Embedded value€¦ · Web viewIn het verslag van de Raad van Bestuur is een paragraaf gewijd aan...

89
Embedded value Onderzoek naar de opname van embedded value in de jaarrekening van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen. Bachelorscriptie Accounting

Transcript of Embedded value€¦ · Web viewIn het verslag van de Raad van Bestuur is een paragraaf gewijd aan...

Embedded value

Onderzoek naar de opname van embedded value in de jaarrekening van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen.

Bachelorscriptie AccountingNaam: Suzanne Jaspers

Studentnummer: 328571Scriptiebegeleider: C. van der Spek RA

Datum: 08/07/2013

InhoudsopgaveINLEIDING......................................................................................................................................................... 3

HOOFDSTUK 1: PROBLEEMSTELLING......................................................................................................5Onderzoeksvraag en deelvragen............................................................................................................................. 5Relevantie.......................................................................................................................................................................... 6Verantwoording.............................................................................................................................................................. 6Plan van aanpak............................................................................................................................................................. 7

HOOFDSTUK 2: GEBRUIKERS...................................................................................................................... 9Algemeen........................................................................................................................................................................... 9Verzekeringsmaatschappijen................................................................................................................................... 9

HOOFDSTUK 3: EMBEDDED VALUE........................................................................................................11Definitie........................................................................................................................................................................... 12Embedded value reporting...................................................................................................................................... 15

HOOFDSTUK 4: RAPPORTAGE EN BEREKENINGSMETHODE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN.........................................................................................................20

Achmea............................................................................................................................................................................ 20Delta Lloyd Group........................................................................................................................................................ 23ING..................................................................................................................................................................................... 26Aegon................................................................................................................................................................................ 27Allianz............................................................................................................................................................................... 28AXA..................................................................................................................................................................................... 31Prudential....................................................................................................................................................................... 35

HOOFDSTUK 5: VERGELIJKING................................................................................................................ 36Vergelijkbaarheid........................................................................................................................................................ 36Transparantie............................................................................................................................................................... 37

HOOFDSTUK 6: REGELGEVING................................................................................................................. 41Balans............................................................................................................................................................................... 41Winst- en verliesrekening........................................................................................................................................ 42IFRS 4................................................................................................................................................................................ 43

ADVIES............................................................................................................................................................. 48

CONCLUSIE...................................................................................................................................................... 50

LITERATUURLIJST....................................................................................................................................... 51

BIJLAGE 1........................................................................................................................................................ 53

BIJLAGE 2........................................................................................................................................................ 55

2

Inleiding

Deze bachelor scriptie gaat over de embedded value van een verzekeringsmaatschappij en zal

kijken naar de toegevoegde waarde van de embedded value wanneer deze wordt opgenomen

in de jaarrekening. De embedded value van een verzekeringsmaatschappij geeft de waarde

van de onderneming aan en wordt gebruikt bij pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. Bij het berekenen van deze waarde wordt uitgegaan van

de toekomstige kasstromen van de verzekeringsportefeuille op basis van bestaande contracten

en klanten. De embedded value van een onderneming is bijzonder relevant voor de

aandeelhouder, rating agencies en bij overnames en fusies. Op dit moment is het in de

regelgeving niet vereist of gebruikelijk de embedded value op te nemen in de jaarrekening. Ik

wil gaan onderzoeken of het toegevoegde waarde heeft deze informatie wel op te nemen, en

hoe dit het beste zou kunnen gebeuren.

In het eerste hoofdstuk zal de onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat worden

behandeld. Vervolgens zal er in gegaan worden op de bijbehorende deelvragen, deze

deelvragen zullen het beantwoorden van de onderzoeksvraag vergemakkelijken. Het eerste

hoofdstuk bevat naast de onderzoeksvraag en de deelvragen ook de relevantie van het

onderwerp, een verantwoording en het plan van aanpak voor het schrijven van de scriptie. De

scriptie richt zich op de embedded value van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen.

Voordat er in wordt gegaan op het begrip embedded value komt in hoofdstuk 2 de definitie

van een gebruiker aan bod. Er wordt omschreven welke gebruikers de jaarrekening van een

pensioen- en levensverzekeringsmaatschappij heeft en waarvoor zij de jaarrekening

gebruiken. In hoofdstuk 3 zal het begrip embedded value uitgebreid worden uitgelegd.

Allereerst worden de verzekeringsmaatschappijen gedefinieerd, vervolgens de embedded

value en het belang ervan en als laatste komt embedded value reporting aan bod. In hoofdstuk

4 zal het werkelijke onderzoek plaatsvinden. De rapportage- en berekeningsmethoden van de

embedded value zullen worden onderzocht voor zes verzekeringsmaatschappijen, drie uit

Nederland, twee uit Europa en één uit de Verenigde Staten. Bij elke verzekeringsmaatschappij

zal uitgebreid worden ingegaan op de manier waarop er wordt omgegaan met de embedded

value in de externe verslaggeving. Hoofdstuk 5 zal ingaan op de vraag in hoeverre de

embedded value van de verschillende onderzochte levensverzekeringsmaatschappijen

onderling te vergelijken is. Allereerst zullen de begrippen vergelijkbaarheid en transparantie

worden uitgelegd. Daarna zullen de gegevens uit hoofdstuk 4 worden getoetst op

3

vergelijkbaarheid. Er wordt gekeken of de embedded value informatie die openbaar wordt

gemaakt onderling vergelijkbaar is.

Het laatste hoofdstuk van deze scriptie betreft de externe verslaggevingsregels voor

verzekeringsmaatschappijen. De regels voor de balans en voor de winst- en verliesrekening

komen aan de orde, maar ook IFRS 4 ‘Insurance Contracts’ wordt besproken. Als laatste

zullen er mogelijkheden voor opname van de embedded value in de jaarrekening worden

beschreven.

Na het inhoudelijke gedeelte van de scriptie zal er een kort advies worden gegeven aan de

hand van de bevindingen. De scriptie wordt afgesloten met een conclusie, waarin de

onderzoeksvraag wordt beantwoord.

4

Hoofdstuk 1: Probleemstelling

Dit hoofdstuk dient als een introductie op de scriptie, met daarin relevante informatie die

voorafgaande aan het lezen van belang is. Allereerst wordt er aangegeven welke

onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen er in deze scriptie beantwoord zullen worden.

Vervolgens komen de relevantie en de verantwoording van het onderwerp aan bod. Hierin

wordt besproken waarom het onderwerp relevant is en wordt de manier van onderzoek

verantwoord. Als laatste zal het plan van aanpak uiteengezet worden, die gevolgd wordt bij

het schrijven van deze scriptie.

Onderzoeksvraag en deelvragen

De onderzoeksvraag is zo opgesteld dat het kort en bondig het doel van het onderzoek

weergeeft. De deelvragen zijn op een dergelijke manier geformuleerd zodat de

onderzoeksvraag juist en uitgebreid kan worden beantwoord. De onderzoeksvraag en

deelvragen luiden als volgt:

Welke toegevoegde waarde voor de gebruiker van de jaarrekening heeft het opnemen van de

embedded value in de jaarrekening van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen?

Wie zijn de gebruikers van de jaarrekening van verzekeringsmaatschappijen?

Wat is embedded value?

Hoe wordt embedded value gerapporteerd door grote verzekeringsmaatschappijen in

binnen- en buitenland?

In hoeverre is de door de verzekeringsmaatschappijen berekende embedded value

vergelijkbaar?

Hoe past het opnemen van embedded value in de jaarrekening binnen de huidige

regelgeving?

De indeling van de scriptie houdt de volgorde van de deelvragen aan en elk hoofdstuk zal in

het teken staan van de beantwoording van een deelvraag. De scriptie wordt afgesloten met een

advies en een conclusie. Het advies bevat een aanbeveling die wordt gevormd aan de hand

van de onderzoeksresultaten en de conclusie geeft een antwoord op de onderzoeksvraag.

5

Relevantie

De embedded value is de huidige en toekomstige waarde van een pensioen- of

levensverzekeringsmaatschappij op basis van bestaande klanten en contracten. In tijden van

crisis of een krimpende economie, maar ook in economische gunstige tijden, is het erg

belangrijk om de waarde van ondernemingen vast te kunnen stellen. Vooral in een markt waar

tegenwoordig veel gebeurt en verandert, zoals de markt van pensioen- en

levensverzekeringen, is het vaststellen van de waarde van de onderneming van belang. Er zijn

drie zaken die het belang van de embedded value doen toenemen, namelijk:

1. Door een afname in het vertrouwen van consumenten dalen verkopen en dus de omzet

van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen.

2. De bevolking wordt de laatste jaren steeds ouder. De zogenaamde sterfte

inschattingen, waar oorspronkelijk vanuit was gegaan, moeten voortdurend worden aangepast.

3. Er komt steeds meer concurrentie van banken voor de pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. Banken bieden de consument naast leningen of

geldrekeningen ook spaarverzekeringen voor de oude dag aan (banksparen). Deze

concurrentie zorgt ervoor dat het aandeel in de markt voor pensioen- en levensverzekeringen

krimpt.

De probleemstelling die ik heb geformuleerd valt binnen de vraagstukken van externe

verslaggeving. Het gaat om de vraag of relevante informatie over een verzekeraar zou moeten

worden opgenomen in de jaarrekening. Het onderwerp heeft betrekking op de verslaggeving

en de jaarrekening van een specifiek soort ondernemingen, namelijk pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. De sectie Accounting, Auditing & Control houdt zich

onder andere bezig met externe verslaggeving en binnen dit onderwerp wordt onderzoek

gedaan naar de verschillende regelgevingsstandaarden. Een vraagstuk omtrent de opname van

de embedded value in de jaarrekening van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen

past naar mijn inzien daarom goed binnen het vakgebied van de sectie.

Verantwoording

Om een juist en uitgebreid antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvraag is

onderzoek nodig en voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag zal ik vooral gebruik

maken van literatuuronderzoek. Op basis van relevante literatuur en jaarrekeningen van

enkele grote pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen zullen de deelvragen

beantwoord worden en door de beantwoording van de deelvragen kan uiteindelijk een

6

antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. Door de jaarrekeningen van pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen in het binnen- en buitenland door te nemen wordt het

onderzoek toegespitst op de praktijk en daarom tastbaarder.

Op dit moment is er nog geen uniforme regelgeving omtrent de opname van de embedded

value in de jaarrekening van een pensioen- en levensverzekeringsmaatschappij en in deze

scriptie wordt onderzocht of een uniforme standaard een verbetering van de externe

verslaggeving zal zijn. Er zijn verschillende onderzoeken naar de embedded value geweest,

maar weinig die ingaan op de opname van de embedded value in de jaarrekening. Door het

onderzoek te specificeren op Nederlandse pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen en

deze te vergelijken met grote verzekeraars uit de VS en Europa wordt er een deel van de

markt bekeken die nog niet vaak belicht is. De reden voor een vergelijking met buitenlandse

verzekeraars is om het onderzoeksgebied uit te breiden.

Een scriptie schrijven over een origineel en specifiek onderwerp, zoals de embedded value, is

waardevol en voegt hopelijk waarde toe aan al eerder gedane onderzoeken.

Plan van aanpak

Voorafgaande aan het schrijven van de scriptie is het van belang goed voor ogen te hebben

wat er moet gebeuren en hoe dit het beste kan worden aangepakt. Dit plan van aanpak geeft

dan aan op welke manier de scriptie tot stand zal komen.

Allereerst zullen er relevante artikelen worden gezocht. Relevante artikelen met betrekking tot

het onderwerp van deze scriptie moeten bijvoorbeeld gaan over de embedded value, het

rapporteren van de embedded value en regelgeving voor de jaarrekening van pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. Het proces zal starten met het zoeken van artikelen, echter

betekent dit niet dat er tijdens het schrijven geen relevante artikelen meer bij kunnen komen.

Naast het zoeken van relevante artikelen zullen ook de jaarrekeningen en embedded value

rapportages van de te onderzoeken verzekeringsmaatschappijen worden verzameld.

Na het zoeken van artikelen volgt het eerste inhoudelijke hoofdstuk, het hoofdstuk over

embedded value. Dit hoofdstuk zal voornamelijk worden geschreven aan de hand van

literatuur. Door eerst de theorie uit te werken wordt het begrip omlijnd en ontstaat er een

goede basis kennis. Wanneer de theorie en het begrip embedded value zijn uitgelegd zal het

werkelijke onderzoek naar de embedded value rapportage van ondernemingen beginnen. De

feiten omtrent embedded value in de jaarrekening van de zeven pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen worden uitgezocht en uitgewerkt om vervolgens een

7

vergelijking te kunnen maken tussen de verschillende verzekeringsmaatschappijen. Deze

vergelijking zal gedaan worden aan de hand van een aantal criteria en heeft onder andere

betrekking op de manier van rapporteren, de aannames en de gebruikte methodologie en zal

uiteindelijk leiden tot een oordeel over de onderlinge vergelijkbaarheid.

Wanneer het inhoudelijke gedeelte van de scriptie is afgerond zal er een advies worden

uitgebracht. Dit advies zal worden geformuleerd aan de hand van de bevindingen uit de

hoofdstukken. De scriptie zal eindigen met een conclusie, waarin de onderzoekvraag wordt

beantwoord.

8

Hoofdstuk 2: GebruikersDe jaarrekening wordt opgesteld door een onderneming voor het verschaffen van informatie

aan derden. De jaarrekening wordt ook wel externe verslaggeving genoemd, omdat het

informatie over het bedrijf prijsgeeft aan externe partijen. Er zijn bepaalde groepen

geïnteresseerd in de jaarrekening van een onderneming. Zij kunnen niet worden gezien als één

groep, omdat deze groepen eigen belangen en eigen doelen hebben. In dit hoofdstuk zal het

begrip gebruikers aan bod komen. Gebruikers in het algemeen worden gedefinieerd evenals

de gebruikers van de jaarrekening van een pensioen- en levensverzekeringsmaatschappij, die

geïnteresseerd zijn in embedded value informatie.

Algemeen

Het conceptual framework for financial reporting, opgesteld door de IASB in 2010, stelt dat

potentiële investeerders, geldschieters en andere crediteuren worden gezien als de primaire

gebruikers van de jaarrekening. Andere partijen, zoals aandeelhouders, werknemers,

leveranciers of klanten kunnen ook informatie uit de jaarrekening halen, maar dit zijn niet de

partijen waarvoor de jaarrekening in eerste instantie wordt opgesteld. De IASB heeft om

verschillende redenen potentiële investeerders, geldschieters en overige crediteuren gekozen

als de primaire groep gebruikers. Deze redenen sommen zij op in het conceptual framework

for financial reporting (2010) en luiden als volgt:

- Betreffende gebruikers hebben de meeste behoefte aan de informatie uit de financiële

rapporten en zijn vaak niet in staat deze informatie direct te verkrijgen van de

onderneming.

- De verantwoordelijkheid van de IASB focust zich op de behoeften van de

participanten in de kapitaalmarkt.

