Elia in de woestijn (19 zondag door het jaar B)
Transcript of Elia in de woestijn (19 zondag door het jaar B)
1 .
D a g m e n s e n o m m i j h e e n
i n d e z e k r i n g v a n h o o p ,
g e r o e p e n é é n v o o r é é n
t o t d i e n s t e n w e d e r d o o p .
D a g l e v e n s b o e k , G o d s w o o r d
d a t v u u r u i t s t e e n w i l s l a a n ;
d a g l e v e n s b r o o d , G o d s w o o r d
d a t v o e d t o m o p t e s t a a n .
2 .
D a g s a b b a t , l i e v e b r u i d ,
o n m i s b a a r z o n d a g s k i n d
d a t o n z e t o e k o m s t d u i d t
e n v a n b e v r i j d i n g z i n g t .
D a g l i e v e d a g v a n G o d
d i e k o m t d o o r a l l e s h e e n ,
d i e k e e r t o n s s c h i j n b a a r l o t ,
o n s e e u w i g h a n d g e m e e n .
(van O
pberg
en J
an /
Vale
riu
s)
Ta
izé)
Wie durft nog spreken uit naam van god?
Wie kwam hem hier ooit tegen,
wie is nog om hem verlegen?
De lucht is dicht en sprookjes zijn verleden tijd.
Wie bidt nog: 'Vader, U, die in de hemel zijt'?
Wie weet waarom hij heeft afgedaan?
Waarom is hij geweken,
is hij elders neergestreken ?
Weet ik teveel of niet genoeg, ben ik soms blind,
dat ik geen god of hemel in mijn leven vind ?
Of moet ik t'rug waar het ooit begon,
naar armen en ontheemden
van dichtbij tot in den vreemde,
tot in de arme die ik zelf in wezen ben
en zal ik dan weer horen uitgesproken Hem ?
(van O
pberg
en J
an /
'alle
n d
ie w
ille
n n
aar
Isla
nd g
aan‘)
[Voorganger]
Er is een adem
die niet naar de longen gaat,
die heel de wereld - rondom opzuigt
tot een hemelse ervaring,
tot vreugde of weemoed,
tot ontroering in een broos geluk.
[Al]
Er is een adem
die niet naar de longen gaat
maar geprikkeld door de werkelijkheid,
die profeten brandstof geeft
om zich te verzetten
tegen onrecht en verdwazing.
[Vg]
Er is een adem
die niet naar de longen gaat
maar die het hart beweegt
en de liefde wekt.
Een adem die in- en uitgaat
en mensen
met elkaar verbindt.
[Al]
Er is een adem die onze handen vouwt
en ons doet bidden
die ons doet kijken naar het grote Licht.
Die adem noemen wij de heilige Geest,
de adem van God
die chaos tot kosmos schiep,
die van mensen échte mensen maakt
en de wereld elke dag weer kansen geeft.
[Vg]
De adem Gods brengt ons bijeen
als mensen zonder grenzen
zonder onderscheid
van godsdienst of geloof
maar bouwend aan dezelfde droom:
een wereld als een zalig huis
om in te wonen
[Al]
Van die adem leven wij,
en in die Geest geloven wij.
Die Geest die wij
samen met de Vader en de Zoon
aanbidden en verheerlijken,
die wij noemen
onze levensadem voor eeuwig.
(
'Biesbrouck Peter)
3 . T e k e n s v a n l e v e n o n s g e g e v e n ,
m e n s e n d i e h o u d e n v a n e l k a a r .
D o o r n e n t o t b l o e d e n s t o e v e r g e v e n ,
G o d z i j t G i j h i e r o f z i j t G i j d a a r ?
W o o n t o c h v o o r g o e d h i e r i n o n s m i d d e n
e n d r a a g o n s a l s d e d o o d o n s d r e i g t .
W e e s i n d e v r o e g t e z e l f o n s b i d d e n ,
V a d e r d i e n a a r o n s r o e p e n n i j g t .
4 . B r o o d o n s g e g e v e n , w i j n g e s c h o n k e n ,
W o o r d d a t n a a r e e u w i g l e v e n g e u r t .
W a t e r b e w a n d e l d , n i e t g e z o n k e n ,
w a t n i e t g e b e u r e n k a n g e b e u r t .
K a l e n d e a k k e r s v o l v a n k o r e n ,
e n p i j n d i e t o c h n a a r v r e u g d e s m a a k t .
G r i j z e n d e m e n s e n n i e u w g e b o r e n ,
e e n h a n d d i e o n z e d o r h e i d r a a k t .
