De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de...

105
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 De bijzondere landbouwregeling in de BTW Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Sofie Vandenberghe onder leiding van Prof. dr. Bertel De Groote

Transcript of De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de...

Page 1: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

De bijzondere landbouwregeling in de BTW

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Sofie Vandenberghe

onder leiding van

Prof. dr. Bertel De Groote

Page 2: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen
Page 3: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

De bijzondere landbouwregeling in de BTW

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Sofie Vandenberghe

onder leiding van

Prof. dr. Bertel De Groote

Page 4: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Sofie Vandenberghe

Page 5: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

I

Woord vooraf

Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn opleiding Handelswetenschappen aan de

Universiteit Gent. Door mijn interesse in de landbouwsector en het feit dat ik in mijn

vriendenkring en familie verschillende landbouwondernemers ken, koos ik voor een onderwerp

binnen deze branche. Mijn masterproef situeert zich binnen het domein van de btw, wat aansluit

bij de afstudeerrichting accountancy-fiscaliteit, waar ik vol enthousiasme voor gekozen heb.

Bij het schrijven van deze masterproef heb ik van verschillende mensen de nodige steun en

begeleiding gekregen. Bij deze wil ik hen dan ook expliciet bedanken.

Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor, Prof. dr. Bertel De Groote. Hoewel hij

niet helemaal vertrouwd was met het onderzoeksthema, stond hij er toch voor open en heeft hij

mij begeleid daar waar hij kon. Daarnaast wil ik ook dhr. Stefaan Ruysschaert bedanken voor de

begeleiding en feedback die hij mij heeft gegeven tijdens het schrijven van deze masterproef.

Verder verdienen ook mijn familie en vrienden een woord van dank, voor het geduld, de steun en

de aanmoedigende woorden wanneer het nodig was. Tot slot gaat mijn dank ook uit naar mijn

broer, waarmee ik de nodige debatten kon voeren over mijn onderwerp en hierdoor met een

kritischere kijk deze masterproef verder uitwerkte.

Sofie Vandenberghe

Jabbeke, 13 mei 2015

Page 6: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

II

Page 7: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

III

Inhoudstafel

Woord vooraf .............................................................................................................................................. I

Inhoudstafel .............................................................................................................................................. III

Lijst met afkortingen ................................................................................................................................. VII

Lijst met tabellen ..................................................................................................................................... VIII

Inleiding ...................................................................................................................................................... 1

Hoofdstuk 1: De belasting over de toegevoegde waarde ............................................................................ 3

1.1 Definitie btw .................................................................................................................................... 3

1.2 Historiek van de btw binnen Europa ................................................................................................ 3

1.3 Belasting op het verbruik ................................................................................................................. 4

Hoofdstuk 2: Keuzemogelijkheden voor landbouwondernemers inzake btw-systemen ............................. 7

2.1 De algemene btw-regeling ............................................................................................................... 7

2.2 De forfaitaire btw-regeling .............................................................................................................. 8

2.2.1 Uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling ............................................................................ 8

2.2.2 Belastingplichtigen op wie de forfaitaire btw-regeling van toepassing is............................... 8

2.2.2.1 De sector waarin de belastingplichtige actief is ................................................................. 9

2.2.2.2 De vorm van de onderneming .......................................................................................... 10

2.2.2.3 De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt ............................................. 10

2.2.2.4 De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert .................................................. 10

2.2.3 Verplichtingen van aan de forfaitaire btw-regeling onderworpen belastingplichtigen ........ 10

2.2.4 Landbouwondernemer die gebruik maakt van de forfaitaire btw-regeling .......................... 10

2.3 De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen .............................................................. 11

2.3.1 Geen gebruik van de vrijstellingsregeling voor het geheel van de activiteit ......................... 11

2.3.2 Handelingen uitgesloten van de vrijstellingsregeling ............................................................ 12

2.3.3 Bepaling van het jaarlijks omzetcijfer ................................................................................... 13

2.3.4 Overgang naar algemene of forfaitaire btw-regeling ........................................................... 14

2.3.5 Administratieve verplichtingen ............................................................................................. 15

2.4 De bijzondere landbouwregeling ................................................................................................... 16

2.5 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen ...................................................................... 17

Hoofdstuk 3: De bijzondere landbouwregeling in detail bekeken ............................................................. 19

3.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 19

3.2 Werking van de bijzondere landbouwregeling .............................................................................. 20

3.2.1 De forfaitaire compensatie .................................................................................................... 20

3.2.2 Aftrekbaarheid van de betaalde forfaitaire compensatie ..................................................... 23

3.3 Het begrip landbouwondernemer ................................................................................................. 24

3.3.1 Landbouwondernemers die gebruik kunnen maken van de bijzondere landbouwregeling .. 25

Page 8: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

IV

3.3.2 Landbouwondernemers die geen gebruik kunnen maken van de bijzondere

landbouwregeling .................................................................................................................................... 26

3.3.3 Landbouwondernemers die gedeeltelijk gebruik kunnen maken van de bijzondere

landbouwregeling .................................................................................................................................... 27

3.3.3.1 Tweede sector onderworpen aan normale of forfaitaire regeling .................................... 29

3.3.3.2 Tweede sector onderworpen aan de vrijstellingsregeling ................................................ 30

3.4 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling kan worden toegepast ......................... 31

3.4.1 Levering van voortgebrachte of geteelde producten en van gefokte dieren ......................... 31

3.4.2 Diensten ter uitvoering van contractteelt of contractmesterij .............................................. 32

3.4.3 Onderlinge landbouwhulp...................................................................................................... 33

3.4.4 Leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere in het bedrijf gebruikte goederen .... 33

3.4.5 Bijzondere gevallen ................................................................................................................ 34

3.4.5.1 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door varkensmestbedrijven voor het storten van

bedrijfsmest ........................................................................................................................................ 34

3.4.5.2 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door veilingen voor het verspreiden van

bedorven of beschadigd fruit .............................................................................................................. 35

3.4.5.3 De btw-regeling bij handelingen betreffende melkquota ................................................. 35

3.5 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling niet kan worden toegepast .................. 36

3.5.1 Arrest Detlev Harbs ................................................................................................................ 37

3.5.2 Arrest Stadt Sudern ................................................................................................................ 37

3.6 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten ....................................... 38

3.6.1 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten in België ................. 38

3.6.1.1 Niet-belastingplichtigen .................................................................................................... 38

3.6.1.2 Belastingplichtigen of niet-belastingplichtige rechtspersonen ......................................... 39

3.6.2 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten buiten België .......... 41

3.6.2.1 Intracommunautair ........................................................................................................... 42

3.6.2.2 Uitvoer ............................................................................................................................... 44

3.6.2.3 Problematiek teruggaaf van de betaalde forfaitaire compensatie ................................... 45

3.7 Aankopen door een landbouwondernemer die een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling ........................................................................................................................................ 46

3.7.1 Behandeling van intracommunautaire verwervingen in de bijzondere landbouwregeling ... 47

3.7.1.1 Korte schets verkopen op afstand ..................................................................................... 47

3.7.1.2 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag kleiner dan 11 200 euro .. 49

3.7.1.3 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag groter dan 11 200 euro ... 50

3.7.1.4 Landbouwondernemer kiest ervoor om btw te voldoen in lidstaat van bestemming ...... 51

3.7.2 Intracommunautaire verwerving van accijnsproducten ........................................................ 51

3.7.3 Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen ........................................ 52

3.7.4 Diensten verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige aan de forfaitaire

landbouwer ............................................................................................................................................. 52

3.8 Meldingen aan btw-controlekantoor ............................................................................................. 53

Page 9: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

V

3.9 Administratieve toleranties binnen de bijzondere landbouwregeling .......................................... 54

Hoofdstuk 4: Overstap tussen de verschillende btw-systemen ................................................................. 57

4.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 57

4.2 Administratieve verplichtingen bij overstappen tussen verschillende regelingen ........................ 57

4.3 Verplichte overstap tussen btw-regelingen ................................................................................... 58

4.4 Regularisatie van de btw bij een overstap tussen btw-regelingen ................................................ 59

4.4.1 Overgang van de bijzondere landbouwregeling naar de normale btw-regeling: recht op

teruggaaf btw ......................................................................................................................................... 59

4.4.1.1 Goederen in voorraad, andere dan bedrijfsmiddelen ...................................................... 61

4.4.1.2 Bedrijfsmiddelen ............................................................................................................... 62

4.4.1.3 Diensten als gevolg van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij in

uitvoering op tijdstip van wijziging ..................................................................................................... 64

4.4.1.4 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie ............................................ 65

4.4.2 Voorwaarde recht op teruggaaf: inventaris .......................................................................... 66

4.4.3 Uitoefening recht op teruggaaf btw ...................................................................................... 66

4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten

btw 67

4.4.5 Voorwaarde terugstorten btw .............................................................................................. 69

4.4.6 Wijze van terugstorten btw ................................................................................................... 70

Hoofdstuk 5: Gehele of gedeeltelijke overdracht van een landbouwonderneming ................................... 71

5.1 Overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling ............................. 71

5.1.1 Algemeenheid van goederen ................................................................................................. 72

5.1.2 Bedrijfsafdeling ..................................................................................................................... 74

5.1.3 Arrest Zita Modes .................................................................................................................. 74

5.1.4 Toepassing van de btw .......................................................................................................... 75

5.1.4.1 Overdracht om niet ........................................................................................................... 75

5.1.4.2 Overdrager en overnemer beiden aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen . 75

5.1.4.3 Overdrager aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen en overnemer aan de

normale regeling onderworpen ......................................................................................................... 76

5.1.4.4 Overdrager aan de normale regeling onderworpen en overnemer aan de bijzondere

landbouwregeling onderworpen ........................................................................................................ 77

5.1.5 Wijze van overdracht ............................................................................................................. 78

5.2 Geen overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling .................... 78

5.2.1 Overdrager onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling .......................................... 79

5.2.2 Overdrager onderworpen aan de normale btw-regeling ...................................................... 79

Hoofdstuk 6: Het tarief van de btw ........................................................................................................... 81

6.1 Goederen onderworpen aan het tarief van 6 pct. ......................................................................... 81

6.2 Diensten onderworpen aan het tarief van 6 pct. ........................................................................... 82

Hoofdstuk 7: Toepassingen ....................................................................................................................... 85

7.1 Landbouwdiensten door dierenartsen .......................................................................................... 85

Page 10: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

VI

7.2 Mestverwerking .............................................................................................................................. 85

7.3 Loonwerk en verlegging van heffing ............................................................................................... 86

Conclusie ................................................................................................................................................... 87

Lijst van geraadpleegde werken ................................................................................................................... I

Wetgeving ....................................................................................................................................................... I

Rechtspraak ................................................................................................................................................... II

Rechtsleer ...................................................................................................................................................... II

Online vindplaatsen ...................................................................................................................................... III

Overige bronnen ........................................................................................................................................... III

Page 11: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

VII

Lijst met afkortingen

Btw Belasting over de toegevoegde waarde BVBA Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid E.d. En dergelijke NV Naamloze vennootschap T.e.m. Tot en met VOF Vennootschap onder firma Vzw Vereniging zonder winstoogmerk Enz. Enzovoort EU Europese Unie Comm. V. Commanditaire vennootschap K.B. Koninklijk Besluit

Page 12: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

VIII

Lijst met tabellen

Tabel 1 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen ........................................................... 17

Tabel 2 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie ............................................... 65

Page 13: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

1

Inleiding

Dat de landbouwsector een unieke sector is, kan op verschillende vlakken aangetoond worden.

Dit blijkt onder meer uit de diverse specifieke regelingen die voor landbouwondernemers werden

ingevoerd. Zo is er bijvoorbeeld de landbouwvennootschap, speciaal opgericht voor bedrijven in

de land- of tuinbouwsector. Maar ook op vlak van subsidies, met bijvoorbeeld de onlangs

vernieuwde VLIF-regeling, vormt de landbouw een buitenbeentje. Zo dus ook wanneer het gaat

over de belasting over de toegevoegde waarde.

Weinig mensen zijn echt vertrouwd met de unieke regelingen die aan de landbouwsector worden

toegewezen. Het komt nog al te vaak voor dat een jonge, overnemende landbouwondernemer

gebruik maakt van een bepaalde regeling, omdat ook de ouders deze regeling hanteerden, zonder

hierover de nodige kennis te hebben. Het doel van deze masterproef is dan ook om

landbouwondernemers, maar ook niet-landbouwondernemers, duidelijk te maken dat er

verschillende keuzes zijn en dat het belangrijk is om een juiste keuze te maken op grond van een

kritische analyse van het landbouwbedrijf en de werkzaamheid die zij uitvoert. De keuze voor een

verkeerd systeem kan wel degelijk grote (negatieve) gevolgen met zich meebrengen.

Wanneer we het hebben over btw, heeft een landbouwondernemer diverse opties. Voor we deze

toelichten, is het van belang dat het begrip btw goed begrepen wordt. Daarom beginnen we met

een uiteenzetting van deze term en haar specifieke kenmerken.

Deze masterproef gaat dieper in op één bepaalde regeling inzake btw, namelijk de bijzondere

landbouwregeling, ook wel de forfaitaire landbouwregeling voor btw genoemd. Volgende

onderzoeksvragen zouden na het lezen van deze masterproef beantwoord moeten zijn. Wat zijn

de voordelen voor de landbouwondernemer, indien hij kiest voor de bijzondere landbouwregeling

inzake btw? Wat zijn de nadelen? Zijn er belangrijke specifieke kenmerken?

Voor we dieper op de bijzondere landbouwregeling ingaan, wordt eerst een overzicht gegeven

van de andere btw-regelingen waarvoor de landbouwondernemer kan opteren. Zo staan we

onder andere even stil bij de algemene btw-regeling, de forfaitaire btw-regeling en de btw-

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen.

Na deze korte uiteenzetting volgt een gedetailleerde uiteenzetting van de bijzondere

landbouwregeling. We lichten om te beginnen toe wat onder het begrip landbouwondernemer

kan worden verstaan en wanneer een landbouwondernemer gebruik kan maken van de

bijzondere landbouwregeling. Verder gaan we ook in op de handelingen waarvoor de forfaitaire

landbouwregeling inzake btw al dan niet kan worden toegepast.

Page 14: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

2

Een landbouwondernemer kan zijn geproduceerde landbouwproducten in België, in andere

lidstaten van de Europese Unie of in derde landen verkopen. Hetzelfde geldt voor het verstrekken

van diensten. We lichten toe welke gevolgen er op dit vlak zijn indien de landbouwondernemer

beslist om gebruik te maken van de bijzondere landbouwregeling inzake btw.

Ook wanneer het gaat om aankopen in andere lidstaten, door de landbouwondernemer die

beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, geldt een aparte regeling. In dit kader wordt een

korte uiteenzetting gedaan van het principe van verkopen op afstand.

Hiervoor werd al vermeld dat verschillende jonge landbouwondernemers gewoon de regeling van

de ouders overnemen. Wanneer deze nu echter beslissen om over te stappen naar een ander

btw-systeem, zullen verschillende administratieve verplichtingen gevolgd moeten worden.

Laatstgenoemde verplichtingen worden in deze masterproef even op een rijtje gezet.

Bij de overgang van de bijzondere landbouwregeling naar de normale regeling inzake btw, is het

mogelijk dat er een teruggaaf van de btw tot stand komt. Omgekeerd, wanneer overgegaan wordt

van de normale regeling naar de bijzondere landbouwregeling inzake btw, kan een herziening en

eventuele terugstorting van de btw opgelegd worden. De precieze omstandigheden waarin een

teruggaaf of terugstorting van btw voorkomen, worden in detail besproken.

Ingeval een landbouwondernemer beslist om zijn landbouwonderneming, of een stuk van zijn

landbouwonderneming, over te dragen, moet een onderscheid gemaakt worden tussen de

situatie waar een algemeenheid van goederen wordt overgedragen en de situatie waar een

bedrijfsafdeling wordt overgedragen. De consequenties die tot stand komen inzake btw wanneer

er een overdracht plaatsvindt worden toegelicht.

Om af te sluiten wordt het btw-tarief dat van toepassing is op landbouwproducten of

landbouwdiensten kort behandeld en worden nog enkele toepassingen vanuit de praktijk

uitgelegd.

Page 15: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

3

Hoofdstuk 1: De belasting over de toegevoegde waarde

1.1 Definitie btw

De belasting over de toegevoegde waarde, of btw, is volgens het wetboek een omzetbelasting1.

Dit houdt in dat het de omzet, die de onderneming realiseert door de verkopen van goederen of

diensten, is die belast wordt. Dit in tegenstelling tot de inkomstenbelasting, waar de winst van de

onderneming belast wordt. Zoals verder zal blijken is de btw een belasting die door de

eindgebruiker (consument of niet-belastingplichtige organisaties) wordt gedragen2.

1.2 Historiek van de btw binnen Europa

De belasting over de toegevoegde waarde is een Europese belasting die in verschillende fases tot

stand kwam.

In 1958 kreeg de Europese Commissie, naar aanleiding van de Europese eenmaking, de opdracht

om te onderzoeken op welke manier de wetgevingen van de verschillende lidstaten inzake

omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen konden worden gelijkgesteld3. Om de

gelijkstelling van de omzetbelasting in de verschillende landen te kunnen verwezenlijken, werd in

1962 gepleit voor een invoering van een belasting over de toegevoegde waarde als algemene

verbruiksbelasting4.

Op 11 april 1967 voerde de Europese Gemeenschap een Eerste Richtlijn en Tweede Richtlijn in die

de bestaande systemen van omzetbelasting, die de lidstaten vroeger hadden, verving door een

gemeenschappelijk stelsel van btw5. In Artikel 1 van de Eerste Richtlijn werd de opdracht gegeven

aan de lidstaten om hun omzetbelasting te vervangen door het gemeenschappelijk stelsel uiterlijk

tegen 1 januari 19706. De tarieven en vrijstellingen mochten echter nog vrij worden gekozen door

de lidstaten7. Hierdoor bleven er verschillen in het systeem. In België raakte de btw pas ingevoerd

1 Artikel 1, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 2 Belgium.be, informatie en diensten van de overheid, BTW, http://www.belgium.be/nl/belastingen/btw geconsulteerd op 13/02/2016 3 Artikel 99, Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap; DEBELVA F., DEGADT C., DE VLIEGER D., HEIRMAN J., MASSIN I., STAS D., VANBIERVLIET F., VANDENDRIESSCHE P., VYNCKE K., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, Brugge, Die Keure Professional Publishing, 2015, 4. (hierna verkort DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4.) 4 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4. 5 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4. 6 Artikel 1, Eerste richtlijn van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (67/227/EEG) 7 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4.

Page 16: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

4

op 1 januari 19718. Dit was mogelijk door de Derde Richtlijn, die België een jaar uitstel

verschafte9. Daarna verschenen de Vierde en Vijfde Richtlijn omdat ook Italië nog tweemaal

uitstel nodig had vooraleer ze de btw kon invoeren ter vervanging van haar vroegere

omzetbelasting10.

De Zesde Richtlijn over de gelijkstelling van de wetgevingen van de lidstaten, die ingevoerd werd

op 17 mei 1977, was de belangrijkste11. Deze richtlijn voerde een nieuwe belastbare handeling in,

namelijk de intracommunautaire verwerving12.

Op 28 november 2006 werd de btw-richtlijn ingevoerd13. Deze komt voort uit de volledige

wijziging van de Zesde Richtlijn in combinatie met enkele bepalingen van de Eerste Richtlijn14. De

btw-richtlijn is een “heldere en rationele presentatie van het gangbare btw-recht”15.

In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op de bijzondere landbouwregeling inzake btw. Deze vindt

zijn oorsprong in artikel 25 van de Zesde richtlijn16. Na de hervorming tot de btw-richtlijn vinden

we de landbouwregeling in de artikelen 295 t.e.m. 30517.

1.3 Belasting op het verbruik

De btw is een belasting op het verbruik, een belasting die betaald moet worden door de

eindverbruiker die het goed aan het economisch verkeer onttrekt18. Door het systeem van

gefractioneerde betalingen wordt de btw echter in ieder stadium geheven19.

Een voorbeeld om dit duidelijk te maken (er wordt uitgegaan van een btw-percentage van 21

pct.):

- Een houthakker verkoopt hout aan een timmerman ter waarde van 1 000 euro + 210 euro

btw. De houthakker heeft een verschuldigde btw ter waarde van 210 euro.

8 S. RUYSSCHAERT, Btw van factuur tot aangifte, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2015, 12; DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 9 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 10 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 11 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 12 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 13 Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (77/388/EEG) 14 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 15 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 16 H. VANDENBERGH, BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1128. 17 H. VANDENBERGH, BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1128. 18 S. RUYSSCHAERT, Btw van factuur tot aangifte, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2015, 315. 19 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1428.

Page 17: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

5

- De timmerman maakt van het hout een stoel en verkoopt deze aan een meubelwinkel voor

de prijs van 1 500 euro + 315 euro btw. De timmerman heeft een verschuldigde btw van 105

euro, zijnde 315 euro verschuldigde btw - 210 euro aftrekbare btw.

- De meubelwinkel verkoopt de stoel aan een consument, niet-belastingplichtige, voor het

bedrag van 2 000 euro + 420 euro btw. De meubelwinkel heeft een verschuldigde btw van

105 euro, zijnde 420 euro verschuldigde btw - 315 euro aftrekbare btw.

- De consument heeft geen aftrekbare btw en betaalt dus het volledige btw-bedrag van 420

euro.

Aan de hand van dit voorbeeld wordt duidelijk dat hoewel de btw een belasting is met een

systeem van gefractioneerde betalingen (zowel de houthakker, timmerman als meubelmaker

betalen tijdens het proces al btw), de volledige belasting door de consument wordt gedragen. Die

420 euro bestaat namelijk uit de verschuldigde btw van de houthakker (210 euro), de

verschuldigde btw van de timmerman (105 euro) en de verschuldigde btw van de meubelwinkel

(105 euro).

Ondanks de benaming wordt de btw niet berekend op de toegevoegde waarde die wordt

gecreëerd, maar wel op de volledige prijs of waarde van de goederen of diensten, met een

recuperatie van de voorafgaande heffingen20.

20 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1428.

Page 18: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

6

Page 19: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

7

Hoofdstuk 2: Keuzemogelijkheden voor

landbouwondernemers inzake btw-systemen

Een landbouwondernemer heeft inzake btw de keuze tussen verschillende systemen. Om te

beginnen kan hij ervoor kiezen om gebruik te maken van het algemene btw-systeem. Indien aan

de voorwaarden voldaan is kan een landbouwondernemer voor een gedeelte van zijn activiteiten

eventueel ook onder de forfaitaire btw-regeling vallen. Verder kunnen kleine

landbouwondernemingen, indien zij aan de voorwaarden voldoen, ervoor kiezen om de btw-

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen toe te passen. Een andere optie voor de

landbouwondernemer is om ervoor te kiezen gebruik te maken van de bijzondere

landbouwregeling, verder ook wel forfaitaire btw-compensatie genoemd.

