Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp · 2640 AA PIJNACKER Contactpersonen Dhr. R. van...
Transcript of Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp · 2640 AA PIJNACKER Contactpersonen Dhr. R. van...
-
Bodemkwaliteitskaart
gemeente Pijnacker-
NootdorpX
Opdrachtgever Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Afdeling Beheer, Openbare Ruimte
Postbus 1
2640 AA PIJNACKER
Contactpersonen
Dhr. R. van der Voort
Dhr. R. Annaji
CSO Adviesbureau voor
Milieu-Onderzoek B.V.
Postbus 2
3980 CA Bunnik
Contactpersonen
Dhr. J.S. Spronk (projectleider)
Mevr. K.C.W. Reezigt-Struijk
Projectcode: 11K140
Versiedatum: 15 december 2014
Status: Definitief
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
blz.
1. Inleiding 1
1.1 Aanleiding 1
1.2 Doelstelling 1
2. Werkwijze en resultaat 2
2.1 Stap 1: Programma van eisen 2
2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden 3
2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking 3
2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens 3
2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters 4
2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet 4
2.3.4 Het opsporen van uitbijters 4
2.4 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1) 5
2.5 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie 5
2.5.1 Aanvullende invoer 5
2.5.2 Aanvullend bodemonderzoek 6
2.6 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2) 6
2.6.1 Aantal waarnemingen 6
2.6.2 Splitsen van deelgebieden 6
2.6.3 Definitieve gebiedsindeling 7
2.7 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones 7
2.8 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart 8
2.8.1 Inleiding 8
2.8.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden 8
2.8.3 Ontgravingskaart 9
2.8.4 Toepassingskaart 9
2.9 Bijzondere omstandigheden 10
2.10 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart 11
3. Emissietoets 12
4. Samenvatting en conclusies 13
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Inhoudsopgave
Bijlagen
Bijlage 1 Begrippenlijst
Bijlage 2A Indeling in voorlopige deelgebieden
Bijlage 2B Selectie dataset voor de bodemkwaliteitskaart
Bijlage 2C Extra toegevoegde gegevens/onderzoeken
Bijlage 3 Specificatie uitbijters
Bijlage 4A Statistische parameters bodemkwaliteitszones (meetwaarden)
Bijlage 4B Statistische parameters bodemkwaliteitszones (waarden standaardbodem)
Bijlage 5 Emissietoets
Kaart bijlagen
Kaart bijlage 1 Bodemfunctieklassenkaart
Kaart bijlage 2A Bodemkwaliteitszones bovengrond
Kaart bijlage 2B Bodemkwaliteitszones ondergrond
Kaart bijlage 3A Ontgravingskaart bovengrond
Kaart bijlage 3B Ontgravingskaart ondergrond
Kaart bijlage 4A Toepassingskaart bovengrond
Kaart bijlage 4B Toepassingskaart ondergrond
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 1 / 14
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Pijnacker-Nootdorp maakt voor haar grondstromenbeleid gebruik van de
overgangsregeling voor bodemkwaliteitskaarten van het Besluit bodemkwaliteit1 (hierna: Besluit).
Hierbij maakt zij gebruik van een bestuurlijk vastgestelde bodemkwaliteitskaart2 en een
bodembeheerplan3, en een beleidsnotitie Besluit bodemkwaliteit inclusief de
bodemfunctieklassenkaart4. De gemeente Pijnacker-Nootdorp wil haar bodembeleid actualiseren
en volledig overgaan op de regelgeving van het Besluit. Daarom moet een nieuwe
bodemkwaliteitskaart worden opgesteld.
De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft aan CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V.
opdracht gegeven voor het opstellen van een nieuwe bodemkwaliteitskaart voor haar grondgebied.
Deze kaart vormt samen met de gemeentelijke bodemfunctieklassenkaart (zie kaart bijlage 1) de
basis voor het grond- en baggerstromenbeleid dat de gemeente onder het Besluit wil voeren.
In deze rapportage staat beschreven volgens welke werkwijze de bodemkwaliteitskaart is
opgesteld en wat de resultaten zijn. Een toelichting op de in dit rapport gebruikte begrippen is
opgenomen in bijlage 1.
1.2 Doelstelling
De doelstelling van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is om een actueel en dekkend beeld
te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
De achterliggende doelstelling van de gemeente is om met de bodemkwaliteitskaart gebruik te
kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit biedt:
bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de landbodem;
als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en van de ontvangende bodem (hierdoor hoeven minder partijkeuringen te worden uitgevoerd wat een kosten- en
tijdsbesparende factor is bij grondverzet);
bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerverzet;
om gebiedsspecifiek bodembeleid mogelijk te maken.
1 Besluit bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 3 december 2007.
2 Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B05A0364, Syncera De Straat B.V.,
22 december 2005. 3 Bodembeheerplan gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B06A0226, Syncera De Straat B.V., 18 januari 2007.
4 Beleidsnotitie Besluit bodemkwaliteit, referentie PYN80580, Van der Helm milieubeheer, 30 september 2008.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 2 / 14
2. Werkwijze en resultaat
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten5. Er is gewerkt
volgens het in de Richtlijn opgenomen stappenplan. Hieronder zijn de verschillende stappen
weergegeven, die in de volgende paragrafen nader zijn toegelicht. In de Richtlijn is aangegeven
dat de stappen niet chronologisch gevolgd hoeven te worden. Wel is het noodzakelijk dat de
elementen van de stappen terugkomen in de werkwijze bij het vervaardigen van de
bodemkwaliteitskaart. Voor deze bodemkwaliteitskaart is de volgende volgorde van de stappen
gebruikt: 1 → 2 → 4 → 3 → 5 → 6 → 5 → 7 → 8.
Stap 1: Opstellen programma van eisen.
Stap 2: Vaststellen onderscheidende kenmerken.
Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking.
Stap 4: Indelen beheergebied in deelgebieden.
Stap 5: Controle indeling van het beheergebied.
Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie.
Stap 7: Vaststellen bodemkwaliteitszones.
Stap 8: Opstellen ontgravings- en toepassingskaart.
2.1 Stap 1: Programma van eisen
Voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de volgende definities vastgesteld:
Het beheergebied van de bodemkwaliteitskaart omvat het grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de landbodem van het beheergebied voor de bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 2,0 meter diepte (m-mv).
De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart: o De rijkswegen, provinciale wegen en spoorgebonden gronden inclusief de
onverharde (spoor)wegbermen (andere beheerorganisaties).
o Locaties met, of die verdacht zijn voor, een sterke bodemverontreiniging, inclusief de gemeentelijke wegen (en onverharde wegbermen) en gebieden die
verdacht zijn op het diffuus voorkomen van bestrijdingsmiddelen.
o Gesaneerde locaties in het kader van de Wet bodembescherming (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart).
o De waterbodems. o Het grondwater.
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het huidige standaard NEN5740 stoffenpakket: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel, zink,
minerale olie en de stofgroepen polychloorbifenylen (PCB) en polycyclische aromatische
koolwaterstoffen (PAK).
De gegevens voor de bodemkwaliteitskaart zijn afkomstig van representatieve bodemonderzoeken uit het bodeminformatiesystemen van de gemeente Pijnacker-
Nootdorp , los aangeleverde onderzoeken die nog niet in het gemeentelijke
bodeminformatiesysteem waren opgenomen en van het aanvullend bodemonderzoek dat
is uitgevoerd voor de bodemkwaliteitskaart (CSO, april 2014).
5 Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, voormalig Ministerie van VROM en van Verkeer en waterstaat, 3 september 2007 en
bijbehorende wijzigingsbladen d.d. 1 maart 2012 (sinds 1 april 2012 in werking getreden) , d.d. 1 januari 2013 en
1 januari 2014.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 3 / 14
2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en
voorlopige deelgebieden
De basis van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart is het identificeren van onderscheidende
gebiedskenmerken. Binnen een deelgebied wordt de bodemkwaliteit homogeen verondersteld
(vergelijkbare kwaliteit). Op basis van de bodemopbouw, de gebruikshistorie, de ontwikkeling van
wijken of gebieden, de geomorfologie en het huidig gebruik wordt een deelgebiedenkaart
gedefinieerd.
In overleg met de gemeente is bij deze bodemkwaliteitskaart uitgegaan van de zone-indeling van
de huidige bodemkwaliteitskaart6. In de rapportage van de huidige bodemkwaliteitskaart zijn aan
de hand van de gebiedsonderscheidende kenmerken (de gebruikshistorie, de ontwikkeling van
wijken en gebieden -al dan niet met ophooglaag- en het huidige gebruik) de bodemkwaliteitszones
onderbouwd. In aanvulling op de huidige zone indeling is ook de vastgestelde bodemkwaliteit als
gebiedsonderscheidend kenmerk beoordeeld. Hierdoor zijn enkele wijzigingen doorgevoerd op de
indeling van de deelgebieden. In bijlage 2A is de onderbouwing hiervoor opgenomen. In tabel 2.1
is een samenvatting gegeven van de samenvoeging van bodemkwaliteitszones tot de voorlopige
deelgebieden voor deze bodemkwaliteitskaart. De indeling geldt zowel voor de bovengrond (0,0-
0,5 m-mv) als de ondergrond (0,5-2,0 m-mv).
