Bachelor Studiegids 2011/2012 - ElEctrical EnginEEring · 2021. 8. 17. · Bachelor Studiegids...
Transcript of Bachelor Studiegids 2011/2012 - ElEctrical EnginEEring · 2021. 8. 17. · Bachelor Studiegids...
Bachelor Studiegids 2011/2012 - ElEctrical EnginEEring
Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica
Creative Technology
Electrical Engineering
Technische Informatica
Technische Wiskunde
www.utwente.nl/ewi/onderwijs
VOOrWOOrD
Voorwoord
Er bestaat waarschijnlijk geen habitat waar de mens zonder enige vorm van techniek kan bestaan. In
de moderne wereld heeft techniek twee kanten: zij lost problemen op en is tegelijkertijd een bron van
problemen die je dan weer met techniek moet oplossen. Ingenieurs zijn onmisbaar – en zij dragen een
enorme verantwoording.
Het fundament van de moderne techniek is de natuurwetenschappen. Zij stellen ingenieurs in staat om
betrouwbare modellen van hun uitvindingen te maken. Moderne technische systemen verouderen erg;
tegelijkertijd worden ze complexer en wordt er van meerdere technische disciplines gebruik gemaakt.
De moderne ingenieur moet daarom zijn leven lang blijven leren. Daarvoor is het nodig om de basis van
elektrotechniek grondig te bestuderen.
Elektrotechniek is uitgebreid tot een enorm groot vakgebied. De manipulatie van stroom en spanning
staat centraal in elektrotechniek. Er is bijna geen technisch systeem te bedenken waar je dit niet doet:
overal heb je elektrotechniek nodig! Maar elektrotechniek heeft zijn waarde ook in domeinen bewezen.
Zo heeft bij voorbeeld de Club of Rome eind jaren 1960 wereldmodellen ter berekening van de stabiliteit
van het mondiale economisch-ecologisch systeem opgesteld, die ontleend zijn aan netwerk theorieën.
Het denken over systemen maakt de elektrotechnicus uniek en waardevol ook in beroepen en voor
problemen die ver afstaan van elektrotechniek.
Aan de Universiteit Twente volg je een opleiding tot academicus. Dat houdt niet alleen in dat je
Elektrotechniek op hoog niveau zult beheersen maar ook kritisch bent over jezelf en je collega’s, je
vakgebied en je werk en de betekenis van je werk; dat je relevante informatie kunt oppikken, problemen
herkent en aangaat met de passende middelen, dat je je kennis op adequate manier kunt communiceren,
en zowel individueel als in teamverband kunt werken.
Elektrotechniek geeft je de kans om een aantal gebieden te doorgronden,
geeft je de mogelijkheid om onafhankelijk na te denken, je oordeel te vormen
en je persoonlijkheid te ontwikkelen – maak daar gebruik van, op dat je je
verantwoordelijkheid als ingenieur waar kunt maken.
Prof. Miko Elwenspoek, Mei 2011
Opleidingsdirecteur Electrical Engineering
INHOUDSOPGAVE
4.2.3 Studieadviseur 38
4.2.4 Studentendecanen en –psychologen 38
4.2.5 Adviesbrieven 38
4.2.6 Studieplan 39
4.2.7 Academische- en Studievaardigheden 39
Toetsing en kwaliteit
5.1 Toetsing 42
5.1.1 Toetsvorm per vak 42
5.1.2 Derde kans regeling 43
5.1.3 Integratie: projecten 43
5.2 Kwaliteitszorg onderwijs 44
5.2.1 StOEL 44
5.2.2 Opleidingscommissie (OLC) 44
5.2.3 Examencommissie 44
5.2.4 Onderwijs Kwaliteit Commissie (OKC) 44
5.2.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 45
5.2.6 Studentenstatuut 45
5.2.7 Accreditatie 46
DEEL BCursusinformatie Electrical Engineering 49
DEEL CAlgemene Bijlagen
1 De faculteit EWI 72
1.1 Organogram EWI 72
1.2 Opleidingen 73
1.3 Diensten en Eenheden 74
1.4 Faciliteiten 77
2 De organisatie van het onderwijs 79
2.1 Studentenstatuut 79
2.2 (Her)inschrijving studie 79
2.3 Studenten en Onderwijs (S&O) 80
2.4 Communicatie en informatie 81
2.6 Jaarroosters 85
2.7 Colleges 85
DEEL ABAChELorprogrAmmA ELECtriCAL EnginEEringElectrical Engineering
1.1 Doelen 12
1.2 Eindtermen 13
Electrical Engineering aan de Universiteit Twente
2.1 Bacheloropleiding 18
2.2 Organisatie 18
2.2.1 Opleidingsdirecteur 18
2.2.1 Bachelorcoördinator 18
2.3 Na de bacheloropleiding 18
2.3.1 Aansluitende masteropleidingen 18
2.3.3 Opleiding tot leraar 19
2.3.4 Arbeidsmarkt perspectieven 19
2.4 Extra curriculaire activiteiten 19
2.4.1 Honours programma 19
2.4.2 Wiskunde Excellence stream 19
2.4.3 Tweede bacheloropleiding 20
Opbouw van het studieprogramma
3.1 Algemeen 24
3.2 Het programma 25
3.2.1 Het eerste jaar 25
3.2.2 Het tweede jaar 27
3.2.3 Het derde jaar 27
3.2.4 Samenstelling van de opleiding naar vakgebied 28
3.3 Opleiding specifieke regelingen 29
3.4 De minor 30
3.5 Afsluiting van de Bachelorstudie 31
3.5.1 De Bacheloropdracht 31
3.5.2 Diploma 33
Onderwijsvormen en studiebegeleiding
4.1 Onderwijsvormen 36
4.2 Organisatie studiebegeleiding 37
4.2.1 Studentmentoren 37
4.2.2 Docentmentoren 37
INHOUDSOPGAVE
2.8 Vakken volgen 87
2.9 Wegwijs op de campus 87
2.10 Studiemateriaal 87
2.11 PC-privé regeling voor studenten en aanschaf pc/laptop/printer 89
2.12 Tentamens 89
3 UT regelingen 92
3.1 Studiefinanciering 92
3.2 Overgangsregelingen 92
3.3 Regeling afstudeersteun 92
3.4 Topsporters 92
3.5 Regeling Studentenactivisme 93
3.6 Studeren met een functiebeperking 93
4 UT faciliteiten 94
4.1 Bureau Onderwijszaken EWI 94
4.2. Union Shop 94
4.3. Notebook Service Centre 94
4.4 Bibliotheek/informatiespecialist EWI 95
4.5. Studentenrestaurant 96
5. Studentenactivisme 97
DEEL ABachelorprogramma Electrical Engineering
1 ELECtriCAL EnginEEring
12 13
ElEctrical EnginEEring
1.1 DoELEn
De algemene doelstelling van de bacheloropleiding is het opleiden tot bachelors in Electrical Engineering.
Een bachelor is een academisch gevormd persoon die opgeleid is om onder supervisie van een ingenieur
of master te werken in onderzoek of ontwerp. In de praktijk houdt dat een combinatie van meerdere
eigenschappen in. Denk aan nieuwsgierigheid, brede interesse, initiatief tonen, onafhankelijk denken,
problemen in een breder kader zien, abstract redeneren, essentiële gedachten van ad hoc ideeën
onderscheiden, generalisaties rechtvaardigen en creatief zijn bij het tot stand brengen van oplossingen
in ontwerp- en onderzoeksproblemen.
Als afgestudeerd bachelor Electrical Engineering ben je in staat om problemen tamelijk onafhankelijk
op te lossen. Je bent in staat om nieuwe kennis op te doen en deze te integreren in je werk. Als
bachelor kun je problemen identificeren en structureren.
Daarbij moet je hoofdzaken van bijzaken kunnen scheiden
en een tijdpad voor de oplossing van het probleem aan
kunnen geven. Daarnaast zijn bachelors EE ook in staat om in
(multidisciplinaire) groepen te werken.
Electrical Engineering omvat de studie en toepassing
van elektriciteit, elektronica en elektromagnetisme. De
deelgebieden die worden behandeld zijn analoge en digitale
elektronica, computertechniek, meet- en regeltechniek en
communicatietechniek. Daarnaast omvat de opleiding de
noodzakelijke basiskennis uit de wiskunde en natuurkunde.
1.2 EinDtErmEn
De algemene eindtermen voor de afgestudeerde van een bacheloropleiding van de afdeling Electrical
Engineering zijn hieronder opgesomd in domein, werkwijze en context.
Een afgestudeerde
{Domein}
wiskundige basiskennis
1. is in staat om vanuit het arsenaal van de calculus gebruik te maken van differentiaal- en
integaalrekening, oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen, kansrekening en stochastiek
teneinde fysische verschijnselen, componenten, signalen en schakelingen te beschrijven c.q. te
modelleren.
natuurkundige basiskennis
2. is in staat om eenvoudige elektromagnetische en mechanische situaties te beschrijven en
tevens om een beschrijving van halfgeleidercomponenten te geven, alsmede het gedrag van, en
informatieverwerving ten behoeve van fysische systemen te analyseren en te modelleren.
elektronica
3. is in staat om een eenvoudige analoge schakeling functioneel te beschrijven en te onderzoeken in
analytische vorm en dat functionele onderzoek bij schakelingen van toenemende complexiteit te
doen met numerieke methoden en simulaties.
computertechniek
4. is in staat om eenvoudige digitale schakelingen te analyseren en te synthetiseren en voor
het ontwerpen van omvangrijke schakelingen daarbij gebruik te maken van een hardware
beschrijvingstaal. De afgestudeerde is bekend met de organisatie van een computer en kent
de deelsystemen ervan en is tevens in staat, na analyse, een probleem algoritmisch met een
computertaal op te lossen.
meet- en regeltechniek
5. is bekend met de functionaliteit en de opbouw van een meetsysteem en in staat meetfouten te
identificeren en te analyseren om bij het ontwerpen en testen van schakelingen, gerealiseerd
tijdens opdrachten en projecten, bewust met meetapparatuur om te kunnen gaan.
6. kan fysische systemen analyseren en ontwerpen die gebruik maken van een regelstrategie, zoals
in elektronische schakelingen alsmede in robotica.
14 15
ElEctrical EnginEEring
{Context}
15. is in staat om na het voltooien van de opleiding een keuze te maken voor en zich te specialiseren
in een masteropleiding, dan wel om een plek te vinden op de arbeidsmarkt.
16. is in staat technische en maatschappelijke gevolgen van nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied
te analyseren en te bespreken met vakgenoten.
17. is in staat vanuit een andere tak van wetenschap met een breder perspectief een oordeel te vormen
over het eigen vakgebied.
