GA OP REIS NAAR HET VERLEDEN BELEEF UTRECHT...Kneppelhout ge-bruikte het huis alleen in de zomer,...
Transcript of GA OP REIS NAAR HET VERLEDEN BELEEF UTRECHT...Kneppelhout ge-bruikte het huis alleen in de zomer,...
GA OP REIS NAAR HET VERLEDEN
BELEEF UTRECHT
BEZOEK DE KASTELEN EN BUITENPLAATSEN
IN ZUID-OOST UTRECHT
MET VIER
WANDEL- EN
FIETSROUTES
FIETS OF WANDEL LANGS DE LANGBROEKERWETERING EN ONTDEK DE MIDDELEEUWSE WOONTORENS:
• Kasteel Sterkenburg: het decor van de moord
op Anthonis van Aeswijn..........................6
• Bekijk de woontoren van Ridderhofstad
Weerdesteyn..........................................8
• Ga op zoek naar Ridderhofstad Hindersteyn
dat verscholen ligt achter groen..................10
• Maak kennis met de Willem-II gotiek van
Ridderhofstad Sandenburg.......................12
TREED IN DE VOETSPOREN VAN EEN DUITSE KEIZER:
• Hoor hoe Keizer Wilhelm II in Doorn
terecht kwam.......................................16
• Ga op zoek naar zijn ijskelder die verscholen
ligt in het bos.......................................18
FIETS OF WANDEL LANGS DRIE BUITENPLAATSEN OP DE GRENS VAN DRIEBERGEN EN DOORN:
• Huis Doornveld dat bewaard is gebleven.
..........................................................21
• Hydepark dat in de Tweede Wereldoorlog
verloren is gegaan..................................23
• Het buiten van Von Gimborn dat nooit
gebouwd is..........................................26
MAAK KENNIS MET HET VERLEDEN EN KIJK HOE DE ELITE WOONDE EN WERKTE:
• Ontdek tussen het groen Kasteel Maarsbergen
.........................................................27
• Wandel langs Huis te Maarn en waan u in
Amerika..............................................28
QR-CODESIn deze brochure zijn zogenoemde
QR-codes afgedrukt. Scan deze codes
om snel toegang te krijgen tot extra in-
formatie over de kastelen die u bezoekt:
dronefilms van kastelen en buiten-
plaatsen, historisch beeldmateriaal,
achtergrondverhalen, routekaarten etc.
U kunt de camera van uw smartphone
of tablet richten op de QR-codes om ze
in te scannen. U belandt dan auto-
matisch op de relevante webpagina’s.
Hiervoor heeft u een gratis app nodig:
een QR-code reader.
Toegang tot de informatie zonder ge-
bruik van de QR-codes is ook mogelijk:
ga naar www.utrechtsekastelen.net en
kies dan zelf de pagina die relevant
voor u is.
FIETS OF WANDEL LANGS DE KASTELENIn deze brochure staan kastelen en bui-
tenplaatsen beschreven in vier regio’s
in het oostelijk deel van de provincie
Utrecht. Bezoekt u de locaties wan-
delend of met de fiets, dan kunt u dat
doen aan de hand van de routes die we
voor u hebben uitgestippeld.
INHOUD
2
In de 12e eeuw groeide de bevolking en steeg
de behoefde aan landbouwgrond. Dat was de
reden dat ministeriales, mannen in dienst van
de bisschop, opdracht kregen de moerassige
grond te ontginnen. Deze ministeriales trok-
ken boeren aan die het land wilden ontginnen.
Het landbouwgebied dat zo ontstond, konden
de boeren daarna pachten. Om de vochtige
grond te ontwateren, groeven die boeren een
kanaal van 15 kilometer lang: de Langbroe-
kerwetering. Dwars op de wetering werden
afwateringssloten gegraven die 110 meter van
elkaar af lagen. Op de kavels ertussen, werden
de boerderijen gebouwd. Ze stonden aan het
kanaal, de landerijen strekten daarachter.
De ministeriales, die rijk waren geworden van
de pacht, lieten aan weerszijde van het kanaal,
imposante woontorens bouwen. Ooit stonden
hier 25 woontorens en kastelen. Tegenwoordig
zijn er nog 13 van overgebleven. De meeste
liggen ten westen van Langbroek, tussen de
Broekweg en de Doornseweg.
De kern van de huidige kastelen Hindersteyn,
Weerdesteyn en Walenburg wordt nog steeds
gevormd door zulke oude woontorens. Ze had-
den een oppervlak van 8 tot 10 meter in het
vierkant. De ingang lag op de eerste verdieping.
Een toegangsladder of brug die er naar toe leid-
de, werd weggehaald als er gevaar dreigde. Bij
Lunenburg is dat nog steeds te zien. Over de
inrichting van de woontorens is weinig bekend.
Mogelijk waren op de begane grond van de
woontoren de voorraadkelders en werd er op de
verdiepingen daarboven gewoond. Op de voor-
burcht stond waarschijnlijk allerlei bebouwing
met meer leefruimte. Rondom de woontorens
LANGBROEKERWETERINGHet gebied tussen Odijk en Wijk bij Duurstede was in de 12e eeuw
in bezit van de bisschop van Utrecht. Deze gronden waren lange tijd
stroomgebied van de Kromme Rijn geweest. Het moerasgebied kreeg
de naam ‘Langbroek’: dat betekent ‘lang(gerekt) moeras’.
Molenstein uit 1865.
Het 18e-eeuwse Leeuwenburg.
3
werden grachten gegraven ter verdediging.
Langs het kanaal verrezen poortgebouwen die
de toegang vanaf de weg tot het kasteelterrein
afschermden. Omstreeks 1540 kregen veel van
deze woontorens de status van ridderhofstad.
Als de hoofdbewoner van adel was, verkreeg
hij na 1580 een zetel in de Staten van Utrecht.
Toen de woontorens hun militaire functie
verloren, kregen ze vooral een representatieve
functie. Veel woontorens werden in die tijd
verbouwd tot zomerverblijf. Ze kregen woon-
vleugels en de torens werden aangepast aan
de mode van die tijd. Veel grachten werden
gedempt. Veel kastelen langs de Langbroe-
kerwetering zijn in de 19e eeuw verbouwd en
kregen een neogotisch uiterlijk. Deze bouwstijl
is goed herkenbaar aan de puntboog vensters.
Bij Hindersteyn is dit bijvoorbeeld nog te
zien, maar in de 20e eeuw zijn bij een aantal
andere kastelen de neogotische elementen weer
geheel verwijderd. Sandenburg is nog geheel
ROND 1550STENEN
WOONTOREN
VOOR 13E EEUWEERSTE HOUTEN
WOONTOREN1. Mogelijk hadden ze houten voorgangers, gebouwd op
zandruggen in het land dat verder ontgonnen moest
worden.
2. Veel woontorens werden erkend als ridderhofstad. Ze
hadden meestal een schilddak, een weergang met
kantelen en kleine vensters. Een steile houten brug liep
naar de ingang op de eerste verdieping.
3. Aan veel woontorens werden versterkte huizen vast
gebouwd. De torens kregen grotere vensters en de brug
voerde naar het huis.
4. Veel schilddaken waren vervangen door tentdaken. De
vervallen weergangen werden gesloopt. Poortgebouwen
verrezen aan de wetering.
