HAN-blad nummer 11: Sterker staan
-
Upload
hans-mestrum -
Category
Documents
-
view
474 -
download
1
description
Transcript of HAN-blad nummer 11: Sterker staan
HAN BLAD
Sterker staan#11 / NOVEMBER 2008
Inhoud
Pagina 4 Doe de Nano-checkPagina 4 TNO wi l meer MK B-contactenPagina 5 HAN en Font ys s tar ten ople id ing automot ive Pagina 6 Prov incie s teunt ont wikkel ing brandstofce lPagina 10 De rus t van het k le inschal ig wonen
Pagina 14 ‘S leute laars’ worden onderzoekersPagina 23 A lumni s lu i ten convenant met belas t ingdienstPagina 26 Zakendoen in China Pagina 28 Schol ieren k i jken l ive naar hemel l ichamen
Sterker staan
Terwijl de redactie aan dit nummer werkte, woedde buiten de kredietcrisis. Banken zijn omgevallen, wat overeind blijft houdt z’n hand op de knip en dus moet menig ondernemer zijn investeringsplannen in de ijskast zetten. Wat hij graag doet, want om juist nu de nek uit te steken, terwijl de klant orders uitstelt, dat vindt hij niet verstandig. Zo werkt de markt: de wil om te winnen strijdt voortdurend om voorrang met de angst om te verliezen en op dit moment krijgt de angst ruim baan. Zo’n situatie kan leiden tot een ineenstorting van de wereldeconomie. Gelukkig is er een dempende factor, die van de -in ondernemerskringen vaak verfoeide- overheid. Die overheid investeert miljarden belastinggeld om de banken overeind te houden en garandeert dat eenieders spaarcenten niet zomaar kunnen verdampen. En die overheid kent zelf weinig ‘marktangst’ dus blijft spenderen, zo’n 150 miljard euro per jaar. Veel economische sectoren weten in de gezondheidszorg of het onderwijs veilige havens in tijden van laagconjunctuur. Een deel van dat geld komt via de HAN in de (regionale) economie terecht. Deze hogeschool investeert. De HAN besteedt haar geld aan het ontwikkelen en aanbieden van hoogwaar-dige bachelor- en masteropleidingen die de economie versterken en doet onderzoek met hetzelfde effect. Investeert in het stimuleren van het toepassen van nanotechnologie, in het verbeteren van de marktpositie van ontwikkelaars van nieuwe energiebronnen en in het op gang helpen van jong ondernemerschap. De hogeschool neemt die investeringsbeslissingen niet alleen, maar met marktpartijen. Zo komt het tot het inzetten van studenten om de klantwaardering van het Gelredome in kaart te brengen, of tot faciliteiten die jonge mensen helpen hun goede ideeën te gaan vermarkten. Want de HAN weet: samen staan we sterker, juist nu.
Redactie HAN-blad
‘Om mi jzel f te dwingen meer
geld te verdienen, besloot ik
meer u i t te geven’
James Agate
Pagina 8Geldgenerator Gelredome
Pagina 12K laar voor het ondernemer-schap
Pagina 16Hogeschool a ls sparr ingpar tner
Pagina 18Al lochtoon talent
Pagina 19Pabo’s HAN spr ingen er bovenui t
Pagina 20Een docent over z i jn vak
Pagina 24Boer zoek t breedband
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N4 5
tNO wil via HAN contacten met MkB intensiveren
Honderden bedrijven over de hele wereld staan startklaar om de markt
te overspoelen met duizenden producten gebaseerd op nanotechnologie.
Deze producten komen op alle terreinen voor: van industrie, gezondheid tot
dienstverlening. Veel van die toepassingen zijn ook relevant voor heel andere
producten, maar vaak zijn de leveranciers van die andere producten zich
die mogelijkheden niet bewust. Daarom biedt de HAN die ondernemers de
Nano-check aan: een literatuurstudie naar geschikte nanotoepassingen die
al ergens op de plank liggen.
Wim Staal, gastdocent Chemie aan de faculteit Techniek van de HAN, biedt
bedrijven een uitgebreide literatuurstudie aan naar de toepassingsmogelijk-
heden van nanotechnologie die reeds op de markt beschikbaar zijn. ‘Er is al
ontzettend veel op de markt, vaak ontwikkeld voor heel andere doeleinden.
Maar wat er is, is bij ondernemers niet bekend. Daarom willen onze studen-
ten uitzoeken wat er al aan geschikte toepassingen is.’ Hij is inmiddels al in
contact met Atag Nederland om na te gaan of er voor deze fabrikant van keu-
kenapparatuur nanomogelijkheden zijn. ‘Te denken valt aan toepassingen
uit de automotive, die mogelijk geschikt zijn als nanocoating op wanden
van magnetrons of ovens, om die vuilafstotend of zelfreinigend te maken.
Als die toepassingen er zijn, zoeken wij uit waar de toeleveranciers zitten
en of daarmee een passende samenwerking is aan te gaan’, aldus Staal. Als
vervolgens diverse producten met elkaar vergeleken moeten worden op hun
geschiktheid, wil de HAN een partij als TNO of één van de universiteiten
erbij betrekken.
Wim Staal, die behalve aan de HAN ook docent is aan de Fachhochschule
Bonn, een instelling waarmee de hogeschool samenwerkt, heeft
dit initiatief genomen samen met het HAN Smart Business Center.
Ondernemers, geïnteresseerd in een Nano-check, kunnen contact
opnemen met Jonathan van Deutekom van het Smart Business Center:
(026) 365 82 33, [email protected].
Doe de Nano-check
Dit voorjaar is TNO founder geworden van HAN Smart Business Center.
In totaal zijn er nu twaalf founders. TNO is een onderzoeksinstituut
met als doelstelling het toepassen van wetenschappelijke kennis in de
praktijk. Met name ook voor het midden- en kleinbedrijf.
TNO staat bekend als organisatie die onderzoek uitvoert, adviseert
of keuringen doet in opdracht van bedrijfsleven of overheid. Minder
bekend, maar zeker zo belangrijk is dat TNO kennis ontwikkelt die
samen met het bedrijfsleven praktisch toepasbaar is. Boy Kodde, MKB-
manager van TNO, geeft aan dat zijn organisatie founder is geworden
om de zichtbaarheid van TNO onder het midden- en kleinbedrijf te
vergroten. ‘Want dat kan een stuk beter. We hebben dan ook vanuit het
kabinet de opdracht gekregen om ons meer actief richting met name
de MKB’ers te profileren en die met technologie te stimuleren en te
steunen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat innovaties van econo-
misch belang vooral vanuit die kleine bedrijven ontstaan.’
Samenwerken met TNO betekent vaak samen ontdekken waar voor de
ondernemer de grootste toegevoegde waarde van de kennisinstelling
kan liggen. TNO kan ondersteuning bieden in de verschillende fasen
van de ontwikkeling, van idee-generatie tot en met implementatie en
testen. Daarbij kan zowel technologische als procesgerichte kennis
worden ingezet.
TNO is al nauw betrokken bij het programma0 Zorg en Techniek waar
de HAN in participeert, en dat als doel heeft met technologie de kwa-
liteit van de zorg te verhogen. Maar intensieve samenwerking met het
MKB via het Smart Business Center moet nog gestalte krijgen. Kodde:
‘Het is mijn bedoeling de komende tijd innovatieve bedrijven in het
netwerk van het Smart Business Center te bezoeken’. Hij komt niet met
lege handen langs: ‘Wij hebben een speciaal MKB-programma gestart
dat het mogelijk maakt kennisvragen vanuit het MKB te beantwoorden,
waarbij wij 90 procent van de projectprijs voor onze rekening nemen.
Dat doen wij het liefst met collectiviteiten van MKB ondernemers.’
TNO heeft geen vestigingen in Arnhem of Nijmegen, maar wel in
Apeldoorn en Zeist. En TNO komt graag naar de regio toe. Via de
TNO-website kan een afspraak met Boy Kodde of een van zijn collega’s
gemaakt worden. www.tno.nl/MKB
Boy Kodde, MKB-manager, is met
zijn TNO founder geworden om de
zichtbaarheid van TNO onder het
MKB te vergroten. ‘Want dat kan
een stuk beter.’
Foto: TNO.
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Fontys Hogescholen starten een gezamenlijke hbo-opleiding automotive op de High Tech Automotive Campus in Helmond. Beide hogescholen hebben tijdens de zomer hun afspraken in een intentieverklaring vastge-legd. Het is de bedoeling dat de opleiding in september 2009 van start gaat.
Fontys en de HAN bundelen met dit initiatief hun krachten en willen
tegemoetkomen aan de groeiende vraag vanuit de automobielindustrie
naar afgestudeerden met kennis op het gebied van intelligente voer-
tuigsystemen. Zij gaan aansprekende opleidingprogramma’s bieden
door het automotive-hoger onderwijs en -onderzoek dicht bij de innova-
tieve beroepspraktijk te brengen, op de High Tech Automotive Campus
waarop veel automotivebedrijven een vestiging hebben. Bedrijven die in
de opleiding een nadrukkelijke rol gaan spelen. Zo participeren de stu-
denten in de laatste twee leerjaren in Knowledge Groups (KG). Elke KG
staat voor een bepaald vakgebied, als CAD / CAE, Powertrain, Chassis,
Supply Chain Management en Production Proces. In de KG wordt
de infrastructuur van de bedrijven binnen de High Tech Automotive
Campus optimaal gebruikt. Een student neemt voor een half jaar deel
aan een KG, die naast verdieping in dit vakgebied (leren) een stuk parti-
cipatie in onderzoek biedt. Na deze twee fasen van in totaal tien weken
gaat de student bij een bedrijf een opdracht uitvoeren. De student door-
loopt in de laatste twee leerjaren twee tot drie Knowledge Groups.
Directeur Ella Hueting van de Faculteit Techniek van de HAN is blij met
de gezamenlijke opleiding in Helmond. ‘Hiermee speelt de HAN in op
een expliciete behoefte van de automobielindustrie die in belangrijke
mate in de regio Eindhoven is geconcentreerd.’ Dat de nieuwe opleiding
instroom gaat wegzuigen bij de bestaande Autotechniekopleiding in
Arnhem verwacht Hueting niet. ‘We hebben hier uitstekende techni-
sche faciliteiten en docenten. Ik reken er op dat de instroom alleen
maar zal stijgen. Dat is ook dit jaar gebeurd, met tien procent.’
Meer samenwerk ingOverigens staan er nog meer samenwerkingsverbanden met andere
hogescholen op stapel. Zo start in 2009 de Academy for Professional
Study Kenloo, waarin de HAN samen met de Hogescholen Saxion en
Windesheim vier bacheloropleidingen gaat aanbieden: Pensioenen en
Verzekeren, Security Management, Public ICT Management, Integraal
Ontwerpen en een brede propedeuse Engineering, gericht op instal-
latietechniek.
HAN en Fontys starten opleiding automotive midden in de praktijk
De Gelderse netwerkformule voor energie- en milieu-technologie is een succes. De regio Arnhem staat te boek als ‘waterstof-regio’. Gemeente en Provincie zegden steun toe en maken hun beloften waar; als subsidiegever en als launching customer.
De netwerkformule werkt. Niet voor niets steekt de
Provincie Gelderland 132.000 euro subsidie in de ont-
wikkeling van een waterstofbrandstofcel voor vorkhef-
trucks door het Arnhemse bedrijf Nedstack Fuel Cell
Technology. (Totale investering 274.000 euro.) Nedstack
wil samen met de HAN en andere marktpartijen de water-
stoftechnologie verder ontwikkelen zodat die beschik-
baar komt als milieuvriendelijke brandstof ter vervanging
van benzine of diesel.
IJscomanMede-eigenaar van Nedstack, Wridzer Bakker, legt uit hoe
het Gelderse netwerk waarde schept: ‘Vergelijk de omzet
van vijf ijscomannen die verspreid op de strandboulevard
staan met die van vijf die bij elkaar staan. De omzet van
die laatsten is groter. Een vergelijkbaar verschijnsel zie je
in Silicon Valley waar het voor ondernemers in de elek-
tronica aantrekkelijk is om zich te vestigen. De Gelderse
energie- en milieubedrijven hebben vaak eenzelfde soort
services en infrastructuur nodig en hebben dezelfde
klanten. Vlak bij elkaar zitten levert synergie op en trekt
meer klanten aan. Samen met kennisinstellingen als de
HAN, de KEMA, de stichting KIEMT en de universiteiten
van Nijmegen en Wageningen is hier een inspirerende
werkomgeving van ongeveer vierhonderd bedrijven ont-
staan. Zo blijft in de regio Arnhem de schoorsteen roken.
Figuurlijk gesproken dan’, knipoogt Bakker. De overheid
stemt er bovendien haar beleid op af en steunt onderzoek-
en innovatieprojecten die later door het bedrijfsleven
worden gedragen.
Verant woordel i jkheid nemenAnnelies van der Kolk, gedeputeerde voor Klimaat en
Milieu, beseft dat daar wel een risico aan vastzit: ‘Als
launching customer zit je aan het eind van het traject, als er
al een product is. Onderzoek en innovatie kunnen misluk-
ken. Toch doen we dat, want we kijken naar de korte èn
de lange termijn. Iedereen weet: de fossiele brandstoffen
raken op en er kleven bovendien ecologische en geopoli-
tieke bezwaren aan. Energiebesparing en duurzaamheid
van energie is daarom ons doel. We moeten het niet van
‘Europa’ laten afhangen, maar zelf onze verantwoor-
delijkheid nemen. Dus zoeken we het in zonnepanelen,
biomassa en wind en, voor de lange termijn, in waterstof-
technologie. Je hebt àlles nodig. Een windmolen levert
stroom voor pakweg elfhonderd huishoudens. Daar kun
je schamper over doen, maar het zijn er wèl weer elfhon-
derd. Belangrijk is dat we goede partners hebben, zoals
de HAN. Die hebben alle dezelfde gedrevenheid en dat
beperkt het risico van afbreuk.’
Van der Kolk typeert de keuze voor de vorkheftruck van
Nedstack als strategisch. De Provincie wil aanhaken bij
het bedrijfsleven en dat is de omgeving waar die dingen
rondrijden. Ze draaien veel uren, dus is de milieuwinst
navenant. Hij is verder makkelijker in de markt te zetten
dan een auto en zeker niet zo mode- of trendgevoelig.
