Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw BUtgb · Primer SX Black voor hout en...
Transcript of Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw BUtgb · Primer SX Black voor hout en...
ATG 05/2021 1/31
BUtgb “Gebouwen” : DGV - SECO - WTCB en de Gewesten met medewerking van de gespecialiseerde instellingen INISMa en UG.Uitvoerend Bureau “Gevels” : de HH. Cornu (WTCB), Dupont (WTCB), Godderis (SECO), Desmet (SECO), Vertommen (SECO), Huwel (UG), Mevr. Verstraeten (SECO) Mevr. Lange (INV).
Gevelbekledingen TRESPA Meteon en TRESPA Meteon FR
4.0Gevels FaçadesFassaden Façades
TRESPA INTERNATIONAL BV Wetering 20 - Postbus 110 NL-6000 AC WEERT Tel. 0031/495/458358 Fax 0031/495/458570 www.trespa.com
Invoerder : TRESPA BELGIUM BVBA H. Van Veldekesingel 150, bus 19 B-3500 HASSELT Tel. 080015501 Fax 080015503 [email protected]
1. Technische goedkeuring met certificatie
De technische goedkeuring is een publicatie van de BUtgb, die de beschrijving bevat van een bouwpro-duct dat een gunstig advies verkregen heeft voor het beoogde gebruik. Dit advies wordt gegeven op basis van proeven op prototypes met betrekking tot de conformiteit van het produkt met de in normen en typebestekken opgelegde prestaties.
De technische goedkeuring met certificatie is een technische goedkeuring die gepaard gaat met een BUtgb-cerfificatie van de zelfcontrole van de fa-brikant i.v.m. de conformiteit van zijn producten met de technische goedkeuring. Deze BUtgb-cerfificatie verleent de fabrikant het recht om het ATG-merk, eventueel tezamen met een aanduiding van de gecertificeerde prestaties, aan te brengen op de producten die conform zijn met de technische goedkeuring.
05/2021
D R A A G W I J D T E
Technische GoedkeurinG meT cerTificaTie
BUtgb
Valable du 10.08.2005tot 09.08.2008
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouwFederale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie
Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Toegepaste Marktregulering Kwaliteit van de Bouw, Dienst Goedkeuring en Voorschriften,WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel
Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44 Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)
http://www.butgb.be
2. Technische goedkeuring van gevelbekle-ding met certificatie van de panelen
De goedkeuring heeft betrekking op de panelen van de gevelbekleding, hun plaatsingswijze en het achterliggende frame.
De goedkeuring spreekt zich echter in geen geval uit over de kwaliteit van de uitvoering van de plaatsing, noch over de eventueel tussen geplaatste isolatie, noch over de kwaliteit van de achterliggende con-structieve muur, noch over de bevestiging van het dragende frame in deze muur.
De goedkeuring beperkt zicht tot realisaties waar-van de maximale hoogte 50 m bedraagt, voor grotere hoogtes dient geval per geval, een studie gemaakt te worden.
Voor een goed begrip van de tekst worden in wat volgt gebeurlijk inlichtingen verstrekt omtrent technieken en materialen die geen deel uitmaken van de goedkeuring. Hiervoor dienen aangepaste eisen vastgelegd te worden.
2/31 ATG 05/2021
B E S C H R I J V I N G
1. Trespa Meteon of Trespa Meteon/FR paneel
2. Isolatie3. Bevestiging4. Paneelaansluiting5. Achterconstructie6. Verankering7. Achterliggende bouwcon-
structie8. Geventileerde spouw
Fig. 1 : principe opbouw gevelbekleding TRESPA METEON (/FR)
1
2
Fig. 2 : opbouw van een Trespa paneel
1. Voorwerp
TRESPA Meteon (reactie bij brand klasse A2 volgens NBN S21-203) en TRESPA Meteon/FR (reaktie bij brand klasse A1 volgens NBN S21-203) zijn rechthoekige vlakke homogene en massieve platen op basis van thermohardende kunststof, homogeen versterkt met cellulosevezels, vervaardigd onder hoge druk en temperatuur. De platen zijn één of tweezijdig voorzien van een geïntegreerde deco-ratieve gepigmenteerde kunstharslaag. De platen zijn standaard leverbaar in meerdere kleuren en texturen.
Een speciale uitvoering van Trespa Meteon is een plaat met een gewelfd oppervlak waarvan de dikte varieert tussen 10 en 16 mm.
De platen zijn geschikt voor toepassing als zelfdra-gende gevelbekleding.
Men maakt onderscheid tussen volgende bevesti-gingsmethoden :
– zichtbare bevestiging met schroeven op een houten achtergrondconstructie
– montage door middel van klinknagels, zichtbaar bevestigd tegen een aluminium frame
– blinde bevestiging met aluminium ophangbeugels op aluminium frame dat op aluminium of houten achterconstructie bevestigd is
– modulair systeem op aluminium rails– blinde bevestiging dmv. verlijmen op hout en/of
aluminium– gevelstroken op houten kepers.
De voegen tussen de panelen kunnen open blijven of gesloten voorzien worden.
De panelen kunnen zowel op regels als op stijlen worden bevestigd.
De plaatsing gebeurt steeds, met of zonder tus-senplaatsing van thermische isolatie, tegen een bestaande dragende muur uit metselwerk of beton. In ieder geval dient er steeds een geventileerde doorgaande luchtspouw van minimaal 20 mm achter de gevelplaten aanwezig te zijn.
Aan de boven- en onderzijde dienen ventilatieope-ningen aanwezig te zijn (zie 5.3).
2. Materialen
2.1 TRESPA PLATEN
De kern van de panelen (2 van fig 2) bestaat uit met thermohardend hars, op basis van fenol en for-maldehyde, geïmpregneerde cellulosevezels die tot matten worden verperst. Een of beide paneelopper-vlakken worden voorzien van een gepigmenteerde polymeerlaag (1 van fig. 2). Het geheel wordt onder hoge druk en temperatuur tot homogene massieve platen verperst.
Aan de TRESPA Meteon/FR panelen zijn brand-vertragende additieven toegevoegd.
De gebruikte pigmenten zijn anorganisch.
ATG 05/2021 3/31
2.2 Bevestigingsmaterialen
– Roestvrij staal legering klasse A2 of A4 volgens de omgevingsbelasting van de de gevel :
- A2 : normale omgevingsbelasting - A4 kustgebieden, industrieterreinen of veront-
reinigde omgevingen.– Bevestigingsmiddelen : zie 3.3.– Polyamide voor het afdekken van de koppen van
de bevestigingsschroeven– Verzinkt staal voor de haken waarmee de kepers
op de draagmuur worden bevestigd– Verzinkte stalen schroeven en bijhorende pluggen
in polyamide– MS polymeer lijm met bijhorende primers (Simson
Primer SX Black voor hout en Simson Primer Paneltack voor aluminium) tape en reinigings-middel liquid 1 (alifatische koolwaterstof)
– Andere materialen die courant worden gebruikt bij de montage van voorzetplaten, zoals geplooide aluminium plaat of PVC profielen.
2.3 Houten draagstructuur
Afmetingen : minimum 70 x 30 mm.
Sterkteklasse : C24 volgens NBN EN 338.
Verduurzaming : A3 volgens STS 04.31.1. Het ver-duurzamingsmiddel moet verenigbaar zijn met de Trespa-platen.
2.4 Aluminium draagstructuur
LegeringMetal-lurgische toestand
Treksterkte (MPa)Rp0,2
Elastici-teitsmodu-lus (MPa)
NBN EN 573-3
NBN-EN 515Karakteris-tieke waarde / Rekenwaarde
Omschrijving
EN AW-6060 T5 - T66 120-160 / 145 70000
EN AW-6063 T5 - T66 160-200 / 181 70000
3. Elementen
Het systeem Trespa Meteon is een compleet gevel-bekledingssysteem bestaande uit :
– de Trespa Meteon plaat– de draagstructuur– de thermische isolatie (indien van toepassing)– de verschillende bekledingsprofielen en toebeho-
ren.
