De heilige Drie-eenheid

30

description

De heilige Drie-eenheid Het behoort tot het innerlijke rijpingsproces van de christen om steeds dieper in het mysterie van de drie goddelijke personen door te dringen. De zalige paus Johannes Paulus II heeft vanaf het begin van zijn pontificaat hieraan bijzondere aandacht willen besteden. In de drie jaren van directe voorbereiding op het Jubeljaar van de 2000e geboortedag van de verlosser stelde hij de drie goddelijke personen afzonderlijk centraal: 1997 God de Zoon, 1998 God de Heilige Geest en 1999 God de Vader. Voor het jaar 2000 wenste hij dat het zou zijn als "een unieke, ononderbroken lofzang op de Drie-eenheid". Hierdoor wordt door het hoogste kerkelijk gezag bevestigd dat de omgang met de drie personen van de heilige Drie-eenheid afzonderlijk niet het privilege van enkele uitverkorenen en daarmee zeldzame zielen is. Alle christenen zijn dankzij hun doopsel tot heiligheid geroepen. En wat is heiligheid anders dan deelhebben aan het intra-trinitaire leven van God? Aangemoedigd door de woorden en geschriften van de Heilige Vader is het voorliggende stuk ontstaan. Hoe krijgen wij toegang tot de Heilige Drie-eenheid? Alleen door de openbaring die ons door de Zoon werd gedaan. Deze openbaring vinden wij in de H. Schrift en de traditie die ons door het leerambt van de Kerk worden voorgehouden. Een bron zijn verder de woorden en geschriften van de mensen die een bijzonder diepe omgang met de drie-ene God hadden: de heiligen. Een bijzondere toegang door de goddelijke mysteries wordt ons ook door de kunst geboden. In het vervolg zal van al deze bronnen gebruik worden gemaakt om, in een persoonlijke selectie, het mooie en verblijdende van dit mysterie aan te duiden, het grootste en mooiste wat wij mensen kunnen kennen. Om tot een beter inzicht van het mysterie van de heilige Drie-eenheid te komen wordt er voortdurend gebruikt gemaakt van filosofische begrippen. Het begrip "persoon", bij voorbeeld, behoort tot de filosofische vaktaal en is daarmee abstract en in zekere zin afstandelijk. Het krijgt misschien meer inhoud en warmte als wij beseffen dat wij een persoon met "jij" of "U" kunnen aanspreken. In deze tekst zal na het beschouwen van de heilige Drie-eenheid in zijn geheel de aandacht uitgaan naar de drie goddelijke personen afzonderlijk. Er wordt getracht te laten zien hoe iedere van de drie goddelijke personen een volledige overgave aan het goddelijk Wezen kent. Daarna volgt een hoofdstuk waarin een poging gedaan wordt de goddelijke logica van het heilig kruis - het menselijk lijden - inzichtelijk te maken. Aan het einde vindt men de Nederlandse en Latijnse tekst van de geloofsbelijdenis Quicumque, dat lange tijd aan de heilige Athanasius werd toegeschreven.

Transcript of De heilige Drie-eenheid

Page 1: De heilige Drie-eenheid

1

Page 2: De heilige Drie-eenheid

2

De liefdevolle overgave

van de

drie goddelijke Personen van de

heilige Drie-eenheid

door

Alfred Driessen

15 augustus 2013

De heilige Drie-eenheid, genadestoel

Colijn de Coter circa 1510

Page 3: De heilige Drie-eenheid

3

Inleiding

Kort geleden was ik getuige van de eerste poging van een

kleuter om het maken van het kruisteken van zijn vader te

imiteren. De kleine werd meegenomen naar een heilige

mis en zag in het begin het kruisteken van de priester en

de andere aanwezigen. Het ging hem nog niet zo

makkelijk af en waarschijnlijk zal hij niet beseffen dat

daarbij de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige

Geest wordt aangeroepen. Pas later zal hij begrijpen dat

het om de drie goddelijke personen gaat die het goddelijk

wezen uitmaken.

Het behoort tot het innerlijke rijpingsproces van de

christen om steeds dieper in het mysterie van de drie

goddelijke personen door te dringen. De zalige paus

Johannes Paulus II heeft vanaf het begin van zijn

pontificaat hieraan bijzondere aandacht willen besteden.

Aan ieder van de drie personen heeft hij een encycliek

gewijd: De Verlosser van de mens (de Zoon)1; De

goddelijke barmhartigheid (de Vader)2 en Dominum et

1 Zalige Johannes Paulus II, Encycliek Redemptor Hominis, 4-3-1979

2 Zalige Johannes Paulus II, Encycliek Dives in Misericordia, 30-11-1980

Vivicantem (de heilige Geest)3. Later nodigde hij in zijn

brief Tertio Millenio Adveniente4 alle christenen uit drie

jaren aan de directe voorbereiding op het Jubeljaar van de

2000e geboortedag van de verlosser te besteden. In deze

drie jaren stonden de drie goddelijke personen

afzonderlijk centraal: 1997 God de Zoon, 1998 God de

Heilige Geest en 1999 God de Vader. Voor het jaar 2000

wenste hij dat het zou zijn als een unieke, ononderbroken

lofzang op de Drie-eenheid5.

Hierdoor wordt door het hoogste kerkelijk gezag

bevestigd dat de omgang met de drie personen van de

heilige Drie-eenheid afzonderlijk niet het privilege van

enkele uitverkorenen en daarmee zeldzame zielen is. Alle

christenen zijn dankzij hun doopsel tot heiligheid

geroepen6. En wat is heiligheid anders dan deelhebben

aan het intra-trinitaire leven van God? Aangemoedigd

door de woorden en geschriften van de Heilige Vader is

het voorliggende stuk ontstaan. Daarbij moet men wel

3 Zalige Johannes Paulus II, Encycliek Dominum et Vivicantem, 18-5-1986

4 Zalige Johannes Paulus II, Apostolische Brief Tertio millenio adveniente,

10-11-1994 5 Zalige Johannes Paulus II, Bulle Incarnationis Mysterium,3:AAS 91

(1999), 132 6 zie Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, Dogmatische Constitutie

over de Kerk Lumen gentium, 5.

Page 4: De heilige Drie-eenheid

4

aan de woorden van de heilige Augustinus denken: Er is

geen materie waarin men zich met groter gevaar vergist,

of die moeilijker te onderzoeken is, of die met meer vrucht

wordt ontdekt7.

Hoe krijgen wij toegang tot de Heilige Drie-eenheid?

Alleen door de openbaring die ons door de Zoon werd

gedaan. Deze openbaring vinden wij in de H. Schrift en

de traditie die ons door het leerambt van de Kerk worden

voorgehouden. Een bijzondere plaats neemt daarbij in de

traditie het geloofsbelijdenis in - het Quicumque - dat

soms aan de H. Athanasius wordt toegeschreven. In

eenvoudige en duidelijke bewoordingen worden hierin de

mysteries van de heilige Drie-eenheid en de menswording

weergegeven. Een bron zijn verder de woorden en

geschriften van de mensen die een bijzonder diepe

omgang met de drie-ene God hadden: de heiligen. Paus

Johannes Paulus II schrijft hierover: ....wij worden niet

alleen erg geholpen door het theologisch onderzoek maar

ook door die grote erfenis die de "geleefde theologie" van

de heiligen is.8 Een bijzondere toegang door de

goddelijke mysteries wordt ons ook door de kunst

geboden. Ook de kunstenaar is op zijn manier op weg 7 Heilige Augustinus, Over de Drie-eenheid, I, 3,5.

