1 Wetenschappelijk Comité: werking en jaarprogramma FAVV Dr. X. Van Huffel Meise, 13 januari 2006.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN · College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente...
Transcript of GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN · College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente...
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN
RUP „De Vlieten‟
SCREENING PLAN-MER-PLICHT
Versie 3 februari 2012 - def
GEMEENTE MEISE
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 2
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Provincie
gemeente
Vlaams-Brabant
Meise, deelgemeente Wolvertem
Project Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “De Vlieten”
ontwerper 1 komma618
ruimtelijk planner Didier Vanheddegem, Scheidestraat 36, 9400 Ninove
Patrick Vandevelde, Kantonstraat 64a, 9320 Nieuwerkerken
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 3
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
INHOUDSTAFEL
1 Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer ........................................................... 4
2 Opstarten planningsproces ............................................................................................ 5
2.1 Omschrijving van het plan ......................................................................................... 5
2.1.1 Situering ......................................................................................................... 5
2.1.2 Verhouding tussen voorgenomen RUP en het Gemeentelijk Ruimtelijk
Structuurplan Meise ....................................................................................................... 7
2.1.3 Doel, reikwijdte en detailleringsgraad van het voorgenomen plan ...................... 9
2.1.4 Actuele situatie op het terrein..........................................................................11
2.1.5 Alternatieven ..................................................................................................13
2.1.6 Aanleiding van de uitbreiding van de recreatiezone .........................................17
2.1.7 Relatie met duurzame ontwikkeling .................................................................20
2.2 Voorgenomen wijzigingen ten opzichte van het geldend plan ....................................21
2.2.1 Planonderdelen ..............................................................................................21
2.2.2 Kenmerken van elk planonderdeel ..................................................................23
2.2.3 Methodiek ......................................................................................................23
2.2.4 Keuze tussen „gemotiveerd verzoek tot ontheffing‟,„onderzoek tot m.e.r.‟ en
„opmaak plan-MER‟ ......................................................................................................23
3 „Onderzoek tot m.e.r.‟....................................................................................................24
3.1 Aandachtspunten zijn vanuit de huidige toestand van het milieu ...............................24
3.1.1 Bodem ...........................................................................................................24
3.1.2 Water .............................................................................................................24
3.1.3 Fauna en flora ................................................................................................27
3.1.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie .............................................34
3.1.5 Lucht .............................................................................................................35
3.1.6 Geluid ............................................................................................................36
3.1.7 Mens: ruimtelijk-functionele aspecten ..............................................................36
3.1.8 Besluit ...........................................................................................................37
3.2 Vermoeden aanzienlijke milieueffecten ....................................................................37
3.2.1 Passende beoordeling ....................................................................................37
3.2.2 Vergunningenkader bijlage I/II-projecten uit de project-MER-regelgeving .........38
3.2.3 "Klein gebied op lokaal niveau" of een "kleine wijziging" ..................................38
3.2.4 Vermoeden aanzienlijke milieueffecten ...........................................................38
3.3 Mogelijke effecten door het samengaan van de verschillende planonderdelen en de
cumulatieve effecten .........................................................................................................45
3.4 Grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende effecten ................................45
4 Conclusie .....................................................................................................................46
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 4
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
1 INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE
INITIATIEFNEMER
College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Meise
Tramlaan 8
1861 Meise – Wolvertem
Algemeen tel: 02/272.00.50
fax: 02/270.02.61
Bevoegde dienst:
Ruimtelijke Ordening
Contactpersonen:
Hedwige Verbelen, diensthoofd en gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar
Tel: 02/272.00.56
e-mail: [email protected]
e-mail - algemeen: [email protected]
Dirk Snauwaert Bevoegde schepen
Tel: 052/30.23.28 - 0473/67.03.64
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 5
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2 OPSTARTEN PLANNINGSPROCES
2.1 OMSCHRIJVING VAN HET PLAN
2.1.1 Situering
Het voorliggende ruimtelijk uitvoeringsplan is gelegen in Wolvertem, deelgemeente van Meise.
Figuur 1: situering macroniveau
Figuur 2: situering op mesoniveau
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 6
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 3: situering op micro niveau
Figuur 4 : luchtfoto met aanduiding plangebied
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 7
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.1.2 Verhouding tussen voorgenomen RUP en het Gemeentelijk
Ruimtelijk Structuurplan Meise
2.1.2.1 Algemeen
Ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt in uitvoering van de ruimtelijke
structuurplannen2. Dit is duidelijk als het structuurplan een rechtstreekse „taakstelling‟ bevat om
voor een bepaald thema of gebied planmatig te gaan optreden. Meer in het algemeen betekent
het dat het ruimtelijk uitvoeringsplan minstens conform de principes van het ruimtelijk
structuurplan moet worden opgemaakt.
Het structuurplan van Meise werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 19/10/2006 - de
definitieve goedkeuring door de Bestendige Deputatie gebeurde op 04/01/2007 en verscheen in
het Staatsblad op 16/01/2007.
Volgende elementen uit het GRS Meise zijn van belang bij de opmaak van het voorliggende
RUP.
2.1.2.2 Richtinggevend gedeelte GRS Meise
De opmaak van R.U.P. uitbreiding recreatie „De Vlieten‟ is in overeenstemming met het
richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Meise.
In de tekst hieronder worden de relevante inhoudelijke aspecten uit het richtinggevend gedeelte
toegelicht.
GLOBALE VISIE VOOR DE DEELSTRUCTUREN
d. Gewenste toeristische – recreatieve structuur
Doelstellingen: Binnen het ruimtelijk functioneren van de gemeente kunnen twee soorten
recreatievormen onderscheiden worden:
„Actieve‟ vormen van recreatie: buitensporten (voetbal, tennis, …) en binnensporten
(volleybal, zwemmen, …) waarvoor een specifieke infrastructuur nodig is.
„Passieve‟ recreatievormen: wandelen en fietsen
Wat betreft nieuwe actieve recreatievormen geldt als uitgangspunt dat ze moeten afgestemd
worden op de behoefte van de bevolking. Ze moeten daarbij zoveel mogelijk aansluiten op de
kerngebieden van het wonen en uitgebouwd worden op het schaal van de kern.
Wat de meer passieve vormen van recreatie betreft, kunnen we stellen dat het landschap in zijn
totaliteit de basis vormt van deze activiteiten.