3.1 Gevelpanelen
3.1.1 Afmetingen
Volgende afmetingen zijn standaard verkrijg-baar :
Tabel 1
Lengte(mm)
Breed-te(mm)
Dikte(mm)
Afmeting
Toleran-ties
305025503650+5,0-0
153018601860+5,0-0
6,06,06,0+0,40-0,40
8,08,08,0+0,50-0,50
10,010,010,0+0,50-0,50
13,013,013,0+0,60-0,60
Plaat met gewelfd oppervlakToleran-ties
3650
+5,0-0
1860
+5,0 -0
10 tot 16 mm10 mm +/- 0,5 mm
16 mm +/- 0,6 mm
Afwijkende formaten en diktes zijn op aanvraag leverbaar.
Rechtlijnigheid : ≤ 1 mm/m.Vlakheid : ≤ 2 mm/m.Haaksheid : ≤ 1,5 mm.
3.1.2 gewicht
Soortelijke massa : 1,4 kg /mm/m²
Tabel 3
Dikte (mm) Gewicht (kg/m²)6,08,010,013,0platen met gewelfd oppervlak 10 – 16 mm
8,411,214,018,218,2
3.2 Draagstructuur
3.2.1 houten drAAgstructuur
De kepers van de draagstructuur moeten ten minste de volgende afmetingen hebben :
– breedte : ≥ 70 mm– dikte : ≥ 30 mm.
3.2.2 metAlen drAAgstructuur
De draagstructuur bestaat uit geëxtrudeerde alu-miniumprofielen van minimum 15/10. De profielen zijn meestal T- of L-vormig.
De doorsnede en de inertie van de profielen zijn zo bepaald dat de doorbuiging bij uiterste gebruiks-toestand kleiner is dan 1/200 tussen de bevestiging van het profiel aan de draagstructuur zowel bij druk als bij onderdruk.
Voor de plaatsing dienen er plannen en een bereke-ningsnota te worden uitgewerkt waarbij rekening gehouden wordt met de volgende elementen :
�/31 ATG 05/2021
Fig. 3B
Fig. 4A
Fig. 4B
– dimensionering van het verankeringsmateriaal (steunhaken, hoekprofielen, e.a.) en het bevesti-gingsmateriaal (bouten, schroeven of klinkna-gels)
– controle van de electrochemische verenigbaar-heid
– corrosiebescherming– schikkingen om de belasting ten gevolge van
uitzetting te voorkomen en bepaling van de ver-delingsregels zowel horizontaal als verticaal.
3.3 Bevestigingsmiddelen voor de Trespa Meteon panelen
3.3.1 ZichtbAre bevestiging
3.3.1.1 Zelfcentrerende RVS schroef in alle Trespa Meton kleuren voor een paneeldikte van 6 t/m 13 mm (fig. 3A)
– materiaal : RVS A2-1702 of RVS A4 (EN 10204)– diameter : 4.8 mm– lengte : > 36 mm– kopdiameter : 12 mm– kophoogte : 2.5 mm– gatdiameter : 8 mm
Fig. 3A
3.3.1.2 Aluminium of RVS blindklinknagel in alle Trespa Meteon kleuren voor een paneeldikte van 6 t/m 13 mm (fig. 3B)
– materiaal : Al Mg 5 of RVS A2-1702 of RVS A4 (EN 10204)
– diameter : 5 mm– lengte : paneeldikte + metaaldikte + minimaal
5 mm– gatdiameter : 10 mm– kopdiameter : 16 mm
3.3.2 blinde bevestiging
3.3.2.1 Draadsnijdende schroef voor een paneeldikte van 10 en 13 mm (fig. 4A)
– type : EJOT PT S 60– materiaal : RVS A4– diameter : 6.0 mm
– lengte : paneeldikte 10 : 11.5 mm paneeldikte 13 : 14.5 mm (inclusief 5 mm voor haakdikte)– gatdiameter : 4.9 ± 0.1 mm– gatdiepte : paneeldikte 10 : 7 mm paneeldikte 13 : 10 mm
3.3.2.2 Zelfdraadvormende schroef voor een paneeldikte van 10 en 13 mm (fig. 4B)
– type : Taptite zelfdraadvormende schroef M6– materiaal : RVS– lengte : paneeldikte 10 : 11.5 mm paneeldikte 13 : 14.5 mm (inclusief 5 mm voor haakdikte)– gatdiameter : 5.3 ± 0.1 mm– gatdiepte : paneeldikte 10 : 7 mm paneeldikte 13 : 10 mm
3.4.3 bevestiging door verlijming
– Simson Paneltack : vochtuithardende lijm op basis van MSpolymer. Volledige uitharding binnen 14 dagen bij 20 °C en 50 % R.V.
– Simson Foamtape : tweezijdig kleefband met een dikte van 3 mm en breedte van 12 mm. Zorgt voor voldoende dikte en massa van de lijmril en voor fixatie tijdens uitharding van de lijm.
– Primers ter plaatse van hechtvlakken : - achterzijde paneel : Simson Primer Paneltack - houten ondergrond : Simson Primer SX Black
(zwart) - aluminium ondergrond: Simson Primer Pa-
neltack.
3.4 Afdichtings-en afwerkingsprofielen
Onderstaande figuur 5 geeft de gebruikte profielen weer.
Men maakt onderscheid tussen hoekprofielen, voegprofielen, randafwerkingsprofielen en venti-latieprofielen.
ATG 05/2021 5/31
1. Inwendighoekprofielinaluminium of kunststof.
2. Uitwendighoekprofielinalumium of kunststof.
3. Gebogen uitwendig hoek-profielinmetaal.
4. Metalenvoegprofiel(nietdirect op houten achtercon-structie monteren, maar altijd hiertussen een voegand aanbrengen).
5. Kunststof of aluminium H-profielvoorhorizontalevoegen (let op mogelijke vorming van vuilstrepen).
6. Kunststofvoegprofielvoorhorizontalevoegen.
7. Ventilatieprofielinaluminiumof kunststof.
Fig. 5 : Voegafdichtingsprofielen3.5 Isolatie
Stijve of halfstijve isolatieplaten zoals minerale wol, schuimglas, geëxtrudeerde PS of PUR (bij samendrukking 10 % : 75 KPa), ATG klasse A1, te kiezen volgens het ontwerp van de dichting van de bekleding.
4. Fabricage
De fabricage behelst volgende stappen :
– aanmaken van de thermohardende harsen, met toevoeging van brandvertragende additieven voor de Meteon FR platen”
– fijn verdeelde houtvezels worden geïmpregneerd met de thermohardende harsen en geperst tot vezelmatten
– vervaardiging van de afwerkingslaag : een drager, die eveneens met de thermohardende harsen geïmpregneerd werd, wordt gecoat met een ge-pigmenteerde harslaag waarin een UV absorber gemengd is
– de uitgeharde oppervlaktelagen en de voorge-perste vezelmatten worden samengebracht en geperst bij hoge druk en temperatuur volgens een computergestuurde curve
– op maat zagen en frezen.
De platen worden geproduceerd door TRESPA IN-TERNATIONAL BV, in haar vestiging te Weert, Nederland. Verkoop en advies gebeurt door TRESPA BELGIUM BVBA te Hasselt, België.
5. Plaatsing
5.1 Transport en opslag
Transport :
Bij het transport van de Trespa Meteon-panelen dient men gebruik te maken van stabiele, vlakke pallets die ten minste de afmetingen van de plaat hebben.
Om mogelijke beschadiging van de afwerklaag door schurende deeltjes te vermijden, moet worden voor-komen dat de platen over of langs elkaar schuiven. Bij het laden en lossen dienen de platen steeds één voor één te worden opgetild.
