File-1326895515
description
Transcript of File-1326895515
Collectie Gallery of Poems, 2010
Jos Arts
Vlisco
4
Of ze nu arm zijn of rijk, mensen hebben altijd de behoefte
om te communiceren. Naguib Swiris
Veel mensen denken dat Afrikan en een eenvoudige smaak
hebben en zich tevreden stellen met allerlei artikelen
van mindere kwaliteit, spullen uit de opruiming,
primitieve ontwerpen en felle kl euren, artikelen waar
de meer modebewuste landen hu n neus voor ophalen.
Dat is absoluut niet het geval. Ray Butler
Een eigen wax hollandais is de dr oom van iedere vrouw. Ken Bugul
Of ze nu arm zijn of rijk, mensen hebben altijd de behoefte
om te communiceren. Naguib Swiris
Veel mensen denken dat Afrikan en een eenvoudige smaak
hebben en zich tevreden stellen met allerlei artikelen
van mindere kwaliteit, spullen uit de opruiming,
primitieve ontwerpen en felle kl euren, artikelen waar
de meer modebewuste landen hu n neus voor ophalen.
Dat is absoluut niet het geval. Ray Butler
Een eigen wax hollandais is de dr oom van iedere vrouw. Ken Bugul
61 Collectie Dazzling Graphics, 2011
2 Si tu sors, je sors, Noud Jeurgens, 1978
Voorwoord
Aan het einde van de negentiende eeuw zet de Nederlandse stoffen-
fabrikant Vlisco voor het eerst zijn industrieel geproduceerde batik-
stoffen af op de Afrikaanse markt. In 1960 is de levering gestegen tot
34 miljoen yards véritable wax hollandais. In West- en Centraal-Afrika
is het merk Vlisco – de naam wordt altijd zorgvuldig in de zelfkant
geweven – dan uitgegroeid tot het toppunt van luxe. Bij belangrijke
gelegenheden en ceremonies kleedt men zich bij voorkeur in wax
hollandais. Vandaag de dag is Vlisco een belangrijk mode-icoon voor
Afrika. Wax hollandais wordt door de Afrikanen beschouwd als hun
eigen cultuurgoed. Hoe kon een in Helmond ontworpen stof, gepro-
duceerd met een techniek die oorspronkelijk uit Indonesië afkomstig
is, uitgroeien tot een symbool van Afrikaanse identiteit? Dit boek
gaat in detail in op die vraag.
Typerend voor de Afrikaanse cultuur is dat men gewend is alles te re-
cyclen en te adapteren naar de eigen smaak. Tweedehandskleding en
afgedankte blikjes, zo weten we, worden vaak op innovatieve manier
hergebruikt. De toepassing van wax hollandais zou, aldus Jos Arts, op
een vergelijkbare wijze moeten worden beschouwd als een culturele
improvisatie, waarin kleding nieuwe waarden en betekenis krijgt die
zijn toegesneden op de eigen situatie.
De basis van Vlisco’s succes ligt voor een belangrijk deel in het
feit dat men een halffabrikaat ontwikkelde. De stof wordt welis-
waar in Helmond ontworpen en geproduceerd, maar het dessin
krijgt pas in Afrika betekenis in dialoog met marktvrouwen en
handelaars.
10Vervolgens transformeren de draagsters (al of niet in overleg met
kleermakers) de stoffen tot een kledingstuk, waarbij het dessin
leidend is voor het uiteindelijke silhouet. Dat gaat zo al bijna een
eeuw vrijwel onveranderd.
Sinds enkele jaren probeert Vlisco ook in te spelen op een nieuwe ge-
neratie Afrikaanse vrouwen, die modern en werelds in het leven staan,
maar toch bij bepaalde gelegenheden hun Afrikaanse identiteit willen
tonen. Voor hen ontwikkelt Vlisco modestoffen die elk seizoen wisse-
len en laat het bedrijf in flagship stores zien welke modellen met die
stoffen kunnen worden gemaakt. Vlisco Fashion Academies leiden
kleermakers op om die outfits te kunnen maken. Hiermee slaat Vlisco
een fascinerende nieuwe richting in, waarvan de impact de komende
jaren zichtbaar zal worden.
In 2009 ontwierpen derdejaars studenten van de modeafdeling van
ArtEZ hogeschool voor de kunsten een hele modecollectie op basis
van stoffen van Vlisco. Ook de modeontwerpers Junya Watanabe en
Bernhard Willhelm gebruikten recent de opvallende en herkenbare
Dutch wax-dessins in hun collectie. In de wereld van de kunst kreeg
Vlisco naam door Yinka Shonibare, die de waxstoffen nadrukkelijk ge-
bruikt in zijn installaties, waarin hij de koloniale geschiedenis van het
Westen aan de kaak stelt. Het gevolg is dat Vlisco het afgelopen de-
cennium ook in de westerse wereld steeds bekender en populairder
is geworden. Ook in het hedendaagse modeonderzoek is Vlisco – de
literatuurlijst achter in dit boekje getuigt hiervan – een begrip gewor-
den. Het fenomeen wax hollandais valt namelijk niet zomaar onder te
brengen in de klassieke begrippen van kolonialistische overheersing
en de dominantie van de westerse mode. Uit het verhaal van Vlisco
komt juist een uniek samenspel van culturen naar voren, dat onze
visie op wat een ‘nationale’ identiteit en mode- en kleedgedrag
inhouden, ingrijpend wijzigt.
