Het didactische handelen in vogelvlucht - schoolindelift.nl didactische handelen in...
-
Upload
nguyenquynh -
Category
Documents
-
view
224 -
download
0
Transcript of Het didactische handelen in vogelvlucht - schoolindelift.nl didactische handelen in...
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 1
Auteursrechtelijk beschermd
Het didactisch handelen in vogelvlucht
Bron: www.abstracte-schilderijen.eu
t.nl/wp-content/uploads/2013/02/homepage2.jpg
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 2
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
E-book: Didactisch handelen in vogelvlucht ........................................................................................... 5
Ontwikkelingslijnen ................................................................................................................................. 6
Welke onderdelen zien we bij het didactisch handelen? ........................................................................ 8
Efficiënt gebruik van de onderwijstijd* ............................................................................................... 9
Structuur ............................................................................................................................................ 10
Duidelijke uitleg(**) .......................................................................................................................... 10
Controle uitleg en/of opdrachten ..................................................................................................... 14
Strategieën voor denken en leren ..................................................................................................... 14
Feedback op ontwikkel- en leerprocessen ........................................................................................ 14
Betrekken van alle leerlingen ............................................................................................................ 14
Variatie in werkvormen ..................................................................................................................... 15
Systematisch volgen van vorderingen (Sturend volgen) ................................................................... 16
Analyse vorderingen en aanpassen aanbod en/of het onderwijsleerproces (*) .............................. 17
Afstemming instructie, verwerking en tijd (*) ................................................................................... 17
Afstemming taalgebruik .................................................................................................................... 18
Leerlingen zijn actief betrokken(**) .................................................................................................. 18
Kennis toepassen in andere situaties ................................................................................................ 19
Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces ......................................................... 19
Leren doelmatig samenwerken ......................................................................................................... 20
Positieve persoonlijke aandacht ....................................................................................................... 21
Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen ..................................................................... 21
Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*) ......................................................................... 21
Complimenten en corrigeren ............................................................................................................ 22
Taakgerichte werksfeer(**) ............................................................................................................... 22
Tot slot ................................................................................................................................................... 23
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 24
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 3
Inleiding
Waarom een boek over didactisch handelen in vogelvlucht?
Leerkrachten zijn de ambassadeurs van het basis- en voortgezet onderwijs. Onze
leerkrachten sturen op kwaliteit in hun groep. De parels in ons onderwijssysteem. De
kwaliteit moet centraal staan. Onderwijs moet gaan over het kind. Ieder kind is uniek.
Als leerkracht geef je kinderen optimaal de gelegenheid te functioneren.
Een goede leerkracht is altijd in ontwikkeling. Gun jezelf de kans te excelleren.
Uit diverse publicaties vanuit de onderwijsinspectie zoals o.a.
� Toezichtkader primair en voortgezet onderwijs 2012
� De staat van het onderwijs 2010-2011 – inspectie van het onderwijs 2012
� De kwaliteit van basisscholen en bestuurlijk handelen in het noorden van
Nederland (Ontwikkelingen in de periode 2008-2012) - Dr. A. Jonk
is gebleken, dat er winst te halen valt binnen onderwijs.
In dit boek bespreek ik onder anderen het onderwerp “Ontwikkelingslijnen”. Verder ga
ik in op de diverse onderdelen van het didactisch handelen. Als uitgangspunt maak ik
gebruik van de vaardigheidsmeter van Cadenza-onderwijsconsult.
Stap voor stap heb ik de diverse aspecten van lesgeven doorlopen.
Mijn eerste stap naar innovatie was “Bouwen aan een adaptieve school” (afk. BAS)
Door er over te lezen en in de praktijk te brengen leerde ik over het belang van
voorspelbaarheid in leerkracht gedrag, effectieve instructie met bijbehorend het directe
instructie model (DIM) en de samenwerkingsvormen ook wel coöperatieve werkvormen
genoemd.
Als kleuterleidster en later als directeur was mijn uitgangspunt altijd:
Het is goed om deze vraag als leerkracht te stellen. Immers de kinderen hebben recht op
het beste onderwijs.
In 2006 werd ik directeur van een school in Oost Groningen waar veel leerlingen met
achterstanden waren. De kritische leerhouding van leerlingen bleek een aandachtspunt.
Door de onderwijsvisie onder de loep te nemen en gericht scholing te organiseren zijn
we als team met de innovatieonderwerpen gestart. Je kunt hierbij onder andere denken
aan omgaan met voorspelbaarheid in leerkracht gedrag, effectieve leertijd en –
instructie, klassenmanagement en opbrengst gericht werken.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 4
In mijn ogen is een succesvolle leerkracht iemand die een duidelijke visie en focus op
onderwijs heeft en constant bezig is met het bouwen aan zijn professionaliteit. Een
leerkracht is zo goed als de prestaties die hij met kinderen, ouders en de school weet te
bereiken in hun ontwikkeling.
Door succeservaring binnen de ontwikkeling van de innovatie kwam er meer
vertrouwen in het didactische handelen bij leerkrachten en merkte men dat de
leerlingen ook veranderden in hun houding.
Fijn om te zien dat zowel leerlingen als leerkrachten kritischer in het onderwijs zijn gaan
staan. De samenwerking met ouders en leerkrachten is dan ook erg van belang.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 5
E-book: Didactisch handelen in vogelvlucht Dit is de eerste versie van het E-book “Didactisch handelen in vogelvlucht”. Het boek/de
notitie is gratis te downloaden door bezoekers van de website www.schoolindelift.nl in
ruil voor een tweet over het boek op twitter.
Door het boek snel onder de aandacht brengen bij onderwijzend personeel hoop ik
leerkrachten te stimuleren om het basis- en voortgezet onderwijs nog meer in de lift te
krijgen ten gunste van onze kinderen. Stap één hierbij is de persoonlijke ontwikkeling.
Daarbij is het stellen van hoge verwachtingen aan zowel jezelf als de leerling
essentieel.
Uit onderzoek vanuit de inspectie, De staat van het onderwijs 2010-2011, is gebleken dat de
mate van vaardigheden waarover de leerkrachten beschikken variëren. De
onderwijsinspectie doelt hier zowel op de basisvaardigheden als de complexe
vaardigheden.
Onder de basisvaardigheden wordt verstaan:
� voldoende duidelijke uitleg,
� voldoende taakgerichte werksfeer en � voldoende actieve betrokkenheid van de leerlingen.