Opslag :
Gedurende de opslag dient voorkomen te worden dat de panelen gaan vervormen. Tijdens de opslag dienen de panelen tegen vocht, hitte, vervuiling en beschadigingen te worden beschermd. Bij voorkeur dienen de panelen in een gesloten ruimte met een normaal heersende omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid te worden opgeslagen. Metalen banden, ten behoeve van de transportverpak-king, dienen na plaatsing in opslag losgeknipt te worden.
1) Horizontale opslag :
Bij horizontale opslag dienen de panelen over het volle formaat, vlak ondersteund te worden. De on-dergrond waarmee de panelen in contact komen, moet vrij zijn van materialen die tot beschadiging kunnen leiden.
Bij voorkeur dienen de panelen op een pallet ge-stapeld te worden en dient tussen het pallet en de onderste plaat, alsmede op het bovenste paneel van elke stapel, een beschermende laag of plaat aangebracht te worden.
2) Verticale opslag :
Om vervormingen tegen te gaan, dienen de pa-nelen bij een verticale opslag zuiver haaks op de zijkanten te staan en dienen de panelen over de volle hoogte zodanig te worden ondersteund dat aan beide zijden van het paneel dezelfde klimaat-condities heersen.
5.2 Bewerking van de Trespa Meteon platen
TRESPA-platen zijn met hardmetalen of diamant
�/31 ATG 05/2021
houtbewerkingsgereedschappen te zagen en te frezen. Ze zijn met hardmetaalboren te boren. De bewerkte delen dienen na het frezen, facetteren, schuren, polijsten niet beschermd te worden.
– Laat de zichtzijde in de toepassing bij de bewer-king als zagen, frezen, boren e.d. aan de bovenzijde. Bij het gebruik van een decoupeerzaag dient, in verband met de opwaartse zaagrichting, de decorzijde naar het speciale tafelblad toe te zijn gericht.
– Maak gebruik van tussenlegpapier of onderleg-platen en zorg dat dit geen zaagsplinters bevat bij hergebruik.
– Binnenhoeken, bijvoorbeeld uitsparingen, mogen in geen geval scherp worden afgewerkt. Men dient deze hoeken voor te boren met een boor van minimaal 6 mm.
5.3 Montage
De TRESPA-panelen kunnen op de volgende ma-nieren bevestigd worden :
– zichtbare bevestiging met schroeven op een houten drager
– montage met klinknagels, zichtbaar bevestigd aan een aluminium frame
– blinde bevestiging met aluminium ophangbeugels op aluminium frame dat op een aluminium of een houten achterconstructie bevestigd is
– modulair systeem op aluminium rails dat op een aluminium of een houten achterconstructie bevestigd is
– blinde bevestiging dmv. verlijmen op houten kepers of aluminium achterconstructie.
– gevelstroken op houten kepers
5.4 Voegaansluiting tussen de panelen
Bij de aansluitdetails dient rekening gehouden te worden met een horizontale en verticale werking van de plaat door voldoende ruimte (minimaal 10 mm) tussen de onderlinge platen en andere bouwdelen te creëren. De voegbreedte dient uit berekening te volgen. De voegen kunnen open gelaten worden of van afdichtingprofielen in aluminium, PVC of EPDM-rubber voorzien worden.
Zie ook fig. 6 - voor de tekeningen van diverse voeg-afdichtingprofielen.
Keuze van de plaat en van de bevestiging.
Het gedrag van de Trespa Meteon platen op de draagstructuur onder invloed van de windbelasting wordt bepaald op basis van de volgende elementen: Toelaatbare belasting in functie van : - de plaats van de bevestiging in het paneel - de afstand van de bevestiging - de dikte van de platen.
Open voeg
Horizontalevoegen:Liplas verbin-ding
Afdichtings-profiel
Verticale voegen :
Omegaprofiel
Voegband in EPDM rubber
Veer- en groef
Open voeg
Fig. 6 : Voegen
– De doorbuiging (f) van de platen door de wind-belasting in uiterste gebruikstoestand is beperkt tot 1/100 van de overspanning tussen de bevesti-gingspunten en wordt als volgt berekend :
f = K. p.L4 in mm E.I
K = 5/384 of 0,013 voor N = 2 steunpunten = 1/185 of 0,0054 voor N = 3 steunpunten p : lineaire belasting in N/mm afgeleid uit : P : over- of onderdruk (Pa) zie § gebruikstoestand
bepaling van de windbelasting E : Elasticiteitsmodulus (Pa) L : Afstand tussen de bevestigingen (mm) I : Inertiemoment : b.e3/12 (mm4) b : breedte van de platen tussen de bevestiging
(mm) e : dikte van de platen (mm).
Voor de windweerstand dienen voorzieningen met betrekking tot de bevestiging te worden getrof-fen.
ATG 05/2021 �/31
Fig. 7 : Principe
Hun omvang is afhankelijk van :
– de blootstelling, de vorm en de afmetingen van het gebouw
– de plaatsingswijze van de panelen– de plaats op de gevel (randen, hoeken, ...)– de aard van het draagelement. De omvang van deze voorzieningen kan worden bepaald op basis van de resultaten van de wind-weerstandsproeven en/of de specificaties van de NBN B 03-002 of het ENV 1991-2-4.
Gebruiksgrenstoestand
In functie van de specificaties hieronder kan een berekening uitgevoerd worden :– maximale doorbuiging van het bevestigingspro-
fiel: 1/200 – maximale doorbuiging van plaat: 1/100 – de bepaling (meestal door windproeven) van de
eigen frequentie van het paneel (NBN B 03-002-2 ≥ 5 Hz).
In de volgende omstandigheden :
– qref (N/m²) : referentiewinddruk voor een periode van 50 jaar (zie NBN ENV 1991-2-4)
– Ce (z): blootstellingsfactor– cp : drukcoëfficiënt – y1 : begeleidingscoefficient voor frequente belas-
tingen – Cprob² : Terugkeer periode coëfficiënt.
Bezwijkgrenstoestand :
– gQ : veiligheidscoëfficiënt op de wind– kFI : Consequentie klasse factor– cp: drukcoëfficiënt– maximaal toelaatbaar draagvermogen.
Parameters Bevestigingsprofielen, verankering en beugels
Panelen
Wind terug periode coëfficiënt 50 jaar - Cprob² =1 10 jaar - Cprob² = 0,81
Veiligheidscoëfficiënt op de wind gq 1,5 1,5
Consequentie klassefactor : kFI 0,78 0,61
Begeleidingscoëfficiënt voor frequente belastingen y1 0,90 0,70
Winddruk Gebruiksgrenstoestand (frequente combinatie) W = Ce(Z)qref 50 jaren Cprob².y1Cp Bezwijkgrenstoestand (frequente combinatie) W = Ce(Z)q ref 50 jaren Cprob²gq kFI Cp
W = 0,90Ce(Z)q ref 50 jarenCp
W = 1,17Ce(Z)q ref 50 jarenCp
W = 0,55Ce(Z)q ref 50 jarenCp
W = 0,72Ce(Z)q ref 50 jaren Cp
5.2.1 ZichtbAre bevestiging met schroeven op een houten Achtergrondconstructie
5.2.1.1 Algemeen
Deze methode is geschikt voor alle types Trespa Meteon.
De bevestiging gebeurt op een draagconstructie bestaande uit doorgaande verticale houten stijlen achter of tussen dewelke horizontale houten regels worden geplaatst (principe : fig. 7).
Winddruk voor bevestigingsprofielen, panelen verankeringen en beugels.
Bij het bepalen van de houtafmetingen dient re-kening te worden gehouden met de dikte van de eventuele isolatie plus de noodzakelijke ventilatie-kolom van ten minste 20 mm.
De bevestigingsschroeven worden, van buitenaf, gecentreerd in voorgeboorde gaten aangebracht.