Het project is snel concreet te maken. Groot voordeel is
dat - anders dan bij auto’s - de benodigde waterstof op
locatie te produceren is; dus zonder dure infrastructuur
voor distributie. En met een tankpauze van tien minuten
draait hij een etmaal door.
Veer t ig procentBakker schildert zijn toekomstverwachting van de water-
stoftechnologie. ‘De productiecapaciteit van Nedstack
groeit snel; over vijf jaar zitten we naar verwachting op een
capaciteit van enkele honderden megawatts, vergelijkbaar
met een middelgrote elektriciteitscentrale. Ik schat dat
over een jaar of twintig brandstofcellen ongeveer veertig
procent van alle mobiliteit op gang houden en dat een
groot deel van de energievoorziening met waterstof is
gedecentraliseerd. Het mobieltje op waterstof? Dat is nu
al mogelijk, al twijfel ik eraan of dát echt doorbreekt.’
‘Over vijf jaar zitten we op het niveau van een middel-grote elektriciteits-centrale’
samen sterker in energieProvincie steunt ontwikkeling brandstofcel
Annelies van der Kolk
Gedeputeerde voor
Klimaat en Milieu
‘Met goede partners is het
risico beperkt.’
Wridzer Bakker
Mede-eigenaar Nedstack
‘Hier is een inspirerende werk-
omgeving van ongeveer vierhon-
derd bedrijven ontstaan.’
Innovat ie u i t de Gelderse koker
• Het Arnhemse bedrijf Cumae bedacht de Ocean Thermal Energy Conversion-techniek. Het gebruikt het temperatuurverschil
van ongeveer 23 graden tussen oppervlaktewater en dat op één kilometer diepte om energie te winnen voor grootschalige
productie van waterstof. Cumae ontwikkelt dit voor de Amerikaanse marine in de Grote en de Indische Oceaan.
• De gemeente Arnhem opent binnenkort het eerste waterstoftankstation van Nederland. Zij steekt tienduizenden euro’s in het
waterstoflaboratorium van de HAN en het Nijmeegse waterstofbedrijf Silent Motors.
• Helianthos, dochter van Nuon, heeft zonnefolie ontwikkeld die vijftig maal dunner is dan een menselijke haar. De folie, gemaakt
van flexibel plastic en actieve silicium, kan geïntegreerd worden in bouwmaterialen als baksteen, beton en dakbedekking. Geen
dikke ontsierende zonnepanelen meer. Helianthos investeert 10 miljoen euro in Arnhem.
• Het bedrijf Sweat zet restwarmte uit de industrie om in koude. De omzetting van damp in vaste stof onttrekt warmte aan de
omgeving, die daardoor afkoelt. Dat is bruikbaar in de zuivel- en vleesindustrie, bierbrouwerijen en voor koeling in supermark-
ten en kantoren. Sweat is een initiatief van Nuon, het Energieonderzoek Centrum Nederland in Petten en ingenieursbureau De
Beijer. (Bron: FD)
HAN-par tners in waters tof- en brandstofce l techniek
• Alphatron, Rotterdam: leverancier van ‘supercaps’, condensatoren met hoge energie-opslagcapaciteit.
• Automotive Technology Centre (ATC), Eindhoven: partner in het vorkheftruck- en het Hymotive-consortium.
Deelnemer aan het HyMotive-programma.
• Centurion Accu’s: producent van accu’s voor ondermeer vorkheftrucks. Een brandstofcelsysteem heeft enige opstarttijd nodig;
daarom moet de vorkheftruck eerst op de accu kunnen rijden.
• Exendis, Ede: bouwer van vermogenselektronicacomponenten. Deelnemer aan het HyMotive-programma.
• Gemeente Arnhem: mogelijke eindgebruiker van brandstofcelvoertuigen, financiert samen met de HAN een laboratorium voor
het testen van brandstofcelsystemen.
• Van Hooff Heftrucks, Tiel: verkoop, lease en verhuur van heftrucks.
• HyGear, Arnhem: fabrikant van systemen voor waterstofproductie uit aardgas.
• Linde Gas Benelux, Schiedam: leverancier van industriële gassen.
• Nedstack Fuel Cell Technology, Arnhem: producent van brandstofcel-stacks en brandstofcelsystemen.
• Provincie Gelderland: medefinancier onderzoek en innovatie.
• Silent Motor Company, Arnhem: start-up die brandstofcellen samenbouwt tot ‘powerpacks’ inclusief randapparatuur.
• Van der Woude / Peeze Holding, Arnhem: toekomstig eigenaar van een auto op waterstof, die door de HAN wordt gebouwd.
Deelnemer aan het HyMotive-programma.
• Spijkstaal Elektro BV, Spijkenisse: producent van elektrische voertuigen Deelnemer aan het HyMotive-programma.
• SP Innovation BV, Amsterdam: betrokken bij projecten op het gebied van elektrische en hybride voertuigen.
• Burton Car Company, Zutphen: producent van de Burton.
• Drivetrain Innovations, Eindhoven: Ontwikkeling van innovatieve transmissiesystemen voor voertuigen.
Power minorTenneT TSO B.V. heeft met de Haagse
Hogeschool, de HAN en Hogeschool
Windesheim een samenwerkingsover-
eenkomst ondertekend voor het oplei-
dingstraject Power Minor. Een minor is
een keuzeprogramma van drie maal 15
studiepunten (ECTS). Doel van de Power
Minor: breng elektrotechniek meer onder
de aandacht bij de juiste studenten. Start:
jongstleden september. De Power Minor
bestaat uit drie modules die heel de keten
van hoogspanningstechniek belichten:
Transport (Haagse Hogeschool); Distributie
(HAN) en Productie (Windesheim). TenneT
biedt gastlessen, praktijkopdrachten en
excursies bij de modules Transport en
Distributie. Studenten volgen de modules
afzonderlijk als keuzevak. Wie twee of drie
modules doet, krijgt - omdat dit reistijd
impliceert - een laptop. Het is de eerste
minor in deze vorm in Nederland.
TenneT vindt het belangrijk te investeren in
de kennis van energietechniek. Het bedrijf
wil vooruitstrevend zijn in de energiemarkt
zowel in kennis, kunde als kwaliteit.
www.powerminor.nl
‘Over twintig jaar draait veertig procent van de mobiliteit op brandstofcellen’
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N6 7
‘Overal, in winkels, bussen, treinen, op terrassen, heel de binnenstad was rood’
Vaak horen de enquêteurs: ‘Dat zijn we gewend van event-locaties’
was het nog moeilijk om aandacht van stad en regio
te krijgen voor de resultaten van een onderzoek naar
zijn spin off. Maar toen kwam Marco Borsato. Twee
jaar geleden verzocht hij zijn bezoekers om allen in
het rood te verschijnen, omdat het hoorde bij zijn tien
shows in het Gelredome. Van Amstel geniet nog na:
‘Arnhem heeft ’t geweten. Overal, in winkels, bussen,
treinen, op terrassen, heel de binnenstad was rood.
Onontkoombaar. Sindsdien hoeven wij de spin off niet
meer te bewijzen. We hebben het succes voortgezet door
dit jaar voor de derde keer het ‘Symphonica in Rosso’
te organiseren.’ Hoe snel het bewustzijn kan verande-
ren bleek ook dit jaar. In 2003 vroeg Van Amstel een
nachtvergunning aan maar dat kwam hem toen nog op
gemor te staan van een deel van de binnenstadshoreca
die dat een bedreiging vond. Maar onlangs kreeg het
Gelredome de Arnhem-Horeca-Award, als instelling die
het meeste voor de branche heeft betekend. Van Amstel
is blij met de goede betrekkingen.
GeneratorVan Amstel wil van het Gelredome de beste evenemen-
tenlocatie maken; da’s iets anders dan de grootste.
Hij meet zijn prestaties vooral af aan het comfort voor
de bezoekers en de kwaliteit van de evenementen. De
organisatoren, bijvoorbeeld Mojo of Vitesse wil hij alle
faciliteiten bieden die hen in staat stellen hun evene-
ment goed neer te zetten; podium x of y, deze of gene
belichting, geluid zus of zo, opdat de bezoeker aan z’n
trekken komt. Van Amstel denkt terecht aan de klant
van zijn klant.
Van Amstel: ‘We horen nu al bij de top, al is dat wat
moeilijk om van jezelf te zeggen.’ Reddingsoperaties
door de gemeente lijken voor het Gelredome dus een
ver-van-mijn-bed-show, al was dat anders voor hoofdge-
bruiker Vitesse. Wel is het ‘stadion’ met zestig procent
gemeenschapsgeld gebouwd. Van Amstel zou graag
zien dat die financiering verliep zoals in de VS. Daar
Jasper van Amstel
Directeur Gelredome
Technologies
‘Een bezoeker associeert je
altijd met het laatst bezochte
evenement.’
Het Gelredome in Arnhem is een generator van economische act iv i te i t . Wat vergt het om de beste grootschal ige evenementenlocat ie van Neder land te worden en te bl i jven?
De betekenis van het Gelredome voor Arnhem en omge-
ving, kort samengevat door directeur Jasper van Amstel:
een miljoen bezoekers per jaar, waarvan velen in de
stad overnachten, inkopen doen en restaurants bezoe-
ken en die vervoer nodig hebben, waaronder taxi’s. De
Arnhemse wethouder economische zaken Rita Weeda
becijferde dat de bestedingen tijdens de vier concerten
van Lionel Richie zouden oplopen tot ongeveer vijf
miljoen euro.
BorsatoVan Amstel schat het multipliereffect van zijn Gelredome
op ongeveer driehonderd arbeidsplaatsen in horeca,
beveiliging, verkeer en vervoer en parkeerbegeleiding
(parttimers omgerekend naar fulltimers). Jaren geleden
Geldgenerator Gelredome
Doorlopend klanttevredenheidsonderzoek door HAN-studenten
Laurens Zijlstra
Hogeschooldocent
HAN Research
‘Het is geen spielerei maar
het gaat om ‘het èchie.’
voeren bedrijven en instanties vooraf discussies over
hoeveel geld ‘erbij’ moet, maar tegelijk over hoe het
wordt terugverdiend. Belasting op overnachtingen is
daar bijvoorbeeld gebruikelijk. Van Amstel vindt het
reëel om de discussie voorafgaand aan het bouwbesluit
te voeren in termen van een investering in een generator
van activiteiten, in plaats van een kostenpost.
TevredenheidsonderzoekAan de top kómen is moeilijk; nòg moeilijker is het daar
te blijven. Het Gelredome wil voortdurend onderzoe-
ken hoe het beter kan inspelen op de wensen van zijn
klanten.
Hier schiet de HAN te hulp. Laurens Zijlstra, hoge-
schooldocent marktonderzoek/coördinator HAN
Research, begeleidt elk half jaar een nieuwe groep stu-
denten die enquêtes en onderzoeken ter hand nemen.
Het Gelredome heeft de intentie om van die half jaar-
lijkse onderzoeksronde een blijvertje te maken en tel-
kens een nieuw aspect uit te lichten. Klanttevredenheid
is het bindende element. Begin dit jaar namen studenten
een zogeheten ‘nulmeting’ af waarbij ze bezoekers
vooral ondervroegen over hun tevredenheid over de
‘buitenkant’ van het Gelredome: de bewegwijzering,
vervoer, de website. Nu concentreert een tweede groep
studenten zich op de bevindingen binnen. Verder bleken
in de eerste ronde enkele ambivalente vragen de enquête
te zijn binnengeslopen die onbruikbare antwoorden
opleverden en die nu worden aangescherpt.
SparrenZijlstra ziet de voordelen voor beide partijen: ‘De HAN is
blij dat telkens een groep studenten gelegenheid krijgt
om ervaring op te doen met de onderzoekscyclus van
opzet, uitvoer en rapportage. Zo leren ze om te ‘spar-
ren’ met opdrachtgevers; het is geen spielerei maar het
gaat om ‘het èchie’. Het Gelredome is bereid telkens
een briefing te verzorgen voor studenten die qua onder-
zoekservaring nog zo groen als gras zijn, maar krijgt
daarvoor op een leuke en goedkope manier onderzoek
aangeboden dat helpt bij de verwezenlijking van hun
ambitie.’
Na anderhalve onderzoeksronde kunnen Van Amstel
en Zijlstra al conclusies trekken. De eerste bevindingen
waren een bevestiging van de koerswijziging die Van
Amstel voor ogen stond. De catering was eerst uitbe-
steed, maar is nu terug in eigen huis. Het Gelredome
heeft wat andere producten op de schappen gelegd en
ook de service is sneller. Daarnaast kwam er een munt-
systeem ter vervanging van de chipkaart. Voor een paar
artikelen is de prijs aangepast. Heineken is de nieuwe
drankenleverancier.
In rapportcijfers uitgedrukt, scoort de tevredenheid van
bezoekers tussen de 6 en 9+ met een gemiddelde van
7,7. Consumpties vindt men duur, maar de bezoekers
kopen er niet minder om. Vaak horen de enquêteurs:
‘Dat zijn we gewend van event-locaties.’ De kwaliteit
van voedsel en drank is oké. Het toewijzingsbeleid van
plaatsen ten opzichte van het podium is in orde: zeer
goed 11 procent; goed 56 procent; gemiddeld 17 procent;
slecht/zeer slecht 15 procent. Van de bezoekers voelt 98
procent zich veilig.
Andere wensenZijlstra’s studenten meten de effecten van de doorge-
voerde maatregelen. De wensen van mensen blijven
bovendien veranderen. Zijlstra en Van Amstel zijn zich
ervan bewust dat in de sector vrijetijdsbesteding bezoe-
kerstevredenheid de kurk is waarop een onderneming
drijft. ‘Gaat een klant tevreden weg, dan komt hij terug.