8 Zalige Johannes Paulus II, Novo Millenio Ineunte, 6-1-2001, nr. 27.

naar de waarheid en weet die aan de andere via zijn kunst

over te brengen: waarheden en realiteiten die niet of zeer

moeilijk toegankelijk zijn via de redenering en die niet in

woorden kunnen worden uitgedrukt. In het vervolg zal

van al deze bronnen gebruik worden gemaakt om, in een

persoonlijke selectie, het mooie en verblijdende van dit

mysterie aan te duiden, het grootste en mooiste wat wij

mensen kunnen kennen.

Om tot een beter inzicht van het mysterie van de heilige

Drie-eenheid te komen wordt er voortdurend gebruikt

gemaakt van filosofische begrippen. Het begrip

"persoon", bij voorbeeld, behoort tot de filosofische

vaktaal en is daarmee abstract en in zekere zin

afstandelijk. Het krijgt misschien meer inhoud en warmte

als wij beseffen dat wij een persoon met "jij" of "U"

kunnen aanspreken. Het is voor een eenvoudige gelovige

evenmin als voor een filosoof of theoloog te begrijpen

hoe drie volwaardige personen één wezen kunnen zijn.

Het gaat echter niet tegen onze logica in, alleen wij

kunnen het ons niet voorstellen. Een goede manier om de

begrippen scherp voor ogen te hebben is rustig en met

een open en nederig hart het geloofsbelijdenis

Quicumque te overwegen. Het is voor ons mensen

vandaag net zoals in vroegere tijden moeilijk te

Page 5: De heilige Drie-eenheid

5

accepteren dat iets juist kan zijn ook als wij het niet

begrijpen. Pas als wij zouden kunnen redeneren dat ons

onbegrip op echte tegenstrijdigheden is gebaseerd zouden

wij omwille van de intellectuele eerlijkheid afstand

moeten doen van de leer van de heilige Drie-eenheid

zoals die ons door de Kerk wordt voorgelegd.

De Russische iconografie heeft in dit opzicht een

bijzondere prestatie geleverd die ons verder kan helpen.

Wereldberoemd zijn de oude afbeeldingen uit het klooster

van de heilige Drie-eenheid met als bekendste die van

Andrej Roebljof (begin 15e eeuw): men ziet er drie jonge

engelsachtige personen rond een tafel zitten. De

gezichten zijn van een verheven sereniteit. Het zijn niet

drie van elkaar losstaande personen, duidelijk is er een

relatie van luisteren en communicatie tussen elkaar.

Onwillekeurig komt de gedachte op, wat zou ik graag bij

dit drietal aanwezig zijn en door hun in vertrouwen

worden genomen. Hoe mooi zou het zijn naar hun

gesprekken te luisteren in dit eeuwige nu. Hun

gesprekken die alle mysteries van de ongeschapen en

geschapen realiteit bevatten. De iconograaf laat zien dat

onze God niet een abstract wezen is; Hij is - misschien is

dat iets gedurfd zo te zeggen - een gezin met drie De heilige Drie-eenheid

Andrej Roebljof

Page 6: De heilige Drie-eenheid

6

personen bij wie wij gaarne zouden willen vertoeven. Op

dit aspect van het gezin zullen wij later terugkomen.

Als kind reeds hebben sommigen van ons in de

catechismus kunnen lezen dat God volmaakt gelukkig is.

Hij is oorsprong van alles wat is, Hij is van niemand en

niets afhankelijk. Pas als wij de drie goddelijke Personen

afzonderlijk beschouwen ontdekken wij dat dit geluk

gebaseerd is op een volmaakte overgave in Liefde. En

wat ons schepselen betreft zien wij dat de

onoverkoombare kloof tussen schepper en schepsel op

een wonderbaarlijke wijze door dezelfde Liefde

overbrugd is. In het vervolg zal daarom na het

beschouwen van de heilige Drie-eenheid in zijn geheel de

aandacht uitgaan naar de drie goddelijke personen

afzonderlijk. Er wordt getracht te laten zien hoe iedere

van de drie goddelijke personen een volledige overgave

aan het goddelijk Wezen kent. Daarna volgt een

hoofdstuk waarin een poging gedaan wordt de goddelijke

logica van het heilig kruis - het menselijk lijden -

inzichtelijk te maken.

Van de Drie-eenheid van de aarde naar de

Drie-eenheid van de hemel

God als gezin. Als wij het over een gezin van heilige en

volmaakte personen hebben komt onmiddellijk de

gedachte op aan het gezin van Nazareth: Jezus, Maria en

Jozef. De zalige Josemaria gebruikte de omgekeerde weg.

Vaak spraak hij juist over de Drie-eenheid van de aarde

om zijn geestelijke kinderen de weg naar de hemelse

Drie-eenheid te wijzen. In een van zijn laatste brieven gaf

hij een schets van het heilig gezin in Bethlehem zoals

alleen bewonderende beschouwing en een uitzonderlijk

gevoel voor taal kunnen opleveren. Kijken jullie eens in

wat voor een omgeving Christus geboren wordt. Alles

herinnert ons aan deze onvoorwaardelijke overgave:

Jozef - een geschiedenis van moeilijke gebeurtenissen en

dat samen met de vreugde de behoeder van Jezus te

kunnen zijn - hij zet zijn eer op het spel, de serene

voortgang van zijn werk, de rust van de toekomst. Heel

zijn bestaan is een onmiddellijke beschikbaarheid voor

dat wat God verlangt. Maria verschijnt als “de

dienstmaagd van de Heer (Luc. I, 38)” die met haar

“fiat” haar gehele

Page 7: De heilige Drie-eenheid

7

De heilige Drie-eenheid van de aarde

school van Cusco (Peru), 18e eeuw

existentie omvormt in een onderwerping aan het

goddelijke plan van de verlossing. En Jezus? Het is

voldoende te zeggen dat onze God zich als een kind

vertoont; de Schepper van alle dingen verschijnt in de

luiers van een klein schepsel, opdat wij geen twijfel

mogen hebben dat hij ware God en ware Mens is.9

Is het nu te gedurfd te zeggen dat wij juist in de Drie-

eenheid van de hemel ook deze onvoorwaardelijke

overgave vinden? Hoe kunnen wij ons met ons menselijk

verstand voorstellen dat drie volmaakte personen in alle

handelingen die naar buiten gericht zijn volmaakt één

zijn. Als dit van buiten zou zijn opgelegd, of door één van

de drie aan de andere twee, dan zou het voor ons verstand

begrijpelijk zijn, alleen dan waren de drie personen niet

aan elkaar gelijk en zouden zij niet het goddelijk Wezen

kunnen uitmaken. De enige kracht die drie personen

dezelfde wil kan laten hebben zonder dat deze personen

hun waardigheid verliezen is de liefde. Hoe groot moet

niet de Liefde binnen de heilige Drie-eenheid zijn als alle

drie personen almachtig en in alles gelijk zijn en toch

naar buiten handelend als één God optreden. De liefde is

9 Heilige Jozefmaria, brief 14-2-1974

Page 8: De heilige Drie-eenheid

8

zo groot dat deze met het goddelijk Wezen wordt

geïdentificeerd: want God is liefde.10

Is het uit liefde handelen nu hetzelfde als overgave? Met

andere woorden, als liefde uit twee personen een eenheid

maakt (zoals dit geldt voor een verliefd stel) of uit drie

personen een goddelijk Wezen, is dan noodzakelijkerwijs

ook een echte overgave in het spel? Als twee, zoals men

zegt, vlinders in hun buik hebben, gaat dan niet alles

vanzelf? Is dan niet alles makkelijk? Men moet hier goed

opletten dat men niet in een bepaalde manier van

redeneren valt die wat de theoretische oorsprong betreft

reeds bij Kant te vinden is: alles wat moreel goed is, moet

moeite kosten. Degene die bemint wil het goede voor de

beminde, niet omdat dat het meest moeilijke is, maar

omdat hij zich met zijn beste vermogen niets beters voor

de beminde kan voorstellen. Hierin bestaat de overgave

van de beminnende dat hij/zij zorgvuldig met alle

vermogens onderzoekt wat het beste is, en dit beste

daarnaar met al zijn/haar krachten tracht te

verwezenlijken. Het moge duidelijke zijn dat de

goddelijke wijsheid en alwetendheid geen twijfel

overhoudt wat het goede is omdat dit zich identificeert

10

1 Joh. 4, 8.

met het goddelijk zijn dat op zijn beurt volmaakt één is.