Tabel 2.1 Samenvatting samenvoeging van huidige bodemkwaliteitszones tot voorlopige deelgebieden
gemeente Pijnacker-Nootdorp (geldt zowel voor de bovengrond als de ondergrond)
Huidige bodemkwaliteitszones Voorlopige deelgebieden
1. Bedrijven 1945 – 1970 1. Bedrijven 1945 – 1970
2. Bedrijven na 1970 2. Bedrijven na 1970
3. Kassen voor 1945 op baggerslib
5. Kassen 1945 – 1970 op veen 3. Kassen 1945 – 1970 op veen OF voor 1945 op baggerslib
4. Kassen 1945 – 1970 4. Kassen 1945 – 1970
7. Wonen voor 1900
8. Wonen 1900 – 1945 5. Wonen voor 1945
13. Wonen na 1990 op veen
15. Wonen na 1990 op vml kas voor
1945
6. Wonen na 1990 op veen of vml kas
9. Wonen 1945 – 1970
10. Wonen 1970 – 1990
11. Wonen na 1990
12. Wonen na 1990 op ophooglaag zand
14. Wonen na 1990 op vml kas na 1945
16. Woonzorgcomplex (Craeyeburch)
7. Wonen na 1945
6. Kassen na 1970
17. Recreatie/(sport)park
18. Buitengebied
8. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking
2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens
De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft haar bodemgegevens opgeslagen in het
bodeminformatiesysteem BIS4all. De basis voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de gegevens die
op 16 augustus 2013 in BIS4all waren geregistreerd. De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft
aangegeven dat de onderzoeksgegevens die 5 tot 10 jaar oud zijn vergelijkbaar zijn met de
onderzoeksgegevens van de laatste 5 jaar. Daarom zijn de onderzoeksgegevens geselecteerd die
niet ouder zijn dan 10 jaar (vanaf 1 januari 2003).
6 Bodemkwaliteitskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer: B05A0364, Syncera De Straat B.V.,
22 december 2005.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 4 / 14
Vervolgens zijn de representatieve bodemonderzoeken geselecteerd op basis van de selectiecriteria
die in bijlage 2B uiteen zijn gezet.
2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters
De dataset voor de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart bestaat uit meng- en puntmonsters met
analysegegevens. De landelijke IPO Werkgroep Achtergrondgehalten heeft onderzocht wat de
invloed is van het meenemen van zowel punt- als mengmonsters op de berekening van
percentielwaarden7 van de analysegegevens. De resultaten laten zien dat percentielwaarden die
zijn gebaseerd op een bestand met analysegegevens van zowel punt- als mengmonsters, vrijwel
identiek zijn aan percentielwaarden die zijn gebaseerd op een bestand met analysegegevens van
alléén mengmonsters. Er bestaan daarom geen praktische bezwaren tegen het berekenen van de
bodemkwaliteit uit een bestand met analysegegevens, afkomstig van zowel punt- als
mengmonsters. In dit project zijn de analysegegevens van de mengmonsters éénmaal
meegenomen.
2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet
Bij analyses komt het vaak voor dat een bepaalde stof in het grond(meng)monster aanwezig is in
concentraties beneden de detectiegrens van de gangbare analyseapparatuur. Hoewel de werkelijke
waarde onbekend is (de waarde kan variëren van nul tot de detectielimiet) leveren deze monsters
wel waardevolle informatie voor de gemiddelde bodemkwaliteit in een gebied. Voor deze analyses
is de methode van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten gehanteerd. Deze methode houdt in dat de
gerapporteerde detectielimieten worden vermenigvuldigd met een factor 0,7 om tot een
rekenwaarde te komen.
De opgegeven detectielimiet van een bepaalde stof verschilt van rapport tot rapport. Verhoogde
detectielimieten komen voor bij verstoringen in de grond(meng)monstermatrix. Daarnaast zijn de
detectielimieten in de loop der jaren lager geworden doordat nauwkeurigere analyseapparatuur
beschikbaar is gekomen.
2.3.4 Het opsporen van uitbijters
Ondanks dat er representatieve analysegegevens zijn geselecteerd, kan er sprake zijn van
uitschieters in de dataset: extreem hoge gehalten als gevolg van bijvoorbeeld typefouten tijdens de
invoer, onbetrouwbare analyses of lokale verontreinigingen door puntbronnen die niet als zodanig
in het bodeminformatiesysteem zijn aangegeven. Hierbij worden dan vaak bij meerdere stoffen
relatief hoge gehalten of juiste hele lage gehalten in het geval van detectiegrenzen aangetroffen.
Per deelgebied en per stof zijn met een visuele methode (scatterplots) extreme gehalten
gemarkeerd.
Als de uitschieters tot een puntbron, type- of meetfout zijn te herleiden of als niet-representatief
zijn beoordeeld in vergelijking met de andere resultaten van dat deelgebied, dan zijn de
waarnemingen uit het bestand verwijderd. Een aantal typefouten en verkeerd ingevoerde eenheden
zijn verbeterd en alsnog opgenomen in de dataset van de bodemkwaliteitskaart. In bijlage 3 is een
overzicht van de uiteindelijk verwijderde uitbijters opgenomen.
7 Handreiking Achtergrondgehalten. Begeleidingscommissie actief bodembeheer, TNO MEP-R98/283.IPO/TNO, 1998.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 5 / 14
2.4 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1)
De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt de volgende minimale eisen aan het aantal
waarnemingen per deelgebied:
Per deelgebied zijn voor alle stoffen ten minste 20 waarnemingen beschikbaar.
De waarnemingen liggen voldoende verspreid over het deelgebied: o Voor aaneengesloten deelgebieden bij een systematische indeling in 20 vakken
zijn in tenminste 10 vakken één of meer waarnemingen beschikbaar.
o Voor elk niet-aaneengesloten deel van een deelgebied zijn ten minste 3 waarnemingen beschikbaar.
Na het samenstellen van de dataset voor de bodemkwaliteitskaart (§ 2.3.1 en bijlage 2B) en de
voorbewerkingen (§ 2.3.3 en § 2.3.4) bleek dat niet overal voldoende waarnemingen beschikbaar
waren. Het ging hierbij voornamelijk om waarnemingen van de ‘nieuwe stoffen’ die per 1 juli
2008 aan het standaardpakket NEN-grond zijn toegevoegd. In de meeste voorlopige deelgebieden
waren ten minste voor de overige stoffen in totaal wel ruim voldoende waarnemingen beschikbaar,
maar in de niet-aaneengesloten delen van de deelgebieden was dit vaak niet het geval.
Op basis van de op dat moment beschikbare gegevens en de hiermee berekende voorlopige
statistische parameters is in overleg met de gemeente besloten om een aantal voorlopige
deelgebieden samen te voegen, waarbij de kwaliteit van de gebieden leidend is. In onderstaande
tabel 2.2 is opgenomen welke voorlopige deelgebieden zijn samengevoegd.
Tabel 2.2 Samenvoeging voorlopige deelgebieden
Voorlopige deelgebieden Samenvoeging voorlopige deelgebieden
1. Bedrijven 1945 – 1970
3. Kassen 1945 – 1970 op veen OF voor 1945 op baggerslib
5. Wonen voor 1945
1. Historische bebouwing en kassen
2. Bedrijven na 1970
7. Wonen na 1945 2. Bebouwing na 1945
4. Kassen 1945 – 1970
6. Wonen na 1990 op veen of vml kas 3. Kassen 1945-1970 en wonen na 1990
8. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 4. Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
Voor een deel van de niet-aaneengesloten deelgebieden heeft de gemeente aangegeven ervoor te
kiezen deze niet te zoneren en uit te sluiten van de bodemkwaliteitskaart. Dit vanwege de beperkte
beschikbaarheid van gegevens in deze gebieden, de relatief grote inspanning die het kost om
aanvullende gegevens te verzamelen en de relatief kleine meerwaarde om deze gebieden in de
bodemkwaliteitskaart op te nemen.
2.5 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie
2.5.1 Aanvullende invoer
Na het samenvoegen van de voorlopige deelgebieden zoals in tabel 2.2 is weergegeven, zijn in een
aantal fases in de periode december 2013 t/m maart 2014 extra gegevens toegevoegd aan de
dataset van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart. In bijlage 2C is een overzicht opgenomen van
deze extra gegevens/onderzoeken.
Na deze aanvullingen waren er voor alle deelgebieden, met uitzondering van de ondergrond van
deelgebied C, voor alle stoffen minimaal 20 waarnemingen beschikbaar. Enkele te zoneren
niet-aaneengesloten delen van deelgebieden voldeden nog niet aan de minimumeis van 3
beschikbare waarnemingen voor alle stoffen.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 6 / 14
2.5.2 Aanvullend bodemonderzoek
Voor de deelgebieden waar nog onvoldoende waarnemingen beschikbaar waren en om een betere
spreiding van waarnemingen te realiseren, is een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd (CSO,
april 2014).
Het aanvullend bodemonderzoek is zo opgezet, dat voor alle te zoneren deelgebieden wordt
voldaan aan de eis van minimaal 20 waarnemingen per deelgebied. Daarnaast wordt voldaan aan
de eis van minimaal 3 waarnemingen voor ieder te zoneren niet-aaneengesloten deelgebied voor
het huidige stoffenpakket. Ook is rekening gehouden met de eis uit de Richtlijn dat de
waarnemingen goed verspreid moeten liggen over de deelgebieden.
De analyseresultaten van het aanvullend bodemonderzoek zijn voorbewerkt (omrekenen
detectiegrenzen naar rekenkundige waarden, zie § 2.3.3) en aan een uitbijteranalyse zoals
aangegeven in § 2.3.4 onderworpen. Hierbij zijn twee uitbijters geïdentificeerd (zie bijlage 3). De
overige resultaten van het bodemonderzoek zijn als representatief beoordeeld en toegevoegd aan
de dataset van de bodemkwaliteitskaart.
2.6 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2)
2.6.1 Aantal waarnemingen
In tabel 2.3 is het aantal analysegegevens van de stoffen (waarnemingen) per voorlopig deelgebied
en bodemlaag aangegeven die zijn geselecteerd voor de uiteindelijke dataset van de
bodemkwaliteitskaart (zie ook bijlage 4A, kolom ‘N’).
