ekebre Vjirekur DV N kur D 30 h 1829 0 ekebre Veca Voor ......Om de risico’s op prikonge vallen...
1
I Voor wie ? Deze folder richt zich in de eerste plaats naar personen die in een spuitenruil werken of die in contact komen met spuiten. Ze geeft infor- matie over hoe je prikongevallen kan vermij- den en wat je moet doen als je je toch geprikt hebt aan een gebruikte injectienaald. II Risico’s bij prikongelukken Gebruikte injectienaalden kunnen bloedrest- jes bevatten. Als je je prikt aan deze naalden bestaat daarom het risico dat deze bloedrest- jes in de eigen bloedbaan terecht komen. Soms gebeurt het dat deze bloedrestjes besmet- telijke virussen bevatten. De belangrijkste bloedoverdraagbare aandoeningen zijn: HIV/ AIDS, hepatitis B en hepatitis C. Het is echter niet zo dat elke gebruikte spuit bloedrestjes bevat. Daarenboven bevat niet elk bloedrestje deze virussen. III Prikongelukken voorkomen: Om de risico’s op prikongevallen zoveel mogelijk te beperken gelden een aantal regels: • Ga er steeds van uit dat elke gebruikte injec- tienaald of scherp voorwerp besmet is. Ga er altijd voorzichtig mee om. • Draag altijd latex wegwerphandschoenen wanneer je zelf een spuit of andere scherpe voorwerpen opraapt . • Neem een spuit nooit vast aan de naald, maar steeds aan de achterkant. • Als je zelf open wonden hebt: altijd een ver- Prikongevallen Prikongevallen Voor wie ? Risico’s bij prikongelukken Prikongelukken voorkomen Wat moet je doen na een prikongeval? 1 2 band of een pleister dragen wanneer je spuiten opraapt of vernietigt. Doe dit tot de wonde genezen is. • Probeer nooit een naald te plooien of af te breken. • Probeer nooit een hulsje over een gebruikte naald te schuiven. Prikongevallen gebeuren meestal bij het terugplaatsen van een be- schermhulsje over de naald. • Steek de spuiten en naalden onmiddellijk in een naaldcontainer. Heb je geen container, gebruik dan in noodgevallen een fles met een stevige bodem of een leeg blikje fris- drank. • Berg spuiten nooit op in een broekzak, een plastic zak, e.d.m., zelfs niet voor een korte tijd. Een prikongeval is op die manier snel gebeurd. Waar mogelijk is het aan te raden dat een gebruiker zelf de spuit in de contai- ner stopt. • Doe nooit teveel spuiten in een naaldcon- tainer en sluit hem altijd onmiddellijk af. • Lever containers en andere opbergmiddelen (zoals een leeg blikje frisdrank), die injectie- materiaal bevatten, tijdig in. (Voor infor- matie: telefoneer de diensten in deze folder). • Werp scherpe voorwerpen, die mogelijk besmet zijn, alsook naaldcontainers of an- dere opbergmiddelen nooit in de vuilniszak, huisvuilzak of PMD-zak. Dit zou bij on- derhoudspersoneel en ophalers en sorteer- ders van afval tot ernstige verwondingen of infecties kunnen leiden. Er is geen werkzaam vaccin tegen HIV/AIDS en hepatitis C. Er is echter wel een vaccin 1 2 tegen hepatitis B. Laat je preventief vac- cineren. Bespreek dit met je arts of de arbei- dsgeneesheer. IV Wat moet je doen na een prikongeval? Volg na elk prikongeval, met mogelijk bloed- contact, de volgende stappen. Let op: een prikongeval betekent niet automa- tisch dat je besmet bent. Het betekent alleen dat er mogelijk contact is geweest met even- tueel besmette bloedrestjes en je neemt dus best alle mogelijke voorzorgen. 