De goddelijke liefde brengt alle drie goddelijke personen

ertoe dit goede met de goddelijke almacht te verwezen-

lijken: de handelingen naar buiten toe worden daarom

door alle drie goddelijke personen gemeenschappelijk

verricht.

Een overgave in liefde zal bij ons mensen in het

algemeen samengaan met offers. En bij de goddelijke

personen? Ook hier vinden wij offer zoals wij straks

proberen inzichtelijk te maken. Op dit moment moge het

voldoende zijn op een menselijke manier te redeneren dat

de eenheid van het goddelijk Wezen ieder zich eenzijdig

te profileren of zijn persoonlijkheid te ontwikkelen in de

weg staat. Maar offer en overgave staat niet in

tegenstelling tot het geluk. Zo heeft Augustinus met een

buitengewone scherpte kunnen formuleren: Bij het

hetgeen wat wij beminnen is er ofwel geen moeite en

inspanning of wij beminnen die juist11

. Met andere

woorden, waar liefde bij betrokken is, daar heerst

noodzakelijk het geluk. Bij vele heiligen en mystici

vinden wij dezelfde ervaring dat juist wat de mensen

kruis noemen voor hun een bron van enorme vreugde is. 11

Heilige Augustinus, De bono viduitatis, 21, 26 In eo quod amatur, aut non

laboratur, aut et labor amatur

Page 9: De heilige Drie-eenheid

9

Paus Johannes II geeft in zijn encycliek Novo Millenio

Ineunte een treffend citaat van de heilige Theresia van

Liseux: In de Hof van Olijven werd onze Heer gezegend

met alle vreugde van de Drie-eenheid, maar toch was zijn

sterven niet minder gruwelijk. Het is een mysterie, maar

ik verzeker je dat ik, op basis van hetgeen ik zelf voel,

daarvan iets kan begrijpen.12

In het vervolg gaan wij de drie goddelijke personen

afzonderlijk beschouwen. Er wordt getracht op grond van

teksten uit de heilige schrift aan te kunnen tonen dat

iedere van de drie personen een liefdevolle, volledige

overgave kent.

12

Heilige Theresia van Lisieux, Laatste gesprekken, Geel schrift (6-7-1897):

Ouvres Complètes (Parijs, 1996), p. 1025)

Ik geloof in één God de almachtige Vader

In het algemeen hebben wij mensen moeite om te delen,

altijd is er de zorg dat de andere bevoordeeld wordt en

wij tekort komen. In de vader - zoon (of algemeen ouder-

kind) relatie lijkt dit anders te zijn, misschien omdat de

zoon niet meer gezien wordt als een ander maar een

tweede, verjongde uitvoering van jezelf. Maar feitelijk

gezien betekent vader zijn zich aan en ander te geven in

een overgave die in het extreem alles kan omvatten. God

Vader, de eerste Persoon van de heilige Drie-eenheid

verwekt vóór alle tijden Zijn eniggeboren Zoon en geeft

Hem alles, want de Zoon is één in wezen met de Vader:

Want zoals de Vader in Zichzelf het leven heeft, zo gaf Hij

ook aan den Zoon het leven in Zichzelf te hebben13

. De

gave van God Vader aan zijn Zoon is zo radicaal, dat er

geen eerder of later, meer of minder in de heilige

Drievuldigheid te vinden is, alle drie personen zijn even

eeuwig en even gelijk14

.

13

Joh. 5, 26: 14

Zie Quicumque (Appendix): Et in hac Trinitate nihil prius aut posterius,

nihil maius aut minus: totae tres personae coaeterna sibi sunt et coaequales,

Page 10: De heilige Drie-eenheid

10

In de wiskunde wordt vaak een bepaalde manier van

redenering gebruikt waarmee men de gelijkheid van twee

verzamelingen kan aantonen. Als men kan laten zien dat

ieder element van de ene verzameling ook in de andere

verschijnt (en ook omgekeerd), dan moeten de twee

verzamelingen aan elkaar gelijk zijn. In de afscheidsrede

die door de evangelist Johannes wordt weergegeven, lijkt

Jezus deze redenering toe te passen: Alles wat de Vader

heeft, is het mijne.15

Er is geen verschil naar buiten tussen

Vader en Zoon: De Vader is God en de Zoon is God, en

toch zijn er niet twee Goden maar slechts één God.

De derde Persoon van de heilige Drie-eenheid, de heilige

Geest, komt voort uit de Vader en de Zoon. Hij is de

liefdesband tussen Vader en Zoon. Deze Liefde is zo

sterk dat deze met het goddelijk Wezen wordt

geïdentificeerd. De drie Personen zijn, zoals zojuist reeds

werd gezegd met verwijzing naar het Quicumque, aan

elkaar even eeuwig en even gelijk. Als wij de zojuist

gebruikte wiskundige redenering ook op de relatie God

Vader en God de Heilige Geest toepassen, kunnen wij

zeggen: in God Vader is er niets wat niet Liefde is. Of

positief geformuleerd: het enig motief van handelen van

15

Joh. 15, 15.

God Vader is Liefde (hetzelfde kunnen wij natuurlijk ook

van God Zoon uitzeggen). Liefde betekent echter

overgave omdat de liefde altijd ertoe brengt bij keuzes

tussen alternatieven het beste voor de ander te doen, en

dat - indien nodig - ten koste van letterlijk alles.

Het door Liefde ingegeven verlangen van God de Vader

naar kinderen die in zijn geluk konden delen door aan

zijn goddelijke natuur deel te hebben16

vond zijn

vervulling in de schepping van de mens en - na de

zondeval - in de verlossing van de mens. Het is duidelijk

dat het offer van de Zoon van God aan het kruis een offer

was, maar het geloof leert ons dat Jezus alleen als mens

heeft geleden en is gestorven.

Wij kunnen ons afvragen in hoever de verlossing de

heilige Drie-eenheid heeft geraakt, m.a.w. kunnen wij van

een offer van God Vader spreken? In een museum van

Gouda kan men een beeld vinden dat heel ver in het

antwoord gaat. De kunstenaar beeldt God Vader af met

op zijn knieën Zijn Zoon als gekruisigde, het motief is

vergelijkbaar met een Piëta, nu is het echter niet de

moeder maar de Vader die vol smart naar de wonden van

de gekruisigde kijkt. Om meer te kunnen begrijpen wat -

16

zie 2 Petr. 1,4.

Page 11: De heilige Drie-eenheid

11

menselijk gesproken - in hart van de vader omgaat als Hij

aan Zijn Zoon de gehoorzaamheid tot aan het kruis

vraagt, zal men het best naar de evangelies kunnen

kijken. In de twee grote theofanien bij het doopsel van de

Heer en op de Tabor verklaart God Vader steeds

opnieuw: Gij zijt mijn welbeminde Zoon,17

en Dit is mijn

geliefde Zoon18

. Dit “agapetos” (beminde) was zo

kenmerkend voor Jezus dat het als een naam van Jezus

werd gebruikt. Wij vinden dit bij voorbeeld bij Paulus in

de brief aan de Efesiers waarin hij met een lofzang op

God Vader begint (daarbij waarschijnlijk gebruik maakte

van een bestaande hymne van de oerchristelijke

gemeentes) ....waarmee Hij ons begenadigd heeft in de

beminde19

.