De reden waarom een landbouwondernemer voor een bepaald systeem kiest verschilt van bedrijf

tot bedrijf. De verschillende systemen worden hieronder kort besproken. Voor meer details

verwijs ik ook graag naar de btw-handleiding van de Belgische fiscale administratie, hoofdstuk XIII

over de bijzondere regelingen. In hoofdstuk 3 wordt de bijzondere landbouwregeling in detail

behandeld.

2.1 De algemene btw-regeling

Bij de algemene of normale btw-regeling wordt btw aangerekend op de uitgaande facturen en

kan de btw afgetrokken worden op de inkomende facturen21. Men moet maandelijks of per

kwartaal een btw-aangifte indienen22. Indien het omzetcijfer van de onderneming kleiner is dan

2,5 miljoen euro, exclusief btw, kan voor de kwartaalaangifte gekozen worden23. Verder moet

jaarlijks een btw-listing worden opgemaakt en aan het btw-kantoor worden overgemaakt24. Dit is

een lijst van alle klanten met het omzetcijfer en de btw-nummers25.

Wanneer een landbouwondernemer beroep doet op het normale btw-systeem zal hij dus van alle

goederen die hij aankoopt en diensten die hij ontvangt de btw in aftrek kunnen brengen, indien

hij deze goederen of diensten gebruikt om zijn economische activiteit uit te oefenen. Bij verkopen

21 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE , A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 22 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 24 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 25 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21.

Page 20: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

8

daarentegen zal hij ook btw in rekening moeten brengen. Welk percentage van het btw-tarief dat

moet worden toegepast wordt in hoofdstuk 6 behandeld.

2.2 De forfaitaire btw-regeling

Ondernemingen met een beperkte jaaromzet, die hoofdzakelijk met particulieren handelen en die

hun werkzaamheid uitoefenen in welbepaalde bedrijfssectoren kunnen een beroep doen op de

forfaitaire btw-regeling26.

Het doel van de forfaitaire btw-regeling is om het mogelijk te maken om de belastbare omzet van

een belastingplichtige eenvoudig te bepalen in de gevallen waar de omzet niet uit facturen blijkt,

aangezien deze niet worden uitgereikt, zonder dat de ondernemer zijn ontvangsten elke dag in

een ontvangstendagboek moet noteren27.

2.2.1 Uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling Belastingplichtigen die normaal facturen moeten uitreiken, belastingplichtigen die geregeld

goederen en diensten leveren aan beroepsmensen en belastingplichtigen die werk in onroerende

staat verrichten, kunnen geen beroep doen op de forfaitaire regeling28.

2.2.2 Belastingplichtigen op wie de forfaitaire btw-regeling van toepassing is Om gebruik te kunnen maken van de forfaitaire btw-regeling moet een belastingplichtige voldoen

aan vier voorwaarden die betrekking hebben op:

- De sector waarin de belastingplichtige actief is;

- De vorm van de onderneming;

- De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt;

- De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert29.

26 Artikel 1, §1, 3° K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 27 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 485. 28 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 485. 29 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Forfaitaire btw-regeling, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/forfaitaire_btw-regeling geconsulteerd op 25/04/2016

Page 21: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

9

2.2.2.1 De sector waarin de belastingplichtige actief is Niet alle sectoren kunnen gebruik maken van de forfaitaire btw-regeling. De forfaitaire regelingen

bestaan voor volgende sectoren:

- Apothekers;

- Bakkers, brood- en banketbakkers;

- Caféhouders;

- Consumptie-ijsbereiders;

- Drogisten;

- Exploitanten van frietkramen;

- Foornijveraars;

- Geneesheren met geneesmiddelendepot;

- Kappers;

- Kleinhandelaars in boeken;

- Kleinhandelaars in diverse textiel- en lederwaren;

- Kleinhandelaars in ijzerwaren en gereedschappen;

- Kleinhandelaars in kranten en tijdschriften;

- Kleinhandelaars in levensmiddelen;

- Kleinhandelaars in schoeisel;

- Kleinhandelaars in tabaksproducten;

- Kleinhandelaars in vis;

- Kleinhandelaars in wild en gevogelte;

- Kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers;

- Schoenherstellers;

- Slagers en spekslagers;

- Visventers30.

30 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 485.

Page 22: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

10

2.2.2.2 De vorm van de onderneming

De belastingplichtige moet een fysieke persoon zijn, een VOF, een gewone commanditaire

vennootschap of een BVBA31. Het is dus onmogelijk voor een NV, een commanditaire

vennootschap op aandelen, een coöperatieve vennootschap, een vzw, openbare lichamen e.d.

om gebruik te maken van de forfaitaire btw-regeling32.

2.2.2.3 De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt

De forfaitaire btw-regeling kan enkel worden toegepast wanneer de totale omzet, die de

belastingplichtigen realiseren uit de beroepswerkzaamheden die ze uitoefenen, voor minstens 75

pct. bestaat uit handelingen waarvoor geen verplichting bestaat om een factuur uit te reiken33.

Wanneer het gaat om belastingplichtigen die voor meer dan 25 pct. van het bedrag van de omzet

die ze realiseren uit hun handelingen facturen moeten uitreiken, kan dus geen beroep worden

gedaan op de forfaitaire btw-regeling34.

2.2.2.4 De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert

Om gebruik te kunnen maken van de forfaitaire btw-regeling moet de belastingplichtige een

jaaromzet hebben van minder dan 750 000 euro, exclusief btw, in het afgelopen jaar35.

2.2.3 Verplichtingen van aan de forfaitaire btw-regeling onderworpen

belastingplichtigen Ondernemingen die gebruik maken van de forfaitaire btw-regeling hebben recht op aftrek en

blijven onderworpen aan de meeste verplichtingen van de belastingplichtigen, zoals het indienen

van een periodieke aangifte, het doorstorten van de belasting aan de Schatkist, enz.36.

2.2.4 Landbouwondernemer die gebruik maakt van de forfaitaire btw-regeling Een landbouwondernemer kan, wanneer hij naast zijn landbouwactiviteit ook nog een activiteit

uitvoert in een sector waar het gebruik van de forfaitaire regeling is toegestaan, voor deze

tweede sector eventueel een beroep doen op de forfaitaire regeling.

31 Artikel 1, §1, 1° K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 32 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 33 Artikel 1, §1, 2° K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 34 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 35 Artikel 1, §1, 3° K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 36 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 485.

Page 23: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

11

Stel: een landbouwondernemer oefent een landbouwactiviteit uit en oefent daarnaast een

activiteit uit als slager. Indien hij voor zijn deze tweede werkzaamheid geen gebruik maakt van de

forfaitaire btw-regeling, zal hij voor zijn beide activiteiten, dus ook voor zijn landbouwactiviteit,

aan de normale btw-regeling onderworpen worden37.

Indien de landbouwondernemer voor zijn activiteit als slager wel een beroep doet op de

forfaitaire regeling, kan hij deze combineren met de bijzondere landbouwregeling. Hij kan echter

slechts een beroep doen op de forfaitaire btw-regeling indien hij aan alle voorwaarden die

hiervoor werden opgesomd voldoen. De landbouwondernemer wordt dan geacht in twee

sectoren actief te zijn. Dit houdt in dat wanneer hij in zijn slagerij vlees verkoopt van een rund dat

hij heeft geteeld in zijn werkzaamheid als landbouwondernemer, hij geacht wordt dat rund te

hebben verkocht van zijn ene activiteit aan zijn andere.

Voor de verkopen die de landbouwondernemer realiseert met zijn landbouwactiviteit, is

bijzondere landbouwregeling van toepassing (zie hoofdstuk 3). Voor de verkopen die hij realiseert

met zijn activiteit als slager, moet hij de verplichtingen nakomen die van toepassing zijn op de

forfaitaire regeling38.

2.3 De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen

Om gebruik te kunnen maken van de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen moet

aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Zo komen belastingplichtigen van wie de in België

gerealiseerde jaaromzet niet meer bedraag dan 25 000 euro exclusief btw (vanaf 1 januari 2016,

vroeger bedroeg de drempelwaarde 15 000 euro) in aanmerking voor de belastingvrijstelling voor

de levering van goederen en diensten die ze verrichten39.

Een ondernemer die in 2015 het omzetcijfer van 25 000 euro niet overschreden had, kon indien

hij dit wenste, vanaf 1 januari 2016 gebruik maken van de vrijstellingsregeling voor kleine

ondernemingen als aan alle andere toepassingsvoorwaarden voldaan was40.

2.3.1 Geen gebruik van de vrijstellingsregeling voor het geheel van de activiteit Btw-eenheden zijn altijd van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen uitgesloten41.

Verder zijn ondernemers die geregeld één van volgende handelingen uitvoeren voor hun gehele

activiteit uitgesloten van de vrijstellingsregeling:

37 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 38 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 39 Artikel 56, §2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 40 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/vrijstellingsregeling geconsulteerd op 25/04/2016 (hierna verkort FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen)

Page 24: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

12

- Werk in onroerende staat en de ermee gelijkgestelde handelingen42.

- Leveringen van goederen en diensten in de horecasector, waarvoor ondernemers gehouden

zijn een kasticket, van een geregistreerd kassasysteem, uit te reiken43.

- Leveringen van oude materialen, oude materialen ongeschikt voor hergebruik in dezelfde

staat, industrieel en niet-industrieel afval, afval voor hergebruik, gedeeltelijk verwerkt afval

en schroot44.

Echter, wanneer een landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, zijn landbouwactiviteit combineert met een bijkomende werkzaamheid als

loonwerk, grondwerk en dergelijke, wat onder de noemer ‘werk in onroerende staat’ valt, werd

hiervoor een uitzondering voorzien45. De btw-administratie aanvaardt in dat geval dat

landbouwondernemers gebruik kunnen blijven maken van de bijzondere landbouwregeling voor

de werkzaamheid als landbouwer, wanneer de omzet van de bijkomende activiteit de drempel

van 25 000 euro niet overschrijdt46. Wanneer deze drempel echter wel overschreden wordt, zal de

volledige activiteit, inclusief deze als landbouwer, aan de normale btw-regeling onderworpen

worden vanaf de eerste handeling waardoor de drempel overschreden wordt47.

Voor deze bijkomende activiteit met betrekking tot werk in onroerende staat moet dan wel een

bijzondere btw-aangifte worden ingediend48.

2.3.2 Handelingen uitgesloten van de vrijstellingsregeling Kleine ondernemers kunnen geen beroep doen op de vrijstellingsregeling wanneer ze handelingen

verrichten die vallen onder de voorwaarden van artikel 8 van het wetboek btw49. Dit houdt onder

andere in dat er geen gebruik kan worden gemaakt van de vrijstellingsregeling voor kleine

ondernemingen bij de overdracht, als toevallige belastingplichtige, onder bezwarende titel van

nieuwe gebouwen die zijn opgericht of verkregen met toepassing van de btw50. Ook bij vestiging,

overdracht of wederoverdracht, door toevallige belastingplichtigen, van zakelijke rechten op

41 Artikel 56bis, §2, eerste lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 42 Artikel 56bis, §2, tweede lid, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 43 Artikel 56bis, §2, tweede lid, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 44 Artikel 56bis, §2, tweede lid, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 45 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 2. 46 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 2. 47 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 2. 48 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 2. 49 Artikel 56bis, §3, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1658. 50 Artikel 8, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen

Page 25: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

13

onroerende goederen, andere dan het eigendomsrecht, kan geen beroep worden gedaan op de

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen51.

Verder zijn leveringen van nieuwe vervoermiddelen, onder de voorwaarden van artikel 39bis van

het wetboek btw, aan een andere lidstaat, van de vrijstellingsregeling uitgesloten52.

Wanneer een belastingplichtige die niet in België is gevestigd, goederen en diensten levert, kan hij

geen gebruik maken van de vrijstellingsregeling53.

Als een ondernemer handelingen verricht bedoeld in artikel 58, §1 en §2 van het wetboek btw,

zijnde leveringen van tabaksfabrikanten of leveringen door een visser van zijn vangst in de

gemeentelijke vismijnen van de aanvoerhavens, kan hij ook geen beroep doen op de

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen54.

Tot slot worden ook de handelingen die op verborgen wijze worden verricht, zoals handelingen

die niet worden aangegeven of ongeoorloofde handelingen, van de vrijstellingsregeling

uitgesloten55. Ongeoorloofde handelingen zijn handelingen die door de wet verboden zijn of in

strijd zijn met de goede zeden of openbare orde56. Indien tijdens een controle wordt vastgesteld

dat een deel van de omzet afkomstig is van dit soort handelingen, zal deze van de

vrijstellingsregeling worden uitgesloten en belast worden onder de normale btw-regeling57.

2.3.3 Bepaling van het jaarlijks omzetcijfer De omzet die in rekening moet worden gebracht om de vergelijking met het drempelbedrag van

25 000 euro te maken, wordt gevormd door het bedrag, exclusief btw, van alle belastbare

leveringen van goederen en diensten die een ondernemer uitvoert, opgeteld met het bedrag van

bepaalde door het wetboek vrijgestelde handelingen58.

51 Artikel 8, §2 en §3 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 52 Artikel 56bis, §3, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 53 Artikel 56bis, §3, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 54 Artikel 56bis, §3, 4° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 55 Artikel 56bis, §3, 5° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE

OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 56 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 57 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 58 Artikel 3, eerste lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen.

Page 26: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

14

Onder die vrijgestelde handelingen verstaan we hier59:

- Handelingen met betrekking tot uitvoer, intracommunautaire leveringen en verwervingen,

invoer en internationaal vervoer.

- Handelingen met betrekking tot onroerende goederen, tenzij deze als bijkomstig worden

beschouwd.

- Financiële handelingen, tenzij deze als bijkomstig worden beschouwd.

- Handelingen van verzekering en herverzekering, tenzij deze als bijkomstig worden

beschouwd.

Het begrip ‘jaarlijks omzetcijfer’ doelt op de omzet die een ondernemer in één jaar realiseert in de

EU-lidstaat waar hij gevestigd is60.

Om het omzetcijfer te bepalen wordt geen rekening gehouden met de overdracht van

lichamelijke of onlichamelijke bedrijfsmiddelen61. Ook de van de vrijstellingsregeling uitgesloten

handelingen (zie titel 2.3.2) en de handelingen die worden verricht door landbouwondernemers

die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling worden buiten beschouwing gelaten62.

Tot slot wordt ook geen rekening gehouden met handelingen die in het buitenland worden

uitgevoerd en de door het wetboek btw vrijgestelde handelingen, andere dan diegene die

hierboven werden vermeld63.

2.3.4 Overgang naar algemene of forfaitaire btw-regeling Indien een ondernemer gebruik wil maken van de optie om over te gaan naar de normale of

forfaitaire btw-regeling, moet hij dit met een aangetekende brief laten weten aan zijn

controlekantoor64. De optie heeft dan uitwerking vanaf de maand na die waarin de brief werd

verzonden.

59 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 60 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 61 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 62 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 63 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 64 Artikel 6, eerste lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen

Page 27: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

15

Het is voor de ondernemer slechts na 3 jaar mogelijk om terug over te gaan naar de

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen65.

Wanneer een onderneming overgaat van de vrijstellingsregeling naar de normale of forfaitaire

regeling, heeft deze recht op teruggaaf van de btw die werd geheven op bepaalde handelingen

(zie titel 4.4.1) 66. Omgekeerd, indien een onderneming overgaat van de normale of forfaitaire

regeling naar de vrijstellingsregeling, moet de door hem verrichte btw-aftrek worden herzien (zie

titel 4.4.4)67. Het bedrag van de terug te geven of te herziene btw wordt bepaald aan de hand van

een inventaris dat door de ondernemer moet worden ingediend in zijn controlekantoor68.

2.3.5 Administratieve verplichtingen Het gebruik van de vrijstellingsregeling is een optie, het is geen verplichting. Ondernemers die er

gebruik van maken zijn vrijgesteld van het grootste deel van btw-verplichtingen69. Zo zijn ze bv.

vrijgesteld van de verplichting om een btw-aangifte in te dienen en wanneer een onderneming

die gebruik maakt van de vrijstellingsregeling facturen uitreikt voor de door haar geleverde

goederen of verrichte diensten, moet de btw niet worden opgenomen70. De facturen zijn

opgemaakt met de vermelding “kleine onderneming onderworpen aan de vrijstellingsregeling van

belasting; btw niet toepasselijk”71. Een ondernemer die gebruik wil maken van deze vrijstelling

heeft geen recht op aftrek van de btw op goederen en diensten die hij gebruikt om zijn

economische activiteit uit te oefenen72.

65 Artikel 6, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 66 Artikel 11, §1, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 67 Artikel 12, §1, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 68 Artikel 11 en 12, §2, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 69 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 70 Artikel 9, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 71 Artikel 9, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 72 STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16.

Page 28: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

16

Ondernemers die een beroep doen op de vrijstellingsregeling zijn verplicht een aangifte in te

dienen bij aanvang, wijziging of stopzetting van de werkzaamheid en moeten ook jaarlijks een

klantenlisting indienen73.

Verder is de onderneming verplicht de uitgereikte en ontvangen facturen te bewaren en te

nummeren74. Ook een ontvangstendagboek en eventueel een tabel van bedrijfsmiddelen moeten

worden bijgehouden75.

2.4 De bijzondere landbouwregeling

Een landbouwondernemer kan er ook voor kiezen om gebruik te maken van de bijzondere

landbouwregeling inzake btw. Deze regeling kan teruggevonden worden in artikel 57 van het

wetboek btw. De bijzondere landbouwregeling heeft voor de landbouwondernemers zowel voor-

als nadelen. In het volgende hoofdstuk wordt hier dieper op ingegaan.

73 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 74 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 75 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen

Page 29: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

17

2.5 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen

De algemene btw-regeling De forfaitaire btw-regeling De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen

De bijzondere landbouwregeling

(hoofdstuk 3)

Facturen uitreiken Ja Ja/Neen Ja Ja/Neen

Btw in rekening brengen en doorstorten naar schatkist

Ja Ja Neen Neen

Btw-aangifte indienen Ja Ja Neen Neen

Btw-listing indienen Ja Ja Ja Ja

Recht op aftrek Ja Ja Neen Neen

Andere specifieke kenmerken - Specifieke sectoren - Vorm onderneming:

fysiek persoon, VOF, Comm. V. of BVBA

- Min. 75 pct. handelingen zonder verplichting factuur uit te reiken.

- Max. 750 000 euro omzet per jaar

- Max. 25 000 euro omzet

- Btw wordt terugbetaald in vorm van forfaitaire compensatie 6 pct. of 2 pct.

Tabel 1 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen

Page 30: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

18

Page 31: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

19

Hoofdstuk 3: De bijzondere landbouwregeling in detail

bekeken

3.1 Algemeen

Door middel van de artikelen 295 tot en met 305 van de Btw-Richtlijn hebben de lidstaten de

mogelijkheid om een forfaitaire regeling inzake btw toe te passen op landbouwondernemers76.

Het is de lidstaten vrij om te beslissen of ze bepaalde categorieën landbouwproducenten van de

forfaitaire regeling uitsluiten77. Hierdoor is het mogelijk dat tussen de lidstaten onderling toch nog

een verschil inzake de invulling van de bijzondere landbouwregeling bestaat.

In de uitvoering van de artikelen 295 t.e.m. 305 van de Btw-Richtlijn werden in artikel 57 van het

wetboek btw de basisbeginselen van de bijzondere landbouwregeling vastgelegd78. Artikel 57 van

het wetboek btw stelt dat “landbouwondernemers die producten van hun bedrijf leveren of

landbouwdiensten verrichten, ten aanzien van de uitoefening van die werkzaamheid niet

gehouden zijn de verplichtingen na te leven die op het stuk van facturering, aangifte en voldoening

van de belasting, aan de belastingplichtigen zijn opgelegd, met uitzondering van de verplichtingen

die voortvloeien uit de intracommunautaire handelingen die ze verrichten”79. Wat onder het

begrip landbouwondernemer wordt verstaan wordt behandeld onder titel 3.3.

Met betrekking tot hun intracommunautaire handelingen zullen landbouwondernemers, die

gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling, verplicht worden een intracommunautaire

opgave in te dienen die hun intracommunautaire leveringen, aan personen die in een andere

lidstaat voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn, vermeldt80.

Verder wordt in het artikel vermeldt dat landbouwondernemers hun op forfaitaire wijze

berekende voorbelasting terugbetaald krijgen door middel van een forfaitaire compensatie, die

betaald wordt door hun belastingplichtige medecontractant81. Die voorbelasting is de totale druk

aan btw die rust op de goederen en diensten die de forfaitaire landbouwondernemer heeft

aangekocht, voor zover deze belasting door een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de

normale btw-regeling, zou kunnen afgetrokken worden82.

76 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 77 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 78 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 79 Artikel 57, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 80 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 104. 81 Artikel 57, §2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 82 Artikel 295 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

Page 32: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

20

3.2 Werking van de bijzondere landbouwregeling

De bijzondere landbouwregeling is voor de land- en tuinbouwer administratief veel

eenvoudiger83. Zoals hiervoor vermeldt, is de forfaitaire landbouwonderneming niet gehouden de

verplichtingen na te leven op vlak van facturering, periodieke aangifte en voldoening van de

belasting, met uitzondering van de verplichtingen die de intracommunautaire handelingen met

zich meebrengen84. Een jaarlijkse btw-listing blijft wel verplicht85. Wanneer grote investeringen

worden uitgevoerd vormt de bijzondere landbouwregeling een nadeel voor de land- of

tuinbouwer, omdat de btw van deze investering niet kan worden afgetrokken86. Ze hebben

echter wel recht op een forfaitaire compensatie.

3.2.1 De forfaitaire compensatie Landbouwers die producten van hun bedrijf leveren of landbouwdiensten verrichten en hiervoor

een beroep doen op de bijzondere landbouwregeling, hebben geen recht op aftrek87. Ze

verkrijgen bij de levering van producten van hun landbouwonderneming en bij de verrichting van

landbouwdiensten wel een ‘forfaitaire compensatie’ of ‘prijscomplement’88. Het bedrag van de

voorbelasting wordt dan als het ware terugbetaald door de medecontractant89. De forfaitaire

compensatie die de landbouwondernemer ontvangt, wordt berekend door het forfaitaire

compensatiepercentage toe te passen op de omzet van de forfaitaire landbouwondernemer90.

83 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 84 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 85 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 86 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 87 Artikel 3, 1e lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 75. 88 Artikel 3, 2e lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 509. 89 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 90 Artikel 295 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

Page 33: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

21

De forfaitaire compensatiepercentages mogen door iedere lidstaat vrij bepaald worden91. Voordat

ze worden toegepast moeten ze wel ter kennis van de commissie worden gebracht92. Het is dus

mogelijk dat er in verschillende lidstaten verschillende compensatiepercentages worden

gehanteerd voor eenzelfde activiteit. De forfaitaire compensatiepercentages mogen echter niet

tot gevolg hebben dat de forfaitair belaste landbouwers bedragen terugbetaald krijgen die hoger

zijn dan hun voorbelasting93.

