De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

9

Click here to load reader

description

Tussenkomst van PG Yves Liégois tijdens de pleinaire slotzitting van de veiligheidsconferentie ‘Diefstal in woningen’ van 1 juni 2012 van de provincies Antwerpen en Limburg. In de plenaire slotzitting hield de heer Yves Liégeois, procureur-generaal bij het Hof van Beroep van Antwerpen, een tussenkomst onder de titel ‘De proportionele toepassing van rechten van de mens’ waarin de rechten van slachtoffers en daders van diefstal in woningen tegen elkaar werden afgewogen. Als bijlage vindt u de schriftelijke versie van deze tussenkomst. Hieronder alvast een markante passus uit de tussenkomst van procureur-generaal Yves Liégeois: “Willen we woninginbraken efficiënt aanpakken, moet bij wijze van voorbeeld kunnen afgesproken worden dat bepaalde straffen hoe dan ook – en zelfs de korte straffen – effectief worden uitgevoerd zodat dit een afschrikkend effect kan hebben op dievenbendes. Dan pas kunnen we spreken van proportionele toepassing van rechten en geen steeds verder groeiende rechten tegenover onbestaande of uitgeholde verplichtingen.” Met dank aan de stuurgroep "Veiligheidsconferentie 2012".

Transcript of De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

Page 1: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

1

DE PROPORTIONELE TOEPASSING VAN RECHTEN VAN DE MENS

Tekst van de rede gehouden bij gelegenheid van de veiligheidsconferentie “Diefstal in woningen” op 1 juni 2012. De titel van mijn tussenkomst zal U misschien de wenkbrauwen doen fronsen. Arrondissementscommissaris BAETENS dacht dat een filosofische noot vandaag op zijn plaats zou kunnen zijn. Vele politiemensen lopen immers met frustraties rond omdat zij menen dat de bandieten te veel rechten hebben. Wat vooral vele burgers ergert is dat ze menen dat de overheid in de strijd tegen criminaliteit een te zwakke positie aankleeft. Eens de dief bij de kraag is gevat willen we hem ook zien bestraffen, en indien hij in onze woning is binnengedrongen graag met nog een zwaardere straf alsjeblief. En ik moet het toegeven, hoe moeilijk het ook is om de dief te vatten en te identificeren, hem bestraffen lijkt bijna moeilijker geworden dan dat het voor een kameel is om door het oog van een naald te kruipen. Hoewel politiemensen en magistraten steeds zwaardere en moeilijkere procedurevoorschriften moeten in acht nemen wordt het niet gemakkelijker om daadwerkelijk iemand te bestraffen. En misschien moet ik wel met het einde van de strafketen beginnen vermits het spreekwoord zegt dat de keten maar zo sterk is als zijn zwakste schakel. De laatste schakel van onze strafketen is zelfs niet meer uit het nieuws te houden, en dat alhoewel de laatste jaren ontegensprekelijk grote inspanningen worden gedaan om de strafuitvoering te verbeteren. Sommige specialisten zeggen luidop dat “de misdaad loont”1 omdat naar verluidt gemiddeld per jaar 4000 mensen veroordeeld worden tot een celstraf zonder dat ze ooit één dag moeten zitten. De wetgeving over de uitvoering van gevangenisstraffen lager dan drie jaar werd tot 2012 uitgesteld. En zullen we die datum wel halen? Niets is minder zeker. Als U weet dat de vele uitgesproken straffen gesteld op diefstal met braak – denk aan woninginbraak – de drie jaar gevangenisstraf niet bereiken2 -, weet U meteen dat we met een ernstig probleem zitten om een volledig sluitend strafbeleid te realiseren. Er ontbreekt een partner

1 Gazet van Antwerpen, woensdag 11 april 2012, “Drie jaar beloven, drie jaar niets”, p.6 - 7 2 Uit de laatste cijfers zou blijken dat de gemiddelde opgelegde straf ongeveer 15 maanden celstraf zou bedragen.