5. Veel huizen kregen een neogotisch uiterlijk. De ramen in
de woontorens kregen spitsbogen zodat ze een geheel
vormden met de gevel van het huis.
DE WOONTORENS VAN DE LANGBROEKERWETERING
1. 2.
De woontoren van Lunenburg uit de 13e eeuw.
4
in gotische stijl. Maar wel een bijzondere
vorm: de Willem II-gotiek, genoemd naar de
Nederlandse Koning Willem II, een vroege
neo-gotische bouwstijl met de invloed van
Engelse neo-tudorstijl.
Kenmerkend is dat veel kastelen een duiven-
toren op het terrein hebben en veel weilanden
en bossen omvatten. Er zijn nog houtwallen
te vinden en hier en daar worden wilgentenen
gekweekt. Het terrein rondom Hindersteyn,
Weerdesteyn en Leeuwenburg is een stilte-
gebied. Het is een vogelbroedgebied en er is
weinig tot geen verkeer en daarom uitstekend
wandelgebied.
Een van de eerste kastelen die langs de
Langbroekerwetering gebouwd werd, was het
13e-eeuwse Sterkenburg. De kern van Ster-
kenburg is geen woontoren, maar een vesting
in de vorm van een ringburcht. Pas in de 18e
eeuw is buitenplaats Leeuwenburg aangelegd.
Een ander bijzonder huis is Molenstein. Het is
gebouwd als een neogotische kapel, maar het
heeft nooit als zodanig gefungeerd. Het ge-
bouwtje was vooral bedoeld om het landschap
een mooi aanzicht te geven. Tegenwoordig is
het in gebruik als woonhuis.
ROND 1650WOONTOREN MET
VERSTERKT WOONHUIS
ROND 1750KASTEELCOMPLEX
ROND 1850BUITENHUIS
3. 4. 5.
Eendenmanden.
5
RIDDERHOFSTAD STERKENBURGLangbroekerdijk 10
3972 ND Driebergen-Rijsenburg
www.kasteelsterkenburg.nl
Sterkenburg is één van de oudste nog be-
staande kastelen van Utrecht. Het stamt uit
het begin van de 13e eeuw. Mogelijk is ridder
Gijsbrecht van Wulven begonnen met de
bouw van Sterkenburg en heeft zijn zoon Ernst
de bouw voltooid. Het is gebouwd op een
leen van de bisschop van Utrecht als versterkte
ringburcht met een hoge ronde toren. Het
gebouw diende ter verdediging van het gebied.
In tegenstelling tot de meeste kastelen langs
de Langbroekerwetering, is Sterkenburg dus
niet ontstaan uit een oude woontoren, maar
uit een ringburcht. De ronde toren werd in de
14e eeuw verhoogd en er verrees een tweede,
vierkante toren.
De eeuwen die volgden, verwisselde het kasteel
een aantal malen van eigenaar. Omstreeks 1770
liet de familie Van Westrenen het kasteel gro-
tendeels slopen. De toren bleef daarbij gespaard.
Op de funderingen bouwde de Utrechtse
bouwmeester Jan Verkerk een hoofdhuis met
een strakke, rechthoekige façade. Het park werd
in 1830 opnieuw aangelegd in landschapsstijl
door Hendrik van Lunteren (1780-1848). Een
deel van de oude formele aanleg van lanen met
beuken en eiken is daarbij bewaard gebleven.
Rond 1900 werd het grand canal verlengd dat
liep vanaf de neogotische brug bij het voorplein
langs de oranjerie naar de slingersloot.
Het kasteel kreeg zijn huidige uiterlijk in
1848. Dat jaar kocht Cees Kneppelhout het
huis en liet het verbouwen door architect
Nicolaas Kamperdijk (1815-1887). Bijgebou-
wen als het koetshuis, de tuinmanswoning, de
boerderijen en het rechthuis zijn rond die tijd
aangepast of nieuw gebouwd. Kneppelhout ge-
bruikte het huis alleen in de zomer, ‘s winters
woonde hij in Leiden. In 1867 verrees aan de
westzijde van het kasteel, de vierkante toren
waarin een eigentijdse badkamer werd aange-
legd. Vanaf dat moment woonde de familie er
het hele jaar door. Tot in de Tweede Wereld-
oorlog bleef de familie Kneppelhout er wonen.
Na de oorlog werd er een kostschool in Ster-
kenburg gevestigd en vanaf eind jaren ‘70 tot
2004 leefde er een communewoongroep.
DE MOORD OP ANTHONIS VAN AESWIJN
Sinds 1564 kwam het kasteel in handen van de familie
Van Aeswijn. In juni 1647 werd in het bos van Sterken-
burg het onthoofde lichaam van Anthonis van Aeswijn
gevonden. De kasteelheer was enkele maanden
eerder getrouwd met de 24-jarige Margaretha Torck.
Er is nooit een motief, of een moordenaar gevonden,
ondanks de hoge beloning van 3000 gulden die werd
uitgeloofd. Anthonis werd slechts 27 jaar en lag al be-
graven in de familiegrafkelder in de Neerlangbroekse
kerk, toen zijn dochtertje Antonetta werd geboren.
Duiventoren.
6
HEDEN
Sterkenburg is tegenwoordig particulier
bewoond. Om het huis in stand te houden,
is exploitatie noodzakelijk. Er is een bed &
breakfast, mogelijkheid tot vergaderen en
kookworkshops en Kasteel Sterkenburg is tevens
een trouwlocatie. Naast de gebouwen zijn de
moestuinmuren, het park met de monumen-
tale platanen, eiken en moeras-cipressen, de
hoogstamboomgaard, de tuinen en de berceau
gezichtsbepalende elementen van het historische
landgoed. Daaraan grenzend is ook een broek-
bos. In het weiland naast het kasteel staat een
bijzondere duiventoren. Het is een achthoekig
torentje. De vlieggaten hebben de vorm van
schietspleten en geven het bouwsel een weerbaar
karakter. De gemetselde lijst halverwege voor-
komt dat roofdiertjes naar binnen kruipen.
RIDDERHOFSTAD WEERDESTEYNWeerdesteynselaan 1
3947 ND Langbroek
De verdedigbare woontoren van Weerdesteyn
is waarschijnlijk rond 1300 gebouwd door
Philip van Weerdesteyn. Het formaat van de
bakstenen en het metselwerk duiden hierop.
Op de tekening uit 1665 zijn een gekanteel-
de borstwering en een schilddak te zien. Op
de tekening uit 1731 zijn er geen kantelen
meer en is het schilddak vervangen door een
tentdak. Rondom de toren ligt nog steeds de
gracht waarover een steile brug leidde naar de
hoger gelegen toegang. Op een kaart uit 1820
is te zien dat het complex behalve de woon-
toren, ook een poortgebouw, een boerderij en
diverse bijgebouwen omvatte. De voorburcht
werd omringd door een eigen gracht, maar
ook het geheel werd omgracht. Zodoende lie-
pen er drie grachten ter bescherming rondom
de woontoren. In 1538 werd de woontoren
erkend als ridderhofstad.