Als wij nu de parabel van de boze wijngaardeniers lezen

(Luc. 20, 9-16), waarin tegen alle rechtvaardigheid en

redelijkheid in de wijngaardeniers elk aandeel van de

opbrengst aan de eigenaar onthouden, dan vinden wij de

redenering van de eigenaar Wat zal ik doen? Ik zal mijn

geliefden zoon zenden; misschien dat zij voor hem ontzag

17

Luc. 3, 22. 18

Math. 17, 5. 19

Ef. 1, 6:

zullen hebben20

. Met de toevoeging “geliefde” wordt

duidelijk dat er een diepe affectieve band tussen de vader

en zoon van de parabel bestaat die veel dieper gaat dan

een zuiver zakelijke afhandeling van een conflict met

wanbetalers zou nodig maken. Tegelijk wordt hiermee de

sleutel voor deze parabel gegeven: de “geliefde”

“agapetos”, is ook hier weer de Zoon van God zelf, en de

vader is God Vader die het meest waardevolle inzet om

tot een oplossing van het conflict te komen. Deze parabel

eindigt als profetie voor wat later op de calvarieberg zou

gebeuren: de zoon wordt door de wijngaardeniers

gedood.

In het oude testament vinden wij historische

gebeurtenissen die als typos, voorafbeelding staan voor

en realiteit die pas in het nieuwe testament vervuld zou

worden. Het manna in de 40 jaar durende tocht door de

woestijn is een voorafbeelding van de heilige Eucharistie,

het lam dat bij de uittocht uit Egypte werd geofferd een

voorafbeelding van Christus, het lam Gods. Een op het

eerste gezicht onbegrijpelijk gebeuren in het leven van

Abraham geeft ons een ongekend diep inzicht in de

Liefde van God Vader voor ons mensen en het offer dat

20

Luc. 20,13

Page 12: De heilige Drie-eenheid

12

dit voor Hem betekend. Wij lezen in Genesis dat

Abraham op de proef werd gesteld: er werd een offer van

hem gevraagd, niet van een huisdier of van vruchten,

maar van een mens. En deze mens was zijn zoon waarop

hij al zijn hoop had gezet. De schrijver geeft de woorden

van God als volgt weer: Neem Isaäk, uw enigen zoon,

dien ge liefhebt, ga naar het land van de Moria, en offer

hem daar op een van de bergen, die Ik u aanwijs als

brandoffer21. Ook hier weer vinden wij de expliciete

vermelding van de liefde van Abraham vader voor zijn

zoon: die ge liefhebt. God achtte de intentie van Abraham

voldoende en stuurt een engel om de voltrekking van het

offer tegen te houden. De Liefde van de heilige Drie-

eenheid eist meer van de Vader; er was geen engel die op

Calvarie mocht ingrijpen.

Wij kunnen ons geen voorstelling van God maken; ons

verstand is hiervoor zeker niet voldoende. Maar laten wij

ingaan op de woorden van Christus die ons laten

binnendringen in het goddelijk mysterie. Op het verzoek

van Filippus - hoe blij mogen wij niet zijn dat hij deze

vraag stelde - Toon ons de Vader22

, antwoordt Jezus met

21

Gen. 22, 2. 22

Joh. 14.8.

Abraham offert Isaäk (voorkant altaar)

voormalige r.k. kerk de Duif, Amsterdam

Page 13: De heilige Drie-eenheid

13

een liefdevol verwijt en geeft als uitleg: Wie Mij heeft ge

zien, heeft den Vader gezien.23

Wij zien de geboorte van

Jezus - reeds eerder hebben wij deze scène beschouwd -

wij zien de 12 jarige jongen in de tempel, wij zien Jezus

prediken, wonderen doen en 30 jaar leven als een

arbeider, de zoon van de timmerman. Vooral zien wij

Jezus lijden, aan het kruis sterven en op de paasmorgen

verrijzen. In al deze scènes hebben wij Christus gezien en

daarmee ook de Vader.

23

Joh. 14, 9.

Pestzuil in Wenen (1693)

aan de heilige Drie-eenheid toegewijd

Page 14: De heilige Drie-eenheid

14

En in één Heer, Jezus Christus

In het voorgaande hebben wij getracht meer inzicht te

verkrijgen in de grootheid van de Liefde van God de

Vader, die Hem ertoe brengt vóór alle eeuwigheid zijn

eniggeboren Zoon te verwekken, en in Hem de mens te

scheppen en verheffen tot aangenomen kinderen. Nu gaan

wij de blik richten op de Zoon, het eeuwige Woord van

de Vader, God uit God, licht uit licht, ware God uit de

ware God24

, die voor ons, mensen, en omwille van ons

heil uit de hemel is neergedaald25

. Wij weten op welke

manier en in welke gedaante God het meest geschikt

achtte om uit de hemel neer te dalen: En het Woord is

vlees geworden26

en verschijnt voor ons als een kind in

luiers in de armen van zijn moeder, de onbevlekte maagd

Maria. Vanaf dit ogenblik is er een persoon, tegelijk

volkomen God en volkomen mens27

. Deze persoon, onze

Heer Jezus Christus, werd voor ons gekruisigd, Hij

24

Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, Deum de Deo, lumen de

lumine, Deum verum de Deo vero. 25

Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, qui propter nos homines et

propter nostram salutem descendit de caelo. 26

Joh. 1, 14: 27

Quicumque (Appendix): perfectus Deus, perfectus homo.

heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven28

.

Grünewald, Isenheimer altaar

28

Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, Crucifixus etiam pro nobis

sub Pontio Pilato; passus et sepultus est.

Page 15: De heilige Drie-eenheid

15

Het is niet moeilijk aan te tonen dat de Godmens Jezus

Christus een volledige overgave in liefde aan de wil van

God Vader beleefde. Paulus vat het samen in de

beroemde passage in de brief aan de Filippenzen: Hij

heeft zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de

dood, ja, tot de dood aan het kruis29

. Als wij nu verder

willen indringen in de gebeurtenissen van de calvarieberg

komen vragen in ons op die het mysterie van de tweede

persoon van de heilige Drie-eenheid raken. Wie heeft er

geleden en wie is er gestorven? God is volmaakt gelukkig

en kan niet sterven. Het antwoord is natuurlijk de persoon

Jezus Christus. Maar alleen zijn heilige mensheid kon

lijden en sterven. En de Godheid van onze verlosser?

Laten wij opnieuw luisteren naar Paulus enkele regels

voor het zojuist geciteerde stuk: Want hoewel Hij

[Christus Jezus] Gods gestalte bezat en zijn gelijkheid

met God geen roof hoefde te achten, heeft Hij toch er

Zich van ontdaan, door de gestalte aan te nemen van een

slaaf en gelijk te worden aan de mensen30

. Het subject

van de kenosis, het zich ontdoen, is niet de mens Jezus

Christus, maar de tweede Persoon van de Heilige Drie-

eenheid. 29

Fil. 2, 8: 30

Fil. 2, 6-7:

In zijn bekend werk “De Heer” tracht Romano Guardini

in een passage het onzegbare van de kenosis toegankelijk

te maken. Het lijkt de moeite waard dit stuk van hem over

te nemen: Wanneer wij over de ‘prijs der Verlossing’ (1

Petr. 1, 18-19) spreken, denken wij meestal aan de mens

Jezus; aan zijn menselijk hart, zijn lichaam, zijn ziel en

alles, wat de Verlossing Hem gekost heeft. Onze gedachte

gaat soms nog zo ver te zeggen, dat het God zelf is, de

oneindige hoogheid van de goddelijke persoon van de

Verlosser, die aan zijn menselijk offer de alverzoenende

waarde verleent. Maar overigens houdt onze gedachte bij

God zelf, bij de onmogelijkheid dat Hij lijden zou, op.