(Onbekend /
Oom
en A
nto
ine)
[Voorganger]
Was heel het volk toch maar profeet,
Heer God, maar Jouw dag
is nog steeds niet gekomen
en nog altijd moeten we bidden,
tegen uitbuiters,
tegen machten die ons afhouden
van vrede en gerechtigheid
[Allen]
Nog steeds worden Jouw profeten,
achtervolgd, gedood,
en staan wij dagelijks weer bloot
aan de verleiding om niets te doen,
aan de gang van zaken,
de loop van het onrecht,
de macht van de wanorde.
[Vg] Wie, Heer God, houdt het vol
een heel leven lang een geweten te hebben
en voor gek te staan ? Onmachtig zijn we zelfs
om vrede te maken in eigen huis of hart.
Wij zijn niet beter dan die mensen die genoegen
nemen met wat rust en vrede in een klein
bestaan - gordijn dicht, deur op slot.
De kilte komt van buiten
en ons hart heeft niet voldoende vuur
om alles en iedereen te verwarmen
[Al]
Misschien is het toch wel Jouw Geest
die ons verbiedt
ons dan maar neer te leggen
bij ons eigen machteloos gevoel.
Misschien is het Jouw Geest
die ons de brood en water geeft,
kracht om uit te breken,
uit ons angstige bestaan.
[Vg]
Misschien dat Jouw
nog onvoltooide dag
toch wel begonnen is in ons
en in zovele mensen,
als een verlangen naar elkaar,
naar een wereld in vrijheid en vrede
[Al] We durven toch nog hier te komen om zingend, luisterend,
sprekend als kleine profeten Jouw belofte te verkondigen.Maak dat dan waar in ons,
en laat het brood, en het woord van Jezus
weer voor ons zijn: een stootje in de rug,
een licht in donkere tijden. [ RECHTSTAAN ]
[Vg]
Daarom durven wij vandaag opnieuw
herhalen wat Hij ons heeft voorgedaan
op die avond voor zijn lijden en dood:
…
Doe ons nu opstaan uit onze geslotenheid,
onze ontmoediging en berusting.
[Al] Breek ons open naar elkaar
en naar onze medemensen:
leer ons zien met Jouw ogen,
luisteren met Jouw oren,
en maak ons creatief in onze inzet.
Sterk in ons het gelovig vertrouwen
dat een nieuw begin altijd mogelijk is,
voor ieder mens,
en voor heel onze aarde.
[Vg]
Ga op weg met ons,
Jouw gemeenschap hier op Ten Bos,
en sterk ons
voor onze zending in deze wereld.
[Al] Leer ons de tekenen van deze tijd met nieuwe ogen lezen
om er met moed op in gaanen zo gelukkig te worden.
Maak ons aandachtig voor de echte noden van vandaag,
de noden van de kleinsten en de minsten.Geef wijsheid, inzicht en moed aan hen
die – in Jezus’ naam -voorgangers zijn voor Jouw kerk.
[Vg] Ga met ons mee,
en verzamel ons eens allemaal
rond het grote feestmaal
van Jouw Liefde,
als eens Jouw Rijk zijn voltooiing vindt.
Dan mogen wij thuis komen bij Jou,
en Je eindelijk noemen
en erkennen als ‘Vader van alle mensen’
Vader van alle mensen
onzichtbaar, toch dichtbij.
Jouw naam is heel bijzonder:
"Je bent er steeds voor mij"
Doe Jouw dromen komen,
Jouw hemels mooie plan.
Die vrede wil ik brengen
en helpen waar ik kan.
Leer ons wat er nodig is,
brood voor elke dag
Leer ons te vergeven
zodat Je weer lacht.
Maak ons sterk en zeker
en toon de juiste weg.
Ik wil er echt voor gaan. Ik
geloof wat ik nu zeg.
'Bie
sbro
uck P
ete
r)
Sjaloom chaverim, sjaloom
chaverim, sjaloom, sjaloom,
lehitraoth, lehitraoth, sjaloom, sjaloom.
De dromers gaan de mensheid voor.
Het morgenlicht breekt bij hen door
en wat zij zien zal toekomst zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
De zangers zullen een nieuw lied
inzetten tegen het verdriet,
want zij bezingen wat zal zijn:
de smaak van honing, geur van wijn.
De dichters leven van het woord
wat eens de schepping heeft gehoord,
dat nu al is wat straks zal zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
Zo raakt uw Geest ons mensen aan
en wekt ons op, op weg te gaan,
naar wat uw toekomst eens zal zijn:
de smaak van honing, brood en wijn.
5B
ronsw
ijk A
lfre
d C
: B
iesbro
uck P
ete
r).