Rond het jaar 1875 liet de toenmalige eigenaar
C.C.A. baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn
de woontoren restaureren. Hij liet er neogo-
tische vensters en deuren in aanbrengen en er
verrees een uitbouw met kruisgewelven dat
ruimte bood aan twee gastenvertrekken. Bo-
vendien liet hij een kademuur rond het eiland
bouwen en werd er een herinneringsplaquette
aangebracht met de tekst: ‘bâti au 13ème
siècle, ruiné au 16ème siècle, restauré au
19ème par le baron Corneille Charles Auguste
de Wijkerslooth de Weerdesteyn, seigneur de
Schalkwijk cette année 1870.’ De middeleeuwse
Het familiewapen op het poortgebouw.
Anoniem, Weerdesteyn, ca. 1665. Uit: Ridderhofstedeboek.
Louis Philippus Serrurier, Weerdesteyn, 1731.
8
boerderij werd gesloopt en op die plek werd
de tuin aangelegd. Buiten het grachtenstelsel
werd een nieuwe, grotere boerderij opge-
trokken. Weerdesteyn ligt 750 meter van de
Langbroekerwetering op een zandopduiking
tussen de Kromme Rijn en de wetering. Bijna
alle andere kastelen in Langbroek liggen direct
aan de wetering.
HEDEN
Weerdesteyn is nog steeds in bezit van de
familie de Wijkerslooth de Weerdesteyn. In
2006 is het gebouw gerestaureerd en sindsdien
wordt het weer bewoond. Om die reden is
het normaliter niet publiekelijk toegankelijk.
Bijzonder is dat de woontoren nog in de oor-
spronkelijke staat verkeert. In de gevel van het
poortgebouw uit 1642 zijn drie kogels en een
wapensteen aangebracht. Het wapen en het ge-
zicht van de toenmalige bewoner en bouwheer,
Roelof Grauwert, en het jaartal 1642 zijn erop
te onderscheiden.
Weerdesteyn heeft geen aparte duivento-
ren, maar bovenin het poortgebouw was de
duivenslag: een zoldering die ingericht was als
duiventil.
RIDDERHOFSTAD HINDERSTEYNLangbroekerdijk A 119
3947 BG Langbroek
www.hindersteyn.nl
De woontoren van Hindersteyn is omstreeks
1315 gebouwd door Hinder (Hendrik)
van Wulven. De toren is al zeven eeuwen
onveranderd gebleven en vormt nu het oude
hart van de ridderhofstad. De ingang van de
woontoren was hooggelegen in de noordgevel.
Er liep een steile houten brug naar toe. De
toren was slechts twee verdiepingen hoog; met
zijn 13 meter, is hij lager dan de woontorens
in de omgeving. Oorspronkelijk lag er om het
gebouw een gracht, maar die is grotendeels
gedempt.
In 1538 is Hindersteyn als ridderhofstad
erkend. In 1647 zijn er woonvleugels naast en
achter de woontoren gebouwd. Een nieuwe
houten brug over de gracht leidde naar het
woonhuis. Bij die verbouwing zijn ook kruis-
kozijnen en kloostervensters in de woontoren
aangebracht. Op de tekening uit 1665 is de
vervallen staat van de weergang op de toren te
zien. Links op de tekening staat het poortge-
bouw en scharrelt het vee op de voorhof. Op
de tekening uit 1740 is de weergang van de
toren verwijderd en het schilddak van de toren
is vervangen door een tentdak. Verder is te
zien dat de houten brug is vervangen door een
bakstenen boogbrug.
Toen Philip Julius baron van Zuylen van Nije-
velt in 1841 het gebouw kocht, heeft hij het
complex grondig laten verbouwen. De toren
liet hij staan, maar de gracht werd gedempt
en de brug, de voorburcht en het hoofdhuis
werden gesloopt. Hij liet een nieuw woonhuis
en poortgebouw annex koetshuis bouwen
in neogotische stijl. In de trapgevel is aan de
voorzijde van het huis nog het alliantiewa-
pen te zien van Van Zuylen van Nijevelt en
van zijn vrouw Frederike Maria van Bylandt.
Ook de woontoren kreeg toen historiserende
elementen: kantelen en spitsboogvensters in
de stijl van het woonhuis. De tuin rondom het
huis liet hij aanleggen in landschapsstijl.
In de 20e eeuw zijn de woonvleugels verhoogd
en uitgebreid, maar in de jaren tachtig is het
huis gerenoveerd en teruggebracht naar de
staat van 1865.
HEDEN
Tegenwoordig wordt Hindersteyn particu-
lier bewoond. De vernieuwde oranjerie van
Hindersteyn wordt gebruikt voor feestelijke
ontvangsten, huwelijksvoltrekkingen en verga-
deringen. Het terrein rondom de ridderhofstad
is bezienswaardig. Een collectie kuipplanten
staat in de zomer opgesteld in het park. In de Hendrik de Winter, Hindersteyn, 1740.
Anoniem, Hindersteyn, 1665. Uit: Ridderhofstedenboek.
1 0
winter staan ze in de oranjerie. De boomgaard
heeft 24 verschillende soorten appelbomen. In
de kassen groeien druiven en zestien verschil-
lende soorten vijgen. Een van de kassen op het
terrein dateert uit 1845 en is de oudste vrij-
staande ijzeren kas in Nederland. In de nissen
van de slangenmuur heerst een microklimaat
waardoor er fruit kan groeien dat normaal
niet in ons land gedijt: perziken, abrikozen,
nectarines en amandelen. Een loofgang (een
berceau) deelt de moestuin in tweeën: aan de
ene zijde liggen bloemperken en aan de andere
zijde wordt groente, kruiden en zachtfruit
verbouwd. In het kippenhok leeft een toom
uilebaarden: één van de oudste Nederlandse
kippenrassen. In 1995 is een doolhof aange-
legd en ernaast is in het hoge gras een labyrint
gemaaid.
RIDDERHOFSTADSANDENBURGLangbroekerdijk A26
3947 BH Langbroek
In 1792 werd Landgoed Sandenburg gekocht
door Gijsbert Carel Cornelis Jan baron van
Lynden (1767-1850). Met die aankoop mocht
hij zich ‘heer van Sandenburg’ noemen. Zijn
erfgenamen lieten het kasteel verbouwen en
het landgoed werd door aankoop en vererving
steeds groter. De tegenoverliggende Ridder-
hofstad Walenburg werd in 1803 aangekocht
en in 1853 werd het naburige landgoed
Groenesteijn door vererving verkregen. Samuel
Adrianus van Lunteren (1813-1877) was de
architect die het kasteel en de bijgebouwen
hun huidige aanzicht gaf. Hij was de zoon van
Hendrik van Lunteren die de tuin rondom
Sterkenburg opnieuw had aangelegd. Hij
bouwde het witgepleisterde kasteel tussen
1861 en 1864 in de stijl van de Willem
II-gotiek. De voorgevel is niet georiënteerd op
de Langbroekerwetering, maar staat dwars op
het kanaal. De kern van het 650 hectare grote
landgoed wordt gevormd door het kasteel, de
oranjerie en het koetshuis die omgeven zijn
door een vierkante gracht.
Maar de geschiedenis van het kasteel gaat veel
verder terug. De oorsprong is een 13e-eeuwse
woontoren met een hoge houten toegangs-
brug die leidde naar een ingang op de eerste
verdieping. In de loop der eeuwen zijn hier
bijgebouwen aangebouwd. Op de tekening
van De Beyer uit 1744 is de hoge houten brug
vervangen door een bakstenen boogbrug.
