Brochure Het Nest

116
Ghent Industrial Investment NEST IN DE GENTSE HAVEN

description

Brochure Het Nest

Transcript of Brochure Het Nest

Page 1: Brochure Het Nest

Ghent Industrial Investment

NESTIN DE GENTSE HAVEN

Page 2: Brochure Het Nest

NEST

2

Concept, Styling en FotografieFoto + Communicatie Studio BMUSSBart + Sabrina MusschootKleine NestDoornzeelsestraat 579940 Evergemwww.bmuss.be

Inhoud en redactieCommunicatiebureau Gi.deeICC Congrescentrum GhentVan Ruysselberghedreef bus 59000 Gentwww.gidee.be

Verantwoordelijke uitgeverGhent Industrial Investment nvToemaattragel 19000 Gent09 240 01 10www.g2i.be

Editie: 2012

Page 3: Brochure Het Nest

Beste Lezer,

Waarom de naam ‘Nest’, vraagt u zich waarschijnlijk af?

Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Enerzijds is het een voor de hand liggende naam, die zijn oorsprong vindt in de oude kadastrale be-naming van het projectgebied, die bestond uit voormalige buurtwegen als ‘Den Kleinen Nest’ en ‘Den Groten Nest’.

Maar ‘Nest’ is ook een metafoor die het begrip een zinvollere bete-kenis geeft. Het succesverhaal startte begin jaren negentig, met als auteurs de ondernemende Gentse families Maes en Delori. Hun geloof en ambitie in dit project legde de fundamenten voor het bouwen van het ‘Nest’. De locatie werd bepaald, de eerste fundamentele takken werden gevlochten. Ook het doel was gemarkeerd: het uitbouwen van een vol-waardig, stevig, kwalitatief en duurzaam nest.

Een goed en warm nest bouw je echter niet alleen. Al snel werden diverse partijen uitgenodigd om samen dit nest te bouwen. Iedereen verweefde zijn eigen takken en zo ontstond een unieke en nooit geziene samenwerking.

Vandaag is het bedrijventerrein ‘Nest’ het resultaat van een twintig jaar lange samenwerking en verweving tussen initiatiefnemers, steden-bouwkundigen, architecten, politici, aannemers, bewoners, beroepsor-ganisaties, landbouwers, bedrijven, ambtenaren en sympathisanten... Het ‘Nest’ breidt zich nog elke dag uit en is ondertussen auto-genere-rend.

Zo ziet u maar: het G2i-project ‘Nest’ is meer dan een bedrijventerrein gelegen in de Gentse Kanaalzone.

Dit verhaal is geschreven door ondernemers... voor ondernemers.

Pieter-Jan Petit, projectontwikkelaar G2i

Page 4: Brochure Het Nest

4

6

56

30

84

10

62

32

86

14

68

38

98

Bezielers 'Nest'

Academic Dean

Aannemer Grote Nest

Parkmangement

Over ‘hun’ haven

Vastgoedontwikkeling

Popmuziek maken

Ons Nest

G2i is een voorbeeld

Energie

Gelukkigste Mens

Efficiënt werken

Page 5: Brochure Het Nest

22

71

44

100

26

74

52

106

28

78

54

110

Lachende gezichten

Container Terminal

101 redenen

Projectontwikkelaar G2i

ING Bank

100 Miljoen

Omgeving

Regisseurs Gentse haven

G2i is een voorbeeld

Energie

Gelukkigste Mens De Notaris

Wonen + werken in Nest

Flexibel bouwen

Communicatie haven

Page 6: Brochure Het Nest
Page 7: Brochure Het Nest

Aan tafel met de initiatiefnemersvan G2I-project 'Nest'.

Ondernemersfamilies Maes en Delori, investeerders met een hart voor de Gentse regio

Het management van Ghent Industrial Investment (G2i) is al meer dan 21 jaar in de ban van het G2i-project ‘Nest’ in de Gentse Kanaal-

zone. Dit is één van de grootste private projecten geworden in Vlaanderen. De ontwikkeling van 160 hectare industriegronden, gelegen

tussen de R4 West en het kanaal Gent-Terneuzen vormt de inzet.

In de buurt van het project ‘Nest’, in restaurant Chateaubriand in Doornzele (Evergem), bij een goed glas Margaux Grand Cru classé,

brachten we de ondernemersfamilies Maes en Delori samen voor een uitvoerig gesprek.

Roland Maes en dochter Sophie openen met een stukje geschiedenis van de groep Maes.

“We zijn toe aan de vijfde generatie als familiale ‘bouwaannemers’. Alles startte in 1892. We zijn op vandaag een multidisciplinai-

re groep, toonaangevend in de bouwwereld en in de ontwikkeling en beheer van commerciële en residentiële vastgoedprojecten.

De kennis wordt van generatie op generatie overgedragen. Koopcentra en grootwarenhuizen, schoolgebouwen, overheidsgebouwen en

appartementsbouw behoren tot onze activiteiten, zowel als bouwaannemer als vastgoedontwikkelaar. Beide activiteiten zijn duidelijk

van elkaar gescheiden.”

Jacques Delori en zoon Jean-Jacques zitten mee aan tafel.

Jacques Delori: “Ik leerde de groep Maes, en in het bijzonder Roland Maes, beter kennen in de Club of Flanders en in de Kamer van

Koophandel in Gent. Als voormalig secretaris-generaal bij Sidmar volgde ik ook het aanbod in de Gentse kanaalzone. De door Veneco

te koop aangeboden gronden in Evergem wekten de interesse van onze familie. Dat bracht ons samen met de familie Maes. Ik vond het

project te groot voor ons alleen en vond Roland Maes bereid om samen een bod te doen. We haalden het van enkele andere bieders.”

Ontwikkeling ‘Working space to work’

Jean-Paul Cloquet, zaakvoerder van studiebureau Cloquet uit Gent, is een van de adviseurs van de families Delori en Maes bij het project

‘Nest’.

“De familie Delori is al lang actief in de Gentse industrie zoals bij Sidmar en het project Durmakker. Zij zagen in de jaren ’90 duidelijk

in dat het kmo- en industrielandschap in Vlaanderen groeide. De samenwerking met de familie Maes is een fantastisch voorbeeld van

een langetermijnsamenwerking.

Families Maes en Delori Bezielers van bedrijventerrein 'Nest'

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

7

Page 8: Brochure Het Nest

Deze was gesteund op een wederzijds vertrouwen en volhardend

geloof in het project in Evergem. Toen de eigendomsoverdracht

voltooid werd, was er de verplichting om binnen de twee jaar de

terreinen bouwrijp te maken. Binnen de drie jaar erna moest het

verkavelde bedrijventerrein verkocht zijn aan geïnteresseerde

bedrijven. Maar het verliep even anders, vooral door een aantal

belangrijke stoorzenders. Van bij de start van het project waren

er problemen. Indien de initiatiefnemers de situatie vooraf beter

hadden gekend, was het project misschien nooit doorgegaan. Er

waren ondermeer de discussies rond de aanpassingen van het

Gewestplan in 1998, de vragen rond de MER (milieueffectrappor-

tage), de te voorziene bouw van een tunnel onder het kanaal en

door het ‘Nest’- gebied als dubbele ontsluiting van de R4, geplan-

de werken van Fluxys door onze terreinen, en de vraag van het

gemeentebestuur van Evergem om de verbinding tussen Evergem

en deelgemeente Doornzele te behouden. Uiteindelijk werd afge-

zien van een ondertunneling en kwam er een verkeerswisselaar,

het Ovaal van Wippelgem.”

Er is voorzien in regionale bedrijventerreinen en terreinen voor

watergebonden bedrijven. De verbinding tussen Evergem en

Doornzele is bekrachtigd door het behoud van de Doornzeel-

sestraat binnen het project.

Jean-Paul Cloquet: “In de aanvangsfase deden we nauwkeurige

opmetingen van de terreinen. Er lagen ook erfdienstbaarheidstro-

ken in het gebied. We moesten rekening houden met de oude en

nieuwe spoorweg en de verwerving ervan, alsook de verwerving

van de aanwezige waterlopen. Om dan nog niet te spreken over

de impact van het voorafgaande archeologisch onderzoek van de

terreinen en het zorgen voor nieuwe ontsluitingen. Tenslotte was

er de aanleg van wegenis en nutsvoorzieningen. Dan volgden de

marketing en de uiteindelijke verkoop van gronden of van vast-

goed binnen het project.”

Drie grote zones

De gefaseerde aanpak had een belangrijke impact op tijd, prijs en

complexiteit van de ontwikkeling van het project.

Jean-Jacques Delori: “De vele tussenkomsten van verschillende

overheden, van gemeente over de provincie, gouverneur tot de

Vlaamse en Federale overheid, doorkruisten continu het project.

Niemand speelde in het begin mee. Het was moeilijk als private

partij in een eerder semi-publieke markt.”

De aangekochte terreinen werden opgedeeld in 3 zones:

Zone 1: langsheen de Jacques Paryslaan – westelijke R4 (o.a. Kop

van Nest)

Zone 2: langsheen het woonlint Doornzeelsestraat (Kleine Nest

en diverse kleinere locaties)

Zone 3: langsheen de Langerbruggekaai – zeehaventerrein (Grote

Nest)

In de loop van 2010 waren de terreinen in ‘Kop van Nest’, gelegen

aan het Ovaal van Wippelgem, bouwrijp, met aanleg van wegenis

en alle nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit en databekabe-

ling). Op vandaag is ‘Kop van Nest’ zo goed als volledig verkocht.

Eén van de ontwikkelingen aansluitend op ‘Kop van Nest’ is ‘Grote

Nest’. In februari 2010 startte het archeologisch vooronderzoek,

uitgevoerd door de Universiteit van Gent. Dat was noodzakelijk

alvorens de wegenis aangelegd kon worden. Tijdens dit vooron-

derzoek werden vuurstenen en gebruiksvoorwerpen uit de Mid-

den Steentijd ontdekt. Het kostenplaatje voor het archeologisch

onderzoek bedroeg ongeveer 500.000 euro. Op ‘Grote Nest’ is mo-

menteel al 20 hectare in optie genomen.

Financiële draagkracht en geduld

Sophie Maes, gedelegeerd bestuurder van G2i: “G2i werd het ve-

hikel voor het ‘Nest’-project. Bij aanvang werd een projectkapitaal

samengebracht van bijna 7 miljoen euro, waarvan bijna 2,5 miljoen

euro eigen kapitaal van beide families. Gedurende 20 jaar hebben

we een stuk van ons vermogen in borg gezet. De hoogste stand

van de door ons gebruikte kredietlijn bedroeg 15 miljoen euro. Op

vandaag is dat fel afgebouwd. Tot voor enkele maanden heb ik nog

getwijfeld of we alle terreinen wel zouden kunnen ontwikkelen. Er

dreigde een deel van de terreinen terug landbouwgrond te wor-

den. Ik ga niet ontkennen dat we op een bepaald ogenblik veel op

het spel gezet hebben. De kredietwaardigheid van beide groepen,

Delori en Maes, speelde een belangrijke rol bij onze bankier. Maar

eind goed, al goed!”

Extra dienstverlening

Jean-Jacques Delori: “Er was niet alleen het ontwikkelen van de

bedrijventerreinen, van ontwerp tot bouwrijp maken van gronden,

tot de aanleg van wegenis en nutsvoorzieningen en van marketing

tot de uiteindelijke verkoop van grond of van vastgoed. Daarnaast

wensten we ook iets aan te bieden dat buiten het gewone viel.

Het draait voor ons uiteindelijk niet enkel om de verkoop, maar

8

G2I werd het vehikel voor het 'Nest'-project.

Page 9: Brochure Het Nest

meer om de realisatie van een echt woon-werk project. We investeren van-

daag in hoe we de terreinen zo kunnen laten beheren zodanig dat ze voor

iedereen aantrekkelijk zijn.

Daartoe werken we bij voorkeur samen met externe professionele bedrijven,

o.a. inzake duurzame energie. We stimuleren de nieuwe bedrijven om sa-

men te investeren in bijvoorbeeld het gezamenlijk laten ophalen van afval,

de bewaking van de bedrijfsgebouwen en hun omgeving, de postbedeling en

postverkeer, een fietsenpark voor werknemers. We deden er ook alles aan

om een beste verstandhouding te hebben met de buren, de omliggende land-

bouwers en de lokale overheid. In de Kanaalzone leven industrie en inwoners

goed samen.”

Toekomstige projecten

Krijgt deze samenwerking tussen beide families een vervolg?

Jacques Delori: “Wij zijn financiële investeerders, met een hart voor de Gent-

se regio en de Kanaalzone, maar ook daarbuiten. De balans van het project

G2i is positief, zij het dat er een zeer lange tijd is overgegaan voor er concrete

realisaties kwamen. Als de familie Maes bij ons terug komt aanbellen, zijn we

zeker bereid om nieuwe projecten mee te bestuderen.”

Sophie Maes: “Wij blijven als groep Maes zeer actief in de vastgoedmarkt.

Het project ‘Nest’ is op vandaag winstgevend geworden, na 20 jaar zware in-

zet van financiële middelen en het nemen en beheersen van talrijke risico’s.

Operationeel zien we geen problemen meer. Voor de groep Maes was dit niet

het eerste project dat zo lang duurde. Maar, ruggengraat en volharding zijn

nodig, anders lukt het niet. Alles is een kwestie van veel geduld en financiële

draagkracht.”

Met de opgedane ervaring, ook de tegenslagen, zou u dit vandaag opnieuw

doen?

Sophie Maes: “Ja, zeker!”

Jacques Delori: “Zonder twijfel, zelfs rekening houdend met de huidige finan-

ciële en economische crisis. Wij zijn altijd defensieve investeerders geweest,

met een eerder beperkt beginkapitaal in risico. Het grote zelfvertrouwen en

het woord van en vertrouwen in de familie Maes gaf het groen licht. Wel zou-

den we in het voortraject meer op onze hoede zijn voor de mogelijkheden en

beperkingen, rekening houdend met alle hindernissen die we hebben moeten

nemen.”

www.g2i.be

Page 10: Brochure Het Nest

10

De toekomst van de Gentse haven ligt in Nederland

Page 11: Brochure Het Nest

:: 11

Burgemeester Termont en havenschepen Peeters

Over ‘hun’ havenTekst Sabine Van Damme – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Page 12: Brochure Het Nest

12

Als er twee politici zijn die de haven van Gent kennen als hun

broekzak, dan zijn het wel Daniël Termont en Christophe Peeters.

Termont was Schepen van Haven van 1995 tot 2006 en noemt het

de functie die hij het liefst heeft gedaan. Peeters is vandaag Ha-

venschepen en strijdt mee voor de realisatie van de tweede zee-

sluis in Terneuzen. Ondanks hun verschillende politieke achter-

grond zijn ze het over de toekomst van de Gentse haven roerend

eens: die ligt in Nederland.

De socialist Daniël Termont, vandaag één van de meest populaire

burgemeesters van Vlaanderen en de liberaal Christophe Peeters

zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Maar wel als het de haven

van Gent betreft. Allebei hebben ze er hun hart verloren en dat

steken ze niet onder stoelen of banken. In het statige bureau van

de burgemeester op het stadhuis van Gent praten ze onomwonden

over wat die haven voor Gent en Oost-Vlaanderen betekent: werk

en welvaart. Daniël Termont was schepen van haven van 1995 tot

en met 2006. Sinds 2009 staat Christophe Peeters er aan het poli-

tieke roer. Hij nam het over van Sas Van Rouveroij, die er drie jaar

lang verantwoordelijk voor was.

Burgemeester, u hebt mee gezorgd voor de uitbouw van de

haven tot wat ze nu is. Hoe hebt u dat gedaan? En waar bent u

trots op?

Termont: “Ik heb gewoon verder gebouwd op wat André De Wilde

(+ 2002) daar heeft gedaan. Dat de haven vandaag is wat ze is,

was zijn verdienste. Ik heb heel veel van hem geleerd. De haven

is iets totaal anders dan de rest van de wereld. Ik ben dan ook

enorm graag havenschepen geweest. Het was zelfs de functie die

ik het liefst heb bekleed. Dankzij de haven heb ik de hele wereld

afgereisd, overal vrienden gemaakt, een enorm netwerk gecre-

eerd. In die twee legislaturen heb ik inderdaad aan grootse dingen

kunnen meewerken. Kleine bedrijven zijn hier tot echte reuzen

uitgegroeid; kijk naar Arcelor Mittal en Stora Enso. Maar waar ik

het meest trots op ben, is de uitbreiding van Volvo Cars. Die heeft

mij wel een jaar van mijn leven gekost. Volvo Cars wilde uitbrei-

den, maar dat kon niet. Ik heb ervoor moeten zorgen dat Honda

opschoof en Van Hoorebeke kon verhuizen. Daarvoor ben ik tot

bij de premier moeten gaan. En op een half uur tijd heb ik moeten

beslissen. Maar het was dat, of weten dat de fabriek op termijn uit

Gent zou verdwijnen. Uiteindelijk heb ik voor die operatie 480 mil-

joen Belgische Frank (bijna 12 miljoen euro, nvdr) steun gekregen

en is alles goedgekomen.”

Ook de bouw van het Kluizendok startte toen u schepen was.

Schepen Peeters staat nu in voor de afwerking ervan. Hoe loopt

het daar?

Termont: “Ik was er inderdaad bij toen de eerste paal werd geheid,

en ook de opening van het dok heb ik mogen doen. Ik had daarvoor

prins Laurent uitgenodigd. Ik heb achteraf nog onder mijn voeten

gekregen van prins Filip omdat ik niet hem, maar zijn broer had

gevraagd (lacht).”

Peeters: “Rond het Kluizendok ligt 400 hectare grond. 100 hec-

tare daarvan is al ingenomen door 13 bedrijven. Euro-Silo zal het

veertiende zijn dat daar voet aan wal zet. Zij hebben een concessie

genomen van 94.000 vierkante meter. Onder het motto van ecolo-

gisch ondernemen hebben we de rest van de terreinen afgelopen

winter laten begrazen door schapen. Zo bleef het gras kort zon-

der inzet van machines. Maar de interesse voor het Kluizendok is

groot.”

Hoe lang kan de haven van Gent nog blijven uitbreiden?

Peeters: “Voorlopig hebben we nog plaats genoeg. De haven zal

in elk geval niet buiten de grenzen groeien van wat nu is vastge-

legd in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP). We hebben de wijk ’t

Zandeken moeten onteigenen, waar nu bedrijventerreinen Rieme

Kleine bedrijven zijn hier tot echte reuzen uitgegroeid.

‘‘’’

Page 13: Brochure Het Nest

Noord en het Kluizendok zijn voorzien. Daarnaast zijn er bedrijven

binnen het havengebied die moderniseren of verschuiven, waar-

door ook daar plaats vrijkomt. Er is ook een trend om meer smal-

le, lange terreinen te bezetten. Diep landinwaarts dus, met een

smal stuk kademuur. Want grond aan de kaai is duur natuurlijk.

We kunnen dus nog even doorgaan. Maar het is duidelijk dat de

verre toekomst van de Gentse haven op Nederlands grondgebied

ligt. Over de grens ligt langs het kanaal nog 800 hectare grond die

gewoon niet wordt gebruikt.”

Termont: “Over een vijftiental jaar zal dat inderdaad zo zijn.

In Nederland hebben ze mensen te kort; wij hebben hier heel wat

werkzoekenden. Nu al zijn de werkgevers van hier met Vegho –

de Vereniging van Gentse Havengebonden bedrijven – naar een

beurs voor Expats in Utrecht gegaan, waar echt mensen worden

geronseld. Binnen 30 á 40 jaar zal Zeeuws-Vlaanderen er langs

het kanaal uitzien zoals onze haven hier.”

Schepen Peeters, jullie staan momenteel voor een grote uitda-

ging: de Zeesluis in Terneuzen. Hoe zit het daarmee?

Peeters: “Die tweede zeesluis moet er komen. Zonder die sluis

bloedt de Gentse haven in de toekomst gewoon dood. Nu al zijn er

schepen voor Arcelor die hier gewoon niet binnenraken. Die moe-

ten naar Rotterdam, waarna de inhoud in duwbakken naar Gent

wordt gebracht. Dat is niet houdbaar. Zonder grotere zeesluis zal

de grote industrie in de haven van Gent afbouwen en verdwijnen,

wat absoluut vermeden moet worden. Mensen beseffen niet altijd

wat voor welvaart die haven aan onze stad en provincie bezorgt.

Een vijfde van de volledige tewerkstelling in Oost-Vlaanderen

hangt af van de haven. De haven geeft rechtstreeks en onrecht-

streeks werk aan 70.000 mensen. Dat is ongeveer het inwoners-

aantal van Hasselt.”

Termont: “Het overleg over die sluis is al 45 jaar bezig en zit nu

in een stroomversnelling. Als alles meezit, kan de nieuwe sluis

in 2018 open, exact 50 jaar na de opening van de Westsluis van

Terneuzen.”

Wie betaalt de kosten?

Peeters: “Er is een akkoord dat de sluis voor 80% door Vlaanderen

wordt gefinancierd. Het Havenbedrijf Gent heeft aan minister Cre-

vits aangeboden om zelf in te staan voor 75 miljoen euro, of zowat

15% van de totale kostprijs. Die kostprijs wordt volgens Vlaande-

ren op 630 miljoen euro geraamd, Nederland heeft het over 900

miljoen euro. De realiteit zal iets daartussen zijn. De huidige sluis

in Terneuzen is 265 meter lang, 40 meter breed en 12,5 meter

diep. Er kunnen schepen tot 38 meter breed door. De nieuw te

bouwen zeesluis zou 366 meter lang, 55 meter breed en 15 meter

diep zijn en schepen tot 49 meter breed kunnen doorlaten. Qua

diepgang geeft dat alleen nog een probleem in Zelzate, waar een

tunnel onder het kanaal zit op 13 meter diepte. Die moet dan wor-

den vervangen.”

En hoe zit het met de liefde voor de haven? Er wordt altijd ge-

zegd dat de Gentenaars hun eigen haven veel te weinig kennen.

Peeters: “Dat betert. We hebben hier een andere situatie dan in

Antwerpen natuurlijk, waar de haven bij wijze van spreken naast

het Steen ligt. Hier zie je geen haven vanuit het centrum. Maar we

werken eraan. Het Havenbedrijf heeft het Havenhuis op de Graslei

gekocht om daar een soort van infopunt voor de Gentenaars te

maken. Dat is echt de haven in de stad brengen. Daarnaast heb-

ben ook de rondvaarten met uitleg in het havengebied enorm veel

succes. Er zijn nu elke maand twee weekends voorzien want we

waren al volgeboekt tot Pasen volgend jaar. Langzaam maar zeker

verovert de haven dus het hart van de Gentenaars.”

De haven geeft rechtstreeks en onrechtstreeks

werk aan 70.000 mensen.

‘‘’’

www.gent.be

Page 14: Brochure Het Nest

14 ::

Page 15: Brochure Het Nest

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van UNIZO

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Door de hoge belastingdrukzijn onze ondernemers

meesters in efficiënt werken.

U hoort dagelijks de stem van zelfstandigen. Waarover maken ze zich het meest zorgen?

“Ik zit inmiddels 20 jaar in de ondernemerswereld. Ik heb altijd al klachten gehoord over te veel paperassen en heb die bekommernis

steeds maar horen toenemen. Dat is een logisch gevolg van de complexiteit van onze maatschappij. Het beleid probeert dat een beetje

geregeld te krijgen. Alleen gaat dat vaak gepaard met procedures waarvan mensen zich terecht afvragen waarvoor het allemaal dient.

Er is geen discussie over de noodzaak van bijvoorbeeld vergunningen om te bouwen of projecten te ontwikkelen. Maar elke zelfstandige

is vragende partij voor een duidelijk kader. Onze ondernemers hebben vooral opmerkingen over de manier waarop. Het meest stuitende

is dat ze zeven keer hetzelfde moeten geven. De jongste jaren zijn er op alle beleidsniveaus inspanningen gebeurd. De overheid is zich

daar sterk van bewust. Een burgemeester weet dat ook want een gemeente doet ook allerlei investeringen. Om de een of andere reden

slaagt men er toch niet in om alle data die men moet beheren duidelijk op elkaar af te stemmen, en een keuze te maken. We maken nog

te veel mee dat de overheid zegt: we zullen maar wat meer informatie opvragen, dat is beter dan te weinig.”

‘‘’’

:: 15

Karel Van Eetvelt, Gedelegeerd bestuurder van UNIZO

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

U hoort dagelijks de stem van zelfstandigen. Waarover maken ze zich het meest zorgen?

“Ik zit inmiddels 20 jaar in de ondernemerswereld. Ik heb altijd al klachten gehoord over te veel paperassen en heb die bekommernis

steeds maar horen toenemen. Dat is een logisch gevolg van de complexiteit van onze maatschappij. Het beleid probeert dat een beetje

geregeld te krijgen. Alleen gaat dat vaak gepaard met procedures waarvan mensen zich terecht afvragen waarvoor het allemaal dient.

Er is geen discussie over de noodzaak van bijvoorbeeld vergunningen om te bouwen of projecten te ontwikkelen. Maar elke zelfstandige

is vragende partij voor een duidelijk kader. Onze ondernemers hebben vooral opmerkingen over de manier waarop. Het meest stuitende

is dat ze zeven keer hetzelfde moeten geven. De jongste jaren zijn er op alle beleidsniveaus inspanningen gebeurd. De overheid is zich

daar sterk van bewust. Een burgemeester weet dat ook want een gemeente doet ook allerlei investeringen. Om de een of andere reden

slaagt men er toch niet in om alle data die men moet beheren duidelijk op elkaar af te stemmen en een keuze te maken. We maken nog

te veel mee dat de overheid zegt: we zullen maar wat meer informatie opvragen, dat is beter dan te weinig.”

Door de hoge belastingdrukzijn onze ondernemers

meesters in efficiënt werken.

15

Page 16: Brochure Het Nest

16

En wat met de hoge loonkosten?

“Dat is in arbeidsintensieve sectoren de bezorgdheid die ik het

vaakst hoor. De meeste mensen waarmee ik in contact kom,

werken in zeer arbeidsintensieve sectoren, waar de menselijke

factor – gelukkig maar – nog altijd de belangrijkste is. Ik heb nog

bijna nooit een zelfstandige ondernemer gehoord die vindt dat

zijn personeel netto te veel verdient. Maar wel dat het voor hem

verschrikkelijk moeilijk is om die kost aan de markt doorgerekend

te krijgen. En dan verbaast het niet dat rond arbeidsintensieve

sectoren die zich richten naar de binnenlandse markt een zwart

circuit hangt.

Ik heb 12 jaar in de bouwsector gewerkt. Toen ik daar begon,

hoorde ik van de aannemers dat ze met weemoed terugdachten

aan de jaren zestig en zeventig, toen een arbeider zijn huis kon

laten bouwen door een aannemer die in het wit werd betaald. Ze

konden ook een schilder laten komen. Ondenkbaar vandaag. Zelfs

een doorsnee midden kaderlid kan dat niet meer betalen. Dat is

een frustratie bij heel veel ondernemers. Ik reis vaak naar andere

landen en ik hoor die klacht overal. Ik was twee jaar geleden in

Marokko waar ik onder meer praatte met een meubelmaker met

60 mensen in dienst. Wat mij het meest bezighoudt, is de loonkost,

zei die me. Natuurlijk bekeek die dat vanuit zijn perspectief. Toen

ik hem uitlegde hoe het in België ging, zei hij me aan het eind van

het gesprek: u hebt me toch gelukkig gemaakt vandaag.”

