gezonde verstedelijking 2014 rws trenddossier lichtkogel · PDF fileraag. En wat we anders...
Transcript of gezonde verstedelijking 2014 rws trenddossier lichtkogel · PDF fileraag. En wat we anders...
Dit cahier is een uitgave van Rijkswaterstaat.Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de redactie via [email protected]
November 2014
12 Water. Vriend én vijand van de gezonde stad
28 Hoe je een gezonde stad organiseert Overheid, kom in actie! Of juist niet … ?
42 EU-programma Horizon 2020: kijk verder dan de binnenstad
> Trendwatch 48 Na jaren van reorganisaties is het
tijd voor vakmanschap
Trenddossier van en voor professionals in Bereikbaarheid, Veiligheid en Leefbaarheid
Lichtkogel | 2014 | nr 2
Lichtkogel | 2014 | nr 2
Gezonde verstedelijking De invloed van ruimtelijke inrichting op de gezondheid van stadsbewoners
Gezonde verstedelijking
>
RWS Lichtkogel NR2 2014 omslag.indd 1 12-11-14 12:10
EDITO
RIA
L
Geachte lezer,
Het is m
ij een bijzondere eer dat ik als eerste het woord tot de lezer m
ag richten in dit them
anumm
er over Gezonde verstedelijking.
Gezondheid is van oudsher een issue in de ruimtelijke ordening en stedenbouw
kundige planning. D
enk aan de bestrijding van besmettelijke ziekten zoals cholera en de aanleg
van riolering in de negentiende eeuw, maar ook aan de aanleg van stadsparken om
de stedeling bew
eging en frisse lucht te bieden. Of denk aan de opkom
st in de afgelopen decennia van w
oonerven, fietspaden en speelnatuur. Het is heel goed om
te zien dat gezondheid nu w
eer volop in belangstelling staat als aspect van ‘verstedelijking’. Gezondheid is voor veel beleidsterreinen een inspiratiebron en uitdaging; dat laten de interview
s en artikelen in dit cahier ook volop zien. En als het ons lukt om elkaar
vanuit die verschillende beleidsterreinen te versterken, levert dat zelfs nog méér op dan
gezondheid alleen. Imm
ers: gezonde burgers zorgen ook voor een vitale samenleving,
met econom
ische en imm
ateriële baten!
Dit cahier laat zien dat er diverse kansen zijn om
de gezondheid van de stedeling te bevorderen. Bijvoorbeeld m
et een doordacht ruimtelijk ontw
erp, een afgestemde com
-binatie van vervoerssystem
en en een inrichting waarbij bew
ust met w
ater wordt om
ge-gaan. M
aar er is ook aandacht nodig voor de sociale aspecten en voor de inspanningen bij de overheid, w
oningcorporaties en bewoners zelf om
de gezondheid te verbeteren. H
et onderwerp ‘verdienm
odellen’ wordt in dit cahier apart geadresseerd. Terecht, w
ant kosten en baten liggen op het terrein van gezondheid en gezondheidsbevordering nu eenm
aal niet in dezelfde hand.
U ziet dat gezondheid in de stedelijke om
geving inspanningen vraagt vanuit veel ver-schillende dom
einen, zowel im
pliciet als expliciet. Dat vraagt om
verbinding. Hoew
el dat niet eenvoudig lijkt, is m
ijn ervaring dat de dialoog tussen al die domeinen een hoop
energie en enthousiasme genereert. D
it lees ik ook terug in de artikelen van dit cahier, en ik hoop dat dit ook voor u geldt. D
e dynamiek tussen de dom
einen die uit dit cahier spreekt, w
il ik samen m
et u gebruiken om gezondheid en gezondheidsbevordering
te stimuleren. Laten w
e samen optrekken en elkaar inspireren.
Veel leesplezier toegewenst!
Marianne D
onkerW
aarnemend directeur-generaal Volksgezondheid
Ministerie van Volksgezondheid, W
elzijn en Sport
Lichtkogel 2 - 20143
INH
OU
D
CO
LOFO
N
Thema > G
ezonde verstedelijking IN
TER
VIEW
S
4 G
ezondheid als opkomend them
a in de ruim
telijke ontwikkeling
Hugo Backx en Jan H
endrik Dronkers
8
Gezonde m
obiliteit door com
binatie van vervoerssystemen
Alexandra van Huff
elen
18 Zonder sociale maatregelen geen
gezonde stad
M
arco Pastors en Els Tieman
27 Agenda Stad Ali Rabarison
28 O
verheid, kom in actie!
Of juist niet …
?
Jacques W
allage en Zef Hem
el
42 EU-program
ma H
orizon 2020: K
ijk verder dan de binnenstad
Ruud Sm
it
REP
OR
TAG
E
32 Architectuur Biënnale Urban by Nature
Dirk Sijm
ons
TER
UG
BLIK
24 LEF-sessie big data
CO
LUM
N
11 Verstedelijking kan gezonder
Eric Frijters
ESS
AY
12 W
ater. Vriend én vijand van de gezonde stad
Frans van de Ven en John Jacobs
38 W
elk verdienmodel is het beste
voor de gezonde stad?
Jurgen van der H
eijden B
OEK
REC
ENS
IE
22 Res publica
N
adinja Hett
inga
23 Lees- en kijktips
OP
EXP
EDIT
IE 27 februari en 5 maart 2015
26 G
ezonde verstedelijking in G
roningen en Heerlen
Trendwatch > nieuw
e onderwerpen om
te belichten
46 W
elkom in space age, Copernicus
wijst u de w
eg
M
arlène van Benthem
48 D
e ware betekenis van vakm
anschap
Arjo Klam
er
50
Logistieke lenigheid door synchrom
odaal transport
Kees Verw
eij
Uitgave
Novem
ber 2014O
pdrachtgever Rijksw
aterstaat, Programm
a Strategische VerkenningenRedactieraad Leendert van Bree (Planbureau voor de Leefom
geving), Arthur van Iersel (Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport), John Jacobs
(Gem
eente Rotterdam
), Frederik Leenders (G
emeente U
trecht), Hugo van der Steenhoven
(Fietsersbond), Frans van de Ven (Deltares),
Theo van de Gazelle (Rijksw
aterstaat plv. DG
en H
ID M
idden-Nederland), G
emm
a van Eijsden (Rijksw
aterstaat Leefomgeving), H
erman H
eegstra (Rijkw
aterstaat Alliantiemanagem
ent), Jan van Kem
pen (Rijkswaterstaat M
idden-Nederland), Erna
Ovaa (Rijksw
aterstaat Strategische Verkenningen, voorzitt
er), Jasmina Tepic (Rijksw
aterstaat Strategische Verkenningen, projectleider)Redactie M
arianne Donker (M
inisterie van Volksgezondheid, W
elzijn en Sport), Ingrid Zeegers (Portretten in
woorden), Eric Frijters (FABRIC), Frans van de Ven
(Deltares), John Jacobs (gem
eente Rotterdam
), Jurgen van der H
eijden (AT Osborne), N
adinja H
ettinga, Jasm
ina Tepic en Erna Ovaa
(Rijkswaterstaat), Ed Coum
ans, Chris van der Hulst
en Janine Tiekstra (gloedcomm
municatie)
Fotografie en illustratiesD
e Urbanisten (p.16), H
anna Anthonysz (p.19), G
emeente N
ijmegen (p.13 Ruim
te voor de W
aal-Nijm
egen), Jeroen Oerlem
ans (p.30), iStock (p.22, 23, 26, 27, 44, 47), Shutt
erstock (p.41, 45, 49), H
ollandse Hoogte (p.8 Co de Kruijf, p.14 G
oos van der Veen, p.18 D
avid Rozing, p.28 Jan Boeve), N
iranyana (p.29) en Jan de Vries (p.32,35,36), Projectbureau A2 M
aastricht (cover, p.1, 2, 3, 4).Concept en vorm
geving gloedcom
mm
unicatieD
ruk Total G
raphics, Oss
Meer inform
atie Project D
e Lichtkogel: jasmina.tepic@
rws.nl
Programm
a Strategische Verkenningen: erna.ovaa@
rws.nl
Definitie gezonde
verstedelijking:
Gezonde verstedelijking
is het zodanig ontwerpen,
inrichten en beheren van de
stad dat deze vanuit economisch,
ecologisch en menselijk oogpunt
gezond en aantrekkelijk is.
4Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 20145
De m
anier waarop w
e onze ruimte inrich-
ten, gebruiken en beheren heeft invloed
op onze gezondheid. Dat is op zich geen
nieuwe gedachte. M
aar hoe komt het dat
gezond heid de laatste jaren zo’n sterk opkom
end thema is in het denken over
stedelijke regio’s? En hoe kunnen we dit
thema de kom
ende jaren verder handen en voeten geven?
We vroegen aan H
ugo Backx, directeur GGD
GHO
R Nederland, en Jan Hendrik D
ronkers, directeur-generaal Rijksw
aterstaat, wat de
urgentie is van het vraag stuk. En wat w
e anders m
oeten gaan doen als we gezonde
verstedelijking willen bevorderen. “Als het
gaat om de publieke gezondheid, hebben
we te m
aken met een aantal hardnek kige
problemen”, begint Backx. “D
an bedoel ik m
et name de chronische w
el vaarts ziekten. O
vergewicht speelt daarbij een grote rol,
maar ook roken en alcohol.” H
et verschil in levens verw
achting tussen kansarme en
kansrijke Nederlanders is ongeveer zeven jaar, en dit neem
t niet af. “Het besef dringt
door dat ruimtelijke inrichting van grote
invloed is op het bewegen van m
ensen in de stad, en op hun gezondheid.” D
e lan delijke koepel GGD GH
OR Nederland
werkt aan een nieuw
publiek gezondheids-begrip w
aarin preventie het sleutelwoord is.
Vooral de genoemde w
elvaartsziekten zijn er de oorzaak van dat de laatste jaren in Nederland de kosten voor gezond heidszorg enorm
zijn opgelopen. Door m
eer preven-tieve m
aatregelen te nemen, kunnen de
kosten dalen. “D
aarbij werkt m
ee, dat door de decentra-lisatie de zorg voor publieke gezondheid w
eer meer in één hand is gekom
en, bij de gem
eenten. En dat zet die gemeenten aan
het denken.” Behalve bij gemeenten, ziet
Backx ook bij burgers een verandering optreden. Burgers zijn m
eer ontvankelijk
gewor den voor het idee dat zij zelf verant-
woordelijkheid dragen voor hun gezond-
heid, en dat zij hiervoor ook zelf iets kunnen ondernem
en.
Gezonde condities scheppen
“Een gezonde stad is een beweegbare stad”,
herkent ook Dronkers. “In de stad kom
en heel veel activiteiten bij elkaar. D
e verwach-
ting is dat de komende jaren nog m
eer m
ensen naar de steden trekken, en daarmee
wordt de bew
eeg baarheid, of in onze termen
de bereikbaarheid, in en om de stad, een
steeds groter probleem. D
aar zullen we m
et elkaar slim
me oplossingen voor m
oeten gaan zoeken. O
plossingen waarbij het type
vervoermiddel dat m
ensen gebruiken van buiten naar binnen de stad, verschuift van de auto naar de fiets, lopen en openbaar vervoer.”Gezonde verstedelijking betekent ook, aldus D
ronkers, het verbeteren van de leef-baarheid in en om
de steden. Het drukke
autoverkeer gaat vaak gepaard met hinder
voor mensen die er w
onen en werken, in
de vorm van ruim
tegebrek, weinig groen,
lucht ver vuiling en geluidsoverlast. Sinds de beleidsvelden ruim
te en milieu zijn
samengevoegd m
et verkeer en water in één
departement voor Infrastructuur en M
ilieu, is leefb
aarheid nadrukkelijk ook het domein
van Rijkswaterstaat. “W
ij willen daar de
komende jaren sterker op gaan inzetten.
Juist door onze kennis en ervaring op het gebied van m
obiliteit, water, ruim
te en leefb
aarheid met elkaar te com
bineren. En door hier ook bew
oners en bedrijven bij te betrekken. Zo kunnen w
e gezonde condities creëren.”
Ruimtelijke plannen en w
elbevindenO
p te veel plekken staan er nu woningen
vlak naast de snelweg, m
et fijnstofproble-m
en tot gevolg. Dat is een van de opgaven
INT
ERV
IEW
Gezondheid als
opkomend them
a in de ruim
telijke ontw
ikkelingD
oor Erna Ovaa
Project De Groene Loper in M
aastricht is een goed voorbeeld van gezonde verstedelijking. Bovenop de landtunnel kom
t een langgerekte bomenlaan. O
p deze parklaan krijgen fietsers en voetgangers volop de ruimte.
>
6Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 20147
voor de komende jaren, aldus de directeur
van de GGD GH
OR Nederland: “H
oe houden w
e de bedreigingen van het snelverkeer buiten? Rijksw
aterstaat is hier een speler in, w
ant die komt m
et een voorstel voor het tracé, m
aar ook de gemeenten, w
ant die m
aken de afweging over de locaties voor
woning bouw. Vaak kiezen ze dan toch voor
economische ontw
ikkeling, en zetten ze huizen vlak langs de snelw
eg. Dat is écht
onverant woord! W
e moeten m
et elkaar zoeken naar oplossingen. H
et zou goed zijn als RW
S, gemeenten en GGD
die discussie m
et elkaar gaan voeren.” D
e DG van Rijksw
aterstaat ziet die beweging
ook al. “Infrastructuurvraagstukken worden
in ons land steeds meer inrichtings vraag-
stukken”, constateert hij. “Inmiddels zijn
we er op een paar plekken sam
en met
betrokkenen in geslaagd om tot inventieve
oplossingen te komen. D
enk bijvoorbeeld aan D
e Groene Loper in Maastricht. M
et de landtunnel die w
e hier aanleggen, slaan we
drie vliegen in een klap. We zorgen ervoor
dat de doorgaan de snelweg de lucht in de
stad niet langer vervuilt en de stad in tweeën
splijt. Op die tunnel w
ordt een groen recrea-tief lint aangelegd m
et mogelijkheden voor
wandelen en fietsen, verbindingen m
et de om
geving, en aantrekkelijke locaties voor w
oningbouw en kantoren. W
e doen dit sam
en met gem
eenten, provincie en ook m
et de GGD Zuid-Lim
burg. Een ander voorbeeld is de w
egverbreding van de A9 Gaasper dam
merw
eg: hier wordt een drie
kilometer lange landtunnel aangelegd m
et op het dak een langgerekt park. M
ede door inbreng van bew
oners is besloten om in het
park bomen en struiken te planten w
aar m
ens en dier van kunnen eten. Samen
met de D
ienst Ruim te lijke O
rdening van gem
eente Amsterdam
werken w
e nu aan het groeninrichtings plan.”Backx: “D
at zijn mooie voorbeelden. D
e afgelopen jaren hebben w
e hoogtechnische norm
en vastgesteld voor allerlei stoffen die schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Steeds m
eer wordt erkend dat het ook gaat
om het hele plaatje, om
het welbevinden
van de mensen.” In het voorstel voor de
nieuwe O
mgevingsw
et is dat volgens hem
overigens nog veel te weinig verw
erkt. Gem
eenten hebben een instrument nodig
om nieuw
e ruimtelijke plannen expliciet op
gezondheid te kunnen toetsen. “De m
antra is dat de O
mgevingsw
et beleidsarm is, om
dat
het alleen om herkadering gaat. M
aar die w
et grijpt majeur in de om
geving in!” Backx w
as tot 1 maart 2014 directeur van de GGD
H
art voor Brabant, en weet uit eigen erva-
ring hoe ruimtelijke keuzes de verspreiding
van de Q-koorts hebben bepaald. D
ie erva-ring m
aakt hem nu, in zijn nieuw
e functie bij de lande lijke koepel, des te gedrevener om
aandacht te vragen voor gezondheid in de ruim
telijke inrichting.
Verbindingen leggenIn het advies De toekom
st van de stad adviseert de Raad voor de leefom
geving en infra-structuur om
de zelforganiserende kracht in de stad te benutten, en tegelijk ons m
eer te gaan richten op infrastructurele en bestuurlijke verbindingen tussen de stede-lijke regio’s. W
at betekent dat voor de aan-pak van gezonde verstedelijking? D
ronkers: “D
e essentie van dat advies is voor mij dat
afzonderlijke gemeen ten niet alleen naar
de eigen ontwikkeling m
oeten kijken, maar
ook slim van elkaars m
oge lijkheden gebruik m
oeten maken. En daar zijn goede verbin-
dingen voor nodig.”Backx ziet bij de gem
eenten nu bestuur- lijke clustervorm
ing. “Als ik Rijkswaterstaat
was, zou ik daarbij aansluiten. D
e GGD zit
hier zelf met zijn 25 regio’s ook dichtbij.”
Gezonde verstedelijking kun je niet in je eentje voor elkaar krijgen. D
aar is cocreatie
voor nodig, en verbinding met allerlei
disciplines. En dat vraagt iets van de mede-
werkers. “GGD
’ers zijn van de kennis, van de inhoud. M
aar voor die cocreatie moeten
de netwerk gerichte com
petenties sterker w
orden aangezet. Wij voelen op dat punt
een behoorlijke druk van gemeenten.”
Dronkers: “In tw
ee pilotgemeenten,
Schiedam en U
trecht, zijn we nu aan het
beproeven hoe gezonde verstedelijking in de praktijk vorm
kan krijgen en welke rol
we hier als Rijksw
aterstaat kunnen spelen. Als overheid zou je het cem
ent moeten zijn
tussen de samenw
erkende partners.”