Links zien we het hoofdhuis, de woontoren
met woonvleugels voorzien van trapgevels.
Rechts staat het poortgebouw. Op de muur
zijn eendenkooien aangebracht. Eind 18e eeuw
zijn de woonvleugels afgebroken, de vierkante
woontoren is behouden en deels gerestaureerd.
In 1538 is Sandenburg erkend als ridderhofstad.
HEDEN
Tussen 1994 en 2000, zijn alle gebouwen
gerestaureerd. Van de oude tuinschuur is een
woning gemaakt en de voormalige veestal, de
oranjerie en het koetshuis zijn tot kantoor-
ruimte verbouwd. Het hoofdhuis wordt nog
steeds bewoond door de familie Van Lynden
van Sandenburg.
De ridderhofstad Groenesteijn is in 1600
afgebrand. Op die plek werd rond 1750
een landhuis gebouwd. Toen de familie Van
Lynden van Sandenburg het landgoed erfde, is
Jan de Beyer, de Ridder-hofstad Sandenburg, 1744.
1 2
het vervallen landhuis afgebroken en werden
er arbeiderswoningen op die plaats gebouwd.
Alleen het poortgebouw van Groenesteijn uit
1617 staat er nog.
Ridderhofdstad Walenburg vindt u aan de
zuidzijde van de Langbroekerwetering op
nummer A29. De kern van Walenburg wordt
ook gevormd door een woontoren uit vermoe-
delijk 1250. De woontoren kende vergelijkba-
re ontwikkeling als de overige woontorens die
in deze brochure beschreven zijn. In 1965 is
Walenburg ingrijpend gerestaureerd.
1 3
LANGBROEK
N229
N229
Langbroekerdijk
COTHEN
DOORN
A
B
C
D
Wandeling Langbroekerwetering
Een eenvoudige wandelroute (deels over
half-verharde paden) loopt tussen Sterkenburg,
Weerdesteyn, Hindersteyn en Sandenburg.
LANGBROEKERWETERING
Wandeltocht 7,5 km. (1,5 uur.)
GPS-coördinaten
A.Sterkenburg N 52 0.2359, E 5 28.374
B.Weerdesteyn N 52 0.672, E 5 18.012
C.Hindersteyn N 52 0.873, E 5 18.706
D.Sandenburg N 52 0.412, E 5 20.624
Startpunt
Sterkenburg
Langbroekerdijk 10
3972 ND Driebergen
Eindpunt
Sandenburg
Langbroekerdijk A26
3947 BH Langbroek
1 4
Langhuisboerderij uit 1875 bij Weerdesteyn.
HUIS DOORNLangbroekerweg 10
3941 MT Doorn
www.huisdoorn.nl
Openingstijden
Museum Huis Doorn en het paviljoen Eerste Wereldoorlog:
Woensdag t/m vrijdag 13.00 - 17.00 uur
Zaterdag en zondag 12.00 - 17.00 uur
Maar ook als het museum gesloten is, kunt u van alles
ontdekken op het terrein van Huis Doorn.
Huis Doorn is vooral bekend als de voormalige
residentie van de Duitse ex-keizer Wilhelm II.
Maar het huis heeft zijn wortels in de vroege
middeleeuwen. Al in de negende eeuw wordt
er melding gemaakt van een ‘villa Thorhem’.
Deze hof werd bezit van de domproosdij
van Utrecht, en rond 1200 werd het zelfs
eigendom van de domproost zelf. Waar-
schijnlijk is eind 13e eeuw het eerste kasteel
Doorn gebouwd. Dit was in eerste instantie
een rechthoekig ommuurd terrein met torens
op de hoeken. In de loop van de tijd werden
er op de binnenplaats tegen de ringmuur aan
verschillende woonvleugels opgetrokken.
Op 23 november 1635 werd Huis Doorn door
het domkapittel verkocht aan Reynier van
Golsteyn, die heel wat geld in het huis moest
steken om het weer bewoonbaar te maken.
Na verschillende eigenaren werd het huis in
1792 verkocht aan Wendela Eleonora ten
Hove. Zij liet het huis door architect Abraham
van der Hart (1747-1820) verbouwen tot een
neoclassicistisch landhuis met een regelmatige
U-vorm. Het park rondom het huis kreeg een
Engelse landschapsstijl.
In 1919 werd Huis Doorn gekocht door
keizer Wilhelm II die uit Duitsland gevlucht
was. Eerst was hij ruim een jaar met zijn
echtgenote en hofhouding te gast geweest
bij graaf Bentinck op kasteel Amerongen. In
Huis Doorn zou de keizer tot zijn dood blij-
ven wonen. Met zijn vlucht uit Duitsland had
de keizer 54 wagonladingen inboedel meege-
nomen. Hiermee richtte hij Huis Doorn in.
Hij heeft het huis grondig laten renoveren en
deels laten verbouwen. Het park werd aange-
past, de ingang tot het terrein werd verplaatst
De gemetselde duiventoren uit 19e eeuw.
Jan de Beyer, Huis Doorn, 1750.
1 6
naar de Langbroekerweg en daar verrees een
groot poortgebouw. Dit werd ontworpen
door architect H.A. Pothoven (1883-1970)
in de stijl van de Hollandse renaissance. Het
bureau van de hofmaarschalk, de wacht en
vertrekken voor gasten van de keizer werden
erin ondergebracht.
Heden
Na de dood van de keizer, in 1941, werd
Huis Doorn een museum. De inrichting is
afkomstig uit de oude keizerlijke paleizen in
Berlijn en Potsdam. De garage van Wilhelm
II is verbouwd tot tentoonstellingspaviljoen.
Hier wordt de Nederlandse neutraliteit
tijdens de Eerste Wereldoorlog belicht. Het
park rondom het huis is interessant. Wilhelm
werkte veel in het park. Er is een opmerkelij-
ke, ronde bakstenen duiventil op het terrein.
De kromme eikenhouten staanders waarop de
duiventil rust, waren oorspronkelijk baleinen
van een walvis. Het poortgebouw uit 1920-21.
1 7
IJSKELDER VAN HUIS DOORNIJskelderbos, Doorn
Dorpsstraat ongenummerd
(tegenover IJskelderlaan 1)
De ijskelder die bij Huis Doorn hoorde, ligt
aan de rand van het centrum van Doorn in
het IJskelderbos. Dit bos is in de 20e eeuw
afgesplitst van het landgoed van Huis Doorn.
Het is een van de 106 ijskelders die in ons land
bewaard zijn gebleven. De ijskelder is al te
zien op een kaart van het landgoed uit 1792,
en is daarmee een van de oudste ijskelders in
Nederland. De exacte bouwdatum is tot nu
toe niet achterhaald.
De ijskelder was tot in de Eerste Wereldoorlog
in gebruik. De ijsblokken die uit de gracht van
het Huis Doorn gezaagd werden, vervoerde
men naar de ijskelder in het bos. De ijsblok-
ken werden door de vulopening naar binnen
getild. Ze werden afgedekt met zaagsel, om ze
koel te houden. Het hele jaar door en soms
wel twee jaar bleef het ijs goed. In Huis Doorn
zelf was een ijskast: een dubbelwandige houten
keukenkast die een voorloper was van de
moderne koelkast. Tussen de wanden werd ijs
gelegd zodat de inhoud van de kast een tijdje
koel bleef. Het ijs was niet alleen voor eigen
gebruik. Het huis had ook de plicht om gratis
ijs te vertrekken aan zieken in de omgeving.