Een officiële versie van de eindtermen en meer informatie over de regels en richtlijnen
van de Bachelor Electrical Engineering zijn te vinden in de Onderwijs- en Examenregeling
(OER) van de opleiding: www.utwente.nl/el/onderwijszaken/regels/
communicatietechniek
7. is in staat een beschrijving te geven van communicatiesystemen in termen van gebruikte media,
modulatiemethoden, coderingstechnieken en protocollen teneinde een uitspraak over de prestatie
en kwaliteit van een dergelijk systeem te kunnen geven.
{Werkwijze}
8. is in staat om de hoofdfunctie van een verlangde toepassing op een zinvolle manier onder te
verdelen in deelfuncties teneinde een functioneel ontwerp van de toepassing op te stellen.
9. is in staat om deelfuncties van een functioneel ontwerp van een verlangde toepassing te vervullen
met subsystemen, zodanig dat de realisatie –het geheel der subsystemen- de toepassing mogelijk
maakt, daarbij rekening houdend met gestelde eisen en voorwaarden. De afgestudeerde kan
hierbij uit alternatieve systemen na evaluatie een verantwoorde keuze maken.
10. is in staat om mondeling en schriftelijk te rapporteren over opdrachten en projecten.
11. is in staat om samen te werken met teamgenoten en opdrachtverstrekkers tijdens opdrachten en
projecten.
12. is in staat om voor opdrachten en projecten de vraagstelling te analyseren, benodigde informatie
te verwerven, een onderzoeks- en/of ontwerpplan op te stellen en de uitvoering ervan te plannen.
13. is in staat om kennis te vergaren via wetenschappelijke boeken en tijdschriften al dan niet ontsloten
via geautomatiseerde zoekmethoden.
14. is in staat om op een deelgebied een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek of
ontwerp.
2 ELECtriCAL EnginEEringAAn DE UnivErsitEit twEntE
ELECTRICAL ENGINEERING AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE
18 19
2.1 BAChELoropLEiDingDe bachelor Electrical Engineering bestaat uit een samenhangend programma van vakken uit de
Elektronica, Natuurkunde, Meet- en regeltechniek, Computertechniek, Wiskunde. Daarnaast zijn er
ondersteunende vakken en projecten.
2.2 orgAnisAtiE2.2.1 Opleidingsdirecteur
De opleidingsdirecteur van de bachelor Electrical Engineering is
Prof. Dr.Miko Elwenspoek; Carré kamer 1407; telefoon +31 53 489
3845; email [email protected].
Als er zaken spelen waar je graag eens met hem over van gedachten
wilt wisselen, dan kun je altijd een afspraak bij hem maken via Karin
Veldhuis. Zilverling kamer 1032; telefoon +31 53 489 5450; email
2.2.1 Bachelorcoördinator
De bachelorcoördinator van Electrical Engineering is dr.ir.
Cora Salm. Carré kamer 2611; telefoon +31 534 489 2648;
email [email protected]. Voor vragen over het bachelorprogramma
kun je bij haar terecht.
2.3 nA DE BAChELoropLEiDing2.3.1 Aansluitende masteropleidingen
De Master of Science opleiding in Electrical Engineering, Systems and Control, Embedded Systems
en Nanotechnology zijn direct toegankelijk na de bachelor EE. Andere masters zijn, al dan niet met
compenserende vakken, toegankelijk. Elk jaar vindt er in december een informatiedag plaats,
waarbij de verschillende masteropleidingen vertegenwoordigd zullen zijn. Meer informatie over de
masteropleidingen kun je vinden op www.utwente.nl/master
2.3.2 Stage (in het buitenland)
Een stage is bij de meeste masteropleidingen een onderdeel van het programma. Het is mogelijk om
dit in het buitenland te laten plaatsvinden. Voor meer informatie kun je terecht bij de stagecoördinator
Maarten Korsten: [email protected]
2.3.3 Opleiding tot leraar
Met een bachelordiploma in de Elektrotechniek is het mogelijk om bij het instituut ELAN een
onderwijsbevoegdheid voor Natuurkunde, Wiskunde of informatica te behalen. Er zullen echter extra
vakken moeten worden gevolgd. Meer informatie kun je vinden op www.utwente.nl/elan/
2.3.4 Arbeidsmarkt perspectieven
Doordat de bachelor-master structuur nog niet zolang bestaat zijn bedrijven nog onvoldoende op de
hoogte van de mogelijkheden, die een afgestudeerd bachelor Electrical Engineering heeft. De meeste
afgestudeerde bachelorstudenten besluiten echter door te studeren aan een masteropleiding.
2.4 ExtrA CUrriCULAirE ACtivitEitEn2.4.1 Honours programma
Het Honours programma is bedoeld voor de getalenteerde, geïnteresseerde en gemotiveerde
student. In bijna anderhalf jaar wordt er een programma van 30 EC aangeboden. Het programma is
voor topstudenten van alle opleidingen. Studenten worden intensief begeleid door wetenschappers
met een uiteenlopende achtergrond en maken kennis met grote wetenschappers en de praktijk van
wetenschapsbeoefening. Ze krijgen boeiende vraagstukken en maken een individueel project, waarbij
ze een onderzoeksvoorstel schrijven binnen hun eigen vakgebied. Meer informatie is te vinden op
www.utwente.nl/honours
2.4.2 Wiskunde Excellence stream
De Excellence-onderwijslijn past bij het reguliere wiskundeonderwijs. Excellence is hier bedoeld als
verdieping van het wiskundig niveau. Het wiskundeonderwijs wordt met een hoger abstractieniveau
gegeven. De excellencelijn biedt een volledig parallelprogramma voor de wiskundevakken die in de
opleiding aan bod komen. De beste (en gemotiveerde) studenten van technische opleidingen (ca. 10%)
komen in aanmerking voor het excellenceprogramma dat wordt verzorgd door de opleiding Technische
Wiskunde. Meer informatie over de Excellence stream kun je je vinden op www.utwente.nl/excellence
ELECTRICAL ENGINEERING AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE
20 21
2.4.3 Tweede bacheloropleiding
Wanneer een student de ambitie heeft om twee bacheloropleidingen te volgen, kan in overleg met
de studieadviseur een voorstel voor een individueel programma aan de examencommissie worden
voorgelegd. Meer informatie over de studieadviseur van Electrical Engineering vind je in hoofdstuk
4.2.3 van deze studiegids. Meer informatie over de hoogte van het college geld voor een tweede studie:
www.utwente.nl/so/studentservices/geldzaken/collegegeld/
3 opBoUw vAn hEt stUDiE progrAmmA
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
24 25
3.1 ALgEmEEnHet curriculum is gebaseerd op een achttal domeinen die verdeeld zijn over drie bachelorjaren. Het
betreffen de domeinen:
1. Elektronica
Vakken: Introductie Elektronica en Elektrotechniek; Netwerkanalyse;
Elektronische Basisschakelingen; Elektronische Functies.
2. Natuurkunde basis
Vakken: Elektromagnetische Veldtheorie; Mechanica en Transductietechniek;
Halfgeleiders Devices; Elektrodynamica; Optische Basisfuncties en Microsystemen.
3. Meet- en regeltechniek
Vakken: Meettechniek; Regeltechniek; Dynamische systemen.
4. Computertechniek
Vakken: Inleiding Objectgeoriënteerde Programmeren; Basisbegrippen Digitale
Technieken; Computer Organisatie; Computer Systemen; Informatie Opslag.
5. Communicatietechniek
Vakken: Telematica; Embedded Signal Processing; Random
Signalen en Ruis; Inleiding Communicatie Systemen.
6. Wiskundebasis
Vakken: Calculus 1; Lineaire structuren; Calculus 2; Kansrekenen;
Lineaire differentiatie- en differentiaal; Lineaire Systemen.
7. Projecten
Vakken: Introductie Elektronica en Elektrotechniek; Mid-P project; Eind P project;
Mechatronica project; B2 project; Practicum Realiseren Materialen; Bachelor opdracht.
8. Ondersteunend
Vakken: Communicatie; Masteroriëntatie; Inleiding Energietechniek.
3.2 hEt progrAmmADe vakken uit de acht verschillende domeinen zijn verdeeld over drie studiejaren. De verdeling is
zodanig dat er een zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd programma is.
Het eerste jaar van de bachelorfase wordt ook wel de propedeuse (P) genoemd.
Een collegejaar bestaat uit twee semesters. Een semester is opgedeeld in twee kwartielen van acht
onderwijsweken en twee tentamenweken.
3.2.1 Het eerste jaar
Semester 1 Semester 2
1a 1B 2a 2B
Introductie Electronica
en Elektrotechniek
(6,5 EC)
Netwerkanalyse
(6,5 EC)
Electronische
basisschakelingen +
Practicum (7,5 EC)
Elektronische functies
+ Practicum (3.5 EC)
Inleiding Object-
georiënteerd
programmeren (3 EC)
Basis Begrippen
Digitale Technieken
(5 EC)
Lineaire structuren
(3 EC)
Elektromagnetische
veldtheorie (7 EC)
Calculus 1 (5 EC) Practicum
Meetinstrumenten en
Netwerkanalyse (2 EC)
Calculus 2 (3 EC) Eind P project (4,5 EC)
Project IEEE (2EC) Mid P project (1,5 EC)
Een studiejaar komt overeen met 60 studiepunten (EC). Een EC staat voor 28 uur studie-inspanning.
Eerste semester
In het eerste jaar wordt begonnen met het vak ‘Introductie Electronica en Elektrotechniek’ (IEEE). Het
vak geeft direct aan het begin van de studie een overzicht van de inhoud, de studievormen en de
zwaarte van de bachelor Electrical Engineering. Aan het eind van het vak IEEE volgt het project IEEE,
waarin de opgedane kennis wordt geïntegreerd en toepast in een groepsproject. Daarna begin je aan
‘Netwerkanalyse’, een basis elektronica vak, met daaraan gekoppeld het practicum Meetinstrumenten-
Netwerkanalyse (MINA). Naast het uitvoeren van de proeven, ligt de nadruk op het leren journaliseren.
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
26 27
3.2.2 Het tweede jaar
Semester 1 Semester 2
1a 1B 2a 2B
Kansrekenen (3 EC) Meettechniek (4 EC) Dynamische
sistemen (3 EC)
Communicative
vaardigheden (1 EC)
Lineaire differentiatie-
en differentiaal-
vergelijkingen (5 EC)
Lineaire systemen
(6 EC)
Regeltechniek (4 EC) B2 project (11 EC)
Computer
organisatie (3 EC)
Mechanica en
transductie-
techniek (3 EC)
Project Mechatronics (4 EC)
Telematica-
systemen en
toepassingen (5 EC)
Computersystemen (5 EC)
Halfgeleiders
devices (4 EC)
In het tweede jaar komen veel toegepaste EE onderwerpen aan de orde. In het eerste semester worden
vakken uit de communicatietechniek en de computertechniek gecomplementeerd met ondersteunende
wiskunde. Ook begint het cluster meettechniek. Daarnaast worden met ‘Halfgeleiderdevices’ en
‘Mechanica & Transductietechniek’ de natuurkundige grondbeginselen verder uitgediept.