Tabel 2.3 Totaal aantal analysegegevens van de stoffen (waarnemingen) per voorlopig deelgebied en
bodemlaag
Voorlopig deelgebied Aantal analysegegevens van de stoffen
Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen 23-103
B2 Bebouwing na 1945 47-223
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 27-126
B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 57-118
Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
O1 Historische bebouwing en kassen 25-100
O2 Bebouwing na 1945 29-141
O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 20-58
O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 28-71
2.6.2 Splitsen van deelgebieden
Op stofniveau is voor het gemeentelijke grondgebied gekeken of er een ruimtelijke clustering
aanwezig is van hoge of lage gehalten. Op basis van ervaringen van CSO bij andere
bodemkwaliteitskaarten is de ruimtelijke clustering onderzocht wanneer zware metalen en
minerale olie een variatiecoëfficiënt hoger dan 1,5 hebben en de stofgroepen polycyclische
aromatische koolwaterstoffen (PAK) en polychloorbifenylen (PCB) een variatiecoëfficiënt hoger
dan 2. Een hoge variatiecoëfficiënt is een indicatie van een mogelijke ruimtelijke clustering.
Een overzicht van de variatiecoëfficiënten is opgenomen in bijlagen 4A en 4B (kolom 'VC').
Hieruit blijkt dat voor zeven van de acht deelgebieden voor steeds één of twee stoffen sprake is
van een hoge variatiecoëfficiënt. Uit de dataset blijkt dat deze worden veroorzaakt door één of
twee monsters met relatief hoge waarden. Door het incidentele karakter er is geen sprake van
ruimtelijke clustering. De relatief hoge variatiecoëfficiënten geven daarmee geen aanleiding tot het
splitsen van deelgebieden.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 7 / 14
2.6.3 Definitieve gebiedsindeling
Op basis van de uitgevoerde stappen 1 t/m 6 van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten zijn op het
grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp de voorlopige deelgebieden niet gewijzigd. In
tabel 2.4 staan de definitieve deelgebieden die zijn onderscheiden.
Tabel 2.4 Definitieve deelgebieden en bodemlaag
Definitieve deelgebied bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Definitieve deelgebieden ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen O1 Historische bebouwing en kassen
B2 Bebouwing na 1945 O2 Bebouwing na 1945
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990
B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
De definitieve deelgebiedenkaarten zijn opgenomen in kaart bijlage 2. Alle deelgebieden voldoen
aan de minimumeisen voor het aantal en de spreiding van de waarnemingen volgens de Richtlijn
bodemkwaliteitskaarten. Sommige niet-aaneengesloten deelgebieden voldoen niet aan de
minimumeisen en zijn uitgesloten van deze bodemkwaliteitskaart. Deze gebieden zijn in de kaart
bijlagen 2 en 4 grijs gekleurd aangegeven.
Deze definitieve deelgebieden worden de bodemkwaliteitszones in de gemeente Pijnacker-
Nootdorp.
2.7 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones
De gemiddelde gehalten van de bodemkwaliteitszones (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'Gem') zijn
getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit8. De
bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de bodemkwaliteitsklasse Landbouw/natuur
(Achtergrondwaarden -AW2000), Wonen of Industrie. De toetsingsmethodiek voor het bepalen
van de bodemkwaliteitsklasse is opgenomen in bijlage 1 onder het kopje “Bodemkwaliteitsklasse”.
De toetsingsmethodiek voor het bepalen van de bodemkwaliteitsklasse is minder streng dan de
toetsingsmethodiek voor het bepalen van de ontgravingsklasse (zie ook § 2.8.3 en bijlage 1 onder
de kopjes “Ontgravingskaart” en “Bodemkwaliteitsklasse”). Met de minder strenge toets wordt
voorkomen dat de bodemkwaliteit van een gebied op basis van één stof wordt ingedeeld in de
bodemkwaliteitsklasse Industrie. Dit zou in de praktijk de ongewenste situatie kunnen opleveren
dat ook voor alle overige stoffen minder strenge regels gelden en de concentraties kunnen
toenemen tot de maximale waarden voor de functie Industrie. Hierdoor verslechtert de kwaliteit
van het gebied. Dit doet zich met name voor bij licht verontreinigde industriegebieden.
In tabel 2.5 is aangegeven in welke bodemkwaliteitsklasse iedere bodemkwaliteitszone valt. In
bijlage 4A en 4B zijn de gespecificeerde beoordelingen weergegeven. De bodemkwaliteitsklasse
wordt samen met de bodemfunctieklasse gebruikt voor het bepalen van de toepassingseis (zie
§ 2.8.4 en bijlage 1 onder het kopje “Toepassingskaart”).
Controle saneringscriterium In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten staat vermeld, dat voor elke bodemkwaliteitszone met een
95-percentielwaarde (P95) boven de interventiewaarde uit de Wet bodembescherming een controle
op het saneringscriterium nodig is. Bij een overschrijding is het niet verantwoord om zonder
partijkeuring grondverzet vanuit de betreffende zone te laten plaatsvinden. In de gemeente
Pijnacker-Nootdorp komt deze situatie niet voor (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'P95>I').
Heterogeniteit Naast de percentielwaarden en variantie is ook de heterogeniteit van de waarnemingen berekend,
volgens de methodiek zoals beschreven onder het kopje “Heterogeniteit” in bijlage 1. In de
gemeente Pijnacker-Nootdorp is in 2 bovengrondzones en 1 ondergrondzone sprake van sterke
heterogeniteit voor één of meerdere stoffen. Wanneer de diffuse bodemkwaliteit in een zone sterk
8 Regeling bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 20 december 2007 en latere wijzigingen.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 8 / 14
heterogeen is verdeeld, is de betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone kleiner. De
betreffende stoffen in de zones bevatten ruim voldoende waarnemingen om de heterogeniteit goed
te beschrijven. Een overzicht van de heterogeniteitsindex per stof en per zone is in bijlage 4A en
4B opgenomen (kolom 'Heterogeniteit'). In tabel 2.5 is per bodemkwaliteitszone weergegeven
voor welke stoffen een sterke heterogeniteit is vastgesteld.
Tabel 2.5 Bodemkwaliteitsklasse en heterogeniteit per bodemkwaliteitszone en bodemlaag
Bodemkwaliteitszone Bodemkwaliteits
klasse Bepalende stof
Sterke heterogeniteit
(en aantal
waarnemingen per stof)
Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen Wonen
Koper, Kwik,
Lood,
Molybdeen, Zink, PAK
Koper (92), Lood (101),
Zink (103)
B2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur - Lood (223)
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Wonen
Cadmium,
Koper, Kwik,
Lood, Zink
-
B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur - -
Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
O1 Historische bebouwing en kassen Wonen
Kwik, Lood,
Molybdeen, Zink, PAK
Zink (99)
O2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -
O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Landbouw/natuur -
O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -
2.8 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart
2.8.1 Inleiding
De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten:
1. Een kaart met uitgesloten locaties en gebieden. 2. De ontgravingskaart (kaart bijlage 3A en 3B). 3. De toepassingskaart (kaart bijlage 4A en 4B).
In de onderstaande paragrafen is nader ingegaan op de hoofdkaarten. Bij de ontgravings- en
toepassingskaart is uitgegaan van het generieke kader van het Besluit.
2.8.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden
In de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een aantal locaties en gebieden uitgesloten van de
bodemkwaliteitskaart. Een overzicht van de uitgesloten locaties en gebieden is aangegeven in
hoofdstuk 4. De ligging van de uitgesloten locaties en gebieden is vanwege het dynamische
karakter niet altijd op de kaarten weergegeven. Om na te gaan of er bodeminformatie van een
locatie bekend is bij de gemeente, kunt u een email sturen naar het e-mailadres:
[email protected]. Hierin vermeldt u van welk perceel of welk adres u
informatie wilt opvragen. Ook moet u bij de e-mail een situatietekening en de kadastrale gegevens
van het betreffende perceel bijvoegen. De gemeente rekent hiervoor legeskosten.
Voor de uitgesloten locaties en terreinen waarvan de provincie Zuid-Holland gegevensbeheerder
is, zijn te vinden via de website: www.bodemloket.nl.
mailto:[email protected]://www.bodemloket.nl/
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 9 / 14
2.8.3 Ontgravingskaart
De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond op een niet voor
bodemverontreiniging verdachte locatie. Deze kaart mag onder bepaalde voorwaarden worden
gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond
elders nuttig wordt toegepast. In de nota bodembeheer9 wordt hier nader op ingegaan. De
ontgravingskwaliteit is net als de bodemkwaliteitsklasse gebaseerd op het gemiddelde gehalte van
een zone (zie bijlage 4A en 4B, kolom 'Gem') en getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit.
Om het standstill-principe voor de bodemkwaliteit op gebiedsniveau te kunnen waarborgen, is de
toetsing voor de kwaliteitsklasse van 'Wonen' strenger voor het bepalen van de ontgravingsklasse
dan voor de het bepalen van de bodemkwaliteitsklasse. De toetsingsmethodiek is opgenomen in
bijlage 1 onder het kopje “Ontgravingskaart”, ter vergelijking zie het kopje
“Bodemkwaliteitsklasse”
In tabel 2.6 is de ontgravingskwaliteit per onderscheiden zone aangegeven. De ontgravingskaart
per bodemlaag is opgenomen in kaart bijlage 3A en 3B.
Tabel 2.6 Ontgravingsklasse per bodemkwaliteitszone en bodemlaag
Bodemkwaliteitszone Ontgravingsklasse Bepalende stof
Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen Industrie Zink
B2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Industrie Zink
B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -
Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
O1 Historische bebouwing en kassen Wonen Kwik, Lood, Molybdeen, Zink,
PAK
O2 Bebouwing na 1945 Landbouw/natuur -
O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Landbouw/natuur -
O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 Landbouw/natuur -
2.8.4 Toepassingskaart
Bij de toepassingskaart is gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteitsklasse en de (toekomstige)
functie van de bodem (zie bijlage 1 onder het kopje 'Toepassingskaart'). In tabel 2.7 is het
resultaat van deze werkwijze voor de toepassingskaart van de gemeente Pijnacker-Nootdorp
samengevat.