Daarin heeft zij gelijk; hoe zou God kunnen lijden? Wij

mogen Hem niet menselijk zien. En toch ontbreekt hier

iets. Wij denken ons de afgrondelijke ernst van de

Verlossing nog niet werkelijk genoeg, wanneer wij ons

God daarbij voorstellen in onaantastbare verhevenheid.

Wat wij nu gaan zeggen, is onjuist. Maar er schijnen

uitspraken te bestaan, die onjuist zijn en toch

onontbeerlijk. Onze Verlossing was voor God niet iets,

dat Hij met een gebaar van Hemzelf niet rakende

inwilliging heeft volbracht. Hij heeft haar op geheel

andere wijze ernstig genomen. Paulus geeft ons daarvan

een vermoeden, wanneer hij spreekt over de ‘Kenosis’, de

Page 16: De heilige Drie-eenheid

16

’vernedering’, het ’ontdoen’, de ‘vernietiging’. Want dan

spreekt hij niet over den mens Jezus, doch over de Logos;

over het geheimzinnige besluit van God Zichzelf te

ontdoen ‘door de gestalte aan te nemen van een slaaf’

(Fil. 2,7).31

Dezelfde volheid van Liefde - God is Liefde - die wij in

het hart van God Vader aantroffen en die Hem ertoe

bracht zijn beminde Zoon te offeren, zien wij werkzaam

in de Zoon. Ook in Hem is er niets dat niet uit Liefde

voortkomt. In de volle vrijheid der Liefde32

ontdoet Hij

zich van Gods gestalte en gelijkenis33

en zegt bij zijn

Intreden in de wereld: ‘Offers noch gaven hebt Gij

gewild, maar een lichaam hebt Gij Mij bereid. Brand- en

zoenoffers behaagden u niet, toen zei Ik: Zie Ik kom! In

de boekrol staat van Mij geschreven, uw wil te

volbrengen, o God’34

.

De Liefde van de Zoon van God jegens ons mensen gaat

verder, het was Hem niet genoeg ons mensen door Zijn

lijden en dood te verlossen. Hij verlangde voor altijd bij

31

Romano Guardini, De Heer, Het Spectrum, 1954, pp. 464-465. 32

Heilige Jozefmaria, Kruisweg, De Boog 1983, 10e statie. 33

vgl. Fil. 2, 7. 34

Hebr. 10, 5-7.

Robert Campin, genadestoel, circa 1430

Page 17: De heilige Drie-eenheid

17

ons te zijn in de Heilige Eucharistie geheim van geloof en

liefde35

, zoals de heilige Josefmaria het uitdrukte. In de

gedaante van brood is Christus in het tabernakel, met zijn

lichaam en bloed, met Zijn ziel en godheid36

. Het is niet

alleen de heilige mensheid van de Heer die op de liefde

van ons mensen wacht, die soms vergeten wordt door de

onverschilligheid van ons mensen, soms zelf beledigd en

onteerd wordt. Het is de hele persoon van Jezus Christus

met zijn mensheid en godheid. Welk een overgave van de

tweede persoon van de heilige Drie-eenheid die zich

weerloos aan ons mensen overlevert alleen om bij ons te

kunnen zijn. Het verlangen aanwezig te kunnen zijn bij

de relatief weinigen die in liefdevolle aanbidding bij hem

willen vertoeven is zo groot dat het risico van

onverschilligheid, belediging en heiligschennis niet telt.

De Liefde van God Vader houdt evenmin rekening met

dit risico: in de heilige Hostie biedt hij ons het meest

kostbaarste aan, namelijk Zijn beminde Zoon.

35

Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 83 36

Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1374

Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en

het leven geeft

De derde persoon van de Heilige Drie-eenheid is de

Heilige Geest, de Geest van God Vader maar evenzo de

Geest van God de Zoon. Hij komt voort uit de Vader en

de Zoon37

. Hij is vuur, gave, degene die leven geeft, de

Gezondene, de helper. Het lijkt voor ons moeilijk toegang

te vinden tot de persoon van de Heilige Geest. Vader en

zoon zijn voor ons begrippen die vanaf onze eerste

kindsheid worden gevormd. En wie het geluk heeft gehad

een nauwe band met zijn vader te mogen hebben valt de

extrapolatie naar God Vader niet meer moeilijk, immers

naar Hem wordt ieder vaderschap in de hemelen en op

aarde genoemd38

. Voor God Heilige Geest vinden wij

abstracte begrippen: vuur, gave of algemene benamingen

van een persoon zoals helper, gezondene, degene die

leven geeft. Misschien heeft dit ertoe geleid dat Hij voor

ons de grote Onbekende is, zoals de zalige Josemaria hem

vaak noemde.

37

geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel 38

Ef. 3, 15

Page 18: De heilige Drie-eenheid

18

Een oppervlakkige lezing van de Heilige Schrift laat ons

Hem zien als iemand die een ondergeschikte rol vervult:

hij wordt gezonden zoals Jezus ons verteld in de

afscheidsrede: Maar de Helper, de Heilige Geest, dien de

Vader zal zenden in mijn naam, Hij zal u alles leren en

alles in herinnering brengen, wat Ik u heb gezegd39. Hij is

met name in de oerkerk actief, zie het boek der

Handelingen, om vanaf het Pinkstergebeuren de opbouw

van de Kerk mogelijk te maken. Dank zij Zijn inwerking

in de apostelen en de andere eerste christenen wordt in

steeds meer plaatsen en harten lof gebracht aan God

Vader en zijn eniggeboren Zoon.

Als wij dieper in het mysterie van de Heilige Geest gaan

begrijpen wij misschien dat gezonden worden, helper

zijn, of trouw de woorden van anderen in herinnering

brengen, een taak is die niet te gering is voor een persoon

van heilige Drie-eenheid. De Heilige Geest is het

goddelijk liefdesvuur, dat geen behoefte heeft de eigen

Persoon te profileren, maar de aandacht richt op de

Vader: God heeft den Geest van zijn Zoon in onze harten

gezonden, en Deze roept: Abba Vader!40

en op en den

39

Joh. 14, 26: 40

Gal. 4, 6:

De komst van de heilige Geest met Pinksteren

Page 19: De heilige Drie-eenheid

19

Zoon: Daarom maak ik u bekend ....dat niemand zeggen

kan ‘Heer Jezus’, dan door den Heiligen Geest.41

Net

zoals bij God Vader en God Zoon vinden wij bij de

Heilige Geest als kenmerk deze liefdevolle overgave aan

de andere twee personen en aan het Goddelijk wezen.

Lucas, de evangelist, die ons de mooiste parabels van de

Heer heeft opgeschreven helpt ons verder om meer van

de Heilige Geest te begrijpen. Jezus heeft zo net het Onze

Vader aan de leerlingen gegeven en vertelt dan de parabel

van de man die omwille van late gasten drie broden wil

lenen bij zijn vriend. Dankzij zijn blijven aandringen, en

niet zo zeer omwille van de vriendschap, verkrijgt die

man zijn drie broden. Jezus brengt dan als afsluiting het

vergelijk hoe aardse vaders op de verlangens van hun

kinderen ingaan en hoe de hemelse Vader dit doet. Welke

vader is er onder u, die aan zijn zoon een steen zal geven,

als hij om brood vraagt.....? Als gij dan, aan uw kinderen

goede gaven weet te schenken, hoewel gij slecht zijt,

hoeveel te meer zal dan de hemelse Vader de Heilige

Geest geven aan wie Hem erom vragen!42

41

I Kor. 12, 3: 42

Luc. 11, 11-13.