3.2.3 Het derde jaar
Semester 1 Semester 2
1a 1B 2a 2B
Minor (20 EC) Embedded signal
processing (6 EC)
Optische
basisfuncties en
microsystemen(3 EC)
Practicum realiseren
materialen (1,5 EC)
Inleiding elektronische
energietechniek (3 EC)
Random signalen
en ruis (4 EC)
Inleiding
communicatie
systemen (3 EC)
Elektrodynamica
(4 EC)
Informatieopslag
(3 EC)
Bachelor opdracht
(11,5 EC)
Het vak ‘Calculus I’ geeft de basiskennis wiskunde die nodig is voor een groot deel van de wiskunde
en EE vakken binnen het programma. Object georiënteerd programmeren is een bouwblok voor
de systeemgeoriënteerde vakken die, net als de basisbegrippen digitale techniek, het deel van het
vakgebied beslaat wat grenst aan de informatica.
Tweede semester
In het tweede kwartiel volgt het elektronica onderwijs met de vakken ‘Elektrische basisschakelingen’
en ‘Elektronische functies’, en de in elkaar overlopende bijbehorende practica. Ook het wiskunde
onderwijs wordt in het tweede kwartiel verdiept met ‘Calculus II’ en ‘Lineaire structuren’. Met
‘Elektromagnetische veldtheorie’ komt ook de voor EE belangrijke natuurkundige basiskennis aan de
orde in het eerste jaar. Tenslotte zijn er twee groepsprojecten in het tweede semester. Bij het eind-P
project zal je voor het eerst zelf een projectonderwerp gaan definiëren.
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
28 29
3.3 opLEiDing spECifiEkE rEgELingEn De vakken, als onderdelen van de domeinen van het bachelorprogramma worden, zoals hierboven
omschreven, in een bepaalde volgorde aangeboden. Het is aan te bevelen om deze volgorde zo veel
mogelijk aan te houden. Mochten er redenen zijn om hier van af te wijken dan is het van belang om
rekening te houden met onderstaande regelingen:
• Het propeuse diploma is behaald als alle 60 EC’s van het programma van het eerste jaar zijn
behaald;
• Indien aan het einde van het tweede jaar de propedeuse nog niet is behaald en er zijn totaal minder
dan 80 EC’s behaald dan is het niet mogelijk om onderdelen af te sluiten van de postpropedeutische
fase;
• Om mee te kunnen doen aan het B2 project moet de propedeuse zijn afgerond en minimaal 17
EC’s uit het bachelorprogramma behaald zijn;
• Om de bacheloropdracht te kunnen doen zijn er tenminste 88 EC’s nodig en moet het B2 project
zijn behaald. De vakgroep waarbij de opdracht wordt gedaan kan eisen dat bepaalde vakken
behaald zijn;
• Voor het uitvoeren van de bacheloropdracht bij een leerstoel buiten de afdeling elektrotechniek
dient vooraf toestemming verkregen te worden van de opleidingsdirecteur;
• De vakken ‘Mechanica & Transductietechniek’, ‘Meettechniek’, ‘Dynamische Systemen’ en
‘Regeltechniek’ dienen te zijn gevolgd om deel te kunnen nemen aan het project Mechatronica.
• Het is mogelijk om mastervakken te volgen terwijl de bachelor nog niet is afgesloten (verweven
studeren). Er mag echter niet meer dan 30 EC open staan uit het bachelorprogramma. De
examencommissie dient hiervoor toestemming te verlenen. Om in aanmerking te komen dient er
een studieplan te worden opgesteld, waaruit blijkt wanneer het bachelordiploma gehaald wordt
en welke mastervakken er worden gedaan. Indien het bachelorexamen niet binnen een jaar is
behaald, dan mogen er geen tentamens meer worden gedaan in de mastervakken. Het is niet
mogelijk om aan de stage te beginnen of de afstudeeropdracht te doen zonder in het bezit te
zijn van het bachelordiploma. Bij Bureau Onderwijszaken kan een formulier worden opgehaald
waarmee een voorlopige inschrijving als masterstudent kan worden gerealiseerd. Het formulier is te
downloaden via www.utwente.nl/el/onderwijszaken/formulieren/ Wanneer de examencommissie
geen toestemming verleend, dan is het niet mogelijk om de vakken te volgen en tentamens te
doen. Gebeurt dit toch dan worden de tentamenresultaten als niet geldig beschouwd.
Afwijkingen van deze regelingen dienen altijd door de examencommissie te worden goedgekeurd.
Eerste semester
Een groot deel van het eerste semester is vrijgeroosterd voor de minor. De minor wordt gekozen in het
tweede semester van het tweede jaar. Het is van belang om een weloverwogen keuze te maken over
hoe je deze ruimte gaat invullen. Hierbij spelen je persoonlijke interesses, kwaliteiten en ambities een
rol. Ook het studieverloop tot dan toe kan een rol spelen. De vakken ‘Elektrodynamica’ en ‘practicum
RIM’ zorgen voor een prettige vakinhoudelijke afwisseling.
Tweede semester
Met ‘Random signalen en ruis’, ‘Inleiding communicatie systemen’ en ‘Embedded signal processing’
heeft het tweede semester een belangrijke communicatie techniek signatuur. Het vak ‘Embedded signal
processing’ legt daarbij de link met de elektronica basis die eerder in de opleiding is gelegd. Informatie
opslag en optische basisfuncties geven meer natuurkundige achtergrond kennis. Het tweede semester
in het derde jaar wordt afgerond met de bachelor eindopdracht. Hier legt de student in een individueel
onderzoekproject een proeve van bekwaamheid af.
3.2.4 Samenstelling van de opleiding naar vakgebied
Hieronder vind je een overzicht van de verdeling van de aandacht die voor verschillende deelvakgebieden
in het programma gegeven wordt:
• Practica en Projecten – meestal (maar niet noodzakelijk) elektrotechnisch georiënteerd
• Electrical Engineering
• Informatica
• Natuurkunde
• Wiskunde
• Anders – voornamelijk de minor in het 3e jaar
Over de jaren heen is er veel aandacht voor praktische activiteiten. Er is een stevige component
Electrical Engineering. Wiskundige vakken zijn geconcentreerd in de eerste twee jaar.
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
30 31
3.5 AfsLUiting vAn DE BAChELorstUDiE3.5.1 De Bacheloropdracht
De bacheloropdracht (BO) of Individuele Onderzoek Opdracht (IOO) is de afsluiting van het
bachelorprogramma. In deze opdracht wordt een onderzoek bij een vakgroep gedaan.
Het is de gelegenheid om het geleerde in de praktijk te brengen. Met de BO of IOO wordt de mate
van initiatief nemen, plannen, rapporteren en presenteren van de student getoetst. Het niveau van de
opdracht past bij de eindtermen van de bacheloropleiding en de tot dan toe gevolgde vakken. Tijdens
de BO of IOO wordt zelfstandig gewerkt, onder de supervisie en begeleiding van de BO/IOO-begeleider.
Voor de BO/IOO gelden de volgende opdrachteindtermen:
De studenten hebben in de bacheloropdracht aangetoond dat ze in staat zijn om:
1. een bij hen passende keuze te maken voor een vakgroep, supervisor en onderzoeksvoorstel
(informatie verwerven, zelfkennis, communiceren);
2. een logboek bij te houden (documenteren, integreren van kennis en skills, reflectie);
3. het onderzoeksvoorstel concreet te maken (interpreteren, uitwerken, operationaliseren, via
Aanpassingen aan de vraag vanuit de maatschappij, ontwikkelingen binnen de wetenschap en binnen
het middelbare onderwijs hebben ervoor gezorgd dat er in de loop der jaren een aantal curriculum
veranderingen hebben plaatsgevonden. De studieadviseur kan geraadpleegd worden voor regelingen,
die hiermee te maken hebben en het bepalen van adequate stappen in de studievoortgang. De
regelingen van de afgelopen negen jaar komen op de website van EE te staan: www.utwente.nl/el
Naast opleidingspecifieke regelingen zijn er UT-brede regelingen. Deze staan vermeld in deel C van
deze studiegids.
Elk jaar wordt er een nieuw Onderwijs en Examen Reglement (OER) vastgesteld. Deze bevat zowel een
UT-breed als een opleidingspecifiek gedeelte. De OER wordt aan het begin van het collegejaar aan alle
eerstejaarsstudenten uitgereikt.
3.4 DE minorEen minor is een gestructureerd, samenhangend en afgerond onderwijspakket van minstens 20 EC.
Het is mogelijk om de keuze te maken om kennis te maken met een ander vakgebied of juist de diepte
in te duiken in een specialisatierichting. Er is een zekere mate van vrijheid om binnen randvoorwaarden
je eigen minor samen te stellen. De opleidingsminors en de themaminors zijn onderwijsprogramma’s
die door de UT vooraf zijn samengesteld. In de opleidingsminor wordt in het kort kennis gemaakt met
één van de UT-bacheloropleidingen (anders dan degene die gevolgd wordt). In de themaminors wordt
dieper op een wetenschappelijk onderwerp ingegaan. Het is ook mogelijk om zelf een minor samen
te stellen. Dit kan in overleg met de docentmentor, studieadviseur en/of vakdocent. Deze ‘vrije minor’
moet door de examencommissie van de opleiding worden goedgekeurd.
Er zijn een aantal speciale minors waaraan een verblijf in het buitenland gekoppeld is, bijvoorbeeld
de minor ‘International Management’. Voor de minor ‘Muziek’ moet auditie worden gedaan. Meer
informatie vind je op: www.utwente.nl/majorminor . Ook kun je een kijkje nemen op de minor
informatiemarkt in april, waar vertegenwoordigers van verschillende minoren zich zullen presenteren.
Ingangseisen minor
Op een van tevoren aangekondigd meetmoment moet de student tenminste 80 EC hebben behaald
om toegelaten te worden tot een minor. Bij deze meting worden de resultaten van tentamens
aansluitend aan het vierde kwartiel meegeteld. Resultaten van tentamens in de zomervakantie niet. De
examencommissie kan individuele dispensatie verlenen voor deze 80 EC-eis.
