Tot 90% van stalen genomen in openbare parken is besmet met Toxocara-eitjes.
OLM en VLM zijn twee gekende gevolgen van infectie met deze parasiet bij de
mens (zie hoger). Recent wordt echter onderkend dat deze parasiet een rol speelt
bij het tot stand komen van allergieën bij kinderen. Gezien de wijdverbreidheid van
deze parasiet is dit een belangrijk aandachtspunt betreffende volksgezondheid.
Serologisch onderzoek heeft aangetoond dat 2 tot 7% van de West-Europese
bevolking deze infectie heeft doorgemaakt. Het afschermen van speeltuinen en
parken met een omheining blijkt behoorlijk effectief te zijn in het tegengaan van
contaminatie met Toxocara-eitjes (Avcioglu H, Balkaya I, 2010).
Volgens A. Mandarino-Pereira et al. (2010): Ancylostoma, Toxocara, Trichuris,
Ascaris en Cryptosporidium zijn teruggevonden op publieke pleinen.
Gezien bovenstaande argumentatie kan men er van uit gaan dat de
milieucontaminatie met zoönotische pathogenen uitgebreid is. Dit wordt ook
bevestigd door de weinige wetenschappelijke studies die hieromtrent gebeurd zijn.
Studies over de totale impact van zoönotische agentia afkomstig van honden op de
volksgezondheid bestaan tot op heden echter niet. Sommige cijfers illustreren de
uitgebreidheid van deze problematiek: bij mensen van 65 jaar of meer loopt de
seroprevalentie voor Toxoplasma gondii in de meeste Europese landen op tot
meer dan 80%! De kat is de enige eindgastheer en de enige manier waarop de
parasiet in de buitenwereld terechtkomt is via de stoelgang van de kat.
Toxoplasmose is één van de meest voorkomende parasieten bij de mens
wereldwijd (Sciammarella, 2005).
Recent onderzoek in de Verenigde Staten heeft aangetoond dat oppervlaktewater
gecontamineerd is met micro-organismen afkomstig van honden. 10 tot 30%
(afhankelijk van het onderzoek) van de microbiële contaminatie van
oppervlaktewateren zou op sommige plaatsen afkomstig zijn van honden. Hiermee
komen honden op de derde of de vierde plaats als oorzaak van bacteriële
contaminatie van oppervlaktewateren. Dergelijke studies zijn in Vlaanderen nog
niet uitgevoerd.
180
Hondenfeces bevatten veel bacteriën. Het aantal fecale coliformen per gram
hondenfeces is veel hoger dan het aantal fecale coliformen per gram feces
afkomstig van andere dieren en de mens. Een onderzoek naar bacteriële
contaminatie van een strand in Miami, Florida heeft de vergelijking gemaakt tussen
feces afkomstig van honden en feces afkomstig van meeuwen: één defecatie van
een hond bevat evenveel enterococcen als 6940 defecaties van vogels (Wright et
al., 2009).
Ongeveer 60% procent van de infectieuze ziekten bij de mens zijn afkomstig van
dieren. Feces spelen een cruciale rol bij de verspreiding van vele ziekten: het
invoeren van sanitaire maatregelen is één van de belangrijkste oorzaken, zo niet
de belangrijkste oorzaak van de toegenomen levensverwachting bij de mens in de
laatste twee eeuwen. Het vermijden van contact met feces, het zij direct of het zij
indirect, is van cruciaal belang voor de volksgezondheid; het invoeren van sanitaire
maatregelen in grote steden in de 19de
eeuw in Frankrijk had een dramatische
verhoging van de levensverwachting tot gevolg.
Een gram feces van honden bevat letterlijk miljoenen virussen, bacteriën,
parasietencysten en wormeitjes. Hondenfeces komen voornamelijk in het directe
leefmilieu van de mens terecht: de meeste honden leven niet op het platteland
maar daar waar veel mensen wonen. Wetenschappelijke literatuur van ziekten die
via feces van huisdieren worden overgedragen tonen aan dat dergelijke overdracht
heel succesvol verloopt in onze huidige maatschappij. De meeste mensen komen
rechtstreeks of onrechtstreeks in contact met fecale contaminatie.
Gezien het grote aantal honden in Vlaanderen, de hoge bevolkingsdichtheid en het
nauwe contact tussen hond en mens kan men stellen dat de hondenfeces
aanwezig in het leefmilieu in Vlaanderen een aanzienlijk risico betekenen voor de
volksgezondheid. In het bijzonder kinderen, ouderen en mensen met een
verminderde afweer (chemotherapie, immunosuppressieve geneesmiddelen,
Aidspatiënten,…) lopen een verhoogd risico. De totale impact op de
volksgezondheid is tot op heden onvoldoende onderzocht. Concreet gaat het over
570.000 honden en 883.000 katten in Vlaanderen die dagelijks fecaal afval
produceren dat ofwel in het leefmilieu ofwel bij het restafval terechtkomt. Het gaat
om naar schatting tussen de 200.000kg en 250.000kg afval per dag of op jaarbasis
73.000 tot 91.000 ton afval.
181
Gezien de alomtegenwoordigheid van deze fecale contaminatie kan een actie om
dit probleem aan te pakken een aanzienlijk effect hebben op de volksgezondheid.
3.16 Belangrijke aandachtspunten ter preventie van zoönosen
- Heel belangrijk is het doorbreken van de oro-fecale route ter preventie van
zoönosen. De meeste maatregelen zijn ofwel gericht op het voorkomen
van contaminatie van het leefmilieu ofwel op het voorkomen van infectie
van de mens;
- regelmatig de handen wassen, zeker na contact met de hond, contact met
fecaal materiaal, bezoek aan parken of speeltuinen,… Ook de vacht van
huisdieren kan besmet zijn met pathogenen van fecale oorsprong. Uit de
enquête blijkt dat nog te weinig mensen hun kinderen de handen laten
wassen na het buiten spelen;
- het jaarlijks vaccineren van huisdieren verdient zeker de aanbeveling;
- educatie hondeneigenaar: via dierenarts, scholen, campagnes,… Enkele
belangrijke opmerkingen: er is veel foute informatie te vinden in de media,
dierenartsen zijn wel goed op de hoogte, eigenaars zijn goed op de
hoogte van bepaalde zoönosen en hun manier van overdracht zoals
hondsdolheid die zeldzaam is in onze streken maar de meeste eigenaars
weten weinig over endemisch ziekten zoals Giardia en Toxocara die een
groter probleem zijn voor de volksgezondheid, slechts 23% van de
eigenaars van dierenwinkels geven advies betreffende zoönosen bij
aankoop van een pup terwijl net pups het meest frequent besmet zijn met
parasieten, (Bugg et al., 1999);
- heel belangrijk ter preventie van de contaminatie van het leefmilieu is
huisdieren regelmatig ontwormen. Een strikt ontwormingsschema met een
geschikt ontwormingsmiddel is een belangrijke stap bij de bestrijding van
zoönotische parasieten. Een geschikt ontwormingsschema is als volgt:
jonge honden dient men regelmatig te ontwormen op 2, 4, 6 en 8 weken,
vervolgens maandelijks tot een leeftijd van 6 maanden en dan halfjaarlijks
voor de rest van hun leven. Al naargelang de leefomstandigheden van de
hond kan de dierenarts een aangepast ontwormingsschema voorstellen.
182
Aangeraden is om de stoelgang van de hond jaarlijks te laten controleren
op parasieten: bepaalde parasieten zoals Giardia spp. zullen onvoldoende
afgedood worden met een standaard ontworming;
- geen rauw voedsel geven aan hond en kat is belangrijk naar vermindering
van het aantal parasitaire en bacteriële infecties;
- dagelijks of onmiddellijk opruimen van hondenpoep: dit is essentieel om de
fecale contaminatie van het leefmilieu door zoönosen tegen te gaan. Het
laten liggen van hondenpoep in de goot is tegenaangewezen. Bijzondere
aandacht dient te gaan naar het opruimen van hondenpoep in de nabijheid
van stromen, beken en rivieren;
- veel mensen (102 van de 451 respondenten met een hond of 22,6 %) laten
de stoelgang in de tuin liggen. Op deze manier ontstaat een uitgebreide
besmetting van het leefmilieu: hierdoor neemt de kans van besmetting
voor de mens toe maar ook honden en katten kunnen zich op deze manier
(her)besmetten waardoor het probleem toeneemt;
- men mag geen hondenpoep verwijderen via de composthoop. De
composthoop biedt geen garantie betreffende het effectief afdoden van
aanwezige pathogenen. Veel mensen zijn hier niet van op de hoogte, zie
enquête (285 van de 1026 respondenten of 27,8% ziet geen probleem in
het verwijderen van feces via de composthoop en 28.2% gebruikt
composteren effectief als manier om hondenfeces te verwijderen);
- wekelijks reinigen en desinfecteren van de hondenkennel;
- openbare hondentoiletten dienen dagelijks gereinigd en gedesinfecteerd te
worden;
- informatiecampagnes over het zoönotisch belang feces zijn aangewezen.
Het niet of onvoldoende bekend zijn met de mogelijke gevaren en
overdracht routes zijn een deel van het probleem;
- De aanwezigheid van borden in parken kunnen een sensibiliserend effect
hebben op hondeneigenaars. Het plaatsen van een omheining rond
speeltuinen, zandbakken en parken waar veel kinderen spelen wordt heel
sterk aanbevolen;
183
- een hondentoilet in de tuin wordt best niet binnen een afstand van 5 meter
geplaatst van een groentetuin. De nodige voorzorgen dienen genomen te
worden om toegang van kinderen tegen te gaan. Bij correct gebruik van
een hondentoilet is de verspreiding van kiemen in de omgeving beperkt.
Bepaalde kiemen kunnen op die manier wel in het grondwater
terechtkomen.
184
4.1 Inleiding
Wensen we de burger te wijzen op zijn verantwoordelijkheid, dan komt het er op
aan deze burger gevoelig te maken voor de hondenpoepproblematiek. Uiteindelijk
streven we een gedragsverandering bij de hondenbaasjes na. Het
Expertisecentrum is hiervoor, gezien onze nabijheid bij verschillende
stadsbesturen, goed geplaatst. Doelgroepenwerking is een zeer belangrijk
onderdeel van sensibilisering. Communicatie moet worden afgestemd op de
specifieke doelgroepen. Heel belangrijk daarbij zijn bijvoorbeeld hondeneigenaars,
thuiscomposteerders, inwoners van appartementen, dierenopvangcentra,
dierenasielen, …
Onder meer van de gemeenten wordt verwacht dat zij mee de bevolking
sensibiliseren tot vermindering van het organisch afval. Onder thuis composteren
verstaat men het composteren van organisch materiaal in een particuliere tuin. In
de beginfase, rond de recente eeuwwisseling, was de sensibilisering vooral gericht
op het doen toenemen van het aantal thuiscomposteerders en van de hoeveelheid
organisch materiaal die ze thuis composteren. Vanaf 2001 beoogde de
afvalplanning daarbij een daling van de hoeveelheid tuinafval die de burgers toch
nog aanbieden voor collectieve inzameling. Dat zou moeten bewerkstelligd worden
precies door het thuis composteren, maar ook door een verandering in de wijze
van tuinaanleg en tuinonderhoud.
Aangezien uitwerpselen van vleesetende dieren (bv. honden, katten, …) in geen
geval thuis gecomposteerd mogen worden, werd gezocht naar andere
mogelijkheden van hondenpoepverwerking. De Doggie Dooley is zo’n mogelijk
alternatief. Dit containertje wordt ingegraven in de grond en werkt als een mini
septische tank waarin de hondenpoep met behulp van onschadelijke bacteriën en
enzymen op een milieuvriendelijke manier afgebroken wordt. Op die manier komt
de hondenpoep niet bij het restafval terecht maar wordt het op een
natuurvriendelijke manier verwerkt.
Veel Vlaamse gemeenten beschikken vandaag over een team van vrijwilligers die
gepassioneerd zijn door het thuis composteren (bv. het Ecotuinteam) en bereid zijn
deze passie verder te verspreiden onder buren, vrienden, kennissen, …Een
actieve werking van deze compostmeesters zou in belangrijke mate bijdragen tot
het overhalen van de burgers om aan thuis composteren te doen. Door contacten
te leggen tussen het Expertisecentrum Dier-en-zorg en deze compostmeesters kan
het gebruik van het “pet waste disposal system” een ingang vinden bij de
4 Alternatieve verwerkingsmethode: Doggie dooley
185
algemene bevolking en zo bijdragen tot een stijging van de hoeveelheid
hondenpoep die op een natuurvriendelijke manier verwerkt wordt.
Per gemeente zou er een contactpersoon kunnen zijn voor de compostmeesters
van de hondenpoep. De compostmeesters zouden tweemaal per jaar in groep
kunnen samenkomen.
Wegens het ontbreken van de financiële middelen zal dit helaas niet kunnen
verwezenlijkt worden binnen het lopende project.
4.2 Werking
4.2.1 Doggie dooley
Dit containertje wordt in de grond ingegraven en werkt als een kleine septische
tank voor hondenuitwerpselen. De hondenpoep wordt van een vaste vorm in een
vloeibare stof omgezet. Deze vloeistof kan dan door de aarde sijpelen en veilig
opgenomen worden door de grondlaag eronder. Door het toevoegen van het
speciale verteringsmiddel met enzymwerking wordt de omzetting in vloeistof
aanzienlijk versneld. Het toevoegen van enzymen is bedoeld om het
verteringsproces te bespoedigen en om verscheidene onplezierige neveneffecten
(zoals geurhinder) in het proces te voorkomen.
4.2.2 De juiste plek kiezen
In principe is elke plaats in de tuin, gazon of bloementuin geschikt, maar niet te
dicht bij boomwortels, moestuin, fruitbomen of plaatsen waar men met de
grasmaaier passeert. Dit om te voorkomen dat men met de grasmaaier over het
deksel van de Doggie Dooley rijdt waardoor deze beschadigd raakt.
Ook is het beter een plaats uit te kiezen waar men gemakkelijk met water bij kan,
zoals een kraan met tuinslang. Er moet namelijk dikwijls water aan toegevoegd
worden.
Het pet waste disposal system werkt niet in zware kleigrond. Het systeem vereist
een normaal doorlaatbare grond om goed te werken.
186
Om de doorlaatbaarheid van de bodem te controleren, wordt de volgende test
uitgevoerd: 20 liter water wordt in een put van 50 x 50 cm x 60 cm diepte gegoten.
Vervolgens wordt nagegaan hoe lang het duurt vooraleer het water afgevoerd is.
Als maatstaf wordt een tijdsduur van een tiental uur genomen. Indien korter dan 10
uur: absorberende grond; indien langer dan 10 uur: minder absorberende grond.
4.2.3 De opstart
De uitwerpselen van 2-3 dagen worden verzameld en in de Doggie Dooley
gedeponeerd. Daarna worden 2 eetlepels verteringspoeder in een emmer warm
water gemengd en 20 min. laten rusten. Vervolgend wordt het mengsel over de
uitwerpselen in de doggie dooley gegoten en het containertje tot aan de rand
gevuld met water.
4.2.4 Dagelijks gebruik
- dagelijks nieuwe drollen in de doggie dooley deponeren (de hoeveelheid van
1 grote hond of 2 kleine honden);
- wekelijks 1 eetlepel verteringspoeder oplossen in 1 liter warm water en over
de uitwerpselen gieten;
- indien nodig de Doggie Dooley tweemaal per week helemaal vullen met
water (type 3 800) en indien de grond heel doorlatend is, dagelijks water
toevoegen om de inhoud nat te houden. Het is zeer belangrijk dat het
systeem niet droog komt te staan aangezien het verteringsproces daardoor
stilvalt;
- type 3 000: indien nodig water bijvullen opdat het containertje gevuld blijft
- indien meer dan 1 hond: de hoeveelheid verteringspoeder dient verhoogd te
worden met 1 eetlepel voor elke extra grote hond of met een halve eetlepel
voor elke kleine extra hond per week;
- indien de Doggie Dooley voor een periode van twee weken of langer niet
gebruikt wordt, zal het systeem opnieuw dienen opgestart te worden zoals
hierboven vermeld.