- De informatie die voldoet aan de wensen en behoeften van een primaire groep is vaak

gelijk aan de behoefte van aandeelhouders en andere geïnteresseerden.

Verzekeringsmaatschappijen

De investeerders en de aandeelhouders zijn de gebruikers die in deze scriptie vaak worden

benoemd als gebruiker. Daarnaast zijn de klanten van een verzekeringsmaatschappij ook

belangrijke gebruikers, vooral wanneer het financieel minder gaat met de onderneming.

9

Investeerders

Huidige en potentiële investeerders zijn een belangrijke groep gebruikers van de jaarrekening.

Zij steken geld in een onderneming, of zijn van plan dit te doen. Om een zo goed mogelijke

investeringsbeslissing te nemen is de jaarrekening van groot belang. De investeerder is

namelijk vooral geïnteresseerd in het rendement van de investering en in de terugbetaling

ervan. De informatie die inzicht geeft in deze zaken staat vermeld in de jaarrekening. Hierin

staat beschreven hoe het in financieel opzicht met een onderneming gaat en welke risico’s er

op dit moment van belang zijn. Investeerders die investeren in een verzekeringsmaatschappij

letten vooral op de winsten die de onderneming in het verleden heeft gemaakt en verwachte

toekomstige winsten. De risico’s en de verzekeringsportefeuille spelen hierbij een grote rol.

Aandeelhouders

De aandeelhouders bezitten aandelen van de onderneming en dit betekent dat ze allemaal een

klein beetje eigenaar zijn van het bedrijf. De winst die hen toebehoort wordt uitgekeerd in de

vorm van dividend, dit kan in de vorm van cash of stock. De interesse in de jaarrekening komt

veel overeen met die van een investeerder, omdat ze beide belang hebben bij de

winstgevendheid van een onderneming. De aandeelhouders zijn zeer geïnteresseerd in de

winstgevendheid. Hoe meer winst de onderneming maakt, hoe meer zij terugzien in de vorm

van dividend en hoe hoger de aandeelhouderswaarde van de verzekeringsmaatschappij zal

zijn. Voor aandeelhouders is dan ook het financiële gedeelte van de jaarrekening erg

belangrijk en vaak zijn zij ook geïnteresseerd in strategie en duurzaamheid.

Klanten

De klanten zijn in het geval van een verzekeringsmaatschappij de polishouders, de

verzekerden. Zij zijn vaak meer geïnteresseerd in de jaarrekening dan bij een ander soort

onderneming. De klant betaalt premie aan de verzekeringsmaatschappij om daar in de

toekomst, conform de voorwaarden, een uitkering voor terug te krijgen. Voor de klant is de

jaarrekening dan ook de manier om na te gaan of het financieel gezien nog wel goed gaat met

de verzekeringsmaatschappij en of de toekomstige uitkering veilig gesteld is. De interesse van

de klant intensiveert ten tijden van financiële crisis of wanneer een bepaalde

verzekeringsmaatschappij veel in het nieuws is.

Volgens het conceptual framework zijn de potentiële investeerders, geldschieters en overige

crediteuren de primaire groep gebruikers. In deze scriptie wordt onder de gebruikers van de

jaarrekening vooral gedoeld op de investeerders, de aandeelhouders en de klanten.

10

Hoofdstuk 3: Embedded value

De waarde van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen kan worden uitgedrukt door

middel van de embedded value, dit geeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen

weer op basis van de huidige verzekeringsportefeuille. De verzekeringsportefeuille is de

belangrijkste inkomstenbron van een verzekeraar en met behulp van de embedded value kan

inzicht worden gegeven in de inkomsten die de verzekeraar in de toekomst zal genereren. Om

een duidelijk beeld te scheppen van de embedded value van dergelijke

verzekeringsmaatschappijen zal eerst worden uitgelegd wat pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen precies zijn. De meeste verzekeringsmaatschappijen

bieden zowel levensverzekeringen als pensioenverzekeringen aan, zo ook de

verzekeringsmaatschappijen uit dit onderzoek. Vervolgens zal de definitie van de embedded

value worden uitgelegd, de methode die gebruikt wordt om de embedded value te berekenen

en het belang van de embedded value. Als laatste onderdeel van dit hoofdstuk komt embedded

value reporting aan bod. Er wordt uitgelegd wat er precies wordt verstaan onder embedded

value reporting, wat het belang voor de gebruikers van de jaarrekening is en welke nadelen er

eventueel aan zijn verbonden.

Levensverzekeringsmaatschappijen

Een verzekeringsmaatschappij die levensverzekeringen verstrekt aan derden wordt gezien als

een levensverzekeringsmaatschappij. Een levensverzekering wordt in de volksmond ook wel

een overlijdensrisicoverzekering genoemd en houdt in dat de verzekerde tegen betaling van

een bepaalde premie bij overlijden een uitkering voor bijvoorbeeld zijn of haar gezin garant

stelt. Er zijn echter meerdere vormen van een levensverzekering, het kan ook een verzekering

zijn waarbij de verzekerde een uitkering van een bepaald bedrag wenst wanneer de verzekerde

over een bepaald aantal jaren nog in leven is. Dit kan worden omvat in een lijfrente, maar er

zijn meerdere mogelijkheden. De premie wordt door de verzekeringsmaatschappij belegd, om

in de toekomst de uitkering te kunnen betalen. De hoogte van de premie wordt vastgesteld

door middel van tabellen die de overlevingskans berekenen. In het geval van een

overlijdensrisicoverzekering is het voor de verzekeringsmaatschappij gunstig als de

verzekerde lang in leven blijft. Ze kunnen dan langer rendement ontvangen over de premie

voordat er moet worden uitgekeerd. In het geval van een lijfrente is het gunstig voor de

verzekeraar wanneer de verzekerde overlijdt voor de aanvang van de uitkeringen, dan hoeft er

namelijk niet uitgekeerd te worden.

11

Pensioenverzekeringsmaatschappijen

Een pensioenverzekeraar is een verzekeringsmaatschappij die pensioenen uitkeert aan mensen

die daarvoor een verzekering hebben afgesloten en dus premie hebben betaald. De ontvangen

premies worden net zoals bij levensverzekeringen belegd. Hierdoor is de verzekeraar in de

toekomst in staat het pensioen uit te keren. Bijna elke werkende Nederlander heeft een

pensioenverzekering, dit is aanvullend pensioen naast de AOW-uitkering. Deze verzekering

loopt via de werkgever en de te betalen premie wordt dan ook verrekend met het loon. Dit

betekent dat hoe langer de arbeidsperiode is, hoe meer pensioen de werknemer opbouwt.

Naast de pensioenverzekering via de werkgever is het voor een particulier ook mogelijk een

pensioenverzekering af te sluiten, dit is vaak een levensverzekering.

Definitie

Doordat de werkelijke winstbijdrage van een portfolio levensverzekeringen enkel kan worden

gemeten wanneer de laatste premiebetaling is geweest wordt er sinds 20 jaar door pensioen-

en levensverzekeringsmaatschappijen gebruik gemaakt van de embedded value.

Vanaf de jaren ’80 meten en rapporteren pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen

vrijwillig de waarde van lopende verzekeringscontracten om zo een beter beeld te krijgen van

de netto opbrengstwaarde van een contract en het ‘werkelijke’ vermogen van de verzekeraar.

De embedded value van een verzekeringsmaatschappij wordt gebruikt als instrument voor het

op een verantwoorde wijze nemen van economische beslissingen omtrent de ‘werkelijke’

waarde van een dergelijke onderneming en wordt, door het Actuarieel genootschap, als volgt

gedefinieerd:

“De contante waarde van de toekomstige vrije kasstromen, welke verwacht worden voort te

vloeien uit de bestaande verzekeringsportefeuille, en de met die aanwezige

verzekeringsportefeuille èn de met het aanwezige eigen vermogen verband houdende

beleggingsportefeuille, waarbij wordt uitgegaan van een going-concern.”

Dit houdt in dat de embedded value de indirecte opbrengstwaarde van de bestaande

verzekeringsportefeuille en van de bestaande beleggingsportefeuille is. De premies die

worden ontvangen van de verzekerden worden belegd en om die reden staan de

verzekeringsportefeuille en de beleggingsportefeuille met elkaar in verband. Bij de bepaling

van de embedded value gaat het om de bepaling en de waardering van de toekomstige vrije

12

kasstromen, zoals deze voortkomen uit de bestaande verzekerings- en beleggingsportefeuille.

Om zicht te krijgen op die kasstromen, moet allereerst in kaart worden gebracht waar de

bestaande verzekerings- en beleggingsportefeuille uit bestaat (Actuarieel Genootschap, 1995).

Bij het vaststellen van de embedded value moet er ook gekeken worden naar de waarde van

nieuwe contracten (value new business), naast het bepalen van toekomstige vrije kasstromen

uit de bestaande verzekerings- en beleggingsportefeuille (ook wel value in-force business

genoemd). Over deze contracten is nog niet of nauwelijks premie ontvangen, maar zal in de

toekomst ook gaan leiden tot resultaat.

Bij het vaststellen van de embedded value wordt er dus gekeken naar de waarde van de

verzekeringscontracten die zijn afgesloten en welke kasstromen deze verzekeringscontracten

in de toekomst zullen genereren. Deze toekomstige kasstromen zijn onder andere afkomstig

uit beleggingen en om die reden wordt er bij de vaststelling van de embedded value ook

rekening gehouden met de beleggingsportefeuille.

Gebruik maken van de indirecte opbrengstwaarde (of de economische waarde), zoals bij de

embedded value wordt gedaan, is een belangrijke manier voor het aflezen van de performance

van een verzekeringsmaatschappij en voor het beoordelen van financiële beslissingen. Onder

de indirecte opbrengstwaarde van een onderneming wordt immers de waarde van de

toekomstige (positieve of negatieve) vrije kasstromen verstaan. Deze vrije kasstromen vormen

de middelen die in de toekomst kunnen uitstromen naar de eigenaren van de onderneming,

dan wel de middelen die moeten instromen in de onderneming teneinde het bedrijfsproces te

kunnen voortzetten (Actuarieel Genootschap, 1995).

Embedded value-methode

De embedded value-methode is de manier waarop de embedded value van een

verzekeringsmaatschappij wordt vastgesteld. De kracht van deze methode is dat de

verzekeringsmaatschappij wordt gedwongen na te denken over de financiële ontwikkelingen

waarmee ze in de toekomst te maken krijgen. De embedded value-methode heeft veel overlap

met de contante waarde-methode, echter is de embedded value-methode speciaal toegespitst

op (levens)verzekeringsmaatschappijen. De embedded value-methode is echter niet uniform,

verschillende verzekeringsmaatschappijen kunnen de methode op verschillende manieren, met

verschillende cijfers, toepassen.

De bedoelde specifieke gerichtheid van de embedded value-methode op pensioen- en

levensverzekeringmaatschappijen heeft met name betrekking op de wijze waarop de relevante

kasstromen worden bepaald. De contante waarde methode berekent de indirecte

13

opbrengstwaarde van een onderneming als zijnde de waarde zoals die voortvloeit uit het

contant maken van de toekomstige netto-opbrengsten, die worden gegenereerd door de

aanwezige activa en passiva. De embedded value-methode werkt niet met kasstromen in

algemene zin, maar met per saldo uitkeerbare of vrije kasstromen, omdat de waardering

uiteindelijk niet vanuit het perspectief van de onderneming, maar vanuit het perspectief van

de aandeelhouder dient te geschieden. Kasstromen die niet leiden tot een mutatie in de vrije

middelen (het "vrije kapitaal"), maar tot een mutatie in de gebonden middelen (het

"dekkingskapitaal"), zijn per saldo niet van belang voor zolang zij niet alsnog leiden tot een

mutatie in de vrije middelen. De reden hiervoor is dat deze kasstromen geen vrije kasstromen

zijn en dus niet behoren tot de indirecte opbrengstwaarde. In het proces van in- en uitstroom

van vrije middelen van een levensverzekeraar is de interactie tussen het dekkingskapitaal en

het vrije kapitaal erg belangrijk (Actuarieel Genootschap, 1995).

Het dekkingskapitaal kan worden gedefinieerd als het kapitaal dat de verzekeraar moet

aanhouden om aan zijn verplichtingen en solvabiliteitseisen te kunnen voldoen. Dit kapitaal is

vaak een fonds met verschillende beleggingen en de verplichtingen hebben vooral betrekking

op uitkeringen aan verzekerden. Het dekkingskapitaal behoudt de vereiste grootte door

premieontvangsten en beleggingsopbrengsten.

Het vrije kapitaal is het geheel van middelen dat niet tot het dekkingskapitaal behoort en

waarover de verzekeraar dus vrij kan beschikken. Vrij kapitaal wordt veelal aangehouden als

extra buffer boven het dekkingskapitaal om daaruit toekomstige kastekorten voor het op peil

houden van het dekkingskapitaal te kunnen financieren. Toekomstige kastekorten kunnen

worden veroorzaakt door een onverwacht sterke groei van de bedrijfsactiviteiten of door een

koersval inzake de beleggingen (Actuarieel Genootschap, 1995). Vaak stelt de

verzekeringsmaatschappij intern een maximum aan die extra buffer en al het kapitaal

daarbovenop zal vrijvallen als bijvoorbeeld dividend voor de aandeelhouders.

Belang

De embedded value geeft een realistischer beeld van de waarde van een

verzekeringsmaatschappij dan het boekhoudkundig resultaat en is daarom van groot belang

voor aandeelhouders, investeerders, verzekerden en bij eventuele fusies of overnames. De

boekhoudkundige regels voor verzekeringscontracten staan verder van de economische

werkelijkheid af dan voor bijvoorbeeld bancaire producten. Vanwege de lange looptijd komen

de baten en lasten van levensverzekeringen niet in hetzelfde jaar tot stand en worden dus niet

tegelijkertijd beoordeeld. Het boekhoudkundige resultaat is dus geen goede afspiegeling van

14

de performance, omdat het enkel rekening houdt met het gerealiseerde resultaat. Het mag

echter waarschijnlijk worden geacht dat bestaande verzekeringscontracten ook winst zullen

opleveren in de toekomst en enkel de weergave van het boekhoudkundig resultaat zal

bijvoorbeeld in een jaar met minder gerealiseerde winsten leiden tot een onderwaardering van

de onderneming. Dat is ook de reden geweest voor het ontwikkelen van de embedded value-

methode in de (levens)verzekeringsbranche die een eerste stap was in de richting van

marktwaarde (Doff, 2005).

De embedded value van een pensioen- en levensverzekeringsmaatschappij is ook van groot

belang voor de onderlinge vergelijking van dergelijke verzekeringsmaatschappijen. Op basis

van de boekhoudkundige winst kan men niet veel zeggen over de prestatie van een

verzekeringsmaatschappij ten opzichte van een andere verzekeringsmaatschappij, maar door

middel van de embedded value wordt er rekening gehouden met de toekomstige winsten uit

verzekeringscontracten en is het mogelijk onderling te vergelijken. In de komende

hoofdstukken zal duidelijk worden hoe verzekeringsmaatschappijen hun embedded value

berekenen en openbaar maken en of dit vergelijking door de gebruiker mogelijk maakt.