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
32 33
3.5.2 Diploma
Om in aanmerking te komen voor het bachelordiploma dient men zich aan te melden bij Bureau
Onderwijszaken. Deze aanmelding kan iedere maand, met uitzondering van de maand juli. Er zal
worden bekeken of aan alle voorwaarden is voldaan. Eén keer per jaar, in de maand oktober, vindt er
een collectieve bachelor diploma-uitreiking plaats. Ook vindt er één keer per jaar, eind september of
begin oktober, een UT-brede Propedeuse-uitreiking plaats.
literatuurstudie en oefening met instrumenten/ tools, tot een concrete onderzoeksvraag of
ontwerpspecificatie met motivatie waarom dit van belang is);
4. een onderzoeksplan te maken (totaaloverzicht geven met stappenplan en tijdplan);
5. het onderzoeksplan doelgericht uit te voeren en zonodig in overleg met de supervisor bij te stellen
als voortschrijdend inzicht hiertoe noopt (doelgericht werken, plan bijstellen);
6. een voortgangsrapportage te leveren (verantwoorden dat in de juiste richting naar de kerndoelen
wordt gewerkt);
7. een heldere probleemstelling te maken waarin de kernstructuur van werk en verslag tot uitdrukking
komt, bijv. in de vorm van een introductie, samenvatting of poster;
8. data voor begeleidingsgesprekken af te spreken en afspraken na te komen (communiceren);
9. afspraken te maken over hoe de beoordeling plaats vindt en welke criteria voor het cijfer worden
gehanteerd (communiceren, bijv. wanneer je een 10 krijgt en wanneer een onvoldoende);
10. afspraken te maken over wat er gebeurt bij overschrijding van deadlines of de totale tijdsduur, of
bij een onvoldoende (communiceren);
11. een (verplicht!) eindverslag te maken (logische doelgerichte presentatie van het werk naar het
technisch-wetenschappelijk forum);
12. een (verplichte!) eindvoordracht over het werk te houden (mondelinge presentatie voor een
publiek van BSc-EL medestudenten en vakgroepmedewerkers aan de hand van een powerpoint
presentatie).
De student is zelf verantwoordelijk voor het leren beheersen van de genoemde punten. Hoe meer het
initiatief van de student uitgaat (dit omvat ook het stellen van vragen), hoe beter aangetoond is dat de
eindtermen behaald zijn.
Het eindcijfer wordt bepaald door de inhoudelijke kwaliteit van het werk (het niveau), het eindverslag,
de eindvoordracht en de gevolgde werkwijze die o.a. blijkt uit de bovengenoemde tussenproducten.
Deze laatste kunnen of mondeling of schriftelijk worden geleverd, volgens afspraak tussen supervisor
en student.
4 onDErwijsvormEn En stUDiEBEgELEiDing
ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING
36 37
4.1 onDErwijsvormEnDe vakken worden aangeboden in diverse onderwijsvormen: hoorcolleges, werkcolleges, colstructies,
practica, individuele- of groepsbesprekingen met een docent en zelfstudie.
Onderwijsvorm Omschrijving onderwijsvorm
Hoorcollege De docent geeft plenair een toelichting en/of aanvulling op
de leerstof
Werkcollege Er wordt aan opdrachten gewerkt ter verwerking van de
lesstof. De werkcolleges zijn interactiever van aard
Practicum Groepsgewijs of individueel wordt aan een bepaald project,
onderwerp of een specifiek computerprogramma gewerkt
colstructie Dit is een combinatie van een hoor- en werkcollege
Individuele of groepsbespreking
met docent
Bij opdrachten kunnen op verschillende momenten
besprekingen met een begeleidend docent plaatsvinden:
vooraf, gedurende het proces en/of ter afronding
Bespreking/werkoverleg binnen
projectgroep
Binnen de verschillende vakken zijn er opdrachten die
uitgevoerd worden in een projectgroep bestaande uit
medestudenten. Buiten de college-uren spreekt men af
voor werkbespreking of samenwerking. Hierdoor wordt er
geoefend in professioneel samenwerken, taken verdelen en
rapporteren
Zelfstudie Via zelfstandig studeren wordt de leerstof eigen gemaakt
De werkvormen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de doelen van het vak. In vakken die vooral gericht
zijn op het verwerven van kennis en inzicht bestaan de contactmomenten grotendeels uit hoor- en
werkcolleges. In vakken die gericht zijn op het verwerven van specifieke vaardigheden of het oefenen
van competenties (combinatie van kennis, vaardigheden en houding) wordt het onderwijs gegeven in
de vorm van practica, colstructies, projecten of opdrachten.
In de loop van de studie verandert de verhouding tussen contacturen en zelfstudie. Er wordt van de
student verwacht dat deze steeds beter zijn/haar eigen studieproces kan vormgeven. De opbouw van
het programma zorgt ervoor dat de student steeds zelfstandiger wordt en steeds meer complexere
problemen aankan.
4.2 orgAnisAtiE stUDiEBEgELEiDingOm de studie zo efficiënt en effectief te kunnen doorlopen worden binnen en buiten de opleiding EE een
aantal diensten ingezet. In de volgende paragrafen zullen enkele diensten worden besproken.
4.2.1 Studentmentoren
De studentmentoren zijn ouderejaars studenten Electrical Engineering. Zij gebruiken hun expertise
als student EE aan de UT om de eerstejaars studenten wegwijs te maken binnen de opleiding
en de universiteit. Daarnaast kunnen zij ondersteunend zijn bij het studeren van de leerstof en
studievaardigheden. Het ‘student zijn’ is een terugkerend onderwerp. In het eerste kwartiel zijn een
aantal contactmomenten groepsgewijs ingeroosterd.
Buiten de verroosterde uren is er ook contact met de studentmentor mogelijk.
4.2.2 Docentmentoren
Docentmentoren zijn meestal docenten, die gedurende het eerste jaar lesgeven. Bij aanvang van de
studie krijgt elke student een docentmentor toegewezen. Gedurende het eerste jaar zullen er een drietal
individuele (ingeroosterde) ontmoetingen plaatsvinden. Gedurende het tweede en derde jaar van de
bachelorfase zijn de contactmomenten niet ingeroosterd. Contact is dan afhankelijk van de vraag en
behoefte van de student. De studievoortgang overzichten (SV), die aan het einde van het academische
jaar, samen met een adviseringsbrief van de opleidingsdirecteur naar de student worden gestuurd
kunnen een aanleiding vormen voor de docentmentor om contact met de student op te nemen. Eerdere
SV’s en individuele contacten kunnen ook een aanleiding voor een uitnodiging voor een gesprek
vormen.
De docentmentoren zetten hun ervaringen als docent in. Ze zijn getraind om studiegerelateerde- en
persoonlijke onderwerpen adequaat met de student te behandelen. Ze kunnen de student doorverwijzen
naar de studieadviseur en/of de centrale diensten van studenten decanen en –psychologen.
De docentmentoren kunnen altijd door de student worden benaderd.
De docentmentoren voor de studenten, die in 2011 met hun studie BSc EE beginnen zijn:
• Anne Johan Annema, Carré 2629, tel. 053 – 489 2649, email: [email protected]
• Leon Abelmann, Carré 1411, tel. 053 – 489 6216, email: [email protected]
• Jan Eijkel, Carré 2415, tel. 053 – 489 2839, email: [email protected]
• Hans Groenland, Carré 1349, tel. 053 – 489 6182, email: [email protected]
• Cora Salm, Carré 2611, tel. 053 – 489 2648, email: [email protected]
ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING
38 39
4.2.6 Studieplan
Volgens de Onderwijs- en Examenregeling dient elke bachelorstudent bij aanvang van elk semester
een studieplan te maken. Voor elke eerstejaarsstudent zal de studieadviseur een advies over het door
hem of haar gemaakte studieplan geven. Voor de overige studenten geldt dat ze in contacten met de
studieadviseur te allen tijde een recent studieplan moeten kunnen laten zien.
4.2.7 Academische- en Studievaardigheden
In de eerste week van het academisch jaar zal er een college ‘efficient en effectief studeren’ worden
gegeven aan de eerstejaars studenten van de faculteit. Tijdens het studentmentoraat, docentmentoraat
en in het curriculum zitten ook elementen van academische- en studievaardigheden.
Op de website www.utwente.nl/el/studiebegeleiding staan studietips en diverse vormen van
ondersteuning met betrekking tot het studeren.
• Wouter Olthuis, Carré 2409, tel. 053 – 489 2688, email: [email protected]
• Chris Roeloffzen, Carré 2023, tel. 053- 489 2804. email: [email protected]
• Mark Bentum, Carré 2021, tel. 053- 489 2108, email: [email protected]
• Arjan Meijerink, Carré 2011, tel. 053- 489 2238, email: [email protected]
De docentmentoren van de studenten die voor 2011 aan hun studie zijn begonnen staan vermeld op de
website, www.utwente.nl/el/studiebegeleiding/mentoren/
4.2.3 Studieadviseur
De studieadviseur kan benaderd worden voor alle studie- en persoonlijke gerelateerde onderwerpen.
Naast studieplanning, studievaardigheden, studiekeuze en individuele- en universitaire regelingen,
kunnen motivatie, activisme en overstap gerelateerde zaken aan de orde komen. De studieadviseur kan
de student doorverwijzen naar studentendecanen en –psychologen.
Naar aanleiding van de studieresultaten kan zij, al dan niet in samenspraak
met de docentmentor, de student benaderen om de studievoortgang samen
met de student door te nemen.
De studieadviseur is de vertrouwenspersoon voor de studenten. Je kunt te
allen tijde contact opnemen met de studieadviseur. De studieadviseur voor
Electrical Engineering is Thea de Kluijver: Zilverling 1003, tel 3697, E-mail:
4.2.4 Studentendecanen en –psychologen
Op UT-breed niveau kun je terecht bij de studentdecanen en –psychologen. Meer informatie hierover
vind je paragraaf 2.3 van de bijlagen – Studenten Services.
4.2.5 Adviesbrieven
In het vierde kwartiel van het academische jaar wordt naar elke student een studievoortgangoverzicht,
samen met een advisering van de opleidingsdirecteur verstuurd.
De eerstejaarsstudenten zullen in november of december een preadvies brief krijgen. De brief is
gebaseerd op het aantal EC’s dat tot dan toe behaald is en de indruk die de docentmentor van je heeft.
In de loop van de studie worden er een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd over onder
andere de inrichting van het 2e en 3e jaar, keuzevakkenvoorlichting, minormarkt en de voorbereiding
op de masterkeuze.
5 toEtsing En kwALitEit
TOETSING EN KWALITEIT
42 43
5.1 toEtsingGedurende de opleiding wordt er op verschillende manieren geëxamineerd. Hiervoor worden
verschillende toetsingsinstrumenten gebruikt.
5.1.1 Toetsvorm per vak
De meeste vakken worden schriftelijk getentamineerd. Het vak ‘Informatieopslag’ wordt door middel
van opdrachten getentamineerd en het vak ‘Elektromagnetische veldtheorie’ wordt met een mondeling
tentamen afgesloten.
Bij de vakken ‘Meettechniek’, ‘Computersystemen’ en ‘Embedded Signal Processing’ maakt een
praktische oefening deel uit van het assessment. Deze praktische oefening moet met een voldoende
resultaat afgerond worden voordat aan een tentamen deel kan worden genomen.
De examinator van een practicum kan eisen dat één of meerdere verslagen gemaakt moeten worden,
dat een journaal bijgehouden wordt en/of dat een presentatie gehouden wordt. De beoordeling over
een practicum wordt gegeven op grond van de prestaties gedurende dat practicum.