1. Voer onmiddellijk een eerste hulpprocedure uit (op straat, op je eigen dienst,... en ga nadien zo snel mogelijk naar de spoed- dienst/arbeidsgeneeskundige dienst): • laat de wonde zoveel mogelijk uitbloeden; • spoel ze met lauw, stromend water en was ze met water en zeep; • droog daarna de huid en ontsmet ze zorgvuldig; • bij contact met de slijmvliezen (vb. bloedrestjes in de ogen): ruim spoelen met water of een fysiologische oplossing; • de gegevens van het ongeval uitgebreid laten noteren en registreren. 2. Wanneer je de bron kent (bijvoorbeeld een prikongeluk via een spuit van een gekende gebruiker in een spuitenruil) probeer dan te weten te komen of de persoon seropositief is en voor welke bloedoverdraagbare ziek- tes. Controle van de donorbron is echter niet altijd mogelijk. 3 4 5 3. Contacteer de arbeidsgeneesheer of de dienst spoedgevallen voor de volgende stap- pen: • Laat je onmiddellijk controleren. Het is ook nodig om een uitgebreid bloedonder- zoek te laten doen voor HIV/Aids, hepati- tis B en hepatitis C. • Indien je niet immuun bent voor hepati- tis B, moet zo snel mogelijk (liefst binnen 24 uur) een behandeling gestart worden. Bijvoorbeeld door toedoening van een anti-hepatitis B serum. • Indien je wel immuun bent voor hepatitis B moet er geen specifieke actie onder- nomen worden. • De kans op besmetting met HIV/Aids door een gevonden naald is zeer laag, aangezien het aantal positieven zeer laag is en de kans op besmetting minder dan 1 op 100 bedraagt. Bij een blootstelling met een (zeer) hoog risico is het opstarten van een HIV/Aids behandeling aan te raden; liefst binnen de twee uur na het ongeval en zeker niet later dan 48 uur. De behandeling duurt vier weken. Vraag dit na bij je behandelende arts of arbeidsgeneesheer. • Voor het invullen van het attest voor de ongevalsverzekering: een prikongeval wordt meestal beschouwd als een ar- beidsongeval. Het betreft een plotse gebeurtenis op het werk, met een letsel en besmetting als gevolg. Dit moet je al- tijd melden aan de arbeidsgeneeskundi- ge dienst die een attest opmaakt voor de ongevalsverzekering. Dit attest moet je zo 4 5 Prikongevallen V.u. T. Windelinckx - Schijnpoortweg 14 - 2060 Antwerpen - Lay-out: Candace Verbeke - 09 228 10 33 - Druk: NV Drukkerij Verbeke Vlaamse Gemeenschap snel mogelijk (binnen een week) bezor- gen aan de personeelsdienst. In geval van prikongevallen of besmetting met bloedoverdraagbare ziekten, zal je een aanvraag tot schadeloosstelling wegens beroepsziekte moeten indienen. 4. Laat je bloed geregeld controleren: 1, 3 en 6 maand na het ongeval. De behandelende arts of arbeidsgeneesheer is verantwoorde- lijk voor de verdere opvolging van het prikongeval. 5. Aangezien HIV/Aids en hepatitis B ook via seksueel contact kunnen overgedragen wor- den, is veilig vrijen (met condoom) noodza- kelijk – om overdracht naar je partner te voorkomen – tot bloedonderzoek aantoont dat er geen besmetting is. Bloed geven is ook niet toegestaan zolang je geen zeker- heid hebt. Deze zekerheid heb je ten vroeg- ste na 6 maanden. Je moet dus geduld hebben, hoe moeilijk dit ook kan zijn. ✆ Nuttige telefoonnummers : De Druglijn: 078 –15 10 20 Het Anti-Gifcentrum: 070- 24 52 45 Hulpdiensten: 112 Rode Kruis: 105 Free Clinic: 03 – 201. 12. 60 Veilig vrijentelefoon: 078 – 15 15 15
Transcript of ekebre Vjirekur DV N kur D 30 h 1829 0 ekebre Veca Voor ......Om de risico’s op prikonge vallen...