Algemene horizontale doorsnede : fig. 8Algemene verticale doorsnede : fig. 9a, 9b
�/31 ATG 05/2021
Geveldetails Raamdetail
1. Trespa Meteon-paneel2. Schroef (in kleur van het paneel)
3. Houten stijl4. Kunststof voegband5. Spouw6. Isolatie
Fig. 8 : Horizontale doorsnede
ATG 05/2021 �/31
Raamdetails
Geveldetails
1. Trespa Meteon-paneel2. Schroef (in kleur van het paneel) 3. Houten stijl4. Houten regel 5. Spouw6. Isolatie
Fig. 9b : Verticale doorsnede
Fig. 9a : Verticale doorsnedePlafonddetails
1. Trespa Meteon-paneel2. Schroef (in kleur van het paneel) 3. Houten regel 4. Kunststof voegband 5. Spouw6. Isolatie
10/31 ATG 05/2021
y y
x
a
a
ab
b ba a a
a : h.o.h. afhankelijk van de windbelastingb : randafstand minimaal 2 cm tot maximaal 10 x plaatdikte
Fig. 10 : hart-op-hart afstand bevestigingspunten
Fig. 11 : Principe
De platen moeten spanningsvrij (hand vast) worden bevestigd.
De maximale toelaatbare trekkracht op één schroef-verbinding is afhankelijk van de bevestigingspositie in de plaat (tabel 4).
Tabel 4
Rekenwaarde voor de trekkracht per schroef (gm = 4 zit reeds in de waarde vervat)Plaatdikte Bevestigingspositie in de plaat
Midden Rand Hoek6 mm 480 N 300 N 240 N8 mm 580 N 530 N 430 N10 mm 580 N 530 N 430 N13 mm 580 N 530 N 430 N
De hart-op-hart afstand van de bevestigingspunten is afhankelijk van de windbelasting (fig. 10).
Maximale vervormingen van het paneel tussen de bevestigingspunten in : 1/100 van de overspan-ning.
Ontwerpwaarden voor de maximale winddruk (in Pascal) berekend op basis van voorgaande gegevens zijn te vinden in tabel 5 (afstand tussen de kepers van 40 cm) en in tabel 6 (afstand tussen de kepers van 60 cm).
Tabel 5: afstand tussen de kepers 40 cm
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
6 2500 2500 2182 1818 1558 1363 1090 9098 2500 2500 2500 2500 2500 2443 1954 162910 2500 2500 2500 2500 2500 2443 1954 162913 2500 2500 2500 2500 2500 2443 1954 1629
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
6 2424 1818 1454 1212 1039 909 727 6068 2500 2500 2500 2172 1862 1629 1303 108610 2500 2500 2500 2172 1862 1629 1303 108613 2500 2500 2500 2172 1862 1629 1303 1086
Tabel 6 : afstand tussen de kepers 60 cm.
5.2.1.2 Bevestigingsdetails
– Schroeven : zie paragraaf 3.3.1– Kepers : zie paragraaf 3.2.1.
5.2.2 ZichtbAre bevestiging met blindklinknAgels op een Aluminium Achterconstructie
5.2.2.1 Algemeen (fig. 11)
Deze methode is geschikt voor alle types Trespa Meteon.
De platen worden met kinknagels bevestigd tegen verticale dragers, die door middel van speciale wand-steunen - met horizontale en/of verticale stelmoge-lijkheden - tegen de ruwbouw zijn gemonteerd.
Algemene horizontale doorsnede : fig. 12.Algemene verticale doorsnede : fig. 13a, 13b.
ATG 05/2021 11/31
Raamdetail
Geveldetails
1. Trespa Meteon-paneel 2.Aluminiumvoegprofiel3. Aluminium blindklinknagel (met gekleurde kap) 4.AluminiumL-profiel5.AluminiumT-profiel6. Spouw7. Isolatie 8. Aluminium blindklinknagel9. Ankerbout
Fig. 12 : horizontale doorsnede
12/31 ATG 05/2021
RaamdetailsGeveldetails
1. Trespa Meteon-paneel 2. Aluminium blindklinknagel (met gekleurde kap) 3.AluminiumL-profiel4. Fixatiepunt5. Dilatatiepunt6. Spouw7. Isolatie8. Daktrim 9. Lekdorpel10.Ventilatieprofiel11. Ankerbout
Fig. 13a : Verticale doorsnede
ATG 05/2021 13/31
Plafonddetails
1. Trespa Meteon-paneel 2. Aluminium blindklinknagel (met gekleurde kap)3.AluminiumL-profiel4.AluminiumT-profiel5. Fixatiepunt6. Dilatatiepunt 7. Spouw8. Isolatie9. Aluminium blindklinknagel10. Ankerbout
Fig. 13b : verticale doorsnede
1�/31 ATG 05/2021
Fig. 14 : klinknagelbevestiging : vaste en beweegbare punten
Fig. 15 : Principe
De gevelplaten worden bevestigd met aluminium blindklinknagels.
De platen moeten vrij en gelijkmatig kunnen wer-ken, bevestigingsgaten in de platen dienen met een boor van ϕ 10 mm te worden voorgeboord.
Bij het aanbrengen dient een afstandhouder te worden gebruikt.
De maximaal toelaatbare trekkracht op 1 klink-nagelverbinding is afhankelijk van de bevesti-gingspositie in de plaat, zoals weergegeven in onderstaande tabel :
Tabel 7
Rekenwaarde in N voor de trekkracht per klinknagel (gM = 2 zit erin vervat) beweegbare klinknagelverbind-ing wandsteun/plaatPlaatdikte Bevestigingspositie in de plaat
Midden Rand Hoek6 mm 300 300 2408 mm 500 500 43010 mm 500 500 50013 mm 500 500 500
Maximale vervorming van het paneel tussen de be-vestigingspunten in : 1/100 van de overspanning.
Ontwerpwaarden voor de maximale winddruk (in Pascal), berekend volgens § 5.2 op basis van voor-gaande gegevens, zijn te vinden in tabel 8 (afstand tussen de kepers 40 cm) en tabel 9 (afstand tussen de kepers 60 cm).
Tabel 8 : afstand tussen de kepers 40 cm
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
6 2500 2500 2182 1818 1558 1363 1090 9098 2500 2500 2500 2500 2500 2443 1954 162910 2500 2500 2500 2500 2500 2840 2272 189413 2500 2500 2500 2500 2500 2840 2272 1894
Tabel 9 : afstand tussen de kepers 60 cm
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
6 2424 1819 1454 1212 1039 909 727 6068 2500 2500 2500 2172 1861 1829 1303 108610 2500 2500 2500 2525 2165 1894 1263 126313 2500 2500 2500 2525 2165 1894 1263 1263
In functie van de afmetingen van de plaat kan de inplanting van de vaste en de beweegbare punten (zie fig. 14) verschillend zijn. Men dient hiervoor de fabrikant te raadplegen.
5.2.3 blinde bevestiging met Aluminium ophAngbeugels d.m.v. drAAdsnijdende schroeven of spAnningsloZe pluggen
5.2.3.1 Algemeen
Geschikt voor platen van 10 en 13 mm dik en voor platen met gewelfd oppervlak waarvan de dikte va-rieert tussen 10 en 16 mm. Tegen de achterzijde van de platen worden speciale haakprofielen blind be-vestigd. De gevelplaten kunnen vervolgens worden ingehangen, hakend achter passende railprofielen, die tegen een verticale houten draagconstructie of aluminium wandsteunen zijn bevestigd.
gelakte kop
AluminiumVast punt
Algemene horizontale doorsnede : fig. 16Algemene verticale doorsnede : fig. 17a, 17b
ATG 05/2021 15/31
1. Trespa Meteon-paneel2. Houten stijl3. Spreidplug4. Haak met stelschroef5. Aluminium rail 6. Aluminium plaathaak7. Trespa veer8.AluminiumL-profiel9. Fixatiepunt10. Spouw11. Isolatie
Fig. 16 : Horizontale doorsnede
Geveldetails Raamdetail
1�/31 ATG 05/2021
Fig. 17a : verticale doorsnede
1. Trespa Meteon-paneel 2. Houten stijl 3. Spreidplug 4. Haak met stelschroef 5. Aluminium rail 6. Aluminium plaathaak7.AluminiumL-profiel8. Fixatiepunt 9. Dilatatiepunt10. Spouw11. Isolatie12. Daktrim13. Lekdorpel14.Ventilatieprofiel15. Houtschroef
Geveldetails
Raamdetail
ATG 05/2021 1�/31
1. Trespa Meteon-paneel 2. Houten stijl 3. Spreidplug4. Aluminium rail5. Aluminium haak 7. Trespa veer8. Fixatiepunt9. Dilatatiepunt10. Spouw11. Houtschroef
Fig. 17b : verticale doorsnede
Plafonddetail
1�/31 ATG 05/2021
FIg. 18 : h.o.h. afstand tussen de railprofielen
stelpuntfixatiepuntsteunpuntplaatlengteplaathoogte
Bij het bepalen van de afmetingen van de rechthoe-kige houten draagdelen (min 60 x 35 mm), dient rekening te worden gehouden met de dikte van de isolatielaag plus de noodzakelijke ventilatiekolom van 20 mm.