Er wordt naar gestreefd een zacht voetgangers- en fietsersnetwerk te realiseren tussen de
verschillende entiteiten van de open ruimte. Er zijn in de gemeente een aantal ankerpunten die
een toeristisch recreatieve meerwaarde bieden. Het netwerk tussen deze ankerpunten wordt
verder uitgebreid met verbindingen naar de andere open-ruimte-elementen. De bestaande
buurt- en voetwegels vormen de basis voor de verdere uitbouw van een lokaal recreatief
netwerk voor voetgangers en fietsers.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 8
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Het toeristisch-recreatieve aspect van de open-ruimte-elementen is te allen tijde ondergeschikt
aan het landschap en de natuur en mag niet overheersen. (Geen pretparken en realisatie van
grootschalige infrastructuren).
Een gedeelte van het recreatiegebied in Westrode wordt overgebracht naar Wolvertem bij het
bestaande sport- en recreatiepark “de Vlieten”. In Westrode blijft enkel de bestaande tennishal
behouden. In het voorliggend RUP uitbreiding recreatiezone „De Vlieten‟ wordt voorzien in een
herbevestiging van de bestaande recreatiezone „De Vlieten‟ en een uitbreiding met een
bijkomend speelveld in zuidwestelijke richting. Er wordt tevens een bijkomend biologische
waardevol perceel ingekleurd als natuurgebied om het recreatieterrein in te kapselen.
GLOBALE VISIE VOOR DE DEELRUIMTEN
In dit gedeelte wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling per deelruimte uitgewerkt.
1. centrumstrook
2. kern Westrode
3. A12
4. Amelvonnebeekvallei
5. noordoostelijk open-ruimtegebied
6. noordwestelijk open-ruimtegebied
De relevante deelruimten voor het toepassingsgebied van dit RUP zijn deelruimte 1:
Centrumstrook – Hoofddorp Wolvertem.
a. Deelruimte 1: de centrumstrook: Hoofddorp Wolvertem
Binnen de centrumstrook – Hoofddorp Wolvertem is een de mogelijkheid voorzien tot uitbreiding
van de bestaande recreatiezone.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 9
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 5: gewenste ruimtelijke structuur hoofddorp Wolvertem
Het hoofddorp Wolvertem bestaat uit volgende relevante entiteiten:
Recreatie
Lokale dynamische recreatie wordt met aandacht voor de ecologische aspecten
behouden en binnen de huidige grenzen versterkt. De bestaande buitensportinfrastructuren
langs de Veilinglaan die de overgangen maken tussen de vallei van de landschappelijke
corridor en de wijk „de Vlieten‟ worden verder bestendigd. Wanneer er zich een concrete en
verantwoorde ruimtevraag voordoet, kan deze verder uitbreiden in de zuidwestelijke richting.
Het voorliggende RUP voorziet in de uitbreiding van de bestaande recreatiezone „De Vlieten‟
2.1.3 Doel, reikwijdte en detailleringsgraad van het voorgenomen
plan
2.1.3.1 Doelstelling van het voorgenomen plan
Het plan heeft tot doel de bestaande recreatiezone „De Vlieten‟ in Wolvertem uit te breiden met
een bijkomend speelveld. Hiervoor wordt in de deelgemeente Westrode met een gelijklopend
RUP „schoolomgeving Westrode‟ een gedeelte recreatiegebied omgezet in een andere
bestemming. Het bijkomende speelveld laat toe dat de bestaande speelvelden minder intensief
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 10
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
worden gebruikt, wat de bespeelbaarheid in de zware wintermaanden ten goede komt. Het plan
voorziet hierbij een betere inpassing in het bestaande landschap.
2.1.3.2 Reikwijdte van een voorgenomen plan
Het plan omvat de bestaande recreatiezone „de Vlieten‟ die wordt herbevestigd en de
uitbreiding met een bijkomend speelveld.
Het plangebied is gelegen tussen het natuurgebied (NW), het woonuitbreidingsgebied (ZO), de
Veilinglaan (NO) en het biologisch waardevolle gebied (ZO).
Figuur 6 : reikwijdte
2.1.3.3 Detailleringsgraad van het voorgenomen plan
Het plan wordt gedetailleerd uitgewerkt tot op perceelsniveau.
Grens van het
woonuitbreidingsgebied
Grens natuurgebied
Biologisch waardevol
Veilinglaan
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 11
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.1.4 Actuele situatie op het terrein
Figuur 7: bestaande toestand plangebied
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 12
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 8: functies in het plangebied
Het huidige recreatieterrein, welke naast een woonwijk is gelegen, omvat
parking
gebouw met tribune
voetbalvelden
skatepark
piste voor paarden
hockeyterrein op kunstgras
Rond het recreatieterrein is er over het grootste gedeelte een bufferzone aanwezig. Achter de
huidige recreatiezone loopt een niet verharde buurtweg. De landbouwzone en natuurgebied
bestaan uit weiden en bossen.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 13
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.1.5 Alternatieven
2.1.5.1 Nul-alternatief
Het nul-alternatief bestaat uit het behoud van de bestaande gewestplanvoorschriften en de
voorschriften van het bestaande BPA „De vlieten‟.
Figuur 9: gewestplan
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 14
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 10 : bestaande BPA “De Vlieten”
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 15
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 11 : compilatie van gewestplan met bestaande BPA „De Vlieten‟.
Binnen het huidige gewestplan kan er niet voldaan worden aan de doelstellingen van het
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Het gemeentelijk Structuurplan voorziet in de mogelijke
uitbreiding van de recreatiezone „De Vlieten‟. Hiervoor wordt een restgebied agrarisch omgezet
in recreatiezone. Dit restgebied zit geklemd tussen enerzijds de bestaande recreatiezone „De
Vlieten‟ en anderzijds het natuurgebied in het noordwesten. Het behoud van de bestaande
toestand is geen alternatief gezien de opties die genomen zijn binnen het GRS.
Het nul-alternatief werd niet weerhouden.
Bestaande BPA
„De Vlieten‟
Voorziene
uitbreiding BPA
„De Vlieten‟
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 16
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.1.5.2 Alternatief 1: uitbreiden van het recreatiegebied de „Vlieten‟ in zuidwestelijke
Richting.
Figuur 12: alternatief 1
Het alternatief 1 waarbij verdere uitbreiding van het recreatiegebied kan worden voorzien in
zuidwestelijke richting conform het GRS Meise wordt weerhouden.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 17
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.1.6 Aanleiding van de uitbreiding van de recreatiezone
In het RUP "Schoolomgeving Westrode" wordt de school uitgebreid.