1
2
I Voor wie ?Deze folder richt zich in de eerste plaats naarpersonen die in een spuitenruil werken of diein contact komen met spuiten. Ze geeft infor-matie over hoe je prikongevallen kan vermij-den en wat je moet doen als je je toch geprikthebt aan een gebruikte injectienaald.
II Risico’s bij prikongelukkenGebruikte injectienaalden kunnen bloedrest-jes bevatten. Als je je prikt aan deze naaldenbestaat daarom het risico dat deze bloedrest-jes in de eigen bloedbaan terecht komen. Somsgebeurt het dat deze bloedrestjes besmet-telijke virussen bevatten. De belangrijkstebloedoverdraagbare aandoeningen zijn: HIV/ AIDS, hepatitis B en he patitis C.Het is echter niet zo dat elke gebruikte spuitbloedrestjes bevat. Daarenboven bevat niet elkbloedrestje deze virussen.
III Prikongelukken voorkomen:Om de risico’s op prikongevallen zoveelmogelijk te beperken gelden een aantalregels:• Ga er steeds van uit dat elke gebruikte injec-
tie naald of scherp voorwerp besmet is. Ga eral tijd voorzichtig mee om.
• Draag altijd latex wegwerphandschoenenwanneer je zelf een spuit of andere scherpevoorwerpen opraapt .
• Neem een spuit nooit vast aan de naald,maar steeds aan de achterkant.
• Als je zelf open wonden hebt: altijd een ver-
band of een pleister dragen wanneer jespuiten op raapt of vernietigt. Doe dit tot dewonde ge nezen is.
• Probeer nooit een naald te plooien of af tebreken.
• Probeer nooit een hulsje over een gebruiktenaald te schuiven. Prikongevallen gebeurenmeestal bij het terugplaatsen van een be -scherm hulsje over de naald.
• Steek de spuiten en naalden onmiddellijk ineen naaldcontainer. Heb je geen container,ge bruik dan in noodgevallen een fles meteen stevige bodem of een leeg blikje fris-drank.
• Berg spuiten nooit op in een broekzak, eenplastic zak, e.d.m., zelfs niet voor een kortetijd. Een prikongeval is op die manier snelgebeurd. Waar mogelijk is het aan te radendat een gebruiker zelf de spuit in de contai -ner stopt.
• Doe nooit teveel spuiten in een naaldcon-tainer en sluit hem altijd onmiddellijk af.
• Lever containers en andere opbergmiddelen(zoals een leeg blikje frisdrank), die injectie-materiaal bevatten, tijdig in. (Voor infor-matie: te lef oneer de diensten in deze folder).
• Werp scherpe voorwerpen, die mogelijkbesmet zijn, alsook naaldcontainers of an -dere opberg middelen nooit in de vuilniszak,huis vuil zak of PMD-zak. Dit zou bij on -derhouds personeel en ophalers en sorteer -ders van afval tot ernstige verwondingen ofinfecties kunnen leiden. Er is geen werkzaam vaccin tegen HIV/AIDSen hepatitis C. Er is echter wel een vaccin
tegen he patitis B. Laat je preventief vac-cineren. Bespreek dit met je arts of de arbei-dsgenees heer.
IV Wat moet je doen na een prikongeval?Volg na elk prikongeval, met mogelijk bloed-contact, de volgende stappen.Let op: een prikongeval betekent niet automa-tisch dat je besmet bent. Het betekent alleendat er mogelijk contact is geweest met even -tueel besmette bloedrestjes en je neemt dusbest alle mogelijke voorzorgen.
1. Voer onmiddellijk een eerste hulpprocedureuit (op straat, op je eigen dienst,... en ganadien zo snel mogelijk naar de spoed -dienst/arbeidsgeneeskundige dienst):
• laat de wonde zoveel mogelijk uitbloeden;
• spoel ze met lauw, stromend water en was ze met water en zeep;
• droog daarna de huid en ontsmet ze zorg vuldig;
• bij contact met de slijmvliezen (vb. bloed restjes in de ogen): ruim spoelen met water of een fysiologische oplossing;
• de gegevens van het ongeval uitgebreid laten noteren en registreren.