Wat frustreert een werkgever het meest?

“De kloof tussen wat hij zijn mensen netto kan betalen en wat het

hem effectief kost. Ik las vanochtend nog in de krant dat we helaas

wereldkampioen blijven inzake belasting op arbeid. Dat is drama-

tisch. Iedereen wordt kwaad als hij zijn belastingbrief invult.”

Ervaart u daar rond veel pessimisme?

“Je moet alles een beetje relativeren. Ik werk nu eenmaal in een

positie waarin mensen met wie ik praat verwachten dat ik er iets

kan aan doen. Dus die komen aan mij het mooie weer niet vertel-

len. Dat is logisch. Ik moet hen duidelijk maken dat in een com-

plexe samenleving alles snel verandert. Ik denk dat iedereen daar

wel iets wil aan doen: zowel in de politiek als in het sociaal overleg

met de vakbonden. Maar tussen dat bewustzijn en tot oplossingen

komen, ligt nog een weg.”

De traagheid van veranderingen: frustreert dat een ondernemer

niet evenveel?

“Jazeker. Ik denk dat wij als UNIZO twee dingen moeten doen:

blijven hameren op de nood aan verandering, ook in het beleid,

en zoeken naar goede oplossingen. Daar rond compromissen

sluiten, is veel moeilijker. Oplossingen aanreiken interesseert

me veel meer dan problemen aankaarten en daarover commu-

niceren.”

Hoe zou u het ondernemersklimaat in Vlaanderen op dit eigen-

ste ogenblik omschrijven?

“Het ondernemersklimaat gaat op en af, het is ook iets subjectief,

een gevoel. Wat is het subjectief gevoel op dit moment? Zeker in

het begin van 2012 is dat niet goed. Dat heeft met communicatie

over beleidsmaatregelen te maken. Men heeft de belastingdruk

verhoogd in het begin van het jaar om de begroting in evenwicht

te krijgen. Maar die communicatie! Tjonge. Als het om fraude ging

was het alsof het de ondernemers waren. Ik heb kennis genomen

van de 150 antifraude maatregelen: wel, drie vierde daarvan zit-

ten bij zelfstandigen. Staatssecretaris John Crombez bedoelt dat

goed, maar ik heb hem gezegd: als je de perceptie creëert dat

daar het grootste probleem zit, dan moet je niet verschieten dat

mensen die elke dag moeten krabben om rond te komen en om

hun zaak te runnen, op de duur opstandig worden.”

En als we nu niet op de korte termijn kijken? Wat is dan het

ondernemersklimaat?

“Als ik naar de laatste tien jaar kijk, dan stel ik vast dat het

respect voor ondernemers in Vlaanderen fors is toegenomen;

er is de wetenschap dat ondernemen noodzakelijk is om wel-

vaart te creëren. Je merkt dat in politieke middens. Op Vlaams,

federaal en Europees niveau heeft men - op zijn minst toch met

woorden - veel aandacht voor familiaal ondernemerschap en dat

men dat moet ondersteunen om de welvaart te behouden. In het

onderwijs heb ik de houding tegenover ondernemers in die tien jaar

in gunstige zin zien omdraaien. Dat geldt ook voor de overheids-

diensten. Zeker bij de lokale overheden is terzake een enorme

vooruitgang geboekt. Meer en meer ambtenaren zijn er zich van

bewust dat ze ondernemers moeten helpen, dat die niet alles

kunnen weten. Oké, er blijven wel een aantal inspectiediensten die

daar anders over denkt. Op de langere termijn bekeken, denk ik dat in

Vlaanderen het klimaat om te ondernemen nog altijd vrij goed is.

Mochten we iets kunnen doen aan die zware fiscale en parafis-

cale druk dan zouden we meer groei kennen. De bereidheid om te

ondernemen is vrij fors gegroeid dit jaar.”

De ondernemersomgeving is mondiaal geworden.

“Dat mogen we niet vergeten. In de afgelopen 20 jaar is dat enorm

geëvolueerd. Er zijn de hoge lastendruk die wij in eigen land als

een nadeel ervaren, de strenge voorwaarden om dingen te doen,

de hoge eisen inzake kwaliteit. Dat nadeel van ons wordt plots

een voordeel als je op de internationale markten begint te bewe-

gen. Door de hoge kwaliteitseisen die van onze bedrijven in eigen

land worden gevraagd, staan ze met hun producten en diensten

een stuk boven de concurrenten. Door die hoge belastingdruk

hebben wij geleerd om bijzonder efficiënt te werken. Daar zijn wij

meesters in. Onze productiviteit is nog altijd bij de hoogste in de

wereld. Dat wordt dan in een internationale omgeving een groot

voordeel.

Page 17: Brochure Het Nest

Het nadeel daarvan is dat de druk op de mensen zeer groot wordt. De stress

op de werkvloer is bij ons één van de grootste in de wereld.”

Kwaliteit blijft een sterke troef.

“Wij hebben sinds begin jaren ’90 zeer strenge milieureglementeringen. Heel

wat ondernemers zijn daar niet zo gelukkig mee. Maar als je met die nor-

men naar het buitenland gaat, sta je dicht bij de top. Zeker als je met die

kwaliteitsnormen begint te ondernemen in Azië of Zuid-Amerika, dan kan

niemand daaraan tippen. Dan zie je dat Vlaamse bedrijven die in milieutech-

nologie zijn gespecialiseerd tot de top behoren en goede business doen. Ik

ken een voorbeeld van een bedrijf dat als kleine familiale onderneming in

watertechnologie is begonnen en dat je nu overal in de wereld tegenkomt.

Zo ken ik honderden Vlaamse bedrijven die door kwaliteit elders in de wereld

werkzaam zijn. Ik zeg vaak aan onze ondernemers: maak het nadeel tot een

voordeel door de internationalisering.”

Het belang van een ondernemersvriendelijk gemeentelijk beleid kan niet

worden onderschat, schreef u onlangs. Leg dat eens nader uit.

“We hebben dat gemeten in 300 gemeenten waar UNIZO een afdeling heeft.

Mobiliteit staat op nummer één: bereikbaarheid van de handelscentra voor

de klant; voor de werknemer bereikbaarheid van een kmo-zone of een indus-

triezone. Parkeerbeleid ook. Wat zeer sterk opviel is het belang dat onderne-

mers hechten aan het imago van hun gemeente. Is de gemeente dynamisch

genoeg? Levert ze voldoende inspanningen om uitstraling – ook inzake cul-

tuur, toerisme en sport - te verwerven binnen Vlaanderen en zelfs binnen

Europa? Veel ondernemers zijn fier op de gemeente waar ze gevestigd zijn.

Dat is niet onlogisch, want de gemeente is tegelijk een deel van het visite-

kaartje van hun bedrijf. Opvallend is dat ze fiscaliteit wel belangrijk vinden,

maar dat staat toch meer achteraan. Uit de discussies bleek dat onze onder-

nemers van hun gemeentebestuur een correcte belastingdruk willen. Als je

belastingen heft, en je geeft ons daar een dienst voor in de plaats, dan heb-

ben we daar geen probleem mee. Een aantal lokale Unizobesturen heeft zelfs

een voorstel van belastinginvoering gedaan om iets te kunnen realiseren. Het

is niet zo dat ondernemers tegen belastingen zijn, ze vragen alleen dat daar

correcte dingen mee gebeuren. Dat maakt het voor ons ook gemakkelijker

als we met gemeenten gaan praten. Dan kom je tot een constructief debat

met de overheid. Als organisatie proberen wij dat te stimuleren.”

Er is de wetenschap dat ondernemen noodzakelijk is

om welvaart te creëren.

‘‘’’

Page 18: Brochure Het Nest

18

Ondernemers zijn niet het soort mensen

dat snel de armen laat hangen.

Het zijn mensen met veel capaciteiten en het karakter

om door te duwen, er blijven in te geloven.

Unizo wil meer orde in de wildgroei van lokale belastingen.

“Er bestaan heel veel soorten gemeentelijke belastingen. Afhan-

kelijk van de gemeente waar je bent gevestigd, kan je geluk heb-

ben of tegenslag. Het zou goed zijn dat men op Vlaams niveau

tot een kader voor ondernemersbelastingen komt dat je aan de

gemeenten geeft. Zorg voor een beetje uniformiteit. Als gemeen-

ten bepaalde belastingen heffen om putten te vullen, dan voelt de

ondernemer zich gepakt. Het is voorlopig een idee. Maar één ding

heb ik van ondernemers geleerd: je mag nooit opgeven. Onderne-

mers zijn niet het soort mensen dat snel de armen laat hangen.

Het zijn mensen met veel capaciteiten en het karakter om door te

duwen, er blijven in te geloven. Ik heb daar veel bewondering voor,

ook voor de risico’s die sommigen nemen. Slechts een minderheid

van de bevolking is bereid dat risico te nemen. Ik zie duizenden

ondernemers per jaar: van de zaken die sommigen ervaren, wil je

de helft nog niet meemaken.”

Ik ben Vlaamsgezinder geworden door mijn job bij UNIZO, zei u

in een interview. Hoezo?

“Sinds 10 jaar zit ik vaak in het federaal kernkabinet en dan merk

je wel de verschillen tussen noord en zuid. Los van de partijen

is er een groot verschil in ideologische benadering tussen de

landsdelen. Ik zeg daarmee niets slecht over het noorden of het

zuiden van het land, ik doe gewoon de vaststelling. UNIZO is een

Vlaamse organisatie, dus ik luister naar de uitdagingen die on-

dernemers in Vlaanderen hebben. En die uitdagingen zijn alle-

maal groeigericht. En dan merk je dat een aantal obstructies die

de groei tegenhouden uit een andere ideologie, door een andere

benadering van het zuiden komen. Op de duur raak je gefrus-

treerd. Ik heb in vroegere discussies in het kernkabinet gezegd:

er is niemand tegen het feit dat er solidariteit moet zijn binnen

een land, dit vanuit een sterker economisch deel naar een zwak-

ker deel. Maar zeggen dat we dat sterk landsdeel moeten afrem-

men omdat dan de kloof te groot wordt, dat is toch al te gek. Ik

heb toen aan de Franstalige ministers gezegd dat ik het niet meer

snap. Je verlangt solidariteit, zei ik hun, maar je vermijdt dat wij

het kunnen doen door ons af te remmen. Hoe kan ik zo’n dubbele

boodschap uitleggen aan mijn Vlaamse ondernemers? En waar

ga je uitkomen? Die uitkomst zal zijn: we worden allebei zwakker.

De laatste twee jaar is het wat verbeterd. Maar ik maakte het mee

dat Franstaligen telkens dingen voorstelden om Vlaanderen af te

remmen. Het is dan ook niet meer dan normaal dat Vlaamse on-

dernemers zeggen: geef Vlaanderen meer eigen bevoegdheden.

Als we vaststellen dat de Vlaming Vlaamsgezinder is geworden

dan heeft dat daar mee te maken. Ik zie dat men zich daar in het

zuiden van het land nu toch meer bewust van is dan enkele jaren

geleden.”

Vindt UNIZO nog makkelijk mensen die zich in de organisatie

willen engageren?

“We hebben meer dan 3.000 bestuursleden. Ik hoor al 20 jaar dat

het verschrikkelijk moeilijk is om bestuursleden te vinden. Maar

in absolute cijfers is het aantal bestuursleden toegenomen. Dus,

natuurlijk vinden we nog mensen. We vinden ook jonge mensen

bereid, ondanks de complexiteit en de tijd die ze in hun zaak

moeten steken. Een goede ondernemer heeft nood aan contact

met collega’s. Er is daarvoor geen betere plaats dan in een mid-

denveldorganisatie, tussen uw ondernemers en luisteren hoe

anderen het doen.”

www.unizo.be

Page 19: Brochure Het Nest
Page 20: Brochure Het Nest

GroteNest

Page 21: Brochure Het Nest

Nest

Page 22: Brochure Het Nest

Pieter-Jan Petit,Projectontwikkelaar

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Projectontwikkelaar Pieter-Jan Petit geeft tekst en uitleg over Nest

Wat kunnen geïnteresseerde bedrijven en potentiële kopers verwachten van het bedrijventerrein Nest in de Gentse Kanaalzone?

Hoe is de zone Nest, gelegen tussen de verkeersader R4 en het Kanaal Gent-Terneuzen, ingedeeld en opgebouwd? Hoe zit ze precies

in elkaar? Wat is het verleden, het heden en wat brengt de toekomst?

Projectontwikkelaar van G2i Pieter-Jan Petit geeft tekst en uitleg.

Pieter-Jan Petit ontvangt ons in het prachtig gerenoveerd voormalig boerderijtje aan de Doornzeelsestraat dat de families Maes &

Delori later omdoopte tot het Jachthuis. Bij de restauratie kwamen fraaie muurschilderingen te voorschijn die taferelen uit het lande-

lijke Doornzele en Wippelgem van toen voorstellen. Voor de ontwikkeling van Nest heeft G2i er een vergaderplek en ontmoetingsplaats

van gemaakt.

“Het draagvlak van het project Nest? Dat zijn de omwonenden en het gemeentebestuur”, zegt Pieter-Jan Petit. “Het is in het Jachthuis

dat we deze mensen ontvangen en hen de nodige informatie geven over de ontwikkelingen en we houden er ook onze projectvergade-

ringen. In de voorbije decennia hebben we van bewoners nooit één bezwaarschrift bij vergunningen ontvangen. Maar, we investeren dan

ook enorm veel in communicatie en projecttransparantie. Het bedrijventerrein is van en voor iedereen.”

In de tot vergaderruimte omgetoverde voormalige woonkamer van het Jachthuis hangt muurbreed een luchtfoto waarop een situatie-

schets van het totale Nest-project is aangebracht. In de achtergrond zien we het Zeekanaal en het Rodenhuizedok. Op de voorgrond de

R4 en het Ovaal van Wippelgem en daartussen in de Doornzeelsestraat met zijn woonhuizen, boerderijen en kmo-bedrijven.

22

Aan het duurzame en groene karakter van het

bedrijventerrein is veel aandacht besteed.

Page 23: Brochure Het Nest
Page 24: Brochure Het Nest

Drie zones

Het bedrijventerrein dat alles samen 160 ha beslaat, draagt de

naam “Nest” maar is opgedeeld in drie aparte zones die op hun

beurt een naam kregen. Zone 1, die in 3 fases werd ontwikkeld,

ligt langs de R4, en is reeds bijna volledig ingenomen door bedrij-

ven. Alleen op de kop (Kop van Nest) zijn nog twee loten beschik-

baar voor regionale bedrijfsactiviteiten. Kop van Nest ligt aan het

Ovaal van Wippelgem en de R4. Deze zichtlocatie vormt de poort

van Evergem en van de Gentse Kanaalzone.

Ook vindt men in Zone 1 langsheen de Finlandstraat een zone

voorbehouden voor kantoren en dienstverlenende bedrijven.

Waternest beslaat zo’n 2 ha over een lengte van meer dan 500

m. Daar kunnen zich bijvoorbeeld een garage vestigen, horeca,

vergader- en conferentieaccommodatie, kinderopvang, sportac-

commodaties waar personeel van omliggende bedrijven gebruik

van kan maken. Kortom voorzieningen die het werken op een in-

dustrieterrein aangenamer kunnen maken. “Eigenlijk zijn dat hele

mooie gronden middenin de door G2i aangelegde groen- en wa-

terpartijen”, zegt Pieter-Jan Petit.

Een tweede zone omvat de gronden gelegen langsheen de Doorn-

zeelsestraat, waaronder de succesvolle realisatie “Kleine Nest”.

Hier gaan ambachtelijke bedrijvigheid en wonen hand in hand.

Grote Nest als sluitstuk van het project ‘Nest’

Tenslotte is er een derde zone, met name “Grote Nest”, een zee-

haventerrein waar nog 55 ha gronden te koop zijn. “Dit terrein

is uitermate geschikt voor lichte industrie, distributie, logistiek,

opslag en industriële dienstverlening. Het aanbod van percelen op

Grote Nest varieert van klein (2.500 m² - 1 ha), via middelgroot (1

tot 2,5 ha) tot zeer groot (meer dan 2,5 ha). Er liggen 25 percelen.

De verkeersontsluiting is volledig gericht op de infrastructuur van

Kluizendok en het Ovaal van Wippelgem, amper enkele minuten

rijden vanaf Grote Nest. De toegang tot Grote Nest verloopt van-

af de Langerbruggekaai (langs het Kanaal) via een 800 m lange

weg met twee brede rijvakken die van elkaar worden gescheiden

door groen en watergrachten. Ook is er een gescheiden fietspad

en parkeerstrook voorzien. G2i noemt deze toegangsweg liever

een “dreef”, wat meteen wijst op de allure die dit industrieterrein

heeft.

Aan het duurzame en groene karakter van het bedrijventerrein is

veel aandacht besteed. Een aarden wal van 6 meter hoog over een

lengte van 1.3 km met ca. 5.000 bomen onttrekt Grote Nest aan

het zicht van de bewoners van de Doornzeelsestraat.

Een elektriciteitsproducent heeft reeds een optie genomen op een

grote lap grond om er een energiecentrale op stoom en gas te

bouwen.

Pieter-Jan Petit: “Op Grote Nest kunnen we eigenlijk alles aanbie-

den, op grote en kleine percelen en er is ook plaats voor dienstver-

lenende bedrijven. We bieden op Grote Nest alle mogelijkheden

aan die ook al bestaan in de andere zones van Nest.

Met Nest hebben we een goed product, het is het resultaat van

het werk dat vele handen in die voorbije 20 jaar hebben geleverd.

Dit is een van de mooiste bedrijventerreinen

vanVlaanderen.

24

Page 25: Brochure Het Nest

We mikken bij de verdere commercialisatie ook op bedrijven die in binnenstedelijk gebied vaak expansieproblemen ondervinden of

moeilijkheden hebben bij het verkrijgen van milieuvergunningen.

We hebben hiervan al enkele goede voorbeelden. Zo verhuist de Gentse verffabrikant Libert Paints van de Nekkerputstraat naar een

nieuwbouw in Nest. Het bedrijf Methu kwam naar hier van op de Land van Waaslaan. Transport l’Ecluse vestigde zich op Nest om

gelijkaardige redenen. En sinds ze zich hier hebben gevestigd, zijn die bedrijven beginnen groeien.”

Terwijl we door Grote Nest rijden, doet Pieter-Jan een bekentenis. “Je moet verliefd zijn op dit terrein om het goed te kunnen verkopen”,

zegt hij. “Dit is één van de mooiste bedrijventerreinen van Vlaanderen. G2i zet er dan ook alle kennis en ervaring voor in waarover het

beschikt. We begeleiden de klant van a tot z langsheen het hele ontwikkelingstraject: van ontwerp tot vergunning. Tot alle puntjes op de

i staan. G2i is niet zomaar een bedrijventerreinverkavelaar, maar tegelijk realiseren we op maat gemaakte bedrijfsgebouwen. Klanten

kunnen hier dus een totaaloplossing vinden.”

Kluizendok

Pieter-Jan Petit haalt tot slot nog drie belangrijke voordelen van Nest aan. Het industrieterrein is complementair met het nabijgelegen

Kluizendok. Potentiële investeerders die niet in aanmerking komen om zich aan het Kluizendok te vestigen, kunnen eventueel op Nest

terecht en omgekeerd. Het zijn de allerlaatste 'greenfields' die in eigendom kunnen aangekocht worden binnen de Gentse Kanaalzone.

“Nest ligt op het grondgebied Evergem. Het is een ontvoogde gemeente, met een goed stedenbouwkundig beleid.

Dat is een voordeel als het om vergunningen gaat,” besluit Pieter-Jan Petit.

de allerlaatste greenfields

in

eigendom binnen

de Gentse Kanaalzone.

‘‘

’’

www.g2i.be

Page 26: Brochure Het Nest

Daan Schalck en Peter Van Parys, Regisseurs van de Gentse havenTekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Het gaat goed met de haven van Gent. Dat beweren alvast

Daan Schalck en Peter Van Parys. En zij kunnen het weten.

Daan Schalck is CEO van het Havenbedrijf, Peter Van Parys is

ingenieur-directeur en leider van de technische dienst. Samen

met de andere collega’s van het directiecomité staan ze dus in

voor het wel en wee in het havengebied en voor de ontwikkeling

ervan. “Op dat vlak hoeven we ons geen zorgen te maken. Tot 2020

hebben we zeker voldoende grond. De snelheid waarmee we de

haven ontwikkelen hangt echter af van de timing van de nieuwe

zeesluis in Terneuzen. De komst van die sluis bepaalt het tempo.”

Waaruit bestaat de taak van een ingenieur-directeur?

Van Parys: “Mijn dienst bepaalt mee het beheer van de haven.

De technische dienst is de grootste speler binnen het havenbedrijf.

Wij zorgen voor de droge en de natte infrastructuur, de wegen en

de kaaimuren dus. We controleren bijvoorbeeld de staat van de

kaaimuren onder water, maar ook de diepte van de vaargeulen.

Die moet continu in de gaten gehouden worden en minimum 13

meter bedragen. Daarenboven onderhouden we ook de wegen in

het havengebied. Een deftig wegennet kost geld. Momenteel zijn

we vooral bezig met onderhoud.”

Hoe gaat het momenteel met de haven?

Schalck: “Kortweg: goed. 2011 was voor de Gentse haven een ab-

soluut recordjaar. Wel ziet het ernaar uit dat 2012 moeilijker zal

zijn. Er is wereldwijd een economische recessie en die voelen we

ook hier sinds eind november. Maar het ziet er niet naar uit dat we

bedrijven zullen verliezen. Qua economie hebben we alvast tot

2020 een groeiscenario voorop gesteld. Zo mikken we bijvoorbeeld

niet alleen op de Europese, maar ook de Amerikaanse markt.

Daar liggen de landen met het grootste groeipotentieel. We zetten

ook in op de biogebaseerde economie.”

En hoe zien jullie de toekomst?

Schalck: “Die ziet er heel rooskleurig uit. Er zijn twee grote za-

ken die op til staan: de bouw van de nieuwe zeesluis in Terneuzen

en het aanleggen van het kanaal Seine Nord. Deze laatste staat

ingepland in 2017. Het kanaal zal een rechtstreekse verbinding

vormen tussen onze haven en Noord-Frankrijk. Een schitterend

initiatief uiteraard. Maar voor ons zou het best zijn mocht dat

kanaal ongeveer gelijktijdig worden afgewerkt als de nieuwe

sluis. Komt het kanaal vroeger, dan moet al die extra binnenvaart

ook nog door de ene sluis die er nu is en het is daar al drum-

men. Maar met die nieuwe sluis –die verwacht wordt rond 2020-

en dat nieuw kanaal, staat niks de groei van de Gentse Haven

nog in de weg. En het voordeel is: grond hebben we nog genoeg.

Dankzij G2i zijn er ook nog gronden te koop aan Grote Nest en het

Havenbedrijf zelf kan nog gronden in concessie geven in Kluizen

en Rieme Noord. In Rieme Noord gaan we vooral voor economi-

sche activiteiten die zich richten op transport en toelevering en die

dus niet direct zelf aan overslag doen. De eerstkomende 20 tot 25

jaar moeten we ons dus geen zorgen maken.”

Hoe zit het met de bestaande bedrijven in het havengebied?

Van Parys: “Ook daar kunnen we nog grond winnen, door het oude

havengebied aan te passen aan de huidige normen en vereisten.

Maar zo’n herschikking van de bedrijven die er al zijn, is een moei-

lijke oefening.”

Aan het Kluizendok worden nu schapen ingezet om de gronden

te onderhouden. Wat is de toekomst van dat gebied?

Schalck: “Eind 2013 beslissen we of we het Kluizendok ‘droog’

of ‘nat’ gaan uitbreiden. Met andere woorden: graven we het dok

verder uit, of kiezen we voor niet-watergebonden industrie? Maar

fase twee van het Kluizendok komt er in geen geval zonder die

nieuwe zeesluis. Het Rodenhuizendok Noord kan trouwens ook

nog worden uitgebreid, mocht dat nodig zijn. Dat dok is nu 12,5

meter diep, maar de kaaimuur zit tot 18 meter. Dat dok kan dus

worden uitgegraven zodat er schepen tot 16 meter diepgang bin-

nen kunnen. Je ziet: we maken plannen, maar de komst van de

sluis bepaalt het tempo waaraan die plannen worden uitgevoerd.

In elk geval staat vast: willen we onze maritiem gebonden indus-

trie in Gent behouden, dan is de nieuwe sluis echt nodig.”

Hoe reageren bedrijven op dat aanslepende sluis-dossier?

Schalck: “De investeerders kijken toe en dat weten we. Maar het

vertrouwen is er. Vorig jaar bijvoorbeeld is er 600 miljoen geïn-

vesteerd in de Haven van Gent. En die dynamiek is belangrijk. Het

komt er gewoon op aan dat sluisdossier op de rails te houden en

dan volgen de investeringen vanzelf.”

26

www.portofghent.be

Page 27: Brochure Het Nest

Komst nieuwe sluis bepaalt tempo

ontwikkeling haven.

Page 28: Brochure Het Nest

Uitgekiende strategie over haven van Gent.

Page 29: Brochure Het Nest

Johan Bresseleers,Communicatiemanager van het Havenbedrijf

Tekst Gidee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

In vergelijking met wat vroeger in de haven onder communicatie werd verstaan, is maritiem Gent op dat vlak enkele versnellingen hoger geschakeld. De website van het gemeentelijk autonoom Ha-venbedrijf is klaar en duidelijk, breed qua items, en vlot en handig te raadplegen.

Johan Bresseleers: “In het beleidsplan van het Havenbedrijf staat letterlijk dat we iedereen supporter van de haven van Gent willen maken. Wel, dan moet je een open communicatie voeren naar zoveel mogelijk mensen. Niet alleen naar de rechtstreeks betrok-ken stakeholders van de haven maar net zo goed naar een breed publiek, naar alle Gentenaars in de eerste plaats. Een Antwerpe-naar is vanouds meer met zijn haven vergroeid, maar we verba-zen er ons steeds vaker over hoeveel Gentenaars interesse tonen voor hun haven. De gratis havenrondvaarten die we sinds november vorig jaar om de maand organiseren, vormen daar een mooi voorbeeld van. De belangstelling is zo groot dat we het aantal vaarten verdubbeld hebben. We varen nu met de Jacob van Artevelde het hele jaar door op zaterdag. Al in maart waren de rondvaarten volgeboekt tot november. Reken daarbij de vaarten voor verenigingen en organisaties en de tochten tijdens de Gentse Feesten, en we komen aan een totaal van 10.000 mensen die jaar-lijks aan boord van de Jacob van Artevelde stappen om de haven van binnenuit te beleven. De honger van het publiek is dus groot.”

Waarom die extra inspanningen om de eigen haven te promoten?

Johan Bresseleers: “Om het draagvlak te vergroten. De strategie is duidelijk: de haven aan de man brengen. Daarom ook hebben we op de regionale zender AVS het programma Haven-tv gelanceerd dat zeer druk wordt bekeken. Diverse aspecten van de havenactiviteit komen er aan bod. Een onderzoek van de Vlaamse regering heeft uitgewezen dat burgers havens associëren met iets vuil. Met onze informatie-initiatieven laten we het publiek met eigen ogen zien dat een hedendaagse haven geen vieze plek is maar integendeel een interessante en gevarieerde omgeving om in te werken, en waar in het geval van Gent 70.000 mensen direct en indirect hun brood verdienen. Daarom ook heeft het Havenbedrijf een nieuwe belang-rijke stap gezet met de aankoop op de Graslei van het Huis van de Vrije Schippers, een prachtig historisch pand dat na renovatie tegen eind 2014 zal zijn ingericht als Havenhuis. Het wordt opengesteld voor het publiek – Gentenaars en toeristen - met een expositie-ruimte over de haven. Met nieuwe presentatietechnieken, innova-tieve communicatiemiddelen en klassieke fototentoonstellingen zal men de haven door middel van beeld en geluid kunnen ontdekken. Dat is tegelijk een extra troef voor Gent dat meer en meer op de internationale toeristische kaart komt te staan.”