Page 2: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

2

die hopeloos achterna strompelt. En uiteraard brengt dit het evenwicht in de maatschappij aan het wankelen want straffeloosheid heeft een stimulerend effect heeft op inbrekersbendes uit het buitenland: ze komen naar hier en trekken hier stelend rond in de wetenschap dat hen eigenlijk niet al te veel kan overkomen. Ik denk dat iedereen weet en beseft dat we hier zo snel mogelijk een vicieuze cirkel moeten doorbreken en er geen sprake meer is van proportionaliteit. Het doel van bestraffing en de wijze waarop dat moet gebeuren is duidelijk aan een omwenteling toe. Opsluiten van mensen moet ook nog een doel hebben. De gevangenisstraf vertrok van oudsher van de gedachte van wederaanpassing. Een veroordeelde wordt na een tijdje terug in vrijheid in de maatschappij gelaten en wij wensen dat hij iets geleerd heeft van zijn straf. Is ons gevangeniswezen mee geëvolueerd in al die jaren? Is dat de correcte proportionele reactie? Psychiater Paul COSYNS stapte onlangs op als voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTG). Die Raad leverde een vernietigend rapport af over de toestand in de gevangenissen en gaf zijn ontslag bij gebreke aan logistieke middelen3. COSYNS onderstreepte dat sommige problemen dateren van de jaren 70 maar dat de toestand gradueel verslechterde en thans een dieptepunt heeft bereikt met een enorme overbevolking waarvan blijkbaar één derde illegalen betreft4, slechte infrastructuur, en geen gespecialiseerde opvang van geïnterneerden5. De boodschap van COSYNS is duidelijk. We moeten niet alleen nieuwe gevangenissen bouwen, maar ook nadenken over de zin en de betekenis van de gevangenisstraf. Punt is dat er capaciteitsproblemen zijn op elk gebied, zowel op het vlak van de gevangenissen als bij de enkelbanden, de jeugdinstellingen enzovoort6. We worden zelfs geconfronteerd met gebouwen die in dergelijke staat van ontbinding dat rechters in arresten vaststellen dat een verdere detentie op die plaats op een onmenselijke behandeling neerkomt7. Zo werd de infrastructuur van de gevangenis van Vorst als mensonterend beschreven8.

3 DE BECO Réginald ; DEJEMEPPE Benoît, J.T Chronique Judiciaire, Billet de la semaine, p. 374. Er werd verweten dat de Federale overheid zelfs niet kon voorzien in een secretaris en een werkingsruimte! 4 Het Belang van Limburg, PERSMAP FOD JUSTITIE 25 mei 2012, “Één derde van de gevangenen is illegaal in België” – antwoord van staatssecretaris voor Migratie Maggie De Block, artikel van JDW. 5 De Standaard, maandag 14 mei 2012, p. 4, “We sluiten mensen sneller op”. 6 Gazet van Antwerpen, woensdag 11 april 2012, “Drie jaar beloven, drie jaar niets”, p.6 - 7 7 KI Brussel 17 april 2012, JT 2012, afl. 6478, 370 8 DE MORGEN “Europees foltercomité controleert gevangenis van Vorst”. 24 april 2012 PERSMAP FOD JUSTITIE.