Op kaart bijlage 4A en 4B staat per bodemlaag aangegeven welke toepassingseis er geldt.
9 Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek
B.V., 2014.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 10 / 14
Tabel 2.7 Toepassingseisen per combinatie bodemfunctie- en bodemkwaliteitsklasse conform het generieke
kader van het Besluit.
Bodemkwaliteitszone Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse
Toepassingseis
(generiek beleid van
het Besluit)
Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen
Industrie
Wonen
Wonen Wonen
Overig
(Landbouw/natuur) Landbouw/natuur
B2 Bebouwing na 1945
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na
1990
Wonen
Wonen
Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
Landbouw/natuur
B4 Buitengebied incl. recreatie en
kassen na 1970
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig
(Landbouw/natuur)
Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
O1 Historische bebouwing en kassen
Industrie
Wonen
Wonen Wonen
Overig
(Landbouw/natuur) Landbouw/natuur
O2 Bebouwing na 1945
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig
(Landbouw/natuur)
O3 Kassen 1945-1970 en wonen na
1990
Wonen
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig
(Landbouw/natuur)
O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
2.9 Bijzondere omstandigheden
De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over de kwaliteit van de bodem ter plaatse van
verdachte locaties, verontreinigde locaties, gesaneerde locaties of locaties met onvoorziene visuele
waarnemingen (bodemvreemde materialen, kleur, geur). Op deze locaties verwacht men een
afwijkende (betere of juist slechtere) bodemkwaliteit dan in de omgeving. Op terreinen die ooit
een leeflaag van schone grond hebben gekregen, of gesaneerde locaties mag men bijvoorbeeld een
betere kwaliteit verwachten. Een slechtere kwaliteit valt te verwachten op terreinen die (wellicht)
door een puntbron verontreinigd zijn en ter plaatse van dempingen, stortplaatsen en lokale
ophooglagen.
Ook door de provincie aangewezen beschermingsgebieden vallen onder locaties met bijzondere
omstandigheden voor grondverzet. Voorbeelden hiervan zijn archeologie/cultuurhistorie,
Ecologische hoofdstructuren en aardkundig waardevolle gebieden. Voorafgaand aan het
grondverzet moet zowel voor de ontgravingslocatie als op de toepassingslocatie worden nagegaan
of er naar aanleiding van de ligging in één of meerdere beschermingsgebieden er restricties zijn ten
aanzien van het grond- en baggerverzet. De provincie kan hier aanvullende eisen stellen. De
ligging van deze provinciale beschermingsgebieden is onder andere te vinden op de website van
provincie Zuid-Holland: www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/
http://www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 11 / 14
2.10 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en
bodemfunctieklassenkaart
Met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en gewijzigde bodemfunctieklassenkaart heeft de gemeente
Pijnacker-Nootdorp een goed instrument in handen voor het toepassen van grond.
De gemeente is voor haar eigen gemeentelijke grondgebied het bevoegd gezag voor het Besluit bij
de toepassing van grond en baggerspecie op de landbodem. De gemeente gaat gebruik maken van
het gebiedsspecifieke kader van het Besluit. Het gebiedsspecifieke beleid is geformuleerd in de
nota bodembeheer10
. Deze nota bodembeheer moet, met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en de
gewijzigde bodemfunctieklassenkaart als bijlage, bestuurlijk vastgesteld met een besluit van de
Gemeenteraad. Hierop is de procedure uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing,
Afdeling 3.4 (Art. 3:10).
10
Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek B.V., 2014.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 12 / 14
3. Emissietoets
Binnen het Besluit is een verbijzondering opgenomen: het toetsingskader voor het toepassen van
grond in grootschalige toepassingen. In de kern van de grootschalige toepassing mag grond tot en
met de ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie” worden toegepast. Er hoeft niet te worden getoetst
aan de kwaliteit en de functie van de ontvangende bodem. Wel geldt als eis dat de uitloging van de
toegepaste grond aan de eisen van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit moet voldoen.
Concreet houdt dat in dat, bij gehalten groter dan de emissietoetswaarden, een uitloogonderzoek
moet plaatsvinden. De resultaten van dit uitloogonderzoek worden vervolgens getoetst aan de
eisen die het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit hieraan stellen.
In het kader van deze bodemkwaliteitskaart zijn de gemiddelde waardes van de zones “B1
Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990”, waar de
ontgravingskwaliteit in de klasse “Industrie” valt, getoetst aan de emissietoetswaarden uit de
Regeling bodemkwaliteit. Deze toets is opgenomen in bijlage 5 en in tabel 3.1 samengevat. Omdat
de gemiddelde ontgravingskwaliteit van de overige zones in de klassen “Wonen” of
“Landbouw/natuur” vallen, wordt sowieso voldaan aan de emissietoetswaarden.
Uit tabel 3.1 blijkt dat de gemiddelde waarde voor alle stoffen lager is dan de emissietoetswaarde.
Dit betekent dat er voor de zones “B1 Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen 1945-
1970 en wonen na 1990” geen belemmering is om vrijkomende grond toe te passen in een
grootschalige bodemtoepassing.
Tabel 3.1 Emissietoets bij bodemkwaliteitszones met ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie”
Bodemkwaliteitszone Overschrijding emissietoetswaarde
B1 Historische bebouwing en kassen Nee
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 Nee
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 13 / 14
4. Samenvatting en conclusies
CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. heeft in opdracht van de gemeente Pijnacker-
Nootdorp de bodemkwaliteitskaart opgesteld voor het gemeentelijke grondgebied. In de
bodemkwaliteitskaart zijn op basis van gebruik en bodemkwaliteit in totaal 8
bodemkwaliteitszones onderscheiden in de bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met
0,5 meter diepte; 0 – 0,5 m-mv) en de ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter tot en met 2,0
meter diepte; 0,5 – 2 m-mv) die in tabel 4.1 zijn gespecificeerd.
Tabel 4.1 Onderscheiden bodemkwaliteitszones
Bodemkwaliteitszones bovengrond (0,0-0,5 m-mv) Bodemkwaliteitszones ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen O1 Historische bebouwing en kassen
B2 Bebouwing na 1945 O2 Bebouwing na 1945
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990 O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990
B4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970 O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart:
De rijkswegen, provinciale wegen en spoorgebonden gronden inclusief de onverharde (spoor)wegbermen (andere beheerorganisaties).
Locaties met, of die verdacht zijn voor, een sterke bodemverontreiniging, inclusief de gemeentelijke wegen (en onverharde wegbermen) en de gebieden die verdacht zijn op het
diffuus voorkomen van bestrijdingsmiddelen.
Gesaneerde locaties in het kader van de Wet bodembescherming (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart).
Enkele niet-aaneengesloten gebieden van de bodemkwaliteitszones: o B1 en O1 Historische bebouwing en kassen. o B2 en O2 Bebouwing na 1945. o B3 en O3 Kassen 1945-1970 en wonen na 1990.
De waterbodems.
Het grondwater.
Alle zones zijn vastgesteld voor de stoffen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood,
molybdeen, nikkel, zink, minerale olie en de stofgroepen polychloorbifenylen (PCB) en
polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).
Op de ontgravingskaart (kaart bijlagen 3A en 3B) zijn de kwaliteitsgegevens weergegeven van de
te ontgraven boven- en ondergrond op niet verdachte locaties voor bodemverontreiniging. Op de
toepassingskaart voor de boven- en ondergrond (kaart bijlagen 4A en 4B) zijn de toepassingseisen
weergegeven die gelden voor een gebied als een partij grond wordt toegepast. In tabel 4.2 is een
totaaloverzicht gegeven van alle zones.
Een bijzondere positie kennen de zogenaamde grootschalige toepassingen. In deze toepassingen
mag grond tot en met de (ontgravings-) kwaliteitsklasse “Industrie” worden toegepast. Er hoeft
niet te worden getoetst aan de kwaliteit en de functie van de ontvangende bodem. Wel moet de toe
te passen grond voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de uitloging. Uit deze
bodemkwaliteitskaart blijkt dat de zones “B1 Historische bebouwing en kassen” en “B3 Kassen
1945-1970 en wonen na 1990”, waar de ontgravingskwaliteitsklasse “Industrie” is vastgesteld, de
gemiddelde waarden van alle stoffen lager zijn dan de emissietoetswaarden. Omdat de gemiddelde
ontgravingskwaliteit van de overige zones in de klassen “Wonen” of “Landbouw/natuur” vallen,
wordt sowieso voldaan aan de emissietoetswaarden. Er is dan ook geen belemmering om grond
vanuit deze zones toe te passen in een 'grootschalige bodemtoepassing'.
In de nota bodembeheer11
is nader ingegaan op het gebiedsspecifiek beleid in de gemeente
Pijnacker-Nootdorp.
11
Nota bodembeheer gemeente Pijnacker-Nootdorp, projectnummer 11K140, CSO Adviesbureau voor Milieu- Onderzoek B.V., 2014.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp
15 december 2014
Definitief
Pagina: 14 / 14
Tabel 4.2 Totaaloverzicht bodemkwaliteitszones, ontgravingsklassen, toepassingseisen bij de voorkomende
bodemfuncties conform het generieke kader van het Besluit bodemkwaliteit.
