doel 1

221BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2

ga verder

1 Kleur de sommen binnen het tiental geel.Kleur de sommen over het tiental blauw.

53 + 6

74 + 5

19 + 5 14 + 3 37 + 6 85 + 6

21 + 5 62 + 9 98 + 1 49 + 4

2 Reken uit op de getallenlijn, in 2 stappen.

36 + 5 = 48 + 7 = 57 + 6 =

32 + 9 = 29 + 8 = 85 + 9 =

66 + 5 = 18 + 7 = 78 + 4 =

45 + 8 = 57 + 5 = 29 + 3 =

hulp

M Je oefent met eenheden optellen tot en met 100:– binnen het tiental: in 1 stap.– over het tiental: in 2 stappen, via het tiental.

65 + 4 = 69

5 + 4 = 9

1 stap

37 40 42

+3 +2

37 + 5 = 422 stappen

BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2

1 2

klaar!

3 Welke sprongen horen bij de som?

65 + 8 =

26 + 6 =

57 + 6 =

48 + 6 = +3 +3

+2 +4

+4 +2

+3+5

4 Reken uit.Kruis de sommen aan die niet over het tiental gaan.Sommen binnen het tiental: zonder getallenlijn.Sommen over het tiental: op de getallenlijn.

44 + 7 =

32 + 2 =

58 + 6 =

25 + 4 =

11 + 6 =

77 + 4 =

36 + 2 =

89 + 3 =

95 + 4 =

26 + 3 =

58 + 8 =

66 + 4 =

79 + 1 =

42 + 5 =

85 + 6 =

33 + 9 =

doel 2

221BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2

ga verder

1 Kleur de sommen binnen het tiental geel.Kleur de sommen over het tiental blauw.

26 − 3

52 − 7

81 − 8 62 − 4 63 − 2 26 − 9

49 − 7 32 − 7 43 − 5 58 − 4

2 Reken uit op de getallenlijn, in 2 stappen.

53 − 8 = 24 − 7 = 68 − 9 =

46 − 8 = 32 − 5 = 71 − 6 =

82 − 4 = 25 − 8 = 44 − 8 =

62 − 7 = 21 − 9 = 36 − 8 =

hulp

M Je oefent met eenheden aftrekken tot en met 100:– binnen het tiental: in 1 stap.– over het tiental: in 2 stappen, via het tiental.

38 − 5 = 331 stap

8 − 5 = 3

656057

−5−3

65 − 8 = 572 stappen

BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2

1 2

klaar!

3 Welke sprongen horen bij de som?

32 − 8 =

64 − 8 =

44 − 6 =

73 − 7 =

−4 −4

−4

−4

−2

−2−6

−3

4 Reken uit.Kruis de sommen aan die niet over het tiental gaan.Sommen binnen het tiental: zonder getallenlijn.Sommen over het tiental: op de getallenlijn.

65 − 3 =

43 − 8 =

28 − 4 =

96 − 3 =

72 − 5 =

57 − 3 =

84 − 2 =

35 − 6 =

32 − 6 =

47 − 9 =

67 − 4 =

96 − 6 =

55 − 4 =

28 − 6 =

72 − 4 =

82 − 8 =

doel 3

221BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2

ga verder

1 Reken uit.50 − 5 =

10 − 1 =

90 − 9 =

20 − 2 =

60 − 6 =

30 − 3 =

70 − 7 =

40 − 4 =

80 − 8 =

60 − 6 =

90 − 9 =

70 − 7 =

2 Reken uit.20 − 2 =

15 − 3 =

40 − 4 =

25 − 5 =

12 + 6 =

35 + 7 =

16 + 8 =

45 + 9 =

30 − 6 =

35 − 7 =

80 − 8 =

45 − 9 =

4 + 2 =

15 + 3 =

20 + 4 =

15 + 5 =

3 Reken uit. 2 + 2 =

4 + 2 =

10 + 2 =

10 − 2 =

20 − 2 =

3 + 3 =

6 + 3 =

15 + 3 =

15 − 3 =

30 − 3 =

4 + 4 =

8 + 4 =

20 + 4 =

20 − 4 =

40 − 4 =

5 + 5 =

15 + 5 =

25 + 5 =

25 − 5 =

50 − 5 =

6 + 6 =

12 + 6 =

30 + 6 =

30 − 6 =

60 − 6 =

7 + 7 =

14 + 7 =

35 + 7 =

35 − 7 =

70 − 7 =

8 + 8 =

16 + 8 =

40 + 8 =

40 − 8 =

80 − 8 =

9 + 9 =

18 + 9 =

45 + 9 =

45 − 9 =

90 − 9 =

hulp

0 6 12 18

+6 +6 +66 + 6 + 6 = 183 × 6 = 18

EXTRAM Je oefent optelsommen en aftreksommen tot en met 100 die je straks nodig

hebt bij het uitrekenen van de keersommen.M Je oefent een keerverhaal te tekenen met sprongen op de lijn.M Je oefent bij een keersom een verhaal bedenken (herhaling).M Je oefent bij een keerverhaal een keersom bedenken en die leggen met

blokken en tekenen (herhaling).

BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2

1 2

klaar!

4 Welke 2 sommen horen erbij?

0

+7 +7 +7

7 + 7 + 7

3 + 3 + 3 + 3 + 3 + 3 + 3

3 × 7

7 × 3

0

+3 +3 +3 +3 +3

3 + 3 + 3 + 3 + 3

5 + 5 + 5

3 × 5

5 × 3

5 Schrijf de keersom op.

0

+5 +5 +5 +5

keersom:

0

+6 +6 +6

keersom:

6 Teken de sprongen op de lijn en vul in.

3 × 7 = 3 × 9 =

7 Schrijf de lange plussom op.Reken uit.

keersom: 2 × 9 =

lange plussom:

keersom: 3 × 8 =

lange plussom:

keersom: 6 × 5 =

lange plussom:

keersom: 5 × 3 =

lange plussom:

keersom: 4 × 4 =

lange plussom:

keersom: 3 × 7 =

lange plussom:

doel 4

221BLOK 6EXTRA

ga verder

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2

1 1 × meer, 1 × minder.

7 140

+7 +7

2 × 7 = 3 × 7 =

6 9 12 150

+3 +3 +3 +3

5 × 3 = 6 × 3 =

808 16 24 32 40 48 56 640

+8 +8 +8 +8 +8 +8 +8 +8 +8+8

10 × 8 = 9 × 8 =

4 8 12 200

+4 +4 +4 +4 +4

5 × 4 = 4 × 4 =

2 1 × minder, 1 × meer

4 × 3 = 12

4 × 5 =

4 × 7 =

4 × 9 =

4 × 10 =

1× minder 5 × 3 = 15 1× meer

1× minder 5 × 5 = 25 1× meer

1× minder 5 × 7 = 35 1× meer

1× minder 5 × 9 = 45 1× meer

1× minder 5 × 10 = 50 1× meer

6 × 3 = 18

6 × 5 =

6 × 7 =

6 × 9 =

6 × 10 =

15 − 3

25 −

35 −

45 −

50 −

15 + 3

25 +

35 +

45 +

50 +

hulp

2 × 7 = 14 1× meer 3 × 7 5 × 7 = 35 1× meer 6 × 7

10 × 7 = 70 1× minder 9 × 7 5 × 7 = 35 1× minder 4 × 7

14 + 7

70 − 7

35 + 7

35 − 7

M Je oefent de strategieën: 1 × meer en 1 × minder bij de tafels.

BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2

1 2

klaar!

3 1 × meer, hoeveel meer?

2 × 2 = 4 1× meer 3 × 2 =

2 × 4 = 8 1× meer 3 × 4 =

2 × 9 = 18 1× meer 3 × 9 =

5 × 4 = 20 1× meer 6 × 4 =

5 × 6 = 30 1× meer 6 × 6 =

5 × 8 = 40 1× meer 6 × 8 =

4 1 × minder, hoeveel minder?

5 × 2 = 10 1× minder 4 × 2 =

5 × 7 = 35 1× minder 4 × 7 =

5 × 10 = 50 1× minder 4 × 10 =

10 × 4 = 40 1× minder 9 × 4 =

10 × 5 = 50 1× minder 9 × 5 =

10 × 10 = 100 1× minder 9 × 10 =

+

+

+

+

+

+

–

–

–

–

–

–

doel 5

221BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/2

ga verder

1 Hoe lang?

cm10 20 30 40 50 60 70 80 90

cm10 20 30 40 50 60 70 80 90

cm10 20 30 40 50 60 70 80 90

cm10 20 30 40 50 60 70 80 90

hulp

M Je oefent meten met een liniaal.M Je oefent meten met een meetlint van 1 meter.

8

Meet het eerste stukje van de lijn.5 centimeter (5 cm)

6

Meet het tweede stukje van de lijn.3 centimeter (3 cm)

5 cm + 3 cm = 8 cm

10 20 30 40 50 60 70 80 900 100

100 cm is 1 meter.

De lijn stopt bij 95.De lijn is 95 cm.De lijn begint bij 0.

BLOK 6EXTRA

De wereld in getallen • groep 4 • blok 6 • extra oefenen • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/2

1 2

klaar!

2 Hoe lang?Meet met je liniaal.

3 Zet een streep op de liniaal.Schrijf de letter erbij.

A is bij 18 cm B is bij 28 cm

C is bij 41 cm D is bij 59 cm

E is bij 62 cm F is bij 76 cm

G is bij 85 cm H is bij 93 cm

10 20 30 40 50 60 70 80 90

4 Hoe lang?Meet met je liniaal.

cm

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

cm

cm

cmcm

cmcm

cmcm

cm =cm + cm

cm =cm + cm

cm =cm + cm

cm

cm

cm

cmcm

cm