In het basisonderwijs is bij één op de acht leraren geen sprake van een
duidelijke uitleg, taakgerichte werksfeer of het actief betrekken van leerlingen. In het
voortgezet onderwijs geldt dit voor ruim één op de vijf leraren. Bij 2 tot 3 procent van de
leraren zijn alle drie de zaken als onvoldoende beoordeeld. (Bron: de staat van onderwijs
2010-2011)
Voor de meeste complexere vaardigheden zijnde:
� onderwijs afstemmen op specifieke leerlingen of leerling-groepen
� extra ondersteuning en zorg aan leerlingen die dit nodig hebben.
geldt dat twee derde deel van de leraren deze tijdens de les laten zien. Een derde deel
doet dit onvoldoende. Dit wil zeggen dat deze leraren er niet in slagen om bij de
instructie voldoende rekening te houden met de verschillen tussen de leerlingen, de
voortgang van de leerlingen systematisch te volgen en te analyseren, en planmatig
zorg te bieden aan leerlingen die dat nodig hebben.
Het ontbreken van beleid en scholing van leerkrachten wordt gezien als een van de
oorzaken van zwakke scholen.
Bovenstaande constateringen hebben mij gestimuleerd om dit E-book te schrijven. Ik
wens u veel plezier toe met het lezen van dit boek en alle succes bij het implementeren
van deze aanpak. Ik hoop dat dit boek de lezer zal inspireren de inhoud in de praktijk toe
te passen.
Renata Dekker
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 6
Ontwikkelingslijnen
Verschillende onderzoeken (zie inleiding) hebben geleid tot nog betere inzichten in de
bestaande ontwikkelingslijnen:
� Ontwikkelingslijn structuur
� Ontwikkelingslijn interactie
� Ontwikkelingslijn zelfstandig leren
� Ontwikkelingslijn instructie en feedback
� Ontwikkelingslijn coöperatief leren
� Ontwikkelingslijn teamleren
� Ontwikkelingslijn planningssysteem
� Instructie op maat en preventieve leerlingenzorg
Ontwikkelingslijn structuur
Met de term 'structuur' wordt bedoeld: de manier waarop de school de leeromgeving
inricht, leerkrachten voorspelbaar zijn in hun gedrag en leerstofplanning plaatsvindt.
Met betrekking tot de leeromgeving geldt dat deze alleen dan tot verkenning uitlokt,
wanneer leerlingen ervaren grip te hebben op hun leeromgeving en deze omgeving voor
hen uitnodigend is.
Door lessituaties voor kinderen voorspelbaar te maken, wordt basisveiligheid en rust in
de groep gecreëerd.
Leerstofplanning helpt tenslotte het handelen van de leerkracht verder te structureren.
Ontwikkelingslijn interactie
De term interactie duidt op de manier van omgang tussen
1. leerkrachten met leerlingen,
2. leerlingen onderling en
3. leerlingen met hun leerkrachten
De interactie is zichtbaar in alledaagse communicatieprocessen als kringgesprekken,
uitleg, beurten geven, samenwerken en schriftelijke correctie.
Uit de kwaliteit van dergelijke interactieprocessen valt af te leiden of leerkrachten en
leerlingen vertrouwen hebben in zichzelf en elkaar, verantwoordelijkheid durven
nemen voor het onderwijsleerproces en tot reflectie kunnen komen.
De kwaliteit van de interactie, hangt samen met de ervaringen en motieven van de
leerkracht en de leerling. Hun verwachtingen, sympathieën, vooroordelen en
verklaringsgronden voor succes en falen spelen hierin een belangrijke rol.
Ontwikkelingslijn zelfstandig leren
Zelfstandig leren van kinderen is zowel doel als middel. Een zelfstandige leerhouding,
onder meer blijkend uit de wijze waarop leerlingen hun eigen werk plannen en
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 7
beoordelen, is voorwaarde voor leermotivatie en het kunnen nemen van
verantwoordelijkheid.
Bovendien geldt dat een zelfstandige leerhouding van kinderen de leerkracht in de
gelegenheid stelt leerlingen apart of in kleine groepjes te ondersteunen.
Ontwikkelingslijn instructie en feedback
Het samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School”, plaatst de kwaliteit van
instructie geven in het middelpunt van de belangstelling. De leerverschillen tussen
kinderen worden groter en de leerproblematieken ernstiger. Met instructie en
diagnostiek wordt de aandacht gevestigd op de manier waarop leerkrachten de
ontwikkeling van leerlingen volgen, hun doelen stellen, uitleg geven en daarin
variatie bieden en lesmethodes en andere leermiddelen inzetten.
Ontwikkelingslijn coöperatief leren
Samenwerken van leerlingen kan een belangrijke basis bieden voor het
competentiegevoel van een kind. Competentiegevoel ontstaat niet alleen uit een
positieve zelfanalyse naar aanleiding van uitgevoerde taken, maar ook uit positieve,
gerichte en frequente feedback vanuit de omgeving, in combinatie met de feedback van
een medeleerling. Hierbij is de manier waarop leerkrachten kinderen laten
samenwerken en elkaar laten ondersteunen tijdens het leerproces van bepalende
betekenis. Kinderen moeten leren samenwerken; dat gaat niet vanzelf en behoeft
begeleiding..
Ontwikkelingslijn teamleren
Bij “Op weg naar een adaptieve school”, is het zaak dat de gehele schoolorganisatie
daarbij betrokken is. Dit is niet alleen een zaak van de directie. Het hele schoolteam
dient verantwoordelijkheid te nemen voor de afstemming van het onderwijs op de
behoeften van alle kinderen.
Dit betekent dat diverse samenwerkingsrelaties binnen het schoolteam moeten
worden vormgegeven, bedoeld om uiteenlopende werkproblemen op te lossen of
hanteerbaar te maken.
Het betekent ook dat er tijd beschikbaar moet worden gemaakt voor gezamenlijke
reflectie, het verhelderen van werkconcepten, persoonlijke en gedeelde
visieontwikkeling, teamsgewijze training en evaluatie.
Ontwikkelingslijn planningssysteem
Instructie op maat en preventieve leerlingenzorg zien wij als centrale opgaven voor onze
school. Dit kan niet zonder een adequaat planningssysteem.
Concreet gaat het hierbij om zaken als: leerlingenadministratie, groepsplannen, de
intake van jonge kinderen en besprekingen rond de (stagnerende) ontwikkeling die
kinderen doormaken. Het planningssysteem is niet zozeer gericht op het wegwerken
van achterstanden bij kinderen. Hiermee wordt meer het afstemmen van het
onderwijsaanbod op de mogelijkheden en behoeften van kinderen bedoeld. Het is dus
meer op preventie gericht.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 8
Alle genoemde ontwikkelingslijnen vinden hun wortels in verschillende theorieën en
modellen die een bijdrage kunnen leveren aan onderwijs. Er wordt hierbij ingespeeld op
de competentie- (ik kan het), autonomie (ik kan het zelf) en relatiebehoeften van
kinderen (hoe ga je met elkaar om).