HEDEN
In 1991 is de ijskelder gerestaureerd. Het voor-
portaal mondt uit in een gang met een lengte
van 7 meter. De gang loopt in een bocht naar
links naar de eigenlijke kelder. De gang en het
voorportaal zijn gewelfd. Het keldergebouw
heeft een koepel met een doorsnede van 3,5
meter. De ijskelder is geschikt gemaakt om in
de winter te fungeren als overwinteringplaats
voor vleermuizen. Tot dusver is er nog geen
gebruik van gemaakt. Het bos en de ijskelder
zijn nu eigendom van de gemeente Utrechtse
Heuvelrug. De Stichting IJskelder Doorn be-
heert het bouwwerk. Een aantal keren per jaar
is de ijskelder open voor bezichtiging.
1 8
De ex-keizer stelde in 1928 zijn rozentuin
open voor publiek. Hij wilde hiermee zijn
dankbaarheid aan het Nederlandse volk tonen.
Het rosarium raakte in verval na de dood van
Wilhelm. In 1967 werd er in het rosarium
een midgetgolfpark geopend en werd ook de
rozentuin in ere hersteld. Wanneer u de tuin
bezoeken wilt, check dan de openingstijden
op www.rosarium.nl.
RONDOM HUIS DOORN
Wandeltocht 1,5 km. (20 minuten.)
GPS-coördinaten
A. Huis Doorn N 52.03140, E 5.33890
B. IJskelder Huis Doorn N 52.03424, E 5.34103
C. Het Rosarium N 52.03341, E 5.33886
IJSKELDER
Toen de toegangspoort van Huis Doorn niet
langer aan de Gezichtslaan lag, is het noordelijke
deel van de tuin beplant met rododendrons en
er kwam een muur. Daarom is het niet langer
mogelijk om door het bos naar Huis Doorn te
lopen. De wandelroute leidt langs de Langbroe-
kerweg en het poortgebouw uit 1920-21.
A
B
C
Startpunt
Huis Doorn
Langbroekerweg 10
3941 MT Doorn
Eindpunt
Rosarium (www.rosarium.nl)
Molenweg 4
3941 PT Doorn
Molenweg
Dorpsstraat
Lang
broe
kerw
eg
DOORN
1 9
DOORNVELD, HYDEPARK EN VON GIMBORN
Het buiten dat er is, het buiten
dat er ooit was en het buiten
dat er nooit kwam
Op de grens van Driebergen-Rijsenburg en
Doorn werd rond 1900 een aantal buitenplaat-
sen gebouwd. Het was destijds een afwisselend
landschap: veel weilanden en bos en daartus-
sen verrezen de buitenplaatsen.
De familie Kneppelhout had in 1848 al Kas-
teel Sterkenburg verworven, maar kocht meer
buitenplaatsen en landgoederen in deze omge-
ving. In 1873 bouwde Kneppelhout Beuken-
rode (destijds Nieuw Sterkenburg genoemd)
en in 1880 kocht de familie het tegenover
liggende huis Doornveld. Hun landgoed liep
tot aan de Arnhemsebovenweg in het noorden.
Het naburig landgoed was Hydepark dat vanaf
eind 19e eeuw in handen was van de puissant
rijke familie Van Loon. Hun huis was groots
en modern, maar is in de Tweede Wereldoor-
log geheel verloren gegaan. Op hun terrein
liet het echtpaar Van Loon voor hun oudste
zoon Louis, buitenplaats La Forêt bouwen. De
grond van de Van Loons liep door tot waar nu
de A12 is: het gebied benoorden de Arnhem-
sebovenweg, (nu recreatiepark Het Grote Bos)
behoorde ook daartoe. De erfscheiding tussen
de grond van de familie Kneppelhout en Van
Loon liep ongeveer langs de Broekweg.
Al wandelend door deze gebieden waant u zich
in vroeger tijden en kunt u door uw wimpers
misschien de jonge kinderen Van Loon op een
van de rechte paden een wedstrijdje doen wie
het hardst kon paardrijden…
Achter huis Doornveld, kocht Max von Gim-
born een groot stuk land om zijn bijzondere
bomenverzameling aan te leggen en op een
later tijdstip een buitenhuis te bouwen. Door
de crisisjaren hebben zijn plannen nooit geheel
doorgang gevonden: de tuin en het bomen-
park werden aangelegd, maar het huis werd
nooit gebouwd.
Een kaart van Hydepark uit 1910. De tuinaanleg is goed te zien.
Doornveld voorzijde, 1996.2 0
BUITENPLAATS DOORNVELDDriebergsestraatweg 27
3941 ZS Doorn
Het eclectische buitenhuis Doornveld is
gebouwd door Henricus Ravesteijn en Gerrit
Meerdink in 1861. Ravesteijn was met zijn
broer eigenaar van de Utrechtse pannen- en
tegelbakkerij Westraven. Meerdink was
aannemer in Zeist en heeft waarschijnlijk
het ontwerp van het huis gemaakt. Het huis
heette aanvankelijk ‘Rustwijk’. De dochter van
Ravesteijn en haar echtgenoot de predikant
Jochem Westrik gingen er later wonen en
noemden het huis ‘Doornveld’. Na het overlij-
den van dominee Westrik in 1880 verkocht de
weduwe het huis aan de familie Kneppelhout
die ook kasteel Sterkenburg in bezit had. C.J.
Kneppelhout woonde tot 1886 op Doorn-
veld en daarna op het tegenover liggende
Nieuw Sterkenburg (tegenwoordig Beuken-
rode geheten). Vanaf 1910 was Doornveld
de woning van burgemeester Alphert baron
Schimmelpenninck van der Oye. Daarna werd
Doornveld een zomerwoning en pension.
Jonkheer Egbert Lintelo de Geer (de bouw-
heer van Kerckebosch in Zeist), huurde het
pand aanvankelijk en in 1924 kocht hij het.
Tussen 1917 en 1932 is een gastenboek van
het pension bijgehouden dat nu in bezit is van
zijn kleinzoon: theaterman jonkheer Ursul de
Geer. In het begin van de jaren ’30 verhuis-
de het pension naar Zeist. Vervolgens werd
Doornveld weer een burgemeesterswoning:
J.H.E. baron van Nagell woonde er. In 1969
werd Doornveld verkocht aan een Stichting
voor ouderen met een handicap. Sindsdien is
Doornveld geen woonhuis meer. Vanaf 1988 is
het in gebruik als kantoor.
Doornveld omstreeks 1950.
Doornveld achterzijde, 2017.
HYDEPARKDriebergsestraatweg 32-52
3941 ZX Doorn
De Amsterdamse bankier jonkheer Hendrik
Maurits Jacob van Loon (1831-1901) kocht
in 1885 een eenvoudig buitenverblijf op de
Utrechtse Heuvelrug en het bijbehorende
gebied van 140 hectare: Heidepark genaamd.