Bodemkwaliteitszone Bodemfunctieklasse Ontgravingsklasse
Toepassingseis
(generiek beleid van
het Besluit)
Bovengrond (0,0-0,5 m-mv)
B1 Historische bebouwing en kassen
Industrie
Industrie
Wonen Wonen
Overig
(Landbouw/natuur) Landbouw/natuur
B2 Bebouwing na 1945
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
B3 Kassen 1945-1970 en wonen na
1990
Wonen
Industrie
Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
Landbouw/natuur
B4 Buitengebied incl. recreatie en
kassen na 1970
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig
(Landbouw/natuur)
Ondergrond (0,5-2,0 m-mv)
O1 Historische bebouwing en
kassen
Industrie
Wonen
Wonen Wonen
Overig
(Landbouw/natuur) Landbouw/natuur
O2 Bebouwing na 1945
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig
(Landbouw/natuur)
O3 Kassen 1945-1970 en wonen na
1990
Wonen
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig
(Landbouw/natuur)
O4 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
Industrie
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen
Overig (Landbouw/natuur)
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Bijlage 1: Begrippenlijst
Bagger(specie)
Baggerspecie is materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de voor dat
water bestemde ruimte en bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2
millimeter en organisch stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van
nature wordt aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met
een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter.
Bodemkwaliteitskaart
De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten:
1. Een kaart met uitgesloten locaties en deelgebieden. 2. De ontgravingskaart (deze kaart mag onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt als
bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond
elders nuttig wordt toegepast).
3. De toepassingskaart (deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet voldoen).
Bodemkwaliteitsklasse
In het Besluit bodemkwaliteit worden bodemkwaliteitszones afhankelijk van de gemiddelde
kwaliteit ingedeeld in één van de drie onderscheiden bodemkwaliteitsklassen:
Klasse Landbouw/natuur.
Klasse Wonen.
Klasse Industrie.
Bij de toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel voor het aantal
toegestane overschrijdingen van de functiewaarden (zie onderstaand). Voor de
bodemkwaliteitskaart van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is het basispakket van toepassing.
Voor de klasse Wonen is een aanvullende toetsing van toepassing.
Tabel B1: Staffel toegestane aantal overschrijdingen Aantal gemeten stoffen Aantal toegestane overschrijdingen
Basispakket 2
16 – 26 3
27 – 36 4
37 – 48 5
Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde – AW2000):
Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.
De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.
De overschrijding is lager dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').
Klasse Wonen:
Alle gehalten voldoen aan de klassegrens Wonen, met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.
De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Wonen plus de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.
De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Industrie bedragen. Klasse Industrie:
Als de indeling niet leidt tot de indeling in klasse Wonen of Achtergrondwaarden (AW2000) wordt de bodemkwaliteit ingedeeld in de klasse Industrie.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Bodemkwaliteitszone
Een deel van een beheergebied waarvoor geldt dat er sprake is van een zelfde gebiedseigen
bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwachtingswaarde als de mate van variabiliteit van belang
zijn. De spreiding van gehalten binnen een bodemkwaliteitszone is relatief laag. Een
bodemkwaliteitszone is begrensd in het horizontale vlak èn het verticale vlak (diepte).
Bijzondere omstandigheden
Voor een binnen een bodemkwaliteitszone liggend gebied geldt dat er sprake is van bijzondere
omstandigheden, als er voor dat gebied een afwijkende verwachtingswaarde geldt ten opzichte van
de verwachtingswaarde van de betreffende bodemkwaliteitszone. Te denken valt aan voor
bodemverontreiniging verdachte locaties, onderzochte locaties, locaties waar een sanering heeft
plaatsgevonden of locaties met onvoorziene visuele waarnemingen (bodemvreemde materialen,
kleur, geur). Ook beschermde gebieden zoals bijvoorbeeld voor de ecologie, archeologie,
aardkundige waarden en cultuurhistorie vallen onder de bijzondere omstandigheden.
Deelgebied
Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat dit op eenduidige wijze kan worden
gekarakteriseerd door middel van de voor het beheergebied geldende onderscheidende
gebiedskenmerken. In tegenstelling tot de bodemkwaliteitszone is er voor het deelgebied nog geen
toetsing uitgevoerd of het daadwerkelijk een bodemkwaliteitszone is. Wanneer een deelgebied uit
meerdere terreinen bestaat die niet aan elkaar grenzen, worden de individuele gebieden aangeduid
als “niet-aaneengesloten deelgebieden”.
Diffuse chemische bodemkwaliteit
De diffuse chemische bodemkwaliteit in een bepaald gebied is de verdeling van gehalten van
stoffen in dat gebied waarvoor de bodemkwaliteitskaart is vastgesteld. Deze verdeling kan worden
gekwantificeerd door statistische parameters (gemiddelde, percentielwaarden).
Grond
Onder dit begrip vallen onder andere: zand, veen, klei en löss. Het Besluit bodemkwaliteit
definieert grond als volgt: “Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale
korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals
deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende
schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde baggerspecie.” Ook
verontreinigde grond die is gereinigd en ontwaterde of gerijpte baggerspecie worden als grond
beschouwd. Grond die in het kader van het Besluit bodemkwaliteit nuttig wordt toegepast mag
maximaal 20 gewichtsprocent aan bodemvreemd materiaal bevatten. In gebiedsspecifiek beleid
kunnen hieraan strengere eisen worden gesteld.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Heterogeniteit
Wanneer de diffuse bodemverontreiniging in een zone zeer heterogeen is verdeeld, is de
betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone ook kleiner. Bij zones met een hoge
heterogeniteit kan de gemeente besluiten dat de bodemkwaliteitskaart in bepaalde situaties niet
gebruikt mag worden als bewijsmiddel. Het vastgestelde gemiddelde gehalte heeft naar mening
van de gemeente een te lage betrouwbaarheid. Een zekere heterogeniteit op zich hoeft overigens
geen probleem te zijn zolang er geen sprake is van een gebruiksrisico. De heterogeniteit van een
stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule:
De beoordeling van de heterogeniteitsindex is als volgt:
Index < 0,2 : weinig heterogeniteit
0,2 < Index < 0,5 : beperkte heterogeniteit
0,5 < Index < 0,7 : er is sprake van heterogeniteit
Index > 0,7 : sterke heterogeniteit
Interventiewaarde
Wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde uit de Wet bodembescherming
wordt gesproken over een sterke verontreiniging of een sterk verhoogd gehalte. De
interventiewaarden zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 1 juli
2013 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 16675, d.d. 27 juni 2013).
Niet gezoneerd gebied
Deelgebieden kunnen worden gezoneerd wanneer er voldoende bodemgegevens beschikbaar zijn
om te voldoen aan de eisen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Wanneer er onvoldoende
bodemgegevens beschikbaar zijn, kan de actuele diffuse chemische bodemkwaliteit van het gebied
niet met een voldoende onderbouwing en betrouwbaarheid worden bepaald en wordt het
deelgebied niet gezoneerd. Een deelgebied kan ook niet worden gezoneerd als niet wordt voldaan
aan de eisen voor de spreiding van de bodemgegevens uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten.
Een niet gezoneerd (deel)gebied kan ook ontstaan als de gemeente er bewust voor kiest een gebied
niet op te nemen in de bodemkwaliteitskaart (zie ook: Uitgesloten gebied).
Nota bodembeheer
Een nota bodembeheer is een beleidsdocument waarin de onderbouwing voor gebiedsspecifiek
beleid is opgenomen. In de nota bodembeheer komen de volgende aspecten aan de orde:
één of meerdere kaarten met de begrenzing van het bodembeheergebied en de bodemfuncties;
een (water)bodemkwaliteitskaart;
een toelichting op de maatschappelijke opgave en het grondverzet en de verwachte ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst;
de Lokale Maximale Waarden, inclusief motivatie en de resultaten van de risicotoolbox;
(indien van toepassing) de maximale gewichtspercentage bodemvreemd materiaal inclusief onderbouwing en motivatie.
Daarnaast kan in een nota bodembeheer aandacht worden besteed aan de regels en procedures
rondom grondstromen, wet- en regelgeving bij grondstromen, duurzaam bodembeheer en/of de
(diepere) ondergrond.
heterogeniteit =(P95−P5)
(Maximale waardeindustrie−Achtergrondwaarde)
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Onderscheidende gebiedskenmerken
Kenmerken in een gebied waarvan verwacht wordt dat deze een verband vertonen met de
bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld: bodemtype, geomorfologie, landgebruik, historie,
gebiedsontwikkeling en huidig gebruik. Bij het actualiseren van een bodemkwaliteitskaart kan de
vastgestelde bodemkwaliteit in de bestaande kaart ook als (aanvullend) onderscheidend
gebiedskenmerk worden vastgesteld.
Ontgravingskaart
De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond. Deze kaart mag
onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van
de te ontgraven grond, als deze grond elders nuttig wordt toegepast. De ontgravingskwaliteit is
gebaseerd op de gemiddelde gehalten van een zone en getoetst aan de toetsingswaarden uit het
Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. De bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de
ontgravingsklassen Landbouw/natuur (achtergrondwaarden -AW2000), Wonen, Industrie of Niet-
toepasbaar. Bij de toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel (zie
tabel B1 bij 'Bodemkwaliteitsklasse') voor het aantal toegestane overschrijdingen van de
functiewaarden.
Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde – AW2000):
Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.
De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.
De overschrijding lager is dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').
Klasse Wonen:
De gehalten voldoen niet aan de klasse Landbouw/natuur en de norm voor klassegrens Wonen wordt niet overschreden.
Klasse Industrie:
De norm voor klassegrens Wonen wordt overschreden.
De norm voor klasse grens Industrie wordt niet overschreden. Klasse Niet toepasbaar:
De norm voor klassegrens Industrie wordt overschreden.
Percentiel/percentielwaarde
Waarde waar beneden een bepaald percentage van de analyseresultaten gelegen is. Bijvoorbeeld
90-percentiel: 90% van de analyseresultaten ligt beneden deze waarde.
Puntbron
Duidelijk aanwijsbare bron voor bodemverontreiniging zoals bijvoorbeeld een ondergrondse tank
voor de opslag van olie, een ontvettingsbad of een afleverzuil voor brandstof(fen).