Figuur 13: uitbreiding van de school
Bij dit alternatief wordt overwogen om de uitbreiding van de schoolgebouwen te
voorzien achter de bestaande woningen aan de overzijde van de voetweg. Ook bij dit
alternatief wordt het open ruimte gevoel bekomen. Deze uitbreiding sluit het meest
aan bij het GRS Meise en de doelstellingen van het voorliggend RUP
"Schoolomgeving Westrode". Hierdoor zal een deel van recreatiezone in Westrode
verdwijnen. Het beste alternatief bestaat erin de compensatie van de recreatie te
voorzien aan het bestaande gemeentelijk recreatiegebied aan “De Vlieten”. Daar kan
de recreatie dan optimaal worden uitgebouwd terwijl hier het open en landelijk
karakter kan behouden blijven.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 18
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 14: verplaatsen van de recreatiezone en grenscorrecties
Ruimtebalans voor RUP "Schoolomgeving Westrode"
zonering huidige oppervlakte volgens gewestplan
agrarisch gebied 26,143 ha
woongebied 7,272 ha
recreatiegebied 4,145 ha
totaal 37,560 ha
Tabel 1: oppervlakte volgens het gewestplan
Zonering categorie voorliggende RUP
agrarisch gebied landbouw 2,320 ha
bouwvrij agrarisch gebied landbouw 15,960 ha
gemengd open ruimtegebied overig groen 4,090 ha
zone voor beek overig groen 1,730 ha
Recreatiegebied recreatie 1,290 ha
wonen en landbouw wonen 8,670 ha
gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 2,430 ha
Wegenis lijninfrastructuur 1,070 ha
Totaal 37,560 ha
Naar Wolvertem
Correctie
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 19
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Tabel 2: oppervlakte volgens voorliggende RUP
oppervlakten
Zonering gewestplan RUP balans
landbouw 26,143 ha 18,280ha - 7,863 ha
overig groen - 5,820 ha + 5,820 ha
Recreatie 4,145 ha 1,290 ha - 2,855 ha
Wonen 7,272 ha 8,670 ha + 1,398 ha
gemeenschapsvoorzieningen en
openbaar nut
- 2,430 ha + 2,430 ha
lijninfrastructuur - 1,070 ha + 1,070 ha
Tabel 3: ruimtebalans
In Westrode verdwijnt 2,855 ha recreatie.
Ruimtebalans voor het RUP De Vlieten
Oppervlakten (ha)
bestemming begintotaal + - eindtotaal
gewestplan
Agrarisch gebied 3,28 3,28 -3,28
BPA
Recreatie
Zone voor gebouwen 0,48 0,48 - 0,48
Zone voor sportvelden 3,74 3,73 - 3,74
Groenscherm 1,00 1,00 - 1,00
Parkeerplaatsen 0,38 0,38 - 0,38
Uitbreiding met RUP “De Vlieten”
Recreatie
Recreatiezone zonder overdruk 0 5,43 5,43
Met overdruk „zone voor
gebouwen en verharde
parkeerplaatsen‟
0 0,71 0,71
Met overdruk „groenscherm
of buffergroen‟
0 0,90 0,90
Met overdruk „leidingstraat‟ 0 0,81 0,81
Met overdruk „leidingstraat‟ en
groenscherm of buffergroen‟
0 0,15 0,15
Zone voor natuur 0 0,86 0,86
Openbaar domein 0 0,02 0,02
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 20
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Totaal 8,88 8,88 8,88 0
Tabel 4: Ruimtebalans
In het RUP De Vlieten verdwijnt 3,28 ha landbouwgebied ten koste van 0,86 ha natuur en 2,42
ha recreatie.
Dit laatste is de compensatie van de hectares in Westrode.
2.1.7 Relatie met duurzame ontwikkeling
Artikel 1.1.4. VCRO De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke
ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie,
zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht
worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende
maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening
gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de
culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt
gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
Het voorliggende RUP voorziet in de uitbreiding van de bestaande sportvelden, gelegen in een
van kracht zijnd BPA. De uitbreiding houdt rekening met een duurzame ontwikkeling. Het
uitvoeringsplan voert immers het structuurplan uit waarin de verschillende maatschappelijke
activiteiten gelijktijdig tegen elkaar werden afgewogen. Hieruit is gebleken dat een uitbreiding in
zuidwestelijk richting van de bestaande sportvelden overwogen kan worden.
In het RUP schoolomgeving Westrode, hetwelke gelijktijdig de procedure tot goedkeuring
doorloopt, werd een aanzienlijk deel recreatiegebied omgezet ter compensatie.
Het voorliggende RUP houdt rekening met de gevolgen voor het leefmilieu aangezien het
gelegen is in de nabijheid van natuurgebied en biologisch waardevol gebied. Het plangebied
voor de uitbreiding van de sportvelden werd zo afgebakend dat er geen natuurgebied of
biologisch waardevol gebied wordt omgezet maar enkel dit gedeelte dat geklemd zit tussen de
Veilingstraat, de woonuitbreiding die grotendeels is gerealiseerd en voornoemde ecologisch
waardevolle gebieden.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 21
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.2 VOORGENOMEN WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET
GELDEND PLAN
2.2.1 Planonderdelen
Huidige toestand Geldend plan (gewestplan+BPA) Voorgenomen plan
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 22
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 15: planonderdelen
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 23
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
2.2.2 Kenmerken van elk planonderdeel
Verw
ach
te m
ilie
u-i
mp
act
Acti
vit
eit
en
bo
dem
afd
ekkin
g
Besta
an
de t
oesta
nd
A 1 Er wordt voorzien in een
beperkte uitbreiding met een
bijkomend speelveld van de
bestaande recreatiezone
binnen het agrarisch gebied
Er wordt geen wijziging van de
totale bodemafdekking voorzien.
In principe wordt een niet
verhard sportveld voorzien bij de
bestaande sportvelden
Het voorgenomen plan heeft enkel
tot doel de bestaande
recreatiezone uit te breiden met
een bijkomend niet-verhard
speelveld. Hiervoor wordt
recreatiegebied opgeofferd in
Westrode.
B 0 Er wordt voorzien in de
omzetting van agrarisch
gebied naar natuurgebied
gezien het biologisch
waardevolle karakter van dit
gebied.
Er wordt geen wijziging van de
totale bodemafdekking voorzien
Het voorgenomen plan heeft enkel
tot doel de bestaande
stedenbouwkundig vergunde of
vergund geachte toestand te
bevestigen.