De argumentatie is duidelijk: als kinderen iets aan hun

vader vragen verkrijgen zij het verlangde. De menselijk

vaders, die in vergelijking met de goddelijke Vader slecht

zijn, geven wat zij kunnen, de hemelse Vader geeft met

nog meer zekerheid het beste wat Hij in zijn almacht kan

geven: namelijk de Heilige Geest. De aardse vaders

geven een gave die deel uit maakt van hun bezittingen, of

een deel van hun hart. God Vader geeft de derde Persoon

van de heilige Drie-eenheid, de ongeschapen Gave, die

even gelijk is aan de Vader en de Zoon. Met de boven

reeds twee keer gebruikte ‘wiskundige’ redenering

kunnen wij zeggen dat alles wat de Vader heeft ook aan

de Heilige Geest toebehoort, en dat deze onvoorstelbare

Gave toekomt aan de kinderen Gods die erom vragen.

Voor de apostel Paulus was het feit van de inwoning van

de heilige Geest in de ziel van de gelovigen een

voortdurend onderwerp van overweging en prediking. Zo

schreef hij bij voorbeeld aan de christenen van Korinthe

om hen van de waardigheid van hun lichaam te

overtuigen: Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is

van de Heilige Geest?43

De H. Geest is waarlijk de dulcis

43

1 Kor. 6 9.

Page 20: De heilige Drie-eenheid

20

hospes animae44

, de zoete gast van de ziel, die de ziel

continu aanmoedigt, inspireert en herinnert aan het

heerlijke feit van het goddelijk kindschap.

De Heilige Geest is het liefdesvuur in de heilige Drie-

eenheid, Hij is het die ervoor zorgt dat de enige motivatie

van de goddelijke personen liefde is. En liefde betekent,

zoals wij boven reeds hebben gezien, het best mogelijke

te doen, desnoods ten koste van alles. Als de H. Geest in

de zielen van de kinderen van God aanwezig is zal al Zijn

streven erop gericht zijn, hun op de eniggeboren Zoon

van de Vader te doen lijken. Hij zal hun daarom in

dezelfde logica van de liefde onderwijzen, om namelijk in

ieder ogenblik dat te laten doen wat het beste voor God

en de medemens is. Met de genade van de H. Geest zal de

ziel in staat zijn, zichzelf te vergeten en iedere kleine

ingeving op te volgen.

Er bestaat een eenvoudig boekje, een echte parel,

geschreven door een naaister aan het eind van de 19e

eeuw. In dit boek spreekt deze vrouw over de 3de

Persoon van de Heilige Drie-eenheid met een autoriteit

die alleen de directe omgang met de H. Geest kan geven.

Haar belangrijkste gedachte werkt zij in enkele pagina's

44

Sequentie Veni, Sancte Spiritus.

uit waarin zij de doodstrijd van Christus aan het kruis

beschrijft. Zij laat ons Christus zien lijden en in zekere

zin worstelen met God Vader. Een worstelen dat ons

herinnert aan de mysterieuze nachtelijke strijd tussen

Jacob en de Engel45

. Bij de strijd van Jacob ging het om

de zegen Gods, hier gaat het om meer: de Godmens

vraagt voor de mensen om de Heilige Geest zelf.

Overweeg de toestand van Jezus' allerheiligste ziel toen

zij die verlatenheid gewaar werd. Tot dat ogenblik had

Hij geen klacht geuit ondanks alles wat Hij had moeten

lijden; maar nu klaagde Hij "Mijn God, Mijn God,

waarom hebt Gij Mij verlaten?" Kijk aandachtig naar

Jezus en begrijp welk een reusachtige prijs Hij moet

betalen. Wat Hij voor ons wil verkrijgen was die gave die

alle andere te boven gaat; maar voordat Hem die gave

wordt geschonken, moet Hij een lijden doorstaan dat al

het andere lijden overtreft. Denk dus na over de prijs die

Jezus moest betalen om van God voor ons de Heilige

Geest te krijgen!46

Het verband tussen de instorting van de H. Geest in de

zielen van ons mensen en dood van Christus wordt ook in

de beknopte woorden van de zalige Josemaria uitgedrukt: 45

vgl. Gen. 32, 23-32 46

F.J. del Valle, Kom Heilige Geest, overweging bij de derde dag, De Boog

Page 21: De heilige Drie-eenheid

21

De Heilige Geest is vrucht van het kruis47

. De laatste zin

waarmee de H. Schrift het menselijke lijden van Christus

beschrijft Hij boog het hoofd, en gaf de geest.48

bevat een

zeker niet toevallige dubbelzinnigheid: Hij gaf de geest,

d.w.z. de overgave van de Godmens is tot het uiterste

gegaan, tot aan de dood aan het kruis49

; ziel en lichaam

zijn nu van elkaar gescheiden. Maar juist hierdoor gaf Hij

de Geest. Dit extreme bewijs van liefde was in zekere zin

nodig om de Geest van God, die Liefde is, te kunnen

zenden aan ons mensen.

Mogen wij nog dieper gaan? Is deze overgave van de

Godmens aan het kruis niet een zeker teken of gevolg van

de overgave van de 2e Persoon van de Heilige Drie-

eenheid aan de Vader. Is het oorsprong zijn in de intra-

trinitaire relaties van de Goddelijke personen niet op de

een of ander manier gekoppeld aan de kenosis, de

ontlediging van de tweede Persoon? Opnieuw kunnen wij

een overgave en vruchtbaarheid vermoeden van de

Personen van de Heilige Drie-eenheid, die alle menselijke

voorstellingen te boven gaat en waarvan de dood aan het

kruis van de Godmens een zekere afspiegeling in de tijd

47

Heilige Jozefmaria, De Smidse, nr. 759, De Boog,. 48

Joh. 19, 30. 49

Fil. 2,8

En hij gaf de Geest,

Onze Lieve Vrouwebasiliek Maastricht

Page 22: De heilige Drie-eenheid

22

is. De dood aan het kruis is daarom niet alleen een

zoenoffer voor de gevallen mensheid maar kan ook

gezien worden als de machtige openbaring van de

grootsheid van de goddelijke liefde.

De wetenschap van het kruis

In het voorgaande hebben wij getracht met een

kinderlijke onbevangenheid meer te begrijpen van de

heilige Drie-eenheid en zijn kort stil blijven staan bij de

drie Personen afzonderlijk. Steeds opnieuw staan wij

verbaasd van de overgave en liefde die wij bij de

goddelijke personen aantreffen en waarvan het kruis het

symbool is. Voor ons mensen is het kruis met alles wat

daarmee samenhangt, namelijk lijden en dood, een

mysterie dat ook in het geloof moeite kost te aanvaarden.

De wetenschap van het heilig kruis, hoe treffend heeft

Paulus hiervan gezegd: ...preken wij Christus gekruisigd,

voor de joden een ergernis en voor de heidenen een

dwaasheid, maar voor hen, die geroepen zijn, joden

zowel als Grieken, een Christus, Gods kracht en Gods

wijsheid.50

In de poging het christelijk geloof inzichtelijk te maken

wordt er soms een redenering gebruikt die, zeker juist is,

maar misschien niet de hele diepte van het goddelijk

handelen bevat. Het gaat om de vraag waarom er lijden is

50

1 Kor. 1, 23-24.

Page 23: De heilige Drie-eenheid

23

en waarom God de zonde toestaat. De redenering begint

met de vaststelling dat God schepselen wil hebben die als

vrije personen op zijn liefde kunnen ingaan, niet robots of

in het beste geval schoothondjes. En vrijheid brengt met

zich mee het misbruik ervan, d.w.z. de ongehoorzaam-

heid en zonde. Om dit probleem op te lossen is de Zoon

van God mens geworden, heeft voor ons geleden en is

gestorven. Het lijkt alsof - menselijk gesproken - God de

'schoonheidsfout' in de schepping gaat repareren met het

lijden van Zijn Zoon. Het lijden en het kruis is daarmee

gereduceerd tot een noodzakelijk kwaad, dat de Zoon van

God en daarmee wij mensen met geduld moeten dragen

om uiteindelijk voor altijd gelukkig te mogen zijn.

