Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit...

110
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Beleidsrapport JEROEN VAN LOOCK MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting MEDIA, MAATSCHAPPIJ EN BELEID PROMOTOR : Prof. Dr. L. De Marez COMMISSARIS : Dr. S. Paulussen COMMISSARIS : Dr. J. Van Looy ACADEMIEJAAR 2010 - 2011 EEN ONDERZOEK NAAR DE GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID VAN MINERVA aantal woorden: 24 786

Transcript of Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit...

Page 1: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Beleidsrapport

JEROEN VAN LOOCK

MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

afstudeerrichting MEDIA, MAATSCHAPPIJ EN BELEID

PROMOTOR: Prof. Dr. L. De Marez

COMMISSARIS: Dr. S. Paulussen

COMMISSARIS: Dr. J. Van Looy

ACADEMIEJAAR 2010 - 2011

EEN ONDERZOEK NAAR DE GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID VAN

MINERVA

aantal woorden: 24 786

Page 2: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

II

Any darn fool can make something complex, it takes a genius to make something simple.

- Albert Einstein -

Page 3: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

III

Dankwoord

Een masterproef is veel meer dan honderden artikels opzoeken, lezen, weggooien of

samenvatten. Een masterproef staat voor veel meer dan twee maanden zweten achter een

computerscherm. Deze masterproef is het eindpunt van mijn academische opleiding. Het is

een bloemlezing van vier jaar universiteit, negen weken interessante stage en drie maanden

intensief onderzoek. Het is een avontuur van vallen maar telkens weer opstaan. Daarom zou

ik graag verschillende personen willen bedanken die dit werk mogelijk hebben gemaakt.

Mijn promotor Prof. Dr. Lieven De Marez om mijn onderzoek in de juiste richting te leiden

en me te wijzen op interessante invalshoeken.

De afdeling Onderwijstechnologie en in het bijzonder het Minerva-team voor de leerrijke

gesprekken, de waardevolle informatie en de suggesties voor het onderzoek.

Iedereen bij Namahn, en in het bijzonder Olivier en Joannes, voor de boeiende ervaring, het

aanreiken van interessante literatuur en het leren stellen van de juiste vragen.

Natuurlijk gaat mijn dank ook uit naar de respondenten van mijn survey, dagboeken en

gebruikerstesten.

In het bijzonder wil ik mijn ouders bedanken om mij de kans te geven deze studie aan te

vatten en de steun die ik van hen kreeg, niet alleen tijdens het schrijven van deze masterproef

maar ook tijdens alle voorgaande jaren en de jaren die nog zullen komen.

Bedankt!

Page 4: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

IV

Inhoudsopgave

Dankwoord ................................................................................................................... III

Inhoudsopgave ............................................................................................................. IV

Lijst met figuren ........................................................................................................... VI

Hoofdstuk 1 Executive summary ................................................................................... 1

1.1. Doelstellingen ..................................................................................................... 1

1.2. Uitgangspunten ................................................................................................... 1

1.3. Methodologie ...................................................................................................... 1

1.4. Aanbevelingen .................................................................................................... 2

Hoofdstuk 2 Inleiding .................................................................................................... 3

Hoofdstuk 3 Gestelde objectieven ................................................................................. 5

Hoofdstuk 4 Theoretische achtergrond .......................................................................... 6

4.1. Inleiding .............................................................................................................. 6

4.2. Human-computer interaction .............................................................................. 7

4.3. Computer-Supported Cooperative Work ............................................................ 8

4.4. User-Centered Design en Usability .................................................................. 16

4.5. Online Leerplatform en Forum ......................................................................... 19

4.5.1. Online Leerplatform................................................................................... 19

4.5.2. Forum ......................................................................................................... 20

Hoofdstuk 5 Methodologie .......................................................................................... 22

5.1. Bespreking van de gebruikte technieken .......................................................... 22

5.1.1. Survey ........................................................................................................ 22

5.1.2. Dagboek ..................................................................................................... 23

5.1.3. Persona ....................................................................................................... 23

5.1.4. Heuristieke evaluatie .................................................................................. 24

5.1.5. Gebruikerstesten ........................................................................................ 26

5.1.6. Beperkingen ............................................................................................... 28

5.2 Uitvoering van het onderzoek ............................................................................ 29

5.2.1. Survey ........................................................................................................ 29

5.2.2. Dagboek ..................................................................................................... 31

5.2.3. Heuristieke evaluatie .................................................................................. 32

5.2.4. Gebruikerstest ............................................................................................ 32

Hoofdstuk 6 Resultaten en bespreking ........................................................................ 37

Page 5: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

V

6.1. Survey ............................................................................................................... 37

6.2. Dagboek ............................................................................................................ 40

6.3. Persona .............................................................................................................. 41

6.3.1. Bert ............................................................................................................. 42

6.3.2. Anneke ....................................................................................................... 43

6.4. Heuristieke evaluatie ......................................................................................... 44

6.4.1. Mijn Minerva ............................................................................................. 44

6.4.2. Cursusstartpagina ....................................................................................... 52

6.4.3. Forum ......................................................................................................... 53

6.4.4. Documenten ............................................................................................... 56

6.4.5. Opmerkingen.............................................................................................. 59

6.5. Gebruikerstest ................................................................................................... 61

6.5.1. Rangschik de cursussen en maak een nieuwe categorie aan. ..................... 62

6.5.2. Gebruik van de agenda............................................................................... 62

6.5.3. Zoek op het forum een vraag en beantwoord ze ........................................ 63

6.5.4. Zoek een document en download het......................................................... 63

6.5.5.Verander een tekst in de wiki...................................................................... 64

6.5.6. Zoek de code en de inhoud van een vak .................................................... 64

6.5.7. Verstuur een bestand via de dropbox naar een specifieke titularis ............ 64

6.5.8. Verander het wachtwoord en kies een nieuw ............................................ 65

6.6. Extra aanbevelingen .......................................................................................... 66

Hoofdstuk 7 Conclusie ................................................................................................. 68

7.1. Algemene conclusies ........................................................................................ 68

7.2. Beperkingen en verder onderzoek .................................................................... 69

Hoofdstuk 8 Aanbevelingen en suggesties .................................................................. 70

8.1. Suggesties heuristieke evaluatie ....................................................................... 70

8.2. Suggesties gebruikerstest .................................................................................. 73

8.3. Wireframes ........................................................................................................ 74

Bibliografie .................................................................................................................. 81

Bijlage .......................................................................................................................... 91

Bijlage 1 ................................................................................................................... 91

Bijlage 2 ................................................................................................................... 98

Bijlage 3 ................................................................................................................. 102

Page 6: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

VI

Lijst met figuren

Figuur 1: Onderverdeling van Human-computer interaction (Wania et al., 2006, p. 95).

Figuur 2: CSCW-matrix (Johansen, 1988, geciteerd in Penichet et al., 2006, p. 213).

Figuur 3: De kenmerken van CSCW (Penichet et al., 2006, p. 214).

Figuur 4: Communicatie en collaboratie (Ljungberg, 1996, p 2; gebaseerd op Dix en Beale,

1996).

Figuur 5: Levels van support (Vessy en Sravanapudi, 1995, p. 87).

Figuur 6: Focus, scope en interconnectie (Margherita en Secundo 2011, p. 180).

Figuur 7: Classificatie van forum (Penichet et al., 2006, p. 216).

Figuur 8: Indeling technieken (gebaseerd op Bowman et al, 2002, p. 10).

Figuur 9: Aantal jaar Minerva-gebruik van de respondenten.

Figuur 10: Opleiding van de respondenten.

Figuur 11: Aantal kliks per pagina in december 2010.

Figuur 12: Vindplaats van antwoorden bij problemen met Minerva.

Figuur 13: Persona Bert.

Figuur 14: Persona Anneke.

Figuur 15: Screenshot Mijn Minerva.

Figuur 16: Screenshot Mijn Minerva.

Figuur 17: Voorbeeld van een nieuwe aankondiging bij Facebook.

Figuur 18: Voorbeeld van een uitklapfunctie bij Mac OS X.

Figuur 19: Voorbeeld van een toepassing voor Minerva.

Figuur 20: Screenshot van de cursusstartpagina.

Figuur 21: Voorbeeld van een pull down menu voor het forum met de verschillende labels.

Figuur 22: Voorbeeld van een toepassing van visualisatie ongelezen documenten.

Page 7: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

VII

Figuur 23: Tabblad zonder scheidingslijn.

Figuur 24: Tabblad met scheidingslijn.

Figuur 25: Voorbeeld van deredactie.be, screenshot van 30 juni 2011.

Figuur 26: Mijn Minerva.

Figuur 27: Mijn Minerva, de gebruiker bekijkt forumdiscussies.

Figuur 28: Mijn Minerva, de gebruiker ziet dat er 4 nieuwe forumberichten zijn.

Figuur 29: Mijn Minerva, de gebruiker klikt op het forum-icoon.

Figuur 30: Mijn Minerva, de gebruiker klikt op 'Maak een notitie'.

Figuur 31: Mijn Minerva, de gebruiker maakt een notitie.

Page 8: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

1

Hoofdstuk 1 Executive summary

1.1. Doelstellingen

Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

problemen zijn die een Minerva-gebruiker vandaag ervaart, (2) voor de gevonden problemen

een oplossing voorstellen (3) en onderzoeken waar er nog verbeteringen kunnen worden

aangebracht. Om deze doelen te bereiken werden ook enkele subdoelstellingen bepaald. Wat

zijn de algemene problemen waar de gebruiker van interactieve systemen mee geconfronteerd

wordt? Wie is de Minerva-gebruiker? Hoe gebruiken studenten Minerva?

1.2. Uitgangspunten

Het vertrekpunt van dit rapport zijn de duizenden studenten die dagelijks Minerva bezoeken

op zoek naar informatie over de vakken die ze volgen en over de universiteit zelf. Ons

uitgangspunt is dat Minerva deze studenten op een efficiëntere wijze kan ondersteunen door

relevante informatie te tonen op een duidelijke manier op het juiste moment. Wij geloven dat

ondanks de hoge tevredenheid van de gebruiker en de positieve resultaten van de

gebruikerstest, tal van verbeteringen nog steeds mogelijk zijn. Dit rapport vertrekt vanuit de

studie van Human-Computer Interaction en in het bijzonder Computer-Supported

Cooperative Work en User-Centered Design. Hier staat steeds de gebruiker en zijn interactie

met het computersysteem centraal. Het gebruik van Minerva wordt zowel op groepsniveau als

op individueel niveau behandeld. Na een algemene literatuurstudie wordt het gebruik van

Minerva door studenten, aan de hand van verschillende methoden bestudeerd.

1.3. Methodologie

Verschillende technieken werden gebruikt om Minerva en zijn gebruikers te onderzoeken. Als

inleidend onderzoek werd er een survey afgenomen (n=118). Vervolgens werden er

dagboeken verdeeld waar 7 respondenten 7 dagen lang werden gevolgd. Deze informatie

werd gebruikt bij het opstellen van 2 gebruikersprofielen. Daarna werd een heuristieke

evaluatie uitgevoerd op 4 pagina‟s: Mijn Minerva, de cursusstartpagina, het forum en de

documentenpagina. Afsluitend werden 9 gebruikers getest tijdens het gebruik van Minerva.

Voor een extensieve bespreking van de gekozen technieken verwijzen we naar hoofdstuk 5

Methodologie.

Page 9: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

2

1.4. Aanbevelingen

Algemeen stellen we dat de gebruiker tevreden is over Minerva en in staat is de belangrijkste

taken uit te voeren. Toch werden er problemen vastgesteld. Om deze problemen het hoofd te

bieden bevelen we de volgende suggesties aan:

- Stel de informatie op een heldere manier voor. Toon enkel de meest relevante

informatie op het hoofdscherm. De student moet immers op een zo‟n kort mogelijke

tijd zoveel mogelijk informatie kunnen verzamelen die voor hem relevant is.

- De gebruiker dient steeds te weten wat de mogelijke acties zijn en wat de gevolgen

zijn van deze acties. Zo moet het steeds duidelijk zijn wat men kan aanklikken en wat

niet.

- Het forum moet een plaats worden waar studenten elkaar virtueel kunnen ontmoeten

en moet studenten de mogelijkheid geven om elkaar te helpen, kennis te delen en

elkaars bijdragen te beoordelen.

- Beginnende gebruikers moeten voldoende ondersteund worden en ervaren gebruikers

moeten de mogelijkheid hebben om shortcuts te gebruiken.

- Verwijder overbodige knoppen en links. Verschillende manieren om dezelfde actie

uit te voeren zijn storend. Hierdoor wordt er ook onnodige schermruimte gebruikt.

- Minerva zal in de toekomst moeten evolueren van een pure informatieve webpagina

naar een webapplicatie die een hoge graad van personalisering toelaat zodat studenten

Minerva kunnen gebruiken op de manier die hun het beste ligt.

Voor een uitvoerige beschrijving van de problemen en een meer gedetailleerde uitwerking

van de aanbevelingen verwijzen we naar hoofdstuk 6 en 8.

Page 10: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

3

Hoofdstuk 2 Inleiding

We stellen ons zelden de vraag waarom we telkens opnieuw een bepaalde gsm of software

gebruiken, of waarom we steeds dezelfde sites bezoeken. We beseffen zelden hoe technologie

complexe handelingen herleidt tot het eenvoudig aanklikken van enkele knoppen. En nog

minder aandacht schenken we aan de denkprocessen die schuilgaan achter de ontwikkeling

van deze producten. De gebruiksvriendelijkheid speelt niet enkel een rol bij het kiezen van

een product maar ook hoe we het product gebruiken, hoelang, hoe vaak, … (Nielsen, 1992).

In dit rapport willen we stilstaan bij de gebruiksvriendelijkheid van de elektronische

leeromgeving van UGent, Minerva, en dit vanuit het oogpunt van de student. Net als ik,

bezoeken duizenden studenten dagelijks hun Minerva-account. En vaak worden die studenten

geconfronteerd met allerhande moeilijkheden. Moeilijkheden die leiden tot tijdverlies,

ergernis en frustratie. Sommige van die problemen ontstaan door technologische storingen of

administratieve fouten, andere zijn te wijten aan een gebrek aan gebruiksvriendelijkheid. In

dit rapport wil ik onderzoeken welke problemen zich voordoen op vlak van

gebruiksvriendelijkheid. Ik wil geen student zijn die ergens aan de zijlijn stilletjes kritiek

geeft maar iemand die meespeelt en zelf initiatief neemt en suggesties aanreikt. Ik hoop met

dit rapport een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de universiteit, zijn studenten en alle

toekomstige gebruikers. Dit onderzoek is relevant omwille van twee redenen. Ten eerste werd

er nog nooit tijd gevonden om een onderzoek te voeren naar de gebruiksvriendelijkheid van

Minerva. In het verleden werden er wel al tevredenheidsenquêtes afgenomen maar onderzoek

en gebruikerstesten met de focus op de studenten werden nog nooit uitgevoerd. Dit rapport zal

dan ook overgemaakt worden aan de dienst ICTO die instaat voor het beheer van Minerva.

Ten tweede worden we in onze leefwereld steeds vaker geconfronteerd met schermen. Uit

onze survey (n=118) bleek dat de respondenten gemiddeld 4 uur per dag achter de computer

zitten. Om dit gebruik niet extra te belasten dienen we te onderzoeken hoe de student op een

efficiënte wijze kan worden ondersteund wanneer deze op een digitale wijze in contact staat

met zijn universiteit.

De lezer mag in dit rapport een grondige studie verwachten van verschillende aspecten van

Human-Computer Interaction, meer bepaald Computer-Supported Cooperative Work en

User-Centered Design, met betrekking tot elektronische leeromgevingen. Vervolgens worden

de verschillende onderzoeken besproken die werden uitgevoerd: online survey,

dagboekstudie, kritische analyse van verschillende Minerva pagina‟s en gebruikerstesten.

Afsluitend worden de voorstellen weergegeven in wireframes gebaseerd op het huidige

Page 11: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

4

Minerva. Dit allemaal om een antwoord te zoeken op die ene cruciale vraag: “Hoe kan

Minerva gebruiksvriendelijker worden?” Ik nodig dan ook elke lezer uit om samen een

antwoord te zoeken op deze vraag.

Veel leesgenot!

Page 12: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

5

Hoofdstuk 3 Gestelde objectieven

Volgende objectieven werden gesteld bij de aanvang van dit rapport:

- De lezer een inzicht bieden in onderzoeksvelden als Human-Computer Interaction,

Computer-Supported Cooperative Work, User-Centered Design en Usability.

- Zoeken naar de eigenschappen die een online leerplatform moet hebben.

- De relevantie aantonen van onderzoek naar gebruiksvriendelijkheid.

- Zoeken hoe er zoveel mogelijk relevante informatie kan worden getoond op een

heldere en duidelijke manier in een zo‟n kort mogelijke tijd.

- Een antwoord zoeken op de vragen:

o Wie is de Minerva-gebruiker?

o Hoe wordt Minerva gebruikt?

- Vaststellen met welke problemen de student vandaag geconfronteerd wordt.

- Oplossingen formuleren om die problemen op te lossen.

- Zoeken hoe de bestaande elektronische leeromgeving op andere manieren verbeterd

kan worden.

- Het tekenen van wireframes waarin voorstellen en suggesties worden uitgewerkt.

Page 13: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

6

Hoofdstuk 4 Theoretische achtergrond

4.1. Inleiding

Sinds 2003 kunnen studenten van de Universiteit Gent gebruik maken van Minerva.1 Minerva

is de digitale leeromgeving ontwikkeld door de universiteit waar de student via het internet in

contact kan staan met de universiteit. Op Minerva heeft elk vak z‟n eigen pagina waarop de

ingeschreven student specifieke informatie kan vinden. Zo kan hij er onder andere

aankondigingen en leerstof terugvinden, forumberichten uitwisselen met medestudenten,

voorbeeldvragen oplossen, informatie opzoeken over de vakken en de faculteit, … . Vandaag

maken meer dan 99.4% van de studenten gebruik van Minerva. In het eerste semester van het

academiejaar 2010-2011 hadden 30 528 studenten een Minerva-account.2 In december 2010

kende Minerva 1 160 000 bezoekers. Naast Minerva bestaat er nog een ander platform:

Zephyr.3 Hier kunnen ook externen zich registeren en worden cursussen aangeboden die niet

behoren tot de officiële UGent-studieprogramma's. Zephyr kent een gelijkaardige opbouw en

structuur als Minerva. Dit platform wordt in dit rapport niet behandeld. Jaarlijks worden er

veranderingen aangebracht om aan de noden van de student te kunnen verhelpen. Uit een

survey (n=118) blijkt dat 95% van de ondervraagde gebruikers blij is dat UGent voor

Minerva gekozen heeft, 85% zegt zich niet te ergeren aan Minerva en 91% vindt Minerva

handig. Deze hoge graad van tevredenheid betekent evenwel niet dat er geen ruimte is voor

verbetering. Verschillende onderzoekers (O‟Connor et al., 1993; Hollingshead et al., 1993)

toonden aan dat technologie een belangrijke rol speelt wanneer er virtueel wordt

samengewerkt. Het lijkt ons dan ook zeer zinvol te onderzoeken hoe Minerva deze rol vervult

en waar er verbeteringen kunnen worden aangebracht. In dit beleidsrapport zal de

gebruiksvriendelijkheid van Minerva worden onderzocht vanuit het standpunt van de

gebruiker en meer bepaald van de student. Het doel van dit rapport ligt niet in het analyseren

en evalueren van alle functies die terug te vinden zijn op Minerva. Dergelijke brede aanpak

zou het niet toelaten om alles grondig te bestuderen.

Dit rapport bestaat uit verschillende hoofdstukken. In dit hoofdstuk wordt het onderzoeksveld

van Human-Computer Interaction kort behandeld. Vervolgens krijgen twee gebieden extra

aandacht, Computer-Supported Cooperative Work en User-Centered Design. De belangrijke

vragen zijn hier: wat moet een systeem kunnen dat het leerproces wil ondersteunen, op welke

1 http://minerva.ugent.be

2 Jaarverslag Minerva door Toon Van Hoecke.

3 http://zephyr.ugent.be

Page 14: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

7

manier wordt zo‟n systeem onderzocht en aan welke voorwaarden moet het systeem voldoen?

Hier wordt een algemeen beeld geschetst van online systemen. Verder wordt besproken welke

bijdrage een usability-onderzoek kan leveren. In het vijfde hoofdstuk wordt de methodologie

van de onderzoeken die werden uitgevoerd, besproken. Eerst worden de algemene technieken

behandeld. Vervolgens wordt uitgelegd hoe deze technieken in dit onderzoek werden

aangewend. In het zesde hoofdstuk bespreken we de resultaten en trekken we verschillende

conclusies. Hier worden ook de beperkingen van dit onderzoek behandeld. Het achtste en

laatste deel sluit af met een lijst van concrete aanbevelingen en enkele wireframes.

Engelse termen worden niet altijd vertaald. Dit is een doelbewuste keuze om zo het verlies

van betekenis tegen te gaan die voorkomt bij het vertalen van specifieke vaktermen.

4.2. Human-computer interaction

Het is noodzakelijk om bij een onderzoek van een online platform als Minerva het bredere

veld van interactie tussen mens en computer te behandelen. Human-computer interaction

(HCI) is het ruime veld van design, evaluatie en implementatie van interactieve

computersystemen voor menselijk gebruik (Wania et al. 2006). HCI bestudeert niet alleen de

pure interactie maar ook alle gebeurtenissen daarrond (Hewett et al, 1992). Deze invalshoek

focust op het onderzoek naar hoe de interactie verloopt tussen mensen en

computertechnologie en hoe die interactie kan worden verbeterd (Battleson et al., 2001).

Hewett et al. (1992) stellen dat er binnenin HCI met 5 aspecten rekening moet worden

gehouden: de manier van interactie, het gebruik en de context van computers, de menselijke

kenmerken, het computersysteem en de architectuur van de interface, en het

ontwikkelingsproces. Wania et al. (2006) classificeerden de onderzoeksvelden binnenin HCI.

Zij vonden zeven gebieden: Participatory design, Computer-supported collaborative work

(CSCW), User-centered design (UCD), Cognitive engineering, Cognitive theories and models,

Design theory and complexity, en Design rationale. Daarna plaatsten ze deze gebieden op

twee assen, waarvan de x-as aangeeft of het gaat over theorieën of over echte praktische

toepassingen. De y-as toont of het onderzoeksveld groepen behandeld of individuen. Omdat

we in dit rapport de gebruiksvriendelijkheid willen onderzoeken vanuit het standpunt van de

gebruiker, met name de student, en we hier een concrete toepassing zullen behandelen en

geen theoretisch analyse zullen uitvoeren, kiezen we voor de twee methodes die het meeste

aandacht hebben voor de gebruiker en de praktijk: CSCW en UCD.

Page 15: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

8

Battleson et al. (2001) geven aan dat HCI moet voldoen aan de volgende voorwaarden: (1)

Provide task support, de gebruiker ondersteunen in het uitvoeren van taken die aangepast zijn

aan zijn persoonlijke noden. (2) Be usable, de gebruiker moet op een efficiënte manier met

het product kunnen werken. (3) Pleasant. Het product moet aangenaam in gebruik zijn.

Storende kleurencombinaties bijvoorbeeld moeten worden vermeden. In dit onderzoek zullen

we ons hoofdzakelijk focussen op het task support en usablitiy gedeelte.

4.3. Computer-Supported Cooperative Work

In dit onderdeel wordt Computer-supported cooperative work (CSCW) behandeld. Zoals

hierboven aangehaald, maakt CSCW deel uit van het onderzoek naar hoe de interactie

verloopt tussen mens en computer en ligt hier voornamelijk de focus op de gebruiker als

groep. In tal van artikels (zie o.a. Collis, 1994; Macintyre en Macdonald, 2011; Iqbal et al.,

2003) is er een duidelijke link te zien tussen CSCW en onderwijs. Dit is een tweede reden

waarom het ons relevant lijkt om CSCW te behandelen.

Verschillende auteurs (Crabtee et al., 2005; Grudin, 1994; Bannon, 1993) geven aan dat de

term CSCW voor het eerst gebruikt werd door Irene Greif en Paul Cashman in 1984 als titel

voor een workshop waar onderzoekers samenkwamen om de rol en de invloed van

technologie en de ontwikkeling van computers op de werkomgeving te bespreken. Hoewel de

klemtoon oorspronkelijk lag op de werkomgeving wordt er vandaag ook aandacht geschonken

Figuur 1: Onderverdeling van Human- computer interaction (Wania et al., 2006, p. 95).

Page 16: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

9

aan vrijetijdsbesteding, zoals computerspellen en sociale activiteiten. Vandaag is het domein

van CSCW zeer gefragmenteerd en omvat het tal van onderzoeksdomeinen (Schmidt, 2009,

Penichet et al., 2006). Collis (1994) spreekt zelfs van een “Great Divide” tussen onderzoek

met een technische en onderzoek met een sociale invalshoek. Sinds 2010 wordt er jaarlijks

een CSCW-congres georganiseerd om de kloven binnenin CSCW te dichten. Het is dan ook

niet gemakkelijk om het hele gebied in één definitie te vatten. Hieronder presenteren we

enkele definities om een beeld te schetsen hoe CSCW in de literatuur omschreven wordt:

A field focusing on technology that, in differnent ways, support „collaboration‟ or

„groupwork‟ „at a distance‟ (Olson en Olson, 2003, p. 584)

The research in the design and use of technologies that affect groups, organizations, and

communities. Although work is an important focus […] technology is increasingly supporting

a wide range of recreational and social activities. […] interesed in both technical and social

aspects of collaboration (www.cscw2010.org en www.cscw2012.org)

CSCW schould be conceived as an endavour to understand the nature and characteristics of

cooperative work with the objective of designing adequate computerbased technologies. The

focus is to understand, so as to better support, cooperative work. (Bannon en Schmidt, 1989,

p. 360).

CSCW is an emerging area, which focuses on suitable forms of cooperation between users or

a group of users to perform a common task. It is concerned with design, implementation and

realisation of computer support for cooperation to achieve the common goals. (Iqbal, James

en Gatward, 2003, p. 462).

CSCW [is the] research area which focuses on the role the computer in group work. (Rodden,

1992, p. 2).

CSCW looks at how groups work and seeks to discover how technology (especially

computers) can help them work. (Ellis, et al., 1991, p. 39).