C 0 Er worden geen bijkomende
activiteiten
stedenbouwkundig mogelijk
gemaakt.
Er wordt geen wijziging van de
totale bodemafdekking voorzien
Het voorgenomen plan heeft enkel
tot doel de bestaande
stedenbouwkundig vergunde of
vergund geachte toestand te
bevestigen.
2.2.3 Methodiek
De methodiek vertrekt van een doorgedreven desktopanalyse aangevuld met waarnemingen in
situ.
2.2.4 Keuze tussen „gemotiveerd verzoek tot
ontheffing‟,„onderzoek tot m.e.r.‟ en „opmaak plan-MER‟
Alle planonderdelen halen een score van 0 of 1. Het „onderzoek tot m.e.r.‟ kan worden
opgestart.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 24
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
3 „ONDERZOEK TOT M.E.R.‟
3.1 AANDACHTSPUNTEN ZIJN VANUIT DE HUIDIGE TOESTAND
VAN HET MILIEU
3.1.1 Bodem
Situeert het plangebied zich in een zone met natuurlijke bodems? Ja
Lhc (Natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont)
Situeert het plangebied zich in een zone met kwetsbare bodems (plaggenbodem,
podzolbodem, veenbodem)? Nee
Het gedeelte gelegen in „Natte leem‟ wordt voorzien als natuurgebied, aansluitend bij de
rest van het natuurgebied.
Figuur 16: bodemkaart
3.1.2 Water
Situeert het plangebied zich in of nabij de waterwingebieden en bijhorende
beschermingszones type I en II vastgesteld ter uitvoering van het decreet van 24 januari
1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer? Nee
Situeert het plangebied zich in een zone die gevoelig is ten aanzien van
grondwaterkwetsbaarheidskaart? Nee
Het plangebied bevindt zich op de grens tussen de zone Cc en de zone Cb.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 25
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 17: grondwaterkwetsbaarheidskaart
indices kwetsbaarheidsschaal Watervoerende laag Deklaag Onverzadigde zone
Cc Weinig kwetsbaar zand kleiig =< of > 10m
Cb Matig kwetsbaar zand kleiig
Situeert het plangebied zich in een zone die gevoelig is voor grondwaterstroming,
infiltratie, overstromingsrisico‟s?
Figuur 18: grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Het plangebied bevindt zich in een zone „matig gevoelig voor grondwaterstroming‟
(type2). In dit gebied worden binnen het voorliggende RUP geen grondige wijzigingen
voorzien ten opzichte van de bestaande toestand inzake grondwaterstromen. De
aanvraag voorziet enkel in het aanleggen van een niet-verhard sportveld.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 26
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 19: infiltratiegevoelige bodems
Delen van het gebied zijn infiltratiegevoelig. Het RUP voorziet in het bijkomend
aanleggen van een niet-verhard speelveld. Er zijn geen effecten op de infiltratie te
verwachten.
Figuur 20: overstromingsgevoelige gebieden
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 27
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 21: overstroombare gebieden
Waar de uitbreiding van de recreatiezone wordt voorzien is het gebied van nature niet
overstroombaar.
3.1.3 Fauna en flora
Situeert het plangebied zich in of nabij gebieden die op de biologische waarderingskaart
zijn afgebakend als biologisch zeer waardevol, biologisch waardevol of complex van
biologisch waardevol en zeer waardevolle elementen?
Figuur 22: biologische waarderingskaart
De uitbreiding van de recreatiezone bevindt zich binnen een „complex van biologisch
minder waardevolle en waardevolle elementen‟. De grens van het plangebied werd zo
gekozen dat het biologisch waardevolle gebied niet wordt aangesneden. Het complex
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 28
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen in het zuidwesten wordt
omgevormd tot natuurgebied.
Gemeente Meise
Versie BWK Versie 2b
Periode: 1997 tot heden
Typering: ontwerp van versie 2, niet gecontroleerd
Code Omschrijving
Herkomst 025 terreinbezoek door karteerder tijdens mei 2002
Biologische kwaliteit mw complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle
elementen
Grondgebruikseenheden
MHV Graslanden met verspreide biologische waarden (in de
grasland-, heide-, moeras- of waterrijke sfeer)
Bwkeenheden hp soortenarm permanent cultuurgrasland
k(hp+) soortenrijke, grazige bermen, perceelsranden, stroken …
Tabel 5 : gebied om te zetten naar uitbreiding recreatie
Gemeente Meise
Versie BWK Versie 2b
Periode: 1997 tot heden
Typering: ontwerp van versie 2, niet gecontroleerd
Code Omschrijving
Herkomst gb op basis van een kritische evaluatie van de biologische
waarderingskaart versie 1 en van informatie uit het betreffende
gnop
Biologische kwaliteit wz complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle
elementen
Grondgebruikseenheden
PLPRK
MOER
Aanplanten en parken
Moerassen (incl. moerasbos en struweel; excl. rietlanden
Bwkeenheden lhb populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of
wilgenondergroei
se kapvlakte
hf natte ruigte met Moerasspirea (Filipendulion)
Tabel 6 : gebied om te zetten naar natuurgebied
Situeert het plangebied zich in of nabij gebieden behorend tot het Vlaams Ecologisch
Netwerk (VEN) en/of Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON)? Nee
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 29
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 23: VEN - IVON
Situeert het plangebied zich in of nabij gebieden die zijn afgebakend als pleister-, of
broedgebieden, broedkolonies, slaapplaatsen, voedsel-, slaap- en seizoenstrek? Nee
Figuur 24: vogelatlas
Niet gelegen in gebieden die zijn afgebakend als pleister-, of broedgebieden,
broedkolonies, slaapplaatsen, voedsel-, slaap- en seizoenstrek?
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 30
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 25: bufferzones vogelatlas
Het plangebied is wel gelegen in een seizoenstrekbuffer. De uitbreiding van de bestaande
recreatiezone „De Vlieten‟ is echter marginaal ten opzichte van de seizoenstrekbuffers
zodat hier geen effecten te verwachten zijn.