Embedded value reporting

Embedded value reporting houdt in dat een pensioen- of levensverzekeringsmaatschappij de

embedded value van de onderneming rapporteert en openbaar maakt. Embedded value

informatie wordt gepubliceerd sinds het midden van de jaren ’80, echter was het openbaar

maken van methodologie en aannames over het algemeen nog zeer beperkt. Tien jaar later

werd er meer embedded value informatie openbaar gemaakt dan eerder.

Verzekeringsmaatschappijen gaven commentaar over bedrijfskosten en behaalde winsten,

maar ook spraken ze gedetailleerder over belangrijke aannames en methodologie. De behoefte

naar consistentie in de gebruikte methodologie en aannames groeit sinds

(levens)verzekeringsmaatschappijen steeds vaker embedded value rapporten toevoegen aan de

aanvullende informatie. Deze embedded value rapporten zijn bekeken door een

onafhankelijke accountant die geen controle uitvoert, maar enkel een beoordeling geeft over

de gebruikte methodologie en aannames. In sommige gevallen is dit dezelfde accountant als

die de jaarrekening controleert. Het komt ook voor dat deze beoordeling gedaan wordt door

een andere accountant, maar meestal zijn het wel accountants van hetzelfde kantoor. De

behoefte aan consistentie leidde tot verschillende richtlijnen zoals de ABI (2001), richtlijnen

voor embedded value reporting opgesteld door de Association of British Insurers in 2001, en

15

de ‘European Embedded Value principles’. ABI (2001) vereist openbaar maken van de

methodologie en aannames bij het rapporteren van de embedded value, tezamen met de

gevoeligheid van de resultaten wanneer de belangrijkste aannames veranderen. De gevonden

resultaten moeten ook worden gepresenteerd aan de hand van een standaard format. De

‘European Embedded Value Principles (EEV Principles)’ bevatten verschillende richtlijnen,

maar EEV Principle 12 is de grootste en meest gedetailleerde op het gebied van de embedded

value. Deze richtlijn stelt dat de embedded value resultaten bekend gemaakt moeten worden

op geconsolideerd groepsniveau. Verder stelt de richtlijn ook eisen aan de inhoud van de

informatie, deze moet namelijk de volgende zaken bevatten; aannames, methodologie,

veranderingsanalyse, verhouding tussen vrije middelen en GAAP vermogen, gevoeligheden,

segmentale informatie en verklaringen van de directie en beoordelaars. Met gevoeligheden

wordt aangegeven in hoeverre de informatie verandert bij een verandering van aannames of

veronderstellingen en segmentale informatie geeft aan hoe verschillende segmenten

(bijvoorbeeld regio’s) bijdragen aan embedded value van de verzekeringsmaatschappij. De

EEV Principles moedigen de ondernemingen sterk aan embedded value informatie te

openbaren (O’Keeffe et al., 2005).

De EEV Principles geven een goede richtlijn voor (levens)verzekeringsmaatschappijen bij het

rapporteren van de embedded value. Echter is de ontwikkeling van richtlijnen omtrent

embedded value doorgegaan en zijn er verbeterde, marktconsistente richtlijnen ontstaan. Deze

richtlijnen worden ook wel de ‘Market Consistent Embedded Value (MCEV) Principles’

genoemd. Binnen deze richtlijnen worden activa en passiva gewaardeerd tegen marktprijzen.

Dit betekent dat elke kasstroom wordt gewaardeerd tegen de disconteringsvoet die ook geld

op de kapitaalmarkt voor dergelijke kasstromen. De waarde van de activa is dus gelijk aan de

marktwaarde van dergelijke activa. De voornaamste reden waarom veel

(levens)verzekeringsmaatschappijen zijn overgegaan op de MCEV Principles is doordat de

EEV Principles geen rekening houdt met verlengde verzekeringscontracten. De verlenging

van verzekeringscontracten zal leiden tot toekomstige kasstromen en de embedded value zal

hoger uitvallen wanneer de verlengingen ook worden meegenomen in de berekening.

De (levens)verzekeringsmaatschappijen zijn dus wel gebonden aan richtlijnen en moeten om

die reden dezelfde dingen vrijgeven. De verzekeraars zijn echter vrij in de keuze van

methodologie, aannames en dergelijke van de bekendmaking en hebben ook keuze vrijheid in

de manier waarop de informatie wordt vrijgegeven. Dit kan gebeuren in de jaarrekening of in

een afzonderlijk embedded value report.

16

Om embedded value reporting verder te ontwikkelen is het van belang dat er een universeel

geaccepteerde methodologie komt. Zolang er geen methodologie is die alle landen en alle

(levens) verzekeringsmaatschappijen gebruiken is het onmogelijk om de procedure omtrent

openbaarmaking van de embedded value informatie te standaardiseren (O’Keeffe et al. 2005).

Belang

Het openbaar maken van embedded value informatie, of te wel de embedded value

rapporteren, is voor verschillende partijen van belang, zowel voor de onderneming zelf, voor

de aandeelhouder, de investeerder en de polishouder zou er ook geïnteresseerd in kunnen zijn.

IFRS en U.S. GAAP erkennen beide geen toekomstige winsten. In tegenstelling tot zulke

winsten worden alleen de winsten en verliezen van nieuwe contracten erkent in het jaar dat de

contracten zijn afgesloten. Embedded value accounting erkent de waarde van

verzekeringscontracten gedurende de gehele looptijd van zo’n contract (Serafeim, 2011).

In algemene zin kan worden gezegd, dat de informatiebehoefte van de aandeelhouder zich

voornamelijk richt op de waarde creatie zoals die plaatsvindt binnen een onderneming. De

embedded value richt zich op het bepalen van de waarde van de bestaande verzekerings- en

beleggingsportefeuille, en dus op de waarde van de verzekeringsmaatschappij. Informatie

over de embedded value en de ontwikkeling ervan levert een waardevolle bijdrage aan de

beeldvorming omtrent de gecreëerde waarde (Actuarieel Genootschap, 1995).

De traditionele accountinginformatie geeft een resultaat weer dat lager is dan het resultaat

onder embedded value accounting en de aandeelhouder is juist geïnteresseerd in de waarde

van een verzekeringsmaatschappij inclusief de te verwachten toekomstige winsten. Wanneer

er een verzekering wordt afgesloten leidt dit per definitie tot kasstromen in de toekomst.

Doordat de toekomstige kasstromen van de verzekeringscontracten niet worden meegenomen

in de traditionele winstberekeningen is de verzekeringsmaatschappij ondergewaardeerd en

wordt niet de waarde weergegeven waarin de aandeelhouders geïnteresseerd zijn.

Naast het feit dat de waarde van de onderneming lager is onder de traditionele accounting

begrippen wordt de waarde van huidige verzekeringscontracten (value in-force business) niet

erkent als zijnde een actief volgens de conceptual frameworks van de International

Accounting Standards Board (IASB) en de Financial Accounting Standard Board (FASB)

(Serafeim, 2011). Dit leidt ertoe dat de toekomstige kasstromen die worden gegenereerd uit

de huidige verzekeringscontracten nooit op de balans te zien zullen zijn.

17

Het belang van embedded value reporting is ook zichtbaar bij de discussie over informatie

asymmetrie. Informatie asymmetrie houdt in dat de ene partij over meer of kwalitatief betere

informatie beschikt dan een andere partij, bij een economische transactie. Informatie

asymmetrie in de verzekeringssector speelt een rol bij bijvoorbeeld fusies en overnames. Voor

de overnemende partij is het belangrijk te weten wat de gerealiseerde winst van de (levens)

verzekeringsmaatschappij is, maar ook welke toekomstige winsten er worden verwacht op

basis van de verzekeringscontracten. Wanneer de embedded value van een onderneming

openbaar is gemaakt, bezit de overnemende partij dus dezelfde informatie als de overgenomen

partij en is de informatie asymmetrie op dat gebied verdwenen.

Over het algemeen daalt de informatie asymmetrie wanneer verzekeraars allemaal de

embedded value openbaar maken. Echter zal de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de

embedded value methodes moeten verbeteren wil de informatie asymmetrie tussen

verzekeraars helemaal verdwijnen (Serafeim, 2011).

Naast resultaat gerelateerde informatie en de daling van informatieasymmetrie tussen

(levens)verzekeringsmaatschappijen zorgt het openbaar maken van embedded value

informatie ook voor een completer beeld voor de investeerders. Ten eerste zal informatie over

toekomstige kasstromen, disconteringsvoet en risicomarges openbaar worden gemaakt. Ten

tweede zal een bekendmaking van de gevoeligheid van de VIF (value in-force business) en de

VNB (value new-business) op de huidige veronderstellingen de mogelijkheid bieden voor

investeerders om de waarden te beoordelen volgens hun eigen aannames. Ten derde,

ondernemingen zullen operationele- en economische verschillen bekendmaken, bij het

openbaren van de embedded value informatie, die worden veroorzaakt door het afwijken van

de verwachtingen. Investeerders hebben nu de mogelijkheid werkelijke kasstromen van de

verwachtte kasstromen te onderscheiden en kunnen opmaken of het management optimistisch

of pessimistisch is geweest (Serafeim, 2011).

Nadelen embedded value reporting

Ten eerste kan embedded value reporting, door gebruik te maken van inschattingen omtrent

toekomstige ontwikkelingen, als subjectief worden gezien. Dit wordt ook wel aangekaart als

het grootste probleempunt bij het berekenen van een (betrouwbare) embedded value

(Actuarieel Genootschap, 1995). Het grootste gedeelte van de schattingen, omtrent de

embedded value, is namelijk gebaseerd op beoordelingen van het management en complexe

statistische modellen en dit levert subjectiviteit op. Elk management beoordeelt op een andere

18

manier en de complexe modellen worden door verschillende verzekeringsmaatschappijen op

een andere manier geïnterpreteerd. De genoemde subjectiviteit kan ertoe leiden dat de

informatie omtrent de embedded value die openbaar wordt gemaakt onbetrouwbaar is en dit

zal daarom leiden tot weinig economische voordelen, terwijl embedded value reporting wel

veel kosten met zich meebrengt.

Het tweede nadeel heeft te maken met de kapitaalintensiviteit van pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. Dergelijke verzekeraars hebben te maken met lange

termijn business, kapitaal staat soms voor 40 jaar vast en dit houdt in dat de

levensverzekeringssector erg kapitaalintensief is. Als in elke kapitaalintensieve sector is er

een trade-off tussen groei en kasstromen. Hoe sneller de embedded value van de

(levens)verzekeringsmaatschappij groeit, hoe negatiever de kasstromen zullen zijn. Hoe meer

nadruk de verzekeraar legt op de embedded value, hoe slechter het kasstroomoverzicht zal

gaan ogen. Een negatief kasstroomoverzicht kan onzekerheid geven over de financiële positie

van de onderneming.

Een derde probleem omtrent embedded value reporting is het huidige gebrek aan

vergelijkbaarheid van de gerapporteerde waarden. De afwezigheid van een centrale autoriteit

kan leiden tot de ontwikkeling van verschillende berekenmethodes van de embedded value.

Verzekeraars gebruiken verschillende disconteringsvoeten en veronderstellingen, dit heeft tot

gevolg dat de vergelijkbaarheid omtrent embedded value informatie daalt en dat tast de

bruikbaarheid van embedded value reporting aan (Serafeim, 2011).

Een internationale autoriteit, zoals de IASB, die zorg draagt voor het ontwikkelen van een

uniforme standaard omtrent embedded value reporting zal de embedded value weer bruikbaar

maken, omdat de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid wordt verbeterd door een uniforme

regelgeving. De betrouwbaarheid zal worden verbeterd doordat het voor de accountant

mogelijk is de gebruikte methodiek en aannames te controleren aan de hand van de uniforme

standaard. Op dit moment is een onafhankelijke accountant enkel in staat een

beoordelingsverklaring te geven. Dit onderzoek zal ingaan op de huidige mate van

vergelijkbaarheid tussen verschillende pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen en hoe

deze vergelijkbaarheid verbetert kan worden.

19

Hoofdstuk 4: Rapportage en berekeningsmethode verzekeringsmaatschappijen

Dit hoofdstuk onderzoekt op welke manier de embedded value wordt berekend en openbaar

wordt gemaakt bij vier grote Nederlandse pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen en

bij drie grote buitenlandse pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen. Allereerst komen

de Nederlandse verzekeraars Achmea, Delta Lloyd, ING en Aegon aan bod en vervolgens de

buitenlandse verzekeraars, Allianz uit Duitsland, AXA uit Frankrijk en Prudential uit de VS.

De Nederlandse verzekeringsmaatschappijen zijn gekozen omdat dit de belangrijkste spelers

zijn op de Nederlandse markt. De buitenlandse verzekeringsmaatschappijen zijn willekeurig

gekozen. Per verzekeraar zullen de methodologie, berekenmethodes, veronderstellingen en

manier van rapporteren worden besproken. De informatie in dit hoofdstuk is verkregen uit de

jaarrekeningen en embedded value rapporten uit 2012 van de bovengenoemde pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen.

Achmea

Achmea maakt de embedded value van het pensioen- en levensverzekeringssegment op twee

verschillende manieren openbaar. De embedded value wordt kort vermeld in de jaarrekening

en er is een apart embedded value rapport gepubliceerd.

Jaarrekening

De embedded value wordt op twee plaatsen in de jaarrekening genoemd, namelijk in de

segment informatie over pensioen- en levensverzekeringen in Nederland en in de kerncijfers

van afgelopen vijf jaar.

De segmentinformatie voor pensioen- en levensverzekeringen in Nederland gaat kort in op de

embedded value van Achmea. Dit specifieke segment wordt gekozen, omdat de embedded

value enkel betrekking heeft op pensioen- en levensverzekeringen door het lange termijn

karakter. Allereerst wordt er ingegaan op de richtlijnen die zijn gebruikt. Tot 2011

rapporteerde Achmea volgens de EEV Principles, maar is sinds 2012 overgegaan op de

MCEV. De reden die hiervoor gegeven wordt is dat MCEV een natuurlijke ontwikkeling is

van EEV en dat het ondernemingen de mogelijkheid geeft rekening te houden met risico’s en

de transparantie en samenhang van de berekening en rapportage te verbeteren. Vervolgens

staat vermeld hoe de embedded value is opgebouwd en worden deze definities uitgelegd. De

embedded value is opgebouwd uit de nettovermogenswaarde, dat bestaat uit het

dekkingskapitaal en het vrije kapitaal, en de value in-force business. Het dekkingskapitaal is

20

een verplicht aan te houden hoeveelheid kapitaal om verplichtingen mee te betalen. Het vrije

kapitaal is het deel van de kasstromen dat toekomt aan de aandeelhouders en de value in-force

business is de waarde van toekomstige kasstromen die worden gegenereerd uit bestaande

verzekeringscontracten. Als laatste wordt er verantwoording afgelegd voor de embedded

value daling. Deze daling is het gevolg van herwaarderingen die gedaan moesten worden

omdat de marktwaarde is gedaald.