Uitnodiging
Wat kunnen GGD
en Rijkswaterstaat voor
elkaar betekenen, als het gaat om gezonde
verstedelijking? Backx: “Zou het niet verstandig zijn om
als GGD, RIVM en
Rijkswaterstaat de koppen bij elkaar te
steken, om bew
ust te gaan nadenken hoe w
e bij ruimtelijke ingrepen gezondheid
een grotere rol kunnen geven? Daar gaan
we gew
oon op vooruitlopen. Jan Hendrik,
ik nodig jou als DG van Rijksw
aterstaat uit om
dat debat met m
ij te openen!” D
ronkers: “Die uitnodiging neem
ik graag aan. Leefb
aarheid en gezondheid zijn én blijven centrale them
a’s als het gaat om
ingrepen in de publieke ruimte w
aar Rijksw
aterstaat bij betrokken is.” <
Jan Hendrik D
ronkers Jan H
endrik Dronkers is directeur-generaal van Rijksw
aterstaat, en uit dien hoofde gastheer van de Lichtkogel.
Contact
janhendrik.dronkers@rw
s.nle
“Gemeenten hebben een
instrument nodig om
nieuwe
ruimtelijke plannen expliciet op
gezondheid te kunnen toetsen”
Hugo Backx
Hugo Backx is sinds 1 m
aart 2014 directeur van GGD GH
OR N
ederland, de koepel-organisatie van de 25 regionale G
GD
’s (Gem
eentelijke of Gem
eenschappelijke G
ezondheidsdiensten) en GH
OR (G
eneeskundige Hulpverleningsorganisatie in
de Regio). Haar taak is het bew
aken, beschermen en bevorderen van de publieke
gezondheid en veiligheid. Van 2009 tot 2014 was Backx directeur van G
GD
Hart
voor Brabant. Daarvoor w
as hij wethouder in Tilburg.
Contact directiesecretariaat@
ggdghor.nl e
8Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 20149
e
“Reizigers die met het openbaar vervoer
of met de fiets de binnenstad aandoen,
zijn gezonder dan automobilisten om
dat ze m
eer bewegen. D
aarnaast dragen ze ook bij aan een leefb
aar klimaat en de
versterking van de economie in de stad.”
Aan het woord is Alexandra van H
uffelen, sinds dit jaar directeur van het GVB, de ondernem
ing die het openbaar vervoer verzorgt in Am
sterdam.
Wat ziet u als de grootste uitdaging
in uw nieuw
e functie?“Spannend is dat de Stadsregio Am
sterdam
en de gemeente de bestaande concessie
hebben verlengd: het GVB mag het open-
baar vervoer (ov) tot en met 2024 uitvoeren.
Daar staat tegenover dat onze subsidie
terugloopt. Terwijl het w
el de bedoeling is dat m
eer mensen gebruik gaan m
aken van het ov. D
at wordt een uitdaging. Vooral
doordat er ook nog een aantal grote projecten zijn, zoals de opening van de Noord-Zuidlijn.”“Een belangrijk punt is om
samen m
et de gem
eente, de Stadsregio en andere betrok-ken partijen na te denken over de toekom
st van het vervoerssysteem
van Amsterdam
. H
et gaat niet alleen om het optim
aliseren van het huidige systeem
(sneller maken
van bestaande lijnen, ontwikkelen van
handige producten, zorgen voor betere
aanslui tingen), maar ook over toekom
stige nieuw
e metrolijnen en vernieuw
ende vervoersconcepten, zoals de driverless car.”
In hoeverre speelt het thema
gezondheid een rol voor het GVB?
“Op verschillende m
anieren. Het ov is een
manier van vervoeren die gezondheid
stimuleert. In de stad zorgt het voor zo m
in m
ogelijk luchtverontreiniging en zo veel m
ogelijk doorstroming en dus veel m
inder verkeerscongestie. Reizigers die gebruik-m
aken van het ov bevorderen daarmee hun
gezondheid, zo wees onderzoek in New
York uit. Ze m
oeten namelijk m
eer bewegen dan
als ze met de auto reizen.”
“Onze tram
s en metro’s rijden op groene
stroom. Voor onze busvloot en veerponten
geldt dat we daarvoor nog fossiele brand-
stoffen gebruiken. Wij zijn aan het onder-
zoeken hoe we onze busvloot schoner
kunnen maken, op w
eg naar emissieloos
in 2026. We kijken ook hoe w
e onze veer-ponten van schone brandstoffen kunnen voorzien, of nog beter: em
issieloos kunnen m
aken. Daarnaast besteden w
e veel aan-dacht aan de gezondheid van onze m
ede-w
erkers, die hebben vaak een zittend beroep. M
et aandacht voor sport, voeding, en stressreductie w
illen we gezondheids-
klachten voorkomen.”
Alexandra van Huff
elen Alexandra van H
uffelen is sinds 1 juni 2014 algem
een directeur bij het GVB in
Amsterdam
. Daarvoor w
as ze wethouder D
uurzaamheid, Binnenstad en Buitenruim
te in Rott
erdam. Van 2008 tot 2010 w
as ze directeur van de businessunit New
Energy van Essent N
V en directeur Deutscher Essent. Ze begon haar carrière bij het m
inisterie van VRO
M (1992-1997).
Contact M
ireille.muller@
gvb.nl (woordvoerder van G
VB, Mireille M
ulder) 020 460 58 85
INT
ERV
IEW
Gezonde
mobiliteit door
combinatie
van vervoers- system
enD
oor Ingrid Zeegers
t
>
10Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201411
Verstedelijking kan gezonder
We w
eten veel over onze steden in termen
van omvang, structuur en historie. W
at m
inder scherp op het netvlies staat, is hoe de stad w
ordt gebruikt en wat het eff
ect hiervan is op de om
geving. Dat w
ordt treff
end duidelijk als we kijken naar een
actueel vraagstuk als energiegebruik.
Moderne kolencentrales hebben een
rendement van m
aximaal 46 procent –
54 procent van de energiewaarde w
ordt dus om
gezet in restproducten, zoals w
armte, CO
2 en roet. Het gevolg is dat in
een stad als Rotterdam
alleen al de bedrij-ven in de haven jaarlijks tw
ee keer zoveel w
armte verliezen als de hoeveelheid ener-
gie die met alle bestaande en geplande
Nederlandse w
indmolens op de N
oord- zee kan w
orden opgewekt. En dat terw
ijl nergens ter w
ereld de omstandigheden
gunstiger zijn om restw
armte te her-
gebruiken. Denk alleen m
aar aan het W
estland, dat nu aardgas gebruikt om aan
zijn warm
te- en CO2 -behoeft
e te voldoen.W
at voor energie opgaat, geldt ook voor voedsel, afval, w
ater- en luchtkwaliteit.
Ook hierbij zijn vorm
en van verspilling te ontdekken die door ontw
erp te verminde-
ren zijn. De vraag die zich dus opdringt is:
hoe kunnen we zorgen dat steden m
inder verspillend zijn, dat er een gezondere relatie ontstaat tussen gebruik, eff
ect en verlies? H
et manipuleren van het stedelijk eco-
systeem om
de milieuprestatie van de
stad te verbeteren, kun je een aspect van het streven naar ‘gezonde verstedelijking’ noem
en. Dat klinkt voor de hand liggend,
maar het betekent niets m
inder dan een forse verbreding van het klassieke steden-
bouwkundig ontw
erp. In de opleiding van nieuw
e generaties stedenbouw-
kundigen is die verbreding al merkbaar.
In de opleiding ontstaat een aanpak die begint door tegelijkertijd deel antw
oorden te verzam
elen, visies te ontwikkelen en
ideeën te testen. Als we een m
eer gezonde vorm
van verstede lijking willen ontdekken,
zullen we ver schillende agenda’s m
oeten verbinden. Agenda’s bovendien op ver-schillende schaalniveaus (regio, stad, straat) op het vlak van veiligheid, leef-baarheid en bereikbaarheid gekoppeld aan econom
ische, sociaal-culturele en ecologische ontw
ikkelingen. Nadenken
over gezonde verstedelijking verwisselt
met andere w
oorden de vraag naar de stad als fysiek object, m
et de vraag naar verstedelijking als proces. D
e stad an sich hoeft
niet opnieuw te w
orden uitgevonden. W
el zullen ontwerpers, bestuurders en
investeerders de krachten moeten
bundelen om bestaande initiatieven en
ontwikkelingen slim
mer in te richten en
te benutten. Zo zal verspilling tot het
verleden gaan behoren!
Eric Frijters
CO
LUM
N
Eric FrijtersEric Frijters studeerde Bouw
kunde aan de TU
Eindhoven, architectuur aan de U
niversität Karlsruhe en filosofie aan de U
vA. Frijters is auteur van boeken zoals Farm
tycoon, Tussenland en Architect by Accident. Sam
en met O
lv Klijn richtt
e hij in 2007 FABRIC op. Sinds 2013 is Frijters tevens Lector Future U
rban Regions aan de zes academ
ies van Bouwkunst.
Contact
ww
w.fabrications.nl
w
ww
.futureurbanregions.nl Zijn er ook program
ma’s die de
combinatie van ov, fietsen en lopen
stimuleren, en w
at betekenen die dan voor de bereikbaarheid van de stad?“D
e bereikbaarheid, gezondheid en vitaliteit van de stad zijn erg gebaat bij een com
bina-tie van vervoerssystem
en. In een stad als Am
sterdam zal het vaak gaan om
een com-
binatie van ov, fietsen en lopen. Ook vanuit
stedenbouwkundig perspectief is dat een
logische combinatie. M
aarten Hajer van
het Planbureau voor de Leefomgeving vindt
bijvoorbeeld dat er veel minder auto’s in
de stad moeten kom
en. We zien die trend
ook al in de praktijk, het autobezit daalt.”“D
e stad Amsterdam
moet dus zorgen dat
de auto’s aan de rand van de stad geparkeerd w
orden en reizigers met het ov de stad in
vervoeren. Wij als GVB m
oeten er op onze beurt voor zorgen dat het ov van hoge kw
a-liteit is, dat het ov snel, schoon en prettig is, lijnen goed op elkaar aansluiten enzovoort. W
e kijken ook naar de overstapmom
enten, naar plekken w
aar je makkelijk de fiets neer
kunt zetten, een fiets kunt huren, of je auto kunt parkeren. W
ij gaan overigens zelf niet over de fietsenstallingen, dat doet de gem
eente. Die is ook bezig om
de hinder-lijke opeenhoping van fietsen die af en toe ontstaat (en gevaarlijk kan zijn als ze de w
eg of rails versperren) op te lossen.”
Klopt het dat vervoersproblem
en in de binnenstad eigenlijk opgelost m
oeten worden in de perifere schil?
“Het is een com
binatie tussen binnenstad en periferie. W
ij moeten zorgen dat het
ov-netwerk in de stad zo goed m
ogelijk functioneert. H
et is natuurlijk heel relevant dat er goede aansluitingen op de lijnen buiten de stad zijn. D
enk aan de verbinding naar Schiphol, Alm
ere of Noord-Holland.
Streekvervoerders, die andere concessies hebben dan w
ij, rijden samen m
et ons de stad in. D
ie overlap is voor de reiziger vaak erg onduidelijk en dit m
oet dus beter. D
at is een thema voor de Stadsregio en
vervoerders.”
Wat doen jullie eraan om
de reiziger de auto uit en het ov in te krijgen?“D
oor een prima product en service aan
te bieden. Steeds blijven denken vanuit de reiziger. W
e sluiten overeenkomsten af m
et bedrijven zoals de RAI, w
aar soms duizenden
bezoekers op af komen, de Stadsschouw
burg en het Concertgebouw. Telkens gaat het om
het m
aken van handige combinaties, w
aar-door de reiziger m
akkelijker met het ov naar
zijn bestemm
ing kan.”
Tot slot: wat is uw
meest
inspirerende buitenlandse stad?“H
eb ik eigenlijk niet echt. Het zou een stad
moeten zijn w
aar de combinatie ov, lopen
en fietsen goed georganiseerd is. Zelf ben ik trots op Am
sterdam. Nu de Noord-Zuidlijn
bijna klaar is, staan er ook bij ons nieuwe
ruimtelijke ontw
ikkelingen op stapel, voor-al in Am
sterdam-Noord. Kopenhagen is ook
interessant, omdat daar – net als bij ons –
veel wordt nagedacht over stedenbouw
-kundige ontw
ikkeling en het openbaar vervoer, lopen en fietsen. D
aar kunnen w
e van leren.” <
GVB in cijfers
Het G
VB voert het openbaar vervoer uit in Am
sterdam, D
iemen, D
uivendrecht en enkele uitlopers naar Am
stelveen en Schiphol. Het bedrijf
zorgt ook voor beheer en onderhoud van materieel
en railinfrastructuur, en het borgen van de sociale veiligheid in en om
het openbaar vervoer. Het
GVB heeft
3.740 medew
erkers. Per jaar stappen er 260 m
iljoen reizigers in, samen goed voor ruim
1 m
iljard reizigerskilometers per jaar.
ww
12Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201413
Water. Vriend én vijand
van de gezonde stad W
ater in de stad kan een bedreiging zijn voor de volksgezondheid. Tegelijk is een gezond w
oon- en werkklim
aat in de binnensteden juist sterk gebaat bij de aanw
ezigheid van water en groen. H
et is de kunst om in de stedelijke
ontwikkeling beide invalshoeken op een slim
me m
anier te combineren.
‘Veul te klage hebben we niet’, zei
een Rotterdam
se arbeider die met
hoogzwangere vrouw
en twee kinderen
een kamer bew
oonde, ‘maar ’t is w
el erg natt
ig.’
Auke van der Woud geeft in het boek Koninkrijk
vol sloppen; achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw een onthutsende inkijk in de leefom
geving van onze overgrootouders. O
ok schetst hij de grote verbeteringen die eind negentiende en begin tw
intigste eeuw w
erden gerealiseerd door ver-betering van de w
oningen, aanleg van riolering en een betrouw
baar drinkwatersysteem
.Een gezonde leefom
geving begint bij een veilige, aangenam
e plek om te w
onen en te werken.
De inrichting en de kw
aliteit van het water, de
bodem en de infrastructuur en de kw
aliteit van de lucht in de bebouw
de omgeving zijn daarvoor
bepalend. De plaats m
oet duurzaam veilig
bestand zijn tegen overstromingen, w
ateroverlast en w
atertekorten, hittestress, fijnstof en versprei-ding van ziekteverw
ekkende organismen. Contact
met bodem
en water m
oet niet tot ziekte leiden. Een goede inrichting van het bebouw
d gebied draagt in grote m
ate bij aan een gezonde leef - om
geving.Als je goed om
je heen kijkt in de stad, ontdek je dat w
ater vele verschijningsvormen kent.
Het m
eest zichtbaar is het oppervlaktewater in
grachten, sloten en vijvers. Maar w
ie in de stad vertoeft, heeft ook te m
aken met grondw
ater, m
et afstromend regenw
ater, met drinkw
ater, afvalw
ater, met w
ater dat uit fonteinen spuit, en m
et water uit verdam
pingskoelers en w
atervernevelaars.In de kom
ende pagina’s nemen w
e u mee langs
de verschillende soorten water. O
ok onderzoeken
we de rol van w
ater in gezonde verstedelijking. W
e beschrijven de maatregelen die nodig zijn
om risico’s voor de volksgezondheid te beperken.
En we laten zien w
at de – in potentie – krachtige bijdrage van w
ater is aan een gezond woon- en
werkklim
aat.
Overstrom
ingenO
verstromingen zijn zo’n risico. D
e waterstanden
op zee en in onze rivieren en beken kunnen snel stijgen; sow
ieso ligt een groot deel van ons land onder de w
aterspiegel. Met dijken, duinen en
gemalen voorkom
en we dat het land onderloopt
en er slachtoffers vallen. De veiligheid van dit
beschermingssysteem
is in Nederland zo groot dat de vraag óf w
e binnen die beschermde
polders verder willen verstedelijken niet m
eer aan de orde is. D
e vraag is eerder hóé we onze
steden zo veilig mogelijk inrichten.
Dat begint m
et voldoende ruimte m
aken – en behouden – voor alle bescherm
ende voor - zie ningen die nodig zijn: ruim
te voor dijken en gem
alen, en ruimte voor rivieren en beken,
zodat die hun water kw
ijt kunnen. Die ruim
te kan heel goed ‘groen’ w
orden ingericht, met
mogelijkheden voor diverse vorm
en van ont-spanning. Zo w
ordt de dijkverlegging bij Lent-N
ijmegen gecom
bineerd met de aanleg van
een rivierpark.Vervolgens kunnen w
e de meest ernstige ge-
volgen van een overstroming beperken door
bebouwd gebied zo in te richten, dat w
e nog
weg kunnen vluchten van het w
ater, zowel hori-
zontaal als verticaal, en dat vitale en kwetsbare
infra structuur beschermd blijft. Bij de bouw
van het M
eander Medisch Centrum
in Amersfoort
is bijvoorbeeld bewust rekening gehouden m
et een overstrom
ing van de Eem. Alle vitale functies
zijn gesitueerd op 2,60 meter of hoger boven
het maaiveld en de lager gelegen ruim
ten zijn zo ingericht dat ze na een overstrom
ing snel w
eer kunnen worden gereinigd en in gebruik
genomen.
Ten slotte moeten w
e onze vaardigheden en voorzieningen om
mensen te evacueren goed
op orde hebben en houden. Dit geheel staat
bekend onder de naam M
eerlaagsveiligheid.
RegenW
ateroverlast door zware buien kom
t in bebouw
de gebieden met enige regelm
aat voor.