Een andere vaak gebruikte term in deze context is die van groupware. Veelal is het

onduidelijk waar het verschil tussen beide termen ligt. Penichet et al. (2006) argumenteren dat

CSCW het onderzoek en groupware de technologie beschrijft.

Johansen (1988, geciteerd in Schlichter et al., 1998, p. 202) definieert groupware als ... “a

generic term for specialized computer aids that are designed for the use of collaborative work

Page 17: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

10

groups. Groupware can involve software, hardware, services, and/or group process support.”

Een ander verschil dat wordt aangehaald is dat groupware enkel door een groep kan worden

gebruikt, nooit op individueel niveau (Ellis et al., 1991). Een diepgaande analyse van beide

termen zou ons echter te ver leiden, en lijkt ons daarom niet opportuun.

Verschillende elementen komen in de definities steeds terug (Collis, 1994). Een eerste

element is dat van de technologie en in het bijzonder van de computer. Ten tweede kunnen we

stellen dat de computer een specifieke rol vervult, namelijk die van het ondersteunen van

bepaalde taken. De technologie stelt de gebruiker in staat taken te vervullen die anders niet

mogelijk waren geweest. Een derde aspect is dat deze taken door een groep worden

uitgevoerd. Vaak is er sprake van een gemeenschappelijk doel; al is dit niet noodzakelijk. Als

vierde element kunnen we aanhalen dat ook het ontwerp van het systeem onderzocht wordt,

bijvoorbeeld hoe specifieke problemen worden opgelost. Onderzoek, onderwijs en het zoeken

naar en het delen van informatie wordt tegenwoordig vaak belemmerd door de beperkingen

van de technologie (Morris, 2008). Daarom is het belangrijk te weten welke belemmeringen

de gebruiker ervaart.

Er bestaan verschillende manieren om CSCW te classificeren. De meeste vertrekken van de

tijd-plaats matrix voorgesteld door Johansen (1988; Rodden 1992, Vessey, Sravanapudi,

1995).

Tijd en plaats vormen de basis voor deze classificatie Het eerste kenmerk is de interactie.

Hier plaatst men synchroon tegenover asynchroon. Wanneer men vergadert of brainstormt

werken de groepsleden synchroon samen. Er wordt van elk groepslid verwacht dat hij/zij een

creatieve input levert, voortbouwend op wat de anderen aanbrengen. Dit is niet het geval

wanneer verschillende groepsleden afzonderlijk aan een opdracht werken. Systemen kunnen

dus met andere woorden synchroon of asynchroon zijn. Ten tweede speelt de plaats waar de

gebruiker zich bevindt of “the geographical nature of the user” (Rodden, 1992, p. 2) een rol.

In vele onderzoeken wordt hoofdzakelijk gekeken naar hoe computersystemen het werk

ondersteunden van gebruikers die zich op verschillende plaatsen bevonden en asynchroon met

elkaar samenwerkten (Macintyre en Macdonald, 2011). Gebruikers bevinden zich met andere

woorden op dezelfde plaats of op een verschillende plaats, en dit los van het tijdsaspect.

Figuur 2: CSCW-matrix (Johansen, 1988, geciteerd in Penichet et al., 2006, p. 213).

Page 18: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

11

We mogen ons echter niet beperken tot één classificatiemodel. Verschillende onderzoekers

(Poltrock, 1999; Poltrock en Gudrin, 2005; Bentley et al. 1997) geven aan dat er drie

eigenschappen typisch zijn voor CSCW: coördinatie, informatie delen of collaboratie en

communicatie. Coördinatie is het proces van verschillende mediums, om verschillende

opdrachten en werk te organiseren en te harmoniseren, om zo een hogere kwaliteit te bereiken

en de kosten te drukken (Penichet et al. 2006). Communicatie wordt in Wikipedia (2011) als

volgt omschreven, één van de succesvolste collaboratieve online projecten (Penichet et al.

2006), als “the activity of conveying meaningful information”. CSCW zorgt ervoor dat

mensen frequent en ongepland met elkaar in contact kunnen staan. De communicatie tussen

de gebruikers of leden van een bepaalde organisatie onderling en ook met de organisatie zelf,

is noodzakelijk om informatie te kunnen verzenden en ontvangen. Een derde eigenschap is

het delen van informatie of collaboratie. Dit wordt mogelijk door het delen van een document

of een groep van documenten. Het posten van forumberichten, het aanpassen van tekst in een

wiki of het rondsturen van e-mails bijvoorbeeld, maakt het mogelijk om informatie te delen

en samen te werken. Penichet et al (2006) stellen een model voor waar de tools niet op assen

worden geplaatst. Ze worden beschreven aan de hand van de onderlinge relatie tussen de

verschillende functies, applicaties of systemen. Ze plaatsen de drie eigenschappen van

CSCW, informatie delen, communicatie en coördinatie, tegenover de tijd-plaats kenmerken.

Dix en Beale (1996) maken ook het onderscheid tussen communicatie en collaboratie.

Communicatie wordt in dit model gezien als de uitwisseling van informatie tussen

verschillende personen, zoals bijvoorbeeld een videoconferentie. Collaboratie gebeurt

wanneer twee of meer mensen aan dezelfde taak werken. Een gevolg van collaboratie is dat

het niet alleen feedback levert voor de maker, maar ook feed through voor de medewerkers

(Ljungberg, 1996).

Figuur 3: De kenmerken van CSCW (Penichet et al., 2006, p. 214).

Page 19: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

12

Figuur 4: Communicatie en collaboratie (Ljungberg, 1996, p 2; gebaseerd op Dix en Beale,

1996).

Een applicatie kan immers zowel synchroon, asynchroon alsook beide zijn. Hetzelfde geldt

voor het concept plaats. Het proces kan plaatsvinden op verschillende plaatsen, op dezelfde

plaats of een combinatie van beide. Alle mogelijkheden moeten dus in overweging genomen

worden. Wanneer deze twee matrixen worden samengevoegd, ontstaat er een meer specifiek

classificatie-instrument om de CSCW tools te benoemen. Penichet et al. (2006) geven het

voorbeeld van de chatfunctie. Dit is een middel van communicatie. Het gebeurt synchroon en

het speelt zich af op verschillende plaatsen. Penichet et al. (2006) argumenteren dat wanneer

we de verschillende functionaliteiten willen onderscheiden, we de volgende vragen moeten

stellen:

- Kan het gebruikt worden als communicatiemethode? Informeren de gebruikers

zichzelf wanneer ze deze tool gebruiken?

- Worden de gebruikers geholpen tijdens het gebruik om hun doel te bereiken?

Wordt er informatie gedeeld?

- Worden de processen gecoördineerd?

- Kunnen de functionaliteiten worden gebruikt op dezelfde plaats en/of op

verschillende plaatsen? Kan het gebruikt worden op hetzelfde moment en/of op

verschillende tijdstippen?

Caballe en Feldman (2008) vullen de drie kenmerken van CSCW verder aan. Zij benadrukken

het belang van: specificatie, elaboration en consensus. De specificatiefase is gebaseerd op

coördinatie. Hier wordt gefocust op de organisatie, zoals indeling en structuur van de

groepen, en de planning om de opdrachten te volbrengen. Elaboration behandelt de relatie

tussen collaboratie en communicatie. Bijvoorbeeld datgene wat de studenten toelaat zoveel

mogelijk informatie te raadplegen en met elkaar te delen. De consensusfase is een belangrijk

onderdeel tijdens een discussie. Het moet voor alle leden duidelijk zijn, waarmee akkoord

gegaan wordt en wat uiteindelijk de beste oplossing is.

Page 20: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

13

Vertrekkend vanuit de tijd-plaats indeling van Johansen (1988) stellen Vessy en Sravanapudi

(1995) een andere verdeling voor. Zij benadrukken specifieke werkgroepen en in het

bijzonder het support aspect van CSCW. Deze onderverdeling bestaat uit drie delen. In figuur

5 wordt de onderverdeling weergegeven (Vessy en Sravanapudi, 1995). De eerste vorm van

support die noodzakelijk is, is degene om een specifieke taak te kunnen uitvoeren. Vesy en

Sravanapudi noemen dit taskware. Deze support is specifiek en kan niet voor andere taken

worden gebruikt. De volgende vorm van support is deze om als groep naar een

gemeenschappelijk doel samen te werken. Een voorwaarde is dat iedereen vertrekt met

dezelfde, gedeelde informatie of data. Het delen van informatie binnenin de groep staat hier

centraal. Dit is teamware. De laatste vorm van support is groupware. Hier communiceren de

leden van de groep met elkaar op een meer expliciete manier, bijvoorbeeld door het versturen

van berichten en niet op een impliciete wijze zoals door hun werk. Deze vorm van support

focust zich op taken onafhankelijk van een bepaalde taak. Een e-maildienst of een kalender

zijn hier voorbeelden van. Taskware helpt bij de uitvoering van een welbepaalde, specifieke

taak, team- en groupware daarentegen ondersteunen de taken die als groep worden

uitgevoerd. Minerva kent geen taskware. Als teamware is er bijvoorbeeld het forum en de

wiki. Deze zijn vakgebonden en laten de gebruikers toe aan een bepaalde taak te werken en

informatie te delen. Er zijn ook vormen van groupware terug te vinden bij Minerva. De

agenda is hiervan een voorbeeld. Er wordt ook een e-mailfunctie aangeboden: Horde. Deze

functie valt echter buiten het Minervaplatform. De e-mailadressen worden wel weergeven op

Minerva en voor sommige functies is de e-maildienst verbonden met Minerva. Dit is het geval

bij het signaleren van forumdiscussies en aankondigingen.

Margherita en Secundo (2011, zie figuur 6) benaderen het samenwerken en het verspreiden

van informatie vanuit een bedrijfsstandpunt. Zij beschrijven de stakeholders als personen of

groepen die bijdragen tot het creëren van een meerwaarde en het uitvoeren van dergelijke

activiteiten. Zij zijn degene die er uiteindelijk voordeel uithalen of mogelijks de risico‟s

dragen. Het creëren van meerwaarde noemen zij corporate learning. Om dit proces te

analyseren, focussen Margherita en Secundo (2011) zich op drie variabelen: focus, scope, en

de graad van interconnectie. Met focus verwijzen Margherita en Secundo (2011) naar de

Figuur 5: Levels van support (Vessy en

Sravanapudi, 1995, p. 87).

Page 21: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

14

strategische of inhoudelijke breedte van het leren. Deze kan gaan van het aanleren of trainen

van specifieke kennis of vaardigheden tot een brede focus waar allerhande zaken aan bod

komen. Het tweede aspect is de scope. Hiermee wordt de fysische breedte bedoeld. Bij scope

wordt er gekeken wie er allemaal betrokken is bij het leerproces. Zijn het enkel werknemers

van één of van meerdere vestigingen, of ook klanten en leveranciers? De derde variabele is de

graad van interconnectie. Die verwijst naar de graad van wederzijdse communicatie tussen de

actoren en de gebruikte tools. Deze drie variabelen worden vervolgens op twee assen

geplaatst. Hierdoor verkrijgt men vier archetypes: een trainingsonderdeel, een e-learning

platform, de corperate university en als laatste de stakeholder university. Een brede scope

betekent dat een publiek bestaande uit mensen met zeer verschillende achtergronden aan het

proces deelnemen. Niet enkel werknemers maar ook mensen buiten het bedrijf krijgen de

kans om bij te leren en kennis te delen. Een hoge graad van interconnectie wordt gekenmerkt

door het gebruik van specifieke technologie om het leren te ondersteunen waardoor de

gebruikers zowel onderling als met de lesgever in contact kunnen staan, zoals chatfuncties,

fora, wiki‟s en mailsystemen. Natuurlijk kan deze classificatie ook buiten de bedrijfscontext

worden toegepast. Het is perfect mogelijk deze aan te wenden in een academische context.

Het boeiende van deze onderverdeling is dat men hier niet alleen kijkt naar de gebruikte tools

of systemen maar dat men ook aandacht heeft voor wie er precies aanwezig is tijdens het

leerproces (de scope) en wat er precies geleerd en aangeboden wordt (de focus). Daarom

analyseren we Minerva aan de hand van de hierboven aangehaalde criteria.

Minerva beoogt in eerste instantie de studenten informatie te verschaffen over de vakken

waarvoor ze zijn ingeschreven. Het doel is de student te ondersteunen door het beschikbaar

stellen van lesmateriaal zoals bijvoorbeeld slides en tekstdocumenten, en de titularissen de

mogelijkheid te geven om berichten te verspreiden. Daarnaast is er ook een forum waarop

Figuur 6: Focus, scope en interconnectie (Margherita en Secundo 2011, p. 180)

Page 22: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

15

studenten vragen en opmerkingen kunnen posten. Het is eveneens mogelijk om via Curios

testen af te nemen. We kunnen dus stellen dat de focus van Minerva breed is. De scope van

Minerva is duidelijk begrensd. Enkel studenten ingeschreven aan de universiteit, titularissen

en administratieve medewerkers krijgen een Minerva-account. Voor anderen bestaat er, zoals

eerder aangehaald, Zephyr. De gebruikers kunnen via Minerva op verschillende manieren in

contact staan: met elkaar en/of met de titularissen. Zo zijn er bijvoorbeeld de aankondigingen

en het forum. Ook wordt een e-mailadres getoond waarop de gebruiker bereikbaar is. We

kunnen stellen dat Minerva een middelmatige graad van interconnectie heeft. Niet alle

huidige technologische mogelijkheden worden aangeboden om in contact te staan met andere

gebruikers. Videoconferentie of het synchroon samenwerken zoals mogelijk bij skydrive of

docs.google, zijn bijvoorbeeld niet mogelijk. Andere functies zoals de chatfunctie worden dan

weer nauwelijks gebruikt.

Nu er een duidelijk beeld is geschetst van wat CSCW is en hoe men CSCW kan onderzoeken,

wordt er gekeken naar wat er in de literatuur is verschenen in verband met de vereisten van

CSCW, wat de adoptie van CSCW kenmerkt, welke problemen er moeten overwonnen

worden en welke aspecten extra aandacht verdienen. Iqbal et al. (2003) stellen enkele

vereisten van een goedwerkende CSCW voorop: het moet informatie beschikbaar stellen en

ondersteuning geven aan de activiteiten van de gebruiker, zoals de mogelijkheid om

synchroon samen te werken vanop verschillende plaatsen. Gebruikers moeten in staat zijn het

systeem naar hun voorkeuren aan te passen. Er moet ook voldoende informatie beschikbaar

zijn zodat de gebruikers weten wat ze met het systeem kunnen doen en waar ze terecht

kunnen wanneer ze vragen hebben. Ook andere onderzoeken wijzen op het belang van

informatie over het systeem zelf. Bjørn et al. (2006) halen in hun onderzoek naar de adoptie

van groupware systemen aan dat de adoptie afhangt van drie zaken. De eerste is informatie.

De gebruikers moeten voldoende geïnformeerd zijn over de mogelijkheden van technologie.

De tweede stap is dat de gebruiker tijdens het gebruik begeleid wordt. Als laatste stap stellen

Bjørn et al. (2006) dat bij een volledige adoptie de gebruikers zich verbonden moeten voelen

met het systeem. De adoptie wordt naast technologische factoren ook beïnvloed door sociale

factoren (Lyytinen, Ngwenyama, 1997). Eén van die sociale factoren is de rol van de

lesgever. Johnson en Johnson (1984, in Collis, 1994) geven hiervan enkele voorbeelden:

- De lesgever moet op een duidelijke manier het doel aangeven waarnaar de

groepsleden moeten werken.

- Hij bepaalt de grootte van de groepen en de rollen die leden op zich nemen.

- Het is de taak van de leerkracht om de groep uit te leggen hoe ze moet

samenwerken.

- Wanneer nodig moet hij tussenkomen en informatie verstrekken.

Page 23: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

16

- Het is waardevol om achteraf zowel het groepsresultaat, als de manier van

samenwerken van de groepsleden te evalueren.

Johnson en Jonhson (1984, in Collis, 1994) benadrukken ook dat de ingesteldheid van de

groepsleden essentieel is voor het slagen van een groepsopdracht. Als technologische factoren

halen Bjørn et al. (2006) aan dat CSCW het systeem de mogelijkheid moet bieden tot het

delen en bewaren van informatie. Een ander belangrijk aspect is dat andere gebruikers

hetzelfde mentale model dienen te hanteren (Kelly et al., 2010; Olson en Olson, 2000). Hier

speelt bijvoorbeeld de structuur van de mappen en de voorkennis van de gebruikte

technologie een rol. Bälter (2000) haalt aan dat gebruikers voldoende tijd moeten krijgen om

het nieuwe systeem te leren gebruiken, anders bestaat de kans dat ze afhaken en dan vallen ze

veelal terug op oudere, meer vertrouwde systemen. Daarnaast moet er ook constant

begeleiding zijn, niet alleen tijdens de introductie (Darr, 1996). Voorbeelden hiervan zijn een

maandelijkse nieuwsbrief of een FAQ-lijst waar de gebruikers extra informatie kunnen vinden

of op de hoogte worden gehouden van nieuwe mogelijkheden van de technologie.

Ljungberg (1999) geeft aan dat de meeste communicatietechnologieën vertrekken van een

binaire stelling: ofwel is de gebruiker beschikbaar en wil hij informatie ontvangen ofwel wil

hij niet beschikbaar zijn. Uit empirisch onderzoek (Ljungberg, 1996) blijkt echter dat dit geen

juiste veronderstelling is. Gebruikers worden geconfronteerd met wat Ljungberg (1999) het

communicatieprobleem noemt. Dit probleem bestaat uit twee veronderstellingen. De eerste

behandelt het feit dat de gebruiker van CSCW nuttige informatie niet ontvangt wanneer hij

niet verbonden is met het systeem. Hierdoor loopt hij de kans belangrijke informatie te

missen, wat allerhande negatieve gevolgen kan hebben. Daartegenover staat dat wanneer men

constant met het systeem is verbonden, de kans bestaat dat men telkens geconfronteerd wordt

met nutteloze en irrelevante informatie. Een manier om dit probleem deels op te lossen is de

gebruiker de mogelijkheid te geven om op een efficiënte manier relevante van overbodige

informatie te onderscheiden. In dit rapport zal er dan ook naar zo‟n mogelijkheden worden

gezocht.

4.4. User-Centered Design en Usability

Een essentiële vraag binnen HCI is hoe mensen met computersystemen werken en hoe deze

gebruiksvriendelijker kunnen worden gemaakt (Hornæk, 2006). Daarom behandelen we naast

CSCW in dit rapport ook User-centered design. Die vraag leidt automatisch naar onderzoek

waar de gebruiker een centrale rol krijgt. User-centered design (UCD) is een invalshoek die

processen beschrijft waar gebruikers mee het design beïnvloeden (Abras et al., 2004).

Page 24: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

17

Usability is een vaak gebruikte term binnen HCI en UCD in het bijzonder (Hornbæk, 2006).

Vele onderzoeken (onder andere Tezza et al., 2011; Wania et al., 2006; Bowman, 2002)

benadrukken bijvoorbeeld het feit dat een systeem usable moet zijn. Omdat we usability niet

zo maar kunnen vertalen door gebruiksvriendelijkheid zullen we de Engelse term blijven

gebruiken. Voor veel auteurs (zie infra) betekent het immers meer dan louter en alleen

gebruiksvriendelijkheid. Daarom geven we eerst een kort overzicht van wat er onder usability

kan worden verstaan.

Usability is …

“ … is the ultimate quality factor for the software architecture” (Seffah et al. 2008. In

Oztekin et al., 2009, p. 2038).

“… the effectiveness, efficiency, and satisfaction with which speficied users can achieve

goals in particular environments “ (ISO 9241-11, 1998, p. 2 geciteerd in Hornbaek, 2006 , p.

79).

Zoals Bevan (2001) aangeeft, heeft de International Organisation for Standardization (ISO)

verschillende definities voor usability. De ISO 9241-11 definieert usability als: the extent to

which a product can be used by specified users to achieve specified goals with effectiveness,

effciency and satisfaction in a specified context of use. ISO 9126 die software product

evaluatie behandelt, beschrijft usability als: a set of attributes that bear on the effort needed

for use, and on the individual assessment of such use, by a stated or implied set of users.

Soms wordt de term quality of use gebruikt als synoniem. Bevan (2001) wijt de vele definities

van usability en hun onderlinge verschillen aan het feit dat de betekenis kan verschillen

naargelang de context of use (zie infra).

Maguire (2001) haalt enkele voordelen van een gebruiksvriendelijk systeem aan. Als eerste

voordeel haalt hij aan dat het de productiviteit verhoogt. De gebruiker zal taken sneller

kunnen uitvoeren. Bij een gebruiksvriendelijk systeem zal de gebruiker zich eerder

concentreren op de opdracht dan op de tool waarmee hij de opdracht uitvoert. Een tweede

voordeel is dat het het aantal menselijke fouten naar beneden haalt (Kesseler en Knapen,

2006). Als derde voordeel ziet Maguire (2001) dat de leertijd korter zal worden en dat de

gebruiker minder begeleiding nodig zal hebben. Abras et al., (2004) stellen dat UCD leidt tot

effectievere, efficiëntere en veiligere producten. Tezza et al. (2011) stellen dat gebruikers

geen websites lezen die niet gebruiksvriendelijk zijn. Hierdoor kan informatie verloren gaan.

Zo moet er bijvoorbeeld ook aandacht besteed worden aan het navigatiesysteem, anders

Page 25: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

18

bestaat de kans dat surfers verloren lopen tijdens het bezoeken van verschillende pagina‟s.

Hierdoor loopt de interactie tussen site en gebruiker fout (Goto en Cotler, 2005).

Hornbæk (2006) argumenteert dat men usability op zich niet kan testen, enkel de

verschillende kenmerken ervan. Veel auteurs (Gena en Weibelahl, 2007; Frøkjær, 2000;

Maguire, 2001; ISO 9241) stellen dat er drie belangrijke kenmerken zijn in het usability

onderzoek: efficiëntie, effectiviteit en waardering (satisfaction). Effectiviteit is de

accuraatheid en de volledigheid waarmee de gebruiker een bepaalde opdracht uitvoert

(Frøkjær, 2000). Efficiëntie wordt beschreven als de relatie tussen enerzijds de volledigheid

en de accuraatheid en anderzijds de tijd die de gebruiker nodig heeft om te leren werken met

het programma of de site, en de tijd nodig om de opdracht uit te voeren (Frøkjær et al., 2000).

Het is met andere woorden de tijd die iemand nodig heeft om een bepaalde taak correct uit te

voeren (Maguire, 2001). Waardering uit zich in de positieve gevoelens van de gebruiker

tijdens en na het gebruik. Die waardering kan op verschillende wijzen gemeten worden

(Tractinsky et al., 2000). Nielsen en Levy (1994) vonden een relatie tussen efficiëntie en

waardering. Toch gaven ze zelf al aan dat men niet altijd van deze correlatie mag uitgaan.

Frøkjær et al. (2000) onderzochten de relatie tussen efficiëntie en effectiviteit, en vonden dat

er nauwelijks of geen correlatie was. Wanneer er toch enige correlatie werd gevonden, was

die zo zwak dat ze geen enkele relevantie had voor het gebruik in de praktijk en men er geen

rekening mee moest houden. Andere onderzoekers (Hassenzhal et al., 2000; Tractinsky et al.,

2000) stellen dat er ook met andere aspecten rekening moet worden gehouden, zoals

bijvoorbeeld de hedonische. Dit zijn aspecten die geen duidelijke relatie hebben met de

manier waarop de gebruiker de taken uitvoert, zoals: originaliteit, innovativiteit en

schoonheid van het systeem.

Uit de definities wordt duidelijk dat er nog andere zaken een bijzondere rol in het usability

verhaal spelen. Ten eerste is er het product. Dit is hetgeen wat onderzocht wordt. Het

onderzoeksveld van usability is zeer ruim; dus alle mogelijke producten vallen hieronder: een

website, een Iphone app, een stofzuiger, een overheidsdienst, een schroevendraaier, … . Ten

tweede is er de specifieke gebruiker van wie er verwacht wordt dat hij/zij het product

gebruikt. Ten derde is er de context van het gebruik. Hier heeft men aandacht voor de plaats

waar het product gebruikt wordt. Bijvoorbeeld: wordt de tablet gebruikt op een werf door

arbeiders die handschoenen dragen of in een schoonheidssalon waar de gebruiker veelal lange

nagels heeft? Ook het ISO zag dat het gebruik van een product verschilt naargelang de

context. Daarom schreef het verschillende normen uit naargelang de context: bijvoorbeeld

ISO 20282-1 voor producten voor alledaags gebruik, ISO 9126-4 voor software-ontwikkeling.

Page 26: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

19

4.5. Online Leerplatform en Forum

Nu we het brede veld van CSCW, UCD en usability hebben belicht, lijkt het ons nuttig om

enkele aspecten aan te raken die eigen zijn aan online leerplatformen. Zo wijzen Gabbard et

al. (1999) op de invloed van UCD bij het ontwikkelen van virtuele omgevingen.

4.5.1. Online Leerplatform

Online leren is wanneer mensen aan de hand van communicatietechnologie in contact staan

met elkaar en met informatie met als doel te leren (Abdul-Kader, 2011). Beatty en Ulasewicz

(2006) benadrukken het feit dat de interface zeer belangrijk is bij de ontwikkeling van online

leerplatformen. De link tussen de realiteit en het virtuele moet steeds behouden blijven. Bjørn

et al. (2006) stellen dan ook dat de technologie moet worden afgestemd op de lokale noden en

de lokaal specifieke manier van werken die de gebruikers hanteren. Studenten worden online

geconfronteerd met zeer veel verschillende documenten en allerhande informatie. Ze volgen

bijvoorbeeld verschillende vakken, soms over studiejaren heen. Ook lijken vakken soms

nogal wat op elkaar, zowel qua naam als qua inhoud. Yu et al. (2010) wijzen erop dat het

overzicht steeds bewaard moet blijven. Sinclair en Beverly (1989) argumenteren dat

studenten de mogelijkheid moeten krijgen om elkaar te onderwijzen. Er moet een virtuele

plaats zijn waar studenten elkaar vragen kunnen stellen en waar er gediscussieerd kan

worden. Een perfect middel hiervoor is het forum. Wanneer iemand uitleg moet geven, treedt

er een hogere graad van verantwoordelijkheid op. Hierdoor wordt de kennis die eerder werd

opgedaan door de student versterkt (Yu et al., 2010). Aansluitend merken Karaoğlan en Ertaul

(2010) op dat het belangrijk is dat tijdens het gebruik van online leersystemen de leerkracht

voldoende feedback geeft en de studenten controleert op het gebruik ervan. Zo kunnen fouten

meteen worden bijgestuurd. Dit valt grotendeels samen met de rol van de lesgever zoals

gesteld door Johnson en Johnson (1984, in Collis, 1994). Andere onderzoeken (Weyers et al.