Vlisco is deel 7 van een reeks waarin Nederlandse modeontwerpers
en bedrijven centraal staan die belangrijk zijn geweest in de ont-
wikkeling van de Nederlandse en internationale mode. Met deze
reeks probeert ArtEZ modelectoraat de Nederlandse mode- en
designgeschiedenis in kaart te brengen. Aan deze tekst zijn uitge-
breid archiefonderzoek en interviews met betrokkenen en ontwer-
pers voorafgegaan. In de reeks verschenen eerder monografieën
over Alexander van Slobbe, Oilily, Fong-Leng, Jan Jansen, Spijkers
en Spijkers en Marlies Dekkers. De reeks verschijnt in samenwer-
king met ArtEZ Press.
drs. José Teunissen
Lector Modevormgeving ArtEZ
Visiting Professor at the University of the Arts, Londen
3 ABC – Alphabet ABC, Haarlemsche Katoenmaatschappij, 1920
Een Afrikaanse legende in zwaar weer
Paniek in Helmond
Het begon met een verontrustend telefoontje. Daarna kwam
er nog een. Toen weer een. En daarna nog meer. En al die
telefoontjes hadden dezelfde strekking. Normaal gesproken
is de periode november-december in Benin het hoogseizoen
voor de verkoop van kleding en kledingstoffen. De feestdagen
staan voor de deur en dus wil iedereen in het nieuw, en er
moeten cadeaus worden gekocht.
En wat is er dan mooier dan een véritable wax hollandais,
een wax dus van de Nederlandse producent Vlisco? De wax
hollandais, schrijft de Senegalese Ken Bugul in de Franse
krant Libération, is een teken en een symbool van mode,1
van elegantie. Een vrouwengarderobe is volgens haar niet
compleet zonder enkele kledingstukken gemaakt van wax
hollandais, en die wax hollandais staat dan ook vaak centraal
1 Ken Bugul verbindt hier de begrippen ‘mode’ en ‘Afrika’ probleemloos met elkaar. Dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Sandra Niessen (2003) wijst erop dat mode door sociologen, antropologen, kunsthistorici en cultuurwetenschappers nog steeds vrij algemeen wordt beschouwd als een specifiek westers fenomeen, dat in contrast staat met de niet-westerse kledingsystemen. Mode zou dan staan voor voortdurende en snelle verandering, voor vooruitgang. De niet-westerse kledingsystemen worden beschouwd als onveranderlijk, traditioneel en statisch. Jennifer Craik verwoordt het als volgt: ‘De term ‘‘mode’’ wordt zelden gebruikt met betrekking tot niet-westerse culturen. Deze begrippen worden zelfs gedefinieerd als tegengesteld aan elkaar: westerse kleding is mode omdat ze regelmatig verandert, aards en oppervlakkig is, en een uitdrukking van individuele identiteit; niet-westerse kleding is klederdracht omdat het onveranderlijk is, diepere betekenissen in zich bergt en een uitdrukking is van de identiteit en het deel zijn van een groep.’ (Geciteerd in: Rovine 2004, p. 191) Niessen pleit voor een herziening van de defi-nitie van mode, een waarin ook niet-westerse kledingsystemen een plaats vinden,
14in de gesprekken van veel vrouwen in West- en Centraal-
Afrika, onder wie – ze geeft het onmiddellijk toe – zijzelf
(Bugul 2010). Tom Mbakwe durft zelfs te stellen dat de wax
hollandais voor veel Afrikaanse vrouwen net zo belangrijk
is als de Bijbel voor christenen (Mbakwe 2002), terwijl Anne
Grosfilley de wax ziet als een luxeproduct met eenzelfde
status als een Frans parfum (Grosfilley 2004, p. 32). Een Con-
golese man die wil trouwen, moet cadeaus meebrengen
voor de familie van zijn bruid, bij voorkeur een paar waxen.
Als dat geen waxen van Vlisco zijn, of preciezer nog: geen
Superwax, wordt hij niet serieus genomen.2
Maar in die decembermaand van 2004 lijkt de wax hollandais
op de markten van Cotonou en Porto-Novo in Benin ineens
heel wat minder populair. Dat is althans de strekking van
de meeste telefoontjes die binnenkomen bij Eric Loko,
country manager van Vlisco in Benin, waar een groot
deel van de Vlisco-stoffen Afrika binnenkomt om van
daaruit verder te worden gedistribueerd. De groothandel,
de tussenhandel, de verkoopsters op de markt, stylistes,
een opvatting die steeds breder lijkt te worden gedeeld. Zo komt bijvoorbeeld Karen Tranberg Hansen (2004, p. 370) tot de conclusie dat mode niet langer het exclusieve domein van het Westen is, en ook in het themanummer African Fashion / African Style van het tijdschrift Fashion Theory wil men aantonen dat mode niet alleen endemisch is in de westerse wereld (Rovine 2009, p. 137). Zie verder onder andere Eicher en Sumberg (1995), Brand en Teunissen (2006) en Gott en Loughran (2010).
2 Interview met Odia Kabakele, Kinshasa, 16 maart 2011. Het belang dat in Afrika aan stoffen en kleding wordt gehecht, heeft te maken met het feit dat vóór de introductie van muntgeld stoffen als betaalmiddel werden gebruikt. In veel streken zijn dure stoffen vanouds een teken van rijkdom, status en prestige en zijn het bezitten en het dragen van goede stoffen bij uitstek vrouwelijke manieren om bezit uit te drukken (Perani en Wolf 1999, p. 34; Rabine 2002, p. 30; Gott 2010, p. 19).
4 Snailskin – Peau de léopards – Nkoi Nkoi, Haarlemsche Katoenmaatschappij, 1922
5 Big Step – Staircase – L’Escalier – Owu atwere (Death’s ladder which everyone will climb – Ghana), Haarlemsche Katoenmaatschappij, 1927