Is hij of zij ontevreden, dan heb je een probleem; een
bezoeker associeert je altijd met het laatst bezochte eve-
nement. Dus willen wij dat ie in het Gelredome de dag
van z’n leven heeft.’
www.Gelredome.nl
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N8 9
‘Medewerkers die de omslag hebben gemaakt, werken met meer voldoening’
Schellekens was zelf een tijd lang zorgmanager in een
verpleeghuis en weet waarover ze praat. ‘Er is een heel
sterke tendens naar kleinschalig wonen, naar vraag-
gerichte zorg, zorg die bij de cliënten past’. Maar daar
komt volgens haar veel meer bij kijken. ‘Allereerst
is kennis van de hersenen onmisbaar. Dementerende
ouderen bijvoorbeeld, weten zelf niet meer waar ze
onrustig van worden. Een openstaande deur kan al
voor veel extra prikkels zorgen en onrustig loopgedrag
veroorzaken.’
Vers impelenVolgens Schellekens is het de kunst om ouderen te
verleiden tot deelname aan het groepsgebeuren. ‘Je
hebt hiertoe veel kennis van de persoon nodig, maar
ook van het functioneren van de hersenen en het vraagt
een ander gedrag van de medewerker; ze moeten meer
samen gaan wonen met de bewoners. Het dagelijks
leven in het huishouden is daar goed bij te gebruiken.’
Samen met arts en sociaal geriater Anneke van der Plaats
probeert Schellekens in haar advieswerk in verpleeg-
en verzorgingshuizen de noodzakelijke vertaalslag te
maken van neurologische kennis naar praktijk. ‘Voor
dementerende ouderen moet je het aanbod versimpelen:
zorg dat het ’s avonds rustig is, zet de schemerlampen
aan en een achtergrondmuziekje op en schenk een
borrel. De hersenen weten dan dat het bedtijd wordt.
Zorg op maat dus.’
Een tweede punt is de inrichting. Die zal herkenbaar
moeten zijn voor de bewoners. Dat vergt het treffen van
Dionne Schellekens
Trainer-adviseur VDO
‘Laat bewoners meehelpen
in het huishouden.’
‘We eten al t i jd om halfzes, u kunt op woens-dagochtend in bad en we dr inken om t ien uur kof f ie, dus dan moet iedereen ui t bed z i jn .’ Ie ts gechargeerd is di t de zorg die we tegenwoordig aanbieden in verp leeg- en verzorgtehuizen . Zorg vanuit de organisat ie, de pat iënt moet z ich maar aanpassen. ‘Dat kan anders en we z ien ook dat er een omslag gaande is naar vraagger ichte zorg : k le inschal ig wonen is daar een per fecte vorm voor ’, aldus Dionne Schel lekens, t rainer-adviseur bi j VDO Opleidings- en Adviescentrum van de HAN.
‘De rust is de grote meerwaarde’
Kleinschalig wonen
Ingrid Hendriks
Manager Zorg en Integrale
Dienstverlening De Globe
‘Je vraagt meer van je
medewerkers.’
de juiste bouwkundige voorzieningen en het aanpassen
van meubilair. Maar ook gebruik van de juiste kleuren is
belangrijk en dat ouderen spullen waar ze aan gehecht
zijn van thuis meenemen.
PersoneelHet derde - en wellicht belangrijkste - punt is de deskun-
digheidsbevordering van het personeel. Dat is nu getraind
om te verzorgen: wassen, aankleden, eten geven. Maar in
de nieuwe opzet moet het personeel echt met de mensen
gaan wonen. Erbij gaan zitten, samen boodschappen
doen, samen eten. Nu zitten de patiënten verveeld te
wachten tot het twaalf uur is om te eten en om halftwee
komt de fysiotherapeut om de kleine motoriek te trai-
nen. Schellekens: ‘Laat patiënten de afwas doen of zelf
de was opvouwen, dan snijdt het mes aan twee kanten.’
Verpleegkundigen bijvoorbeeld, zijn niet gewend om te
gaan zitten. Ze schuiven hoogstens even aan bij de koffie
en zeggen dan: ‘Maar nu moeten we echt weer aan het
werk.’ Terwijl ze in feite aan het werk zijn. Deze omme-
zwaai vergt een gedegen scholing van het personeel; er
worden andere competenties gevraagd zoals vraag- en
klantgericht werken en f lexibel organiseren. Maar het
vraagt ook een omscholing van het management. Je kunt
de medewerkers wel leren om de omgeving voor de bewo-
ners herkenbaarder te maken, maar dan zal het manage-
ment dat moeten stimuleren door budget te bieden om
het moderne interieur aan te passen. Je kunt dementeren-
de ouderen wel dat rood-witgeblokte kleedje geven, waar-
aan ze gewend zijn en het nodige houvast hebben. Maar
als de manager dat kleedje dan weg laat halen, omdat het
oubollig is en niet bij het interieur past….’
Prak t i jkDe theorie is helder, maar hoe werkt het in de prak-
tijk? Bijvoorbeeld in De Globe, een spiksplinternieuw
gebouw voor kleinschalig wonen in de Nijmeegse volks-
wijk Bottendaal. Waar eerst de immense zeepfabriek van
Dobbelmann stond is nu - naast talloze andere gebouwen
- een drie verdiepingen hoog tehuis voor kleinschalige
zorg neergezet. Hypermodern, fraai vormgegeven en met
mooie patio’s en kleine woonkamers. Op de begane
grond drie kleinschalige zorghuizen van vijf kamers
voor dementerende ouderen. Op de eerste en tweede
verdieping zelfstandige appartementen voor allochtone
ouderen en op de derde etage twaalf zelfstandige appar-
tementen voor mensen met een lichamelijke of ver-
standelijke handicap. Ingrid Hendriks is er sinds kort
manager Zorg en Integrale Dienstverlening. ‘Ik had een
goede baan in Den Bosch, maar dit leek me zo’n gewel-
dige uitdaging.’ Het is haar taak om de drie verschillende
onderdelen samen met het extramurale deel (de wijk
Bottendaal) te integreren. ‘Ik heb mezelf twee jaar gege-
ven, dan moet er iets staan.’
RustHét grote voordeel van Kleinschalig Wonen is volgens
Hendriks de rust. ‘Vooral dementerende ouderen moe-
ten niet teveel prikkels krijgen. Ze moeten veiligheid en
warmte voelen. Geen grote gezamenlijke huiskamers
meer, maar kleine woonruimtes waar we - bijvoorbeeld
met het meubilair - makkelijker de thuissituatie kunnen
nabootsen.’ Hendriks wil hier ver in gaan. ‘Alles is in
principe bespreekbaar: uitslapen, de douche eens een
keer overslaan, op een ander moment warm eten, zelfs
de muur schilderen. Bewoners moeten zich fijn voelen.’
Welzijn is voor haar minstens even belangrijk als zorg.
‘Veel medewerkers zijn nog opgeleid in het medisch
model: die willen zorgen. Management en personeel
moeten de vertaalslag maken van medisch naar welzijn.
Er is behoefte aan creatieve mensen die op situaties kun-
nen inspringen.’
En juist die noodzakelijke training van management en
personeel verzorgt VDO Opleidings- en Adviescentrum
van de HAN. VDO-adviseurs hebben jarenlang ervaring
met projecten in de zorg en hebben al diverse imple-
mentatietrajecten Kleinschalig Wonen begeleid. Dionne
Schellekens. ‘We hebben inmiddels een gigantische
expertise op dit gebied. En het blijkt dat medewerkers die
de omslag gemaakt hebben met meer rust en voldoening
werken.’
www.vdohan.nl/maatwerk
www.z-z-g.nl
Terugbetaal tZorg op maat, kleinschalig wonen: het
kost meer geld. Dionne Schellekens is er
echter van overtuigd dat het systeem zich-
zelf terugbetaalt. ‘Er ontstaat veel minder
onrust en het welbevinden van de patiën-
ten wordt veel groter.’ Ook staatssecretaris
Jet Bussemaker van Volksgezondheid is
die mening toegedaan en is bereid er extra
geld voor vrij te maken.
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N10 11
‘Over een paar jaar heb ik vast een aantal mensen in dienst’
Yvette Mulders
Ondernemer
‘Als ik iets nalaat, kan ik dat
alleen mezelf maar aanrekenen.’Helemaal klaar
voor het
ondernemerschap
Yvette Mulders kri jgt met ‘Start & Go-pas’ zet in de rug
Y v e t t e M u l d e r s s t u d e e r d e d e z e z o m e r a f a a n d e H A N - o p l e i d i n g S p o r t , G e z o n d h e i d e n M anag e m e n t . S o l l i c i t e r e n d e e d ze n i e t . O n d e r n e m e r w i ld e z e wo r d e n , d a t w i s t z e h o n d e r d p r o c e n t z e ke r. E e n l ang e vak an t i e s c h o o t e r b i j i n , wan t haar b e d r i j f vo o r p e r-s o na l t r a in ing O p t i v i t a l o o p t a l s e e n t r e in . M e t d ank aan d e H A N vo o r a l l e aan d ac h t vo o r o n d e r n e m e n t i j d e n s haar s t u d i e . E n m e t d ank a a n h e t G e l d e r l a n d O n d e r n e e m t ! - p r o j e c t , waar van ze a l s e e n van d e e e r s t e n e e n ‘S t a r t & G o - pas ’ k r e e g .
Die Start & Go-pas is een uitstekend initiatief, vindt
Yvette Mulders. Starters kunnen met de pas bij de
Rabobank, Ernst & Young, Dirkzwager en de
Belastingdienst terecht voor advies-op-maat. De pas
kreeg ze van het project GO! dat de HAN samen met
ArtEZ hogeschool voor de kunsten en de Radboud
Universiteit Nijmegen startte om de ondernemerszin op
allerlei manieren te stimuleren en faciliteren.
Voor Mulders kwam de nieuwe pas misschien net iets te
laat. Maar tijdens haar opleiding heeft ze, onder meer
via het speciale HAN Centrum voor Ondernemerschap,
wel alle steun gehad om kennis en ervaring in het onder-
nemen op te doen, vertelt ze. ‘Mijn afstudeeronderzoek
stond helemaal in het teken van mijn businessplan. Ik
had een coach uit het bedrijfsleven, een ondernemer
uit de verzekeringsbranche. Ik wilde per se iemand van
buiten de sportwereld. Hij kwam met goede adviezen.
Denk goed na, is het realistisch wat je wilt? Ik wil liefst
alles tegelijkertijd en werk soms impulsief dingen uit
die later helemaal niet blijken te kunnen. Zet eerst de
grote lijnen neer en werk dan aan de details, drukte hij
me op het hart.’
GO !In Nederland start één op de acht à tien
mensen op enig moment in zijn leven
een eigen bedrijf. Dat betekent dat de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen,
met haar ongeveer 26.750 studenten een
potentieel herbergt van 2675 onderne-
mers. Omdat starters goed zijn voor de
werkgelegenheid heeft de HAN, samen
met ArtEZ hogeschool voor de kunsten
en de Radboud Universiteit Nijmegen
het initiatief genomen tot het project GO!
(Gelderland Onderneemt). Dit project wil
ondernemerszin en ondernemerschap
bevorderen.
Het project richt zich op de studenten
van de drie deelnemende onderwijsinstel-
lingen. Daartoe zijn drie fases bepaald. In
de eerste wordt gewerkt aan de bewust-
wording van de mogelijkheden van het
ondernemerschap. Voor de tweede, waarin
de competenties kennis, vaardigheid en
houding versterkt worden, zijn inmiddels
een twaalftal programma’s bepaald.
In de derde fase krijgen ondernemen-
de studenten een zogenaamde Start &
Go-pas waarmee ze bij de Rabo, Ernst &
Young, Dirkzwager of de Belastingdienst
terecht kunnen voor op maat gesneden
consultancy.
Alle activiteiten van GO!, die de financiële
steun hebben gekregen van de ministeries
van OC&W en EZ, moeten er binnen de
looptijd van vier jaar toe leiden dat 26.750
studenten in aanraking komen met de
fenomenen ondernemerschap en onder-
nemerszin.
De officiële kickoff van GO! vond plaats
afgelopen zomer. Drie studenten ontvingen
toen de eerste Start & Go-pas waaronder
van de HAN Yvette Mulders, met haar
bedrijf Optivita.
Smaak te pakkenSamen met collega-studenten had ze, als onderdeel van
de opleiding, al eerder een succesvol bedrijf opgericht,
een sportgerelateerde student company. Die organi-
seerde nordic-walkingtochten toen nordic walking nog
helemaal upcoming was en rolde het concept overal in
het land uit. ‘We hebben er elf maanden lang hard aan
gewerkt en konden het toen zelfs verkopen, inclusief
de goedgevulde klantendatabase en alle materialen.
Na af loop miste ik mijn ‘baby-tje’ echt en wist ik nog
zekerder dat ik voor mezelf moest beginnen. Ik had de
smaak te pakken.’
Ze begon nog tijdens haar studie Yvette Mulders
Training, dat uitmondde in Optivita, voor optimale vita-
liteit. ‘Ik vind het inspirerend om voor mijn eigen centen
te werken en daar ook helemaal verantwoordelijk voor
te zijn. Ik heb tijdens mijn stage wel eens een half jaar
een hele sporttoko draaiende gehouden, maar als je dat
voor jezelf doet, is het een heel ander verhaal. Als ik iets
nalaat, kan ik dat alleen mezelf maar aanrekenen.’
Bl i jven investerenZe wilde iets met outdoor training doen. Personal trai-
ning in fitnesscentra is er al en dat vindt Mulders zo
benauwd. Trainen in de natuur heeft veel meerwaarde.
Personal training is nu nog een wat exclusievere markt,
maar het begint al normaler te worden. Mensen kunnen
op elk gewenst tijdstip een effectieve work-out krijgen,
al dan niet op kosten van hun baas. Ook e-training is
mogelijk: dan ontvangen ze trainings- en voedings-
adviezen en ondersteuning per e-mail. ‘Blijf investeren
in jezelf, is mijn motto. Niet alleen in je carrière, maar
ook in je lichaam.’
Het gaat boven verwachting goed, ook met die online
training. ‘Die is eigenlijk uit nood geboren. Yvette, je
kunt geen veertig uur in de week fysiek bezig zijn, zei
mijn begeleider uit het bedrijfsleven terecht.’