Het prijscomplement mag dus door de landbouwers behouden worden als forfaitaire

compensatie voor hun aftrekbare btw94. De landbouwer moet deze niet doorstorten naar de

Schatkist95. Landbouwers die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling kunnen de btw

die ze zelf moeten betalen op hun aankopen dus in geen geval terugvorderen. Door het feit dat de

landbouwondernemers de forfaitaire compensatie die ze verkrijgen op hun verkopen mogen

behouden, stelt men soms ook wel dat bij de forfaitaire btw-compensatie de verschuldigde en

aftrekbare btw van de landbouwondernemer aan elkaar worden gelijkgesteld96.

Om het bedrag van zijn voorbelasting te recupereren door middel van de forfaitaire compensatie,

moet de landbouwondernemer aan enkele voorwaarden voldoen97:

- De medecontractant is een belastingplichtige die periodieke aangiftes moet indienen,

andere dan een landbouwondernemer die beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, of een niet-belastingplichtige rechtspersoon die in de lidstaat van

aankomst zijn intracommunautaire verwervingen aan de belasting onderwerpt98.

91 Artikel 297 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 92 Artikel 297 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 93 Artikel 299 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 94 Artikel 57, §2, eerste lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016 95 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 76. 96 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE , A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 97 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 516. 98 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 516.

Page 34: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

22

- Het gaat om leveringen van producten of dieren die de landbouwondernemer als zodanig

heeft voortgebracht of geteeld of die een primaire verwerking hebben ondergaan en

diensten ter uitvoering van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij99.

Hieruit kunnen we concluderen dat andere diensten of leveringen van andere goederen (bv. in

het landbouwbedrijf gebruikte goederen) niet in aanmerking komen voor de

compensatieregeling100.

Het ‘prijscomplement’, betaald door de koper en berekend bovenop de prijs van de geleverde

goederen of ontvangen diensten, is forfaitair bepaald en bedraagt normaal 6 pct. van de maatstaf

van heffing101. Bij de verkoop van hout bedraagt deze echter slechts 2 pct. van de maatstaf van

heffing102. Van zodra de transportkosten door de landbouwer in rekening worden gebracht aan de

klant, vormen zij een element van de maatstaf van heffing, waarop het forfaitaire percentage

wordt toegepast103.

De forfaitaire compensatie vloeit voort uit de toepassing van de forfaitaire

compensatiepercentages op de prijs, exclusief belasting, van104:

- De landbouwproducten die de landbouwer, die gebruik maakt van de bijzondere

landbouwregeling, geleverd heeft aan een andere belastingplichtige in het binnenland die

geen gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling105.

- De landbouwproducten die de landbouwer, die gebruik maakt van de bijzondere

landbouwregeling, intracommunautair heeft geleverd aan niet-belastingplichtige

99 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 516. 100 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 516. 101 Artikel 57, §3 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 3, 2e lid, 2° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 102 Artikel 3, 2e lid, 1° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016 103 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 516. 104 Artikel 57, §2, tweede lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 300 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 105 Artikel 57, §2, tweede lid, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 300 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

Page 35: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

23

rechtspersonen, die in de lidstaat van verwerving aan de belasting onderworpen

worden106.

- De landbouwdiensten die worden verricht door de landbouwer, die gebruik maakt van de

bijzondere landbouwregeling, voor een andere belastingplichtige dan die welke in het

binnenland die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling107.

Een landbouwer die gebruik maakt van de forfaitaire compensatie kan op geen enkele andere

manier een aftrek uitoefenen108.

3.2.2 Aftrekbaarheid van de betaalde forfaitaire compensatie Voor de belastingplichtige koper of ontvanger die in België aangifteplichtig is, is de te betalen

forfaitaire compensatie aftrekbaar van de door hem in het binnenland verschuldigde belasting109.

Door het feit dat de afnemers het prijscomplement mogen aftrekken wordt de uiteindelijke

kostprijs voor hen niet verzwaard110. Andere, niet-belastingplichtige, afnemers hebben in principe

het recht op teruggaaf van de forfaitaire bedragen die zij aan de landbouwer betalen111.

De belastingplichtige koper of ontvanger die in België aangifteplichtig is, is voor het verschil

tussen de belasting berekend tegen het tarief dat geldt voor de handeling en het bedrag van de

forfaitaire compensatie, schuldenaar tegenover de Staat112. Het verschil moet worden vermeld in

rooster 56 van de periodieke btw-aangifte van de koper of ontvanger113. Ook dit verschil, dat

werd opgenomen in rooster 56, mag in aftrek worden gebracht114.

106 Artikel 57, §2, tweede lid, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 300 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 107 Artikel 57, §2, tweede lid, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 300 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 108 Artikel 57, §2, derde lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 302 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 109 Artikel 57, §4 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 303 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde; X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016 110 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016 111 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 76. 112 Artikel 5, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 113 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 114 Artikel 5, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515.

Page 36: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

24

3.3 Het begrip landbouwondernemer

Wat onder het begrip landbouwondernemer mag worden verstaan, wordt beperkt. Volgens het

Koninklijk Besluit nr. 22 van 15 september 1970 wordt als landbouwondernemer aangemerkt, de

belastingplichtige, met uitzondering van de btw-eenheid, die één van volgende activiteiten

uitvoert115:

- Algemene landbouw, groenteteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt,

champignonteelt, teelt van zaai- en pootgoed, druiventeelt;

- Veeteelt, pluimveeteelt, konijnenteelt, bijenteelt;

- Boomkweek;

- Bosbouw.

Zowel de productie in serres of kassen als die in openlucht voor bv. groenten, bloemen en druiven

valt onder de regeling116.

Met algemene landbouw wordt de productie van goederen bedoeld die door akkerbebouwing

worden voortgebracht, bv. graangewassen, aardappelen, bieten, groen voeder, tabak, hop en

vlas117.

Van veeteelt kan gesproken worden wanneer personen vee kopen en vetmesten met het oog op

verkoop, de dieren moeten minstens zes weken worden behouden118. Ook het houden van vee

met het oog op de productie (bv. melkkoeien) of met het oog op de voortplanting valt onder

veeteelt119. Hoewel het houden van fokdieren voor vee ook onder het begrip van veeteelt valt,

wordt het fokken van renpaarden uitgesloten van de regeling120. Zo worden ook het fokken van

pelsdieren en de teelt van vogels, honden, katten, dwerggeiten of proefdieren uitgesloten121.

Indien een landbouwondernemer één van deze activiteiten uitoefent kan hij dus geen beroep

doen op de bijzondere landbouwregeling.

Onder pluimveeteelt vallen zowel de productie van broedeieren als de broederij (waar de

broedeieren worden uitgebroed), het houden en vermeerderen van geselecteerd materiaal (de

115 Artikel 1 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 116 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 117 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 118 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 119 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 510. 120 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 121 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970

Page 37: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

25

beste kippen en hanen die ze houden om verder mee te kweken) en het vetmesten van kippen122.

Verder vallen ook de teelt van struisvogels, fazanten en patrijzen en het kweken van eenden

bestemd voor doorverkoop na vetmesting onder de pluimveeteelt123. De eenden met het oog op

vetmesting moeten minstens 12 dagen worden behouden124.

Worden uitgesloten van de bijzondere landbouwregeling: de teelt van wormen, escargots en vis,

de mossel- en oesterteelt125.

3.3.1 Landbouwondernemers die gebruik kunnen maken van de bijzondere

landbouwregeling Uit artikel 1 van het Koninklijk Besluit nr. 22 kan worden verstaan dat de landbouwondernemer

een belastingplichtige moet zijn vooraleer hij van de bepaling uit artikel 57 van het wetboek btw

gebruik kan maken126.

Om te beoordelen of er al dan niet sprake is van een belastingplichtige wordt gekeken naar artikel

4 van het wetboek btw. Hieruit blijkt dat ‘eenieder die in de uitoefening van een economische

activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend,

leveringen van goederen of diensten verricht die in het wetboek zijn omschreven, ongeacht op

welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend’, een belastingplichtige is127.

Zelfstandige landbouwers en verenigingen van zelfstandige landbouwers zonder

rechtspersoonlijkheid kunnen een beroep doen op de bijzondere landbouwregeling128. De

verenigingen die de gemeenschappelijke productie van landbouwproducten tot doel hebben,

kunnen echter slechts een beroep doen op de bijzondere landbouwregeling als de activiteit van

de aparte entiteiten onder de regeling valt129.

De bijzondere landbouwregeling in vennootschapsvormen zoals de vennootschap onder firma, de

gewone commanditaire vennootschappen, de coöperatieve vennootschappen en de besloten

122 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 123 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 510. 124 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 510. 125 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 510. 126 Artikel 1 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 127 Artikel 4, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 128 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling, http://financien.belgium.be/nl/ ondernemingen/btw/btw-plicht/landbouwregeling?language=nl geconsulteerd op 13/02/2016 (hierna verkort FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling) 129 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517.

Page 38: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

26

vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, is mogelijk als aan een aantal voorwaarden

voldaan is130. Zo moeten alle vennoten producenten zijn van landbouwproducten en mogen ze

geen werkzaamheid uitoefenen die niet onder de landbouwregeling valt131. Verder mag de

vennootschap uitsluitend de productie van landbouwproducten tot doel hebben132.

3.3.2 Landbouwondernemers die geen gebruik kunnen maken van de bijzondere

landbouwregeling Coöperaties die opgericht zijn voor inkoop en verkoop van landbouwproducten, voor het

gemeenschappelijk gebruik van landbouwmaterieel of voor de uitvoering van landbouwwerken

voor hun leden, kunnen geen beroep doen op de bijzondere landbouwregeling aangezien ze geen

producent zijn van de goederen waarin ze handel drijven133.

Een landbouwondernemer die zowel financieel, economisch als organisatorisch nauw verbonden

is met één of meerdere personen die juridisch zelfstandig zijn en geen gebruik maken van de

bijzondere landbouwregeling, zal geen beroep kunnen doen op de bijzondere landbouwregeling

in de gevallen die concurrentieverstoring tot gevolg hebben134.

Btw-eenheden kunnen, zoals eerder al vermeld, geen beroep doen op de bijzondere

landbouwregeling135. Ook wanneer de landbouwondernemers de vorm van een

handelsvennootschap hebben aangenomen, blijven ze onderworpen aan alle verplichtingen van

normale belastingplichtigen136.

Wanneer de landbouwondernemer al btw-belastingplichtig is door de uitoefening van een andere

zelfstandige beroepswerkzaamheid blijft hij onderworpen aan de verplichtingen van de normale

btw-regeling137. De landbouwondernemer is dan voor zijn volledige beroepswerkzaamheid,

130 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling 131 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling 132 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling 133 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 134 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; Artikel 2, §4 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 135 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling 136 Artikel 57, §6, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 137 Artikel 57, §6, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517.

Page 39: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

27

inclusief deze als landbouwer, aan de normale regeling onderworpen138. Dit geldt bijvoorbeeld

voor landbouwers die naast hun activiteit als landbouwondernemer, veevoeders, of meststoffen

verkopen, of wanneer een landbouwondernemer goederen verkoopt die meer dan een primaire

verwerking ondergingen139. Dit geldt ook wanneer een landbouwondernemer bijkomend

gemeubelde logies verhuurt en dus aan hoevetoerisme doet140.

Indien de landbouwondernemer voor deze andere werkzaamheid onderworpen is aan de

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen of onder de forfaitaire regeling valt, kan hij

eventueel toch nog beroep doen op de bijzondere landbouwregeling en zo aan de verplichtingen,

die de normale btw-regeling met zich meebrengt, ontsnappen141. In de situatie van de forfaitaire

regeling betekent dit dat de landbouwondernemer vooral handelt met particulieren (minstens 75

pct.) en zijn omzet niet hoger is dan 750 000 euro (zie titel 2.2)142. Dit bedrag wordt berekend

exclusief de handelingen die onder de bijzondere landbouwregeling vallen, aangezien de

landbouwondernemer geacht wordt in twee sectoren actief te zijn143. Voor de vrijstellingsregeling

van belastingen voor kleine ondernemingen verricht de landbouwer leveringen van goederen of

diensten waarvoor hij als kleine onderneming beschouwd kan worden144. Ook hier wordt het

bedrag (25 000 euro) berekend exclusief de handelingen die onder de bijzondere

landbouwregeling vallen145.

3.3.3 Landbouwondernemers die gedeeltelijk gebruik kunnen maken van de

bijzondere landbouwregeling Wanneer een landbouwondernemer naast zijn gewone landbouwhandelingen ook

landbouwhandelingen verricht die niet onder de landbouwregeling kunnen vallen (zie punt 3.5),

wordt verondersteld dat hij actief is in twee sectoren146. Dit werd in vorig punt al kort aangehaald.

138 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 139 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 140 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 141 Artikel 57, §6, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 142 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 143 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 144 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 145 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 146 Artikel 6, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de

Page 40: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

28

De ene sector stemt overeen met de werkzaamheid als landbouwondernemer, hier kan dus een

beroep gedaan worden op de bijzondere landbouwregeling147. De andere sector kan verschillen al

naargelang de werkzaamheid van de uitgeoefende handelingen148.

Alleen de handelingen die de landbouwer verricht in de tweede sector, kunnen recht geven op

aftrek149.

Wanneer de landbouwondernemer actief is in twee sectoren, wordt verondersteld dat hij aan

zichzelf de goederen levert die hij als landbouwondernemer heeft geproduceerd en die hij daarna

in de andere sector gebruikt150. Indien de landbouwondernemer leveringen aan zichzelf verricht is

hij per aangiftetijdvak verplicht een stuk op te maken waarin de aard en hoeveelheid van de

goederen staat151. Ook de prijs die hij zou hebben gekregen indien hij de goederen aan een derde

verkocht had en de forfaitaire compensatie berekend over die prijs van de goederen moet

worden vermeld152. Dat bedrag mag de landbouwondernemer dan in aftrek brengen indien hij

voor de tweede sector recht op aftrek heeft153. Ook uitgaven die specifiek voor de tweede sector

gedaan zijn, kunnen recht op aftrek geven.

Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 147 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 148 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 149 Artikel 6, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 150 Artikel 6, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 151 Artikel 6, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 152 Artikel 6, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 153 Artikel 6, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 41: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

29

3.3.3.1 Tweede sector onderworpen aan normale of forfaitaire regeling

Indien de landbouwondernemer in de tweede sector gebruik maakt van de normale of forfaitaire

btw-regeling, geven de handelingen die in deze sector verricht worden recht op aftrek154. Dit

heeft tot gevolg dat wanneer hij producten van zichzelf koopt en hierbij een forfaitaire

compensatie betaalt, hij deze in aftrek kan brengen in zijn periodieke btw-aangifte155.

Wanneer de landbouwondernemer vanuit de tweede sector goederen levert op een

groothandelsmarkt moet hij, ten laatste op de vijftiende werkdag na de maand waarin de verkoop

heeft plaatsgevonden, een factuur uitreiken waarin hij de btw in rekening brengt volgens de aard

van het verkochte goed156. Wanneer hij voor deze verkopen zijn periodieke aangifte indient, mag

hij 6 pct. van de verkoopprijs in aftrek brengen als forfaitaire compensatie157.

Voorbeeld: een landbouwondernemer verkoopt in maart 2016 groenten aan op een

groothandelsmarkt voor de prijs van 2 000 euro. hij reikt een factuur uit voor 2 000 euro + 120

euro (6 pct. btw, zie titel 6.1). In de btw-aangifte van het eerste kwartaal 2016 zal rooster 01 het

bedrag van 2 000 euro bevatten, de prijs die aangerekend werd. Rooster 54 zal de verschuldigde

btw van 120 euro bevatten en in rooster 59 zal de landbouwondernemer een aftrekbare

forfaitaire compensatie vermelden van 120 euro (2 000 euro x 6 pct.)158. De aftrekbare forfaitaire

compensatie slaat op de forfaitaire compensatie die hij heeft moeten betalen aan zichzelf,

wanneer hij goederen vanuit de eerste sector aan de tweede sector leverde.

Bij verkopen vanuit de tweede sector aan particulieren, bijvoorbeeld in een inrichting voor de

verkoop in het klein of als venter van deur tot deur, moet de landbouwondernemer geen factuur

uitreiken159. De ontvangsten moeten echter wel van dag tot dag ingeschreven worden in een

dagboek van ontvangsten160. In de periodieke aangifte wordt de verkoopprijs exclusief btw

vermeld en de btw zelf161. Van de verschuldigde btw mag de landbouwondernemer aftrekken: de

154 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 155 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 156 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 157 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 158 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 159 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 160 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 161 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517.

Page 42: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

30

specifieke kosten die hij gemaakt heeft voor de kleinhandel en 6 pct. van de groothandelsprijs van

de goederen die hij in het klein heeft verkocht (als aftrekbare forfaitaire compensatie)162. Indien

de landbouwer gebruikt maakt van het forfaitaire stelsel moet het dagontvangstenboek niet

worden bijgehouden163.

Indien de landbouwondernemer voortgebrachte producten of geteelde dieren die niet aan het

tarief van 6 pct. zijn onderworpen (bv. bloemen of sierplanten) verkoopt op een niet-erkende

veiling mag hij 6 pct. forfaitaire compensatie, berekend op de prijs die hij zou krijgen indien hij de

goederen in het groot verkoopt, in aftrek brengen164. Dit is van toepassing wanneer hij

onderworpen is aan de normale of de forfaitaire regeling165. Wanneer de landbouwer verkoopt

aan een erkende veiling, kan hij eventueel toch nog gebruik maken van de bijzondere

landbouwregeling166.

Ook indien de landbouwondernemer diensten verricht met betrekking tot goederen die tegen een

ander tarief dan 6 pct. belast zijn (bv. contractteelt van bloemen of sierplanten), is hij voor die

diensten aan de gewone regeling onderworpen167.

3.3.3.2 Tweede sector onderworpen aan de vrijstellingsregeling

De handelingen die de landbouwondernemer verricht in de tweede sector (waarin hij dus

onderworpen is aan de vrijstellingsregeling van de belasting), geven geen recht op aftrek168. Het

bedrag van de forfaitaire compensatie dat wordt vermeld op het stuk dat de landbouwer moet

opmaken bij leveringen aan zichtzelf, kan dus niet in aftrek worden gebracht169. De documenten

moeten wel bewaard worden, idem voor de facturen die hij ontvangt in het kader van de activiteit

waarvoor hij een beroep doet op de vrijstellingsregeling170.

162 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 163 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 164 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1143. 165 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 166 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 167 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517; VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1143. 168 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 169 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 170 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517.

Page 43: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

31

Wanneer de landbouwondernemer in de tweede sector verkopen verricht aan

belastingplichtigen, moet hij een factuur uitreiken zonder btw, waarop vermeld staat ‘bijzondere

vrijstellingsregeling kleine ondernemingen’ (zie titel 2.3.5)171. Indien hij verkoopt aan niet-

belastingplichtigen moeten dit worden vermeld in een ontvangstendagboek172.

3.4 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling kan worden

toegepast

Een landbouwondernemer kan gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling als hij één van

de onderstaande activiteiten uitoefent173.

3.4.1 Levering van voortgebrachte of geteelde producten en van gefokte dieren174 Een eerste handeling waarvoor de landbouwregeling kan worden gebruikt is het leveren van

producten of dieren, in de staat waarin de landbouwer ze heeft voortgebracht of geteeld, of

nadat ze een primaire verwerking ondergingen die normaal bij de landbouwbedrijven behoort175.

Hieruit volgt dat handelingen waarbij de landbouwer goederen verkoopt die hij zelf heeft gekocht,

zoals fruit op stam of gewassen te velde, uitgesloten worden van de landbouwregeling176. Een

ander gevolg is dat er geen beroep kan worden gedaan op de landbouwregeling wanneer de

landbouwondernemer de producten een verwerking doet ondergaan die normaal niet bij de

landbouwbedrijven behoort177. In beide gevallen wordt de landbouwondernemer dan aanzien als

handelaar178.

Enkele voorbeelden van primaire verwerkingen zijn: het verwerken van melk tot boter of kaas,

het vermalen van koren tot bloem, het verpakken van eieren, het vellen van bomen en verzagen

van de stammen…179.

Handelingen die niet worden verstaan onder primaire handelingen en dus niet onder de

bijzondere landbouwregeling kunnen vallen zijn onder andere het verwerken tot conserven, het

171 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 172 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 517. 173 Artikel 2, §1 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 174 Artikel 2, §1, 1° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 175 Artikel 2, §1, 1° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 176 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 177 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 178 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 179 Beslissing nr. E.T.92.609 van 24 maart 1998; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512.

Page 44: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

32

slachten van vee of pluimvee, het tot planken zagen van hout, het verwerken van melk tot

roomijs…180.

3.4.2 Diensten ter uitvoering van contractteelt of contractmesterij181 Een volgende handeling waarvoor de landbouwregeling geldt is het verstrekken van diensten ter

uitvoering van overeenkomsten van contractteelt (ook wel seizoenspacht genoemd) of

contractmesterij (ook wel loonkweek genoemd) met betrekking tot goederen of dieren waarvan

de levering zou gebeuren zoals in het vorig punt werd vermeld, indien de landbouwer ze voor zijn

eigen rekening zou voortbrengen of telen182.

Een teeltcontract (seizoenspacht) is een overeenkomst waarbij de landbouwer zijn grond ter

beschikking stelt aan een medecontractant en hij alle of een gedeelte van de landbewerkingen

voor zijn rekening uitvoert183. De medecontractant stelt het zaai- en plantgoed en/of de

meststoffen, die nodig zijn voor de teelt waarvan hij de vruchten voor zich zal houden, ter

beschikking184.

Een mesterijcontract (loonkweek) is een overeenkomst waarbij de landbouwondernemer zich

ertoe verbindt om de dieren die hij toevertrouwd krijgt van een medecontractant te voederen en

te verzorgen, terwijl deze eigendom blijven van de medecontractant185. Het voeder kan eventueel

ter beschikking gesteld worden door de medecontractant186.

De teelt of mesterij waarover een contract wordt afgesloten door de landbouwer en de

medecontractant moet betrekking hebben op producten of dieren zoals bedoeld in artikel 1 van

het K.B. nr. 22187.

180 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 181 Artikel 2, §1, 2° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 182 Artikel 2, §1, 2° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 183 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 184 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 185 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 186 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 187 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512.

Page 45: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

33

3.4.3 Onderlinge landbouwhulp188 Het verstrekken van diensten, andere dan in het voorgaande punt bedoeld, als onderlinge

landbouwhulp valt ook onder de landbouwregeling189. Hierbij mogen echter geen andere

machines worden gebruikt dan diegene die slechts uitzonderlijk dienen voor werk voor

anderen190.

Onder onderlinge landbouwhulp wordt een dienst verstaan die een landbouwondernemer,

gewoonlijk op basis van wederkerigheid, verstrekt aan een andere landbouwondernemer, zonder

hier iets van vergoeding in geld voor te verkrijgen191. Een vergoeding die wordt verkregen om de

gedane uitgaven te dekken wordt echter wel aanvaard192. Onderlinge landbouwhulp kan

bijvoorbeeld ingeroepen worden bij ziekte, ongeval of ongunstige weersomstandigheden193.