De houten delen worden verticaal tegen de bouw-muur bevestigd met corrosiebestendige bevesti-gingsmiddelen.
De aluminium rails worden horizontaal tegen elke stijl van de houten draagconstructie met 2 roestvrij stalen schroeven bevestigd.
De maximale h.o.h. afstand tussen de railprofielen is 900 mm (fig. 18).
Aan de achterzijde van de TRESPA-panelen worden plaathaken bevestigd met behulp van twee roestvrij stalen schroeven. De schroeven worden volledig ingedraaid tot de schroefkop klemt op de plaat-haak, vervolgens worden ze aangedraaid met een maximaal moment van 6 tot 8 Nm (zie fig. 4). Deze waarde wordt gemeten met een momentsleutel
Per paneel worden de plaathaken rechts en linksbo-ven met een stelschroef uitgevoerd. Hiermee wordt de plaat op hoogte gesteld.
Het fixeren van de plaat gebeurd met behulp van één RVS parker aan de bovenzijde van het linker, rechter of middelste plaathaak. In ieder geval dient de bevestiging in staat te zijn om de eventueel op-tredende verticale opwaartse krachten te kunnen opvangen.
De bevestiging van één plaathaak door middel van twee schroeven in de TRESPA plaat heeft een uit-trekwaarde van :
Tabel 10 (Taptite schroef)
Plaatdikte Trekkracht10 mm 600 N13 mm 600 N
Ontwerpwaarden voor de maximale winddruk (in Pascal), berekend op basis van voorgaande gegevens (Taptite schroef), zijn te vinden in tabel 11 (afstand tussen de kepers 40 cm) en tabel 12 (afstand tussen de kepers 60 cm).
Tabel 11 : tussenafstand van de kepers 40 cm
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
10 2500 2500 2500 2500 2500 2500 2500 227213 2500 2500 2500 2500 2500 2500 2500 2272
Tabel 12 : tussenafstand van de kepers 60 cm
Tussenafstand der schroeven (mm)Dikte plaat(mm)
150 200 250 300 350 400 500 600
10 2500 2500 2500 2500 2500 2272 1818 151513 2500 2500 2500 2500 2500 2272 1818 1515
5.2.3.2 Bevestigingsdetails
– Houten kepers : zie 3.2.1.– Plaathaak. Materiaal : aluminium AlMg Si1.
We maken onderscheid tussen 2 types :
- standaard haak (fig. 16 en 17, onderdeel 6) - haak met stelschroef om gevelplaat horizontaal
te plaatsen (met 1 fixeerschroef per plaat) (fig. 16 en 17, onderdeel 4).
– Horizontale rails Materiaal : aluminium Al Mg Si1 Lengte : 6000 mm– Bevestiging van de rails : roestvrij stalen schroe-
ven (RVS 316) ϕ 4 x 36 mm– Bevestiging TRESPA-platen : zoals beschreven
in paragraaf 3.2.2.
5.2.4 modulAir systeem op Aluminium rAils
5.2.4.1 Algemeen
Geschikt voor platen van 8 tot 13 mm dik en voor platen met gewelfd oppervlak dikte 10 tot 16 mm. De platen worden op een secundaire draagconstructie van horizontale aluminium profielen bevestigd via groeven in de smalle zijde van de platen.
Ly ≤ 900 mm
900 ≤ Ly ≤ 2000 mm
Ly ≤ 900 mm2000 ≤ Lx ≤ 2300 mm
ATG 05/2021 1�/31
Fig. 19 : Principe
Dakrand
Horizontalevoeg
Ondervlak
Fig. 20 : Verticale doorsnede
De horizontale profielen worden zelf op een verticale basisconstructie van hout of metaal bevestigd. (zie fig. 19, 20, 21).
20/31 ATG 05/2021
Inspringende hoek
Steun
Ondervlak
Kozijn/gelaktaluminium
verticaal
Kozijn/Trespa
horizontaal
1.Nietdoorlopendvastgezetventilatie2. Aanvullende bevestiging mechanisch of kit3. Boring voor waterafvoer4. Verlijming van het vaste gedecentreerde punt (richting van dilatatiebewe-gingen)
Fig. 21 : Behandeling afzonderlijke punten
ATG 05/2021 21/31
Fig. 22
Fig. 23
De maximale toelaatbare trekkracht bedraagt : 1770 Pa (aluminium profielen).
Deze waarde werd berekend uitgaande van de windproef uitgevoerd bij het WTCB (proefverslag n° DE 651 XC 182).
5.2.4.2 Bevestigingsdetails
– Verticale draagconstructie samengesteld uit hou-ten balken :
Houten kepers met minimale afmetingen (b x h) 45 x 75 mm, houtkwaliteit in overeenstemming met STS 31-32. Het hout dient behandeld te zijn met een hout verduurzamingmiddel op basis van zouten dat gehomologeerd is door de BVHB en goedgekeurd door de BUtgb (STS 04.31.1).
– Verticale draagconstructie samengesteld uit aluminium profielen : (zie fig. 22)
De minimale profielbreedte is 40 mm.
– Aluminium rails De Trespa panelen worden bevestigd op een
profielsysteem. De figuren 20 en 21 geven het principe van de
ophanging van de panelen weer.– Profilering van de panelen Nauwkeurige bewerking van de panelen is van
essentieel belang voor de kwaliteit van de gemon-teerde gevelbekleding.
Onderstaande tekening geeft de profilering van de horizontale paneel randen weer (fig. 23).
5.2.5 blinde bevestiging d.m.v. verlijmen op hout en/of Aluminium (1)
(1) Boven vluchtwegen worden twee schroeven of blindklink-nagels aan de boven- en onderkant kant van iedere plaat aangebracht om in geval van brand of bij hechtingsverlies extra borging te geven.
Paneeldikte 6 mm 8 mm 10 mm2 draagstijlen 450 600 6503 of meer draag-stijlen
550 650 650
Fig. 24 - Principe
5.2.5.1. Algemeen
Toepasbaar voor platen van 6 t/m 10 mm dikte.
Voegen : minimaal 10 mm.
Paneelafmetingen :
– lengte maximaal 2550 mm– oppervlakte maximaal 2,5 m2.
De platen worden verlijmd met een verticale lijmril op een houten of aluminium achterconstructie (1).
De maximale toelaatbare trekkracht bedraagt 2000 Pa. Deze waarde is afgeleid uit windproeven en uit berekening overeenkomstig ENV 1991-2-4.