ESSAY
Frans van de Ven Frans van de Ven is team
leider Stedelijk Land- & W
aterbeheer bij Deltares en
UH
D Stedelijk W
aterbeheer bij de TU D
elft. Zijn belangrijkste aandachtsgebied
is de klimaatbestendige en duurzam
e inrichting van stedelijke watersystem
en.
Contact frans.vandeven@
deltares.nl
nl.linkedin.com/pub/frans-van-de-ven/19/a07/8a4
John Jacobs John Jacobs is Strategisch adviseur W
ater bij de gemeente Rott
erdam. H
ij houdt zich bezig m
et klimaatadaptatie, drijvend bouw
en en strategische internationale projecten in het program
ma Rott
erdam Clim
ate Proof. Hiervoor w
as hij verantw
oordelijk voor Waterplan 2 Rott
erdam.
Contact jcj.jacobs@
rotterdam
.nl e
e
Dijkverlegging bij Lent-Nijm
egen
>
in
14Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201415
D
e goten en riolen moeten zorgen voor de afvoer
van water. Zij w
orden zo ontworpen dat ze ook de
heftige regenbuien kunnen verwerken die gem
id-deld eens per tw
ee jaar voorkomen. Regent het
nog harder, dan zitten de buizen vol en blijft er w
ater op straat staan. Of het stroom
t terug de straat op, vanuit het riool of de straat kolken. Recentelijk is onderzoek gedaan naar de kw
aliteit van dit ‘w
ater op straat’. De gem
eten concentraties ziekteverw
ekkers leiden tot een grote kans op infectie. Voor bijvoorbeeld kinderen die spelen in dat w
ater is die kans 33 procent als het water uit
gemengde rioolstelsels kom
t. Om
kinderen na fikse regenbuien te laten spelen in het w
ater op straat, is dus m
isschien wel verm
akelijk maar
niet gezond!
Stabiel ecosysteemAan de basis van een gezonde stad ligt een gezond en stabiel ecosysteem
met een grote biodiversiteit.
Dat betekent ten m
inste een goed doorstromend
watersysteem
en een gezonde waterplanten- en
vispopulatie. Zo’n stabiel ecosysteem heeft een
groot zelfreinigend vermogen: ziekte verw
ekkers sterven er sneller in af. D
at is belangrijk omdat de
stedelijke omgeving ook een ideale broedplaats
is voor veel ziekteverwekkers. D
e stad is een open systeem
. Door in- en uitstroom
van water,
grond, mensen en dieren w
orden steeds ziekte-verw
ekkers binnengebracht en verspreid. Het is
zaak die ziekteverwekkers zo veel m
ogelijk ter plekke te laten afsterven, voordat ze schade kunnen doen aan dieren en m
ensen.
Hoge grondw
aterstandenVan vochtige w
oningen is bekend dat de vol-w
assen bewoners circa anderhalf tot tw
eemaal
zoveel chronische luchtwegaandoeningen hebben
als mensen in niet-vochtige huizen. Kinderen
zelfs anderhalf tot drieënhalf keer zoveel! Zeker bij oudere huizen m
et een niet-dampdichte vloer
of optrekkend vocht door de muren leidt grond-
wateroverlast vrijw
el zeker tot vochtoverlast in de w
oning en dus tot gezondheidsklachten. In 2001 w
aren er 260.000 woningen in Nederland m
et grondw
ateroverlast. De gezondheidseffecten,
hoeveelheid woningen en de m
ateriële schade hebben in 2008 geleid tot de W
et Gemeentelijke
Watertaken en tot een actieve aanpak van de
problematiek. N
ieuwbouw
gebieden krijgen een goed drainagesysteem
en in oude probleem-
gebieden wordt zo nodig aanvullende drainage
aangebracht.
Hittestress
In de bebouwde om
geving zijn de temperaturen
hoger dan in het landelijk gebied. Warm
e dagen kunnen tot extrem
e hitte leiden in deze urban heat islands. En hitte is dodelijk: het sterftecijfer stijgt m
et 2,1 procent per graad Celsius op dagen met
een gemiddelde tem
peratuur boven de twintig
graden Celsius. Dit heeft TNO
afgeleid uit de m
eteogegevens van het KNM
I en de sterftecijfers van het CBS. O
nderzoek in Engeland toont aan dat boven een gem
iddelde dagtemperatuur van
achttien graden Celsius, elke graad Celsius tem
peratuurstijging leidt tot een toename van
0,36 procent in het aantal ziekenhuisopnamen.
Naast gezondheidseffecten heeft hittestress directe gevolgen voor de arbeidsproductiviteit en het w
elbevinden van mensen. Steden w
orden zo w
arm vanw
ege de stenige inrichting. Meer
straling wordt ingevangen, m
eer warm
te wordt
vastgehouden en er verdampt aanzienlijk m
inder w
ater. Juist dat gebrek aan verdamping (= het
gebrek aan vermogen om
te ‘zweten’) leidt ertoe
dat de ingevangen energie alleen als voelbare w
armte naar buiten kan treden. In Rotterdam
kan het verschil in tem
peratuur binnen en buiten de stad ’s avonds tot zo’n zeven graden Celsius oplopen. D
e oplossing is eenvoudig: meer groen
en water aanbrengen in de stad. Groen zorgt voor
schaduww
erking, verdamping en m
inder weer-
kaatsing tussen gebouwen. D
aarmee kan het aan-
zienlijk koeler worden in de stad. H
et draagt boven-dien bij aan het w
oongenot en gezondheid van bew
oners en aan de aantrekkelijkheid van de stad. W
aternevelStedelijk sierw
ater (zoals fonteinen) en ook verdam
pingskoelers (zoals koeltorens en water-
vernevelaars) kunnen een risico vormen voor de
volksgezondheid. Hun w
aternevel is mogelijk ver-
ontreinigd met ziekteverw
ekkende organismen
die direct worden geïnhaleerd in de longen.
Bijvoorbeeld bacteriën, virussen, protozoa, schim
mels en w
ormen. D
eze watervoorzieningen
ter verbetering van de kwaliteit van onze leef-
omgeving m
oeten daarom altijd intensief w
orden beheerd om
problemen te voorkom
en.
Warm
te uit water
Om
warm
en gezond te blijven, hebben we
behoefte aan warm
te in koude tijden en ver-
koeling tijdens hittegolven. Oppervlaktew
ater in de stad is een grote collector van zonnestraling. D
ie warm
te kunnen we ‘oogsten’ m
et een warm
te-w
isselaar of warm
tepomp en opslaan in het
grondwater in een w
armtekoudeopslag voor
gebruik in de winter. M
ooie voorbeelden zijn te vinden in het Paleiskw
artier in ’s-Hertogenbosch
en langs de Nieuw
e Maas in Rotterdam
. In de nabijheid van dat w
ater worden de m
aximale dag-
temperaturen ook getem
perd, waardoor het – in
de schaduw – een aantrekkelijke plek w
ordt tijdens extreem
warm
weer.
Lokaal gebruik van buitenwater
Veel mensen gebruiken regenw
ater of soms
ook lokaal grondwater voor het besproeien van
tuinen, de toiletspoeling of als spoel- en blus-w
ater. Op enkele uitzonderingen na is het diepere
grondwater vrij van ziekteverw
ekkers. Alleen w
anneer septic tanks of lekkende riolen in de buurt zijn, kunnen ziekteverw
ekkers doordringen tot de bron. In drainagew
ater zijn af en toe sporen van E. coli aangetroffen, m
aar de kwaliteit ervan
levert geen gevaar op voor de volksgezondheid. De kw
aliteit van opgevangen regenwater is m
eestal zo goed dat zelfs w
ordt voldaan aan de drink-w
aternormen. Alleen het loodgehalte is som
s te hoog. O
ok de bacteriologische kwaliteit is
doorgaans goed, zeker als de first flush – dat is het eerste, m
eest vervuilde water – w
ordt afgevoerd. Regenw
ater is dus breed toepasbaar, behalve als drinkw
ater.
Verkwikkend w
aterIn aanw
ezigheid van water zijn m
ensen aantoon-baar m
inder gespannen. Zowel de schoonheids-
beleving als de rustgevende werking van w
ater speelt hierbij een rol. Naarm
ate het water een
meer natuurlijk en dynam
isch karakter heeft, w
ordt het hoger gewaardeerd: het w
atertype beek scoort veel beter dan het w
atertype kanaal. M
ensen ervaren water als m
editatief, zo blijkt uit onderzoek. D
e spirituele waarde van w
ater
Het sterft
ecijfer stijgt m
et 2,1 procent per graad Celsius op dagen m
et een gemiddelde
temperatuur boven de
twintig graden Celsius
>
16Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201417
kom
t niet alleen tot uiting in veel religies, maar
ook in ‘heilige’ plaatsen als bronnen en langs beken. D
e emotionele w
aarde van water in steden
mag dan ook niet w
orden onderschat – en kan w
orden gestimuleerd door een goede inrichting.
Doelen sam
enbrengenInm
iddels zal duidelijk zijn dat keuzes over de inrichting direct van invloed zijn op de risico’s voor de volksgezondheid. M
eestal wordt de
inrichting daarom in verdedigende zin aangepast:
we w
illen ons imm
ers beschermen tegen die
gevaren. Maar w
e kunnen ook offensief het stedelijk systeem
inrichten. Hoe kunnen w
e op zo’n m
anier aan de slag gaan met de stedelijke
omgeving, dat w
e tegelijk de gezondheidsrisico’s aanpakken én dat w
e bewoners en andere
betrokkenen in beweging brengen om
samen
een gezonde stad te creëren? Een eerste proeve van w
at dan kan ontstaan, zien w
e bijvoorbeeld bij het Bellamypark in de
Rotterdamse w
ijk Spangen. In deze wijk, m
et w
einig water en veel verharding, is een groen
plein gerealiseerd dat bij heftige regens als w
aterberging kan dienen, maar ook een bijdrage
levert tegen de hittestress. Het groene karakter
is gunstig voor de biodiversiteit en voor het w
elbevinden van de omw
onenden.Bij het Benthem
plein in Rotterdam kom
en zo m
ogelijk nog meer doelen bij elkaar. H
et Benthem
plein was oorspronkelijk bedekt m
et grijze stoeptegels. Nu is het een w
aterplein: een plein dat bij droog w
eer een aantrekkelijke, leuke om
geving biedt, waar gebasketbald en
geskatet kan worden. Bij heftige regenbuien
zorgt het dat er minder w
ater naar het riool en de singels stroom
t. De architecten hebben een
traject begeleid met studenten, bew
oners en ondernem
ers uit de buurt, zodat zij zo veel m
ogelijk invloed hadden op hun nieuwe plein.
Bij de kerk, die aan het plein is gelegen, is een kunstw
erk gekomen in de vorm
van een water-
fontein die door de kerk gebruikt kan worden
als doopvont. Ook op deze m
anier heeft water
een bijzondere rol op het plein.
ConclusieD
e gezondheid van onze stedelijke leefomgeving
is gebaat bij een watersensitieve inrichting,
waarbij w
e:1. alert blijven op bronnen van ziekteverw
ekkers, en de blootstelling van m
ens en dier hieraan via het w
ater zo veel mogelijk beperken;
2. het zelfreinigend vermogen van bodem
en w
ater bewust versterken;
3. ruimte houden én creëren voor bescherm
ings-m
aatregelen tegen overstromingen, en voor
berging en afvoer van het teveel aan regen - w
ater; 4. het verkoelend verm
ogen van water en groen
inzetten om hittestress te beperken;
5. de (belevings)waarde van w
ater in de stad zichtbaar vergroten m
et aandacht voor de spirituele beleving en m
ogelijkheden voor bew
eging en spel.
De uitdaging is om
deze invalshoeken op een slim
me m
anier te combineren, in het belang van
de gezonde ontwikkeling van onze steden! <
Het Benthemplein in Rotterdam
De gezondheid van onze
stedelijke leefomgeving
is gebaat bij een water-
sensitieve inrichting
18Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201419
We gaan van verzorgingsstaat naar
ver zorgingsstad, waar krachtige sociale
collectieven de wijk zelf gezond en vitaal
houden. Maar voor het zover is m
oet er nog w
el wat gebeuren, stellen M
arco Pastors (N
ationaal Programm
a Rott
erdam Zuid) en Els Tiem
an (m
inisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, BZK).
Gezondheid vanuit sociaal perspectief. W
at moeten w
e ons daarbij voorstellen? W
ordt de jaarlijkse buurtbarbecue voortaan vervangen door een gezonde fietspuzzel-tocht m
et een appel voor onderweg? D
at blijkt te sim
plistisch gedacht. Het gaat om
een com
plex vraagstuk met vele facetten.
Het gaat over de (her)inrichting van onze
stedelijke leefomgeving gekoppeld aan de
vraag of en hoe onze gezondheid daarbij een rol speelt. Vooral in achterstandsw
ijken is de koppe-ling tussen de inrichting van de w
ijk, sociale aspecten en gezondheid evident. D
e cijfers liegen er niet om
. In achterstandswijken
leven armere m
ensen gemiddeld zeven jaar
korter, en zijn gemiddeld ook nog eens veer-
tien jaar chronisch ziek (bron: Gezonde wijk
in de praktijk). Om
de leefbaarheid en de
gezondheid te bevorderen is herstructure-ring van zulke w
ijken vaak nodig, maar dat
niet alleen. Het gaat om
zowel fysieke als
sociale maatregelen in de w
ijk.
Herstructurering vraagt coördinatie
De kw
estie is niet nieuw. Om
het geheugen op te frissen: denk aan de w
ijkaanpak van m
inister Vogelaar, een van de speerpunten van het kabinet-Balkenende IV in 2007. O
pdracht: binnen tien jaar moesten de
probleemw
ijken het gemiddelde niveau
van hun stad halen op het gebied van w
onen, werken, onderw
ijs, integratie en veiligheid. W
at is er sindsdien gebeurd?Els Tiem
an, manager bij de directie w
oon- en leefom
geving van het ministerie van
BZK en vanaf 2007 betrokken bij de wijk-
aanpak: “Door de gebiedsgerichte focus
en de samenhangende w
erkwijze heeft de
wijkaanpak de volksgezondheid zichtbaar
verbeterd. Bewoners voelen zich m
eer betrokken bij de w
ijk, ze hebben minder
overgewicht en bew
egen meer. D
e kosten van de gezondheidszorg zijn om
laag gegaan, en er zijn nieuw
e vormen van
samenw
erking ontstaan.” Even een stapje terug. H
oe is het zo geko-m
en, en wat is de rol van BZK hierin? “D
e m
inisteries van BZK en Volksgezondheid, W
elzijn en Sport (VWS) sloegen de handen
ineen om gem
eenten zo goed mogelijk te
ondersteunen bij de aanpak van gezond-
Marco Pastors
Marco Pastors is politicus en bestuurder en w
erkzaam als program
madirecteur van
het Nationale Program
ma Rott
erdam Zuid. Tot 2005 w
as hij wethouder voor Leefb
aar Rott
erdam, daarna gem
eenteraadslid voor dezelfde partij. Hij is verder lid van het
curatorium van de Vereniging van N
ederlandse Gem
eenten, dat ‘synergie moet
genereren tussen de bestuurspraktijk en de wetenschap voor vraagstukken die zich
lokaal en regionaal voordoen’.
Contact nprz@
rotterdam
.nl ww
w.rott
erdam.nl/nprz
https://w
ww
.linkedin.com/in/m
arcopastors
Zonder sociale m
aatregelen geen gezonde stadD
oor Ingrid Zeegers
in
INT
ERV
IEW
ew
>
20Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201421
heidsproblemen in de aandachtsw
ijken. D
aartoe kwam
en er partnerships. Onze rol
was divers. W
e zorgden voor kennis, experi-m
enteerruimte en coördinatie, en m
aakten afspraken m
et zorgverzekeraars. Als het nodig w
as pasten we beleid aan in D
en Haag.”
Tieman coördineerde de sam
enhang tussen 13 verschillende stedelijke experim
enten en een landelijk onderzoek, U
rban40. Daarin
werden 40 aandachtsw
ijken vergeleken met
40 controlewijken. Zo w
erd gekeken of investeringen in een w
ijk ook daadwerkelijk
resulteren in meer gezondheid van de
bewoners.
Levensstijl, leefomgeving, zorg
en meedoen
In de experimenten ging het om
de levens-stijl van de bew
oners zelf. “Soms ging het in
de experimenten om
het verbeteren van de gezondheidszorg voor oudere bew
oners van een w
ijk, soms ging het over sportclubs, of
over gezonde voeding op scholen.” Tweede
thema: gezonde leefom
geving. “De rijks-
bouwm
eester liet zien hoe je met kleine
aanpassingen mensen al naar buiten kunt
trekken. Dat speelt bijvoorbeeld bij flatge-
bouwen, w
aar mensen vaak binnen blijven.
Door de benedenverdieping niet vol te bou-
wen m
et parkeergarages of bergingen, maar
in plaats daarvan woonruim
te op de begane grond te creëren of trappen te bouw
en,
nodig je mensen uit om
naar buiten te gaan. M
ensen gaan graag op trappen zitten, zeker als ze aansluiten op de groene ruim
te.” D
erde onderdeel: gezonde zorg, gericht op professionals in de w
ijk. “Hoe stim
uleer je m
ultidisciplinaire samenw
erking in de w
ijk?” En ten slotte de laatste pijler: gezond m
eedoen, gericht op langdurig werklozen.
Tieman: “D
e belangrijkste experimenten en
het onderzoek zijn afgerond. De m
ensen die er aan hebben m
eegewerkt gaan verder in
hun eigen organisaties. Projectleider Laetitia Kuijpers bijvoorbeeld, is terug-gekeerd naar het m
inisterie van VWS en zet
de aanpak voort in het nieuwe program
ma
Gezond in de Stad. De resultaten van de
experimenten zijn bovendien voor iedereen
beschikbaar gesteld in het e-boek Gezonde w
ijk in de praktijk.”