De vorm waarin de onderdelen van de minor getentamineerd worden, wordt bepaald door de Onderwijs-
en Examenregeling van de opleiding die verantwoordelijk is voor de minor.
De toetsvormen staan beschreven in de vakomschrijvingen in deel B van deze studiegids.
5.1.2 Derde kans regeling
Een student die voor een vak nog geen voldoende heeft en voor de derde keer een tentamenpoging wil
doen dient volgens de Onderwijs- en Examenregeling daarvoor toestemming te moeten krijgen aan de
examencommissie.
Dit moet gebeuren door het indienen van een aanvraag, ondertekend door de studieadviseur en de
docent van het vak, vergezeld van een plan van aanpak en een studieplan. De student neemt tenminste
zes weken voor de herkansingsdatum contact op met de docent en de studieadviseur en dient uiterlijk
vijf werkdagen voor het sluiten van de tentameninschrijving een verzoek tot inschrijving in bij de
examencommissie. Pas na het verkrijgen van goedkeuring van de examencommissie is het mogelijk
zich voor het betreffende vak in te schrijven. Instructies voor de student zijn te vinden in de bijlage van
deze gids.
5.1.3 Integratie: projecten
Om de integratie uit de verschillende vakken of juist uit een vak te bevorderen en om de prestaties te
monitoren worden er een aantal projecten gedaan, die met een presentatie en/of een verslag worden
afgesloten. Naast onderstaande projecten zijn er het mid-P -, het eind P- en het Mechatronica project.
B2-project
Het B2-project wordt normaliter gedaan in groepen van 4 studenten.
De beoordeling van het B2-project wordt verkregen op grond van de prestaties gedurende de
opdracht, van een tussenvoordracht en een eindvoordracht en een schriftelijk verslag over de verrichte
werkzaamheden. Er kan een tussenverslag geëist worden.
Bacheloropdracht
De beoordeling van de Bacheloropdracht wordt verkregen op grond van de wijze van werken gedurende
de opdracht, een eindvoordracht, en een schriftelijk verslag over de verrichte werkzaamheden. De
leerstoel wijst een begeleidingscommissie aan die bestaat uit tenminste twee personen. In de
begeleidingscommissie heeft tenminste één lid van het wetenschappelijk personeel in vaste dienst
van de faculteit zitting. De begeleidingscommissie wijst een dagelijkse begeleider aan uit haar midden.
In de begeleidingscommissie heeft tenminste één examinator zitting. Voor het uitvoeren van de
opdracht buiten de afdeling elektrotechniek van de Universiteit Twente, is toestemming nodig van de
opleidingsdirecteur.
TOETSING EN KWALITEIT
44 45
het onderwijsproces door middel van intercollegiale toetsing door een lid van de wetenschappelijke
staf die zitting heeft in de OKC. Hiertoe dienen de vakken van het verplichte curriculum systematisch
te worden geëvalueerd;
• het uitbrengen van evaluaties aan de examencommissie, de OLC en de betreffende docent van
keuzevakken van het niet-verplichte deel van het curriculum;
• het uiterlijk binnen 6 weken aan de decaan, de OLC en de betreffende docent uitbrengen van een
OKC-rapportage omtrent gehouden tentamens;
• het jaarlijks uitbrengen van een verslag van haar werkzaamheden en een plan voor het komende
jaar ten behoeve van de examencommissie en de OLC.
5.2.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER)
Het wetenschappelijk onderwijs is geregeld door de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek (WHW). Hierin worden globale regels gegeven over de doelstellingen van het
wetenschappelijk onderwijs en wordt de bestuursstructuur van de Universiteiten geregeld. De WHW
regelt de cursusduur van de initiële opleidingen, geeft aan op welke manieren men ingeschreven kan
zijn en regelt de toelating tot de verschillende examens.
De WHW geeft aan de faculteitsdecaan een centrale taak voor wat betreft de inrichting van de faculteit
voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening. De decaan stelt de Onderwijs- en Examenregeling
(OER) vast, en ook het faculteitsreglement waarin het bestuur en de inrichting van de faculteit nader
geregeld wordt.
In de OER wordt een groot aantal belangrijke punten met betrekking tot het onderwijs en de tentamens/
examens geregeld, waaronder:
• de inhoud van de opleiding;
• de studielast van de onderdelen (vakken, practica, projecten, stage, opdrachten);
• welke examens er zijn;
• het aantal malen per studiejaar dat tentamens en examens afgelegd kunnen worden;
• de geldigheidsduur van beoordelingen.
Meer informatie is te vinden op: utwente.nl/el/onderwijszaken/regels
5.2.6 Studentenstatuut
De WHW schrijft ook voor dat er een Studentenstatuut is. Het Studentenstatuut kent een
instellingsspecifiek deel, geldig voor de hele universiteit (waarin bijvoorbeeld de financiële
5.2 kwALitEitszorg onDErwijs De kwaliteit van het onderwijs krijgt binnen de faculteit EWI, waaronder EE valt, veel aandacht.
Voor goed onderwijs is een grote betrokkenheid van docenten en studenten nodig en een goede
onderlinge communicatie. De kwaliteitscyclus bestaat uit de volgende instrumenten:
5.2.1 StOEL
Om de kwaliteit van het onderwijs bij de opleiding Electrical Engineering te waarborgen is het Studenten
Overleg EL (StOEL) actief. Deze commissie bestaat uit een aantal studenten die zich bezig houden met
de kwaliteit van het onderwijs en het evalueren van de opleiding Electrical Engineering. Zo wordt elk
kwartiel van de Bachelor los geëvalueerd en is het StOEL het centrale aanspreekpunt voor studenten
met klachten of opmerkingen over het onderwijs. Voor problemen, klachten en/of ideeën kan contact
worden opgenomen met het StOEL – [email protected]
Meer informatie is te vinden op: www.scintilla.utwente.nl/stoel/
5.2.2 Opleidingscommissie (OLC)
De OLC bestaat zowel uit studenten als docenten. Het is
een adviesorgaan voor de opleidingsdirecteur en moet over
alle onderwijszaken gehoord worden. Het gaat hier onder
meer om onderwijsprogramma’s, studielast, roosters,
klachtenafhandeling en vakevaluaties.
5.2.3 Examencommissie
De examencommissie bestaat uit stafleden en heeft een
zelfstandige bevoegdheid over alles wat te maken heeft met de
verschillende examens. De commissie stelt de regels op over
examens, wel of niet slagen, met lofregeling, etc. In deze commissie wordt vastgesteld welke studenten
wanneer voor welk examen geslaagd zijn. Ook rendementscijfers en fraudegevallen komen ter sprake.
5.2.4 Onderwijs Kwaliteit Commissie (OKC)
De Onderwijs Kwaliteit Commissie heeft tot taak:
• het informeren van de decaan en de OLC over de voortgang van het onderwijsproces;
• het uitbrengen van rapportages aan de examencommissie over de bijdrage/rol van de docent aan
TOETSING EN KWALITEIT
46 47
ondersteuningsregelingen van de universiteit geregeld zijn) en een opleidingsspecifiek deel waarin
bijvoorbeeld informatie over de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten opgenomen moet zijn.
Voor meer informatie zie hoofdstuk 2.1 van de bijlagen van deze studiegids.
5.2.7 Accreditatie
In Nederland moet een opleiding geaccrediteerd zijn om in aanmerking te komen voor bekostiging door
de overheid. Accreditatie is “het verlenen van een keurmerk dat aangeeft dat aan bepaalde maatstaven
is voldaan”. Ook de toekenning van studiefinanciering aan de studenten is afhankelijk van accreditatie.
De opleiding Electrical Engineering is geaccrediteerd in 2010 opnieuw door de Nederlands Vlaamse
Accreditatie Organisatie.
DEEL BCursusinformatie Electrical Engineering
50 51
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Cursusinformatie
Introductie Elektronica en Elektrotechniek 191211600EC 6,5 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud Introductie in de kerngebieden van de elektrotechniek waarbij fysische en mathematische aspecten uitgebreid en expliciet worden belicht; wiskunde herstelonderwijs; afsluitend project. Deze cursus geeft een inleidend overzicht in de diverse onderdelen van de elektrotechniek. Eventuele hiaten in de voorkennis van de studenten met betrekking tot wiskunde en/of fysisch inzicht of begrip worden weggewerkt. Tegelijkertijd worden deze vaardigheden gebruikt bij het verkrijgen van nieuwe kennis op het gebied van specifieke elektrotechnische deelgebieden zoals elektronische componenten, signalen, systemen, meten en karakteriseren. In dit college wordt een duidelijke link gelegd tussen het elektronische en andere fysische domeinen.
Leerdoelen Werkhouding leren, introductie EL, wiskundige basisvaardigheden, fysisch inzicht
Docent Dr. Ir. C. Salm
Materiaal Dictaat
Werkvormen Werkcollege (1A), Hoorcollege (1A), Zelfstudie (1A), Project (1A, 1B)
Practicum Introductie Elektronica en Elektrotechniek 191211580EC 2 Toetsvorm Toets/test
Periode 1A
Vakinhoud Dit practicum is verweven met de cursus Introductie Electronica en Elektrotechniek (191211580). De opgedane kennis in IEEE wordt in dit practicum in de praktijk gebracht. Er wordt een begin gemaakt met het leren omgaan met elektrische meetinstrumnten. Daarnaast zijn er voorbeelden van de concrete toepassingen van elektrotechnische principes waarvan de theorie in latere vakken uitgebreider behandeld zal worden. Het leren journaliseren is onderdeel van dit vak..
Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen.
Docent Smits, S.M.; Bentum, M.J.
Materiaal Practicumhandleiding
Inleiding Objectgeörienteerd-programmeren 192110174EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud In dit vak maken de studenten kennis met een moderne, ontwikkel- en programmeer-omgeving, gebaseerd op de programmeertaal Java. Tevens leren ze algoritmisch te denken door analyse van niet-triviale problemen. Aan de orde komen elementaire objectgeoriënteerde concepten als klasse, instantie, methode, attribuut en overerving.
Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen.
Docent Diepen van, N.M.
Materiaal Handboek Objectgeörienteerd programmeren, Jan Beurgh, 2e druk, Van Duuren Media, ISBN 90-5940-117-4
Werkvormen Hoorcollege (1A), Zelfstudie (1A), Practicum (1A)
Cursusinformatie Electrical Engineering
Op het moment waarop deze studiegids wordt gedrukt zijn niet alle gegevens overgehaald en verwerkt in de
nieuwe onderwijscatalogus van OSIRIS, www.utwente.nl/onderwijscatalogus. Kijk voor de meest recente
cursusinformatie in OSIRIS: http://osiris.utwente.nl.