Vers terk ingHaar moeder, ook een éénpitter, gaat in de toekomst
meedraaien in het bedrijf en zo zoekt Yvette Mulders
steeds meer versterking. De omzetgroei zoekt ze voor-
alsnog in het zuiden. ‘Over een paar jaar heb ik vast een
aantal mensen in dienst. Uitrollen over het land is niet
mijn eerste doel. Limburg en Brabant bieden nog meer
dan voldoende kansen. En de online training is sowieso
grenzeloos. Er zijn nu al Nederlanders in het buitenland
die er gebruik van maken.’
www.gelderland-onderneemt.nl/sites/go/wat-is-go
www.optivita.nl
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N12 13
‘Het interessante van HtAs is dat wij meepraten met de grote jongens’
Joop Pauwelussen
Lector Mobiliteitstechnologie
‘Wij praten mee met de grote
jongens uit de industrie.’
Anton Wolthuis
HTAS-programmamanager
‘Het hbo vormt het engineering-
hart van onze automobiel-
industrie.’
Bernie van Leeuwen
Projectmanager in SKF’s
Automotive Development Centre
‘De HAN zetten we vanwege hun
applicatiekennis juist breder in.’
Van onder wi js ins te l l ingen d ie ook nog een beet je aan onderzoek doen, ont wikkelen hoge-scholen z ich tot instel l ingen die goed onderwijs kunnen geven, ju is t omdat ze in hoogstaand onderzoek par t ic iperen. De HTS-Autotechniek van de HAN is hier met z i jn deelname aan het landel i jke innovat ieprogramma HTAS ( High Tech Automot ive Systems ) een exponent van. ‘Door HTAS worden we een volwassen onder-zoeksinstel l ing.’
‘sleutelaars’ worden volwassen onderzoekers
HAN in de hogedrukpan van mega-innovatieprogramma HTAS
Nederland herbergt - afgezien van DAF Trucks - geen
grote zelfscheppende autofabrikanten. Toch kent ons
land een bloeiende automobielindustrie, die in de
Arnhemse opleiding HTS-Autotechniek een goede leve-
rancier van verse krachten kent. In de laatste jaren heeft
de regio Eindhoven/Helmond zich nadrukkelijk als het
hart van de Nederlandse toeleveringsindustrie voor de
automotive gepositioneerd. De start van het innova-
tieprogramma HTAS (High Tech Automotive Systems)
markeert deze ontwikkeling. Het programma kent een
budget van liefst 158 miljoen euro, waarvan minister
van Economisch Zaken Maria van der Hoeven ruim
42 miljoen voor haar rekening neemt. De HAN draait
volop mee in HTAS, op onderwijs- én op onderzoeks-
gebied, met in de driver’s seat de automotive-lectora-
ten Mobiliteitstechnologie en Voertuigmechatronica
van de lectoren Joop Pauwelussen respectievelijk Bram
Veenhuizen.
SynergieHet lectoraat telt nu veertien medewerkers en weet zich
steeds beter te profileren, vertelt Pauwelussen. Het
eerste trefwoord in deze is waterstof, voor schone aan-
drijving van voertuigen. Een tweede onderzoeksgebied
is voertuigbeheersing (dynamic vehicle control), dat de
HAN een plek in het onderzoeksdeel van HTAS heeft
bezorgd (zie het kader). Tot slot onderzoekt de HAN
samen met bandenfabrikant Vredestein de invloed van
autobandeigenschappen op de beleving van de beheers-
baarheid door de chauffeur. Aan deze drie focusgebie-
den zijn promotieonderzoeken gekoppeld, waarvoor
de HAN samenwerkt met de TU’s van Helsinki en
Eindhoven. Naast dit meer fundamentele onderzoek
kent de HAN vanouds veel praktisch onderzoek en
hands-on activiteiten. Heel hands-on is bijvoorbeeld het
TV-programma Prautotype op RTL7, waarmee de HAN
f link aan de weg timmert. HAN-studenten bouwen
daarin samen met het bedrijfsleven aan een voertuig
dat de Nederlandse kennis van design, techniek,
innovatie en milieuvriendelijke toepassingen moet
demonstreren.
HTAS zorgt volgens Pauwelussen voor Schwung en voor
synergie tussen onderwijs en onderzoek. HAN-docenten
komen in contact met onderzoek, het bedrijfsleven
wordt bij het onderwijs betrokken en studenten komen
meer in aanraking met bedrijven. ‘Het interessante van
HTAS is dat wij meepraten met de grote jongens uit de
industrie en dat wij leren om onder druk goed te pres-
teren.’ De attitude van de HTS-Autotechniek van ‘sleute-
laars die eerst bouwen en dan hun kennis versterken en
diepgang aanbrengen’ verandert daardoor. ‘Door HTAS
worden we een volwassen onderzoeksinstelling.’
HAN en Font ysEen volwassen ónderwijsinstelling is de HAN met HTS-
Autotechniek natuurlijk al veel langer. Dankzij HTAS
krijgt de samenwerking van de HAN met de nieuwe
autotechniekopleiding van Fontys Hogescholen een
extra impuls. De twee instellingen gaan samenwerken
in een bacheloropleiding op de High Tech Automotive
Campus in Helmond (zie pag 5). Een ander gezamenlijk
HTAS-project richt zich op deskundigheidsbevorde-
ring voor docenten autotechniek. Pauwelussen: ‘Wij
gaan hen real life-projecten aanbieden en daarnaast
de mogelijkheid om even afstand te nemen van de
onderwijspraktijk, door middel van detachering bij
HAN werk t mee aan nex t generat ion ABSDe grote Zweedse lagerfabrikant SKF
ontwikkelde in zijn R&D-centrum in
Nieuwegein lagers die de belasting op
wielen kunnen meten. In een HTAS-project
onderzoekt SKF, samen met partners als
TNO, NXP, Sensata en de HAN, de toepas-
sing van deze innovatie in auto’s. Bernie
van Leeuwen, projectmanager in SKF’s
Automotive Development Centre, spreekt
van de volgende generatie voertuigstabi-
liteitssystemen, voortbouwend op bijvoor-
beeld ABS (Antilock Brake System) en ESP
(Electronic Stability Program). De nieuwe
SKF-lagers (load sensing bearings) moeten
deze systemen voorzien van betere infor-
matie over het krachtenevenwicht per wiel.
Dit door bij de bron te meten en daarmee
bijvoorbeeld de wrijving tussen band en
wegdek te bepalen.
Automobielfabrikanten zijn zeer geïnte-
resseerd in deze stabilisatie-informatie,
weet Van Leeuwen, die een presentatie
van BMW over het onderwerp bijwoonde.
De inzet is dan ook groot, schetst Joop
Pauwelussen: ‘Als je op een natte weg
gaat slippen, grijpt het ABS in, maar dat is
eigenlijk al te laat. Als je de krachten kent,
kun je ingrijpen voordat de wrijving met het
wegdek de kritische grens heeft bereikt.
Dan ben je misschien op tijd, want er wordt
geschat dat je met een halve seconde eer-
der ingrijpen de helft van alle ongelukken
zou kunnen vermijden.’
SKF heeft de HAN gevraagd om een
testplatform te realiseren. In Arnhem
wordt daartoe een proefopstelling van
een wiel met ophanging gebouwd, licht
Pauwelussen toe: ‘Die koppelen wij aan
computermodellen van de auto en de
chauffeur. Daarmee kunnen we praktijk-
situaties op de weg nabootsen. Onze taak
is om de rol van parasitaire krachten, bij-
voorbeeld van de ophanging, te beoorde-
len. En deze opstelling kunnen we natuur-
lijk ook voor ons onderwijs gebruiken.’
SKF had ook wel een commercieel test-
centrum kunnen inschakelen, geeft Van
Leeuwen aan: ‘Dan moet je de opdracht
goed specificeren en dan krijg je alleen
precies wat je vraagt. De HAN willen we
vanwege hun applicatiekennis juist breder
inzetten, door meer in een overlegstructuur
de set-up te realiseren. We verwachten zo
meer synergie.’
bedrijven of lectoraat.’ Zo komen onderwijs en praktijk
nader tot elkaar. Dat geldt eveneens voor het onderwerp
virtual prototyping. Autofabrikanten maken, voordat ze
een fysiek prototype bouwen, intensief gebruik van
software om hun ontwerpen te testen. In HTAS-verband
willen de opleidingen het gebruik van deze moderne
ontwerpmethoden in het onderwijs gaan stimuleren.
Vers van de pers, tot slot, is de samenwerking tussen
HAN en Fontys rond het van origine Eindhovense
CarLab-concept. Pauwelussen: ‘Samen gaan we kijken
of we een platform kunnen opzetten om de verwor-
venheden van het HTAS-onderzoek te vertalen naar de
praktijk.’ Fontys zal daarbij vooral naar de validatie
van systemen in het CarLab kijken en de HAN zal de
praktische realisatie en integratie van systemen in het
Prautotype verzorgen. ‘Dit is dus een combinatie van
Fontys’ CarLab met ons Prautotype-concept.’
Engineer ing-har tHTAS-programmamanager Anton Wolthuis vindt de
samenwerking tussen de HAN en Fontys een goede
zaak. ‘Door krachten te bundelen kun je gemakkelij-
ker projecten doen en studenten uitwisselen. In 2015
moet de uitstroom uit autotechniek-opleidingen op alle
niveaus verdubbeld zijn. In het hbo kan de HAN dat
niet alleen; dat is een utopie. De HAN moet groeien en
daarnaast is er ruimte voor een nieuwe opleiding. Het
HBO vormt het engineering-hart van onze automobiel-
industrie; dat hart zullen we in Nederland de komende
jaren keihard nodig hebben.’
www.htas.nl
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N14 15
‘Het is steeds weer kijken wat ertoe gaat doen in ondernemersland’
om het bedrijfsleven te ondersteunen en het f lexibeler
en creatiever te maken. Daarom zijn er lectoraten op
allerlei kennisgebieden en daarom startte een jaar of
vier geleden het HAN Smart Business Center. Jonathan
van Deutekom: ‘We willen die nauwe verbinding met
het regionale bedrijfsleven. We willen weten welke
vraagstukken er leven en hoe we daadwerkelijk iets
kunnen betekenen. De HAN wil naast de ondernemers
gaan staan als een sparringpartner. We werken aan
langdurige relaties, waarbij mensen niet steeds andere
gezichten zien. Die continuïteit leidt tot een beter begrip
van wat er wederzijds speelt. We komen in het ritme van
een bedrijf.’
Wat spreekt ondernemers aan?
Van Deutekom: ‘Innovatie an sich speelt altijd: hoe kom
je tot nieuwe producten en diensten, hoe zit het met je
marktbenadering en je klantengroepen? Waar zitten
nieuwe kansen op gebieden als gezondheid, milieu
of internationale handel? Het gaat om het mkb dat
geen grote eigen afdelingen marketing of ontwikkeling
heeft.’
Jullie zijn vier jaar bezig. Weten de bedrijven jullie te vinden?
Van Deutekom: ‘Steeds beter. Bedrijven komen via
bestaande netwerken van HAN-medewerkers binnen.
Of via bijvoorbeeld innovatienetwerk Syntens. Bedrijven
verzilveren kennisvouchers van de overheid bij ons. Het
gemiddelde mkb-bedrijf is toch meer georiënteerd op
het hbo, dan op een universiteit of TNO.’
Gerard Berendsen, tevens lector Total quality manage-
ment in organisatienetwerken: ‘Voorheen konden
bedrijven hun vraagstukken vooral via afstudeeronder-
zoek van studenten kwijt en waren de banden minder
intensief. Nu hebben we al die lectoren met hun ken-
Jonathan van Deutekom
Directeur HAN Smart
Business Center
‘We kunnen onderwerpen dat
mkb binnen trekken die actueel
gaan worden.’
Gerard Berendsen
Voorzitter HAN Smart
Business Center
‘Juist de bedrijven die de
verbinding zoeken lopen voorop
in de markt.’
Ondernemerschap anno 20 0 8 vraagt f lex ib i-l i te i t , samenwerken in ketens, investeren in duurzaamheid en 1001 dingen meer. Het HAN Smar t Business Center helpt bedr i jven om die kansen ( en bedreigingen ) in kaar t te brengen. HAN-medewerkers denken b i jvoorbee ld mee over interessante toepassingen van nanotech-nologie in het mkb, s tudenten onderzoeken nieuwe domot icaconcepten. ‘We wil len onze enorme bron van kennis de komende jaren nóg beter ontslui ten’, zeggen directeur Jonathan van Deutekom en voorz i t ter Gerard Berendsen.
Het doel van het HAN Smart Business Center is helder:
het wil de concurrentiepositie van bedrijven verster-
ken. Het hbo heeft een belangrijke rol als het gaat
Hogeschool als
sparringpartner
Leden HAN Smart Business Center weten: samenwerking verr i jkt niskringen die echt capaciteit hebben om op vragen in
te spelen. HAN-onderzoekers en -studenten moeten
echt leveren binnen de gemaakte afspraken. Het kan
zijn dat er extra begeleiding op studenten wordt gezet,
maar ook dat er afspraken gemaakt worden over een
concreet onderzoek voor één of meer bedrijven. Om een
voorbeeld binnen mijn eigen lectoraat te noemen: een
groep van vier kleine organisatieadviesbureaus en een
softwareontwikkelaar werken al langer samen, maar
kwamen bij ons met de vraag hoe ze hun spel op de
markt het beste kunnen spelen.’
Jullie hebben ook regelmatig themabijeenkomsten?
Berendsen: ‘Ja, want in die ontmoetingen kan veel
gebeuren. Natuurlijk is er een grote groep die nog niet
die relatie met de hogeschool heeft. Van de tienduizen-
den bedrijven in de regio zijn er nu zo’n 120 lid van het
HAN Smart Business Centre. Maar die zijn bewust lid
geworden en ze betalen ervoor. Het lidmaatschap heeft
waarde voor hen. Het zijn ondernemers die weten dat
ze niet alles op eigen kracht kunnen. Samenwerking
werkt verrijkend, vinden ze. Juist de bedrijven die de
verbinding zoeken met andere bedrijven en kennispart-
ners, lopen voorop in de markt. Het is wetenschappelijk
allang aangetoond dat het werkt, maar het wordt nog te
weinig gedaan.’
Jullie willen vooral actieve bedrijven die zélf in die
samenwerking investeren.
Van Deutekom: ‘Zeker. We bouwen sámen aan kennis,
zij leren ervan, onze medewerkers en studenten leren
ervan. We staan op een punt dat we gaan opschalen. Zo
wil de HAN in Kleve, net over de grens bij Nijmegen,
een servicepunt vestigen. Een projectleider die de Duitse
markt goed kent, doet nu een haalbaarheidsstudie.