Nationaal Program
ma
Rotterdam Zuid
Als case voor dit verhaal over ‘gezonde ver-stedelijking in sociaal perspectief’ zoom
en w
e in op de dilemm
a’s die spelen in het Nationaal Program
ma Rotterdam
Zuid. Bestuurder en politicus M
arco Pastors blijkt persoonlijk betrokken bij zijn w
ijk: “Toen ik verhuisde van Rotterdam
Noord naar Zuid viel het m
e op dat de reistijd vanhier naar de ‘buitenw
ereld’ ineens veel langer werd.
Waar je ook naar toegaat, alles duurt
minstens een halfuur langer. D
at is niet alleen een drem
pel voor nieuwkom
ers om
naar deze wijk te kom
en en hier te investe-ren, m
aar ook voor de huidige bewoners die
buiten de wijk naar school of naar het w
erk m
oeten. Het gaat hier om
200.000 mensen
die letterlijk ver van de maatschappij af
staan.” Pastors doet er alles aan om
Rotterdam
Zuid te transformeren van achterstandsw
ijk naar fatsoenlijke w
oonwijk m
et goede voor-zieningen. O
f in ieder geval op hetzelfde niveau te brengen als een gem
iddelde wijk
in een grote stad in Nederland, en met
dezelfde ken merken. D
aarvoor is er sinds 2012 het Nationaal Program
ma Rotterdam
Zuid, een sam
enwerkingsverband w
aarin Rijk, gem
eente, coöperaties, onderwijs, zorg-
instellingen en het bedrijfsleven participeren. D
eelnemers trekken er tw
intig jaar voor uit om
de wijk naar een hoger plan te tillen.
“We praten hier over achterstandsbeleid.
Dat is in het verleden erg gericht gew
eest op fysieke herstructurering. M
aar daarbij ont-braken de sociale com
ponenten school en w
erk. Die zijn juist erg belangrijk om
dat ze zorgen voor een zinvolle dagbesteding van de bew
oners. Mensen hebben baat bij ritm
e en regelm
aat, en bij contacten. Dat geeft
zelfvertrouwen en voorkom
t een hoop andere problem
en.”
Scholing, werk en w
onenPastors heeft een set rekensom
men achter
de hand waarm
ee hij kan aantonen dat het financieel rendeert om
fors te investeren in scholing en opleiding van jongeren en in ondersteuning thuis. “D
at verdien je later terug via besparingen op uitkeringen en zorgkosten. Goed opgeleide jongeren m
et een voor de arbeidsm
arkt relevante oplei-ding vinden snel w
erk.” D
aarom krijgen kinderen op de basisschool
tien uur per week extra les om
leerachter-
standen weg te w
erken. Met het voortgezet
onderwijs zijn afspraken gem
aakt om te
focussen op techniek en zorg, want ‘daar is
later veel werk in te vinden’. D
aarnaast is er volgens Pastors ook veel ongeschoold w
erk in de om
geving, zoals in het Westland.
School en werk dus als rem
edie tegen een ongezonde achterstandsw
ijk. Maar er is
meer.
Pastors rekent voor dat het loont om
sociale problemen aan te pakken, som
s tot achter de voordeur aan toe. Volgens hem
levert dat een besparing op in de kosten van de gezondheidszorg. D
it heeft er toe geleid dat er voor drie op de tien kinderen in Rotterdam
Zuid nu extra zorgcapaciteit is geregeld om
de ouders te kunnen helpen bij de opvoeding. D
aarnaast wordt stevig
ingezet op echte probleemgezinnen. “Als
er in het gezin schulden zijn en er is veel stress om
dat de deurwaarder volgende
week kom
t, dan hebben gezonde opvoed-tips w
einig effect. Daarom
moet je eerst
de crisisproblemen helpen oplossen.”
Verbinding met de buitenw
ereldD
eze frontlinemethode is volgens Pastors
nodig om de sociale problem
en in de wijk
op te lossen en de wijk daarm
ee gezonder te m
aken, zodat er ook economisch gezien
meer perspectief kom
t. “Nu wordt er nog
beweerd dat investeringen in extra open-
baar vervoer niet lucratief zijn, omdat er
maar zo w
einig werkende m
ensen – en dus forensen – in Rotterdam
Zuid wonen.
Dat is een kip-of-eivraag. Een nieuw
e m
etroverbinding kan er juist voor zorgen dat hier m
eer werkende m
ensen komen
wonen en de m
ensen die nu nog werkloos
zijn straks gemakkelijker naar hun w
erk of opleiding kunnen reizen. D
e wijk w
ordt aantrekkelijker en leefb
aarder.” <
Els Tieman
Els Tieman w
erkt als adviseur bij de directie woon- en leefom
geving van het m
inisterie van BZK. Daarvoor w
as ze onder andere politiek adviseur bij het ministerie
van VROM
. Vanaf 2007 is ze betrokken bij de wijkaanpak (actieplan-Vogelaar).
Ze coördineerde een reeks wijkexperim
enten en onderzoeken, resulterend in het e-boek G
ezonde wijk in de praktijk: w
ww
.experimentgezondew
ijk.nl/gezondewijk/
eboek/eboekgezondewijk.pdf.
Contact els.tiem
an@m
inbzk.nl nl.linkedin.com/pub/els-tiem
an/13/41a/233e
in
22Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201423
BO
EKR
ECEN
SIELEES- EN
KIJK
TIPS G
EZON
DE V
ERSTED
ELIJKIN
G
Res publica
Res publica betekent letterlijk: zaken die behoren tot een grote groep m
ensen. In De stad als inter-face onderzoekt M
artijn de Waal
hoe nieuwe digitale en m
obiele m
edia het publieke domein kun-
nen versterken. Hij houdt een
pleidooi voor de ‘republikeinse’ stad, een stad m
et bewoners die
naast vrijheid ook verantwoorde-
lijkheid voor de stad als geheel voelen. Res publica! Een geschikt vertrekpunt voor gezonde verste-delijking, w
aarin de burger zelf een grote rol speelt. D
it boek biedt goede aanknopingspunten om
met
behulp van nieuwe m
edia de stad gezonder, socialer en veiliger te m
aken.
Drie m
ogelijkhedenEr w
orden drie mogelijkheden
genoemd: ten eerste als territory
device. Door bijvoorbeeld gegevens
Hebt u de sm
aak te pakken en wilt u nóg m
eer informatie over
gezonde verstedelijking? De redactie selecteerde voor u enkele
boeken, websites en andere publicaties over dit onderw
erp.
Boeken en andere publicaties:- Benjam
in Barber, If mayors ruled the w
orld: dysfunctional nations, rising cities (2013)
- Jason Corburn, Toward the Healthy City: People,
Places, and the Politics of Urban Planning (2009)- Sven G
atz, Sas van Rouveroij, Christian Leysen, M
attias de Backer, Stephanie D
’Hose en Patrick
Stouthuysen, Vitale steden. Stadslucht maakt vrij
(2009)- Jan G
ehl, Cities for people (2010)- M
aarten Hajer en Ton D
assen, Slimm
e steden. De
opgave voor de 21e eeuwse stedenbouw
in beeld (2014)- Frans van der H
oeven en Alex Wandl, Am
sterwarm
. Gebiedstypologie w
armte-eiland Am
sterdam (2013)
- Kracht van Utrecht, D
uurzame en gezonde stedelijke
ontwikkeling en m
obiliteit. Notitie ten behoeve van coalitiebesprekingen en collegevorm
ing 2014-2018. Initiatief van bew
oners en experts (2014)- M
inisterie van Infrastructuur en Milieu i.s.m
. FABRIC, Gezonde verstedelijking (2012)
- Ministerie van Infrastructuur en M
ilieu, Netw
orking for urban vitality (2014)- Raad voor leefom
geving en infrastructuur, D
e toekomst van de stad (2014)
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,
Gezond ontwerp (2013)
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
en Planbureau voor de Leefomgeving, Bouw
en aan een gezonde stad. Luchtbeleid in het perspectief van gezonde en duurzam
e verstedelijking (2014)- Rijksoverheid, Alles is gezondheid …
Het Nationaal Program
ma Preventie 2014-2016 (2013)
Websites:
- Agenda Stad, ww
w.agendastad.nl
- Atlas Leefomgeving, w
ww
.atlasleefomgeving.nl
- De G
ezonde Stad, ww
w.degezondestad.org
- Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam
, w
ww
.iabr.nl - Kracht van U
trecht, w
ww
.krachtvanutrecht-initiatief.nl- W
aaaro? Daaaro!, w
ww
.waaarodaaaro.nl/
3653/nl/gezonde-verstedelijking
Filmpjes:
- Fietsenzwerm
en, w
ww
.youtube.com/w
atch?v=A0-9BzUpw
p4- Piano trap,
ww
w.youtube.com
/watch?v=TD
M_nRg4bl4
- The speed camera lott
ery, w
ww
.youtube.com/w
atch?v=Qi3oN
s6nLcs <
wegen tot actuele locaties van
bussen en metro’s, zelfs w
ie er w
anneer hoeveel afval weggooit
kan worden gem
eten. De w
eg of stoep w
eet of iemand langskom
t en kan zo de sterkte van de straat-verlichting aanpassen en kantoor-gebouw
en schakelen zelf alle com
puters en lichten uit wanneer
de laatste werknem
er het pand heeft verlaten. H
ierdoor moet de
stad efficiënter, gezonder en veili-
ger worden. H
oewel de m
eeste technologieën nog in w
erking gesteld m
oeten worden, plaatst
De W
aal nu al een kanttekening bij deze ontw
ikkeling: is dit de stad van de toekom
st? Willen w
e in zo’n stad leven, w
aarin alles slim
gemechaniseerd en uitge-
dacht is?D
it boek legt een heldere relatie tussen het denken over stad, gem
eenschap en burger met
materiaal van filosofen en de rol
van technologie in een zich ont-w
ikkelende netwerksam
enleving. D
e Waal plaatst een duidelijke
kanttekening bij deze ontwikke-
ling. Het gaat niet alleen over het
maken van het ontw
erp, waarbij
nieuwe m
edia een belangrijke rol kunnen spelen, m
aar ook om een
filosofische exercitie, want: no one
likes a city thats’s too smart.
Nadinja HettingaRijkwaterstaat
op te vragen over wie er op een
bepaalde plek was en m
et welke
beleving, kan het scenario van living together apart w
orden versterkt. H
et beïnvloedt de ervaring van de stedelijke ruim
te en kan bijdragen aan een sociale en veilige stad. Ten tw
eede kunnen digitale media
een rol spelen in het zichtbaar m
aken van collectieve ritmes of
issues. Datavisualisaties van lucht-
kwaliteit, bew
egingspatronen en ritm
es van verkeer kunnen patro-nen of them
a’s inzichtelijk maken
die de gemeenschap als geheel
aangaan. Wederom
een mooi
aanknopingspunt voor gezonde verstedelijking.Ten slotte kunnen nieuw
e media
een rol spelen bij het in gezamen-
lijk beheer nemen van stedelijke
hulpbronnen. Denk aan deelauto’s, buurttuinen en het opzetten van een collectieve energie- m
aatschappij.
Songdo, stad van de toekom
st?D
e Waal neem
t ons in zijn boek m
ee naar de stad Songdo in Zuid-Korea, bekend als een van de eerste sm
art cities ter wereld en tevens
een mooi voorbeeld van een
gezonde stad. Een centraal com-
putersysteem verzam
elt allerlei data, van energie die gebouw
en verbruiken tot bezetting van parkeerplekken. Van drukte op
De stad als interface. H
oe nieuwe m
edia de stad veranderenM
artijn de Waal, 192 pagina’s, paperback, 22,50 euro
24Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201425
‘Big data, wat betekent dat voor onze organisa-
ties?’ De Lichtkogel nodigde belangstellenden
uit om op 11 septem
ber 2014 in LEF Future Center hierover m
et elkaar in discussie te gaan. 57 deel nem
ers van ruim 20 organisaties w
issel-den ervaringen, belem
meringen en ideeën uit
en deden waardevolle nieuw
e contacten op.
Na het welkom
door Addy de Zeeuw, facili tator LEF, en Erna O
vaa, programm
aleider Strategische Verkenningen Rijksw
aterstaat, werden de deel-
nemers eerst zelf onder de loep genom
en. Zo’n tw
intig procent bleek al praktische ervaring te hebben m
et big data, de anderen oriënteerden zich nog op het onderw
erp.
Delen en com
bineren van dataArie Versluis, Chief D
ata Offi
cer van Rijks water-
staat, en Haydee Sheom
bar, Smarter Governm
ent Business D
evelopment Executive van IBM
, prikkelden de aanw
ezigen door te wijzen op de
wezenlijke verandering die het w
erken met big
data vraagt van medew
erkers en van organisaties. “W
illen we Nederland de kom
ende jaren bereik-baar, veilig en leefb
aar houden, en willen w
e dit sám
en met burgers en bedrijven doen, dan ligt
de sleutel in het delen en combineren van data”,
betoogt Versluis. Maar zover is het nog niet.
“De m
eeste organisaties werken nog te veel op
een eiland. Elke afdeling zijn eigen big data.” O
ok hebben de meeste nog te w
einig data-
scientists in huis, die het werken m
et verschillende bronnen en patroonherkenning in de vingers hebben en betrouw
bare uitspraken kunnen doen. O
ver de ethische aspecten zegt Versluis: “Laten we
in het experiment, het dóen, de discussie voeren
hoe we hierbij m
et de verantwoordelijkheden van
overheden moeten om
gaan.”
Nieuw
e olie Sheom
bar stelt hardop de vraag of de ‘dataficatie’ van onze w
ereld zal leiden tot een andere manier
van besturen. “Dagelijks produceren w
e met z’n
allen ontzettend veel data (dataficatie), we stoppen
overal sensoren in, en 80 procent van die data is ongestructureerd.” D
e meest com
petitieve organi-saties zullen straks al tijdens het scannen van de data beslissingen nem
en om veranderingen in gang
te zetten. “Data zijn de nieuw
e olie.” Eigenlijk is het geen data-science, m
aar data-art wat w
e nodig hebben. Sheom
bar geeft de deelnemers drie
adviezen mee over het w
erken met big data:
1) ga exploreren in plaats van analyseren, 2) zoek de kracht van patronen en 3) com
bineer en leer.
Discussie aan stam
tafelsAansluitend is in het W
orld Café over vijf vragen gediscussieerd. Een im
pressie aan de hand van uitspraken van de deelnem
ers.
Stamtafel 1. W
elke paradigmashift is nodig bij onze
experts? Moeten overheden zelf ook bigdata-experts in
huis halen, om uit big data slim
me oplossingen voor
overheidsvraagstukken te genereren?- “Iedere m
inuut komt er data binnen; het
mom
ent van interpretatie wordt bepalend
voor de beslissing, en niet zoals vroeger een beslissing op een afgepaste hoeveelheid data.”
- “Doordat de burger data gebruikt, ver andert
zijn gedrag en daardoor veranderen de data w
eer. Je hebt dus niet alleen statistici nodig, m
aar ook psychologen!”
- “Belangrijk is om de toepassing of de context
vooraf te bepalen.”- “O
ok in de politiek merk je dat interpre taties
op basis van rapporten snel zijn achterhaald door slim
meriken die veel recentere gegevens
hebben.”
Stamtafel 2. W
elke verantwoordelijkheden hebben over-heden bij het benutten en beschikbaar stellen van data, wanneer hier privacy- en integriteitsaspecten m
ee gemoeid
zijn? Wat zijn de risico’s? Hebben we striktere rand-
voorwaarden nodig om te werken m
et big data?- “Com
bineren van data kan onverwachte uit-
komsten opleveren. Anonim
iseren is bijna onm
ogelijk.” - “W
ie belang heeft bij een bepaalde politiek, kan big data daar slim
voor gebruiken.”- “D
e grenzen zijn aan het verschuiven, de gevoelsdiscussie rond privacy is sterker dan dat w
e daadwerkelijk hechten aan de privacy.
We genereren veel data bew
ust (LinkedIn, Facebook, Tw
itter) en onbewust (kopen op
internet, ov-kaart, Tom Tom
).” - “H
et vertrouwen van de burger in de overheid
is hoog. Je hebt als overheid de verantwoorde-
lijkheid om de burger te bescherm
en.”
Stamtafel 3. Het werken m
et deze grote data bestanden vergt veel van organisaties. W
at kun je slim delen?
Biedt big data kansen voor samen werking in de keten?
- “Door slim
delen van data kun je spookfiles oplossen.”
- “Er komt zoveel info dat je het niet m
eer alleen kunt behappen. Ieder m
aakt zijn eigen verwer-
kingsslag, en die verwerkte data m
oet je delen.”- “D
e overheid zou dit moeten faciliteren,
afspraken maken binnen de keten en de
regelgeving aanpassen.”- “W
e moeten kennis delen over data-analyse.”
Stamtafel 4. Big data = big business. W
elke rol zou de overheid m
oeten spelen om bedrijven op dit gebied te
stimuleren?
- “Bedrijven worden al voorzien van data, ook
van de overheid. De overheid betaalt één keer,
daarna is het openbaar.”- “Goed nadenken over de publiek-private balans.
Er is een aantal overheidsbedrijven geprivati-seerd, bijvoorbeeld op het gebied van energie.”
- “We proberen nieuw
e ontwikkelingen in te
passen in oude structuren. Laat de oude structuren los.”