Situeert het plangebied zich in of nabij gebieden die zijn afgebakend als kwetsbaar of zeer
kwetsbaar op de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten voor verzuring, ecotoopverlies,
eutrofiëring, verdroging, …? Zie kaarten
Figuur 26: ecokwetsbaarheidskaart
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 31
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 27: verzuring
Figuur 28: ecotoopverlies
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 32
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 29: eutrofiering
Figuur 30: verdroging
Situeert het plangebied zich in of nabij gebieden die zijn aangeduid als bosgebied
overeenkomstig de definitie van bos uit het bosdecreet? Nee, wat de voorziene
uitbreiding van de recreatiezone betreft. Het gedeelte ten zuidwesten dat is
opgenomen binnen de bosreferentielaag wordt natuurgebied.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 33
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 31: bosreferentie
Situeert het plangebied zich in of nabij:
De speciale beschermingszones (NATURA2000) overeenkomstig het decreet van 21
oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; een gebied
aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ramsar inzake watergebieden van
internationale betekenis: Nee
Een beschermd duingebied of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied zoals
aangegeven ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen
tot bescherming van de kustduinen: Nee
Erkende of Vlaamse natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde
en de ermee vergelijkbare gebieden: Nee
Op het gewestplan werd het aanpalende gebied wel ingekleurd als natuurgebied maar het
voorliggende RUP dat enkel voorziet in de uitbreiding van het bestaande sportcentrum heeft
hierop geen significant negatieve effecten. Bovendien wordt het bestaande groenscherm langs
het natuurgebied door middel van voorliggende RUP doorgetrokken zodat dit een bijkomend
positief effect heeft op het aanpalende natuurgebied volgens het gewestplan.
Aan de andere kant van de Veilinglaan is er dieperliggend wel een natuurgebied “Wolvertemse
Beemden” gesitueerd in beheer van Natuurpunt.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 34
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Figuur 32: Natura 2000-gebieden
3.1.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
Situeren zich in of nabij het plangebied beschermde monumenten, landschappen, stads-
of dorpsgezichten? Nee
Figuur 33: landschapsatlas
Situeren zich in of nabij het plangebied gebouwen die zijn opgenomen in het register van
bouwkundig erfgoed? Ja
Situeert het plangebied zich in of nabij in de Landschapsatlas aangeduide zones zoals
ankerplaatsen en relicten (zones, lijnen en punten)? Nee
Situeert het plangebied zich in of nabij een vastgesteld erfgoedlandschap? Nee
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 35
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Situeert het plangebied zich in of nabij een archeologische zone? Hierover zijn geen
gegevens bekend.
3.1.5 Lucht
Situeert het plangebied zich in een zone waar momenteel een overschrijding van de
luchtkwaliteitsdoelstellingen fijn stof en NOx plaatsvindt?
Knelpuntlocaties
De grootste knelpunten met betrekking tot de jaargemiddelde NO2-concentratie zijn
te verwachten langs de onderstaande wegvakken:
de snelweg van Nederland (Breda) langs Antwerpen, Gent en Kortrijk naar
Frankrijk (Lille) (E19 en E17),
de snelweg van Antwerpen naar Brussel (E19),
de snelweg van Gent naar Brussel (E40),
de snelweg van Brussel naar Leuven (E40),
de snelweg van Antwerpen naar Hasselt (E313),
de ring om Antwerpen,
de ring om Brussel
Naast deze vernoemde wegvakken wordt de jaargemiddelde NO2 grenswaarde
overschreden langs de volgende gewestwegen:
(...)
A12 tussen Meise en Brussel
De uurgemiddelde NO2-grenswaarde (maximaal 18 overschrijdingen van de
uurgemiddelde concentratie van 200 mg/m3) wordt in Vlaanderen nauwelijks
overschreden. Op drie locaties langs een snelweg (allen nabij Antwerpen) wordt de
uurgemiddelde norm 18 of meer dan 18 maal overschreden.
De jaargemiddelde PM10 grenswaarde (40 mg/m3) wordt in 2010 op veel minder
locaties overschreden dan de jaargemiddelde NO2-grenswaarde. De overschrijding
van de jaargemiddelde PM10-grenswaarde vindt alleen plaats in de omgeving van
Brussel. Deze overschrijding is vooral het gevolg van de relatief hoge
achtergrondconcentratie rond Brussel:
Sint-Stevens-Woluwe
Zaventem
Diegem
Vilvoorde
Strombeek-Bever
Wemmel (aansluiting Ring en N290)
Zellik
Dilbeek (aansluiting Ring en N8)
Drogenbos
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 36
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
De daggemiddelde norm voor PM10 (maximaal 35 dagen een etmaal gemiddelde
concentratie van 50mg/m3) wordt vaker overschreden dan de jaargemiddelde PM10-
grenswaarde. Overschrijding van de daggemiddelde PM10-grenswaarde vindt plaats
in de omgeving van Brussel, Antwerpen en Kortrijk. Overschrijding van de
daggemiddelde norm werd in de studie “Imissie problematiek ten gevolge van het
verkeer” berekend aan de hand van de jaargemiddelde concentratie. Deze methode
bepaalt de daggemiddelde waarde aan de hand van een overschrijding van een
jaargemiddelde norm van 30 µg/m3. Wanneer deze methode wordt toegepast en
hiermee nagegaan op welke bebouwde plaatsen de norm wordt overschreden,
worden meer overschrijdingen teruggevonden, maar wel allen eveneens rond
Brussel, Kortrijk en Antwerpen. In detail gaat het om volgende plaatsen:
Rand rond Brussel: Meise (A12)
Mogelijks bevindt het plangebied zich momenteel in een gebied waar een overschrijding
van de luchtkwaliteitsdoelstellingen voor fijn stof en NOx plaatsvindt. Het plan heeft
echter niet tot doel bijkomende activiteiten te voorzien die de luchtkwaliteits-
doelstellingen nog meer onder druk zetten.
3.1.6 Geluid
Situeert het plangebied zich in of in de nabijheid van geluidsgevoelige receptoren voor
mens (vb woongebieden, ziekenhuizen, scholen, bejaardentehuizen,
gemeenschapsvoorzieningen) en/of natuur (vb natuurgebieden, broedvogelgebieden)?
Buiten het plangebied bevindt zich een woonwijk. Het plangebied omvat slecht het
uitbreiden van de bestaande recreatiezone „De Vlieten‟. Er is geen bijkomende
geluidshinder te verwachten.
Situeert het plangebied zich in of in de nabijheid van stiltegebieden? Nee
3.1.7 Mens: ruimtelijk-functionele aspecten
3.1.7.1 Mens: Mobiliteit
Situeert het plangebied zich in of in de nabijheid van gevaarlijke zwarte punten? Nee
Er zijn in de omgeving geen zwarte punten.