Bedrijven zullen van het Havenhuis gebruik kunnen maken alsook deze van het bedrijventerrein Nest. Voor potentiële kopers op Nest is dat een bijkomende troef, zeker voor wie voor zijn bedrijfsactivi-teiten gebruik wil maken van de havenfaciliteiten die het aangren-

zende Kluizendok biedt. Denken we maar aan de aanvoer- en op-slag van containers bij Ghent Container Terminal. Aan de Rigakaai bouwt het Havenbedrijf intussen een bezoekerscentrum waar vanaf voorjaar 2013 alle georganiseerde bezoeken aan de haven zullen worden ontvangen. Veel bezoekers komen in bedrijfsverband.

De Graslei: dat was in de middeleeuwen de Gentse haven.

“Door de tijd is de haven omwille van de uitbreiding van de stad steeds verder naar het noorden opgeschoven. Met de aankoop van het uit 1530 daterend Huis van de Vrije Schippers keert het Haven-bedrijf letterlijk terug naar de roots van de Gentse haven, met name de Graslei. Brengen de rondvaarten met de Jacob van Artevelde “de Gentenaar” naar de haven, dan brengt het Havenhuis de haven terug naar het centrum van “haar stad”. Het Havenbedrijf wil ook hierdoor iedereen supporter maken van de Gentse haven.”

Om haar communicatie op een professioneel niveau te tillen, nam het Havenbedrijf drie jaar geleden een communicatiemanager in dienst, Johan Bresseleers. “Inmiddels heb ik twee medewerkers op mijn dienst”, aldus Bresseleers. “Ik ressorteer nu ook rechtstreeks onder de ceo om de communicatie te vergemakkelijken. En als de ceo er niet is, kan ik optreden als woordvoerder.”

Bresseleers geeft grif toe dat hij zich een gelukkig communicatie-ambtenaar voelt. Hij is er op het moment dat projecten op stapel staan zoals het Havenhuis aan de Graslei en het bezoekerscentrum aan de Rigakaai. Dit centrum wordt een scharnier tussen de haven en de stad. Bezoekers zullen er op een deftige manier kunnen ont-vangen worden vooraleer ze aan boord stappen voor een rondvaart. Bij het grote raam van het bezoekerscentrum zullen ze als het ware een verrekijker op de haven hebben.

“Het lijkt me wel alsof me een grote speeltuin wordt aangereikt waarin ik voor jaren mijn ding kan doen”, besluit Johan Bresse-leers. “De job bevalt me uitstekend. De wereld van de scheepvaart is heel gevarieerd. Er is de harde wereld van de economie waar gefabriceerd en vervoerd wordt en er zijn de contacten met de stakeholders. Een haven heeft veel invalshoeken om over te communiceren. We voeren soms ook communicatie samen met onze stakeholders. Zoals met G2i bijvoorbeeld. Naar buiten uit promoten we een pakket beschikbare bedrijventerreinen, met name het Klui-zendok, Rieme-Noord en de terreinen Nest die door de private maat-schappij G2i werden ontwikkeld. Zo presenteerden we als Havenbe-drijf op de vastgoedbeurs in Cannes een totaal van 660 ha beschikbare havengronden. Van zijn kant vindt G2i het leuk dat we hen mee-nemen in de communicatie. Het is een mooi voorbeeld van hoe je samen met je stakeholders communiceert.”

29

www.portofghent.be

Page 30: Brochure Het Nest

Patrick Kenis, Academic DeanTekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Diversiteit geeft kracht.

30

De ontwikkeling van Nest is het resultaat van samenwerking tus-

sen verschillende partners. Patrick Kenis, Academic Dean van

Antwerp Management School, is verantwoordelijk voor de kwa-

liteit van de opleidingen en legt zich onder meer toe op weten-

schappelijk onderzoek naar netwerking tussen organisaties.

Kan u uw vakgebied wat meer toelichten?

Academic Dean Patrick Kenis: “Mijn specialisme zijn de interacties

tussen organisaties. Een belangrijk aandachtspunt is netwerking

van organisaties om iets voor elkaar te krijgen wat geen van hen op

hun eentje kan bereiken. Wanneer ontstaat deze vorm van netwer-

king, waarom doen organisaties het en hoe effectief is het? In deze

context verdwijnt het onderscheid tussen de privésector en de over-

heid, tussen kleine en grote organisaties, tussen creatieve en meer

gesettelde ondernemingen, enzovoort. Netwerken worden immers

juist interessant en performant als er een mix is van organisaties

met verschillende competenties. De vraag en uitdaging wordt dan

hoe er integratie mogelijk is tussen deze verschillende organisatie-

vormen om zo resultaten te behalen.”

Wat zijn de jongste wetenschappelijke inzichten in dit domein?

“Onderzoek toonde aan dat de kracht van samenwerking net

bestaat uit verschillen tussen de partijen. Op die manier kan je tot

heel intelligente oplossingen komen voor problemen die je met

klassieke structuren niet kan aanpakken. Denk aan het beheersen

van de verkeersstromen in Antwerpen. Of aan de ontwikkeling van

een performante elektrische auto. Er is niet één organisatie die

Page 31: Brochure Het Nest

alle competenties heeft om deze uitdagingen aan te gaan. Van-

daar dat het zo belangrijk is dat zeer verschillende competenties,

die meestal in verschillende organisaties te vinden zijn, moeten

worden samengebracht. Een ander onderzoeksresultaat weerlegt

wat we vaak denken : dat het essentieel is voor een goede samen-

werking dat de neuzen in dezelfde richting moeten staan. Zo is het

ook niet nodig dat iedereen elkaar vertrouwt. We denken ook vaak

dat dergelijke samenwerkingsverbanden spontaan en organisch

ontstaan, maar samenwerkingsverbanden werken juist het beste

als ze bewust worden opgebouwd en gemanaged. Het gaat om een

georganiseerde constructie. Aspecten als werkverdeling, het afleg-

gen van verantwoording, integratie enz. moeten aandacht krijgen.

Er is een zekere grens zodat we weten wie er wel en niet bij hoort.

Een partner kan ook beslissen er weer uit te stappen."

Hoe kom je tot oplossingen?

“Elke partij heeft een bepaald belang, wat noodzakelijk en goed is.

Daarnaast is er ook een collectief belang. Iedereen moet het gevoel

krijgen daar iets belangrijks aan bij te dragen. Er zijn natuurlijk veel

randvoorwaarden. Belangrijk is dat iedereen erkent dat deze sa-

menwerkingsvorm tot resultaten kan leiden. Ook alle partijen die

je nodig hebt om iets aan te pakken, moeten verleid worden om

te participeren. Het lijkt op projectmatig werken, maar er zijn ver-

schillen. Bij projectmatig werken ligt er een doel vast en iedereen

werkt in die richting. Bij deze nieuwe aanpak ontstaan nieuwe in-

zichten en oplossingen. Zo kan je zaken realiseren die voordien niet

mogelijk waren en die je zelf op voorhand niet kende.”

In welke mate is dit al ingeburgerd?

“In Nederland is het vrij gebruikelijk, soms ook als het niet nodig is.

Ook in België legt de overheid het soms op. De reden is niet altijd

duidelijk. Het is alleszins niet goedkoper, want het is een intensieve

werkvorm. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is de meerwaarde

aangetoond. Je kan er ‘wicked problems’ mee aanpakken, dus pro-

blemen die onvoorspelbaar zijn en telkens andere vormen kunnen

aannemen. Ook kan je maatwerk bieden.”

Zijn er verschillen tussen Nederland en België?

“Toch wel. Twee factoren zijn dus belangrijk in het succes van or-

ganisatienetwerken: een hoge mate van differentiatie en een hoge

mate van integratie. Het resultaat wordt beter naarmate de onder-

linge verschillen tussen de deelnemers groter worden en er tege-

lijkertijd een zo hoog mogelijke mate van integratie is. Er bestaat

tussen beide een spanningsveld. We gaan er al te vaak van uit dat

we gemakkelijker tot een oplossing komen als er minder differenti-

atie is. Dat kan, maar dan verminder je de kwaliteit van je resul-

taat. In België hebben we veel creativiteit, de differentiatie is groot.

Er zijn veel eigenzinnige ‘plantrekkers’ met schitterende ideeën.

Maar we zijn heel slecht in integratie. We vinden al te vaak dat we

het wel alleen kunnen. Nederland is daarentegen heel sterk in in-

tegratie. Zij kunnen heel goed afspraken maken, maar er is veel

minder differentiatie. Als er een andere invalshoek is, wordt die al

te gemakkelijk uitgesloten.”

In België moeten we dus op zoek naar slimme integratiemecha-

nismen. Hoe doe je dat?

“Er gebeurde al wat onderzoek, maar nog te weinig. Wat goed

werkt, is dat één van de partijen een leiderschapsrol op zich neemt.

Door verleidingstechnieken kan die de andere partners erbij be-

trekken. Belangrijk is dat hij dat niet voor zichzelf doet, maar voor

het collectieve belang. Dit informele aspect wordt vaak onderschat,

we gaan er te graag vanuit dat iedereen gelijk moet zijn.”

Welke rol heeft een ceo of een topmanager in dit verhaal?

“Zij moeten beseffen dat deze netwerken bestaan en moeten het

belang ervan goed kunnen inschatten. Vaak denken ze nog teveel

vanuit hun eigen organisatie, ook als het om samenwerken gaat (wij

noemen dat een egocentrisch netwerkperspectief). Samenwerken

is in hun ogen een kwestie van win-win, tot het tevreden stellen van

hun stakeholders. Momenteel werk ik aan een boek ‘Het nieuwe

netwerken’ waarin dit onderwerp aan bod komt. Als je vertrekt van-

uit het collectief belang, zie je dat je een stukje bent van een groter

geheel dat veel meer kan bereiken. Het gaat ook over het maken

van strategische beslissingen: doe je mee of niet? Het management

moet medewerkers de kans geven daar aan te werken. Ook mag

het niet verwachten dat er op korte termijn effectiviteit en winst

zullen zijn. Het is een andere manier van werken.”

Hoe kan je hen daarop voorbereiden?

“Er is een heel duidelijke trend naar anders werken, naar nieuwe

organisatievormen en nieuw leiderschap. Internet en sociale media

spelen een rol. Bedrijven merkten bijvoorbeeld dat ze ook geld kun-

nen verdienen door iets gratis aan te bieden. Dat zorgt voor andere

businessmodellen. Om succesvol te zijn, is het belangrijk inzicht te

verwerven in deze trends en ze als een opportuniteit te zien. Het ge-

regeld volgen van gerichte opleidingen is dan ook cruciaal. Ook op

dat vlak is er een belangrijke evolutie. Jongeren zijn sterk gedreven

door hun intrinsieke motivatie en talenten. Daar willen ze iets mee

doen en zich daar ook verder in bekwamen. Ze volgen een basis-

opleiding, gaan aan het werk en willen dan hun kennis en ervaring

verder uitspitten. Als onderwijsinstelling proberen we daar zo goed

mogelijk op in te spelen.”

Een greep uit het aanbod Antwerp Management School

-Master in het Real Estate Management: langlopende opleiding

voor universitaire vastgoedprofessionals (minimum drie jaar erva-

ring in de vastgoedsector)

-Master of Innovation & Entrepreneurship: richt zich op starters die

in een bepaalde sector ondernemer willen worden.

-Master of Global Supply Chain Management: de focus ligt op goe-

derenstromen en logistiek.

-Building Innovative Organizations: kortlopende opleiding dat leert

hoe je je onderneming een nieuwe stimulans kan geven.

- Next Generation Leadership: voor senior profielen die hun strate-

gisch perspectief willen verbreden en een globale leadership mind-

set willen ontwikkelen.

www.antwerpmanagementschool.be

Page 32: Brochure Het Nest

32

Sophie Maes en Filip De Poorter,CEO van groep Maes & Manager Development Department van Alides NVTekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Vastgoedontwikkeling vergt

een

stevige financiële

ruggegraat.

Page 33: Brochure Het Nest

Opgroeien in

Wippelgem, volwassen

worden in Gent.

‘‘’’

Sophie Maes en Filip De Poorter,CEO van groep Maes & Manager Development Department van Alides NVTekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Page 34: Brochure Het Nest

34

Groep Maes is een Gents familiebedrijf met een sterke traditie

in de bouwsector. Aanvankelijk was bouwen de belangrijkste

activiteit, maar intussen bestaat de groep uit meerdere busi-

nessunits. Op de vastgoedmarkt is groep Maes niet meer weg te

denken. Duurzaamheid en flexibiliteit zijn sleutelwoorden, maar

ook maatwerk is cruciaal.

Groep Maes is volop bezig haar patrimonium te screenen om

voor al haar gebouwen een BREEAM duurzaamheidscertificaat

te bekomen.

“We zijn momenteel toe aan de vijfde generatie. En nog steeds

is de groep voor 100 procent in familiale handen. In 1892 zijn wij

gestart als een zuiver bouwbedrijf en dat bleef decennialang zo.

Mijn vader nam het initiatief om het orderboekje van het bouwbe-

drijf verder aan te vullen met het voor eigen rekening bouwen van

residentieel vastgoed en kantoren. Deze werden ofwel verkocht

of verhuurd. Daarmee zetten wij ook de eerste stappen in het be-

heren van vastgoed”, zegt Sophie Maes, ceo van groep Maes. Eén

van de eerste projecten was de ontwikkeling en de bouw van het

kantoorcomplex aan Ramen en Poel in Gent, dit eind de jaren ’60.

De gebouwen waren voor de federale overheidsdienst financiën.

“Toen was het bouwen van kantoren heel vooruitstrevend en ook

wel gedurfd”, zegt Sophie Maes. Deze gebouwen werden onlangs

omgebouwd tot een luxueus rust- en verzorgingstehuis in combi-

natie met serviceflats.

Sporadisch nam de groep ook de activiteit van zijn opdracht-

gevers over, bijvoorbeeld in geval van faillissement tijdens de

bouwperiode. Daaruit ontstonden activiteiten in onder meer de

hotelsector en de verfindustrie. Op deze wijze werd het vastgoed-

patrimonium de afgelopen decennia stelselmatig opgebouwd.

Alides

“In 1989 werd de groep hertekend. Alle activiteiten werden in hol-

dings gegroepeerd en overgedragen naar een Nederlandse stich-

ting. Daardoor werd een scheiding tussen beheer en eigendom

mogelijk gemaakt. Meteen was dit ook het startpunt om externe

bestuurders aan te trekken en het beheer verder te professiona-

liseren”, aldus Sophie Maes. Een belangrijke vernieuwing kwam

er in 2009 met de oprichting van Alides NV. Dat was het resul-

taat van een fusie van twee vroegere werkmaatschappijen van de

groep Maes: Bouw en Immobiliën Maes NV (BIM) en Financiële

en Immobiliën Promotie NV (FIP). “Met Alides NV hebben we alle

vastgoedactiviteiten gegroepeerd, wat ons ook toelaat efficiënter

te werken en een betere service aan onze klanten te leveren. De

nieuwe naam is intussen al goed ingeburgerd”, zegt Sophie Maes.

Alides NV heeft vijf belangrijke pijlers: offices, residential, hotel,

industry en care. “Als je het aantal vierkante meter als criterium

neemt, zijn kantoren onze grootste pijler. Toplocaties voor kanto-

ren, zoals aan stations, zullen het steeds goed blijven doen. Maar

de huidige evolutie in de sector vergt een voorzichtige aanpak. Er

is immers ook in Gent een groot aanbod aan kantoren op komst,

wat onvermijdelijk tot leegstand zal leiden in het bestaande kan-

torenpark. Dus het is belangrijk goed af te wegen hoe we onze

oudere kantoorgebouwen zullen herbestemmen. Hier kan de ver-

gelijking doorgetrokken worden met Brussel waar men ook veel

kantoorvastgoed een nieuwe bestemming geeft. De kans is dus

groot dat onze portefeuille over enkele jaren volledig anders zal

zijn samengesteld”, zegt Sophie Maes. Ze wijst er op dat je vast-

goed moet onderhouden, het moet fit zijn. Zo voorkom je leeg-

stand en verzeker je een mooi beleggingsrendement. Een geo-

grafische en sectorgebonden spreiding in de portefeuille is zinvol,

zelfs noodzakelijk.

Potentieel

Filip De Poorter leidt het Development Department van Alides nv.

“Belangrijke factoren die ons beleid inzake vastgoedinvesteringen

mee bepalen, zijn de marktevoluties en de invulling van specifieke

vragen van de overheid. De PPS-projecten en gebiedsontwikkelin-

gen bieden mooie opportuniteiten voor het patrimonium”, zegt hij.

Op het vlak van projectontwikkeling is Alides actief in 3 segmen-

ten: bedrijfs-, residentieel vastgoed en binnenstedelijke projecten.

“Geografisch spreiden wij onze investeringen over gans België.

De afgewerkte producten worden ofwel als belegging in ons pa-

trimonium opgenomen ofwel geplaatst bij eindgebruikers of derde

beleggers”, aldus Filip De Poorter.

Het bedrijfsvastgoed is op zijn beurt onderverdeeld in drie tak-

ken: kantoren, kmo-parken en verkavelingen van bedrijvenparken.

In dit segment heeft de kantorenmarkt het globaal gezien zeer

moeilijk. Alleen de duurzaamste gebouwen op de beste locaties

vinden afnemers. Belangrijke projecten zijn onder meer de hoek

Spastraat-Joseph II straat in Brussel alsook een splinter-

nieuw kmo-park dat op de grens ligt tussen Drogenbos en

Sint-Pieters-Leeuw, aan afrit 17 van de Brusselse ring.

De residentiële activiteiten bestaan uit klassieke woongebouwen in

het laag- en middensegment in de grote steden. Ook is er aandacht

voor zorgaccomodatie zoals service flats en woon- en verzorgings-

tehuizen, hotel en short stay activiteiten en studentenhuisvesting.

Een belangrijke constante is de vraag naar duurzame, efficiënte

en energiezuinige bedrijfs- en woongebouwen. Gebouwen van

dertig jaar oud moeten aangepast worden om aan alle hedendaag-

se normen te beantwoorden. “Er zijn tientallen trends en daarop

proberen we heel snel in te spelen. Belangrijk hierin is de stevige

financiële ruggengraat van de groep. Vastgoed vergt veel geduld en

doorzettingsvermogen”, zegt Sophie Maes.

Maatwerk

Filip De Poorter: “Groep Maes biedt een combinatie van vastgoed-

investering, asset management en projectontwikkeling aan in ver-

schillende sectoren. Die mix van activiteiten is heel uitzonderlijk.

Vroeger bouwden we een pand en zochten we een huurder.

Page 35: Brochure Het Nest

Vandaag is dit risico niet meer aanvaardbaar. Nu werken wij vooral vanuit een

specifieke vraag van een klant uit onze portefeuille of een vraag van de markt.

De flexibiliteit van onze producten, zowel financieel, technisch en juridisch,

speelt in op de specifieke behoeftes van de eindgebruiker. Maar we verliezen

niet uit het oog dat ditzelfde gebouw na afloop van het eerste huurcontract nog

marktconform moet zijn en bruikbaar voor een nieuwe gebruiker.”

Na de ontwikkeling van de site worden de klanten verder begeleid en opge-

volgd, zoals bij het doorgeven van knowhow omtrent CO2-neutraliteit, facility

management, verbruiksmonitoring, gegroepeerde aankoop groene stroom,

centraal afvalbeheer enzovoort. Bedrijven kunnen profiteren van dit one-stop

shopping concept.

Kwaliteit

Klanten vragen niet alleen duurzaamheid. Er zijn tal van andere aandachts-

punten. Zo is flexibiliteit cruciaal, net zoals commitment op korte en lange

termijn. Meer en meer gaat de aandacht naar mobiliteit, bereikbaarheid en

de interactie met de omgeving. Niet alleen het gebouw moet eigentijds, com-

fortabel, aangenaam en leefbaar zijn, ook de omgeving moet dat zijn. Zijn er

bijvoorbeeld restaurants en winkels in de buurt?

“Twintig jaar geleden verlieten alle grote kantoorgebruikers de regionale

centra ten voordele van een centralisatie in Brussel. Nu profiteren wij volop

van de omgekeerde beweging, onder meer omwille van de verkeersellende

op onze wegen en het stilaan verzadigd openbaar vervoer. Steden als Gent

en Namen liggen heel centraal en zijn nog vrij goed te bereiken. Dat zijn heel

grote troeven”, aldus Sophie Maes. “Bovendien is Gent een heel leuke stad

om in te werken, te wonen en te leven. Gent is daarenboven volop in ontwik-

keling en heeft een dynamisch bestuur. Het is een privilege om aan de stad te

mogen meebouwen”, aldus Filip De Poorter.

Vastgoed impliceert denken op de lange termijn. Een gebouw staat er min-

stens voor dertig jaar. “Dat betekent ook dat we met veel zorg moeten om-

gaan met de toekomst door een kwalitatieve stedenbouwkundige en archi-

tecturale invulling van onze projecten in relatie met hun omgeving. Kwaliteit

en appreciatie zijn cruciaal. Tegelijkertijd is er ook de tijdelijkheid van smaak.

Zo was betonarchitectuur ooit een heuse hype en zeer vooruitstrevend, van-

daag wordt het zo snel mogelijk uit het stadsbeeld verwijderd. Elke architec-

tuur was ooit eigentijds”, zegt Filip De Poorter.

Groep Maes biedt

een combinatie van

vastgoedinvestering, asset management

en projectontwikkeling aan in verschillende sectoren.

‘‘

’’

www.alides.be

Page 36: Brochure Het Nest
Page 37: Brochure Het Nest

GroteNest

Page 38: Brochure Het Nest

38 :: 38

Page 39: Brochure Het Nest

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van UNIZO

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Door de hoge belastingdrukzijn onze ondernemers

meesters in efficiënt werken.

‘‘’’

Erik De Wispelaere en Filip Lehoucq,Burgemeester van Evergem en schepen lokale economie, stedenbouw en ruimtelijke ordeningTekst GI.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

De werkwijze van G2i is een voorbeeld

van hoe het kan.

Page 40: Brochure Het Nest

Van Evergem kan men zeggen dat het een gemeente is met op

zijn minst een verscheiden karakter. Hoe zou u uw gemeente het

best omschrijven?

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Ertvelde en Sleidinge zijn in-

dertijd met Evergem gefuseerd waardoor de gemeente een zeer

divers beeld vertoont. We zijn de sterkst groeiende gemeente van

Oost-Vlaanderen, mede door de goede ligging en ontsluiting. Je

kan spreken van een gemeente met twee gezichten. Het landelijk

karakter is enerzijds nog nadrukkelijk aanwezig met 200 land-

bouwbedrijven en aan de andere kant heb je het gedeelte dat bij

de haven van Gent aanleunt met zijn sterk industrieel karakter.

Heel veel mensen wonen hier dicht bij hun werk. In Evergem is

de gemiddelde werkloosheidsgraad niet hoger dan 3,4 procent.

Met Durmakker en de cluster Rieme beschikten we al over lo-

kale en regionale bedrijventerreinen. Met de ontwikkeling van de

laatste G2i zone komt daar opnieuw instapklare industriegrond

bij. De verdere industriële ontwikkeling is een weldaad voor onze

gemeente.”

G2i heeft in een eerdere fase al 80 hectare verkaveld op het

industrieterrein Nest. In de nieuwe zone Grote Nest komt nog

eens 55 ha bouwklaar. Zijn er verschillen in aanpak?

Schepen Filip Lehoucq: “Je leert altijd uit vorige projecten. In de

eerste fase werd vooral gedacht vanuit het loutere economische

gegeven. Zowel in Rieme als Doornzele kregen we van de buurt

het verwijt dat de economie eerst kwam en dat ze op de koppe-

lingsgebieden rond het Kluizendok nog altijd zitten te wachten.

Aan verkeersontsluiting voor de zwakke weggebruiker, zoals het

woonwerkverkeer per fiets, was weinig aandacht besteed. Met de

Doornzeelsestraat was er hooguit een summiere buffering. Voor

de laatste fase Grote Nest heeft de ontwikkelaar uit de ervaringen

geleerd en is dat wel allemaal voorzien.”

Over verkeersafwikkeling gesproken: het zogenaamde Ovaal

van Wippelgem speelt een belangrijke rol.

Filip Lehoucq: “Ongetwijfeld. Voor het hele project van Kop van

Nest, Kleine Nest en Grote Nest hebben we het geluk gehad dat

de Vlaamse Overheid tijdig heeft ingezien dat daar een afdoen-

de verkeersontsluiting moest komen. Doordat we het Ovaal van

Wippelgem kregen moeten vrachtverkeer en leveranciers onze

dorpskernen van Doornzele, Kerkbrugge-Langerbrugge en Ever-

gem-Center vrijwel niet meer aandoen. Dat verkeer kan nu on-

middellijk op de R4 naar Zelzate, Antwerpen, Zeebrugge of Gent.”

G2i hecht veel belang aan een goede verstandhouding met

buurtbewoners en investeert nadrukkelijk in duurzame relaties

met alle betrokken partijen. Maakt dat het voor gemeentebe-

stuurders ook een stuk makkelijker?

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Dat is inderdaad het grote

verschil met vroeger. Als ik terugdenk aan 20 jaar geleden toen

op infovergaderingen buurtbewoners en bedrijven heel dikwijls

tegenover elkaar stonden, en de bewoners op hun beurt tegen-

over de overheidinstanties. Dat is geleidelijk veranderd door het

toenmalige ROM-project van de provincie. Iedereen kreeg de-

zelfde informatie en op die manier gingen de neuzen in dezelfde

richting staan. Kritische burgers die aanvankelijk tegenstanders

waren, werden medestanders. Door het verstrekken van de juiste

informatie is het vertrouwen tussen de diverse partijen geleidelijk

gegroeid. De gewijzigde verhouding tussen industriële ontwikke-

ling en bewoners is een weldaad geweest voor Evergem en het

maatschappelijk-sociaal klimaat in het algemeen.”

Schepen Filip Lehoucq: “G2i heeft als private ontwikkelaar van

bedrijventerreinen geleerd uit vroegere ervaringen en wij als ge-

meentebestuurders ook. In de Doornzeelsestraat is de levens-

kwaliteit verbeterd door de aanleg van de buffer en de invulling

met groen in de koppelingsgebieden. De lintbebouwing van de

Doornzeelsestraat keek vroeger rechtstreeks uit op die bedrijven.

Niet alles is perfect maar we mogen zeggen dat op Nest bedrijven

zitten waarvan de milieuoverlast quasi nihil is. Door de verdere in-

richting van koppelingsgebieden zullen we er op termijn in slagen

vanaf de fietsbrug in Zelzate tot de sluizen in Belzele een veilig

traject te realiseren zonder gevaarlijke kruisingen.”

Evergem heeft veel nijverheid op zijn grondgebied. Bestuurt u

een rijke gemeente?

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Dat is niet het geval.