2. Wanneer je de bron kent (bijvoorbeeld eenprikongeluk via een spuit van een gekendegebruiker in een spuitenruil) probeer dan teweten te komen of de persoon seropositiefis en voor welke bloedoverdraagbare ziek-tes. Controle van de donorbron is echter nietaltijd mogelijk.
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 1
3 45
Prik
onge
vall
enPrikongevallen
Voor wie ?
Risico’s bij prikongelukken
Prikongelukken voorkomen
Wat moet je doen na een prikongeval?
V.u.
T. W
inde
linck
x -
Schi
jnpo
ortw
eg 14
- 20
60 A
ntw
erpe
n - L
ay-o
ut: C
anda
ce V
erbe
ke -
09 2
28 10
33
- Dru
k: N
V Dr
ukke
rij V
erbe
ke
VlaamseGemeenschap
3. Contacteer de arbeidsgeneesheer of dedienst spoedgevallen voor de volgende stap-pen:
• Laat je onmiddellijk controleren. Het isook nodig om een uitgebreid bloedonder-zoek te laten doen voor HIV/Aids, hepati-tis B en hepatitis C.
• Indien je niet immuun bent voor hepati-tis B, moet zo snel mogelijk (liefst binnen24 uur) een behandeling gestart worden.Bijvoorbeeld door toedoening van eenanti-hepatitis B serum.
• Indien je wel immuun bent voor hepatitisB moet er geen specifieke actie onder-nomen worden.
• De kans op besmetting met HIV/Aids dooreen gevonden naald is zeer laag,aangezien het aantal positieven zeer laagis en de kans op besmetting minder dan1 op 100 bedraagt. Bij een blootstellingmet een (zeer) hoog risico is hetopstarten van een HIV/Aids behandelingaan te raden; liefst binnen de twee uurna het ongeval en zeker niet later dan 48uur. De behandeling duurt vier weken.Vraag dit na bij je behandelende arts ofarbeidsgeneesheer.
• Voor het invullen van het attest voor deongevalsverzekering: een prikongevalwordt meestal beschouwd als een ar -beids ongeval. Het betreft een plotsegebeurtenis op het werk, met een letselen besmetting als gevolg. Dit moet je al -tijd melden aan de arbeidsgeneeskundi-ge dienst die een attest opmaakt voor deongevalsverzekering. Dit attest moet je zo
snel mogelijk (binnen een week) bezor-gen aan de personeelsdienst. In gevalvan prikongevallen of besmetting metbloedoverdraagbare ziekten, zal je eenaanvraag tot schadeloosstelling wegensberoepsziekte moeten indienen.
4. Laat je bloed geregeld controleren: 1, 3 en 6maand na het ongeval. De behandelendearts of arbeidsgeneesheer is verantwoorde -lijk voor de verdere opvolging van hetprikongeval.
5. Aangezien HIV/Aids en hepatitis B ook viaseksueel contact kunnen overgedragen wor-den, is veilig vrijen (met condoom) noodza-kelijk – om overdracht naar je partner tevoorkomen – tot bloedonderzoek aantoontdat er geen besmetting is. Bloed geven isook niet toegestaan zolang je geen zeker-heid hebt. Deze zekerheid heb je ten vroeg-ste na 6 maanden. Je moet dus geduldhebben, hoe moeilijk dit ook kan zijn.