De kerncijfers van de afgelopen vijf jaar worden achterin de jaarrekening vergeleken. De

embedded value behoort tot de kerncijfers en de ontwikkeling van de embedded value wordt

weergegeven van de afgelopen vijf jaar, van 2008 tot 2012.

Embedded value report

Het embedded value report gaat enkel over de embedded value van het pensioen- en

levensverzekeringssegment en dit zal dan ook uitgebreid worden besproken. In dit rapport

komen de managementsamenvatting, het resultatenoverzicht, de veranderingsanalyse, de

gevoeligheden, de impact van MCEV, de methodologie en de aannames aan bod.

De managementsamenvatting geeft een samenvatting over de opbouw van de embedded value

van 2012 en de redenen dat deze is veranderd ten opzichte van 2011. De embedded value van

Achmea bevat enkel de value in-force business. Er wordt daarnaast een samenvatting gegeven

over de opbouw van de value new-business en het begrip wordt gedefinieerd. Value new-

business kan worden uitgelegd als de waarde van toekomstige kasstromen van nieuwe

contracten en verlengingen van bestaande, aflopende contracten. Het laatste onderdeel van de

managementsamenvatting is een beschrijving van de gevoeligheid van de embedded value.

Embedded value is relatief ongevoelig voor veranderingen in de rentevoet. Echter wanneer

‘equity, property and alternatives’ met 10% daalt zal de embedded value wel met 6% dalen.

Het resultatenoverzicht geeft een specificatie van de resultaten op het gebied van embedded

value weer, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen resultaten in Nederland en in het

buitenland. De veranderingsanalyse gaat dieper in op de oorzaken van de daling in embedded

value. De redenen voor de daling worden opgesomd en zijn onder andere veranderingen in

levensverzekeringscondities, veranderingen in verwachte sterfte en veranderingen in kosten

en vereist kapitaal.

21

In

het onderdeel ‘sensitivities’ wordt gekeken naar de gevoeligheid van de embedded value

wanneer er bijvoorbeeld aannames veranderen. Het blijkt dat de embedded value wel degelijk

gevoelig is voor veranderingen in aannames. Hierbij worden drie risico’s gespecificeerd;

marktrisico, kostenrisico en verzekeringsrisico. Het marktrisico kent twee gevoeligheden, de

embedded value wordt niet beïnvloed door de rentevoet en de embedded value zal dalen bij

een verlies in ‘equity, property and alternatives’. Het kostenrisico kent één gevoeligheid,

namelijk wanneer de onderhoudskosten dalen zal de embedded value stijgen. Het

verzekeringsrisico kent twee gevoeligheden, één voor de levensverzekeringsbusiness;

wanneer de sterftekans daalt zal de embedded value stijgen, en één voor de

pensioenverzekeringsbusiness; wanneer de sterftegraad daalt zal ook de embedded value

dalen. Wanneer de sterftekans van een verzekerde met een levensverzekering daalt is de kans

kleiner dat de verzekeringsmaatschappij moet uitkeren en dit is gunstig voor de embedded

value. Wanneer de sterftekans van een verzekerde met een pensioenverzekering daalt is de

kans groot dat de verzekeringsmaatschappij een langere tijd moet uitkeren en dit is niet

gunstig voor de embedded value.

De impact die de verandering in richtlijnen heeft wordt in de jaarrekening, maar ook in het

embedded value report opgenomen. Eerst werden de ‘European Embedded Value’ Principles

gevolgd en nu de ‘Market Consistent Embedded Value’. Het gevolg is dat de embedded value

daalt onder MCEV ten opzichte van EEV. Achmea heeft deze overstap toch gemaakt omdat

de richtlijnen voor de MCEV moderner zijn en rekening houden met de marktwaarde.

De methodologie die Achmea gebruikt bij het bepalen van de embedded value wordt globaal

uitgelegd. De embedded value is de som van de nettovermogenswaarde en de value in-force

business. De nettovermogenswaarde is de waarde van de netto activa welke toe te rekenen is

aan aandeelhouders. De value in-force business is de contante waarde van de verwachte

kasstromen die beschikbaar is voor aandeelhouders gegenereerd uit bestaande

verzekeringscontracten. De embedded value wordt berekend door het verschil te nemen

tussen de waarde van de activa en de waarde van de verplichtingen. De waarde van de

Tabel 1 Opbouw embedded value (Embedded value report Achmea, 2012)

22

verzekeringsverplichtingen wordt bepaald door de som van de beste verwachtingen,

waaronder de tijdswaarde van opties en garanties en de kosten van niet afdekbare risico’s,

rekening houdend met de belasting (Achmea, 2012).

Als laatste wordt uiteengezet welke aannames er gedaan zijn voordat de embedded value

berekend kon worden. Er worden een aantal economische aannames gedaan;

- De rentevoet welke als referentie wordt gebruikt is gebaseerd op de ‘swap yield

curves’ waaraan een illiquiditeitspremie wordt toegevoegd. Deze premie varieert

tussen de 0% en de 100%.

- De ‘cost of capital’ is gesteld op 6%.

- De inflatie is gebaseerd op beschikbare data en voorspellingen voor de lange termijn

prijsinflatie.

- Er wordt aangenomen dat de belastingpercentages in de landen waarin Achmea

opereert onveranderd blijven.

Naast economische aannames worden er ook niet-economische aannames gedaan;

- De sterftekansen worden gehaald uit recente analyses.

- De aannames die gedaan worden omtrent kosten zijn gebaseerd op verwachtingen

voor 2013.

Delta Lloyd Group

De embedded value van Delta Lloyd Group is op twee plaatsen te vinden. De jaarrekening

besteedt een paragraaf aan embedded value en er is een afzonderlijk embedded value report

gepubliceerd, met gedetailleerdere informatie omtrent embedded value.

Jaarrekening

In de jaarrekening van Delta Lloyd Group komt de embedded value op vier plekken voor, in

de highlights, in de kerncijfers, als een aparte paragraaf van het verslag van de Raad van

Bestuur en in de toelichting van de geconsolideerde balans. Op de eerste twee plekken wordt

de embedded value genoemd, met daarbij de daling ten opzichte van 2011 en behoeft geen

verdere toelichting.

In het verslag van de Raad van Bestuur is een paragraaf gewijd aan embedded value.

Allereerst wordt ingegaan op de Internal rate of return (IRR), welke wordt gebruikt om de

winstgevendheid van nieuwe levens- en pensioenverzekeringen te identificeren. De IRR

daalde van 9% in 2011 naar 8% in 2012. Vervolgens wordt uitgelegd welke embedded value

er wordt gebruikt en hoe deze wordt bepaald. Delta Lloyd Group maakt gebruik van de

23

Europese embedded value (EEV) en deze waarde bestaat uit de marktwaarde van het eigen

vermogen en de contante waarde van de verwachte toekomstige uitkeerbare winsten na

belasting van de levensverzekeringen, zowel value in-force business als value new business.

Het gaat om een gedetailleerde berekening van de verwachte inkomsten uit de verzekerings-

en beleggingsportefeuilles en de operationele en economische omstandigheden waaronder

deze resultaten worden bereikt (Delta Lloyd Group, 2012). Het laatste onderdeel van de

paragraaf over embedded value betreft de veranderingsanalyse. In 2012 is de Life embedded

value met 14% gedaald ten opzichte van 2011 door een lage rentevoet en overdracht van

Delta Lloyd Lebensversicherung in Duitsland naar ‘non-covered business’. Dit houdt in dat

dit segment niet meer wordt meegenomen in de Life embedded value berekeningen. Het

bedrijfsresultaat is gedaald doordat de winstgevende new business en positieve effecten van

kostenreducties zijn gecompenseerd door nieuwe sterfteveronderstellingen en lagere

varianties ten opzichte van 2011.

De toelichting op de geconsolideerde balans gaat in het kort in op de aannames die gedaan

zijn bij het berekenen van de embedded value. De volgende drie aannames staan vermeld:

- Solvency II rentevoet met een liquiditeitspremie van 58 basispunten en een forward

rate van 4,2%.

- Er zijn geen groeiverwachtingen voor de in-force business.

- De volgende belastingpercentages zijn aangehouden: 25% voor Nederland, 30% voor

Duitsland en 34% voor België.

Embedded value report

Het embedded value report van Delta Lloyd Group is een gedetailleerd rapport over de

embedded value en gaat uitgebreid in op de definities en gebruikte methodes voor het bepalen

van de embedded value. In de introductie wordt de definitie embedded value herhaald, zoals

hij ook in de jaarrekening vermeld staat. Verder gebruikt Delta Lloyd Group de Europese

Tabel 2 Ontwikkeling embedded value (Annual report Delta Lloyd Group, 2012)

24

embedded value (EEV) en niet de market consistent embedded value (MCEV), omdat zij

vinden dat de EEV een beter beeld geeft van de economische waarde van de onderneming.

Delta Lloyd onderscheidt de Life embedded value en de Group embedded value, het verschil

is de non-covered business en hieronder vallen onder andere levensverzekeringen in

Duitsland, algemene verzekeringen en asset management. Het eerste onderdeel van het

embedded value report gaat in op de Life embedded value en geeft een complete, uitgebreide

weergave van de opbouw en veranderingen in de Life embedded value. Er wordt onder andere

een uitsplitsing gemaakt naar regio en ook de varianties waar de berekening van de embedded

value mee te maken kreeg zijn gespecificeerd, dit is onder andere een negatieve variantie van

onderhoudskosten en een positieve variantie van sterfte- en invaliditeitscijfers. Verder wordt

er nog een specificatie van de in-force cashflows gegeven, welke zijn gebruikt bij de

berekening van de embedded value.

Ten tweede wordt er aandacht besteed aan de value new business. Er wordt een specificatie

gegeven van de opbouw en de veranderingen in de value new business. Deze waarde wordt

ook weergegeven naar regio en de twee regio’s in 2012 waren Nederland en België.

Vervolgens wordt er in het kort ingegaan op de Group embedded value, de opbouw en de

veranderingen worden weergegeven.

Na de algemene uitleg van de embedded value en de waarde ervan komen de

sensitiviteitsanalyse, de methodologie en de aannames aan bod. De sensitiviteitsanalyse geeft

aan dat embedded value wordt berekend op basis van de beste schattingen en dat deze waarde

gevoelig is voor een verandering in aannames.

De methodologie voor de berekening van de Life embedded value staat vermeld in dit

onderdeel. Embedded value bestaat uit de som van de nettovermogenswaarde, de

marktwaarde van de activa toewezen aan de covered business en de value in-force business.

De nettovermogenswaarde voor de aandeelhouders bestaat uit een dekkingskapitaal en een

vrij kapitaal. De value in-force business is de waarde die voortvloeit uit de bestaande

verzekeringscontracten (in-force business) en bestaat uit:

Tabel 3 Opbouw embedded value (Embedded value report Delta Lloyd Group, 2012)

25

- De contante waarde van toekomstige winsten (PVFP).

- De tijdswaarde van financiële opties en garanties (TVOG), en

- De kosten van het vereiste vermogen, oftewel kosten voor het dekkingskapitaal.

De veronderstellingen of aannames die gedaan worden bij de berekening en bepaling van de

embedded value staan deels al in de jaarrekening vermeld. In het embedded value report staan

deze aannames verder uitgewerkt en worden er nog 3 andere aannames gedaan, namelijk;

- De “risk discount rate (RDR)” wordt 7% verondersteld.

- Inflatie is gebaseerd op de market-based inflation curve, en

- De swap yield curve is gebaseerd op de EURIBOR swap rates.

ING

De embedded value van ING is nergens te vinden in de publicaties van de onderneming. Het

begrip embedded value komt niet aan bod, terwijl ING zichzelf ziet als onder andere de

nummer één levensverzekeraar in Nederland en een leidende speler in de markt van levens-

en pensioenverzekeringen in centraal Europa. De embedded value werd afzonderlijk

gepubliceerd tot en met 2008, maar tegenwoordig niet meer. De reden hiervoor kan zijn dat de

core business van ING de bank is en niet het verzekeringswezen. Wel staat er in de

jaarrekening het één en ander over verzekeringstechnische voorzieningen, de manier waarop

die worden berekend en de veronderstellingen die gedaan worden. Doordat ING nauwelijks

ingaat op embedded value zal deze onderneming niet worden meegenomen in de vergelijking.

Jaarrekening

Afbeelding 1 Markten ING (Annual Report ING, 2012)

26

De voorzieningen die worden getroffen om de levensverzekeringen te kunnen uitkeren

worden berekend aan de hand van een voorzichtige actuariële methode, gericht op de

toekomst. De condities van de huidige verzekeringscontracten worden in ogenschouw

genomen. Verzekeringstechnische voorzieningen worden berekend aan de hand van

verschillende aannames, met inbegrip van sterftecijfers, levensverwachting, kosten en

investeringsopbrengsten. Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op de beste schattingen. De

aannames die ING doet voor het bepalen van de verzekeringstechnische voorzieningen komen

grotendeels overeen met de aannames die in het algemeen gedaan worden bij het berekenen

van de embedded value. Embedded value berekeningen houden ook rekening met aannames

over sterftecijfers, levensverwachtingen, inflatie, belasting en kosten, omdat dit zaken zijn die

van grote invloed kunnen zijn op de uitkomsten.

Aegon

De embedded value van Aegon kwam in voorgaande jaren voornamelijk aan bod in het

afzonderlijke embedded value rapport. Hierin werd een gedetailleerde omschrijving gegeven

van de embedded value van Aegon en de totstandkoming ervan. Echter is er geen embedded

value report uitgebracht over 2012 en is jaarrekening de enige plaats waar de embedded value

openbaar wordt gemaakt. In de jaarrekening wordt er heel kort aandacht besteed aan de

embedded value, maar eigenlijk is dit verwaarloosbaar.

Jaarrekening

Embedded value krijgt in de jaarrekening van Aegon geen overduidelijke aandacht. Het wordt

één keer kort genoemd in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening van Aegon N.V.

Wanneer het gaat over exit prices bij Aegon Spanje komt embedded value kort aan bod.

Aegon omschrijft de definitie van embedded value, namelijk nettovermogenswaarde of

intrinsieke waarde + de value new-business en de value in-force business, als de appraisal

value (taxatiewaarde). De berekeningen van de embedded value geschieden volgens de markt

consistente methodologie, de methodologie wordt enkel tussen haakjes genoemd, niet

uitgelegd. De belangrijkste aannames die worden gedaan bij het berekenen van deze waarde

hebben betrekking op: een disconteringsvoet van 11%-13,5% voor belasting en naar risico

gecorrigeerd, toekomstige premies, commissies, inflatie, persistentie, sterftecijfers,

levensverwachting en toekomstige beleggingsopbrengsten.

27

Allianz

De embedded value van Allianz wordt op twee plekken openbaar gemaakt. In de eerste plaats

wordt er in de jaarrekening aandacht besteed aan embedded value en op de tweede plaats is er

een afzonderlijk embedded value report gepubliceerd.