40

Page 41: Brochure Het Nest

Inkomsten van bijkomende bedrijvigheid en bebouwing beperken

zich tot de onroerende voorheffing. We zitten op het Vlaams ge-

middelde inzake aanslagvoet onroerende voorheffing . Prognoses

leren ons dat de inkomsten vanaf nu per jaar ongeveer 200.000

euro zullen toenemen aan onroerende voorheffing. Tegenover bij-

komende economische activiteit in een gemeente staan ook kos-

ten zoals nieuwe wegen die we krijgen overgedragen en die we

zullen moeten onderhouden. We zijn een gemeente met 34.000 in-

woners maar uit het Gemeentefonds krijgen we minder dan Eeklo

met 20.000 inwoners. Die meerinkomsten zijn dus relatief, maar

op termijn zal de komst van meer bedrijven een inkomstenbron

zijn. Met de activiteiten van G2i zal dat dus een beetje keren.”

Schepen Filip Lehoucq: “De komst van bedrijven in de Nest gene-

reert inkomsten voor de gemeente, geld dat we kunnen gebruiken

voor onze burgers om voor hen een goed uitgeruste gemeente te

maken. We hebben momenteel twee sporthallen, een cultuur-

centrum en tal van andere goede voorzieningen. Het is een win-

winsituatie.”

Is de druk op de open ruimte niet enorm groot in Evergem?

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Evergem is zeer gegeerd

om te wonen. Huizen verkopen hier als koekenbrood en er wordt

flink gebouwd. In zoverre dat we als bestuur moeten afremmen.

De explosie van verkavelingen is een gevolg van de beslissing van

de Vlaamse overheid om belangrijke gedeelten van Evergem tot

grootstedelijk gebied te maken met een grote woondichtheid. Ze-

ker Evergem-Center zal op termijn met 25 kavels per ha meer en

meer gelijken op Mariakerke en Wondelgem. In elk geval, de druk

op de open ruimte is in Evergem extreem groot.”

Schepen Filip Lehoucq: “Maar, als Vlaanderen zegt: Evergem,

jullie worden grootstedelijk gebied, dan moet de overheid conse-

quent zijn en bijvoorbeeld onze dotatie voor de politiezone aan-

passen. Want dan krijg je ook de problemen die met een grootste-

delijk gebied gepaard gaan.”

De ontwikkeling in Evergem gaat dus te snel?

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Misschien wel ja. Het is goed

om Evergem bijkomende industriemogelijkheden te geven maar

dan moet de hogere overheid er de verkeersafwikkeling bijnemen

en er bijvoorbeeld voor zorgen dat het kruispunt van de R4 ter

hoogte van de Mc Donalds wordt heringericht. Als Vlaanderen er

in slaagt op Gents grondgebied het probleem aan de Mc Donalds

met een ondergrondse verbinding op te lossen dan zijn we er. Het

Vlaams Gewest heeft het ons beloofd voor 2018.

Vanzelfsprekend zal verhoogde economische bedrijvigheid ook

voor bijkomend woonwerkverkeer zorgen. Als er nieuwe gezinnen

bijkomen, moeten we snel aan overheidsgeld zien te komen om

scholen bij te bouwen. De Vlaamse overheid had toch ruimer moe-

ten denken toen ze Evergem tot grootstedelijk gebied maakte.”

Burgemeester, u bent landbouwer, schepen u bent tuinbouwer.

Waarom doen druk bezette zelfstandigen aan politiek?

Schepen Filip Lehoucq: “Ik ben pas schepen geworden in 2007.

De kennis die je vergaart, is onbetaalbaar. Mij valt dat voor 110

procent mee. Ik heb iemand deeltijds in dienst genomen op mijn

bedrijf.”

Burgemeester Erik De Wispelaere: “Ik zit 24 jaar in de politiek en

het is mijn eerste termijn als burgemeester. Ik ben begonnen als

schepen van verkeer. Ach, het heeft me nog geen dag verveeld.

Het mooie aan gemeentepolitiek vind ik zoveel mensen te mogen

kennen en achter elke mens zit een uniek verhaal. Maar, je moet

er veel tijd in stoppen en fysiek is het lastig. Ik heb onlangs een

record gebroken: 32 avonden op rij uithuizig.”

www.evergem.be

Page 42: Brochure Het Nest

OvaalVan Wippelgem

Page 43: Brochure Het Nest
Page 44: Brochure Het Nest
Page 45: Brochure Het Nest

Micheline D’hondt, Real Estate Manager van G2i

Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Micheline D’hondt is de gedreven verantwoordelijke Real Estate Manager voor het unieke project bedrijventerrein “Nest”. Ze koppelt

kennis van zaken en charme aan inzet en vastberadenheid. Daarmee heeft ze al vele verkoopstrajecten tot een goed einde gebracht en

dat tot tevredenheid van zowel de projectontwikkelaars, de kopers als de verantwoordelijke overheden en beleidsmensen.

Een graag geziene gast dus die wij wel eens graag aan het praten krijgen. Een aangenaam gesprek.

Waarom hebben ondernemers al gekozen voor het bedrijventerrein Nest?

Waarom zouden potentiële investeerders de voorkeur geven aan Nest om er een bedrijf te starten?

Wat zijn de voordelen?

Belangrijke vragen, we hadden het er over met, Micheline D’hondt, Real Estate Manager van G2i.

“U vraagt me de drie belangrijkste redenen waarom bedrijven voor Nest kiezen. Er zijn er veel meer dan drie, er zijn bij wijze van spre-

ken 101 redenen. Een van de belangrijkste troeven zijn de diversiteit en het flexibel aanbod van Nest. Nest biedt mogelijkheden voor

zowel kleinschalige kmo-zones als voor grootschalige industrieterreinen voor zware industrie en logistiek. Het aanbod omvat naast

kleine percelen van 1.200 m², terreinen tot 11 ha op Grote Nest. Groot of klein, dat maakt een immens verschil in aanpak. De flexibiliteit

heeft niet alleen te maken met de oppervlaktekeuze. Er bestaat ook de mogelijkheid om perceelsgrenzen te verschuiven. We werken op

maat van de klant. Ook is er flexibiliteit in het genre activiteiten en de sectoren die op Nest werkzaam zijn. Door het ruime aanbod en

de ontwikkeling in fases kunnen bedrijven herlokaliseren op Nest zelf. Zo zijn er de voorbeelden van de bedrijven De Puydt en Boelens

De Smet. Op een klein industrieterrein zou dat onmogelijk zijn. Ik vind het leuk om zodoende een puzzel in elkaar te laten schuiven.”

G2i heeft van meet af aan veel belang gehecht aan de uitbouw van een kwalitatief bedrijventerrein?

“We hebben bewust gekozen voor kwaliteitsvolle architectuur. Het moet esthetisch verantwoord zijn, het oog wil ook wat. Wie hier wil

bouwen, wordt gewezen op de materiaalkeuze. Op Kop van Nest, toch de toegangspoort tot Nest, geldt de regel dat er minimaal 20

procent beglazing moet zijn aan de straatzijde. Je verhoogt de kwaliteit van een bedrijventerrein ook door groenaanleg en waterpartijen.

Ons uitgangspunt is een industrieterrein met cachet en de klanten denken daar in mee. Een mooi bedrijventerrein betekent ook voor

hen een meerwaarde.”

Er zijn 101 redenen om te kiezen voor Nest

45

Page 46: Brochure Het Nest

Welke troeven zijn er nog?

“G2i is een professionele private ontwikkelaar.

We konden in Evergem vertrekken van een maagdelijk ter-

rein. We zijn gestart van landbouwgronden waar we volgens

het plug & play-principe een volledig uitgerust terrein ontwik-

kelden. Kandidaat-investeerders hoeven zich geen zorgen te

maken over zaken zoals sloop, bodemverontreiniging, vooraf-

gaand archeologisch onderzoek of aanleg van nutsleidingen.

Dat vereenvoudigt al voor een groot stuk het traject dat een in-

vesteerder moet afleggen. Het volstaat de grond aan te kopen,

een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen, het bouwtra-

ject af te leggen en vervolgens de bedrijfsactiviteit te starten.”

Voor een ondernemer is het aspect bereikbaarheid heel

belangrijk.

“We beschikken over een multimodale ontsluiting. Er is de snelle

aansluiting op de internationale verkeersassen: op 8 minuten van

de E34 naar Antwerpen; op 15 minuten van de E17 en E40 alsook

van het centrum van Gent. Er is de goederenspoorlijn 55 langs

de R4, en Grote Nest is een zeehaven- en watergebonden zone.”

Wat zijn de financiële aspecten?

“We presenteren een beste prijs-kwaliteitverhouding en zijn zeer

concurrentieel ten opzichte van de markt . Een voordeel is ook dat

men bij ons een eigendom verwerft en dat het niet om een con-

cessie gaat.

46

Page 47: Brochure Het Nest

Dat is eveneens interessant in het licht van successieplanning van bedrijfs-

leiders. De Wet Major inzake de verplichte tewerkstelling van havenarbei-

ders in de haven, geldt hier evenmin.”

Samen met vastgoeddienstverlener Quares biedt G2i bedrijfsparkmanage-

ment aan.

“Uit de infovergadering die we recentelijk hebben gehouden in Ever-

gem bleek dat er bij de bedrijven grote belangstelling hiervoor bestaat.

Quares biedt collectief diensten aan en staat tevens in voor het beheer van

diensten zoals afvalophaling, bewaking en onderhoud, etc.

Door de schaalgrootte worden prijsreducties bekomen. Die aanpak leidt tot

een duurzaam bedrijventerreinmanagement. Het doel is het afstemmen van

de kwaliteit van een locatie op de wensen van de bedrijven. We geloven heel

sterk in parkmanagement.”

Aan het eind van ons gesprek komt het politiek draagvlak van het G2i pro-

ject ter sprake.

“Met de gemeente Evergem is er een goede wisselwerking. Het is een

groot voordeel dat Evergem een ontvoogde gemeente is. Bij Jan Grawet, de

stedenbouwkundige ambtenaar van de gemeente, kunnen aanvraagdossiers

vooraf door G2i worden afgetoetst. Met de ontwikkelingen op Nest leveren

we een bijdrage aan de economische expansie van de westelijke kanaaloe-

ver samen met het Kluizendok en de ontwikkelingen in Rieme-Noord. Als je

merkt dat de werkloosheid in Oost-Vlaanderen 6,4 procent bedraagt en in

Evergem slechts 3,4 procent, is dat toch van betekenis. De groeipotenties op

de arbeidsmarkt zijn ongetwijfeld goed voor deze regio. Werken en wonen

gaan hier hand in hand. Wonen kan op het industrieterrein zelf, dicht bij de

bedrijfsactiviteit. Het centrum van Gent ligt op 15 minuten, er is rechtstreeks

openbaar vervoer tussen Gent en Evergem en op de industrieterreinen zijn

fietspaden aangelegd.”

Werken en wonen gaan hier hand in

hand. ‘‘

’’

www.g2i.be

Page 48: Brochure Het Nest

110 :::

ZONE 1FASE 1 EN 2

Begin de jaren ‘90 startten hier de eerste ontwikkelingen van de circa 55 ha grote zone. Eerst tussen de Jacques Parijslaan en de Noorwegenstraat, naderhand tussen de Noorwegenstraat en de Finlandstraat. Alle percelen werden reeds verkocht en in gebruik genomen door vooraanstaande internationale en regionale bedrijven.

KOP VAN NEST

Door haar ligging aan het Ovaal van Wippelgem geniet het circa 10 ha grote bedrijventerrein 'Kop van Nest' een absolute zichtlocatie. In de toekomst wordt de R4 West immers de internationale verbindingsweg voor doorgaand verkeer tussen Rotterdam, Zeeland, Antwer-pen en Frankrijk.

WATERNEST

Waternest, circa 2 ha groot, is een groene oase bestemd voor dienstverlenende bedrijven en high-end voorzieningen. Het is gelegen langs-heen de Finlandstraat. De ruime waaier aan bestemmingsmogelijkheden alsook de mogelijkheid tot geïncorporeerd wonen maakt deze site uniek.

ZONE 2KLEINE NEST

Kleine Nest, een ontwikkeling langs beide zijden in de Doornzeelsestraat, in totaal circa 3 ha groot, beschikt over percelen waar een 10-tal kmo-bedrijven gevestigd zijn. Deze fase richtte zich op lokale, ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven. Het succes van Kleine Nest werd verlengd door de verkoop van 5 industriepercelen in dezelfde straat.

ZONE 3GROTE NEST

Grote Nest, circa 67 ha groot, is een zeehaven-en watergebonden bedrijventerrein gelegen aan het kanaal Gent-Terneuzen. Het terrein is ingericht rondom de aangelegde ontsluitingswegen Baron Van Loolaan en de Delori-Maeslaan, welke rechtstreeks uitgeeft op de kanaal-oever.

Dit zeehaventerrein is uitermate geschikt voor productie, distributie, lichte industrie en dienstverlenende activiteiten.Deze zone is beschikbaar voor grote bedrijven (vanaf 3ha), voor middelgrote bedrijven (1 tot 3ha) en voor minder grote bedrijven (tot 1ha). Door haar groene en duurzame karakter biedt dit terrein ook uitstekende mogelijkheden voor dienstverlenende activiteiten met optie tot geïntegreerde woonst.

AANBODHeden zijn er nog loten beschikbaar op Kop van Nest, Waternest en Grote Nest.

Ghent Industrial Investment nvToemaattragel 19000 Gent09 240 01 10www.g2i.be

48

Page 49: Brochure Het Nest

GROTE NEST

KLEINE NEST

FASE 1 EN 2

WATER NEST

KOP VAN NEST

Bedrijventerrein Grote Nest

Page 50: Brochure Het Nest

50

ONS

Page 51: Brochure Het Nest

ONSNest

U?

Page 52: Brochure Het Nest

Omgeving: van toekomstplan tot

concrete inrichting

52

OMGEVING heeft jarenlang gewerkt aan Grote Nest. De eerste op-

dracht daarvoor kregen ze al in 2000. Vanaf 2007 werkten ze aan

een concreet inrichtingsplan voor het project. “Het interessantste

punt was de ontsluiting van het terrein”, zegt ruimtelijk planner

Jan Baelus.

Wat doet Omgeving in het algemeen?

Jan Baelus: “OMGEVING is een ontwerpbureau voor ‘ruimte’, en dat

op verschillende schaalniveau’s. We werken zowel internationaal

als Vlaams, tot op gemeentelijk niveau. Heel kleine opdrachten

doen we niet, we werken bijvoorbeeld niet voor individuele wonin-

gen. Maar voor grotere opdrachten doen we alles. Dat gaat van het

technisch doorvertalen van plannen om vergunningen te verkrijgen,

gebouwen ontwerpen, publiek domein en parken ontwerpen, be-

drijventerreinen herstructureren, nieuwe woonbuurten plannen,

noem maar op. We zorgen ook voor de begeleiding van de uitvoe-

ring. OMGEVING doet ook onderzoek en maakt ruimtelijke beleids-

plannen voor allerlei overheden.”

En wat hebben jullie precies gedaan binnen Grote Nest?

Jan Baelus: “In dat project zijn we van nul gestart en hebben we aan

verschillende stappen meegewerkt. In het jaar 2000 al kregen we

van G2i de opdracht om het terrein van Grote Nest en de terreinen

er rond te bekijken, om een ontwikkelingsperspectief te maken.

Dat ging dan over het terrein Kop van Nest tegen de R4 en Grote

Nest tegen het kanaal en de Doornzeelsestraat. Dat was niet een-

voudig, want Doornzeelsestraat moest opnieuw een woonlint met

bedrijvigheid worden als aantrekkelijke toegang tot het dorp van

Doornzele. Volgens het Gewestplan was dat vroeger enkel een be-

drijventerrein. We moesten ervoor zorgen dat de woningen echt bij

het dorp bleven behoren, dat de bewoners niet door een bedrijven-

terrein moesten. We hebben dus een toekomstplan ontworpen, dat

door de gemeente Evergem in een BPA (bijzonder plan van aanleg)

is omgezet. Er is overlegd met alle betrokken overheden, en vanaf

2007 konden we dan werken aan een concreet inrichtingsplan voor

Grote Nest. Ook hierover hebben we het akkoord van alle bevoegde

overheden verkregen.”

Wat was de volgende stap?

Jan Baelus: “Dan moest het inrichtingsplan nog vertaald worden

in een verkavelings- en een verdelingsplan. Ook daar heeft Om-

geving aan mee gewerkt. De inrichting van het terrein is uiteraard

gebeurd in samenspraak met G2i en de verschillende overheden.”

Wat was het interessantste punt?

Jan Baelus: “Dat was de ontsluiting van Grote Nest. Die moest

ergens komen te liggen tussen de kanaaloverweg en het bedrij-

venterrein. Er waren niet zoveel plaatsen waar dat achterin gele-

gen terrein goed kon aansluiten op Langerbruggekaai. Uiteindelijk

heeft het bedrijf BP een stuk grond doorverkocht dat we konden

gebruiken voor een representatieve toegang.”

Wat is er speciaal aan de inrichting van het terrein?

Jan Baelus: “Twee zaken. Het bedrijventerrein heeft een heldere

structuur. Het is georganiseerd rond één grote toegangsdreef en

één grote rondweg aan de achterzijde, waar alle bedrijven op aan-

takken. Er is ook een straat voor kleinere bedrijven. De stevige

groenaanleg zit langs die straten en bepaalt het uitzicht; de bedrij-

ven hoeven daardoor zelf veel minder groen te voorzien. Twee, we

hebben zoveel mogelijk rekening gehouden met de omwonenden,

om voor hen de hinder te beperken. In de richting van de wonin-

gen van Doornzeelsestraat is een buffer voorzien om hen af te

schermen, en die is zelfs dubbel. Eerst is er een brede berm van 6

meter hoog die beplant wordt. Daarachter ligt nog een strook met

deels groen en deels lichte bedrijfsactiviteit, zoals kleine kantoor-

gebouwen. Tussenin zijn een aantal lager gelegen delen voorzien

om regen op te vangen, te bufferen, en in de grond te laten indrin-

gen. Bij veel regen kunnen dat tijdelijke poelen en vijvers worden.

Op de rand van de groene zone loopt ook een fietspad, niet alleen

om veilig op het bedrijventerrein te geraken, het is ook een nieuwe

Jan Baelus, Ruimtelijke plannerTekst Sabine Van Damme – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Page 53: Brochure Het Nest

:: 53

verbinding tussen Doornzele en Kerkbrugge, een veilig alternatief

voor zowel de kanaaloverweg als de Doornzeelsestraat. Daarmee

willen we een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de dorpen.

Dat G2i dat echt meent, zie je ook in de realiteit: de berm ligt er

al, nog voor de eerste bedrijven er zijn.”

Wat is er zo bijzonder aan het project Grote Nest?

Jan Baelus: “Het is één van de eerste bedrijventerreinen die tot

ontwikkeling komt met ver doorgedreven principes van duur-

zaamheid en leefbaarheid. Denk maar aan de regenopvang, de

berm en het fietspad. Maar er wordt ook gekozen voor compacte

bebouwing. In Rieme Noord – dat eigendom is van het Havenbe-

drijf – zullen dezelfde principes toegepast worden.

Verder is uiteraard ook de ligging van Grote Nest ideaal en het is

uniek dat er ook koopopties zijn op het terrein.”

Hebben jullie ook contact met de bedrijven die er zullen komen?

Jan Baelus: “Neen, dat staat volledig los van ons. Wel kan G2i nog

onze interpretatie vragen, of een bepaald soort bedrijf daar al dan

niet past. Maar verder hebben wij met de invulling niks te maken.

Voor ons is het dossier Grote Nest afgerond. We zijn er een dikke

10 jaar mee bezig geweest en dat is een normale periode voor zo’n

ontwikkeling.”

www.omgeving.be

Page 54: Brochure Het Nest

Eric Van Damme,Gedelegeerd bestuurder AbetecTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

54

Ecologisch bouwen

is in de eerste plaats flexibel bouwen.

Page 55: Brochure Het Nest

Abetec in Dendermonde, een van de grootste onafhankelijke architecten- en ingenieursbureaus in Vlaanderen, zet op het industrieterrein Grote Nest in Evergem het masterplan van G2i in realiteit om. “We hebben het masterplan van G2i verfijnd en efficiënter gemaakt om op het industrieterrein te kunnen bou-wen”, zegt Eric Van Damme, gedelegeerd bestuurder van Abetec.

Zo hebben ingenieurs en architecten van Abetec de verkaveling van het terrein aangepast aan de hoogspanningslijnen en onder-grondse gasleidingen. Dat Abetec ontwerpen maakt die helemaal passen in de filosofie van duurzame bedrijventerreinen blijkt uit de methode die het ingenieurs- en architectenbureau toepast.

Eric Van Damme: “Voor Grote Nest onderscheiden we vier types. Voor grote distributiebedrijven hebben we een type gebouw ont-worpen dat de mogelijkheden van het bewuste stuk grond duidelijk weergeeft. Een tweede type betreft gebouwen tussen 7.000 m² en 10.000 m² die geschikt zijn voor grotere kmo’s. Voor kleinere kmo’s, voor wie het volstaat over minder dan 5.000 m² te beschikken, be-staat de mogelijkheid tot koppelbouw. Tenslotte is er een vierde type voor de dienstengebouwen die tegen de groene berm zullen worden gebouwd.”

Waar ligt volgens u de grote troef van een bedrijventerrein als Grote Nest?

Eric Van Damme: “De variatie aan mogelijkheden maakt de exploi-tatie extra interessant. Wat wij deden is als het ware een leidraad voor de mogelijke koper. Wat kan hij met dat bewuste stuk grond doen? Als je als investeerder vooraf een klaar en duidelijk antwoord hebt op die vraag sta je al een heel eind ver. Dan kom je achteraf niet voor verrassingen te staan. De potentiële koper is dus vooraf zeer goed geïnformeerd. Dat is toch heel nieuw in de ontwikkeling van bedrijventerreinen. G2i gaat daar heel ver in.”

Waarom waren dat voor Abetec interessante studies?

Eric Van Damme: “Juist omwille van de variatie. Onze ontwerpers doen dat liever. In een volgende fase kan Abetec ook de gebou-wen ontwerpen voor de eventuele koper-investeerder. Het vooraf-gaande werk is dan al gedaan en wij kunnen snel een stedenbouw-kundige vergunning krijgen.”

U hecht groot belang aan flexibel ontwerpen.

Eric Van Damme:“Flexibel ontwerpen zie ik als een essen- tieel onderdeel van ecologisch bouwen. Ik geef een voorbeeld: als een beheerder van een 25 jaar oud rusthuis dat gebouw wil aanpassen aan de huidige normen, heeft hij eigenlijk geen an-dere keuze dan het af te breken en een nieuw te laten optrekken. Dat vinden wij zonde. Hou daar dus rekening mee bij nieuwbouw. Bijvoorbeeld door te bouwen met een skelettenstructuur, met wan-den die makkelijk zijn weg te nemen zonder de stabiliteit van het gebouw in gevaar te brengen. Ik spreek nu over een rusthuis maar dat geldt net zo goed voor industriegebouwen.

Neem nu de distributiecentra. Ik raad mijn klanten soms aan een meter hoger te bouwen voor het geval dat ze in de toe-komst meer ruimte nodig hebben. Het komt er op aan dat een gebouw steeds zoveel mogelijk mogelijkheden heeft.” Welke mogelijkheid bijvoorbeeld?

Eric Van Damme: “Bijvoorbeeld om er later een tussenvloer in te leggen, maar dan moet je wel beschikken over een gebouw dat vol-doende hoogte heeft. De beste manier waarop je nu bouwt is met aandacht voor flexibiliteit naar de bestemming van het gebouw. Ik geef u nog een voorbeeld: we bouwen momenteel 6.500 m² werkplaatsen voor een opdrachtgever die voor slechts een en-kele klant werkt. Wat als die stopt? Wel, in het ontwerp hebben we voorzien dat je het pand in twee kunt delen zodat je het nadien ter beschikking kan stellen van twee verschillende gebruikers. Op een manier dat elk zijn eigen refter kan hebben, zijn eigen sa-nitair,… zonder ingrijpende aanpassingen. De eigenaar kan zijn gebouw dus later zonder veel problemen verhuren aan twee ge-bruikers.”

Flexibiliteit geldt zeker voor kantoren?

Eric Van Damme: “Hoeveel keer worden kantoren niet ver-anderd? Ook daar kan je voorzien in de mogelijkheid om tus-senvloeren te maken. Met een minimale kost is dat vaak realiseerbaar.

Op Grote Nest zal dus worden gewerkt met flexibiliteit. Zeker voor wat de gebouwen betreft die G2i zelf zal bouwen en verhuren. Bouwheren worden zich daar meer en meer van bewust, maar toch moeten we nog vaak heel wat overredingskracht aanwenden. Bouwheren moeten de click weten te maken. Maar hoe dan ook is het een zeer belangrijk facet bij ecologisch bouwen.

Ecologisch bouwen is in de eerste plaats flexibel bouwen, het is in elk geval de eerste stap. Wij hebben het voordeel dat we een geïn-tegreerd architectenbureau zijn, zodat de bouwheer maar één ont-werpbureau nodig heeft.

Abetec is een multidisciplinaire studiegroep.

Eric Van Damme: “De initiële inbreng van verschillende disciplines in een ontwerp is van groot belang. We maken met zijn allen sa-men een brainstorming met de klant. Zo worden de lijnen van bij het begin uitgezet vooraleer er iets op papier wordt gezet. We wer-ken steeds met een projectmanager die de totaalverantwoordelijk-heid draagt van het project en de contactpersoon is voor de klant.”

Abetec heeft realisaties in de voedingsindustrie, transport- en dis-tributie, kmo’s, kantoorgebouwen, magazijnen, toonzalen, apparte-menten, hotels, bankkantoren, scholen, rusthuizen en overheids-gebouwen. Twee derde van de omzet betreft industrie, een derde is rusthuizen. Abetec heeft een 80-tal medewerkers. In Gent opende Abetec een tweede zetel boven Alides aan de Toemaattragel.

www.abetec.be

Page 56: Brochure Het Nest

Jean-Marie de Buck en Wim Supply Gedelegeerd bestuurder van Aclagro en projectleider van Aclagro

Tekst Sabine Van Damme – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Aclagro ontwikkelde Grote Nest in recordtempo.

Ideeën, plannen, tekeningen en ontwer-

pen maken zijn één ding, maar iemand

moet ook al dat moois echt gaan reali-

seren. In het geval van Grote Nest werd

daarvoor in zee gegaan met Aclagro, een

bedrijf dat in de Gentse Haven is geves-

tigd. Zij hebben jarenlange ervaring en

weten dus wat ze doen. Bovendien pro-

duceren ze een groot deel van hun grond-

stoffen zelf, door recyclage. Aclagro

werkte aan een recordtempo aan Grote

Nest. Er kwam zelfs een helikopter aan te

pas om de veiligheid van de werken in het

oog te houden.

Wat doet Aclagro in het algemeen, wat

voor soort bedrijf is dat?

Gedelegeerd bestuurder Jean-Marie de

Buck: “Aclagro is in 1970 gestart als een

bedrijf dat zich bezighield met grondwer-

ken. Sinds 2006 zit Aclagro in de Gentse

haven. Vandaag hebben we eigenlijk vijf

afdelingen binnen het bedrijf. We doen aan

bodemsanering, afbraakwerken, recyclage,

projectontwikkeling en infrastructuurwer-

ken. Het loopt allemaal natuurlijk samen.

Zo gebruiken wij bijvoorbeeld het sloop-

puin van de afdeling afbraakwerken als

onderfundering voor onze wegeniswerken,

uiteraard nadat het is verwerkt in onze ei-

gen betoncentrale. Gronden die we saneren

gebruiken we elders opnieuw, bijvoorbeeld

om bermen aan te leggen. Aclagro draait

momenteel een omzet van 60 miljoen euro,

en we stellen 320 mensen tewerk.”