2011; Kelly et al., 2010) toonden aan dat wanneer studenten de kans krijgen om samen te

werken, ze meer gemotiveerd zijn. Abdul-Kader (2011) geeft aan dat het systeem op een

duidelijke manier moet tonen op welke wijzen er gecommuniceerd kan worden.

De mogelijke nadelen van online leerplatformen mogen ook niet genegeerd worden. Zo wijst

bijvoorbeeld Selwyn (2007) op het gevaar dat het gebruik van informatie en

communicatietechnologie in het hoger onderwijs kan leiden tot de depersonalisering van

zowel de lesgever als de student. Het gebruik van de technologie wordt beperkt door de

creativiteit van de gebruiker (Karaoğlan en Ertaul, 2010). Daarom moet het voor de gebruiker

Page 27: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

20

duidelijk zijn wat het systeem allemaal kan (Kelly, et al., 2010). Bälter (2000) geeft aan dat

men voldoende moet communiceren over de veranderingen. Wanneer het niet duidelijk is wat

men mag verwachten, bestaat de kans dat mensen zich te kritisch opstellen ten opzichte van

het systeem.

4.5.2. Forum

Zoals hierboven reeds aangehaald is het forum een dankbaar middel om studenten te laten

samenwerken. Het forum is, samen met de e-mail, één van de bekendste CSCW toepassingen.

Verschillende onderzoekers promoten het gebruik van het forum. Huang et al. (2011) en

Marije et al. (2008) geven bijvoorbeeld aan dat het veelvuldig gebruik van een forum leidt tot

beter kunnen argumenteren. Daarom behandelen we hier kort wat er in de literatuur

verschenen is over fora en welke aanbevelingen er worden gedaan.

Hieronder wordt een voorbeeld getoond hoe het forum kan worden geclassificeerd.

Op een forum wordt online informatie gedeeld (Huang et al. 2011). Er wordt

gecommuniceerd tussen verschillende gebruikers, los van de tijd of plaats waar de

forumbezoeker zich bevindt. Een andere eigenschap van een forum is dat het in groep

gebeurt. Een groep mensen krijgt toegang om berichten, foto‟s, video‟s, links, … te lezen die

anderen gepost hebben of om ze zelf te posten. Bjørn et al. (2006) zien het forum als een

middel om sociaal contact tussen personen die samenwerken te bevorderen. Caballe en

Feldman (2008) werkten enkele voorstellen uit die forumgebruik kunnen verbeteren. Ze

merkten op dat gebruik van labels of tags voor een duidelijke structuur zorgen. Enkele van

deze labels zijn: een vraag naar informatie, notities, een mening, een vraag om samenwerken.

Het doel van deze labels is de grote hoeveelheid van informatie die op een forum te vinden is

te classificeren en zo structuur te geven aan het forum. Verschillende onderzoeken (Bjørn et

al. 2006; Huang et al. 2011) geven aan dat de structuur van een forum belangrijk is. Een

ander voorstel van Caballe en Feldman (2008) is een stemsysteem. Hier kunnen de

Figuur 7: Classificatie van forum (Penichet et al., 2006, p. 216).

Page 28: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

21

deelnemers van de discussie antwoorden beoordelen. Het doel hiervan is dat tijdens de

discussie duidelijk wordt welk antwoord de voorkeur krijgt van de forumgebruikers. Zo wordt

op een eenvoudige wijze de mening van de groep kenbaar en zien de andere forumbezoekers

op een duidelijke manier wat de andere bezoekers denken zonder alle berichten te moeten

lezen. Deze werkwijze zorgt er tevens voor dat een gebruiker heel snel zijn appreciatie kan

tonen zonder een bericht te moeten tikken. Dit verlaagt ook de drempel om een bijdrage te

leveren aan het forum. Een bijkomend voordeel is dat het juiste antwoord niet eindeloos

wordt herhaald. Deze zaken zijn belangrijk in de consensusfase in een discussie (zie supra).

Om een forum succesvol te laten worden, moet men er niet alleen voor zorgen dat zoveel

mogelijk mensen de kans krijgen om bijdragen te leveren, maar ook dat de gebruikers het nut

van het forum inzien. Cockburn en Thimbley (1993, p. 216) wijzen immers op het feit dat

wanneer iemand extra werk verricht door veel bijdragen te leveren aan het systeem hij er zelf

ook voordeel uit moet halen, “all additional work must be motivated by personal benefit”.

Wanneer een persoon extra werk moet leveren waarvan enkel anderen profijt hebben,

bijvoorbeeld door extra materiaal online te posten, agenda aan te vullen, zal de persoon het

werk minder goed doen wat op zijn beurt negatieve gevolgen heeft voor systeem (Marshak et

al., 1996).

Naast het gebruik van fora, raken we kort het mindmapping systeem aan. Dit is een vaak

gebruikte tool bij brainstormsessies. Hier worden ideeën grafisch met elkaar verbonden zodat

een web ontstaat. Er bestaan ook tal van varianten zoals de collaborative whiteboards. Deze

laten de gebruiker toe op een minder gestructureerde manier ideeën te verzamelen. Prante et

al. (2002) verklaren de populariteit van mindmaps doordat men gedwongen wordt de vele

voorstellen en gedachten op een structurele en een overzichtelijke manier weer te geven. Een

belangrijke technologische vraag is hier: kunnen verschillende mensen op hetzelfde moment

samenwerken en wijzigingen aanbrengen? Momenteel biedt Minerva geen functie aan die

mindmapping mogelijk maakt.

Page 29: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

22

Hoofdstuk 5 Methodologie

In dit hoofdstuk beschrijven we de technieken en methoden die werden gehanteerd om

Minerva en de gebruiker te onderzoeken. Verschillende auteurs wijzen op het nut van het

combineren van verschillende technieken (Lazar, 2001; Gabbard et al., 1999; Nielsen, 1994;

Rubin, 1994). Daarom beperken we ons in dit onderzoek niet tot één onderzoeksmethode. In

het bijzonder laten we ons inspireren door HCI. We kiezen voor methoden die de gebruiker

steeds zoveel mogelijk betrekken bij het onderzoek. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit twee

delen. Het eerste deel bespreekt wat er over de gebruikte technieken in de literatuur

verschenen is. De manier waarop de technieken en methoden concreet in dit rapport werden

toegepast, wordt in het tweede deel besproken.

5.1. Bespreking van de gebruikte technieken

5.1.1. Survey

Het is belangrijk om een duidelijk beeld te krijgen wie de eigenlijke gebruiker precies is. Om

dit beeld te kunnen vormen, werden twee methodes toegepast. Er werd een survey afgenomen

en er werden dagboeken verdeeld.

Een survey is een vragenlijst die aan een groep respondenten wordt gegeven. De vragenlijst is

veelal op papier of online. Soms wordt deze ook per telefoon afgenomen. Deze methode laat

toe grote groepen mensen te bevragen zonder al te zware kosten te moeten maken (Battleson

et al. 2001). Het gemis van persoonlijk contact met de gebruiker door de online survey kan

worden opgevangen door interviews of gebruikerstesten waar de gebruiker wel persoonlijk

wordt bevraagd. Een survey wordt veelal gebruikt om algemene informatie te verzamelen, die

dan de basis vormt voor verder onderzoek (Gena en Weibelzahl, 2007). Schleyer en Forrest

(2000) wijzen erop dat de vragenlijst altijd moet worden getest. Er moet worden gekeken of

de respondenten wel alle vragen begrijpen. Er zijn ook nadelen verbonden aan de survey.

Gena en Weibelzahl (2007) geven aan dat de onderzoeker minder controle heeft over wie de

vragenlijst invult wanneer die online wordt afgenomen. Bovendien kan de onderzoeker geen

hulp bieden en moeten de vragen dus duidelijk verwoord zijn. Daarnaast laat de survey ook

niet toe om erg gedetailleerde of persoonlijke informatie te vragen (Alcorn & Anderson,

2008).

Page 30: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

23

5.1.2. Dagboek

Het dagboek is een zelfrapporteringsmethode die toelaat het gedrag van de gebruiker

gedurende een bepaalde periode te registreren (Mattila et al. 2008; Maguire, 2001, Stinson et

al. 2006). Er wordt aan de respondent gevraagd dagelijks/wekelijks zijn activiteiten,

handelingen of gevoelens bij te houden (Colbert, 2002). Een dagboek kent geen vaste

structuur, het kan bestaan uit meerkeuzevragen, open vragen, … (Palen en Salzman, 2002;

Poulson et al., 1996). In ongestructureerde dagboeken worden open vragen gesteld en krijgt

de respondent meer vrijheid om over zijn ervaringen te schrijven of te vertellen. Yau et al.

(2010) beschrijven een aantal voordelen van het dagboek: het is een eenvoudige methode, de

gebruiker heeft veelal weinig hulp nodig om een dagboek in te vullen. Ook is de onderzoeker

hierdoor minder afhankelijk van het geheugen van de respondent.

5.1.3. Persona

Aan de hand van de informatie verzameld met de survey en de dagboeken werden twee

personae opgesteld. Verschillende onderzoeken, auteurs en sites 4 (Krug, 2006; Cooper, 2004)

benadrukken dat een beeld van de gebruiker waardevol is bij de ontwikkeling van nieuwe

producten of bij de aanpassing ervan. Personae of archetypes zijn theoretische voorstellingen

van de eigenlijke gebruiker (Cooper, 2004). Ze zijn een middel om de noden van de gebruiker

te representeren (Maguire, 2001). Cooper (2004) beschrijft personae als een manier om de

gebruiker te betrekken bij het design proces zonder hem direct te betrekken bij het uitwerken

van oplossingen. Zo worden de belangrijkste en meest relevante eigenschappen weergegeven

en geconcretiseerd (Sinha, 2003). Zo wordt ook een beeld geschetst van wat de gebruiker wil

bereiken (Stickdorn en Schneider, 2010; Cooper, 2004). Mogelijke design oplossingen

worden dan afgetoetst bij de verschillende personae. Het voordeel van personae is dat ze

concreter en dus bruikbaarder zijn dan vage gebruikersprofielen (De Marez, 2010). Vyas et al.

(2006) stellen dat personae een vaak gebruikte techniek is bij CSCW en HCI. Grundin en

Pruitt (2002) benadrukken het belang dat personae gebaseerd moeten zijn op representatieve

gebruikers. Zo krijgen de ontwerpers een bruikbaar beeld over de leefwereld van de gebruiker

(Pruitt en Adlin, 2006). Daarom is het essentieel dat er een vooronderzoek wordt uitgevoerd.

Verschillende auteurs delen het opstellen van personae op in verschillende fases (Goodwin,

2001; Pruitt en Adlin, 2006). Eerst worden de doelgroepen bepaald en de gebruikers

bestudeerd. Dit kan aan de hand van veldstudies, surveys, dagstudies, … (Vyas et al. 2006).

4 Zie bijvoorbeeld: usability.gov, www.usabilityfirst.com en www.uie.com

Page 31: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

24

Vervolgens wordt er gezocht naar verschillen tussen de gebruikers. Wanneer deze verschillen

relevant zijn, worden die opgehangen aan de verschillende gebruikersprofielen. Zo ontstaan

realistische en bruikbare personae. Binnenin de persona worden de eigenschappen

gerangschikt naargelang ze relevant zijn voor het design. Goodwin (2001) en Cooper (1999)

benadrukken dat alles met data moet worden ondersteund. Wanneer er teruggegrepen wordt

naar buikgevoel en veronderstellingen krijgt men vaak een vertekend of stereotiep beeld over

wie de gebruiker precies is.

In dit rapport worden positieve personae gecreëerd, dit zijn personae waarmee rekening moet

worden gehouden tijdens het designproces (Cooper, 2004). Het nieuwe design moet dan

oplossingen bieden voor de problemen van de positieve personae.

Voor Cooper (2004) zijn twee vragen essentieel: Wie is de gebruiker en wat wil hij doen.

Cooper (2004) stelt dat de gebruiker vaak wordt benaderd als een elastische gebruiker. Het is

een gebruiker die bijvoorbeeld de ene keer een getrainde computergebruiker is en een notie

van programmeren heeft. Maar later in het ontwikkelingsproces wordt hij benaderd als een

beginneling die zoveel mogelijk hulp nodig heeft. Het is een denkbeeldige gebruiker die zich

op een bepaald moment aan de noden en de wensen van de ontwikkelaars aanpast. Net zoals

de gebruiker die zich strekt en plooit om zich aan te passen aan een situatie, zo past het

product zich dan ook aan aan de noden van de gebruiker. Cooper (2004) argumenteert dat die

elastische gebruiker niet bestaat. Juist daarom moet er een duidelijk beeld zijn van wie de

gebruiker is en de persona is daarvoor de perfecte tool.

5.1.4. Heuristieke evaluatie

Dankzij de survey en de dagboeken kregen we een beter beeld over wie de gebruiker precies

is. Met de volgende methode zetten we een stap verder en beginnen we met het eigenlijke

bestuderen van Minerva. In dit rapport zullen we ons focussen op de effectiviteit en in

beperkte mate ook op de waardering van Minerva.

Er bestaan verschillende technieken om de usability te testen (Battleson et al., 2001; Nielsen,

1993). Hom (1998) deelt ze in drie groepen in: inquiry, inspection en testing. Met inquiry

wordt er bij de gebruikers specifieke informatie over een site verzameld. Voorbeelden zijn:

focusgroepen, interviews, surveys en dagboeken. In dit onderzoek gebruiken we, zoals

hierboven reeds aangehaald, de survey en de dagboekstudie. Bij de inspectiemethoden zijn de

cognitive walkthrough (CW) en heuristieke evaluatie één van de bekendste (Nielsen, 1993).

Bij CW stellen de onderzoekers zich in de plaats van de gebruiker wanneer ze verschillende

opdrachten uitvoeren op de site (Wharton et al., 1992). Omdat we in dit onderzoek Minerva

Page 32: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

25

aan een heuristieke evaluatie zullen onderwerpen, wordt deze techniek in detail besproken.

De gebruikerstesten worden verder in puntje 5.1.5 besproken.

Nielsen en Molich (1990, p. 249) stellen dat “heuristic evaluation is done by looking at an

interface and trying to come up with an opinion about what is good and bad about the

interface.” Meestal wordt bij deze methode aan enkele experts gevraagd een interface te

evalueren. Verschillende onderzoekers (Bowman et al., 2002; Gabbard et al., 1999) merken

op dat deze methode zeer geschikt is om minder voor de hand liggende problemen op te

sporen. Nielsen en Molich (1990) toonden aan dat één enkele expert zelden alle fouten kan

opsporen. Bovendien bekijkt elke expert de interface met zijn persoonlijke specifieke

achtergrond. Veelal wordt er op voorhand een checklist opgesteld. Dit is niet alleen

noodzakelijk voor mensen die het niet gewoon zijn om te evalueren maar ook voor experts

(Nielsen, 1992). Molich en Nielsen (1990) stelden een lijst samen van negen kenmerken

waaraan een interface moet voldoen. Zelf geven ze aan dat dit eerder vuistregels zijn dan

usability wetten waar nooit van mag worden afgeweken. Later wijzigde Nielsen (1994, 2005)

deze lijst en vulde hij hem verder aan met een extra kenmerk. Sommige van deze heuristieken

werden ook aangehaald tijdens het overzicht CSCW. De tien usabiltiy heuristieken volgens

Molich en Nielsen (1990) en Nielsen (1994, 2005) zijn:

(1) Zichtbaarheid van de status van het systeem. Het systeem moet de gebruiker op ieder

moment informeren van wat er gebeurt of welke acties er kunnen gebeuren aan de hand van

feedback binnen een redelijke tijdsspanne.

(2) Link tussen het systeem en de realiteit. Het systeem moet de taal van de gebruiker

spreken, dit betekent bijvoorbeeld een woordenschat aangepast aan het opleidingsniveau van

de gebruiker. Het systeem moet conventies respecteren die ook in de realiteit gelden.

(3) Controle van de gebruiker. Het systeem moet de gebruiker toelaten gemaakte fouten te

herstellen. Ook wanneer de gebruiker een verkeerde optie heeft aangeklikt, moet er steeds een

uitweg zijn om het systeem te verlaten.

(4) Consistentie. Verschillende woorden, knoppen of symbolen mogen niet dezelfde betekenis

hebben. Het omgekeerde is ook problematisch, bijvoorbeeld wanneer hetzelfde icoontje

gebruikt wordt voor verschillende zaken.

(5) Voorkom fouten. Het systeem moet zo worden opgebouwd dat mogelijke fouten door de

gebruiker kunnen worden vermeden, bijvoorbeeld door het ingeven van lange cijferreeksen

zoals bankrekeningen of telefoonnummers niet steeds opnieuw te moeten herhalen.

(6) Beperk het aantal zaken die de gebruiker moet onthouden. Elementen moeten herkenbaar

zijn zodat de gebruiker het systeem niet vanbuiten moet kennen. Representatieve iconen met

een label kunnen het geheugen van de gebruiker ondersteunen maar eisen niet dat hij er de

betekenis van onthoudt.

Page 33: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

26

(7) Efficiëntie. Het systeem moet ervaren gebruikers toelaten bepaalde acties of processen

sneller te doorlopen. Dit is mogelijk door het gebruik van shortcuts en extra links.

(8) De interface mag niet overladen worden met overbodige informatie, anders wordt

relevante informatie weggedrongen en wordt die minder zichtbaar voor de gebruiker.

(9) Foutmeldingen moeten duidelijke informatie bevatten. Dit betekent niet alleen informatie

over wat er is fout gelopen maar ook wat de gebruiker moet doen om de fout te herstellen en

te voorkomen dat de fout zich in de toekomst zal herhalen.

(10) Hulp en documentatie. Indien de gebruiker met een probleem wordt geconfronteerd,

moet er hulp voorzien zijn. Dit kan onder de vorm van een helpdesk of het ter beschikking

stellen van documentatie zoals een handleiding. Deze documentatie moet duidelijke

instructies bevatten over hoe het probleem kan worden opgelost en moet tevens gemakkelijk

te vinden zijn.

Het is dan ook deze lijst die als uitgangspunt voor de evaluatie van Minerva zal worden

gebruikt. Vaak wordt in de evaluatie enkel gewezen op de problemen, zonder oplossingen aan

te reiken (Gabbard et al., 1999). In deze onderzoeksmethode worden geen gebruikers

betrokken. Alvorens we met de gebruikerstesten starten, krijgen we door deze methode al een

grondig beeld van wat de mogelijke problemen kunnen zijn die gebruikers kunnen ervaren.

5.1.5. Gebruikerstesten

Na de evaluatie betrekken we de gebruiker bij het onderzoek, dit gebeurt aan de hand van een

formele gebruikerstest. Rubin (1994) maakt een onderscheid tussen de verschillende

gebruikerstesten, dit afhankelijk van het doel en de fase van het ontwikkelingsproces waarin

het product zich bevindt. Hij onderscheidt de exploratory test, assessment test, validation of

verification test en comparison test. In dit rapport kiezen we voor de assessment test. Hier

wordt in tegenstelling tot een exploratory test een volledig werkend product getest. De

gebruiker voert taken uit in plaats van het systeem te bekijken. De klemtoon ligt hier op hoe

de gebruiker het product gebruikt. Bij een validation test worden er vooraf doelstellingen

bepaald, zoals “80% van de gebruikers moet opdracht A binnen de 5 minuten volbrengen”.

Dit werd hier niet gedaan. Bij een comparison test worden verschillende alternatieve designs

naast elkaar gelegd. Tijdens formele gebruikerstesten worden gebruikers geobserveerd tijdens

het gebruik (Krug, 2006; De Marez, 2010; Gena en Weibelzahl, 2007). Er wordt de gebruiker

gevraagd een aantal opdrachten uit te voeren terwijl hij geobserveerd wordt. Twee zaken

staan hier centraal: de gebruiker en de opdrachten. Beide moeten representatief zijn (Gena en

Weibelzahl, 2007; Bastien, 2010; Kujala en Kauppinen, 2004). Dit betekent dat de gebruikers

die getest worden dezelfde specifieke kenmerken moeten hebben als de normale gebruikers,

Page 34: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

27

bijvoorbeeld gelijkaardige achtergrondkennis of vertrouwdheid met bepaalde producten. Dit

geldt ook voor de opdrachten, die moeten dezelfde zijn als degene die de gebruiker

normalerwijs zou uitvoeren. Volgens Dumas en Redish (1993) hebben gebruikerstesten 5

kenmerken:

- Echte gebruikers betrekken bij het onderzoek.

- Gebruikers realistische taken geven om uit te voeren.

- Toelaten dat onderzoekers de handelingen van de gebruikers observeren.

- Toelaten dat de data worden geanalyseerd en op basis daarvan veranderingen

voorstellen.

- De gebruiksvriendelijkheid van een product verbeteren.

Battleson et al. (2001, p. 190) vatten deze methode kernachtig samen: “watching real users

perform real tasks”. Deze methode wordt als één van de beste methoden aanzien om de

problemen van de gebruikers te ontdekken (Rubin, 1994; Krug, 2006; Nielsen, 1992).

De formele gebruikerstest is een methode die afhangt van de context waarin hij gebruikt

wordt (Gabbard et al., 1999) en van welke gebruikers de onderzoekers selecteren. Daarom is

het aan te raden meerdere personen te testen. Nielsen en Landauer (1993) argumenteren dat 3

– 5 gebruikers reeds 80% van de problemen ontdekken. Ook ander onderzoek bevestigt deze

stelling (Virzi, 1992). Niet alle onderzoekers sluiten zich evenwel bij die veronderstelling aan.

Spool en Schroeder (2001) vonden dat men 13 respondenten nodig heeft om alle ernstige

fouten van een website te ontdekken. Ze verklaren dit hoge aantal omdat de gebruiker op een

website veel persoonlijke keuzes moet maken. Anderen stellen dat men moet blijven testen tot

er geen belangrijke fouten meer gevonden worden, tot met andere woorden een saturatiepunt

is bereikt (Rieman, 2003).

Een vaak gebruikte techniek bij gebruikerstesten is het thinking aloud protocol (Gena en

Weibelzahl, 2007; Abras et al., 2003). Dankzij het thinking aloud kan de onderzoeker weten

wat de respondent denkt en krijgt hij een beeld van het mentaal model van de gebruiker

(Battleson et al., 2001; De Marez, 2010). Sommige onderzoekers stellen een checklist op van

zaken waarop de onderzoekers moeten letten tijdens de uitvoering van een test (Ravden en

Johson, 1989). Rubin (1994) beschrijft enkele beperkingen die gebruikerstesten hebben:

- Ze gebeuren altijd op een artificiële manier. Hierdoor kan het testen op zich een

effect hebben op de resultaten. Gebruikers doen bijvoorbeeld veel langer hun best

om een oplossing te verzinnen of zijn veel aandachtiger.

- Testresultaten bewijzen ook niet dat een product werkt. Ze tonen enkel aan dat er

geen problemen gevonden werden.

Page 35: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

28

- De respondenten zijn nooit een volledige weerspiegeling van de gebruikersgroep.

Een ander punt van kritiek is, dat deze methode vaak teveel de nadruk legt op het uitvoeren

van taken en zo de context niet in rekening brengt (Lindholm, 2003). De vraag waarom

iemand een bepaalde taak wil uitvoeren, wordt dan over het hoofd gezien. Andere

onderzoeksvelden besteden hier wel aandacht aan zoals workplace studies (Luff et al., 2000).

5.1.6. Beperkingen

Verschillende onderzoekstechnieken werden hier niet toegepast. Een voorbeeld hiervan is

eye-tracking. Eye-tracking laat onder andere toe om nauwkeurig te volgen waarnaar de

respondent kijkt en hoelang hij naar een bepaald punt kijkt. Het is een vaak gebruikte

techniek bij HCI; bijvoorbeeld bij het testen van schermen voor personen die enkel via hun

ogen input kunnen ingeven (Hutchinson, 1989). Er zijn verschillende redenen waarom we niet

voor deze techniek gekozen hebben. In dit onderzoek willen we ons vooral focussen op de

inhoudelijke aspecten van Minerva en minder op het grafische. Door het wijzigen van

afbeeldingen of het kiezen voor andere kleuren kunnen de aandachtspunten van de respondent

snel veranderen, daarom is een eye-tracking onderzoek pas waardevol wanneer een product af

is. Daarnaast zijn er nog enkele redenen waarom we niet voor deze methode gekozen hebben.

Jacob en Karn (2003) halen enkele nadelen aan van eye-tracking. Het is zeer moeilijk om de

data die werden verkregen te interpreteren. Dezelfde gegevens kunnen leiden tot

verschillende conclusies. Daarnaast is het ook een dure methode en brengt het veel werk met

zich mee. Dit rapport behandelt niet de efficiëntie van Minerva. Dit wordt getest door middel

van performance measurement. Hier stelt men vooraf enkele criteria vast, bijvoorbeeld een

bepaalde tijd of het maximum aantal kliks waarin informatie moet worden gevonden. Het

uiteindelijke design moet dan voldoen aan deze vooraf bepaalde doelstellingen. In de context

van webdesign is performance measurement, net zoals eye-tracking, vooral geschikt wanneer

men zowel het oorspronkelijk design als het re-design wil testen. Dit is in dit onderzoek

helaas niet mogelijk. Het re-design wordt hier enkel getekend en niet gebouwd. Hierdoor is

testen onmogelijk. Afsluitend merken we op dat de esthetische kant van Minerva in dit

rapport niet grondig werd onderzocht. Het onderzoek van Tractinsky et al. (2000) bevestigde

de stelling dat de gebruiker een interface als gebruiksvriendelijker ervaart wanneer die

aantrekkelijk gevonden wordt.

We zijn er ons van bewust dat we met de gebruikte technieken niet alle problemen kunnen

opsporen. Dit is dan ook niet het doel van dit rapport. De bekende Pareto-regel wordt ook

gebruikt bij usability onderzoek (zie bijvoorbeeld Oztekin et al., 2011). Deze regel stelt dat

Page 36: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

29

80% van de problemen te wijten zijn aan 20% van de oorzaken. Hieruit leiden Oztekin et al.