Wanneer een landbouwondernemer geregeld diensten verricht die niet voortkomen uit een

overeenkomst van contractteelt of contractmesterij en ook niet onder de regeling van onderlinge

landbouwhulp vallen, zal hij een ondernemer van werken zijn194. Dit heeft als gevolg dat hij voor

zijn volledige werkzaamheid, dus ook deze als landbouwondernemer, aan de normale btw-

regeling zal onderworpen worden195. Dit is niet het geval wanneer hij voldoet aan de

voorwaarden voor de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen196.

3.4.4 Leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere in het bedrijf gebruikte

goederen197 De landbouwregeling kan ook van toepassing zijn wanneer het gaat om de levering van gebruikte

bedrijfsmiddelen of van andere goederen die de landbouwer in zijn bedrijf heeft gebruikt198. Dit

wil dus zeggen dat wanneer de landbouwer bv. een maaidorser, landbouwtractor of dergelijke

188 Artikel 2, §1, 3° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 189 Artikel 2, §1, 3° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 190 Artikel 2, §1, 3° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 191 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 192 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 193 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 194 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 195 Artikel 57, §6, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 196 Artikel 57, §6, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 197 Artikel 2, §1, 4° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 198 Artikel 2, §1, 4° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde

Page 46: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

34

verkoopt, hij geen factuur moet opmaken (of een aankoopborderel opgesteld door de koper moet

ontvangen – zie titel 3.6.1.2), en hij ook geen btw moet aanrekenen en aan de Schatkist moet

doorstorten199. Bij de aankoop van deze goederen heeft de landbouwer echter ook geen btw

kunnen recupereren, aangezien deze vervat zit in de forfaitaire compensatie (prijssupplement) die

hij ontvangt van de koper bij de levering van voortgebrachte of geteelde producten en van

gefokte dieren of bij de diensten ter uitvoering van contractteelt of contractmesterij200.

Deze regeling is ook van toepassing voor de verkoop van goederen die de landbouwer in zijn

onderneming gebruikt en die geen bedrijfsmiddelen zijn, zoals klein materiaal, mest, gebruikte

verpakking en dergelijke201. Aangezien hij geen btw kan aanrekenen op de factuur ontvangt hij

dus geen forfaitaire compensatie meer voor deze verkopen202.

3.4.5 Bijzondere gevallen Tot slot zijn er nog enkele specifieke landbouwhandelingen die niet in het K.B. nr. 22 worden

vermeld, maar waarvoor de landbouwer bij het uitvoeren van de handelingen toch gebruik kan

maken van de bijzondere landbouwregeling203.

3.4.5.1 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door varkensmestbedrijven voor het storten van

bedrijfsmest

Een eerste handeling die binnen de toepassingssfeer van de bijzondere landbouwregeling kan

vallen, is wanneer men als varkensmestbedrijf vergoedingen betaalt aan landbouwondernemers

voor het storten van bedrijfsmest op gronden van die landbouwers204. Volgens artikel 18, §1,

eerste lid van het wetboek btw, wordt dit aanzien als de tegenprestatie van een dienst, waardoor

deze onderworpen zou zijn aan het normale btw-tarief (21 pct.)205. Echter indien de landbouwer

gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, valt deze dienst binnen het

toepassingsgebied van de bijzondere landbouwregeling206. Wat tot gevolg heeft dat er geen btw

199 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 200 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 201 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 202 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 203 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 204 Beslissing nr. E.T. 89594 van 6 mei 1997; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 205 Artikel 18, §1, eerste lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 206 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512.

Page 47: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

35

moet worden aangerekend207. De afnemer van de dienst, hier het varkensmestbedrijf, zal geen

forfaitaire compensatie moeten betalen aan de landbouwondernemer die gebruik maakt van de

bijzondere landbouwregeling208.

3.4.5.2 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door veilingen voor het verspreiden van bedorven

of beschadigd fruit

Een volgende handeling is die wanneer een veiling een vergoeding betaalt aan een landbouwer,

zodat deze het bedorven of beschadigd fruit, dat zal verspreid worden op zijn velden, komt

ophalen209. Hier kan dezelfde redenering gevolgd worden als in vorig punt.

3.4.5.3 De btw-regeling bij handelingen betreffende melkquota

Ten derde hebben we de btw-regeling die van toepassing is op handelingen betreffende

melkquota: enkel de tijdelijke overdracht van het melkquotum is onderworpen aan de btw210. De

handeling wordt aangemerkt als landbouwdienst en dus is het btw-percentage van 6 pct. van

toepassing. Wanneer de tijdelijke overdracht echter gebeurt door een landbouwondernemer die

gebruik maakt van de bijzondere landbouwonderneming moet hierop geen btw worden

aangerekend211. Voorgaande redenering kan ook gevolgd worden indien het gaat om de

overdracht van een nutriëntengehalte verricht door een landbouwondernemer die gebruik maakt

van de bijzondere landbouwregeling212.

De vergoedingen die men verkrijgt bij een definitieve overdracht van quotum of bij de definitieve

beëindiging van de melkproductie worden niet beschouwd als de prijs van een dienstprestatie213.

De vergoeding zal dus niet onderworpen zijn aan de btw214.

De bijzondere regeling omtrent de overdracht van melkquota is echter niet meer van toepassing,

aangezien sinds 1 april 2015 het melkquotum is afgeschaft215. Dit heeft tot gevolg dat de Europese

boeren zonder enige beperking melk kunnen leveren en rechtstreeks verkopen216.

207 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 208 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 209 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 210 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 211 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 212 Beslissing nr. E.T. 109249 van 8 april 2005 213 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 214 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512.

Page 48: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

36

De drie voorgaande handelingen geven geen aanleiding tot het betalen van een forfaitaire

compensatie aan de landbouwer, ook al maakt de landbouwer gebruik van de bijzondere

landbouwregeling217.

3.5 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling niet kan

worden toegepast

Wanneer de landbouwondernemer één van volgende handelingen uitoefent is hij voor zijn gehele

werkzaamheid onderworpen aan het normale btw-systeem of aan de forfaitaire btw-regeling218.

Of eventueel aan de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Om concurrentieverstoring

te voorkomen, kan hij geen gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling voor219:

- Het leveren op groot- of kleinhandelsmarkten, bv. boerenmarkten220.

- De levering in het klein, van deur tot deur of in een inrichting voor de verkoop in het

klein221.

- De niet in de vorige twee punten vermelde leveringen die hij verricht en diensten die hij

verstrekt wanneer die handeling betrekking heeft op voortgebrachte of geteelde

producten of dieren, die geleverd worden in de staat waarin de landbouwer ze heeft

voortgebracht of geteeld, of nadat ze onderworpen zijn aan een primaire verwerking die

normaal bij de landbouwbedrijven hoort, die niet onderworpen zijn aan het tarief van 6

pct., met uitzondering van ruwe en niet tot verbruik bereide tabak222. Voorbeelden

hiervan zijn de levering van rijpaarden of de levering van bloemen en sierplanten223.

De landbouwondernemer is dan voor zijn volledige werkzaamheid onderworpen aan de normale

regeling inzake btw. Wanneer hij echter voldoet aan de voorwaarden kan hij voor de tweede

215 Officiële website van Vlaanderen, Melkquotum, http://www.vlaanderen.be/nl/ ondernemen/landbouw/melkquotum geconsulteerd op 20/02/2016 216 Officiële website van Vlaanderen, Melkquotum, http://www.vlaanderen.be/nl/ ondernemen/landbouw/melkquotum geconsulteerd op 20/02/2016 217 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 218 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512. 219 Artikel 2, §2 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 220 Artikel 2, §2, 1° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 221 Artikel 2, §2, 2° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 222 Artikel 2, §2, 3° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 223 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 513; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970

Page 49: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

37

activiteit aan de forfaitaire btw-regeling of de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen

onderworpen worden.

Leveringen van de producten of dieren vermeld in het derde punt kunnen wel onderworpen

worden aan de bijzondere landbouwregeling wanneer ze worden gedaan aan de door de Minister

van Landbouw erkende coöperatieve producentenveilingen van landbouwproducten224.

Ook indien de landbouwer naast één van de drie bovenstaande activiteiten bepaalde

landbouwproducten verkoopt die wel onderworpen zijn aan het tarief van 6 pct. (zie titel 6.1),

zoals mest die de fokker van renpaarden verkoopt of de verkoop van overschotten van stro en

hooi, is hij voor het geheel van zijn werkzaamheden onderworpen aan de normale regeling of de

regeling voor kleine ondernemingen225.

Wanneer de landbouwondernemer postorderleveringen of verkopen op afstand tussen twee

lidstaten verricht, kan hij ook geen beroep doen op de bijzondere landbouwregeling226.

3.5.1 Arrest Detlev Harbs In een arrest van 15 juli 2004 besliste het Hof van Justitie dat wanneer een landbouwondernemer

een deel van de elementaire bestanddelen van zijn bedrijf verpacht of voor lange tijd verhuurt, en

met het overige deel zijn landbouwactiviteit, waarvoor hij een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, verderzet, de omzet die wordt gerealiseerd met het verpachten of verhuren

van de bestanddelen van zijn onderneming, niet onder de toepassing van de bijzondere

landbouwregeling valt227. De omzet zal onderworpen worden aan de algemene btw-regeling228.

3.5.2 Arrest Stadt Sudern Uit een arrest dat het Hof van Justitie velde op 26 mei 2005 blijkt dat de forfaitaire

landbouwregeling enkel van toepassing is op de levering van landbouwproducten en op de

verstrekking van landbouwdiensten229. Andere handelingen zullen onder de algemene btw-

224 Artikel 2, §2 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 225 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 513. 226 Artikel 2, §3 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 227 HvJ 15 juli 2004, nr. C-321/02, Finanzamt Rendsburg/Detlev Harbs (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER 228 HvJ 15 juli 2004, nr. C-321/02, Finanzamt Rendsburg/Detlev Harbs (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER 229 HvJ 26 mei 2005, nr. C-43/04, Finanzamt Arnsberg/Stadt Sundern (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER

Page 50: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

38

regeling vallen230. Wanneer een landbouwondernemer die een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling jachtgebieden verpacht is de vraag dus of dit kwalificeert als een

landbouwdienst231. Gezien deze niet is opgenomen in tabel A van het K.B. nr. 20 (zie titel 6.2),

moet ontkennend op deze vraag worden geantwoord en zal deze handeling onder de algemene

btw-regeling vallen232.

3.6 Leveren van landbouwproducten of verrichten van

landbouwdiensten

3.6.1 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten in

België Wanneer een landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling,

landbouwproducten levert aan of landbouwdiensten verricht voor ontvangers die in België

gevestigd zijn, zal hij bovenop de prijs het bedrag van de forfaitaire compensatie in rekening

brengen233.

Op die wijze is het voor de landbouwondernemer mogelijk om de btw, die hij op de aankopen van

zijn grondstoffen e.d. heeft moeten voldoen, te recupereren234. Het forfaitaire percentage

bedraagt, zoals hiervoor vermeld, 2 pct. voor hout en 6 pct. voor de leveringen van alle andere

landbouwproducten (bv. granen, stro, melk, eieren, kippen, tabak…)235.

3.6.1.1 Niet-belastingplichtigen

Indien de forfaitaire landbouwondernemer goederen verkoopt of diensten verstrekt aan een

particulier, is hij niet verplicht een factuur op te maken236. De ontvangsten die hieruit

voortvloeien worden dagelijks in een dagboek voor ontvangsten opgenomen237.

Voorbeeld: een landbouwondernemer verkoopt melk op zijn landbouwbedrijf. Het niet de

bedoeling dat hij aan elke persoon die om een fles melk komt een factuur gaat uitreiken. Hij is wel

verplicht het bedrag van de verkochte melk in het dagboek voor ontvangsten te noteren.

230 HvJ 26 mei 2005, nr. C-43/04, Finanzamt Arnsberg/Stadt Sundern (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER 231 HvJ 26 mei 2005, nr. C-43/04, Finanzamt Arnsberg/Stadt Sundern (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER 232 Tabel A, XII K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven; HvJ 26 mei 2005, nr. C-43/04, Finanzamt Arnsberg/Stadt Sundern (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER 233 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970; 234 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 235 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 236 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 1. 237 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 1.

Page 51: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

39

3.6.1.2 Belastingplichtigen of niet-belastingplichtige rechtspersonen

Voor de verkoop van landbouwproducten of het verlenen van diensten in uitvoering van

overeenkomsten van contractteelt (seizoenspacht) of contractmesterij (loonkweek) is de

forfaitaire landbouwondernemer niet verplicht een factuur uit te reiken238. Indien hij dit, op

vrijwillige basis, echter wel doet, zullen deze facturen worden genoteerd in een uitgaand

facturenboek239.

Indien het gaat om een belastingplichtige koper of ontvanger die in België aangifteplichtig is of

onderworpen is aan de vrijstellingsregeling, moet deze, wanneer geen factuur wordt uitgereikt,

zelf een aankoopborderel aan de landbouwondernemer uitreiken240. Volgens artikel 4 van het

koninklijk besluit nummer 22, moet het stuk in tweevoud worden opgesteld en moet het de

volgende vermeldingen bevatten241:

- De datum waarop het aankoopborderel wordt uitgereikt en het volgnummer waaronder

het is ingeschreven in het boek voor inkomende facturen;

- De naam en het adres van de koper/ontvanger en van de landbouwondernemer en de

vermelding dat de landbouwondernemer gebruik maakt van de forfaitaire

landbouwregeling voor landbouwproducenten;

- De datum van de levering van de goederen of voltooiing van de dienst of de datum

waarop zich een ander belastbaar feit heeft voltrokken;

- De benaming en hoeveelheid van de goederen of de aard van de dienst met de

vermelding van alle gegevens die van belang kunnen zijn om het toe te passen tarief te

bepalen;

- De prijs van het goed of de dienst exclusief belasting en de andere elementen die tot de

maatstaf van heffing kunnen behoren;

- Het forfaitaire compensatiepercentage dat van toepassing is en het bedrag van de

forfaitaire compensatie dat betaald is aan de landbouwer;

- Andere bijzondere of afwijkende vermeldingen.

238 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 239 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 1. 240 Artikel 4, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 241 Artikel 4, §1, eerste lid, 1°-7° K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514.

Page 52: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

40

Indien de koper of ontvanger een aankoopborderel uitreikt, moet hij dit uiterlijk de vijfde werkdag

na de maand waarin het belastbaar feit heeft plaatsgevonden doen242. Wanneer het echter gaat

om de leveringen van vers fruit, verse groenten, moeskruiden, sierplanten en natuurlijke

bloemen, afgesneden of in potten, moet het stuk uitgereikt worden op het tijdstip waarop het

belastbaar feit zich voordoet243. De landbouwondernemer ondertekent één van de twee

exemplaren en bezorgt deze terug aan de koper of ontvanger244. Het andere exemplaar houdt hij

zelf bij met het oog op een eventuele controle245.

In enkele gevallen is het niet vereist dat het tweede aankoopborderel door de

landbouwondernemer ondertekend wordt teruggestuurd naar de koper246. Dit is zo bij verkopen

aan veilingen, verkopen van melk aan zuivelfabrieken en verkoop van bieten aan

suikerfabrieken247.

Het aankoopborderel mag door de koper ook als een verzamelborderel, die al zijn aankopen van

een bepaalde maand samenvoegt, worden ingediend248. Het verzamelborderel wordt dan uiterlijk

de vijfde werkdag van de maand die volgt op die waarin de aankopen plaatsvonden uitgereikt249.

Voor de leveringen van melk aan zuivelfabrieken en de leveringen van suikerbieten aan

suikerfabrieken wordt een langere termijn toegestaan250.

Indien de landbouwondernemer echter zelf een factuur uitreikt binnen de bepaalde termijn, hoeft

de koper of ontvanger geen aankoopborderel uit te reiken251. De factuur moet ook de

vermeldingen bevatten die hiervoor werden opgesomd252.

242 Artikel 4, §1, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 243 WILLE P., GOVERS M., Btw-praktijkboek 2016, Antwerpen, Kluwer, 2016, 88. 244 Artikel 4, §1, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 245 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 246 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 247 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 248 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 249 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 250 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 251 Artikel 4, §2 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 252 Artikel 4, §2 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde

Page 53: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

41

Wanneer de landbouwondernemer, die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, een

dienst verricht als landbouwhulp moet hij geen factuur uitreiken, noch een aankoopborderel

ontvangen253. Hij heeft namelijk geen recht op een forfaitaire teruggave aangezien niet voldaan is

aan de voorwaarden die moeten vervuld zijn om recht te hebben op de terugbetaling van de

voorbelasting door de medecontractant (zie titel 3.2.1)254.

Tot slot zal de landbouwondernemer, die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

wanneer hij goederen verkoopt die hij in zijn bedrijf gebruikte, zoals gereedschap, gebruikte

verpakkingen, tractoren ook geen factuur moeten uitreiken of een aankoopborderel moeten

ontvangen255. De koper zal geen forfaitair bedrag als voorbelasting moeten betalen (zie titel

3.4.4)256.

3.6.2 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten buiten

België De verplichting die wordt opgelegd aan belastingplichtige kopers of ontvangers, die in België

gevestigd zijn, om een aankoopborderel uit te reiken indien zij geen factuur ontvangen, kan niet

worden opgelegd aan kopers of ontvangers die niet in België gevestigd zijn257. De verplichting rust

dus op de landbouwondernemer om, uiterlijk de vijftiende werkdag na de maand waarin het

belastbaar feit plaatsvond, een factuur in tweevoud uit te reiken258. Één exemplaar van de factuur

wordt door de landbouwondernemer bewaard als bewijs indien een controle zou plaatsvinden259.

Hoewel de koper niet verplicht kan worden een aankoopborderel uit te reiken, kan hij dit echter

wel vrijwillig doen260. Zoals in vorig punt vermeld wordt deze in tweevoud opgemaakt en stuurt de

landbouwer een ondertekend exemplaar terug naar de koper261.

253 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 254 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 255 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 256 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 257 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 258 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 259 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 260 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514. 261 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 514.

Page 54: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

42

3.6.2.1 Intracommunautair

Landbouwproducten

Volgens artikel 39bis van het wetboek btw is een levering van goederen die door een verkoper,

die geen belastingplichtige is die beroep doet op de vrijstellingsregeling voor kleine

ondernemingen, of door de afnemer, of voor hun rekening vanuit België naar een andere lidstaat

van de Europese Unie worden verzonden of vervoerd, in België vrijgesteld van de btw als de

belastingplichtige ontvanger of niet-belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig handelt, in

de andere lidstaat ertoe gehouden is zijn intracommunautaire verwervingen aan de belasting te

onderwerpen262.

Bij verkopen van landbouwproducten aan een belastingplichtige ontvanger of niet-

belastingplichtige rechtspersoon in een andere lidstaat van de EU, hebben landbouwondernemers

die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling wel het recht om bovenop de prijs, het

bedrag van de forfaitaire compensatie (6 pct. of 2 pct. voor hout) in rekening te brengen263. Ook

indien deze ertoe gehouden zijn hun intracommunautaire verwervingen aan de belastingen te

onderwerpen264.

De Belgische Schatkist zal het bedrag van de forfaitaire compensatie immers terugbetalen indien

het gaat om een vrijgestelde intracommunautaire levering van landbouwproducten, die de

landbouwondernemer doet aan een ontvanger, die verplicht is de btw over de

intracommunautaire verwerving te voldoen in de lidstaat van bestemming265.

Ook indien leveringen gebeuren aan een in een andere lidstaat aan de bijzondere

landbouwregeling onderworpen landbouwondernemer mag de forfaitaire compensatie worden

aangerekend266. Dit in tegenstelling tot wanneer wordt geleverd aan een in België gevestigde

landbouwonderneming die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, dan is de

forfaitaire compensatie niet verschuldigd267.

262 Artikel 39bis, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 263 Art. 57, §2, 2e lid, 1° en 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 310/11/4; SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 264 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 310/11/4 265 Artikel 57, §5, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 266 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 267 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2.

Page 55: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

43

Wanneer wordt geleverd aan een in een andere lidstaat vrijgestelde belastingplichtige of aan een

in een belastingplichtige die in een andere lidstaat aan de vrijstellingsregeling van de belasting

onderworpen is, mag de forfaitaire compensatie ook worden aangerekend268.

Landbouwondernemers die geen gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling ontvangen

bij verkopen aan andere lidstaten geen btw269. We spreken hier dan van een verlegging van

heffing, dit wordt geregeld in hun btw-aangifte270.

Nieuwe vervoermiddelen

Als vervoermiddelen worden onder andere beschouwd: de voor het personen- of

goederenvervoer bestemde landvoertuigen met een motor met een cilinderinhoud van meer dan

48cc of een vermogen van meer dan 7.2 kilowatt271.

Landvoertuigen zijn ‘nieuw’ wanneer de verkoop ervan plaatsvindt binnen de zes maanden na de

eerste ingebruikneming of na minder dan 6 000 kilometer te hebben afgelegd272. Omdat een

landbouwtractor niet uitgerust is met een kilometerteller, maar wel met een urenteller, wordt

ervan uitgegaan dat 600 uren gebruik overeenkomen met 6 000 kilometer273.

Toegepast op de landbouwonderneming kan onder de levering van nieuwe vervoermiddelen bv.

de verkoop van een ‘nieuwe’ landbouwtractor of een ‘nieuwe’ vrachtwagen vallen die de

forfaitaire landbouwer levert aan een koper die in een andere lidstaat is gevestigd. Bij deze

verkoop zal de landbouwer een toevallige belastingplichtige worden274. Wanneer de koper

verplicht is zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe

vervoermiddelen aan de belasting te onderwerpen in de lidstaat van bestemming, kan de

forfaitaire landbouwondernemer een vrijgestelde intracommunautaire levering verrichten275.

Landbouwdiensten

Ook wanneer de forfaitaire landbouwondernemer een landbouwdienst verricht voor een

belastingplichtige ontvanger in een andere lidstaat zal hij bovenop de prijs het bedrag van de

forfaitaire compensatie in rekening mogen brengen.

268 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 269 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 270 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 271 Artikel 8bis, §2, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 272 Artikel 8bis, §2, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 273 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 274 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 275 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 310/11/4

Page 56: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

44

Hier zal ook een teruggaaf van de forfaitaire compensatie tot stand komen ten voordele van de

belastingplichtige ontvanger die in de andere lidstaat gevestigd is276. Dit echter onder de

voorwaarde dat de diensten gebruikt worden voor het verrichten van handelingen in het

buitenland, waarvoor recht op aftrek zou ontstaan indien ze in België zouden plaatsvinden, of om

diensten te verstrekken die geacht worden in België plaats te vinden en waarvoor de btw door de

ontvanger verschuldigd is277.