187
4.2.5 Het beste resultaat
- water
Water is een must voor elke Doggie Dooley. Bij een Doggie Dooley dient
minstens 1 maal per week water toegevoegd te worden om het vereiste
verteringsproces gaande te houden.
Het verteringsmiddel werkt niet tenzij het met water gemengd wordt. Lauw
water is het meest efficiënt om de enzymwerking te starten omdat de
enzymen en bacteriën in de grond die ze voeden het meest actief zijn
tussen de 15°C en 43°C. Een goede werking wordt verkregen bij elke
temperatuur hoger dan 4,4°C als er voldoende water toegevoegd wordt.
De hoeveelheid water die nodig is varieert naargelang de grondsoort en
het type Doggie Dooley. Een Doggie Dooley die goed werkt zal voor
ongeveer een vierde tot de helft vol zijn met half vloeibare species
(modder). Het niveau speelt geen rol zolang er voldoende drainage is en
de massa in het vat half vloeibaar blijft. Indien het containertje uitdroogt,
dan zal het verteringsproces vertragen en uiteindelijk stilvallen.
- temperatuur
De temperatuur is heel belangrijk voor de snelheid van het
verteringsproces. Het proces start vanaf 4°C. Elke stijging met 6 graden
zal de snelheid van het verteren verdubbelen. Het verteringsproces zal
stilvallen wanneer de grondtemperatuur voor een langere periode (een
tweetal weken) onder de 4°C zakt.
- drainage
Goed doorlatende grond is essentieel opdat de Doggie Dooley zou
werken. Het principe waarop het hele systeem gebaseerd is, is gebruik
maken van water en verteringspoeder om vaste uitwerpselen om te zetten
in een vloeibare massa, die vervolgens afgevoerd wordt en in de
ondergrond sijpelt. Als de grond niet doorlatend is, zal het systeem niet
werken. Wanneer de Doggie Dooley de vloeibare meststoffen niet kan
afvoeren, kan er niks gedaan worden om het systeem te doen werken –
188
behalve de Doggie Dooley verhuizen naar een plaats waar de grond wel
voldoende doorlatend is.
- heropstarten
Wanneer het systeem voor langere tijd (meer dan twee weken) niet gebruikt
wordt, valt de volledige werking stil en dient de Doggie Dooley heropgestart te
worden. Dit gebeurt volgens onderstaande procedure:
- voldoende warm water in het vat gieten om de uitwerpselen te bedekken;
- een drievoudige dosis verteringsmiddel oplossen in een emmer warm water;
- dit mengsel toevoegen en daarna het vat volledig vullen met water;
- deze procedure enkele dagen of een week later herhalen tot de uitwerpselen
vloeibaar worden.
4.2.6 Gebruik tijdens de winter of bij zeer koud weer
De Doggie Dooley zelf zal niet breken of barsten bij koud weer maar het
verteringspoeder wordt wel inactief bij een temperatuur van 4,4°C of lager.
Wanneer de temperatuur aan de grond onder de 4,4°C zakt, is het aangeraden te
stoppen met hondendrollen toe te voegen en te wachten tot de temperatuur weer
stijgt om de procedure voor het heropstarten terug te volgen. Het verteringsproces
valt dan namelijk stil; dit is te merken aan de toenemende hoeveelheid onverteerde
drollen.
4.2.7 Trekt de Doggie Dooley insecten of ander ongedierte aan?
Insecten kunnen eieren gelegd hebben op de uitwerpselen nog voor deze in de
Doggie Dooley gedeponeerd werden. Als dit het geval is, dan zullen uit de eieren
de larven komen. Daarom zal het noodzakelijk zijn om de inhoud met een
insecticide te bespuiten.
189
4.2.8 Verschillende typen
4.2.8.1 Doggie Dooley 3 000
Figuur 36: Doggie Dooley 3 000
De Doggie Dooley 3 000 wordt gebruikt voor een zeer doorlaatbare grond en heeft
een capaciteit van de uitwerpselen van 4 kleine honden of 2 grote honden. Het is
een emmervormige container in gegalvaniseerd staal.
Wordt verzonken in de grond zodat alleen het deksel met overhangende rand van
2,5 cm te zien is.
Plastiek deksel met openingshendel die met de voet bediend wordt. Het
containertje bevat een ingebouwde overloop die behandelde vloeistof in de bodem
laat sijpelen.
De volledige set is 39,4 cm diep en heeft een diameter van 39,4 cm.
190
4.2.8.2 Doggie dooley 2 000
Figuur 37: Doggie Dooley 2 000
De Doggie Dooley 2 000 wordt gebruikt voor een zeer doorlaatbare grond en heeft
een capaciteit van de uitwerpselen van 2 kleine honden of 1 grote hond. Het is een
emmervormige container in kunststof.
Wordt verzonken in de grond zodat alleen het deksel met overhangende rand van
2,5 cm te zien is.
Plastiek deksel met openingshendel die met de voet bediend wordt. Het
containertje bevat een ingebouwde overloop die behandelde vloeistof in de bodem
laat sijpelen.
De volledige set is 39,4 cm diep en heeft een diameter van 34,3 cm.
191
4.2.8.3 Doggie Dooley 3 800
Figuur 38: Doggie Dooley 3 800
De Doggie Dooley 3 800 wordt gebruikt voor een harde, minder absorberende
ondergrond voor 4 kleine honden of 2 grote honden. Heeft een piramidale vorm en
een open bodem. Heeft een voet bediend deksel en een uitbreidingsset om de
capaciteit te vergroten.
De volledige set is 62,3 cm diep en heeft een breedte van 46,15 cm.
4.2.8.4 Doggie Dooley 3 500
Figuur 39: Doggie Dooley 3 500
192
De Doggie Dooley 3 800 wordt gebruikt voor een harde, minder absorberende
ondergrond voor 2 kleine honden of 1 grote hond. Heeft een piramidale vorm, een
voet bediend deksel en een open bodem.
De volledige set is 40,65 cm diep en heeft een breedte van 44,45 cm.
4.2.9 Waste Terminator
Het speciale verteringspoeder is een milieuvriendelijk en niet-giftig poeder maar
veiligheidshalve dienen volgende maatregelen in acht genomen te worden:
- uit de buurt van kinderen of huisdieren houden;
- contact met de ogen of open wonden vermijden; contact kan irritatie
veroorzaken;
- niet inwendig gebruiken;
- niet samen met andere scheikundige producten gebruiken, chloor, zuren of
bijtende middelen kunnen de natuurlijke biologische werking beïnvloeden.
Het verteringsmiddel bevat Proteinase en een enzymencomplexsamenstelling. Het
bevat geen salmonella, shigella, E. Coli, streptococcus, staphylococcus, algae
sulfide of een pathogeen organisme. De enzymen in het verteringspoeder zijn
proteïnen en breken dus af tot onschadelijke aminozuren.
Enzymen zijn eiwitten die een bepaalde reactie versnellen, starten of stoppen,
m.a.w. een katalysator. Een enzym maakt een chemische reactie in of buiten een
cel mogelijk of versnelt deze zonder daarbij zelf verbruikt te worden of van
samenstelling te veranderen. Wel verbindt het enzym zich tijdens de reacties met
het substraat, dat is datgene wat met de stofwisseling of vertering een reactie
aangaat. Dit gebeurt voor elk enzym op een eigen manier, doordat elk enzym
reactie specifiek is. Enzymen worden door het organisme (dieren, planten,
insecten, schimmels) zelf gemaakt. Voor de opbouw ervan zijn in een aantal
gevallen vitaminen nodig.
Na de reactie keert het enzym weer terug naar de oorspronkelijke toestand en kan
het direct weer een reactie versnellen. Een enzym “wacht” totdat de moleculen,
waarmee het enzym aan de slag kan, bereikbaar zijn. Het enzym klemt zich dan op
een plaats aan het substraat, veelal moleculen van voedingsmiddelen die
ontbonden worden, waar dat past en waartoe het dus geschikt is. Dat deel dat
193
omklemd is, wordt losgemaakt van het grotere geheel, waarna ook het enzym weer
vrij is en verder kan met het volgende molecuul(deel). Zo worden voedingsstoffen
in kleine stukjes gebroken en verwerkt. Ketens van moleculen van diverse aard,
kunnen zo in andere enkelvoudige moleculen worden omgezet.
Enzym + Substraat ↔ Enzym-Substraat-Complex ↔ Enzym + Product
Het verteringspoeder bevat volgende bestanddelen:
- tarwezemelen;
- zout;
- natruim bicarbonaat (soda);
- enzymen complex (lipase-, cellulase-, protease- en amylase-enzymen);
- Bacillus bacteriën (B. subtilis, B. licheniformis, B. megaterium, B.
amyloliquefaciesn en B. pumilus).
Bacteriën zijn levende cellen die enzymen produceren en gebruiken om chemische
verbindingen af te breken. In dit geval zetten bacteriën afval om in een grond
absorberende vloeistof.
4.3 Pilootprojecten
Bij wijze van pilootproject werden 7 Doggie Dooleys geïnstalleerd en kritisch
opgevolgd.
Deze pilootprojecten vervullen eigenlijk een voorbeeldfunctie en werden dan ook
zorgvuldig gekozen.
Een medewerkster van het Expertisecentrum Dier-en-zorg stond zelf in voor de
installatie en de opvolging van de containertjes. De evaluatie gebeurde
tweewekelijks via mail of telefoon en maandelijks via een kort interview waarbij de
volgende zaken besproken werden: gebruiksvriendelijkheid (al dan niet
arbeidsintensief), eventuele overlast (vnl. geurhinder), werking (de hondendrollen
worden al dan niet goed afgebroken en opgenomen in de grond), …
Om te bepalen welk type nodig was werd voorafgaand aan de installatie dus eerst
de doorlaatbaarheid van de bodem bepaald op de plaats van de installatie. Dit
gebeurde volgens de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 4.2.2.
194
Elke Doggie Dooley werd voorzien van een informatiebordje (zie bijlage) om het
grote publiek te informeren over het doel van dit project en de werking van dit
systeem.
4.3.1 Particulier Roeselare
Locatie: Rumbeke
Aantal honden: 1 grote hond
Grondsoort: zand-leem
Doorlaatbaarheid grond: op donderdag
06/05 werd de test uitgevoerd. Het water
was na 4 uur reeds afgevoerd. De
Doggie Dooley 3 000 leek hier dus het
geschikte type.
Type: DD 3 000 en DD 3 800
Figuur 40: particulier Rumbeke
Installatie: op maandag 17/05 werd het systeem geïnstalleerd.
Evaluatie: de installatie is goed verlopen en de eerste maanden werkte de Doggie
Dooley goed en werden de drollen goed afgebroken. Jammer genoeg is ten
gevolge van de hevige regenval tijdens de eerste week van september de bodem
rond de Doggie Dooley weggespoeld waardoor het containertje helemaal in de
grond weggezakt was. Ondanks de goede werking bleek dit type hier toch niet zo
geschikt. De hevige regenval was nu wel uitzonderlijk maar zorgde er toch voor dat
de bodem helemaal uitholde en het containertje verzakte.
195
Figuur 41: Doggie Dooley in grond gezakt
Oplossing: de Doggie Dooley werd op donderdag 23/09 uitgegraven en vervangen
door het type 3800. De particulier heeft het containertje slechts enkele weken
kunnen gebruiken daar de hond ernstig ziek geworden is en o.a. last kreeg van
diarree. Aangezien slappe stoelgang moeilijk op te ruimen is, was het niet evident
om de Doggie Dooley op gang te houden. De particulier heeft dit toch enkele
weken kunnen volhouden. Jammer genoeg ging de gezondheidstoestand van de
hond zienderogen achteruit waardoor ze uiteindelijk gestorven is en het project
vroegtijdig stop gezet werd (donderdag 04/11).
4.3.2 Blauw Kruis Roeselare
Locatie: Roeselare
Aantal honden: 4 kleine honden
Grondsoort: zand-leem
Doorlaatbaarheid grond: op
woensdag 03/03 werd de test
uitgevoerd. Na een tiental uur was
het water afgevoerd. De Doggie
Dooley 3 800 leek hier dus het
geschikte type.
Type: DD 3 800 en DD 3 000
Figuur 42: Blauw Kruis Roeselare
196
Installatie: op donderdag 11/03 werd de Doggie Dooley geïnstalleerd.
Evaluatie: de installatie is goed verlopen maar gedurende de daaropvolgende
weken werd duidelijk dat de bodem veel meer doorlaatbaar was dan de test
aangetoond had. Het containertje bleek telkens in een paar uur leeg te lopen. Het
waterverbruik nam buitenproportioneel toe, de hondenpoep loste niet op en werd
dus ook niet opgenomen in de grond. Het voortdurend bijvullen met water bracht
ook veel meer werk met zich mee.
Oplossing: de Doggie Dooley werd terug uitgegraven en vervangen door het type
DD 3000. Dit type wordt gebruikt in zeer doorlaatbare grond en zou op deze locatie
dus beter geschikt zijn. Sindsdien werkt de Doggie Dooley prima.
4.3.3 Blauw Kruis Brugge
Locatie: Dudzele
Aantal honden: 2 grote honden
Grondsoort:
Doorlaatbaarheid grond: op woensdag
03/03 werd de test uitgevoerd. Na een
halve dag (+- 12uur) was het water
afgevoerd. De Doggie Dooley 3 800 leek
hier dus het geschikte type.
Type: DD 3 800
Figuur 43: Blauw Kruis Brugge
Installatie: op dinsdag 23/03 werd het containertje geïnstalleerd.
Evaluatie: de installatie is goed verlopen en gedurende de eerste weken werd het
systeem nauwkeurig opgevolgd door een stagiaire van KATHO die daar op dat
moment stage liep. Het containertje werkte prima maar moest wat vaker dan
normaal bijgevuld worden. Dit was wat arbeidsintensiever maar voor de rest waren
er geen problemen. Vervolgens werd de opvolging overgenomen door een
medewerker van het asiel. Uiteindelijk bleek het dagelijks gebruik van de container
en de verderzetting van het project toch een grotere inspanning te zijn waardoor
197
het niet altijd mogelijk was hieraan de nodige aandacht te besteden. Daardoor viel
de enzymwerking in september stil en moest de Doggie Dooley terug opgestart
worden.
4.3.4 Blauw Kruis Ieper
Locatie:Ieper
Aantal honden: 4 grote honden
Grondsoort: klei
Doorlaatbaarheid grond: donderdag
01/04 werd de test uitgevoerd. Na 20
uur was het water afgevoerd. De
Doggie Dooley 3 800 bleek hier dus het
geschikte type.
Type: DD 3 800
Figuur 44: Blauw Kruis Ieper
Installatie: de test voor de doorlaatbaarheid van de bodem toonde aan dat de
bodem weinig doorlaatbaar was. Daardoor werd er overwogen om de installatie
van de Doggie Dooley te annuleren daar het containertje niet werkt in zware
kleigrond. Uiteindelijk werd toch besloten om het systeem te installeren daar deze
plaats heel enthousiast was over dit project en de Doggie Dooley dus heel goed
van nabij zou opgevolgd worden. Zo zouden eventuele problemen vroegtijdig
opgemerkt en bijgevolg
bijgestuurd kunnen worden.
Dinsdag 13/04 werd de Doggie
Dooley dan ook geïnstalleerd,
hetgeen gezien de grondsoort
toch een arbeidsintensief karwei
was.
Figuur 45: slechte doorlaatbaarheid bodem
198
Evaluatie:gedurende de eerste paar weken werkte het containertje prima en waren
er geen problemen. Na verloop van tijd stelde men toch vast dat de hondenpoep
wel goed werd afgebroken maar de behandelde vloeistof niet kon doorsijpelen in
de bodem. Zoals eerder werd gevreesd bevatte de bodem toch te veel klei en
leem. Hierdoor raakte de Doggie Dooley opgevuld met een dikke bruinachtige
substantie.
Oplossing: de Doggie Dooley uitgraven en een geschiktere plaats zoeken (met
beter doorlaatbare grond). Aangezien dit niet mogelijk was in het asiel werd
aanvankelijk overgegaan tot het vroegtijdig stop zetten van het project. Na overleg
met alle betrokken partijen werd besloten het systeem terug op te starten.