Duitse of Nederlandse studenten aan de HAN kunnen
nuttige projecten gaan doen in die Euregio.’
Noem eens iets waarop jullie sterk inzetten?
Berendsen: ‘Dat is bijvoorbeeld de vergrijzing. De zorg-
vraag en de zorgzwaarte nemen toe en de arbeidsmarkt
wordt krapper. De vraag is welke technologische midde-
len mensen in de zorg kunnen ondersteunen. Daarvoor
moet je alle partijen bijeen brengen om samen naar
creatieve oplossingen te zoeken, van bedrijfsleven tot
woningcorporaties, zorgverleners en kennisleveran-
ciers. Via onderzoek kunnen we bekijken of ideeën wer-
ken of niet. Zo’n thema past helemaal in Health Valley,
zoals het gebied hier rondom Nijmegen en Arnhem
gedoopt is.’
Dat zorgnetwerk is een nieuwe tak aan het HAN Smart
Business Center.
Van Deutekom: ‘Het onderwerp is niet nieuw, de con-
tacten waren er natuurlijk al. Maar de hele thematiek
willen we steviger neerzetten. Wij kunnen zo’n zorg-
netwerk bouwen omdat we zowel een faculteit Techniek
als een faculteit Gezondheid en een faculteit Economie
en Management hebben. De faculteiten stoppen er extra
geld en aandacht in. We denken mee over new business
development, pakken organisatievraagstukken bij de kop,
en doen onderzoek naar producten en diensten.’
Berendsen: ‘Neem woonzorgcomplex Meulenvelden
met 220 wooneenheden in het hart van Didam. Het is
een nieuw concept van zorgverlening, voor senioren
met een geringe tot een zeer intensieve zorgbehoefte.
De woningen zitten vol Diamotica. Dat is een speciale
naam voor de domotica die voortkomt uit de samenwer-
king tussen Laris Wonen en Diensten, zorgaanbieder
Diafaan, KPN, Van Dorp Installaties en domoticale-
verancier CLB Benelux. HAN-studenten onderzoeken
allerlei bedrijfskundige, technische en organisatorische
aspecten ervan. Met zijn allen zet je een mooi multidis-
ciplinair project neer.’
Dat zijn nogal grote vraagstukken.
Berendsen: ‘Dat klopt. Het is niet vragen naar de beken-
de weg. Als je iets bekends snel op een rij gezet wil
hebben, kun je bij een regulier adviesbureau te rade
gaan en je hebt je cijfers en gegevens. Maar alles aan het
Meulenveldenconcept is nieuw. Wat werkt, wat kan er
van geleerd worden, wat kan verder bedacht worden?’
Is er nog zo’n nieuwe ontwikkeling te noemen?
Van Deutekom: ‘We kijken binnen het HAN Smart
Business Center bijvoorbeeld ook naar het thema nano-
technologie. Is dat interessant voor het mkb? We gaan
naar een bedrijf toe, vertellen aan de hand van concrete
toepassingen wat nanotechnologie is en wat er gaande
is in het onderzoek en op de markt. Wat kun je ermee bij
het verwijderen van vuil of het aanbrengen van zelfher-
stellende coatings? Kun je jezelf in de markt onderschei-
den door iets met nanotechnologie te gaan doen? Het is
zo’n trend die bij veel mkb’ers nog ver van hun bed is.
Wij bieden eerste verkenningen aan. Zo doen we dat ook
met energievraagstukken, met recycling. We hebben
een voortrekkersrol en kunnen onderwerpen dat mkb
binnen trekken die actueel gaan worden.’
Waar zitten de uitdagingen de komende tijd? Van Deutekom: ‘We hebben op de HAN met al onze
medewerkers en studenten een enorme bron van ken-
nis. Die willen we nóg beter ontsluiten en ten volle
inzetten voor de regio.’
Berendsen: ‘We sluiten natuurlijk nauw aan op de
programmalijnen van de HAN, waaronder energie en
milieu, ondernemen en creativiteit en management
van bedrijfsprocessen. Het is steeds weer kijken wat
ertoe gaat doen in ondernemersland.’
www.han.nl/sbc
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N16 17
Tradit iegetrouw werd eind augustus, t i jdens de opening van het studiejaar van de HAN, de Mr. Van der Bruggenprijs uitge-reikt aan een student en een medewerker die het afgelopen jaar ‘boven het maaiveld uitstaken’. De jury had mensen gezocht die daarbij ook nog een rol hadden gespeeld in de kwaliteits-slag waarin de HAN zich weet en de internationaliseringsslag waarin ons land zich bevindt . Van de medewerkers viel Nevzat Cingoz in de prijzen, docent en ver trouwenspersoon van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Reden genoeg om ‘ns met hem contact op te nemen.
Tijdens het telefonisch interview wordt Cingoz verschillende keren
onderbroken door studenten die met een vraag zijn kamer komen bin-
nenlopen. ‘Ik zie je zo wel in de kantine’, luidt steeds zijn antwoord.
Nee, hij vindt die storingen niet vervelend. Sterker nog, hij wil juist
Het Ins t i tuut Pabo ( Pabo Arnhem en Pabo Groenewoud Ni jmegen ) van de Hogeschool van Arnhem en Ni jmegen heef t een zeer posi t ieve beoordel ing ont vangen voor de kwali te i t van haar onderwijs . Di t terwij l de overheid, in het l icht van aanhoudende geluiden over gebrekkige kwal i te i t van de pabo’s , besloten had ex tra kr i t isch en diepgaand te k i jken naar met name het niveau van het onderwijs . U i t het beoor-del ingsrappor t van de NQ A ( Nether lands Qual i t y Agency) bl i jk t dat beide HAN-pabo’s het zeer goed doen.
Pabo Groenewoud scoort 18 keer ‘goed’ op de 20 beoordelingscriteria,
Pabo Arnhem 19 keer ‘goed’. Veel pabo’s (en andere hbo-opleidingen in
het land) worden voornamelijk ‘voldoende’ beoordeeld. De pabo’s van
de HAN springen er dus positief uit.
Eens in de zes jaar worden hbo-opleidingen bezocht en beoordeeld door
een panel van een visiterende instantie als het NQA. Het panel van de
NQA kwam tot deze zeer positieve beoordeling door veel documenten
te lezen: het zelfevaluatierapport, maar ook lesmateriaal en beleids-
notities. En door te spreken met studenten, docenten, management en
werkveldvertegenwoordigers.
Zeer tevredenEnkele zinsneden uit de rapporten van beide pabo’s over het criterium
‘hbo-niveau’: ‘Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding niet
alleen de beoordeling van het eindniveau goed heeft vastgelegd, maar
criteria en procedures ook zorgvuldig toepast’ en ‘het werkveld en
alumni … zijn zeer tevreden over het niveau’. Ook het instroombeleid
wordt positief gewaardeerd: ‘Startassessments … geven de opleiding
goed inzicht in het beginniveau van de studenten’ en ‘… biedt voor spe-
cifieke groepen aangepaste leerroutes …’.
Het panel onderzocht ook de studielast (‘enquêtes onder studenten
tonen positieve resultaten’), toetsing (‘gedegen opzet voor de bewaking
18 19
Nederland kan niet zonder allochtoon talent
Pabo’s HAN springen er bovenuit
Nevzat Cingoz, winnaar Mr. Van der Bruggenpri js:
Extra strenge beoordel ing
Nevzat Cingoz tijdens zijn dankwoord na het ontvangen van de Mr. Van der Bruggenprijs.
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
graag voor studenten altijd zoveel en zo gemakkelijk mogelijk beschik-
baar zijn, vanuit de wetenschap dat dat met name allochtone studenten
juist zeer aanspreekt. ‘Die willen graag een persoonlijke, vriendschap-
pelijke begeleiding tijdens hun studie.’
Het is, zo geeft hij aan, zijn manier om bij te dragen aan het beter
benutten van het talent onder allochtone jongeren, want dat gebeurt nu
onvoldoende door werkgevers in Nederland. ‘Doordat ze bi-cultureel
opgevoed zijn - thuis Turks of Marokkaans, buiten Nederlands - zijn
deze jongeren van nature f lexibeler, hebben een goed aanpassingsver-
mogen en meer incasseringsvermogen.
Voorbeeldfunct ieOmdat velen al op jonge leeftijd voor hun ouders tolken en de officiële
zaken regelen - als hypotheekzaken, belastingaangifte en verzekerin-
gen - en daarnaast ook hun kleine zusjes en broertjes helpen met hun
schoolwerk, zijn ze volwassener dan hun leeftijdgenoten en zijn ze al
op jonge leeftijd organisatorisch vaardig.’ Het beter benutten van die
kwaliteiten zorgt er ook voor dat werkgevers er beter in zullen slagen
een omvangrijke marketingdoelgroep te bereiken. ‘Allochtonen in
Nederland hebben een besteedbaar inkomen van 1,7 miljard euro. Het
is dus een marketingdoelgroep om rekening mee te houden en dat kan
het beste als je als werkgever over werknemers beschikt die zelf tot die
doelgroep behoren en de cultuur ervan kennen. En Nederland zit allang
niet meer op een eiland, maar maakt deel uit van een globaliserende
wereld, waarin je alleen goed zaken kunt doen als je kennis hebt van
andere culturen. Door dat talent van allochtonen jongeren binnen te
halen, haal je ook die kennis binnen.’
Feit is dat dat nog te weinig gebeurt. ‘Ik denk dat het een kwestie is van
onbekend maakt onbemind. Zeker de overheid zou nog veel meer dan
ze nu doet hierin een voorbeeldfunctie moeten vervullen. Daar betalen
we met z’n allen toch belasting voor.’
Niet afgestemdOok vraagt de verdergaande emancipatie van allochtonen, naar de
mening van de prijswinnaar, andere onderwijsmethodieken. ‘De hui-
dige zijn ontwikkeld in de jaren tachtig toen het aandeel allochtonen
in het hoger onderwijs nog nihil was. Ze zijn dus niet afgestemd op de
specifieke behoeften van die etnische student. Ook de docentenpopu-
latie hier - veelal tussen de veertig en vijftig jaar oud - is niet opgeleid in
een omgeving met veel allochtonen zoals nu het geval is. Dit vraagt om
aanpassingen. Niet alleen op school, maar ook binnen bijvoorbeeld de
stagebedrijven’, aldus Nevzat Cingoz, zelf geboren in Turkije en sinds
zijn dertiende in Nederland.
Betty van Waesberghe
Directeur van Pabo Arnhem
‘We zetten al jaren in op
twee speerpunten.’
Yvonne Visser
Directeur van Pabo
Groenewoud
‘Het personeel staat open
voor vernieuwing.’
van de kwaliteit van de toetsen’), de kwaliteit van docenten (‘het panel
heeft een positieve indruk over de motivatie, de kwaliteit en de profes-
sionaliseringsactiviteiten van het personeel’) en het kwaliteitszorg-
systeem (‘dialoog en gedegenheid voeren de boventoon’).
SpannendBetty van Waesberghe, directeur van Pabo Arnhem en Yvonne Visser,
directeur van Pabo Groenewoud, hadden wel op de positieve uitslag
gerekend. ‘Dat klinkt wellicht onbescheiden, maar we zetten al jaren in
op twee speerpunten: vergroten van de kwaliteit en samenwerking met
het werkveld. Het is dan mooi dat juist deze twee belangrijke zaken als
sterke punten naar voren komen. Zo n visitatie blijft natuurlijk span-
nend, omdat de visitatie voor de Pabo s verzwaard is met een tweede
bezoekdag, waarbij specifiek wordt getoetst op het hbo-niveau.’ Het
resultaat is wat de directeuren betreft in de eerste plaats te danken aan
de kwaliteiten van de docenten en het ondersteunend personeel. ‘Zij zijn
kwaliteitsbewust en staan open voor vernieuwing. Daarnaast hebben
we een goed kwaliteitszorgsysteem.’
Het College van Bestuur van de HAN toonde zich verheugd over en trots
op dit bijzondere resultaat.
praktijk behoefte aan heeft. Naast mijn werk als docent
loop ik namelijk geregeld rond in het bedrijfsleven om
informatie te krijgen voor het opstellen van onderwijs-
programma’s voor het post-hbo-deel van deze faculteit.
Ik denk dat ik voor mijn cursisten een goede sparring-
partner ben. Ik stel hen vaak de vraag: ‘Kan, wat je in je
praktijk doet, niet anders, handiger, beter? Ja, ik stimu-
leer, orden en maak manifest wat al aan latente kennis
en vaardigheid aanwezig is, zorg dat het wordt afgezet
tegen wat mede-cursisten in die situaties doen en voeg
instrumenten toe om managementtaken anders en
beter te doen. Intellectuele gesprekken, met een steeds
weer uitdagende inhoud. Daarom besloot ik al tijdens
mijn Pabo-opleiding dat het basisonderwijs niets voor
mij was. Daar zijn de leerlingen te jong en is het opvoed-
kundig element te belangrijk. Daarom koos ik voor het
lager beroepsonderwijs - juist het toegepaste spreekt me
aan - en daarbinnen al gauw voor de bovenbouw.’
HoudbaarheidHij bleef binnen het lager beroepsonderwijs actief tot-
dat, door het teruglopend aantal studenten, zijn baan
in het geding kwam en de gebrekkige aansluiting op de
behoeften van het bedrijfsleven hem te zeer ging tegen-
staan. ‘Dat ergerde me. Waar en voor wie ben ik hier
eigenlijk bezig? Contact met bedrijfsleven, dat ik hier
aan de HAN aardig kan onderhouden, had ik daar niet.
Rob Westerdijk
Hoofddocent faculteit
Economie en Management
‘Iemand met een vraagstuk
verder helpen, dat vind ik mooi.’
Rob Westerdijk koos er alweer jaren geleden voor niet langer aan de ‘Einstein-generatie’ maar aan werkenden les te gaan geven. Om te borgen dat zijn stijl en inhoud van lesgeven zoveel mogelijk aansloten bij de behoeften van zowel leerling als beroepspraktijk. Hij zei ‘ja’ tegen een interview om het onderwijs deze vraag voor te houden: ‘Mogen we tevreden zijn als onze studenten hun diploma hebben?’
