De Fifties Club
-
Upload
chicklitnl -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of De Fifties Club
Paula Groothuis was een vrouw die door veel mensen benijd werd. Ze had een echtgenoot, kinderen,
een droomhuis en voldoende apparatuur om haar het leven makkelijker te maken. Haar echtgenoot,
Richard Groothuis, had met eigen handen een goedlopend makelaarskantoor opgezet, bijgestaan
door zijn collega en Paula’s vriendin Sabine. Haar kinderen, twee meisjes en een jongen van res-‐
pectievelijk zestien, elf en acht jaar, leverden niet meer problemen op dan gebruikelijk was voor hun
leeftijd. Andere redenen om Paula te benijden waren haar goede figuurtje, waarvoor ze geen moeite
hoefde te doen, een eigen auto die haar man Richard had gewonnen bij een prijsvraag van een
bekend dropmerk, het nieuwste model stoomoven, eveneens gewonnen, en een BlackBerry die ze
zelf gekocht had.
Paula vulde haar dagen met uiteenlopende zaken. Het schijnbaar moeiteloos combineren van veel
verschillende activiteiten werd met jaloezie bekeken. De moeders op school benijdden haar om de
creatieve ideeën die ze bij iedere projectweek liet horen. De secretaresses van het makelaarskantoor
zouden wel met haar willen ruilen omdat Paula alleen hoefde bij te springen als het nodig was en de
rest van de tijd kon indelen zoals ze zelf wilde. Ook klanten van Richard, vooral de vrouwelijke, be-‐
nijdden Paula. Zij kenden Richard als een altijd goedgehumeurde man met veel gevoel voor humor,
als iemand die bloemen voor zijn vrouw meebracht zonder daarvoor eerst ruzie te hoeven maken –
dit omdat hij na zestien jaar huwelijk nog steeds verliefd op haar was.
De enige die niet met Paula zou willen ruilen, was Sabine. Paula en Sabine kenden elkaar van hun
studie rechten die ze beiden hadden gevolgd omdat ze niets beters konden bedenken. Sabine brak
haar studie af nadat ze in de zomer na het eerste studiejaar vakantiewerk deed op het
makelaarskantoor van haar oom. Daarna besloot ze dat ze zelf veel beter zo’n kantoor kon runnen.
Ze begon een opleiding die haar moest helpen haar doel te verwezenlijken. Het toeval wilde dat ze
stage liep bij makelaarskantoor Groothuis, opgezet door een jonge, enthousiaste man die grootse
plannen had. Behalve hun passie voor het vak, deelden ze hun hartstocht voor slagzinnen en prijzen.
Omdat Sabine nooit eerder een bondgenoot in prijsvragen inzenden ontmoet had, besloot ze zijn
zakelijke partner te worden. Paula stopte na het derde jaar van de studie omdat ze zwanger was
geworden van diezelfde jonge, enthousiaste man, Richard Groothuis, die ze via Sabine had leren
kennen.
Zowel Sabine als Paula zat nooit stil, maar de oorsprong van hun onrust was verschillend. Sabine, die
zichzelf ambitieus noemde, werd gedreven door haar perfectionisme en de behoefte aan
waardering. Paula daarentegen kon geen keuzes maken. Iedereen die haar hulp of medewerking
vroeg kon altijd op haar rekenen. Nee zeggen wanneer haar iets gevraagd werd, was voor haar
ondenkbaar.
Paula’s leven mocht voor anderen dan ideaal lijken, zelf zag ze dat niet zo. Voor haar was het bestaan
een continue worsteling om alle ballen in de lucht te houden. Haar dagen waren tot de nok toe
gevuld met Jessie en Levin naar de basisschool brengen en weer ophalen, de puber Brit in het gareel
houden, bijspringen op het makelaarskantoor, de oudercommissie van de twee scholen van haar
kinderen, spinninglessen op de sportschool, het onderhouden van sociale contacten en op internet
zoeken naar de volgende vakantiebestemming. Ze wilde er niet over nadenken of dit het leven was
dat ze het liefst leidde.
Op een van de eerste voorjaarsdagen van dat jaar was haar eerste gedachte na het wakker worden:
ik moet een cadeautje voor Sabine kopen. Ze was opgestaan, terwijl Richard zich nog eens uitrekte
en iets mompelde als: ‘Blijf toch nog even liggen.’ Ze hoorde Brit beneden in de keuken rommelen,
een geluid waar ze van hield. Het gaf haar even de illusie dat er straks een bord voor haar zou klaar-‐
staan op een schone placemat. Ze trok snel haar kleren aan, zette haar lange haar vast met een klem
en liep naar de keuken. Onwillig, dacht ze toen ze de licht gebogen rug van haar dochter zag. Niet
aanraken. Niets zeggen.
‘Goedemorgen, Brit. Goed geslapen?’ Paula wist dat ze eigenlijk beter niets kon vragen. Over een uur
zou Brit aanspreekbaar zijn. Maar dan was ze al op school. Brit propte broodjes en een plastic fles
water in haar rugtas en greep tegelijkertijd haar jas van de keukenstoel. Paula hoorde Richard op de
trap fluiten. Even kruiste haar blik die van haar dochter. Brit schudde bijna onmerkbaar haar hoofd.