(2011) af dat wanneer 20% van de ergste oorzaken wordt aangepakt, 80% van de problemen

wordt opgelost.

Afsluitend geven we hier een samenvatting van de gebruikte technieken op basis van het

classificatiemodel van Bowman et al. (2002). Het eerste kenmerk is het betrekken van

gebruikers. Er wordt gekeken of een bepaalde methode de gebruiker al dan niet betrekt tijdens

het onderzoek. Het tweede kenmerk is de context van evaluatie. Hier wordt er gekeken of

algemene aspecten worden bestudeerd of enkel een specifieke applicatie. Als laatste kenmerk

is er het type van resultaat, dit kan kwalitatief of kwantitatief zijn. Bowman et al. (2002)

kozen voor deze kenmerken omdat die antwoorden geven op de belangrijkste vragen: hoe

kunnen de resultaten worden toegepast, welke impact zal de evaluatie hebben en hoeveel zal

het kosten?

Figuur 8: Indeling technieken (gebaseerd op Bowman et al, 2002, p. 10).

5.2 Uitvoering van het onderzoek

5.2.1. Survey

Het doel van deze survey is om bepaalde trends die zich voordoen bij de Minerva-gebruiker

zichtbaar te maken. We willen met dit vooronderzoek hoofdzakelijk onze gebruikers beter

leren kennen zodat we er bij het selecteren van respondenten voor de dagboekstudie en de

gebruikerstest rekening mee kunnen houden.

Omdat deze survey werd afgenomen in een periode waarin studenten voortdurend surveys

moeten invullen, hebben we gekozen om deze survey zo kort mogelijk te houden. Dit

beïnvloedde uiteraard de keuze van vragen, het aantal vragen en de wijze waarop geantwoord

Page 37: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

30

kon worden. In totaal werden er 34 vragen gesteld, waarvan 33 meerkeuzevragen. De laatste

vraag was een open vraag waarin gepolst werd naar de suggesties van de respondenten. Voor

de meeste vragen werd er gekozen voor een ja/nee vraagstelling, en niet voor de tijdrovende

en meer complexe Lickert 7-punten schaal. Ook werden de respondenten gedwongen een

keuze te maken; er was geen “geen mening” mogelijk. Hierdoor werd het aantal mogelijke

antwoorden drastisch beperkt waardoor het invullen minder belastend werd en de invultijd

aanzienlijk ingekort werd. De gemiddelde invultijd van de survey bedroeg 4 minuten.

Het feit dat we met deze data geen statistische analyse uitvoeren en deze informatie enkel

gebruiken als kennismaking met de gebruiker, lijkt ons de gemaakte keuzes te rechtvaardigen.

De survey werd gemaakt met de site qualtrics.com en werd vervolgens online verspreid. De

volledige vragenlijst is terug te vinden in bijlage 1. De respondenten werden via Facebook en

via mail gecontacteerd. Van de 133 respondenten vulden in totaal 118 studenten de survey

volledig in. 35% van de ondervraagden was een man. Leeftijd was in deze survey geen

criteria. Wel werd er gekeken naar hoeveel jaar de student al Minerva gebruikt.

In deze survey werd een mix van bachelor en masterstudenten uit verschillende richtingen

bevraagd.

Figuur 9: Aantal jaar Minerva-gebruik van de respondenten.

Page 38: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

31

Figuur 10: Opleiding van de respondenten.

5.2.2. Dagboek

Omdat enkel een survey te beperkend zou zijn, werden er ook dagboeken verdeeld.

Dagboeken laten een onderzoeker toe gedetailleerde informatie over respondenten te

verzamelen. Door de combinatie van deze twee methoden werd het mogelijk om een

bruikbare personae op te stellen.

De dagboeken werden aan mensen gegeven met een duidelijk verschillend Minerva-profiel.

Ook werd er rekening gehouden met de verschillende richtingen en het geslacht: toegepaste

economische wetenschappen (2), rechten (2), communicatiewetenschappen (1),

handelsingenieur (1) en psychologie (1). En verschillende studiejaren: eerste bachelor (2),

derde bachelor (1) en master (4). Drie mannen en vier vrouwen.

Het dagboek werd in zwart-wit afgeprint en bestond uit 6 bladzijden: 1 voorblad, 4 bladzijden

met invulmogelijkheid voor 2 dagen per blad, en 1 pagina voor vrije opmerkingen. Bij de

verdeling van het dagboek werd gevraagd om 7 dagen lang het Minerva-gebruik bij te

houden. De vragen werden ook samen met de respondent overlopen. In totaal hebben we 49

geregistreerde dagen. De volgende vragen werden gesteld:

- Wanneer heb je Minerva gebruikt?

- Waar heb je Minerva gebruikt?

- Hoelang heb je Minerva gebruikt?

Page 39: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

32

- Waarom heb je Minerva gebruikt?

- Heb je gevonden wat je zocht (ja/indien nee, waarom denk je van niet)?

Op de laatste bladzijde van het dagboek was er ruimte voor persoonlijke opmerkingen. Om de

twee dagen werden de respondenten er door middel van een sms, Facebook-bericht of in een

persoonlijk gesprek aan herinnerd hun dagboek in te vullen. Dit om tegen te gaan dat

respondenten pas op de laatste dag alles zouden invullen.

5.2.3. Heuristieke evaluatie

Het doel van de heuristieke evaluatie is op een gestructureerde manier vooraf bepaalde

pagina‟s te overlopen, te zoeken waar oorzaken van mogelijke problemen zijn en te helpen

meedenken welke oplossingen het meest geschikt zouden zijn voor een specifieke situatie.

Mijn Minerva, de algemene cursussite, het forum en de documentenpagina werden

bestudeerd.

Tijdens de evaluatie werden twee browsers gebruikt: Google Chrome en Internet Explorer.

Zoals aangeraden (Hom, 1998) werd elk onderdeel minstens tweemaal bekeken. Na de eerste

grondige evaluatie werd Mijn Minerva en de documentenpagina door twee verschillende

personen geëvalueerd. Hoewel zij enige ervaring hebben met programmeren en het bouwen

van websites zijn zij geen usability experts.

De eerste evaluatie vond plaats in de week van 18 tot 23 april, een tweede op 27 en 28 april

en een derde op 26 en 27 juni 2011.

5.2.4. Gebruikerstest

Gebruikers

In totaal werd het Minerva-gebruik van 9 personen onderzocht. De respondenten kunnen in

twee groepen worden onderverdeeld. De eerste groep zijn 5 studenten van UGent die gewoon

zijn om Minerva te gebruiken. Om te onderzoeken of Minerva intuïtief is, werden ook

respondenten ondervraagd die nog nooit met Minerva hadden gewerkt, deze vormden de

tweede groep: 3 hogeschoolstudenten die werken met een eigen online leerplatform (Dokeos

en Dillias) en 1 leerkracht die ook een eigen platform gebruikt (Smartschool). De

respondenten werden in verschillende opleidingen gezocht en kwamen hoofdzakelijk uit

verschillende studiejaren.

Page 40: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

33

- Koen, 23 jaar, master toegepaste economische wetenschappen

- Elisabeth, 20 jaar, eerste bachelor psychologie

- Fien, 22 jaar, master communicatiewetenschappen

- Michiel, 22 jaar, derde bachelor handelsingenieur

- Stefanie, 22 jaar, master toegepaste economische wetenschappen

- Mark, 56 jaar, leerkracht Nederlands & Duits

- Alien, 18 jaar, eerste bachelor audiologie

- Julie, 20 jaar, tweede bachelor modetechnologie

- Jiel, 20 jaar, eerste bachelor leraarsopleiding: Engels & geschiedenis.

De testen vonden plaats van 29 maart tot 27 april 2011.

Opdrachten en uitvoering

Na een korte introductie van het onderzoek, waarin de respondenten duidelijk werd gemaakt

wat het doel was van het onderzoek en hoe het onderzoek zou verlopen, werden hun de

volgende vragen gesteld:

1. Wat zie je nu? Welke informatie geeft Minerva je nu? (Deze vraag werd gesteld nadat

de respondenten zich hadden aangemeld)

2. Rangschik de cursussen alfabetisch en maak een nieuwe categorie aan voor de

infosites en plaats die daarin.

3. Kijk in de agenda wanneer het taartdag is en maak zelf een agendapunt aan.

4. Zoek op het forum van marketing management een vraag over „hoofdstuk twee‟ die

Ulrike heeft gesteld, beantwoord de vraag en zoek het e-mailadres van Ulrike. Stuur

Ulrike, met webmail, een bedankingsbericht (enkel voor Ugent studenten).

5. Zoek welk document het laatst is toegevoegd bij het vak verbintenissenrecht.

Download dit document.

6. Geef in de wiki van het vak innovatie-wetenschappen aan dat je de tekst “Master

thesis Jeroen” gelezen hebt.

7. Zoek de code en de inhoud van het vak zakenrecht en zakelijke zekerheden.

8. Verstuur een bestand naar de dropbox van het vak media, markt en ICT en dit enkel

bij professor De Marez.

9. Verander het huidige wachtwoord en kies zelf een nieuw.

Page 41: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

34

De opdrachten zijn onder te verdelen in drie grote groepen: informatie verzamelen,

samenwerken en interactie. Opdrachten die te maken hebben met het verzamelen van

informatie zijn het raadplegen van de agenda en cursusmateriaal downloaden. Er waren ook

opdrachten die het samenwerken onderzochten zoals: het bekijken en beantwoorden van

forumberichten en het gebruik van de wiki. Met interactie wordt het uploaden van

documenten bedoeld. Daarnaast werd het contact met Minerva zelf getest, dit gebeurde door

het rangschikken van vakken, het verschil zien tussen de verschillende links, … . Na het

voorlezen van de opdracht, werd aan de respondent gevraagd de taak uit te voeren. Hierdoor

werden de opdrachten één voor één afgewerkt en niet door elkaar. Opdrachten werden

zorgvuldig uitgekozen en getest tijdens een pre-test (zie infra). Uit de survey en de dagboeken

blijkt dat studenten Minerva hoofdzakelijk gebruiken voor het lezen van aankondigingen,

afhalen van documenten en lezen en posten van forumberichten. Tijdens een gesprek met de

beheerders van Minerva werd duidelijk dat deze aspecten van Minerva de meeste relevante

waren om te onderzoeken.

Figuur 11: Aantal kliks per pagina in december 2010.

Wanneer men kijkt naar welke pagina‟s het meest worden aangeklikt, springen de

aankondigingen en het forum er duidelijk bovenuit. Toch moeten we voorzichtig zijn met de

interpretatie van deze gegevens. Het is niet omdat verschillende zaken minder worden

aangeklikt dat we ze hierdoor mogen verwaarlozen. Het downloaden van een document is

bijvoorbeeld vaak een eenmalige gebeurtenis, waardoor deze pagina minder vaak wordt

aangeklikt. Hoewel het bekijken van aankondigingen niet uitvoerig zal worden onderzocht,

worden er ook hiervoor enkele suggesties aangereikt en tekeningen gemaakt.

Zoals wordt aangeraden door Nielsen (1994) werd er een pre-test gedaan. Hier werd gekeken

of de vooropgestelde opdrachten duidelijk waren geformuleerd en binnen het uur konden

worden uitgevoerd. Bovendien kregen we zo de kans om de software te testen en te oefenen

Page 42: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

35

hoe men een test uitvoert. Ter voorbereiding werden er ook enkele gebruikerstesten bekeken

die online beschikbaar zijn.5 Na deze pre-test werd er wegens tijdsgebrek één opdracht

verwijderd en één opdracht grondig gewijzigd. Ook werd de formulering van sommige vragen

aangepast, dit om zoveel mogelijk de termen te gebruiken die ook door Minerva worden

gebruikt. Na de pre-test werd er ook om feedback gevraagd om zo een volledig mogelijk

beeld te krijgen hoe de test verbeterd kon worden.

De opdrachten werden in een welbepaalde volgorde geplaatst. Het veranderen van het

paswoord werd bijvoorbeeld doelbewust helemaal achteraan geplaatst. Dit omwille van twee

redenen. Ten eerste heeft het veranderen van het paswoord strikt genomen niet echt iets te

maken met het gebruik van Minerva als platform. Ten tweede is dit een zeer lastige en

tijdrovende taak. Dergelijke opdracht in het begin van de test zou de gebruiker kunnen

ontmoedigen om de andere opdrachten uit te voeren.

Tijdens het uitvoeren van de opdrachten werd er aan de respondent gevraagd zoveel mogelijk

te zeggen wat hij/zij dacht, voelde. Soms werden er aan de respondent bijkomende vragen

gesteld wanneer iets niet duidelijk was of wanneer ze vergaten te vertellen wat ze dachten. De

vragen van de respondent werden pas op het einde van de test beantwoord, slechts in enkele

gevallen werd een vraag beantwoord, dit om de test te kunnen laten doorgaan. Bijvoorbeeld

bij het uitvoeren van de laatste opdracht, het veranderen van het wachtwoord, gaven enkele

respondenten het op en werd er bijvoorbeeld gevraagd of het überhaupt wel mogelijk was het

paswoord te veranderen. Nadat verteld werd dat dit mogelijk was, werden er enkele hints

gegeven. Na elke test werden er extra vragen gesteld zoals: “Indien je 1 iets aan Minerva

mocht veranderen, wat zou je doen?” “Heb je ooit al problemen gehad met Minerva?” “Ben je

tevreden over Minerva?”

Omdat alle tests door 1 persoon werden afgenomen, werd het beeldscherm gefilmd en het

geluid opgenomen. Het gezicht van de testpersoon werd niet gefilmd. Zo was het niet nodig

om notities te nemen tijdens het testen en kon alles achteraf worden bekeken en beluisterd. In

plaats van een lokaal speciaal als usabilitylab in te richten, werd er gekozen om de tests in een

zo‟n natuurlijk mogelijke setting af te nemen. Twidale (1994) wijst er op dat het gebruik in de

context moet worden getest. De tests werden afgenomen bij de studenten op kot, hierdoor

werd zoveel mogelijk het normale Minerva-gebruik nagebootst. De studenten die pendelen

werden ofwel op het kot van de onderzoeker bevraagd ofwel bij de respondent thuis. Dit

naargelang de beschikbaarheid van de deelnemende studenten. De natuurlijke setting werd

ook nog op een andere manier geïmiteerd. Zo mocht de respondent, net zoals tijdens het

normale dagelijkse gebruik van Minerva, bellen of smsen naar een vriend om een vraag te

5 Zie bijvoorbeeld: Rocket Surgery Made Easy by Steve Krug: Usability Demo. Geraadpleegd

op 29 juni 2011 op het World Wide Web: http://www.youtube.com/watch?v=QckIzHC99Xc

Page 43: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

36

stellen, het antwoord Googlen, een mail sturen naar de Minerva-helpdesk of op een andere

manier naar keuze.

Page 44: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

37

Hoofdstuk 6 Resultaten en bespreking

In dit hoofdstuk bespreken we de bevindingen van de uitgevoerde tests. Eerst worden de

survey en de dagboeken besproken. Vervolgens wordt de heuristieke evaluatie behandeld.

Afsluitend volgt de bespreking van de gebruikerstesten.

6.1. Survey

Het doel van deze inleidende survey was om trends bloot te leggen die de Minerva-gebruiker

typeren. De identificatie van de verschillende profielen was noodzakelijk om de dagboeken

aan verschillende gebruikerstypes te geven en om representatieve gebruikers te testen tijdens

de gebruikerstesten. In dit onderdeel worden de meest relevante bevindingen beschreven. In

de survey werden verschillende vragen behandeld. Wat is het computer- en Minerva-gebruik

van de student? Hoe staat de student tegenover Minerva? Hoe gebruikt de student het forum

en wanneer?

Pc- en Minerva-gebruik

De eerste vragen van de survey waren bedoeld om een beeld te krijgen van het computer- en

Minerva-gebruik van de studenten. 97% geeft aan dagelijks (tijdens het academiejaar) de pc

te gebruiken. Wanneer er gevraagd werd hoe vaak ze Minerva gebruiken, geeft 52% aan dit

dagelijks te doen (waarvan 31% meerdere keren per dag). Wekelijks wordt Minerva bezocht

door 97% van de respondenten. De meeste respondenten zien zichzelf als ervaren

computergebruikers (84%). Toch zoekt de helft van de ondervraagden de fout bij zichzelf

wanneer ze iets niet vinden op Minerva. Ook werd er gepolst of de studenten interesse hadden

voor de verbetering van Minerva. 88% gaf aan geïnteresseerd te zijn.

Hoewel ondersteuning een belangrijk onderdeel is, blijkt de handleiding een goed bewaard

geheim te zijn. 81% van de respondenten gaf aan niet te weten dat er een handleiding was. 4%

heeft de handleiding ooit al eens gebruikt. Van die 4% vond de helft de handleiding nuttig.

Daarom werd er ook gevraagd waar de respondenten dan op zoek gaan wanneer ze een vraag

hebben. Op de vraag “Wanneer ik vragen heb over Minerva, zoek ik mijn antwoorden … “

werd het volgende geantwoord:

Page 45: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

38

Figuur 12: Vindplaats van antwoorden bij problemen met Minerva.

Meer dan de helft van de respondenten gaat bij andere gebruikers (medestudenten) om raad.

Ook Krug (2006) haalt aan dat wanneer gebruikers een vraag hebben ze eerder bij hun peers

gaan aankloppen dan hulp te vragen aan het systeem zelf.

Er werd ook aan de respondenten gevraagd waarvoor Minerva gebruikt werd. Hieruit blijkt

dat 60% van de respondenten Minerva enkel gebruikt om lesmateriaal af te halen en

aankondigingen te lezen. 97% zegt de aankondigingen van de vakken te lezen. Slechts de

helft van de respondenten geeft aan de aankondigingen te lezen op de algemene vakgroep

infosites. Meer dan de helft geeft aan dat het zelden of nooit lang duurt eer ze gevonden

hebben wat ze zochten. 8% procent laat weten dat ze altijd of vaak lang moeten zoeken

voordat ze gevonden hebben wat ze zochten. Van alle ondervraagden heeft 56% interesse om

lessen te volgen langs Minerva.

Waardering

Algemeen kunnen we stellen dat de respondenten tevreden zijn over Minerva. 86% zegt zich

niet te ergeren aan Minerva. 91% vindt Minerva handig, 95% zegt tevreden te zijn dat UGent

voor Minerva heeft gekozen. 21% geeft wel aan Minerva zo weinig mogelijk te gebruiken.

Forum

Page 46: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

39

Het derde deel van de survey behandelde het gebruik van het forum. 47% van de

ondervraagden zegt dat wanneer ze vragen hebben, ze die niet stellen op het forum. Ongeveer

de helft van de respondenten, 51%, zegt het forum enkel te lezen tijdens de examens. Slechts

15% leest het forum niet. Een ruime meerderheid van de respondenten, 75%, geeft aan niet te

willen chatten met andere forumgebruikers. Er werd ook gepolst of de respondenten de

zoekfunctie van het forum gebruiken. Deze vraag werd slecht verwoord waardoor de kans

bestond dat respondenten de vraag verkeerd zouden interpreteren. Er werd namelijk gevraagd:

“een zoekfunctie binnen het forum zou ik gebruiken … ” (eigen italcs). Door het gebruik van

het werkwoord „zouden‟ wordt geïnsinueerd dat het forum momenteel geen forum heeft, wat

niet geval is.

Webmail

Afsluitend werden er ook nog enkele vragen gesteld omtrent het gebruik van webmail.

Hoewel dit niet strikt genomen tot het Minerva-gebruik behoort, zijn beide duidelijk met

elkaar verbonden. 78% geeft aan webmail minstens éénmaal per week te gebruiken. Wat

opmerkelijk is, is dat 64% vindt dat slechts de helft of minder dan de helft van alle mails die

men ontvangt op het webmail-account waardevol is. 37% heeft zijn webmail-account gelinkt

met een ander e-mailadres.

Opmerkingen

Op het einde van de survey werd er ook ruimte voorzien voor opmerkingen, een aantal zaken

werden verschillende malen opgemerkt, in het bijzonder het gebruik van het forum. Over het

forum werden deze zaken opgemerkt:

- Gebrek aan structuur van de berichten. Het is moeilijk om snel te zien welke

zaken er op het forum worden besproken.

- Nood aan moderator zodat onzin verwijderd wordt en antwoorden beoordeeld

worden.

Verder werden de volgende opmerkingen meerdere keren gemaakt:

- Een algemene zoekfunctie per vak, zodat het zoeken in het forum, documenten,

aankondigingen eenvoudiger wordt.

- Het inloggen duurt te lang. Velen vragen zich af wat het nut is om in te loggen

met CAS.

Page 47: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

40

- Plaats om persoonlijke opmerkingen te maken, bijvoorbeeld: “Ik heb een les

gemist.” “Die presentatie moet ik nog afprinten.”

- Punten opnieuw via Minerva weergeven.

- Inschrijven voor nieuwe cursussites is te ingewikkeld.

Afsluitend willen we aanhalen dat sommige opmerkingen ten onrechte werden gemaakt

aangezien Minerva deze functies reeds aanbiedt: vakken sorteren per semester en inklappen

(dit is mogelijk via cursussen rangschikken), notitie toevoegen aan document.

Trends

De Minervagebruiker ziet zichzelf als een ervaren pc-gebruiker. Hij gebruikt de computer

dagelijks en surft regelmatig naar Minerva. Gemiddeld zit hij 4 uur per dag op de computer.

Wanneer hij Minerva bezoekt, leest hij de aankondigingen van vakken die gevolgd worden.

Uit de survey blijkt dat de respondenten het gevoel hebben dat zij geen fervente Minerva-

bezoekers zijn. 74% denkt dat zijn medestudenten Minerva meer bezoeken. De

hoofdactiviteiten zijn, zoals te verwachten, documenten afhalen en aankondigingen lezen,

60% gebruikt Minerva enkel hiervoor. Er zijn ook enkele verschillen op te merken,

bijvoorbeeld in het forumgebruik. Een groot deel (34%) van de respondenten post nooit iets

op het forum, 45% geeft aan dit enkel te doen tijdens de examenperiode. Verder leiden we

ook uit de antwoorden af dat er nog altijd studenten zijn die niet weten wat er allemaal

mogelijk is met Minerva.

6.2. Dagboek

Na het afnemen van de survey werden er 7 dagboeken verdeeld. Een voorbeeld van het

dagboek is terug te vinden in bijlage 2. De resultaten worden hieronder besproken.

Meestal werd Minerva geraadpleegd om documenten te downloaden. Daarnaast zijn er tal van

andere redenen waarom studenten Minerva bezoeken: informatie zoeken over wanneer en

waar lessen worden gegeven, deadlines, e-mailadres opzoeken van professor, richtlijnen voor

praktische oefeningen of taken, invullen van een online zelftest, slides afhalen voor de lessen

en om te studeren, studentenpublicaties bekijken. Minerva is voor vele studenten het centrale

punt waar ze informatie zoeken en altijd ook vinden. Wanneer enkel naar de aankondigingen

wordt gekeken, duurt het Minerva-bezoek zeer kort, wanneer er slides worden afgeprint, of de

student andere zaken doet zoals zich inschrijven in groepen, duurt het bezoek langer, van 5 tot

30 minuten.

Page 48: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

41

Redenen waarom Minerva niet gebruikt werd zijn: slides werden al eerder afgeprint of er

werd die dag niet gewerkt voor school (meestal het weekend). Soms bezochten de

respondenten Minerva maar niet webmail of omgekeerd. De respondenten zien Minerva en

webmail blijkbaar als twee gescheiden zaken en niet als één handeling (bestaande uit twee

onderdelen) om in contact te staan met de universiteit. Minerva wordt gebruikt op

verschillende locaties, zowel op kot als in de pc-lokalen. De respondenten bezochten meestal

Minerva in de pc-lokalen om nog iets te checken voor of tijdens de pauze van de les.

Het uur waarop Minerva werd bekeken is zo verschillend dat hierin geen patroon werd

vastgesteld.

Opmerkingen

Op de laatste pagina van het dagboek kregen de respondenten de kans om opmerkingen neer

te schrijven. Slechts twee suggesties werden hier gegeven. Het zou handiger zijn indien de

mails ook in Minerva kunnen worden bekeken en indien de knop login met CAS wordt

verwijderd.

6.3. Persona

Er werden ook twee personae ontwikkeld: Bert en Anneke. Er werd steeds rekening gehouden

met hun noden en voorkeuren tijdens het aanleveren van suggesties en het tekenen van

wireframes. Beide personae worden voorgesteld aan de hand van hun Facebookprofiel.

Page 49: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

42

6.3.1. Bert

Figuur 13: Persona Bert.

Page 50: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

43

6.3.2. Anneke

Figuur 14: Persona Anneke.

Page 51: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

44

6.4. Heuristieke evaluatie

Voor we met de evaluatie aanvangen, willen we duidelijk aangeven dat het doel van dit

rapport zeker niet is het doelloos geven van kritiek op Minerva en haar ontwikkelaars. Wij

willen een constructieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling en verbetering. Het

doel is hier het blootleggen van mogelijke gebruikersproblemen, dit om later bruikbare

aanbevelingen en zinvolle suggesties te doen. We zijn er ons van bewust dat het bouwen van

een online leerplatform een zeer complexe opdracht is en de technologische kant veel

aandacht vraagt waardoor de gebruiksvriendelijkheid soms minder aandacht krijgt.

Zoals eerder aangegeven worden hier enkele pagina‟s in detail bestudeerd aan de hand van

verschillende checklists, in het bijzonder de heuristieken opgesteld door Molich en Nielsen

(1992) en verder uitgewerkt door Nielsen (1994, 2005), zie 5.1.4. voor een beschrijving van

de lijst met heuristieken. De andere checklist die werd gebruikt is terug te vinden als bijlage

1. Bijkomende informatie voor het formuleren van voorstellen werd gevonden in

verschillende boeken over webdesign en informatie-architectuur (Krugg, 2006; Tidwell, Scott

en Neil; Buxton, 2007; Morville en Rosenfeld, 2002; Tognazzini, 2002). Waar mogelijk en

relevant wordt er verwezen naar websites die een besproken techniek toepassen. Het doel van

deze evaluatie is op een gestructureerde wijze de sterktes en vooral zwaktes bloot te leggen en

te zoeken naar mogelijke oplossingen. Er worden vier pagina‟s besproken: Mijn Minerva, de

cursusstartpagina, het forum en de documentenpagina. Afsluitend worden er nog enkele

aanbevelingen gegeven over andere pagina‟s. Wanneer we tijdens de evaluatie verwijzen naar

“de gebruiker” bedoelen we de twee concrete personae, Bert en Anneke, en geen algemene

vage gebruiker. We houden steeds onze twee vooropgestelde personae voor ogen bij het

geven van suggesties.