Zodra Rob Westerdijk vertelt waar hij is opgegroeid,
valt z’n wat Amsterdams aandoende accent op. Maar in
doen en laten voelt de geboren Noord-Hollander zich
meer Rotterdammer. Doelgericht. ‘Ik ben niet altijd zo
gezellig. Ik moet er bewust voor zorgen dat ik genoeg
tijd geef aan het sociale. In het onderwijsproces toch
óók niet onbelangrijk. Maar ik ben echt een exponent
van het Hollandse, dat direct aan de slag gaan.’
K rachtDie houding komt meestal wel van pas nu Westerdijk,
hoofddocent aan de faculteit Economie en Management,
niet meer aan jonge studenten, maar aan werkenden les-
geeft. Dat zijn vaak drukbezette mensen die zich snel
afvragen: ‘Wat is de toegevoegde waarde van deze les-
stof voor mijn werk?’
’Daar ligt mijn kracht als docent; dat ik weet waar de
Zoeken naar toegevoegde waardeDocent Rob Westerdi jk over zi jn vak
En m’n houdbaarheid… Als je veertig-plus bent, wordt
het lastig om de taal, de cultuur en de manier van leren
van jonge mensen - het multi-tasken - te begrijpen. Die
manier van leren was trouwens bij het lbo niet geïncor-
poreerd in de lesmethodiek. Inhoud en didactiek sloten
steeds minder aan bij de studenten en de behoefte van
het bedrijfsleven.’
Hij startte een deeltijdstudie Bedrijfssociologie aan de
Erasmus Universiteit en met de bul op zak stapte hij
het onderwijs uit en de Nederlandse Spoorwegen bin-
nen, als organisatieontwikkelaar. Om na een paar jaar
alweer terug te keren in het onderwijs, maar nu bij de
HAN. En niet meer voltijds en niet voor jonge studenten
van de ‘Einstein-generatie’, maar vooral - en dat steeds
meer - voor beroepsbeoefenaars. ‘Als je me nu vraagt
waarvoor ik elke ochtend weer met enthousiasme mijn
bed uitkom, dan is het die doelgroep. Daar doen we in
het reguliere onderwijs veel te weinig mee. Er gaan hon-
derden miljoenen om in de beroepsontwikkeling van
werkenden, maar negentig procent wordt overgelaten
aan private opleidingen. Terwijl we hier alle faciliteiten
voor handen hebben om ook werkenden op te leiden, om
ze employable te houden. Daar zijn beroepsopleidingen
feitelijk toch voor gemáákt. Het veilig stellen van onze
gerichtheid op werkenden en het bewust worden dat de
student van 18 tot 24 jaar niet de alleenzaligmakende
doelgroep is, da’s hier nog een uitdaging.’
Waar toe?Westerdijk besteedt tegenwoordig tachtig procent
van zijn tijd aan de ontwikkeling van opleidingen
voor de ‘commerciële tak van sport’ binnen de HAN.
Nog maar twintig procent staat hij voor de groep.
‘Nee, niet omdat ik op het onderwijs uitgekeken ben.
De keuze voor werkenden heeft wél z’n kiem in mijn
verleden als docent, in de ervaring van de gebrekkige
aansluiting met de praktijk. Maar doceren vind ik nog
steeds leuk. Iemand die met een vraagstuk worstelt
verder helpen, te merken dat je ‘m echt toegevoegde
waarde levert voor zijn beroep, dat vind ik ongeloof-
lijk mooi.’
‘Daarom is het werk hier ook spannender dan voor
reguliere studenten. Werkenden hebben weinig tijd
en rekenen je er direct op af als ze niets met je stof
kunnen. Studenten hebben die kritische houding
minder, die zijn meer uit op studiepunten. Ze hebben
nog geen idee van wat ze na hun studie precies nodig
hebben. Daarom heb ik ‘ja’ gezegd tegen dit inter-
view. Omdat ik mijn verhaal kwijt wil. Omdat ik wil
dat we binnen het onderwijs ons vaker de vraag stel-
len: ’Waartoe zijn we hier bezig?’ Mogen we tevreden
zijn als onze studenten hun diploma hebben? Nee!
Pas als ze een passende baan hebben gevonden.’
‘Daarom heb ik ‘ja’ gezegd tegen dit interview. Omdat ik mijn verhaal kwijt wil’
20 21
Een 7,3 voor aansluit ing prakt i jkDe tevredenheid over de opleiding onder
afgestudeerden van de HAN is toegeno-
men. Afgestudeerden uit het studiejaar
2005-2006 geven een verbetering aan van
de kansen op de arbeidsmarkt, het salaris
en de carrièremogelijkheden. In vergelijking
met het landelijke gemiddelde scoort de
HAN hoog. Dat wijst de HBO-monitor 2007
uit die in september werd gepubliceerd. Dit
is een landelijk onderzoek onder afgestu-
deerden naar de opleidingskwaliteit.
Vergeleken met het landelijk gemiddelde
scoort de HAN onder meer op het thema
‘Aansluiting op de beroepspraktijk’. HAN-
alumni geven voor de ondersteuning bij de
overgang van opleiding naar werk en de
aansluiting van de opleiding op het gevon-
den werk een ruime voldoende (7,3 ten
opzichte van 7,2 in 2006). Landelijk verge-
leken zijn HAN-alumni net iets contenter
dan hun collega’s van andere hogescho-
len met de voorbereiding op de actuele
beroepspraktijk (6,7 versus 6,6 landelijk),
de aansluiting van het onderwijs op actu-
ele ontwikkelingen (6,2+ versus 6,2) in het
vakgebied en de studeerbaarheid (7,2+
versus 7,2).
De kwaliteit van de docenten scoort onder
de HAN-alumni een voldoende (6,9 tegen-
over 7,0 in 2006). In vergelijking met het
landelijk gemiddelde zijn de HAN-alumni
net iets meer tevreden over de bereikbaar-
heid van de docenten (6,8+ versus 6,7
landelijk).
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
22 23
Controle aangifte niet meer nodig
Ondernemende HAN-alumni sluiten convenant met belastingdienst
Kubbetdin Akkurt en Mehmet Ilhan Kayhan, directeuren Picasso:
‘Het volle vertrouwen van de belastingdienst.’
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
‘De belast ingdienst kwam bi j s tar tende - en vaak al lochtone - ondernemers s teeds meer onze naam tegen. Ze hebben ons toen voor een gesprek ui tgenodigd, wat ui te indel i jk resul teerde in di t convenant .’ Aan het woord is Kubbetdin Akkur t , afgestudeerd aan de Hogeschool van Arnhem en Ni jmegen en een van de twee directeuren van Servicebureau Picasso, dat diensten lever t aan ondernemers op het gebied van boekhouding, loonadminis t rat ie en bedr i j fsadvies .
Kubbetdin studeerde Bedrijfseconomie en samen met zijn vriend
Mehmet Ilhan Kayan die, eveneens aan de HAN, Fiscale Economie
studeerde, vormt hij de directie van de VOF Picasso.
De beide ex-studenten van Turkse afkomst richtten samen met een
derde afgestudeerde -‘die is intussen met een grote klant meegegaan’-
het bedrijf op, met eigen geld als startkapitaal. Klanten betalen een
vast maandbedrag en daar levert Picasso de diensten voor. Kubettdin:
‘Verzekeringen, hypotheken, brieven naar de overheid, financiële
zaken, noem maar op.’ Het bureau loopt goed en steeds meer startende
en vooral ook allochtone ondernemers vinden hun weg naar Picasso.
Ongeveer zeventig procent van de klanten is van Turkse origine, van-
daar het grapje: ‘Wij zijn halal boekhouders.’
ConvenantSteeds vaker dook de naam van hun bureau op in de contacten tussen
de belastingdienst en startende allochtone ondernemers. De belas-
tingdienst Rivierenland heeft nu met Picasso een convenant gesloten
over het begeleiden van die startende ondernemers bij het voeren
van de administratie en het voldoen aan de fiscale verplichtingen.
Voor veel startende ondernemers - en vooral voor allochtone - is dit
vaak een moeilijke klus; ze zijn onvoldoende op de hoogte van alle
wetten en regels. Picasso helpt hen bij het invullen van de aangiftes.
Uitgangspunt is dat de ondernemer vrijwillig aan zijn fiscale verplich-
tingen wil voldoen.’
De samenwerking tussen de belastingdienst en Picasso moet ertoe
leiden dat de aangifte als ‘convenantaangifte’ kan worden behandeld,
dat wil zeggen dat de belastingdienst op de kwaliteit van de aangifte
kan vertrouwen. ‘Wij geven dus aan dat de klant betrouwbaar is en de
juiste gegevens heeft aangeleverd. De belasting hoeft dan niet alles
zelf te controleren’, aldus Kubbetdin. De belasting werkt al jaren op die
manier met grote instellingen via de accountantsverklaring, maar op
deze manier gaat het ook werken voor kleine, startende bedrijven.’ De
noodzaak tot controle achteraf door de belastingdienst wordt hiermee
kleiner en de rechtszekerheid van de ondernemer neemt toe.
PlanIn de preambule van het convenant onderschrijven beide partijen het
maatschappelijk belang van het goed begeleiden van startende onderne-
mers van allochtone origine. Gezamenlijk moet een begeleiding tot stand
komen die de kwaliteit van de aangifte bevordert. Picasso maakt daartoe
met de klanten duidelijke afspraken over een stappenplan. Afspraken
over bijvoorbeeld de administratie, de archivering of het bijhouden van
een kasboek. Kubbetdin: ‘Wij willen van de klanten een keurig en helder
administratie-overzicht hebben; ze moeten niet met een schoenendoos
met bonnetjes aankomen.’ Alleen klanten met een degelijk stappenplan
komen in aanmerking voor een convenantaangifte. Picasso garandeert
dan de belastingdienst dat de aangifte klopt en de klant betrouwbaar is.
Het betreft een proef die deze zomer is ingegaan met een looptijd van
twee jaar. Na afloop van die periode volgt een evaluatie.
Picasso heeft inmiddels een aantal klanten dat onder het convenant
gaat vallen. Dat betekent dus dat de belastingdienst veel vertrouwen in
Picasso heeft? ‘Dat klopt’, beamen de directeuren. ‘En dat moeten we
ook zo houden.’
HAN
Creative Masterclasses 2008
In de serie HAN CREATIVE MASTERCLASSES ontvangt de HAN een van ’s werelds momenteel meest gevraagde spre-kers over de opkomst van Azië: Kishore Mahbubani. Professor Mahbubani is auteur van het geruchtmakende boek The New Asian Hemisphere (in Nederland net uitgebracht onder de titel De Eeuw van Azië). Wie begrijpen wil wat de opkomst van Azië écht betekent en met andere ogen naar globalisering wil kijken mag deze lezing niet missen. MEER WETEN OF INSCHRIJVEN? KIJK OP WWW.HAN.NL/MASTERCLASSES OF BEL HAN EVENT 024 353 04 98.
HAN/NRC Publiekslezing op 8 december 2008
van 20.00 tot 22.00 uur
De Vereeniging, Nijmegen
KISHORE
MAHBUBANI
DE EEUW VAN AZIË
08366_HAN_Adv.KihoreMahbubani.in1 1 29-10-2008 15:36:45
24 25
‘een coöperatie is kleinschalig en de li jnen zijn kort. Dat werkt goed op het platteland’
‘Mensen verklaarden ons soms voor gek. Maar het kán!’
het gebied langs de provinciale weg Vorden-Ruurlo-
Borculo.
Breedbandinternet biedt legio voordelen: bedrijfsvoe-
ring via internet, zakendoen met een bankmedewerker
via een videoverbinding, zorg op afstand, videobe-
waking van verder weg gelegen stallen, versturen van
films, informatie zoeken, contacten onderhouden, tele-
foon, televisie…
Het project, B3N geheten, staat onder leiding van de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Na de demon-
stratiefase, waarin ongeveer honderd huishoudens en
bedrijven glasvezel krijgen, worden ook andere huis-
houdens en bedrijven aangesloten in het buitengebied
van de gemeenten Berkelland en Bronckhorst. ‘Dan
hebben ze een state-of-the-art verbinding van honderd
Megabit per seconde per aansluiting. Uploaden én
downloaden. Dat is bijzonder, de meeste internetver-
bindingen zijn asymmetrisch, daar kun je meer data
binnenhalen dan versturen.
In de toekomst kan het zelfs nóg sneller’, vertelt Erik
Kwak, één van de projectleiders. Hij deelt deze functie
met collega Hans Brons. Beiden zijn verbonden aan het
lectoraat Telecommunicatie & Netwerken van de HAN.
Kwak: ‘Dit is een ontzettend leuk project met onortho-
doxe oplossingen. Mensen verklaarden ons soms voor
gek, haha. Maar het kan en de mensen willen het!’
Innovat ieOptische vezelnetwerken in bovengenoemde regio
beperken zich nu nog tot de bebouwde kom en bedrij-
Jan Fikken
Manager Innovatie en
Coöperatiezaken, Rabobank
Graafschap Noord
‘Snel internet is een voorwaarde
voor innovatie.’
Prof. Jaap van Till
Lector Telecommunicatie &
Netwerken, HAN
‘In leegstaande boerderijen kun
je kennisintensieve bedrijven
vestigen.’
Erik Kwak
Projectleider B3N en Consultant
bij het lectoraat Telecommunicatie
& Netwerken, HAN
‘Een state-of-the-art verbinding
van 100 Megabit per seconde.’
Begin 20 0 9 k r i jgen de eer s te inwoner s en bedr i jven in het bui tengebied van de Gelderse gemeenten Berkel land en Bronckhorst razend-snel internet . De aanpak is bi jzonder. Afnemers, verenigd in een coöperat ie, worden eigenaar van een glasvezelnetwerk . Bovendien graven boeren en buitenlui zel f s leuven voor de kabel . Bewoners en ondernemers in het Achterhoekse buiten-
gebied zijn verstoken van snel internet. Daarin moet
begin volgend jaar verandering komen. Dan start de
eerste fase van de aanleg van een glasvezelnetwerk in
Boer zoekt breedband
Onorthodoxe oplossingen voor snel internet in buitengebied venterreinen. Voor kabelbedrijven is het commercieel
niet interessant om een groot, dunbevolkt gebied van
glasvezel te voorzien. De aansluitingen in de bebouwde
kom zijn langzamer dan die van B3N, omdat het laatste
deel van de verbinding van koperdraad is. Dat vertraagt
de informatiestroom. Naast kabel is er ADSL, maar
de kwaliteit ervan daalt naarmate de lijn verder van de
centrale ligt, dus niet iedereen kan er in dezelfde mate
van profiteren. Een andere methode, inbellen via de
telefoon, is traag, kost de consument veel geld en gaat
verdwijnen.