Bachelor 1
Semesteroverzicht
Semester 1 Semester 2
Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4
Introductie Electronica en Elektrotechniek (6,5EC)191211600
Netwerkanalyse (6,5 EC)191210050
Electronische basisschakelingen + practicum (7,5 EC)191211750/191211760 (practicum Elbas)
Elektronische functies + practicum (3.5 EC)191211770/191211780
Inleiding Object-georienteerd programmeren (3 EC)192110174
Basis Begrippen Digitale Techniek (5 EC)192130014
Lineaire structuren (3 EC)191510103
Elektromagnetische veldtheorie + practicum (7 EC)191211290/191210080
Calculus 1 (5 EC)201000177
Practicum Meetinstrumenten en Netwerkanalyse (2 EC)191211610
Calculus 2 (3 EC)191511040
Eind P project (4,5 EC)191211790
Project IEEE (2EC)191211580
Mid P project (1,5 EC)191211620
52 53
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Practicum Meetinstrumenten/Netwerkanalyse 191211610EC 2 Toetsvorm -
Periode 1B
Vakinhoud Dit practicum wordt gegeven tijdens het blok Netwerkanalyse (191210050). Het is een vervolg op het practicumdeel van het college Inleiding Elektronica en Elektrotechniek en het heeft een tweeledig doel. De student maakt enerzijds tijdens het deel Meetinstrumenten kennis met enige meetinstrumenten uit de elektrotechniek en verdiept daarmee de experimentele vaardigheden opgedaan tijdens bovengenoemde inleiding. Aandacht wordt met name besteed aan de invloed van het intstrument op de te bemeten elektrische schakeling en aan de meetonnauwkeurigheid van het instrument. Anderzijds beoogt het deel netwerkanalyse de toetsing aan de orde te laten komen van een model van een schakeling aan de praktijk. Dit deel bestaat uit een aantal inleidende metingen aan schakelingen in het tijd- en het frequentiedomein. Het practicum wordt afgesloten met enige proeven, waarbij beide aspecten van het experiment, de analyse van een schakeling en de aandacht voor het meetinstrument, geïntegreerd aan de orde komen. Inschrijving geschiedt automatisch. Inhoud: Gelijkspanningsmetingen, multimeters, Wheatstone brug, oscilloscoop en functiegenerator, wisselspanningsmetingen, Bode diagram, filters, Fourier analyse van signalen, tweepoorten
Leerdoelen Systematisch leren experimenteren met elektrische meetinstrumenten
Docent Smits, S.M.; Bentum, M.J.
Materiaal Handleiding Practicum Meetinstrumenten en Netwerkanalyse + Algemene practicumhandleiding
Werkvormen Practicum (1B)
Voorkennis Introd. Elektronica en Elektrotechniek (191211580) + Pract.Intro.Elektronica en Elektrotechn.(191211600)
Basisbegrippen Digitale Techniek 192130014EC 5 Toetsvorm -
Periode 1B
Vakinhoud In dit vak worden elementaire kennis en vaardigheden uit de digitale techniek behandeld (binair/ hexadecimaal tellen, Booleaanse logica). De theorie die in dit vak wordt besproken, zal worden toegepast in een practicum. Het vak legt een uitgebreide basis voor de vervolgvakken over digitale techniek.Belangrijk in dit vak is de analyse van standaardschakelingen, zowel combinatorisch als sequentieel. Hierbij zal geabstraheerd worden op transistor-niveau en lager. Ook zal het ontwerpen van schakelingen met zowel combinatorische als sequentiële onderdelen op grond van specifieke informatie aan bod komen. Het toepassen en uitdiepen van de behandelde theorie zal plaatsvinden tijdens het practicum. In dit practicum zal er een grote digitale schakeling ontworpen moeten worden, waarbij de student gebruik kan maken van de hardware-beschrijvingstaal VHDL.Het practicum zal bestaan uit 2 delen, het eerste deel is verplicht, het tweede facultatief. Het voldoende afronden van het facultatieve deel van het practicum levert een deel van de tentamenpunten op. Een tentamencijfer wordt alleen toegekend als het eerste deel van het practicum voldoende is afgerond.
Leerdoelen - Elementaire kennis verkrijgen van een digitaal systeem- Digitale vaardigheden kunnen gebruiken- Onderscheid kunnen maken in combinatorische en sequentiële digitale schakelingen- De werking van enkele digitale componenten begrijpen- Bovenstaande kennis/ vaardigheden kunnen toepassen in een digitaal systeem
Docent Kerkhoff, H.G.; Smit, G.J.M.; Molenkamp, E.
Materiaal Studie- en practicumhandleiding; via Blackboard beschikbaar + M. Mano en Ch. Kime: Logic and computer design fundamentals, 4thd ed., ISBN 0-13-206711-0
Werkvormen Hoorcollege, Zelfstudie, Practicum (1B)
Calculus I 201000177EC 5 Toetsvorm Toets/test
Periode 1A
Vakinhoud Een gedegen kennis van de wiskunde en er vlot mee om kunnen gaan is noodzakelijk bij het begrijpen en toepassen van de stof die in de vakken van de eigen opleiding aan de orde komt. De wiskunde van het VWO is hiervoor een eerste aanzet, maar dit is nog lang niet voldoende. Calculus I is aan het begin van het curriculum geplaatst om deze wiskundige basis uit te breiden.In het vak zal uitvoerig worden ingegaan op begrippen als continuïteit en differentieerbaarheid, die keurig gedefinieerd worden door gebruik te maken van limieten. Deze limieten zijn van belang. Veel problemen (ook uit de praktijk) zijn namelijk zo lastig dat er niet meteen een analytische oplossing voorhanden is en er een vereenvoudiging van het probleem gemaakt moet worden. Deze vereenvoudigingen bevatten veelal begrippen die gedefinieerd zijn als limieten. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan analytische oplosmethoden zoals integralen en bepaalde differentiaalvergelijkingen, en zal er kennis gemaakt worden met complexe getallen. En omdat bij het bestuderen van fysische en technische vragen vaak functies voorkomen die van meerdere variabelen afhangen (denk aan plaats (x,y) en tijd (t)) zal er ook een korte inleiding gegeven worden over functies van twee variabelen. Begrippen die aan bod komen zijn: elementaire functies, differentiëren, extrema, limiet, continuïteit, afgeleide, Riemansom, systematisch integreren, Taylor-ontwikkeling, complexe getallen, 2e orde differentiaalvergelijkingen (met vaste constanten) en functies van twee variabelen. Het eigen maken van deze begrippen, de bijbehorende methoden en het daadwerkelijk toepassen ervan zal geoefend worden met behulp van talrijke opgaven (en uitgewerkte voorbeelden) en door middel van een practicum. Dit practicum is verplicht en zal bestaan uit het leren werken met en het toepassen van het wiskundeprogramma Maple. Bij het niet of onvoldoende uitvoeren van dit practicum zal geen cijfer worden toegekend voor het vak. Naast de colleges zijn er voor de opleidingen TN, ST en EL ook twee verplichte practica waarin in groepen van vier personen gewerkt wordt aan cases die gerelateerd zijn aan de betreffende opleiding.Het vak kan worden afgerond door middel van een aantal toetsen of door een tentamen af te leggen. Het cijfer wordt alleen dan geregistreerd als ook het maplepracticum en de cases voldoende zijn.
Leerdoelen Systematisch leren experimenteren, vergroting inzicht in de Elektrotechniek en de onderliggende Fysica door concrete toepassingen.
Docent dr.ir. G.F. Post
Materiaal Calculus, early transcendentals; 6th ed., James Stewart, ISBM 0-495-38273-6
Werkvormen Colstructie (1A), Zelfstudie (1A), Practicum (1A)
Netwerkanalyse 191210050EC 6,5 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B
Vakinhoud Het vak geeft een inleiding in het op een systematische wijze berekenen van spanningen, stromen en vermogens in elektrische netwerken en daarmee een van de basisvakken voor de elektrotechniek. De beschouwde netwerken zijn opgebouwd uit netwerkelementen: bronnen, weerstanden, condensatoren en spoelen. Diverse analysemethoden worden behandeld, te beginnen bij de analyse van statische netwerken met bronnen en weerstanden behulp van knooppuntanalyse, serie- en parallelschakelingen, spanning- en stroomdeling, superpositie en bronsubstitutie. Voor deze analyse vormen de wetten van Kirchoff en de elementvergelijkingen de belangrijkste ingredienten. Vervolgens worden methoden gepresenteerd voor het berekenen van tijdafhankelijke signalen in netwerken met spoelen en condensatoren met behulp van differentiaalvergelijkingen, wijzertransformaties, overdrachtsfuncties, Bode diagrammen, Fourier reeksen en Convolutie. Tenslotte komen vermogensoverdracht voor statische en sinusvormige signalen aan de orde en tweepoorten.
Leerdoelen Hoofddoel: Kennismaking met elektrische netwerken en methoden om die te analyseren. De student kan: 1. knooppuntsanalyse toepassen op een eenvoudig netwerk. 2. differentiaalvergelijkingen opstellen en oplossen voor 1e en 2e orde netwerken. 3. een netwerk naar het wijzerdomein transformeren. 4. de overdrachtsfunctie van een netwerk bepalen en de bijbehorende Bode-diagrammen schetsen. 5. vermogensberekeningen uitvoeren. 6. de Fourierreeks voor eenvoudige periodieke signalen bepalen.
Docent Spreeuwers, L.J.; Rootseler van, R.T.A
Materiaal Electronic Circuits, 8th/9th Ed., Nilsson & Riedel, Pearson International Edition, ISBN: 0-13-503165-6 + Handouts
Werkvormen Hoorcollege (1B), Werkcollege (1B)
Voorkennis Calculus I (201000177)
54 55
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Practicum Elektronische Functies 191211780EC 1,5 Toetsvorm -
Periode 2B
Vakinhoud In dit practicum komen de volgende onderwerpen aan bod: frequentie-afhankelijke tegenkoppeling, meekoppeling, relaxatieoscillatoren en harmonische oscillatoren. Het ontwerpen, berekenen, simuleren, bouwen en meten van schakelingen op dit gebied geeft de praktische dimensie aan de stof die bij Elektronische Functies wordt aangereikt. Het practicum wordt afgesloten met een project waarin een RF zender wordt gebouwd.