6.4.1. Mijn Minerva

Mijn Minerva functioneert als dashboard. Het is het centrale vertrekpunt tijdens het

Minervagebruik. Het scherm is onderverdeeld in verschillende gebieden. Om Minerva op een

overzichtelijke manier te bespreken, splitsen we de pagina op in verschillende delen. Op

figuren 15 en 16 worden de besproken onderdelen voor alle duidelijkheid aangeduid.

Page 52: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

45

Figuur 15: Screenshot Mijn Minerva.

Figuur 16: Screenshot Mijn Minerva.

Hoofding

Helemaal bovenaan staat de homeknop. Deze werkt als link naar Mijn Minerva. Daaronder

staat de hoofding. De hoofding is onderverdeeld in twee delen. Het eerste deel bevindt zich

links op het scherm en bestaat uit 4 knoppen: Mijn Minerva, Mijn profiel, Mijn agenda en

Aanbod 2010-2011. Een kleine opmerking hier is: waarom overal “mijn” voor plaatsen?

Worden de knoppen onduidelijker wanneer het er niet staat? Het tweede deel van de

hoofding, aan de rechterkant, bestaat uit de [Naam van de Gebruiker] en UGent CAS logout.

Vele sites geven de naam van de aangemelde gebruiker weer in de bovenhoek. Populaire sites

zoals hotmail.com, fastcompany.com, spotify.com, youtube.com, facebook.com, linkedin.com

of gmail.com geven de naam van de gebruiker weer aan de rechterkant. Andere websites

zoals amazon.com kiezen voor de linkerkant. Het voelt als gebruiker natuurlijk aan om in de

(rechter) bovenhoek te kijken bij het zoeken naar de naam van de gebruiker. In de

linkerbovenhoek staat het logo van Universiteit Gent, op deze manier is het scherm

evenwichtig verdeeld en is het voor de surfer vrij duidelijk waar hij zich op het internet

bevindt.

De pagina waarop de gebruiker zich bevindt, wordt aangegeven door de lichtere tint van de

knop. Wanneer de cursor over de knoppen gaat verkleuren de letters van wit naar oranje. Ook

verandert de cursor van naar . Dit is een zeer eenvoudige en effectieve manier om aan

Page 53: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

46

de gebruiker duidelijk te maken waar hij zich op de site bevindt en wat aanklikbaar is. De

knoppen geven duidelijk aan wat de gebruiker kan verwachten wanneer hij erop klikt. Toch

hebben we drie opmerkingen. De naam van de gebruiker fungeert ook als knop. Hierdoor zijn

er twee knoppen met dezelfde functie binnen dezelfde balk. Normalerwijze zijn meerdere

knoppen met verschillende labels die gelinkt zijn naar dezelfde pagina storend. In dit geval

vinden wij van niet. De naam van de student geeft op een duidelijke manier weer welke

gebruiker is aangemeld. Het hoofddoel van de naam is dus niet de knopfunctie. Het feit dat de

naam van de student gelinkt is aan het profiel vinden wij hier geen probleem. De link tussen

naam en profiel voelt logisch aan. Een tweede opmerking is dat de knop om af te melden in

het Engels is. Hoewel elke student vertrouwd is met de term „logout‟, verkiezen wij de

Nederlandse term „afmelden‟ omdat de rest van de site eveneens in het Nederlands is en er

bovendien plaats genoeg is voor het twee letters meer tellende „afmelden‟. Ten derde merken

we op dat de knoppen nogal klein zijn. Omdat er zeker geen plaatsgebrek is, zien wij niet in

waarom de knoppen niet groter zouden kunnen zijn. Bijkomend willen we opmerken dat

wanneer de gebruiker zich inlogt via de alternatieve inlogpagina, ook de knop UGent CAS

logout zichtbaar is, hoewel de gebruiker zich nooit heeft aangemeld via CAS.

Vakkenlijst

Algemeen kunnen we stellen dat de vakken op een overzichtelijke manier worden

weergegeven. Zelfs al zijn de vakken niet in verschillende categorieën ingedeeld, toch kan de

gebruiker zonder al te veel moeite zien welke vakken hij volgt en aan welk vak nieuwe

informatie is toegevoegd. Dankzij het vele bladwit blijft het scherm, dat heel wat informatie

bevat, overzichtelijk en wordt de gebruiker niet overrompeld.

De vakken worden weergegeven aan de hand van een lijst. De lijstweergave lijkt ons

inderdaad de beste oplossing. We zijn gewend om veel informatie van hetzelfde niveau te

visualiseren met behulp van een lijst. Hierdoor wordt ruimte gecreëerd wat de lijst luchtig en

minder druk maakt. Gebruikers met veel vakken kunnen hierdoor wel een lange lijst krijgen,

waardoor niet alle info zichtbaar wordt op één scherm. Dit zou niet het geval zijn indien er

met verschillende kolommen zou worden gewerkt. Het grote nadeel van kolommen is dat het

scherm volgepropt wordt waardoor de gebruiker zowel horizontaal als verticaal moet lezen

om alle informatie te verwerken. Dit kan vermoeiend en storend zijn. De overzichtelijkheid is

veel belangrijker dan de kleine scrolmoeite die sommige gebruikers zullen moeten doen.

Eyuboglu en Orhan (2011) toonden aan dat de internetgebruiker tegenwoordig geen probleem

heeft met verticaal scrollen.

Bij elk vak worden de volgende elementen getoond: de naam van het vak, de cursuscode, het

academiejaar en de titularis van de cursus. Infosites hebben geen titularis, hier staat de

Page 54: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

47

benaming Infosite in het rood. Al deze zaken worden links uitgelijnd. Voor elk vak staat een

icoon van een mannetje met tekstballon waarin 10-11 staat. Bij de Infosites is de tekstballon

leeg. Naast de naam van de titularis worden verschillende iconen getoond. Die geven aan dat

er een nieuw item aan een bepaald vak is toegevoegd. Dit kan een aankondiging, een

document, een forumdiscussie, een studentenpublicatie, … zijn. Elk item heeft zijn eigen

icoon. Dankzij deze iconen kan de gebruiker zeer snel zien of er iets nieuws is toegevoegd

zonder alle vakken te moeten overlopen. Wanneer de gebruiker op het icoon klikt, wordt hij

gestuurd naar de plaats waar hij het nieuwe item kan vinden. De iconen bevatten een

duidelijke link met de realiteit. Zo staat de afbeelding van een map voor nieuwe documenten.

Wanneer de cursor op een icoon stilstaat, wordt er een sneekpeek getoond. Die vertelt de

datum en het tijdstip van het laatste geposte item.

Toch stellen we ons enkele vragen bij de vakkenlijst. Heeft de gebruiker de cursuscode zo

vaak nodig dat die een plaats op het hoofdscherm moet innemen? Deze code is immers ook

terug te vinden in de studiefiche. En weten de gebruikers dat dit de code van het vak is? Deze

vragen zullen in de gebruikerstest worden behandeld. Internetgebruikers zijn gewend dat

wanneer een titel aanklikbaar is, die van kleur verandert. Dit is niet het geval bij de namen

van de vakken. Enkel de cursor verandert van pijl naar handje. Wij stellen dan ook voor dat

hier eveneens een kleurverandering komt. Verder stellen wij een bijkomende wijziging voor

in verband met het gebruik van iconen die aangeven dat er een nieuw item aan een vak is

toegevoegd. Nu weet de gebruiker enkel dat er iets nieuws is toegevoegd maar weet hij niet

hoeveel en welke items dit zijn. Wij stellen een methode voor analoog met Facebook en het

besturingssysteem van Apple, Mac OS X.

Figuur 17: Voorbeeld van een nieuwe

aankondiging bij Facebook.

Figuur 18: Voorbeeld van

uitklapfunctie bij Mac OS X.

Page 55: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

48

Beide systemen geven extra informatie aan de hand van cijfers die worden aangebracht op de

iconen en wanneer er op het icoon geklikt wordt, verschijnt er een lijst van items die de

gebruiker informatie geeft over de melding. Die items zijn de laatst toegevoegde items, met

andere woorden de reden waarom er een signalisatie is. Dit lijkt ons een zeer efficiënte

techniek. Het laat de gebruiker toe precieze informatie te tonen zonder het scherm al te veel te

belasten. Een toepassing voor Minerva zou de volgende kunnen zijn:

Figuur 19: Voorbeeld van een toepassing voor Minerva.

Voor een aantal vakken is de gebruiker automatisch ingeschreven, dit is afhankelijk van de

opleiding. Andere vakken kan de gebruiker zelf toevoegen door zich hiervoor in te schrijven.

In het Minerva-account dat nu wordt geëvalueerd, staan de vakken van de gebruiker

gerangschikt volgens semester en is er een aparte categorie voor de infosites. Binnen de

categorie staan de vakken alfabetisch. Het rangschikken van de vakken en het aanmaken van

cursuscategorieën heeft enkele voordelen. Het meest voor de hand liggende voordeel is dat de

gebruiker zelf de volgorde van de vakken kan bepalen. Zo kunnen vakken op een

overzichtelijke manier worden gegroepeerd. Categorieën kunnen worden dichtgeklapt

waardoor de gebruiker niet gestoord wordt door vakken die hij momenteel niet volgt. Dit

systeem lijkt ons zeer handig. Toch moeten volgende zaken opgemerkt worden. De

vakkenlijst kan dichtklappen door zowel op de naam van de lijst te klikken als op het icoon

ernaast. Wanneer de cursor over de naam van de vakken gaat of over het minimaliseer-icoon,

krijgt de gebruiker geen feedback dat het aanklikbaar is; de kleur van de letters veranderen

niet en de cursor wordt geen handje zoals normaal voorzien. Een tweede opmerking is dat het

icoon links van de titel staat, terwijl de meeste Windows gebruikers de minimaliseerknop

rechts zoeken. Ook is het niet consistent met Facebook plug-in, hier staat de

minimaliseerknop trouwens aan de rechterkant. Men zou kunnen argumenteren dat men zich

voor de lijst van de vakken baseert op het model van de boomstructuur van Windows

Explorer en aldus het minimaliseer/maximaliseer icoon voor de titel plaatst. Toch gaat deze

vergelijking niet helemaal op. Door de titels van de cursuscategorieën in een aparte balk te

plaatsen wordt eerder het mentaal beeld opgeroepen van een venster dan van een

Page 56: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

49

boomstructuur. Indien men kiest voor de boomstructuur, raden wij aan om een visuele

verbinding te maken tussen de titel van de categorie en de vakken die tot de categorie

behoren.

Blauwe kolom

Aan de rechterkant van het scherm is er een aparte kolom die duidelijk afgescheiden is van de

rest van het venster. Deze kolom bestaat uit 7 blokken: Cursusbeheer, gebruiker, Naar …,

Enquêtes, Minerva links, RSS feed en Facebook. Tijdens de campagneperiode was hier ook

een promotieaffiche van UGent te zien. Algemeen ondervinden we dat de links op een

duidelijke en heldere manier aangeven waarnaar de surfer zal worden gestuurd, dit dankzij de

keuze voor representatieve iconen. De onderverdeling wordt op een heldere manier

gestructureerd en weergegeven. Van alle blokken kan enkel die van Facebook dichtgeklapt of

verwijderd worden. Wij vinden dit een handig middel om de Mijn Minerva pagina te

personaliseren. We vinden het spijtig dat deze functie niet beschikbaar is voor de andere

blokken. Hieronder bespreken we elk blok apart.

(1) Bij Cursusbeheer staan er twee knoppen te veel, Mijn Minerva en cursuscategorie

creëren. De Mijn Minerva-link is omwille van drie redenen overbodig. Ten eerste zijn er

momenteel drie links naar het Mijn Minerva scherm, dit is niet nodig. De tweede reden is dat

de pagina Mijn Minerva niets te maken heeft met het beheer van de cursussen enkel met de

weergave. De derde reden is dat de knop maar in drie situaties kan worden gebruikt: wanneer

de gebruiker zich op Mijn Minerva bevindt en wanneer de gebruiker zijn vakken aan het

rangschikken is of wanneer hij een nieuwe categorie aan het aanmaken is. Enkel tijdens het

rangschikken of toevoegen van nieuwe categorieën zou de link enig nut kunnen hebben. Maar

ook dan heeft de gebruiker hem niet nodig want er worden op dat moment al drie links

weergegeven: homeknop, menuknop in de hoofding en de breadcrum. De tweede overbodige

knop is die van Cursuscategorie creëren. Wij geloven dat de gebruiker, wanneer hij zijn

cursussen wil beheren, eerst op rangschikken zal klikken en pas daarna op categorie creëren.

Deze stelling wordt ondersteund door de gebruikerstest.

(2) Onder de titel Gebruiker vinden we twee links terug, Mijn profiel en Mijn agenda. Deze

twee links zijn ook bovenaan in de menubalk terug te vinden. Hier wordt dus enkel informatie

herhaald. Het icoon van Mijn agenda vinden we niet passend bij de huisstijl van Minerva.

Omdat geen van beide pagina‟s druk bezocht wordt, zouden wij dit blok integraal verwijderen

en de zo vrijgekomen ruimte anders invullen.

(3) Het blok Naar … verzamelt verschillende links die nuttig zijn voor de student. Een

serieus probleem dat wij ondervinden is dat de links in hetzelfde venster worden geopend.

Een uitzondering hierop is de link UGent- Veelgestelde vragen. Wij vinden dit uitermate

Page 57: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

50

vervelend en dit is een serieus probleem. Wanneer de surfer klaar is met datgene wat hij heeft

opgezocht, moet hij ofwel verschillende malen op „terug‟ klikken ofwel minerva.ugent.be

opnieuw ingeven in zijn browser. Ook zijn veel surfers gewend om na het bezoeken van een

site het venster te sluiten. Indien dit gebeurt, moet de bezoeker zijn browser opnieuw

opstarten en opnieuw naar de site surfen. Tegenwoordig kent de surfer het gebruik van

verschillende tabbladen. Het openen van de links in aparte tabbladen zal daarom geen

onduidelijkheid veroorzaken en het probleem oplossen van eenvoudig terug te keren naar

Minerva. We merken nog één specifiek probleem op. Wanneer men via de links naar

webmail.ugent gaat, moet men zich opnieuw aanmelden en krijgt men toegang tot het

webmail-account. Wanneer men zich afmeldt bij webmail, blijft men wel nog aangemeld bij

Minerva. De gebruiker moet opnieuw naar Minerva surfen om zich af te melden. Dit past niet

in het mentale model van de gebruiker die er vanuit gaat dat hij afgemeld is voor alles

wanneer hij op afmelden heeft geklikt. Hij heeft immers opnieuw zijn paswoord ingegeven bij

webmail dus de link met Minerva is verbroken.

De duidelijkheid van sommige links kan mogelijks een probleem vormen. Het is immers vrij

onduidelijk wat het verschil is tussen Handleidingen, FAQ‟s en tips, en UGent – Veelgestelde

vragen. Er wordt een ander icoon gebruikt maar dit verklaart het verschil niet. De gebruiker

associeert het teken niet automatisch met de algemene UGent-site. Deze labels moeten

duidelijker geformuleerd worden. Andere nuttige links zouden kunnen zijn: studentenresto‟s,

site van de vakgroep van de student en oasis.ugent.be.

(4) In het blok Enquêtes worden tijdelijk enquêtes in de kijker geplaatst. Inhoudelijk horen die

ook bij het blok Naar … waar andere links te vinden zijn. We gaan er vanuit dat de

beheerders voor dit extra blok gekozen hebben om de enquêtes meer visibiliteit te geven. Wij

nemen aan dat de enquêtes hierdoor beter zichtbaar worden. Eye-tracking onderzoek zou

hierover meer uitsluitsel kunnen geven.

(5) In het blok Minerva-links zijn er twee links terug te vinden, naar Aanbod 2010-2011 en

naar Meerjarencursussen. Dit blok lijkt ons overbodig. Er is reeds een knop voor het Aanbod

2010-2011 bovenaan. Wij stellen voor om het jaartal in Aanbod 2010-2011 te laten vallen.

Hierdoor kunnen de Meerjarencursussen zich ook achter de link Aanbod bevinden. Ook

stellen wij ons de vraag of Meerjarencursussen zoveel bezocht worden dat ze een plaats op dit

belangrijke hoofdscherm moeten krijgen.

(6) In het blok RSS-feed staat het icoon van RSS rechts uitgelijnd, dit terwijl alle andere

iconen uitgelijnd staan aan de linkerkant. Ook zijn de iconen groter dan alle andere gebruikte

iconen. De knop zelf blijkt niet te werken (test op 26 juni 2011), de melding: “This XML file

does not appear to have any style information associated with it. The document tree is shown

below.” Als gebruiker krijg je hier te weinig informatie. Een link naar wat de gebruiker

Page 58: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

51

allemaal zou moeten doen en nodig heeft om de RSS feed te ontvangen zou het gebruik

vereenvoudigen. De website deredactie.be doet dit bijvoorbeeld wel.6

(7) Het onderste blok is de Facebook plug-in waar een afbeelding van Minerva te zien is en

verschillende Facebook-vrienden. Zoals eerder opgemerkt is dit de enige plug-in uit de kolom

die kan worden dichtgeklapt of verwijderd. We verstaan dat Minerva/UGent op een minder

formele manier met studenten wil omgaan. Daarom storen we ons niet aan de Facebook plug-

in. Indien een gebruiker zich toch hieraan ergert, kan hij de plug-in steeds verwijderen. Wel

moeten we opmerken dat we de volgorde van de iconen niet logisch vinden: minimaliseren,

instellingen en sluiten. Normalerwijze staan minimaliseren en verwijderen naast elkaar.

Bij de onderste vier blauwe balken is er een knopje in de rechterbovenhoek. Het lijkt op de

knoppen die gebruikt worden om instellingen weer te geven. Wanneer je erop klikt wordt de

gebruiker naar een scherm gestuurd waar hij slechts één plug-in kan wijzigen, die van

Facebook. Wanneer men op het icoon klikt, lijkt het alsof men instellingen aan het wijzigen is

op het profiel. Onder de knop Mijn Profiel staat er een tekst in lichtgrijs wijzig mijn profiel.

Positief is dat wanneer men een wijziging heeft aangebracht men deze kan veranderen door

opnieuw op het icoon te klikken en dat Minerva de keuze heeft onthouden. Toch hebben we

een drietal bedenkingen. De eerste is dat de gebruiker via elke knop altijd naar dezelfde

instellingen wordt gestuurd terwijl er vier knoppen staan in vier verschillende balken. Als

gebruiker zou je verwachten dat achter elke knop iets specifieks schuilgaat wat gelinkt is aan

het blokje. Dit is niet het geval. De tweede opmerking is dat de gebruiker eerst het gevoel

krijgt dat hij naar de instellingen van zijn Minerva gaat. Dit klopt niet, hij wordt naar de

profielinstellingen gestuurd. De derde, en gekoppeld aan de tweede opmerking, is dat

wanneer de gebruiker op de menu-knop Mijn profiel klikt, die in de hoofding staat, hij niets

terugvindt over de instellingen die hij zojuist veranderd heeft. Dit is verwarrend voor de

gebruiker. Ook is de tekst wijzig mijn profiel misleidend. De tekst lijkt op een breadcrum of

knop maar dat is het niet.

Hulp en ondersteuning

Helemaal onderaan de pagina staan er drie links die hulp en ondersteuning bieden aan de

gebruiker. De eerste ICTO Minerva-team is een link om het Minerva-team te mailen. Hoewel

dit een handige link is, krijgt de gebruiker op geen enkele wijze informatie dat hij via deze

link een e-mail kan sturen. Het is bijvoorbeeld duidelijker wanneer er ICTO

[email protected] zou staan. Eronder staat de veel duidelijkere Rapporteer een probleem

link. Na het klikken verschijnt er een pop-up. Hiermee kan de gebruiker op een eenvoudige

6 http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/diensten/diensten-rss

Page 59: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

52

manier een probleem melden en een specifieke bestemmeling selecteren uit een lijst. Wij

vinden dit een handige wijze om de gebruiker toe te laten een probleem te melden. De derde

link is er één naar meer informatie over het Minervaplatform. De verschillende links worden

aangeduid door de typische blauwe kleur, veranderen van de cursor en tekstkleur. Hoewel

hulpverlening zich dikwijls onderaan de pagina bevindt, stellen we ons de vraag of de

mogelijkheid om een probleem te melden niet verstopt zit. Een knop voor hulp en

ondersteuning zou eventueel kunnen worden toegevoegd aan de lijst met links bij de balk

Naar … .

6.4.2. Cursusstartpagina

Na het klikken op de titel van een vak, wordt de cursusstartpagina getoond. In deze paragraaf

wordt enkel de cursusstartpagina besproken. Dezelfde hoofding van op Mijn Minerva komt

hier terug. Enkele zaken worden hier aan de hoofding toegevoegd. Er is een breadcrum te zien

die aangeeft waar de gebruiker zich bevindt. De breadcrum is een zeer effectieve

navigatietool. Aan de rechterkant zijn iconen toegevoegd die een shortcut zijn naar de

afzonderlijke opties binnenin de cursussite. Dit lijkt ons een handig instrument om heel snel

doorheen de hele cursussite te navigeren. Helemaal rechtsboven staat de naam van het vak, de

cursuscode en de titularis. Die fungeren allemaal als link naar de cursusstartpagina. Dit is een

home-knop binnenin de pagina. Op sommige cursussites is er nog een bijkomende vermelding

van de naam van het vak maar voor vele andere vakken is die ene titel in de rechterbovenhoek

de enige aanduiding op welke cursussite de gebruiker zich bevindt. Wij stellen dan ook voor

om een extra vermelding te maken van de naam van het vak, zodat dit zeker duidelijk is. In de

gebruikerstest zal worden getest of de gebruiker de titel van het vak opmerkt.

De verschillende functies binnenin een cursus worden weergegeven in drie overzichtelijke

kolommen. De klikbaarheid van de verschillende functies wordt op een duidelijke manier

getoond. Functies die niet werden ingeschakeld door de titularis worden in het lichtgrijs

getoond. Dit is een techniek die vaak gebruikt wordt op het internet en bij programma‟s. Ook

de cursor en het veranderen van kleur geven aan dat de gebruiker kan klikken op een functie.

Zoals eerder aangehaald vinden wij de keuze van de iconen goed. Er is echter één

uitzondering. Er zijn twee functies die hetzelfde icoon hebben: cursusbeschrijving en

studiefiche. Dit is verwarrend, zeker omdat de inhoud van beide functies sterk op elkaar

gelijkt. Het wordt afgeraden dezelfde iconen te gebruiken voor verschillende functies. Ook

vragen wij ons het nut af van deze twee knoppen, één knop om cursusinformatie te tonen lijkt

ons voldoende. Wij hebben ook geen enkel vak kunnen vinden waarvan er een

cursusbeschrijving werd getoond.

Page 60: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

53

Figuur 20: Screenshot van de cursusstartpagina.

6.4.3. Forum

Forum is een functie die aangeboden wordt per cursus. Voor een extra uitleg over het forum

verwijzen we naar de bespreking van fora in puntje 4.5.2. Op het forum krijgen de studenten

de kans om berichten te posten. Na het klikken op het forumicoon, worden de algemene

forumcategorieën getoond. Soms worden er ook andere categorieën aangemaakt door de

titularis. Dit zorgt voor een zekere structuur. Veelal is er echter slechts één algemene

categorie. Gebruikers kunnen zelf geen categorieën aanmaken. Binnenin een forumcategorie

wordt er een lijst getoond van alle discussies die door de gebruikers van het vak zijn gepost.

Zes zaken over de discussie worden weergegeven in evenveel kolommen:

- Een icoon dat aangeeft dat de gebruiker de discussie al dan niet heeft gelezen.

Een oranje blaadje betekent ongelezen, blauw staat voor gelezen.

- De titel van de discussie die de gebruiker vrij kan kiezen.

- Het aantal antwoorden dat reeds gepost is.

- De auteur van de discussie.

- Het aantal keren dat een discussie is bekeken.

- Datum, tijdstip en auteur van het laatste antwoord op de discussie.

We stellen ons de vraag bij het nut van sommige kolommen. De informatie van het aantal

keer dat een discussie werd bekeken, lijkt ons niet relevant genoeg ten opzichte van de ruimte

die het inneemt. Het feit dat een discussie al dan niet veel werd bekeken, zegt niets over de

inhoud of over de kwaliteit van de inhoud van de discussie. Verder stellen we een nieuwe

categorie voor (zie infra). De gebruiker kan zelf een nieuwe discussie starten door op de knop

te klikken Nieuwe discussie starten. Deze knop lijkt ons niet echt zichtbaar genoeg en het lijkt

meer op een link dan op een knop. Om deze knop meer zichtbaar te maken stellen wij voor

Page 61: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

54

om ruimte te laten tussen de knop en het forumveld. Door de knop af te zonderen wordt die

veel duidelijker. Er bestaan veel technieken om een knop weer te geven, een simpel kader

rondom een woord met een schaduweffect is de meest voor de hand liggende. Een andere

opmerking is dat de gebruiker de forumdiscussies niet kan ordenen per kolom. Het lijkt ons

nuttig om bijvoorbeeld de discussies te sorteren op het aantal antwoorden.

Het posten van een forumbericht is vrij eenvoudig en wijst zichzelf uit. De teksteditor doet

denken aan Word. Dit geeft een vertrouwd gevoel. Er wordt de mogelijkheid geboden om

meer dan enkel tekst te posten. Zo wordt bijvoorbeeld de gebruiker geholpen bij het plaatsen

van een link via een pop-up. De functie “Hou me via e-mail op de hoogte …” is zeer nuttig,

evenals de vermelding naar welk adres het zal worden gestuurd. Het is een kleine herinnering

die de gebruiker zekerheid geeft naar welk adres zijn e-mail zal worden gestuurd. De twee

knoppen onderaan het tekstvlak, body en p, zijn ons niet duidelijk. Wanneer er op geklikt

wordt, wordt de volledige tekst geselecteerd. Het nut van deze functie ontgaat ons.