Het is de bedoeling om het onderwijsaanbod af te stemmen op de mogelijkheden en
behoeften van kinderen. Het is in die zin meer op preventie op achterstanden gericht.
Het inspelen op deze basisbehoeften van kinderen leidt tot actieve en gemotiveerde
leerlingen die zichzelf ontwikkelen. Dit kan gerealiseerd worden door in de omgang met
kinderen, tijdens het lesgeven en in de klassenorganisatie te zorgen voor:
� voldoende uitdaging,
� ondersteuning op momenten waarop daar behoefte aan is en
� vertrouwen in kinderen te stellen.
Welke onderdelen zien we bij het didactisch handelen?
Het didactisch handelen is een ruim begrip binnen onderwijs.
Diverse indicatoren worden gebruikt om het didactisch handelen in beeld te krijgen.
� Efficiënt gebruik van de onderwijstijd*
� Bevordert zelfvertrouwen
� Structuur
� Duidelijke uitleg(**)
� Controle uitleg en/of opdrachten
� Strategieën voor denken en leren
� Feedback op ontwikkel- en leerprocessen
� Betrekken van alle leerlingen
� Variatie in werkvormen
� Uitdagende leeromgeving
� Systematisch volgen van vorderingen (Sturend volgen)
� Analyse vorderingen en aanpassen aanbod en/of het Onderwijsleerproces*
� Afstemming instructie, verwerking en tijd (*)
� Afstemming taalgebruik
� Leerlingen zijn actief betrokken(**)
� Kennis toepassen in andere situaties
� Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces
� Leren doelmatig samenwerken
� Positieve persoonlijke aandacht
� Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen
� Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*)
� Complimenten en corrigeren
� Taakgerichte werksfeer(**)
Het bedrijf Cadenza Onderwijsconsult hanteert hun eigen instrument ‘de
vaardigheidsmeter instructiegedrag PO’ om het didactisch handelen dan wel het
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 9
instructie gedrag van leerkrachten positief te stimuleren.
Cadenza OC heeft met deze lijst een webbased instrument ontwikkeld, dat het mogelijk
maakt om de vaardigheden van de leerkracht te meten en digitaal vast te leggen.
Sommige indicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Dit zijn de kernindicatoren
waar de Inspectie altijd specifiek op let.
Andere indicatoren zijn gemarkeerd met twee asterisken (**). Dit zijn de
normindicatoren van de Inspectie, die mede bepalend zijn voor het vervolgtoezicht.
Voor zowel kern- als normindicatoren geldt dat minimaal 80% van de (bezochte)
leerkrachten hierop een voldoende moet scoren. Als dat het geval is, krijgt de school een
voldoende op de indicator. Bij minder dan 80% voldoende krijgt de hele school een
onvoldoende op die indicator.
Stapsgewijs wil ik de diverse indicatoren doornemen om zo handvatten te geven voor de
leerkrachten.
Efficiënt gebruik van de onderwijstijd*
Hoe laat wordt er daadwerkelijk gestart met de les? Hoeveel tijd gaat er verloren aan het
te laat binnenkomen van leerlingen? Wordt de geplande tijd ook daadwerkelijk aan het
lesdoel besteed? Is het klassenmanagement (taakverdeling) dusdanig, zodat tijdsverlies
aan uitdelen van boeken of schriften beperkt wordt?
Vaak gaat de bel van de school om 8.30 uur en gaan de kinderen naar binnen. Dit
betekent dat u niet om 8.30 kunt beginnen. De leerlingen komen vaak onrustig binnen
en willen nog hele verhalen kwijt. De eerste minuutjes zijn verloren gegaan.
Hoe laat je daadwerkelijk aan je les kunt beginnen is de vraag. Mogelijkheid om dit te
versnellen kan zijn de bel vijf minuten eerder te laten gaan zodat de kinderen al hun
jassen en tassen weggebracht kunnen hebben.
Een andere mogelijkheid is een geleidelijke inloop realiseren. De leerlingen kunnen om
8.15 uur binnen komen en rustig een plekje in de groep kiezen. Mogelijk liggen in de
groep opdrachten of boeken klaar waar kinderen mee aan het werk kunnen. Over de
werkwijze van inloop moeten vanzelfsprekend schoolbreed duidelijke afspraken
gemaakt worden.
Wanneer de les daadwerkelijk is begonnen, wordt er dan ook effectieve tijd besteed aan
het lesdoel? Een duidelijke lesstructuur en opbouw met een goed afgestemd
klassenmanagement draagt bij aan de effectiviteit van de les. Persoonlijke begeleiding
en het gebruik maken van coöperatieve werkvormen dragen verhogen de
betrokkenheid.
Bevordert zelfvertrouwen
Het behoeft geen uitleg dat leerlingen met een goed eigen zelfbeeld en zelfvertrouwen
makkelijker verantwoordelijkheid krijgen en deze aankunnen om zich te ontwikkelen.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 10
Deze groep kinderen zal met een goede uitleg en een coachende houding van de
leerkracht makkelijk uitgedaagd worden tot ontwikkeling. Kinderen die moeizaam tot
ontwikkeling komen en gebrek hebben aan zelfvertrouwen hebben meer begeleiding
nodig. Deze groep leerlingen zijn gebaat bij een duidelijke structuur met open vragen
waarbij de leerlingen geactiveerd worden inzicht te krijgen in leerstrategieën.
In elk leerproces staan de te bereiken doelen centraal.
De docent wil graag bepaalde doelen aanleren en ontwikkeling bij zijn leerlingen
mogelijk maken. De vraag hierbij is of de gekozen werkvorm tot dat gewenste
doelgerichte leren leidt. De eerste stap bij het kiezen van werkvormen is dan ook het
formuleren van concrete doelen.
De stille leerling zal door de leerkracht dan ook keer op keer betrokken moet worden
bij de instructie en de uitleg. Niet alleen het leerkracht - leerling contact is van belang bij
een goede instructie. Denk vooral aan de interactie tussen leerlingen onderling. Het
doorvragen bij andere leerlingen ondanks dat het goede antwoord al gegeven is maakt
en houdt alle leerlingen kritisch. Een betere luisterhouding is het gevolg. Keur de foute
antwoorden dan ook niet direct af. De leerlingen reageren op elkaar om uiteindelijk tot
een goed antwoord of uitleg te komen. Naast het geven van beurten aan leerlingen kan
men gebruik maken van diverse samenwerkingsvormen. Over de
samenwerkingsvormen vertel ik straks nog iets meer.