Docent dr.ir. A.J. Annema
Materiaal Online Practicum handleiding Electronic Functions
Werkvormen Zelfstudie, Practicum (2B)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Elektronische Basisschakelingen (191211750), Elektronische Functies (191211770)
Lineaire Structuren 191510103EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Lineaire structuren gaat ruwweg gesproken over het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen. Veel situaties uit de praktijk kunnen gemodelleerd worden als een lineair stelsel, zoals netwerken en situaties in de regeltechniek. In dit vak maak je kennis met de wiskundige begrippen die hierbij gebruikt worden zoals vector, matrix, transformatie en determinant. Doel is om de wiskundige bewerkingen en verbanden tussen deze begrippen onder de knie te krijgen, zodat je (in een later stadium van je studie) in staat bent om zulke gemodelleerde problemen wiskundig te analyseren.Er wordt begonnen met het schematisch opzetten van een stelsel lineaire vergelijkingen d.m.v. een matrix (een getallenschema). Aan de hand van deze matrix kan het een en ander gezegd worden over de oplossing van het stelsel vergelijkingen (zonder die oplossing uit te rekenen), bijvoorbeeld of er nul, één of meerdere oplossingen zijn. Een aantal begrippen die bij het analyseren van lineaire stelsels een rol spelen zijn: (on)afhankelijke vectoren, basis, dimensie en determinant. Er zal uitgebreid worden stilgestaan bij de samenhang van deze begrippen.Bij dit vak hoort een verplichte bijeenkomst waar een case behandeld wordt. Het cijfer wordt pas geregistreerd als de case voldoende is.
Leerdoelen Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig• de oplossingsverzameling van een stelsel lineaire vergelijkingen te bepalen door de bijbehorende
matrixvergelijking Ax = b op te lossen (d.m.v. de Gauss-Jordan veegprocedure);• aan te geven met uitleg of een stelsel vectoren lineair (on)afhankelijk is;• de representatiematrix van een lineaire afbeelding te bepalen en aan te geven of deze afbeelding
injectief of surjectief is;• te kunnen rekenen met matrices en vectoren (optellen, (scalaire) vermenigvuldiging, inverse
bepalen);• de verschillende karakteriseringen van inverteerbaarheid van een matrix te formuleren en toe
te passen; • een basis voor en de dimensie van een lineaire deelruimte (bijv. de nulruimte van een matrix)
te bepalen;• de determinant van een vierkante matrix te berekenen en eigenschappen van determinanten
toe te passen;Docent Kern, W.; Geveling, B.M.; Vajta, M.
Materiaal Handleiding Maple: http:/www.math.utwente.nl/maple/2010 + D.C. Lay, Linear Algebra and its Applications
Werkvormen Colstructie, Practicum, Zelfstudie, Project 2A
Elektronische Basisschakelingen 191211750EC 5 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Modellen worden geïntroduceerd om (te) complexe zaken in voldoende mate te vereenvoudigen. Hierbij is de balans tussen nauwkeurigheid en complexiteit cruciaal. Modellen worden in het hele vak gebruikt als verantwoorde vereenvoudiging. Alleen met niet-lineaire componenten kan vermogen worden verstrekt. Het tweede deel van het vak geeft inzicht in de fysische werking van een aantal niet-lineaire componenten: de diode, de bipolaire transistor en de MOS-transistor. Deze componenten vervolgens gebruikt om relatief eenvoudige elementaire schakelingen te construeren. Daarna wordt verder gegaan met de introductie van het begrip tegenkoppeling rond een abstract versterkerblokje: de opamp. Aan de hand van frequentieafhankelijkheid wordt het begrip stabiliteit geïntroduceerd. Toepassingen van (stabiele vormen van) tegenkoppeling worden behandeld. Verder wordt de opbouw van een (operationele) versterker met verschilversterker, stroombron, stroomspiegel en vermogenstrap op transistorniveau behandeld.
Leerdoelen De student dient na dit vak goed te kunnen omgaan met modellen, kennis te hebben van de elementaire principes die ten grondslag liggen aan de gebruikte elektronische componenten, en dienen de elementaire circuits te begrijpen en door te kunnen rekenen. Getoetst wordt grotendeels op kennis en het goed toepassen van de kennis. Vereist als voorkennis voor MidP.
Docent dr.ir. A.J. Annema
Materiaal Dictaat + internetpagina's
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie, Project 2A
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050)
Practicum Elektronische Basisschakelingen 19121176EC 2,5 Toetsvorm -
Periode 2A
Vakinhoud Dit practicum is een kennismaking met modellen, dioden en BJT zowel als MOS-transistoren, toegepast in gelijkrichting en versterking. Er wordt door middel van metingen, berekeningen en simulaties inzicht verkregen in de werking van basisschakelingen. Een belangrijk aspect is het onderkennen van de begrippen in- en uitgangsweerstand van een circuit. Verder worden in dit practicum tegengekoppelde schakelingen met een (operationele) versterker gebouwd, bemeten, berekend en gesimuleerd. Het voornaamste doel daarbij is het analyseren van terugkoppeling en frequentieafhankelijk gedrag.Het practicum wordt afgesloten met het ontwerp en presentatie van een audioversterker.
Docent dr.ir. A.J. Annema
Materiaal Online practicumhandleiding Elektronische basisschakelingen
Werkvormen Zelfstudie, Project, Practicum (2A)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Elektronische Basisschakelingen (191211750)
Elektronische Functies 191211770EC 2 Toetsvorm Tentamen
Periode 2B
Vakinhoud Gestart wordt met de introductie van tegenkoppeling om instabiele schakelingen te construeren. Hierbij worden zowel relaxatieoscillatoren als harmonische oscillatoren behandeld. Hierna wordt een introductie in de RF-elektronica gegeven waarbij zendsystemen behandeld worden. Getoetst wordt voornamelijk op kennis en het goed toepassen van de kennis.
Docent dr.ir. A.J. Annema
Materiaal dictaat/vraagstukkenbundel + online extra materiaal
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (2B)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Elektronische Basisschakelingen (191211750)
56 57
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Practicum Elektromagnetische Veldtheorie 191210080EC 0,5 Toetsvorm -
Periode 2B
Vakinhoud Het practicum is gekoppeld aan het vak Elektromagnetische veldtheorie (191211290). De student maakt kennis met vectorvelden in de vorm van een 2D elektrostatisch en een 3D magnetostatisch veld en maakt kennis met inductie. Begrippen uit de vectorcalculus (rotatie, divergentie, wetten van Gauss en Stokes) worden toegepast op deze velden. Naast beschrijvende metingen en tekeningen worden velden gemeten, en gedurende het college emveld in de vorm van huiswerkopgaven geanalyseerd en vergeleken met de theorie. Hiervoor worden Maple sheets gebruikt. Inhoud: Electrostatische veld in geleidend papier. Veld van een spoel, Gradient, rotatie, divergentie. Inductie.
Leerdoelen De student ontwikkelt een ruimtelijk begrip van vectorvelden, en vectoroperators
Docent Lammerink, T.S.J.
Materiaal Practicumhandleiding + The Feynman lectures on physics Vol. II: Mainly electromagnetism and matter" Richard P. Feynman, Robert B. Leighton, Matthew Sands, Addison-Wesley, Reading, MA, USA, ISBN: 0-2-1-51004
Werkvormen Practicum 3 x per blok (2B)
Voorkennis Calculus I (201000177), Calculus II (191511040)
Mid P-project 191211620EC 1,5 Toetsvorm -
Periode 2A
Vakinhoud Onderwerp: Het ontwerpen en bouwen van een systeem dat een vooraf gespecificeerde functie kan verrichten. Afweging tussen analoge en digitale alternatieven. Toepassing van kennis opgedaan in een aantal EL-vakken (met bijbehorende practica). Het Mid P-project dient als voorkennis voor het Eind P-project. Frequentie: éénmaal per jaar.
Leerdoelen Leren ontwerpen van een elektronisch systeem met analoge/ digitale schakelingen.
Docent Molenkamp, E.; Annema, A.J.; Jong de, M.P.
Materiaal Algemene Practicumhandleiding + Online Mid P-handleiding
Werkvormen Project (2A)
Eind P-project 191211790EC 4,5 Toetsvorm -
Periode 2B
Vakinhoud In dit project worden de opgedane kennis en vaardigheden uit de propedeusevakken geïntegreerd door het ontwerpen en realiseren van een electronisch ‘product’. Een keuze kan gemaakt worden uit de volgende onderwerpen:- Het ontwerpen en bouwen van een aantal specifieke functies van een multimeter.- Het realiseren van een eigen (groeps)idee. Voorstellen voor een eigen idee dienen ruim voor het project te zijn ingeleverd bij de docent. Studenten die voldoen aan de inschrijvingseis worden hierover nader bericht.
Leerdoelen LSystematisch groepsontwerp met duidelijke methodologie. Integratie van kennis en vaardigheden uit de propedeusevakken.
Docent dr.ir. R.A.R. van der Zee
Materiaal Handleiding bij het Eind-P project + Algemene Practicum Handleiding (APH)
Werkvormen Practicum (2B)
Voorkennis De som van de cijfers voor Netwerkanalyse (191210050) en Elektronische Bassischakelingen (191211750) moet groter of gelijk zijn aan 8.
Calculus II 191511040EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Calculus II is het directe vervolg op het vak Calculus I en breidt de wiskundige basis, die nodig is in de rest van de studie, uit. In het vak Calculus II wordt de wiskunde behandeld die men in veel natuurkundig gerichte vakken nodig zal hebben. De theorie van Calculus I, voor functies van één variabele, zal uitgebreid worden naar vectorfuncties en functies van twee variabelen (denk bijvoorbeeld aan het aardoppervlak als functie van de twee variabelen hoogtegraad en lengtegraad). De begrippen grafiek, limiet, continuïteit en differentieeerbaarheid zullen opnieuw gedefinieerd worden voor de functies van twee variabelen. Er komen ook enkele toepasssingen aan de orde zoals optimalisatie van een functie van twee variabelen.Onderwerpen die aan bod komen zijn: vectoren, vectorruimtes, impliciet differentiëren, gradiënt, Taylorpolynomen, extrema (onder nevenvoorwaarden), methode van Lagrange, inverse en impliciete functiestelling.Naast de hoor- en werkcolleges zullen er werkcolles zijn waarin met het computerprogramma Maple geoefend zal worden. Er zullen twee middagen besteed worden aan praktijkgerelateerde cases.
Leerdoelen Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig• de grafiek van een functie van twee variabelen te interpreteren (ook niveaukrommen);• limieten bij functies van twee variabelen te berekenen;• de begrippen limiet, continuïteit en differentieerbaarheid bij functies van twee variabelen te
definiëren;• de definitie van partiële afgeleide van een functie van meerdere variabelen te geven Alsmede • deze te berekenen;• de kettingregel bij functies van meerdere variabelen en de techniek van impliciet differentiëren
toe te passen;• de richtingafgeleide en gradiëntvector te berekenen, alsmede eigenschappen van de
gradiëntvector toe te passen;• de vergelijking van een raakvlak aan de grafiek van een functie van twee of meer variabelen
te geven alsmede een benadering te geven met behulp van een eerste- of tweedegraads Taylorpolynoom;
• extrema van functies van twee of drie variabelen te bepalen (zowel op open als op gesloten verzamelingen).
Docent Al-Dhahir, A.; Geveling, B.M.