Na het posten van een nieuwe discussie krijgt de gebruiker een melding in een blauw kader,

dat het bericht is toegevoegd en wordt hem de mogelijkheid gegeven om aan de hand van

links terug naar het forum te gaan ofwel naar het bericht. Enerzijds is het goed dat de

gebruiker feedback krijgt dat zijn bericht succesvol is toegevoegd. Anderzijds hebben wij een

aantal vragen bij dit bericht. De eerste is, waarom krijg je hier een apart scherm te zien? Het

lijkt ons veel logischer wanneer de melding bovenaan op het algemeen forum te voorschijn

zou komen. De tweede vraag is, waarom wordt er hier geen groen kader getoond?

Normalerwijs geeft Minerva een positieve melding weer in een groen kadertje. Dit is hier niet

het geval. De gebruiker heeft iets succesvol op Minerva toegevoegd. Blauwe schermen

worden getoond om informatie te delen. Wanneer niet meer gewerkt wordt met een apart

scherm zijn deze links niet meer nodig. Daarom stellen wij deze suggestie voor: na het posten

krijgt de gebruiker bovenaan op het algemeen forum een melding in een groen kader dat zijn

discussie succesvol is toegevoegd. Wanneer de gebruiker dan nog eens het bericht wil zien,

kan hij op de titel van zijn bericht klikken. Deze klik was ook al noodzakelijk wanneer de

gebruiker op de link zou moeten klikken. Er wordt dus geen extra klik van de gebruiker

gevraagd. En wanneer de gebruiker terug een overzicht zou willen krijgen van het forum

krijgt hij deze al meteen wat hem een klik uitspaart. Op deze manier blijft de gebruiker ten

allen tijde het overzicht behouden, krijgt hij de groene bevestiging te zien en wordt een

overbodige klik vermeden.

Een forumbericht lezen kan door op de titel van de discussie te klikken. Wanneer er geklikt

wordt op de naam van de auteur van het bericht of laatst toegevoegd bericht krijgt hij zijn of

haar profiel te zien. Er zijn drie verschillende weergaves mogelijk van een bericht: platte

weergave, gestructureerde weergave en geneste weergave. Deze verschillende weergaves

lijken enkel een meerwaarde te bieden wanneer de discussie zeer veel berichten bevat. En bij

Page 62: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

55

gestructureerde weergave moet de gebruiker al een idee hebben van wat er tijdens de

discussie werd gezegd. De weergave van de titels geeft de gebruiker immers te weinig

bruikbare informatie om te weten waarover de discussie gaat. Ook rijst de vraag of de

gebruikers deze mogelijkheden kennen. De geneste weergave kan duidelijker worden

wanneer er een lijn gebruikt wordt die de boomstructuur herkenbaarder maakt. Zo wordt de

inhoudelijke connectie gevisualiseerd. Ondanks deze bedenkingen vinden wij het goed dat de

mogelijkheid geboden wordt om de berichten gestructureerd weer te geven.

Minerva laat de gebruiker toe binnen het forum te zoeken. De zoekfunctie staat op elk

scherm. Deze zoekfunctie is zeer basic en gebeurt in een apart scherm. Na het zoeken

verschijnen onderaan het scherm de zoekopdrachten. De gebruiker krijgt evenwel zeer weinig

informatie over wat de zoekopdracht precies gevonden heeft. De gebruiker kan zowel op

namen als op teksten zoeken die in forumberichten staan. Helaas kan de gebruiker niet zoeken

op auteurs van de discussies. Het nadeel van werken met een apart scherm is dat wanneer de

gebruiker niet vindt wat hij zoekt of een foutieve zoekterm heeft opgegeven, hij niet meteen

kan terugkeren naar het algemene forum. Hij kan enkel met shortcuts of via de breadcrum

terugkeren naar de algemene forumcategorie en niet naar het forum zelf.

Bij het formuleren van enkele aanbevelingen baseren we ons op de literatuur (zie supra) en

verschillende fora zoals answers.yahoo.com, 4chan.org, facebook.com en gaiaonline.com.

Onze eerste suggestie is het invoeren van een stemsysteem. Hiermee kunnen andere

forumgebruikers aangeven welk antwoord voor hen het meest waardevol is. Hoewel het op

het internet vaak voorkomt dat er zowel positieve als negatieve stemmen worden gegeven,

lijkt het ons inziens beter enkel positieve stemmen aan berichten te geven. Dit om te

verhinderen dat sommige gebruikers worden afgebroken door anderen en zij daardoor

uiteindelijk geen bijdrage meer aan het forum zouden willen leveren. Answers.yahoo.com

klapt zelfs berichten met minder aantal stemmen dicht en toont enkel de meest gewaardeerde

berichten, met het bericht met de meeste stemmen helemaal bovenaan. Wij vinden dit een

goede keuze. Antwoorden worden zo binnenin de discussie gerangschikt op waardering in

plaats van op tijdstip wat niet inhoud gerelateerd is. Zo vinden wij de weergave van het aantal

stemmen dat is uitgebracht binnenin een discussie relevanter voor de gebruiker dan het aantal

keren dat een discussie is bekeken. Daarom stellen wij voor dat de kolom met het aantal

stemmen die kolom vervangt. Een ander voorbeeld om meer structuur en duidelijkheid te

steken in het forum, is de gebruikers de mogelijkheid te geven om de berichten in te klappen,

of te minimaliseren. Zo kan de gebruiker zelf bepalen welke berichten er zichtbaar zijn en

wordt hij niet meer gestoord door berichten die hij niet relevant vindt. Belangrijk is hier dat

Minerva de gemaakte keuzes van de gebruiker onthoudt. Onze derde suggestie is het

aanbrengen van labels aan de discussies. Hiermee wordt aangegeven wat voor een onderwerp

er behandeld wordt. Veel berichten hebben vandaag een te algemene titel. Labels kunnen dat

Page 63: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

56

probleem tegengaan. Om een wildgroei van labels tegen te gaan, stellen wij voor om de

gebruiker te laten kiezen uit een dropdown menu met voorgeprogrammeerde labels. Dit lijkt

ons slechts een kleine extra moeite en maakt het posten van een discussie niet extra belastend.

Het gebruik heeft twee voordelen. De gebruiker krijgt de mogelijkheid om duidelijk aan te

geven waarover zijn discussie handelt en de andere forumgebruikers kunnen zo gericht

zoeken naar forumdiscussies. Wij stellen vier labels voor: Actua, cursus, examen en taken.

Die labels slaan op de mogelijke onderwerpen die op het forum worden behandeld. Ook

tijdens de gebruikerstest werd er aan de respondenten gevraagd welke labels zij nuttig zouden

vinden. Wanneer de gebruiker ook kan sorteren op labels, kan hij met één klik bijvoorbeeld

alle discussies zien die over de cursus handelen.

Onze vierde aanbeveling gaat over de kaders waarin de berichten staan. Deze kaders zouden

wij een stuk kleiner maken. Momenteel nemen die zeer veel plaats en kan slechts een beperkt

aantal antwoorden worden getoond waardoor het forum log oogt. Afsluitend willen we

meegeven dat een belangrijk aspect van een forum de geloofwaardigheid is. Men moet er

voor zorgen dat foutieve antwoorden en andere storende berichten worden gefilterd. Daarom

lijkt het ons waardevol dat er naast een stemsysteem ook een monitor wordt aangeduid.

6.4.4. Documenten

Op de documentenpagina staat, net zoals op alle andere pagina‟s de hoofding, de naam van

het vak en onderaan de links voor hulp en ondersteuning. Ook hier kan de aanduiding van de

naam van het vak beter. Boven de documentenlijst is er een pull down menu voorzien

waarmee de gebruiker kan navigeren doorheen de mappen. Het scherm wordt onderverdeeld

in verschillende kolommen.

In de eerste kolom staan er iconen, die aangeven of het een map of een document is en welk

type van document. In de kolom ernaast staat de naam van het bestand en twee iconen. Het

eerste is die van de post-it, de tweede om het bestand te downloaden. De post-it functie wordt

verderop in detail besproken. De gebruiker kan op verschillende manieren bestanden

Figuur 21: Voorbeeld van een pull down menu voor het forum met de verschillende

labels.

Page 64: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

57

downloaden. Door het klikken op de naam van het bestand, behalve bij pdf-bestanden, of door

te klikken op het icoon. De gebruiker krijgt dan de vraag of hij het bestand wil

downloaden (Internet Explorer) of het wordt onmiddellijk gedownload (Chrome). Hier

zouden wij de gebruiker ook de mogelijkheid willen geven om alle bestanden in één keer te

downloaden. Bij sommige vakken bestaat de mogelijkheid om volledige mappen te

downloaden, dit is helaas niet overal het geval. Daarnaast raden wij aan om de downloadknop

groter te maken. Wanneer de gebruiker klikt op een pdf-bestand, opent het bestand in

hetzelfde scherm. Wanneer de gebruiker een document wil downloaden moet hij nog een

extra handeling doen. Zoals eerder aangehaald, stellen wij voor om alle nieuwe vensters in

een nieuw tabblad te openen. Ook raden wij aan dat, analoog met alle andere bestanden, in

plaats van het document te openen, het document te downloaden. Zo weet de gebruiker

duidelijk wat hij mag verwachten wanneer hij op de naam van een document klikt. Wanneer

Minerva de pdf toch onmiddellijk wil kunnen weergeven, stellen wij voor hiervoor een kleine

aparte knop te voorzien.

Een omschrijving van het bestand wordt in de derde kolom getoond. Zo kan de titularis extra

informatie geven over een bestand naast de titel. In de vierde kolom staat de grootte van de

bestanden. Bij mappen wordt het aantal items die de map bevat, getoond. Een vraag die

gesteld wordt, is: moet de grootte van documenten getoond worden? Is de grootte van

documenten vandaag nog relevant? Zal er iemand een document niet downloaden omdat het

te groot is? Vroeger was de grootte van een bestand relevant omdat gebruikers te maken

hadden met beperkte downloadlimieten of beperkte opslagcapaciteit van de computer. De

boodschap of een bestand 1.12 mb of 454.52 kb is, is tegenwoordig weinig relevant. De

ruimte die deze informatie inneemt, kan anders worden aangewend.

In de vijfde kolom staat de datum wanneer het bestand op Minerva geplaatst is. Dit lijkt ons

vooral handig wanneer de gebruiker bijvoorbeeld de meest recente toegevoegde bestanden wil

zoeken. In de laatste kolom kan er commentaar worden toegevoegd. Ook die kolom lijkt ons

overbodig. Wij zien geen verschil tussen commentaar en omschrijving. Wij hebben geen

enkel document aangetroffen waar er commentaar bijgeschreven stond. Het nut van deze

extra kolom ontgaat ons. Zou de gebruiker verward zijn wanneer er commentaar te lezen valt

bij de beschrijving of omgekeerd?

Onderaan in de rechterbenedenhoek staan twee iconen: exporteer als XLS-bestand en CSV-

bestand. Hiermee kan de gebruiker een lijst krijgen van de documenten die hij kan

downloaden. Na het downloaden krijgt de gebruiker een melding in een groen bestand. Er

wordt ook een link getoond waarop de gebruiker kan klikken wanneer het downloaden niet

automatisch start. Dit is veruit de meest behulpzame feedback die de gebruiker op Minerva

krijgt.

Page 65: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

58

De gebruiker kan de vakken op verschillende criteria rangschikken. De naam van de

kolommen die de gebruiker kan rangschikken, wordt in het blauw getoond. Men kan

rangschikken op: naam, grootte, datum en omschrijving. De kolom waarin gerangschikt

wordt, wordt aangegeven door een kleine driehoek met de punt naar beneden.

Wanneer er een nieuw document is toegevoegd, krijgt de gebruiker een melding op de Mijn

Minerva-pagina. Wanneer hij op klikt, wordt hij naar de algemene documentenmap

gestuurd. Dit is handig maar toch wordt de gebruiker met enkele vraagtekens achtergelaten.

Waar staat het document precies? Hoeveel documenten zijn er toegevoegd? Dit probleem

wordt al deels opgelost door de aanpassing van de iconen op de Mijn Minerva-pagina (zie

supra). Om de gebruiker extra informatie te geven over welke documenten er zijn toegevoegd,

suggereren wij een systeem analoog met het forum, waar aangegeven wordt welke discussies

de gebruiker nog niet heeft gelezen. Het zou bijvoorbeeld handig zijn dat er een lichte

kleurverandering gebeurt wanneer de gebruiker een document voor de eerste maal opent of

download. Op deze eenvoudige wijze krijgt de gebruiker meer feedback zonder dat het

scherm gestoord wordt. Figuur 22 toont drie documenten waarvan er twee nog niet bekeken

zijn. De gebruiker ziet dus zeer snel welke documenten hij nog niet geopend of gelezen heeft.

Figuur 22: Voorbeeld van een toepassing van visualisatie ongelezen documenten.

Het post-it icoon werd recent toegevoegd bij de documenten. Wij vinden dit een zeer goed

idee. Het geeft de gebruiker de kans om zelf informatie te hangen aan bestanden op Minerva.

Het lijkt ons handig dat de gebruiker zowel aan mappen als aan aparte bestanden notities kan

hangen. Jammer genoeg is de uitwerking niet geheel geslaagd en zoals we leren uit de

literatuur worden toepassingen, ook al zijn ze nuttig, minder of niet gebruikt wanneer ze niet

gebruiksvriendelijk zijn. Daarom geven we graag enkele suggesties. Een eerste opmerking is

dat het icoon onduidelijk is. Doordat het gebruikte icoon zeer klein is, is het niet duidelijk wat

het icoon voorstelt. Algemeen kunnen we ook stellen dat het venster niet binnen de huisstijl

van Minerva past. Wanneer de gebruiker op het icoon klikt, komt er onderaan het beeld een

venster geschoven, dit is niet iets dat de gebruiker verwacht. Het is niet duidelijk wat precies

het doel van dit venster is. Het tekstvlak waar de gebruiker zelf persoonlijke notities kan

achterlaten, wordt niet aangeduid. De enige hint die de gebruiker krijgt, is het veranderen van

Page 66: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

59

de cursor maar deze verandering is zo subtiel dat het de gebruiker geen grote hulp biedt. Het

tekstveld moet daarom duidelijker worden aangegeven. Een simpel kader zou al veel

duidelijkheid kunnen scheppen.

De knop om het venster te sluiten staat in de linkerbovenhoek terwijl de andere knoppen aan

de rechterkant staan. Het scherm verdwijnt niet automatisch wanneer tekst is opgeslagen.

Hierdoor moet de gebruiker een overbodige afstand met de muis afleggen van de opslaanknop

naar het kruisje. Deze beweging kan worden vermeden. We stellen voor dat na het opslaan of

verwijderen het scherm meteen verdwijnt zodat de gebruiker het zelf niet hoeft te sluiten.

Toch zouden wij de sluitknop niet verwijderen omdat de gebruiker anders geen kans krijgt het

venster te sluiten wanneer hij per ongeluk op de post-it knop heeft gedrukt.

We vinden het goed dat de gebruiker feedback krijgt wanneer hij iets opslaat of verwijdert.

We vinden het wel vreemd dat die info in het Engels is. We merken ook op dat wanneer de

gebruiker meerdere malen op verwijderen klikt, de knop naar links verspringt. De keuze om

de post-it onderaan uit het scherm te laten schuiven lijkt ons derhalve geen ideale keuze. Het

zou duidelijker zijn wanneer een klassieke pop-up gebruikt wordt. Wij gaan er vanuit dat een

pop-up hier niet storend zal zijn omdat de gebruiker tijdens het maken van een aantekening

geen andere dingen bekijkt op Minerva. Als mogelijke oplossing verwijzen we naar de pop-

up die verschijnt wanneer de gebruiker een probleem wil rapporteren. Een bijkomende

verbetering zou zijn wanneer naast het post-it icoon de eerste regeltekst of enkele woorden

worden getoond. Zo kan de gebruiker de post-it (of toch een deel ervan) lezen zonder het

berichtje te moeten openen. Wanneer dit door plaatsgebrek of technologische beperkingen

niet mogelijk is, kunnen ook andere technieken worden toegepast. Zo zou bijvoorbeeld de

gebruiker zelf de kleur van de post-it kunnen kiezen. Hierdoor wordt de lijst van post-its op

een eenvoudige wijze overzichtelijker. De gebruiker kan dan zelf een betekenis aan de

kleuren toekennen.

De zoekfunctie werkt op de titels van de documenten en mappen. Na het zoeken wordt de

mogelijkheid gegeven om het bestand meteen te downloaden. Dit kan op twee manieren

ofwel door op de titel van het bestand te klikken ofwel via het icoon. Doordat de iconen

rechts worden uitgelijnd is er tamelijk veel ruimte tussen de titel van het bestand en de

downloadknop. Hierdoor kan het voor de gebruiker moeilijk zijn om in te schatten welke

knop bij welk document hoort. Daarom stellen wij voor dat er ook gebruik gemaakt wordt van

rijen zoals op het documentenscherm.

6.4.5. Opmerkingen

Page 67: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

60

In deze paragraaf worden enkele problemen beschreven die werden aangetroffen tijdens het

surfen op andere pagina‟s.

Wanneer de gebruiker naar minerva.ugent.be surft, kan hij kiezen tussen twee

aanmeldingsmogelijkheden, Login met CAS of Alternatieve login pagina. Hier zijn twee

zaken storend. Enerzijds is het onduidelijk voor de gebruiker wat het verschil tussen deze

twee mogelijkheden is. Er wordt geen uitleg gegeven aan de gebruiker waarom hij die keuze

moet maken en wat de mogelijke voordelen zijn van de twee opties. Anderzijds wordt de

gebruiker telkens verplicht op de loginknop te klikken, om pas dan de eigenlijke inlogvelden

te krijgen waarop hij kan inloggen. Dit vraagt bij elke aanmeldingsbeurt een extra onnodige

inspanning van de gebruiker. Indien we kijken naar andere sites waar een gebruiker zich kan

aanmelden, kan die dit meestal meteen doen zonder op een extra knop te moeten klikken.

Inloggen via een ander scherm wordt enkel gedaan wanneer er ook informatie op de site te

vinden is voor niet aangemelde gebruikers. Dit is hier niet het geval. Voorbeelden waar de

gebruiker meteen zijn gegevens kan invullen: hotmail.com, facebook.com, gmail.com,

linkedin.com. Dit zijn allemaal sites waar een bezoeker zonder account weinig reden heeft om

die te bezoeken, zoals Minerva. Voorbeelden waar de gebruiker moet inloggen via een extra

pagina: adobe.com, prezi.com, fastcompany.com en economist.com. Dit zijn sites waar ook

bezoekers zonder account veel informatie kunnen terugvinden. Het lijkt ons dan ook logischer

en gebruiksvriendelijker indien de invulvelden om in te loggen met CAS meteen zichtbaar

zouden zijn.

Een ander probleem waarmee we geconfronteerd werden, was tijdens het toevoegen van een

nieuwe cursuscategorie. Na het toevoegen verschijnt de nieuwe categorie onderaan. De

meeste computergebruikers verwachten dat de meest recente zaken bovenaan verschijnen. Dit

geldt voor blogs, nieuwssites. Dit is momenteel ook het geval voor het forum.

Wanneer de gebruiker een tijdje niet op Minerva actief was, wordt hij automatisch afgemeld.

Dit lijkt ons een goede zaak. Zo blijft iemand die zich vergeet af te melden niet eindeloos

aangemeld en wordt misbruik tegengegaan. Een minpunt van het systeem is dat wanneer de

gebruiker zich opnieuw aanmeldt hij niet gestuurd wordt naar de pagina die hij het laatst

bezocht maar naar het algemene Mijn Minerva-scherm. Hierdoor moet de gebruiker opnieuw

gaan zoeken waar hij precies is.

Op de pagina Aanbod 2010-2011 wordt er gewerkt met verschillende tabbladen. Die

tabbladen kunnen duidelijker worden uitgewerkt wanneer er niet enkel een kleurwijziging

gebeurt zoals nu het geval is, maar ook de scheiding tussen de knoppen en het scherm

wegvalt.

Page 68: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

61

6.5. Gebruikerstest

In dit deel worden de resultaten van de gebruikerstesten besproken. Zoals eerder vermeld,

werden 9 personen getest. De resultaten worden per opdracht behandeld. Voor een

gedetailleerde uitleg over de testen en de uitvoering verwijzen we naar het hoofdstuk

methodologie.

Alvorens we de gebruikerstesten in detail bespreken, geven we enkele algemene

vaststellingen mee:

- Het uitvoeren van een simpele taak, zoals aanmelden, navigeren naar een

bepaalde pagina, verliep meestal vrij vlot. Sommige respondenten hadden moeite

wanneer er iets specifieks gevraagd werd zoals het rangschikken van vakken, het

downloaden van het laatste toegevoegde document of het wijzigen van het

wachtwoord.

- Wanneer een actie op verschillende manieren kon worden uitgevoerd en de

respondenten dit al eens hadden gedaan, deden ze dit telkens op dezelfde manier

en weken ze daar niet van af. Een voorbeeld hiervan is het downloaden van een

document op een bepaalde manier.

- Geen enkele respondent gebruikte de knoppen onder de hoofding om te navigeren

binnenin hetzelfde vak. De breadcrum werd wel gebruikt.

- Slechts 1 respondent, Jiel, gebruikte af en toe sneltoetsten om zo kliks te

vermijden of om bepaalde woorden te vinden.

- De respondenten lazen nooit alle info die beschikbaar was en klikten vaak op

dezelfde knoppen wanneer ze iets niet vonden.

- Respondenten bekeken vaak verschillende malen dezelfde opties voordat ze zeker

waren dat de gezochte informatie niet op een bepaalde pagina stond.

- Slechts de helft van de respondenten vond zelfstandig hoe het wachtwoord

konden worden veranderd.

Figuur 23: Tabblad zonder scheidingslijn. Figuur 24: Tabblad met scheidingslijn.

Page 69: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

62

- Het verschil tussen de links Handleidingen, FAQ‟s en tips en UGent – Veel

gestelde vragen was niet duidelijk.

6.5.1. Rangschik de cursussen en maak een nieuwe categorie aan.

De respondenten vonden over het algemeen de knoppen om hun cursussen te rangschikken en

nieuwe categorieën te creëren zonder problemen. Bij de eerste opdracht werden de

respondenten ook geconfronteerd met enkele problemen. Wanneer een nieuwe

cursuscategorie werd aangemaakt, verscheen deze helemaal onderaan het scherm. Hierdoor

vonden verschillende respondenten de nieuwe categorie niet en waren ze in de war omdat ze

bevestiging kregen dat er een categorie werd aangemaakt. Logischer zou zijn dat de nieuwe

categorie bovenaan verschijnt. Veelal worden de meest recente of toegevoegde zaken

bovenaan de lijst weergegeven. Een tweede probleem waarmee zes van de respondenten

geconfronteerd werden, is het feit dat het niet duidelijk was dat men de vakken moest slepen

om ze te rangschikken. Dit wordt nochtans aangegeven door een pijltje, maar uit de testen

leiden we af dat deze aanduiding te subtiel is. Drie van hen ontdekten het slepen door per

ongeluk te klikken en hadden pas door dat ze versleept hadden door de melding die bovenaan

het scherm verscheen. Hoewel het slepen, éénmaal wanneer de techniek werd ontdekt, niet

moeilijk is, bleef het een tijdrovende methode. Eén van de respondenten, Fien, wist dat ze de

vakken kon rangschikken dankzij een introductiesessie gehouden door de studiebegeleiding in

het eerste bachelorjaar. Drie respondenten probeerden vakken aan hun aangemaakte categorie

toe te voegen door op het potloodje in de categoriebalk te klikken. Blijkbaar geeft dit icoon

onvoldoende aan dat het enkel dient om de naam te wijzigen.

Acht respondenten klikten eerst op Mijn cursussen rangschikken en vervolgens op

Cursuscategorie creëren. Hieruit leiden we af dat de respondenten een categorie toevoegen

als een onderdeel zien van rangschikken en niet iets gelijkwaardigs. Een bijkomend gevolg is

dat nu de knop categorie kan worden geschrapt uit de balk cursusbeheer.

6.5.2. Gebruik van de agenda

Er werden geen problemen vastgesteld bij het gebruik van de agenda. Er werden items

toegevoegd op twee verschillende manieren. Via het klikken op de gewenste dag en via de

knop een nieuw item toevoegen. Het ingeven van tekst en bevestigen verliep bij iedereen vlot.

De respondenten ondervonden ook geen problemen tijdens het navigeren in de agenda. Wel

Page 70: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

63

vroegen enkele respondenten zich af wat het nut was van de agenda omdat belangrijke data

niet langs deze weg werden gecommuniceerd.

6.5.3. Zoek op het forum een vraag en beantwoord ze

Geen enkele respondent had problemen met het vinden van het forum. Een bericht

terugvinden, verliep minder vlot. Sommige gebruikers vonden met de zoekfunctie niet het

gewenste resultaat. Een respondent, Jiel, gebruikte de sneltoets control + f om de discussie te

zoeken. De anderen scrolden door de lijst op zoek naar discussie. Omdat het gebruikte forum

tamelijk veel discussies bevatte, duurde deze opdracht even. Enkele respondenten stoorden

zich aan de vele vage discussietitels waardoor de lijst onoverzichtelijk werd. Antwoorden op

een discussie vormde voor niemand een probleem. Al twijfelde 1 persoon, Koen, tussen

Antwoorden op dit bericht en Dit bericht aanhalen.

In de heuristieke evaluatie werd het voorstel van de labels reeds besproken. We vroegen op

het einde van de opdracht welke labels zij zouden willen gebruiken. Vier types van labels

kwamen steeds terug, soms wel onder andere verwoording: cursus, examen, taken en

actualiteit. Drie respondenten, Michiel, Koen en Elisabeth, stelden nog andere labels voor:

verloren voorwerpen, vragen voor de prof en zoekertjes.

6.5.4. Zoek een document en download het

Er werd aan de respondenten gevraagd het laatst toegevoegde document te downloaden.

Slechts twee respondenten, Jiel en Michiel, gebruikten de knop rangschikken op datum om

vlot het laatst toegevoegde document terug te vinden. De anderen vergeleken de data totdat ze

de juiste hadden gevonden. Veel titularissen zetten de slides en ander bruikbaar lesmateriaal

op Minerva. Hierdoor vormt zich naar het einde van het semester toe een tamelijk uitgebreide

lijst. Voor veel respondenten duurde het even voordat ze het gewenste document hadden

gevonden. Het downloaden op zich vormde voor de respondenten geen probleem. Dit werd

gedaan op verschillende manieren: downloaden door op de titel van het document te klikken

(deze functie werkt niet bij pdf-bestanden) of door op het diskette-icoon te klikken. Twee

respondenten merkten op ze het spijtig vonden dat niet alle documenten als één pakket

konden worden gedownload. Een probleem deed zich voor wanneer respondenten een pdf-

bestand probeerden binnen te halen. Bij het klikken op de naam van een pdf- bestand werd dit

geopend in hetzelfde scherm. Na het downloaden werd dit scherm veelal gesloten waardoor

Page 71: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

64

de respondenten opnieuw naar Minerva dienden te surfen en zich soms opnieuw moesten

aanmelden.