De forfaitaire landbouwondernemer zal het totale bedrag van de verrichte dienst moeten

opnemen in zijn jaarlijkse btw-opgave van de intracommunautaire handelingen278. Een

uitzondering hierop is wanneer de dienst vrijgesteld is van belasting in de lidstaat van de

ontvanger279. Het bedrag zal dan niet opgenomen worden in de btw-opgave van de

intracommunautaire handelingen280.

3.6.2.2 Uitvoer

Goederen

Indien een landbouwondernemer die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling zijn

producten uitvoert, kan hij in principe gebruik maken van de vrijstelling van btw wegens de

uitvoer die vermeld wordt in artikel 39 van het wetboek btw281.

De forfaitaire landbouwondernemer neemt, bovenop de prijs, het bedrag van de forfaitaire

compensatie in rekening wanneer hij levert aan een belastingplichtige ontvanger of een niet-

belastingplichtige rechtspersoon282.

Bij dergelijke leveringen, zal er een terugbetaling plaatsvinden van de forfaitaire compensatie283.

Deze terugbetaling gebeurt op dezelfde wijze als de teruggave van btw (zie titel 4.4.1)284. Ook hier

moet de voorwaarde vervuld zijn dat de landbouwproducten door de koper gebruikt worden voor

het verrichten van handelingen in het buitenland, waarvoor recht op aftrek zou ontstaan indien ze

276 Artikel 57, §5, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 277 Artikel 57, §5, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 278 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 279 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 280 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 281 Artikel 39, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 278/2. 282 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 278/2. 283 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 284 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515.

Page 57: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

45

in België zouden plaatsvinden, of om diensten te verstrekken die geacht worden in België plaats

te vinden en waarvoor de btw door de ontvanger verschuldigd is285.

Diensten

Bij de uitvoering van landbouwdiensten die een forfaitaire landbouwondernemer verricht voor

een belastingplichtige die buiten de EU gevestigd is, zal ook een forfaitair compensatiepercentage

in rekening genomen worden bovenop de prijs van de dienst.

Ook hier zal dan een teruggaaf van de forfaitaire compensatie tot stand komen wanneer de

landbouwdienst wordt verricht voor een belastingplichtige ontvanger die buiten de EU gevestigd

is, onder dezelfde voorwaarde als hiervoor vermeld286.

3.6.2.3 Problematiek teruggaaf van de betaalde forfaitaire compensatie

In drie specifieke gevallen zal de Belgische Schatkist aan de koper of ontvanger van

landbouwproducten of -diensten het bedrag van de forfaitaire compensatie, die betaald werd aan

de landbouwondernemer die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, dus

terugbetalen. We vatten nog even samen:

- Om te beginnen zal de Schatkist het bedrag van de forfaitaire compensatie terugbetalen

indien het gaat om de levering van landbouwproducten, die wordt verricht onder de

voorwaarden van de vrijgestelde intracommunautaire levering, die de

landbouwondernemer doet aan een belastingplichtige koper of een niet-

belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig optreedt in een andere lidstaat en die

verplicht is de btw over de intracommunautaire verwerving te voldoen in deze lidstaat287.

- Ook wanneer het gaat om leveringen van landbouwproducten aan een belastingplichtige

koper die niet in de EU gevestigd is, zal er een terugbetaling plaatsvinden van de

forfaitaire compensatie288. De teruggave van de btw gebeurt, op voorwaarde dat de

uitgevoerde landbouwproducten door de koper gebruikt worden voor het verrichten van

handelingen in het buitenland, waarvoor recht op aftrek zou ontstaan indien ze in België

zouden plaatsvinden, of om diensten te verstrekken die geacht worden in België plaats te

vinden en waarvoor de btw door de ontvanger verschuldigd is289.

- Tot slot zal een teruggaaf van de forfaitaire compensatie tot stand komen wanneer

landbouwdiensten worden verricht voor een belastingplichtige ontvanger die in een

285 Artikel 57, §5, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 286 Artikel 57, §5, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 287 Artikel 57, §5, 1° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 288 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 289 Artikel 57, §5, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde

Page 58: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

46

andere lidstaat of zelfs buiten de EU gevestigd is290. Dit echter onder de voorwaarde dat

de diensten gebruikt worden voor het verrichten van handelingen in het buitenland,

waarvoor recht op aftrek zou ontstaan indien ze in België zouden plaatsvinden of om

diensten te verstrekken die geacht worden in België plaats te vinden en waarvoor de btw

door de ontvanger verschuldigd is291.

Wanneer we hier verder op ingaan, komen we tot de constatatie dat in België gevestigde kleine

ondernemingen die beroep doen op de vrijstellingsregeling van de belasting en

belastingplichtigen die vrijgesteld zijn van de belasting, het bedrag van de forfaitaire compensatie

die ze aan de landbouwondernemer moeten betalen, niet kunnen recupereren292.

Dit in tegenstelling tot kleine ondernemingen die in een andere lidstaat beroep doen op de

vrijstellingsregeling voor de belasting, belastingplichtigen die in een andere lidstaat vrijgesteld zijn

van de belasting en landbouwondernemers die in een andere lidstaat beroep doen op de

bijzondere landbouwregeling, die in die lidstaat hun intracommunautaire verwerving aan de

belasting moeten onderwerpen293. Zij kunnen het bedrag van de forfaitaire compensatie, die ze

aan de Belgische forfaitaire landbouwondernemer betaald hebben, namelijk wel recupereren294.

3.7 Aankopen door een landbouwondernemer die een beroep doet op

de bijzondere landbouwregeling

Wanneer een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

goederen inkoopt, intracommunautair verwerft of invoert, gelden de gewone regels295. De

leverancier zal, wanneer hij zelf gebruik maakt van de normale of forfaitaire btw-regeling, gewoon

een factuur uitreiken waarop hij de verschuldigde btw afzonderlijk in rekening brengt296. Dit

ongeacht het feit dat de landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, geen recht op aftrek heeft.

290 Artikel 57, §5, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 291 Artikel 57, §5, 3° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 292 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 293 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 294 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 515. 295 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 511; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 296 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 511; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970

Page 59: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

47

3.7.1 Behandeling van intracommunautaire verwervingen in de bijzondere

landbouwregeling “Onder intracommunautaire verwerving van een goed wordt verstaan: het verkrijgen van de

macht om als eigenaar te beschikken over een lichamelijk roerend goed dat door de verkoper of

afnemer, of voor hun rekening, met als bestemming de afnemer, is verzonden of vervoerd naar

een andere lidstaat dan die waaruit het goed is verzonden of vervoerd”297.

Wanneer een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

aankopen verricht in een andere lidstaat van de Europese Unie geldt een aparte regeling298. De

regeling verschilt al naargelang hij:

- Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag kleiner dan 11 200 euro.

- Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag groter dan 11 200 euro

- Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag kleiner dan 11 200 euro,

maar hij ervoor kiest om de btw van al zijn intracommunautaire verwervingen te voldoen

in de lidstaat van bestemming299.

Voor intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen, goederen die door of voor

rekening van de leverancier geïnstalleerd of gemonteerd worden of andere producten die in

België onderworpen zijn aan de accijnzen gelden specifieke regels300. Deze worden verder

besproken.

Voor we hier dieper op ingaan, behandelen we kort de verkopen op afstand.

3.7.1.1 Korte schets verkopen op afstand

Van verkopen op afstand kan enkel worden gesproken indien het vervoer van de ene lidstaat naar

de andere, rechtstreeks of onrechtstreeks, door de verkoper gebeurt301. Wanneer de koper zelf

het vervoer verzorgt of een derde inschakelt om dit te doen, zullen, indien het niet om een

particulier gaat, de gewone regels voor intracommunautaire handelingen worden toegepast302.

Er is sprake van een verkoop op afstand wanneer de goederen die door of voor rekening van de

verkoper verzonden of vervoerd worden, tijdens het lopende of voorgaande kalenderjaar, het

297 Artikel 25bis, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 298 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 299 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 300 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 301 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 520/1; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1513. 302 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1513.

Page 60: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

48

bedrag van 35 000 euro overschrijden303. Indien een verkoop kwalificeert onder het begrip

‘verkoop op afstand’ zal de btw moeten betaald worden in het land van bestemming, tegen het

btw-tarief dat van toepassing is in dit land, en niet in het land waar de verkoper gevestigd is304.

Wanneer het echter gaat om kleinere ondernemingen, die op niet zo’n regelmatige basis

goederen vervoeren naar een andere lidstaat, is de verkoper niet verplicht de regel van de

verkoop op afstand toe te passen en is het mogelijk dat het btw-tarief van het land waar de

verkoper is gevestigd aangerekend wordt305. Het gaat hier om kleinere ondernemingen wanneer

er in het huidige en vorige kalenderjaar voor minder dan 35 000 euro goederen vervoerd zijn naar

België306.

Wanneer de landbouwondernemer verkopen op afstand tussen twee lidstaten verricht, kan hij

ook geen beroep doen op de bijzondere landbouwregeling307.

De verkoper kan er ook vrijwillig voor opteren om een beroep te doen op de regel van de

verkopen op afstand en zijn producten steeds in het land van bestemming belasten, ook indien hij

de drempel van 35 000 euro niet overschreden heeft308.

Vanuit het oogpunt van de koper speelt een ander drempelbedrag. In België gevestigde afnemers

mogen in het lopende of voorgaande kalenderjaar geen aankopen verricht hebben die de drempel

van 11 200 euro overschrijden309. Hier gaan we in de volgende titels dieper op in.

Voor een gedetailleerd overzicht van de bijzondere regeling inzake verkopen op afstand verwijs ik

graag naar hoofdstuk 13, afdeling 4 van de Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale

administratie.

303 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 520/1. 304 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 520/2. 305 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1513. 306 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1513. 307 Artikel 2, §3 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 308 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 520/1; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1513. 309 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 520/1.

Page 61: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

49

3.7.1.2 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag kleiner dan 11 200 euro

Wanneer een belastingplichtige op wie de bijzondere landbouwregeling van toepassing is (of een

ander lid van de groep van vier310) intracommunautaire verwervingen verricht, zijn deze niet aan

de belasting onderworpen in België wanneer de landbouwondernemer de drempel van 11 200

euro in het huidige en voorafgaande kalenderjaar niet overschreden heeft311.

De goederen mogen in hoofde van de verkoper echter niet het voorwerp uitmaken van een

verkoop op afstand (zie titel 3.7.1.1)312. Indien dit wel het geval is moet de btw door de

leverancier worden voldaan in België en gaat het in hoofde van de landbouwer om een interne

aankoop in België313.

Landbouwers die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling betalen dus de btw van het

buitenland bij intracommunautaire verwervingen, indien ze de drempel van 11 200 euro niet

overschrijden314. Landbouwers die geen gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling

betalen geen btw bij aankopen in andere lidstaten van de Europese Unie, maar voldoen de btw in

België, via een bijzondere btw-aangifte315. We spreken hier dan van een verlegging van heffing316.

Voorbeeld: een landbouwer die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling heeft

gedurende het vorige kalenderjaar geen aankopen gedaan in andere lidstaten. Tijdens het huidige

kalenderjaar koopt hij veevoeders aan in Frankrijk ter waarde van 5 000 euro. Hij vervoert deze

zelf naar zijn landbouwbedrijf in Ieper. Wanneer de landbouwer niet geopteerd heeft voor de

regeling waarbij al zijn intracommunautaire verwervingen aan de belasting in België worden

onderworpen, is de intracommunautaire verwerving van die voeders niet aan de belasting

onderworpen in België. De btw is wel verschuldigd en dient door de leverancier in Frankrijk te

worden betaald tegen het tarief dat daar van toepassing is. Wanneer het hier echter om een

verkoop op afstand in hoofde van de leverancier gaat (het vervoer moet dan ook door of voor

rekening van de leverancier gebeuren), moet de btw in België worden betaald door de

leverancier. Voor de landbouwondernemer gaat het dan om een interne aankoop in België.

310 Groep van vier: belastingplichtigen/kleine ondernemingen die onder de toepassing vallen van de vrijstellingsregeling (art. 56bis, §2 W. BTW); belastingplichtigen/forfaitaire landbouwers (art. 57 W. BTW); belastingplichtigen die enkel handelingen verrichten die vrijgesteld zijn (art. 44 W. BTW); de niet-belastingplichtige rechtspersonen. 311 Artikel 25ter, §1, tweede lid, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 312 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 313 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 314 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 315 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5. 316 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 5.

Page 62: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

50

Indien de forfaitaire landbouwonderneming de drempel van 11 200 euro nog niet heeft bereikt en

de btw wil betalen in de lidstaat van vertrek, mag hij op geen enkel stuk, dat hij aan de leverancier

die gevestigd is in een andere lidstaat meedeelt, zijn btw-identificatienummer vermelden317.

Indien hij dit wel doet bestaat er een wettelijk vermoeden dat hij ervoor kiest om al zijn

intracommunautaire verwervingen aan de btw te onderwerpen in België318.

3.7.1.3 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag groter dan 11 200 euro

In tegenstelling tot het voorgaande zijn de intracommunautaire verwervingen in België aan de

belasting onderworpen wanneer de forfaitaire landbouwonderneming voor meer dan 11 200 euro

intracommunautaire verwervingen verricht in het lopende of vorige kalenderjaar319.

Wanneer het bedrag van de intracommunautaire verwervingen in het lopende kalenderjaar de

drempel van 11 200 euro overschrijdt, moet de eerste verwerving in België die de drempel

overschrijdt, voor het geheel aan de btw in België onderworpen worden320. Er moet niet

teruggekomen worden op de vroegere verwervingen die werden verricht voor de

drempeloverschrijding321.

De landbouwondernemer die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling is verplicht

jaarlijks een verklaring in te dienen bij het controlekantoor van het overschrijden van de drempel

van 11 200 euro, voordat hij de eerste intracommunautaire verwerving van goederen verricht die

tot gevolg heeft dat de drempel wordt overschreden322. Wanneer hij de drempel overschrijdt is de

forfaitaire landbouwonderneming bovendien verplicht een bijzondere btw-aangifte in te dienen

voor alle intracommunautaire verwervingen die hij heeft verricht in de loop van een

kalenderkwartaal en de hierdoor verschuldigde belasting te betalen binnen de termijn waarin de

aangifte moet worden ingediend323.

Indien de drempel van 11 200 euro in de loop van het kalenderjaar overschreden wordt, is de

forfaitaire landbouwonderneming verplicht het stelsel van belastingheffing in de lidstaat van

317 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 318 Artikel 25ter, §1, vijfde lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 319 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk IXbis De intracommunautaire handelingen, nr. 310/25. 320 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk IXbis De intracommunautaire handelingen, nr. 310/25. 321 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk IXbis De intracommunautaire handelingen, nr. 310/25. 322 Artikel 53bis, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 323 Artikel 53ter, 1° en 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde

Page 63: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

51

bestemming toe te passen tot 31 december van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de

drempel werd overschreden324.

Voorbeeld: een landbouwer uit Ieper die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

heeft in de loop van het huidige kalenderjaar al voor 10 000 euro voeders voor zijn vee gekocht in

Frankrijk. In het vorige kalenderjaar werd de drempel niet overschreden. De landbouwer besluit

over te gaan tot nog een aankoop van voeders voor de prijs van 3 000 euro. Hij vervoert deze zelf

naar zijn bedrijf. Door deze aankoop overschrijdt hij de drempel van 11 200 euro. Voordat hij deze

aankoop verricht zal hij verplicht zijn dit te melden aan het controlekantoor waaronder hij

ressorteert. De forfaitaire landbouwonderneming zal een bijzondere btw-aangifte moeten

indienen en zal de belasting in België moeten voldoen. De aankoop van 3 000 euro zal volledig aan

de btw onderworpen worden in België. De vroegere aankopen van 10 000 euro die in Frankrijk

werden belast, worden niet meer aan de belasting in België onderworpen.

3.7.1.4 Landbouwondernemer kiest ervoor om btw te voldoen in lidstaat van bestemming

Landbouwondernemers die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling en die de

drempel van 11 200 euro niet overschrijden, kunnen er toch voor kiezen om al de door hen

verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen in België aan de belasting te

onderwerpen325. Dit brengt voor de forfaitaire landbouwonderneming opnieuw de verplichting

mee om een bijzondere btw-aangifte in te dienen en de btw te voldoen binnen de termijn

voorzien voor de indiening van de aangifte326. Indien men deze keuze maakt, geldt ze voor een

periode van minstens twee kalenderjaren327.

3.7.2 Intracommunautaire verwerving van accijnsproducten Onder accijnsproducten kunnen energieproducten, alcohol en alcoholhoudende dranken en

tabaksfabrikaten verstaan worden328. Gas dat geleverd wordt via een op het grondgebied van de

Europese Unie gesitueerd aardgassysteem of eender welk op een dergelijk systeem aangesloten

net behoort niet tot deze categorie producten329.

324 Artikel 50, §1, laatste lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 325 Artikel 25ter, §1, tweede lid, 2°, tweede lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 326 Artikel 53ter, 1° en 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 327 Artikel 25ter, §1, tweede lid, 2°, tweede lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 328 Artikel 1, §6, 4° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 329 Artikel 1, §6, 4° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde

Page 64: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

52

Wanneer een forfaitaire landbouwonderneming in een andere lidstaat accijnsproducten koopt

wordt de btw altijd in België geheven330. Dit is dus ook het geval wanneer hij de drempel van

11 200 euro nog niet heeft overschreden331. De drempel van 11 200 euro is voor accijnsproducten

niet van toepassing332. De Belgische btw zal vanaf de eerst euro verschuldigd zijn333.

Wanneer de landbouwondernemer geen gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling

gebeurt de intracommunautaire verwerving van deze producten volgens de regels bepaald voor

de andere intracommunautaire verwervingen334. De belasting zal dan betaald en eventueel

afgetrokken worden via de periodieke btw-aangifte335.

3.7.3 Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen (zie titel 3.6.2.1), die in België

plaatsvinden, onder bezwarende titel en door landbouwers die gebruik maken van de bijzondere

landbouwregeling, zijn steeds in België aan de btw onderworpen336.

3.7.4 Diensten verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige aan de

forfaitaire landbouwer Wanneer een landbouwondernemer die onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling een

beroep doet op de diensten van een belastingplichtige die niet in België is gevestigd en de dienst

in België plaatsvindt, is de landbouwer schuldenaar van de btw wanneer de dienst niet vrijgesteld

is337. Hij zal de belasting moeten voldoen via een bijzondere btw-aangifte338.

Voorbeeld: een landbouwer uit Ieper die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

doet beroep op een veearts uit Frankrijk om zijn koeien te verzorgen. De veearts maakt een

factuur op voor 500 euro (exclusief btw), hij zal geen btw in rekening brengen omdat de dienst in

België plaats vindt. De forfaitaire landbouwonderneming zal haar btw-identificatienummer

330 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 331 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 332 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 333 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 334 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 335 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 336 Artikel 25ter Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 337 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2. 338 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 512/2.

Page 65: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

53

meedelen aan de veearts en zal de verschuldigde belasting voldoen door middel van een

bijzondere btw-aangifte.

3.8 Meldingen aan btw-controlekantoor

Indien de landbouwondernemer voor zijn gehele activiteit een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, maar bijvoorbeeld plots voor een bepaalde activiteit, geheel of gedeeltelijk,

aan de normale regeling, de forfaitaire regeling of de vrijstellingsregeling voor kleine

ondernemingen zou onderworpen worden, moet hij zijn btw-controlekantoor hiervan binnen de

15 dagen schriftelijk op de hoogte brengen339.

Dit kan onder andere nodig zijn wanneer de landbouwondernemer een andere activiteit begint als

belastingplichtige, zoals het openen van een winkel of het handelen in meststoffen340. Ook

wanneer hij op groot- of kleinhandelsmarkten begint te verkopen of wanneer hij op regelmatige

basis werken in onroerende staat341 verricht moet hij dit melden342. Voor deze handelingen kan de

landbouwondernemer tenslotte niet onderworpen worden aan de bijzondere landbouwregeling,

maar zal hij onderworpen worden aan de normale regeling, de forfaitaire regeling of de

vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen.

Wanneer de landbouwer die reeds aangifteplichtig is doordat hij leveringen op groot- of

kleinhandelsmarkten verricht, leveringen in het klein verricht of leveringen verricht van producten

of dieren die niet onderworpen zijn aan het tarief van 6 pct.343, een andere activiteit begint uit te

oefenen die ook onder deze handelingen valt, moet hij dit niet melden344. Bijvoorbeeld, een

landbouwondernemer die al verkoopt op een groothandelsmarkt, start met de verkoop op een

kleinhandelsmarkt, hiervan moet geen melding gemaakt worden345.

339 Artikel 8 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 340 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 341 Artikel 19, §2, tweede lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Artikel 20, §2 K.B. nr. 1, 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde 342 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 343 Artikel 2, §2 K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 344 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 345 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518.

Page 66: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

54

3.9 Administratieve toleranties binnen de bijzondere landbouwregeling

Op grond van een administratieve tolerantie kon vroeger een forfaitaire compensatie toegekend

worden aan niet-belastingplichtige producenten346. Bijvoorbeeld aan een particulier (niet-

belastingplichtige) wanneer deze, tegen bezwarende titel, groenten of fruit leverde in de

veiling347. Dit bracht de normale werking van de btw-regeling schade toe348. Op 1 januari 1993

werd de btw-regeling van de nevenactiviteiten vervangen door de vrijstellingsregeling en kregen

zelfstandigen die geregeld een economische activiteit uitoefenden de hoedanigheid van btw-

plichtige349. Onder meer om die redenen heeft de Administratie de administratieve tolerantie

afgeschaft vanaf 1 september 2001350. Er is dus geen recht meer op een forfaitaire compensatie

bij privé of toevallige verkopen van landbouwproducten351.

Voor de landbouwondernemer die voor zijn hoofdactiviteit een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling en bijkomend werk in onroerende staat verricht, werd een administratieve

tolerantie ingevoerd op 1 oktober 2007352. Door deze administratieve tolerantie kan de

landbouwondernemer de landbouwregeling behouden voor zijn hoofdactiviteit en wordt enkel

zijn bijkomende activiteit onderworpen aan de belasting353. Voor de bijkomende activiteit die

bestaat uit werk in onroerende staat, moet de landbouwer een bijzondere btw-aangifte

indienen354. Wanneer echter, gedurende een kwartaal geen bijkomende activiteiten werden

uitgevoerd, moet geen bijzondere btw-aangifte worden ingediend voor die periode355. Dit heeft

dan wel tot gevolg dat de landbouwer geen voorbelasting in aftrek kan nemen die betrekking

heeft op de bijkomende activiteit356.

346 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016; Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001 347 Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001 348 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016; Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001 349 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016; Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001 350 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016 351 X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016; Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001 352 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 353 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 354 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 355 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 356 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518.

Page 67: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

55

Deze administratieve regeling wordt de landbouwondernemers echter niet opgelegd, het staat

hen vrij hiervoor te kiezen of niet357. De landbouwers kunnen er dus ook voor kiezen om hun

gehele activiteit aan de normale btw-regeling te onderwerpen358. Hierdoor hebben ze dan wel

een recht op aftrek van de voorbelasting.