Hiervoor werden volgende richtlijnen gegeven:
- geen drollen meer bijvoegen;
- tweemaal per week twee eetlepels verteringspoeder oplossen in een emmer
lauwwarm water;
- om de twee dagen water toevoegen naar behoefte
- elke dag de substantie (indien mogelijk) omroeren
4.3.5 Hondenkweker Vlamertinge
Locatie: Vlamertinge
Aantal honden: 3 grote honden
Grondsoort:klei-leem
Doorlaatbaarheid grond: vrijdag 11/06
werd de test uitgevoerd. Na 10 uur was
het water afgevoerd. De Doggie Dooley 3
800 bleek hier dus het geschikte type.
Type: DD 3 800 en DD 3 000
Figuur 46: hondenkweker Vlamertinge
199
Installatie: vrijdag 18/06 werd de Doggie Dooley geïnstalleerd en de installatie
verliep vlot.
Evaluatie: Jammer genoeg dook ook hier weer hetzelfde probleem op i.v.m. de
doorlaatbaarheid van de grond. Blijkbaar was de grond toch beter doorlaatbaar
dan de test aangetoond had. Met als
gevolg dat het containertje telkens te
snel leeg liep waardoor de hondenpoep
niet verteerd werd. Hierdoor moest
dagelijks veel water toegevoegd
worden wat veel werk met zich mee
bracht.
Figuur 47: slechte verteerbaarheid
Oplossing: de Doggie Dooley terug uitgraven en vervangen door het type DD 3
000. Dit gebeurde op woensdag 07/07. Het uitgraven en opnieuw installeren van
zo’n container is een arbeidsintensief werk en dient zoveel mogelijk vermeden te
worden.
De daaropvolgende maanden werkte het systeem prima totdat geleidelijk aan
duidelijk werd dat de drollen minder goed verteerd werden en het containertje
geleidelijk aan opgevuld raakte. De exacte reden hiervoor was niet duidelijk.
Misschien had de dalende temperatuur hier een invloed op of werd het containertje
plots overladen met hondenpoep. Net zoals in het dierenasiel werd het volgende
advies gegeven:
- geen drollen meer bijvoegen;
- tweemaal per week twee eetlepels verteringspoeder oplossen in een emmer
lauwwarm water;
- om de twee dagen water toevoegen naar behoefte
- elke dag de substantie (indien mogelijk) omroeren
Ondanks het feit dat het advies goed opgevolgd werd, is het niet gelukt de Doggie
Dooley terug op te starten. De drollen verteerden niet en er vormden zich
wormachtig uitziende structuren. De dalende temperatuur zal er waarschijnlijk ook
wel invloed op gehad hebben.
200
Figuur 48: stil gevallen Doggie Dooley
4.3.6 Voorzitster Blauw Kruis Ieper
Locatie: Ieper
Aantal honden: 3 kleine honden
Grondsoort: klei- leem
Doorlaatbaarheid grond: maandag
07/06 werd de test uitgevoerd. Na 14
uur was het water afgevoerd. De
Doggie Dooley 3 800 bleek hier het
geschikte type.
Type: DD 3800
Figuur 49: voorzitter Blauw Kruis Ieper
Installatie: vrijdag 18/06 werd het systeem geïnstalleerd. Tijdens het graven van de
put werd duidelijk dat de grond toch redelijk veel leem bevatte waardoor er twijfel
ontstond of de bodem geschikt zou zijn. Uiteindelijk werd besloten om toch door te
gaan met het project. en de installatie verliep vlot.
Evaluatie: ondanks de twijfels tijdens de installatie, werkt de Doggie Dooley prima.
Er zijn tot nog toe nog geen problemen opgedoken.
201
4.3.7 VABI
Locatie: Roeselare
Aantal honden: 3 grote honden en 1 kleine hond
Grondsoort: zand-leem
Doorlaatbaarheid: maandag 21/06 werd de test
uitgevoerd. Na 13 uur was het water afgevoerd.
De Doggie Dooley 3 800 bleek hier het geschikte
type.
Type: DD 3800
Figuur 50: VABI Roeselare
Installatie: vrijdag 25/06 werd het systeem geïnstalleerd. De installatie verliep
moeilijker dan verwacht daar de bodem veel steenbrokken bleek te bevatten.
Evaluatie: ondanks de moeizame installatie werkt de Doggie Dooley prima.
4.4 Invloed van de temperatuur
Een van de doelen van dit onderzoek was het zoeken naar alternatieve manieren
om hondenpoep te verwerken. De Doggie Dooley was zo’n mogelijk alternatief. Het
grote nadeel van dit systeem is dat de werking van de enzymen in het
verteringspoeder stilvalt indien de temperatuur gedurende een bepaalde periode
(een tweetal weken) onder de 4°C zakt. Om na te gaan of dit daadwerkelijk het
geval was werd gedurende de laatste weken wekelijks de grondtemperatuur
gemeten en aangeduid op een schaal in welke mate de drollen verteerd waren.
Vervolgens werd op 05/11 en 08/12 een foto genomen van de inhoud van de
Doggie Dooleys om de evolutie van het verteringsproces visueel voor te stellen.
Bij het opmeten van de temperatuur dienden volgende zaken in acht genomen te
worden:
- telkens op dezelfde dag (vb. iedere zondag);
- telkens op hetzelfde uur (vb. om 10 uur);
202
- telkens op dezelfde plaats (op 10 cm afstand van het deksel);
- telkens met dezelfde thermometer.
Hoe meer onverteerde drollen te zien waren, hoe trager het verteringsproces
verliep. Vervolgens werd de mate van vertering aangeduid op onderstaande
schaal:
- 1: niet verteerd, geen vloeistof, enkel onverteerde drollen te zien;
- 2: matig verteerd, minder dan ¼ van de inhoud van de Doggie Dooley is
vloeistof, zeer veel (>10) onverteerde drollen te zien;
- 3: redelijk verteerd, meer dan ¼ maar minder dan ½ van de inhoud van de
Doggie Dooley is vloeistof, veel (5-10) onverteerde drollen te zien;
- 4: redelijk goed verteerd, meer dan ½ maar minder dan ¾ van de inhoud
van de Doggie Dooley is vloeistof, een aantal (2-5) onverteerde drollen te
zien;
- 5: goed verteerd, meer dan ¾ van de inhoud van de Doggie Dooley is
vloeistof, slechts enkele (1-2) onverteerde drollen te zien;
- 6: volledig verteerd, enkel vloeistof te zien en geen onverteerde drollen.
4.4.1 Blauw Kruis Ieper
Figuur 51: evolutie Doggie Dooley
203
Datum Tijdstip Temperatuur Score
08/11 10u00 10°C 2
16/11 10u00 7°C 2
21/11 10u00 4°C 3
29/11 10u00 3°C 3
08/12 10u00 1°C 3
Tabel 17: invloed temperatuur op verteringsproces
Ondanks de slechte doorlaatbaarheid van de bodem, waardoor de Doggie Dooley
overvol raakte, en de sterk dalende temperatuur zien we toch een verbetering in de
vertering van de drollen. Hier kunnen we besluiten dat de temperatuur geen
negatieve invloed heeft op het verteringsproces.
4.4.2 VABI Roeselare
Figuur 52: evolutie Doggie Dooley
Datum Tijdstip Temperatuur Score
15/11 10u30 14°C 5
17/11 11u00 8°C 5
24/11 12u00 12°C 4
08/12 9u00 1,5°C 4
Tabel 18: invloed temperatuur op verteringsproces
204
Hier zien we dat de temperatuur over een periode van 3 weken van 14°C tot 1,5°C
zakte. Toch vertraagt het verteringsproces niet in dezelfde mate. Ondanks de
koude temperatuur zijn slechts een aantal (2-5) onverteerde drollen te zien en
vertraagt het verteringsproces van goed verteerd (meer dan ¾ is vloeistof) naar
redelijk goed verteerd (meer dan ½ maar minder dan ¾ is vloeistof).
4.4.3 Hondenkweker Vlamertinge
Figuur 53: evolutie Doggie Dooley
Datum Tijdstip Temperatuur Score
20/10 14u00 8°C 2
27/10 14u00 12°C 1
03/11 14u00 13°C 1
10/11 14u00 7°C 1
17/11 14u00 4°C 1
24/11 14u00 5°C 1
01/12 14u00 -3°C 1
08/12 14u00² 1,5°C 1
Tabel 19: invloed temperatuur op verteringsproces
Hier merken we dat het verteringsproces volledig stil gevallen is. Dit is te zien aan
het aantal onverteerde drollen (>10) en de afwezigheid van vloeistof. De
temperatuur zal er zeker mee te maken hebben maar het systeem werkte voor de
koude al niet goed dus is het moeilijk na te gaan hoe groot de invloed van de
temperatuur is. Verder onderzoek zou hier aangewezen zijn.
205
4.4.4 Voorzitter Blauw Kruis Ieper
Figuur 54: evolutie Doggie Dooley
Datum Tijdstip Temperatuur Score
16/11 12u00 9°C 3
25/11 12u00 2°C 3
28/11 12u00 1°C 3
02/12 12u00 -3°C 3
09/12 12u00 2°C 3
Tabel 20: invloed temperatuur op verteringsproces
Ook hier zien we geen verschil in het verteringsproces ondanks de dalende
temperatuur. Slechts een aantal (2-5) onverteerde drollen zijn te zien en meer dan
¼ maar minder dan ½ van de inhoud van de Doggie Dooley is vloeistof.
206
4.4.5 Blauw Kruis Roeselare
Figuur 55: evolutie Doggie Dooley (met overloopgat)
Datum Tijdstip Temperatuur Score
08/11 17u00 4°C 6
15/11 17u00 7°C 6
22/11 17u00 3°C 6
29/11 17u00 -2°C Alles bevroren
06/12 17u00 -1°C Staat op non-
actief
Tabel 21: invloed temperatuur op verteringsproces
Dit is de enige plaats waar de Doggie Dooley perfect werkt. De drollen worden
volledig afgebroken en er is enkel vloeistof te zien. Totdat de temperatuur onder
het vriespunt zakte en de hele inhoud bevroor waardoor het dus onmogelijk was
om een score te geven aan het verteringsproces.
4.4.6 Particulier Rumbeke
Op deze plaats konden deze testen niet uitgevoerd worden aangezien de hond
gestorven was.
207
4.4.7 Blauw Kruis Brugge
Op deze plaats werden ook geen testen uitgevoerd daar geen thermometer
beschikbaar was.
4.5 Evaluatie
Op het einde van het project werd d.m.v. een evaluatieformulier de Doggie Dooley
geëvalueerd. Hierbij werd de mening gevraagd over volgende aspecten:
- geuroverlast;
- arbeidsintensief;
- waterverbruik;
- gebruiksvriendelijkheid;
- installatie;
- invloed temperatuur;
- kwaliteit materiaal;
- handleiding;
- algemene beoordeling
Voor elk aspect werd een score van 1 t.e.m. 10 gegeven waarbij 1=zeer slecht en
10=uitmuntend.
Ook werd bijgehouden hoeveel hondenpoep (aantal honden) dagelijks in het
containertje gedeponeerd werd. Tenslotte was er nog ruimte voor opmerkingen.
Hieronder volgt een overzicht van de resultaten.
Blauw Kruis Brugge is niet opgenomen in de resultaten daar wegens medische
redenen de enquête niet is kunnen afgenomen worden.
208
4.5.1 Geuroverlast
Hondenkwekerij Vlamertinge 10
Particulier Rumbeke 10
Blauw Kruis Roeselare 10
VABI Roeselare 10
Blauw Kruis Ieper 10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 5
Gemiddelde score 9
Tabel 22: evaluatie geuroverlast
Met uitzondering van de Voorzitter Blauw Kruis Ieper scoort de Doggie Dooley op
alle plaatsen het maximum voor geuroverlast. Hierbij wordt wel de mate van
overlast bedoeld wanneer het containertje gesloten is. M.a.w. wanneer het deksel
dicht is, veroorzaakt het systeem geen geuroverlast.
4.5.2 Arbeidsintensief
Hondenkwekerij Vlamertinge 9
Particulier Rumbeke 7
Blauw Kruis Roeselare 3
VABI Roeselare 8
Blauw Kruis Ieper 10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 10
Gemiddelde score 8
Tabel 23: evaluatie arbeidsintensief
Gemiddeld krijgt de Doggie Dooley een 8 voor arbeidsintensief. Met uitzondering
van Blauw Kruis Roeselare zijn alle plaatsen van mening dat het gebruik van zo’n
systeem weinig werk met zich meebrengt. Blauw Kruis Roeselare geeft hiervoor
een 3, wat toch een beduidend lagere score is dan de andere plaatsen. Dit kan te
209
maken hebben met het feit op deze plaats de Doggie Dooley op een redelijke
afstand van een waterbron verwijderd lag waardoor wekelijks toch verscheidene
keren met water diende gezeuld te worden.
4.5.3 Waterverbruik
Hondenkwekerij Vlamertinge 9
Particulier Rumbeke 5
Blauw Kruis Roeselare 6
VABI Roeselare 10
Blauw Kruis Ieper 3
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 10
Gemiddelde score 7
Tabel 24: evaluatie waterverbuik
Voor het aspect ‘waterverbruik’ scoort het systeem gemiddeld een 7 met een
minimum van 3 gegeven door Blauw Kruis Ieper tot een maximum van 10 gegeven
door Voorzitter Blauw Kruis Ieper. Bij een goede werking verbruikt een Doggie
Dooley dus niet veel water maar indien er zich problemen voordoen zoals bv. met
de doorlaatbaarheid van de grond dan kan het waterverbruik hoog oplopen.
Daarom is het heel belangrijk om voordien de betreffende test uit te voeren (liefst
een tweede maal ter controle) om het geschikte type te bepalen. Blauw Kruis Ieper
verbruikte vooral voor de heropstart veel water. Deze zaken kunnen vermeden
worden door installatie in een zware kleigrond te vermijden.
210
4.5.4 Gebruiksvriendelijkheid
Hondenkwekerij Vlamertinge 10
Particulier Rumbeke 7
Blauw Kruis Roeselare 7
VABI Roeselare 9
Blauw Kruis Ieper 10
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 9
Gemiddelde score 9
Tabel 25: evaluatie gebruiksvriendelijkheid
Alle plaatsen zijn het erover eens dat de Doggie Dooley heel gebruiksvriendelijk is
en geven voor dit aspect dan ook een hoge score, gaande van 7 tot zelfs 10.
4.5.5 Installatie
Hondenkwekerij Vlamertinge 4
Particulier Rumbeke 8
Blauw Kruis Roeselare 4
VABI Roeselare 1
Blauw Kruis Ieper 5
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 6
Gemiddelde score 5
Tabel 26: evaluatie installatie
De Doggie Dooleys werden telkens door een projectmedewerkster van het
Expertisecentrum Dier-en-zorg geïnstalleerd, meestal in samenwerking met de
verantwoordelijke van het project op de betreffende plaats.
Algemeen scoort het systeem hier slechts matig op (5). Of de installatie al dan niet
vlot verloopt heeft hoofdzakelijk te maken met de grondsoort. Zo bevatte de bodem
in de VABI Roeselare heel veel steenbrokken waardoor het graven moeizaam
211
verliep en veel spierkracht vergde. Op deze plaats krijgt het systeem dan ook
slechts een 1. Bij de particulier Rumbeke daarentegen bestond de bodem uit
gewone aarde zonder stenen waardoor de installatie veel vlotter verliep en de
Doggie Dooley hier dus een 8 krijgt.
Het type 3 800 dient bovendien nog zelf gemonteerd te worden wat toch ook vlug
anderhalf uur in beslag neemt.
4.5.6 Invloed temperatuur
Hondenkwekerij Vlamertinge 2
Particulier Rumbeke 3
Blauw Kruis Roeselare 3
VABI Roeselare 8
Blauw Kruis Ieper 6
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 9
Gemiddelde score 5
Tabel 27: evaluatie invloed van temperatuur
Gemiddeld gezien scoort het systeem op dit aspect beter dan verwacht. Gezien de
soms zeer lage temperaturen van de afgelopen weken werd verwacht dat de
Doggie Dooley op alle plaatsen stil zou vallen. Op de meeste plaatsen was dit ook
zo maar minder drastisch dan verwacht. In VABI Roeselare had de temperatuur
tegen alle verwachtingen in geen invloed op het verteringsproces. Dit kon te maken
hebben met de ligging van het containertje; het lag ingesloten tussen een hoge
muur en struiken waardoor het niet blootgesteld werd aan de koude wind. In Blauw
Kruis Roeselare daarentegen lag de Doggie Dooley helemaal niet beschut
waardoor de vloeistof bevroor.