Page 3: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

3

En daar zien we de frustratie op zijn hoogtepunt omdat, zoals ik reeds zei, aan de ene kant politie, parket en rechters de steeds zwaarder uitgewerkte procedures haarfijn moeten toepassen om alle rechten van betrokkenen te garanderen ook al stijgen de middelen om dit te doen helemaal niet, terwijl aan de andere kant het sluitstuk strafuitvoering niet kan volgen. Dit is een merkwaardig democratisch deficit dat tot gevolg heeft dat dieven teveel vrijspel krijgen en de overheid de onschendbaarheid van de woning van de burger onvoldoende kan beschermen! Willen we woninginbraken efficiënt aanpakken, moet bij wijze van voorbeeld kunnen afgesproken worden dat bepaalde straffen hoe dan ook – en zelfs de korte straffen – effectief worden uitgevoerd zodat dit een afschrikkend effect kan hebben op dievenbendes. Dan pas kunnen we spreken van proportionele toepassing van rechten en geen steeds verder groeiende rechten tegenover onbestaande of uitgeholde verplichtingen. Laat ons even terug naar het begin van de strafketen. Het is zo dat in de balans tussen de zijde van de rechten van verdediging en deze van de overheid een bijna voortdurende pendelbeweging bestaat. Dat staat nooit stil. Een mooi voorbeeld van die pendelbeweging is de wijze waarop we tegenover procedurefouten aankijken. Zo werden we gedurende decennialang geteisterd door de obsessie van vele magistraten om in het kader van de strafrechtspleging en vooral de bewijsverkrijging – dus de manier waarop bewijzen worden verzameld – het onrechtmatig verkregen bewijs stelselmatig te willen sanctioneren met nietigheid. Die nietigheid tastte dan als een vergiftigde boom alle verdere bewijsmiddelen aan die op hun beurt waren afgeleid uit de eerste fout en zo was op de duur alles nietig! Dus vrijspraak! Dit wekte uiteraard wrevel. Het Hof van Cassatie reageerde met de zogenaamde “Antigoon” – leer die eigenlijk inhoudt dat de rechter met het onrechtmatig bekomen bewijs wel degelijk rekening moet houden, tenzij de wet expliciet de sanctie van nietigheid oplegt, of de betrouwbaarheid van het bewijs wordt aangetast (denk aan een verklaring onder dwang afgenomen) of ingeval het eerlijk proces in het gedrang komt. Die leer werd in meerdere arresten van het Hof van Cassatie verder uitgewerkt9. En daardoor vonden velen dat de balans nu toch weerom teveel naar de kant van de overheid ging overhellen.

9 B. DE SMET, « Nietigheden in het strafproces” 2011 INTERSENTIA – Antwerpen – Cambridge, “Criteria Hof van Cassatie, p.34 –84.

Page 4: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

4

Wanneer we de laatste decennia bekijken zien we een duidelijke evolutie. Ons strafprocesrecht is inderdaad gegrond op een oud inquisitoriaal systeem daterend van de tijd van Napoléon. In het kort geschetst wil dat zeggen dat het vooronderzoek voornamelijk geheim is en dus achter de schermen werd en wordt gewerkt. De balans lag in het kamp van de overheid. Door de tijden heen kwam dit steeds meer onder druk werden daar steeds meer accusatoir trekjes ingevoegd, wat wil zeggen meer mogelijkheden van tegenspraak en dus meer rechten voor de verdachte. Een van de belangrijkste kantelmomenten was de wet van 12 maart 1998 oftewel de zogenaamde Kleine Franchimont die eigenlijk uit de kast werd gehaald in het zog van de zaak DUTROUX. De opschudding rond de zaak van de Bende van Nijvel was nog niet gekoeld of de zaak DUTROUX bewees dat het allemaal toch niet zo goed ronddraaide. Omdat magistraten niet veel zin hadden om vragen van partijen te beantwoorden tijdens het gerechtelijk onderzoek besliste de wetgever bepaalde rechten te gieten in tussenprocedures. Zo konden alle partijen – dit zijn de verdachte of inverdenkinggestelde / het slachtoffer of de benadeelde die zich burgerlijke partij stelt – vragen om inzage van het dossier te krijgen10 of vragen om een aanvullend onderzoek te verrichten11. Een strafrechtelijk kortgeding maakte het voortaan mogelijk te verzoeken een strafrechtelijke beslag te lichten12. Deze vragen zouden voortaan binnen het kader van een volledig uitgewerkte tussenprocedure gesteld worden. Het verhoor werd ook vanaf toen geregeld bij het fameus art. 47bis Sv evenals het statuut van de benadeelde13. Vanaf dat kantelmoment werd onze strafprocedure stelselmatig verzwaard. Hierbij vertrok de wetgever van een soort axioma dat stelt dat om effectieve rechten te waarborgen deze via een procedure moeten kunnen afgedwongen worden voor een rechter. Alle procedurewetten zullen ook stelselmatig verder bouwen op die weg. Deze werkwijze heeft ons wat het gerechtelijk onderzoek betreft gebracht tot een loodzware procedure van regeling van de rechtspleging voor de onderzoeksgerechten. Dat is het moment waarop de raadkamer moet oordelen of een zaak naar de bodemrechter wordt verwezen of