Tevens door succeservaringen te markeren en positieve feedback te geven bereikt u
een fijne sfeer waarbij kinderen zelfvertrouwen krijgen en zich gehoord voelen. Immers,
kinderen durven dan te verwoorden hoe ze aan de antwoorden komen en kunnen zelf
oplossing vinden waardoor de leerstof beter beklijft.
Structuur
De lessen moeten conform een duidelijke herkenbare structuur verlopen. De leerkracht
brengt een duidelijke opbouw aan in de activiteit. Als structuur hanteert de leerkracht
oriëntatie op het onderwerp, korte duidelijke instructie, uitvoering en bewaking van het
leerproces. De leerkracht geeft aan wat de leerlingen gaan leren in de les. De leerkracht
dient daarbij rekening te houden met de oriëntatie op het onderwerp. Eventueel kan
voorkennis worden opgehaald. De instructie van de les is gericht op een lees- en
leerstrategie. Tussentijds markeert de leerkracht steeds de verschillende componenten
van het proces door de fases steeds te benoemen.
Tot slot kijkt de leerkracht samen met de leerling terug naar het verloop van de les. De
evaluatie kan zowel proces- als productmatig zijn. Samen concluderen ze tijdens de
afsluiting of het leerdoel is bereikt.
Duidelijke uitleg(**)
Het onderdeel “duidelijk uitleg”, is een normindicator vanuit de inspectie. Deze indicator
bepaalt mede of er een vervolgtoezicht komt. Waar wordt er onder andere naar
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 11
gekeken? Net als bij de vorige indicator wordt er gekeken of de leerkracht in de uitleg
een duidelijke structuur hanteert. Het gebruik van het directe instructie model (DIM) is
nadrukkelijk van belang.
De leerkracht blikt terug op eerdere activiteiten en activeert op deze wijze de
voorkennis van de leerlingen. Het doel (of doelen) van de les moet(en) bij aanvang van
de les verduidelijkt worden en plaatst de leerstof daarmee in een betekenisvolle context.
De lesstof wordt interactief en gericht op het lesdoel uitgelegd.
Aan het eind van de les wordt nagegaan of het lesdoel bereikt is. (Wat hebben de
leerlingen geleerd?)
De onderwijsinspectie kijkt gericht naar de wijze waarop de opdrachten toegelicht
worden en of je gebruik maakt van (coöperatieve) werkvormen, zoals; dubbele kring, tweetal coach, mix tweetal en/of Placemat en overige 4 tal activiteiten.
Laat de werkvorm afhangen van je pedagogische- en/of onderwijskundige lesdoelen. De
behoefte aan zelfsturing of differentiatie kan hierbij leidend zijn. Op deze wijze betrekt u
alle leerlingen bij de activiteit.
Een handzaam instrument om het directe instructie model te observeren is te vinden op
de website van www.123lesidee.nl en is hieronder weergegeven.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 12
Kijkwijzer klassenbezoek directe instructie
Naam: ……………………………………. Groep: ………………….…….. Datum: ……………...………..
Ingevuld door:………………………………….
1 De dagelijkse terugblik gezien opmerkingen
1. geeft een samenvatting van de
voorafgaande stof �
2. haalt de benodigde voorkennis op �
2 Presentatie gezien opmerkingen
1. geeft lesdoel en/ of een lesoverzicht �
2. maakt de kinderen warm voor het
onderwerp �
3. onderwijst in kleine stappen �
4. geeft concrete voorbeelden �
5. gebruikt heldere taal �
6. gaat na of de leerlingen de stof
begrijpen �
7. daagt de leerlingen uit �
3 Begeleide (in) oefening gezien opmerkingen
1. laat de leerlingen onder begeleiding
oefenen �
2. geeft korte en duidelijke opdrachten �
3. stelt veel vragen �
4. zorgt dat de leerlingen betrokken
blijven �
5. zorgt voor hoge successcores �
6. uitvallers maken gebruik van de
instructietafel �
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 13
4 Individuele verwerking gezien opmerkingen
1. zorgt dat de leerlingen onmiddellijk
beginnen �
2. zorgt dat de inhoud gelijk is aan de
voorafgaande fase (kan natuurlijk ook
dat er een deel van de inhoud hetzelfde
is en dat de rest herhaling is )
�
3. zorgt voor een ononderbroken lesfase �
4. laat de leerlingen elkaar helpen (hangt
af van de les en van de stip die je kiest) �
5. laat de leerlingen weten dat het werk
wordt besproken (individueel, samen
en/of met de leerkracht, etc) �
5 Lesafsluiting gezien opmerkingen
1. sluit de les af �
2. kijkt samen terug op de les �
3. bespreekt wat ze geleerd hebben �
4. bespreekt wat moeilijk was / waar liep
je tegenaan en dit zowel voor de lesstof
als voor praktische dingen als
materiaal pakken, slijpen etc
�
6 Algemeen gezien opmerkingen
1. geeft duidelijke opdrachten �
2. geeft veel positieve aanmoediging �
3. laat kinderen elkaar uitleg geven,
vragen stellen en corrigeren �
4. vraagt hoe leerlingen aan het antwoord
komen �
5. biedt gelegenheid tot vergelijken van
verschillende oplossingsstrategieën �
Bron: De kijkwijzer is een kopie van de site www.123lesidee.nl
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 14
Controle uitleg en/of opdrachten
De leerkracht laat leerlingen direct na de uitleg de opdracht samenvatten. Tijdens de
verwerking zal de leerkracht tijdens zijn hulprondes controlevragen stellen, zodat
kinderen gefocust blijven op de leerstrategie.
Strategieën voor denken en leren
De leerstrategie kan op diverse manieren worden aangeboden, afhankelijk van de
lesdoelen. De leerkracht zal zorgen voor interactieve instructie- en werkvormen waarbij
leerkracht-leerling, maar ook leerling-leerling interactie vorm zal krijgen. Kinderen
denken hardop om gezamenlijk tot een zoek- en ordeningsstrategie te komen.
Kinderen leren zo van elkaar. Deze aanpak kan zowel in kleine groepjes als twee aan
twee. Door hardop de aanpak van de opdracht te bespreken zal een denkstrategie voor
een ieder duidelijk worden. Door controlevragen en controleactiviteiten te koppelen
bevordert de leerkracht het toepassen van het geleerde.