- “Als je dit aan bedrijven vraagt, wordt het
opvallend stil.”
Stamtafel 5. W
at merken burgers van big data?
- “Burgers kunnen snel info genereren, bijvoor-beeld over onderhoud, m
aar de overheid heeft een heel traag onderhoudsprogram
ma.”
- “Mensen kunnen zelf m
eten, maar w
at ze w
illen weten is: w
anneer is het on veilig? Ze w
eten niet wat die getallen betekenen.”
- “Als burgers meer data hebben, is er dan
minder overheid nodig?”
- “De overheid is terughoudend w
at betreft big data en speelt onvoldoende in op het zelf-organiserend verm
ogen van de burger.” <
Met dank aan de tafelvoorzitters: Rien Bout (DGRW
), M
arion Braams (RW
S), Dirk-Jan Griffioen (RIVM
), M
arianne Linde (TNO), Paul Latour (IHW), Johan van
der Schuit (PBL), Raymond Sluiter (KNM
I), Eric van der Ster (RW
S) en Peter Struijs (CBS).
LEF-sessie big data: een im
pressieD
oor Erna Ovaa en Jetske Poland
TER
UG
BLIK
26Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201427
Agenda StadD
oor Ingrid Zeegers
De stad zien als een entiteit in plaats van een
thematische optelsom
. Dat helpt om
grote uit-dagingen op het gebied van gezonde verstede-lijking aan te kunnen, en econom
ische kansen beter te verzilveren. Agenda Stad vorm
t daarbij een verbindende factor.
Werkgelegenheid en dus ook productiviteit con-
centreren zich steeds meer in stedelijke regio’s.
Dat heeft gevolgen voor de leefb
aarheid en gezondheid van de stad. Agenda Stad is een plat-form
in wording, bedoeld om
verschillende par-tijen die w
erken aan de economische groei én de
leefbaarheid van de stad m
et elkaar te verbinden. Agenda Stad is een initiatief van de m
inisteries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Infrastructuur en M
ilieu en Economische Zaken,
met ondersteuning van Platform
31. Het m
oet stedelijke innovatie stim
uleren en de vraagstukken die daaraan vastzitten agenderen. D
enk aan ruimte-
gebruik, sociale cohesie, voorzieningen en duur-zaam
heid. En verder ook aan werk, financiering
van stedelijke ontwikkeling en (inter)nationale
positionering van de stad.
Krachten bundelen
Economische groei m
et behoud van de leefbaar-
heid in de stad. Het them
a is allesbehalve nieuw, de aanpak van Agenda Stad w
el. Die m
oet ervoor zorgen dat m
ensen elkaar daadwerkelijk kunnen
vinden en blijven ontmoeten. Eerst fysiek, en
daarna online. In juni 2014 was er de kick-off m
et een bijeenkom
st voor stadsmakers in Am
ersfoort. D
aar ontstonden aan verschillende tafels nieuwe
comm
unities. Eind 2014 kunnen die ook online verder w
erken op de nieuwe w
ebsite van Agenda Stad, die dan in de lucht zal zijn.
Ali Rabarison, plaatsvervangend directeur W
oon&Leefomgeving van het m
inisterie van BZK en program
mam
anager Agenda Stad, merkt
dat het initiatief voor Agenda Stad tot nu toe erg enthousiasm
erend werkt. “Er gebeurt al zoveel,
maar toch blijkt er ook behoefte te zijn aan een
verbindend platform voor de stad. Als je de econo-
mische kracht van de stad w
erkelijk wilt versterken
en tegelijkertijd de leefbaarheid w
ilt vergroten, m
oeten we m
et zijn allen innoveren. Daartoe zijn
er nieuwe coalities nodig. Bijvoorbeeld tussen
gemeenten en bedrijven, of kennisinstituten en
maatschappelijke organisaties. D
ie samenw
erking w
il Agenda Stad katalyseren en organiseren.”
Internationale showcase
Nederland wil deze stedelijke innovatiekracht
ook graag laten zien aan het buitenland, bijvoor-beeld tijdens het Europese voorzitterschap in 2016. D
e Europese Comm
issie is op initiatief van BZK gestart m
et een Europese Urban Agenda, die
er tijdens het voorzitterschap moet liggen. H
et zou m
ooi zijn als Europa de kennis en de inspiratie in Nederland kom
t halen.Rabarison: “Nederlandse steden zijn aantrekkelijk qua w
onen, werk en leefb
aarheid. Zeker vergeleken m
et veel buitenlandse steden. Onze steden zijn
redelijk evenwichtig en doen het econom
isch gezien goed. D
at willen w
e in de toekomst
behouden en nog verder versterken door te investeren in sam
enwerking. D
e Nederlandse steden m
oeten ook in de toekomst tot de m
eest leefb
are en concurrerende ter wereld blijven
behoren. Onze am
bitie: Nederlandse steden in de top 10 van de w
ereldwijde ranglijst van aan-
trekkelijkste steden.” <
Voor meer inform
atie:
ww
w.platform
31.nl/ruimte/agenda-stad
Ali Rabarison ali.rabarison@
minbzk.nl
e w
OP
EXP
EDIT
IE!
Gezonde
verstedelijking in H
eerlen en Groningen
Bent u door dit cahier nieuwsgierig gew
orden naar gezonde verstedelijking en gaat u een beetje avontuur niet uit de w
eg? Dan heeft
de Lichtkogel goed nieuws
voor u! We gaan op expeditie naar tw
ee steden om zelf te ontdekken w
at gezonde verstedelijking is of kan zijn. En u bent van harte uitgenodigd om
mee te gaan.
Op 27 februari 2015 gaan w
e naar Heerlen en op 5 m
aart 2015 naar Groningen. In
kleine groepjes wordt u in een m
iddag ‘langs vreemde en afgelegen gebieden’ geleid.
Plekken die u niet eerder zijn opgevallen of organisaties die u niet eerder hebt bezocht. Bezoek bijvoorbeeld het station Europapark en het om
liggende gebied in Groningen.
Of ontm
oet de samenw
erkingspartners van Masterplan Zorgvallei, dat m
oet bijdragen aan de continuïteit en kw
aliteit van de zorgvoorzieningen in Heerlen en om
geving. Aan de hand van enkele opdrachten krijgt u een nieuw
e kijk op gezonde verstedelijking. D
e expedities zullen behoorlijke inspanningen vragen. Niet in de laatste plaats vanw
ege het gure w
interweer. D
esalniettem
in zijn deze ondernemingen heel leerzaam
, omdat
u nieuwe ideeën opdoet die als inspiratie kunnen dienen om
in uw eigen w
erk- of leefom
geving nieuwe w
egen te ontdekken.
Wat w
ij van u vragen? Enthousiasme en een onderzoekende houding.
U kunt zich opgeven door een e-m
ail met uw
aanmelding te sturen naar
lichtkogel@rw
s.nl.
Graag verw
elkomen w
e u als reisgenoot!
PS De expeditie gaat door bij m
inimaal 15 en m
aximaal 30 deelnem
ers per datum.
27feb5maart
28Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201429
Hoe organiseren w
e gezonde verstede-lijking? D
oor het organiseren van nabij-heid. D
at blijkt uit gesprekken met
bestuurder en politicus Jacques Wallage
en hoogleraar planologie Zef Hem
el. D
e organisatorische rolverdeling moet
anders, daarover zijn ze het eens. Of de
overheid daarbij voorop moet lopen,
daarover lijken ze van mening te
verschillen.
“Segmentatie m
aakt de stad ziek. Hoe kan
een kind nou gezond opgroeien tussen gevaarlijke bendes in achterstandsw
ijken? D
e diplomadem
ocratie is de grootste bedreiging voor de gezondheid van de stedelijke sam
enleving. Want of m
ensen profijt hebben van stedelijke voorzieningen – zoals gezondheidszorg, onderw
ijs, en cultuur – verschilt per opleidingsniveau. Er is m
aar één remedie tegen ongezonde
stedelijke segmentatie, en dat is het
mengen van bevolkingsgroepen.” D
at zegt PvdA-bestuurder en politicus Jacques W
allage. Volgens hem draait het bij gezonde
verstedelijking om ecologische én hum
ane duurzaam
heid. Die ontstaat echter pas als
de kloof tussen hoger en lager opgeleiden in de stad gedicht w
ordt. “We hebben een
instrument om
die sociale segmentatie te
bestrijden, namelijk de w
oningbouw-
coöperaties. Die zijn in staat om
gemengd
te bouwen, dat w
il zeggen koopwoningen
en sociale woningbouw
door elkaar in een w
ijk.” Volgens Wallage w
ordt de rol van de w
oningbouwcoöperaties sinds kort stelsel-
matig onderm
ijnd en beperkt tot alleen sociale w
oningbouw. Dat is een gem
iste kans om
de stad weer gezond te krijgen.
Stap 1 voor de organisatie van een gezonde stad is daarom
wat hem
betreft: “Een her-w
aardering van de woningbouw
coöperatie.”
Activistische, selectieve overheid M
aar er is meer. H
et organiseren van gezonde verstedelijking vraagt vooral ook om
herbezinning op de traditionele rol-verdeling. “W
e komen uit een tijd van ver-
gaande marktw
erking. We zijn daarbij tot
de conclusie gekomen dat de overheid niet
alles aan de markt kan overlaten. W
ant m
arktpartijen alleen brengen de gewenste
ontwikkeling van de stad niet tot stand.”
Wallage pleit daarom
voor een mengvorm
, de begeleide m
arktwerking, m
et daarin een realistische en gedifferentieerde overheids-rol. “Stel, je w
ilt economische activiteiten
in de stad laten plaatsvinden, maar de
kredietverlening daarvoor loopt alleen via de banken. D
an ben je als overheid dus geen
INT
ERV
IEW
Overheid,
kom in actie!
Of juist niet …
?D
oor Ingrid Zeegers
Jacques Wallage
Jacques Wallage is bijzonder hoogleraar integratie en openbaar bestuur aan de
Rijksuniversiteit Groningen, PvdA-bestuurder en politicus. H
ij was jarenlang actief
in de landelijke politiek, onder andere als staatssecretaris voor onderwijs en sociale
zaken en als fractievoorzitter voor de PvdA. D
aarna was hij tien jaar burgem
eester van G
roningen. In zijn rol als voorzitter van de Raad voor het O
penbaar Bestuur is hij betrokken bij de rapporten Vertrouw
en op democratie en Loslaten in vertrouw
en.
Contact w
[email protected] (com
municatieadviseur W
enny Geenevasen)
nl.linkedin.com/pub/w
allage-jacques/31/827/944e
>
in
30Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201431
actieve partij in het stimuleren van bepaalde
functies, maar veroordeel je jezelf tot de rol
van toeschouwer.”
Is dit een pleidooi voor sterkere overheids-sturing? Nee, die conclusie is te kort door de bocht. “M
aar de weg terug naar een
gemengde, gezonde stad veronderstelt w
el dat de overheid actief ingrijpt en investeert. Bijvoorbeeld in openbaar vervoer, gem
engd bouw
en, cultuur en duurzame infrastruc-
tuur. Dat zijn activiteiten en taken die niet
tot stand komen zonder een activistische
– maar w
el selectieve – overheid.”
Bundeling van krachten“Eerlijk is eerlijk, de overheid kan dit soort kostbare ingrepen niet m
eer alleen tot stand brengen”, vervolgt W
allage. “Daarom
zijn er creatieve joint ventures m
et andere partijen nodig. D
at kan veel slimm
er dan nu gebeurt.” H
et gaat dus om nieuw
e vormen van sam
en-w
erken tussen verschillende partijen. Toverw
oord? Continue dialoog. Als succesvol voorbeeld noem
t Wallage het
programm
a Ruimte voor de Rivier. H
ij blijkt zeer te spreken over de m
entale joint venture die Rijksw
aterstaat daarbij aanging met
gemeenten, w
aterschappen en bewoners
van het rivierengebied zelf. “Daar is het door
een continue dialoog gelukt om partijen
én financieringsinstrumenten bij elkaar
Ontw
orpen en ingericht door een architect, m
et duidelijke ideeën over hoe de bewoners
het plein straks zullen gaan gebruiken. De
gemeente regelt alles, tot aan de bankjes
toe. En als het werk klaar is, valt de actie
weg. W
ant de bewoners besteden geen tijd
aan onderhoud van het plein of aan overleg m
et de gemeente over verdere ontw
ikkeling ervan.” Allem
aal goed bedoeld volgens Hem
el, m
aar deze manier van w
erken zet de om
wonenden zelf natuurlijk niet aan tot
beweging. Ze kijken slechts toe. H
et kan ook anders. “D
raai het om. Verzam
el de ideeën en initiatieven van de bew
oners zelf en breng die bij elkaar. Laat de bew
oners zelf de ruim
te inrichten. Daardoor w
orden ze actief. D
an bouw je gem
eenschappen en zet je m
ensen in beweging.”
Walkable London als inspiratiebron
Een gezonde stad herken je volgens Hem
el dus aan het feit dat de m
ensen er volop in bew
eging zijn. Ze knappen bijvoorbeeld speeltuinen of sportterreinen op, beheren zelf het openbaar groen, leggen m
oestuinen aan, en organiseren een avondvierdaagse, m
arathon of fietscursus voor allochtone vrouw
en. “Het gaat erom
wat m
ensen in bew
eging brengt en activeert.” Toverw
oord? Nabijheid. De vraag hoe orga-
niseer je een gezonde stad komt volgens
Hem
el feitelijk neer op de kwestie: hoe
organiseer je nabijheid, en wat m
oet je daarvoor als overheid doen of juist laten? H
ij is onder de indruk van het programm
a W
alkable city of London, dat de Londenaren in bew
eging moest brengen. Vooral om
dat de hele uitw
erking en uitvoering vanuit de Londenaren zelf kw
am, en niet vanuit de
gemeente. “Buurtgebonden stichtingen en
verenigingen kregen van de gemeente en
het stedelijke vervoersbedrijf wat handgeld
mee om
de mensen m
eer aan het lopen te
te brengen en de lokale planologie daad-w
erkelijk te veranderen. Deze m
anier van w
erken zouden we ook kunnen toepassen
om de kw
aliteit van de stedelijke leef-om
geving te verbeteren. Denk bijvoorbeeld
aan het doortrekken van tram- en trein -
verbindingen.” Bundeling van krachten is geen overbodige luxe, w
ant volgens Wallage w
ordt het alle hens aan dek om
de stad gezonder te maken.
“Er zijn grote infrastructurele ingrepen nodig. D
e transitie van de auto naar het openbaar vervoer vraagt om
enorme investeringen,
en dus ook om nieuw
e kostendragers.” W
allage denkt zelf dat het geld vrijgemaakt
zou kunnen worden uit de institutionele
beleggings- en pensioenfondsen, mits de
staat daarvoor de benodigde garanties organiseert.
Draai het om
!D
ezelfde vraag – hoe organiseer je een gezonde stad? – legden w
e ook voor aan hoogleraar planologie Zef H
emel. Van hem
krijgen w
e een streetview, want hij zoom
t in op de gezondheid in de haarvaten van de stad. H
emel geeft als voorbeeld de
traditionele renovatie van een pleintje in Am
sterdam O
sdorp. “Er moet een nieuw
e tram
halte komen, en de gem
eente knapt m
eteen maar het hele pleintje op.
krijgen. Lopen is imm
ers sneller en gezonder dan de overvolle m
etro. Het is
gelukt. En het project draait helemaal op
vrijwilligers.”
Ideeën ontstaan op straatW
at is volgens Hem
el dan de rol van de overheid? O
rganiseren, stimuleren? Nee,
want ook dat kom
t volgens hem voort uit
een diepgewortelde paternalistische over-
tuiging. Hem
el: “Ideeën ontstaan niet kunstm
atig ergens in een kantoortuin op het stadhuis, m
aar op straat. Bewoners
lopen zelf allang met allerlei ideeën rond.
Je moet dus als overheid eerst kijken w
at er in de w
ijk gebeurt, en daarbij aansluiten. M
et andere woorden: ideeën m
oet je op halen. D
at is dus een omgekeerde
volgorde.”Let op: deze ogenschijnlijk kleinschalige m
anier van denken kan uiteindelijk ook regionale gevolgen hebben voor bijvoor-beeld transport en m
obiliteit. Want als het
eenmaal gaat bruisen in de haarvaten van
het stedelijke systeem (de pleintjes, de
buurten en de wijken), w
ordt de hele stad geactiveerd. H
emel: “H
et gevolg daarvan is dat de stad als geheel intelligenter w
ordt. Gekoppelde kennis m
aakt de stad meer
zelfvoorzienend en duurzaam, en m
inder afh
ankelijk van de aanvoer van buitenaf. M
et als voordeel dat de grote toeleverende verkeerssystem
en, de nationale slagaders, dan veel effi
ciënter benut kunnen w
orden.” <
Zef Hem
elZef H
emel is hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de U
niversiteit van Am
sterdam. Sinds kort w
erkt hij bij de Amsterdam
Economic Board, een sam
en-w
erkingsverband van gemeente, universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven.
Daarvoor w
as hij directielid van de dienst ruimtelijke ordening van de gem
eente Am
sterdam. H
ij deelt zijn kennis en inzichten ook op een weblog: Vrijstaat
Amsterdam
.
Contact
z.hemel@
amsterdam
.nl nl.linkedin.com/pub/zef-hem
el/b/614/978e
“Laat de bewoners zelf
de ruimte inrichten”
in
32Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201433
Een eiland dat energieneutraal en zelf-voorzienend in de drinkw
atervoorziening w
il worden. Boom
kwekerijen die de
verdroging van natuurgebieden helpen bestrijden. “M
enselijke en natuurlijke processen zijn innig m
et elkaar vervloch-ten en er is geen w
eg terug. We kunnen
alleen nog vooruit. Maar hoe?” D
at liet de Internationale Architectuur Biënnale Rott
erdam 2014 zien.