Dit is misschien een aspect om in de toekomst rekening mee te houden.
212
4.5.7 Kwaliteit materiaal
Hondenkwekerij Vlamertinge 7
Particulier Rumbeke 9
Blauw Kruis Roeselare 9
VABI Roeselare 7
Blauw Kruis Ieper 8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 10
Gemiddelde score 8
Tabel 28: evaluatie kwaliteit materiaal
Gemiddeld krijgt het systeem voor dit aspect een 8 wat inhoudt dat alle plaatsen
van mening zijn dat de Doggie Dooley uit degelijk materiaal vervaardigd is.
4.5.8 Handleiding
Hondenkwekerij Vlamertinge 10
Particulier Rumbeke 8
Blauw Kruis Roeselare 10
VABI Roeselare 9
Blauw Kruis Ieper 8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 10
Gemiddelde score 9
Tabel 29: evaluatie handleiding
De handleiding krijgt van alle plaatsen een hoge score en werd als duidelijk en
eenvoudig beoordeeld.
213
4.5.9 Algemene beoordeling
Hondenkwekerij Vlamertinge 7
Particulier Rumbeke 7
Blauw Kruis Roeselare 8
VABI Roeselare 9
Blauw Kruis Ieper 8
Voorzitter Blauw Kruis Ieper 9
Gemiddelde score 8
Tabel 30: algemene beoordeling
Over de hele lijn scoort de Doggie Dooley een 8 wat toch zeer hoog is. Alle
plaatsen waren tevreden tot zeer tevreden van het systeem.
4.5.10 Opmerkingen
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste opmerkingen:
- wegens de beperkte capaciteit (van 2 kleine tot 2 grote honden) is dit
systeem minder geschikt voor plaatsen waar veel honden gehouden
worden zoals een Blauw Kruis of een hondenkweker. Dit probleem kan
opgevangen worden door meerdere containertjes te plaatsen. Door het
ontwerpen van containers met een grotere capaciteit zou misschien een
groter doelpubliek bereikt kunnen worden;
- gedurende de zomer werkt de Doggie Dooley prima en doen er zich
praktisch geen problemen voor. In tegenstelling tot de winter waar de
temperatuur toch op sommige plaatsen een grote invloed heeft op het
verteringsproces. Het containertje op een beschutte plaats installeren kan
hier misschien een gedeeltelijke oplossing bieden. Ergens een
verwarmingselement inbouwen zou ook een oplossing zijn maar heeft als
groot nadeel dat dit de kostprijs de hoogte in zou jagen. Verder onderzoek
hieromtrent zou aangewezen zijn;
214
- door wekelijks verteringspoeder opgelost in warm water in het type 3 000 te
gieten gaat eigenlijk veel poeder verloren daar op hetzelfde moment veel
water via het overloopgat wegvloeit (omdat de vloeistof altijd hoog staat).
Verder onderzoek hieromtrent zou interessant zijn.
- 2 plaatsen geven aan nog geen definitieve evaluatie te kunnen doen gezien
de beperkte duur van het project. Verdere opvolging en evaluatie is
aangewezen.
Tenslotte werd nog gevraagd of men het systeem zelf zou aanschaffen en
gebruiken. Met uitzondering van Blauw Kruis Roeselare antwoordden alle plaatsen
positief. Blauw Kruis Roeselare gaf aan zelf geen last te ondervinden van de
hondenpoep thuis en het dus ook niet nodig achtte om een Doggie Dooley te
installeren.
De andere plaatsen gaven als belangrijkste reden om zelf zo’n systeem aan te
schaffen aan dat de kakjes op die manier niet meer in de vuilbak moesten, het een
gebruiksvriendelijk en milieuvriendelijk product is, er zo geen geuroverlast meer is
en geen vliegen meer in de vuilbak ten gevolge van die stinkende hondenpoep.
Alle plaatsen zouden het product ook aan anderen aanraden om dezelfde reden
als hierboven vermeld en omdat het een goede oplossing biedt voor mensen met
een kleine tuin.
Met uitzondering van de particulier Rumbeke (wegens het niet meer hebben van
een hond) zal op alle plaatsen de Doggie Dooley verder gebruikt worden.
4.6 Algemene conclusie
Algemeen kunnen we dus besluiten dat de Doggie Dooley een mogelijk alternatief
biedt om hondenpoep te verwerken.
Gezien de beperkte capaciteit is dit systeem minder geschikt voor plaatsen waar
veel honden gehouden worden zoals een asiel of een hondenkweker. Voor
particulieren die slechts een of enkele honden houden kan dit wel een goed
alternatief zijn. Een bijkomende vereiste (nadeel) is dat men over een tuin dient te
beschikken.
215
Globaal gezien scoort de Doggie Dooley goed tot zeer goed op de meeste
aspecten zoals gebruiksvriendelijkheid, duidelijke handleiding, degelijk materiaal,
praktisch geen geuroverlast en weinig arbeidsintensief.
Het waterverbruik hangt voornamelijk af van het feit of het juiste type geïnstalleerd
is in de juiste grond. Daarom is het ten zeerste aangeraden op voorhand de test
betreffende de doorlaatbaarheid van de bodem minstens eenmaal uit te voeren.
Om tegemoet te komen aan het feit dat de temperatuur een grote invloed heeft op
het verteringsproces is verder onderzoek nodig.
De installatie van zo’n systeem vergt, afhankelijk van de grondsoort, meer of
minder inspanning. Het type 3 800 dient op voorhand nog gemonteerd te worden
wat bijkomend werk met zich meebrengt. Het zou misschien interessant zijn om,
net zoals het type 3 000, deze Doggie Dooley uit een stuk te vervaardigen.
216
5.1 Doel
Via deze enquête willen we de omvang van de hondenpoepoverlast in kaart
brengen, de eventuele vastgestelde problemen identificeren, of de mensen op de
hoogte zijn van de wetgeving omtrent hondenpoep alsook de gevaren hieromtrent
(zoönosen, contaminatie van het leefmilieu) en tenslotte hoe hondenpoep
daadwerkelijk verwijderd wordt.
Daarom wordt beroep gedaan op de bereidwillige medewerking van zowel honden-
als niet-hondeneigenaars in Vlaanderen via een internetenquête, een schriftelijke
enquête en via mondelinge bevragingen op straat.
Van de circa 600 uitgedeelde enquêtes waren er een driehonderdvijftigtal
geretourneerd, waarvan 323 bruikbaar waren. Bevragingen op straat leverde 110
enquêtes op (zie bijlage 4). Bovendien werd de enquête op internet geplaatst en
hierop kwamen nog eens een zeshonderd tal reacties waarvan er 593 bruikbaar
waren. Dat brengt het totaal op 1026. Dit is een hoge respons en voldoende voor
het verkrijgen van een representatief beeld.
Een belangrijk voordeel van een internetenquête is de lage kost en de snelheid
waarmee de enquête verspreid kan worden over verschillende regio’s. Ook het feit
dat de antwoorden automatisch opgeslagen worden in een database is een
belangrijk pluspunt. Het is bovendien eenvoudig om via internetenquêtes op een
anonieme manier mensen te bevragen en de deelname is volledig vrijwillig.
Hierdoor is de kans groter dat er meer deelnemers zijn.
Uiteraard zijn er ook een aantal nadelen verbonden aan het afnemen van
internetenquêtes. De beperkte bereikbaarheid tot internet voor bepaalde
huishoudens, technische problemen en het mogelijk optreden van zelfselectie zijn
hier voorbeelden van. Bij zelfselectie heeft de verdeling van de respondenten niet
toevallig plaatsgevonden. Dit kan het geval zijn wanneer slechts een beperkte
groep mogelijke respondenten aangesproken wordt. Het is dus belangrijk om via
verschillende wegen de enquête te verspreiden.
Een ander probleem is het risico dat respondenten heel de enquête doorlopen
maar vragen onbeantwoord laten. Dit kan voorkomen worden door per vragenblok
een popup te laten verschijnen met ‘gelieve alle vragen te beantwoorden’ wanneer
een of meerdere vragen werden opengelaten.
Ook ‘drop out’ is een gekend probleem van internetenquêtes. Dit is het fenomeen
waarbij een aantal deelnemers de enquête vroegtijdig afsluit. Een mogelijkheid om
dit te voorkomen is de enquête niet te lang te maken (daarom hielden we het bij 23
5 Enquête
217
vragen) en ‘vervelende vragen’ op het einde te stellen.
De enquête was gericht naar zowel honden- als niet- hondeneigenaars en wilde
vier hoofdvragen beantwoorden:
1. In welke mate ondervindt u hinder van hondenpoep?
2. Wat moet er, volgens u, wettelijk met hondenpoep gebeuren?
3. Welke gevaren voor het leefmilieu en kinderen houdt hondenpoep in?
4. Wat doet u met de hondenpoep thuis? (indien u een hond heeft)
Bij het opstellen van de enquête werd in de eerste plaats met deze vier vragen
rekening gehouden. Ook werd er gevraagd naar cijfers over aantal honden,
frequentie van ontworming en enkele sociale variabelen. Door in de enquête de
woonplaats (stadskern, wijk, dorp of platteland) van de respondent op te nemen,
kon een ruimtelijke differentiatie gemaakt worden van de respons.
De enquête bestaat uit vijf grote delen.
Het eerste deel gaat over de mate waarin men hinder ondervindt van hondenpoep,
het tweede deel gaat over de wetgeving omtrent hondenpoep, het derde deel gaat
over de mogelijke gevaren hondenpoep voor het leefmilieu en kinderen, het vierde
deel gaat over waar de hondenpoep effectief terecht komt en het laatste deel gaat
over het gebruik van hondentoiletten en hondenweides.
Tot slot worden ook leeftijd en gezinssamenstelling opgenomen als sociale
variabelen.
De eerste 12 vragen waren voor iedereen van toepassing. Vraag 13 t.e.m. vraag
23 waren enkel van toepassing voor respondenten die een of meerdere honden
hadden.
Op sommige vragen waren meerdere antwoorden mogelijk en kon men dus
meerdere vakjes aankruisen.
De enquête werd eerst op de site www.enquetemaken.be gezet en vervolgens
werd de link doorgestuurd via verschillende kanalen.
Verder werden enquêtes verspreid via familie en vrienden, apotheken, huisdokters,
rusthuizen, dierenwinkels en trimsalons.
Vooraleer een ruime verspreiding van de enquête gebeurde, werd eerst een
proefversie gemaakt die getest werd bij een twintigtal personen om de enquête te
optimaliseren. Enerzijds werd nagegaan of de enquête geen technische
mankementen vertoonde, anderzijds werd de inhoud en begrijpbaarheid ervan
gecontroleerd door de 20 testpersonen.
218
5.2 Verwerking resultaten
De resultaten van de enquêtes werden verwerkt met het programma SPSS; dit is
een computerprogramma voor de verwerking van statistieken.
Per vraag werd een frequentietabel en een grafiek (staafdiagram of taartvorm)
opgesteld en voorzien van de nodige commentaar.
De frequentietabel is telkens op dezelfde manier opgesteld:
de 1ste
kolom geeft de verschillende antwoordmogelijkheden, kolom 2 geeft de
frequenties (Frequency) weer, dit is het aantal keer dat het betreffende antwoord
voorkomt, kolom 3 bevat de overeenstemmende procenten (Percent) in verhouding
tot het totaal aantal respondenten (in dit geval komt 1 026 overeen met 100%),
kolom 4 (Valid Percent) geeft de overeenstemmende procenten in verhouding tot
het aantal respondenten die de betreffende vraag beantwoord hebben weer (dit is
voornamelijk van toepassing op de vragen 13 t.e.m. 23 aangezien deze vragen
enkel van toepassing zijn voor respondenten die een of meerdere honden
hadden). De laatste kolom (Cumulative Percent) geeft tenslotte de cumulatieve
procent weer, dit is de som van de voorgaande procenten.
219
5.2.1 Geslacht
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag voorgelegd:
“Geslacht”
Grafiek 1: geslacht
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Man 346 33,7 33,7 33,7
Vrouw 680 66,3 66,3 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 31: geslacht
Het grootste deel van de respondenten is vrouw (66,3%).
220
5.2.2 Leeftijdsverdeling
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Wat is uw leeftijd?”
Grafiek 2: leeftijdsverdeling
221
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Jonger dan
20 106 10,3 10,3 10,3
Van 20 t.e.m.
40 527 51,4 51,4 61,7
Van 41 t.e.m.
60 295 28,8 28,8 90,4
Ouder dan 60 98 9,6 9,6 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 32: leeftijdsverdeling
Iets meer dan de helft van de respondenten (51,4%) bevindt zich in de
leeftijdsklasse tussen 20 en 40 jaar. Iets minder dan een derde (28,8%) van de
respondenten bevindt zich in de leeftijdsklasse tussen 40 en 60 jaar en ongeveer
10% is jonger dan 20 jaar of ouder dan 60.
222
5.2.3 Gezinssituatie: kinderen
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Heeft u kinderen?”
Grafiek 3: gezinssituatie: kinderen
223
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Neen 538 52,4 52,4 52,4
Ja, ze zijn
jonger dan
10 jaar
157 15,3 15,3 67,7
Ja, ze zijn
ouder dan 10
jaar
315 30,7 30,7 98,4
Ja, ze zijn
jonger en
ouder dan 10
jaar
16 1,6 1,6 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 33: gezinssituatie: kinderen
Iets meer dan de helft van de respondenten (52,4%) heeft geen kinderen. 30,7%
heeft kinderen ouder dan 10 jaar en 15% van de respondenten heeft kinderen
jonger dan 10 jaar.
Opmerking: Het percentage van mensen dat zowel kinderen heeft die jonger en
ouder zijn dan 10 jaar is niet relevant daar dit cijfer te laag is (slechts 1,6%).
224
5.2.4 Woonomgeving
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Waar woont u?”
Grafiek 4: woonomgeving
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Stadskern 257 25,0 25,0 25,0
Wijk 300 29,2 29,2 54,3
Dorp 300 29,2 29,2 83,5
Platteland 169 16,5 16,5 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 34: woonomgeving
We zien een mooie verdeling tussen de verschillende woonomgevingen. Een
derde van de respondenten woont in een wijk, evenals een derde aangeeft in een
225
dorp te wonen. Een op de vier respondenten woont in de stad en het aantal
respondenten die op het platteland woont is minder vaak vertegenwoordigd
(16,5%).
5.2.5 Contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Hoe vaak komt u in contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde
honden?”
Grafiek 5: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
226
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nooit 91 8,9 8,9 8,9
Maandelijks 281 27,4 27,4 36,3
Wekelijks 363 35,4 35,4 71,6
Dagelijks 291 28,4 28,4 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 35: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden
91% van de respondenten komt maandelijks tot dagelijks in contact met niet-
opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden. Dit is een zeer hoog cijfer en toont
duidelijk dat hondenpoep een zeer algemeen voorkomend probleem is.
5.2.6 Hinder van hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Ondervindt u hinder van hondenpoep?”
Grafiek 6: hinder van hondenpoep
227
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 132 12,9 12,9 12,9
Weinig 348 33,9 33,9 46,8
Matig 371 36,2 36,2 82,9
Veel 175 17,1 17,1 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 36: hinder van hondenpoep
Ongeveer 70% van de respondenten geeft aan weinig tot matig hinder te
ondervinden van hondenpoep. Slechts 17% geeft aan veel hinder van hondenpoep
te ondervinden. Ondanks het feit dat hondenpoep zo’n algemeen voorkomend
probleem is, blijkt het overgrote deel van de respondenten er toch niet zodanig
veel hinder van te ondervinden.