‘Ik ga.’
‘Wanneer ben je terug?’ Nu had ze het toch gedaan, weer een vraag gesteld waar geen antwoord op
kwam. Een kort schouderophalen, het fluiten werd luider. Brit stapte op haar fiets. Haar rugzak hing
laag op haar rug, alsof ze nog niet besloten had of ze hem mee wilde nemen. Paula keek haar na
vanuit de deuropening. Was het werkelijk nog maar een paar maanden geleden dat ze haar, met dat
rode vestje aan, voor het eerst naar school had gebracht? Dat ze nog met hun vijven ontbeten?
‘Dit wordt een goede dag,’ zei Richard plotseling achter haar. Hij sloeg zijn armen om haar heen en zij
liet toe dat hij haar tegen zich aan drukte. De geur van zijn Bois du Nord prikkelde in haar neus.
‘Goed geslapen?’
‘Uitstekend. Ik voel dat het stel uit Dordrecht vandaag gaat bellen. Wedden dat ze boven de
vraagprijs bieden? Kievitsweg 46 is vanmiddag verkocht, zowaar als ik Richard Groothuis ben. Wat
hebben we als ontbijt?’ Hij wreef in zijn handen. Als haar gezinsleden het weer waren, was Richard
de zon. Warm, vrolijk en soms te veel. Brit was een wolk die je met een schuin oog bekeek: zou het
gaan regenen of konden ze buiten eten? Ze legde vier placemats op tafel en zette er borden op. Ze
hield de melk in de magnetron in de gaten. Levin wilde zijn Chocopops in warme melk, zonder vel. Ze
luisterde naar Richards gekeuvel. Eén kort moment zou Paula Brit willen zijn, gewoon kunnen weg
fietsen.
‘Heb je Jessie en Levin al wakker gemaakt?’ onderbrak ze hem. Hij knikte. Dus vandaag zou het stel
uit Dordrecht bellen. Ze glimlachte stilletjes.
‘Negentig procent van de bakkers is een man,’ liet Richard ongevraagd weten. Hij pakte de
ovenwanten van het rekje en deed de broodmachine open. Hij snoof de warme lucht op. ‘Alleen al
om de geur zou je zelf brood bakken.’ Paula was niet blij geweest toen Richard de broodmachine had
gewonnen met de slagzin Brood kan er altijd tussendoor, want er is altijd wel een plekje voor. En met
dat plekje, had Richard uitgelegd, bedoelde hij een plekje in je maag, maar ook in je tas, begreep ze
dat dubbele? Behalve dat het apparaat veel ruimte in beslag nam, voorzag Paula een extra dagtaak
voor zichzelf, terwijl ze het al druk genoeg had. ‘Ik vind het best,’ had ze daarom gezegd toen Richard
het gevaarte midden op het aanrecht zette. ‘Maar jij bakt het brood.’ Zodra de nieuwigheid eraf was,
zou ze het ding naar de garage brengen, zonder iets te zeggen.
Jessie kwam beneden met haar armen vol kleren en kettingen. Paula zoende haar dochter, die een
kinderlijke geur van slaap om zich heen had hangen. Jessie was een lucht met frisse, witte wolken die
ze iedere dag in een andere vorm kneedde, waarbij ze anderen liet raden wat ze voorstelden. Een
schildpad! Een rennende hond! Een bloem met armen en benen! En Levin was de bries. Verkoelend
bij tropische temperaturen, wind mee bij een fietstocht.
‘Mama,’ vroeg hij, ‘warm is toch het omgekeerde van koud?’ Paula knikte. ‘Wat staat dan aan de
andere kant van koel?’ Levins denken pakte direct de draad van de vorige dag weer op, zodra hij zijn
ogen opendeed. Hij pakte het pak met Chocopops en strooide flink wat in de kom warme melk,
nadat hij zich er van vergewist had dat er geen vel op dreef.
‘Levin!’ zei ze bestraffend.
Hij keek haar ondeugend aan, deed net alsof hij de nat geworden bolletjes wilde teruggooien in het
pak. Ze glimlachte naar hem. Aten kinderen niet automatisch zo veel als ze nodig hadden? Jessie
stalde haar kleren op de ontbijttafel uit, verschoof een t-‐shirt van links naar rechts en beoordeelde
het resultaat.
‘Zijn ze te koop?’ vroeg Richard geamuseerd. Jessie knikte afwezig. Toen pakte ze er met een besliste
beweging een dun truitje en een driekwart broek uit. ‘Jullie mogen vandaag,’ dacht ze hardop. Jessie
sprak met haar kleren. Het was, had ze uitgelegd, omdat de kleren tegen háár praatten. Het was
onbeleefd om niets terug te zeggen. ‘Dus je vraagt je kleren wie er vandaag gedragen wil worden?’
had Paula voorzichtig gepolst. Jessie had haar verbaasd aangekeken. Natuurlijk. Hoe kon je anders
kiezen? ‘Koel?’ Ze stond even stil, de plastic zak met brood in haar handen. Maar Levin was met zijn
gedachten alweer ergens anders.