3.1.7.2 Mens: Hinder en risico‟s
Situeert het plangebied zich in de nabijheid van Seveso-inrichtingen? Nee
Zijn er nieuwe elementen die de initiatiefnemer doen twijfelen aan de doelstelling
van het voorgenomen plan? Nee
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 37
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
3.1.8 Besluit
Er zijn geen nieuwe elementen die een aanpassing van de doelstelling van het
voorgenomen plan noodzaken.
3.2 VERMOEDEN AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN
3.2.1 Passende beoordeling
Artikel 36 ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in
combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of
programma‟s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als
speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te
worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering
zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de
Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02.05.1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG
van 21.05.1992).
Er is geen speciale beschermingszone (natura 2000) in de omgeving.
Figuur 34: Natura 2000
Het voorgenomen plan heeft geen invloed op het beheer van een speciale beschermings-
zone. Er is dan ook geen betekenisvolle aantasting van een Speciale beschermingszone.
Er is geen passende beoordeling noodzakelijk.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 38
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
3.2.2 Vergunningenkader bijlage I/II-projecten uit de project-MER-
regelgeving
Het voorliggende RUP vormt geen vergunningenkader voor bijlage I/II-projecten uit de
project-Mer-regelgeving.
3.2.3 "Klein gebied op lokaal niveau" of een "kleine wijziging"
Niet van toepassing
3.2.4 Vermoeden aanzienlijke milieueffecten
Ruimtelijk uitvoeringsplan: mens- en ruimtelijke ordening
A. er is een wijziging in de stedenbouwkundig vergunbare projecten ? Ja
zo ja, onderzoek ‘mens-gezondheid en veiligheid’, ‘energie- en grondstoffenvoorraden’,
‘bodem’, ‘water’, ‘atmosfeer’, ‘geluid en trillingen’, ‘licht’ en ‘stoffelijke goederen’.
Vermoedelijk zal de bespreking van deze disciplines ook een relatie hebben met de disciplines
‘biodiversiteit’, ‘fauna en flora’, en ‘klimatologische factoren’ en ’landschappen,
onroerend erfgoed en archeologie’
B. een wijziging in de hoeveelheid en aard (modal split, personen- en goederenvervoer)
van vervoersbewegingen na de uitvoering van het plan dan in de nulvariant ?Nee
Het (beperkt) uitbreiden van het recreatiegebied zal geen invloed hebben op de
vervoersbewegingen.
zo ja, onderzoek „mobiliteit‟, „atmosfeer‟ en „geluid en trillingen‟ en “lucht”, “mensgezondheid”
C. een wijziging in het watersysteem (waterlopen, oppervlaktewater, grondwater,
infiltratie in bodem, overstromingsgebieden,…)?Nee
zo ja, onderzoek „bodem‟, „water‟, „landschap‟, „biodiversiteit‟ en „fauna en flora‟
D. een wijziging in de aard, omvang en diepte van de mogelijke werken in en op de
bodem (afdekking, vergraving, aandrukking, …)?Nee
zo ja, onderzoek „biodiversiteit‟, „fauna en flora‟, „energie- en grondstoffenvoorraden‟en „bodem
(inclusief grondwater)‟
E. een wijziging van het bodemgebruik ?ja
zo ja, onderzoek „bodem’, ‘water’ ‘klimatologische factoren’, fauna en flora en‘landschap’
A. INGREEPGERELATEERDE VRAAGSTELLING
UITVOERINGSFASE
Er zijn geen ingrepen voorzien in de uitvoeringsfase die een permanent effect kunnen
teweegbrengen
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 39
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
PLANREALISATIEFASE
Is het voorgenomen plan kader voor
vergunningen van projecten die leiden tot
Disciplines:
een belangrijke toename van verharding: Nee Bodem
Water
Fauna en flora
Mens-landbouw
een belangrijke toename in bebouwde
oppervlakte (gebouwen) of een wijziging
mogelijk maakt van het aantal bouwlagen
en/of bouwhoogtes: Nee
Landschap
Mens
een belangrijke toename in woningen,
kantoren, recreatiemogelijkheden,
handelszaken, parkeeroppervlakte en/of
bedrijven: Nee, het plan voorziet slechts in
de uitbreiding van een bestaande
recreatiezone met een speelveld en de
omzetting in het zuiden van agrarisch naar
natuurgebied.
Lucht
Mens(functies, mobiliteit, hinder)
bouw van een ondergrondse constructie
(zoals parkeergarage, tunnel, andere): Nee
Bodem
Water
Landschap (archeologie)
vestiging van geluidsproducerende
activiteiten: Nee
Geluid
Mens (hinder)
vestiging van stof- en/of geurproducerende
activiteiten: Nee
Lucht
Mens (hinder)
een belangrijke toename in verkeer: Nee Geluid en trillingen
Lucht
Mobiliteit (verkeersveiligheid, congestie
en hinder)
de aanleg van bovengrondse
lijninfrastructuren: Nee
Fauna en flora
Landschap
Mens (hinder:
elektromagnetische straling)
een lokale winning van delfstoffen: Nee bodem
B. DISCIPLINEGERICHTE VRAAGSTELLING
Mens: ruimtelijk functionele aspecten
Het plan heeft tot doel de bestaande recreatiezone uit te breiden met
een bijkomend speelveld. Hiervoor wordt een deel van het
recreatiegebied in Westrode omgevormd ter compensatie.
Wijzigingen in functies
De aanvraag voorziet in de uitbreiding van de bestaande recreatiezone
„ De Vlieten‟ met een bijkomend speelveld. In het verleden werd door
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 40
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
middel van een BPA reeds een gedeelte van het agrarisch gebied
omgezet naar recreatiezone. In het zuidwesten wordt het bestaande
biologisch waardevolle gebied omgezet naar natuurgebied.
Wijziging in organisatie van de ruimte
De bestaande organisatie van de ruimte wordt grotendeels behouden,
met enkele wijzigingen zoals hierboven beschreven.
Beeld- en belevingswaarde
Hiervoor wordt verwezen naar landschap
Mens: Mobiliteit
Wijziging verkeersafwikkeling (gemotoriseerd verkeer)
- Wijziging in ontsluitingsinfrastructuur (auto, openbaar vervoer,
fietser en voetganger)
Er wordt geen echte wijziging van de ontsluitingsinfrastructuur
beoogd.
- Wijzigingen in verkeersintensiteiten (toename/afname verkeer,
soort te verwachten verkeer)
Door het voorliggende plan wordt er geen wijziging in de
verkeersintensiteiten verwacht. Het bijkomend terrein biedt het
voordeel dat de andere terreinen minder intensief worden
gebruikt zodat ze beter bespeelbaar blijven.