Het is zondag 24 augustus 2014. D
e aller-laatste dag van de zesde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam
(IABR), die gew
ijd is aan het thema Urban by Nature,
‘van nature stedelijk’. Vlak voor openings-tijd leidt curator D
irk Sijmons ons rond in
de Kunsthal, waar zes tentoonstellingen
een bijzonder verhaal vertellen. De zes
exposities nemen ons m
ee in de verande-rende denkw
ereld van landschapsarchitec-ten en stedenbouw
kundig ontwerpers.
Sijmons selecteerde 100 geschikte projecten
uit ruim 500 inzendingen, afk
omstig uit de
hele wereld. “Ze m
oeten vooral een frisse blik w
erpen op hoe we kunnen om
gaan m
et het wereldw
ijd toenemende ruim
te-gebruik. H
et is daarvoor essentieel te beseffen dat de ruim
te die een stad inneemt
veel groter is dan de bebouwde kern alleen.”
Want het stadslandschap is volgens
Sijmons een reusachtig artefact dat bestaat
uit dichter en dunner bebouwd oppervlak,
woongebieden, industriële com
plexen, vliegvelden, ingesloten natuurgebieden, verspreide bebouw
ing, landbouwgebieden,
kanalen, glastuinbouwgebieden en alle
infrastructuur die dit weefsel losjes aan
elkaar stikt. Het hoort allem
aal bij de enorm
e reuzensteden van deze tijd.
Geen w
eg terug “W
illen we deze beschikbare ruim
te optim
aal benutten, dan moeten w
e er anders naar leren kijken”, zegt Sijm
ons. H
oe? “Door te aanvaarden dat w
e in het antro poceen leven – een tijdvak w
aarin de m
ens invloed heeft op het klimaat en het
aard systeem. En door daarvoor verantw
oor-delijkheid te nem
en. De m
ens drukt een dusdanig groot stem
pel op het natuurlijke systeem
dat er geen weg m
eer terug is naar een natuurlijk evenw
icht. Stad en natuur zijn innig m
et elkaar verweven. Juist om
dat de stad deel uitm
aakt van de natuur, en om
gekeerd, moeten w
e de stad dus ruimer
zien, en ook de ruimtelijke planning anders
oppakken. Natuur en stad op een productie-vere m
anier met elkaar vervlechten.” D
e biënnale w
il hiervoor vooral realistische
REP
OR
TAG
E
Architectuur Biënnale Urban by NatureD
oor Ingrid Zeegers
Dirk Sijm
onsD
irk Sijmons is hoogleraar landschapsarchitectuur aan de TU
Delft
en mede-
oprichter van bureau H+N
+S Landschapsarchitecten. Van 2004 tot 2008 was hij
Rijksadviseur voor het Landschap. In 2007 ontving hij de Edgar Doncker Prijs voor
zijn bijdrage aan de ‘waarachtig N
ederlandse cultuur’. Hij publiceerde diverse
boeken waaronder O
orden van Onthouding, =Landschap, Een plan dat w
erkt en Greetings from
Europe. Zijn nieuwste boek Landschap en Energie gaat over de ruim
telijke gevolgen van de energietransitie naar CO
2 -arme bronnen.
Contact info@
iabr.nl nl.linkedin.com/pub/dirk-sijm
ons/a/5a1/596e
>
in
34Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201435
handelingsperspectieven bieden en is dus allesbehalve m
oralistisch bedoeld. De
bij behorende projecten zijn verdeeld over de hele Kunsthal, en beslaan m
aar liefst drie verdiepingen. Sijm
ons loodst ons er onverm
oeibaar doorheen, terwijl hij in
hoog tempo tekst en uitleg geeft. Elke etage
ademt een andere sfeer uit. D
e begane grond is aards en de natuur is er invoelbaar. D
e tweede etage heeft een m
eer industrieel karakter. En op de derde etage kunnen beleidsm
atige diehards nieuwe stedelijke
strategieën letterlijk van de muren
schrapen.
Kennis in de praktijkToegegeven: er is heel veel inform
atie te verw
erken. Sijmons lacht: “Laatst kreeg ik
een tweet van een bezoeker die aan een
suppoost had gevraagd wat hij van de ten-
toonstelling vond. De suppoost zei: ‘Leuk
en interessant, ik heb alles gelezen. Maar ja,
ik loop hier dan ook al vier weken rond’.”
De definitie van een biënnale is volgens
Sijmons dan ook: het is te veel. “M
aar daar kan de bezoeker natuurlijk zelf in selecteren.”H
et gaat op de biënnale niet alleen om het
etaleren van kennis, de vraag is imm
ers ook hoe de inzichten beklijven in de dagelijkse praktijk. D
aartoe werden er conferenties,
debatten, lezingen en symposia georgani-
seerd. De lijst m
et deelnemende organisa-
ties is indrukwekkend, de titels m
aken
hangt. Het is gem
aakt in het TextielMuseum
in Tilburg en staat sym
bool voor het Projectatelier BrabantStad. D
at project ging op zoek naar de verborgen krachten in een tapijtm
etropool. Een metropool, bestaande
uit de losse steden Eindhoven, Den Bosch,
Breda, Tilburg en Helm
ond. Hoe kunnen
deze steden gezamenlijk iets dat ze alleen
niet kunnen – overigens breder dan alleen op textielgebied? W
aar liggen er kansen die er zonder onderlinge sam
enwerking
niet zouden zijn, en wat zijn de ruim
telijke effecten van de verschillende sturings-filosofieën? O
ok de provincie Noord-Brabant deed m
ee.Sijm
ons: “Opvallend w
as dat de samen-
werking in som
mige projecten nieuw
e, onverw
achte kansen opleverde. Voorbeeld: het w
ater uit de Belgisch-Brabantse kanalen is qua sam
enstelling in principe niet geschikt om
de verdroging van de Brabantse natuur-gebieden te bestrijden. M
aar het blijkt daar-voor toch gebruikt te kunnen w
orden als er ook boom
kwekerijen betrokken w
orden bij het plan. D
e bomen kunnen de ionen-
samenstelling van het w
ater veranderen.” En hoe gaat het verder m
et het tapijt? “D
at verhuist na afloop van de tentoon-stelling naar het Noord-Brabantse provincie huis.”
De stofstrom
en van RotterdamLast but not least bezoeken w
e het Projectatelier Rotterdam
, dat gaat over het m
etabolisme (oftew
el de stofwisseling) van
de stad. Het stedelijk m
etabolisme bestaat
uit verschillende stofstromen die in feite de
inrichting van ons reuzenartefact bepalen. D
enk aan stofstromen als w
ater, afval, slib en energie. D
e gemeente Rotterdam
stelde zich beschikbaar als proefk
onijn, en liet het effect van een aantal stofstrom
en op het ruim
tegebruik doorrekenen. De vraag w
as:
kiezen lastig (van Sleutelen aan stofstromen
tot Belasting op de Toegevoegde Koolstof: BTW
wordt BTK). De IABR heeft ook zelf onderzoek
geïnitieerd en organiseerde daartoe diverse projectateliers. Bestuurders daagden ont-w
erpers uit om m
et totaal nieuwe ideeën
en oplossingen te komen voor bestaande
ruimtelijke kw
esties.
Planet Texel: duurzaam en
energieneutraalEen voorbeeld van zo’n projectatelier is Planet Texel. H
et eiland heeft de ambitie
duurzaam, energieneutraal en zelfvoor-
zienend in drinkwater te w
orden. Dat heeft
vergaande gevolgen voor de ruimte lijke
ordening van het eiland. Welke econom
ische en ecologische ontw
ikkelkansen vloeien daaruit voort? W
at gaat een even tuele ruil-verkaveling betekenen voor het toerism
e en de landbouw
? Hoe kan een duurzam
er Texel het hoofd bieden aan de steeds zw
aardere concurrentie op de toeris tische m
arkt? Daarover dachten ontw
erpers en de gem
eente Texel samen na, in sam
enspraak m
et verschillende stakeholders. De resul-
taten werden op de biënnale gepresenteerd.
Boegbeeld voor Planet Texel is een enorme
houten letter T. Het is een constructie à la
Achterwerk in de kast, met een cam
era aan de binnenkant. Sijm
ons: “De T heeft eerst op
Texel gestaan. Toeristen en bewoners konden
hun mening inspreken over de duurzam
e am
bities van Texel. Die korte film
pjes zijn hier nu terug te zien.” Sijm
ons voegt de daad bij het w
oord en verdwijnt grotendeels in
de constructie, terwijl hij nog lang niet uit-
gepraat is over de plannen op Texel.
BrabantStad: onverwachte kansen
Voor een andere praktijkcase van eigen bodem
verhuizen we naar de derde etage
van de Kunsthal, waar een reusachtig tapijt
“Willen w
e de beschikbare ruim
te optimaal benutten,
dan moeten w
e er anders naar leren kijken”
Dirk Sijm
ons toont drie van de zes exposities over de veranderende denkw
ereld van landschapsarchitecten en stedenbouwkundig ontw
erpers.>
36Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201437
hoe kan Rotterdam de kennis van haar
metabolism
e inzetten voor een duurzamere
ontwikkeling van stad en regio?
Sijmons: “D
it principe, het denken vanuit het stedelijke m
etabolisme, is cruciaal om
de m
ilieuproblemen van een stad te kunnen
aanpakken. Als we de problem
en van de stedelijke m
etropolen – inclusief de toe-leverende regio’s – onder controle hebben, zijn w
e een heel eind met het aanpakken
van de wereldw
ijde milieuproblem
en. W
ant de meeste van die problem
en hebben hun w
ortels in het uitgedijde stadslandschap. Kijk bijvoorbeeld naar een m
etropool als Istanbul, en hoe de drinkw
aterbekkens daar de verdere ruim
telijke ontwikkeling
beïnvloeden. Water is een kritiek punt voor
de verdere groei van de stad. Het kan zelfs
de vorm van de uitbreiding van Istanbul
bepalen – de stad krijgt er de komende jaren
nog 3,5 miljoen inw
oners bij. Zo gaat het in alle reuzensteden. M
aar dat denken vanuit stofstrom
en is nog nieuw voor veel stede-
lijke ontwerpers. D
ie vragen zich nog af wat
ze er precies mee m
oeten.”
Link met gezonde verstedelijking
De persoonlijke rondleiding in de Kunsthal
is voorbij, de deuren voor het publiek zijn inm
iddels open. Tijd voor koffie en een
laatste vraag: wat valt er te leren over het
onderwerp gezonde verstedelijking op de
biënnale Urban by Nature? Sijmons: “D
e them
a’s stad en gezondheid zijn van ouds-her verw
even. Begin vorige eeuw kw
amen
ziektes als cholera en malaria nog voor in
Nederland. Artsen en architecten bundelden toen hun krachten in de H
ygiënisten, een bew
eging, die in opstand kwam
tegen de slechte leefom
standigheden in de stad. D
e Woningw
et van 1901 was daarvan het
resultaat en moest zorgen voor m
eer licht, lucht en ruim
te om gezond te kunnen
wonen. Interessant is dat deze m
ensen ook geïnteresseerd w
aren in de natuur en de kiem
legden voor de vereniging Natuurm
onumenten. M
ij valt op dat hetzelfde soort m
ensen met een brede
belangstelling nu weer bezig is m
et de them
a’s rond Urban by Nature.”H
et verband tussen de kwaliteit van de
leefomgeving en de volksgezondheid is
nu meer gebaseerd op w
etenschappelijke feiten dan vroeger. Er zijn im
mers keiharde
bewijzen dat ziekenhuispatiënten eerder
opknappen in een mooie om
geving, en dus eerder naar huis kunnen. Sijm
ons: “D
ie inzichten hopen we te kunnen door-
trekken, zodat aandacht voor de kwaliteit
van de stedelijke leefomgeving niet beperkt
blijft tot een nevendoel of randvoorwaarde
bij een verder economisch program
ma.
Het m
oet een hoofddoel worden, in het
belang van de volksgezondheid.”D
e verzamelde kennis van de biënnale zal
zijn weg in de w
ereld nog moeten vinden.
Daar zorgen onder andere de ruim
24.000 bezoekers voor die de tentoonstelling aan-deden. D
e helft van de bezoekers bestond uit professionals. Andere geïnteresseerde bezoekers w
aren grotendeels afkom
stig uit de regio Rotterdam
. Ze nemen dus allem
aal een stukje Urban by Nature m
ee naar huis. <
“Aandacht voor de kwaliteit
van de stedelijke leefomgeving
moet niet beperkt blijven tot een
randvoorwaarde bij een verder
economisch program
ma”
38Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201439
Welk verdienm
odel is het beste voor de gezonde stad?H
oe kunnen we gezonde verstedelijking financieren? W
e zien in de stedennieuw
e partnerschappen ontstaan waarin deelnem
ers op andere manieren
verdienen dan in het gebruikelijke verdienmodel.
Een voorbeeld. De gem
eente wil m
eer mensen
aan het lopen en fietsen krijgen en zo gezond- heid bevorderen en zorgkosten voorkom
en. Gebruikelijk is om
daarin te investeren door bijvoorbeeld geld te steken in een voorlichtings-cam
pagne. Minder gebruikelijk is investering in
de herontwikkeling van een park als stim
ulans voor m
eer beweging. O
ok weinig gebruikelijk is
een zorgverzekeraar die hieraan meedoet; het
project Gezonde Wijk O
vervecht is hiervan een voorbeeld. D
aar werken gem
eente en verzekeraar beide aan hun eigen doelstellingen en doen ze dat door te investeren in elkaar.
Twee of m
eer partijen die de eigen doelstelling bereiken door te investeren in elkaar is een con-currerend verdienm
odel. Zeker vergeleken met
partijen die elk afzonderlijk investeren in de eigen doelstelling. H
et heeft veel voordelen voor gezonde verstedelijking. Toch steken w
e vaak ons geld afzonderlijk in de eigen doelstelling, w
ant dat zijn w
e zo gewend. Belangrijke vraag in deze
Lichtkogel is hoe het investeren in elkaar zijn opm
ars kan voortzetten om gezonde verstedelij-
king te versnellen. Hiervoor geef ik als eerste een
betere beschrijving van de beide verdienmodel-
len, en van hoe ze met elkaar concurreren.
Daarna pas ik ze toe op gezonde verstedelijking.
Verdienmodel 1: investeren in elkaar
Investeren in elkaar betekent betrokken blijven bij elkaar. H
et gebruik staat hierbij centraal. Dit
geldt niet alleen voor het park, maar ook voor het
gebruik van andere stedelijke functies zoals groe-ne daken. Betrokken gebruikers ontw
erpen en bouw
en een park of een groen dak om deze zo
goed mogelijk te laten functioneren. D
at geeft een prikkel om
te investeren in duur zame m
ateri-alen die goed te onderhouden zijn, en zo goed m
ogelijk te hergebruiken. Beide voorbeelden leveren geld op dat m
eetelt wanneer je blijvend
een park of een dak zo goed mogelijk w
ilt benut-ten. D
aarnaast geeft gebruik nog twee andere
prikkels: namelijk tot het com
bineren van func-ties en het creëren van gem
eenschappen.Net als het park is een groen dak een voorbeeld van functiecom
binatie dat past in gezonde verstedelijking. D
it dak is meer dan alleen dak-
bedekking. Het is ook isolatie, natuur, w
ater-opslag, een m
aatregel tegen hittestress en een plek voor stadslandbouw. D
e diverse gebruikers verdienen daar sam
en aan op vier manieren:
1) zij delen kosten voor ruimte, 2) zij m
aken werk
met w
erk bij de aanleg, 3) zij delen kosten voor beheer en onderhoud en 4) zij genereren extra inkom
sten op een plek waar dat voorheen niet
kon. Goed gebruik van een dak of een park prikkelt tot functiecom
binatie, omdat het deze
vier opbrengsten kan hebben. Een geheel andere prikkel is het creëren van gem
eenschappen. Denk aan m
ensen die in hunbuurt aan de slag gaan m
et het aanwezige groen.
Alleen samen kun je een gezonde stad dichterbij
brengen door gebruik te maken van alles w
at er in de buurt is aan groen, w
ater, woningen, gereed-
schappen en mensen. D
it is niet anders bij deverduurzam
ing van woningen, of het overeind
houden van zorg. Deze doelen zijn beter te berei-
ken door een bundeling van krachten. Mensen
richten daarvoor tegenwoordig energiecoöpera-
ties en zorgcoöperaties op. Hun investering in de
buurt bestaat uit het zo goed mogelijk benutten
van alles wat daar is, en dat geeft een prikkel om
daarvoor een gem
eenschap te creëren.
Verdienmodel 2: investeren in jezelf
Hoe anders is dit in het gebruikelijke verdien-
model w
aarin een partij investeert in de eigen doelstelling. Neem
een ondernemer die zijn
product ontwerpt, het m
aakt en daarvoor geld m
oet regelen totdat hij dit terugverdient na ver - koop, liefst m
et winst. H
ij verdient door zo snel m
ogelijk zo veel mogelijk te produceren. En dat
is niet alleen het geval voor een ondernemer.
Bijvoorbeeld ook scholen en ziekenhuizen zijn ingericht om
zo snel mogelijk zo veel m
ogelijk scholieren en patiënten te ‘verw
erken’. Gebruik van het product staat niet centraal, m
aar levering. Zeker als dit lukt tegen zo w
einig mogelijk geld,
dan is het doel behaald. Dat prikkelt tot snelheid
en volume en niet of nauw
elijks tot gebruik en hergebruik van duurzam
e materialen, functie-
combinatie en de vorm
ing van gemeenschappen.