Neem dus voldoende aandacht voor de oplossings- en denkstrategieën. Combineer de
strategieën in de diverse vakgebieden. Bijvoorbeeld een leesstrategie bij begrijpend
lezen kan ook bewust gebruikt worden bij andere vakgebieden.
Feedback op ontwikkel- en leerprocessen
Feedback kan op verschillende manieren tot stand komen. Feedback kan op zowel
schriftelijke- als mondeling resultaat gegeven worden. Geef feedback op zowel het
antwoord, resultaat als product van de leerlingen. Alle aspecten van zowel aanpak,
creatief denken, betrokkenheid als de wijze waarop men tot het resultaat is gekomen.
Een aandachtpunt ten aanzien van groepsprocessen is het sociaal functioneren bij de
uitvoering van de taak. Door hier positieve feedback op te geven kan een volgende keer
wederom de kans verkregen worden te groeien in het sociale functioneren. Door
leerlingen te laten reageren op elkaars antwoord, oplossingsstrategie en sociale
functioneren kan men tot conclusies komen over het eigen leerproces van de leerling.
Het is een topprestatie om kinderen dit proces eigen te maken, en waardevol voor de
rest van hun ontwikkeling. Uiteraard zou het mooi zijn wanneer uit de evaluatie komt
dat er diverse werkwijzen mogelijk zijn.
Betrekken van alle leerlingen
Door leerlingen allen te betrekken bij het lesdoel en de bijbehorende aanpak zal de
betrokkenheid van de leerling verhogen. Met name de zwakkere leerlingen moeten de
kans krijgen onderdeel te zijn van het leerproces. In sommige groepen zijn het altijd
dezelfde
kinderen die het antwoord weten. Hoe krijgen we de stille leerlingen meer betrokken bij
de lesstof?
Een veilige omgangssfeer tussen leerlingen in de groep maakt dat leerlingen foutieve
antwoorden kunnen geven zonder uitgelachen te worden. Leerlingen durven dan ook
meer uiting te geven aan hun betrokkenheid.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 15
Iedereen mag een fout maken en leren van elkaars fouten. Een dergelijke aanpak
bevordert ook het luisteren naar elkaar. Pedagogisch een sterk uitgangspunt lijkt me.
Tip: Een overweging kan zijn een afspraak te maken over het niet opsteken van een vinger
in de groep bij beantwoorden van vragen. Men creëert op deze wijze de mogelijkheid alle
kinderen meer te betrekken bij het proces en een kritische houding te hebben ten aanzien
van de vraagstelling van de leerkracht. Immers iedereen kan een beurt krijgen.
Het feit dat leerlingen hun vinger op moeten steken voegt weinig toe aan het leerproces. Is
het niet zo dat leerlingen die hun vinger opsteken om antwoord te geven stoppen met
nadenken? Ze onthouden het antwoord om het vervolgens te reproduceren. De leerlingen
hoeven alleen een vinger op te laten steken wanneer zij ze zelf een vraag hebben.
Tijdens de verwerking van de leerstof worden leerlingen gestimuleerd goed door te
werken. De leerkracht stelt zich coachend op en stelt open vragen aan de hele groep.
Door in te gaan op de ideeën en de suggesties van leerlingen bestaat er een fijne
leeromgeving met grenzeloze kansen voor ieder kind. Door samenwerkingsvormen te
introduceren verhoogd men de betrokkenheid van de leerling. Een gezamenlijke
terugkoppeling (terugkijken) versterkt het leerproces en de betrokkenheid.
Variatie in werkvormen
Het gebruik maken van samenwerkingsvormen ter ondersteuning van je lesdoel kan erg
stimulerend en verfrissend werken.
Het is dan van belang dat men de werkvorm aanpast aan de groep, het onderwijs- of
pedagogisch doel. Het kiezen van werkvormen wordt bepaald door pedagogische en
onderwijskundige doelen die worden nagestreefd;
� relevante situatiekenmerken; en
� de behoefte aan differentiatie en (zelf)sturing.
Houd hierbij wel rekening met de verschillen in leervermogen, het kunnen
samenwerken, de mate van faalangst, of het milieu van herkomst.
Door verschillende werkvormen (ook wel coöperatief leren genoemd) te gebruiken
kan men de lessen sprankelend en levendig brengen. Kinderen worden zich bewust van
het feit dat ze iets gaan leren en samen tot een antwoord kunnen komen. Ieder moet
hierbij zijn of haar rol nemen. Kinderen worden gedwongen om actief mee te doen aan
de les. Een les waarbij de leerkracht docerend (eenzijdig sprekend, geen interactie)
lesgeeft kunnen leerlingen wegzakken.
Voorbeeld: Door letterlijk een boogbal naar een kind naar keuze te gooien en vervolgens
het antwoord laten geven, kan motiverend werken. Het kind dat de bal vangt mag het
antwoord geven. Alleen dat gegeven kan al stimulerend zijn en betrokkenheid in de
hand werken van alle leerlingen.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 16
Dit betekent niet dat in elke les allerlei werkvormen gebruikt moeten worden. Maak
bewust gebruik van de werkvormen. Bij het onderdeel leren doelmatig samenwerking
gaan we nog verder in op een aantal werkvormen. Vanzelfsprekend kunnen de diverse
vormen van coöperatieve werkvormen met oefening uitgebouwd worden.
Uitdagende leeromgeving
Kinderen in een rijke didactische leeromgeving worden meer uitgenodigd tot
ontdekkend leren. In de groep is dan veel te zien waardoor kinderen worden
uitgenodigd tot actief leren. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen leren. Een
leuke en leerrijke omgeving stimuleert het leren. Onderwijs moet leerlingen boeien,
kwalificeren en uitdagen. Het ene kind leert door luisteren, het andere door doen, en
weer een ander kind leert snel door een combinatie van beide. Door rekening te houden
met een beredeneerde keuze uit de beschikbare materialen en door gebruik te maken
van aanschouwelijk materiaal, zoals modellen, schema’s en constructie materialen kan
de omgeving verrijkend zijn. Door leesboeken, leeshoek of documentatiehoeken te
creëren zorgt men voor een talige omgeving. In de huidige periode van mobiele
telefonie en computers kan men ook toegang bieden tot kennisnet en andere
leermogelijkheden.