‘Steeds meer bedrijven zijn afhankelijk van een snelle
internetverbinding. Er zijn zelfs bedrijven in het gebied
die hebben aangegeven dat ze willen verkassen. Er
moest iets gebeuren’, zegt Jan Fikken. Hij is als mana-
ger Innovatie en Coöperatiezaken bij de Rabobank
Graafschap Noord betrokken bij B3N. De Rabobank
heeft belang bij het project. Klanten willen bijvoor-
beeld internetbankieren en de bank wil graag Rabo-tv
beschikbaar stellen aan haar klanten. Ook indirect
heeft de bank belang bij de economische ontwikkeling
van het gebied. Fikken: ‘Snel internet is een voorwaarde
voor innovatie.’
Posi t ieve react iesAan de wieg van het project staat de HAN. Jaap van
Till, lector Telecommunicatie & Netwerken hoorde via
de provincie Gelderland van de ‘witte vlekken’ in de
plannen voor glasvezelnetwerken. Na een gesprek bij
de gemeente Bronckhorst voerden HAN-studenten, op
verzoek van deze gemeente, een onderzoek uit naar de
behoefte aan breedbandinternet in het buitengebied.
Dat gebeurde eind 2006, begin 2007. Tachtig procent
van de ondervraagden had direct interesse in een betere
breedbandaansluiting. ‘We kregen heel veel positieve
reacties’, zegt Van Till. ‘Voor boeren is internet een
bedrijfsmiddel. Maar ook oudere bewoners willen graag
een aansluiting, omdat daardoor zaken als zorg op
afstand mogelijk worden en zij langer thuis kunnen
wonen.’
Voldoende belangstelling is een voorwaarde voor de
aanleg van een glasvezelnetwerk. Van Till: ‘Anders
betaal je een hele spoorlijn voor twee passagiers, bij
wijze van spreken.’
Zel f gravenIn 2007 startte een vervolgproject: B3N. Het project
wordt gedragen door de provincie Gelderland, de
gemeenten Bronckhorst en Berkelland, de Rabobank
en de SEO Achterhoek. In eerste instantie onderzochten
HAN-studenten wat er nodig is voor een breedbandnet-
werk, wat de kosten zijn en wat er technisch en organi-
satorisch bij komt kijken. Het is een complex traject. En
kostbaar, vooral de apparatuur die ervoor moet zorgen
dat de data in rap tempo over de lijn f litsen. Ook de
graafwerkzaamheden lopen in de papieren. Erik Kwak:
‘Om deze kosten te drukken, laten we de eigenaren van
de grond zelf de sleuven voor hun kabel graven, van de
weg tot aan hun eigen meterkast.’ Er is geen vergunning
nodig voor het graven op eigen terrein. Bovendien ken-
nen de boeren hun terrein als geen ander. ‘Ze kunnen
gebruik maken van trajecten van de riolering die enkele
jaren geleden is aangelegd. Op de plek waar de riolering
ligt, staan geen bomen en we kunnen beschikken over
de digitale tekeningen’, vult Van Till aan.
Overz ichte l i jkDe deelnemende partijen bekijken gezamenlijk de
financiering. De bedoeling is dat het project later dit jaar
wordt overgenomen door een coöperatie, die momen-
teel op poten wordt gezet. Alle deelnemers worden lid
van deze coöperatie en worden daarmee mede-eigenaar
van het glasvezelnetwerk. ‘Het is kleinschalig, over-
zichtelijk en de lijnen zijn kort. Dat werkt goed op het
platteland. Bovendien kan de coöperatie een hypotheek
afsluiten om de aanleg van het netwerk te betalen’,
vertelt Rabo-man Jan Fikken.
De leden van de coöperatie betalen een bedrag aan
lidmaatschap, eenmalige aansluitkosten en een maan-
delijks abonnement. Erik Kwak: ‘Het kost hen geld,
maar ze krijgen er veel voor terug, waaronder kwali-
teitsverbetering en waardevermeerdering van het huis,
minder isolement en de mogelijkheid van moderne
bedrijfsvoering.’
Kennisboerder i jenBreedbandinternet biedt ook nieuwe vestigingsmo-
gelijkheden voor bedrijven Te denken valt aan toe-
leveringsbedrijven of internetwinkels. Van Till: ‘Door
schaalvergroting en bedrijfsovernames, komen boerde-
rijen leeg te staan. Daar kun je kennisintensieve bedrij-
ven huisvesten: kennisboerderijen. Of telewerkplekken
voor mensen die in de steden werken en niet dagelijks in
de file willen staan.’
Gekozen is om te beginnen met een demonstratiefase,
omdat bij de aanleg innovatieve technieken en procedu-
res worden gebruikt, zoals het eigenhandige graafwerk
van de boeren. ‘We moeten eerst kijken hoe dat uit-
pakt’, zegt Kwak. Voortbouwend op de resultaten van
deze fase, krijgt het hele buitengebied in de gemeente
Berkelland en Bronckhorst breedbandaansluitingen en
breidt de coöperatie zich uit. Inmiddels hebben ook
diverse andere gemeenten en provincies belangstelling
getoond voor het project. ‘Wat hier gebeurt, is origineel.
Het kan bewoners en bedrijven in buitengebieden elders
inspireren iets soortgelijks te doen met hulp van de ken-
nis van de HAN en haar studenten.’
www.b3n-coopnet.nl
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
26 27
Piet Verbiesen: “Een gat in de juridische markt.’
taire dingen als tellen en dag zeggen: Zai jian (uitgesproken
als tsaijdjen). En proost: gan bei.’ Business gaat in China
gepaard met copieuze maaltijden en veel drank. Zodra het
woord gan bei klinkt, dient de borrel in één teug in het
keelgat te verdwijnen. ‘Handig om te weten.’
Een belangrijk onderdeel van de minor is de opdracht
die studenten moeten uitvoeren bij een bedrijf. Daarvoor
doen ze zelf de acquisitie. Talitha Mehlbaum onderzocht
met een groepje de mogelijkheden voor uitbesteding van
tandtechnisch werk in China. Net op dat moment kwam
een Belgisch Kamerlid met de onheilstijding dat Chinese
kronen giftige stoffen bevatten. ‘Dus onze opdrachtge-
ver, een tandtechnisch laboratorium, besloot om voorlo-
pig niet met China in zee te gaan. Wij hebben onder meer
gekeken naar de mogelijkheden voor controle en wat je
kunt doen om de kwaliteit te bewaken. Zo’n opdracht
is heel goed en leerzaam omdat je bezig bent voor een
bestaand bedrijf. Ik ben internationaal gefocust. Dankzij
Asian Studies wil ik meer met China gaan doen. De minor
staat bovendien goed op je CV.’
Frui tOok Fruitmasters BV in Geldermalsen had minor-
studenten in huis gehaald voor een onderzoek. De komende
jaren neemt in China de vraag naar fruit enorm toe. Maar
hoe bereik je nu die markt? Fabien Dumont, salesmanager
bij Fruitmasters: ‘De HAN-studenten hebben onder meer
onderzocht welke producten er al in China op de markt
zijn, wie onze concurrenten zijn, wat de prijzen zijn, welke
Fabien Dumont
Salesmanager bij Fruitmasters
‘De studenten kunnen de kennis
die ze bij ons hebben opgedaan
later gebruiken voor andere
markten.’
Rob van Herwijnen
Senior projectmanager bij
Oost NV en ‘Chinaman’ van de
gemeente Arnhem
‘Bedrijven kunnen profiteren van
studenten met China-ervaring.’
Arno Teunissen
Docent Economie aan de facul-
teit Economie en Management
‘Er bestaan vrij veel gevoelig-
heden.’
Talitha Mehlbaum
Vierdejaars Commerciële
Economie
‘De minor staat goed op je CV.’
S teeds meer bedr i jven laten hun oog val len op China, hetz i j voor of fshor ing, hetz i j voor expor t van goederen. Zakendoen met di t enorme land-in-opkomst vergt enige kennis en kunde. Vandaar dat de HAN-faculte i t Economie en Management s tudenten de Engels tal ige minor ‘Asian Studies’ biedt . Een ondernemer : ‘ Iemand die ie ts over China weet , heef t een pre.’
Het zwaartepunt in de wereldeconomie verschuift rich-
ting Azië. Vooral China is hot; veel bedrijven overwegen
om er zaken te gaan doen. ‘Daar liggen mogelijkheden
voor onze studenten. Dat is de reden dat wij zijn begon-
nen met Asian Studies, ook wel ‘Doing Business in China’
genoemd. Deze minor is bedoeld als eerste kennismaking
met internationaal zakendoen, met het zwaartepunt bij
China. Leuk is dat Chinese studenten zich hiervoor even-
eens inschrijven. Voor hen is het interessant om te leren
hoe wij in het westen tegen hun land en cultuur aankij-
ken’, vertelt Arno Teunissen. De HAN-docent is één van
de initiatiefnemers van Asian Studies, dat in januari 2007
voor het eerst werd gegeven.
OpdrachtTalitha Mehlbaum, vierdejaars Commerciële Economie,
volgde de minor in de eerste helft van 2008. ‘Ik heb
veel geleerd over de hoogte- en dieptepunten van de
Chinese Economie, over zaken doen en over omgaan met
Chinezen. Tijdens Chinese les behandelden we elemen-
Zai jian en gan beiHAN leert studenten en bedri jven zakendoen in China
procedures je moet volgen bij export en hoe je deze door-
loopt.’ Dumont is zelf tweeënhalf jaar bezig met verken-
ning van de Chinese fruitmarkt. Hij was al overtuigd van
de mogelijkheden. ‘Dankzij het onderzoek en de presenta-
tie van de studenten over de te volgen guideline, is er meer
draagvlak binnen Fruitmasters voor plannen richting
China en zijn meer mensen gaan beseffen dat daar een
groeimarkt ligt. Ik denk dat het zowel voor ons als voor de
studenten goed was. De studenten kunnen de kennis die
ze bij ons hebben opgedaan later gebruiken voor andere
markten met dezelfde soort distributiekanalen.’
Prof i terenBij het opbouwen van het regionale bedrijvennetwerk
waar studenten terechtkunnen voor hun opdracht, heeft
de HAN hulp gekregen van Rob van Herwijnen. Hij is
senior projectmanager Foreign Investments bij Oost NV
en is bij de gemeente Arnhem verantwoordelijk voor de
economische contacten met China. ‘Een keer per jaar
ga ik met mensen uit het midden- en kleinbedrijf naar
China. De belangstelling voor dat land groeit nog steeds.
Bedrijven maken een rekensommetje: de lonen hier stij-
gen, de kwaliteit van Chinese producten neemt toe. Er
zijn veel combinaties mogelijk met activiteiten in China.
Ik vind het een goede zaak dat de HAN Asian Studies
aanbiedt. Studenten kunnen bedrijven die iets met China
willen, helpen met onderzoek. Bedrijven kunnen profite-
ren van studenten met China-ervaring.’
Van Herwijnen helpt de HAN ook met het leggen van con-
tacten in China, zoals met de universiteit van Wuhan, die
de huidige groep minorstudenten in november bezoekt.
Want bij Asian Studies hoort een tiendaagse studiereis
naar China met uitstapjes naar bedrijven en universitei-
ten. Arno Teunissen: ‘Ze kunnen dan echt méémaken hoe
het daar is en het geleerde in de praktijk brengen.’
MeezingenTijdens de lessen wordt veel aandacht besteed aan omgang
met Chinezen. Zakendoen in China betekent: vertrouwen
winnen, relaties opbouwen. En zonodig meezingen met
karaoke. Arno Teunissen vertelt: ‘Er bestaan vrij veel
gevoeligheden. Uitwisselen van visitekaartjes gaat in
China bijvoorbeeld gepaard met een hele ceremonie.
Je dient het kaartje met twee handen aan te pakken en
uitgebreid te bewonderen. Daarna leg je het naast je op
tafel. Het is voor een Chinees uiterst beledigend wanneer
je zo’n kaartje direct achteloos in je binnenzak steekt.’
De Chinese samenleving is vrij hiërarchisch, wat onder
meer terugkomt in de tafelschikking. Kenners zien in
één oogopslag wie aan tafel belangrijk is. Naast cultuur
speelt politiek een rol. ’Chinezen opereren niet vanuit
zichzelf, maar vanuit een heel netwerk. De overheid is
bijvoorbeeld een van al die partijen die meezingen op de
achtergrond. Daarom opereert een Chinese zakenpart-
ner indirect, hij houdt altijd een slag om de arm en gaat
niet, zoals wij gewend zijn, recht op het doel af. Hij zegt
ook nooit nee. Als westerling moet je op een beleefde
manier duidelijk maken wat je wilt. Anders blijf je om de
hete brij heen draaien’, zegt Teunissen.
Chinabal ieDankzij de minor groeit de China-expertise binnen de
HAN. Dat geldt ook voor het netwerk. Er zijn steeds
meer contacten met regionale bedrijven die hun pijlen
op China richten en ook in China groeit het aantal HAN-
relaties met bedrijven en universiteiten. Arno Teunissen:
‘We zijn nu bezig met een scenario voor een Chinabalie.
We willen peilen bij het regionale bedrijfsleven of er
behoefte is aan ondersteuning. Uiteindelijk kunnen
steeds meer mensen van de door ons opgebouwde
kennis profiteren.’