�Nuttige telefoonnummers :
De Druglijn: 078 –15 10 20Het Anti-Gifcentrum: 070- 24 52 45Hulpdiensten: 112Rode Kruis: 105Free Clinic: 03 – 201. 12. 60Veilig vrijentelefoon: 078 – 15 15 15
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 2
1
2
I Voor wie ?Deze folder richt zich in de eerste plaats naarpersonen die in een spuitenruil werken of diein contact komen met spuiten. Ze geeft infor-matie over hoe je prikongevallen kan vermij-den en wat je moet doen als je je toch geprikthebt aan een gebruikte injectienaald.
II Risico’s bij prikongelukkenGebruikte injectienaalden kunnen bloedrest-jes bevatten. Als je je prikt aan deze naaldenbestaat daarom het risico dat deze bloedrest-jes in de eigen bloedbaan terecht komen. Somsgebeurt het dat deze bloedrestjes besmet-telijke virussen bevatten. De belangrijkstebloedoverdraagbare aandoeningen zijn: HIV/ AIDS, hepatitis B en he patitis C.Het is echter niet zo dat elke gebruikte spuitbloedrestjes bevat. Daarenboven bevat niet elkbloedrestje deze virussen.
III Prikongelukken voorkomen:Om de risico’s op prikongevallen zoveelmogelijk te beperken gelden een aantalregels:• Ga er steeds van uit dat elke gebruikte injec-
tie naald of scherp voorwerp besmet is. Ga eral tijd voorzichtig mee om.
• Draag altijd latex wegwerphandschoenenwanneer je zelf een spuit of andere scherpevoorwerpen opraapt .
• Neem een spuit nooit vast aan de naald,maar steeds aan de achterkant.
• Als je zelf open wonden hebt: altijd een ver-
band of een pleister dragen wanneer jespuiten op raapt of vernietigt. Doe dit tot dewonde ge nezen is.
• Probeer nooit een naald te plooien of af tebreken.
• Probeer nooit een hulsje over een gebruiktenaald te schuiven. Prikongevallen gebeurenmeestal bij het terugplaatsen van een be -scherm hulsje over de naald.
• Steek de spuiten en naalden onmiddellijk ineen naaldcontainer. Heb je geen container,ge bruik dan in noodgevallen een fles meteen stevige bodem of een leeg blikje fris-drank.
• Berg spuiten nooit op in een broekzak, eenplastic zak, e.d.m., zelfs niet voor een kortetijd. Een prikongeval is op die manier snelgebeurd. Waar mogelijk is het aan te radendat een gebruiker zelf de spuit in de contai -ner stopt.
• Doe nooit teveel spuiten in een naaldcon-tainer en sluit hem altijd onmiddellijk af.
• Lever containers en andere opbergmiddelen(zoals een leeg blikje frisdrank), die injectie-materiaal bevatten, tijdig in. (Voor infor-matie: te lef oneer de diensten in deze folder).
• Werp scherpe voorwerpen, die mogelijkbesmet zijn, alsook naaldcontainers of an -dere opberg middelen nooit in de vuilniszak,huis vuil zak of PMD-zak. Dit zou bij on -derhouds personeel en ophalers en sorteer -ders van afval tot ernstige verwondingen ofinfecties kunnen leiden. Er is geen werkzaam vaccin tegen HIV/AIDSen hepatitis C. Er is echter wel een vaccin
tegen he patitis B. Laat je preventief vac-cineren. Bespreek dit met je arts of de arbei-dsgenees heer.
IV Wat moet je doen na een prikongeval?Volg na elk prikongeval, met mogelijk bloed-contact, de volgende stappen.Let op: een prikongeval betekent niet automa-tisch dat je besmet bent. Het betekent alleendat er mogelijk contact is geweest met even -tueel besmette bloedrestjes en je neemt dusbest alle mogelijke voorzorgen.
1. Voer onmiddellijk een eerste hulpprocedureuit (op straat, op je eigen dienst,... en ganadien zo snel mogelijk naar de spoed -dienst/arbeidsgeneeskundige dienst):
• laat de wonde zoveel mogelijk uitbloeden;
• spoel ze met lauw, stromend water en was ze met water en zeep;
• droog daarna de huid en ontsmet ze zorg vuldig;
• bij contact met de slijmvliezen (vb. bloed restjes in de ogen): ruim spoelen met water of een fysiologische oplossing;
• de gegevens van het ongeval uitgebreid laten noteren en registreren.