Systematisch volgen van vorderingen (Sturend volgen)
Het registreren van vorderingen van leerlingen, het maken van een foutenanalyse en
conclusies verbinden aan de analyse is een belangrijk aspect binnen de kwaliteit van het
onderwijs. Alle leerlingen werken middels methoden die vervolgens met methode
gebonden toetsen getoetst worden. Daarnaast maakt men veelal gebruik
van de eindtoets Citotoets- of een vervangende eindtoets het drempelonderzoek als
niet methode gebonden toetsing om de vorderingen van leerlingen te volgen. De
toetsen moeten vanzelfsprekend volgens voorschrift worden afgenomen.
Tijdens de lessen moet men al anticiperen op de problematieken die kinderen tijdens
het leerproces ervaren en moeten er interventies volgen. Zowel de niet gebonden
toetsen als de niet methode gebonden toetsen worden. Welke onderdelen zijn achteruit
of vooruit gegaan, Wat is hiervan de oorzaak? Welke intervisie moet er gepleegd
worden? De analyse kan leiden tot een specifieke aanpak van de leerling. We kunnen
denken aan pre teaching (de leerling heeft de les bijvoorbeeld thuis al eerder voorbereid
of gelezen), extra instructie, handelingsplannen e.d. Op deze wijze sturen we gericht op
de opbrengst en wordt het doel bereikt. We handelen proactief op de scores van de
leerlingen. We noemen dit opbrengst gericht werken. Door de analyse met de
interventies goed te registreren in het leerlingvolgsysteem op leerling-niveau maakt je
de vorderingen van leerlingen inzichtelijk. Alleen het volgen en noteren van scores van
leerlingen is niet voldoende conform de normering van de inspectie. Van belang is aan te
tonen wat je hebt gedaan om de leerlingen optimaal te laten scoren. Met andere
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 17
woorden men stuurt gericht op goede resultaten.
De registratie moet overzichtelijk in groepsmappen genoteerd zijn.
Door op regelmatige basis notities te maken op gebied van de leervakken en de
sociaal-emotionele ontwikkeling per kind kan een sturend volgsysteem overlegd
worden. De informatie helpt de aanpak van het individuele kind, dan wel de
groeporganisatie vorm te geven en te realiseren.
Veel scholen maken gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito(LVOS), een eigen
zorgsysteem en/of het administratie-instrument Parnassys.
De leerkracht kan door middel van dit administratie instrument de ouders gedegen
informeren over de vorderingen van hun kind.
Analyse vorderingen en aanpassen aanbod en/of het
onderwijsleerproces (*)
Zoals beschreven bij het systematisch volgen van de vordering is een foutenanalyse van
de toetsen en de conclusies die de leerkracht hieraan verbindt een basis voor het
vervolgtraject bij de ontwikkeling van de leerling. De onderwijsbehoefte van de
leerling wordt hiermee duidelijk. De onderwijsactiviteiten en daarmee het
onderwijsproces moet indien nodig worden aangepast. Het onderwijsleerproces en de
kwaliteitsborging wordt hierbij beoordeeld.
Tegenvallende resultaten worden geanalyseerd en de aard en de oorzaak wordt
vastgelegd. Er ontstaat een hulpvraag. Deze hulpvraag is gebaseerd op een resultaten
van de toets met aanvullend een didactisch onderzoek en/of een didactisch gesprek.
Vragen die hierbij horen kunnen zijn:
• Heeft de leerling nog moeite met …?
• Is er sprake van een beperkte woordenschat?
• Ontbreekt noodzakelijke achtergrondkennis? Of
• Zijn de leer- en/of leesstrategieën onvoldoende geautomatiseerd?
Het is zinvol om de diverse vaardigheden goed in beeld te brengen en vervolgens het
onderwijsaanbod hierop aan te passen . Enkel een handelingsplan schrijven zonder
aanvullend onderzoek is onvoldoende. Een goede beschrijving van foutenanalyse en een
registratie van de onderwijsbehoefte en het vervolgtraject van de leerlingen draagt bij
aan een positieve beoordeling van deze kernindicator vanuit de inspectie.
Afstemming instructie, verwerking en tijd (*)
Didactische differentiatie komt onder andere voort uit de wetenschap dat een bepaalde
werkvorm (bijvoorbeeld instructie) zelden optimaal is voor alle leerlingen in één groep.
Naast redenen als verschillen in voorkennis, bekwaamheden, e.d. is een belangrijke
reden daarvoor het verschil in leerstijl.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 18
De Amerikaanse psycholoog Kolb onderscheidt een viertal leerstijlen, te weten: de
doener, de bezinner (dromer), de denker (theoreticus) en de beslisser (pragmaticus).
Kolb spreekt van een leercyclus om aan te geven dat een leerproces pas volledig is als
alle leerfasen van de leercirkel doorlopen zijn: concreet ervaren, waarnemen en
reflecteren, analyseren en abstract denken en experimenteren.
Bron: afbeelding Leerstijlen D Kolb
Extra aandacht voor een leerstijl waarin men zich minder thuis voelt is daarom
belangrijk voor de ontwikkeling van de leerling.
Door de instructie en de verwerking af te stemmen op de verschillen bij leerlingen biedt
men zwakke leerlingen meer kansen om eruit halen wat er in zit. Stem de instructie en
de leerstof af op de relevante verschillen van leerlingen. Wel overwogen moeten er
keuzes gemaakt worden op het gebied van leerstofaanbod, onderwijstijd of het gebruik
van een specifiek instructie- of differentiatiemodel. Stem telkens de instructie,
verwerking en de tijd op elkaar af. De effectieve leertijd van het onderwijsleerproces
wordt hiermee vergroot.
Afstemming taalgebruik
Voor een goede overdracht van kennis is het in een interactie met kinderen belangrijk
dat het woord- en taalgebruik van de leerkracht past bij het niveau van de leerlingen. De
leerkracht dient in volledige zinnen te spreken en zal daardoor bijdragen aan de
verbetering van het taalbegrip van de leerlingen.
De taal moet correct gebruikt worden zodat de kinderen een goed voorbeeld kunnen
volgen. Elke situatie om de woordenschat uit te bouwen komt de ontwikkeling ten
goede. Kinderen en leerkrachten die met dialect zijn opgegroeid hebben soms de
neiging de taal niet correct te gebruiken in de groep. Hier moet de leerkracht blijvend op
geattendeerd worden om een goed voorbeeld te zijn voor de kinderen.