De vorige eigenaren hadden het gebied al
ontgonnen en er lag nu behalve heide, ook
bos- en akkerland. Van Loon liet het huis dat
nog maar 20 jaar eerder gebouwd was, slopen
en bouwde er een voor die tijd zeer luxueus
en groot buitenverblijf. De vrouw des huizes,
Louise van Loon-Borski, hield erg van Enge-
land en veranderde de naam van het landgoed
in Hydepark. Het huis was in neorenaissances-
tijl gebouwd en van alle moderne gemakken
voorzien: elektrische verlichting, telefoon,
warm water en een moderne bad- en keuke-
ninrichting. Er was een ‘biljartkamer in Moor-
se stijl, een laatgotische jachtkamer, een Louis
XVI bibliotheek en ontvangstsalons in Louis
XV-stijl’ aldus de architect Jean Nicolas Landré
(1842-1910). Hij ontwierp niet alleen het
hoofdhuis van 40 bij 20 meter, maar ook alle
bijgebouwen op het terrein. Hier hoorde ook
een eigen watertoren bij waarop de geel-zwarte
familievlag werd gehesen wanneer de familie
aanwezig was op het huis. Rondom het huis
werd door Hendrik Copijn (1842-1923) een
tuin in late landschapsstijl aangelegd. Nieuw
voor die tijd was dat er volwassen bomen met
wortel en al aangeplant werden. Ze werden
met paard en wagen naar Hydepark gebracht.
In het park werd verder een hertenkamp
aangelegd, een waterval en een vijver. Om de
overplaats aan de andere zijde van de Oude
Arnhemsebovenweg te bereiken, werden een
brug en een tunnel gebouwd. De brug was ge-
maakt van imitatie boomstammen en de tun-
nel had de vorm van een grot. De resten van
deze grottunnel zijn nog aanwezig, de brug is
afgebroken toen de Oude Arnhemsebovenweg
verlegd en verbreed werd. De crisisjaren ’30
gingen niet onopgemerkt voorbij aan de fami-
Voormalige portierswoning.
De Zwitserse brug.
2 2
lie Van Loon. Het huis bleef wel in de familie,
maar de stallen werden verkocht en het terrein
werd in 1931 opengesteld voor publiek. Een
toegangskaartje kon men bij de tuinbaas ko-
pen voor 25 cent. In de oorlog heeft Hydepark
zwaar te lijden gehad. Duitse soldaten namen
het hoofdhuis in als hoofdkwartier. Tegen het
einde van de oorlog, tijdens een feest van de
bezetter, ontplofte de munitie die in de kelder
van Hydepark opgeslagen lag. Snel daarna is
het statige Hydepark gesloopt. Sinds 1951
is het landgoed in bezit van de Nederlandse
Hervormde Kerk (later PKN) die er onlangs
zorghotel en conferentiecentrum Nieuw Hyde-
park opende.
HEDEN
De belangrijkste bezienswaardigheid is de
oranjerie met de bijbehorende stijltuin. Het is
een eclectisch gebouw van Udelfanger zand-
steen. Ook de parkaanleg en verschillende bij-
gebouwen op het terrein zijn bezienswaardig.
Langs de Driebergsestraatweg staan twee
portierswoningen: een (nr. 34), gebouwd in
chaletstijl met vakwerk en speklagen en ajour
werk onder het dak. Een tweede portierswo-
ning (nr. 52) is gebouwd in Franse renaissan-
cestijl met natuurstenen omlijstingen van de
vensters.
De oranjerie van Hydepark.
Hydepark 1905.
2 3
RONDWANDELING DOORNVELD
Fiets- of wandeltocht 4 km.
Start- en eindpunt
Huis Doornveld
Driebergsestraatweg 27
3941 ZS Doorn
1 Start bij Doornveld. Steek weg over. Ga
links. Eerste rechts: Beukenrodelaan.
2 Volg Beukenrodelaan 600 meter.
3 Ga na de bijgebouwen aan uw linker-
hand, links het bospad op.
4 Volg het pad (wordt een fi etspad).
Loop tot Broekweg. Steek over.
5 Ga door ijzeren hek terrein van
Bartiméus op.
6 Bij zessprong rechtdoor.
Houd het weiland aan de linkerhand.
7 Volg pad tot voorbij de ingang van de
Historische Moestuin
(tevens theeschenkerij).
8 Voorbij heuvel steek Forêtweg over:
woongebied van Bartiméus.
9 Volg het voet-/fi etspad:
de Achterhoeklaan.
10 Na laatste huis, wandelpad links
(tegelpad wordt asfalt).
11 Volg pad tot ijzeren hek.
Ga door de poort: Nieuw Hydepark.
12 Na hek direct links. Bij kruising ziet u
links een houten huis, hier gaat u rechts.
13 Aan het eind van het pad, gaat u links
geasfalteerde weg op.
14 Vóór de parkeerplaatsen rechts.
15 Aan het eind van de grindweg
het slingerpad in.
16 Hier ziet u de oranjerie van Hydepark en
er tegenover een berceau.
17 Langs de de vijver naar de oranjerie.
Verlaat de tuin links van de oranjerie.
18 Als u de ijskelder wilt bekijken,
loop om de heuvel aan de linkerkant.
19 Volg de weg tussen de heuvel en de
oranjerie.
20 Bij de T-splitsing naar rechts.
Volg 300 meter tot de hoofdingang.
21 Ga linksaf de Driebergsestraatweg op.
U passeert de vijver waarachter het huis
Hydepark lag en de twee portierswoningen
(pag. 22 en 25). Na 1 kilometer bent u terug
bij Doornveld. (eventueel combineert u deze
rondwandeling met een bezoek aan het Von
Gimborn Arboretum)
GPS coördinaten
A. Huis Doornveld: N 52 2.253, E 5 18.846
B. Historische Moestuin N 52 2.708, E 5 18.876
C. Oranjerie Hydepark N 52 2.82, E 5 18.25
2 4
Driebergsestraatweg
Forêtweg
BOSWIJK
BARTIMÉUS
A
B
C
21
11
8
3
2 5
VON GIMBORN ARBORETUMVelperengh 13
3941 BZ Doorn
www.gimbornarboretum.nl
Toegang
Dagelijks geopend, ook op zon- en feestdagen
april t/m oktober 9:00-19:00 uur
november t/m maart 10:00 – 16:00 uur
Volwassenen 6 euro p.p.
Kinderen t/m 12 jaar gratis
Max von Gimborn (1872-1964) was een
fabrikant van penneninkt. Hij was afkom-
stig uit Emmerich. In 1907 richtte hij een
inktfabriek op in Zevenaar waar hij ook zijn
eerste bomentuin aanlegde. Deze naaldbo-
mentuin bestaat nog steeds onder de naam
‘Gimbornhof ’. Von Gimborn was een groot
liefhebber van coniferen en rododendrons.
Maar deze bomen en struiken gedijen beter op
zandgrond. Daarom kocht hij in 1924 op de
Heuvelrug 47 hectare grond en verhuisde zijn
jonge bomenverzameling naar Doorn.
Aanvankelijk was het plan om ook op het
terrein te gaan wonen. Maar door de crisis-
jaren moest hij zijn fabriek verkopen en is
ook de villa nooit gebouwd. Op het terrein
verzamelde hij verschillende soorten bomen:
een arboretum. Helaas werd ook dit plan
minder groots uitgevoerd dan aanvankelijk
de bedoeling was. De tuinarchitect Gerard
Bleeker (1852-1956), legde het park aan op
21 (dat is gelijk aan ongeveer 30 voetbalvel-
den) van de 47 hectare. Het park was deels
in Engelse landschapsstijl maar er kwam ook
een formele heidetuin. De overige 24 hectare
verkocht Von Gimborn aan lokale boeren.