‘‘ ’’

56

Page 57: Brochure Het Nest

En wat heeft Aclagro op Grote Nest gedaan?

Projectleider Infra Wim Supply: “Daar hebben we het braaklig-

gend terrein ontwikkeld, in opdracht van G2i. In het dossier Grote

Nest is G2i de bouwheer, studiebureau Arcadis de architect, en

wij, Aclagro, de aannemer. Kop van Nest hebben we ook ontwik-

keld, maar dat was een stuk kleiner. Het terrein van Grote Nest

is bruto zowat 67 hectare groot en toch hebben we de klus in één

jaar tijd geklaard. Dat gaat dan over onder meer 5,5 kilometer

nutsleidingen, een bufferberm van 9 hectare met 150.000 ton

grond en 22.000 kubieke meter asfaltverharding. We hebben ook

5.000 bomen aangeplant op de groenberm, en tijdens de werken

ook gezorgd voor alternatieve routes voor onze transporten, om

de buurtbewoners van Evergem zo weinig mogelijk overlast te

bezorgen. De werf is gestart net voor het bouwverlof van 2011 en

was tegen het bouwverlof 2012 klaar voor oplevering.”

Zijn er nog opmerkelijke dingen die daar gebeurd zijn?

Supply: “Absoluut. We hebben bijvoorbeeld een bufferbek-

ken gegraven, waar al het water van de bedrijven zal worden

opgevangen, en dat overloopt naar het kanaal. 12.000 kubieke

meter groot is dat, of zowat 75 op 200 meter. We hebben intussen

gemerkt dat daar zelfs al vis op zit, vermoedelijk heeft iemand

er enkele karpers in los gelaten. De kans bestaat dat buurtbe-

woners daar in de toekomst komen vissen. Al is het – voor alle

duidelijkheid – niet de bedoeling dat het daar een tweede Blaar-

meersen wordt.”

En wat hing die helikopter boven de werf te doen?

Supply: “Die was niet van ons, maar wel noodzakelijk voor de

veiligheid. Uiteraard moesten er ook nutsvoorzieningen op het

terrein komen. Het uitgraven van de sleuven en zo meer, daarvoor

hebben wij gezorgd. Maar de nutsleidingen zelf – Air Liquide, Air

Producs, Elia, Fluxys en NMP, werden uiteraard door de maat-

schappijen geplaatst. En Fluxys houdt de werf blijkbaar nauwlet-

tend in het oog vanuit een helikopter.”

Doen jullie meer dan alleen uitvoeren?

Directeur Infra Chris Tresignie: “Basis onderhandelen we na-

tuurlijk eerst over het bestek en de gestelde eisen, en voeren we

uit wat gevraagd wordt. Maar we geven ook advies en suggesties

op basis van onze ervaring. Op Grote Nest bijvoorbeeld was oor-

spronkelijk voorzien om de fietspaden in asfalt met een boord-

steen te leggen. In het grootste deel van het Havengebied is dat

zo. Maar wij hebben geadviseerd om beton te gebruiken. Beton is

duurzamer en beter bestand tegen het gewicht van de vrachtwa-

gens die de fietspaden zullen kruisen. Ook over de stevigheid van

de wanden van het bufferbekken hebben we advies gegeven, wat

tot aanpassingen heeft geleid.”

Wat vinden jullie uniek aan het hele gegeven van Grote Nest?

de Buck: “Dat er ter plaatse nauwelijks gewerkt is met natuurpro-

ducten voor de wegenissen. We hebben zoveel mogelijk gewerkt

met recyclagemateriaal, in plaats van gebruik te maken van zand-

en steengroeves. En dat afbraak én recyclage én hergebruik door

dezelfde firma op hetzelfde terrein voorkomen, dat gebeurt niet

zoveel. Ook het feit dat we de klus op één jaar tijd geklaard hebben

is een sterke prestatie waar we zelf trots op zijn. Die termijn was

opgelegd, dat was één van de voorwaarden in het contract. Maar als

je moet gaan samenwerken met andere spelers, zoals bijvoorbeeld

de nutsmaatschappijen, dan is het toch altijd spannend. Want we

kunnen onze eigen timing en werkzaamheden nog zo goed op el-

kaar afstemmen, als we plots moeten zitten wachten op een andere

speler om voort te kunnen doen, verlies je hoe dan ook tijd.”

Hebben jullie contact met de bedrijven die zich op Grote Nest

zullen gaan vestigen?

Supply: “Neen. Of beter: nog niet. Want natuurlijk zijn we geïnte-

resseerd om ook de industrieterreinen zelf aan te leggen. Daarom

blijven we op het terrein aanwezig met vlaggen en borden. Inves-

teerders die interesse hebben, kunnen ons dan makkelijk vinden.

We hebben natuurlijk extra troeven: we zitten heel dichtbij en we

kennen het terrein perfect, we hebben het immers zelf aangelegd.”

www.aclagro.be

Page 58: Brochure Het Nest

Tom Feusels,Projectleider infrastructuur bij Arcadis Belgium Tekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Hoge berm beschermt bewoners.

Arcadis speelde een belangrijke rol bij het ontwikkelen van Nest. De groep zorgde ervoor dat het technisch dossier werd gereali-

seerd. Bedrijven kunnen zo onmiddellijk aansluiten op het netwerk en van start gaan.

Wat zijn de belangrijkste activiteiten van Arcadis?

Tom Feusels, projectleider Infrastructuur bij Arcadis Belgium: “Sinds 1981 is Arcadis in België uitgegroeid tot een sterke multidiscipli-

naire speler met een breed vertakt kantorennetwerk. Arcadis levert adviezen, ontwerpen, planning, ingenieurs- en managementdien-

sten op het vlak van infrastructuur, water, milieu en gebouwen.”

Welke rol spelen jullie in het ontwikkelen van de site Grote Nest?

Die bestaat er onder meer in om ervoor te zorgen dat alles stedenbouwkundig in orde is. Door Omgeving werd nagegaan wat wenselijk

is op deze terreinen en wat de mogelijkheden zijn. Ook legden ze zich toe op de indeling van de site. Hun ontwerp hebben wij technisch

vertaald, we zorgden ook voor een aanbestedingsdossier en volgden de uitvoering op.”

Wat waren de grote uitdagingen?

“We moesten onder meer rekening houden met de aanwezige leidingen op het terrein, zoals van Fluxys, NMP en Air Products. Dat had

repercussies voor de indeling van de gronden. Met een berm van zes meter hoog hebben we gezorgd voor een afscherming van de

woonzone. De achterzijde kreeg dus vanuit natuurtechnisch oogpunt veel aandacht. De opdrachtgever, G2i had steeds een nauw overleg

met de bewoners. Leefbaarheid is zeker een factor die overal nadrukkelijk meer aandacht krijgt en dat is een positieve tendens. Het

leuke is dat de groene bermstrook nu al wordt gebruikt door lopers en fietsers. Die heeft dus zeker een betekenis.”

Wat zijn de troeven van de site?

“De bereikbaarheid biedt een groot voordeel. De site ligt vlakbij Gent, de E34 en de R4. Het gaat om havengebied, wat logistiek tal van

mogelijkheden biedt. Ook het Kluizendok is vlakbij. Een pluspunt is ook dat de terreinen worden verkocht. Nog een voordeel is dat

er een bundeling is van grote, middelgrote en kleine terreinen. Dit maakt een grote verscheidenheid mogelijk en dat is toch wel een

trendbreuk.”

Duurzaamheid is belangrijk, hoe speelden jullie daarop in?

“We streefden naar zoveel mogelijk open grachten om het rioleringsstelsel te beperken. We willen het water zo lang mogelijk ter

plaatse houden en niet meteen afvoeren naar het kanaal. De kleinere bedrijven voeren hun water af naar een waterbufferbekken. Grote

bedrijven moeten zelf voor buffering van hun regenwater zorgen. De bedrijven moeten hun vuil water reinigen, het gereinigd water kan

dan afgevoerd worden naar het bufferbekken of naar het grachtenstelsel. Wij legden ons vooral toe op een duurzame inrichting van het

terrein. Ook bij de keuze van materialen speelde duurzaamheid een rol.”

58

Page 59: Brochure Het Nest

Welke nutsbedrijven hadden jullie nodig?

“Dat zijn er verschillende. Op het terrein waren reeds verschillende maatschappijen aanwezig, zoals Fluxys, Elia, NMP, Air Products en

Air Liquide. De ligging van de aanwezige leidingen heeft deels de indeling van het zeehaventerrein mee bepaald. Zo is rekening gehou-

den met de verschillende aanwezige hoogspanningsmasten op het terrein en erfdienstbaarheden die op de verschillende ondergrondse

leidingen liggen. In het project zijn tevens de nutsleidingen voor de toekomstige bedrijven aangelegd, zoals leidingen van Eandis, VMW,

Telenet en Belgacom. De leidingen liggen rond de aangelegde rijwegen, waardoor de bedrijven gemakkelijk kunnen aansluiten op het

gewenste netwerk.”

Profiel Arcadis

- Infrastructuur, Ruimte & Verkeer : Arcadis levert advies, engineering, begeleiding en project management bij de duurzame ontwikke-

ling van transportinfrastructuur en havens, nutsvoorzieningen, rioleringen en waterzuiveringinfrastructuur, stedelijke gebiedsontwik-

kelingen en bedrijventerreinen, open ruimte en ontginningen.

- Water: Arcadis levert duurzame adviezen en oplossingen voor het gebruik van het schaarse goed als bron van leven, als basisproduct

voor industriële processen, als transportmiddel enzovoort. De focus ligt onder meer op advies inzake integraal waterbeheer.

- Milieu: Arcadis speelt al jaren een toonaangevende rol in milieudiensten. De groep werkt aan projecten die de natuurlijke hulpbronnen

van de aarde beschermen, en die voldoen aan de zakelijke doelstellingen van onze klanten.

Burggravenstroom

Watering De Burggravenstroom is een openbare dienst die instaat voor het waterbeheer in de plaatselijke polders en wateringen. De

Burggravenstroom had dan ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de nieuwe bedrijvensite in Evergem. Dirk Van Den Hauwe is

ontvanger-griffier en milieuadviseur: “We stonden in voor de watertoets. Een groot deel van het terrein was vroeger waterdoorlatend,

maar nu niet meer omwille van de bebouwing en de aanleg van wegen. Om dat water niet versneld en onbeperkt te laten wegvloeien,

moest een vorm van compensatie worden gevonden. De projectontwikkelaar zorgde er onder meer voor dat de afvoer wordt vertraagd.

Er kwam ook een grote bergingsvijver. Grote kokers onder de wegen dienen ook als buffer. Om de waterlopen te kunnen onderhouden,

is - waar mogelijk - langsheen de berm een strook van vijf meter voorzien. Daar kunnen we ook alles deponeren dat vrijkomt bij het

onderhoud van de grachten. Het hele project was toch wel een gigantisch werk. Zo was het nodig enkele officiële waterlopen te verleg-

gen. Omdat het grondwater op deze site vrij hoog staat, waren bovendien extra maatregelen nodig om het water tegen te houden. Zoiets

is eerder uitzonderlijk.”

www.arcadisbelgium.be

Page 60: Brochure Het Nest

JachthavenLangerbrugge

Page 61: Brochure Het Nest

Langerbrugge

Page 62: Brochure Het Nest

62

Page 63: Brochure Het Nest

Luc Devos, Zanger

Tekst Rudi Moeraert - Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Opgroeien in

Wippelgem, volwassen

worden in Gent.

Page 64: Brochure Het Nest

64

''Ik ben echt wel een kind van de streek, vertelt zanger Luc De

Vos. Mijn pa was van Kerkbrugge, mijn moeder is van Wippel-

gem. Ik ben een werkmanskind. En weet u waar pa en ma elkaar

leerden kennen? In café De Zwaan, aan de overzet van Langer-

brugge. Dat vind ik heel schoon. Mijn moeder diende bij rijke

mensen. Zo noemden ze dat vroeger: dienen bij rijk volk. Ma leeft

nog, ze is al heel oud. Mijn pa stierf op zijn 71ste. Hij werkte bij

de Sadaci. Veel nachtwerk. Overdag bewerkte hij een stuk land.

Hij was boer én werkmens tegelijkertijd. Zo ging dat in die jaren.

In al die dorpen tussen Evergem en Gent, in Mendonk, Langer-

brugge, Oostakker, Desteldonk,… daar waren wij met veel kinde-

ren die vaders hadden in 't fabriek of op het land.Ik ben zelf nog

werkstudent geweest, in de papierfabriek van Langerbrugge."

''Als jonge gast zag ik de haven uitbreiden, en de industrie

meer terrein winnen op de landbouwers. Waar eindigt zoiets?

Het is de evolutie zeker? Ik ben opgegroeid in twee werelden.

Wij gingen als kind nog kikkers vangen in de beekjes op de bui-

ten. Aan de ene kant zagen we de fabrieksschouwen roken en

in de verte zagen we de torens van die verleidelijke grote stad

die Gent heet. Ik denk dat het in 1975 allemaal veranderde. Dat

de haven dan plots fors groeide. Dat er nieuwe dokken kwa-

men, dat er grond moest worden vrijgemaakt voor de industrie."

''De grond van mijn vader lag op de grens van zo een uitbrei-

dingsgebied. Hij had een paar beesten, en een patattenveld. Hij

was een koppige fabrieksmens die ook nog wilde boeren. Maar

daarvoor woonden we niet in de juiste streek natuurlijk. Ik heb

verschillende landbouwers zien stoppen, om in de fabriek te gaan

werken. Zo ging dat in die tijd. 1958 was een kantelmoment voor

België. De Expo 58 zorgde ervoor dat we plots van de middel-

eeuwen naar de moderne tijd overstapten. 1975 was volgens mij

ook zo een kantelmoment. De wereld veranderde, de industrie

groeide fors. Ma was bij de KAV en de KVLV, pa was bij de KWB,

maar den buiten werd toch stilaan havengebied."

Geboren in Gent

''Ik ben in Gent geboren, in een katholiek ziekenhuis op 200 meter

van het Gravensteen. In feite ben ik dus een echte Stroppendra-

ger, haha. Tot mijn twaalfde was ik een jongen van Wippelgem,

maar vanaf dan ging ik op internaat naar het Sint-Lievenscollege

in Gent. Ik was een beetje het prototype van de gebuisde student,

want op mijn vijf jaar had ik in mijn hoofd toch al beslist dat ik

muzikant zou worden. Ik keek naar Toppop op televisie enzo en ik

wist dat muziek mijn toekomst was. Ik groeide niet echt op in een

omgeving die de studies stimuleerde en in 1990 nam ik de grote

sprong voorwaarts. Ik was 27 jaar en ik kreeg een platencontract.

Ik besliste meteen dat ik dat nooit meer zou loslaten. Ik kreeg die

kans, als jongen van Wippelgem, en die kans greep ik met beide

handen. Popmuziek maken,… Popmuziek dat woord komt van po-

pulair. Dat was plots iets heel anders dan zitten suffen op een

zolderkamer. Plots was ik zanger, en ik wist dat het voor altijd zou

zijn. En iedereen mocht meegenieten! Er kwamen grote hits, en

een mens blijft natuurlijk hopen op nieuwe superhits. Ik blijf cre-

eren, ik blijf optreden. Ik wil later terugblikken op een oceaan van

releases, op een gigantische berg producties. Kwantiteit is ook

een vorm van kwaliteit. Zoals ik vind dat bijvoorbeeld de Gentse

Feesten groot moeten blijven. Dat moet een gigantisch feest zijn,

waar ik ook mag optreden (lacht)."

Vooruitgang

''Ik ben dus echt niet opgegroeid in een milieu vol creati-

viteit en gemak. Al die zever dat artiesten een triest verle-

den nodig hebben om te kunnen creëren, daar geloof ik niet

in. Op cultureel vlak was het geen cadeau hoor, opgroeien

in Wippelgem. Mijn ouders waren geen welgestelde advo-

caten, ze nodigden mij niet uit naar de opera. Er was géén

muziekschool. Ik ben daar niet gelukkig mee geweest.

Ik ben blij dat de middeleeuwen voorbij zijn, ik juich de

vooruitgang toe. Met een stad als Gent ben ik content.

Leonard Cohen komt naar Gent optreden en Prince was

hier ook al. Ik moet dus niet in Parijs of New York wonen."

''In de driehoek Rijsel - Rotterdam - Keulen valt voor mij genoeg

te beleven. Ik ben een blij mens. Géén kluizenaar vol liefdesver-

driet. Ik ben zot van optreden. Ik heb omgekeerde plankenkoorts.

Mij moeten ze van het podium afslepen! Ik zou maar blijven zin-

gen. Ik ben zanger van beroep en dat kan ik iedereen aanraden.

Misschien eindig ik wel als een crooner, die mooie liedjes zingt

met een heel groot orkest achter mij op het podium. Opgroeien

in Wippelgem was leuk, volwassen worden in Gent was heerlijk.

Een mooie combinatie!"

Veelvraat

''Geen job is meester De Vos te veel. Tot nog toe maakte hij met

Gorki 11 albums, namelijk Gorky, Boterhammen, Hij leeft, Mon-

stertje, Ik ben aanwezig, Eindelijk vakantie, Vooruitgang, Plan B,

Homo erectus, Voor rijpere jeugd en Research &

Development. Hij werkte ook mee aan de Engelsta-

lige band Automatic Buffalo, samen met Axl Peleman,

Reinaert D'Haene en Matthias Van der Hallen. Daar-

naast schrijft hij columns voor Studio Brussel en het

Gentse stadsmagazine Zone 09. Luc schreef 7 boeken.

Het eerste, De verworpenen heeft slechts één uitgave gekend.

Het is een bundeling van columns."

Page 65: Brochure Het Nest

Ik kreeg die kans, als jongen

van Wippelgem, en die kans greep ik met

beide handen. Popmuziek maken...

Page 66: Brochure Het Nest

66

''Het tweede, derde en vierde (Het Woord Bij De Daad, De Rest

Is Geschiedenis, en De Volksmacht) zijn (voornamelijk fictieve)

autobiografieën, zijn vijfde en laatste is een echte roman gewor-

den en heet De Laatste Mammoet. Hij schreef voor het eerder

vermelde stadsmagazine ook een aantal scenario's voor korte

stripverhalen (samen met Lectrr)."

Geen gsm

Kent u mensen die geen gsm hebben? Nu wel ! Want Luc De Vos

heeft geen mobieltje in zijn zakken zitten. Thuis heeft hij een ge-

heime vaste telefoon, hij heeft een afgeschermd mail-adres, en

weinig meer. Internet dient om iets op te zoeken, of om iets te

mailen of te schrijven. Geen twitter of facebook voor deze mens.

Maar hij is wel mee met zijn tijd. ''Ik maakte nog de aloude schrijf-

machine mee, waarop je hard moest tokkelen. Dan kwamen er

elektrische schrijfmachines, en later computers, die het schrijven

echt gemakkelijk maken.

Wie schrijft nu nog een brief met de hand? Niemand meer, hé.

Je neemt de auto of de tram, in plaats van paard en kar. Mijn

zoon heeft een iPad, ik zou niet weten wat ik daarmee moet doen.

Er bestaat een facebook-pagina over mij, maar ik zie die nooit.

De multimediarubriek in de bladen zijn voor mij onverstaanbaar.

Tot voor kort wist ik niet wat een app was hoor. Allemaal niet aan

mij besteed. Ik drink liever een echte pint met echte vrienden, in

levenden lijve op een echt terras."

Page 67: Brochure Het Nest

Fotosessie

Voor de foto's bij dit artikel trekken we naar het veer van Langerbrugge, naar

café De Zwaan, waar vader en moeder De Vos elkaar leerden kennen. We zijn

te vroeg en bestellen een frisse pint bij de zwarte medemens achter de toog.

Even snuisteren in de jukebox en jawel, daar steken nummers in van Gorki.

Een euro in de machine en we kiezen voor Mia, de mooiste Vlaamse hit aller

tijden. Terwijl het lied weerklinkt, arriveert de wagen. Heer De Vos, met zus

en zoon, stappen naar binnen. ''Toch een schoon nummer hé, van onze Luc",

glimlacht de zus fier. Luc grijnst en bestelt ook een glas.

Hij was net bij moeder op bezoek en wil nu gedwee de orders van de fotograaf

opvolgen. Deze zanger is één en ander gewoon natuurlijk. Hij poseerde al

voor duizenden foto's. IJdelheid staat niet in zijn woordenboek.

Ik vraag aan Luc hoe fier hij is de geestelijke vader te zijn van nationale klas-

siekers. Mia, Anja, Lieve kleine piranha, Soms vraagt een mens zich af,… het

zijn stuk voor stuk hits die tot het gemeenschappelijk geheugen behoren.

''Natuurlijk ben ik daar fier op. En al moet ik ze nog vijf miljoen keer zin-

gen, ik zal die nummers blijven brengen tot de dag dat ik van het po-

dium val. Er zijn altijd weer nieuwe generaties die de hits van toen le-

ren kennen. Die hebben ook recht op optredens en bekende nummers.

Maar ik zal ook altijd blijven schrijven aan nieuwe nummers.

Stilstaan is achteruitgaan. Ook in de kunst."

Mijn pa was van

Kerkbrugge, mijn moeder is van Wippelgem.

Ik ben een

werkmanskind.

‘‘

’’

Page 68: Brochure Het Nest

68

Kris Callebaut EDF LuminusTekst Gi.dee – Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Groene energie. Iedereen heeft er vandaag de mond van vol. Want wie wil er nu niet meewerken aan een betere wereld? Ook voor bedrijven

wordt groene energie bijna een must. Niet alleen in het kader van ethisch ondernemen, vooral ook om de energiekosten te drukken. Want als

een bedrijf zijn eigen energie kan opwekken, vervalt een groot deel van de energiefactuur omdat men minder elektriciteit moet afnemen.

Maar welke mogelijkheden zijn er? Wat is het meest voordelige, en wat moet meespelen bij de keuze?

Kris Callebaut van EDF Luminus zet de mogelijkheden op een rij.

EDF Luminus commercialiseert elektriciteit en gas in België onder het merk Luminus. Luminus is de belangrijkste challen-

ger op de Belgische markt en onderscheidt zich door zijn uitgesproken vorm van klantgerichtheid. Het bedrijf telt momen-

teel 1,7 miljoen particuliere en zakelijke klanten in België. Al meer dan 50 jaar investeert EDF Luminus in de productie van

groene energie. EDF Luminus is intussen al meer dan een decennium actief in de ontwikkeling van windmolenprojecten en

is, naast producent van energie, tevens leverancier. EDF Luminus behoort met 56 windturbines in België tot de grootste spe-

lers en wekt daarmee een vermogen op van 117 megawatt. Dat is het equivalent van het stroomverbruik van 66.500 gezinnen.

Kris Callebaut: “Belangrijk is het te weten dat de energiefactuur vandaag voor een belangrijk deel bestaat uit taksen, distributiekosten

en transportkosten. Een bedrijf dat zijn eigen energie kan opwekken, kan voor die lokaal opgewekte energie alvast een behoorlijke ver-

mindering van de factuur bekomen. Om te weten welke vorm van hernieuwbare energie het best bij een bedrijf past, moet je eerst kijken

naar het verbruik en het verbruiksprofiel. Daarnaast spelen ook de ruimtelijke mogelijkheden een belangrijke rol. Is er plaats om een

zonnecentrale, ideaal gepositioneerd ten opzichte van de zon, op te stellen? Is het mogelijk een windturbine te plaatsen? Afhankelijk

daarvan wordt de keuze gemaakt.”

De mogelijkheden:

• Een bedrijf met weinig ruimte kan opteren om groene energie aan te kopen bij zijn leverancier.

• Een bedrijf met een relatief klein verbruik maar veel ruimte, kan ook kiezen voor zonnepanelen. Een groot magazijn bijvoorbeeld

is daarvoor ideaal. Het dak kan vol zonnepanelen geplaatst worden. Zonnepanelen hebben tal van voordelen: je krijgt makkelijk een

vergunning, je kan al snel 70 tot 90 % van de nodige energie zelf opwekken, je hebt een goed rendement en je bespaart opnieuw op de

aankoop van elektriciteit, alsook de taksen op de energiefactuur. De opbrengst hangt af van de oppervlakte, maar kan voor een magazijn

snel rond de 200.000 kWh à 500.000 kWh draaien per jaar. Het nadeel van zonnepanelen is dat ze veel ruimte innemen. Zonnepanelen

gaan ongeveer 20 jaar mee.

• Bedrijven met een groot verbruik en veel ruimte kunnen opteren voor een windturbine. Het grote voordeel daarvan is de opbrengst,

dat gaat al snel naar 5 tot 7 miljoen kWh per jaar. Het plaatsen van een windturbine is echter dikwijls een grote uitdaging. Door zijn

mogelijke impact op de omgeving, is zijn inplanting het meest aangewezen in havengebied en industriegebied. Er is sinds eind 2011

bovendien een verstrengde reglementering gekomen waarbij de milieuhygiënische richtlijnen voor de bouw van een windturbine zijn

opgenomen in de milieuwetgeving. Er is een grondige milieustudie nodig voor een windturbine kan worden geplaatst.

• Bedrijven met een groot verbruik én met een sterke behoefte voor warmte en stoom in hun industrieel proces kiezen het best voor

een warmtekrachtkoppelingsinstallatie, ook WKK genoemd. Bij zulke installaties gebeurt de productie van kracht onder de vorm van

elektriciteit en warmte onder de vorm van stoom of heet water tegelijkertijd en dus als het ware gekoppeld. Eenvoudig uitgelegd zit het

zo: aardgas wordt verbrand om elektriciteit op te wekken. De uitlaatgassen hebben een hoge temperatuur zodanig dat stoom en/of

warm water voor een industrieel proces kan worden aangemaakt. Warmtekrachtkoppeling is interessant voor bedrijven die naast een

belangrijk elektriciteitsverbruik ook een behoorlijke en zo constant mogelijke warmtevraag hebben (industrie en eventueel ook hotels,

rusthuizen, ziekenhuizen…). De prijs hangt af van de complexiteit van het systeem. Voordeel is dat een warmtekrachtkoppelingsinstal-

latie niet zoveel ruimte inneemt, en daardoor hinder voor de omgeving sterk beperkt kan worden. Het vergunningstraject verloopt

daardoor doorgaans makkelijker.

www.edfluminus.be

Page 69: Brochure Het Nest

Alles hangt af van de noden en de

fysieke mogelijkheden.

Page 70: Brochure Het Nest

Stukwerkers havenbedrijf

participeert in Ghent Container Terminal.

Page 71: Brochure Het Nest

Frank Vanoutryve, Commercieel manager StukwerkersTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

De Gentse goederenbehandelaar Stukwerkers Havenbedrijf kijkt met belangstelling uit naar de ontwikkelingen op het industrieter-rein Nest. Daar kunnen zich bedrijven vestigen die afhankelijk zijn van aan- en afvoer van goederen per schip.

In de onmiddellijke omgeving van Grote Nest ligt het Kluizendok waar onder meer Ghent Container Terminal operationeel is. De containerterminal is een uitstekende opportuniteit voor potentiële investeerders op Grote Nest.

Stukwerkers Havenbedrijf is sinds 2010 medeparticipant in Ghent Container Terminal.