5.2.5.2 Plaatsingsvoorschriften
Afhankelijk van de plaatdikte en het aantal on-dersteuningen per plaat dienen de volgende hart-op-hart afstanden (in mm) van de draagstijlen in acht genomen te worden :
22/31 ATG 05/2021
HORIZONTALE DOORSNEDE
Geveldetails Raamdetail
VERTICALE DOORSNEDE
Geveldetails
1. Trespa Meteon-paneel2. Schroef in kleur van het paneel3. Houten stijl4. Lijmril5.Dubbelzijdigkleefband6. Spouw7. Daktrim8.Ventilatieprofiel
Fig. 25 : Horizontale en Fig 26 : verticale doorsnede
ATG 05/2021 23/31
Aanbrengomstandigheden :
Het voorbehandelen (aanbrengen van de primer) en lijmen dient plaats te vinden onder droge omstan-digheden, derhalve geen neerslag en/of geen con-densvorming op de draagconstructie en beplating. De luchttemperatuur is tussen de 5 °C en 30 °C. Maximale luchtvochtigheid: 90 %.
Aanbrengen van de grondlaag :
1. Op de houten draagconstructie : Een laag Simson Primer SX Black aanbrengen.
De primer in het blik goed schudden voor gebruik, waarna de primer met een roller aangebracht wordt. De primer dient voldoende dik aange-bracht te worden zodat er een gesloten laag cq. Film ontstaat (rendement : 30 m²/l). De primer minimaal 60 minuten en maximaal 6 uur laten drogen (bij luchttemperatuur tussen de 5 °C en 30 °C en maximale luchtvochtigheid : 90 %).
2. Op aluminium draagconstructie : Een laag Simson Primer Paneltack aanbrengen
met een schone droge doek of tissue papier. De primer minimaal 10 minuten en maximaal 6 uur laten drogen voor het aanbrengen van de lijm.
3. De achterzijde van de gevelbekleding Deze reinigen met Simson Primer Paneltack en
wel door de beplating over de volle lengte over een breedte van 10 tot 15 cm stevig af te wrijven. De primer minimaal 10 minuten en maximaal 6 uur laten drogen voor het aanbrengen van de lijm.
Aanbrengen foamtape :
De Simson Foamtape dient verticaal en ononderbro-ken te worden aangebracht op de draagconstructie. De tape stevig aandrukken en afsnijden met een scherp mes. De schutlaag van de tape pas verwij-deren, nadat de lijm is aangebracht. De Simson Foamtape dient voor de tijdelijke bevestiging van de Trespa Meteon platen totdat de lijm voldoende hechtsterkte heeft.
Aanbrengen lijm :
Nadat de foamtape is aangebracht kan de Simson Paneltack lijm aangebracht worden op de draag-constructie. De lijm met behulp van een speciale bijgeleverde V-tuit uitsluitend verticaal en onon-derbroken aanbrengen. De aldus aangebrachte lijmril dient een breedte en een dikte te hebben van 9 mm.
Aanbrengen gevelbeplating :
Ter voorkoming van huidvorming van de lijm dient
na het aanbrengen van de lijm de gevelbekleding binnen 10 minuten te worden aangebracht.
Reinigen :
Verse primer of lijmresten op de gevelbeplating zijn te verwijderen met een daarvoor geschikte reiniger, zoals Liquid 1.
De verlijming dient te gebeuren volgens de strikte voorschriften van de lijmfabrikant.
5.2.5.3 Bevestigingsdetails
Draagconstructie in geschaafd hout
Bij verduurzaamde houten latten of regels dient bij de producent nagegaan te worden of het ver-duurzaamingsmiddel geen vermindering van de hechting tot gevolg heeft. Het hout dient droog, stof- en vetvrij te zijn, terwijl het vochtgehalte van het hout maximaal 18 % mag zijn.
Bij verlijming bedragen de breedtematen tenminste 95 mm ter plaatse van een plaatnaad en 45 mm voor tussenstijl en eindstijl.
Ter plaatse van een plaatnaad en de tussenstijlen dienen 2 lijmrillen aangebracht te worden, ter plaatse van de plaatranden (eindstijl) 1 lijmril.
Draagconstructie in aluminium
Het alu-systeem bestaat uit alu profielen die verti-caal toegepast worden en enkel voor geventileerde toepassing geschikt zijn. De alu-profielen worden aan de achterliggende constructie bevestigd met alu-steunen en RVS-bevestigingsmiddelen.
5.2.5.4 Prestaties
De Simson Paneltack lijm levert de volgende pres-taties bij een minimale breedte (in gemonteerde toestand) van 12 mm en een dikte van 3 mm. Hierin zijn de volgende veiligheidsfactoren verwerkt: voor treksterkte een factor 4 en voor de afschuifsterkte een factor 10.
Rekenwaarde treksterkte : 0,27 N/mm2 voor per-manente belasting.
Rekenwaarde afschuifsterkte : 0,11 N/mm2 voor permanente belasting.
Voor de Simson Foamtape geldt een treksterkte van 0,27 N/ mm2 en een afschuifsterkte van 0,27N/mm2. Deze waarden zijn enkel relevant gedurende de eerste 24 uur na het aanbrengen van de lijm.
2�/31 ATG 05/2021
1. Trespa Meteon-paneel2. Bevestigingsclip3. Houten stijl4. Houten regel5. Spouw6. Isolatie7. Daktrim8. Stekelklosje (8 mm) 9.Ventilatieprofiel
Fig. 27 : verticale doorsnede
5.2.6 gevelstroken op houten kepers
5.2.6.1 Algemeen
Geschikt voor platen van 8 mm dik.
De platen worden met RVS bevestigingsclip be-vestigd via een groef aan de onderzijde van de plaat. De clips worden zelf dmv een bijbehorende
schroef (spaanplaatschroef 4.5 x 30, RVS A2) op een verticale basisconstructie van hout bevestigd (zie fig. 27).
De maximale toelaatbare trekkracht per clip be-draagt : 340 N.
Deze waarde werd berekend uitgaande van de windproef uitgevoerd bij het WTCB (proefverslag n° DE 651 XC 182).
ATG 05/2021 25/31
1. Trespa Meteon-paneel2. Bevestigingsclip3. Houten stijl4.Voegprofiel5. Spouw6. Isolatie7.Hoekprofiel(buitenhoek)8.Hoekprofiel(binnenhoek)9.Hoekprofiel10. Lijmril11.Dubbelzijdigklevendeband
Fig. 28 : horizontale doorsnede
detail boring
Fig. 27 : verticale doorsnede
regelbreedte
borgschroef t.p.v. stijl, 1 per paneel
2�/31 ATG 05/2021
Fig. 31
Het eindresultaat van de gevelbekleding wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de bewerking.
De groeven kunnen volgens nevenstaande schets worden uitgevoerd. Indien de ligging van de gevel-bekleding daartoe aanleiding geeft kan de groef (fig. 31) afb. 1 worden bewerkt, de bevestigingsclip is dan nagenoeg onzichtbaar. In andere gevallen is een groefdiepte volgens (fig. 31), afb. 2 voldoende.
Fig. 29
5.2.6.2 Bevestigingsdetails
– De Trespa panelen kunnen op verticale houten regels max. 600 mm h.o.h. worden gemonteerd. De regelbreedte t.b.v. voegen bedraagt terminste 75 mm. Voor de overige regels is een breedte van 50 mm toereikend (zie fig. 29).
5.3 Algemene plaatsingsvoorschriften
– Sterkte en stijfheid van de platen zijn in com-binatie met de draagconstruktie voldoende om normaal optredende belastingen, ten gevolge van de wind, het eigengewicht en schokken, zonder beschadigingen te weerstaan.
– Voor het ophangen van zware voorwerpen dienen extra voorzieningen te worden getroffen.
– Tabel 1 van de materiaaleigenschappen geeft de minimale waarden voor de materiaalconstanten van de gevelbekledingsplaten weer.
– De plaatdikte, alsmede de ondersteunings-en bevestigingsmiddelen, moeten van geval tot geval gedimensioneerd worden op basis van sterkte en stijfheid. De stabiliteitsberekening hiervoor moet in overeenstemming met de geldende voorschrif-ten worden uitgevoerd :
- betreffende de windbelasting zijn voorschriften van de NBN EN 1991 van toepassing.