357 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 358 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518.

Page 68: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

56

Page 69: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

57

Hoofdstuk 4: Overstap tussen de verschillende btw-

systemen

4.1 Algemeen

Volgens artikel 57, §4 van het wetboek btw kan de landbouwondernemer, die onderworpen is

aan de bijzondere landbouwregeling, ervoor kiezen om een beroep te doen op de normale btw-

regeling359. Een overstap van de bijzondere landbouwregeling inzake btw naar de gewone btw-

regeling is altijd mogelijk. Een terugkeer van de gewone btw-regeling naar de bijzondere

landbouwregeling kan echter pas opnieuw na 3 jaar de gewone regeling te hebben toegepast360.

Dit dient om misbruik tegen te gaan. Anders zou een landbouwondernemer, wanneer hij een

grote investering plant, bijvoorbeeld kunnen overstappen naar de gewone btw-regeling, zodat hij

de btw op deze investering kan aftrekken. Wanneer deze investering achter de rug is, zou dan

terug overgeschakeld worden naar de bijzondere landbouwregeling, zodat hij weer gebruik zou

kunnen maken van de verminderde administratieve verplichtingen. Dit is dus niet mogelijk.

4.2 Administratieve verplichtingen bij overstappen tussen verschillende

regelingen

Zoals eerder vermeld moet een landbouwondernemer, die voor zijn volledige activiteit

onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling, zijn controlekantoor binnen de vijftien

dagen verwittigen van iedere wijziging waardoor hij geheel of gedeeltelijk onderworpen wordt

aan de normale btw-regeling of aan de forfaitaire regeling voor kleine ondernemingen361.

Wanneer de landbouwondernemer vrijwillig wil overgaan van de bijzondere landbouwregeling

naar de normale of forfaitaire btw-regeling, moet hij dit laten weten door middel van een brief

gericht aan zijn controlekantoor362. Vanaf het verstrijken van de maand na die waarin de brief

wordt verzonden zal de optie uitwerking hebben363.

Wanneer de landbouwondernemer na 3 jaar aan de normale btw-regeling te zijn onderworpen,

opnieuw wil overgaan van de gewone btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling, moet

359 Artikel 57, §4 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 360 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23. 361 Artikel 8, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 362 Artikel 9, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 363 Artikel 9, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 70: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

58

hij voor 1 december een brief sturen naar zijn btw-controlekantoor364. Vanaf 1 januari van het

daaropvolgende jaar zal de landbouwer dan opnieuw onder de bijzondere landbouwregeling

vallen365.

Indien een landbouwondernemer echter altijd aan de normale of gemengde btw-regeling

onderworpen is geweest, maar tijdens het jaar zijn werkzaamheid wijzigt zodat hij de

voorwaarden vervult om aan de bijzondere landbouwregeling te worden onderworpen, wordt

een uitzondering voorzien366. In dat geval is het mogelijk dat de landbouwondernemer

overschakelt op de bijzondere landbouwregeling vanaf de eerste dag van het kwartaal na dat

waarin de voorwaarden vervuld werden367. Om hiervan gebruik te kunnen maken moet de

landbouwondernemer minstens 30 dagen voor de datum van uitwerking de wijziging, samen met

de nodige verklaringen, aan het controlekantoor melden368.

4.3 Verplichte overstap tussen btw-regelingen

In sommige gevallen kan de landbouwondernemer verplicht worden om, geheel of gedeeltelijk,

over te schakelen op de normale btw-regeling of eventueel de forfaitaire regeling369. Zoals reeds

aangehaald in hoofdstuk 3, zal de landbouwondernemer verplicht zijn geheel over te schakelen op

de normale btw-regeling wanneer hij de vorm van een handelsvennootschap aanneemt of

wanneer hij, naast zijn landbouwactiviteit, nog een andere belastingplichtige activiteit uitoefent

waarmee hij niet onderworpen is aan de forfaitaire regeling370. Wanneer het gaat om een

coöperatieve vennootschap die de gemeenschappelijke productie van landbouwproducten tot

doel heeft en waarvan elk lid afzonderlijk onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling zal

de overgang naar de normale btw-regeling echter niet verplicht zijn371.

Een gedeeltelijke overstap naar de normale of forfaitaire btw-regeling zal nodig zijn wanneer de

landbouwondernemer zijn voortgebrachte producten of geteelde dieren levert op groot- of

kleinhandelsmarkten of wanneer hij levert in het klein372. Ook wanneer hij leveringen doet of

diensten verstrekt ter uitvoering van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij die

364 Artikel 9, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 365 Artikel 9, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 518. 366 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 367 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 368 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 369 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 370 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 371 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 372 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 71: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

59

niet aan het tarief van 6 pct. zijn onderworpen dringt een gedeeltelijke overgang zich op373. Tot

slot zal de landbouwondernemer ook gedeeltelijk moeten overschakelen wanneer hij nog een

andere activiteit uitoefent waarmee hij aan de forfaitaire regeling is onderworpen374.

4.4 Regularisatie van de btw bij een overstap tussen btw-regelingen

Wanneer er wordt overgestapt van de ene btw-regeling naar de andere, zal de btw op de waarde

van de goederen geregulariseerd moeten worden375.

4.4.1 Overgang van de bijzondere landbouwregeling naar de normale btw-

regeling: recht op teruggaaf btw Goederen die een landbouwondernemer, die beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, in

voorraad heeft op het tijdstip van wijziging tussen belastingregelingen, zijn in principe

voorbelast376. Wanneer deze goederen overgaan van de bijzondere landbouwregeling naar de

normale regeling inzake btw, moeten ze van de voorbelasting ontheven worden377. Dit heeft een

teruggaaf van de btw ten voordele van de landbouwondernemer die overstapt naar de normale

regeling tot gevolg378. Om de teruggaaf te bekomen moet de landbouwondernemer een

inventaris van overgang opmaken en indienen bij zijn controlekantoor379.

Indien de landbouwondernemer voor zijn gehele activiteit overgaat van de bijzondere

landbouwregeling naar de normale btw-regeling kan hij, volgens het K.B. nr. 22, de teruggave van

de btw die hij heeft moeten voldoen verkrijgen wanneer hij:

- Andere goederen dan bedrijfsmiddelen heeft aangekocht en deze nog niet vervreemd zijn

of diensten heeft verkregen die nog niet werden gebruikt op het moment van de wijziging

in de belastingregeling380. Dit wordt hierna verder uitgewerkt.

- Bedrijfsmiddelen heeft verkregen die bij de wijziging in de belastingregeling nog bestaan,

voor zover ze nog bruikbaar zijn en het tijdvak van herziening nog niet is verstreken381.

Ook dit wordt hierna verder uitgewerkt.

373 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 374 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 375CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 376 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 377 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 378 Artikel 10, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 379 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 380 Artikel 10, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 381 Artikel 10, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519.

Page 72: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

60

Wanneer we bovenstaande letterlijk interpreteren, zou de teruggaaf van de btw beperkt moeten

worden tot de belasting die door de leveranciers aan de landbouwondernemer werd aangerekend

of de belasting die de landbouwondernemer heeft betaald bij de invoer, op het moment van

overgang382. In de circulaire van 1979 is men het er echter over eens dat deze interpretatie te

beperkend is, zeker als er rekening wordt gehouden met het feit dat de voorraad van de

landbouwondernemer niet alleen bestaat uit goederen die hij van derden heeft verkregen, maar

ook goederen van eigen productie bevat383. In de waarde van de goederen die de landbouwer zelf

heeft voortgebracht zit namelijk de belasting die geheven werd op bv. zaaigoed, meststoffen en

dierenvoeders384. Hierdoor wordt door de administratie aanvaardt dat de teruggaaf van de btw

slaat op het geheel van goederen in voorraad en diensten in uitvoering385.

Wanneer de landbouwondernemer leveringen verricht op groot- of kleinhandelsmarkten,

goederen verkoopt van deur tot deur of in een inrichting voor de verkoop in het klein of

leveringen verricht en diensten verstrekt die niet onderworpen zijn aan het tarief van 6 pct., is hij,

zoals hiervoor vermeld, verplicht om voor dat gedeelte van zijn werkzaamheid, over te gaan naar

de normale btw-regeling of eventueel de forfaitaire regeling386. Voor deze overgang kan de

landbouwondernemer echter geen beroep doen op de teruggave van de btw387. Deze handelingen

zijn uitgesloten van de bijzondere landbouwregeling. Wanneer de landbouwondernemer één van

deze handelingen uitoefent, wordt hij geacht in twee sectoren actief te zijn, er is dan sprake van

een gemengde regeling388. In de tweede sector, waar hij onderworpen is aan de normale of

forfaitaire regeling, zal de landbouwondernemer het recht hebben het forfaitair

compensatiepercentage van 6 pct., die hij moet betalen wanneer hij goederen uit de eerste sector

koopt, als aftrekbare btw te beschouwen389. Indien het recht op teruggaaf in de tweede sector

niet zou worden uitgesloten, zou er dus een dubbele teruggaaf plaatsvinden390.

382 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 383 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 384 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 385 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 386 Artikel 10, §1, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519. 387 Artikel 10, §1, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519. 388 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 389 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 390 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 73: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

61

Binnen de drie maanden na de wijziging in de belastingregeling moet bij het controlekantoor een

inventaris worden ingediend391. De belasting wordt enkel in aanmerking genomen voor teruggaaf

ten belope van het bedrag waarop de landbouwondernemer zijn recht op aftrek had kunnen

uitoefenen, als hij op het tijdstip van de wijziging in de belastingregeling belastingplichtige was

geworden392.

4.4.1.1 Goederen in voorraad, andere dan bedrijfsmiddelen

Onder de noemer ‘andere goederen dan bedrijfsmiddelen’, vallen goederen van uiteenlopende

aard393. Deze worden in volgende alinea’s besproken.

Om te beginnen de goederen die de landbouwondernemer in België heeft aangekocht of

ingevoerd en die zich nog in de toestand bevinden zoals ze werden aangekocht394. Voorbeelden

hiervan zijn zaai- en plantgoed, veevoeders, meststoffen, klein materieel en gereedschap die nog

nooit is gebruikt en dergelijke395. Wanneer de goederen al in de onderneming werden gebruikt,

heeft de landbouwondernemer geen recht op teruggaaf van de btw396. De maatstaf van heffing

van de btw bij aankoop of invoer is ook de maatstaf van heffing voor het berekenen van de

teruggaaf van de btw bij de overstap naar de normale btw-regeling397. Het tarief dat van

toepassing is, is het tarief dat werd toegepast bij de aankoop of invoer van de goederen398.

Ten tweede de goederen die de ondernemer heeft voortgebracht, die in voorraad worden

bewaard en die al gecommercialiseerd kunnen worden399. Voorbeelden hiervan zijn

graangewassen, opgeslagen hooi, geoogste groenten, andere commercialiseerbare producten die

de landbouwondernemer heeft voortgebracht en waarop het tarief van 6 pct. van toepassing is en

dergelijke400. De maatstaf van heffing voor de berekening van de teruggaaf van de btw voor deze

goederen wordt berekend op de normale waarde in het stadium van de productie401. Dit stemt

meestal overeen met de prijs die men had kunnen verkrijgen bij een levering in het groot van

gelijkaardige producten402. De normale waarde kan worden gemotiveerd door marktberichten of

door middel van aankoopborderellen die de landbouwondernemer heeft ontvangen bij verkopen

391 Artikel 10, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 392 Artikel 10, §2, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 393 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 394 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 395 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 396 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 397 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 398 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 399 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 400 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 401 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 402 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 74: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

62

van gelijkaardige producten403. Het tarief dat van toepassing is om de teruggaaf te berekenen is

het compensatietarief van 2 pct. of 6 pct.404.

Vervolgens behoren ook de hoevedieren tot de categorie ‘andere goederen dan

bedrijfsmiddelen’405. Hieronder worden zowel de dieren verstaan die op het landbouwbedrijf

geboren werden als de dieren die de landbouwer heeft aangekocht om daarna vet te mesten,

mee te produceren of mee voort te planten406. De maatstaf van heffing voor het berekenen van

de teruggaaf voor deze dieren is de normale prijs die de landbouwondernemer zou krijgen indien

hij de dieren zou doorverkopen aan een handelaar met het oog op slachting407. Het tarief voor de

teruggaaf is het compensatietarief van 6 pct.408.

Tot slot de goederen die nog in de grond zijn ingelijfd, ongeacht hun stadium van groei of

rijpheid409. Voorbeelden hiervan zijn nog niet geoogste graangewassen, groenten, of nog niet

geplukte vruchten en dergelijke410. De teruggaaf wordt hier beperkt tot de belasting die werd

geheven op de aankoop van zaai- en plantgoed, meststoffen enz. en de aan de landbouwer

verstrekte diensten411. De geleverde goederen en verstrekte diensten moeten wel betrekking

hebben op de oogst in groei en mogen niet langer dan 1 jaar voor de datum van wijziging van

belastingringeling plaats hebben gevonden412. De maatstaf van heffing en het tarief die worden

gebruikt om de teruggaaf te berekenen, zijn dezelfde als bij de aankoop van de goederen of de

verstrekking van de diensten413.

4.4.1.2 Bedrijfsmiddelen

Om teruggaaf van de belasting op bedrijfsmiddelen te verkrijgen moet het gaan om

bedrijfsmiddelen die bij de wijziging in de belastingregeling nog bestaan, nog bruikbaar zijn en het

tijdvak van herziening mag nog niet verstreken zijn414.

Volgens artikel 48 van het wetboek btw is het tijdvak van herziening bij bedrijfsmiddelen vijf jaar.

‘De herziening heeft plaats, elk jaar tot beloop van één vijfde van het bedrag van die belasting,

403 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 404 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 405 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 406 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 407 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 408 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 409 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 410 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 411 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 412 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 413 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 414 Artikel 10, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519.

Page 75: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

63

wanneer enige wijziging is ingetreden in de factoren die aan de berekening van de aftrek ten

grondslag liggen’415. De Koning kan echter beslissen om, indien het gaat om onroerende goederen

uit hun aard of zakelijke rechten, het herzieningstijdperk te verlengen tot vijftien jaar416. Elk jaar

heeft de herziening dan plaats ten beloop van één vijftiende van het bedrag van die belasting417.

Onder bedrijfsmiddelen worden verstaan: de lichamelijke goederen, zakelijke rechten en diensten

die bestemd zijn om op duurzame wijze als werkinstrument of exploitatiemiddel te worden

gebruikt418.

Worden niet als bedrijfsmiddelen aangemerkt: verpakkingsmiddelen, klein materieel of klein

gereedschap waarvan de eenheidsprijs minder bedraagt dan 250 euro, goederen die vlug teniet

gaan, zoals werkkledij, en kantoorbehoeften worden hier niet bedoeld als bedrijfsmiddelen

waarvoor de aftrek van de belasting aan herziening is onderworpen419.

Onder de belasting geheven van bedrijfsmiddelen, waarvan de aftrek kan worden onderworpen

aan de herziening, moet worden verstaan: de belasting geheven op de aankoop, de

intracommunautaire verwerving, de invoer of de handelingen die strekken of bijdragen tot de

totstandkoming, omvorming of verbetering van de bedrijfsmiddelen420. De belasting geheven op

herstellings- of onderhoudswerk aan bedrijfsmiddelen of de belasting geheven op de aankoop,

intracommunautaire verwerving of invoer van reserve-onderdelen, is geen belasting waarvan de

aftrek kan worden onderworpen aan de herziening421. Ook de aftrek van de belasting geheven op

de huur van bedrijfsmiddelen, de overdracht van het genot van bedrijfsmiddelen of het verlenen

van rechten op het genot, kan niet worden onderworpen aan de herziening422.

De maatstaf van heffing voor het berekenen van de teruggaaf van de btw is deze die werd

toegepast bij de aankoop of invoer van de bedrijfsmiddelen, bij de aankoop van de materialen die

in de bedrijfsmiddelen werden ingelijfd of bij de aankoop van dienstprestaties, die de

415 Artikel 48, §2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 416 Artikel 48, §2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 417 Artikel 48, §2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 418 Artikel 6, eerste lid K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde 419 Artikel 6, eerste lid K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 420 Artikel 7, eerste lid K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde 421 Artikel 7, tweede lid K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde 422 Artikel 7, tweede lid K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde

Page 76: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

64

samenstelling, omvorming of verbetering van bedrijfsmiddelen tot gevolg hadden423. Het tarief is

het belastingtarief dat bij de hiervoor vermeldde verrichtingen werd geheven424.

Voorbeeld: een landbouwondernemer beslist in 2016 om van de bijzondere landbouwregeling

over te stappen naar de normale btw-regeling. In 2013 kocht hij een tractor voor een prijs van

50 000 euro + 10 500 euro btw. De landbouwondernemer kan de btw die hij betaalde op de

tractor herzien en beschikt over een recht op teruggaaf van twee vijfden van 10 500 euro, dus

4 200 euro (de herzieningstermijn voor de tractor bedraagt vijf jaar, waarvan er al drie verstreken

zijn)425.

4.4.1.3 Diensten als gevolg van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij in

uitvoering op tijdstip van wijziging

Wat onder een teeltcontract en mesterijcontract kan worden verstaan werd in voorgaand

hoofdstuk behandeld (titel 3.4.2). Wanneer een landbouwondernemer dergelijke contracten

heeft lopen op het ogenblik van de overstap van de bijzondere landbouwregeling naar de normale

btw-regeling, is het mogelijk dat hij ter waarde van de werkelijk uitgevoerde diensten, het

compensatiepercentage van 6 pct. nog niet heeft ontvangen van de medecontractant426. Dit kan

te wijten zijn aan het feit dat de opeisbaarheid van de belasting zich nog niet had voorgedaan427.

Er werd bv. nog geen factuur uitgereikt of de dienst werd nog niet volledig verricht. Volgens

artikel 22 van het wetboek btw vindt het belastbaar feit voor diensten plaats op het tijdstip

waarop de dienst is verricht428. Op het moment dat de dienst wordt verricht, dus in de loop van

het teelt- of mesterijcontract, heeft de opeisbaarheid zich dus nog niet voorgedaan, wat ertoe

leidt dat de landbouwondernemer nog geen betaling en dus ook nog geen forfaitair

compensatiepercentage heeft ontvangen.

De teruggaaf van de btw wordt hier berekend op het gedeelte van de prijs die de partijen

overeengekomen zijn, dat overeenstemt met de diensten die werkelijk zijn volbracht, maar waar

het compensatiepercentage niet in rekening kon worden gebracht429. Wanneer het gaat om

diensten die doorlopend worden geleverd, wordt een pro rata temporis berekening aanvaard430.

Het tarief voor de teruggaaf is het forfaitair compensatietarief van 6 pct.431.

423 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 424 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 425 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 426 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 427 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 428 Artikel 22, §1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 429 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 430 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 431 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 77: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

65

4.4.1.4 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie

Goederen in voorraad, andere dan bedrijfsmiddelen

Aangekochte

producten

Voortgebrachte

producten

Hoevedieren Goederen in de grond

ingelijfd en nog niet

geoogst

Bedrijfsmiddelen Diensten als gevolg

van overeenkomsten

van contractteelt of

contractmesterij

Maatstaf van

heffing

Zelfde als

waarop btw

werd berekend.

Normale waarde

in het stadium

van de productie

(= prijs levering in

het groot van

gelijkaardige

producten).

Normale prijs bij

doorverkoop

aan handelaar

met oog op

slachting.

Zelfde als bij aankoop

van de goederen of

verstrekking van de

diensten.

Zelfde als bij aankoop/

invoer bedrijfsmiddelen,

aankoop materialen die

in bedrijfsmiddelen

werden ingelijfd,

uitvoering

dienstprestaties om

bedrijfsmiddelen te

verbeteren, omvormen…

Gedeelte van prijs dat

overeenstemt met

diensten die werkelijk

zijn volbracht, maar

waar compensatie-

percentage niet in

rekening kon worden

gebracht.

Tarief Tarief dat werd

toegepast bij

aankoop/invoer

goederen.

Compensatie-

tarief van 2 pct.

of 6 pct.

Compensatie-

tarief van 6 pct.

Zelfde als bij levering

van de goederen of

verstrekking van de

diensten.

Tarief dat bij hierboven

vermeldde verrichtingen

werd geheven.

Compensatietarief

van 6 pct.

Tabel 2 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie

Page 78: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

66

4.4.2 Voorwaarde recht op teruggaaf: inventaris De teruggaaf van de btw hangt af van de indiening van een inventaris van de voorraad en van een

staat van de nog bruikbare bedrijfsmiddelen op het tijdstip van de wijziging432. Deze moeten in

drievoud ingediend worden bij het controlekantoor waar de landbouwondernemer onder valt en

dit binnen de drie maanden na de wijziging van de belastingregeling433.

Op de ingediende stukken moeten de goederen en diensten worden vermeld die in aanmerking

moeten worden genomen om de terug te geven belasting te berekenen434. Ook de datum waarop

de goederen en diensten werden geleverd en verstrekt, de maatstaf van heffing en het terug te

geven bedrag moeten worden vermeld435.

Aangezien de berekening van de teruggaaf verschillend is (zie titel 4.4.1.4) voor de verschillende

categorieën goederen in voorraad en diensten in uitvoering, probeert men door middel van de

inventaris de verschillende bestanddelen terug samen te stellen die voor het bepalen van het

voor terugbetaling vatbare bedrag in aanmerking moeten worden genomen436.

Indien het controlekantoor hierom verzoekt moet de landbouwondernemer een verantwoording

kunnen geven voor de bestanddelen die hij in zijn inventaris opgenomen heeft437. Hij moet dus in

staat zijn om de nodige bewijsstukken voor te leggen, zoals inkomende facturen of

aankoopborderellen438.

4.4.3 Uitoefening recht op teruggaaf btw Bij het indienen van de aangifte met betrekking tot de handelingen van de laatste maand van het

kalenderkwartaal, na dat waarin de inventaris werd ingediend bij het controlekantoor, oefent de

landbouwondernemer zijn recht op teruggaaf uit439. Het wordt de landbouwondernemer

aangeraden om bij de aangifte waarin hij de teruggave van de btw vraagt, een stuk te voegen

waarin hij de bestanddelen vermeld die in de ingediende inventaris werden opgesomd en

432 Artikel 10, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 433 Artikel 10, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 434 Artikel 10, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 435 Artikel 10, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 436 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 437 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 438 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 439 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 79: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

67

waarmee dus rekening moet worden gehouden voor het berekenen van de voor teruggaaf

vatbare belasting440.

4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere

landbouwregeling: terugstorten btw Goederen die een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de normale btw-regeling, in

voorraad heeft op het tijdstip van wijziging tussen belastingregelingen, zitten in principe

belastingschoon in de onderneming441. De landbouwondernemer heeft immers gebruik kunnen

maken van een recht op aftrek. Een landbouwondernemer die beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling heeft dat recht op aftrek echter niet442. Hij krijgt het bedrag van de

voorbelasting terug via de forfaitaire compensatie die zijn medecontractant betaalt443. Om een

dubbele aftrek te vermijden, eerst via een normaal recht op aftrek en dan ook nog via de

forfaitaire compensatie, zal de ondernemer de belasting moeten terugstorten die hij heeft

afgetrokken bij de aankoop van de goederen die hij nog in voorraad heeft op het tijdstip van de

overgang444.