Standaarddeviatie
Ook wel “standaardafwijking” genoemd. Het geeft de mate aan voor de spreiding van
bodemgegevens in een dataset. De berekening hiervan is als volgt:
Hierbij is n het aantal analyseresultaten, x een individueel analyseresultaat en het gemiddelde van de analyseresultaten.
stdev=√(1/n⋅∑x=1
n
(x− x̄)2)
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Toepassingskaart
Deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet voldoen.
Bij de toepassingskaart wordt gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteit en de (toekomstige)
functie van de bodem. Op basis van deze dubbele toets, waarbij de strengste toets doorslaggevend
is, wordt aan elke zone de toepassingseis vastgesteld.
Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse Toepassingseis
Overig (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur Landbouw/natuur
Overig (Landbouw/natuur) Wonen Landbouw/natuur
Overig (Landbouw/natuur) Industrie Landbouw/natuur
Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur
Wonen Wonen Wonen
Wonen Industrie Wonen
Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur
Industrie Wonen Wonen
Industrie Industrie Industrie
Toetsing grondverzet
Om te beoordelen of grondverzet is toegestaan wordt de kwaliteit van de aan te brengen grond
vergeleken met de toepassingseis. De kwaliteit van de aan te brengen grond kan worden bepaald
op basis van een bodemkwaliteitskaart, partijkeuring of een ander erkend bewijsmiddel. De
toepassingseis op basis van de bodemkwaliteitskaart (gezoneerde gebieden) of bodemonderzoek
van de ontvangende bodem (niet gezoneerde gebieden).
Kwaliteit toe te passen grond Toepassingseis Toepassing toegestaan?
Wonen Wonen Ja
Industrie Wonen Nee
Landbouw/natuur Wonen Ja
Wonen Industrie Ja
Industrie Industrie Ja
Landbouw/natuur Industrie Ja
Wonen Landbouw/natuur Nee
Industrie Landbouw/natuur Nee
Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 1
15 december 2014
Definitief
Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit
Om een zone te karakteriseren moet een toetsing plaatsvinden aan de gestelde normen uit het
Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Deze toetsingsnormen zijn in de onderstaande tabel
weergegeven.
Tabel B2: Toetsingsnormen (in mg/kg ds voor standaardbodem -lutum 25%, org.stof 10%-)
Stof Maximale waarden
Achtergrondwaarde
(AW2000,
Landbouw/natuur)
Maximale waarden
wonen
Maximale waarden
industrie
Arseen 20 27 76
Barium * 190 550 920
Cadmium 0,60 1,2 4,3
Chroom 55 62 180
Koper 40 54 190
Kwik 0,15 0,83 4,8
Lood 50 210 530
Molybdeen 1,5 88 150
Nikkel * 35 39 100
Zink 140 200 720
Som PAK 1,5 6,8 40
Som PCB 0,02 0,04 0,5
Minerale olie 190 190 500 * De normstelling in Besluit bodemkwaliteit voor barium en nikkel zijn door het voormalige Ministerie van
VROM sinds 1 april 2009 gewijzigd (Staatscourant, 7 april 2009). Voor nikkel vindt voor schone grond
(klasse Landbouw/natuur) geen toetsing meer plaats aan de maximale waarde voor de bodemkwaliteitsklasse
wonen. Voor barium is besloten alle toetsingsnormen tijdelijk in te trekken als aangetoond kan worden dat er
geen sprake is van een verontreiniging veroorzaakt door activiteiten van de mens.
Uitbijters
Een uitbijter is een gehalte in het gegevensbestand die niet representatief is voor de diffuse
chemische bodemkwaliteit in een deelgebied. De (potentiële) uitbijters worden met een visuele
methode (scatterplots) inzichtelijk gemaakt. Het niet representatieve gehalte is het gevolg van
duidelijk aantoonbare menselijke activiteiten: puntverontreinigingen, verdachte locaties, typfouten
tijdens invoer.
Uitgesloten locaties en gebieden
Uitgesloten locaties en gebieden zijn terreinen die op beleidsmatige grond niet kunnen worden
opgenomen in de bodemkwaliteitskaart of niet voldoen aan de minimumeisen voor het aantal en de
spreiding van de bodemgegevens uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Voorbeelden zijn onder
andere terreinen waar de gemeente niet het bevoegd gezag voor het Besluit bodemkwaliteit is
zoals buitendijks gebied. Terreinen waar sprake is van een sanering of verontreiniging door een
lokale activiteit worden eveneens uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. Maar ook terreinen die
in het beheer zijn van andere organisaties zoals Rijkswaterstaat (rijkswegen), de provincie
(provinciale wegen) of de SBNS (spoorgebonden gronden) worden soms uitgesloten van de
bodemkwaliteitskaart.
Voor bodemverontreiniging niet verdachte locatie
Een locatie waar geen puntbron aanwezig is (geweest), bijvoorbeeld een ondergrondse
huisbrandolietank of een chemische wasserij, gebruik bestrijdingsmiddelen, ophooglaag, gedempte
watergang, halfverharding, bodembedreigende activiteiten of een (bekend) geval van ernstige
bodemverontreiniging.
Variabiliteit
Mate waarin de gehalten binnen een bodemkwaliteitszone varieert.
Variatiecoëfficiënt
Maat voor de spreiding in gehalten (standaarddeviatie gedeeld door het gemiddelde).
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2A
15 december 2014
Definitief
Bijlage 2A: Indeling in voorlopige deelgebieden Voorlopige regionale deelgebieden op basis van huidige bodemkwaliteitszones
Nr. Voorlopig deelgebied Huidige bodemkwaliteitszone Bodemfunctie Bodemkwaliteit /ontgravings-
kwaliteit*
huidige BKK
Boven- en ondergrond (0,0-2,0 m-mv)
1 Bedrijven 1945 - 1970 Bedrijven 1945 - 1970 Industrie Wonen/Industrie
2 Bedrijven na 1970 Bedrijven na 1970 Industrie L/N – L/N**
3 Kassen tussen 1945 en 1970 op
veen of voor 1945 op baggerslib ***
Kassen voor 1945 op baggerslib
Kassen 1945 – 1970 op veen
Overig
(Landbouw/natuur)
Wonen/Industrie
4 Kassen 1945 - 1970 Kassen 1945 - 1970 Overig
(Landbouw/natuur)
Wonen/Wonen
5 Wonen voor 1945 Wonen voor 1900
Wonen 1900 – 1945
Wonen
Wonen/Industrie
6 Wonen na 1990 op veen of vml kas voor 1945 ***
Wonen na 1990 op veen
Wonen na 1990 op vml. kas voor
1945
Wonen
Wonen/Wonen
7 Wonen na 1945 Wonen 1945 – 1970
Wonen 1970 – 1990
Wonen na 1990
Wonen na 1990 op ophooglaag zand
Wonen na 1990 op vml kas na 1945
Woonzorgcomplex (Craeyeburch)
Wonen
L/N – L/N**
8 Buitengebied incl. recreatie en kassen na 1970
Kassen na 1970
Recreatie/(sport)park
Buitengebied
Overig (Landbouw/natuur)
L/N – L/N**
* In deze kolom is de kwaliteit van de bovengrond weergegeven. De ondergrond ‘lift mee’ met de bovengrond. ** Kwaliteitsklasse ‘Landbouw/natuur’ voor zowel de bodemkwaliteits- als de ontgravingsklasse.
*** Voor deze twee voorlopige deelgebieden is veen o.b.v. functie en kwaliteit samengevoegd met een andere zone. De
gemeente heeft aangegeven hier geen problemen mee te hebben. Veen wordt ook niet weergegeven op de bodemkaart (alleen zeekleigronden zijn weergegeven, zie kaartje hieronder)
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2A
15 december 2014
Definitief
Bron: www.bodemdata.nl
http://www.bodemdata.nl/
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B
15 december 2014
Definitief
Bijlage 2B: Selectie dataset voor de bodemkwaliteitskaart
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B
15 december 2014
Definitief
Deze bijlage bevat het voorstel voor de selectiecriteria voor analysegegevens uit het
bodeminformatiesysteem van de gemeente Pijnacker-Nootdorp (BIS4all) voor de actualisatie van
de bodemkwaliteitskaart.
Voor het maken van de bodemkwaliteitskaart is het van belang om een representatieve dataset te
maken, zodat de diffuse bodemkwaliteit binnen een bodemkwaliteitszones zo goed mogelijk kan
worden bepaald. Omdat het bodeminformatiesysteem van de gemeente Pijnacker-Nootdorp zowel
analysegegevens bevatten van onverdachte als verdachte locaties is in overleg met de gemeente
Pijnacker-Nootdorp een aantal selecties vastgesteld om tot een voor de bodemkwaliteitskaart
representatieve dataset te komen.
In totaal zijn de volgende aantallen in het bodeminformatiesysteem beschikbaar:
In BIS beschikbare gegevens AANTAL
Locaties 1666
Projecten (onderzoeken) 3413
Analysemonsters 13640
waarvan: analysemonsters grond met relevante stoffen 9498
Stappen selectie
Stap 1. Analysegegevens uit het bodeminformatiesysteem worden geselecteerd als de gegevens
minimaal over de volgende informatie beschikt:
De boring, het onderzoek of de locatie is ingetekend. Bij het toekennen van de X- en Y-coördinaten aan een analysemonster wordt eerst gekeken naar het
boorpunt wanneer dit niet aanwezig is, wordt het middelpunt van het onderzoek
toegevoegd. Als dat ook niet aanwezig is wordt het middelpunt van de locatie
toegevoegd.
De rapportdatum is ingevuld. Conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten worden alleen gegevens geselecteerd die niet ouder zijn dan 5 jaar. Alleen
onderzoeken met een rapportdatum vanaf 1 juli 2008 worden geselecteerd.
De diepte van het analysemonster is ingevuld en de gemiddelde diepte van het analysemonster ligt maximaal 2 meter beneden het maaiveld.
Het analysemonster is geanalyseerd voor één of meerdere stoffen van het standaard NEN5740 stoffenpakket.