- de op de windbelasting toe te passen veiligheids-factor wordt ontleend aan de NBN B03-001
– De rekenwaarde van de maximaal toelaatbare materiaalspanningen wordt bepaald door de afgeleide karakteristieke materiaalconstanten te delen door een materiaalfactor (gM).
- gM voor gevelbekledingen en bevestigingen = 2,0
- gM voor schroefverbindingen in hout : zie STS 31-32
– De maximale doorbuiging van de draagconstructie dient kleiner of gelijk te zijn aan 1/200 van de overspanning c.q. bevestigingsafstand rekening houdend met een windbelasting met een terug-keerperiode van 50 jaar en een maximale absolute vervorming van 10 mm.
– Bij de randbevestiging dient de afstand van de bevestigingsmiddelen tot de plaatranden mini-maal 20 mm en maximaal 10 x plaatdikte.
– Achter de gevelplaten dient steeds een geventi-leerde doorgaande luchtspouw aanwezig te zijn; deze luchtspouw dient tenminste 20 mm breed te zijn.
– Bevestiging van de panelen :
De Trespa panelen met een dikte van 8 mm zijn voorzien van een groef aan de onderzijde die de bevestiging met een speciale RVS bevestigingsclip mogelijk maakt.
De overlap van de panelen bedraagt ca. 25 mm (zie fig. 30).
– Bewerking van de horizontale randen :
Fig. 30
ATG 05/2021 2�/31
tussen de stijlen door de regels– De ventilatie van deze luchtlaag dient verzekerd te worden door openingen die zich zowel aan de onder – als aan de bovenzijde van het gevelbe-kledingssysteem bevinden (fig. 32).
De grootte van de ventilatieopeningen wordt be-paald door de hoogte van het gebouw :
– 50 cm²/m : h < 3 m– 65 cm²/m : 3 < h < 6 m– 80 cm²/m : 6 < h < 10 m– 100 cm²/m : h > 10 m.
Er dient rekening gehouden te worden met een incidenteel doordringen van stuifsneeuw en regen via de ventilatievoorzieningen. De wandconstruc-tie waartegen het gevelbekledingssysteem wordt bevestigd dient dan ook voldoende lucht- en wa-terdicht te zijn.
Teneinde thermische en hygrische vervormingen te kunnen opvangen dienen de panelen bij de be-vestigingen vrij en gelijkmatig te kunnen werken. Het gebruik van schroeven met verzonken kop is verboden. Zowel de verticale als de horizontale voegen tussen de platen dienen de vrije beweging toe te laten.
6. Prestaties
De hieronder vermelde waarden zijn proefresul-taten. Ze vormen, tenzij anders vermeld, niet het resultaat van een statistische interpretatie.
Fig. 32 : Ventilatie
2�/31 ATG 05/2021
6.1 Kenmerken van de plaat
Eigenschappen Minimale waarde Eenheid ProefmethodeIdentificatie-parametersElasticiteitsmodulus ≥ 9000 N/mm2 ISO 178Buigsterkte ≥ 120 N/mm2 ISO 178Volummemassa ≥ 1350 kg/m3 ISO 1183Weerstand tegen vocht : gewichtstoename beoordeling
≤ 5≥ 4
% Klasse
EN 438-2
Overige materiaaleigenschappenTreksterkte // oppervlak ≥ 70 N/mm2 EN ISO 527-2Kogelvaltest : valhoogte 1800 mm ≤ 10 Afdrukdiameter EN 438-2Dimensionele stabiliteit bij verhoogde temperatuur ≤ 2,5 mm/m EN 438-2Thermische uitzettingscoëfficiënt ≤ 0,028 mm/mKKleurechtheid Kleurverschil Beoordeling
4 - 54 - 5
Grijsschaal(ISO 105-A02) Klasse
EN 438-2
SO2-bestendigheid Kleurverschil Beoordeling
4 - 54 - 5
Grijsschaal(ISO 105-A02)Klasse
DIN 50018
Brandgedrag Meteon FR Meteon
A1A2
KlasseNBN S21-203
Europese brandklassen Meteon FR Meteon
Bs2d0Ds2d0
volgens EN 13501-1volgens EN 13501-1
6.2 U.V. weerstand en kleurechtleid
TRESPA Meteon monsters van alle basispigment-kleuren werden onderworpen aan de Xenotest 1200 U.
De monsters verbleven gedurende 3000 uur in de Xenonkast onder invloed van een lichtintensiteit van 90 ± 5 W/m² (300 - 400 nm).
Cyclus van 20 minuten waarvan 3 minuten de be-lichte zijde wordt beregend en 17 minuten gestuurd naar 65 % RV, wendelloop (50 % belichtingstijd), blackpaneltemperatuur 60 °C.
De mate van verkleuring na de test werd vastge-legd aan de hand van de standaard grijs-schaal in overeenstemming met ISO 105 A02.
Alle kleuren vertoonden na de blootstelling geen kontrast (echtheidscijfer 5) of een licht kontrast (echtheidscijfer 4).
6.3 Buigsterkte en elasticiteitsmodulus
Monsters in longitudinale en in transversale rich-ting uit een 6, 8 en 10 mm dik paneel werden aan de test onderworpen.
De buigsterkte werd bepaald in overeenstemming met DIN 53452.
De E-modulus in overeenstemming met DIN 53457.
Er werden 10 proefstrukken van 6 mm, 6 proef-stukken van 8 mm en 4 proefstukken van 10 mm getest.
Resultaten (tabel 13).
Tabel 13
Dikte (mm)
Rich-ting
Buigweerstand (N/mm²)
E-modulus (N/mm²)
Gemid-delde
Sprei-ding
Gemid-delde
Spreiding
6 mm LangsDwars
141136
4,06,6
92908856
363495
8 mm LangsDwars
144136
2,65,6
10172 9507
418 410
10 mm LangsDwars
146136
2,23,2
1096510115
244301
6.4 Kogelvalproef en schokproeven
6.4.1 kogelvAlproef
Een stalen kogel met een ∅ van 40 mm en een massa van 250 g laat men vallen vanaf een hoogte van 1 m 80 op een TRESPA-plaat die ondersteund is door een vlakke stalen plaat.
Geen van de 5 geteste monsters vertoonden enige beschadiging of barsten bij een visuele inspektie vanop 40 cm afstand.
6.4.2 schokproeven
a) Proefwand op houten draagstructuur, gemengde bevestigingen : zichtbaar met schroeven en blinde bevestiging.
ATG 05/2021 2�/31
Tabel 17
Beproefde plaatdiktes : 8, 10 en 13 mm
Aard v/h schoklichaam
Inslagen-ergie(joule)
Plaats van inslag
Vaststel-lingen
Stalen kogel van 1 kg ϕ 63 mm
10 centrum + hoeken
Geen schade
Zacht lichaam van 3 kg, ϕ 100 mm
60 centrum + hoeken
Geen schade
Zacht lichaam van 50 kg sferisch-conisch
400 centrumlicht loskomenvan de vast-hechtingen
b) Proefwand op draagstructuur uit aluminium, bevestiging met klinknagels
Beproefde plaatdiktes : 6 en 8 mm
Tabel 18
Aard v/h schoklichaam
Inslag energie(joule)
Plaats van inslag
Vaststellin-gen
Stalen kogel van 1 kg ϕ 63 mm
10 centrum + hoeken
geen schade
Zacht lichaam van 3 kg ϕ 100 mm
60 centrum + hoeken
geen schade
Zacht lichaam van 50 kg sferisch-conisch
400 centrum + hoeken
lichte speling ter hoogte van de klinknagels
900paneel 6 mm
breuk
paneel 8 mm belangrijke speling ter hoogte v/d klinknagel
6.5 Verlijmen van gevelpanelen
Het lijmsysteem werd beoordeeld overeenkomstig de Nederlandse BRL 4101, deel 7 : “Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO-attest (met productcertificaat) voor lijm voor de bevestiging van gevelbeplatingen”, 01-02-2001.