6.5.5.Verander een tekst in de wiki

Alle respondenten hadden moeite met het gebruik van de wiki. Ondanks dat er op de

startpagina van de wiki een aanwijzing stond hoe de wiki gebruikt wordt, vond geen enkele

respondent meteen waar de tekst stond. De meeste gebruikers realiseerden zich pas waar de

tekst zich bevond en hoe ze die konden aanpassen nadat ze verschillende malen op alle

knoppen hadden geklikt. De knoppen zijn onduidelijk en onlogisch gerangschikt. Alle

knoppen worden voortdurend getoond ook op momenten wanneer dit niet nodig is. Een

voorbeeld hiervan is dat de knop editeer deze pagina getoond wordt wanneer de gebruiker

nog geen pagina geselecteerd heeft. De labels zijn onduidelijk en geven onvoldoende weer

wat de gebruiker mag verwachten. De verschillen tussen toon Wiki menu en Alle pagina‟s, en

Toon de paginageschiedenis en Recente veranderingen zijn niet duidelijk. Gegroepeerde

knoppen onder elkaar geplaatst aan de zijkant van het scherm kunnen de gebruiker een

duidelijker beeld geven welke acties er mogelijk zijn.

6.5.6. Zoek de code en de inhoud van een vak

Hoewel de code van een vak op de Mijn Minerva-pagina staat, vond maar 1 respondent,

Stefanie, daar de code. Alle anderen vonden die samen met de inhoud bij Studiefiche. Alle

respondenten, behalve Fien, klikten eerst op Cursusbeschijving maar vonden daar niets

nuttigs terug. 2 respondenten, Elisabeth en Mark, zagen niet onmiddellijk dat de aanduiding

NederlandsEnglish een link was en ontdekten dit pas toen ze een tweede keer op Studiefiche

klikten. 1 respondent, Elisabeth, surfte zelfs naar de algemene site van UGent om de code te

zoeken. Wij stellen ons de vraag of de cursuscode wel onder de naam van het vak op Mijn

Minerva en de cursussite moet worden getoond.

6.5.7. Verstuur een bestand via de dropbox naar een specifieke titularis

Bij het gebruik van de dropbox werden geen problemen vastgesteld. Het aanduiden van de

gewenste ontvangers was voor iedereen duidelijk. De meesten selecteerden de ontvanger met

behulp van de pijltjes, Elisabeth en Jiel deden dit door op de naam te dubbelklikken. Enkel de

Page 72: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

65

optie Dropboxbatchupload zorgde bij Julie en Koen voor verwarring, de anderen negeerden

deze optie.

6.5.8. Verander het wachtwoord en kies een nieuw

Hoewel het veranderen van het wachtwoord niet strikt tot het Minerva-gebruik behoort,

vonden wij het belangrijk dit te testen. Geen enkele respondent slaagde erin om op een vlotte

manier het wachtwoord te veranderen. Alle respondenten gingen eerst naar Mijn profiel.

Sommigen probeerden op wijzig mijn profiel te klikken, wat geen knop is. Mark, Alien, Julie,

Jiel, Koen en Michiel hadden hulp nodig om het wachtwoord te wijzigen. Zonder hulp hadden

zij de speciale wachtwoordpagina niet gevonden. Hier wijzen we op het verschil tussen

UGent-studenten en respondenten die niet gewoon zijn met Minerva te werken. Jiel stuurde

bijvoorbeeld een vraag naar de helpdesk. Degene die het wel vonden, deden dit op

verschillende manieren:

- Fien gebruikte Google, met als zoekterm: “wachtwoord wijzigen ugent” .

- Stefanie logde zich eerst uit. Daarna klikte ze via de balk help op de inlogpagina.

Eerst klikte ze op Wachtwoord vergeten maar hier vond ze geen bruikbare info.

Vervolgens klikte ze op inlog problemen. Op deze pagina werd ze verwezen naar

de speciale wachtwoordpagina.

- Elisabeth was de enige die vanuit Minerva vertrok. Zij klikte op de link UGent –

Veel gestelde vragen, vervolgens op de link die bij het blok ICT staat: Acount &

e-ID. Daarna klikte ze op de link Hoe wijzig ik mijn wachtwoord.

Andere problemen bij het wijzigen van het wachtwoord waren dat de VPN-verbinding

geactiveerd moet zijn. De tekst waarin gemeld wordt dat de toegang geweigerd wordt, is te

lang. De respondenten werden afgeschrikt door de titel Toegang Geweigerd en deden niet

veel moeite meer om de rest van de tekst te lezen. Wanneer de VPN-verbinding gemaakt

werd, moest de gebruiker eerst nog eens de pagina verversen want hij kreeg niet automatisch

toegang tot de pagina. Eénmaal op de pagina kreeg de gebruiker te weinig feedback over de

voorwaarden waaraan een wachtwoord moet voldoen. De wachtwoordvoorwaarden worden

telkens pas meegedeeld wanneer de gebruiker er een fout tegenmaakt. Dit is geheel tegen de

heuristieken van Nielsen. Deze voorwaarden worden beter op voorhand gegeven. Men kreeg

enkel achteraf melding dat het wachtwoord een cijfer moest bevatten. Pas de tweede maal

kreeg de gebruiker de melding dat het wachtwoord minimum 5 en maximum 8 karakters lang

moest zijn. Wanneer een gebruiker van deze regels niet op de hoogte was, moest hij driemaal

Page 73: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

66

proberen voordat hij zijn wachtwoord kon wijzigen. Een respondent, Jiel, vertelde dat hij al

zijn andere wachtwoorden heeft veranderd naar zijn schoolwachtwoord, omdat hij er niet in

slaagde het wachtwoord te wijzigen.

6.6. Extra aanbevelingen

Naast de suggesties en de aanbevelingen die werden gedaan tijdens de evaluatie en de

bespreking van de gebruikerstest willen we hier ook nog enkele extra suggesties aankaarten,

waarvan wij geloven dat ze het Minerva-gebruik kunnen verbeteren en de huidige taken

ondersteunen, los van het feit hoe Minerva er vandaag uitziet.

Onze eerste suggestie is de toevoeging van een centraal notitieblok. Nu kan de gebruiker

enkel persoonlijke aantekeningen per document maken. Wij stellen een gelijkaardige functie

voor, maar dan los van de vakken. Het doel is de student zo vrij mogelijk te laten in het

gebruik ervan. Net zoals de knoppen in de hoofding, is het notitieblok iets dat op elk moment

voor de student zichtbaar moet zijn. Omdat het overal zichtbaar is, dient het compact te zijn.

Daarom stellen we een functie voor die uitklapbaar is. Dit voorstel is opgenomen in de

wireframe, zie figuur 30 en 31. Op deze manier evolueert Minerva meer van een traditionele

site naar een applicatie. De student krijgt het gevoel dat hij met een persoonlijk programma

werkt.

Een tweede suggestie die wordt gedaan, is om forumdiscussies en aankondigingen op een

extra wijze op de Mijn Minerva-pagina weer te geven. Wij stellen twee lijsten voor, in de

vorm van tabbladen, waarin de forumdiscussies en de aankondigingen worden weergegeven.

Het doel is dat de gebruiker op een extra manier de aankondigingen of discussies kan volgen.

Een gelijkaardige toepassing komt voor op deredactie.be. Hier worden verschillende

nieuwsberichten weergegeven aan de hand van een lijst in twee tabbladen.

Page 74: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

67

Wanneer de gebruiker op het bericht klikt, wordt hij automatisch naar de aankondiging of de

forumdiscussie op de pagina van het vak gestuurd, zodat hij meteen alle informatie kan lezen

en niet meer hoeft te klikken of te zoeken. Ook deze suggestie werd in de wireframe

opgenomen. De eerste lijst is die van de aankondigingen. De toegevoegde aankondigingen

worden chronologisch weergeven met de meest recente bovenaan. De titel van het vak wordt

samen met de titel van de aankondiging en de eerste regels van het bericht getoond. Binnenin

de lijst kan de gebruiker scrollen om vroeger geposte berichten te bekijken. De tweede lijst is

die met forumdiscussies en antwoorden. Per discussie worden vier zaken weergegeven: de

titel van het vak, het label, de titel van de discussie (of toch de eerste woorden) en de eerste

zin van de discussie. Bij de antwoorden wordt er nog getoond hoeveel stemmen er werden

toegekend. Binnenin de weergave van forumdiscussies en antwoorden stellen wij twee

weergavemogelijkheden voor: meest recente discussies en antwoorden en de discussies

waarin de meeste stemmen werden gegeven. Hier zou de student ook de mogelijkheid moeten

hebben om discussies uit de lijst te verwijderen. Eén probleem hier is dat in de lijst de

volledige titel van het vak wegens plaatsgebrek niet zal kunnen worden weergegeven.

Daarom zal er beroep moeten worden gedaan op de titularis om een gepaste afkorting in te

geven. Voor de grafische uitwerking van deze suggesties verwijzen we naar de wireframes.

Tot slot vermelden we nog een derde suggestie. Om de gebruiker toe te laten zijn cursussen

snel en op een overzichtelijke manier te beheren, zou hij een keuze moeten hebben uit een

aantal vooraf ingestelde mogelijkheden om de vakken te rangschikken. Voorbeelden hiervan

zijn: alfabetisch, per semester, een aparte categorie voor de infosites, vakken per faculteit,

keuzevakken & hoofdvakken, … .

Figuur 25: Voorbeeld van deredactie.be, screenshot van

30 juni 2011.

Page 75: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

68

Hoofdstuk 7 Conclusie

7.1. Algemene conclusies

In dit rapport werden Minerva en haar gebruikers op verschillende manieren onderzocht.

Eerst werd er een literatuuronderzoek gevoerd om Minerva als elektronisch leerplatform

tegen de bredere wetenschappelijke achtergrond van CSCW en UCD te kunnen plaatsen.

Tijdens dat onderzoek kwamen reeds enkele suggesties en voorstellen naar boven. Na het

theoretische luik volgde het eigenlijke onderzoek waarin Minerva werd onderzocht. Eerst

werd er door middel van een online survey een verkennende studie gehouden om een beeld te

krijgen van wie de Minerva-gebruiker is. Vervolgens werden dagboeken verspreid om het

gebruikerspatroon van verschillende gebruikers te kunnen volgen en te monitoren. Die eerste

twee onderzoeksmethoden stelden ons in staat om twee personae op te stellen. Op die

personae werd steeds teruggevallen tijdens het formuleren van verbeteringen en het tekenen

van wireframes. Hierna werd een heuristieke evaluatie op verschillende pagina‟s van Minerva

uitgevoerd. Afsluitend werden verschillende gebruikers getest.

In het theoretische luik van dit rapport werden de onderzoeksvelden van HCI, CSCW en UCD

onderzocht. Door die uiteenzetting raakt de lezer vertrouwd met de eigenschappen en de

kenmerken van elektronische systemen. Verder werd ook aangetoond wat de mogelijke

voordelen zijn van gebruiksvriendelijkheid. Dankzij de surveys, de dagboeken en de personae

krijgen we een beter beeld over wie de Minerva-gebruiker is en hoe hij Minerva gebruikt. De

heuristieke evaluatie en de gebruikerstesten legden allerhande gebruikersproblemen bloot.

Waar mogelijk werden oplossingen voor de aangeduide problemen aangereikt. Uit ons

onderzoek blijkt dat er nog steeds tal van verbeteringen aan Minerva kunnen worden

aangebracht. Hoewel we kunnen stellen dat Minerva vandaag voldoet aan de meeste noden

van de gebruiker, mag dit geen reden zijn om verbeteringen uit te stellen. Het is belangrijk dat

er steeds ruimte is voor veranderingen en men zich niet aan vroegere oplossingen blijft

vastklampen. Algemeen kunnen we stellen dat Minerva de gebruiker nog beter kan

ondersteunen door op elk moment, op elke pagina zoveel mogelijk relevante informatie te

tonen. Dit kan niet alleen door meer informatie te tonen maar ook door minder relevante

informatie achterwege te laten. Een gebruiker moet de kans krijgen om op een zo‟n kort

mogelijke tijd te kunnen beslissen of er al dan niet nuttige informatie voor hem beschikbaar

is, en daarna zo snel mogelijk die informatie vinden. Vandaag is informatie al te vaak

verborgen achter iconen en onnodige hindernissen. De student moet hierdoor te lang zoeken

eer hij bijvoorbeeld het gewenste document of de gewenste forumdiscussie heeft gevonden.

Zoals blijkt uit de data beschikbaar gesteld door de beheerders van Minerva is het forum een

Page 76: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

69

vaak bezochte pagina op Minerva. Het is daarom belangrijk dat de gebruiker hier extra wordt

geholpen. Om deze reden werden er enkele suggesties specifiek voor het forum uitgewerkt.

Omdat de meeste aanbevelingen voor de Mijn Minerva-pagina werden gemaakt, werden deze

ook grafisch door middel van wireframes uitgewerkt.

In het afsluitende hoofdstuk 8 worden de suggesties opgelijst en worden verschillende

voorstellen grafisch uitgewerkt.

7.2. Beperkingen en verder onderzoek

We erkennen dat dit rapport ook enkele beperkingen en tekortkomingen heeft. Zo werd er

bijvoorbeeld geen rekening gehouden met personen met een visuele handicap. In een

maatschappij waar schermtechnologie een steeds meer prominentere rol speelt, is het

noodzakelijk dat erover gewaakt wordt dat deze mensen niet worden uitgesloten. Wij hebben

bewust de keuze gemaakt om deze groep niet te onderzoeken. Voor dergelijk onderzoek zijn

een specifieke achtergrondkennis en speciaal aangepaste testen noodzakelijk. Het zou daarom

zeer waardevol zijn indien toekomstige studies deze groep wel in een onderzoek zouden

opnemen.

Een tweede beperking is dat de heuristieke evaluatie maar door één persoon volledig werd

uitgevoerd. In de literatuur wordt er geargumenteerd dat dit best door verschillende experts

wordt uitgevoerd. Deze tekortkoming werd op twee manieren opgevangen; deels door de

andere tests die werden uitgevoerd, deels door de beperkte evaluatie door twee extra

personen.

Ten derde merken we op dat niet alle pagina‟s werden bestudeerd. Dit leek ons niet opportuun

omdat vele aanbevelingen niet paginagebonden zijn en ook op andere schermen kunnen

worden toegepast. Ook is het te tijdrovend om alle pagina‟s te onderzoeken.

Een vierde beperking zien we in het feit dat de re-designs en suggesties niet door gebruikers

werden getest. Het bouwen van een werkend prototype is zowel qua tijd als financieel niet

haalbaar. We moedigen toekomstige onderzoekers aan Minerva te blijven testen en nieuwe

manieren te zoeken om de digitale beleving van de student te verbeteren.

Als vijfde beperking merken we op dat er geen grondige vergelijkende studie werd gedaan

met andere online leerplatformen zoals Blackbord of Moodle. We hebben voor dit onderzoek

gekozen om vanuit de huidige Minerva-website te vertrekken. Demo‟s van andere platformen

werden wel bekeken bij het tekenen van de wireframes maar een uitgebreide analyse werd

niet uitgevoerd.

Page 77: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

70

Hoofdstuk 8 Aanbevelingen en suggesties

In dit afsluitende hoofdstuk geven we de lezer een overzicht van de aanbevelingen en de

suggesties die doorheen het rapport werden aangereikt. Afsluitend verwerken we enkele

voorstellen in enkele wireframes. Wij beschikken evenwel niet over de nodige technische

kennis om een realistische inschatting te maken hoeveel tijd er nodig zal zijn om deze

aanbevelingen en suggesties te bouwen en te implementeren. Daarom kan het voorkomen dat

sommige suggesties technologisch of financieel niet haalbaar zijn.

Uit navraag bij de verschillende studentendiensten7 van de universiteit bleek dat faculteiten

infosessies organiseren voor de eerstejaarsstudenten. Dit lijkt ons een zeer goed initiatief.

Andere faculteiten, zoals de faculteit Economie en Bedrijfskunde stopten onlangs met het

organiseren van introductiesessies wegens een gebrek aan interesse van de studenten.

Vandaag is het introductiemoment georganiseerd door het monitoraat van de faculteit de

enige plaats waar studenten informatie krijgen over hoe ze met Minerva moeten werken.

Daarom stellen wij voor om bij het begin van elk academiejaar een informatiebericht te tonen

waarin de meeste recente veranderingen kort worden besproken. De gebruiker zou ook op

Minerva een virtuele rondleiding moeten kunnen krijgen. Zo worden de nieuwe aspecten

zowel voor de Minerva-gebruiker als voor de nieuwe studenten duidelijk. Tijdens de

gebruikerstesten gaf een gebruiker, Fien, aan dat ze dankzij die infosessie wist, hoe ze de

vakken kon rangschikken: “Anders had ik nooit de moeite gedaan om te weten hoe ik dat

moest doen, of waarschijnlijk niet eens geweten hebben dat het kon”. Zelf geven de

studiediensten aan dat veel studenten hun in het begin van het academiejaar contacteren met

vragen over Minerva. Veel van deze vragen gaan echter over administratieproblemen, zoals

het nog niet ingeschreven zijn voor een bepaalde opleiding, en minder over

gebruikersproblemen.

8.1. Suggesties heuristieke evaluatie

Hieronder volgt een samenvatting van de suggesties die werden aangereikt op basis van de

heuristieke evaluatie:

Op de Mijn Minerva-pagina zoveel mogelijk relevante informatie weergeven:

7 Faculteiten: Politieke en Sociale wetenschappen, Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, en Economie en Bedrijfskunde.

Page 78: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

71

- Vakken die de gebruiker volgt overzichtelijk tonen aan de hand van

voorgeprogrammeerde indelingen.

- Weergeven hoeveel aankondigingen, documenten of forumberichten er zijn

toegevoegd en welke dit zijn.

- Andere links die relevant zijn, tonen zoals links naar de resto en vakgroeppagina.

- De vraag stellen of de code van het vak relevant genoeg is.

De knoppen in de hoofding aanpassen:

- De knoppen groter maken.

- De „Mijn‟ van de knoppen verwijderen.

- Het jaartal uit de knop aanbod 2010-2011 verwijderen.

Op een consistente wijze aangeven wanneer iets aanklikbaar is:

- Wijzigen van cursor van naar .

- Veranderen van de kleur van de tekst.

- Indien het een knop is, wijzigen van de knopkleur.

Gebruikers de mogelijkheid geven om hun Minerva te personaliseren:

- Naast de plug-ins ook andere blokken kunnen verwijderen of minialiseren.

- Toevoegen van persoonlijke notities, los van de vakken.

- Cursussen eenvoudiger laten rangschikken door vooraf bepaalde categorieën en

duidelijker aangeven dat de cursussen gesleept dienen te worden.

Overbodige links verwijderen:

- Mijn Minerva en Cursuscategorie creëren uit het blok Cursusbeheer.

- Blok Gebruiker met Mijn profiel en Mijn agenda.

- Studiefiche of cursusbeschrijving uit de documentenpagina.

Aangeven wat het verschil is tussen links en knoppen:

- In het blok Naar … het verschil aangeven tussen Handleidingen, FAQ‟s en tips,

en UGent – Veel gestelde vragen

- De verschillende knoppen op de wiki pagina‟s

- Extra links met info over vakgroep en resto‟s

Page 79: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

72

Alle links en documenten openen in een nieuw tabblad of nieuw venster:

- Openen van pdf bestanden.

- Openen van links, bijvoorbeeld die in het blok Naar … .

Steeds duidelijk aangeven waar de gebruiker zich bevindt:

- Duidelijke naam op cursusstartpagina en op andere pagina‟s

Aangeven wat de gebruiker mag verwachten wanneer hij op een link klikt

- Aangeven dat men een mail kan versturen door op ICTO Minerva-team te klikken

De forumpagina aanpassen:

- Overbodige kolommen verwijderen, aantal keer bekeken vervangen door aantal

stemmen.

- Duidelijk de mogelijkheid aangeven om te sorteren op kolomkenmerken.

- De knop nieuwe discussie starten duidelijker afscheiden en hem meer het gevoel

van een echte knop geven.

- Melding van gepost bericht eenvoudiger maken.

- Zoekfunctie ook toepassen op auteurs van discussies.

- Kaders waarin antwoorden staan kleiner maken.

- Stemmen voor antwoord in discussies en aantal stemmen per bericht weergeven

in kolom.

- Antwoorden in discussie kunnen dichtklappen.

- Het gebruik van labels voor discussies mogelijk maken: cursus, examen,

actualiteit en taken.

De documentenpagina aanpassen:

- Kolom voor commentaar verwijderen.

- Kolom met grootte van bestanden verwijderen.

- Een aparte knop voorzien om pdf-bestanden te openen.

- De post-it functie aanpassen: dezelfde uitstraling als de andere pagina‟s op

Minerva.

- De gebruiker de mogelijkheid geven om alles in één keer te downloaden.

Page 80: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

73

Loginvelden meteen zichtbaar maken op minerva.ugent.be, zoals wanneer men klikt op

alternatieve login. De gebruiker niet extra laten wachten door die eerst naar een aparte

loginpagina te sturen.

Duidelijke feedback geven aan de gebruiker:

- Bij het toevoegen van een nieuwe categorie om cursussen te beheren meldingen

bovenaan het scherm plaatsen.

De gebruiker helpen wanneer zijn sessie onderbroken wordt:

- Wanneer de gebruiker automatisch wordt uitgelogd, hem bij het aanmelden

opnieuw naar de pagina sturen waarop hij het laatst actief was.

Wanneer er tabbladen gebruikt worden, moeten deze op een duidelijke manier worden

weergeven.

8.2. Suggesties gebruikerstest

Algemeen kunnen we stellen dat de Minerva-gebruiker in staat is de meeste taken uit te

voeren. Vaak worden echter hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld het rangschikken van vakken

of het rangschikken van items, niet gebruikt waardoor de gebruiker tamelijk lang op zoek is

naar de gewenste informatie. Hieronder worden de aanbevelingen en suggesties opgesomd die

tijdens de gebruikerstesten werden voorgesteld.

De gebruiker beter ondersteunen:

- Het wijzigen van het wachtwoord vereenvoudigen.

- De gebruiker moet meer feedback krijgen tijdens het rangschikken van de vakken

en het creëren van nieuwe categorieën.

- Minerva moet meer communiceren over wat er allemaal mogelijk is.

Functies zoals de agenda meer gebruiken, zodat ze een nut hebben voor de gebruiker.

De forumpagina aanpassen:

- Toelaten de forumdiscussies te rangschikken op basis van verschillende criteria.

Page 81: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

74

- De verschillende discussies indelen in categorieën.

De documentenpagina aanpassen:

- Duidelijk aangeven waarop er momenteel gerangschikt wordt.

- De gebruiker de mogelijkheid geven om alle bestanden in één keer te

downloaden.

- Verschil aangeven tussen pdf-bestand bekijken en downloaden, analoog met de

andere documenttypes.

- Er zijn twee knoppen met hetzelfde icoon en betekenis, cursusbeschrijving en

studiefiche. Dit is verwarrend voor de gebruiker. De link naar de studiefiche zelf

kan duidelijker. De huidige aanduiding NederlandsEnglish is niet duidelijk

genoeg voor sommige gebruikers.

Duidelijk weergeven wat de betekenis is van de knoppen op de wikipagina.

Het is onduidelijk wat de betekenis is van de optie Dropboxbatchupload wanneer de

gebruiker een document wil uploaden.

Het verschil tussen de links Handleidingen, FAQ‟s en tips en UGent – Veel gestelde vragen is

niet duidelijk.

8.3. Wireframes

Zoals eerder aangehaald zetten we enkele van onze aanbevelingen om in wireframes. Tijdens

de opbouw van de wireframes zijn we zoveel mogelijk vertrokken van het oorspronkelijke

design. Zo werden bijvoorbeeld steeds dezelfde kleuren gebruikt en werd gezocht naar iconen

die passen binnenin de huisstijl van Minerva.

Page 82: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

75

Figuur 26: Mijn Minerva.

Page 83: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

76

Figuur 27: Mijn Minerva, de gebruiker bekijkt forumdiscussies.

Page 84: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

77

Figuur 28: Mijn Minerva, de gebruiker ziet dat er 4 nieuwe forumberichten zijn.

Page 85: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

78

Figuur 29: Mijn Minerva, de gebruiker klikt op het forum-icoon.

Page 86: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

79

Figuur 30: Mijn Minerva, de gebruiker klikt op 'Maak een notitie'.

Page 87: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

80

Figuur 31: Mijn Minerva, de gebruiker maakt een notitie.

Page 88: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

81

Bibliografie

Abdul-Kader, H. (2011). e-Learning Systems in Virtual Environment. The International Arab

Journal of Information Technology, 8 (1), 23-29.

Abras, C., Maloney-Krichmar; D., Preece, J. (2004). User-centered Design. Encyclopedia of

Human-Computer Interaction. Thousand Oaks: Sage Publications.

Alcorn, K., Anderson, R. (2008, 25 juni). People Centered Design: creating websites.

Geraadpleegd op 29 juni 2011 op het World Wide Web: http://fora.tv/2008/06/25/People-

Centered_Design_Creating_Web_Sites

Bannon, L. J., Schmidt, K. (1989). CSCW: Four characters in search of a context,

ECSCW‟89, 13-15 Sept. 1989, 358-372.

Bannon, L. J. (1993). CSCW: an initial exploration. Scandinavian Journal of Information

Systems, 5, 3-24.

Bälter, O. (2000). How to replace an old email system with a new. Interacting with

Computers, 12, 601–614.

Bastien J. M. C. (2010). Usability testing: a review of some methodological and technical

aspects of the method. International journal of medical informatics, 79, 18–23.

Battleson, B., Booth, A., Weinstrop, J. (2001). Usability testing of an academic library web

site: a case study. The Journal of Academic Librarianship, 27 (3), 188-198.

Beatt, B., Ulasewicz, C., (2006). Faculty perspective on Moving from Blackboard to the

Moodle learning management system. TechTrends, 50 (14) 36-45.