2. Wanneer je de bron kent (bijvoorbeeld eenprikongeluk via een spuit van een gekendegebruiker in een spuitenruil) probeer dan teweten te komen of de persoon seropositiefis en voor welke bloedoverdraagbare ziek-tes. Controle van de donorbron is echter nietaltijd mogelijk.
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 1
1
2
I Voor wie ?Deze folder richt zich in de eerste plaats naarpersonen die in een spuitenruil werken of diein contact komen met spuiten. Ze geeft infor-matie over hoe je prikongevallen kan vermij-den en wat je moet doen als je je toch geprikthebt aan een gebruikte injectienaald.
II Risico’s bij prikongelukkenGebruikte injectienaalden kunnen bloedrest-jes bevatten. Als je je prikt aan deze naaldenbestaat daarom het risico dat deze bloedrest-jes in de eigen bloedbaan terecht komen. Somsgebeurt het dat deze bloedrestjes besmet-telijke virussen bevatten. De belangrijkstebloedoverdraagbare aandoeningen zijn: HIV/ AIDS, hepatitis B en he patitis C.Het is echter niet zo dat elke gebruikte spuitbloedrestjes bevat. Daarenboven bevat niet elkbloedrestje deze virussen.
III Prikongelukken voorkomen:Om de risico’s op prikongevallen zoveelmogelijk te beperken gelden een aantalregels:• Ga er steeds van uit dat elke gebruikte injec-
tie naald of scherp voorwerp besmet is. Ga eral tijd voorzichtig mee om.
• Draag altijd latex wegwerphandschoenenwanneer je zelf een spuit of andere scherpevoorwerpen opraapt .
• Neem een spuit nooit vast aan de naald,maar steeds aan de achterkant.
• Als je zelf open wonden hebt: altijd een ver-
band of een pleister dragen wanneer jespuiten op raapt of vernietigt. Doe dit tot dewonde ge nezen is.
• Probeer nooit een naald te plooien of af tebreken.
• Probeer nooit een hulsje over een gebruiktenaald te schuiven. Prikongevallen gebeurenmeestal bij het terugplaatsen van een be -scherm hulsje over de naald.
• Steek de spuiten en naalden onmiddellijk ineen naaldcontainer. Heb je geen container,ge bruik dan in noodgevallen een fles meteen stevige bodem of een leeg blikje fris-drank.
• Berg spuiten nooit op in een broekzak, eenplastic zak, e.d.m., zelfs niet voor een kortetijd. Een prikongeval is op die manier snelgebeurd. Waar mogelijk is het aan te radendat een gebruiker zelf de spuit in de contai -ner stopt.
• Doe nooit teveel spuiten in een naaldcon-tainer en sluit hem altijd onmiddellijk af.
• Lever containers en andere opbergmiddelen(zoals een leeg blikje frisdrank), die injectie-materiaal bevatten, tijdig in. (Voor infor-matie: te lef oneer de diensten in deze folder).
• Werp scherpe voorwerpen, die mogelijkbesmet zijn, alsook naaldcontainers of an -dere opberg middelen nooit in de vuilniszak,huis vuil zak of PMD-zak. Dit zou bij on -derhouds personeel en ophalers en sorteer -ders van afval tot ernstige verwondingen ofinfecties kunnen leiden. Er is geen werkzaam vaccin tegen HIV/AIDSen hepatitis C. Er is echter wel een vaccin
tegen he patitis B. Laat je preventief vac-cineren. Bespreek dit met je arts of de arbei-dsgenees heer.