10 Art. 61ter Sv 11 Art. 61quinquies Sv 12 Art. 28sexies en 61quater Sv 13 Art. 5bis V.T.S.V.

Page 5: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

5

niet. Ingeval bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie werden aangewend wordt de procedure nog dubbel zo zwaar14. Indien die tussenprocedures dan bovendien gepaard gaan met een recht op hoger beroep en de mogelijkheid onmiddellijk cassatievoorziening in te stellen zitten we meteen in ellenlange schoorsteenconstructies. We mogen dus gerust spreken van een labyrint in plaats van een procedure. Met al dat dachten wij toch nog dat onze strafrechtspleging zonder enige twijfel een eerlijk proces waarborgt. Wanneer iemand wordt gearresteerd loopt immers een zeer korte termijn van 24 uren binnen dewelke een aanhoudingsmandaat moet betekend worden en hij door een onderzoeksrechter moet verhoord worden. De aangehoudene had van oudsher reeds onmiddellijk nadien het recht om een advocaat te consulteren, en er volgt zelfs een tegensprekelijk debat voor de raadkamer binnen de vijf dagen. We dachten dus op rozen te zitten! Maar rozen hebben blijkbaar doornen. De wereld staat niet stil. Onder impuls van het EHRM en de sterke druk van de balies kwam er nog een grote omwenteling met de fameuze SALDUZ-rechtspraak15. Een gearresteerde persoon heeft recht op een vertrouwelijk overleg met een advocaat vóór het eerste verhoor door de politie, en bijstand van die advocaat tijdens dat verhoor, anders is zijn fundamenteel recht op een eerlijk proces volgens het EHRM onherroepelijk geschonden, en doe je beter de boeken dicht! Onder die druk van het EHRM was het parlement zowaar verplicht een wet te maken, de Wet van 13 augustus 2011 die de bijstand van een advocaat regelt vanaf het eerste politieverhoor16. De evaluatierapporten van deze wet onderstrepen op buitengewoon scherpe wijze het gevaar dat we lopen wanneer rechtscolleges zoals het EHRM zich de bevoegdheid aanmeten om “pseudo” wetten te maken en deze op te dringen aan de lidstaten17. Wat kon verwacht worden voltrekt zich. Alles is in de reële wereld een kwestie van centen. Aan de ene kant diende de politiediensten – zowel federale als lokale – op het terrein investeringen te doen en lokalen klaar te stomen om het vertrouwelijk overleg tussen advocaat en cliënt

14 Zie: Art. 235ter Sv 15 Overzicht arresten EHRM inzake Salduz wordt als bijlage bij deze tekst gevoegd 16 Wet van 13 augustus 2011 tot wijziging van het wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan.; B.S. 5 september 2011; Parl. St. Senaat, 2010-2011, 5-663/5; DOC 53, 1279/000 17 EVALUATIE SALDUZ WET; Tussentijdse rapporten van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid

Page 6: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

6

mogelijk te maken, aan de andere kant diende de Staat tegemoet te komen aan de eis om vergoed te worden vanwege de advocaten. Maar er heerste een grote financiële crisis in de reële wereld en de staatskas was leeg. De politieke wereld was niet meer overtuigd dat advocaten die gearresteerde personen moeten bijstaan van Staatswege vergoed moeten worden. Resultaat is dat de vergoeding van de advocaten die moeten opdraven om gearresteerde personen bij te staan eigenlijk bijzonder mager is, zodat de advocaten die nochtans zo hard gelobbyd hebben om die bijstand te mogen invullen stelselmatig beginnen af te haken. In Brussel was dit reeds een feit, Franstalig België volgt18, en in Antwerpen is het advocaten potentieel aardig uitgedund. En toch blijven we zitten met een regelgeving die politie en gerecht onder een bijzonder zware druk plaatst om toch maar zo goed mogelijk alle bijkomende rechten in te vullen en te garanderen vanaf het prille begin van het vooronderzoek, de eerste ondervraging door de politie. Als Europa zijn zin krijgt zal de bijstand van de advocaat morgen gelden voor alle verklaringen en tijdens de gehele procedure. U ziet dus een evolutie die stelselmatig aanzienlijk meer gewicht plaats op de balanskant van de verdachte en de verdediging. Voor de overheid of de rechtshandhaving niets, alleen maar minder blauw op straat en meer op kantoor. Het College van Procureurs-generaal onderstreepte dat de balanskant van de overheid nu ook moet verstevigd worden. Indien de verklaringen die worden afgenomen bij het begin van een onderzoek in bewijswaarde gaan afnemen omdat thans de bijstand van een advocaat moet verzekerd worden, is het nu toch wel het uitgelezen moment om de wetenschappelijke politie en het forensisch onderzoek opnieuw aandacht te geven. Eens was België op dat vlak de top van de wereld, maar nu hinkelen we daar achterop. In een schuchtere poging om toch iets op de balans te krijgen vroegen we de politieverhoren te filmen als controlemiddel. Een advocaat kan dan wel beweren dat zijn cliënt onder druk werd gezet om een bekentenis af te dwingen, maar als er een controlefilm bestaat is dat meteen van de baan. Wij dachten dus naïef dat zulk controlemiddel ten voordelen van de politie zou kunnen gerealiseerd worden. Tot onze grote verwondering kwamen de politiesyndicaten in opstand en gaven een stakingsaanzegging. De Minister van Justitie en het parlement waren

18 La Libre Belgique « L’aide juridique suspendue à son tour »

Page 7: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

7

zodanig onder de indruk van deze bedreigende toon dat deze uiterst nuttige wetsbepaling werd weggelaten. Spijtig, want tijdens de opleidingslessen hoorde ik wel honderdduizend maal dat de politie-diensten dit toch vurig wensten. Ze waren blijkbaar niet op dezelfde golflengte dan hun eigen syndicaten. Hoe dan ook het geld was ook op. Met de salduz-omwenteling staat onze balanskant van de overheid weerom onder grote spanning die enkel kan ondervangen worden door sterk te investeren in forensisch onderzoek en wetenschappelijke politie. Bovendien is samenwerking boven de zones, boven de arrondissementen, de provincies, het Rijk en zelfs verder broodnodig! Ik wens vandaag iedereen, alle verantwoordelijken op alle échelons aan te moedigen om te investeren in zoveel mogelijk technologie om zowel preventief als reactief te kunnen optreden tegen dievenbendes. Die moderne technologie is vandaag tijdens de veiligheidsconferentie uitvoerig aan bod gekomen. Zo zijn bijvoorbeeld cameratoezicht en smart camera’s nu éénmaal uitgelezen middelen die ook op het terrein kunnen ingezet worden door de politie in de strijd tegen rondtrekkende dievenbendes. Volgens de camerawet hebben bewakingscamera’s juist tot doel19 bewijzen te verzamelen van onder meer feiten die een misdrijf opleveren en daders, getuigen of slachtoffers op te sporen en te identificeren. Deze wet past in de opdrachten van bestuurlijke politie. Bij de opmaak van de camerawet ging de wetgever juist uit van de evenwichtige afweging tussen twee grondrechten, namelijk het recht op privacy enerzijds en het recht op veiligheid anderzijds20. Dus toch weerom een afweging van rechten21! Ik weet wel dat niet iedereen die technologische vooruitgang met een positief oog ziet. En om maar te onderstrepen hoe moeilijk het wel is om een proportioneel evenwicht te vinden tussen rechten, toch nog een juridische anekdote. Tijdens de hoorzitting verklaarde de Voorzitter van de Liga van de Rechten van de Mens bedenkingen te hebben bij het tegenover elkaar plaatsen van die twee rechten, omdat naar zijn mening het recht op