Indien de landbouwondernemer overgaat van de normale btw-regeling naar de bijzondere

landbouwregeling moet hij de btw-aftrek herzien die hij heeft verkregen bij de aankoop van:

- Andere goederen dan bedrijfsmiddelen wanneer deze nog niet vervreemd zijn of diensten

die hij heeft verkregen, maar die nog niet werden gebruikt op het moment van de

wijziging in de belastingregeling.

- Voor herziening vatbare en nog bruikbare bedrijfsmiddelen die op het tijdstip van de

wijziging nog bestaan445.

Een terugkeer naar de bijzondere landbouwregeling wordt gelijkgesteld met het verlies van de

hoedanigheid van belastingplichtige446.

Om het bedrag van de terug te storten belasting te berekenen, wordt hetzelfde principe gevolgd

als vermeld onder titel 4.4.1, waar het bedrag van de terug te geven btw werd vastgesteld. De

landbouwondernemer moet dus een inventaris van de voorraad en een staat van de bruikbare

440 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 441 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 442 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 443 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 444 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 445 Artikel 11, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519. 446 Artikel 11, §1, tweede lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde

Page 80: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

68

bedrijfsmiddelen op het tijdstip van de wijziging van de belastingregeling indienen447. Ook hier

moeten de goederen en diensten die voor herziening vatbaar zijn gedetailleerd opgesomd

worden en moet de datum waarop ze werden geleverd of verricht, de maatstaf van heffing

waarover ze werden belast en het terug te storten bedrag vermeld worden448. Om recht te

hebben op de herziening van de btw moeten deze stukken binnen de maand vanaf de wijziging in

de belastingregeling bij het controlekantoor worden ingediend449.

De berekeningswijze van de toe te passen herziening van de belasting geheven op

bedrijfsmiddelen is echter een uitzondering450. Hier moet de herzieningsbreuk worden toegepast

op het bedrag dat de landbouwondernemer door de investering in aftrek had kunnen brengen.

Voorbeeld: een landbouwondernemer beslist in 2016 om van de normale btw-regeling over te

stappen naar de bijzondere landbouwregeling. In 2013 kocht hij een tractor voor een prijs van

50 000 euro + 10 500 euro btw. Deze btw heeft hij in aftrek kunnen brengen. Als gevolg van de

overstap naar de bijzondere landbouwregeling moet de btw worden herzien, de

landbouwondernemer heeft namelijk niet langer een recht op aftrek. Er zal een terugstorting van

de btw moeten gebeuren ten belope van twee vijfden van 10 500 euro, dus 4 200 euro (de

herzieningstermijn voor de tractor bedraagt vijf jaar, waarvan er al drie verstreken zijn)451.

De btw-aftrek moet niet worden herzien wanneer de landbouwer, die door bepaalde activiteiten

verplicht aan de gemengde btw-regeling was onderworpen, zich ontdoet van die verplichting door

niet langer leveringen te verrichten op groot- of kleinhandelsmarkten, niet langer leveringen in

het klein te verrichten of niet langer leveringen te verrichten of diensten te verstrekken die niet

onderworpen zijn aan het tarief van 6 pct.452. Hij gaat dus over naar een zuiver gebruik van de

bijzondere landbouwregeling. De reden voor het feit dat de aftrek niet moet worden herzien is

dat de landbouwer de btw die hij over deze landbouwproductiemiddelen heeft voldaan, niet in

aftrek heeft kunnen brengen453. Hij bleef deze namelijk aanwenden in de eerste sector

447 Artikel 11, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 448 Artikel 11, §2, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde 449 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1145. 450 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 451 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 452 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519 453 Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519.

Page 81: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

69

‘productie’, waar hij aan de bijzondere landbouwregeling was onderworpen, en dus geen recht op

aftrek had454.

Indien de goederen echter aangewend of overgeheveld werden in of naar de tweede sector, waar

de landbouwondernemer een beroep deed op de normale of forfaitaire btw-regeling en dus een

recht op aftrek had, moet de btw-aftrek wel worden herzien455.

4.4.5 Voorwaarde terugstorten btw Net zoals bij de herziening van de btw door teruggaaf, moet ook hier door de

landbouwondernemer, die in dit geval overgaat naar de bijzondere landbouwregeling, een

inventaris worden ingediend van de goederen in voorraad op het tijdstip van de overgang456. Deze

inventaris moet het voor het controlekantoor mogelijk maken de verschillende bestanddelen

terug samen te stellen die voor het bepalen van het terug te storten bedrag in aanmerking

moeten worden genomen457.

De inventaris moet in drievoud worden opgemaakt en ten laatste op 20 januari van het jaar

waarin de overgang zal plaatshebben aan het controlekantoor worden bezorgd458. Deze termijn

kan door het controlekantoor worden verlengd, indien die landbouwondernemer daar voor 20

januari een verzoek toe indient459.

Indien het gaat om de landbouwondernemer die altijd aan de normale regeling onderworpen

geweest is en tijdens het jaar, door wijzigingen in de werkzaamheid, aan de voorwaarden voldoet

om gebruik te maken van de bijzondere landbouwregeling, zal de inventaris uiterlijk binnen de

eerste twintig dagen van het kwartaal waarin de overgang plaatsheeft moeten worden

opgemaakt460.

454 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 455 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 456 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 457 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 458 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 459 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 460 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 82: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

70

4.4.6 Wijze van terugstorten btw Het is het controlekantoor dat het bedrag van de terug te storten btw zal bepalen461. De

landbouwondernemer moet dit bedrag opnemen in zijn laatste btw-aangifte die hij onder de

normale btw-regeling indient462. Deze zal ten laatste op 20 januari van het volgende jaar moeten

worden ingediend463. De administratie aanvaardt echter ook dat de som wordt teruggestort, ten

laatste op 20 april van het jaar waarin de overgang plaats zal hebben464.

Landbouwondernemers die steeds aan de normale regeling waren onderworpen en die door

wijzigingen in de werkzaamheid gebruik kunnen maken van de bijzondere landbouwregeling,

zoals hierboven vermeld, zullen uiterlijk op de twintigste dag van de eerste maand van het

kwartaal na dit waarin de overgang naar de bijzondere landbouwregeling heeft plaatsgevonden,

het bedrag van de terug te storten btw moeten betalen465.

461 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 462 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 463 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 464 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 465 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 83: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

71

Hoofdstuk 5: Gehele of gedeeltelijke overdracht van een

landbouwonderneming

Wanneer een landbouwondernemer beslist om zijn onderneming volledig of gedeeltelijk over te

dragen aan een andere landbouwondernemer hangt de btw-regeling die moet worden toegepast

af van het feit of het gaat om een overdracht van een algemeenheid van goederen of van een

bedrijfsafdeling of niet.

5.1 Overdracht van een algemeenheid van goederen of van een

bedrijfsafdeling

Volgens artikel 11 van het wetboek btw wordt niet als levering beschouwd: “de overdracht van

een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling, onder bezwarende titel of om niet, bij

wege van inbreng in vennootschap of anderszins, wanneer de overnemer een belastingplichtige is

die de belasting, indien ze ingevolge de overdracht zou verschuldigd zijn, geheel of gedeeltelijk zou

kunnen aftrekken. In dit geval wordt de overnemer geacht de persoon van de overdrager voort te

zetten.”466.

Bij artikel 11 van het wetboek btw moeten we ook artikel 18, §3 van het wetboek btw bekijken.

Hieruit blijkt dat ook de handelingen verricht naar aanleiding van de overdracht van een

algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling niet als een dienst worden beschouwd

‘wanneer de overnemer een belastingplichtige is die de belasting geheel of gedeeltelijk zou

kunnen aftrekken indien ze ingevolgde de overdracht verschuldigd zou zijn’467.

Artikel 11 en artikel 18, §3 van het wetboek btw vloeien voort uit de artikels 19 en 29 van de Btw-

Richtlijn van 28 november 2006. Het doel van deze artikels was de lidstaten de ruimte te geven

om de overdracht van algemeenheden van goederen of bedrijfsafdelingen te simplificeren468. Dit

werd gerealiseerd door de overdracht te vereenvoudigen en de hoge fiscale lasten die de

overnemer zou moeten dragen, maar later toch zou kunnen recupereren door middel van zijn

recht op aftrek, te vermijden469.

466 Artikel 11 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 467 Artikel 11 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 468 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. Adv-gen F. G. JACOBS 469 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. Adv-gen F. G. JACOBS

Page 84: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

72

5.1.1 Algemeenheid van goederen Artikel 11 van het wetboek btw vermeld de overdracht van een algemeenheid van goederen.

Hierover kan worden gesproken wanneer alle bestanddelen van de onderneming overgaan die

eigendom zijn van de overdrager470. Het bevat dus zowel de onroerende als de roerende

bedrijfsmiddelen, de producten van de bebouwing en van de veefokkerij, het pachtrecht op

gronden en gebouwen, het cliënteel en dergelijke471.

De administratie aanvaardt echter ook dat het gaat om een overdracht van een algemeenheid van

goederen, wanneer de overdrager in (een deel van) het hoevegebouw blijft wonen, op

voorwaarde dat hij zich niet meer bezighoudt met de landbouwonderneming472. Ook wanneer de

landbouwondernemer nog enkele dieren en een stuk akkergrond behoudt voor privégebruik

wordt dit door de administratie aanvaardt473. Deze toleranties worden slechts aanvaard wanneer

de overdrager door de overdracht de hoedanigheid van belastingplichtige is verloren474.

Ook wanneer de overdrager nog geheel of gedeeltelijk eigenaar blijft van de hoevegebouwen of

akkergronden en deze verhuurd of verpacht aan de overnemer, aanvaardt de administratie dat

het gaat om een overdracht van een algemeenheid van goederen475. Ook dit wordt enkel

aanvaard wanneer de overdrager door de overdracht de hoedanigheid van belastingplichtige is

verloren476.

Dit principe blijkt bijvoorbeeld ook uit een arrest van het Hof van Justitie, waarin het Hof

verklaarde dat de eigendomsoverdracht van de goederenvoorraad en de winkeluitrusting van een

detailhandelszaak samen met de verhuur voor onbepaalde tijd aan de overnemer, aangemerkt

kan worden als een overgang van een algemeenheid van goederen477. Het feit dat de

huurovereenkomst door zowel de overdrager als de overnemer op korte termijn opgezegd kon

worden vormde hierbij geen probleem indien de overgedragen goederen volstonden om een

autonome economische activiteit uit te oefenen478. Toegepast op deze situatie, zou de overnemer

een ander pand kunnen huren en door middel van de goederenvoorraad en winkeluitrusting de

activiteit kunnen verderzetten.

470 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 471 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 472 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 473 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 474 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 475 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979; contra: Beslissing nr. E.T. 26.872 van 27 september 1978 476 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 477 HvJ 10 november 2011, nr. C-444/10, Finanzamt Lüdenscheid/Christel Schriever (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. MENGOZZI 478 HvJ 10 november 2011, nr. C-444/10, Finanzamt Lüdenscheid/Christel Schriever (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. MENGOZZI

Page 85: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

73

Wanneer de overdrager het eigendomsrecht van het gebouw, waarin de werkzaamheid werd

uitgevoerd, behoudt en een huurcontract afsluit met de overnemer, zal dit aanleiding geven tot

een herziening van de btw, wanneer hij in het verleden de btw op dit gebouw in aftrek heeft

gebracht en de herzieningstermijn nog niet is verstreken479. Het verhuren van een gebouw is

immers een vrijgestelde activiteit volgens het wetboek btw480. Ook wanneer de overdrager het

gebouw gratis ter beschikking zou stellen van de overnemer, geldt deze regel481.

In een arrest van 11 oktober 2002 oordeelde het Hof van Cassatie dat de herzieningen van de

aftrek op bedrijfsmiddelen door de vruchtgebruiker moeten gebeuren en niet door de blote

eigenaar482. De vruchtgebruiker is immers diegene die het bedrijfsmiddel blijft aanwenden om

belastbare handelingen uit te oefenen483. Wanneer we dit toepassen op de huurovereenkomst die

de overdrager en overnemer gesloten hebben, blijft het gebouw door de overnemer aangewend

om een economische activiteit uit te oefenen484. De bestemming van het gebouw wordt niet

gewijzigd en wanneer we dan dezelfde redenering maken als het Hof van Cassatie deed in het

arrest van 11 oktober 2002, is het op zich niet nodig om een herziening van de aftrek uit te

voeren485. Dit is echter in strijd met het nieuwe administratieve standpunt dat in de circulaire van

30 september 2009 wordt beschreven.

We stellen dus vast dat wanneer de overdrager een gebouw verkoopt binnen de

herzieningstermijn, hij geen btw-herziening moet doen. Wanneer hij echter hetzelfde gebouw

gaat verhuren, zal hij wel een herziening moeten doorvoeren.

479 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1464. 480 Artikel 44, §3, 2° Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 481 RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 15. 482 Cass. 11 oktober 2002, www.cass.be; RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 18. 483 RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 18. 484 RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 1. 485 RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 18.

Page 86: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

74

5.1.2 Bedrijfsafdeling Een gedeeltelijke overdracht van de landbouwonderneming wordt slechts gezien als een

overdracht van een bedrijfsafdeling als alle goederen die tot die bedrijfsafdeling behoren worden

overgedragen486. Die goederen moeten eigenlijk een onafhankelijke onderneming vormen, die los

van alle andere afdelingen van de landbouwonderneming kan werken487. De verkoop van een

volledige veestapel wordt bijvoorbeeld niet als overdracht van een bedrijfsafdeling beschouwd488.

Door het ontbreken van de overdracht van de eigendom of het gebruiksrecht van stallen,

landbouwgronden e.d. kan dit niet worden gezien als en op zichzelf staande onderneming489.

5.1.3 Arrest Zita Modes Hiervoor werd vermeld dat pas sprake kan zijn van een overdracht van een algemeenheid van

goederen of van een bedrijfsafdeling wanneer alle bestanddelen van de onderneming of van de

bedrijfsafdeling overgedragen worden. Echter, volgens het arrest dat het Hof van Justitie velde in

de zaak Zita Modes, moet bij de overdracht rekening gehouden worden met de feitelijke

omstandigheden in hoofde van de overnemer490.

Het is volgens het Hof niet nodig dat alle elementen van de algemeenheid of de bedrijfsafdeling

worden overgenomen491. Indien er sprake is van de overdracht van een geheel van elementen of

een combinatie van elementen die de verderzetting van een autonome economische activiteit

toelaten, kan gebruik gemaakt worden van het bijzonder stelsel van artikel 11 van het wetboek

btw492. De overnemer moet dan wel de bedoeling hebben de overgedragen totale of gedeeltelijke

algemeenheid te exploiteren493. De aanwezigheid van deze intentie vormt een belangrijk element

om de toepassing van artikel 11 van het wetboek btw toe te staan494. Het is echter niet vereist dat

de activiteit identiek is aan deze die de overdrager uitoefende495.

486 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 487 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 488 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 489 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 490 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. Adv-gen F. G. JACOBS; contra: Beslissing nr. E.T. 18.638 van 16 oktober 1974 491 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen F. G. JACOBS 492 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen F. G. JACOBS; Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 493 HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen F. G. JACOBS 494 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009; RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 11. 495 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009; RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 11.

Page 87: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

75

Het feit dat de toe te passen herziening, die hiervoor werd vermeld, moet gebeuren in hoofde van

de overdrager, is dus duidelijk in strijd met de continuïteitsgedachte die het Hof van Justitie hier

aanhaalt496.

5.1.4 Toepassing van de btw Indien de overdracht van een landbouwonderneming kan worden aanzien als een overdracht van

een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling, maakt zij volgens artikel 11 van het

wetboek btw dus geen levering uit497. De overdracht heeft dan wel regularisaties op het vlak van

btw tot gevolg498. Dit kan er enerzijds toe leiden dat door de landbouwondernemer btw zal

moeten worden teruggegeven, of anderzijds dat door de administratie btw zal moeten worden

teruggestort499.

5.1.4.1 Overdracht om niet

Wanneer een landbouwondernemer een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling om

niet overdraagt, valt dit in principe buiten het toepassingsgebied van de btw500. Dit zou normaliter

leiden tot een onttrekking en/of herziening van de in aftrek gebrachte btw in hoofde van de

overdragende landbouwondernemer501. De overdacht om niet wordt echter expliciet vermeld in

artikel 11 en 18, §3 van het wetboek btw, zodat geen onttrekking of herziening moet worden

toegepast aangezien de overnemer de persoon van de overdrager verderzet502.

5.1.4.2 Overdrager en overnemer beiden aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen

Waar artikel 11 van het wetboek btw stelt dat bij een overdracht van een algemeenheid van

goederen of een bedrijfsafdeling de overnemer de persoon van de overdrager voortzet, kan hier

worden vastgesteld dat de overnemer de bijzondere landbouwregeling waaraan de overdrager

onderworpen verderzet503. Hier moet dus geen regularisatie op vlak van btw gebeuren504.

Wel moet voldaan zijn aan de voorwaarde dat de overdracht moet gebeuren tegen een prijs die

de fiscale last, die de overdrager toekomt, omvat505. De overnemer zal de belasting weliswaar op

496 RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 35. 497 Artikel 11 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 498 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 499 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 500 Artikel 2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 501 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 502 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 503 Artikel 11 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 504 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 505 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 88: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

76

forfaitaire wijze kunnen recupereren wanneer hij de teeltgoederen of producten van de fokkerij

die hij heeft overgenomen verkoopt506.

Voorbeeld: wanneer een landbouwondernemer die gebruik maakt van de bijzondere

landbouwregeling een nieuw stal507, dat deel uitmaakt van een algemeenheid van goederen, zou

overdragen aan een overnemer die ook gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, kan

dit zonder toepassing van de btw, indien de overdracht ook de andere goederen van de

algemeenheid bevat508. Verder moet de landbouwondernemer, vooraleer de overeenkomst wordt

gesloten, bij zijn controlekantoor een verklaring indienen waarin hij meldt dat hij een gebouw wil

vervreemden509. Op de akte moet vermeld worden dat de overdracht plaatsvindt met toepassing

van artikel 11 van het wetboek btw510.

Dat deze handeling gebeurt zonder toepassing van de btw vloeit voort uit het feit dat de

landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, geen recht op

aftrek mocht uitoefenen van de btw die werd geheven op de handelingen die werden verricht om

het stal op te richten511.

5.1.4.3 Overdrager aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen en overnemer aan de

normale regeling onderworpen

Een gevolg van het feit dat de overdrager onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling, is

dat de goederen die worden overgedragen bezwaard zijn met belastingen512. De overdrager heeft

immers geen recht op aftrek gehad wanneer hij de goederen aankocht. Wanneer de goederen

overgaan naar de overnemer, die aan de normale btw-regeling onderworpen is, zullen de

goederen van de belasting moeten worden ontheven513. Dit gebeurt door een teruggaaf van de

btw, zoals behandeld hiervoor (titel 4.4.1)514.

506 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 519/2. 507 Uiterlijk 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming vervreemd; artikel 8 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 508 Beslissing nr. E.T. 72752 van 2 juli 1991 509 Artikel 1, 1° K.B. nr. 14, 3 juni 1970 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, gedeelten van gebouwen en het bijhorende terrein en de vestigingen, overdrachten en wederoverdrachten van een zakelijk recht in de zin van artikel 9, tweede lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde op zulke goederen 510 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1465. 511 Beslissing nr. E.T. 72752 van 2 juli 1991 512 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 513 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 514 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979; Artikel 10, §1, eerste lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde

Page 89: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

77

De teruggaaf kan zowel ten voordele van de overnemer als van de overdrager gebeuren. Wanneer

de overdracht plaatshad ‘voorbelasting inbegrepen’ is het de overnemer die het recht op

teruggaaf kan uitoefenen515. Hiervoor moet eerst een inventaris worden ingediend bij het

controlekantoor516. Het recht op teruggaaf kan dan worden uitgeoefend wanneer de aangifte,

met betrekking tot de handelingen van de laatste maand van het kalenderkwartaal na dat waarin

de overnemer de inventaris aan het controlekantoor heeft bezorgd, wordt ingediend517.

Het geniet evenwel de voorkeur om de teruggaaf ten voordele van de overdrager te laten

gebeuren518. Hij is echter meer geschikt om een inventaris op te maken, aangezien hij over de

nodige boekhoudkundige documenten beschikt519. Wanneer voor deze optie wordt gekozen, stelt

de overdrager een overnameprijs vast, die rekening houdt met de teruggaaf waar hij op rekent520.

De overdrager dient dan een aanvraag om teruggaaf in bij zijn controlekantoor521.

5.1.4.4 Overdrager aan de normale regeling onderworpen en overnemer aan de bijzondere

landbouwregeling onderworpen

Een gevolg van het feit dat de overdrager onderworpen is aan de normale btw-regeling, is dat de

goederen belastingschoon in de onderneming zitten522. De overdrager heeft hier immers wel een

recht op aftrek kunnen uitoefenen bij de aankoop van de goederen. Wanneer de goederen

overgaan naar de overnemer, die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, zullen de

goederen in principe moeten worden bezwaard met een belasting523. Dit komt tot stand door

middel van het terugstorten van de btw door de overnemer, zoals behandeld hiervoor (titel

4.4.4)524.

Ook hier moet de landbouwondernemer een inventaris indienen bij het controlekantoor525. De

terugstorting van de belasting moet ten laatste drie maanden na de datum van de overdracht

uitgevoerd worden526.

De terugstorting van het btw-bedrag zal gebeuren door de overnemer, hij zet tenslotte de

persoon van de overdrager voort527. Het zal ook de overnemer zijn die de voorbelasting, door

515 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 516 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 517 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 518 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 519 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 520 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 521 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 522 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 523 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 524 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 525 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 526 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 527 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 90: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

78

middel van de forfaitaire compensatie, zal kunnen recupereren wanneer hij de teeltgoederen en

producten uit de fokkerij verkoopt528.

5.1.5 Wijze van overdracht De wijze waarop een landbouwondernemer een algemeenheid van goederen of een

bedrijfsafdeling overdraagt kan ook verschillen. Hiervoor werd telkens uitgegaan van het feit dat

de overdracht in één keer gebeurde. Het is echter ook mogelijk om gebruik te maken van de

artikelen 11 en 18, §3 van het wetboek btw, wanneer de overdracht gespreid wordt in de tijd529.

Indien dit het geval is moet het principe van de overdracht echter onherroepelijk verworven zijn

vanaf het sluiten van het contract530. De verschillende overeenkomsten moeten ook zo verbonden

zijn dat er geen twijfel mogelijk is omtrent het feit dat het de bedoeling is om een algemeenheid

van goederen of een bedrijfsafdeling over te dragen531.