IV Wat moet je doen na een prikongeval?Volg na elk prikongeval, met mogelijk bloed-contact, de volgende stappen.Let op: een prikongeval betekent niet automa-tisch dat je besmet bent. Het betekent alleendat er mogelijk contact is geweest met even -tueel besmette bloedrestjes en je neemt dusbest alle mogelijke voorzorgen.
1. Voer onmiddellijk een eerste hulpprocedureuit (op straat, op je eigen dienst,... en ganadien zo snel mogelijk naar de spoed -dienst/arbeidsgeneeskundige dienst):
• laat de wonde zoveel mogelijk uitbloeden;
• spoel ze met lauw, stromend water en was ze met water en zeep;
• droog daarna de huid en ontsmet ze zorg vuldig;
• bij contact met de slijmvliezen (vb. bloed restjes in de ogen): ruim spoelen met water of een fysiologische oplossing;
• de gegevens van het ongeval uitgebreid laten noteren en registreren.
2. Wanneer je de bron kent (bijvoorbeeld eenprikongeluk via een spuit van een gekendegebruiker in een spuitenruil) probeer dan teweten te komen of de persoon seropositiefis en voor welke bloedoverdraagbare ziek-tes. Controle van de donorbron is echter nietaltijd mogelijk.
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 1
3 45
Prik
onge
vall
enPrikongevallen
Voor wie ?
Risico’s bij prikongelukken
Prikongelukken voorkomen
Wat moet je doen na een prikongeval?
V.u.
T. W
inde
linck
x -
Schi
jnpo
ortw
eg 14
- 20
60 A
ntw
erpe
n - L
ay-o
ut: C
anda
ce V
erbe
ke -
09 2
28 10
33
- Dru
k: N
V Dr
ukke
rij V
erbe
ke
VlaamseGemeenschap
3. Contacteer de arbeidsgeneesheer of dedienst spoedgevallen voor de volgende stap-pen:
• Laat je onmiddellijk controleren. Het isook nodig om een uitgebreid bloedonder-zoek te laten doen voor HIV/Aids, hepati-tis B en hepatitis C.
• Indien je niet immuun bent voor hepati-tis B, moet zo snel mogelijk (liefst binnen24 uur) een behandeling gestart worden.Bijvoorbeeld door toedoening van eenanti-hepatitis B serum.
• Indien je wel immuun bent voor hepatitisB moet er geen specifieke actie onder-nomen worden.
• De kans op besmetting met HIV/Aids dooreen gevonden naald is zeer laag,aangezien het aantal positieven zeer laagis en de kans op besmetting minder dan1 op 100 bedraagt. Bij een blootstellingmet een (zeer) hoog risico is hetopstarten van een HIV/Aids behandelingaan te raden; liefst binnen de twee uurna het ongeval en zeker niet later dan 48uur. De behandeling duurt vier weken.Vraag dit na bij je behandelende arts ofarbeidsgeneesheer.
• Voor het invullen van het attest voor deongevalsverzekering: een prikongevalwordt meestal beschouwd als een ar -beids ongeval. Het betreft een plotsegebeurtenis op het werk, met een letselen besmetting als gevolg. Dit moet je al -tijd melden aan de arbeidsgeneeskundi-ge dienst die een attest opmaakt voor deongevalsverzekering. Dit attest moet je zo
snel mogelijk (binnen een week) bezor-gen aan de personeelsdienst. In gevalvan prikongevallen of besmetting metbloedoverdraagbare ziekten, zal je eenaanvraag tot schadeloosstelling wegensberoepsziekte moeten indienen.
4. Laat je bloed geregeld controleren: 1, 3 en 6maand na het ongeval. De behandelendearts of arbeidsgeneesheer is verantwoorde -lijk voor de verdere opvolging van hetprikongeval.
5. Aangezien HIV/Aids en hepatitis B ook viaseksueel contact kunnen overgedragen wor-den, is veilig vrijen (met condoom) noodza-kelijk – om overdracht naar je partner tevoorkomen – tot bloedonderzoek aantoontdat er geen besmetting is. Bloed geven isook niet toegestaan zolang je geen zeker-heid hebt. Deze zekerheid heb je ten vroeg-ste na 6 maanden. Je moet dus geduldhebben, hoe moeilijk dit ook kan zijn.