Jaarrekening

Allianz geeft de embedded value in de jaarrekening slechts op één plek weer, namelijk in de

toelichting op de geconsolideerde balans en dan onder het kopje immateriële vaste activa met

een onbepaalde levensduur. Deze verzekeringsmaatschappij maakt gebruik van twee

verschillende embedded values. De Market Consistent Embedded Value (MCEV) wordt

gebruikt voor het ‘Life/Health’ segment en is een waarderingsmethode om de waarde te

berekenen van de in-force verzekeringsportefeuille en de value new business. De methode is

risico neutraal en houdt vooral rekening met niet-afdekbare risico’s. Wanneer er geen

adequate waardering van de MCEV mogelijk is, zal de traditionele embedded value in

combinatie met new business berekeningen worden gebruikt voor het bepalen van de waarde

van het ‘Life/Health’ segment. Dit is voor Allianz het geval in Taiwan, de Verenigde Staten

en Italië (Allianz, 2012).

De aannames die gedaan zijn voor de winstschatting van de MCEV en de traditionele

embedded value hebben betrekking op algemene zaken, zoals; premie-inkomsten,

belleggingsrendement, kosten, sterftecijfers, levensverwachting, claims, verhogingen van de

reserves en belastingen en heffingen.

De berekeningen omtrent embedded value verschillen voor de MCEV en de traditionele

embedded value. De MCEV wordt berekend aan de hand van verwachte toekomstige winsten

verdisconteerd met een risico-neutrale rentevoet, met de swap yield curve inclusief

kredietrisico en illiquiditeitspremie als referentiekader. De traditionele embedded value wordt

berekend aan de hand van een rentevoet die gebaseerd is op staatsobligaties met een looptijd

van 10 jaar plus een Equity Risk Premium van 4,5%. Naast de embedded value moet ook de

waarde van new business worden bepaald. Dit gebeurt op basis van een beste schatting van de

value new business en de verwachte toekomstige nieuwe verzekeringscontracten.

Als laatste wordt er ingegaan op de sensitiviteitsanalyse, dit toets de gevoeligheid van de

embedded value bij een verandering in de aannames. De gevoeligheid van de MCEV wordt

getoetst door middel van het referentiekader (zie hierboven) en de gevoeligheid van de

traditionele embedded value wordt getoetst aan de risico rentevoet op een ceteris paribus

28

basis. Dit houdt in dat er vanuit wordt gegaan dat slechts één factor veranderd en de rest van

de factoren gelijk blijft.

Embedded value report

Het embedded value report van Allianz is een uitgebreid verslag over de embedded value van

deze verzekeringsmaatschappij. De definities, resultaten, methodologie en de aannames die

worden gedaan omtrent embedded value worden zeer grondig beschreven.

Het rapport begint met een introductie, hierin staat vermeld wat Allianz onder embedded

value verstaat en welke onderdelen van de onderneming meegenomen worden in de

embedded value berekeningen. Embedded value is in het algemeen de economische waarde

voor aandeelhouders van de in-force levens- en pensioenverzekeringen. De value new-

business zal niet worden meegenomen in de berekeningen van de embedded value, maar apart

worden toegelicht. Allianz gebruikt de market consistent embedded value (MCEV), omdat dit

een consistente waardering van de activa en passiva geeft en expliciet rekening houdt met

niet-afdekbare risico’s. De onderdelen die Allianz betrekt bij embedded value berekeningen

(‘covered business’) zijn alle producten uit het

‘Life/Health’ segment, o.a. levensverzekeringen en

lange termijn zorgverzekeringen. Daarnaast worden

ook de verlengde verzekeringscontracten

meegenomen en de pensioenfondsen die buiten het

‘Life/Health’ segment vallen zullen worden

uitgesloten.

Na de introductie wordt er diep ingegaan op de

embedded value resultaten van 2012. Allereerst wordt

er een gedetailleerde omschrijving gegeven van de

embedded value resultaten, inclusief de veranderingen

ten opzichte van 2011. Vervolgens wordt de value new-business geanalyseerd, de resultaten

die op dit gebied zijn behaald en de veranderingen ten opzichte van 2011.

De gevoeligheden komen vervolgens zeer uitgebreid aanbod. Het analyseren van de

gevoeligheden is een belangrijk onderdeel van embedded value berekeningen, het test de

gevoeligheid van de beste schattingen. Er worden economische- en niet-economische factoren

getoetst. De factoren zijn gecorreleerd, zodat de werkelijke impact van twee factoren kan

worden getest. De volgende gevoeligheden zijn onder andere geconstateerd:

Tabel 4 Opbouw embedded value (Embedded value report Allianz, 2012)

29

- Kapitaalvereisten: eisen voor het dekkingskapitaal zorgen voor een stijging van de

embedded value van 3%.

- Risicovrije renten: dalende rentevoeten hebben een grotere impact op de embedded

value dan stijgende rentevoeten. Een daling van 100 bps (= 1%) leidt tot een daling

van de embedded value van 14%.

- Eigen vermogen op waarderingsdatum: een daling van 10% in het eigen vermogen

zorgt voor een daling van de embedded value met 584 miljoen. Deze gevoeligheid is

toegevoegd om de gevolgen van een plotselinge verandering in de marktwaarde van

het eigen vermogen weer te geven.

- Onderhoudskosten: een daling van 10% in de onderhoudskosten zorgt voor een

embedded value stijging van 3%.

- Sterftecijfers en levensverwachting: hogere sterftecijfers zijn positief voor producten

met een ‘langlevenrisico’ (lijfrenten) en negatief voor producten met een ‘stefterisico’

(overlijdensrisicoverzekeringen).

Naast een algemene omschrijving van de embedded value wordt er ook aandacht besteed aan

een analyse van de embedded value per regio. In het embedded value report staat een

gedetailleerde omschrijving van de embedded value in verschillende regio’s. De regio’s die

betrokken worden bij deze analyse zijn de regio’s waar Allianz opereert, dit zijn; Duitsland,

West- en Zuid-Europa, Latijns-Amerika, groeimarkten (o.a. Centraal- en Oost-Europa,

Noord-Afrika en Azië) en de Verenigde Staten. Er wordt specifiek en iets dieper ingegaan op

de landen waar Allianz een groot marktaandeel heeft op het gebied van levensverzekeringen.

Dit zijn Duitsland, Frankrijk, Italië en de VS.

In de Appendix staan de methodologie die gebruikt is en de aannames die gedaan zijn voor

het berekenen van de embedded value. De methodologie legt eigenlijk nogmaals in het kort

uit wat de embedded value inhoudt en hoe Allianz deze berekend. De embedded value van

Allianz bestaat uit de intrinsieke waarde (dekkingskapitaal en vrij kapitaal) en de value in-

force business (contante waarde van de toekomstige winsten van de bestaande

verzekeringsportefeuille). Deze definities worden zorgvuldig en uitgebreid toegelicht.

Daarnaast worden ook de begrippen new business, participating business en health business

gedefinieerd.

Het laatste onderdeel van het embedded value report betreft de aannames die gedaan zijn bij

het berekenen van de embedded value. Er worden economische, niet-economische en

belastingaannames gedaan. De economische aannames gaan over de:

- Referentie yield-curve

30

- Volatiliteiten voor elke activacategorie: deze zijn gebaseerd op de meest recente

beschikbare informatie.

- Correlatie tussen verschillen activacategorieën

- Wisselkoersen

- Kapitaalvereiste voor de kosten van niet-afdekbare risico’s: deze vereiste is op 3,25%.

- Risicopremie omtrent onroerend goed: 20% van de 10-jarige swap rate.

- Risicopremie omtrent vermogen: 5%

De niet-economische aannames zijn vastgesteld op basis van de beste schatting op de

waarderingsdatum en deze aannames gaan over de:

- Sterftecijfers

- Levensverwachting

- Overige kosten

Als laatste zijn er aannames gedaan omtrent de belastingtarieven. De belastingtarieven die

gelden in de (voor Allianz) belangrijkste landen zijn opgesomd. Dit zijn de tarieven in

Duitsland, Frankrijk, Italië, de VS, Korea en Zwitserland.

AXA

AXA is een pensioen- en levensverzekeringsmaatschappij uit Frankrijk en heeft net als eerder

onderzochte verzekeraars twee plekken waarop de embedded value openbaar wordt gemaakt.

In de jaarrekening van AXA komt informatie omtrent de embedded value voor evenals in een

afzonderlijk embedded value report.

Jaarrekening

In de jaarrekening van AXA komt embedded value op één plek voor, namelijk in hoofdstuk 3.

Dit hoofdstuk gaat over regulatie en risico factoren waar AXA mee te maken heeft gehad in

2012. Allereerst wordt er iets algemeens gezegd door AXA over hun embedded value.

Embedded value (EV) is een waarderingsmethode die vaak gebruikt wordt bij lange termijn

verzekeringen. Het meet de contante waarde van de toekomstige kasstromen die beschikbaar

zijn voor aandeelhouders, deze waarde wordt gepresenteerd na aftrek van belasting en

minderheidsbelangen. Europese embedded value (EEV) is een verfijning van deze

methodologie gebaseerd op de principes ontworpen door het “CFO Forum of European

insurers”. De EEV wordt door AXA alleen gebruik voor het “Life & Savings” segment. Dit is

ook wel het segment voor levens- en pensioenverzekeringen. Naast deze embedded value

wordt er ook nog een “Group EV” berekend. Voor het “Life & Savings” segment is de

31

embedded value gelijk aan de Europese embedded value, maar voor de overige segmenten is

de embedded value gelijk aan de intrinsieke waarde. De embedded value van AXA wordt

berekend aan de hand van de verwachte kasstromen. Deze worden verdisconteerd met de

“reference rate”, ook wel de rentevoet die ervan uit gaat dat alle activa in de toekomst een

risicovrije rentevoet zullen genereren.

De resultaten omtrent de embedded value worden in een schema weergeven, hierin staat de

embedded value van het “Life & Savings” segment, maar ook de totale embedded value van

AXA ten opzichte van 2011.

Deze waarde is niet de reële waarde en omvat ook niet de value new business. De “Life &

Savings EEV” is een belangrijke tool voor het management bij het meten van de voor risico

gecorrigeerde waarden en voor het bijhouden van de evolutie na verloop van tijd. De Group

EV en de EEV moeten los van elkaar worden bekeken, maar worden in deze jaarrekening

door elkaar gebruikt en niet duidelijk onderscheiden.

Naast de introductie van embedded value zullen ook de aannames en de gevoeligheden

worden besproken in de jaarrekening.

De belangrijkste aannames die worden gedaan bij de berekening van de embedded value zijn:

- Actuariële veronderstellingen weerspiegelen de beste schattingen op basis van recente

ervaringen.

- Er worden geen productiviteitswinsten verondersteld, wel een inflatie van 2%.

- De voordelen door verbeteringen van de sterftecijfers zijn meegenomen.

- Niet-financiële risico’s worden voorzien door middel van het benodigde

dekkingskapitaal.

- Het belastingpercentage zal 29,2% zijn.

Tabel 5 Opbouw embedded value (Annual Report AXA, 2012)

32

- De “reference rates” bevatten liquiditeitspremies over de swap curves.

De gevoeligheden zijn berekend voor de “Life & Savings EEV” en voor de “Group EV” en de

meest algemene gevoeligheden zijn weergegeven:

- Wanneer de referentie rentevoet stijgt met 100bps (= 1%) leidt dit tot een 6% stijging

van de “Life & Savings EEV” en een 3% stijging van de “Group EV”.

- Wanneer de referentie rentevoet daalt met 100bps leidt dit tot een 14% daling van de

“Life & Savings EEV” en een 10% daling van de “Group EV”.

- Een 10% hogere waarde van de aandelenmarkt zorgt voor een stijging van de “Life &

Savings EEV” met 3% en voor een stijging van de “Group EV” met 4%.

- Een 10% lagere waarde van de aandelenmarkt zorgt voor een daling van de “Life &

Savings EEV” met 3% en voor een daling van de “Group EV” met 5%.

Embedded value report

Het embedded value report van AXA gaat in op de Life & Savings EEV en de value new

business van dit segment, maar ook op de Group EV. Het rapport is opgedeeld in vier

onderdelen, de highlights met daarin de belangrijkste aspecten van de embedded value, de

embedded value details per regio, de methodologie en de aannames die zijn gedaan bij het

berekenen van de embedded value.

Het eerste hoofdstuk van het embedded value report zijn de highlights en geeft informatie

over de Life & Savings EEV, de Life & Savings value new business, de gevoeligheden en de

Group EV. In de beschrijving over de Life & Savings EEV staat een zeer gedetailleerd

overzicht van de resultaten uit 2012 en wat de oorzaken zijn van de veranderingen ten

opzichte van 2011. Deze veranderingen zijn vooral het gevolg van bijdragen uit de in-force-

en new business. De referentie rente die gebruikt wordt is gedaald doordat de rentevoeten

over het algemeen lager liggen dan in 2011. Daarnaast is de ‘in-force implied discount rate

(IDR)’ ook gedaald door onder andere lagere investeringsveronderstellingen en een lagere

referentie rente. De daling van de IDR weerspiegelt en kleinere kloof tussen de

marktconsistente wereld en de echte wereld. De beschrijving van de Life & Savings value

new business geeft net als bij de EEV informatie over de resultaten en veranderingen ten

opzichte van 2011. Het resultaat is verbetert door positieve ontwikkelingen in Japan, Hong

Kong en China, een gunstige productmix, lagere kosten en het gunstige effect van de gedaalde

rente. De internal rate of return (IRR) die wordt gebruikt bij het berekenen van de value new

business is met 1% gestegen naar 12,5%. Dit is het gevolg van een verbeterde ‘country mix’

en een verbeterde productmix. De gevoeligheden staan in dit hoofdstuk beschreven, de

33

omschrijving is gedetailleerder dan in de jaarrekening van AXA. De value new business heeft

andere gevoeligheden dan de value in-force business, door de verschillen in portfolio’s en

langere levensduur van de nieuwe verzekeringscontracten. Als laatste wordt er informatie

gegeven over de Group EV. De resultaten van de Group EV ten opzichte van 2011 zijn

weergegeven. De Group EV is de som van de Life & Savings EEV en de IFRS Tangible Net

Asset Value, welke is afgeleid van het IFRS aandeelvermogen voor de andere segmenten.

Het tweede hoofdstuk van het embedded value report van AXA geeft details over de

embedded value in de verschillende regio’s waar AXA opereert. De Life & Savings EEV,

Life & Savings new business en gevoeligheden worden beschreven per regio. De resultaten,

veranderingen en bijzonderheden van deze drie categorieën zijn uitgewerkt voor de volgende

regio’s: Frankrijk, de Verenigde Staten, Noord-, Centraal- en Oost- Europa en het Verenigde

Koninkrijk, Azië en de Stille Oceaan en de Middellandse Zee en Latijns-Amerika.