228
5.2.6.1 Hinder van hondenpoep en leeftijd
Grafiek 7: hinder van hondenpoep en leeftijd
In de leeftijdsgroep van 20 t.e.m. 40 jaar ondervinden bijna een op twee
respondenten (49%) matig tot veel hinder van hondenpoep. In de leeftijdsgroep
van 41 t.e.m. 60 jaar is dit bijna 59% . Bij de respondenten jonger dan 20
ondervindt 56% matig tot veel hinder van hondenpoep en in de leeftijdgroep ouder
dan 60 bedraagt dit percentage 54. Als we het gemiddelde berekenen komen we
uit op een 54,5%. Dit houdt in dat meer dan de helft van de respondenten matig tot
veel hinder van hondenpoep ondervindt, ongeacht de leeftijd. Opvallend hier is dat
niet enkel oudere mensen hinder ondervinden maar ook de jongeren. Gezien de
hoge percentages kunnen we dus algemeen besluiten dat de hinder door
hondenpoep groot is.
229
5.2.6.2 Hinder van hondenpoep en woonomgeving
Grafiek 8: hinder van hondenpoep en woonomgeving
71% van de respondenten die in een stedelijke omgeving wonen geven aan matig
tot veel hinder van hondenpoep te ondervinden. Dit komt overeen met een 182
mensen. Van de 298 respondenten die in een wijk wonen geeft 58% aan matig tot
veel hinder te ondervinden van hondenpoep, dit zijn 273 mensen. Voor 43% van
de respondenten die in een dorp wonen is hondenpoep een matige tot grote
ergernis maar op het platteland ligt dit percentage een stuk lager (34%).
230
5.2.7 Wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Wat met er volgens u wettelijk met hondenpoep gebeuren?”
Grafiek 9: wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Bij het
restafval 328 32,0 32,0 32,0
Doorspoelen
in het toilet 96 9,4 9,4 41,3
Speciale
ophaling 99 9,6 9,6 51,0
Composteren 285 27,8 27,8 78,8
Niets
speciaals 45 4,4 4,4 83,1
Geen idee 173 16,9 16,9 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 37: wettelijke bepalingen omtrent de verwijdering van hondenpoep
231
Slechts 32% van de respondenten beantwoorden deze vraag correct en weten dat
hondenpoep bij het restafval moet. Wat toch wel verontrustend is, is dat 27,8% van
de respondenten aangeeft dat hondenpoep op de composthoop mag. Uitwerpselen
van vleeseters, en dus ook hondenpoep, mogen wegens het gevaar van van dier
op mens overdraagbare ziektes zeker niet op de composthoop. Deze cijfers tonen
duidelijk aan dat het overgrote deel van de respondenten niet op de hoogte is van
de wetgeving omtrent hondenpoep.
5.2.8 Mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Zijn er risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep?”
Grafiek 10: mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
232
Frequency Percent Valid Percent
Cumulative
Percent
Nee 126 12,3 12,3 12,3
Ja, beperkte risico's 214 20,9 20,9 33,1
Ja, matige risico's 569 55,5 55,5 88,6
Ja, ernstige risico's 117 11,4 11,4 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 38:mogelijke risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep
5.2.9 Verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Zorgt hondenpoep voor verontreiniging van het leefmilieu?”
Grafiek 11: verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
233
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 177 17,3 17,3 17,3
Ja, een
beperkte
verontreiniging
246 24,0 24,0 41,2
Ja, een matige
verontreiniging 477 46,5 46,5 87,7
Ja, een
ernstige
verontreiniging
126 12,3 12,3 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 39: verontreiniging van het leefmilieu door hondenpoep
5.2.10 Risico’s voor kinderen ten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Houdt de besmetting van het leefmilieu risico’s in voor kinderen?”
Grafiek 12: risico’s voor kinderenten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
234
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 115 11,2 11,2 11,2
Ja, beperkte
risico's 181 17,6 17,6 28,8
Ja, matige
risico's 525 51,2 51,2 80,0
Ja, ernstige
risico's 205 20,0 20,0 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 40: risico’s voor kinderenten gevolge van de verontreiniging van het leefmilieu
Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat het hanteren van
hondenpoep matige risico’s inhoudt, dat hondenpoep voor een matige
verontreiniging van het leefmilieu zorgt en matige risico’s inhoudt voor kinderen.
Een op drie van de respondenten geeft aan dat het hanteren van hondenpoep
geen tot beperkte risico’s inhoudt, ook voor kinderen en dat hondenpoep niet of
slechts voor een beperkte verontreiniging van het leefmilieu zorgt. Dit is een
belangrijke vaststelling, daar de risico’s voor kinderen toch wel enige aandacht
verdienen. Kinderen spelen op plaatsen waar soms ook honden komen en dus
soms ook hondenpoep te vinden is. Als de hond besmet is met bv. de
hondenlintworm, dan komen de eitjes samen met de hondenpoep in de
buitenwereld terecht. Wanneer een kind op die plaats op de grond speelt dan kan
het zo ook die eitjes binnen krijgen en besmet geraken met de hondenlintworm met
dus alle gevolgen van dien.
Sensibilisatie hieromtrent is toch wel aangewezen.
235
5.2.11 Maatregelen om die risico’s te beperken
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Neemt u maatregelen om die risico’s te beperken?”
Grafiek 13: maatregelen om die risico’s te beperken
236
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 150 14,6 14,6 14,6
Ja, het kind
enkel laten
spelen op
plaatsen
waar geen
honden
komen
58 5,7 5,7 20,3
Ja, de
handen
wassen na
het spelen
372 36,3 36,3 56,5
Niet van
toepassing
(geen
kinderen)
407 39,7 39,7 96,2
Ja, het kind
enkel laten
spelen op
plaatsen
waar geen
honden
komen en de
handen
wassen na
het spelen
39 3,8 3,8 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 41: maatregelen om die risico’s te beperken
Ongeveer de helft (45,8%) van de respondenten geeft aan toch maatregelen te
nemen om die risico’s voor kinderen te beperken. 36,3% laat de kinderen de
handen wassen na het spelen, wat het risico op besmetting al een heel stuk
verkleint. 5,7% laat kinderen alleen spelen op plaatsen waar geen honden komen.
Aangezien dit niet altijd en overal haalbaar is en bovendien de kans op besmetting
blijft bestaan, wordt toch de voorkeur gegeven aan het wassen van de handen na
237
het spelen.
5.2.12 Het houden van een of meerdere honden
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Heeft u (een) hond(en)?”
Grafiek 14: het al dan niet houden van honden
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 575 56,0 56,0 56,0
Ja 451 44,0 44,0 100,0
Total 1026 100,0 100,0
Tabel 42: het al dan niet houden van honden
44% van de respondenten geeft aan een of meerdere honden te houden.
238
5.2.13 Leef plaats van de hond
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Waar leeft uw hond hoofdzakelijk?”
Grafiek 15: leef plaats van de hond
239
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Binnen 171 16,7 37,9 37,9
Zowel
binnen als
buiten
229 22,3 50,8 88,7
Buiten in
een
kennel
17 1,7 3,8 92,5
Buiten in
de tuin
(hok)
34 3,3 7,5 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 43: leef plaats van de hond
Het computerprogramma SPSS geeft het getal 575 op als ‘Missing System’. Dit
houdt in dat van de 1 026 ondervraagden 451 aangaven wel een of meerdere
honden te houden en 575 respondenten niet. Van de 1 026 respondenten hebben
er dus 575 deze vraag niet beantwoord (wat overeenkomt met het aantal dat
aangegeven had geen hond te houden).
Bij 229 van de respondenten leeft de hond zowel binnen als buiten, wat
overeenkomt met 50,8%. In slechts 5% van de gevallen leeft de hond buiten. Deze
cijfers geven duidelijk aan dat de mens en de hond nauw samenleven met elkaar
wat het risico op besmetting natuurlijk vergroot en maatregelen om deze risico’s te
beperken noodzakelijk zijn.
240
5.2.14 Verwijdering van de uitwerpselen thuis
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Wat doet u met de uitwerpselen thuis?”
Grafiek 16: verwijdering van de uitwerpselen thuis
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Bij het
restafval 179 17,4 39,7 39,7
Doorspoelen
in het toilet 43 4,2 9,5 49,2
Op de
composthoop 127 12,4 28,2 77,4
In de tuin 102 9,9 22,6 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 44: verwijdering van de uitwerpselen thuis
241
Slechts 39,7% deponeert de hondenpoep bij het restafval, wat wettelijk gezien de
enige correcte optie is. Onrustwekkend is dat 28,2% van de respondenten de
hondenpoep op de composthoop gooit. Dit is ten zeerste af te raden en mag
bovendien niet volgens de wet in verband met ziektes die van dier op mens
overdraagbaar zijn. 22,6% van de respondenten laat de hondenpoep gewoon in de
tuin liggen wat ook weer het risico op besmettingen vergroot.
Sensibilisatie en vooral informeren van zowel honden- als niet-hondenbaasjes is
hier zeker aangewezen.
5.2.15 Het bijhebben van een hondenpoepzakje
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Heeft u een hondenpoepzakje bij wanneer u uw hond uitlaat?”
Grafiek 17: het bijhebben van een hondenpoepzakje
242
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 90 8,8 20,0 20,0
Ja 361 35,2 80,0 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 45: het bijhebben van een hondenpoepzakje
80% van de respondenten heeft altijd een hondenpoepzakje bij wanneer de hond
uitgelaten wordt. Slechts 20% heeft dit niet bij. Dit kan te verklaren zijn door het feit
dat respondenten die op het platteland wonen de hond dikwijls de behoefte in de
graskant laten doen en het dus niet opruimen. Respondenten die in de stad wonen
hebben deze mogelijkheid niet en moeten het dus opruimen. Vaak zijn mensen
van oordeel dat hondenpoep in de graskant niemand stoort en ze het dus ook niet
dienen op te ruimen. Hondenpoep op straat daarentegen vormt een grote ergernis
voor iedereen en zal men sneller geneigd zijn op te ruimen.
243
5.2.16 Genoeg afvalbakken
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Vindt u dat er genoeg afvalbakken zijn om de hondenpoep in te gooien?”
Grafiek 18: genoeg afvalbakken
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 377 36,7 83,6 83,6
Ja 74 7,2 16,4 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 46: genoeg afvalbakken
De overgrote meerderheid van de respondenten (83,6%) vindt dat er niet genoeg
afvalbakken zijn om de hondenpoep in te deponeren.
244
5.2.16.1 Genoeg afvalbakken en woonomgeving
Grafiek 19: genoeg afvalbakken en woonomgeving
Gemiddeld genomen vindt 80% van de respondenten dat er te weinig afvalbakken
staan om de hondenpoep in te gooien. Bij respondenten die in een wijk wonen
loopt dit percentage zelfs op tot 94%.
245
5.2.17 Genoeg hondentoiletten
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Vindt u dat er genoeg hondentoiletten zijn?”
Grafiek 20: genoeg hondentoiletten
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 345 33,6 76,5 76,5
Ja 106 10,3 23,5 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System
575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 47: genoeg hondentoiletten
246
5.2.17.1 Genoeg hondentoiletten en woonomgeving
Grafiek 21: genoeg hondentoiletten
Gemiddeld genomen vindt 76% van de respondenten dat er te weinig
hondentoiletten zijn. Van respondenten die in een stedelijke omgeving wonen vindt
70% dat er niet genoeg toiletten zijn. M.a.w. een op drie is tevreden met het aantal
hondentoiletten in de woonomgeving. De percentages liggen dicht bij elkaar maar
een verklaring voor de kleine verschillen kan gezocht worden in het feit dat de
meeste voorzieningen voor honden in stedelijk gebied te vinden zijn aangezien
daar de meeste overlast door hondenpoep aangetroffen wordt.
247
5.2.18 Gebruik hondentoilet
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Maakt uw hond gebruik van een hondentoilet?”
Grafiek 22: gebruik hondentoilet
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nooit 392 38,2 86,9 86,9
Ja, 1x/week 34 3,3 7,5 94,5
Ja, 3-4x/week 11 1,1 2,4 96,9
Ja, dagelijks 14 1,4 3,1 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 48: gebruik hondentoilet
248
Slechts 13% van de respondenten geeft aan dat hun hond wekelijks tot dagelijks
gebruik maakt van een hondentoilet. Dit is een heel laag cijfer. Als reden werd door
de respondenten o.a. aangegeven dat er gewoonweg geen in de buurt is, de hond
er niet graag in gaat, een hondentoilet niet hygiënisch geacht werd, de hond niet
geleerd heeft om erin te gaan, …
5.2.19 Hygiëne van hondentoiletten
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Vindt u hondentoiletten hygiënisch?”
Grafiek 23: hygiëne van hondentoiletten
249
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 332 32,4 73,6 73,6
Ja 119 11,6 26,4 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 49: hygiëne van hondentoiletten
73,6% van de respondenten geeft aan hondentoiletten niet hygiënisch te vinden.
Ondanks de grote inspanningen van de meeste stadsbesturen (zoals is gebleken
uit de rondvraag) om de hondentoiletten te onderhouden en te reinigen vindt het
overgrote deel van de respondenten de toiletten niet hygiënisch. Deze reden wordt
als belangrijkste nadeel van hondentoiletten aangegeven.
250
5.2.20 Genoeg hondenweides
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Vindt u dat er genoeg hondenweides zijn?”
Grafiek 24: genoeg hondenweides
84,7% van de respondenten is van mening dat er te weinig hondenweides zijn.
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nee 382 37,2 84,7 84,7
Ja 69 6,7 15,3 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 50: genoeg hondenweides
251
5.2.20.1 Genoeg hondenweides en woonomgeving
Grafiek 25: genoeg hondenweides en woonomgeving
Gemiddeld genomen vindt 85% van de respondenten dat er te weinig
hondenweides in de buurt zijn, ongeacht of men nu in een stedelijke omgeving,
een wijk of een dorp woont. Op het platteland ligt dit percentage iets lager (75%)
en heeft te maken met het feit dat het plattenland veel meer uitlaatmogelijkheden
biedt waar de hond de poten kan strekken en los kan lopen waardoor er dus
minder nood is aan losloopweides. Dit in tegenstelling tot stedelijke gebieden waar
hondenweides vaak de enige uitlaatmogelijkheden zijn.
252
5.2.21 Gebruik hondenweides
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Maakt uw hond gebruik van een hondenweide?”
Grafiek 26: gebruik hondenweides
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Nooit 383 37,3 84,9 84,9
Ja, 1x/week 41 4,0 9,1 94,0
Ja, 3-4x/week 12 1,2 2,7 96,7
Ja, dagelijks 15 1,5 3,3 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 51: gebruik hondenweides
253
Slechts 15% van de respondenten geeft aan dat hun hond wekelijks tot dagelijks
gebruik maakt van een hondenweide. Ook hier kan de verklaring te vinden zijn in
het feit dat er geen hondenweide in de buurt is of dat de respondent op het
platteland woont waar er meer uitlaatmogelijkheden zijn en er dus geen nood is
aan een hondenweide.
5.2.21.1 Gebruik hondenweides en woonomgeving
Grafiek 27: gebruik hondenweides en woonomgeving
Gemiddeld genomen maakt 85% van de honden nooit gebruik van een
hondenweide. De verschillen in percentages tussen de verschillende
woonomgevingen zijn heel klein en dezelfde als hierboven vermeld kan gegeven
worden.
254
5.2.22 Frequentie van ontworming
Aan zowel honden- als niet-hondeneigenaars is de volgende vraag gesteld:
“Hoe vaak worden uw honden ontwormd?”
Grafiek 28: frequentie van ontworming
Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent
Niet 45 4,4 10,0 10,0
1-2 keer per
jaar 323 31,5 71,6 81,6
3 keer of
meer per jaar 83 8,1 18,4 100,0
Total 451 44,0 100,0
Missing
System 575 56,0
Total 1026 100,0
Tabel 52: frequentie van ontworming
255
90% van de respondenten geeft aan de hond regelmatig (1-3 keer per jaar) te
ontwormen. Dit is een bemoedigend cijfer en een positief besluit aangezien het
risico op besmetting verkleint naarmate de hond regelmatiger ontwormd wordt.
5.3 Conclusie
Uit deze enquête komen een aantal belangrijke zaken naar voren. Hieronder volgt
een overzicht.