�Nuttige telefoonnummers :
De Druglijn: 078 –15 10 20Het Anti-Gifcentrum: 070- 24 52 45Hulpdiensten: 112Rode Kruis: 105Free Clinic: 03 – 201. 12. 60Veilig vrijentelefoon: 078 – 15 15 15
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 2
3 45
Prik
onge
vall
enPrikongevallen
Voor wie ?
Risico’s bij prikongelukken
Prikongelukken voorkomen
Wat moet je doen na een prikongeval?
V.u.
T. W
inde
linck
x -
Schi
jnpo
ortw
eg 14
- 20
60 A
ntw
erpe
n - L
ay-o
ut: C
anda
ce V
erbe
ke -
09 2
28 10
33
- Dru
k: N
V Dr
ukke
rij V
erbe
ke
VlaamseGemeenschap
3. Contacteer de arbeidsgeneesheer of dedienst spoedgevallen voor de volgende stap-pen:
• Laat je onmiddellijk controleren. Het isook nodig om een uitgebreid bloedonder-zoek te laten doen voor HIV/Aids, hepati-tis B en hepatitis C.
• Indien je niet immuun bent voor hepati-tis B, moet zo snel mogelijk (liefst binnen24 uur) een behandeling gestart worden.Bijvoorbeeld door toedoening van eenanti-hepatitis B serum.
• Indien je wel immuun bent voor hepatitisB moet er geen specifieke actie onder-nomen worden.
• De kans op besmetting met HIV/Aids dooreen gevonden naald is zeer laag,aangezien het aantal positieven zeer laagis en de kans op besmetting minder dan1 op 100 bedraagt. Bij een blootstellingmet een (zeer) hoog risico is hetopstarten van een HIV/Aids behandelingaan te raden; liefst binnen de twee uurna het ongeval en zeker niet later dan 48uur. De behandeling duurt vier weken.Vraag dit na bij je behandelende arts ofarbeidsgeneesheer.
• Voor het invullen van het attest voor deongevalsverzekering: een prikongevalwordt meestal beschouwd als een ar -beids ongeval. Het betreft een plotsegebeurtenis op het werk, met een letselen besmetting als gevolg. Dit moet je al -tijd melden aan de arbeidsgeneeskundi-ge dienst die een attest opmaakt voor deongevalsverzekering. Dit attest moet je zo
snel mogelijk (binnen een week) bezor-gen aan de personeelsdienst. In gevalvan prikongevallen of besmetting metbloedoverdraagbare ziekten, zal je eenaanvraag tot schadeloosstelling wegensberoepsziekte moeten indienen.
4. Laat je bloed geregeld controleren: 1, 3 en 6maand na het ongeval. De behandelendearts of arbeidsgeneesheer is verantwoorde -lijk voor de verdere opvolging van hetprikongeval.
5. Aangezien HIV/Aids en hepatitis B ook viaseksueel contact kunnen overgedragen wor-den, is veilig vrijen (met condoom) noodza-kelijk – om overdracht naar je partner tevoorkomen – tot bloedonderzoek aantoontdat er geen besmetting is. Bloed geven isook niet toegestaan zolang je geen zeker-heid hebt. Deze zekerheid heb je ten vroeg-ste na 6 maanden. Je moet dus geduldhebben, hoe moeilijk dit ook kan zijn.
�Nuttige telefoonnummers :
De Druglijn: 078 –15 10 20Het Anti-Gifcentrum: 070- 24 52 45Hulpdiensten: 112Rode Kruis: 105Free Clinic: 03 – 201. 12. 60Veilig vrijentelefoon: 078 – 15 15 15
Prikongevallen OK_Prikongevallen OK 21/02/13 14:21 Pagina 2