Ook wanneer de landbouwondernemer een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling

overdraagt door middel van twee (of meer) contracten, ten voordele van één overnemer, kan

beroep gedaan worden op het bijzonder stelsel vermeld in artikels 11 en 18, §3 van het wetboek

btw532. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de algemeenheid of bedrijfsafdeling voor een deel

verkocht wordt en voor een deel ingebracht wordt533. Dit kan echter enkel indien voldaan is aan

de voorwaarde dat de twee contracten afhankelijk zijn van elkaar, de bedoeling om alles over te

dragen er van in het begin was en de contracten uitwerking hebben op dezelfde datum534.

5.2 Geen overdracht van een algemeenheid van goederen of van een

bedrijfsafdeling

Indien er geen sprake is van een overdracht van een algemeenheid van goederen of van een

bedrijfsafdeling, zullen de regels die normaal van toepassing zijn bij de leveringen van de

landbouwonderneming worden gevolgd, rekening houdend met de belastingregeling waaraan de

ze is onderworpen535.

528 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 529 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 530 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 531 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 532 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 533 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009 534 Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1465. 535 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 91: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

79

5.2.1 Overdrager onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling We kunnen een onderscheid maken al naargelang de overnemer onderworpen is aan de

bijzondere landbouwregeling of aan de normale btw-regeling.

Wanneer zowel de overdrager als overnemer onderworpen zijn aan de bijzondere

landbouwregeling, zal de overdracht geen aanleiding geven tot taxatie of forfaitaire

compensatie536. Ook al gaat het om goederen die de overdrager heeft voortgebracht of

bedrijfsmiddelen537. De overnemer dient immers geen periodieke btw-aangifte in538.

Wanneer de overdrager onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling en de overnemer

een beroep doet op de normale btw-regeling, en dus een periodieke btw-aangifte indient, zal de

overdrager recht hebben op een forfaitaire compensatie van de voorbelasting indien het gaat om

de overdracht van teeltgoederen of dieren die hij zelf heeft voortgebracht539. Wanneer het gaat

om andere goederen, zoals bedrijfsmiddelen geeft de overdracht geen aanleiding tot deze

recuperatie540.

5.2.2 Overdrager onderworpen aan de normale btw-regeling Zowel wanneer de overnemer onderworpen is aan de bijzondere landbouwregeling als wanneer

de overnemer onderworpen is aan de normale btw-regeling, zal de overdracht de btw opeisbaar

maken541. Dit geldt niet alleen voor teeltgoederen en dieren die de overdrager zelf heeft

voortgebracht, maar ook wanneer het gaat om bedrijfsmiddelen542. De btw zal geheven worden

volgens de normale regels543. Het tarief is dan ook afhankelijk van de aard van de overgedragen

goederen. Hiervoor verwijs ik naar hoofdstuk 6544.

536 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 537 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 538 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 539 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 540 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 541 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 542 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 543 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979 544 Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Page 92: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

80

Page 93: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

81

Hoofdstuk 6: Het tarief van de btw

Het normale tarief van de btw, voor goederen en diensten bedoeld in het wetboek btw, is 21

pct.545. De belasting wordt echter geheven tegen een verlaagd tarief van 6 pct. wanneer het gaat

om goederen en diensten die in tabel A van het K.B. 20 worden vermeld546. Een verlaagd tarief

van 12 pct. is van toepassing wanneer het gaat om goederen en diensten die in tabel B van het

K.B. 20 worden vermeld547.

Omdat vooral tabel A, het verlaagd tarief van 6 pct. op goederen en diensten, relevant is voor de

landbouwondernemer bekijken we deze even in detail.

6.1 Goederen onderworpen aan het tarief van 6 pct.

Onder goederen die aan het verlaagd tarief van 6 pct. onderworpen zijn worden verstaan548:

- Levende dieren.

- Vlees en slachtafvallen.

- Vis, schaal-, schelp- en weekdieren.

- Melk en zuivelproducten, eieren, honing.

- Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden.

- Fruit, schillen van citrusvruchten en van meloenen.

- Plantaardige producten.

- Producten van de meelindustrie, mout, zetmeel.

- Vetten en oliën.

- Andere voedingsmiddelen.

- Voedsel voor dieren, meststoffen, dierlijke producten.

- Waterdistributie.

- Geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.

- Couranten, tijdschriften en boeken.

- Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.

- Automobielen voor personenvervoer voor invaliden, onderdelen, uitrustingsstukken en

toebehoren voor deze voertuigen.

545 Artikel 1, eerste lid K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 546 Artikel 1, tweede lid, a K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 547 Artikel 1, tweede lid, b K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 548 Tabel A K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

Page 94: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

82

- Diversen.

- Leveringen van goederen door instellingen met sociaal oogmerk.

Hieruit kunnen we bijvoorbeeld concluderen dat wanneer een landbouwondernemer, die geen

gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling, levende dieren zoals runderen, varkens,

schapen, pluimvee en dergelijke verkoopt, hij een btw-percentage van 6 pct. in rekening moet

brengen549. Ook wanneer hij bijvoorbeeld melk die hij heeft geproduceerd of meststoffen

afkomstig van zijn dieren verkoopt is dit onderworpen aan het verlaagd btw-percentage550.

Wanneer een landbouwondernemer voedsel aankoopt voor zijn dieren, zoals bv. bietenpulp, zal

dit inclusief een btw-percentage van 6 pct. zijn551. Koopt een landbouwondernemer echter

voedsel voor zijn hond of kat, dan zal een btw-percentage van 21 pct. in rekening worden

gebracht552.

Wanneer het gaat om de aan- of verkoop van paarden die gewoonlijk als rijpaard worden gebruikt

of de aan- of verkoop van fokpaarden, is het normale tarief van 21 pct. van toepassing. Er kan

geen beroep worden gedaan op het verlaagd btw-tarief van 6 pct.

6.2 Diensten onderworpen aan het tarief van 6 pct.

Onder diensten die aan het verlaagd tarief van 6 pct. onderworpen zijn worden verstaan553:

- Landbouwdiensten.

- Vervoer.

- Onderhoud en herstelling.

- Inrichtingen voor cultuur, sport of vermaak.

- Auteursrechten, uitvoeren van concerten en voorstellingen.

- Hotels, camping.

- Werk in onroerende staat met betrekking tot privéwoningen.

- Privéwoningen voor gehandicapten.

- Instellingen voor gehandicapten.

- Diversen.

549 Tabel A, I K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 550 Tabel A, IV en XII K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 551 Tabel A, XII K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 552 Tabel A, XII K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 553 Tabel A K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

Page 95: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

83

- Diensten verricht door instellingen met sociaal oogmerk.

- Huisvesting in het kader van het sociaal beleid.

- Afbraak en heropbouw van gebouwen in stadsgebieden.

- Renovatie en herstel van privéwoningen.

- Kleine hersteldiensten.

- Schoolgebouwen.

Onder landbouwdiensten worden bebouwingswerkzaamheden, oogstwerkzaamheden en

teeltwerkzaamheden verstaan554. Dit met uitzondering van diensten met betrekking tot dieren,

andere dan runderen; varkens; schapen; geiten; ezels; muildieren en muilezels; paarden van

rassen die gewoonlijk als trekpaard, zwaar of halfzwaar worden gebruikt; herten; paarden

verkocht, intracommunautair verworven of ingevoerd om te worden geslacht; pluimvee; tamme

duiven en tamme konijnen555. Ook aanleg en onderhoud van tuinen wordt niet verstaan onder de

term landbouwdiensten556. Wanneer goederen worden geleverd om de werkzaamheden te

kunnen uitvoeren, worden deze belast tegen het btw-tarief dat van toepassing zou zijn geweest

indien de goederen afzonderlijk verworven zouden zijn557.

554 Tabel A, XXIV K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 555 Tabel A, XXIV K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 556 Tabel A, XXIV K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. 557 Tabel A, XXIV K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

Page 96: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

84

Page 97: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

85

Hoofdstuk 7: Toepassingen

7.1 Landbouwdiensten door dierenartsen

Diensten die dierenartsen verrichten worden als landbouwdiensten aangemerkt en onderworpen

aan het verlaagd btw-tarief van 6 pct., zonder onderscheid te maken of de afnemer een

landbouwondernemer is of een particulier, wanneer ze aan volgende twee voorwaarden

voldoen558:

- De diensten gebeuren in het kader van veeteelt559.

- De diensten hebben betrekking op de dieren die hiervoor werden vermeld560.

Wanneer de dierenarts ook prestaties uitoefent met betrekking tot de kleinere huisdieren van de

landbouwondernemer, zal er in de praktijk geen onderscheid gemaakt worden561. Voor alle

diensten die aan de landbouwer worden verstrekt zal het tarief van 6 pct. gelden562.

7.2 Mestverwerking

Mestverwerking is een dienst die niet onder het verlaagd btw-tarief voor landbouwdiensten valt.

Het is bijgevolg onderworpen aan het btw-tarief van 21 pct. Dit in tegenstelling tot het

uitspreiden van mest op landbouwgronden, een dienst die wel onder het begrip ‘landbouwdienst’

valt en waarvoor dus maar een btw-percentage van 6 pct. in rekening moet worden gebracht563.

Wanneer landbouwondernemers die een beroep doen op de bijzondere landbouwregeling

gebruik maken van mestverwerking, kan dit voor hen een belangrijk nadeel betekenen. Zij kunnen

namelijk de 21 pct. btw die in rekening wordt gebracht door het mestverwerkingsbedrijf niet in

aftrek brengen.

558 Beslissing nr. E.T. 76161 van 9 september 1992. 559 Aanschrijving nr. 11 dd. 12/08/1992 560 Aanschrijving nr. 11 dd. 12/08/1992 561 Aanschrijving nr. 11 dd. 12/08/1992 562 Aanschrijving nr. 11 dd. 12/08/1992 563 Vr. en Antw. Kamer 2008-2009, 15 december 2008 (Vr. nr. 0488 H. BOGAERT)

Page 98: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

86

7.3 Loonwerk en verlegging van heffing

De mogelijkheid om verlegging van heffing toe te passen is afhankelijk van een aantal

voorwaarden564. Zo moet het gaan om het verrichten van werken in onroerende staat, moet de

afnemer van de dienst een belastingplichtige zijn die in België gevestigd is en hier een btw-

aangifte indient en moet de verrichter van de dienst een belastingplichtige zijn die in België

gevestigd is565.

Werken in onroerende staat worden in het wetboek gedefinieerd als ‘het bouwen, het

verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het

afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin

bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een

onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt’566.

Onder loonwerken kan het bouwen of verbouwen van een landbouwgrond verstaan worden.

Loonwerk valt dus onder de noemer werk in onroerende staat. Verlegging van heffing is dus

mogelijk. Echter, indien een loonwerker diensten verstrekt aan een landbouwondernemer die een

beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, kan er geen verlegging van heffing

plaatsvinden567.

564 Artikel 20, §1, K.B. nr. 1, 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde 565 Artikel 20, §1, K.B. nr. 1, 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde 566 Artikel 19, §2, 2°, tweede lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 567 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Loonwerk en de registratie als aannemer van land- en tuinbouwwerken, 2008, 1.

Page 99: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

87

Conclusie

Wanneer we het hebben over de belasting over de toegevoegde waarde, hebben we het over een

verbruiksbelasting, het is een belasting die, hoewel hij betaald wordt door middel van

gefractioneerde betalingen, volledig gedragen wordt door de eindconsument.

We kunnen concluderen dat een landbouwondernemer inzake btw-systemen verschillende

keuzes heeft. Elk systeem heeft echter zijn voor- en nadelen. Daardoor is het niet mogelijk om één

btw-systeem naar voor te schuiven die voor elke landbouwonderneming de beste oplossing zou

zijn. De keuze inzake een btw-systeem zal een weloverwogen keuze zijn, die moet gebeuren

vanuit een kritische analyse van de landbouwwerkzaamheid.

Als we de bijzondere landbouwregeling inzake btw in detail bekijken, komt één voordeel duidelijk

naar voor. De regeling is administratief veel eenvoudiger dan de normale btw-regeling. Dit

vanwege het feit dat de landbouwondernemer niet verplicht is facturen uit te reiken, periodieke

btw-aangiftes in te dienen of btw door te storten naar de Schatkist. Deze redenering gaat op,

wanneer de landbouwondernemer voor zijn volledige activiteit aan de bijzondere

landbouwregeling onderworpen is. Het is echter ook mogelijk dat de landbouwer, door het feit

dat hij bepaalde handelingen uitvoert die niet aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen

kunnen worden, geacht wordt in twee sectoren actief te zijn. Wanneer deze tweede sector dan

onderworpen is aan de normale of forfaitaire btw-regeling, zal hij voor deze sector wel

onderworpen zijn aan voormelde verplichtingen.

Kunnen we dan concluderen dat een landbouwondernemer best opteert voor de bijzondere

landbouwregeling? Neen. Een niet te onderschatten nadeel van de bijzondere landbouwregeling

is namelijk het feit dat de btw op aankopen, die een landbouwondernemer verricht om zijn

economische activiteit uit te voeren, niet aftrekbaar is. De landbouwondernemer heeft wel recht

op een forfaitaire compensatie, die betaald zal worden door de koper of ontvanger van zijn

landbouwproducten of landbouwdiensten. Wanneer we echter te maken hebben met een

landbouwbedrijf die grote investeringen in het vooruitzicht heeft, raden we aan om een

overschakeling naar de normale btw-regeling te overwegen. Hoewel deze administratief wel

minder voordelig is, en de landbouwer de btw die hij dan in rekening moet brengen bij zijn

verkopen wel moet doorstorten naar de Schatkist, zal de hij de btw, die hij zal moeten voldoen op

de investeringen, volledig in aftrek kunnen brengen.

Wanneer we het hebben over een overstap van de bijzondere landbouwregeling naar de normale

regeling inzake btw, is het mogelijk dat er een teruggaaf van de btw tot stand zal komen. In de

Page 100: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

88

bijzondere landbouwregeling heeft de landbouwondernemer immers de btw op zijn aankopen

niet in aftrek gebracht. Wanneer een landbouwondernemer dergelijke overstap tussen btw-

systemen maakt, moet hij er echter wel rekening mee houden dat hij pas na drie jaar terug kan

overstappen naar de bijzondere landbouwregeling.

Indien we echter in de omgekeerde situatie zitten en er een overstap gebeurt van de normale

regeling naar de bijzondere regeling inzake btw, zal rekening moeten worden gehouden met een

eventuele herziening van de btw. Het is echter niet toegelaten om, wanneer er gebruik wordt

gemaakt van de bijzondere landbouwregeling, btw in aftrek te nemen.

Wanneer we de verkopen van landbouwproducten of het verrichten van landbouwdiensten, door

de landbouwondernemer onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling, aan personen

gevestigd buiten België bekijken, komt een problematiek aan het licht. De landbouwondernemer

kan ook dan de forfaitaire compensatie in rekening brengen, zelfs wanneer het gaat om

vrijgestelde intracommunautaire leveringen of vrijgestelde uitvoeren die in het land van

ontvangst belast worden. Buitenlandse belastingplichtigen of niet-belastingplichtige

rechtspersonen die gehouden zijn de btw te vereffenen in het land van bestemming, kunnen dan

een beroep doen op de teruggaaf van de forfaitaire compensatie, iets wat voor de binnenlandse

belastingplichtigen niet van toepassing is.

Indien een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de bijzondere landbouwregeling,

goederen aankoopt, zullen de normale regels van toepassing zijn. De leverancier zal een factuur

uitreiken waar de btw in rekening wordt gebracht, ook al heeft de landbouwondernemer geen

recht op aftrek. Wanneer we het hebben over intracommunautaire verwervingen geldt echter

een aparte regeling. Wanneer de landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere

landbouwregeling, de drempel van 11 200 euro niet overschrijdt en er niet voor opteert om de

belasting in België te voldoen, zal de btw voldaan worden door de leverancier tegen het btw-

percentage dat geldt in het land van aankoop. Het btw-percentage die in rekening zal worden

gebracht en die de landbouwondernemer zal moeten betalen zal dus deze zijn die van toepassing

is in het land van aankoop. Deze regeling is echter enkel van toepassing wanneer het in hoofde

van de verkoper niet gaat om een verkoop op afstand. Indien dit wel het geval is zal de leverancier

de btw in België voldoen en gaat het in hoofde van de landbouwondernemer, die gebruik maakt

van de bijzondere landbouwregeling, om een aankoop in België. Wanneer het gaat om een

landbouwondernemer die geen beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, zal er verlegging

van heffing zijn, hij zal dan geen btw voldoen in het land van aankoop, maar wel in België, via een

bijzondere btw-aangifte.

Page 101: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

89

Als een landbouwondernemer beslist om zijn onderneming geheel of gedeeltelijk over te dragen,

hangt de btw-regeling af van het feit of het al dan niet gaat van over een overdracht van een

algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling. Wanneer we het overgedragen deel kunnen

kwalificeren als een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling, wordt de overdracht niet

als levering beschouwd. Het gevolg hiervan is dat de levering niet aan de btw zal worden

onderworpen. Indien het overgedragen deel echter niet kan worden aangemerkt als een

algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling, zal artikel 11 van het wetboek btw niet van

toepassing zijn en zullen de normale regels van toepassing zijn, rekening houdend met de

belastingregeling waaraan de overdrager en overnemer zijn onderworpen. De overdracht van een

algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling kan wel tot gevolg hebben dat er eventuele

btw-regularisaties zullen moeten worden uitgevoerd.

Tot slot worden nog enkele suggesties gedaan inzake toekomstig onderzoek. Deze masterproef is

eerder een beschrijvende studie, waardoor de mogelijkheid bestaat om bepaalde elementen

dieper te bestuderen. Er kan bijvoorbeeld onderzocht worden of het feit dat het forfaitair

compensatiepercentage of het btw-percentage op landbouwgoederen en –diensten in de

verschillende lidstaten niet dezelfde is belangrijke gevolgen heeft. Verder kan ook dieper

ingegaan worden op de aangehaalde problematiek inzake de teruggaaf van de forfaitaire

compensatie. Tot slot zou nog onderzoek kunnen worden gedaan naar de specifieke subsidies die

toegekend worden in de landbouwsector en de eventuele gevolgen op vlak van btw.

Page 102: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

90

Page 103: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

I

Lijst van geraadpleegde werken

Wetgeving

Aanschrijving nr. 11 dd. 12/08/1992

Aanschrijving nr. 5 dd. 14/02/1979

Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970

Aanschrijving nr. E.T.100.154 dd. 31/07/2001

Beslissing nr. E.T. 109249 van 8 april 2005

Beslissing nr. E.T. 18638 van 16 oktober 1974

Beslissing nr. E.T. 26872 van 27 september 1978

Beslissing nr. E.T. 72752 van 2 juli 1991

Beslissing nr. E.T. 76161 van 9 september 1992.

Beslissing nr. E.T. 87178 van 9 januari 1998

Beslissing nr. E.T. 89594 van 6 mei 1997

Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie.

Circulaire nr. E.T.110.663 (AOIF nr. 46/2009) van 30 september 2009.

Eerste richtlijn van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (67/227/EEG), PbL, afl. 71, 1301, 14 april 1967.

K.B. nr. 1, 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 26 februari 2016.

K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde, BS 8 mei 2013.

K.B. nr. 3, 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 28 december 2015.

K.B. nr. 14, 3 juni 1970 met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, gedeelten van gebouwen en het bijhorende terrein en de vestigingen, overdrachten en wederoverdrachten van een zakelijk recht in de zin van artikel 9, tweede lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde op zulke goederen, BS 8 mei 2013.

K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, §2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen, BS 9 juli 2014.

K.B. nr. 20, 20 juli 1970 met betrekking tot de vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 2 februari 2016.

K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, BS 8 mei 2013.

Page 104: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

II

Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, PbL, afl. 347, 11 december 2006; err., PbL, afl. 335, 20 december 2007.

Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Vr. en Antw. Kamer 2008-2009, 15 december 2008 (Vr. nr. 0488 H. BOGAERT)

Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, BS 17 juli 1969.

Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (77/388/EEG), PbL, afl. 145, 13 juni 1977.

Rechtspraak

Cass. 11 oktober 2002, www.cass.be

HvJ 10 november 2011, nr. C-444/10, Finanzamt Lüdenscheid/Christel Schriever (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. MENGOZZI

HvJ 15 juli 2004, nr. C-321/02, Finanzamt Rendsburg/Detlev Harbs (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER

HvJ 26 mei 2005, nr. C-43/04, Finanzamt Arnsberg/Stadt Sundern (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen P. LÉGER

HvJ 27 november 2003, nr. C-497/01, Zita Modes Sàrl/Administration de l’enregistrement et des domaines (http://curia.europa.eu), concl. adv-gen F. G. JACOBS

Rechtsleer

DEBELVA F., DEGADT C., DE VLIEGER D., HEIRMAN J., MASSIN I., STAS D., VANBIERVLIET F., VANDENDRIESSCHE

P., VYNCKE K., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, Brugge, Die Keure Professional Publishing, 2015, 569p.

RUYSSCHAERT S., VANHEUVERZWIJN C., DE VROE R., Praktisch BTW recht, Berchem, De Boeck nv, 2014, 542p.

RUYSSCHAERT, S., Btw van factuur tot aangifte, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2015, 366p.

RUYSSCHAERT, S., Overdracht van een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2010, 118p.

STROOBANDT A., BERGEN D., VAN GIJSEGHEM D., BAS L. EN VUYLSTEKE A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel, 60p.

TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 2200p.

VANDENBERGH H., Btw-Handboek Editie 2003, Brussel, De Boeck & Larcier nv, 2003, 900p.

VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 2056p.

WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 632p.

Page 105: De bijzondere landbouwregeling in de BTW · 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 ... Wanneer deze nu echter beslissen

III

WILLE P., GOVERS M., Btw-praktijkboek 2016, Antwerpen, Kluwer, 2016, 1132p.

Online vindplaatsen

Belgium.be, informatie en diensten van de overheid, BTW, http://www.belgium.be/nl/belastingen/btw geconsulteerd op 13/02/2016

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-plicht, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-plicht geconsulteerd op 25/04/2016

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/vrijstellingsregeling geconsulteerd op 25/04/2016

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Forfaitaire btw-regeling, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/forfaitaire_btw-regeling geconsulteerd op 25/04/2016

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Landbouwregeling, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/landbouwregeling?language=nl geconsulteerd op 13/02/2016

Officiële website van Vlaanderen, Melkquotum, http://www.vlaanderen.be/nl/ondernemen/landbouw/melkquotum geconsulteerd op 20/02/2016

X, Kleine landbouwondernemers, Pacioli, 31 augustus 2001, http://www.bibf.be/Index.asp?Idx=1506 geconsulteerd op 13/02/2016

Overige bronnen

CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 64p.

SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Begrippen uit de agrarische fiscaliteit, 2005, 6p.

SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Loonwerk en de registratie als aannemer van land- en tuinbouwwerken, 2008, 1p.

SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 44p.

SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit – btw gevolgen, 2014, 2p.