Wijzigingen op langzaam verkeer (wijzigingen in bereikbaarheid en
doorwaadbaarheid)
Het plan voorziet geen wijzigingen in de bereikbaarheid of
doorwaadbaarheid voor langzaam verkeer.
Wijzigingen op openbaar vervoer (potentieel)
Er worden hierin geen wijzigingen voorzien.
Mens: Hinder en risico‟s
gezondheid en veiligheid van de mens
Het voorliggende plan voorziet in geen activiteiten die een negatieve
invloed kunnen hebben op de gezondheid en de veiligheid van de
mens. In tegendeel wordt een betere benutting van de
recreatiemogelijkheden beoogd, wat ongetwijfeld een positieve impact
heeft op de gezondheid van de mens. Bovendien wordt een gedeelte
voorzien als natuurgebied wat ongetwijfeld een positief effect zal
hebben op de mens.
Geluid
Er worden binnen het voorliggende RUP geen extra bronnen van
geluidsoverlast voorzien. De geluidsintensiteit zal niet toenemen ten
opzichte van de omwonenden. Het is de bedoeling dat het bestaande
gebruik wordt verspreid over een extra terrein. Dit zal de
bespeelbaarheid van het gras ten goede komen.
Lucht
Er worden binnen het voorliggende RUP geen bijkomende bronnen
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 41
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
voorzien van luchtverontreiniging. In tegendeel wordt voorzien door de
aanplant van bomen en kleinschalige groenelementen dat dit een
positief effect kan hebben op de luchtkwaliteit.
Water
Er worden geen negatieve effecten op de waterhuishouding verwacht.
Licht
Rond het bijkomende terrein wordt verlichting voorzien. Gezien het hier
echter reeds een bestaande recreatiezone betreft, voorzien van
verlichting en het bijkomende terrein verder van de woningen wordt
ingeplant, wordt hier geen bijkomende hinder verwacht.
Warmte
Er worden geen thermische effecten verwacht.
Stralingen
Er wordt niet voorzien in bijkomende stralingsbronnen.
Mens – hinder
- Lichthinder
Er wordt geen bijkomende lichthinder verwacht.
- Effecten slagschaduw
Er wordt niet voorzien in bijkomende activiteiten of constructies
die aanzienlijke slagschaduweffecten kunnen veroorzaken.
Mens – gezondheid
- Stralingsimpact
Er wordt niet voorzien in bijkomende stralingsbronnen.
Mens – veiligheid
- Explosiegevaar en calamiteiten
- Risico naar of vanuit Seveso-inrichtingen
Vanuit het voorliggende plan zijn er geen bestemmingen
voorzien die bijkomend gevaar voor explosie of calamiteiten
kunnen opleveren. Er is geen risico door het voorliggende plan
naar of vanuit Seveso-inrichtingen.
Fauna en flora
Verlies van (zeer) waardevolle vegetaties, biotopen:
Er wordt niet voorzien in het verlies van waardevolle vegetaties of
biotopen. Integendeel wordt voorzien dat de bestaande recreatiezone
nog beter wordt ingepast in het landschap met kleine
landschapselementen als hagen. Door het voorzien van het
zuidwestelijk gedeelte als natuurgebied wordt ongetwijfeld een positief
effect voorzien op de natuurwaarde.
Devaluatie van biotopen (bv structuurkwaliteit van
waterlopen/oevers)
Er wordt geen devaluatie van de biotopen verwacht. Het gebied wordt
als weinig kwetsbaar voor ecotoopverlies beschouwd. Wel zal er voor
gezorgd worden dat de bestaande recreatiezone nog beter wordt
ingepast ten opzichte van het waardevolle gebied in het noordwesten.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 42
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Hiervoor wordt het zuidwestelijke deel ingekleurd als natuurgebied.
Risico op verstoring van (zeer) waardevolle biotopen via geluid,
grondwater, aanwezigheid van mensen
Vanuit het voorliggende plan is er geen verregaande verstoring te
verwachten van waardevolle biotopen via geluid, grondwater of
aanwezigheid van mensen. Het betreft hier reeds een bestaande
recreatiezone waar een speelveld wordt aan toegevoegd. Daardoor
worden de bestaande speelvelden minder intensief gebruikt wat de
speelkwaliteit moet ten goede komen. De verstoring ten opzichte van de
aanpalende gebieden neemt echter niet toe. In tegendeel wordt door het
voorzien van de uitbreiding van het natuurgebied een zeer positief
effect verwacht.
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
Het plan heeft tot doel de bestaande recreatiezone uit te breiden met
een speelveld en de recreatiezone nog beter landschappelijk in te
passen in de omgeving.
Wijziging landschapsstructuur
Het is de bedoeling om de bestaande landschapsstructuur te versterken
en te vrijwaren van verdere bebouwing. De bebouwde structuur zal
worden opgewaardeerd.
Relatiewijzigingen (context)
Er wordt geen wijziging van de context voorzien.
Wijzigingen aan het bouwkundig erfgoed
Er worden geen wijzigingen aan het bouwkundige erfgoed voorzien. In
tegendeel is het de bedoeling dat de bestaande recreatiezone nog beter
wordt ingepast in het landschap.
Risico‟s op verstoring of vernietiging van archeologische waarden
Er wordt geen belangrijke wijziging voorzien van de bebouwde
oppervlakte zodat er geen verstoring of vernietiging van de
archeologische waarden te voorzien zijn.
Wijziging aan perceptieve kenmerken en belevingswaarden
Het plan heeft als doel een betere beleving van de recreatiezone te
bewerkstellingen en een beter inpassing te voorzien in het landschap.
Bodem
Er wordt geen verharding van de bodem voorzien. Het terrein zal
aangelegd als grasspeelveld. Het zuidwestelijke gedeelte wordt
omgevormd tot natuurgebied.
Water
Onder grondwater worden volgende effectgroepen begrepen:
grondwaterhuishouding
grondwaterkwaliteit
Er worden geen activiteiten of constructies binnen een plangebied
voorzien die een significant negatieve invloed kunnen hebben op de
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 43
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
grondwaterhuishouding/kwaliteit.
Onder oppervlaktewater worden volgende effectgroepen begrepen:
oppervlaktewaterhuishouding
oppervlaktewaterkwaliteit
Er worden geen activiteiten of constructies binnen een plangebied
voorzien die een significant negatieve invloed kunnen hebben op de
grondwaterhuishouding/kwaliteit.