“Deze containerterminal dient mede ter ontwikkeling van bedrij-ven in het industrieterrein Nest die gebruik wensen te maken van het intermodale vervoer”, zegt Frank Vanoutryve van Stukwerkers. “Meer bepaald kunnen daardoor vrachtwagens van de weg worden gehaald ten voordele van de binnenvaart en de shortsea. Bedrijven bekommeren er zich over om het principe van green carbon foot print geïmplementeerd te krijgen. Wel, dan is deze containerter-minal een project dat daarbij kan helpen. Containers die hier per zeeschip toekomen, worden met binnenvaart naar bestemmingen in het binnenland vervoerd. Of omgekeerd.”

Ghent Container Terminal (GCT) behandelt laadkisten voor carriers en lokale klanten. Er is een binnenvaartpendeldienst van en naar Antwerpen, Zeebrugge en Rotterdam. Het is de bedoeling dat con-tainers op termijn ook per spoor worden aan- en afgevoerd.

GCT is een uitstekende hub naar Noord-Frankrijk. De termi-nal heeft een stapelcapaciteit van 6.000 TEU. GCT is een eigen entiteit die over eigen rollend materieel beschikt zoals lifttrucks, reachstackers en een mobiele 120 tonskraan. GCT werft haar eigen dokwerkers aan en heeft eigen terminalpersoneel.

Waarom is Stukwerkers in GCT geïnteresseerd? Hoe is de contai-neroverslag bij GCT geëvolueerd sinds de participatie van Stuk-werkers?

Frank Vanoutryve: “Het aantal behandelde containers zit inderdaad in stijgende lijn. GCT ontvangt momenteel één wekelijkse short- seacall uit Sheernes die richting Sint-Petersburg afvaart. Daar-naast ontvangt GCT diverse lichters per week, komende van de havens van Antwerpen, Rotterdam en Zeebrugge. GCT kan zelf in-staan voor het lichtertransport.”

Wat zijn momenteel de vooruitzichten voor de activiteiten van GCT?

Frank Vanoutryve: “Ondanks de huidige economische situatie re-kent GCT op een constant stijgend volume van het behandelde aan-tal containers.”

Stukwerkers gelooft sterk in intermodaal vervoer. Maar, trucks van de weg halen is een traag lopend proces. In welke mate heeft GCT daar totnogtoe geholpen?

Frank Vanoutryve: “Ik verwijs naar de algemene cijfers van het voor- en/of natransport van de haven van Gent. Op dit ogenblik beschikt GCT nog niet over een spooraansluiting zodat hinterlandtransport hoofdzakelijk per truck gebeurt. Wat Stukwerkers Havenbedrijf betreft, wordt het merendeel van het geïmporteerde/te exporteren volume verder vervoerd/ontvangen per spoor en per lichter. Daar-naast vertrekt eveneens een groot deel van het ontvangen volume de terminals per truck. Ik wil er op wijzen dat alle kaaien waarop Stukwerkers actief is, uitgerust zijn voor lichterbehandeling en spoorbehandelingen en op vijf minuten rijafstand liggen van de R4.”

Aan welk soort bedrijven, uit welke sectoren, denkt u vooral die zich gebeurlijk op Grote Nest kunnen vestigen en gebruik maken van de containerterminal?

Frank Vanoutryve: “Aan alle sectoren die gebruikmaken van contai-ners om goederen te ontvangen of te verschepen. De Stukwerkers-groep heeft overeenkomsten met diverse containerrederijen zodat klanten deze containers kunnen afhalen in Gent in plaats van in de diepzeehavens. Of ze kunnen ze afzetten in Gent in plaats van leeg te moeten terugvoeren tot de diepzeehaven. Op die manier kan de klant de losbehandelingen efficiënter laten uitvoeren. Efficiënter omdat vanuit GCT naar de potentiële klanten in Nest een Just in Time aanlevering van de container kan worden gegarandeerd. Iets wat uiteraard niet mogelijk is van uit de diepzeehavens.”

Stukwerkers is de oudste goederenbehandelaar in de haven van Gent, en bij uitbreiding van heel Europa. De naam Stukwerkers voert ons terug naar de middeleeuwen, meer bepaald naar 1338 toen arbeiders zich verenigden in een gilde om schepen te laden en te lossen op de Lieve, Leie en Schelde en de Brugse kanalen. 700 jaar later is Stukwerkers één van de belangrijkste en meest gedi-versifieerde havenbedrijven in Gent. In de Gentse haven behandelt Stukwerkers jaarlijks zo’n 2,5 miljoen ton goederen of zowat een tiende van de totale maritieme overslag in Gent.

71

www.stukwerkers.com

Page 72: Brochure Het Nest

104 :::

Page 73: Brochure Het Nest

WaterNest

Page 74: Brochure Het Nest

Wat zou ú met

100 miljoen euro doen?

Page 75: Brochure Het Nest

Wie is de man die mij deze vraagt stelt?Mijn naam is Jean-Jacques Delori en ik leid Delcap Asset Management Ltd., een investment office met vestigingen in Brussel en

Londen. Het is onze taak om mensen met dergelijke vragen te helpen. Natuurlijk gaat het daarbij niet steeds om zo’n groot bedrag.

Het G2i-project, dat het onderwerp van deze brochure uitmaakt, is een van de investeringen die deel zouden kunnen uitmaken

van zo’n vraag.

Stel nu dat u morgen inderdaad honderd miljoen euro ontvangt. Vanzelfsprekend zou uw eerste reactie zijn: ‘Ik zou wel

weten wat te doen met zo’n bedrag.’ Zo eenvoudig is het echter niet! We laten de cijfers even voor zichzelf spreken…

Stel, u bent 58 jaar oud, u hebt kinderen en dan is er plots die honderd miljoen… Het eerste wat u waarschijnlijk zou doen, is uzelf in de

watten leggen. Door uw droomvilla te kopen, bijvoorbeeld, of die ene luxewagen die u al jaren wou hebben, een auto voor de kinderen,

misschien een buitenverblijf of een verre reis … U moet echter goed beseffen dat na al deze eerste emotionele aankopen er waarschijn-

lijk nóg miljoenen overblijven die u moeilijk gewoon op de bank kunt laten staan. Hoe begint u aan zoiets? Dat is het moment waarop

wij instappen.

Reken maar dat u langs alle kanten zal gesolliciteerd worden. U zult tientallen voorstellen krijgen van private bankers, immobiliënma-

kelaars, investeringsfondsen, ’vrienden’… en allen zullen ze het over ‘veelbelovende projecten’ hebben.

De vraag is wat u dan zult doen. Op welk van die voorstellen gaat u in?

Voor we gaan kijken hoe u goéd kunt investeren, wijs ik u er graag op hoe gemakkelijk het is uw fortuin te verliezen. Vele families zijn

er immers in geslaagd om in slechts een à twee generaties hun hele vermogen kwijt te spelen. En wij willen absoluut niet dat u uw

honderd miljoen verliest!

Er zijn een paar manieren om alles kwijt te raken:

• Concentratie: de grootste financiële successen zijn te wijten aan het concentreren van fortuinen in één enkel actief, maar die zelfde

concentratie heeft ook geleid tot het verdwijnen van een groot aantal familiale vermogens… Herinnert u zich Fortis? Of zoals Warren

Buffett het ooit heeft gezegd: ‘Waarom alles wat u hebt riskeren voor iets wat u eigenlijk niet nodig hebt?’

• Uitgaven: de toekomstige waarde van een patrimonium hangt niet enkel af van het rendement op zijn investeringen, maar wordt ook

heel sterk beïnvloed door het niveau van de uitgaven. Als we teruggrijpen naar onze honderd miljoen als startkapitaal en we veronder-

stellen dat dit kapitaal groeit tegen een gemiddelde van 7% per jaar met een volatiliteit van 10% en de jaarlijkse uitgaven bedragen 7%

van het initieel kapitaal, dan heeft u na tweeëntwintig jaar nog welgeteld 0 euro over!

• Financiële hefboom: we spreken van een financiële hefboom indien u investeringen financiert met eigen middelen, maar daarbij een

lening aangaat om het resultaat te versterken. U heeft 100 euro in kapitaal en u gaat nog een lening aan van 100 euro tegen 5% interest

en die 200 stopt u in aandelen… Het resultaat wordt zeker versterkt, maar zowel in de positieve zin als in de negatieve zin!

‘‘Als de aandelen stijgen met 10% op een jaar dan is de return voor de investeerder = (10% x 200)-(5% x 100) = 15, dus een return van

15% op het geïnvesteerde kapitaal.”

‘‘Dalen de aandelen met 10% op een jaar dan is de return voor de investeerder = (-10% x 200)-(5% x 100) = -25, dus een return van -25%

op het geïnvesteerde kapitaal.”

75

Jean-Jacques Delori, CEO Delcap Asset Management Ltd.Foto’s Bart Musschoot/BMUSS

Page 76: Brochure Het Nest

• Inflatie: het behouden van rijkdom is helemaal niet hetzelfde als

het behoud van kapitaal. Het niet-investeren van een kapitaal, het

bij wijze van spreken gewoon onder de matras steken, is niet zonder

risico op de lange termijn. Het is het enige actief dat bijna zeker is

dat het in de loop der tijd van zijn waarde (gecorrigeerd door inflatie)

zal verliezen.

Als we 100 miljoen euro onder onze matras steken, het onaangeroerd

laten en we gaan uit van een inflatie van 2.5% per jaar, dan is zijn

waarde, aangepast aan de inflatie na dertig jaar, ongeveer 50 miljoen.

• Belastingen: steeds wederkerende belastingen kunnen zonder

optimalisatie een kapitaal uitvreten, maar er zijn ook uitzonderlijke

belastingen, zoals bijvoorbeeld successierechten, die een kapitaal

lelijk schade kunnen toebrengen indien er vooraf niets gepland of

geregeld werd.

• Oplichting: er zijn niet alleen de leningen aan ‘vrienden’, maar ook

fraude en oplichters. Ik denk dat de namen ‘Madoff’ en ‘Lernout &

Hauspie’ bij de meesten onder u wel een belletje doen rinkelen.

• Familiale dynamiek: helaas leiden familiale conflicten vaak tot

versnippering van het kapitaal en uiteindelijk tot het verlies van een

familiaal vermogen.

Weet u wat niet te doen?

Dan bent u nu klaar voor de volgende stap: het investeren.

Bij het investeren is het van ‘kapitaal’ belang dat u weet wat u wilt be-

reiken. Kortom: waar wilt u naartoe? Om dat doel te bereiken, hebben

we immers een plan, een strategie nodig, én moet er diversificatie

zijn, anders spreken we niet van een strategie, maar van gokken!

Voor grote patrimonia, zoals uw honderd miljoen, maken we eerst

een opdeling in ‘life-time assets’ en ‘transgenerational assets’.

In de life-time assets moeten zich alle activa en investeringen be-

vinden waarvan u tijdens uw leven de vruchten wil plukken: hier ko-

men dus de cashreserves voor de uitgaven en de portefeuilles. De

transgenerational assets zijn de investeringen die u aangaat op (heel)

lange termijn en waarvan u misschien het resultaat niet meer zult

mogen meemaken. Hieronder vallen onder meer private equity, vast-

goedprojecten en dergelijke.

Maar hoeveel komt nu waar terecht? Alles hangt natuurlijk af van wat

u met uw kapitaal wilt bereiken en hoeveel u per jaar wilt spenderen.

Een investering mag dan wel aantrekkelijk lijken, indien ze niet past

in het grote geheel, ze uw doel voorbijschiet, dan is ze niet op haar

plaats.

In de life-time assets moet er volgens ons, rekening houdend met een

leeftijd van achtenvijftig jaar, voldoende kapitaal aanwezig zijn om

minimaal twintig jaar uitgaven te dekken. Bij de berekening van deze

uitgaven houden we rekening met de courante uitgaven, maar ook

met het feit dat u uw kinderen in de loop van die twintig jaar hoogst-

waarschijnlijk elk reeds een kapitaal zult schenken. Wij raden aan

steeds een cashreserve te hebben van twee jaar courante uitgaven.

Stel dat u twee miljoen per jaar uitgeeft, dan bedraagt deze reserve

dus vier miljoen. In de portefeuilles zouden we dan ongeveer zesen-

dertig miljoen stoppen.

Meerdere portefeuilles zijn noodzakelijk. Alle eieren in één mand leg-

gen, is immers niet verstandig. Indien we het rekensommetje maken,

blijft er nog zestig miljoen over voor de transgenerational assets.

Natuurlijk komt niet elk patrimonium in aanmerking voor deze op-

deling. Zelfs al overstijgt het de noden voor de life-time assets, dan

moet er hierbinnen nog steeds ruimte zijn om te kunnen diversifiëren.

Laat ons even stilstaan bij het portefeuillebeheer. Ook hier stelt zich

de vraag waar u precies naartoe wilt. Bent u bereid veel of weinig

risico te nemen? Maar wat is risico precies?

Stel: u wilt uw kapitaal in twintig jaar verdubbelen. U mikt dus op een

rendement van 3.5% per jaar. Wilt u uw kapitaal daarentegen in tien

jaar tijd verdubbelen, dan mikt u op een jaarlijks rendement van 7%.

We zeggen ‘mikken’, want hierin schuilt net het risico.

Vergelijk het met een boogschutter die raak moet schieten op een

groot bord kortbij, of een half zo klein bord dubbel zo ver weg. Zelfs

al heeft u de beste boogschutter, die 7% zal niet elke keer raak zijn.

We zeggen het graag met de woorden van Howard Marks: ‘Als risico-

volle beleggingen steeds betrouwbaar hogere rendementen zouden

opleveren, zouden ze niet risicovol zijn’.

Maar hoe bouwt u dan een portefeuille die mikt op het juiste doel?

Eén goede raad: probeer dit niet zelf! De kans dat u de hoofdvogel

afschiet, is even groot als de kans dat u de gouden plak in het boog-

schieten op de voorbije Olympische spelen zou hebben behaald.

Wist u dat er duizenden verschillende aandelen bestaan over de hele

wereld en een meervoud daarvan aan fondsen? Weet u wat opties, fu-

tures, forex forwards zijn en hoe ze te gebruiken? Vertrouw alsjeblieft

op een professional om dit voor u te doen.

Dit zijn een paar regels die wij in acht nemen om onze portefeuilles

te bouwen:

• Wij bouwen en beheren gediversifieerde portefeuilles rond gespe-

cialiseerde managers. Die managers zijn klein in aantal en we trach-

ten enkel met de besten te werken.

• Wij concentreren onze inspanningen meer op het beter begrijpen

van de waardering van onze effecten en de risico’s waarmee ze zich

tot elkaar verhouden dan op het verbeteren van onze toekomstvoor-

spellingen. We zoeken managers die weten wat ‘goedkoop kopen,

duur verkopen’ is, ongeacht waar we staan in de economische cyclus.

• Wij investeren defensief. Onze belangrijkste betrachting is om niet

het verkeerde te doen. De eerder aangehaalde Howard Marks formu-

leert het als volgt: ‘Vermijd de verliezers, de winnaars zorgen voor

zichzelf’.

76

Page 77: Brochure Het Nest

Eenmaal u een doel gekozen hebt, is het belangrijk om achter uw beslissing te blijven staan. Het slechtste wat u kunt doen, is elke dag

naar uw portefeuille kijken, want dan duren die tien of twintig jaar héél lang. Bovendien zult u sterk in de verleiding komen de gekozen

strategie aan te passen. Het is emotioneel extreem moeilijk om op het moment dat alles keldert te zeggen: ‘Nu gaan we kopen’. In

maart 2009, toen de beurzen wereldwijd op hun laagste punt stonden, hebben heel wat cliënten gebeld om te verkopen, omdat ze het

niet meer konden aanzien. Dit is echter ongeveer het slechtste wat u op zo’n moment kunt doen.

Eenmaal uw portefeuilles gebouwd zijn, professioneel beheerd worden en alles vlotjes loopt, wordt het tijd voor het volgende luik, de

transgenerational assets. Er blijft immers nog zestig miljoen euro over die moet geïnvesteerd worden.

Belangrijk om te weten, is dat de investeringen die deel uitmaken van dit onderdeel, langetermijninvesteringen zijn. Ze zijn vaak illiqui-

de, wat wil zeggen dat ze niet op elk moment kunnen verkocht worden, dit in tegenstelling tot hetgeen zich in de portefeuilles bevindt.

Het investeringsuniversum hier is bijna oneindig. U kunt investeren in terreinen in het Gentse havengebied, maar evengoed in een In-

diase start-up. Ook hier halen we aan hoe belangrijk het is te diversifiëren. Maar wederom moet weer diezelfde vraag worden gesteld.

‘‘Waar wil ik naartoe en welk risico ben ik bereid daartoe te nemen?”

U kunt bijvoorbeeld investeren in een kantoorgebouw in Brussel dat aan de Vlaamse regering zal worden verhuurd, en waarbij u een

rendement van 5% opstrijkt. Of zou u het hebben aangedurfd te investeren in een toen nog onbekende Steve Jobs, op het moment dat

hij op zoek ging naar geld voor zijn eerste Apple, en wetende dat er voor elke Steve Jobs waarschijnlijk honderden anderen zijn waar

men nooit meer iets van heeft gehoord? Misschien wilt u graag een impact hebben op de planeet en een project voor drinkbaar water

in Afrika financieren, zelfs zonder daarvoor echt een rendement te krijgen?

Een van de sleutelwoorden bij al deze investeringen is ‘geduld’. U investeert in projecten van lange adem, het geld staat vast voor jaren,

en het zou best kunnen zijn dat u het einde van het project en de winst die het (misschien) oplevert niet meer mag meemaken. Een ander

sleutelelement is dat u enkel mag werken met op-en-top professionals, mensen die weten waarmee ze bezig zijn. U moet weten aan

wie u uw geld toevertrouwt en hoe ze hiermee zullen omspringen. Een laatste sleutelelement tot meer kans op slagen is uw persoon-

lijke interesse. Het heeft totaal geen zin om in iets te investeren dat u maar matig interesseert, want een project rendeert beter als uw

persoonlijke bijdrage groter is. Als u met kennis van zaken vragen kunt stellen, zal men u niet zo snel met een kluitje in het riet sturen.

Enkel dan zal het genoegen dat u schept in dit soort investeringen de moeite waard zijn.

Het G2i-project is hier een voorbeeld van. De eerste investeringen gebeurden reeds begin jaren negentig en op een bepaald moment

was de waarde ervan zo laag dat het onmogelijk zou geweest zijn het te verkopen zonder een significant verlies te lijden. Maar zie waar

we nu staan! Enkel geduld en geloof in het kunnen van de mensen die dit project hebben helpen realiseren, namelijk Marc Kramer,

Henk Cardon, Micheline D’hondt, Pieter-Jan Petit, Koen Apers en Pascale Everaert hebben ons gebracht waar we vandaag staan.

Kortom, of het nu gaat over honderd, vijftig, twintig of zelfs twee miljoen… het is al niet makkelijk om een vermogen te vergaren, het is

nog moeilijker het te laten voortbestaan en te laten opbrengen. Wie vandaag kijkt naar het aanbod aan en de complexiteit van de diverse

producten, en daaruit een keuze moet maken, raakt al snel het noorden kwijt.

Daarom is het zo belangrijk uw objectieven, maar evenzeer uw verplichtingen en belemmeringen op te lijsten, zodat u de koers die u

wilt varen ook vooraf kunt uitstippelen.

Ik hoop dat ik u met deze reflecties heb kunnen

overtuigen hoe belangrijk het is een vermogen

te beheren en de opvolging van dat beheer

te structureren en te professionaliseren.

Neem altijd een ervaren gids mee aan boord.

Jean-Jacques Delori

CEO Delcap Asset Management Ltd.

www.delcapam.com

Page 78: Brochure Het Nest

78

Page 79: Brochure Het Nest

Fotograaf

BMUSS

TOP

Start

Foto + Communicatie Studio

in de Gentse Haven.

Bart Musschoot

Page 80: Brochure Het Nest
Page 81: Brochure Het Nest

BMUSS staat voor Bart en Sabrina Musschoot,

die samen een succesvolle foto + Communicatie Studio hebben,

met klanten verspreid over heel België.

In juli 2012 verhuisden ze naar Kleine Nest, waar de combinatie

wonen en werken in een aangename omgeving voorop staat.

Bart en Sabrina woonden al geruime tijd in hun pand in Gentbrug-

ge. Waarom dan toch nog verhuizen? “Onze studio in Gentbrugge

was echt te klein geworden,” vertelt Bart.

“We waren reeds lang op zoek naar iets nieuws waar wonen en

werken mogelijk was. Maar dit bleek helaas niet zo gemakkelijk te

zijn. In de stad waren er vaak beperkingen naar onze studio toe en

in een industriezone mag je niet altijd wonen, Kleine Nest was dus

voor ons de ideale oplossing.”

Kennismaking met G2i

“We zijn zelfs heel toevallig op deze grond gebotst”, legt Sabrina

uit. “We waren in Nest op fotoshoot bij Methu voor het maken van

een nieuwe bedrijfsfolder. Patrick Meganck vertelde ons dat Kleine

Nest speciaal bedoeld was voor de kleintjes. Toen we kwamen kij-

ken, waren we onmiddellijk verliefd op de grond, amper twee dagen

later hadden we al beslist.”

“De onderhandelingen en samenwerking met G2i verliep erg vlot,”

vertelt Bart. “We hadden heel snel een goeie vertrouwensband met

Micheline D’hondt en Pieter-Jan Petit en delen dezelfde visie over

Nest. Daarom hebben ze ons gevraagd het concept, styling en foto-

grafie van dit magazine voor onze rekening te nemen, een project

waar we met plezier aan meegewerkt hebben.”

Creatieve duizendpoten

Het koppel heeft 23 jaar ervaring in de sector en verzorgt zowel

industriële-, reclame-, interieur-, als mediafotografie, in combina-

tie met het ontwerp van catalogi, boeken, promotionele verpakkin-

gen, websites, enz. Hun klantenbestand bevat namen zoals de VRT,

Nyrstar, Green Pan, de Start to-boeken, Diapal, Lannoo, Oxford fiet-

sen en nog veel meer.

“Die afwisseling maakt het werk net zo boeiend,” vertelt Bart. “De

ene dag sta je in een zinkfabriek Nyrstar om een hoogoven te foto-

graferen voor hun magazine, de andere dag heb je een BV voor de

lens die we verwerken in een mediacampagne voor één. We doen

het allemaal even graag. De combinatie van al die verschillende op-

drachten is ook super voor onze creativiteit. Wat we zien tijdens een

opdracht, vormt vaak een inspiratie voor een andere.”

Teamwork

Doorheen de jaren is fotografiestudio Bart Musschoot geëvolueerd

naar volwaardig communicatiebureau BMUSS, waar klanten nog

altijd terecht kunnen voor een fotoshoot maar steeds meer voor

volledig uitgewerkte concepten. Sinds de verhuis naar Kleine Nest

werken Bart en Sabrina onder de naam BMUSS.

Bart zorgt voor de beelden en staat in voor de volledige pre-press

van uw drukwerk en volgt voor u het verdere productieproces op,

van druk over afwerking tot en met de levering terwijl Sabrina ver-

antwoordelijk is voor de styling, kledij en praktische afspraken met

externe partijen zoals drukkers, kappers en visagisten.

Concepten en ideeën bedenken ze altijd samen.

Focus op kwaliteit

Dat hun aanpak succesvol is, blijkt uit het feit dat heel wat klanten

uit hun begindagen nog steeds vaste klant zijn. Zo is de VRT reeds

23 jaar klant. BMUSS werkt zowel voor grote als kleine bedrijven.

“We zijn een creatief en artistiek bureau die designconcepten

ontwerpt voor iedereen,” vertelt Bart. “Ook bedrijven die niet het

gigantische budget hebben om naar de grote reclamebureaus te

kunnen stappen, hebben recht op mooie, creatieve reclame die

werkt.”

“We denken ook graag mee met een klant op lange termijn,” zegt

Bart. “We discussiëren over hoe we hun producten het best in beeld

kunnen brengen, zodat ze de evolutie weergeven van hun visie op

lange termijn. We houden van totaalconcepten waarbij het beeld

primeert.

Bart + Sabrina Musschoot Creatief koppel sterk in vorm en beeldTekst Leslie Ghekiere - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Communicatie StudioFoto

81

Page 82: Brochure Het Nest

Een sterk beeld is noodzakelijk voor een goeie eerste

indruk en hierop willen wij onze stempel drukken. Zeker

in deze tijden waar mensen overspoeld worden door alle

soorten beelden, willen we staan voor kwaliteit soms

mild, soms pittig, maar altijd smaakvol en creatief.”

De nieuwe studio: een creatief gebouw in een leuke

omgeving

Dat het koppel bruist van creativiteit is ook duidelijk te

zien aan hun huis in het Kleine Nest: veel zwart, metaal

en glas. Toch maakt het geheel een gezellige indruk, een

mooie plaats waar het aangenaam wonen is. De achter-

kant is volledig in glas, waardoor het koppel vanop elke

plaats in het huis zicht heeft op de velden.

“We wilden echt samenwerken met architect Hugo

Koch en zijn nog altijd supertevreden met deze beslis-

sing,” zegt Sabrina. “Hij had onmiddellijk de juiste feeling

voor ons project. Al na één gesprek kwam hij met een te-

kening die aan al onze wensen voldeed.

Onze bedoeling was echt om een creatief gebouw in

een leuke omgeving op te zetten.”En daarin is het kop-

pel helemaal geslaagd, het geheel is indrukwekkend.

“We wonen dan wel in een industriezone, het is hier echt

een rustige buurt,” gaat Sabrina verder. “Vrienden gelo-

ven me vaak niet wanneer ik zeg dat we vanuit onze tuin

ook koeien, schapen en konijnen kunnen zien.”

Ook voor de klanten alleen maar voordelen

“Het leuke aan de omgeving en Nest is ook dat je samen-

woont met een groep enthousiaste bedrijfsmensen,”zegt

Bart.

“Het geheel ademt ook een leuke sfeer uit, de klan-

ten voelen dat dit een ruimte is waar iets moois kan

gecreëerd worden. We kunnen hen ook veel beter

ontvangen hier. We hebben nu ook een eigen parking,

moderne burelen en een grote studio van 300 m² en 6

meter hoog waar we echt alles kunnen fotograferen

en een tuin waar we buitenopnames kunnen maken.

De studio heeft ook een keuken en een make-up ruimte.

Daarnaast hebben we tijdens de constructie zoveel mo-

gelijk voor ecologische oplossingen gekozen, zoals drie-

dubbele beglazing extra isolatie en vloerverwarming, om

het geheel zo energiezuinig mogelijk te maken.”

Kortom, de verhuis is een succes.

“Absoluut,” zegt het koppel.

82

Page 83: Brochure Het Nest

www.bmuss.be

Page 84: Brochure Het Nest

Freddy Hoorens, Partner van Quares Property & Facility Management

Tekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

G2i biedt samen met Quares parkmanagement aan op Nest.

Page 85: Brochure Het Nest

Bedrijven reageren enthousiast

Een twintigtal bedrijven die op Nest zijn gevestigd of zich er bin-nenkort installeren, hebben samen de vzw Parkmanagement opgericht. Parkmanagement is het middel om tot Duurzaam Bedrijventerreinmanagement (DBTM) te komen. G2i is daar als private ontwikkelaar een groot voorstander van. Samen met vastgoedverlener Quares en de gemeente Evergem biedt G2i parkmanagement aan.

Freddy Hoorens, partner van Quares Property & Facility Ma-nagement, gaf een presentatie over duurzaam bedrijventerrein-management en de voordelen die dat oplevert voor bedrijven die in het project stappen.Want daar zal het in de komende jaren onder meer rond draaien op het bedrijventerrein Nest. Te meer omdat nu ook de zone Grote Nest bouwklaar is gemaakt voor zowel kmo’s als voor grote multinationals.