Het Von Gimborn Arboretum kwam na de
dood van Max in handen van de Universiteit
Utrecht en werd gebruikt voor onderwijs-
en onderzoeksdoeleinden. Tegenwoordig is
het arboretum in bezit van de stichting Von
Gimborn Arboretum. Inmiddels heeft het
arboretum wereldfaam met meer dan 5.000
verschillende soorten bomen en struiken. De
collectie omvat vooral veel esdoorns, conife-
ren en rododendrons die uitbundig bloeien
van eind april tot begin juli. Verder zijn er
bijzonder spectaculaire hemlocksparren en
mammoetbomen (ook wel: reuzensequoia)
van 35 meter hoog.
Entree Von Gimborn Arboretum, 2017.
2 6
TUSSEN MAARN EN MAARSBERGENIn de middeleeuwen was dit gebied eigendom van de Norbertijner Ab-
dij van Berne. Er lag een kloosterboerderij op de plek waar nu Kasteel
Maarsbergen staat. De streek lag op de rand van de droge zandgrond
van de Utrechtse Heuvelrug en de drassige grond van de Gelderse Vallei.
MAARSBERGENMaarnsegrindweg 30
3953 LW Maarsbergen
www.landgoedmaarsbergen.nl
Na de vrede van Münster in 1648 werd het land-
goed door de Staten van Holland in beslag geno-
men. In 1656 kocht de Amsterdamse koopman
Samuel de Marez (1632-1691) het landgoed
met daarop het voormalige proosdijhuis. De
Marez liet er een kasteel bouwen en de verlande
gracht werd uitgediept. De Marez en zijn vrouw
Margaretha Trip (dochter van de burgemeester
van Amsterdam) woonden alleen in de zomer
op Kasteel Maarsbergen wanneer het in de stad
Norbertijner monniken en enkele pachtboeren
ontgonnen de gronden. De mest voor hun land-
bouwgrond kwam van de runderen en schapen
die ze hielden. De mest werd gemengd met
heideplaggen en gemaaide heiplanten. Met de
komst van kunstmest rond 1900 was er niet zo
veel heidegrond meer nodig. Veel van de heide-
grond werd toen beplant met bomen: eiken en
grove dennen. De bosbouw was ook een bron
van inkomsten, niet alleen voor brand- en tim-
merhout. Op de lager gelegen vochtige grond
werden vooral eiken geplant. Het schors van
de eikenboom werd gebruikt om er leer mee te
looien. Het gebied langs de Maarnse Grindweg,
was droger. Hier plantte men grote hoeveelhe-
den grove dennen die ook op stuifzand groeien.
Het hout van grove dennen wordt ‘grenenhout’
genoemd. Dit hout werd gebruikt om stutpalen
te maken voor de gangen van de mijnen.
Grenenhout was daar uitermate geschikt voor
omdat het veel draagkracht heeft en als de druk
teveel wordt, kraakt het hout voordat het breekt.
Het geluid van krakend grenenhout was dus
voor de mijnwerkers een waarschuwing om
tijdig een veilig heenkomen te zoeken voordat
een gang instortte.
te warm en te vies was. In de winter was het
kasteel te koud en dan vertrok de familie weer
naar Amsterdam. De familie De Marez hield
het kasteel in bezit tot 1764. Op de tekening
die Pronk maakte in 1731, is een dubbele
brug te zien. De bovenste brug leidde naar de
bel-etage en was voor de familie en gasten. De
onderste brug leidde naar de dienstvertrekken
in het souterrain en werd gebruikt door perso-
neel en leveranciers.
Jan Andries Dubois (1777-1848) kocht
Maarsbergen in 1804. Hij liet de dubbele brug
slopen en een bakstenen boogbrug aanleggen.
Ook de twee oorspronkelijke hoektorens wer-
den gesloopt. Ze waren kleiner dan de huidige
en stamden nog uit de 15e en 16e eeuw. Het
huis kreeg een neogotisch uiterlijk: de kruisven-
sters werden vervangen door spitsboogvensters,
de voorgevel werd wit gepleisterd en voorzien
van kantelen. Boven de entree kwam een
Vlaamse trapgevel en daarin werd een ornament
aangebracht met een mascaron en een leeuw.
Hij liet ook het park en de bossen rondom het
kasteel in landschapsstijl aanleggen.
In 1882 verkocht de dochter van Dubois het
kasteel aan jonkheer Karel Anthonie Godin de
Beaufort (1850-1921) een politicus die later
nog minister van Financiën werd. Zijn zoon
liet in 1930 door architect Chris van Liempd
(1881-1962) het kasteel restaureren. De mees-
te neogotische elementen werden verwijderd
en de hoektorens herbouwd. Wat nog herin-
nert aan deze neogotische verbouwing zijn de
spitsboogfries, de kantelen langs de voorgevel
en spitsboogtracering in de vensters.
Heden
Het landgoed Maarsbergen is 410 hectare
groot. De bossen beslaan daarvan 320 hectare
en er is 80 hectare weidegrond. De bossen wor-
den tot de oudste van de Utrechtse Heuvelrug
gerekend. Op het kasteelterrein bevinden zich
diverse bijgebouwen: het koetshuis, de oranje-
rie, kassen, een duiventoren en dienstwoningen.
De huidige eigenares van Kasteel Maarsbergen
en de omliggende landerijen is nog steeds een
telg van de familie Godin de Beaufort. Maarsbergen in 1905, zonder de hoektorens, met bepleisterde gevels.
Cornelis Pronk, Maarsbergen, 1731.
LEGENDE
De Folcoldusheuvel op het terrein is genoemd naar
ridder Fulco. Hij speelt de hoofdrol in een legende over
de stichting van de abdij. Op een dag reed ridder Fulco
in volle wapenrusting te paard langs de Maas. Hij was
op de vlucht voor een vijand. Ten einde raad stortte
hij zich in de rivier en probeerde naar de overzijde te
zwemmen. In doodsangst bad hij tot God. Hij beloofde
dat als hij dit hachelijke avontuur zou overleven, hij al
zijn bezittingen zou geven aan de Kerk. Ridder Fulco
overleefde het avontuur en hield zich aan zijn belofte.
Hij stichtte de norbertijner abdij van Berne.
2 8
HUIS TE MAARNAmersfoortseweg 2A
3951 LB Maarn
Tussen 1906 en 1907 kocht het echtpaar Blij-
denstein-van Heek een heidevlakte bij Maarn.
Ze lieten er een park aanleggen in de nieuw-ar-
chitectonische stijl. Ontwerper was tuinarchi-
tect Pieter Wattez (1871-1953) die vooral in
Twente veel tuinen en parken had aangelegd.
Willem Blijdenstein en Lida van Heek waren
telgen uit Twentse textielfamilies. Maar
Blijdenstein zelf werd bankier in Londen. Het
landgoed heette in de beginjaren ‘Hampstead
Heath’ naar het Londense park.