Het analysemonster betreft een grondanalyse. Overige analysemonsters waaronder grondwater- en waterbodemmonster worden niet meegenomen in de
dataset.
Onderzoeken/locaties die niet aan bovenstaande criteria voldoen, maar wel als geschikt
worden aangemerkt bij de selectie in stap 2, zijn voorgelegd aan de gemeente. Mogelijk
kunnen de ontbrekende gegevens nog worden aangevuld zodat de betreffende
analysegegevens toch meegenomen kunnen worden.
Stap 2. In de hierna volgende vier tabellen is een overzicht gegeven van de voor de selectie
gebruikte invoervelden en welke items per invoerveld wel/niet geschikt zijn voor de
dataset van de bodemkwaliteitskaart. Het uiteindelijk wel of niet meenemen van een
analysemonster is als volgt:
Als één of meer invoervelden op 'niet geschikt' staat dan wordt het betreffende onderzoek
en de onderliggende analysemonsters niet meegenomen in de dataset voor de
bodemkwaliteitskaart.
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B
15 december 2014
Definitief
Tabel 1 Selectie onderzoeken obv aanleiding
AANLEIDING (PROJECT) AANTAL GESCHIKT
LEEG 21 ONBEKEND: JA
bestemmingswijziging, VINEX, locatieontwikkeling 1379 JA
BOOT 29 NEE
Bouwvergunning 517 JA
Civieltechnisch 383 JA
Calamiteit 20 NEE
Landsdekkend 4 JA
Nulsituatie 356 JA
Omgevingsvergunning 704 JA
Tabel 2 Selectie onderzoeken obv type onderzoek
SOORT (PROJECT) AANTAL GESCHIKT
ASB - asbest onderzoek NEN 5707 40 NEE
avr (aanvullend rapport) 37 JA
Bijzonder inventariserend onderzoek 27 JA
BOOT 12 NEE
brf (briefrapport) 21 JA
fax 1 JA
Historisch onderzoek 135 NEE
Indicatief onderzoek 298 JA
Meldingsformulier BUS evaluatieverslag 17 NEE
Meldingsformulier BUS saneringsplan 6 NEE
Monitoringsplan 1 NEE
Monitoringsrapportage 40 NEE
Nader onderzoek 491 JA
Nul situatieonderzoek 302 JA
Orienterend bodemonderzoek 74 JA
Partijkeuring grond 131 ALLEEN IN-SITU
Plan van aanpak (voor onderhoudsbagger) 32 NEE
Sanerings evaluatie 300 NEE
Sanerings onderzoek 18 NEE
Saneringsplan 204 NEE
Verkennend onderzoek NEN 5740 628 JA
Verkennend onderzoek NVN 5740 470 JA
Verkennend onderzoek voor waterbodems (NVN
5720) 128 NEE
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2B
15 december 2014
Definitief
Tabel 3 Selectie locaties obv verontreinigingsstatus
LOKATIECATEGORIE (LOKATIE) AANTAL GESCHIKT
LEEG 778 ONBEKEND: JA
Onverdacht/Niet verontreinigd 32 JA
Pot. verontreinigd 158 JA
Potentieel Ernstig 480 JA
Potentieel Ernstig en Urgent 173 JA
Ernstig, niet urgent 5 NEE
Ernstig, urgentie niet bepaald 5 NEE
Urgent, san binnen 4 jaar 1 NEE
Urgent, start san voor 2015 1 NEE
potentieel spoed 1 JA
ernstig, spoed, risico's wegnemen en uiterlijk saneren
voor 2015 1 NEE
ernstig, geen risico's bepaald 2 NEE
niet ernstig, licht tot matig verontreinigd 26 JA
niet ernstig, plaatselijk sterk verontreinigd 3 JA
Tabel 4 Selectie locaties obv vervolgactie
LDBVERVOLG (LOCATIE) AANTAL GESCHIKT
LEEG 423 ONBEKEND: JA
uitvoeren OO 133 JA
uitvoeren NO 15 JA
uitvoeren aanvullend onderzoek 1 JA
uitvoeren SO 1 NEE
opstellen SP 28 NEE
starten sanering 10 NEE
monitoring 2 NEE
registratie restverontreiniging 4 NEE
Uitvoeren aanvullend OO 362 JA
Uitvoeren aanvullend NO 22 JA
Uitvoeren aanvullend SO 40 NEE
Uitvoeren aanvullend SP 1 NEE
Uitvoeren historisch onderzoek 13 NEE
voldoende onderzocht 599 JA
voldoende gesaneerd 12 NEE
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C
15 december 2014
Definitief
Bijlage 2C: Extra toegevoegde gegevens/onderzoeken
Door gemeente in BIS4ALL ingevoerde extra gegevens/onderzoeken, december 2013
Projectnummer Projectnaam Projectomschrijving
3426 002351.VO01 Klapwijkseweg (ondergronds trace Randstad 380 TenneT Zuidpold.) te Pijnacker
3428 001357.PK01 Saaymans Vaderplein (en omgeving) te Delfgauw
3429 001277.VO01 Zuideindseweg ongenummerd bij 124 te Delfgauw
3430 000819.VO01 G.J.F. Tijdemanstraat 11-13 te Nootdorp
3431 000180.VO01 Gildeweg/Oosteinde (kopkavel) te Nootdorp
3432 002257.VO01 Industrieweg 17 te Nootdorp
3434 002353.VO01 Kortelandsehof 3 te Nootdorp
3440 002346.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 33 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker
3441 002347.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 34 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker
3442 002348.VO01 Hoogseweg (mastlocatie 35 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker
3443 002349.VO01 Berkelseweg (mastlocatie 39 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker
3444 002350.VO01 Berkelseweg (mastlocatie 40 Randstad 380 TenneT) te Pijnacker
3447 002359.NO02 Thorbeckelaan e.o. (Staatsliedenbuurt)
3475 000392.IO01 Monnikkenweg/Hageveld (Klapwijk-Noord locatie 9 Kouwenhoven) te Pijnacker
3476 002380.VO01 Reesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties)
3478 002377.VO01 Keulseweg 48 (B 1087, 1088, 5868) te Pijnacker
3480 002372.VO01 Keulseweg (achter Keulseweg 32 en 32A) te Pijnacker
3489 000282.IO01 Klapwijksweg 27c, loc 15
3492 002381.VO01 Keulseweg achter 8-22 (onverdachte ontgravingslocatie Groenzone)
3493 002382.VO01 Reesloot/Katwijkerlaan (tussen Reesloot 2 en 13) te Pijnacker
3495 002383.VO01 Zuideindseweg 29
3507 000349.PK01 Dorpstraat 82-90 te Nootdorp
3509 000862.PK01 Zuideindseweg (nabij 64) te Delfgauw
3513 000749.VO01 Schimmelpenninck van der Oyeweg 63 te Delfgauw
3514 001271.PK02 Prismastraat Waterdrukstraat te Nootdorp
3522 000087.OA01 Laan van Floris V te Nootdorp
3523 002317.AO01 Nieuwkoopseweg 26 te Pijnacker
3525 000752.VO01 Vrederustlaan 8
3527 001277.VO02 Zuideindseweg (naast 122)
3534 002393.PK01 Hagelaan te Nootdorp
3555 001279.VO01 Komkommerweg perceel G3101
3556 000245.VO01 Komkommerweg perceel G1429
3578 002401.VO01 Ambachtsweg 33
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C
15 december 2014
Definitief
Door CSO extra toegevoegde gegevens/onderzoeken, februari 2014
Door CSO extra toegevoegde gegevens/onderzoeken, maart 2014
Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum
Verkennend milieukundig bodemonderzoek
nabij de kleedkamers van D.S.V.P. aan de
Sportlaan te Pijnacker VanderHelm DSPY110568 11-8-2011
Verkennend bodemonderzoek toekomstig
bedrijventerrein Emerald te Delfgauw MWH M11A0330 31-10-2011
Verkennend milieukundig bodemonderzoek
aan de Katwijkerlaan 113 te Pijnacker VanderHelm PYKA130091 6-3-2013
Actualiserend en asbest bodemonderzoek aan
de Onderweg 1 te Pijnacker VanderHelm PYO80763 5-10-2009
Verkennend milieukundig bodemonderzoek
en asbestonderzoek aan de Nieuwkoopseweg
19 te Nootdorp VanderHelm DLNO110599 12-7-2011
Verkennend en nader milieukundig (water- en
asbest) bodemonderzoek aan de Keulseweg 54
te Pijnacker VanderHelm PYKE121221 7-2-2013
Verkennend milieukundig bodemonderzoek
aan de Polderweg 18 te Pijnacker VanderHelm GRPY131300 16-12-2013
Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum
Partijkeuring ontwikkelingsgebied 'Centrumplan'
te Pijnacker VanderHelm ABP80185 26-6-2009
Verkennend en aanvullend milieukundig bodem-
en asbestonderzoek aan de Kerkweg tussen 25 en
33 te Pijnacker VanderHelm PYKE101264 17-12-2010
Verkennend en aanvullend milieukundig
bodemonderzoek aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY101160 10-1-2011
Rapportage in-situ partijkeuring bovengrond ter
plaatse van toekmostige inrit van de
parkeergarage aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY110105-1 15-2-2011
Rapportage in-situ partijkeuring ondergrond ter
plaatse van toekmostige inrit van de
parkeergarage aan de Oostlaan te Pijnacker VanderHelm ABPY110105-2 15-2-2011
Verkennend en aanvullend milieukundig
bodemonderzoek aan de
Emmastraat/Stationsstraat te Pijnacker VanderHelm RWP90111 1-7-2009
Rapport verkennend bodemonderzoek Wethouder
van der Vaartlaan te Pijnacker Koenders & Partners 100786 15-11-2010
Rapport in-situ partijkeuring Wethouder van der
Vaartlaan te Pijnacker Koenders & Partners 100786 26-11-2010
Rapport in-situ partijkeuring Klapwijkseweg-
Vlielandseweg te Pijnacker Koenders & Partners 100104 29-11-2010
Rapportage in-situ partijkeuring grond ter plaatse
van de Klapwijkseweg, tracé Lange Campen
Duikersloot te Pijnacker VanderHelm PYKL121168 partij 1 23-11-2012
Rapportage in-situ partijkeuring grond ter plaatse
van de Klapwijkseweg, tracé Lange Campen
Duikersloot te Pijnacker VanderHelm PYKL121168 partij 2 23-11-2012
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C
15 december 2014
Definitief
Door CSO extra toegevoegde gegevens, april 2014
Onderzoek Bureau Rapportnummer Datum*
Rapport verkennend bodemonderzoek Toekomstig
bedrijventerrein Boezem Oost Reesloot te Pijnacker Koenders & Partners 140097 10-4-2013
* Datum op rapport i s 2013, maar moet 2014 zi jn
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 2C
15 december 2014
Definitief
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 3
15 december 2014
Definitief
Bijlage 3: Specificatie uitbijters
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 3
15 december 2014
Definitief
-
Bijlage 3 ‐ Specificatie uitbijters
Locatienaam Locatienummer Projectnummer Monsternummer Uitbijters (mg/kg) OorzaakAckerswoude fase 1 (tussen Klapwijkseweg en Monnikenweg) te Pijnacker 2316 3328 170946 Kwik (0,89) Niet representatief