Hoe bereken je kosten en opbrengsten?
Van private financiers verbaast het niet dat zij het liever houden bij financiering van een product dat m
eteen geld oplevert, zeker als het in grote volum
es wordt geproduceerd. D
it past in het m
odel van investeren in de eigen doelstelling en de kracht van dit verdienm
odel volgt uit snelheid, volum
e en ook eenvoud. Van publieke financiers verbaast het evenm
in dat zij kiezen voor dit m
odel. Financieel gezien is het imm
ers lastig uit te leggen dat bijvoorbeeld budget voor gezond-heid w
ordt ingezet voor een park. Ook is het
lastig uit te leggen hoe de baten van een project verdeeld w
orden over alle partijen, en of het bestede geld w
el goed terechtkomt. Bovendien
kunnen bestuurders met een eigen project beter
scoren dan met een m
eervoudig project, waarin
zij minder zullen opvallen. H
et is makkelijk te
berekenen hoeveel resultaat een enkel product >
ESSAY
Jurgen van der Heijden
Jurgen van der Heijden is jurist en bestuurskundige en hij w
erkt als senior adviseur duurzaam
heid en gebiedsontwikkeling voor AT O
sborne. Vanuit deze functie helpt hij overheden en bedrijven bij het vinden en realiseren van functiecom
binaties. O
ok heeft hij gem
eenten en bewoners ondersteund bij het opzett
en van energie- en zorgcoöperaties. O
ver beide onderwerpen heeft
Van der Heijden gepubliceerd
in onder andere Water keren en com
bineren en Productie door de burger (google de titels om
ze gratis te downloaden).
Contact
[email protected] nl.linkedin.com
/pub/jurgen-heijden-van-der/7/2bb/499e
in
40Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201441
of dienst zal opleveren. Dat is geld w
aarmee de
ondernemer hopelijk w
inst kan uitkeren, en het is een bereikte doelstelling w
aarmee een publieke
instelling zich verantwoordt. H
et is meer w
erk om
te berekenen wat opbrengsten uit gebruik
zullen zijn en al helemaal uit hergebruik. Nog
meer w
erk is het om te berekenen w
at de op-brengsten zullen zijn uit functiecom
binatie en w
aar de kosten en baten terechtkomen. Er is
een overtreffende trap. Want als bew
oners in hun buurt aan de slag gaan, dan creëren zij w
aarde, m
aar hoe bereken je die en waar kom
en de kosten en baten terecht?D
e kracht van het verdienmodel (afzonderlijk
investeren in de eigen doelstelling) is het een-voudig kunnen verantw
oorden van aanwijsbare
snelheid en volumes in resultaat. D
e kracht van het verdienm
odel van investeren in elkaar bestaat uit het gebruik en hergebruik van duurzam
e m
aterialen, de onderlinge versterking van func-ties, en de gem
eenschap van gebruikers. Steedsm
eer private en publieke financiers zijn daarvan overtuigd, w
ant er zijn genoeg voorbeelden van m
eervoudige projecten. Dit past uitstekend bij
gezonde verstedelijking, bijvoorbeeld omdat er
in de stad zoveel functies zijn om te com
bineren.
In elkaar investeren is beter voor gezonde stadW
at zijn argumenten om
te kiezen voor inve-steren in elkaar en niet voor investering in de
afzonderlijke doelstelling? Het verdienm
odel van afzonderlijk investeren in de eigen doel-stelling heeft gezorgd voor scheiding tussen w
onen, werken, onderw
ijs, zorg, recreatie, w
elzijn, cultuur, groen en veel meer. Alleen apart
kunnen deze functies zo snel en zo veel mogelijk
georganiseerd worden. Zij kunnen elkaar zo dus
weinig onderling versterken en dat is een verlies
voor de gezonde stad. Bovendien zijn tussen deze functies tal van verplaatsingen nodig over uitge-breide infrastructuur en ook dat is verlies. Fysiek en ook sociaal w
orden de lijnen tussen mensen
lang, waardoor zij elkaar m
inder eenvoudig bij-staan. H
et andere verdienmodel, investeren in
elkaar, verandert de stad in een plek waar energie,
zorg, vervoer, voedsel, groen, water en veel m
eer functies elkaar kunnen versterken. D
aar kunnen m
ensen elkaar goed vinden om w
at ze hebben zo goed m
ogelijk te gebruiken, hergebruiken en com
bineren. Goede banden tussen bewoners
kunnen zorgkosten omlaag brengen, om
dat zij zich beter voelen en m
eer voor elkaar zorgen. Een geheel ander gevolg van korte lijnen is het veranderen van vervoer en de benutting van infra-structuur. Lopen en fietsen naar de activiteiten van de buurt, en vervoer dat bew
oners samen
organiseren, verminderen het autogebruik en
verbeteren luchtkwaliteit en gezondheid in de
stad. Kort gezegd is het verdienmodel van
in vesteren in elkaar beter voor een gezonde stad dan het ‘afzonderlijk investeren in de eigen doel stelling’. W
at betreft de maatschappelijke
effecten wint het m
odel van investeren in elkaar het pleit, m
aar niet altijd wat betreft econom
i-sche eenvoud en directe financiële inkom
sten.
Meer som
men nodig
Wie afzonderlijk investeert, kan eenvoudig zijn
opbrengsten uitrekenen. Wie deze opbrengsten
kent, kan ook uitrekenen wat de m
eeropbrengst is van investeren in elkaar. Zo begint gezonde ver-
Hechte banden tussen
bewoners kunnen
zorg kosten omlaag
brengen
stedelijking met alle afzonderlijke investeringen
en weten w
at zij kunnen opleveren. Bijvoorbeeld goed w
eten wat het nut is van een voorlichtings-
campagne over gezondheid en w
at het nut is van een afzonderlijke investering in een park. Alleen dan kunnen de gem
eente en een zorgverzekeraar uitvinden w
at een investering in elkaar méér
opbrengt. Het verdienm
odel van afzonderlijk investeren is als basis belangrijk, m
aar het mag
daarbij niet blijven. Betrokken organisaties m
oeten gewoon m
eer somm
en maken. Er is
geen andere weg dan uitrekenen w
at gebruik en hergebruik van duurzam
e materialen, functie-
combinatie en gem
eenschap allemaal opleveren.
Als dat een gezonde stad is, dan is dat de moeite
meer dan w
aard. <
42Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201443
vertaalt naar het beheer van de hoofd-netw
erken. Voor ons is de planning van infrastructuur in relatie tot ruim
telijke ordening erg belangrijk. W
e hebben daar in het dichtbebouw
de Nederland al veel ervaring m
ee opgedaan met het ‘gebieds-
gericht werken’. Veel andere landen zijn
nog niet zo ver. Bovendien kan het nog een stuk beter door dit vraagstuk op een overstijgend Europees systeem
niveau aan te pakken. D
aarom hebben w
e gezonde verstedelijking m
et succes als onderwerp
ingebracht bij de Europese Comm
issie, die het w
eer in haar programm
a Horizon 2020
heeft opgenomen. D
aar zal Rijkswaterstaat
dan samen m
et andere landen project-voorstellen voor indienen.”
Met w
ie werkt Rijksw
aterstaat sam
en in Europa als het gaat om
gezonde verstedelijking?“Netw
orking for Urban Vitality is een van de
zes strategische dossiers waar Rijksw
aterstaat zich op concentreert in haar Europese sam
enwerking voor onderzoek en innovatie.
Dat is de Engelse w
erktitel voor gezonde verstedelijking. Binnen dit dossier trekt Rijksw
aterstaat een Europese kerngroep, w
aaraan onder andere Duitsland, Zw
eden, Estland, O
ostenrijk en België meedoen.
Deze groep w
isselt best practices uit en stelt op basis hiervan een concrete, gezam
enlijke onderzoeksagenda op. W
at ons daarbij enorm stim
uleert is dat onze buitenlandse collega’s zeggen dat ze veel van onze gebiedsgerichte aanpak kunnen leren. W
ij zijn gewend om
in com
plexe bestuurlijke omgevingen te
plannen, en kunnen het nationale niveau koppelen aan het regionale en lokale niveau. D
it jaar trad ook Zweden toe tot
de kerngroep. De Zw
eden vertelden enthou-siast dat de resultaten van de kerngroep nu al zijn toegepast op de ontw
ikkeling van Stockholm
. Daar m
oeten voorsteden op een slim
me m
anier aan elkaar gekoppeld w
orden. Met onze kennis w
isten de Zweedse
collega’s meteen een aantal zw
aktes in hun beoogde aanpak te identificeren, w
aardoor ze dure fouten konden voorkom
en.”
Vitale steden hebben een aantrekkelijk sociaal-econom
isch vestigingsklimaat.
Maar zonder een goede fysieke infra-
structuur valt er weinig bedrijvigheid te
verwachten, laat staan innovatie. Logisch
dat veel Europese landen tobben over de vraag hoe infrastructuur en ruim
telijke ordening van m
eet af aan in de planvor-m
ing aan elkaar te koppelen is. Daarom
is deze kw
estie opgenomen in het onder-
zoeks- en innovatieprogramm
a Horizon
2020 van de EU.
Om
te beginnen: waarom
heeft Rijksw
aterstaat een eigen bureau in Brussel?Ruud Sm
it, Innovation Manager Europe bij
Rijkswaterstaat: “O
nderzoek van vandaag is regelgeving van m
orgen. Als we over tien
jaar Europese regelgeving willen hebben
waar w
e goed mee uit de voeten kunnen,
moeten w
e nu zorgen dat Europa het juiste onderzoek in gang zet. D
aarvoor moet je
zo dicht mogelijk bij het vuur zitten. En dat
lukt beter vanuit een vestiging in Brussel dan door vanuit Nederland steeds aan te reizen.”
Wat heeft infrastructuur te m
aken m
et gezonde verstedelijking?“H
et dossier gezonde verstedelijking, zoals dat binnen het m
inisterie van Infrastructuur en M
ilieu door de directeur-generaal van Rijksw
aterstaat wordt getrokken, heeft
betrekking op de fysieke omgeving. H
et richt zich op een betere bereikbaarheid (m
inder files), een betere leefom
geving (lucht-kw
aliteit, geluid, natuur), en meer veiligheid,
zowel in het verkeer als voor w
ater. Deze
fysieke voorwaarden w
egen zwaar in het
vestigingsklimaat van een stad w
aar het gaat om
het verbeteren van nieuwe instroom
, bedrijvigheid en innovatie. Andere departe-m
enten gaan over sociale en economische
aspecten van gezonde verstedelijking, zoals gezondheid, w
erkgelegenheid en wonen.
Waar het Rijksw
aterstaat om gaat, is de
vraag hoe gezonde verstedelijking zich
Ruud Smit
Ruud Smit is sinds 2012 voor Rijksw
aterstaat in Brussel gestationeerd als Innovation M
anager Europe. Onder die titel brengt hij de onderw
erpen voor onderzoek en innovatie van Rijksw
aterstaat in bij de Europese Comm
issie; direct of via de diverse Europese Technologie Platform
s. Van origine is Ruud Smit chem
isch technoloog.
Contact
ruud.smit@
rws.nl
nl.linkedin.com
/in/ruudsmit1961
e
EU-program
ma H
orizon 2020
Kijk verder dan de binnenstadD
oor Ingrid Zeegers
INT
ERV
IEW
“We hebben gezonde
verstedelijking met succes
als onderwerp ingebracht
bij de Europese Comm
issie”>
in
44Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201445
Welke ontw
ikkelingen spelen er in de samenleving, w
at zijn nieuw
e trends die ons denken en handelen in het ruim
telijk domein en onze w
ijzen van organiseren kunnen gaan beïnvloeden? Trendw
atch bevat korte interviews die
aan het denken zetten over de toekomst.
Hebt u suggesties voor trends die u hier graag sam
en met
ons voor het voetlicht zou willen brengen? M
eld het ons via lichtkogel@
rws.nl.
TR
END
WATC
H
TRENDWATCH
Wat kunnen w
e leren van steden in andere landen?“Als het om
de binnenstedelijke proble-m
atiek gaat, kunnen we veel leren van
miljoenensteden als Parijs, Londen, Rom
e en M
adrid. Dat soort steden m
oet extreem
woekeren m
et elke vierkante meter. H
et geïntegreerd plannen van infrastructuur en ruim
te in dat soort dichtbebouwde
megasteden, is voor ons erg inspirerend.
Ook al hebben w
ij zelf geen miljoenen-
steden. Vanuit Europees perspectief beke-ken is Nederland in feite één uitgestrekte polycentrische m
etropool. Met kanjers als
Amsterdam
, Rotterdam, D
en Haag, U
trecht en Eindhoven te m
idden van een veelheid aan kleinere stedelijke kernen en een dicht verw
even netwerk aan verbindingen. D
eze m
etropool vormt ook nog eens het begin
van de Europese hoofdtransportader, w
aardoor veel van ons netwerk in w
ezen in dienst staat van Europa. D
ie manier van
kijken is op zich ook al leerzaam.
Een ander inspirerend voorbeeld komt
uit Amerika. Lokale projecten zoals een
metrostation w
orden er gefinancierd met
belastinggeld dat alleen afkom
stig is uit het om
liggende verzorgingsgebied. Kunnen wij
dat ook? Leerzaam w
ordt ook de realisatie van m
ultimodale knooppunten in en rond
een stad als Birmingham
. Die ontw
ikke-lingen volgen w
e op de voet.”
Kan gezonde verstedelijking als
exportproduct ingezet worden?
“Gezonde verstedelijking gaat over een aanpak vanuit een eenduidig, consistent denkm
odel. Het product bestaat uit lei-
draden met voorbeelden, m
ethoden en m
odellen. Die ontw
ikkelen we sam
en met
andere landen. Ons exportproduct is onze
aanpak en werkw
ijze. Als die vaak worden
gevolgd, ontstaat er vanzelf een Europese standaard die op Nederlandse leest is geschoeid. Rijksw
aterstaat werkt hierbij
nauw sam
en met de Nederlandse industrie-,
kennis- en adviessector. Die kunnen de
opgedane expertise natuurlijk uitstekend verkopen in het buitenland.”
Wat is volgens u de grootste
uitdaging in het Brusselse de kom
ende tijd?“D
e internationale stedelijke agenda gaat nu nog erg over de binnenstedelijke problem
atiek, met kw
esties als: waar laat
ik de auto, hoe verminder ik luchtveront-
reiniging en hoe krijg ik mensen in het
openbaar vervoer? Maar zeker in de
Nederlandse situatie zijn de oplossingen hiervoor vaak afh
ankelijk van de wijze
waarop het gebied om
de stad heen, de peri-urbane schil, op die binnenstad is aan-gesloten. D
e uitdaging is om in H
orizon 2020 voldoende aandacht te krijgen voor dit denkconcept: kijk verder dan de binnenstad.” <
46Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201447
Het aardobservatieprogram
ma Copernicus levert onafh
ankelijke en betrouwbare
informatie over onze planeet. D
at is al geweldig, m
aar Nederland w
il meer. H
et program
ma m
oet ook innovatieve bedrijvigheid stimuleren. W
at is daarvoor nodig? Space Age begon ruim
vijftig jaar geleden met de
lancering van de Russische Spoetnik. Sindsdien nam
het aantal satellieten gestaag toe. De m
eeste w
aren bedoeld voor wetenschappelijke en m
ilitaire toepassingen. D
aar merk je als burger w
einig van. M
aar dat veranderde door de opkomst van bedrijven
als Google en TomTom
. De gebruikersgroepen
breidden zich uit van militairen naar auto -
mobilisten naar iedereen m
et een mobieltje.
Tegenwoordig zijn w
e allemaal aan de satelliet.
“We leven in een nieuw
tijdperk met nieuw
e m
ogelijkheden, dus die moeten w
e vooral zien en benutten”, zegt M
arlène van Benthem, senior
adviseur satelliettoepassingen van Netherlands Space O
ffice (N
SO). D
eze ruimtevaartorganisatie
voert het ruimtevaartbeleid van Nederland uit
en vertegenwoordigt ons land in andere inter-
nationale ruimtevaartorganisaties zoals de
European Space Agency (ESA) en de Amerikaanse
National Aeronautics and Space Administration
(NASA).
Luchtkwaliteit per straat m
etenM
et inmiddels tw
ee eigen vlaggenschepen tim
mert de Europese U
nie vlijtig aan de weg.
Het gaat om
Galileo – het ruimtevaartprogram
ma
voor navigatiedoelen – en het aardobservatie-program
ma Copernicus. D
e Europese ruimtevaart-
programm
a’s moeten zorgen voor een gegaran-
deerde datastroom. “D
ie datastroom is ontzettend
waardevol voor organisaties die toepassingen
ontwikkelen of gebruiken die op satellietdata
gebaseerd zijn”, meent Van Benthem
. W
aar moeten w
e dan aan denken? Copernicus telt zes satellieten – Sentinels – die allem
aal een specifieke taak hebben. Ze m
eten bijvoorbeeld de luchtkw
aliteit, golfhoogtes op de oceaan, de
actuele kustwaterdiepte, strom
ingen, water-
kwaliteit en bodem
beweging. Binnenkort schittert
er ook een Nederlands diamantje in de ruim
te met
de naam Tropom
i. Met deze innovatieve sensor,
die op de Sentinel-5-p zal meevliegen, kan tot op
stadsniveau de luchtkwaliteit w
orden gemeten.