Een eerste punt is dat ondanks het feit dat 90% van de respondenten maandelijks
tot zelfs dagelijks met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden in
contact komt, slechts de helft (53%) hier matig tot veel hinder van ondervindt. Of
hondenpoep al dan niet als overlast ervaren wordt hangt nauw samen met de
algemene beleving van hondenpoep of zwerfvuil in ruimere zin. Zo zal een smalle,
donkere straat vlug als ‘vuil’ bestempeld worden ook al ligt er weinig
hondenpoep/zwerfvuil. Om dezelfde reden zullen rokers sigarettenpeuken op straat
minder vaak als storend ervaren in vergelijking met niet-rokers. Of er ook een
verschil in beleving van overlast door hondenpoep tussen hondeneigenaars en
niet-hondeneigenaars bestaat, is nog niet duidelijk. Verder onderzoek (m.b.v.
enquêtes en bevragingen) kan hier misschien klaarte brengen.
In dit onderzoek werd niet dieper ingegaan op de soort hinder van hondenpoep.
Voor de meesten is dit natuurlijk het trappen in een hondendrol. Sommigen zijn van
mening dat hondenpoep eerder voor een verloedering van het straatbeeld zorgt.
Anderen daarentegen vinden dan weer dat die vieze bruine hoopjes een haard van
bacteriën zijn en een vermindering van de algemene hygiëne op straat tot gevolg
hebben. Mama’s en papa’s ervaren hondenpoep waarschijnlijk voornamelijk als
hinderlijk voor kinderen bij het spelen. En zo zijn er nog talrijke andere
voorbeelden. Om hier een beter zicht op te krijgen is verder onderzoek
aangewezen.
Vervolgens werd bevraagd of men op de hoogte is van de wettelijke bepalingen
omtrent hondenpoep. Op deze vraag antwoordden slechts een op drie
respondenten (32%) dat hondenpoep bij het restafval hoort. 28% daarentegen
geeft aan dat hondenpoep op de composthoop mag. Bijna een op vijf
respondenten (17%) heeft geen idee wat er wettelijk met hondenpoep moet
256
gebeuren.
M.a.w. praktisch de helft van de ondervraagden is niet of verkeerdelijk op de
hoogte van de wettelijke bepalingen omtrent hondenpoep. Gezien het gevaar voor
besmettingen van van dier op mens overdraagbare ziektes, is sensibilisatie
hieromtrent zeker aangewezen. Mensen staan nog te weinig stil bij de mogelijke
gevaren van hondenpoep, in het bijzonder naar kinderen toe, en waarom het
belangrijk is dat de drollen op een correcte manier uit onze leefomgeving
verwijderd worden. Het overgrote deel van het beschikbare informatie- en
sensibilisatiemateriaal van de gemeenten bevat te weinig (sommigen zelfs geen)
informatie over het zoönotische aspect van hondenpoep. Hier is duidelijk ruimte
voor verbetering naar de toekomst toe.
In dit onderzoek werd niet gepeild naar de mate waarvan de mensen op de hoogte
zijn van het hondenpoepbeleid in hun gemeente. In een vervolgonderzoek zou dit
aspect aan bod kunnen komen alsook welke kanalen hiervoor het meest
aangewend worden. Zo zou een overzicht verkregen worden van welke kanalen
het meest efficiënt zijn voor het communiceren van het gemeentelelijk
hondenpoepbeleid naar de inwoners.
30 tot 40% van de respondenten geeft aan dat het hanteren van hondenpoep
beperkte of zelfs geen risico’s inhoudt, dat hondenpoep geen of slechts een
beperkte verontreiniging van het leefmilieu met zich meebrengt en geen tot
beperkte risico’s voor kinderen inhoudt.
Dit is een redelijk hoog percentage en verdient toch de nodige aandacht gezien
bepaalde ziektes die overdraagbaar zijn van hond op mens gevaarlijk kunnen zijn
voor de mens. Denken we hierbij maar aan de honden- en vossenlintworm waarbij
voornamelijk bij de laatste variant alle onbehandelde gevallen fataal aflopen bij de
mens. De eitjes van deze wormen komen samen met de hondenpoep in de
omgeving terecht. Het niet opruimen van hondenpoep zorgt dus voor een
langdurige, onzichtbare besmetting van het leefmilieu. Ook al is de hondenpoep
verdwenen, toch blijft de besmetting nog een tijdje bestaan.
Sensibilisatie hieromtrent is aangewezen.
Op de vraag wat de respondenten thuis met de hondenpoep doen antwoordde
28% de uitwerpselen op de composthoop te gooien. Dit is niet wettelijk en
bovendien ten zeerste afgeraden gezien het zoönotische aspect zoals eerder
vermeld.
257
23% laat de hondenpoep gewoon in de tuin liggen. Ook dit is geen goede methode
aangezien het toch verscheidene weken (tot 10!) duurt vooraleer de hondenpoep
afgebroken is. Daardoor blijft de onzichtbare besmetting ook voortduren.
Een van de doelen van dit project was het zoeken naar alternatieve manieren om
hondenpoep te verwerken. Zo werd bij wijze van pilootproject een Pet Waste
Disposal System, een Doggie Dooley, op een zevental plaatsen in Roeselare en
Ieper geïnstalleerd en geëvalueerd. De Doggie Dooley werkt als een mini
septische put waarin de hondenpoep op een milieuvriendelijke manier afgebroken
wordt. Gezien de beperkte capaciteit is de Doggie Dooley (voorlopig nog) enkel
geschikt voor particulier gebruik. Algemeen werd dit systeem positief beoordeeld
en zou een geschikte oplossing kunnen zijn voor hondenpoep in de tuin. Op deze
manier worden de drollen opgeruimd en de risico’s voor eventuele besmettingen
beperkt.
Tenslotte werd gepeild naar de mening over de hygiëne van hondentoiletten. Maar
liefst 74% van de respondenten acht deze toiletten onhygiënisch. 87% geeft aan
ook nooit gebruik te maken van een hondentoilet.
Ondanks de grote inspanningen van de gemeenten inzake de reiniging en
ontsmetting van deze toiletten krijgt deze voorziening een negatieve beoordeling.
Uit de rondvraag bij de gemeenten kwam ook algemeen naar voren dat de
plaatsing, het onderhoud en de reiniging van een hondentoilet redelijk wat kosten
met zich meebrengt.
Kort samengevat kunnen we besluiten dat een hondentoilet toch niet het gewenste
resultaat geeft.
In Nederland wordt sinds enkele jaren het Gepp hondentoilet gebruikt en zou hier
een goed alternatief kunnen bieden.
Dit toilet heeft een grote opslagcapaciteit onder de grond waardoor deze, in
tegenstelling tot het “klassieke hondentoilet” slechts 1-2x/jaar geleegd dient te
worden. Bovendien kan het toilet aangesloten worden op de riolering. De
Nederlandse gemeenten die hier al mee werken zijn er tevreden over.
Verder onderzoek in België is zeker aangewezen.
258
Algemeen kunnen we dus besluiten dat verder onderzoek aangewezen is over de
volgende zaken:
- het verschil in beleving van hondenpoepoverlast tussen honden- en niet-
hondeneigenaars;
- in welke mate de inwoners op de hoogte zijn van het hondenpoepbeleid in
hun gemeente en welke kanalen hiervoor aangewend worden;
- de introductie, installatie en opvolging van de Doggie Dooley bij
particulieren;
- de introductie, installatie en evaluatie van het Gepp hondentoilet in
Belgische gemeenten.
Ook verdere sensibilisatie van de hondeneigenaars over de mogelijke risico’s van
het niet opruimen van hondenpoep, voornamelijk voor kinderen en het correct
verwijderen van hondenpoep is aangewezen.
In Nederland zijn al verschillende onderzoeken gevoerd over verscheidene
aspecten van deze problematiek. Zo zal binnenkort een onderzoek gestart worden
over het gedrag van hondenbezitters. Zo’n onderzoek zou ook in België nuttig
kunnen zijn waarbij volgende zaken bevraagd kunnen worden:
- of de hondenpoep al dan niet opgeruimd wordt;
- redenen voor het niet opruimen (niemand heeft er last van, onvoldoende
voorzieningen, ik betaal toch hondenbelasting, …)
Zo zal een beter zicht verkregen worden op de redenen waarom
hondenbaasjes de hondenpoep niet opruimen. Maar belangrijker nog of
deze groep niet-opruimers nog te beïnvloeden is en op welke manier;
- wanneer de hond voornamelijk uitgelaten wordt (’s morgens, ’s avonds, …);
- het aantal keer per dag dat de hond uitgelaten wordt;
- op welke manier de hondenpoep opgeruimd wordt (schepje, zakje, …);
259
- of de hond aangelijnd is tijdens het uitlaten;
- waar de hond uitgelaten wordt (op straat, in een losloopweide, op een
speelplein, in een park, …);
- redenen voor het niet gebruiken van een hondentoilet (niet hygiënisch, te
ver, de hond wil er niet in, …)
- redenen voor het niet gebruiken van een hondenlosloopweide.
260
6.1 Folder
Het doel van de folder is om het grote publiek in te lichten over de wetgeving
omtrent hondenpoep en de mogelijke gevaren ervan naar gezondheid toe.
Een eerste ontwerp is reeds klaar (ontworpen door 2 laatstejaarsstudenten
dierenzorg).
6.1.1 Doelgroep
- kinderen, tieners en volwassenen
- zowel honden- als niet-hondeneigenaars
6.1.2 Geselecteerde informatie voor de folder
- algemene info omtrent honden in België
- bondige info omtrent de wetgeving
- mogelijke risico’s naar gezondheid toe
- tips
- sensibilisatie omtrent het opruimen van hondenpoep
6.1.3 Ontwerp
Volgens OVAM huisstijl.
6.1.4 Freddy
Freddy is de mascotte geworden voor deze folder en kreeg het uiterlijk van een
stoere skater. Op die manier wordt de flyer aantrekkelijk voor jong en oud en wordt
de aandacht gefocust op de hondenpoepproblematiek.
6 Folder en stripverhaal
261
Freddy kreeg een aantal attributen die hem een jong en sportief imago geven:
- het skateboard met de zin 'No shit on the floor';
- een T-shirt met hierop een verbodsbord voor hondenpoep;
- een blauw sjaaltje;
- een armband met pinnen rond om pols.
De folder wordt ingeleid met een klein stripverhaal waarin te zien is hoe Freddy
tijdens het skaten in een hondendrol terecht komt (iets wat herkenbaar is). Het is
niet de eerste keer dat Freddy dit tegenkomt en hij is het dan ook beu, vandaar ook
de titel “Freddy is het beu!” (zie bijlage 5)
262
6.2 Stripverhaal
Het stripverhaal werd vorig jaar door twee laatstejaarsstudenten dierenzorg
ontworpen. (zie bijlage 6)
Het stripverhaal benadrukt de mogelijke risico’s van hondenpoep en het belang
van ontwormen.
6.3 Folder voor de OVAM
6.3.1 Inhoud
Voor de sensibilisatie van de hondeneigenaars omtrent het gevaar van zoönosen
en vooral de preventie ervan werd een folder ontwikkeld.
Hieronder wordt kort in het kader de inhoud ervan weergegeven.
Voorkomen is beter dan genezen!
Dit eeuwenoude adagium bevat nog steeds veel waarheid. Mits enkele
eenvoudige maatregelen kan u veel ellende voorkomen. De meeste ziektes
worden via de handen overgedragen van mens op mens maar ook van dier op
mens. Mensen die regelmatig de handen wassen worden minder vaak ziek dan
mensen die dit niet doen.
Onderstaande eenvoudige maar belangrijke hygiënische maatregelen helpen om
de overdacht van ziektes afkomstig van huisdieren tegen te gaan…:
- was dagelijks meerdere malen de handen;
- laat kinderen niet spelen in openbare parken en zandbakken waar honden
los lopen;
- ontworm uw hond minstens twee maal per jaar;
- raadpleeg eenmaal per jaar uw dierenarts voor een gezondheidsonderzoek
en vaccinatie van uw hond;
- vermijd rauw voedsel voor uw huisdier;
263
- laat nooit hondenpoep liggen! Ruim hondenpoep altijd onmiddellijk op, ook
in de tuin;
- hondenpoep hoort niet thuis in de compostbak.
Geef wormen geen kans!
Door uw hond regelmatig te ontwormen houdt u niet enkel uw hond in goede
conditie maar vermindert u ook sterk de overlevingskansen van heel wat voor de
mens gevaarlijke parasieten.
Een geschikt ontwormingsschema ziet er als volgt uit: ontworm op de leeftijd van
2, 4, 6 en 8 weken, vervolgens maandelijks tot een leeftijd van 6 maanden en
tenslotte halfjaarlijks voor de rest van uw hond zijn leven.
Jonge honden zijn vaker besmet met allerlei parasieten en dienen dus frequenter
ontwormd te worden. Het is niet omdat uw hond er gezond uit ziet dat hij niet
besmet is met maagdarmparasieten. Sommige parasieten zoals Giardia, een
eencellig diertje, zijn niet zichtbaar in de stoelgang van uw huisdier maar dit
maakt ze niet minder gevaarlijk, integendeel.
Voor gezinnen met kinderen verdient het ook de aanbeveling om de stoelgang
van uw hond te laten controleren door uw dierenarts op gevaarlijke parasieten.
Wat te doen met stoelgang afkomstig van uw huisdier?
Stoelgang afkomstig van huisdieren dient u te verwijderen via het restafval.
Stoelgang van huisdieren hoort niet thuis bij GFT of compost. Hondenpoep mag
ook niet gebruikt worden als mest in landbouwgebied.
In veel gemeenten is het verplicht om een opruimzakje bij te hebben wanneer u
een hond uitlaat. Het laten liggen van hondenpoep kan u een fikse boete
opleveren (tot € 250).
Voor mensen met een tuin bestaan er hondenpoepcontainertjes. Dit zijn
emmertjes met een deksel die in de grond kunnen worden ingegraven. Door het
regelmatig toevoegen van water en bijkomende enzymen zal de stoelgang
geleidelijk afgebroken worden. Dit kan, mits correct gebruik, een ecologisch
alternatief zijn voor mensen die de hoeveelheid restafval willen verminderen.
264
Wist u dat…?
…er meer dan 1 miljoen honden zijn in België!
…er meer dan 1.5 miljoen huiskatten zijn in België!
…er dagelijks meer dan 250.000kg hondenpoep ‘geproduceerd’ wordt in
Vlaanderen!
…men in hondenpoep meer dan 1000 soorten virussen aantreft!
…1 gram hondenpoep meer dan 1.000.000.000 bacteriën bevat!
…handen wassen één van de meest effectieve methoden is om
verspreiding van ziekten tegen te gaan!
… het verboden is hondenpoep op de compostbak of bij het GFT te
gooien!
…het mogelijk is om energie te winnen uit hondenpoep door middel van
een vergister!