Hoofdstuk 3 van dit embedded value report gaat over de methodologie voor het berekenen

van de embedded value. Allereerst komt de ‘covered business’ aan bod, of te wel de

producten van AXA die worden meegenomen in de embedded value berekeningen. Het Life

& Savings segment is het belangrijkste segment voor de embedded value. Dit segment heeft

een breed aanbod van levensverzekeringsproducten inclusief pensionerings- en

gezondheidsproducten voor collectieven en individuen. Vervolgens wordt besproken waar de

embedded value uit bestaat. Embedded value wordt berekend door de intrinsieke waarde

(dekkingskapitaal + vrij kapitaal) op te tellen bij de value in-force business. Het

dekkingskapitaal moet minstens bestaan uit 1,5 keer de minimale dekkingsgraad in het lokale

solvabiliteitsraamwerk. De basiswaarde van de value in-force business is de contante waarde

van de toekomstige winsten, die voortkomen uit de huidige verzekeringscontracten. Deze

waarde wordt verminderd met een vergoeding voor de tijdswaarde van opties en garanties, dit

is een risico neutrale waarde gecorrigeerd voor alle financiële risico’s, en de cost-of-capital en

overige niet-financiële risico’s. Alle bovengenoemde begrippen worden in het embedded

value report nog uitgebreider en specifieker uitgelegd. Het laatste onderdeel van dit hoofdstuk

is een definitie van de value new-business. Deze waarde wordt op dezelfde manier berekend

als de value in-force business, maar dan niet op basis van de huidige verzekeringscontracten

maar op basis van de nieuwe verzekeringscontracten. Het omvat de kosten van verkoop en de

toekomstige winsten en uitkeringen aan aandeelhouders. Wanneer de premies en verwachte

verleningen van huidige, aflopende, verzekeringscontracten voorspelbaar zijn, worden deze

ook meegenomen in de voorspiegeling van de toekomstige cashflows.

34

Het laatste en vierde hoofdstuk van het embedded value report van AXA bevat de aannames

die zijn gedaan voordat de embedded value berekeningen konden plaatsvinden. Deze

aannames staan uitgebreider beschreven dan in de jaarrekening. Allereerst de economische

aannames:

- De referentie rente heeft een liquiditeitspremie die gebaseerd is op de 50/40 formule.

- De correlaties worden gemeten op basis van historische data en liggen tussen de 5%

en de 15%.

- De inflatie van de euro is 2,4%, van de Amerikaanse dollar 2,9% en van de Engelse

pond 3,3%.

- De wisselkoersen zijn gegeven voor alle landen waar AXA opereert.

Vervolgens de operationele aannames:

- Alle cashflows zijn gebaseerd op de beste schattingen.

- De historische trend van verbeteringen in de sterftecijfers wordt verondersteld door te

zetten.

- De belastingpercentages zijn gegeven voor alle landen waar AXA opereert.

Verder zijn er aannames gedaan omtrent de kosten en krediettarieven.

Prudential

De laatste onderneming die is onderzocht is Prudential. Dit is een grote pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappij uit de Verenigde Staten. Echter komt embedded value in de

publicaties van Prudential niet voor. Deze verzekeraar heeft geen embedded value rapport

opgesteld, enkel een jaarrekening waarin niets wordt gezegd over embedded value. Om die

reden wordt Prudential niet opgenomen in de vergelijking.

35

Hoofdstuk 5: Vergelijking

Dit hoofdstuk zal ingaan op de vraag in hoeverre de embedded value van de verschillende

onderzochte levensverzekeringsmaatschappijen onderling te vergelijken is. Als korte inleiding

worden allereerst de definitie en het belang van de begrippen vergelijkbaarheid en

transparantie behandeld. Dit wordt gedaan om aan te geven waarom het openbaar maken van

embedded value wordt vergeleken en waarom vergelijkbaarheid een belangrijk gegeven is in

externe verslaggeving. Vervolgens zullen er een aantal criteria worden genoemd, deze criteria

worden getoetst op de in hoofdstuk 3 onderzochte verzekeringsmaatschappijen en aan de hand

van een overzicht zal worden gekeken of de manier waarop embedded value openbaar wordt

gemaakt onderling vergelijkbaar is.

Vergelijkbaarheid

De definitie van vergelijkbaarheid die de Raad van Jaarverslaggeving in 2007 geeft luidt als

volgt; “Gebruikers dienen in staat te zijn de jaarrekeningen van een onderneming in de tijd te

vergelijken teneinde ontwikkelingen in haar financiële positie en resultaten te onderkennen.

Gebruikers moeten ook in staat zijn de jaarrekeningen van verschillende ondernemingen

onderling te vergelijken, teneinde hun relatieve financiële positie, resultaten en wijzigingen in

financiële positie te beoordelen. Vandaar dat de waardering en weergave van het financiële

gevolg van soortgelijke transacties en andere gebeurtenissen voor alle onderdelen van een

onderneming, en volgtijdelijk voor de onderneming als geheel, op een bestendige wijze

moeten geschieden en tevens op bestendige wijze voor verschillende ondernemingen”.

Kort gezegd betekent dit vergelijkbaarheid op twee vlakken, de jaarrekeningen van

ondernemingen onderling moeten vergelijkbaar zijn, maar ook de jaarrekeningen van één

onderneming moeten in de loop van de tijd te vergelijken zijn.

Gebruikers van de jaarrekening moeten in staat zijn te vergelijken, dit is van belang voor

verschillende gebruikers van de jaarrekening. De aandeelhouders zijn geïnteresseerd in de

positie van de onderneming ten opzichte van ondernemingen in dezelfde sector. Het is voor

hen van belang te weten of de onderneming waar zij aandeelhouder zijn het goed of slecht

doet ten opzichte van de concurrentie. De investeerder is ook een gebruiker van de

jaarrekening waarvoor vergelijkbaarheid een belangrijk punt is. Het is van belang te weten of

het wel zin heeft geld te investeren in een bepaalde onderneming of dat het juist heel veel

rendement kan gaan opleveren. Als laatste is het ook voor de consument van belang,

36

weliswaar in mindere mate, te weten hoe hun verzekeringsmaatschappij er financieel

voorstaat en welk risico zij lopen.

Transparantie

Transparantie kan worden gedefinieerd als de brede beschikbaarheid van relevante,

betrouwbare informatie over de periodieke prestaties, financiële positie,

investeringsmogelijkheden, waarde en risico’s van een onderneming (Bushman and Smith,

2003). Een transparante onderneming geeft veel inzicht in de cijfers van de onderneming en

deze cijfers zijn voor een gebruiker ook gemakkelijk te begrijpen en te vergelijken.

Er zijn verschillende redenen waarom transparantie een belangrijk gegeven is voor

verzekeringsmaatschappijen. Voor de consument zijn verzekeringen een financieel gevoelige

zaak en de polishouder vertrouwt de verzekeringsmaatschappij hun spaargeld toe om zo in de

toekomst een uitkering te kunnen krijgen. Vanuit het oogpunt van de investeerder is

transparantie ook van belang, aangezien de activa en verplichtingen met betrekking tot

verzekergingen ondoorzichtig zijn en dus moeilijk te waarderen.

Financiële verslaggeving speelt een cruciale rol bij het verminderen van informatie

asymmetrie bij zowel klanten als investeerders. De reden hiervoor is dat meer transparantie

zorgt voor minder risico en dus een daling in de risicopremies, een gunstig effect. Wanneer de

kwaliteit en vergelijkbaarheid van de embedded value reporting verbetert, zullen de

verzekeringsmaatschappijen transparanter worden (Serafeim, 2011).

Vergelijking

In de onderstaande tabellen staan de verschillende criteria waarop de onderzochte

levensverzekeringsmaatschappijen zullen worden getoetst. De eerste tabel bevat de

Nederlandse verzekeringsmaatschappijen en de tweede tabel geeft informatie over de

buitenlandse verzekeringsmaatschappijen. Er zal gekeken worden naar de manier waarop de

embedded value openbaar wordt gemaakt, de plaats waar dat gebeurt, de methodologie die

wordt gehanteerd, de covered business en de aannames die gedaan worden bij het berekenen

van de embedded value. De gevoeligheden zijn ook een belangrijk onderdeel van de

embedded value en deze verschillen wel degelijk onder de verzekeringsmaatschappijen.

Echter opereert elke onderneming in zijn eigen markt, met eigen klanten en investeerders en

om die reden worden de gevoeligheden niet vergeleken. Het is logisch dat verschillende

ondernemingen verschillend reageren op bepaalde factoren.

37

De criteria waarop wordt getoetst:

1. Onder embedded value wordt verstaan; de intrinsieke of nettovermogenswaarde + de

value in-force business en de value new-business.

2. Komt embedded value voor in de jaarrekening, en zo ja waar?

3. Is er een aanvullend embedded value report uitgebracht?

4. Aan de hand van welke principes wordt de embedded value berekend?

5. Welke onderdelen worden meegenomen in de embedded value berekeningen?

6. Over welke zaken worden er aannames gedaan, anders dan de disconteringsvoet?

7. Zijn deze aannames gedetailleerd beschreven?

8. Hoeveel bedraagt de disconteringsvoet?

Criteria Achmea Delta Lloyd Aegon

1. Definitie Value new business wordt weggelaten

Ja Ja

2. Jaarrekening Ja, in de kerncijfers en in de segment-informatie.

Ja, in de highlights, kerncijfers, als paragraaf van het bestuursverslag en in de toelichting op de balans.

Ja, heel kort in de

toelichting op de

geconsolideerde

balans.

3. EVR Ja Ja Nee

4. Methodologie MCEV EEV MCEV

5. Covered business Leven & Pensioen Leven Staat niet vermeld

6. Aannames Cost of capital, inflatie, belasting, sterftekansen en kosten.

Solvency II rentevoet, groeiverwachtingen, belasting, risicopremies en inflatie.

Toekomstige premies,

commissies, inflatie,

sterftecijfers,

levensverwachting en

beleggingsopbrengst-

en.

7. Gedetailleerde aannames

Alleen de cost of capital Ja Nee

8. Verdisconterings-voet

Swap yield curve, met illiquiditeitspremie tussen de 0 – 100%.

Solvency II rente met een liquiditeitspremie van 58 basispunten en een forward rate van 4,2%.

11%-13,5% voor

belasting en naar

risico gecorrigeerd.

Tabel 6 Vergelijking Nederlandse verzekeringsmaatschappijen

38

Criteria/ondernemingen Allianz AXA1. Definitie Ja Ja2. Jaarrekening Ja, in de toelichting op de

geconsolideerde balans.Ja, bij de risicofactoren.

3. EVR Ja Ja4. Methodologie MCEV EEV5. Covered business Leven & Gezondheid Leven & Pensioen6. Aannames Volatiliteiten, correlaties,

wisselkoersen, cost of capital, risicopremies, sterftecijfers, levensverwachting en overige kosten.

Inflatie, belasting, wisselkoersen, correlaties, sterftekansen, kosten en krediettarieven.

7. Gedetailleerde aannames Ja Ja8. Disconteringsvoet Swap yield curve inclusief kredietrisico

en illiquiditeitspremie.Liquiditeitspremies over de swap curves gebaseerd op de 50/40 formule.

Tabel 7 Vergelijking buitenlandse verzekeringsmaatschappijen

Uit de vergelijking blijkt dat er redelijk wat verschillen zijn in de manier waarop grote

levensverzekeringsmaatschappijen embedded value informatie bekend maken.

Bijna elke verzekeraar gebruikt dezelfde definitie van embedded value, behalve Achmea. Zij

nemen de value new business niet mee in de berekeningen. Een reden hiervoor kan zijn dat de

embedded value gunstiger uitpakt zonder deze VNB, aangezien die een negatief getal toont.

De overige verzekeraars maken wel gebruik van de bovengenoemde definitie, als ze

überhaupt de embedded value openbaar maken. Echter betekent dit dat de embedded value

van Achmea niet vergelijkbaar is met die van de andere verzekeringsmaatschappijen, omdat

er een verschil zit in de gebruikte definitie.

Wanneer de embedded value openbaar wordt gemaakt komt er informatie omtrent de

embedded value voor in de jaarrekening. Sommigen vermelden de embedded value in de

kerncijfers, anderen in een aparte paragraaf of in de toelichting op de geconsolideerde balans.

De informatie staat in de jaarrekening, maar de plaats en voornamelijk wat er openbaar wordt

gemaakt verschilt tussen de verzekeringsmaatschappijen en dit zorgt voor een lagere

vergelijkbaarheid en minder transparantie.

Vier van de vijf verzekeringsmaatschappijen die embedded value informatie openbaar maken

publiceren ook een aanvullend embedded value report. Dit rapport geeft uitgebreide

informatie over de embedded value. Het wel of niet uitgeven van een embedded value report

ondermijnd de vergelijkbaarheid niet perse, echter geven de ondernemingen met een

embedded value report veel meer informatie weer en dat zorgt ervoor dat het beeld van de ene

onderneming veel uitgebreider is dan die van de ander.

39

De principes die worden gevolgd bij het openbaar maken van embedded value informatie

verschillen ook tussen de verzekeringsmaatschappijen. Er zijn twee mogelijkheden, of er

wordt gebruik gemaakt van de Market Consistent Embedded Value of van de European

Embedded Value. Drie ondernemingen volgen de MCEV principes en twee ondernemingen

volgen de EEV principes. De gekozen methodologie is vaak gekozen op basis van de meest

gunstige uitkomst. De EEV neemt bijvoorbeeld de ‘renewals’ (verlengingen) niet mee in de

embedded value berekeningen en dit kan voor sommige ondernemingen zorgen voor een

minder gunstige uitkomst. Echter komt de vergelijkbaarheid in het gedrang als er

verschillende principes worden gebruikt, een uniforme standaard die verplicht is voor alle

levensverzekeringsmaatschappijen zou een oplossing zijn.

Over het algemeen worden dezelfde dingen meegenomen in de embedded value

berekeningen. De ‘covered business’ is altijd de levensverzekeringsbusiness en in twee

gevallen ook de pensioenverzekeringsbusiness. Allianz is de enige onderzochte

verzekeringsmaatschappij die lange termijn zorgverzekeringen meeneemt in de berekeningen.

De aannames die gedaan worden door de ondernemingen laten veel overlap zien. De ene

verzekeringsmaatschappij is specifieker in de aannames en laat meer aannames zien. Inflatie,

belasting, sterftecijfers en kosten zijn de meest gemaakte aannames. De meeste

ondernemingen zijn ook wel gedetailleerd in hun aannames, en dit is goed voor de

vergelijkbaarheid en voor de transparantie. Wanneer er gedetailleerd wordt beschreven welke

aanname gedaan is vergemakkelijkt dit vergelijkbaarheid, omdat duidelijk is waar de

onderneming vanuit is gegaan.