Te mooi

“U denkt misschien: het is te mooi om waar te zijn”, richtte Freddy Hoorens, partner van Quares, zich tot zijn aandachtig ge-hoor aan het eind van zijn klare en duidelijke uiteenzetting over de mogelijkheden van duurzaam bedrijventerreinmanagement. “Maar, van de resultaten die we de voorbije jaren op verschil-lende plaatsen in Vlaanderen hebben geboekt, bestaan de bewij-zen; u kan er zichzelf van overtuigen. Wat we vertellen zijn geen praatjes; we brengen het dagelijks in de praktijk. We zijn met die materie bezig sinds 1999.”

Mechelen

En zo kregen de aanwezige ondernemers van Evergem en om-liggende ook te horen hoe duurzaam bedrijventerreinmanage-ment goed werkt op Mechelen Campus met zijn 11 gebouwen en 55.000 m² kantoren. Hoorens gaf het voorbeeld van het afval-beheer waar de kostenbesparing 20 procent bedraagt en afval voortaan dagelijks wordt opgehaald waardoor de campus aan uitstraling heeft gewonnen: sluikstorten en ongedierte zijn ver-dwenen. Door consortiumbewaking daalden de kosten met 15 procent en de kwaliteit verhoogde doordat controles door bewa-kingsagenten werden opgevoerd van 2 naar 4 per nacht. Quares en de vzw Mechelen Noord waarin de bedrijven van de betrokken campus zijn verenigd, slaagden er in De Lijn ertoe te bewegen de bereikbaarheid met het openbaar vervoer te verbeteren, met name het aantal busverbindingen steeg van 9 naar 22. Er kwa-men zelfs fitnessmogelijkheden op de campus.“Je kan het soms niet gek genoeg bedenken”, aldus Freddy Hoorens. Het doel van duurzaam bedrijventerreinmanagement is de kwa-liteit van een locatie af te stemmen op de wensen van de be-trokken bedrijven en overheden en ook om deze kwaliteit op de lange termijn te continueren door blijvend samen te werken aan vernieuwing en verbetering. Door het collectief aanbieden en beheren van diensten en voorzieningen wordt het rendement aanzienlijk verhoogd. Dit economisch gegeven moet hand in hand gaan met voordelen op het vlak van milieu en ruimte.

Duurzaam bedrijventerreinmanagement kan het gezamenlijk aankopen zijn van groene stroom waardoor Quares kortingen kan bedingen bij de elektriciteitsleveranciers. Quares gaat op de markt op zoek naar de beste leveranciers. Het bedrijf heeft mo-menteel 1.250.000 m² in beheer, dus is zijn aankoopkracht een belangrijke troef.

Winst maken

Freddy Hoorens: “Duurzaamheid wordt in onze maatschappij al-maar belangrijker, maar anderzijds is het de bedoeling dat een onderneming winst maakt. Dus er moet een voordeel aan vast-zitten. Door het collectief aanbieden en beheren van diensten en voorzieningen wordt het rendement aanzienlijk verhoogd. Dit economisch gegeven moet hand in hand gaan met voordelen op het gebied van milieu en ruimte.”

Waarom met Quares werken?

Freddy Hoorens: “Omdat we onafhankelijk werken van make-laars, ontwikkelaars of dienstenbedrijven. Dit laat ons toe met iedereen te communiceren en zo de beste oplossing te kiezen. Met onze helpdesk en de daaraan gekoppelde interventiestruc-tuur zorgen we voor een 24 uur service, 7 dagen op 7. Omdat pro-perty en facility management onze core business is, beschikken we over structuren, teams en procedures zodat we continuïteit en kwaliteit garanderen. Verder is er onze grote betrokkenheid: onze medewerkers zijn dagelijks in the field aanwezig. Het toe-tredingsgeld bedraagt 300 à 350 euro per jaar. Alle bedrijven op Nest, en ook daarbuiten, kunnen toetreden.”

85

www.quares.be

Page 86: Brochure Het Nest

86

Page 87: Brochure Het Nest

NESTKleine Nest

Water Nest

Page 88: Brochure Het Nest

Jean Jacques Libert en Pierre Libert,Algemeen bestuurder en financieel directeur

Tekst Leslie Ghekiere - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

88

Libert Paints,

Gentse verfspecialist

met wereldfaam.

‘‘’’

Page 89: Brochure Het Nest

Libert Paints is een Gentse producent van kwaliteitsverven, gericht op de professionele sector. Met klanten in Europa, Singapore en Rusland doet deze Vlaamse familiale onderneming het heel goed. In 2013 start Libert met de constructie van haar nieuwe bedrijfsge-bouwen in de Nest.

Het verhaal van Libert Paints gaat terug tot in 1925, toen grootou-ders Joseph en Theo Libert een kleine verffabriek in de Sint-Ja-cobsnieuwstraat te Gent overnamen. In 1958 verhuisde het bedrijf naar de gebouwen in de Nekkersputstraat, waar het tot op vandaag gevestigd is. Sinds 1999 wordt het bedrijf gerund door de derde ge-neratie: de broers Jean-Jacques en Pierre Libert.

Libert Paints is wereldwijd bekend voor zijn één component vocht hardende polyurethaanverven en Oxyplast, één van de eerste pro-ducenten van thermohardende poedercoatings met wereldwijd een 25-tal licentienemers. In 2001 verhuisde Oxyplast Belgium naar een nieuwe locatie in de haven van Gent. Ondertussen is deze afde-ling in handen van de Protech Chemicals Group, één van de leiding-gevende fabrikanten van poedercoatings.

Doorheen de jaren heeft Libert Paints in de natte lak afdeling een ijzersterke reputatie opgebouwd voor zijn gebouwenverven, indus-triële verven, vloerverven en “hygiëne” verven en dit met een dis-tributienetwerk verspreid in Europa, het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië, Afrika en Rusland.

Fedichem (Essenscia), de Belgische Chemische Industrie, be-kroonde Libert Paints met de Responsible Care prijs. Libert Paints behaalde de Milieucharter, uitgereikt door de Kamer van Koophan-del, en was ook de eerste Belgische fabrikant om verven met het Europese Ecolabel te produceren.

De Libert Paints-verven kennen verschillende toepassingen: van ziekenhuizen tot industriële sites of het beschermen van de instal-laties van Eurodisney tot bruggen in Siberië. Ongeveer 45% van de productie wordt geëxporteerd, hetgeen wel uitzonderlijk is in deze sector.

Altijd op zoek naar vernieuwing

“Het buitenlandse succes komt er vooral dankzij onze voortdurende investeringen in R&D,” legt Jean Jacques Libert uit. “Van de 42 per-soneelsleden werken er een 7-tal hooggekwalificeerde medewer-kers op de R&D-afdeling. Zij zijn voortdurend op zoek naar nieuwe verfsoorten, technologieën en toepassingen. Zo hebben we recent een speciale verf ontwikkeld voor ziekenhuizen, met bacteriedo-dende eigenschappen.”

Begin 2012 lanceerde Libert Paints ook het nieuwe merk “MONA”, een productlijn gericht op de particuliere markt. In slechts en-kele maanden zijn wij er in geslaagd het product te verdelen via een 30-tal verkooppunten in de Benelux. “De volgende stap voor MONA is de distributie in andere Europese landen op te zetten,” zegt Jean-Jacques Libert. “We willen als bedrijf elk jaar evolueren. Deze nieuwe afzetmarkt geeft ons een hoop mogelijkheden voor de toekomst.”

Optimalisatie van de productie

Momenteel zijn de broers Libert en hun team druk bezig met de plannen voor hun nieuwe gebouwen in de Nest.

“Het grote voordeel van de verhuis naar Nest is dat we van nul kunnen beginnen,” vertelt Pierre Libert. “We kunnen de plannen volledig zelf uitdenken en zo de opstelling van de productie zoveel mogelijk optimaliseren. Elke vierkante meter wordt optimaal be-nut. De modernste en meest ecologische technieken worden toege-past zowel voor het productieproces als voor de kantoren, labo’s en hallen: gebruik van warmtepompen, optimale isolatie en ventilatie, enz. De nieuwe ligging in Nest biedt de werknemers ook een aan-gename, rustige omgeving om te werken zeker rekening houdende dat er op de industriezone op termijn diensten zullen aangeboden worden zoals: een gemeenschappelijk restaurant, fitness mogelijk-heden en meer.”

Ruimte voor groei

Met de plannen van het nieuwe gebouwencomplex hebben ze bij Libert Paints ook rekening gehouden met uitbreiding naar de toekomst toe. “We willen als bedrijf continu blijven groeien,” zegt Jean-Jacques Libert. “Ons doel is om kwaliteitsverven te blijven produceren en om onze exportmarken verder uit te bouwen tot 70% van onze totale omzet. Daarvoor hebben we voldoende ruimte no-dig. De nieuwe locatie in Nest geeft ons de mogelijkheden om die doelstellingen te bereiken.”

Het grote voordeel van de verhuis naar Nest

is dat van nulkunnen beginnen.

‘‘

’’

www.libertpaints.com

Page 90: Brochure Het Nest

Stefan De Puydt, Zaakvoerder De Puydt openhaardenTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Een open haard is cruciaal in het interieur. Die wordt dan ook heel doordacht gekozen. Firma De Puydt biedt topkwaliteit, met veel oog voor esthetiek. De bedrijfssite in Evergem maakt een ruime show-room mogelijk. Het bedrijf De Puydt legt zich toe op open haarden. Toen het in 2011 vijftig jaar bestond, koos de firma ervoor om naar industriepark Nest te verhuizen. Pluspunten van de site zijn de ideale ligging ten noorden van Gent, de gemakkelijke toe-gankelijkheid en voldoende parkeerruimte voor de bezoekers. Ook is er voldoende ruimte voor een showroom van 400 vier-kante meter. Bezoekers kunnen zowat twintig open haarden bekijken, wat de keuzemogelijkheid aanzienlijk groter maakt. De verhuis was ook nodig omdat het bedrijf nog steeds groeit. Stefan De Puydt nam in 1990 de zaak over van zijn vader. Hij is geboeid door architectuur, interieur en design en dat be-tekent ook dat hij in Evergem een fraai gebouw liet optrek-ken. “Om aan de wensen van de klanten te voldoen, worden naast de nieuwe showroom nog twee activiteiten toegevoegd. In de nieuwe gebouwen zal een volwaardig nieuw schrijnwerk- en meubelatelier worden opgericht, en er komt een afdeling schouw-technieken, uitgerust met de nieuwste apparatuur”, aldus Stefan De Puydt.

Op hetzelfde nieuwe terrein te Evergem komt ook de firma Me-talfire, het tweede bedrijf van Stefan De Puydt. De firma Metalfire produceert een eigen collectie haardtoestellen, die al over zowat volledig Europa worden verkocht via een netwerk van geselecteerde verdelers. Metalfire is een producent van hout- en gashaarden. Ook is er het meubelatelier Fire Items. “Zo kunnen we instaan voor het volledige traject: van ontwerp over productie op maat tot plaatsing en afwerking”, aldus Stefan De Puydt. “Dat gaat verder dan louter de haard, we werken de volledige wand – desgevallend met geïn-tegreerde hifi en home cinema – af, steeds met oog voor kwaliteit en detail.”

Ook het aanbod open haarden van het bedrijf weerspiegelt de zin voor esthetische waarden van de zaakvoerder. Het strakke minima-lisme bepaalt nog steeds een groot deel van de realisaties, maar er is ook aandacht voor meer klassieke vormen. De materialen stralen warmte uit, denk aan hout en natuursteen. Luxueus oogt gezuurd glas en getint houtfineer. “Onze klanten kunnen een beroep doen op de expertise van onze interieurarchitecten. Zij ontwerpen in functie van de klant en houden rekening met zijn persoonlijkheid. Een open haard is immers een belangrijke blikvanger in de woonomgeving”, aldus Stefan De Puydt.

90

Nieuwe Showroom is ideaal.

www.depuydthaarden.be

Page 91: Brochure Het Nest

Labo NuytinckZaakvoerder Griet Nuytinck en Emiel Van CampTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Labo Nuytinck zocht jarenlang naar een nieuwe bedrijfssite. Op Nest vonden ze een perceel aansluitend aan een bos. De werknemers zul-len kunnen genieten van de groene omgeving.

2012 is een jaar van uitdagingen voor Labo Nuytinck. Tegelijk met het opstarten van nieuwe labo-activiteiten werd er dit jaar ook begonnen met de bouw van het state-of-the-art laboratorium “Lab R4”. Dit gebouw in oprichting zal vanaf de zomer 2013 de thuisbasis zijn van Labo Nuytinck, AnaBioTec en Pathlicon.

Labo Nuytinck is een medisch laboratorium met meer dan 25 jaar ervaring, integer, onafhankelijk en toonaangevend. AnaBioTec bestaat ruim 10 jaar, is reeds twee jaar een Trendgazelle in Oost-Vlaanderen en bevindt zich momenteel in het technologiepark te Zwijnaarde. AnaBioTec levert analytische diensten aan farma- en biotechnologiebedrijven. Pathlicon is in 2012 opgestart. Pathlicon is een samen-stelling uit de begrippen ‘pathologie’ en ‘amplicon’. Deze twee termen dekken de lading van de conventionele anatomopathologie en de moleculaire diagnostiek.

Na jaren uitkijken naar een geschikt terrein in de buurt van Evergem kozen de bouwheren voor dit perceel op Nest. De centrale ligging en de vlotte bereikbaarheid zijn evidente troeven. De complexe vorm van het perceel vormde voor hen een uitdaging om voor de 120 mede-werkers een gezonde, ruime en aangename werkplek te bezorgen.

De groene omgeving met het bos op de achtergrond willen ze integreren in hun dagelijkse werkkader met onder meer een ruim lunchter-ras, wandelpaden, kantoren met zicht op groen. Een toekomstgericht laboratorium bouwen met meerwaarde voor klant en medewerker, dat bleek een boeiende uitdaging voor het studiebureau Van Looy uit Antwerpen en de DBV-architecten uit Hasselt.

LabR4, werken in een groene omgeving.

www.nuytinck.com

Page 92: Brochure Het Nest

92

Page 93: Brochure Het Nest

River Woods en R95TH American Clothing Associates en American Clothing Distribution.Foto's Bart Musschoot/BMUSS

“Het creëren van een winstgevend modieus lifestyle merk in een cultuur van inspiratie,

onafhankelijkheid en wederzijds respect”

107

www.riverwoods.net

American Clothing Associates is het design- en productiehuis en het verkoopcentrum van de kledingmerken River Woods en R95TH.

American Clothing Distribution is verantwoordelijk voor de logistiek, de magazijnen met orderpicking en de verdeling van verschillende kledingmerken, nl. River Woods en R95TH.

River Woods werd opgericht op 6 december 1995 door 4 vrienden die elk, door hun ervaring in de kledingsector, een gezamenlijke droom hadden om te starten met een kwalitatieve sportieve mannencollectie.

Het werd onmiddellijk een voltreffer en het bedrijf startte aan een exponentiële groei in België , Nederland en Frankrijk. Door het enorme succes van de mannenlijn lanceerde het bedrijf in 1997 ook een Ladies- en Kids- collectie en een Baby-collectie.

Vóór 2003 waren de administratieve diensten gesitueerd in Melle en het distributiemagazijn te Merelbeke. Om organisatorische en prak-tische redenen was het beter om samen te smelten in 1 gebouw.

Er is gekozen voor het gebouw in de Noorwegenstraat te Evergem, enerzijds omdat het veel potentieel bezat en voldoende ruim was.Na enige aanpassingen werd het gebouw hun eigen huisstijl aangemeten. Anderzijds was de lokatie ideaal met de vele invalswegen: R4 – E40 – E17 in de nabijheid.

Vanaf 2000 werd enerzijds gestart met eigen Retail zowel nationaal (BE/NL/D/F) als internationaal met partners in China en Dubai. Anderzijds zijn er wereldwijd multimerkklanten die deze merken verkopen in hun eigen winkels.

Vandaag wordt River Woods beschouwd als een gevestigde waarde in de kledingindustrie met 80 winkels in eigen beheer, zowel full price-shops als Outlet winkels. Vandaag de dag wordt R95TH aan meer dan 1000 klanten verspreid over Europa + 7 eigen retailwinkels in België .

Het is een jong bedrijf met een sterk familiale sfeer die zowel streeft naar een verdere groei in kwaliteit, als naar het samenwerken van de verschillende diensten onderling. De stijl reflecteert vriendschap en levensvreugde.

In het hoofdkantoor te Evergem worden de goederen geleverd van zowel Europa als Azië, en worden dan van daaruit verdeeld door het distributiecentrum naar al de verkooppunten in Europa en daarbuiten.

93

Page 94: Brochure Het Nest
Page 95: Brochure Het Nest

NEST

Page 96: Brochure Het Nest

Luc D’Hoore en Eric Everaert, Store Manager Metro Evergem en Technical Manager MetroTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Begin juni opende Metro Cash&Carry zijn zesde Metro-winkel in België, in de Noorwegenstraat 39 in Evergem, op het bedrijfster-rein Kop Van Nest. De gloednieuwe Metro-realisatie mag gezien worden. Het gebouw zelf is tegelijk functioneel en esthetisch verantwoord. Het wordt er leuk winkelen voor de professionele

klanten, de koks en andere mensen uit het horeca gebeuren.

‘Uit een studie bleek dat we nood hadden aan een goede bereik-baarheid voor professionele klanten in Oost-Vlaanderen’, stelt Luc D’Hoore, store manager Metro Evergem. In Evergem zitten we wat dat betreft uitstekend, want we zijn van overal zeer goed en snel bereikbaar en daarenboven zijn we ook zeer goed ge-plaatst naar Zeeuws-Vlaanderen toe. Wij weten hoe kostbaar de tijd is voor de horeca-professionals en hoe belangrijk die afstand is om de koudeketen niet te verbreken. Daarom is de locatie zo belangrijk.'

Duurzaam gebouw met sterk innovatieve invulling

‘We zochten een betrouwbare partner, waarmee we goede af-spraken konden maken om onze store in Evergem rendabel te

maken’ zegt Erik Everaert, technical manager van Metro. ‘Het werd een duurzaam gebouw met een sterk innovatieve invul-ling. We bestudeerden het koude- en warmteverlies. We hielden rekening met de verplichte rookafvoerluiken tegelijk met een leuke winkelomgeving door de inval van het daglicht. Het doel

is sfeer te creëren en toch energie te kunnen besparen. Een mooi voorbeeld daarvan is de visafdeling. Door de schuifdeuren en glaswanden creëren we een voedselveilige aantrekkingspool voor klanten, maar we sluiten ook de ruimte beter af voor de temperatuur.’ Ook de parking is bijzonder. We hielden rekening met de buffering en infiltratie van regenwater. Daarom kozen we voor een deel parking met groenzones waar het water kan in-sijpelen. Architecturaal hebben we dan weer voorzien in extra lichtdoorlatende panelen zodat we een maximale infiltratie heb-ben van daglicht. Daardoor is de sfeer binnen veel beter, moet er minder verlichting zijn en ziet het gebouw er ook veel beter uit.Metro mikt met zijn producten van zeer hoge kwaliteit op een uit-gelezen cliënteel van vakmensen, dat moet ook weer te vinden zijn in locatie en gebouw en wat ons betreft is dat hier erg goed gelukt. De mensen van G2I, hebben ons deskundig bijgestaan wat een hele hulp is geweest voor deze geslaagde realisatie.

96

De Nieuwe Metro van Gent geopend in Evergem.

www.metro.be

Page 97: Brochure Het Nest

Johan Dossche, Zaakvoerder L’EcluseTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Het transportbedrijf L’Ecluse barstte uit zijn voegen en koos voor een inplanting in Evergem. Het is een prima ligging en ideaal om aan de grotere vraag te voldoen.

Transport L’Ecluse verhuisde in 2006 naar Evergem. Dit transportbedrijf werkt intussen met dertig vrachtwagens en die maken jaarlijks tot 30.000 ritten. Het gaat vooral om het vervoer van staalproducten. Zaakvoerder sinds 2001 is Johan Dossche. In 2009 richtte hij een tweede bedrijf op: DLS. Transport L’Ecluse was vóór de verhuis in Wachtebeke gevestigd, pal in de woonkern. Omwille van het intensieve transport, was de ligging er niet optimaal. Bovendien was het bedrijf aan uitbreiding toe en die ruimte was er niet. “Het bedrijf kent een sterke groei en om die mogelijk te maken, was een verhuis aangewezen. Het aantal vrachtwagens nam toe, er kwam meer vraag naar opslagruimte en overslag, er kwam meer personeel. Daarom kochten we op de bedrijvensite in Evergem verschillende terreinen. In totaal gaat het om 30.000 vierkante meter. Een derde daarvan is intussen bebouwd”, zegt Maarten De Wulf die instaat voor de logistiek.

Containers

Transport L’Ecluse biedt ook de mogelijkheid tot op- en overslag van goederen. Het stuffen van containers is één van de specialiteiten. Jaarlijks gaat het om 4000 containers. Ook om die reden was er extra ruimte nodig. In 2006 bouwde het bedrijf in Evergem een hedendaags gebouw met ook kantoren. In 2009 was er nood aan een nieuw magazijn met een rolbrug en nog een jaar later bouwde Transport L’Ecluse een magazijn op een perceel in dezelfde straat. Ook in 2012 kwam er nog een magazijn bij. “Dat zijn grote investeringen, maar het laat ook toe te voldoen aan de stijgende vraag. Door de sterke groei haal je die kosten er op termijn weer uit”, aldus Maarten De Wulf. Hij is alvast heel tevreden, niet alleen over het potentieel van het bedrijf, maar ook over het bedrijventerrein.

“Het pluspunt van Nest is dat we daar niemand hinderen en we er voldoende ruimte hebben voor de containers en de vrachtwagens. Er zijn nog enkele andere troeven. Dan denk ik aan de goede ligging en de ontsluitingsmogelijkheden. Antwerpen en Brussel zijn gemakkelijk te bereiken, de Gentse haven met containerterminal is vlakbij. We zitten er tussen andere grote bedrijven en dat is een meerwaarde. Je kan informatie uitwisselen en het leverde ons ook al enkele opdrachten op. Er is ook een goede sfeer. De bedrijven werken elkaar niet tegen, er kan worden overlegd en dat maakt het prettig”, aldus Maarten De Wulf.

De site maakt een

snelle groei

mogelijk.

‘‘’’

www.leclusenv.be

Page 98: Brochure Het Nest

Carlos Van DammeDuivel-doet-al Tekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

De duivel-doet-al van Nest heet Carlos Van Damme. 'Een crème van een vent', betitelt iedereen hem, en dat kunnen we beamen.

Nest, dat is zijn geboortegrond, zijn jachtdomein, dààr voelt Carlos zich pas echt thuis.

'Onze familie jaagt al meer dan 50 jaar op deze gronden. Wij heb-ben thuis altijd jachthonden gehad. Ons ouderlijk huis stond op de plaats waar nu Sidmar (Arcelor Mittal) is. Later kwam ik naar Ever-gem en werd ik lid van de 'Duitse Korthaar'. In januari 1990 ben ik lesgever geworden bij de Sint-Hubertusvereniging.'

'Ik gaf altijd les met de jachthonden hier in de buurt, op de gron-den en meersen. Toen het project Nest ontstond, had ik een goed gesprek met Roland Maes. Die begreep onze bekommernis, en we kregen carte blanche om op de terreinen hier verder ons trainings-werk met de honden verder te zetten. En zo ben ik een deel van heel dit project geworden. Ik ben hier gekomen en ik ben hier gebleven!'

'Ik ben nu gepensioneerd, maar wat hier allemaal groeit en gebeurt op en rond de terreinen, heeft me altijd gefascineerd. Ik ben blij dat ik erbij betrokken blijf. Ik zorg voor het toezicht op de gronden, de werven en de gebouwen van de familie Maes. Ik ben hier alle dagen bezig hoor. Een mens mag niet te gauw stilvallen in zijn leven.’

'Ik zorg er ook voor dat er ruimte blijft voor de jacht, dat de verhou-dingen met de landbouwers die de gronden onderhouden en met de buurtbewoners optimaal blijven… Als iedereen goed overeenkomt met iedereen, ben ik de gelukkigste mens van Evergem en daar wil ik inspanningen voor doen.

We houden hier nu een barbecue met een hele bende, en je voelt dat er geen wrijvingen zijn, dat mensen bereid zijn samen naar oplos-singen te zoeken wanneer er zich een probleem stelt. Zo moet dat! De wereld verandert, landbouw en industrie veranderen, en met een beetje goede wil vinden de mensen elkaar. Gelukkig maar.

98

Ik ben de gelukkigste mens van Evergem.

Page 99: Brochure Het Nest
Page 100: Brochure Het Nest

‘‘ ’’De weergoden vonden dat ze Nest een plezier moesten doen en zorgden op een vrijdagavond van deze koude lente voor een heerlijk

zonnetje zonder wind, zodat de geuren van de buurtbarbecue lekker lang konden blijven hangen in en rond de feesttent. De mannen

en vrouwen die dit project zagen groeien tot wat het nu is, verbroederden rond het vuur, het vlees en de bubbels. Een lange avond

vol anekdotes, vragen en antwoorden, gezelligheid en vertrouwen in de toekomst. Een warm Nest, daar in Evergem!

Dirk Roegiers: ‘‘Lachende gezichten’’ Dirk Roegiers geniet van de mooie avond. 'Mijn moeder was van

hier', vertelt hij, 'wij zijn echte Kluizenaren. Ik ben van 1956, en ik

ben 56 jaar, de goede generatie hé. Ik ken dit gebied nog als uitslui-

tend landbouwgebied. Maar de vooruitgang is de vooruitgang, en

de haven werd groter en groter, dat is de realiteit. Maar ik kan hier

nog grote stukken grond gebruiken, zolang die beschikbaar zijn.

Ik zorg ervoor dat de graslanden mooi onderhouden blijven en

dat verloopt in de beste samenwerking met de mensen van Nest.

U ziet hier alleen lachende gezichten, dat wil al veel zeggen.'

Alfred Deprez: ‘‘Mijn gedacht’’

Alfred Deprez noemen ze hier 'mijnheer Alf-

red'. De beestenkoopman met de drie zus-

sen weet alles over iedereen. 'Ik heb hier alle

boeren gekend. Natuurlijk is het hier grondig

veranderd. De Evergemse grond en de Gentse

grond, daar is veel mee gebeurd zoals u ziet.

Maar ik zie ook veel groen in dit bedrijventer-

rein en een vijver met eenden. Er zijn ook fa-

zanten. Ik ben erom gekend dat ik altijd mijn

gedacht zeg. Ook tegen Pieter-Jan Petit hoor,

van Nest. Dat ziet er nen braven uit, maar ik

kan er goed mee discussiëren.

Hij verdedigt altijd zijn mening, en dat kan

ik appreciëren! Ondertussen ben ik 72 jaar.

Ik woon samen met mijn drie zussen. Ik heb

véél meegemaakt. Als jongen van 12 jaar ging

ik al mee met mijn vader naar de veemarkt.

Hij leerde met wat het kopen en verkopen van

beesten is. Mij maakt niemand iets wijs hoor,

zowaar ik Alfred heet!’

Een warm Nest verbroedert rond de barbecue.