265
Lijst met tabellen
Figuur 1: Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt ....................................... 31
Figuur 2: bord dat hondentoilet aanduidt in Gent ................................................... 35
Figuur 3: bord dat losloopweide aanduidt in Gent .................................................. 37
Figuur 4: gebodsbord aanlijnplicht ......................................................................... 37
Figuur 5: verbodsbord voor honden ....................................................................... 38
Figuur 6: hondenpoepbuis in Blankenberge ........................................................... 47
Figuur 7: hondenpoepquad in Blankenberge ......................................................... 48
Figuur 8: hondenlosloopweide in Blankenberge .................................................... 49
Figuur 9: glutton in Blankenberge .......................................................................... 51
Figuur 10: hondentoilet in Blankenberge ................................................................ 52
Figuur 11: ‘de hondenpoepbrigade’ ........................................................................ 53
Figuur 12: banners gebruikt in Roeselare .............................................................. 83
Figuur 13: hondentoilet in Blankenberge ................................................................ 84
Figuur 14: losloopweide in Oostende ..................................................................... 86
Figuur 15: hondenpretpark in Oostende ................................................................. 87
Figuur 16: bord hondenpretpark Oostende ............................................................ 88
Figuur 17: hondenpoepafvalbak in Heusden-Zolder .............................................. 91
Figuur 18, Rakker, de hondenpoepmascotte van Hasselt ..................................... 92
Figuur 19: Baltazaar, de hondenpoepmascotte van Oostende .............................. 92
Figuur 20: schoonmaakactie in gent ...................................................................... 94
Figuur 21: verbodsbord in Heusden-Zolder ............................................................ 95
Figuur 22: verbodsborden in Knokke-Heist ............................................................ 96
Figuur 23: hondenpoepvlagjes in Roeselare ........................................................ 101
Figuur 24: uniform van gemeenschapswacht ....................................................... 115
Figuur 25: armband GAS-ambtenaar ................................................................... 115
Figuur 26: opruimen van hondenpoep ................................................................. 123
Figuur 27: openen van Gepp ................................................................................ 123
Figuur 28: sluitsysteem Gepp ............................................................................... 123
Figuur 29: kolkenzuiger ........................................................................................ 124
Figuur 30: losloopweide in Mechelen ................................................................... 127
Figuur 31: losloopweide in Oostende ................................................................... 128
Figuur 32: verschillende hondenpoepafvalbakken ............................................... 137
Figuur 33: sticker voor aanduiding hondenpoepafvalbak ..................................... 138
Figuur 34: hondenverbodsborden in Nederland ................................................... 140
Figuur 35: het ‘ideale’ hondenverbodsbord .......................................................... 141
266
Figuur 36: Doggie Dooley 3 000 ........................................................................... 189
Figuur 37: Doggie Dooley 2 000 ........................................................................... 190
Figuur 38: Doggie Dooley 3 800 ........................................................................... 191
Figuur 39: Doggie Dooley 3 500 ........................................................................... 191
Figuur 40: particulier Rumbeke ............................................................................ 194
Figuur 41: Doggie Dooley in grond gezakt ........................................................... 195
Figuur 42: Blauw Kruis Roeselare ........................................................................ 195
Figuur 43: Blauw Kruis Brugge ............................................................................. 196
Figuur 44: Blauw Kruis Ieper ................................................................................ 197
Figuur 45: slechte doorlaatbaarheid bodem ......................................................... 197
Figuur 46: hondenkweker Vlamertinge ................................................................. 198
Figuur 47: slechte verteerbaarheid ....................................................................... 199
Figuur 48: stil gevallen Doggie Dooley ................................................................. 200
Figuur 49: voorzitter Blauw Kruis Ieper ................................................................ 200
Figuur 50: VABI Roeselare ................................................................................... 201
Figuur 51: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 202
Figuur 52: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 203
Figuur 53: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 204
Figuur 54: evolutie Doggie Dooley ....................................................................... 205
Figuur 55: evolutie Doggie Dooley (met overloopgat) .......................................... 206
267
Lijst met figuren
Tabel 1: overzicht top-3 overlastfenomenen per gemeente die GAS toepast ....... 23
Tabel 2: voor- en nadelen hondenpoepbuizen ....................................................... 89
Tabel 3: overzicht GAS-ambtenaren .................................................................... 102
Tabel 4: overzicht gemeentelijke regelgeving ...................................................... 105
Tabel 5: overzicht info- en sensibilisatiemateriaal ................................................ 111
Tabel 6: overzicht handhavers ............................................................................. 113
Tabel 7: overzicht dispensers met hondenpoepzakjes ........................................ 116
Tabel 8: overzicht hondentoiletten ....................................................................... 119
Tabel 9: vergelijking gewone afvalbak – ondergrondse container ....................... 125
Tabel 10: overzicht hondenlosloopweide ............................................................. 127
Tabel 11: voor- en nadelen van hondenpoepbuizen ............................................ 133
Tabel 12: overzicht hondenpoepmotor ................................................................. 134
Tabel 13: overzicht hondenpoepafvalbakken ....................................................... 135
Tabel 14: overzicht hondenpoepmascotte ........................................................... 138
Tabel 15: overzicht borden betreffende honden en hondenpoep ........................ 139
Tabel 16: sancties voor het niet opruimen van hondenpoep ............................... 142
Tabel 17: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 203
Tabel 18: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 203
Tabel 19: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 204
Tabel 20: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 205
Tabel 21: invloed temperatuur op verteringsproces ............................................. 206
Tabel 22: evaluatie geuroverlast .......................................................................... 208
Tabel 23: evaluatie arbeidsintensief ..................................................................... 208
Tabel 24: evaluatie waterverbuik .......................................................................... 209
Tabel 25: evaluatie gebruiksvriendelijkheid .......................................................... 210
Tabel 26: evaluatie installatie ............................................................................... 210
Tabel 27: evaluatie invloed van temperatuur ....................................................... 211
Tabel 28: evaluatie kwaliteit materiaal ................................................................. 212
Tabel 29: evaluatie handleiding ............................................................................ 212
Tabel 30: algemene beoordeling .......................................................................... 213
Tabel 31: geslacht ................................................................................................ 219
Tabel 32: leeftijdsverdeling ................................................................................... 221
Tabel 33: gezinssituatie: kinderen ........................................................................ 223
Tabel 34: woonomgeving ..................................................................................... 224
Tabel 35: contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van vreemde honden ....... 226
268
Bibliografie
- Wang X, Cui Z, Wang H, Tang L, Yang J, Gu L, Jin D, Luo L, Qiu H, Xiao Y,
Xiong H, Kan B, Xu J, Jing H. Pathogenic strains of Yersinia enterocolitica
isolated from domestic dogs (Canis familiaris) belonging to farmers are of
the same subtype as pathogenic Y. enterocolitica strains isolated from
humans and may be a source of human infection in Jiangsu Province,
China. J Clin Microbiol. 2010 May;48(5):1604-10.
- Georg Kapperud. Yersinia enterocolitica in food hygiene. International
Journal of Food Microbiology Volume 12, Issue 1, January 1991, Pages
53-65.
- H Fukushima, R Nakamura, S Iitsuka, M Tsubokura, K Otsuki, and Y
Kawaoka. Prospective systematic study of Yersinia spp. in dog. J Clin
Microbiol. 1984 May; 19(5): 616–622.
- Brenda P. Murphy, Niall Drummond, Tamara Ringwood, Edmund O'Sullivan,
James F. Buckley, Paul Whyte, Mike B. Prentice, Séamus Fanning. First
report: Yersinia enterocolitica recovered from canine tonsils. Veterinary
Microbiology, june 2010.
- Hiroshi Fukushima et al. Cat-contaminated environmental substances lead
to Yersinia pseudotuberculosis infection in children. Journal of Clinical
Microbiology, dec 1989, p. 2706-2709.
- Casteleyn C. et al 2006, Antibioticaresistentie in Escherichia coli bij
landbouwhuisdieren, hazen, septisch materiaal en oppervlaktewater in
Vlaanderen. Vlaams Diergeneeskundig tijdschrift, 75, p. 23-30.
- De Craeye S., Francart A., Chabauty J., Van Gucht S., Jongert E., 2008.
Toxoplasmosis in Belgian pet cats: recommendations for owners. Vlaams
Diergeneeskundig Tijdschrift, 77, p. 325-330.
- P.A.M. Overgaauw en E. Claerebout. Parasieten bij hond en kat. Haarlem
2002.
- Simona De Grazia, Vito Martella, Giovanni M. Giammanco, Miren Iturriza
Gòmara, Stefania Ramirez, Antonio Cascio, Claudia Colomba, Serenella
Arista. Canine-Origin G3P[3] Rotavirus Strain in Child with Acute
Gastroenteritis. Emerging Infectious Diseases, volume 13, number 7, july
2007.
269
- Laird AR, Ibarra V, Ruiz-Palacios G, Guerrero ML, Glass RI, Gentsch JR.
Unexpected detection of animal VP7 genes among common rotavirus
strains isolated from children in Mexico. J Clin Microbiol, 2003;41:4400–3
- Khamrin P, Maneekarn N, Peerakome S, Yagyu F, Okitsu S, Ushijima H.
Molecular characterization of a rare G3P[3] human rotavirus reassortant
strain reveals evidence for multiple human-animal interspecies
transmissions. J Med Virol, 2006;78:986–94
- Tsuneo FUKATA, Fumiko NAITO, Naoko YOSHIDA, Tsuyoshi
YAMAGUCHI, Yoshihiro MIZUMURA and Katsuya HIRA. Incidence of
Salmonella Infection in Healthy Dogs in Gifu Prefecture, Japan. Journal of
Veterinary Medical science, Vol. 64 (2002) , No. 11 pp.1079-1080.
- Ulrich Schotte, Dorit Borchers, Christiane Wulff and Lutz Geue. Salmonella
Montevideo outbreak in military kennel dogs caused by contaminated
commercial feed, which was only recognized through monitoring.
Veterinary Microbiology, volume 119, issues 2-4, 31 January 2007, Pages
316-323.
- LeJeune JT, Hancock DD. Public health concerns associated with feeding raw
meat diets to dogs. J Am Vet Med Assoc. 2001 Nov 1;219(9):1222-5.
- Yoshiuchi R, Matsubayashi M, Kimata I, Furuya M, Tana H, Sasai K. Survey
and molecular characterization of Cryptosporidium and Giardia spp. in
owned companion animal, dogs and cats, in Japan. Vet Parasitol. 2010 Sep
15.
- Loohuis AO, van Knapen F, Langelaar M. Transmissible diseases: 'One
health'--attitude unites human and veterinary medicine. Tijdschr
Diergeneeskd. 2010 Jul 15-Aug 1;135(14-15):574-6.
- Behravesh CB, Ferraro A, Deasy M 3rd, Dato V, Moll M, Sandt C, Rea NK,
Rickert R, Marriott C, Warren K, Urdaneta V, Salehi E, Villamil E, Ayers T,
Hoekstra RM, Austin JL, Ostroff S, Williams IT; Salmonella
Schwarzengrund Outbreak Investigation Team. Human Salmonella
infections linked to contaminated dry dog and cat food, 2006-2008.
Pediatrics, 2010 Sep;126(3):477-83. Epub 2010 Aug 9.
- Lima AM, Alves LC, Faustino MA, Lira NM. Perception of the zoonosis and
responsible pet care by the parents from public schools kindergarten
located at metropolitan region of Recife, northeast of Brazil. Cien Saude
Colet, 2010 Jun;15 Suppl 1:1457-64.
270
- Himsworth CG, Jenkins E, Hill JE, Nsungu M, Ndao M, Andrew Thompson RC,
Covacin C, Ash A, Wagner BA, McConnell A, Leighton FA, Skinner S. Emergence
of sylvatic Echinococcus granulosus as a parasitic zoonosis of public
health concern in an indigenous community in Canada. Am J Trop Med Hyg.
2010 Apr;82(4):643-5.
- Ballweber LR, Xiao L, Bowman DD, Kahn G, Cama VA. Giardiasis in dogs
and cats: update on epidemiology and public health significance. Trends
Parasitol. 2010 Apr;26(4):180-9. Epub 2010 Mar 2.
- Morato EP, Leomil L, Beutin L, Krause G, Moura RA, Pestana de Castro AF.
Domestic cats constitute a natural reservoir of human enteropathogenic
Escherichia coli types. Zoonoses Public Health, 2009 Jun;56(5):229-37.
- Bagcigil, A. F., S. Ikiz, B. Dokuzeylu, B. Basaran, E. Or, and N. Y. Ozgur,
2007: Fecal shedding of Salmonella spp. in dogs. J. Vet. Med. Sci. 69, 775–
777.
- Cantor, G. H., S. Nelson, J. A. Vanek, J. F. Evermann, I. S. Eriks, R. J.
Basaraba, and T. E. Besser, 1997: Salmonella shedding in racing sled
dogs. J. Vet. Diagn. Invest. 9, 447–448.
- Goffaux, F., B. China, B. Janssen, and J. Mainil, 2000: Genotypic
characterization of enteropathogenic Escherichia coli (EPEC) isolated in
Belgium from dogs and cats. Res. Microbiol. 15, 865–871.
- Kapperud, G., E. Skjerve, N. H. Bean, S. M. Ostroff, and J. Lassen, 1992:
Risk factors for sporadic Campylobacter infections: results of a case-control
study in southeastern Norway. J. Clin. Microbiol. 30, 3117–3121.
- Krause, G., S. Zimmermann, and L. Beutin, 2005: Investigation of domestic
animals and pet as a reservoir for intimin- (eae) gene positive Escherichia
coli types. Vet. Microbiol. 106, 87–95.
- Nakazato, G., C. Gyles, K. Ziebell, R. Keller, L. R. Trabulsi, T. A. Gomes, K. Irino, W.
D. Da Silveira, and A. F. Pestana de Castro, 2004: Attaching and effacing
Escherichia coli isolated from dogs in Brazil: characteristics and serotypic
relationship to human enteropathogenic E. coli (EPEC). Vet. Microbiol. 101, 269–
277.
- Leonard EK, Pearl DL, Finley RL, Janecko N, Peregrine AS, Reid-Smith RJ,
Weese JS. Evaluation of Pet-Related Management Factors and the Risk of
Salmonella spp. Carriage in Pet Dogs from Volunteer Households in
Ontario (2005-2006). Zoonoses Public Health, 2010 Feb 16.
271
- Haridy FM, Holw SA, Hassan AA, Morsy TA. Cystic hydatidosis: a zoonotic
silent health problem. J Egypt Soc Parasitol. 2008 Aug;38(2):635-44.
- Fenwick SG, Madie P, Wilks CR. Duration of carriage and transmission of
Yersinia enterocolitica biotype 4, serotype 0:3 in dogs. Epidemiol Infect,
1994 Dec;113(3):471-7.
- Johnson JR, Stell AL, Delavari P. Canine feces as a reservoir of
extraintestinal Escherichia coli. Infect Immunology 2001 Mar;69(3):1306-
14.
- John Croese, Alex Loukas, Joan Opdebeeck, Stephen Fairley and Paul
Prociv. Human enteric infection with canine hookworms. March 1, 1994
vol. 120 no. 5 369-374.
- Overgaauw, Paulus Arnoldus Maria; Zutphen, Linda van; Hoek, Denise;
Yaya, F.O.; Roelfsema, Jeroen; Pinelli, Elena; Knapen, F. van; Kortbeek,
L.M. Zoonotic parasites in fecal samples and fur from dogs and cats in The
Netherlands. Veterinary parasitology, Volume: 163, Issue: 1-2 (2009), (pp.
115-122).
- Kortbeek LM. Toxoplasmosis in the Netherlands. Ned Tijdschr Klin Chem
(1999); 24: (65-70).
- Sciammarella, J. (2002). Toxoplasmosis. Retrieved September 28, 2005.
- Peter Damborg, Katharina E. P. Olsen, Eva Møller Nielsen, and Luca
Guardabassi. Occurrence of Campylobacter jejuni in Pets Living with
Human Patients Infected with C. jejuni. J Clin Microbiol. (2004) March;
42(3): (1363–1364).
- Perception Consultancy (2007). Hondenbeleid in Nederland. Groningen.
- Arisa Mandarino-Pereira, Fábio Silva de Souza, Carlos Wilson G. Lopes and
Maria Julia S. Pereira. Prevalence of parasites in soil and dog feces
according to diagnostic tests. Veterinary Parasitology, Volume 170, Issues
1-2, 28 May 2010, Pages 176-181.
- Robertson ID and R.C. Thompson, Enteric parasitic zoonoses of
domesticated dogs and cats, Microbes Infect. 4 (2002), pp. 867–873.
- Blaser Martin, Bradley W. Powers, James Cravens and W. L. Wang.
Campylobacter enteritis associated with canine infection. The Lancet,
volume 312, Issue 8097, 4 November 1978, Pages 979-981.
- Doyle MP and Roman DJ. Recovery of Campylobacter jejuni and
Campylobacter coli from inoculated foods by selective enrichment. Appl
Environ Microbiol. 1982 June; 43(6): 1343-1353.
272
- Damborg Peter, Katharina E. P. Olsen, Eva Møller Nielsen, and Luca
Guardabassi. Occurrence of Campylobacter jejuni in Pets Living with
Human Patients Infected with C. jejuni. Clin Microbiol. 2004 March; 42(3):
1363–1364.
- Neimann J., J. Engberg, K. Mølbak, and H. C. WegenerA case-control study
of risk factors for sporadic campylobacter infections in Denmark. Epidemiol
Infect. 2003 June; 130(3): 353–366.
- Rubel D, Wisnivesky C. Magnitude and distribution of fecal contamination
and helminth eggs in two areas of different urban structure, Greater
Buenos Aires, Argentina. Vet Parasitol. 2005 Nov 5;133(4):339-47
- Avcioglu H, Balkaya I. The relationship of public park accessibility to dogs to
the presence of Toxocara species ova in the soil. Vector Borne Zoonotic
Dis. 2010 Jun 23.