Het laatste criterium betreft de disconteringsvoet die gebruikt is door de onderneming om de

toekomstige cashflows te berekenen. Deze disconteringsvoet is bij elke

verzekeringsmaatschappij, die embedded value informatie openbaar maken, anders. De

cashflows die gegenereerd worden, zijn totaal niet met elkaar te vergelijken, omdat ze

allemaal met andere percentages verdisconteerd zijn. De toekomstige cashflows zijn echter

erg belangrijk bij het berekenen van de embedded value en is het dus van belang dat deze op

dezelfde manier worden berekend wil er onderlinge vergelijking mogelijk zijn.

Al met al blijkt dat embedded value informatie van levensverzekeringsmaatschappijen, als het

al openbaar wordt gemaakt, niet erg vergelijkbaar is. Er zijn veel verschillen tussen

verzekeringsmaatschappijen in de manier waarop embedded value wordt behandelt, zowel in

de berekening als in de gevolgde principes.

40

Hoofdstuk 6: Regelgeving

Dit hoofdstuk zal zich voornamelijk richten op de regelgeving voor de jaarrekening van

pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen. De verzekeringsmaatschappijen die in

hoofdstuk 3 zijn onderzocht rapporteren allen volgens IFRS. Om die reden zal deze standaard

worden uitgelegd, maar af en toe zal uitgeweken worden naar de Nederlandse wet- en

regelgeving omdat IFRS 4 nog niet compleet is. De Nederlandse wet- en regelgeving heeft

regels opgesteld voor de verslaggeving door verzekeringsmaatschappijen en IFRS 4 heeft

betrekking op verzekeringscontracten.

Allereerst zullen de algemene regels voor de jaarrekening van verzekeringsmaatschappijen

worden beschreven. Er zal ingegaan worden op de balans, de winst- en verliesrekening en

IFRS 4. Vervolgens zal nogmaals kort worden ingegaan op de behoefde aan embedded value

in de verslaggevingsregels en als laatst wordt er gekeken naar de mogelijkheden die er zijn

voor het opnemen van de embedded value in de jaarrekening, zodat de gebruiker in staat is te

vergelijken.

Balans

De balans van een verzekeringsmaatschappij verschilt deels van de balans van een reguliere

onderneming en is op sommige plekken anders ingedeeld. De indeling van een dergelijke

balans staat vermeld in bijlage 1.

De debetzijde van de balans van een verzekeringsmaatschappij bevat, van boven naar beneden

de immateriële vaste activa, gevolgd door de beleggingen, vorderingen, overige activa en

overlopende activa.

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Het is echter ook

toegestaan deze op te nemen tegen de eigen waarderingsgrondslagen en het verschil ten

opzichte van de reële waarde te activeren. IFRS noemt dit ook wel de ‘gesplitste presentatie’.

Onder beleggingen worden verschillende soorten beleggingen onderscheiden.

Vastgoedbeleggingen worden volgens IAS 40 gewaardeerd tegen reële waarde of tegen

kostprijs minus afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in

groepsmaatschappijen en deelnemingen worden gewaardeerd tegen de nettovermogenswaarde

en voor de overige beleggingen laat IFRS de keuze vrij, echter wordt er vaak gekozen voor

een waardering tegen reële waarde (Ernst & Young, 2012).

De creditzijde van de balans is onderverdeeld in het eigen vermogen, technische

voorzieningen, schulden en overlopende passiva.

41

Het eigen vermogen van een verzekeringsmaatschappij is vooral van belang in het kader van

de solvabiliteitseisen. In de toelichting van de balans moeten dan ook de minimaal vereiste, de

door het bestuur gewenste en de aanwezige solvabiliteitsmarge worden vermeld. De minimale

solvabiliteit staat beschreven in het Europese document; Solvency II. Er zijn een aantal

technische voorzieningen te noemen, echter de technische voorziening die vooral gebruikt

wordt bij levensverzekeringsmaatschappijen is de voorziening levens-

verzekeringsverplichtingen (VVP). Deze voorziening omvat de verplichtingen die ontstaan uit

niet verdiende premies, vastgestelde maar nog niet betaalde uitkeringen en andere

verplichtingen uit hoofde van levensverzekeringscontracten. Hierop is het aandeel van de

herverzekeraar, zijn de acquisitiekosten en de te amortiseren rentestandkortingen in mindering

gebracht. De waardering van de voorziening VVP vindt plaats volgens een ‘voldoende

voorzichtige prospectieve actuariële methode’. Er wordt rekening gehouden met

verdiscontering, alle toekomstige kasstromen, het afschrijvingsschema voor rentestandkorting

en de sterftetafel en leeftijdscorrecties. De rentestandkorting is een premiekorting, welke

gebaseerd is op het verschil tussen verschillende verwachte beleggingsopbrengsten. De

pensioenverplichtingen worden onder deze voorziening altijd afzonderlijk verantwoord

volgens IAS 19. Het onderdeel schulden aan de creditzijde van de balans gaat in op alle

schulden van de verzekeringsmaatschappij. Op het gebied van belastingverplichtingen vereist

IAS 12 een nominale waardering (Ernst & Young, 2012).

Winst- en verliesrekening

De winst- en verliesrekening van een verzekeringsmaatschappij kan worden opgedeeld in de

technische rekening en de niet-technische rekening. Er kan onderscheid gemaakt worden

tussen de technische rekening schade en de technische rekening leven. Er zal hier echter

alleen worden ingegaan op de technische rekening leven, omdat de regelgeving specifiek voor

schadeverzekeringen niet relevant is. De indeling van de technische rekening leven staat

vermeld in bijlage 2. De niet-technische rekening begint met het resultaat van de technische

rekening en bevat onder andere overige- en buitengewone basten en lasten.

IFRS bevat slechts de elementaire voorschriften voor presentatie van IAS 1. In de Exposure

Draft voor Phase II van IFRS 4 wil men echter de resultaten op nieuwe productie afzonderlijk

tonen, net als de wijzigingen in verplichtingen als gevolg van afwijkingen tussen uitkomsten

en schattingen en wijzigingen in aannames. Deze splitsing geeft inzicht in de mutaties die

door het management kunnen worden beïnvloed en de mutaties die het gevolg zijn van

externe invloeden. Deze splitsing wordt al gemaakt in rapportages van de embedded value. De

42

zogenaamde “Summarised Margin” presentatie geeft niet langer het premievolume weer, de

premies en uitkeringen moeten worden verwerkt in de toelichting (Ernst & Young, 2012).

De technische rekening leven bevat (zie bijlage 2) de verdiende premies,

beleggingsopbrengsten, overige technische baten en lasten, uitkeringen eigen rekening,

wijziging technische voorziening levensverzekering, winstdeling en kortingen en

bedrijfskosten. De verdiende premies bestaan uit de bruto premies en koopsommen, uitgaande

herverzekeringspremies en de wijziging technische voorziening niet-verdiende premies en

lopende risico’s. Onder IFRS worden de herverzekeringspremies als lasten verantwoord en

IFRS 4 bevat slechts beperkte regels voor de verantwoording van premies. De

beleggingsopbrengsten kunnen worden onderverdeeld in technische- en niet-technische

beleggingsopbrengsten. De technische beleggingsopbrengsten kunnen voor het risico van de

verzekeringsmaatschappij zijn, of voor het risico van de polishouder. IFRS 4 kent geen

specifieke regels voor beleggingsopbrengsten maar de RJ beveelt aan om ongerealiseerde- en

gerealiseerde positieve en negatieve resultaten te salderen op de winst- en verliesrekening. De

overige technische baten en lasten zijn de overige resultaten die samenhangen met de

bedrijfsuitoefening. De uitkeringen betreft betalingen die zijn gedaan aan polishouders met

betrekking tot onder andere overlijdensuitkeringen, pensioenen en lijfrenten. De wijziging van

de technische voorziening levensverzekering bestaat uit het verschil tussen het begin- en het

eindsaldo van deze voorziening. Dit verschil is het gevolg van financiële transacties,

bijtellingen van economisch-actuariële grondslagen en van afwijkingen tussen de

werkelijkheid en eerder gedane aannames. Deze aannames hebben voornamelijk betrekking

op de sterftecijfers en levensverwachtingen. De post winstdeling en kortingen bevat onder

andere bedragen die gereserveerd zijn voor winstdelingen aan polishouder en

premiekortingen. Het laatste onderdeel van de technische rekening zijn de bedrijfskosten en

die worde onderverdeeld in: acquisitiekosten, wijziging overlopende acquisitiekosten,

beheers- en personeelskosten (afschrijving bedrijfsmiddelen) en provisie en winstdeling

ontvangen van herverzekeraars (Ernst & Young, 2012).

IFRS 4

IFRS 4 is de internationale accountingstandaard voor de behandeling van

verzekeringscontracten (insurance contracts). IFRS 4 heeft betrekking op alle

verzekeringscontracten (inclusief herverzekeringscontracten) van een onderneming,

uitzonderingen daargelaten. Deze standaard biedt een tijdelijke vrijstelling van de

voorschriften van sommige andere IFRS standaarden, zoals de verplichting om IAS 8

43

Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten te gebruiken bij

het selecteren van de grondslagen voor verzekeringscontracten. IFRS 4 werd uitgegeven in

2004 en moet worden toegepast op boekjaren vanaf begin 2005 (Deloitte, 2013).

1 april 2001 Uitgebreid project verzekeringscontracten overgedragen van de IASC aan de

IASB

Mei 2002 Korte termijn verzekeringscontracten gesplitst van het uitgebreide project

31 juli 2003 Exposure Draft ED 5 Insurance Contracts

31 maart 2004 IFRS 4 Insurance Contracts

1 januari 2005 Toepassingsdatum IFRS 4

18 augustus 2005 Aanpassing IFRS 4 voor financiële garantiecontracten

Tabel 8 Geschiedenis IFRS 4 (Deloitte, 2013)

De IASB heeft het ontwikkelen van IFRS 4 voor verzekeringscontracten (IFRS 4) opgesplitst

in twee fasen. De uitkomst van fase 1 (op 31 maart 2004) was een opzet voor de huidige

standaard en ging voornamelijk over de behandeling van verzekeringsverplichtingen. Over het

algemeen werd er niet gedetailleerd in gegaan op de procedures die gevolgd moeten worden

bij verzekeringscontracten en om die reden is er nog steeds sprake van veel onduidelijkheid.

De uiteindelijke standaard wordt opgesteld in fase 2, deze standaard zal zorgen voor een

marktgeoriënteerde waardering van verzekeringscontracten, echter is er tot op heden enkel

een exposure draft uitgebracht in 2010 (Post, 2007).

IFRS 4 gaat in op verzekeringscontracten en niet op verzekeringsmaatschappijen en mag dus

alleen toegepast worden op verzekeringsverplichtingen en posten die daar direct mee

verbonden zijn. De technische samenvatting van IFRS 4 die is verschenen op 1 januari 2012

definieert een verzekeringscontract als volgt: “een verzekeringscontract is een contract

waarbij de ene partij (de verzekeraar) een significant verzekeringsrisico accepteert van een

andere partij (de polishouder), de polishouder wordt door de verzekeraar gecompenseerd als

44

een gespecificeerde onzekere gebeurtenis plaatsvind in de toekomst (de verzekerde

gebeurtenis) welke de polishouder negatief beïnvloed”.

Er zijn drie soorten contracten die niet onder IFRS 4 (mogen) vallen;

- Personeelsbeloningen, wat voor levensverzekeraars kan leiden tot een herrubricering

van de pensioenverzekeringen van eigen personeel.

- Garanties van fabrikant aan de klant.

- De waardering en presentatie van verzekeringscontracten door de polishouder, tenzij

de polishouder een verzekeraar is.

De waardering van een verzekeringscontract wordt gebaseerd op de kasstromen,

verdiscontering tegen actuele marktrente, met toevoeging van een marge voor onzekerheid en

het verschil tussen de eerste waardering van het contract en de ontvangen premie (de residual

margin) (Ernst & Young, 2012).

IFRS 4 heeft twee uitgangspunten geformuleerd voor de toelichting, namelijk dat er een

specificatie van en toelichting op de bedragen in balans en winst- en verliesrekening moet

komen en dat de toelichting informatie moet bevatten over de geschatte omvang en timing

van toekomstige kasstromen en de onzekerheden die daarbij horen (Ernst & Young, 2012).

Verschillende zaken moeten, volgens IFRS 4, openbaar worden gemaakt. De standaard vereist

bekendmaking van:

Informatie die gebruikers helpt de bedragen, die voortvloeien uit

verzekeringscontracten, in de jaarrekening van de verzekeraar te begrijpen. Deze

informatie moet bestaan uit:

o De grondslagen die gehanteerd worden voor verzekeringscontracten en de

daarmee verbonden activa, verplichtingen, baten en lasten.

o De opgenomen activa, verplichtingen, inkomen, kosten en kasstromen die

voortvloeien uit verzekeringscontracten.

o Informatie over de aannames die gedaan zijn bij de beoordeling van activa,

verplichtingen, inkomen en kosten, inclusief een openbaarmaking van deze

aannames.

o De effecten van een verandering in aannames.

o Mutatieoverzichten van de verzekeringsverplichtingen, herverzekeringsactiva,

en, indien van toepassing, hiermee verband houdende acquisitiekosten.

45

o Wanneer de verzekeraar een cedent is, een soort tussenpersoon, zijn er nog

extra toelichtingen vereist.

Informatie die gebruikers helpt om de aard en omvang van risico's die voortvloeien uit

verzekeringscontracten te beoordelen. Deze informatie bevat:

o Doelstellingen en het beleid van risicomanagement.

o De voorwaarden van verzekeringscontracten die een materieel effect hebben

op de omvang, timing en de onzekerheid van toekomstige kasstromen.

o Informatie over het verzekeringsrisico.

o Informatie over het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het marktrisico,

wanneer de verzekeringscontracten vallen onder IFRS 7 (“Financial

Instruments; Disclosures”).

o Informatie over het marktrisico omtrent derivaten, wanneer deze niet worden

gewaardeerd tegen de reële waarde. (Deloitte, 2013)

Embedded value in de jaarrekening

Nadat Phase I van het IFRS 4 project was afgerond en de standaard in gebruik kon worden

genomen bleven verzekeraars lokale regelgeving gebruiken, omdat IFRS 4 slechts globaal

ingaat op verzekeringscontracten en er geen gedetailleerde accountingprincipes in worden

vermeld. Embedded value reporting zal echter, wanneer het uniform wordt geïmplementeerd,

zorgen voor grotere vergelijkbaarheid van de financiële resultaten tussen ondernemingen. De

implementatie van de Europese embedded value principes was een stap in de goede richting,

ze moesten de methodologie omtrent embedded value standaardiseren. Echter is gebleken dat

elke onderneming zijn eigen manieren heeft voor het presenteren van de embedded value, als

de embedded value überhaupt openbaar wordt gemaakt (Serafeim, 2011).

Onder de huidige verslaggevingsregels voor verzekeringsmaatschappijen is het verstrekken

van informatie omtrent de embedded value niet verplicht. De onderneming heeft zelf de keuze

om de informatie te verstrekken, in de jaarrekening of in een aanvullend rapport.