Leerlingen zijn actief betrokken(**)
De leerlingen zijn individueel actief betrokken bij de les, wanneer men voor 80%
zichtbaar aan de leerstof werkt om het eigen te maken. Hoe ziet u dat de leerlingen actief
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 19
betrokken zijn? De leerlingen tonen zich geïnteresseerd, werken geconcentreerd en
taakgericht en zijn actief gericht op leren.
Concreet kijkt de inspectie bij deze normindicator of de les voldoende benut wordt om
het leerdoel te bereiken, en of er ingegaan wordt op vragen en opmerkingen van
leerlingen. Wordt er voldoende ondersteuning en begeleiding geboden bij de
leeractiviteiten en of de interactie in de klas in het algemeen voldoende is.
Het inzetten van verschillende werkvormen heeft nadrukkelijk invloed op de
betrokkenheid van het individuele kind.
Kennis toepassen in andere situaties
Kennis toepassen in verschillende situaties vergt inzicht in de materie.
Een ander belangrijk verschil tussen leerlingen is de leerstijl.
� het auditieve type: horen, (gericht) luisteren;
� het haptisch/motorische type: voelen, doen, ervaren, uitproberen;
� het leestype: geschreven tekst;
� het visuele type: zien (afbeeldingen, demonstratie)
� het gesprekstype: verbale interactie, discussie; en
� het schrijftype: maken van aantekeningen en overschrijven.
(Bron; Het didactische werkvormenboek: Variatie en differentiatie in de praktijk – Piet Hoogeveen)
Sommige leerlingen begrijpen een probleem beter als er tekeningen in de tekst staan,
anderen geven de voorkeur aan mondelinge uitleg, terwijl weer anderen het beste iets
leren door te lezen.
Door toepassingsgerichte voorbeelden en opdrachten te gebruiken die tevens
rekening houden met bovenstaande verschillen kan het de overdracht - en de
toepassing van kennis mogelijk versterken. De toepasbaarheid van het leerresultaat
of lesdoel maakt de vraagstukken duidelijk door de opdracht en het lesdoel in een
concrete context te plaatsen. Door de leerlingen hulp te bieden het geleerde in diverse
situaties toe te passen, biedt men kinderen een extra gelegenheid het geleerde te
doorgronden en eigen te maken.
Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces
Doordat de leerkracht de leerlingen het vertrouwen geeft dat ze het werk aan kunnen en
het zelfstandig kunnen verwerken, middels een heldere structuur, leren de leerlingen
verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Leerlingen krijgen keuze
mogelijkheden en de leerkracht stelt zich coachend op. Leermiddelen die het
zelfstandig werken en leren mogelijk maakt worden ingezet. Feedback geven op de
mate van getoonde zelfstandigheid en het evalueren op hun leerproces is een
onderdeel van verantwoordelijkheid nemen voor het organisatie van het leerproces.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 20
Leren doelmatig samenwerken
Het samenwerken met andere leerlingen kan het leerresultaat aantoonbaar verbeteren.
De leerkracht moet de leerling dan ook zichtbaar en structureel de gelegenheid tot
samenwerking bieden. Hij zorgt dat samenwerking een leerwijze is, waarbij de
taakverdeling, spelregels, elkaar aanvullen en een kritische leerhouding een leerdoel is.
De leerlingen zullen een meer betrokken leerhouding laten zien, wanneer zij
samenwerken. De leerkracht zou structureel aandacht moeten besteden aan
samenwerkend leren en het moeten beschouwen als een doel op zich.
Door coöperatief leren te bewerkstelligen leren leerlingen;
� Een actieve en betrokken leerhouding
� Een grote leeropbrengst door op een bepaalde manier te laten samenwerken.
� Een arsenaal aan sociale vaardigheden
� Een veilige sfeer in de klas, een goed klassenklimaat
� Plezier in leren en motivatie tot leren
� Daarnaast is het een handige vorm van klassenmanagement voor de leerkracht
Het gebruik van structuren dient te voldoen aan vier criteria (GIPS)
GIPS staat voor;
G: gelijke deelname
I: individuele aansprakelijkheid
P: positieve wederzijdse afhankelijkheid
S: simultane interactie
(Bron:.skipov.nl)
De vier criteria zorgen er voor dat groepswerk (samenwerkend leren) daadwerkelijk in
de praktijk voorkomt en dat de kinderen werkelijk actief en betrokken kunnen leren.
Wekelijks of zelfs dagelijks zouden de leerkrachten moeten werken met een vorm van
coöperatief leren. Dit kan in de diverse leergebieden zoals taal, rekenen, lezen,
aardrijkskunde, geschiedenis geïntegreerd kunnen worden.
Hieronder de introductie van de vormen met een mogelijke evenwichtige
onderverdeling:
Groep 1 en 2 Dubbele kring
Groep 3 en 4 Tweetal coach
Groep 5 en 6 Mix tweetal
Groep 7 en 8 Placemat en overige 4 tal activiteiten
Zoals hierboven aangegeven kunnen de samenwerkingsvormen (coöperatieve
werkvormen) bij kleuters al geïntroduceerd worden. Oefening baart kunst, zo gezegd.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 21
Positieve persoonlijke aandacht
Leerlingen willen graag iets goed doen. “Ik kan het!” (verantwoordelijkheid), “ik kan het
zelf!” (autonomie) en “ergens bij horen” (relatie). De leerkracht kan door persoonlijke
aandacht te geven aan leerlingen de relatie en saamhorigheid sterk verhogen. De
leerkracht zou daarom belangstelling moeten hebben voor wat leerlingen zeggen.
Hij/zij laat leerlingen uitspreken en honoreert inbreng van leerlingen in de les, ook
wanneer zij niet het verwachte antwoord geven. Door toegankelijk voor leerlingen te
zijn, kan de leerkracht leerlingen ondersteunen in moeilijke situaties.
Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen
De relatie tussen de leerkracht en de leerling moet gebaseerd zijn op wederzijds respect.
Respectvol gedrag is een onderwerp dat in de maatschappij de volle aandacht krijgt.
Steeds meer leerlingen hebben last van pestgedrag. Om pestgedrag te voorkomen dient
de leerkracht het goede voorbeeld te geven. Hij benadert de leerlingen positief, en
zonder cynisme of sarcasme. De leerkracht dient bovendien empathie te hebben voor
de leerlingen. We lachen elkaar niet uit. Iedereen moet kunnen leren van hun fouten.
Leerlingen worden nooit genegeerd. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar sekse,
milieu, cultuur of uiterlijk. Dit creëert vertrouwen.
Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*)
Respectvol omgaan met elkaar vormt de basis voor je gevoel van veiligheid in de groep.