100

Page 101: Brochure Het Nest

Arsène Martens: ‘‘Goede relaties’’

Schepen Arsène Martens van Openbare

Werken en Mobiliteit vindt dat Nest een

goed uitgedokterd project is. 'Het is alle-

maal degelijk op voorhand uitgepraat. Twin-

tig jaar geleden al was het de bekommernis

van de gemeente Evergem om harmonie

te voorzien tussen hen die hier wonen en

tussen hen die hier industrie komen vesti-

gen. Ik mag zeggen dat dat voortreffelijk is

verlopen. Dit project is modern en presti-

gieus. Gouverneur Balthazar kwam destijds

de plannen bestuderen, de koning is hier

geweest…iedereen is vol lof over Nest. Er

valt altijd weerstand te overwinnen bij re-

volutionaire plannen. Wie naast een groot

landbouwersbedrijf woont, kan daar ook

last van ondervinden, hé. Het gaat erom de

buffergebieden mooi en groen te maken, en

het verkeer te controleren. Dat we hier sa-

men rond de barbecue staan, is een bewijs

dat de relaties tussen alle betrokkenen best

meevallen.’

Antoine Decraene: ‘‘Toekomst verzekerd’’Antoine Decraene is heel zijn leven landbouwer geweest. Hij heeft de streek zien veranderen, de haven en de industrie zien uitbreiden,

maar hij kijkt tevreden terug op wat is geweest. 'Ik ben nu een gepensioneerde boer. Ik heb mijn tijd gehad en tot mijn vreugde zet mijn

zoon de stiel verder, in Melle. De vooruitgang is niet te stoppen. De haven van Gent is groot en groeit, en de industrie zoekt plaats. Ik ben

blij dat ik het allemaal heb meegemaakt. Ik zie dat alle betrokken partijen het goed met elkaar kunnen stellen, dus de toekomst van dit

project lijkt me verzekerd.’

Page 102: Brochure Het Nest
Page 103: Brochure Het Nest

GroteNest

Page 104: Brochure Het Nest

104

Brouwerij Van Steenberge Evergemse BrouwersfamilieFoto’s Bart Musschoot/BMUSS

Passie en liefde voor het bier. De brouwerij staat garant voor onafhankelijkheid, vooruitgang en groei. Ze legt de nadruk op traditionele brouwkunst aangepast aan de

technologische evoluties en garandeert betrouwbare kwaliteit en service. Respect voor de medewerkers en zorg voor het milieu staan

centraal in het beleid.

De geschiedenis van de brouwerij gaat terug tot 1784. Vele honderden huisbrouwerijen die Vlaanderen telde, brouwden bier voor eigen

gebruik als nevenactiviteit van landbouwbedrijvigheid, omdat het veiliger was bier te drinken dan water! In Ertvelde werd toen brouwerij

“DE PEER” gesticht door ene Jean Baptiste De Bruin die het brouwen van bier tot een hoofdactiviteit maakte en het bier commerciali-

seerde.

Zoveel jaren later, in 1962, nam Jozef Van Steenberge de leiding van de brouwerij over. Hij oriënteerde de brouwerij opnieuw op de

productie van kwaliteitsbieren van hoge gisting. In 1978 verwerft de brouwerij het recept van het bier dat de Paters Augustijnen in hun

klooster te Gent brouwden. Het wordt verder op punt gesteld in Ertvelde en in 1982 komt de “AUGUSTIJN” op de markt. Meteen een

weergaloos succes en nog steeds het paradepaard van de brouwerij. Met de andere hoge gistingsbieren PIRAAT en GULDEN DRAAK

wordt het rijke gamma vervolledigd. Een schot in de roos, zo blijkt jaren later: in het begin van de jaren tachtig was de afzetmarkt voor

de speciaalbieren met een hoog alcoholgehalte vrij beperkt. Maar sinds 2000 ontstaat een duidelijke trend in de biermarkt wereldwijd:

de vraag naar pilsbieren kent jaar na jaar een sterke daling ten voordele van de degustatiebieren met hun volle en complexe smaak.

Dankzij de focus op deze bieren, kon de brouwerij overleven en groeien, klaar voor de volgende generaties …

In 1990 ging de leiding van het bedrijf over naar Paul Van Steenberge, zoon van Jozef. Er kwam een nieuwe, volledig computergestuurde

brouwzaal, een computergestuurde vatenvullerij, een eigen waterzuiveringsinstallatie, een nieuwe bottelarij en stoomvoorziening op

aardgas. De verwachte verzadiging van de binnenlandse markt was een belangrijke stimulans om afzetmogelijkheden in het buitenland

te prospecteren.

In 1998 kwam Jef Versele, neef van Paul Van Steenberge en inmiddels zesde generatie van de brouwersfamilie het team versterken.

Onder zijn impuls steeg de export van het aantrekkelijke aanbod van hoge gistingsbieren tot 60%, waarbij de voornaamste exportlanden

de VS, Nederland en Italië zijn. De toekomst is met de intrede van de zesde generatie dus verzekerd. Tijdens een jarenlange opleiding in

de brouwerij werden de regels van de traditionele brouwkunst overgedragen. De passie en het brouwersbloed zetten na zoveel decennia

nog steeds de toon in de moderne brouwerij.

Maar passie en liefde voor het bier alleen volstaan evenwel niet. Samen met Paul Van Steenberge staat Jef Versele voor heel wat uitda-

gingen voor de toekomst : er worden continu inspanningen geleverd om water- en energieverbruik terug te dringen, een verdere focus

op en ondersteuning van de hoofdmerken Augustijn, Piraat en Gulden Draak is gepland met de bedoeling het assortiment binnen de

bestaande merken te verruimen en zo de klanten met een gevarieerd en stijlvol aanbod te kunnen bevoorraden.

Tot slot, steeds verder investeren in het machinepark, in de systemen én in de mensen, zoals de vorige generaties het hebben voorge-

daan, maakt dat de toekomst er rooskleurig uitziet. De kennis en vooral de bijzondere bieren die hieruit voortkomen, zorgen voor al even

gepassioneerde bierdrinkers wereldwijd. En daar doen ze het voor !!

www.vansteenberge.com

Page 105: Brochure Het Nest
Page 106: Brochure Het Nest

Wij bieden een

volledige

trajectbegeleiding

aan voor starters.

Page 107: Brochure Het Nest

Ivan Hulpiau, Regiodirecteur Kanaalzone van ING BelgiëTekst Leslie Ghekiere - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

Bij het starten en runnen van een succesvolle onderneming is een goeie band met een solide financiële instelling onontbeerlijk. Ivan Hulpiau, Regiodirecteur Kanaalzone Gent van ING België, geeft uit-leg over hoe ING België kan helpen met de begeleiding van uw zaak in Nest.

ING Business

ING België biedt verschillende formules aan voor ondermeer star-ters, zelfstandigen als ondernemingen. “Bedrijven kunnen bij ons terecht voor alle vormen van financiering, gaande van de klassieke vorm, het investeringskrediet met verschillende formules voor kre-diet op middellange of lange termijn, tot onroerende leasing, waar-bij we een leasingformule op maat maken voor het bedrijf. Dankzij die verschillende opties kunnen we advies en kredieten verstrekken voor alle mogelijke bedrijven in het Nest.”

Naargelang de specifieke behoeften wordt de ondernemer indivi-dueel geholpen: via het kantoor voor alle praktische handelingen, door de regiodirecteur of, indien nodig geacht wordt, door een ex-pert ter zake. “Dit kwam er op vraag van onze cliënten en komt onze relatie met de ondernemer ten goede. Zo kunnen wij de continuïteit van de zaken garanderen. De expert of persoonlijke adviseur wordt door de regiodirecteur aangeduid op basis van de complexiteit en de vragen van de onderneming. Het spreekt voor zich dat een zelfstan-dige andere noden heeft dan een grote onderneming.”

Speciale aandacht voor starters

ING België doet met haar programma ‘Start Your Business’ enorme inspanningen op het gebied van startersbegeleiding. “We bieden een volledige trajectbegeleiding aan voor starters; vanaf het ogen-blik dat de mogelijk toekomstige bedrijfsleiders met het idee spelen om een zaak te starten, tot de begeleiding met het praktische as-pecten hiervan, tot advies achteraf. Vertrekkend van het idee van de

cliënt zoeken wij actief mee naar oplossingen op maat. Dankzij onze ervaring, onze ING-experten en externe partnerships met andere bedrijven stellen wij vaak oplossingen voor waar de ondernemer nog niet aan gedacht had.”

“Het opbouwen van een vertrouwensrelatie en het partnership is voor ons heel belangrijk. Specifiek voor een - startende- onderne-ming zijn drie personen belangrijk: de ondernemer, de accountant en de financiële instelling.

Voor ondernemers is het een groot voordeel om te kunnen terug-vallen op een financiële instelling die hen steunt, ook in deze tijden. Een starter die een goede begeleiding krijgt, heeft meer kans om te slagen. Als financiële partner is het tevens een voldoening te mer-ken dat jouw starters een succesvol bedrijf aan het uitbouwen zijn.”

Voordelen van een ING business loan

Het is ING’s missie om al hun cliënten zo goed mogelijk te onder-steunen bij het maken van financiële keuzes voor de toekomst. Daarom biedt de ING Business Loan een waaier aan voordelen. De cliënt krijgt heel snel een beslissing, voor eenvoudige leningen zelfs binnen de 48 uur, waardoor ze onmiddellijk een idee hebben over de haalbaarheid van hun plannen. Dankzij deze snelle afhan-deling is er dan ook weinig papierwerk nodig.

De voorwaarden van een lening zijn eenvoudig: het geld is in één keer beschikbaar, er is een vaste rentevoet en de periodieke terug-betalingen verlopen automatisch. Daarnaast garandeert ING België hun cliënten de meest voordelige voorwaarden voor hun specifieke situatie. Hierdoor weten ze op voorhand precies hoeveel de interest bedraagt en welk bedrag ze zullen moeten terugbetalen. Daarbij zijn de interesten zijn fiscaal aftrekbaar als beroepskost.

ING: professionele

begeleiding

voor ondernemingen.

107

Page 108: Brochure Het Nest

108

Over ING: de eerste universele directe bank van België

ING België biedt alle cliëntensegmenten, zowel retail- en private

bankingcliënten, als kleine en middelgrote ondernemingen, als

instellingen en grote bedrijven, een breed assortiment financiële

producten en diensten aan die bereikbaar zijn via het kantoor, on-

line of het call-center.

Het producten- en dienstenaanbod weerspiegelt de kernactiviteiten

van ING België: retail en private banking, corporate en institutional

banking, financial markets, investment banking, vermogensbeheer

en verzekeringen.

Sinds 2008 positioneert ING België zich in de retailmarkt met suc-

ces als universele directe bank. Deze strategische verschuiving be-

antwoordt volledig aan de behoefte van de cliënt aan eenvoud en

gemak. ING België is de enige Belgische bank die een sterk kanto-

rennet combineert met een duidelijk onlineaanbod.

Kantoren

ING België heeft bijna 800 kantoren, waarvan er ongeveer 230 wor-

den gerund door zelfstandige agenten. Er zijn twee soorten kanto-

ren: proxi- en full-service.

De proxikantoren beogen een nauwer contact met de cliënten

(proximiteit) en hebben geen scheiding tussen het Self'Bank-ge-

deelte en de rest van het kantoor. De full-servicekantoren bieden

het volledige scala van financiële diensten aan en hebben een balie.

De directe distributiekanalen omvatten internetbankieren, ING’s

Home'Banknet, het call centre (ING Contact Centre) en bijna 1,400

Self'Bank toestellen.

Sterke positie in de bedrijfswereld

De sterke positie van ING België in de bedrijfswereld stoelt op een

lange geschiedenis van nauwe banden met Belgische familiebedrij-

ven.

Naast een uitgebreid kantorennet biedt ING haar professionele cli-

enten een netwerk van business centers met relatiebeheerders.

ING stemt haar dienstverlening af op de cliënt, met aangepaste

producten en diensten voor middelgrote ondernemingen en insti-

tutionele cliënten (publieke sector, non-profit, enz.).

Multinationals en beursgenoteerde bedrijven worden bediend door

het departement Commercial Banking. ING werkt ook nauw sa-

men met ING-bedrijfsentiteiten in andere landen – onder meer via

grensoverschrijdende platformen – om de dienstverlening voor dit

cliëntensegment te optimaliseren.

Maatschappelijke rol

ING België wil ook een actieve maatschappelijke rol spelen.

Hiertoe werd in de schoot van de Koning Boudewijnstichting het

"Mecenaatsfonds ING in België" opgericht. Het Mecenaatsfonds

ING in België legt zich toe op de herintegratie van jongeren die

sociaal uitgesloten dreigen te worden, hulp aan personen die

getroffen zijn door een ongeneeslijke ziekte en het behoud van het

architecturale patrimonium.

Daarnaast neemt ING België in samenwerking met UNICEF deel

aan het internationale liefdadigheidsprogramma ING Chances for

Children. De bedoeling daarvan is in alle landen waar ING aanwezig

is, geld in te zamelen om kinderen in India, Brazilië en Ethiopië toe-

gang te geven tot het basisonderwijs.

Via de dienst Kunstzaken beheert ING België ook een grote ver-

zameling hedendaagse kunst en organiseert ze jaarlijks twee ten-

toonstellingen. ING is al sinds het begin partner van het tweejaar-

lijkse cultuurfestival Europalia

I

Voor ondernemers is

het een groot voordeelom te kunnen terugvallen

op een financiële instelling.

‘‘’’

Page 109: Brochure Het Nest

nvesteren in Nest

ING België heeft heel wat cliënten die zich

in Nest vestigen. “Een van de voordelen

van Nest is dat er een divers aanbod is van

percelen, waarbij iedereen hier terecht kan.

De combinatie van zoveel verschillende ac-

tiviteiten in een enkele regio brengt ook een

zekere dynamiek voort die alle onderne-

mingen naar een hoger niveau tilt.”

“Daarnaast is Nest ook ideaal van locatie.

Het ligt in de kanaalzone Gent waardoor het

ideaal is voor ondernemingen die een loca-

tie zoeken dicht bij de haven. De ontsluiting

van Nederland en Frankrijk, die volop aan

de gang is, zal ook grotendeels in deze regio

passeren. Bovendien biedt deze locatie een

ideale combinatie van woon- en werkmoge-

lijkheden, dankzij Kleine Nest en de nabije

omliggende kleine gemeenten.”

Bedrijven

kunnen bij

ons terecht

voor alle vormen van

financiering.

www.ing.be

Page 110: Brochure Het Nest

Wylleman - Van de KeereDe NotarissenTekst Gi.dee - Foto's Bart Musschoot/BMUSS

110

Snel zijn, want zo'n

gronden worden zelden verkocht.

Page 111: Brochure Het Nest

Notaris Bart Van de Keere over Nest

Op het notariaat van Wylleman – Van de Keere in Sleidinge-dorp werken naast de twee notarissen ook nog een groot aantal juridisch geschoolde medewerkers. Er is dus altijd iemand beschikbaar. Het is via dit notariaat dat alle aktes van Nest verleden worden.

Dat alles op hetzelfde kantoor gebeurt, maakt de zaken iets een-voudiger. Toch is geen enkele verkoop gelijk. Voor elke klant apart worden specifieke wensen en eisen in aktes gegoten. Notaris Bart Van de Keere geeft zijn visie op de zaak.

Waaruit bestaat de taak van een notaris?

“Samen met G2i maken wij per zone een verdelingsakte. In deze akte wordt rekening gehouden met de wettelijke bepalingen die gelden voor de industriegronden, maar ook met de eisen en de voorwaarden die G2i stelt.

Deze akte vormt de basis voor de notariële verkoopsakte die G2i af-sluit met de kandidaat-kopers. In de notariële verkoopsakte wordt verwezen naar deze verdelingsakte en kan in zeer beperkte mate van afgeweken worden.

Driekwart van de aktes is dus gelijk, maar de rest is maatwerk. Er wordt daarbij uiteraard rekening gehouden met de wensen van de koper. De koper bepaalt immers hoe groot hij zijn grond wil, waar, met welke oriëntatie en zo meer.”

En wie koopt dan de gronden op Nest?

“Dat zijn vooral vennootschappen of structuren waarbij een natuur-lijk- en rechtspersoon worden gecombineerd. Bij de vorige fase, Kleine Nest, werden kleinere stukken grond aangeboden waar voor-al kmo’s op af kwamen. Bij Grote Nest zijn de stukken groter en zijn dus vooral grotere bedrijven geïnteresseerd. Dikwijls zijn daar be-drijven bij die klein begonnen zijn, maar die daarna gegroeid zijn tot echte reusachtige bedrijven in zones die niet voor hen geschikt zijn. Het is dus positief dat de overheid zones is beginnen inkleuren voor bedrijven, naar Nederlands model. ”

Wat raadt u de kopers aan?

“De bedrijven moeten vooral nadenken over de toekomst en zorgen dat de grond die ze kopen groot genoeg is. Ze moeten geen 50 jaar vooruit kijken, maar wel rekening houden met een gestage groei van hun bedrijf. Daarnaast raad ik hen ook aan om zo polyvalent mogelijk te bouwen. Uiteindelijk verhuist elk bedrijf wel eens en het is belangrijk vooraf al aan de overnemers van het gebouw te den-ken. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld: een bedrijf dat zelf slechts een kleine inrijpoort nodig heeft, zet misschien toch best een grote poort. Dat opent meer perspectieven als je ooit wil verkopen. Het gaat bij Grote Nest om relatief grote oppervlakten en dus ook best wel grote investeringen. Dat betekent dat er langer onderhandeld wordt voor er effectief een compromis getekend wordt. Niemand geeft natuurlijk zonder nadenken zo grote bedragen uit. Ook met de notaris is er veel overleg, wat bij een gewone verkaveling bijna niet nodig is.”

Is de Grote Nest een interessante locatie?

“Absoluut! Op Grote Nest is er nog plaats, dus bedrijven die op zoek zijn naar een groot stuk grond kunnen zich best haasten. Het gebeurt niet zo vaak dat er zo grote percelen industriegrond aangeboden worden in Vlaanderen, zeker niet op een locatie die zo vlot bereikbaar is.

Het is een unieke kans om eigenaar te worden van gronden gelegen in de Gentse Kanaalzone. De dynamiek die het gebied heeft, biedt enorme opportuniteiten.”

Dit is de belegging bij uitstek!

Voor elke klant

afzonderlijk worden specifieke

wensen en eisen in

aktes gegoten.

Kopers moeten

vooral nadenken over de toekomst

en zorgen dat de grond die ze kopen groot genoeg is.

‘‘

’’www.wylleman-vandekeere.be

Page 112: Brochure Het Nest

Bedrijven in de Nest

BEDRIJF ADRES ACTIVITEIT WEBSITE

ZONE 1 FASE 1 & 2

Collitax NV - De Nestor Finlandstraat 1, 9940 Evergem logistiek www.collitax.be

Sabro Finlandstraat 3, 9940 Evergem auto onderdelen www.sabro.be

Immoplast / Libert Paints Finlandstraat 4, 9940 Evergem verffabriek www.libertpaints.com

Ames Finlandstraat 5, 9940 Evergem automatisatie, engineering www.ames.be

Statamat Finlandstraat 5a, 9940 Evergem brandbestrijding, -beveiliging www.statamat.be

Fiba Finlandstraat 5b, 9940 Evergemalg. houtschrijnwerk, parket, tuinhoutconstructies

www.fiba-design.be

l'Enfant s'amuse Finlandstraat 7A/B/E, 9940 Evergem decorbouw

Bas Temmermans bvba Finlandstraat 7C, 9940 Evergem decorbouw

H&C Boor- en Graafwerken bvba Finlandstraat 7D, 9940 Evergem boor- en graafwerken

Inside Hout bvba Finlandstraat 7F, 9940 Evergem houtbewerking, interieur

De Cock Construct bvba Finlandstraat 8A, 9940 Evergem constructeur marktwagens www.decockconstruct.be

Frank De Sy NV Finlandstraat 9, 9940 Evergem las- en plaatverwerking

De Sutter Ludo N.V. Finlandstraat 10, 9940 Evergem grondwerken, sanering

DJ Matic - Pulver Finlandstraat 11, 9940 Evergem muzieksystemen www.dj-matic.com

Lotraco Finlandstraat 13, 9940 Evergem op- overslag en transport

Demar-Lux bvba Finlandstraat 15, 9940 Evergem non ferro metalen en kunststoffen www.demar-lux.be

Boelens De Smet bvba Finlandstraat 17, 9940 Evergem industrie en utiliteitsbouw www.boelensdesmet.be

De Puydt Openhaarden Finlandstraat 19, 9940 Evergem open haarden www.depuydthaarden.be

Laroy-Duvo / Cede/Natural Pets J. Parijslaan 4, 9940 Evergem dierenvoeding www.laroyduvo.be

Eca NV J. Parijslaan 8, 9940 Evergem autobekleding www.eca.be

Buysse - Willems Garage J. Parijslaan 18, 9940 Evergem garage VW Audi www.garagebuysse.be

Wemmers Tanktransport Noorwegenstraat 10, 9940 Evergem tanktransport www.wemmers.nl

Ahlers Belgium Noorwegenstraat 11, 9940 Evergem logistiek www.ahlers.com

VBW Constructie Noorwegenstraat 12, 9940 Evergem bouw www.constructievbw.be

Vleeswaren Noyen N.V. Noorwegenstraat 14, 9940 Evergem vleesverwerkende industrie www.noyen.be

Defrancq N.V. Noorwegenstraat 15, 9940 Evergem dakbedekkingsmaterialen www.defrancq.be

L'Ecluse transport Noorwegenstraat 16, 9940 Evergem logistiek - opslag mineralen www.leclusenv.be

American Clothing Distribution Noorwegenstraat 17, 9940 Evergem kleding www.riverwoods.net

Klingele Chocolade N.V. Noorwegenstraat 19, 9940 Evergem chocolade www.klingele.be

Apmex Noorwegenstraat 20, 9940 Evergem expediteurs www.ampex.be

Transport Van de Walle N.V. Noorwegenstraat 21, 9940 Evergem logistiek

Aktual bvba Noorwegenstraat 22, 9940 Evergem standenbouw www.aktual.be

Publicarlo Noorwegenstraat 28 bus A, 9940 Evergem reclamebureau + lichtreclame

Rogers N.V. Noorwegenstraat 3, 9940 Evergem printplaten www.rogers.be

Labo Nuytinck - Anabiotec Noorwegenstraat 4, 9940 Evergem farmaceutische nijverheid www.nuytinck.com

Methu Belgium Noorwegenstraat 8, 9940 Evergemmechanische componenten, knife+roll service

www.methu.be

Finex Zwedenstraat 3, 9940 Evergem confiserie www.finexbelgium.be

Fabory Centres Belgium Zwedenstraat 4, 9940 Evergemgroothandel bevestigingsmaterialen

www.fabory.be

Van Den Hende Transport N.V. Zwedenstraat 5, 9940 Evergem logistiek www.vandenhendetransport.com

Amant N.V. / Gomastone Zwedenstraat 7, 9940 Evergem natuursteen www.amantnv.be

112

Page 113: Brochure Het Nest

BEDRIJF ADRES ACTIVITEIT WEBSITE

KOP VAN NEST

VDK Spaarbank Noorwegenstraat 23, 9940 Evergem opslag bank www.vdk.be

Garage Boone Noorwegenstraat 25, 9940 Evergem garage Toyota www.toyota.be/boone

Sinecura bvba Noorwegenstraat 27, 9940 EvergemEEC distributor for pharmaceutical prod

www.sinecura.be

Bauwson bvba Noorwegenstraat 29, 9940 Evergem bedrijvenunits

De Pauw Betonwerken Noorwegenstraat 31, 9940 Evergem betonwerken

Werkhuizen Lentz (Matthys-Martens)

Noorwegenstraat 37, 9940 Evergem draai- en freeswerken www.werkhuizenlentz.be

Metro Noorwegenstraat 39, 9940 Evergem groothandel horeca/voeding www.metro.be

BVI (Bellevue Invest) opgesplitst 9 units

Noorwegenstraat 41 + 41A/B/C/D/E/F/G/H, 9940 Evergem

bedrijvenunits www.bvi.be

Create Multimedia Noorwegenstraat 49, 9940 Evergem multimedia development www.createmultimedia.be

FSI (Fibre Systems int) bvba Noorwegenstraat 51, 9940 Evergem steel fibre construction www.fsi.be

Cornelis Houtbedrijf bvba Noorwegenstraat 53, 9940 Evergem houtverwerking www.cornelishout.be

KLEINE NEST WEST

Haenebalcke Marc & Co Doornzeelsestraat 57A, 9940 Evergem binnenhuisafwerking

De Jaeger F Elektriciteitswerken bvba / Solek

Doornzeelsestraat 55, 9940 Evergem elektriciteitswerken/zonnepanelen www.solek.be

Tuinaanleg VDV Doornzeelsestraat 55a, 9940 Evergem tuinaanleg www.tuinaanlegvdv.be

BMUSS Doornzeelsestraat 57, 9940 Evergem Foto + Communicatie studio www.bmuss.be

KLEINE NEST OOST

Buijs Vlaanderen Pleisterwerken bvba

Doornzeelsestraat 56, 9940 Evergem bepleistering www.buijsafbouw.be

Delco Elektro bvba Doornzeelsestraat 56A, 9940 Evergem elektriciteitswerken www.delco-elektro.be

Dhr. Cremmerye en Mevr. Van De Weghe

Doornzeelsestraat 56B, 9940 Evergem ambachtelijke chocolaterie

Bes Carrosserie bvba Doornzeelsestraat 58, 9940 Evergem carrosserie www.carrosserie-bes.be

BP Decor bvba Doornzeelsestraat 58A, 9940 Evergem interieurafwerking www.bpdecor.be

Aertech bvba - TUBO - Aertecnica Doornzeelsestraat 58B, 9940 Evergem industriële stofzuigers www.aertecnica.be

DOORNZEELSESTRAAT 74C

t FriethuisjeDoornzeelsestr 74C/Wippelgemdorp 9, 9940 Evergem

catering www.friethuisje.com

De SmetDoornzeelsestr 74B, 9940 Evergem/Mimo-sastraat 67, 9000 Gent

chocolaterie

Torre MoermanDoornzeelsestraat 74a/Volpenswege 57, 9940 Evergem

zonnepanelen/verwarming www.torremoerman.be

Elra Doornzeelsestraat 47, 9940 EVERGEM gassen / galvaniseren www.airliquide.be

D.V. Construct bvba Doornzeelsestr 47 A/B,9940 Evergem laswerken, metaalconstructies www.gem-corporation.be

Chris Backx bvba Doornzeelsestraat 47 C/D, 9940 Evergemontbenen en versnijden varkens-koppen

www.backx-meat.be

Xpand bvba Doornzeelsestraat 47 E/F, 9940 Evergem feestmateriaal

Raffles bvba Doornzeelsestraat 47 G, 9940 Evergem financiële dienst

Page 114: Brochure Het Nest

104 ::: 114

Page 115: Brochure Het Nest

Leuke adresjes

Lekker eten

ChateaubriandDoornzeledries 99940 Evergem (Doornzele)www.chateaubriand.be

Sailing QueenEilanderskaai 79000 Gent (Langerbrugge)www.sailingqueen.be

Volle MaanKapellestraat 29940 Evergemwww.restaurantvollemaan.be

Rustig slapen

Bed & breakfastAquinoDoornzeelsestraat 869940 Evergemwww.aquino.be

Hotel ChateaubriandDoornzeledries 99940 Evergem (Doornzele)www.chateaubriand.be

Hotel HarmonyKraanlei 379000 Gentwww.hotel-harmony.be

Page 116: Brochure Het Nest

NESTGhent Industrial Investment nv -Toemaattragel 1- 9000 Gent