Centraal in het geometrische ontwerp lag een
kunstmatige heuvel waarop de familie een een-
voudig theehuis liet bouwen, ‘De Verrassing’
genaamd. Er werd een druppelvormig grasveld
aangelegd met vier zichtlijnen omzoomd door
bomenstroken. Verder werden de heidevelden
beplant met bossen. Huis te Maarn is een van
de laatste grootschalige buitenplaatsen die voor
de Tweede Wereldoorlog aangelegd werden.
Nog steeds omvat het landgoed 180 hectare
bos, 9 hectare heide en 6 hectare parkweide.
In 1915 werd gestart met de bouw van het
landhuis dat er nu nog staat. Het theehuis werd
verplaatst naar de tennisbaan in het park en staat
daar nog steeds. Architect Jan Stuyt (1868-1934)
ontwierp het landhuis. Nadat een aantal schetsen
werd afgekeurd, koos het echtpaar voor een
palladiaans ontwerp: een navolging van de villa’s
van Andrea Palladio (1508-1580). Het landhuis
heeft witgepleisterde muren en een halfronde
porticus met vier kolossale ionische zuilen aan de
achterzijde: een bouwstijl die ook aansluit bij de
koloniale huizen in Amerika.
Oorspronkelijk had het huis een overstekende
dakrand en een balustrade. Die bleek te zwaar en
veroorzaakte scheuren in de muren. Stuyt ont-
wierp ook de bijgebouwen: de chauffeurswoning,
een garage en paardenstal. In 1920 werd er een
oranjerie aan toegevoegd. Het huis werd aanvan-
kelijk gebruikt als zomerhuis, maar vanaf 1923
werd het permanent bewoond door de familie.
Heden
Na 1940 heeft het huis verschillende functies
gehad: een kindertehuis, rusthuis en hotel.
Sinds 1997 is het huis geschikt gemaakt voor
dubbele bewoning. Kleinkinderen van het
echtpaar Blijdenstein-van Heek wonen er
momenteel. Het gebied is grotendeels openge-
steld voor wandelaars, maar het terrein direct
rondom het huis is privé.
Startpunt
Op de Maarnsegrindweg
tegenover het huis met
nummer 41, begint een op-
rijlaan naar Huis te Maarn.
GPS-coördinaten
Huis te Maarn N 52 02.939, E 5 21.777
Kasteel Maarsbergen N 52 02.735, E 5 24.085
VAN HUIS TE MAARN NAAR KASTEEL MAARSBERGEN
Wandeltocht 4 km. (50 minuten.)
1 Loop de oprijlaan van Huis te Maarn op.
Bij de vork links.
2 Loop langs het veld met de Libanese
ceders voor het landhuis.
Daarna: ga links langs de slagboom.
3 Bij de T-splitsing rechts en eerste links:
dit is een kaarsrecht zandpad.
4 Na 900 meter een heuveltje op, rechts
staat een bankje. Direct daarna:
ga het pad links in.
5 Aan het eind, op de T-splitsing rechts.
6 Bij de slagboom links de verharde weg op.
7 Als de weg een bocht naar links maakt,
gaat u rechts langs een slagboom.
U passeert een bord ‘Landgoed
Maarsbergen’.
8 Aan het eind links en na 10 meter weer
rechts en vervolg uw richting.
9 Bij een terrein met omgezaagde beuken,
gaat u linksaf.
10 Volg aan uw linkerhand een rij
jonge sparren; u passeert rechts een
hoge jachthut.
11 Bij de beuken op de splitsing gaat u
rechts.
12 Loop tot aan de slagboom, ga daar links
de verharde weg op: de Wijkerweg.
13 Ga rechtsaf de Maarnsegrindweg op en
volg die tot aan Kasteel Maarsbergen.
Deze route (A) gaat door het bos. Honden aan de lijn. Niet geschikt voor rolstoelen en kinderwagens.
Eindpunt
Kasteel Maarsbergen
Maarnse Grindweg 51
3953 LS Maarsbergen
3 0
3
5 3B
Maarnsegrindweg
nr41
nr36
Startpunt
Maarnse Grindweg 36
3953 LW Maarsbergen
VAN KASTEEL MAARSBERGEN NAAR HUIS TE MAARN
Wandel- of fi etsroute 2,7 km.
1 Volg in westelijke richting de Maarnse
Grindweg.
2 Loop langs de 17e-eeuwse
hallenhuisboerderij de Cruijvoort
(de luiken zijn geschilderd in de kleuren
van Kasteel Maarsbergen - zie pag. 15).
3 Loop niet de Sandenburgerlaan in, maar
volg de Maarnse Grindweg in de bocht
naar rechts.
4 Volg de Maarnse Grindweg tot de oprij-
laan van Huis te Maarn, ter hoogte van:
Maarnse Grindweg 41
3951 LJ Maarn
5 Ga deze oprijlaan in tot aan het
particulier terrein van Huis te Maarn.
Deze route (B) is ook geschikt voor rolstoelen en kinderwagens.
GPS-coördinaten
Kasteel Maarsbergen N 52 02.735, E 5 24.085
Huis te Maarn N 52 02.939, E 5 21.777
A
B
MAARSBERGEN
Eindpunt
Huis te Maarn
Amersfoortseweg 2A
3951 LB Maarn
3 1
De NKS organiseert jaarlijks op tweede pinksterdag de Dag van het Kasteel.
Meer dan honderd kastelen, buitenplaatsen en landgoederen openen op die dag de poorten voor het publiek. Veel locaties
zijn op overige dagen niet voor bezoekers toegankelijk. De Dag van het Kasteel is een uitgelezen kans om de vele kastelen en
buitenplaatsen die Nederland rijk is en de bijzondere verhalen van dit erfgoed te ontdekken.
Bekijk alle deelnemers en hun programma op www.dagvanhetkasteel.nl
Volg ons op FACEBOOK @DagvhKasteel, en TWITTER #DvhK
Deze brochure is samengesteld door de Nederlandse
Kastelenstichting (NKS), Kenniscentrum voor Kasteel en
Buitenplaats. Al meer dan 70 jaar produceert, verzamelt en
analyseert de NKS kennis over kastelen, buitenplaatsen en
hun historische omgeving in verleden, heden en toekomst.
We presenteren dit op een zo divers mogelijke manier
voor een zo breed mogelijk publiek in samenwerking met
erfgoedpartners. We doen dat omdat we er van overtuigd
zijn dat deze kennis het leven verrijkt, de beleving van
dit erfgoed verdiept en het maatschappelijk draagvlak
daarvoor versterkt. Dit erfgoed is het waard behouden te
blijven! Help ons bij ons werk door donateur te worden.
Kijk op onze website voor alle mogelijkheden en voordelen.
www.kastelen.nl
NEDERLANDSE KASTELENSTICHTING (NKS), KENNISCENTRUM VOOR KASTEEL EN BUITENPLAATS
Nederlandse Kastelenstichting (NKS), Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats
Bezoekadres: Karel de Grotestraat 30, 3962 CL Wijk bij Duurstede
Postadres: Postbus 123, 3960 BC Wijk bij Duurstede
T: 0343 578995 | [email protected] | www.kastelen.nl | Bank: NL24ABNA0470 7592 67
Twitter: @NKS_Kennis | Facebook: @nkskasteelenbuitenplaats
Deze brochure is tot stand gekomen in het kader van Dag van het Kasteel 2017 met steun van:
Tekst: Judith Kuipéri.