Is er meer? Is het lijden een gevolg van een feitelijke

noodzaak als vrije schepselen in het spel komen of is het

niet meer een gevolg van de onvoorstelbare liefde van de

heilige Drie-eenheid? Is de weg tot het immense geluk

binnen de heilige Drie-eenheid niet een weg van over-

gave? Zou de eeuwige Vader voor Zijn mensgeworden

Zoon juist niet die weg laten gaan die het meest efficiënt

tot het geluk leidt. Jezus zelf zegt na de verrijzenis tot de

leerlingen van Emmaus: Moest de Messias dit alles niet

lijden om in zijn glorie binnen te gaan?51

Het is

opmerkelijk dat Jezus hier een verband legt tussen het

lijden en de glorie van de Messias. Het immense geluk

van de heilige Drie-eenheid kan alleen via een volledige

overgave worden bereikt, alleen in de volheid van liefde.

Christus zelf geeft de volheid aan van deze liefde:

Niemand heeft groter liefde dan hij, die zijn leven geeft

voor zijn vrienden52

.

Wij zijn begonnen met het mysterie van de heilige Drie-

eenheid en eindigen met het mysterie van het heilig kruis.

Het kruis betekent, zijn door liefde opgelegde plichten te

beminnen. Op deze manier behoren de plichten tot onze

goederen, zij staan op de positieve zijde van de balans,

want door in te gaan op plichten van liefde, verkrijgt een

persoon zijn waardigheid. Pas als een persoon tot een

volledige overgave in liefde komt, is de hoogste

volmaaktheid bereikt. Deze volmaaktheid is in de

goddelijke personen aanwezig. En deze goddelijke

volmaaktheid sluit ook de volmaakte gelukzaligheid in.

De plicht - uiteindelijk het kruis - is de weg van de

overgave, is de weg naar de gelukzaligheid. In dit

verband is het goed altijd voor ogen te hebben dat na het 51

Luc. 24, 26. 52

Joh. 15, 13.

Page 24: De heilige Drie-eenheid

24

lijden van Goede Vrijdag de Paaszondag volgt met de

verrijzenis. En de paasvreugde is het definitieve.

Mozaïek van de Dormitio Kerk in Jeruzalem

HAGIOS HAGIOS HAGIOS

SANCTA ET UNA UNITAS +

VERA ET UNA TRINITAS +

UNA ET SANCTA DEITAS +

Heilig Heilig Heilig

Heilige en ene Eenheid +

Ware en ene Drie-eenheid +

Ene en Heilige Godheid +

Page 25: De heilige Drie-eenheid

25

Appendix

De geloofsbelijdenis van Athanasius

(Quicúmque)

Dit is een geloofsbelijdenis die vroeger toegeschreven werd aan

de heilige Athanasius ( 373), maar waarschijnlijk stamt uit de

zesde eeuw. Zij geeft de wezenlijkste geloofsmysteries weer, nl.

de heilige Drie-eenheid en de Menswording.

Ant.: Glória tibi, Trínitas

æquális, una Déitas, et

ante ómnia saécula, et

nunc et in perpétuum

(T.P. alleluia).

Ant.: Eer aan U, Gij ene God,

drievoudig en volmaakt gelijk,

vóór alle eeuwen, nu en voor

altijd (P.T. alleluia).

1. Quicúmque vult salvus

esse, ante ómnia opus

est, ut téneat cathólicam

fidem.

1. Wie zalig wil worden, moet

vóór alles trouw zijn aan het

katholieke geloof!

2. Quam nisi quisque

íntegram inviolatámque

serváverit, absque dúbio in

ætérnum períbit.

2. Een ieder die het niet volledig

en ongeschonden heeft bewaard,

zal zonder twijfel voor eeuwig

verloren gaan.

3. Fides autem cathólica

hæc est: ut unum Deum

in Trinitáte, et Trinitátem

in unitáte venerémur.

3. Dit is het katholieke geloof: wij

vereren één God in

Drievuldigheid, en de

Drievuldigheid in éénheid.

4. Neque confundéntes

persónas, neque substán-

tiam separántes.

4. Zonder de personen te

verwarren, of de natuur te

splitsen.

5. Alia est enim persóna

Patris, ália Fílii, alia

Spíritus Sancti.

5. Te onderscheiden is immers de

persoon van de Vader, te

onderscheiden die van de Zoon, te

onderscheiden die van de Heilige

Geest:

6. Sed Patris, et Fílii, et

Spíritus Sancti una est

divínitas, æquális glória,

coætérna maiéstas.

6. Maar de godheid van de Vader,

de Zoon en de Heilige Geest is één

en dezelfde; hun heerlijkheid is

even groot, hun majesteit

gelijkelijk eeuwig.

7. Qualis Pater, talis Fí-

lius, talis Spíritus Sanctus.

7. Zoals de Vader is, zo is ook de

Zoon, zo is ook de Heilige Geest.

8. Increátus Pater,

increátus Fílius, increátus

Spíritus Sanctus.

8. De Vader is niet geschapen, de

Zoon is niet geschapen, de Heilige

Geest is niet geschapen.

Page 26: De heilige Drie-eenheid

26

9. Imménsus Pater, im-

ménsus Fílius, imménsus

Spíritus Sanctus.

9. Onmetelijk is de Vader,

onmetelijk is de Zoon, onmetelijk

is de Heilige Geest.

10. Ætérnus Pater, ætér-

nus Fílius, ætérnus

Spíritus Sanctus.

10. Eeuwig is de Vader, eeuwig is

de Zoon, eeuwig is de Heilige

Geest.

11. Et tamen non tres æ-

térni, sed unus ætérnus.

11. En toch zijn er niet drie

eeuwigen, maar één eeuwige.

12. Sicut non tres increáti

nec tres imménsi, sed

unus increátus, et unus

imménsus.

12. Zoals er niet drie onge-

schapenen of drie onmetelijk zijn;

maar slechts één ongeschapene, en

één onmetelijke.

13. Simíliter omnípotens

Pater, omnípotens Fílius,

omnípotens Spíritus San-

ctus.

13. Zo ook is de Vader almachtig,

de Zoon almachtig, de Heilige

Geest almachtig.

14. Et tamen non tres

omnipoténtes, sed unus

omnípotens

14. En toch zijn er niet drie

almachtigen, maar slechts één

almachtige.

15. Ita Deus Pater, Deus,

Fílius, Deus Spíritus

Sanctus.

15. Zo is de Vader God, de Zoon

God, de Heilige Geest God.

16. Et tamen non tres Dii,

sed unus est Deus.

16. En toch zijn er niet drie goden,

maar slechts één God.

17. Ita Dóminus Pater,

Dóminus Fílius, Dóminus

Spíritus Sanctus.

17. Zo is de Vader Heer, de Zoon

Heer, de Heilige Geest Heer.

18. Et tamen non tres

Dómini, sed unus est Dó-

minus.

18. En toch zijn er geen drie, maar

slechts één Heer.

19. Quia sicut singillátim

unamquámque persónam

Deum ac Dóminum

confitéri christiána

veritáte compéllimur: ita

tres Deos aut Dóminos

dícere cathólica religióne

prohibémur.

19. Want, zoals de christelijke leer

van ons eist elk der drie personen

te erkennen als God en Heer,

verbiedt ons het katholieke geloof

te spreken van drie goden of

heren.

20. Pater a nullo est

factus: nec creátus, nec

génitus.

20. De Vader is door niemand

gemaakt, noch geschapen noch

voortgebracht.

21. Fílius a Patre solo est:

non factus, nec creátus,

sed génitus.

21. De Zoon is door niemand

gemaakt noch geschapen, maar

voortgebracht door de Vader alleen.

Page 27: De heilige Drie-eenheid

27

22. Spíritus Sanctus a

Patre et Fílio: non factus,

nec creátus, nec génitus,

sed procédens.