In hoofdstuk 3 is naar voren gekomen dat embedded value reporting van belang kan zijn voor

verschillende gebruikers van de jaarrekening, zoals aandeelhouders en investeerders, en dat

het openbaar maken van de embedded value zal zorgen voor een daling in de informatie

asymmetrie.

46

Mogelijkheden

De embedded value komt op dit moment bij verschillende levensverzekeringsmaatschappijen

voor in de jaarrekening. Echter rapporten deze ondernemingen de embedded value allemaal

op verschillende manieren. Een uniforme standaard voor het rapporteren van de embedded

value lijkt een oplossing voor de gebruiker van de jaarrekening. Dit kan ervoor zorgen dat de

waarde van de verzekeringsportefeuille vergelijkbaar is voor onder andere de aandeelhouders

en de investeerders.

Voor de wijze waarop de embedded value informatie zou kunnen worden verstrekt zijn drie

alternatieven denkbaar;

- Ten eerste is het mogelijk de winstcapaciteit van de verzekeringsportefeuille op te

nemen in de balans als afzonderlijke post.

- Ten tweede kan de embedded value opgenomen worden in de jaarrekening als

aanvullende informatie. Bijvoorbeeld als onderdeel van het bestuursverslag of onder

de kerncijfers.

- De laatste mogelijkheid is de embedded value openbaar maken als “los” gegeven dat

kan worden gebruikt bij presentaties aan aandeelhouders of analisten. De embedded

value zal een apart, op zichzelf staand, onderdeel worden van de jaarrekening.

(Actuarieel Genootschap, 1995)

Op dit moment zijn er een beperkt aantal regels voor het opnemen van embedded value

informatie in de jaarrekening. Doordat de regelgeving niet uitgebreid en gedetailleerd is, past

het opnemen van embedded value informatie in de jaarrekening goed in de regelgeving.

Wanneer de regels strikt zijn is het lastiger deze regelgeving aan te passen of nieuwe regels

toe te voegen. Echter voor de regelgeving omtrent embedded value geldt dit niet, waardoor er

mogelijkheden bestaan voor gedetailleerde, uniforme regels.

47

Advies

Informatie over een onderneming is bruikbaarder wanneer het kan worden vergeleken met

gelijke informatie over een andere periode en met gelijke informatie over andere

ondernemingen. Vergelijkbaarheid is een van de kwalitatieve karakteristieken die ervoor

zorgen dat de jaarrekening bruikbaar is voor gebruikers. (IASB, 2010)

Uit de analyse blijkt dat verschillende pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen de

embedded value rapporteren op hun eigen wijze. De regelgeving die gevolgd wordt is

verschillend, de manier van openbaar maken is verschillend en de manier van berekenen is

verschillend. Alle verschillen leiden ertoe dat embedded value informatie van

levensverzekeringsmaatschappijen niet vergelijkbaar is voor de gebruikers van de

jaarrekening. Daarnaast bevatten de embedded value rapportages accountantsverklaringen

waar de gebruiker weinig aan heeft, omdat deze enkel verklaren dat de gestelde methodologie

en aannames ook daadwerkelijk worden gevolgd. Er wordt geen daadwerkelijke controle

uitgevoerd. Om de vergelijkbaarheid van embedded value informatie te verbeteren zal het van

belang zijn embedded value informatie op gelijke wijze openbaar te maken. Wanneer deze

informatie op dezelfde manier bekend wordt gemaakt aan de gebruikers zullen zij veel beter

in staat zijn de informatie te vergelijken met vorige perioden of met andere

verzekeringsmaatschappijen.

Het op dezelfde manier openbaar maken van embedded value informatie kan enkel gebeuren

wanneer hier uitgebreide regelgeving voor wordt opgesteld. Accountants hebben in dat geval

ook de mogelijkheid een goede controle uit te voeren aan de hand van een checklist op basis

van de regels. Regelgeving omtrent embedded value bestaat al, echter gaat deze regelgeving

niet specifiek in op de manier waarop embedded value moet worden omschreven in de

48

jaarrekening. De Europese embedded value principes en de markt consistente embedded value

principes geven enkel aan wat er openbaar moet worden gemaakt indien er embedded value

informatie wordt vrijgegeven. IFRS 4 omvat enkel de behandeling van

verzekeringscontracten, maar omdat deze standaard niet gedetailleerd genoeg is rapporteren

de verzekeringsmaatschappijen volgens de lokale regelgeving.

Het advies dat aan de hand van deze bevindingen kan worden uitgebracht gaat zodoende over

specifieke regelgeving voor het openbaren van embedded value informatie in een uniforme

standaard die toegepast wordt door alle beursgenoteerde (levens)verzekeringsmaatschappijen.

De ondernemingen die rapporteren volgens IFRS zouden terug moeten kunnen vallen op een

standaard die uitgebreid en gedetailleerd omschrijft hoe er moet worden omgegaan met

embedded value. Wanneer alle ondernemingen rapporteren volgens diezelfde standaard zal de

informatie vergelijkbaar en overzichtelijk zijn voor de gebruikers. De eerste stap is het

gedetailleerder maken van IFRS 4, zodat de behandeling van verzekeringscontracten in ieder

geval uniform gebeurt. Vervolgens zou deze standaard een extra module kunnen krijgen

waarin wordt beschreven hoe embedded value moet worden behandelt en hoe embedded

value informatie openbaar moet worden gemaakt in de jaarrekening.

49

Conclusie

De conclusie staat in het teken van het beantwoorden van de onderzoeksvraag. De

onderzoeksvraag luidt als volgt:

Welke toegevoegde waarde voor de gebruiker van de jaarrekening heeft het opnemen van de

embedded value in de jaarrekening van pensioen- en levensverzekeringsmaatschappijen?

Deze onderzoeksvraag is in het eerste hoofdstuk geïntroduceerd en kan worden beantwoord

aan de hand van de opgestelde deelvragen. De deelvragen zijn elk in een hoofdstuk

beantwoord en de bevindingen die gedaan zijn leiden tot het antwoord op de

onderzoeksvraag.

Uit het onderzoek is gebleken dat het opnemen van de embedded value van toegevoegde

waarde kan zijn voor de gebruikers van de jaarrekening van pensioen- en

levensverzekeringsmaatschappijen. Wanneer embedded value informatie op dezelfde manier

openbaar wordt gemaakt door de verschillende verzekeringsmaatschappijen zal dit leiden tot

een zeer gunstig effect op de vergelijkbaarheid. Op dit moment gebeurt dit niet en om die

reden zijn levensverzekeringsmaatschappijen niet te vergelijken door gebruikers. De

belangrijkste toegevoegde waarde van het opnemen van embedded value informatie in de

jaarrekening is dan ook de vergelijkbaarheid. Embedded value geeft de waarde van een

verzekeringsmaatschappij weer aan de hand van de toekomstige kasstromen van de huidige

(lange termijn) verzekeringsportefeuille. Wanneer elke verzekeringsmaatschappij deze

informatie op een uniforme wijze openbaar maakt, door middel van een eenduidige opname in

50

de jaarrekening, zal de waarde en de toekomstige winstgevendheid van

verzekeringsmaatschappijen een stuk beter te vergelijken zijn.

Voordat er een uniforme standaard kan worden opgesteld voor het openbaar maken van

embedded value informatie in de jaarrekening zal er extra onderzoek moeten worden gedaan.

Extra onderzoek zal meer buitenlandse verzekeringsmaatschappijen moeten meenemen voor

een breder beeld en zal specifieker moeten kijken naar de mogelijke regelgeving.

Wanneer alle verzekeringsmaatschappijen embedded value informatie in de jaarrekening op

dezelfde wijze openbaar maken is dit een verbetering van de vergelijkbaarheid voor de

gebruiker. Echter zal de beste manier om dit te realiseren nog moeten worden onderzocht.

Literatuurlijst

Artikelen

Bushman, R. M. & Smith, A. J. (2003). Transparency, financial accounting information, and corporate governance. FRBNY Economic Policy Review, April 2003, 65-87.

Doff, R. (2005). Economic capital voor verzekeraars. Maandblad Accountancy en bedrijfseconomie, november 2005, 582-589.

O'Keeffe, P. J. L., Desai, A. J., Foroughi, K., Hibbett, G. J., Maxwell, A. F., Sharp, A. C. … Willis, F. J. P. (2005). Current developments in embedded value reporting. British Actuarial Journal, 11, 407-479. DOI: 10.1017/S1357321700003226

Post, T., Gründl, H., Schmidl, L. & Dorfman, M.S. (2007). Implications of IFRS for the European insurance industry – Insights from capital market theory. Risk Management and Insurance Review, Vol. 10, 247-265. DOI: 10.1111/j.1540-6296.2007.00117.x

Serafeim, G. (2011). Consequences and institutional determinants of unregulated corporate financial statements: Evidence from embedded value reporting. Journal of Accounting Research, Vol. 49, 529-571. DOI: 10.1111/j.1475-679X.2011.00401.x

Internet

Deloitte. IFRS 4 – Insurance Contracts. Verkregen op 31 mei, 2013, van http://www.iasplus.com/en/standards/ifrs4.

Technical summary IFRS 4 (2012). Verkregen op 31 mei, 2013, van http://www.ifrs.org/IFRSs/Documents/English%20Web%20summaries/IFRS%204.pdf

IASB (2010). The conceptual framework for financial reporting. Verkregen op 7 juni, 2013, van http://eifrs.ifrs.org/eifrs/stdcontent/2012_Red_Book/Conceptual_Framework.html

51

Boeken

Actuarieel Genootschap (1995). Embedded value. Amsterdam: Nivra.

Ernst & Young (2012). Handboek jaarrekening, Toepassing van de Nederlandse wet- en regelgeving en IFRS. Kluwer.

Raad van Jaarverslaggeving (2007). Richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Kluwer.

Jaarverslagen

Achmea (2012). Annual report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.achmea.com

Achmea (2012). Embedded value report. Verkregen op 3 mei, 2013, van www.achmea.com

Delta Lloyd (2012). Annual Report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.deltalloydgroep.com

Delta Lloyd (2012). Embedded value report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.deltalloydgroep.com

ING (2012). Annual report. Verkregen op 22 maart, 2013, van www.ing.com

Aegon (2012). Annual report. Verkregen op 3 mei, 2013, van www.aegon.com

Allianz (2012). Annual report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.allianz.com

Allianz (2012). Embedded value report. Verkregen op 7 april, 2013, van www.allianz.com

AXA (2012). Annual report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.axa.com

AXA (2012). Embedded value report. Verkregen op 7 april, 2013, van www.axa.com

Prudential (2012). Annual report. Verkregen op 8 april, 2013, van www.prudential.com

52

Bijlage 1

Debet

A Immateriële activa1 kosten van oprichting en van

uitgifte van aandelen …2 kosten van onderzoek en

ontwikkeling …3 concessies, vergunningen en

intellectuele eigendom …4 goodwill …5 vooruitbetaald op immateriële

activa ……

B BeleggingenI Terreinen en gebouwen

1 voor eigen gebruik …2 overige terreinen en gebouwen …

II Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen1 deelnemingen in groepsmaat-

schappijen …2 obligaties uitgegeven door en

vorderingen op groeps- maatschappijen …

3 andere deelnemingen …4 obligaties uitgegeven door

en vorderingen op participantenen op maatschappijen waarinwordt deelgenomen …

III Overige financiële beleggingen1 aandelen, deelnemingsbewijzen

en andere niet-vastrentendewaardepapieren …

2 obligaties en andere vast-rentende waardepapieren …

3 belangen in beleggingspools …4 vorderingen uit hypothecaire

leningen …5 vorderingen uit anderen

leningen …6 deposito’s bij krediet-

instellingen …7 andere financiële beleggingen …

IV Depots bij verzekeraars ……

C Beleggingen voor risico van polis-houders en spaarkasbeleggingen

Credit

A Eigen vermogenI gestort en opgevraagd kapitaal

…II goodwill …III herwaarderingsreserve …

53

IV wettelijke en statutaire reserves1 wettelijke …2 statutaire …

V overige reserves …VI onverdeelde winst …

B Achtergestelde schulden…

C Technische voorzieningenI voor niet verdiende premies en

lopende risico’s:a bruto …b herverzekeringsdeel …

II voor levensverzekering:a bruto …b herverzekeringsdeel …

III voor te betalen schaden/uitkeringen:a bruto …b herverzekeringsdeel …

IV voor winstdeling en kortingena bruto …b herverzekeringsdeel …

V overige technische voorzieningena bruto …b herverzekeringsdeel …

D Technische voorzieningen voor verzekeringen waarbijpolishouders het beleggings-risico dragen en voorspaarkassena bruto …b herverzekeringsdeel …

D VorderingenI vorderingen uit directe verzekering op

1 verzekeringsnemers …2 tussenpersonen …

II vorderingen uit herverzekering …III overige vorderingen …IV van aandeelhouders

Opgevraagde stortingen ……

E Overige activaI materiële vaste activa en

voorraden …II liquide middelen …III andere activa …

F Overlopende activaI lopende rente en huur …II overlopende acquisitiekosten …III overige overlopende activa …

Verkregen uit:Ernst & Young. Handboek jaarrekening 2012

E Voorziening1 voor pensioenen …2 voor belastingen …3 overige …

F Depots van herverzekeraars…

G SchuldenI schulden uit directe verzekering ...II schulden uit herverzekering ...III converteerbare leningen …IV andere obligaties en onderhandse

54

leningen …V schulden aan kredietinstellingen …VI overige schulden …

H Overlopende passiva …

Bijlage 2

Verdiende premies eigen rekeningBrutopremies …Uitgaande herverzekeringspremies …Wijziging technische voorziening niet-verdiende premies eigen rekening …

…Opbrengsten uit beleggingen1 Opbrengsten uit deelnemingen …2 Opbrengsten uit andere beleggingen

- terreinen en gebouwen …- overige beleggingen …

…3 Waardeveranderingen van beleggingen …4 Gerealiseerde winst op beleggingen …

…Niet-gerealiseerde winst op beleggingen …

Overige technische baten eigen rekening …

Uitkeringen eigen rekeningUitkeringen- bruto …- aandeel herverzekeraars …

…Wijziging voorziening voor te betalen uitkeringen- bruto …- aandeel herverzekeraars …

……

Wijziging overige technische voorzieningen eigen rekeningVoorziening voor levensverzekering

55

- bruto …- aandeel herverzekeraars …

…Overige technische voorzieningen …

…Winstdeling en kortingen …

Bedrijfskosten1 acquisitiekosten …2 wijziging overlopende acquisitiekosten …

…3 beheers- en personeelskosten; afschrijvingen bedrijfsmiddelen …4 provisie en winstdeling ontvangen van herverzekeraars …

Beleggingslasten1 beheerskosten en rentelasten …2 waardeveranderingen van beleggingen …3 gerealiseerd verlies op beleggingen …

Niet-gerealiseerd verlies op beleggingen …

Overige technische lasten eigen rekening …

Aan niet-technische rekening toegerekende opbrengst uit beleggingen …

Resultaat technische rekening levensverzekering …

56