‘Ik heb veel geleerd over de hoogte- en dieptepunten van de Chinese economie’
MinorEen minor is een keuzeprogramma van
een half jaar, bedoeld voor derde en vier-
dejaars hbo-studenten die daar fulltime
mee aan de slag gaan. Asian Studies is
onderverdeeld in vier onderdelen. Chinese
Economy behandelt de Chinese economie
en zakelijke omgeving met de focus op de
verbanden tussen China en de wereldeco-
nomie. Studenten krijgen achtergrondin-
formatie over marketing en logistiek, ont-
wikkelen vaardigheden op het gebied van
(Aziatische) marktanalyse en leren meer
over financiering van projecten. Logistics &
Marketing gaat dieper in op logistiek, dis-
tributie, transport, marketing en sales. Het
onderdeel Personal Leadership & Cultural
Awareness biedt onder meer Chinese
cultuur, historie en een taaltraining. Tijdens
de minor voeren de studenten een pro-
jectopdracht uit, het vierde onderdeel:
‘Integrated assignment or Project’.
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
28 29
Hugenoten) is zelfstandig communicatiedeskundige
van beroep. Hij ziet het project tevens als een wake-up-
call voor HAN-medewerkers om zich te realiseren dat
zij ook complexe, interfacultaire opdrachten kunnen
uitwerken voor de externe markt. De HAN is prima in
staat om dat soort opdrachten uit te voeren. Het Smart
Business Center is daarvoor het aangewezen loket (zie
kadertekst).
Warm makenLivestars wil de interesse voor bètawetenschappen
bevorderen en het bredere publiek bij techniek betrek-
ken. Het project wil mensen warm maken voor natuur-
kunde, en dan speciaal de sterrenkunde. In de toe-
komst zal waarschijnlijk het Platform Bèta-Techniek
erbij worden betrokken. ‘De Radboud’ hoopt dat dit
project leidt tot een toenemende instroom van studen-
ten Sterrenkunde. Cocheret wijst ook op de maatschap-
pelijke taak van kennisinstellingen om hun kennis
breed beschikbaar te maken.
Het project koppelt een sterrenkijker van de Radboud
aan twee websites. De eerste is voor kinderen en de
tweede voor vwo+. De leerlingen kunnen live kijken
naar hemellichamen die ze zelf uitkiezen.
Dat ‘live’ moet je volgens Cocheret wel wat relativeren;
Elroy Cocheret de la Morinière
Communicatiedeskundige
‘De hoofddoelgroep bestaat uit
kinderen. Je moet die bij de
hand nemen.’
Op de keper beschouwd z i jn haast al le ex terne opdrachten van de HAN tegenwoordig mult i -discipl inair van aard. Te breed voor s lechts één faculte i t . De HAN pakt de handschoen op en haar k lanten kunnen daarom ui t s tekend met brede inter facultaire opdrachten bi j haar te recht . B i jvoorbee ld , he t succesvo l le pro-ject in opdracht van de Radboud Universi te i t Ni jmegen : L ivestars .
‘Da’s nou typisch iets voor de HAN’, dacht Elroy Cocheret
de la Morinière toen Paul Groot, hoogleraar Sterrenkunde
aan de Radboud Universiteit, tijdens een lunch opperde
dat zijn vak eigenlijk via een website toegankelijk moest
worden voor het grotere publiek. Hij kaartte het idee
aan binnen de HAN met als resultaat dat op 1 januari
2009 - de start van het Jaar van de Sterrenkunde - het
project Livestars de lucht in gaat. Je mag wel zeggen: een
geweldige timing. En ook een mooi voorbeeld van een
multidisciplinaire vraag die door verschillende partijen
binnen de HAN is opgepakt. Drie HAN-faculteiten ver-
lenen hun medewerking: Techniek (met Informatica),
Educatie (Lerarenopleiding) en de faculteit Economie en
Management (de opleiding Communicatie).
Cocheret de la Morinière (zijn voorouders waren
Multidisciplinaire HAN-projecten
Scholieren ki jken l ive naar hemell ichamen via telescoop Radboud
het is wel live, maar er beweegt niet zo vreselijk veel op
bijvoorbeeld Betelgeuze of andere sterren; geen mens
die daar de samba danst. Toch is sterrenkijken span-
nend, zeker als je het koppelt aan allerlei educatieve
informatie over de sterrenhemel in ruimere zin: van
serieuze informatie, tot aliens en weerwolven.
Drie facul te i tenHeel plezierig vindt hij de samenwerking tussen de
faculteiten. Techniek maakte de twee websites met hun
functionaliteiten; Educatie gaf daar de inhoudelijke
invulling aan met lespakketten. Kindvriendelijke tek-
sten over bijvoorbeeld sterrenstelsels, testjes, proeven
en experimenten en de wetenschappelijke opzet daar-
van. Belangrijk ook: het aantal hemellichamen is duize-
lingwekkend; waar moet je beginnen? Belangstellenden
moeten een introductie krijgen en een leidraad bij
hun zoekopdrachten, anders zien ze door de driehon-
derd miljard bomen het bos niet meer. Ook daar helpt
Educatie bij.
De faculteit Communicatie (IB&C Institute for
International Business and Communication) zette ten-
slotte een communicatieplan op voor de doelgroepen.
Daartoe onderzochten ze eerst òf kinderen wel in het
internet waren geïnteresseerd, en zo ja in wat dan. Wat
‘Bedrijven en instell ingen met brede opdrachten kunnen uitstekend bij de HAN terecht’
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
the sky is not the limit
vinden ze interessant aan sterrenstelsels en planeten?
De studenten hielden brainstormsessies in scholen en
met kinderen en vwo-scholieren.
Eers te schapenMomenteel hebben de scholen die meededen aan dat
eerste onderzoek door communicatie- en pabo-studen-
ten ook belangstelling getoond om hun leerlingen van
Livestars gebruik te laten maken; de eerste schapen
zijn daarmee over de dam. Cocheret merkt dat leraren
het initiatief verwelkomen; ze willen en moeten meer
aandacht schenken aan techniek, maar tegelijk is er
maar heel weinig aanvullend materiaal voorhanden.
Livestars biedt daarvoor kant-en-klare lessenpakketten.
Belangrijk zijn daarom de educatieve materialen, hand-
leidingen, de inleiding in de databank, het thuis- en
beeldmateriaal met uitleg. Handig zijn ook de ‘hulp-
poppetjes’: het meisje ’Sterre’ en het jongetje ‘Orion’,
vergelijkbaar met de office assistant van Windows.
Cocheret: ‘De hoofddoelgroep bestaat uit kinderen. Je
moet die bij de hand nemen.’
De lancering (per 1 januari 2009) van de websites van
Livestars is te volgen op www.astronomy2009.nl.
Mult id isc ip l inaire projec ten b l i jken een succes
‘Het Smart Business Center is binnen de HAN bij uitstek de toegangspoort voor multidisciplinaire opdrachten’, aldus communi-
catiedeskundige Elroy Cocheret de la Morinière. Het is een netwerk van regionale ondernemers en HAN-lectoren dat toegang
biedt tot kennis. Bijvoorbeeld, wie een BV wil opzetten heeft te maken met economie, financiën, techniek en communicatie.
Recentelijk zijn zo verschillende projecten opgepakt of afgerond. Hier een paar voorbeelden:
• Gerard Berendsen, Lector Total Quality Management in Organisatienetwerken, onderzoekt hoe speelterreinen kunnen bijdragen
aan de bestrijding van obesitas. Het vergt samenwerking met de Branchevereniging Spelen en betrokkenheid van technici
(voor de realisatie van apparaten die zo werken dat je je hele lijf aan het werk moet zetten), gezondheidstechnici, economen en
communicatiedeskundigen en producenten. De laatsten omdat het geheel rendabel moet zijn en in de markt moet worden gezet.
• De ‘TomTom-rollator’. (Zie HANBlad nr. 9.) De officiële naam is ‘SeNa’, van senior-navigation. Het is een inpandig werkende
routenavigator, gemonteerd op een rollator. Hij wijst ouderen met oriëntatieproblemen de weg naar bijvoorbeeld hun woning
of de huisarts. Behalve ICT leverde de HAN hierbij deskundigheid over de factor gebruiksgemak via de inzet van studenten
Gezondheidszorgtechniek, en over het simplificeren van plattegronden, via studenten Bouwkunde.
• DOSIT (Duurzaam Ondernemen door Selectie van Innovatieve Technologie, zie HANBlad nr 6.) heet de methode waarmee een
bedrijf kan checken of het duurzaam is, en waarmee het zijn ambitie kan vertalen in een strategie. De methode combineert het
belang van duurzaamheid met dat van winstgevendheid op de middellange termijn. Het lectoraat Total Quality Management
in Organisatienetwerken werkte samen met Technische Bedrijfskunde, Bedrijfseconomie, Commerciële Economie, TNO en
tien bedrijven.
• Thuiszorginstellingen, verpleeg- en verzorgingshuizen hanteren tegenwoordig graag het Health Technology Assessment van
de HAN. Het is een analyse-instrument waarmee kan worden doorgerekend wat het effect is van een bepaalde maatregel
of innovatie in de zorg. Draagt de verandering bij aan het welzijn en het gezondheidsniveau van de cliënt? Aan de werkom-
standigheden en de productiviteit van de medewerker? Levert het een positieve dan wel negatieve bijdrage aan de financiële
huishouding? Ook hier een samenwerking tussen verschillende HAN-lectoraten vanuit de faculteiten Techniek, Gezondheid
Gedrag en Maatschappij en Economie en Management.
Het HAN-blad is een magazine van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bedoeld voor vernieuwende bedrijven, not for profit organisaties en het regionale grootbedrijf.
Het magazine verschijnt drie keer per jaar.
Real isat ie :HAN Marketing, Communicatie en Voorlichting
Redact ie :Martin van Zaalen, Frank Höppener en Marina Beckers, redactie-assistente (024) 353 04 [email protected]
Medewerkers :Hans van Eerden, Claudia Fitsch, Han Geurts, Lucy Holl, José Velzeboer
Fotograf ie :Ralph Schmitz, Coos Dam, Megastock
Vormgeving en product ie :Communicerende Ontwerpers, Ubbergen
Druk : Thieme MediaCenter, Nijmegen
Adver tent ies , abonnementen en adreswi jz ig ingen :Marina Beckers, (024) 353 04 [email protected]
In aanvraag zijn:
• Innovatie van de zorg voor verstandelijk gehandicapten; lector Petri Embregts;
• HRM; lector Robert Verburg;
• Networked Applications; lector René Bakker;
• Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd; lector Huub Pijnenburg;
• Mens, Computer, Interactie; lector Dick Lenior;
• Levensloopbegeleiding bij Autisme; lector Jan Pieter Teunisse.
Goedgekeurd is de aanvraag van het lectoraat ZorgGericht Bouwen, van de lectoren Tom Vroom
en Jarno Nilesen.
Het lectoraat Zorgmanagement, van Rijk van Kooij heeft een nieuwe naam: Management in zorg
en dienstverlening.
Lectoraten
Voor u ligt het HAN-blad. Het valt bij 20.000 adressen in de bus waaronder heel veel innovatieve
bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Het blad wil zo fungeren als communicatiekanaal tus-
sen de HAN, bedrijven en hun ruimere omgeving. Het is inmiddels uitgegroeid tot een platform
waar resultaten van interactie tussen de hogeschool en haar omgeving voor het voetlicht worden
gebracht. Het HAN-blad streeft naar artikelen over actuele, maatschappelijk relevante, con-
crete actie van concrete mensen met concreet resultaat. De samenwerking tussen de HAN en haar
externe relaties staat daarbij voorop. Het kan voor u als vehikel dienen voor uw ideeën en voor de
realisering van uw wensen. Wij nodigen u uit om voorbeelden van zo’n interactie, een idee of een
ander interessant onderwerp via het HAN-blad in de schijnwerpers te zetten. Wij ontvangen uw
suggestie graag. Dan is uw nieuws ook ons nieuws.
Als voornaamste criterium voor opname in het blad geldt, voortvloeiend uit het bovenstaande, dat
onderwerpen niet moeten verkeren in de fasen van overleg, planning, beleid of onderzoeksopzet,
hoe mooi dat allemaal soms ook moge zijn. Het magazine presenteert expliciet niet wat de HAN
zich voorneemt te gaan doen, maar wat onze mensen hebben gedaan. Resultaten. Het bestek van
dit magazine biedt geen ruimte voor een compleet overzicht daarvan, u ziet hier slechts het topje
van de ijsberg. Maar daaronder gaan allerlei kennisnetwerken schuil. Het streven van de HAN is om
samen met u kennis toepasbaar te maken en zo waarde te scheppen voor onze omgeving. Daarom
zou het zeer welkom zijn als u op die kennisnetwerken zou willen inhaken. Contactgegevens vindt
u in dit blad. Overigens neemt het HAN-blad ook met plezier uw advertentie op.
Wat is uw nieuws?
30 31
Kishore Mahbubani, momenteel een van
‘s werelds meest gevraagde sprekers over de
opkomst van Azië, geeft op 8 december in De
Vereeniging in Nijmegen de vierde jaarlijkse
HAN/NRC lezing. Mahbubani is hoogleraar
Openbaar Bestuur aan en decaan van de Lee
Kuan Yew School of Public Policy aan de uni-
versiteit van Singapore. Het meest bekend is
Kishore Mahbubani als auteur van spraakma-
kende boeken over globalisering en de econo-
mische en politieke opkomst van de Aziatische
landen. In zijn nieuwe bestseller The New
Asian Hemisphere is hij daar heel duidelijk
over: in 2050 zijn China, India en Japan de drie
economische wereldmachten. Weerstand bie-
den zal desastreus uitpakken voor het Westen.
Macht delen is de beste optie. De geschiedenis
leert echter dat macht delen niet zonder slag
of stoot gaat. Kishore Mahbubani stelt dat wij
uit onze ‘comfort zone’ moeten stappen om
de onstuitbare opkomst van Azië te kunnen
snappen.
De vierde HAN/NRC lezing, ‘De eeuw van Azië’
door Kishore Mahbubani, vindt plaats in de
grote zaal van De Vereeniging in Nijmegen,
aanvang 20:00 uur.
Voor meer informatie en het reserveren van
kaarten: www.han.nl/masterclass
Azië specialist geeft HAN/NRC lezing 2008
H A N B L A D N R . 1 1 s t e R k e R s t A A N
WWW.HAN.NL/DOORLEREN
DOORLEREN?
Ook dat kan bij de HAN!Start naast uw baan een
(post)hbo cursus of opleiding
op het gebied van economie
en management en leer door!
Kijk voor meer informatie op de site.
08378_HAN_Adv.HANblad.indd 1 30-10-2008 09:00:47