22. De Heilige Geest is door

niemand gemaakt, noch gescha-

pen, noch voortgebracht, maar

komt voort uit Vader en Zoon.

23. Unus ergo Pater, non

tres Patres: unus Fílius,

non tres Fílii: unus

Spíritus Sanctus, non tres

Spíritus Sancti.

23. Er is dus maar één Vader; niet

drie Vaders; maar één Zoon, niet

drie Zonen; maar één Heilige

Geest, niet drie Heilige Geesten.

24. Et in hac Trinitáte

nihil prius aut postérius,

nihil maius aut minus, sed

totæ tres persónæ

coætérnæ sibi sunt et

coæquáles.

24. En binnen deze Drieëenheid is

geen sprake van vroeger of later,

van groter of kleiner; alle drie de

Personen zijn even eeuwig, en

onderling gelijk.

25. Ita ut per ómnia, sicut

iam supra dictum est, et

únitas in Trinitáte, et

Trínitas in unitáte

veneránda sit.

25. Zodat in alles, zoals boven

reeds gezegd is, de eenheid in

Drievuldigheid, en de

Drievuldigheid in éénheid moet

worden aanbeden.

26. Qui vult ergo salvus

esse, ita de Trinitáte

séntiat.

26. Wie derhalve zalig wil worden,

denke aldus over de

Drievuldigheid.

27. Sed necessárium est

ad ætérnam salútem, ut

incarnatiónem quoque

Dómini nostri Jesu Christi

fidéliter credat.

27. Maar voor het eeuwig heil is

het ook noodzakelijk, dat hij de

menswording van onze Heer Jezus

Christus gelovig aanvaardt.

28. Est ergo fides recta ut

credámus et confiteámur,

quia Dóminus noster

Jesus Christus, Dei Fílius,

Deus et homo est.

28. Het rechtzinnig geloof stelt

immers de eis dat wij geloven en

belijden, dat onze Heer Jezus

Christus, Gods Zoon, God is én

mens.

29. Deus est ex substántia

Patris ante saécula

génitus: et homo est ex

substántia matris in

saéculo natus.

29. Als God is Hij vóór de tijd

voortgebracht uit de zelfstan-

digheid van de Vader; als mens is

Hij in de tijd geboren uit de

zelfstandigheid van zijn moeder.

30. Perféctus Deus, per-

féctus homo: ex ánima

rationáli et humána carne

subsístens.

30. Hij is volledig God en volledig

mens; als mens bestaande uit een

geestelijke ziel en een menselijk

lichaam.

31. Æquális Patri

secúndum divinitátem;

minor Patre secúndum

humanitátem.

31. Als God is Hij de gelijke van de

Vader, als mens de mindere van

de Vader.

Page 28: De heilige Drie-eenheid

28

32. Qui, licet Deus sit et

homo, non duo tamen,

sed unus est Christus.

32. Maar, al is Hij God én mens,

toch is er maar één Christus, en

geen twee.

33. Unus autem non

conversióne divinitátis in

carnem, sed assumptióne

humanitátis in Deum.

33. Eén, niet door het ondergaan

van het god-zijn in de mens, maar

door de aanneming van het mens-

zijn in God.

34. Unus omníno, non

confusióne substántiæ,

sed unitáte persónæ.

34. Volstrekt één dus, niet door een

opgaan in elkaar van de naturen,

maar door de éénheid van persoon.

35. Nam sicut ánima ra-

tionális et caro unus est

homo: ita Deus et homo

unus est Christus.

35. Want, zoals de geestelijke ziel

en het lichaam één menselijke

persoon vormen, zo vormen de

godheid en mensheid samen de

éne Christus.

36. Qui passus est pro

salúte nostra: descéndit

ad ínferos: tértia die

resurréxit a mórtuis.

36. Hij is gestorven voor ons heil,

is neergedaald ter helle; op de

derde dag verrezen uit de doden.

37. Ascéndit ad cælos,

sedet ad déxteram Dei

Patris omnipoténtis: inde

37. Hij is opgestegen ten hemel,

en zetelt aan de rechterhand van

God, de almachtige Vader:

ventúrus est iudicáre

vivos et mórtuos.

vandaar zal Hij komen oordelen

levenden en doden.

38. Ad cuius advéntum

omnes hómines resúrgere

habent cum corpóribus

suis: et redditúri sunt de

factis própriis ratiónem.

38. Bij zijn komst zullen alle

mensen mét hun lichamen

moeten opstaan, en

verantwoording afleggen over hun

daden.

39. Et qui bona egérunt,

ibunt in vitam ætérnam:

qui vero mala, in ignem

ætérnum.

39. En wie het goede gedaan

hebben, zullen in het eeuwig

leven binnengaan, wie kwaad

hebben bedreven, in het eeuwig

vuur.

40. Hæc est fides cathó-

lica, quam nisi quisque

fidéliter firmitérque cre-

díderit, salvus esse non

póterit.

40. Dit is het katholieke geloof;

wie het niet trouw en vast

aanvaard heeft, zal niet zalig

kunnen worden.

Glória Patri et Filio et

Spíritui Sancto.

Sicut erat in princípio, et

nunc et semper, et in

saécula sæculórum.

Amen.

Eer aan de Vader en de Zoon en

de Heilige Geest.

Zoals het was in het begin, en nu

en altijd, en in de eeuwen der

eeuwen. Amen.

Page 29: De heilige Drie-eenheid

29

Ant.: Glória tibi, Trínitas

æquális, una Déitas, et

ante ómnia saécula, et

nunc et in perpétuum

(T.P. alleluia).

Ant.: Eer aan U, Gij ene God,

drievoudig en volmaakt gelijk,

vóór alle eeuwen, nu en voor

altijd (P.T. alleluia).

Dómine, exáudi oratió-

nem meam.

Et clamor meus ad te

véniat.

(Dóminus vobíscum.

Et cum spíritu tuo.)

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot u.

(De Heer zij met u.

En met uw geest.)

Oremus: Omnípotens

sempitérne Deus, qui

dedísti fámulis tuis, in

confessióne veræ fídei,

ætérnæ Trinitátis glóriam

agnóscere, et in poténtia

maiestátis adoráre

unitátem: quaésumus; ut,

eiúsdem fídei firmitáte,

ab ómnibus semper

muniámur advérsis. Per

Dóminum nostrum Jesum

Laat ons bidden: Almachtige,

eeuwige God, die uw dienaren

hebt verleend in de belijdenis van

het ware geloof de heerlijkheid

van de eeuwige Drievuldigheid te

erkennen en in de macht van haar

majesteit de éénheid te

aanbidden: wij vragen U, dat wij

door onze standvastigheid in dit

geloof altijd voor alle onheil

beveiligd mogen blijven. Door

onze Heer Jezus Christus, uw

Christum Fílium tuum; qui

tecum vivit et regnat in

unitáte Spíritus Sancti

Deus, per ómnia saécula

saéculorum.

Amen.

Zoon, die met U leeft en heerst in

de eenheid van de Heilige Geest,

God, door de eeuwen der

eeuwen.

Amen.

De tekst van het Quicumque is overgenomen van:

GEBEDEN,

Dagelijkse gebeden,

devoties en sacramenten

Stichting De Boog

Herenstraat 41

3512 KB Utrecht

www.deboog.nl

Page 30: De heilige Drie-eenheid

30

Afbeelding van de heilige Drie-eenheid

Onze Lieve Vrouw van de Vrede Kerk in Rome

PATER NON EST FILIUS

FILIUS NON EST SPIRITUS SANCTUS

SPRITUS SANCTUS NON EST PATER

PATER EST DEUS

FILIUS EST DEUS

SPRITUS SANCTUS EST DEUS

De Vader is niet de Zoon

De Zoon is niet de Heilige Geest

De Heilige Geest is niet de Vader

De Vader is God

De Zoon is God

De Heilige Geest is God