Lucht en klimaat
Het gebied is gelegen in de omgeving van de A12. Door de A12 in
Meise wordt het jaargemiddelde m.b.t. de NO2 grenswaarde
overschreden. Langs de A12 worden er nog bijkomende ontwikkelingen
voorzien op hogere planningsniveaus.
Binnen het plangebied worden geen extra bronnen voorzien dewelke
een bijkomende negatieve invloed kunnen hebben op lucht en klimaat.
De omvorming van het zuidwestelijk gedeelte van agrarisch gebied naar
natuurgebied heeft ongetwijfeld een positieve invloed op lucht en
klimaat.
Wijziging luchtklimaat
- Wijziging emissies gebouwenverwarming
Er wordt geen bijkomende ontwikkelingen voorzien, waarbij sterke
wijzigingen kunnen optreden van emissies.
- Wijziging emissies wegverkeer
Er worden binnen het plangebied geen sterk verkeersgenererende
activiteiten voorzien.
- Wijziging emissies industrie
Het plan voorziet geen bijkomende industriële activiteiten buiten de
bestaand vergunde.
Wijziging in geur
Geen effecten te verwachten.
Wijziging in stofimmissie
Geen effecten te verwachten.
Geluid
Het plan voorziet niet in bijkomende geluidshinder. Het is immers niet de
bedoeling om bijkomende recreatiecapaciteit te creëren maar om de
velden minder intensief te gebruiken door de aanleg van het bijkomend
speelveld. Door het minder frequente gebruik van de speelvelden op
zich blijft de bespeelbaarheid, ook in de zware wintermaanden, beter
gegarandeerd.
Wijziging geluidsklimaat:
Geen negatieve effecten te verwachten.
Wijziging omgevingsgeluid
Er worden geen significante negatieve wijzigingen in het
omgevingsgeluid verwacht
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 44
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Wijziging specifiek geluid gelinkt aan planonderdelen
Er worden geen significante negatieve wijzigingen in het
omgevingsgeluid verwacht
C. MILDERENDE MAATREGELEN
Er worden geen specifieke milderende maatregelen voorzien behalve
een nog betere inbuffering in de bestaande omgeving van de
recreatieterreinen.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 45
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
3.3 MOGELIJKE EFFECTEN DOOR HET SAMENGAAN VAN DE
VERSCHILLENDE PLANONDERDELEN EN DE CUMULATIEVE
EFFECTEN P
lan
on
derd
eel
Men
s –
gezo
nd
heid
en
veilig
heid
Ru
imte
lijk
e o
rden
ing
Bio
div
ers
iteit
Fau
na e
n f
lora
En
erg
ie-
en
gro
nd
sto
ffen
vo
orr
ad
en
Bo
dem
Wate
r
Atm
osfe
er
Klim
ato
log
isch
e f
acto
ren
Gelu
id e
n t
rillin
gen
Lic
ht
Sto
ffelijk
e g
oed
ere
n
Cu
ltu
reel
erf
go
ed
en
arc
heo
log
ie
Mo
bilit
eit
Lan
dsch
ap
Sam
en
han
g t
ussen
dis
cip
lin
es
A + + 0 0 / 0 0 0 / 0 0 / 0 0 0 0
B + + ++ ++ / + + + + + 0 0 + 0 + +
C / / / / / / / / / / / / / / / /
geh
eel
+ + ++ ++ / + + + + + 0 0 + 0 + +
legende
/ Het plan houdt geen wijziging in ten opzichte van het gelden plan en de bestaande
toestand, een beoordeling is dus niet van toepassing
0 Er is geen effect of een zeer minimaal effect op deze discipline
+, ++ Er is een positief of een aanzienlijk positief effect voor deze discipline
-, -- Er is een negatief of een aanzienlijk negatief effect voor deze discipline
3.4 GRENSOVERSCHRIJDENDE OF
GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN
Niet van toepassing.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 46
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
4 CONCLUSIE
Samengevat kan men stellen dat er geen aanzienlijk negatieve effecten zullen optreden.
Onderzoek tot m.e.r.
1KOMMA 618 47
- M
eis
e -
Gem
ee
nte
lijk R
uim
telij
k U
itvo
eri
ngspla
n „D
e V
liete
n‟ -
Lijst met figuren
Figuur 1: situering macroniveau .............................................................................................. 5
Figuur 2: situering op mesoniveau .......................................................................................... 5
Figuur 3: situering op micro niveau ......................................................................................... 6
Figuur 4 : luchtfoto met aanduiding plangebied ....................................................................... 6
Figuur 5: gewenste ruimtelijke structuur hoofddorp Wolvertem ................................................ 9
Figuur 6 : reikwijdte ...............................................................................................................10
Figuur 7: bestaande toestand plangebied ..............................................................................11
Figuur 8: functies in het plangebied .......................................................................................12
Figuur 9: gewestplan .............................................................................................................13
Figuur 10 : bestaande BPA “De Vlieten”.................................................................................14
Figuur 11 : compilatie van gewestplan met bestaande BPA „De Vlieten‟. .................................15
Figuur 12: alternatief 1 ..........................................................................................................16
Figuur 13: uitbreiding van de school ......................................................................................17
Figuur 14: verplaatsen van de recreatiezone en grenscorrecties .............................................18
Figuur 15: planonderdelen .....................................................................................................22
Figuur 16: bodemkaart ..........................................................................................................24
Figuur 17: grondwaterkwetsbaarheidskaart ............................................................................25
Figuur 18: grondwaterstromingsgevoelige gebieden ...............................................................25
Figuur 19: infiltratiegevoelige bodems ....................................................................................26
Figuur 20: overstromingsgevoelige gebieden .........................................................................26
Figuur 21: overstroombare gebieden .....................................................................................27
Figuur 22: biologische waarderingskaart ................................................................................27
Figuur 23: VEN - IVON ..........................................................................................................29
Figuur 24: vogelatlas .............................................................................................................29
Figuur 25: bufferzones vogelatlas ..........................................................................................30
Figuur 26: ecokwetsbaarheidskaart .......................................................................................30
Figuur 27: verzuring ..............................................................................................................31
Figuur 28: ecotoopverlies ......................................................................................................31
Figuur 29: eutrofiering ...........................................................................................................32
Figuur 30: verdroging ............................................................................................................32
Figuur 31: bosreferentie ........................................................................................................33
Figuur 32: Natura 2000-gebieden ..........................................................................................34
Figuur 33: landschapsatlas ....................................................................................................34
Figuur 34: Natura 2000 .........................................................................................................37