De onderlinge verstandhouding tussen leerkracht en leerlingen is een aandachtspunt
binnen de groepsprocessen van respectvol omgaan van leerlingen met elkaar. Het
sociaal- emotionele welbevinden op school draagt positief bij aan de omgangsvorm en
de leerprestaties. De leerkracht dient te zorgen voor een ontspannen sfeer en
wederzijds respect.
Het ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen door positieve feedback te geven. In
gedrag en taalgebruik toont hij/zij respect voor leerlingen en bevordert dat leerlingen
interesse in elkaar tonen. De leerlingen worden gestimuleerd tot samenwerken.
Kinderen worden aangesproken op vervelend gedrag ten opzichte van elkaar. Kinderen
willen het gevoel hebben dat er naar hen geluisterd wordt. Het is verstandig om op
schoolniveau het pedagogische klimaat te bespreken.
Uitgangspunten van een pedagogisch klimaat kunnen onder andere zijn:
� de leerkrachten handelen in een doorgaande lijn voorspelbaar en verwachtingsvol om zo een veilig omgeving te creëren
� Regels worden conform document ‘voorspelbaarheid in leerkracht’ gehanteerd. � Regels in de groep worden aan het begin van het jaar positief in gezamenlijkheid
opgesteld � We zorgen voor een goede lesstructuur waarbij voorspelbaarheid wederom
centraal staat � Kinderen worden indien nodig aangesproken op hun gedrag door de leerkracht
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 22
Stel u zelf de vraag wat de afspraken betekenen voor uw eigen handelen en dat van de collega. Houden de leerkrachten zich aan de afspraken? Spreken de leerkrachten elkaar er op aan wanneer men zich niet aan de afspraken houd? Het pedagogisch handelen is een goed voorbeeld en doet immers goed volgen. Het langdurig plagen/pesten zal niet getolereerd moeten worden en wordt altijd
bespreekbaar gemaakt.
Complimenten en corrigeren
Op scholen is het naast het geven van complimentjes soms ook nodig straffen uit te
delen. Het is daarbij belangrijk om te bezien of de leerkracht zorgvuldig omgaat met
‘beloning en straf’. Geeft de leerkracht bijvoorbeeld op het juiste moment een
complimentje? Corrigeert de leerkracht leerlingen op het juiste moment ?Kinderen
groeien van positieve aandacht. Wanneer kinderen geen aandacht krijgen dan kan het
aandacht vragen ook negatief omslaan. Positief gedrag heeft bovendien een goede
invloed op de leerprestaties.
‘Heeft de leerkracht overwicht zonder autoritair te zijn?’ is ook een belangrijke
vraag. Evenals de vraag of er door de leerkracht wordt uitgelegd waarom hij/zij zo
handelt. Door leerlingen bij het proces te betrekken , geeft de leerkracht meer inzicht in
de omgangsvormen en is hij/zij voorspelbaar in het handelen. Verder dient de
leerkracht een goed voorbeeld te laten zien aan leerlingen voor wat betreft de
omgangsregels (teach as you preach)
Wanneer tijdens de lessen het gedrag van leerlingen en leerkrachten oprecht (eerlijk) is
met wederzijds respect kan men spreken van een positieve leeromgeving. Mocht het
gedrag bij een van de partijen niet optimaal zijn, zal het aanleiding moeten zijn voor een
gesprek met de ouders en/of de leerkracht.
Taakgerichte werksfeer(**)
De normindicator “taakgerichte werksfeer”wordt door de inspectie serieus
geobserveerd. De vraag die over deze normindicator gesteld kan worden is of er op
school goed gestructureerd lesgegeven wordt.
Een korte opsomming van eisen zal door mij kort toegelicht worden.
� Verlopen de activiteiten ordelijk?
� Wordt er op tijd begonnen met de lessen? Met andere woorden wordt de leertijd
efficiënt gebruikt.
� Gaat er niet te veel tijd verloren aan organisatie, bijvoorbeeld aan het uitdelen
van schriften of lesboeken.
� Wordt er gebruik gemaakt van een klassendienst?
� Hoe is de klasseninrichting? Met andere woorden wordt er zichtbaar aan een
doelmatig klassenmanagement gewerkt.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 23
Daarnaast wordt gekeken of de activiteiten plezierig verlopen en er door de
leerlingen taakgericht wordt gewerkt.
� Van de leerkracht mag daarbij verwacht worden dat de gewenste leerhouding
duidelijk gemaakt wordt.
Tot slot
We zijn aan het eind gekomen van de indicatoren die passen bij het didactisch handelen.
Als leerkracht geef je kinderen optimaal de gelegenheid te functioneren.
Ontwikkeling begint bij jezelf. Een goede leerkracht is altijd in ontwikkeling. Het is dan
ook geen garantie dat wanneer je de indicatoren voldoende hebt ontwikkeld dat het
lesgeven in elke groep goed gaat. Er komt meer kijken voor de leerkracht dan enkel
didactisch handelen. De leerkrachten moeten goed op de hoogte van de minimale
kerndoelen van de leerlijn zijn. Is hij/zij goed op de hoogte? Immers de ontwikkeling
verloopt in een doorgaande lijn. Kan de leerkracht omgaan met de analyses van de
toetsen? Kan de leerkracht omgaan met complexe vaardigheden? Hoe zijn de
interventies bij zorgleerlingen? Hoe worden de leerlingen gevolgd in de registratie?
De passie en het leveren van sprankelend onderwijs maakt ontwikkeling voor alle
betrokken kinderen een feest.
Realiseert u zich als leerkracht dat u nooit bent uitgeleerd. Onderwijs blijft in beweging.
Didactisch Handelen in vogelvlucht School in de lift Renata Dekker
maart 2013
School in de lift Pagina 24
Literatuurlijst
Publicaties van de onderwijsinspectie
� Toezichtkader primair en voortgezet onderwijs 2012
� De staat van het onderwijs 2010-2011 – inspectie van het onderwijs 2012
� De kwaliteit van basisscholen en bestuurlijk handelen in het noorden van
Nederland (Ontwikkelingen in de periode 2008-2012)
Literatuur
Het didactische werkvormenboek- Piet Hoogeveen en Jos Winkel
Het didactische werkvormenboek- variatie en differentiatie in de praktijk- Piet
Hoogeveen en Jos Winkel
Basisschoolmanagement De onderwijsinspectie- prof dr Frans J.G. Janssens
Geraadpleegde websites
Flyer vijfhoeven: Coöperatief leren
Coöperatief leren
Mens-en-samenleving -leerstijlen-de-leercyclus-van-kolb