Onderdeel CriteriumGemeten waarde
1. Na 24 uur bij 20 °C - Treksterkte loodrecht op
het plaatoppervlak- Afschuifsterkte
> 0,25 x waarde 14 dagen bij 20 °C 0,62 MPa
0,77 MPa
2. Na 14 dagen bij 20 °C- Treksterkte loodrecht op
het plaatoppervlak- Afschuifsterkte
Treksterkte > 1 MPa, Rek : > 250 %Afschuifsterkte > 1 MPa, Rek > 250 %
1,28 MPa 1,13 MPaRek: 479 %
3. Na 14 dagen bij 20 °C en 24 uur bij 80 °C
- Treksterkte loodrecht op het plaatoppervlak
- Afschuifsterkte
> 0,5 x waarde 14 dagen bij 20 °C 0,97 MPa
0,61 MPa
(*) kunstmatige veroudering : 6 cycli van :
– Bestralen : 8 uur (met IR-lampen, oppervlakte-temperatuur +/- 70 °C
– Beregenen : 24 uur– Bevriezen : 40 uur (temperatuur – 10 °C)– Beregenen : 8 uur– Bestralen : 8 uur.
Vermoeien door 20.000 cycli tussen - 290 Pa en 450 Pa.
6.6 Inwerking van SO2-gas
Twee monsters met een dikte van 6 mm werden aan de “SO2 corrosietest in verzadigde atmosfeer” (DIN 50018) onderworpen, d.w.z. blootstelling aan zwaveldioxide gas (concentratie 0,067 vol. % ) in een met water verzadigde atmosfeer.
Geteste kleuren :
– A.05.1.1 : licht beige– A.08.2.1 : midden beige.
Na blootstelling wordt de eventuele oppervlak-teverkleuring vastgesteld aan de hand van de standaard grijs-schaal.
Resultaten (tabel 15)
Tabel 15
Aantal cycli(*)Verkleuring
(echtheidscijfer) (**)1020304050
4 - 54 - 54 - 54 - 54 - 5
4. Na 14 dagen bij 20°C en 24 uur - 20°C- Treksterkte loodrecht op het plaatoppervlak- Afschuifsterkte
> 0,9 x waarde 14 dagen bij 20 °C 1,50 MPa
1,95 MPa5. Na kunstmatige verou-
dering en mechanische belasting (*)
- Treksterkte loodrecht op het plaatoppervlak
- Afschuifsterkte
> 1 MPa en waarde > 0,9 x waarde na 14 dagen bij 20 °CRek bij afschuif-sterkte > 250 %
1,17 MPa1,11 MPa549 %
6. Van de kleefband bij 20 °C
- Treksterkte loodrecht op het plaatoppervlak
- Afschuifsterkte
Treksterkte > 0,2 MPaAfschuifsterkte : > 0,2 MPa
0,25 MPa0,28 MPa
* 1 cyclus stemt overeen met 8 uren blootstelling per dag** echtheidscijfer 4 - 5 : zeer licht kontrast.
30/31 ATG 05/2021
6.7 Vorstweerstand
Per plaatdikte werd op vijf monsters TRESPA ME-TEON (200 x 200 mm) de vriesproef uitgevoerd.
De monsters werden eerst gedurende 48 uren in water ondergedompeld en vervolgens onderworpen aan de vorst-dooi-cycli volgens NBN B27-009 + addendum 1.
Geen enkel van de geteste monsters vertoonde na de cycli enige vorm van schade.
6.8 Uittrekweerstand
De uittrekweerstand van een schroef werd bepaald op monsters die niet aan de vorstcycli werden blootgesteld en op monsters na blootstelling aan de vorstcycli.
De monsters werden genomen uit platen met een dikte van 13 mm.
Tabel 16
Blootstelling monster
Geen vorstcycli
Wel vorstcycli
N° F(N)
σ(N/mm²)
F(N)
σ(N/mm²)
123456gem.spreiding
56007200840080008700910078001300
19,124,528,627,329,631,026,54,5
6450895093508200895070008200200
22,030,531,927,330,523,828,04,0
6.9 Reactie bij brand
Het materiaal “TRESPA METEON/FR” is als volgt te rangschikken
– volgens BS 476 - deel 7 : klasse 1. De overeen-stemmende klassering volgens de NBN S21-203 is : A1.
Het materiaal TRESPA METEON is als volgt te rangschikken
– volgens BS 476 - deel 7 : klasse 2. De overeen-stemmende klassering volgens de NBN S21-203 is : A2.
6.10 Gedrag onder invloed van warmtestraling
Men meet op een proefwand in meerdere punten de vervorming van de TRESPA-bekleding die onderworpen in aan een oppervlaktetemperatuur van 75 °C.
De aanvangstemperatuur bedroeg 22 °C, men heeft dus een temperatuursgradient van 53 °C
De wand bestaat uit een houten draagstructuur waarop door middel van houtschroeven een 8 mm dik paneel werd bevestigd.
Resultaat
Min. gemeten vervorming van de platen : 0,04 mm.
Max. gemeten vervorming van de platen : 1,04 mm.
6.11 windproef
De windproef werd uitgevoerd volgens de BUtgb-richtlijnen voor dakafdichting (1415 cycli per storm).
Vervormingen voor en na windstormen op 8 panelen bevestigd door verschillende bevestigingsmiddelen werden gemeten.
De breukkrachten werden eveneens bepaald.
De systemen die in deze ATG aan bod komen wer-den getest nl :
– zichtbare bevestiging met schroeven op een houten achtergrondconstructie.
– montage door middel van klinknagels, zichtbaar bevestigd tegen een aluminium frame.
– blinde bevestiging met aluminium ophangbeugels op aluminium frame dat op aluminium of houten achterconstructie bevestigd is.
– modulair systeem op Aluminium rails.– blinde bevestiging dmv. verlijmen op hout en/of
aluminium.– gevelstroken op houten kepers.
Er werden 4 stormen tot 1500 Pa gerealiseerd en 1 storm tot 2000 Pa.
Tijdens de stormen : geen opmerkingen.
Bij bepaling van de breukkracht (windpulsaties tot 8500 Pa in onderdruk) zijn er volgende opmerkingen te maken :
– Bij de uitvoering van pulsaties (5) van 0 tot 8000 Pa in onderdruk is het paneel van de 1 e bevesti-gingsmethode (modulair systeem op aluminium rails) uit het aluminium profiel gekomen.
– Bij de uitvoering van pulsaties (3) van 0 tot 8500 Pa in onderdruk is het paneel van de 3 e beves-tigingsmethode (beugels op aluminium frame op alu achterconstructie) gebroken ter hoogte van de 2 bovenste bevestigingen.
ATG 05/2021 31/31
G O E D K E U R I N G
Beslissing
Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991).
Gezien de aanvraag ingediend door de firma TRESPA INTERNATIONAL BV.
Gezien het advies van de Gespecialiseerde Groep “GEVELS” van de Goedkeuringscom-missie, uitgebracht tijdens haar vergadering van 21 april 2005 op basis van het verslag voorgedragen door het Uitvoerend Bureau “GEVELS “ van de BUtgb.
Gezien de overeenkomst ondertekend door de fabrikant, waarbij hij zich onderwerpt aan de doorlopende controle op de naleving van de voorwaarden van deze goedkeuring.
Wordt de goedkeuring met certificatie verleend aan de firma TRESPA INTERNATIONAL BV voor de gevelbekledingen, rekening houdend met de hierboven gegeven beschrijving.
Deze goedkeuring dient hernieuwd te worden op 9 augustus 2008.
Brussel, 10 augustus 2005.
De directeur-generaal,
V. MERKEN
7. Onderhoudsvoorschriften
Schoonmaken en schoonhouden van TRESPA platen is mogelijk met normale huishoudmiddelen. Niet toegestaan is het gebruik van schuurmiddelen en alkalische reinigingsmiddelen.
8. Herstellingen
Herstellingen zijn alleen toegestaan door of na overleg met Trespa.