- Weese JS, Finley R, Reid-Smith RR, Janecko N, Rousseau J. Evaluation of
Clostridium difficile in dogs and in the household enviroment. Epidemiol
Infect. 2010 Aug;138(8):1100-4. Epub 2009 Dec 2. Coinfection of
Enteric Helicobacter spp. and Campylobacter spp. in Cats J. Clin.
Microbiol. (2001) 39(6): 2166-2172 EPIDEMIOLOGY OF
CAMPYLOBACTER JEJUNI INFECTIONS epidemologic reviews
273
Bijlage 1
Contact VLM
Dag Lies
In het Mestdecreet staat niks over hondenpoep. Ik stel voor dat je eens informeert
bij de gemeente. Daar hebben ze mogelijk wel regels i.v.m. hondenpoep.
Met vriendelijke groeten,
Rebekka Veeckman
Webredactrice
Vlaamse Landmaatschappij - www.vlm.be - [email protected] - Tel. 02/543.72.00
maatschappelijke zetel: Gulden-Vlieslaan 72, 1060 Brussel - VLM disclaimer
--------------------------------------------------------------------------------
Neem eens een kijkje op onze website www.vlm.be
Vlaamse Landmaatschappij Juridische informatie & e-mail disclaimer:
1. Juridische vermeldingen
Vlaamse Landmaatschappij, NV burgerlijke vennootschap met handelsvorm,
Gulden Vlieslaan 72, 1060 Brussel, 0236.506.685, RPR Brussel
2. Disclaimer, Privacy en gebruiksvoorwaarden van de site:
http://www.vlm.be/algemeen/siteoverzicht/Pages/wettelijke.aspx
__________ Information from ESET NOD32 Antivirus, version of virus signature
database 4874 (20100217) __________
The message was checked by ESET NOD32 Antivirus.
http://www.eset.com
274
Contact Europese commissie
--------------------------------------------------
Date: Tuesday, 23/02/2010 10:23:44
From: "Lies Depuydt" <[email protected]>
Subject: [Case_ID: 246927 / 7639718] wetgeving omtrent dierlijke mest
--------------------------------------------------
Geachte,
Met het Expertisecentrum Dier-en-zorg van de KATHO in Roeselare zijn we op dit
moment bezig met een project omtrent de hondenpoepproblematiek. Dit project
wordt gefinancierd door OVAM. Een van de doelen is het in kaart brengen van de
wetgeving hieromtrent. Het enige wat in de Belgische wetgeving te vinden is dat
hondenpoep via het restafval verwijderd moet worden. Hoe zit het op Europees
niveau? Wat is er allemaal te vinden omtrent hondenpoep in de Europese
wetgeving?
met vriendelijke groeten,
Lies Depuydt
Projectmedewerkster Expertisecentrum Dier-en-zorg
Veilig surfen? Download Internet Explorer 8 met SmartScreen technologie.
__________ Information from ESET NOD32 Antivirus, version of virus signature
database 5426 (20100906) __________
The message was checked by ESET NOD32 Antivirus.
http://www.eset.com
275
Subject: [Case_ID: 0246927 / 7639718] wetgeving omtrent dierlijke mest
Date: Thu, 25 Feb 2010 12:57:53 +0100
From: [email protected]
NL-246927-04-C-24
Geachte mevrouw Depuydt,
We hebben uw bericht in goed orde ontvangen. In antwoord op uw vraag
betreffende de EU-wetgeving inzake dierlijke mest, dienen we u te informeren dat
er geen specifieke verwijzing is naar hondenpoep in de EU-wetgeving betreffende
afval.
Een volledig overzicht van de Europese afvalwetgeving kunt u raadplegen op de
volgende webpagina van het directoraat-generaal (DG) Milieu van de Europese
Commissie:
http://ec.europa.eu/environment/waste/index.htm
Bovendien kunt u een Nederlandstalige samenvatting van de wetgeving inzake het
beheer van afvalstoffen nalezen op onderstaande pagina:
http://europa.eu/legislation_summaries/environment/waste_management/index_nl.
htm
We raden u hierbij aan om rechtstreeks contact op te nemen met het bevoegde DG
Milieu met meer specifieke vragen. U kunt dit doen aan de hand van het volgende
webformulier:
http://ec.europa.eu/environment/env-informa/
Wij hopen dat deze informatie u van dienst zal zijn.
Met vriendelijke groet,
Het EUROPE DIRECT Contact Centre
www.europa.eu - Alles over Europa!
Geef uw mening over de EU
http://europa.eu/debateeurope/index_nl.htm
Disclaimer
Opmerking: We doen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat u de gevraagde
informatie ontvangt of om u naar een geschikte bron te verwijzen. We kunnen
echter geen uitspraken doen over concrete zaken met betrekking tot Europees
beleid, en de informatie die door EUROPE DIRECT wordt verstrekt, is niet juridisch
bindend.
276
Contact European Commission
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: [email protected] [mailto:[email protected]]
Verzonden: zondag 14 maart 2010 16:06
Aan: lies.depuydt
Onderwerp:
Your request
--------------------------------------------------------------------------------
Subject : Waste
Description : Dear Mr. or Mrs.,
With the Centre of Excellence Animal life and Society of the KATHO at Roeselare
we are working on a project about dog feces and it's issues. This project is
financed by OVAM. One of the goals is to register the legislation about this. The
only thing that is written in the Belgian legislation is that dogfeces have to be
removed through the refuse remaining after separation of recycable elements.
What about this on European level? What can be found about dog feces in the
European legislation?
with kind regards,
Lies Depuydt
Project staff member
Answer
--------------------------------------------------------------------------------
Ms. Depuydt,
Thnak you for your e-mail.
There is no specific EU legislation on dog excrement.
Yours sincerely,
277
Ann Maher
Library/Information Centre
Shared Resources Directorate
SRD.1 - Human Resources & Administration
European Commission
DG Environment/DG Climate Action
BU-9 00/94
B-1049 Brussels
e-mail: [email protected]
N.B. Disclaimer required under the terms and conditions of use of the internet and
electronic mail from Commission equipment:
'The views expressed are purely those of the writer and may not in any
circumstances be regarded as stating an official position of the European
Commission.'
278
Bijlage 2: onderhoud hondentoiletten
279
Bijlage 3: onderhoud hondenpoepbuizen
280
Bijlage 4: enquête
Enquête: Hondenpoep onder de loep
Deze enquête wordt afgenomen in het kader van het project “Hondlasting,
hondenpoep onder de loep!” dat uitgaat van het Expertisecentrum Dier-en-zorg te
Roeselare, in opdracht van OVAM.
Het invullen van deze enquête neemt slechts 5 min. in beslag.
Op sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk en kunt u dus meerdere
vakjes aankruisen.
Alvast bedankt voor uw medewerking!
1) Geslacht:
□ man
□ vrouw
2) Wat is uw leeftijd? …
3) Heeft u kinderen?
□ ja, ze zijn jonger dan 10 jaar
□ ja, ze zijn ouder dan 10 jaar
□ nee
4) Waar woont u?
□ stadskern
□ wijk
□ dorp
□ platteland
5) Hoe vaak komt u in contact met niet-opgeruimde uitwerpselen van
vreemde honden?
□ dagelijks
□ wekelijks
□ maandelijks
□ nooit
6) Ondervindt u hinder van hondenpoep?
□ veel
□ matig
□ weinig
□ nee
281
7) Wat moet er volgens u wettelijk met uitwerpselen van honden gebeuren?
□ bij het restafval
□ doorspoelen in het toilet
□ speciale ophaling
□ composteren
□ niets speciaals
□ geen idee
8) Zijn er risico’s verbonden aan het hanteren van hondenpoep?
□ ja, ernstige risico’s zoals overdraagbare ziektes
□ ja, matige risico’s die mits de nodige voorzorgsmaatregelen op te vangen
zijn
□ ja, beperkte risico’s die eigenlijk te verwaarlozen zijn
□ nee
9) Zorgt hondenpoep voor verontreiniging van het leefmilieu?
□ ja, een ernstige verontreiniging door een langdurige, onzichtbare
besmetting
□ ja, een matige verontreiniging maar eens de hondenpoep verwijderd is,
zijn de problemen opgelost
□ ja, een beperkte verontreiniging die eigenlijk te verwaarlozen is
□ nee
10) Houdt de besmetting van het leefmilieu risico’s in voor kinderen?
□ ja, ernstige risico’s zoals overdraagbare ziektes
□ ja, matige risico’s die mits de nodige voorzorgsmaatregelen op te vangen
zijn
□ ja, beperkte risico’s die eigenlijk te verwaarlozen zijn
□ nee
11) Neemt u maatregelen om die risico’s voor uw kinderen te beperken?
□ ja, het kind enkel laten spelen op plaatsen waar geen honden komen
□ ja, de handen wassen na het spelen
□ nee
□ niet van toepassing (geen kinderen).
12) Heeft u (een) hond(en)?
□ ja (ga verder)
□ nee (hier is voor u de enquête afgelopen)
282
13) Hoeveel honden heeft u?
□ 1
□ 2 - 3
□ 4 of meer
14) Waar leeft uw hond hoofdzakelijk?
□ binnen
□ zowel binnen als buiten
□ buiten in een kennel
□ buiten in de tuin (met hok)
15) Wat doet u met de uitwerpselen van uw hond thuis?
□ bij het restafval
□ doorspoelen in het toilet
□ op de composthoop
□ in de tuin
16) Heeft u een hondenpoepzakje bij wanneer u uw hond uitlaat?
□ ja
□ nee
17) Vindt u dat er genoeg afvalbakken zijn om de hondenpoep in te gooien?
□ ja
□ nee
18) Vindt u dat er genoeg hondentoiletten zijn?
□ ja
□ nee
19) Maakt uw hond gebruik van een hondentoilet?
□ ja, dagelijks
□ ja, 3-4 keer per week
□ ja, 1 keer per week
□ nooit
20) Vindt u hondentoiletten hygiënisch?
□ ja
□ nee
283
21) Vindt u dat er genoeg hondenweides zijn?
□ ja
□ nee
22) Maakt uw hond gebruik van een hondenweide?
□ ja, dagelijks
□ ja, 3-4 keer per week
□ ja, 1 keer per week
□ nooit
23) Hoe vaak worden uw honden ontwormd?
□ 1 – 2 keer per jaar
□ 3 keer of meer per jaar
□ niet
284
Bijlage 5: folder
285
Bijlage 6: stripverhaal
Bijlage:
Infobordje Pet waste Disposal System
286
Bijlage 7: infobordje Doggie Dooley
287
Bijlage 8: Vestingwachters in Ieper
Voor de vestingmuren (de Vesten is een 17e-eeuwse verdedigingswal rond Ieper
dat nu een prachtig wandelgebied geworden en dag en nacht vrij toegankelijk is)
werd in 2005 een Vestingwacht opgericht, gecoördineerd door Eva Wuyts van de
Ieperse Erfgoedcel. Sindsdien wordt het project geleid door de dienst
Milieueducatie van Stad Ieper. Het aantal vestingwachters is ondertussen
aangegroeid tot 15. Onder hen waren in het begin de helft stadsgidsen maar
tegenwoordig bestaat het merendeel uit vrijwilligers. Deze wachters wandelen de
volledige Vestingroute af, letten op zwerfvuil en schade, en registreren,
rapporteren en informeren. Hun bevindingen worden overgemaakt aan de
stadsdiensten, die zich dagelijks inzetten voor het onderhoud van de vestingen.
Iedereen die wil bijdragen aan een goed onderhoud en beheer van de vestingen,
mag zich aanmelden. Er is geen voorkennis vereist. Er wordt gezorgd voor een
praktische (wat mag, wat kan niet) en inhoudelijke vorming (over de natuur op de
vestingen, de geschiedenis, de vestingbouw) en voor de nodige ondersteuning.
De vrijwilligers bepalen zelf hoe frequent ze dit doen (dagelijks, meerdere malen
per week, …), op welke dagen ze zich kunnen vrijmaken en welk dagdeel ze
verkiezen (ochtend, middag, avond) en of ze liefst alleen of in duo op pad gaan. Er
wordt een beurtrol opgesteld waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met
ieders wensen en voorkeuren. Bovendien komen alle wachters op regelmatige
basis samen om ervaringen uit te wisselen. Vestingwachters zijn ook herkenbaar
voor de wandelaars en zijn altijd bereid een woordje uitleg te geven over de
vestingen en de natuur.
Vesting wachters zijn echter geen politiemensen maar willen vooral preventief
werken en vermijden dat zaken escaleren.
288
Bijlage 9: Interview hondenpoepproblematiek
1) Wat bestaat er allemaal qua brochures, folders, flyers,… omtrent honden en
hondenpoep voor de inwoners van de stad? Is het mogelijk hier een
exemplaar van te ontvangen?
2) Waar kunnen ze die informatie bekomen?
3) Bestaat er een centraal infopunt waar zowel honden- als niet-
hondeneigenaars terecht kunnen met vragen?
4) Staan er in de stad ook informatiekiosken?
5) Zo ja, hoe werken die precies?
6) Beschikt de stad over een “hondenpretpark”?
7) Welke criteria worden in acht genomen bij de beslissing van het al dan niet
plaatsen/ verwijderen van een hondenpoepafvalbak, hondentoilet, 8)
losloopweide?
8) Beschikt de stad over speciale hondenpoepafvalbakken of mag de
hondenpoep in de gewone afvalbakken?
9) Hoeveel hondentoiletten, -weides en hondenpoepafvalbakken telt de
stad/gemeente?
10) Wie is verantwoordelijk voor de hygiëne en het schoonmaken van de
hondentoiletten en hondenpoepafvalbakken?
11) Hoe frequent worden de hondentoiletten schoongemaakt? (dagelijks,
wekelijks, als ze echt vuil zijn,…)
12) Hoe gebeurt dit? Welke middelen worden er gebruikt (desinfectantia
zoals Capturine of Freshcure, stoom, gewoon water, …)
13) Worden er specifieke maatregelen genomen bij het schoonmaken van
de hondentoiletten? (speciale kledij, …)
14) Worden er ook controles uitgevoerd ivm. de hygiëne op die plaatsen?
(naar contaminatie van het leefmilieu toe)
15) Zijn er cijfers beschikbaar van de hoeveelheid hondenpoep die
jaarlijks opgehaald wordt uit de hondentoiletten?
16) Heeft het stadsbestuur al acties ondernomen om de
hondenpoepproblematiek aan te pakken? Zo ja, welke? (ev.
Sensibilisatiecampagnes, …)
17) Beschikt het stadsbestuur over een mascotte voor de
hondenpoepproblematiek (zoals bv. Baltazaar in Oostende en Rakker in
Hasselt)? Waarom wel of waarom niet?
289
18) Beschikt het stadsbestuur over sensibilisatieborden omtrent honden
en hondenpoep (vb. verboden toegang voor honden, …)
19) Werkt het Stadsbestuur met GAS-ambtenaren?
20) Is de “hondenpoepmotor” bekend? Beschikt de stad over iets
gelijkaardigs?
21) Zijn er bepaalde probleemgebieden?
22) Organiseert het stadsbestuur ook acties ivm. de identificatie en
registratie van honden?
23) Komen er veel klachten binnen over hondenpoep? Zo ja, van welke
aard?
24) Kwamen er vroeger meer of minder klachten over honden
(hondenpoep en andere overlast mbt. honden) binnen?
25) Waar kunnen de mensen terecht met hun klachten? (behalve op het
politiebureau)
26) Bestaat er een correlatie tussen het aantal/ soort klachten en het soort
mensen die ze indienen? (vb. vooral oudere mensen,…)
27) Wanneer komen de meeste klachten binnen? (vooral s’ avonds, in het
weekend, na grote evenementen, …)
28) Dient het houden van een hond aangegeven te worden?
29) Wat is er allemaal opgenomen in het politiereglement omtrent honden
en hondenpoep?
30) Hoe wordt het niet opruimen van hondenpoep beboet?
31) Is er een zwerfkattenbeleid? Zo ja, welke?
32) Zijn er in het algemeen veel problemen i.v.m. huisdieren in de
stad/gemeente?