19 Art. 6, §3 Camerawet: “Het bekijken van beelden in real time is uitsluitend toegestaan om onmiddellijk te kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde” en verder “Het opnemen van beelden is uitsluitend toegestaan teneinde bewijzen te verzamelen van overlast of van feiten die een misdrijf opleveren of schade veroorzaken en daders, verstoorders van de openbare orde, getuigen of slachtoffers op te sporen en te identificeren” 20 Parl. St. Senaat; zitting 2005 – 2006, nr 3 – 1734/1, Toelichting, p. 2 - 3. 21 Parl. St. Kamer: DOC 51 2799/005, Verslag namens de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, De Algemene Zaken en het Openbaar Ambt uitgebracht door Mevrouw Corinne DE PERMENTIER, p 5.

Page 8: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

8

veiligheid niet bestaat en nergens in het Belgisch recht is verankerd22. Merkwaardige uitspraak als U weet dat art. 5.1 van het EVRM wel degelijk het recht op veiligheid expliciet consacreert23. Gelukkig ging de wetgever ging niet in op zijn suggestie om een nietigheidssanctie in de camerawet in te voegen. De overtredingen van de camerawet worden enkel met geldboeten gesanctioneerd. Het verbod gebruik te maken van wederechtelijk gemaakte beelden werd niet in het wetsontwerp ingeschreven. Er werd onderstreept dat het immers de rechter toekomt de waarde van de hem voorgelegde bewijzen te bepalen24. Het is nogal evident dat de privacy van de burger optimaal moet worden gevrijwaard, terwijl de dader van een misdrijf die bescherming uiteraard niet verdient25. Merkwaardig dat we ons deze vragen naar proportionaliteit vandaag de dag moeten stellen bij gelegenheid van een veiligheidsconferentie “diestal in woningen” terwijl elk van ons die even op Google wil surfen zijn eigendom kan bewonderen vanuit de lucht, en het beeld zelfs zo kan vergroten dat elk detail zichtbaar wordt, en de straten zelf met de façades open en bloot kan bewonderen. Wat een tool voor dieven! Ze kunnen de buurt bestuderen tot in zijn kleinste details vooraleer ze op pad gaan. En de burger die mag als hij veel moed heeft klacht neerleggen om het een en het ander te laten verwijderen of te laten maskeren. Ik vraag mij af hoe gelukkig die ene burger was die in zijn blootje naast zijn zwembad toevallig werd getrokken door de medewerkers van Google via een zijweg en te kijk werd gesteld op televisie. Zou hij zich herkend hebben, en zou hij zich de vraag hebben gesteld of zijn recht in een democratische staat wel proportioneel werd gerespecteerd door degenen die zijn beeltenis schaamteloos op internet hebben uitgesmeerd? Dames en heren, Het bouwen van een éénvormig ressortelijk strafbeleid was mijn droom. Met deze veiligheidsconferentie is weerom een bouwsteen van dat plan

22 Parl. St. Kamer: DOC 51 2799/005, Verslag namens de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, De Algemene Zaken en het Openbaar Ambt uitgebracht door Mevrouw Corinne DE PERMENTIER, p 8 -9. 23 E.V.R.M. art. 5.1 – eerste volzin: “Eenieder heeft het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid.”. 24 Parl. St. kamer, DOC 51 2799/005, Verslag namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt uitgebracht door Mevrouw Corinne DE PERMENTIER, p.34. 25 Parl. St. , Senaat, nr. 3-1734/5 – 2006 – 2007. Verslag namens de Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden uitgebracht door de Heer DELPÉRÉE, p. 9.

Page 9: De proportionele toepassing van rechten van de mens van pg liégeois

9

gelegd, namelijk de strijd tegen woninginbraken. Ik dank de onschatbare medewerking van onze provinciegouverneurs, de arrondissements-commissarissen, mijn sinds gisteren gepensioneerde Eerste Advocaat-generaal Flor De Mond en alle medewerkers. Yves Liégeois