De Groene Wijdte te Pijnacker 1034 490 159883 PAK (26)Lokale spot, mogelijk gerelateerd aan demping
Dorpsstraat 15‐19 te Nootdorp 1052 544 160196 Lood (770) Saneringslocatie
Dorpsstraat 82‐88 (incl. deel Veenhage) te Nootdorp 349 2274Hele onderzoek door gemeente aangegeven als niet representatief
Dwarskade 19 te Nootdorp 222 2621 163203 Koper (230), Lood (620) Puin en kolengruisEmmapark (ongenummerd, werkterrein randstadrail) te 1203 2627 163145 Nikkel (440), Olie (1200) Sterk puinhoudend monsterEuropalaan (trace) te Pijnacker 172 2502 162983 PAK (66) WegtracéHazepad 1 te Delfgauw 1308 2814 166257 Kwik (0,81) Niet representatief
Industrieweg 11 te Nootdorp 1057 560Brandstoftank / Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Katwijkerlaan 68A en B te Pijnacker 1251 2758 165954 o.a. Nikkel (300), Zink (790), Olie (530) Hele monster niet representatiefKatwijkerlaan 68A en B te Pijnacker 1251 2758 165962 o.a. Lood (850), Zink (1800), Olie (1700) Hele monster niet representatiefKLAPWIJK te 936 208 145734 Cadmium (1,2) Sloot met puinKLAPWIJK te 936 208 145738 Kwik (1,8), Zink (690) Sloot met puin
Klapwijkseweg (wegberm) te Pijnacker 1099 703 161928 Olie (1200)Wegberm, verontreiniging in bermgrond / puntbron
Klapwijkseweg 11 te Pijnacker 1316 2842 165513 Olie (340) Glastuinbouw / Saneringslocatie
Klapwijkseweg 11 te Pijnacker 1316 2842Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Klapwijkseweg 113 (kas) te Pijnacker 251 1158Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Klapwijkseweg 13 te Pijnacker 672 1593 163760 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 13 te Pijnacker 672 1595 163797 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163782 Olie (2000) SaneringslocatieKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163783 Olie (560) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163785 Olie (420) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15 te Pijnacker 706 1676 163786 Olie (3300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163789 Olie (2100) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163791 Olie (270) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163794 Olie (890) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 15A te Pijnacker 667 1559 163795 Olie (310) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 17 te Pijnacker 704 1672 166612 Olie (400) Glastuinbouw/ olietank
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161376 Olie (1200)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161377 Lood (1500)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161378 Lood (490)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161382 Lood (590)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161391 Lood (1300)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161398 Lood (780)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161399 Lood (700)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161400 Lood (750)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161401 Lood (630)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161403 Lood (2400)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161404 Lood (560)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161409 Lood (730)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161410 Kwik (1,5), Lood (1600)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161411 Koper (180), Lood (700)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161415 Lood (1300)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161421
Lood (890)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 2 te Pijnacker 1047 525 161422 Lood (1200)Loodverontreinigingen gerelateerd aan puinhoudende grond en dammen
Klapwijkseweg 25 te Pijnacker 701 1650 163757 Koper (440) WBB‐locatieKlapwijkseweg 27 te Pijnacker 280 1708 163606 Olie (300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 27 te Pijnacker 280 1709 163762 Olie (300) Glastuinbouw/ olietankKlapwijkseweg 27c te Pijnacker 282 1728 166531 Lood (444) Glastuinbouw / WBB‐locatie
Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162048 Lood (2300)Demping en puinlaag met lood verontreiniging
Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162048 Kwik (0,76) Niet representatief
Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162050 Lood (1500)Demping en puinlaag met lood verontreiniging
Klapwijkseweg 6 (noordelijk van) te Pijnacker 1105 741 162057 Lood (1700)Demping en puinlaag met lood verontreiniging
Klapwijkseweg 71 te Pijnacker 1323 2880 165971 Olie (790)WBB locatie met olie/MTBE veronreiniging
Klapwijkseweg 71 te Pijnacker 1323 2880 165972 Olie (320)WBB locatie met olie/MTBE veronreiniging
Klapwijkseweg ong. te Pijnacker 855 23Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Project: 11K140Versie: Definitief
Blz. 1/2
-
Bijlage 3 ‐ Specificatie uitbijters
Locatienaam Locatienummer Projectnummer Monsternummer Uitbijters (mg/kg) Oorzaak
Klapwijkseweg ong. te Pijnacker 855 25Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Kortelandseweg 18 achter te Nootdorp 1060 579 160457 PAK (640)Lokale PAK verontreiniging / niet representatief
Kortelandseweg 18 achter te Nootdorp 1060 579 160460 PAK (35)Lokale PAK verontreiniging / niet representatief
Kruisweg (Riooltrace Plan Kruisweg 1B) te Nootdorp 1064 584 160525 PAK (120), Olie (400) Riooltracé, niet representatiefKruisweg (Riooltrace Plan Kruisweg 1B) te Nootdorp 1064 584 160528 PAK (32), Olie (440) Riooltracé, niet representatief
Nijverheidsweg 3‐7 en Emmastraat 163 te Pijnacker 1232 2718 163445 Olie (730)
Olieverdachte UBI (hoewel de activiteit 'olieterminal' wel erg onwaarschijnlijk is hier)
NS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 405 te 1347 2923 165897 Koper (240), Nikkel (99), Zink (700) NS‐tracéNS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 405 te 1347 2923 165906 Koper (180) NS‐tracéNS‐trace, geocode 110, km 9‐15.2 dl 425 te 1350 2926 165944 Zink (480) NS‐tracéOude Leedeweg 143 te Pijnacker 1221 2689 163215 Lood (980) PuinOudeweg 9 te Nootdorp 1070 605 160626 PAK (57) Niet representatiefOudeweg 9 te Nootdorp 1070 605 160629 PAK (51) Niet representatiefPrinsenhof te Pijnacker 1130 2986 166724 Kwik (‐1,1) Extreem hoge detectiegrensReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172311 Kwik (2,1) Niet representatiefReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172317 Nikkel (88) Niet representatiefReesloot 13 e.o. (verdachte deellocaties) 3476 172318 PAK (62) Niet representatief
Rijksstraatweg (Vollering/Emerald(ged.)) te Delfgauw 956 249Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
's‐Gravenweg 35‐37 te Nootdorp 570 2158 162599 Koper (150)Koper/Zink > I, heterogeen, gerelateerd aan pijnbijmenging.
's‐Gravenweg 35‐37 te Nootdorp 570 2158 162618 Lood (520), Zink (570)Koper/Zink > I, heterogeen, gerelateerd aan pijnbijmenging.
's‐Gravenweg ong. (Spooronderdoorgang) te Nootdorp 580 2193 160764 Koper (74)Koper > I in deklaag met matig grind, toegepast als cat1 of cat2 grond
Veenweg 55‐57 achter (perceel A4123) te NOOTDORP 1072 607 160642 Olie (480)Ophooglaag met puin‐/sloopafval, perceelsoverschrijdend
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2854 163591 Olie (1100) Glastuinbouw / Saneringslocatie
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2854Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163770 Zink (790) SaneringslocatieVlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163771 Zink (630) SaneringslocatieVlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856 163773 Lood (570) Saneringslocatie
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2856Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2857Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Vlielandseweg 4A+B te Pijnacker 1317 2866Saneringslocatie ‐> hele locatie uit dataset verwijderd
Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160805 Nikkel (350), Olie (6600)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen
Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160807 Nikkel (320), PAK (240), Olie (1100)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen
Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160808 Zink (580), Olie (1600)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen
Vlielandseweg 76‐80a /Katwijkerlaan (Boezemvaart) te Pijnacker 1074 612 160809 Koper (160), Olie (680)Wbb‐locatie met diverse verontreinigingen
Zuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2644 165852 PAK (60) Ophooglaag met puin‐/sloopafvalZuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2644 165860 Zink (690), PAK (58) Ophooglaag met puin‐/sloopafvalZuidweg ong. (Keijzershof fase 3) te Pijnacker 1208 2646 165882 Kwik (1,1) Ophooglaag
BKK veldwerk c1‐b1‐1 PAK (172)Niet representatief, bijmengingen puin en glas
BKK veldwerk c1‐b1‐4 PAK (47,58) Niet representatief, bijmenging puin
Project: 11K140Versie: Definitief
Blz. 2/2
-
Bodemkwaliteitskaart gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Bijlage 4A
15 december 2014