Bentley, R., Appelt, W., Busbach. U., Hinrichs, E., Kerr, D., Sikkel, S., Trevor, J. & Woetzel,

G. (1997). Basic Support for Cooperative Work on the World Wide Web. International

Journal of Human-Computer Studies, 46 (6), 827-846.

Berg, M. (1998). The Politics of Technology: On Bringing Theory into Technological Design.

Science, Technology, & Human Values, 23 (4), 456-490.

Page 89: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

82

Bevan, N. (2001). International standards for HCI and usability. Human-Computer Studies

55, 533-552.

Bjørn, P., Scupola, A., Fitzgerald B. (2006). Expanding Technological Frames Towards

Mediated Collaboration, Groupware Adoption in Virtual Learning Teams. Scandinavian

Journal of Information Systems, 18 (2), 29-68.

Buxton, B. (2007). Sketching user experiences getting the design right and the right design.

London: Elsevier.

Caballe, S., Feldman, J. (2008). CoLPE: Communities of Learning Practice Environment.

Proceedings of DIAC 2008, 35-46.

Cockburn, A., Thimbleby, H. (1993). Reducing user effort in collaboration support.

Proceedings of 1993 Work-shop on Intelligent User Interfaces, 215-218.

Colbert, M. (2002). A Diary Study of Rendezvousing: Group Size, Time Pressure and

Connectivity. Personal Ubiquitous Comput. Springer.134-141.

Collis, B. A. (1994). Collaborative learning and CSCW: reserach perspectives for interworked

educational environments. In Lewis, R. en Mendelsohn, P. (Eds.) Lessons from learning (pp.

81-104). Amsterdam: North-Holland.

Cooper, A. (1999). The Inmates Are Running the Asylum: Why High Tech Products Drive Us

Crazy and How to Restore the Sanity. Indianapolis: Sams Publishing.

Crabtree, A., Rodden, T., Benford, S. (2005) Moving with the Times: IT Research and the

Boundaries of CSCW. Computer Supported Cooperative Work 14 (3), 217-251.

Darr, E. (1996). Australian Bureau of Statistics: Universal Adoption. In: P. Lloyd, R.

Whitehead (Eds.), Transforming Organizations Through Groupware, Lotus Notes in Action.

(pp. 70–79). Berlin: Springer.

De Marez, L., Claeys, L. (2010) Media & ICT: innovatie-onderzoek Syllabus. Academiejaar

2010-2011. Universiteit Gent.

Page 90: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

83

Dix, A., Beale R. (1996). Remote cooperation: CSCW issues for mobile and teleworkers.

Berlin: Springer.

Dumas, J. S., Redish J. (1993). A practical guide to usability testing. Norwood, NJ: Albex.

Ellis, C. A., Gibbs, S. J., Rein, G. L. (1991). Groupware: some issues and experiences.

Communication of the ACM. 34 (1), 38-58.

Eyuboglu, F., Orhan, F. (2011). Paging and scrolling: Cognitive styles in learning from

hypermedia. British Journal of Educational Technology, 42 (1), 50–65.

Gabbard, Hix, Swan II (1999, november - december). User-Centered Design and Evaluation

of Virtual Environments. Virtual Reality, 2-10.

Gena, C., Weibelzahl, S. (2007). Usability Engineering for the Adaptive Web. In: P.

Brusilovsky, A. Kobsa, W. Nejdl (eds.), The Adaptive Web: Methods and Strategies of Web

Personalization, Lecture Notes in Computer Science, 4321 (pp. 720-762). Berlin: Springer.

Goodwin, K. (2001, 1 november) Getting from Research to Personas: Harnessing the Power

of Data. Geraadpleegd op 29 juni 2011 op het World Wide Web

http://www.cooper.com/journal/2002/11/getting_from_research_to_perso.html

Goto, K., Cotler, E. (2005). Web Redesign: Workflow that Works. New Riders, Berkeley, CA.

Grudin, J. (1994). Computer Supported Cooperative Work: History and Focus. IEEE

Computer 27 (5), 19-26.

Hassenzahl, M., Platz, A., Burmester, M., Lehner, K. (2000). Hedonic and ergonomic quality

aspects determine a software‟s appeal. Proceedings of ACM Conference on Human Factors in

Computing Systems (pp. 201–208). New York, NY: ACM Press.

Hewett, Baecker, Card, Carey, Gasen, Mantei, Perlman, Strong, Verplank (1992). ACM

SIGCHI Curricula for Human-Computer Interaction. Geraadpleegd op 29 juni 2011 op het

World Wide Web: http://old.sigchi.org/cdg/cdg2.html

Page 91: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

84

Hollingshead, A., McGrath, J., O‟Connor, K. (1993). Group Task Performance and

Communication Technology: A Longitudinal Study of Computer-Mediated versus Face-to-

face Work Groups. Small Group Research, 24 (3), 307-333.

Hom, J. (1998). The Usability Methods Toolbox. Geraadpleegd op 29 juni 2011 op het World

Wide Web: http://usability.jameshom.com

Hornbæk, K. (2006). Current practice in measuring usability: Challenges to usability studies

and research. International Journal Human-Computer Studies, 64 79-102.

Huang, Wang, Huang, Chen, Chen, Chang (2011). Performance evaluation of an online

argumentation learning assistance agent. Computer & Education, 57, 1270-1280.

Hutchinson, T. E., White, K. P., Martin, W. N., Reichert, K. C., Frey, L. A. (1989). Human–

computer interaction using eye-gaze input. IEEE Transactions on Systems, Man, and

Cybernetics, 19, 1527–1534.

ISO 20282-1 (2006). Ease of operation of everyday products, Part 1: Design requirements for

context of use and user characteristics. Geneva, Switzerland: International Standards

Organization.

ISO 9126-4 (2004) Software engineering -- Product quality, Part 4: Quality in use metrics.

Geneva, Switzerland: International Standards Organization.

ISO 9241-11 (1998). Ergonomic requirements for office work with visual display terminals

(VDTs), Part 11: Guidance on usability. Geneva, Switzerland: International Standards

Organization.

Iqbal, R., James, A., Gatward, R. (2003). A Collaborative Platform for Heterogeneous CSCW

Systems: Case Study of Academic Applications. EEE International Workshop on Intelligent

Data Acquisition and Advanced Computing Systems: Technology and Applications, 8-10

September 2003, Lviv, Ukraine.

Jacob R. J. K., Karn, K. S. (2003). Eye Tracking in Human–Computer Interaction and

Usability Research: Ready to Deliver the Promises. Hyona, Radach en Deubel (Eds.), The

Mind‟s Eye: Cognitive and Applied Aspects of Eye Movement Research (pp. 574-605).

Oxford, England: Elsevier Science BV.

Page 92: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

85

Johansen, R. (1988) Groupware: Computer support for business teams. New York: The Free

Press.

Karaoğlan, B., Ertaul, L. (2010). A Practice in Using E-Portfolio in a Higher Education

Course Taught at Distance. Electronics and electrical engineering, 6 (102), 115-118.

Kelly, D., Baxter, J. S., Anderson A. (2010). Engaging first-year students through online

collaborative assessments. Journal of Computer Assisted Learning, 26, 535–548.

Kesseler, E., Knapen, E. G. (2006) Towards human-centred design: Two case studies. The

Journal of Systems and Software, 79, 301–313.

Kujala, S., Kauppinen, M. (2004, juni). Identifying and Selecting Users for User-Centered

Design. 10th Proceedings of the Nordic conference on Human-computer interaction,

Tampere.

Landauer, T. K., (1993). A mathematical model of the finding of usability problems.

Proceedings of ACM INTERCHI'93 Conference, Amsterdam, The Netherlands, 24-29 April

1993, 206-213.

Lazar, J. (2001). User-centered Web development. Boston: Jones and Bartlett Computer

Science.

Ljungberg, F. (1996) An initial exploration of Communication Overflow. Proceedings of The

International Conference on the Design of Cooperative Systems, Sophia Antipolis, France,

INRIA, 19-36.

Ljungberg, F. (1999) Exploring CSCW Mechanisms to Realize Constant Accessibility

Without Inappropriate Interaction. Scandinavian Journal of information Systems, 11 (1), 25-

50.

Luff, P., Hindmarsh, J., Heath, C. (Eds.) (2000). Workplace Studies: Recovering Work

Practice and Informing System Design. Cambridge, UK: Cambridge University Press.

Page 93: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

86

Macintyre, R., Macdonald, J. (2011) Remote from what? Perspectives of distance learning

students in remote rural areas of Scotland. International Review of research in open and

distance learning, 12 (4). 1-16.

Marije, V. A., Jerry, A., Gellof, K. (2008). How students structure and relate argumentative

knowledge when learning together with diagrams. Computers in Human Behavior, 24 (3),

1293–1313.

Margherita A., Secundo, G. (2011) The stakeholder university as learning model of the

extended enterprise. Journal of Management Development, 30 (2), 175-186.

Marshak, Young, Rubicam (1996). Improving Productivity with Workflow. in P. Lloyd, R.

Whitehead (Eds.), Transforming Organisations Through Groupware. Lotus Notes in Action

(pp. 188 – 197). Berlin: Springer.

Mattila, Pärkka, Hermersdorf, Kaasinen, Vainio, Samposalo, Merilahti, Kolari, Kulju,

Lappalainen, Korhonen (2008). Mobile Diary for Wellness Management-Results on Usage

and Usability in Two User Studies. IEEE transactions on information technology in

Biomedicine, 12 (4), 501-511.

Molich, R., Nielsen, J. (1990). Improving a human-computer dialogue. Communications of

the ACM, 33 (3), 338-348.

Morris, M. R. (2008). A survey of Collaborative Web Search Practices. CHI 2008, April 5-10,

Florence, Italy.

Ngwenyama, O. K., Lyytinen, K. J. (1997). Groupware Environments as Action Constitutive

Resources: A Social Action Framework for Analyzing Groupware Technologies. Computer

Supported Cooperative Work (CSCW): An International Journal, (6), 71-93.

Nielsen, J., Molich, R. (1990). Heuristic evaluation of user interfaces, Proceedings ACM

CHI'90 Conf. (Seattle, WA, 1-5 April), 249-256.

Nielsen, J. (1992). Finding usability problems through heuristic evaluation. Proceedings ACM

CHI'92 Conference (Monterey, CA, May 3-7), 373-380.

Nielsen, J. (1993). Usability engineering. Boston, MA: AP Professional.

Page 94: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

87

Nielsen, J., & Landauer, T. K. (1993). A mathematical model of the finding of usability

problems. Proceedings of INTERCHI 93, 206-213.

Nielsen, J., Levy, J. (1994). Measuring usability: Preference vs. performance.

Communications of the ACM, 37 (4), 66-75.

Nielsen, J. (1994). Heuristic evaluation. In Nielsen, J., Mack, R.L. (Eds.), Usability

Inspection Methods. New York, NY: John Wiley & Sons.

Nielsen, J. (2005). Ten Usability Heuristics. Geraadpleegd op 29 juni 2011 op het World

Wide Web: http://www.useit.com/papers/heuristic/heuristic_list.html

Nielsen, J. (2000, 19 maart). Why You Only Need to Test with 5 Users. Geraadpleegd op 29

juni 2011 op het World Wide Web: http://www.useit.com/alertbox/20000319.html

O‟Connor, K., Gruenfeld, D., McGrath, J. (1993). The Experience and Effects of Conflict in

Continuing Work Groups. Small Group Research, 24 (3), 362-382.

Olson, G. M., Olson, J. S. (2003). Groupware and Computer-supported cooperative work. In

J.A. Jacko, A. Sears (Eds.), The Human-computer Interaction Handbook: Fundamentals,

Evolving Technologies and Emerging Applications (pp. 583-595). Nahwanm New Jersey:

Lawrence Erlbaum.

Olson, G. M., Olson, J. S. (2000). Distance Matters. Human-Computer Interaction, 15, 139-

178.

Othman S. A. S., et al. (2005). The open university Malasia, Learning management system: A

study of interaction in the asynchronous forum board. International Journal of Instructional

Technology and Distance learning, 2 (11), 3-10.

Oztekin, A., Nikov, A., Zaim, S. (2009). UWIS: An assessment methodology for usability of

web-based information systems. The Journal of Systems and Software. 82, 2038–2050.

Oztekin, A. (2011). A decision support system for usability evaluation of web-based

information systems. Expert Systems with Applications 38, 2110–2118.

Page 95: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

88

Palen, L., Salzman, M. (2002). Voice-Mail Diary Studies for Naturalistic Data Capture under

Mobile Conditions. Proceedings of the 2002 ACM Conference on Computer Supported

Cooperative Work (CSCW '02), New Orleans, Louisiana, 87-95.

Penichet, Marin Gallud, Lozano (2006). A classification method for CSCW systems.

Theoretical Computer Science. Preliminary Version.

Poltrock, S., Grudin, J. (1999). CSCW, groupware and workflow: experiences, state of art,

and future trends. CHI‟99 Extended Abstracts on Human Factors in Computing Systems,

Pittsburgh, Pennsylvania, (pp. 120-121). New York, NY: ACM Press.

Poltrock, S., Grudin, J., (2005) Computer Supported Cooperative Work and Groupware

(CSCW). Interact 2005, Rome, Italy.

Poulson D., Ashby M., Richardson S. (1996). USERfit: A practical handbook on user centred

design for assistive technology. ECSC-EC-EAEC, Brussels-Luxembourg.

Prante, T., Magerkurth, C., Streitz, N. (2002). Developing CSCW tools for Idea Finding -

Empirical Results and Implications for Design. Proceedings of the ACM Conference on

Computer Supported Cooperative Work (CSCW 2002) (pp. 106-115). New Orleans,

Louisiana: ACM Press.

Pruitt, J., Adlin, T. (2006). The Persona Lifecycle: Keeping People in Mind Throughout

Product Design. Morgan Kaufmann.

Ravden, S., Johnson, G. (1989). Evaluating Usability of Human-Computer Interfaces: a

practical method. New York: John Wiley & Sons.

Rodden, T. (1992). A survey of CSCW systems. Interacting with computers, 3, 319-353.

Rieman, J. (2003). Just-in Time Usability Engineering. In Lindholm, C., Keinonen, T.,

Kiljander, H. (Eds.), How Nokia Changed the Face of the Mobile Phone: Mobile Usability

(pp. 233-252). New York: McGraw-Hill.

Rubin, J. (1994). Handbook of usability testing: How to plan, design and conduct effective

tests. Canada: John Wiley & Sons.

Page 96: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

89

Schlichter, J., Koch, M., Bürger, M. (1998). Workspace Awareness for Distributed teams.

Lecture Notes in Computer Science, 1364, 199-218.

Schmidt, K. (2009). Divided by a common acronym: On the fragmentation of CSCW. In

Wagner, I., Tellioglu, H., Balka, E., Simone, C., Ciolfi, F. (Eds.), ECSCW ‟09: Proceedings

of the 11th European Conference on Computer Supported Cooperative Work 7-11 September,

Vienna, Austria, (pp. 223 – 242). Berlin: Springer.

Selwyn, N. (2007) The use of computer technology in university teaching and learning: a

critical perspective. Journal of Computer Assisted Learning 23, 83–94.

Slavin, R. E. (1987). Cooperative learning and student achievement. Educational Leadership,

46 (2), 31-33.

Sinclair, G., Beverley, H. (1989). Peer Tutoring - A Guide to Learning by Teaching. New

York: Nichols Publishing.

Spool, J., Schroeder, W. (2001). Testing Web sites: five users is nowhere near enough.

Proceedings of the Conference Extended Abstracts on Human Factors in Computing Systems,

CHI‟2001. New York: ACM Press.

Stinson, Feldman, McGrath (2006). e-Ouch: Usability Testing of an Electronic Chronic Pain

Diary for Adolescents With Arthritis. Clinical Journal of Pain, 22 (3), 295-305.

Stickdorn, M., Schneider, J. (2010). This is Service design thinking basics, tools, cases.

Amsterdam: BIS Publishers.

Swanson, T. A., Green J. (2011). Why We Are Not Google: Lessons from a Library Web site

Usability Study. The Journal of Academic Librarianship, 37 (3), 222–229.

Tezza, R., Bornia, A. C., de Andrade, D. F. (2011). Measuring web usability using item

response theory: Principles, features and opportunities. Interacting with computers, 23, 167-

175.

Tognazzini, B. (2002, 14 november). First Principles of Interaction Design. Geraadpleegd op

29 juni 2011 op het World Wide Web: http://www.asktog.com/basics/firstPrinciples.html

Page 97: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

90

Tractinsky, N., Katz, A.S., Ikar, D. (2000). What is beautiful is usable. Interacting with

Computers 13. 127-145.

Twidale, M., Randall, D., Bentley, R. (1994). Situated evaluation for cooperative systems.

Proc. CSCW 1994. New York: ACM Press.

Vessey, I., Sravanapudi, A. P. (1995) Case tools as collaborative support Technologies.

Communication of the ACM, 58 (1), 83-95.

Virzi, R. A. (1992) Refining the test phase of usability evaluation: how many subjects is

enough? Human Factors, 34, 457–468.

Vyas. D., de Groot, S., van der Veer, G. C. (2006) Understanding the Academic

Environments: From Field Study to Design. Proceedings of 13th European Conference on

Cognitive Ergonomics (ECCE' 06), (pp. 119-120). New York: ACM Press.

Wania, C., Atwood, M., McCain, K. (2006). How do Design and Evaluation Interrelate in

HCI Research? Proceedings of the 6th conference on Designing Interactive systems, 90-98.

Weyers, B., Luther, W., Baloian, N. (2011). Interface creation and redesign techniques in

collaborative learning scenarios. Future Generation Computer Systems, 27, 127–138

Wharton, C., Bradford, J., Jeffries, R., and Franzke, M. (1992). Applying cognitive

walkthroughs to more complex interfaces: Experiences, issues, and recommendations.

Proceedings. CHI‟92 (Monterey, CA, 3–7 May 1992). New York: ACM Press.

Wikipedia, Communication. Geraadpleegd op het 29 juni 2011 op het World Wide Web:

http://en.wikipedia.org/wiki/Communication

Yau, J. Y. K., Joy, M., Dickert, S. (2010). A Mobile Context-aware Framework for Managing

Learning Schedules – Data Analysis from a Diary Study. Educational Technology & Society,

13 (3), 22–32.

Yu, H., Cai, Y., Shen, Z., Tao, X., Miao, C. (2010). Agents as Intelligent User Interfaces for

the Net Generation. IUI‟10, February 7–10, Hong Kong, China, 429-430.

Page 98: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

91

Bijlage

Bijlage 1

Vragenlijst survey:

Hey! Ik onderzoek voor mijn masterproef de gebruiksvriendelijkheid van Minerva. Ik heb

daarom een kleine survey opgesteld Heb je vragen over mijn onderzoek? Aarzel dan niet om

me te mailen: [email protected]

Ik ben een Ugent student:

ja

nee

Ik gebruik Minerva al

1 jaar

2 jaar

3 jaar

4 jaar

5 jaar

meer dan 5 jaar

Ik studeer ....

…… (naam faculteit)

Geslacht

man

vrouw

Hoeveel uur per dag gebruik je een computer (tekstverwerking, e-mail, surfen, gamen, …)?

…… uur.

Page 99: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

92

Ik zie mezelf als een ervaren pc gebruiker

ja

nee

De computer gebruiken is iets wat ik tijdens het schooljaar dagelijks doe

ja

nee

Mijn interesse in Minerva is zo laag dat ik totaal geen interesse heb in de verbetering ervan.

ja

nee

Hoe vaak gebruik je Minerva?

Meerdere keren per dag

1 keer per dag

meerdere keren per week

2 keer per week

1 keer per week

minder dan 1 keer per week

Heb je ooit Minerva willen gebruiken, maar dit niet kunnen doen (bv omdat er geen

mobileapplicatie voor is, site off-line was, verbinding te traag, … ).

ja

nee

Ik heb al eens gekeken in de handleiding van Minerva.

Ja, maandelijks

jaarlijks

1 maal

nooit, maar ik weet dat er een handleiding is

ik wist niet dat er een handleiding was

Page 100: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

93

Indien je hem al gebruikt hebt, vond je hem nuttig?

ja

nee

ik heb de handleiding nog niet gebruikt

Zou je, indien mogelijk, lessen willen volgen langs Minerva, bijvoorbeeld door

streaming/video on demand?

ja

nee

Ik denk dat ik Minerva meer raadpleeg dan m‟n medestudenten.

ja

nee

Ik erger me aan Minerva.

ja

nee

Ik vind Minerva handig.

ja

nee

ik gebruik Minerva zo weinig mogelijk

ja

nee

Indien ik Minerva niet zou moeten gebruiken, doordat ik bijvoorbeeld alle info zou kunnen

vinden op de universiteit zelf bv op het prikbord, zou ik Minerva veel minder of zelfs niet

gebruiken.

ja

nee

Page 101: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

94

Wanneer ik iets niet vind, ligt dat aan mezelf, niet aan Minerva.

ja

nee

Ik ben tevreden dat Ugent gekozen heeft voor Minerva.

ja

nee

Ik gebruik Minerva ENKEL om lesmateriaal (powerpointpresentaties, pdf‟s, excel &

worddocumenten) af te halen en aankondigingen te lezen.

ja

nee

Ik lees de aankondigingen op Minerva

de algemene vakgroep infosites.

de vakken die ik volg

niet

Wanneer ik vragen heb over Minerva, zoek ik mijn antwoorden

Nergens

blijf ik zoeken op Minerva tot ik het vind.

kijk ik bij de 'veel gestelde vragen' in de rechter kolom op Minerva

Stuur ik een mailtje naar [email protected]

zoek ik het antwoord in de handleiding

Vraag het aan een vriend/medestudent

gebruik ik een zoekmachine, zoals google

Page 102: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

95

Wanneer ik zoek op Minerva (bv een nieuw document, aankondiging, discussie op het

forum), duurt het te lang eer ik gevonden heb wat ik zoek.

altijd, ik ben altijd lang opzoek eer ik gevonden heb wat ik zoek

vaak, ik moet vaak lang zoeken eer ik gevonden heb wat ik zoek

soms, het duurt soms een tijdje eer ik gevonden heb wat ik zoek

zelden, het komt maar zelden voor dat ik lang moet zoeken eer ik gevonden heb wat ik

zoek

nooit, ik vind altijd alles meteen

Ik bezoek op Minerva het forum van de vakken

1 keer

2 tot 5 keer per jaar

5 tot 20 keer per jaar

Meer dan 20 keer

nooit

ik wist niet dat Minerva een forum heeft

Wanneer ik een vraag heb, post ik die op het forum

ja, het hele jaar door

ja, enkel tijdens de examenperiode

nee

Ik lees het forum

ja, het hele jaar door

ja, enkel tijdens de examenperiode

nee

Ik lees en antwoord op vragen op het forum

ja, het hele jaar door

ja, enkel tijdens de examenperiode

nee

Page 103: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

96

Ik zou graag kunnen chatten met andere forumgebruikers

ja

nee

Een zoekfunctie binnenin het forum zou ik gebruiken

altijd

vaak

soms

zelden

nooit

Hoe vaak gebruik je webmail

meerdere keren per dag

1 keer per dag

meerdere keren per week

2 keer peer week

1 keer per week

minder

Van alle mails die je ontvangt op jouw ugent-account, hoeveel vind je er belangrijk, handig,

nuttig, interessant, ... ? (met andere woorden: ben je blij dat je de emails ontvangt)

alle emails

bijna alle

de meeste

de helft

af en toe

enkele

geen enkele mail die ik ontvang op mijn ugent-account

ik heb mijn webmail-account gelinkt aan een ander e-mail account (bv hotmail, gmail, ... )

ja

nee

Page 104: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

97

Heb je suggesties hoe Minerva zou kunnen worden verbeterd? Shoot!

Werk je graag verder mee aan dit onderzoek naar de gebruiksvriendelijkheid van Minerva

(usability-test, brainstorm sessies, co-creation)? Laat dan hier je e-mailadres achter!

Dank je wel! Heb je nog vragen, opmerkingen of suggesties? Stuur een mail naar

[email protected]

Page 105: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

98

Bijlage 2

Voorbeeld van het dagboek.

Page 106: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

99

Page 107: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

100

Page 108: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

101

Page 109: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

102

Bijlage 3

Oztekin (2011) stelde een vragenlijst op voor zijn onderzoek naar usability assessment and

design of web-based information systems (UWIS). De vragen werden onderverdeeld in

verschillende dimensies: betrouwbaarheid, zekerheid, geven van feedback, wijze van

communiceren, navigatie, controle en kwaliteit van informatie. Naast de heuristieken van

Nielsen (1994, 2005, zie supra) werd deze lijst gebruikt tijdens de heuristieke evaluatie.

Verschillende dimensies van UWIS (Oztekin, 2011, p. 2113)

Reliability

Is it possible to replace or restore default settings easily?

Does the system guide novice users sufficiently?

Have unnecessary registrations been avoided?

Does call-back systems or e-mail systems tell the users when the required service will be

performed?

Is the relation between time to perform a task (planning, execution, error correction) and task

complexity adequate?

Assurance

Are important control buttons represented on the screen and is it clear how they are working?

Is the tone of messages consistently courteous?

Are security statement and e-mail notification stated on the system?

Does the system make the user‟s work easier and quicker than without the system?

Responsiveness

Do automated or humane e-mails responses or serving pages give users prompt service?

Are there e-mail systems both inbound and outbound to deal with user complaints?

Is the use of terminology, graphics and menus consistent throughout the system?

Is the situated help provided at any time (e.g. window titles, instructions to proceed)?

Integration of communication

Are terminology and abbreviations part of the user technical language?

Page 110: Beleidsrapport - Ghent University€¦ · Hoofdstuk 1 Executive summary 1.1. Doelstellingen Dit rapport heeft 3 hoofddoelstellingen. (1) Ontdekken en analyseren wat de (mogelijke)

103

Do relevant FAQs help the users to solve problems by themselves?

Is the functionality of the buttons on the device obvious from their labels?

Navigation

Does the system track where the user was in the last session (and any progress made)?

Are any navigational aids provided (e.g. find facilities)?

Has opening unnecessary new browser windows been avoided?

Controllability

Can the dialogue be interrupted at any time by clearly marked exits and/or continued later?

Are facilities provided to return to the top level at any stage (e.g. links back to homepage)?

Quality of information

Is information contained on the system current, timely, accurate, and relevant?

Is there a hierarchical organization of information from general to specific?

Does the information offer language options?