Van Benthem: “M
et de voorganger Ozone
Monitoring Instrum
ent (OM
I) die we aan de NASA
leverden, hebben we al laten zien w
at Nederland kan op technologisch gebied. M
et de Tropomi
kunnen we de luchtkw
aliteit nog veel preciezer m
eten, in kolomm
en van tien bij tien kilometer.
Als de satellietsensoren ook nog eens gekoppeld w
orden aan het sensorennetwerk op de grond,
is monitoring tot op straatniveau m
ogelijk.”D
aarmee m
aakt Van Benthem een belangrijk
punt, want satellietinform
atie heeft pas echte m
eerwaarde als de data regionaal of zelfs lokaal
toegepast kunnen worden. D
at vraagt wel om
koppeling van data uit de ruim
te aan het al bestaande sensorennetw
erk op aarde. Als dat lukt, kan het verzam
elen van geoinformatie
volgens Van Benthem veel effi
ciënter worden.
Hoe doet Nederland het vergeleken m
et de rest van Europa? Terw
ijl andere Europese landen al dik tevreden lijken m
et gegarandeerde data-services over onze planeet, doet Nederland er nog een schepje bovenop. “Copernicus kan een vliegw
iel zijn voor innovaties. Het m
oet bedrijvig-heid stim
uleren. Niet voor niets valt Copernicus
bij de Europese Comm
issie onder het directoraat-generaal O
ndernemingen en industrie.”
Europa: aansluiten en sturenD
rie jaar geleden opende de NSO
daarom een
satellietdataportaal met gratis data. Nederlandse
organisaties kunnen hiermee alvast toepassingen
ontwikkelen om
ze later met Copernicusdata
(die gefaseerd aangeleverd worden) aan te vullen
en in de markt te zetten. Nederland w
on daar zelfs een internationale prijs m
ee. Ter vergelijking: Noorw
egen en Zweden hebben ook een data-
portaal, maar die is alleen toegankelijk voor
overheden. O
m optim
aal gebruik te kunnen maken van
Copernicus is het van belang dat onze kennis-
instellingen aansluiting houden bij de consortia in Europa die zich richten op nieuw
e services en system
en, vindt Van Benthem. “Zij m
oeten zorgen dat ze de brug slaan naar operationele toepassingen die direct bruikbaar zijn voor het bedrijfsleven.” D
aarbij dicht ze overigens ook een belangrijke rol toe aan Rijksw
aterstaat, als grootgebruiker van geoinform
atie. “Incidenteel gebruikt Rijksw
aterstaat al wel satellietdata, zoals
voor oliedetectie en dijkbewaking en natuurlijk
dagelijks via het KNM
I. Nederland kan echter m
eer invloed in Brussel hebben met een sam
en-hangende toekom
stvisie op de toepassing van Copernicus in alle w
erkgebieden van het m
inisterie van Infrastructuur en Milieu.” <
Welkom
in space age, Copernicus w
ijst u de weg
Door Ingrid Zeegers
e
TR
END
WATC
H
Contact Marlène van Benthem
, senior adviseur satelliett
oepassingen bij Netherlands Space O
ffice
(NSO
) m
.vanbenthem@
spaceoffice.nl
Satellieten in opmars
Vorig jaar cirkelden er naar schatt
ing 1.071 satellieten om
onze planeet. De kom
ende 10 jaar kom
en er jaarlijks 122 bij. Vooral de satellieten voor civiele doelen – denk aan navigatie, com
municatie en
aardobservatie – zijn sterk in opm
ars. Nu zijn er 150
satellieten in de ruimte die
hun sensoren naar de aarde gericht hebben; in 2015 zijn dat er 267.
48Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201449
Na jaren van krim
p en reorganisaties heeft iedereen het ineens over de
herwaardering van het vakm
anschap. Is dit een voorspelbare reactie op doorgeschoten effi
ciëntieoperaties? Of is er m
eer aan de hand? Na de zoveelste heisessie over effi
ciënter werken
haalt een manager de term
vakmanschap van stal.
Hij w
il de focus terugbrengen naar de inhoud van het w
erk. Maar pas op voor w
oordinflatie. Vakman-
schap is niet zomaar een leuk gadget. H
et vraagt om
een andere arbeidsmentaliteit. D
at blijkt uit het verhaal van Arjo Klam
er, hoogleraar culturele econom
ie aan de Erasmus U
niversiteit Rotterdam
en deeltijdwethouder van de gem
eente Hilversum
. W
aar hebben we het over?
Respect voor vakmanschap
Klamer vertelt: “Toen bij m
ij thuis het dak gere-pareerd m
oest worden, vroeg ik de dakw
erkers w
at hen nou echt voldoening gaf in het werk.
Best zwaar, de hele dag m
et teer en vuur aan de slag. W
at is nou de lol? Geld was het niet, risico’s
evenmin. “W
aar het ons om gaat, is het vinden
van het lek”, zei de oude baas. De gezichten van
de jonge dakwerkers lichtten helem
aal op toen hij dat zei. H
et lek zit namelijk nooit w
aar je denkt dat het zit, en de oude baas had daarvoor een soort intuïtie. M
aar er was een probleem
. Er was nog een baas,
een nieuwe. D
ie had een MBA-opleiding in
Amerika gevolgd en w
as druk doende om het
bedrijf verder te ontwikkelen. Als je bij de nieuw
e baas het dak afk
wam
, was zijn opm
erking stee-vast: ‘Kan het niet w
at sneller en efficiënter?’
“Geen respect voor hun vakmanschap. D
at waren
de dakwerkers spuugzat.”
Dit verhaal beschrijft het dilem
ma in een noten-
dop. Klamer w
eet ook wel dat vakm
ensen vaak perfectionisten zijn m
et de neiging zich af te scherm
en voor de buitenwereld. Zodat ze vooral
met hun eigen vak bezig kunnen zijn. Logisch
dat er dus enig tegenwicht nodig is om
zaken te optim
aliseren. “Maar w
e zijn doorgeschoten in de behoefte om
te sturen en te controleren. D
aardoor hebben we het vakm
anschap w
eggedrukt.”
Beoordelen van kwaliteit
Als Klamer het over vakm
anschap heeft, bedoelt hij niet alleen am
bachtelijk werken. H
et gaat volgens hem
om een vaardigheid of deskundig-
heid die oefening en toewijding vraagt. D
at is niet iets dat je zom
aar kunt doen, het is geen hobby. “Vakm
anschap is meesterschap en het im
pliceert dat je jarenlang traint om
een vaardigheid onder de knie te krijgen.” H
et gaat bovendien om het verm
ogen om de kw
a-liteit van het vakm
anschap met andere vaklieden
samen te kunnen beoordelen. “Als w
ij docenten goede vaklieden zijn, dan beoordelen, steunen en corrigeren w
e elkaar onderling vanuit de inhoud van het vak. D
e baas van de universiteit is wat m
ij betreft dan ook een vakinhoudelijke academ
icus in plaats van een zakelijk iem
and van buiten.” Ten slotte noem
t Klamer nog het verm
ogen tot overdracht, ook belangrijk als het gaat om
vak-m
anschap. “Als het moet, ga ik het liefst onder
het mes bij een groep chirurgen m
et leerlingen erbij, w
ant dan moeten de chirurgen precies
uitleggen wat ze doen.”
Vakmanschap is duur(zaam
)Feitelijk beschrijft Klam
er hier de filosofie van de m
iddeleeuwse gilden. D
at waren georganiseerde
beroepsgroepen die elkaars nabijheid opzochten om
dat ze elkaar nodig hadden. Als gezel leerde je er het vak, w
aarna je kon doorgroeien naar de prestigieuze m
eestertitel. Klamer beaam
t dat vakm
anschap om organisatie vraagt, m
aar belangrijker nog: “H
et begint allemaal m
et de bew
ustwording dat er zoiets als vakm
anschap bestaat. Je hebt goede vaklieden en heel goede vaklieden. H
et gaat dus om erkenning van kw
ali-teit. D
aar hangt een prijskaartje aan, want vak-
manschap is kostbaar. Toch zijn m
ensen bereid om
daarvoor te betalen.” Nou ja, de bereidheid om
te betalen is in andere landen wellicht groter
dan hier. Dat kom
t omdat er in het buitenland
nog een cultuur van vakmanschap bestaat, zegt
Klamer. “D
enk aan Duitsland en Italië. D
aar is veel respect voor kw
aliteit. In Japan sparen m
ensen jarenlang voor een ambachtelijk
gemaakte kim
ono.”D
e comeback van het vakm
anschap is volgens Klam
er ook bij ons het antwoord op de uit-
dagingen van de toekomst, w
ant: “Uiteindelijk
gaat het erom hoe w
e met elkaar zinvol bezig zijn.
Zinvol werk, voor jezelf en voor anderen. Focus
op kwaliteit voegt iets toe aan het goede leven.” <
De w
are betekenis van vakm
anschap
Contact Arjo Klam
er, hoogleraar culturele economie
aan de Erasmus U
niversiteit Rotterdam
en deeltijd-w
ethouder voor de SP in de gemeente H
ilversum klam
e
TR
END
WATC
H
Door Ingrid Zeegers
50Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201451
Snel, goedkoop en duurzaam goederentransport, van de Europese corridors tot
in de haarvaten van de stedelijke gebieden. Een kwestie van innovatieve logistiek
en netwerkregie. “O
ver vijf tot tien jaar kan de binnenvaart een aantrekkelijke vervoersm
odaliteit zijn voor de bevoorrading van stedelijke gebieden.” Maar w
ie m
ag er beslissen over de vervoersvorm?
Intermodaal transport kennen w
e sinds jaar en dag. H
et betekent niks anders dan dat meerdere
transportmodaliteiten naast elkaar w
orden ingezet: w
eg, water, lucht en spoor. D
e verlader regelt zelf, of via een dienstverlener, een vracht-w
agen of een binnenvaartschip om zijn spullen
van de zeehaven naar de fabriek of een distributie-centrum
te vervoeren. Als de verlader minder
bekend is met dienstregelingen van binnenvaart-
schepen of spoorshuttles, kiest die bijna automa-
tisch voor de vrachtwagen. M
aar dat is niet altijd de beste oplossing. D
enk aan de milieubelasting
en congestieproblemen. H
et vervoer kan vaak effi
ciënter, goedkoper en duurzamer. D
an moet
je wel w
eten wat de m
ogelijkheden precies zijn. H
et gaat om overzicht en slim
puzzelen met
reistijd. Dat is het w
erkterrein van logistieke ketenregisseurs, zegt Kees Verw
eij, adviseur goederenvervoer en logistiek bij Buck Consultants International. H
ij is lid van de Stuurgroep synchro - m
odaal transport van het Topteam logistiek, dat
door het kabinet is opgericht om innovatie
binnen de logistieke sector te stimuleren.
Synchromodaal transport gaat over
beslissingsbevoegdheidEen van de innovaties heeft te m
aken met de
manier van aansturen, oftew
el netwerkregie.
Om
deze ontwikkeling beter zichtbaar te m
aken is er een nieuw
e term geïntroduceerd: het synchro-
modaal transport. D
at klinkt technisch – en dat is het ook – m
aar het blijkt vooral ook te maken te
hebben met m
enselijke aspecten, zoals vertrou-w
en en verantwoordelijkheid. Verw
eij licht toe: “Synchrom
odaal transport betekent dat de beslis-singsbevoegdheid over de te kiezen transport-m
odaliteit in handen ligt van de logistieke dienst-verlener. D
ie neemt de verantw
oordelijkheid van de verlader hiervoor op zijn schouders. D
e ver-lader vertrouw
t op het inzicht en de kennis van de logistieke dienstverlener, zodat zijn spullen sneller, goedkoper en duurzam
er van A naar B kunnen gaan.”Containeroverslagbedrijf ECT in de Rotterdam
se haven koos jaren geleden al voor een synchro-m
odale aansturing van de transportketen naar het achterland. D
eze synchromodale dienst
wordt aangeboden als European Gatew
ay Systems.
ECT vraagt aan de klanten waar en w
anneer ze de producten w
illen hebben, en zorgt ervoor dat de best passende en goedkoopste vervoersoptie w
ordt ingezet. Binnenvaart en spoor als het kan, w
egvervoer als het moet. Puur eigenbelang
trouwens, w
ant als het transport aan de verladers zelf w
ordt overgelaten, zou het best wel eens lang
kunnen duren voordat de containers worden
opgehaald. En dan staan ze in de weg op de
terminal.
Slim schakelen tussen locaties in het land
Om
dat de overslag in de Nederlandse havens m
eestal sneller groeit dan de Nederlandse eco nom
ie, lijkt het logisch dat het synchro-m
odale denken juist daar snel wordt om
armd.
Synchromodale netw
erkregie maakt het
makke lijker om
de aan- en afvoer naar en van het binnenland te optim
aliseren. En juist dat blijkt cruciaal voor de econom
ische positie van een haven. Ingew
ikkelder – maar zeker niet
onmogelijk – blijkt de synchrom
odale aansturing van continentaal goederenvervoer. D
enk bijvoor-beeld aan transport tussen een fabriek in
Nijm
egen en een afnemer in Brussel. O
ok hier is het synchrom
odale denken in opkomst, m
aar door de kleinere volum
es gaat de ontwikkeling
langzamer, zegt Verw
eij. Volgens hem zijn
continentale synchromodale system
en misschien
minder snel econom
isch rendabel te maken,
maar ze zijn zeker zo uitdagend. “Continentale
goederenstromen zijn lastiger synchrom
odaal te organiseren. Elke klant heeft andere productie-locaties en andere bestem
mingen. O
m bijvoor-
beeld een schip succesvol in de vaart te brengen, m
oet je meer puzzelen. H
et kost domw
eg meer
tijd om voldoende goederen en volum
e bij elkaar te krijgen. M
aar de bedrijven willen het zelf w
el heel graag.”
Logistieke lenigheid door synchrom
odaal transport
Door Ingrid Zeegers
“De m
edewerker van
de toekomst is iem
and die zich realiseert dat verandering de enige constante factor is, en dat je daar dus iets m
ee moet doen.”
TR
END
WATC
H
>
52Lichtkogel 2 - 2014
Lichtkogel 2 - 201453
Contact Kees Verweij, Principal Consultant op het
gebied van goederenvervoer en logistiek bij Buck Consultants International kees.verw
Dat bedrijven w
el willen blijkt bijvoorbeeld uit
initiatieven van voedselproductiebedrijven op de route tussen Vlaanderen en Noord-Nederland. D
ouwe Egberts, FrieslandCam
pina en United
Biscuits denken samen m
et retailketens na over de inzet van binnenvaartschepen om
hun productielocaties en distributiecentra synchro-m
odaal te bevoorraden. De eerste vaarten per
schip zijn al gemaakt. “H
et gaat nog om pilots,
maar over vijf tot tien jaar kan de binnenvaart
juist ook voor de bevoorrading van stedelijke gebieden een aantrekkelijke vervoers m
odaliteit zijn”, voorspelt Verw
eij. Of dat inderdaad ook
gaat gebeuren heeft te maken m
et de bevaar-baarheid van de kleinere vaarw
egen, en met
de betrouwbaarheid van de reistijd.
Binnenvaart beter benutten Rijksw
aterstaat kan deze ontwikkeling
faciliteren volgens Verweij. “O
nder andere door te zorgen dat ook kleine vaarw
egen op peil blijven, en door te helpen de vaartijden
te optimaliseren. Bijvoorbeeld door de
openings tijden van sluizen efficiënt af te
stemm
en en door (controle)gegevens slechts een keer op te vragen.” D
at alles is belangrijk, want volgens Verw
eij staat of valt het succes van synchrom
odaal transport m
et de efficiency en betrouw
baarheid van de binnenvaart. “Als het vervoer per binnen-vaartschip groeit, kom
en er meer van dit soort
synchromodale binnenvaartdiensten. D
an daalt ook de prijs per eenheid vervoerd product, w
aardoor er meer klanten geïnteresseerd raken
om hun goederen op synchrom
odale wijze te
laten vervoeren. Daarm
ee wordt het eerder
mogelijk om
synchromodale diensten rendabel
in de markt te zetten. Een soort zw
aan-kleef- aan-effect dus.”M
isschien is het nu nog aan de vroege kant, m
aar juist ook in de haarvaten van de stedelijke gebieden liggen de grote logistieke uitdagingen. Volgens Verw
eij vraagt de toepassing van synchrom
odaal transport daar op operationeel niveau nog w
el enige jaren denken en puzzelen. H
et Topteam logistiek zal dit soort nieuw
e initia-tieven ondersteunen, sam
en met Rijksw
aterstaat. W
ie alvast op zoek is naar inspiratie hoeft alleen m
aar te kijken naar de Utrechtse Bierboot of
de elektrische bevoorradingsschepen in Am
sterdam. <
e “Binnenvaart en spoor als het kan, w
egvervoer als het m
oet”
54Lichtkogel 2 - 2014
Dit cahier is een uitgave van Rijkswaterstaat.Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de redactie via [email protected]
November 2014
12 Water. Vriend én vijand van de gezonde stad
28 Hoe je een gezonde stad organiseert Overheid, kom in actie! Of juist niet … ?
42 EU-programma Horizon 2020: kijk verder dan de binnenstad
> Trendwatch 48 Na jaren van reorganisaties is het
tijd voor vakmanschap
Trenddossier van en voor professionals in Bereikbaarheid, Veiligheid en Leefbaarheid
Lichtkogel | 2014 | nr 2
Lichtkogel | 2014 | nr 2
Gezonde verstedelijking De invloed van ruimtelijke inrichting op de gezondheid van stadsbewoners
Gezonde verstedelijking
>
RWS Lichtkogel NR2 2014 omslag.indd 1 12-11-14 12:10