Materiaal Maple, wiskunde in berekenbaar perspectief; 3e druk; Streng, Van Gils en Van der Meer (beschikbaar onder BlackBoard) + Calculus, early transcedentals; 6e druk, James Stewart
Werkvormen Colstructie, Practicum 2A
Voorkennis Calculus I, m.n. elementaire functies, differentiëren, extrema, limiet, continuïteit, afgeleide, Riemansom, systematisch integreren, Taylor-ontwikkeling.
Elektromagnetische Veldtheorie 191211290EC 6,5 Toetsvorm Tentamen
Periode 2B
Vakinhoud CIn dit vak wordt een inleiding gegeven in statische elektromagnetische velden. Fenomenen en technische toepassingen worden beschreven m.b.v. de Maxwell vergelijkingen. Fysische interpretatie van de vergelijkingen, het verbinden van fenomenen en toepassingen met de Maxwell vergelijkingen, zowel als hun gebruik voor het beschrijven van eenvoudige situaties en toepassingen vormen de kern van het vak.Inhoud: Toepassing vectorcalculus in elektromagnetische veldtheorie: scalaire velden en vectorvelden, gradient, nablaoperator, Divergentie en rotatie. Maxwell vergelijkingen. Elektromagnetische Krachten; velden en bronnen; wetten van Coulomb en Gauss. Geïnduceerde stromen en inductie. Velden in materialen.
Leerdoelen De student heeft inzicht in de structuur van de Elektromagnetische veldtheorie
Docent Lammerink,T.S.J.; Elwenspoek,M.C.; Jong de,M.P.
Materiaal Opgavenbundel (Website) + The Feynman lectures on physics Vol. II: Mainly electromagnetism and matter" Richard P. Feynman, Robert B. Leighton, Matthew Sands, Addison-Wesley, Reading, MA, USA, ISBN: 0-2-1-51004
Werkvormen Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie, Project (2B)
Voorkennis Calculus I (201000177), Calculus II (191511040)
58 59
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Kansrekening 191530062EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud Korte inhoud: experiment, uitkomstenruimte, gebeurtenissen, kans, combinatoriek, voorwaar-delijke kans, onafhankelijkheid, stochastische variabele, discrete en continue verdeling, simultane verdelingen, voorwaardelijke verdelingen, centrale limietstelling
Docent dr.ir. W.R.W. Scheinhardt
Materiaal Dictaat van Kansrekening en statistiek (191530082) (US nr. 624)
Werkvormen Werkcollege 8 x per blok, Hoorcollege 8 x per blok (1A)
Lineaire Differentie- en Differentiaalvergelijkingen 191510220EC 5 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud In het vak Lineaire Structuren zijn lineaire deelruimten behandeld die uit vectoren uit R^n bestaan. In dit vak bestuderen we ook algemene lineaire deelruimten, bijvoorbeeld polynoomruimten of functieruimten. Het begrip determinant wordt gebruikt om de eigenwaarden en eigenvectoren te bepalen. Deze eigenwaarden en eigenvectoren spelen weer een rol bij het vinden van reële oplossingen voor stelsels lineaire differentie- en differentiaalvergelijkingen. Zij geven namelijk informatie over de stabiliteit van de oplossingen.Tenslotte worden ook (macht)reeksen en Laplace transformaties ingezet om oplossingen van differentiaalvergelijkingen te vinden. Voor het goed introduceren van Laplace transformaties is het nodig de zogenaamde convergentie criteria voor oneigenlijke integralen te behandelen. Dit laatste is geen tentamenstof.Onderwerpen die behandeld worden: lineaire (deel)ruimte, eigenwaarden- en vectoren, lineaire differentiaalvergelijkingen (DVs), stelsels van DVs, autonome homogene lineaire stelsels, lineaire differentievergelijkingen, oneigenlijke integralen, Laplace getransformeerde, convergentiecriteria van rijen en reeksen.
Leerdoelen Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig• een stelsel lineaire vergelijkingen om te schrijven naar matrixvorm;• kolom-, rij-, nulruimte, basis, dimensie, rang, eigenwaarden en eigenvectoren van een matrix te
bepalen en daarmee eigenschappen van de matrix af te leiden;• 1e, 2e en ne orde lineaire differentiaalvergelijkingen/differentievergelijkingen met constante
coëfficienten op te lossen;• 2e, 3e en ne orde differentiaalvergelijkingen/differentievergelijkingen te herleiden tot een
stelsel van 1e orde differentiaalvergelijkingen/differentievergelijkingen en dit stelsel op te lossen;
• de aard en stabiliteit van evenwichtsoplossingen van 2- en 3 dimensionale autonome homogene lineaire stelsels differentiaalvergelijkingen/differentievergelijkingen met fasevlak te classificeren;
• convergentiecriteria voor oneigenlijke integralen correct toe te passen;• de Laplace getransformeerde te bepalen.
Docent drs. A. Al-Dhahir
Materiaal Lineair Algebra and its applications, D.C. LayCalculus, early transcendentals, J. Stewart
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege (1A)
Voorkennis Calculus I (201000177), Calculus II (191511040), Lineaire Structuren (191510100)
Bachelor 2
Semesteroverzicht
Semester 1 Semester 2
Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4
Kansrekening (3 EC)191530062
Meettechniek (4 EC)191210420
Dynamische systemen (3 EC)191210430
Communicative vaardigheden (1 EC) 191211670
Lineaire differentiatie- en differentiaal-vergelijkingen (5 EC)191510220
Lineaire systemen (6 EC)191231490
Regeltechniek (4 EC)191210440
B2 project (11 EC)191210469
Computer organisatie (3 EC)192131102
Mechanica en transductietechniek (3 EC)191228160
Project Mechatronics (4 EC)191210450
Telematicasystemen en toepassingen (5 EC)192610000
Computersystemen (5 EC)192110542
Halfgeleiders devices (4 EC)191217061
Cursusinformatie
Telematicasystemen en -Toepassingen 192610001EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud Het vak Telematica Systemen en Toepassingen (TST) is een indeling in communicatienetwerken en hun toepassingen. Het vak TST behandelt fundamentele technieken en mechanismen die zowel in klassieke als in moderne communicatiesystemen worden gebruikt.
Leerdoelen Inleiding in communicatienetwerken en toepassingen
Docent Pras, A.; Heijenk, G.J.
Materiaal Computer Networking, a top-down approach featuring the internet. James F. Kurose and Keith W. Ross, Addison Wesley. De nieuwste editie zal gebruikt worden. Op dit moment is dat: 5e druk 2009, ISBN 978013135483
Werkvormen Werkcollege , Hoorcollege, Practicum (1A)
60 61
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Lineaire Systemen 191231490EC 6 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B
Vakinhoud In dit vak maakt u kennis met begrippen die betrekking hebben op systemen en signalen en doet u ervaring op met methodieken gericht op het systematisch analyseren van de eigenschappen van lineaire, tijdinvariante systemen, zowel in continue als discrete tijd. Methoden ter beschrijving van systemen en signalen: differentie- en differentiaalvergelijkingen, toestandsbeschrijving, impuls- en stapresponsie, frekwentieresponsie, overdrachtsfunctie, convolutie-som en -integraal, stabiliteit, toestandsovergangsmatrix, Fourier-reeksen, Fourier-transformatie, Laplace- en z-transformatie.
Leerdoelen Begrijpen van representaties en methodieken die betrekking hebben op systemen en signalen en ervan
Docent Veldhuis, R.N.J.; Spreeuwers, L.J.
Materiaal 'Continuous and discrete signals and systems', S. Soliman, M. Srinath Prentice Hall, 1998, ISBN: 0-13-569112-5
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (1B)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Analyse B (191560141)
Computersystemen 192110542EC 5 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B + 2A
Vakinhoud Het vak Computersystemen gaat dieper in op de hardware en software van computers. In dit vak leer je uit welke deelsystemen een computersysteem is opgebouwd, wat het gedrag is van deze deelsystemen en hoe deze deelsystemen samen het gedrag van een computersysteem bepalen.De noodzakelijke kennis van digitale techniek alsmede de interne werking van een processor en de interactie van de processor met andere onderdelen van de computer zullen worden behandeld. De 80-86 processor zal als concreet voorbeeld gebruikt worden, zodat de theorie ook in werking wordt gezien.Bij dit vak is een practicum dat niet verplicht is. Het practicum bestaat uit programmeren in de taal C en is bedoeld om een groter inzicht te krijgen in de interne werking van een computer, voornamelijk de input/output-werking. Ook zal tijdens dit practicum aandacht worden besteed aan het ontwerpen van delen uit een computersysteem.Het voldoende afronden van het practicum levert een deel van de tentamenpunten op. Het practicumcijfer en het tentamencijfer bepalen samen het eindcijfer voor dit vak.
Leerdoelen Na het succesvol afronden van dit vak kan de student:• Aangeven uit welke deelsystemen een computersysteem is opgebouwd en deze deelsystemen
ook toelichten.• Uitleggen wat het gedrag van elk van de deelsystemen is.• Uitleggen hoe deze deelsystemen samen het uiteindelijke gedrag van het computersysteem
bepalen.Docent Scholten, J.; Kokkeler, A.B.J.
Materiaal Murdocca en Heuring: Computer Architecture and Organization: An Integrated Approach. ISBN 978-0-471-73388-1
Werkvormen Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie (1B)
Voorkennis Basisbegrippen Digitale Techniek (192130014), Computerorganisatie (192131102)
Computerorganisatie 192131102EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud Tijdens computerorganisatie zullen de basisprincipes van de verschillende componenten waaruit een processor (CPU) is opgebouwd worden bestudeerd, alsmede de onderlinge samenhang tussen deze componenten. In vervolgvakken zal de samenhang tussen de processor en de rest van de hardware worden uitgediept. Daarvoor is het wel nodig om de werking van de processor te begrijpen.De processor wordt geanalyseerd door hem op te splitsen in een data-pad en een controle-pad. De werking van beide paden, alsmede hun opbouw zullen worden besproken. Vervolgens zal er worden ingegaan op de (samen)werking van verschillende componenten (o.a. de ALU, registers en bussen) in beide paden. Verder zal aandacht worden besteed aan microprogrammering, de basisprincipes worden toegelicht aan de hand van verschillende types CPU’s. Ook zal de Instruction Set Architecture (ISA) bestudeerd worden, dit is de link tussen software en hardware. Bij de bestudering van de meeste principes wordt gebruik gemaakt van de ARC-processor om de implementatie van de theorie in de praktijk te zien. Tevens wordt er een practicum gehouden waarbij het een en ander aan de ARC-processor moet worden aangepast. Het practicum bestaat uit 2 delen, beide zijn facultatief en leveren een deel van de tentamenpunten op. Het eerste deel bestaat uit het programmeren van een processor met assembly-code (machinetaal). Het tweede deel bestaat uit het aanpassen van een functie van de ARC-processor met behulp van de hardware-beschrijvingstaal VHDL. Dit practicum levert veel inzicht in de behandelde theorie, terwijl ook gelijk de praktische kant ervan aan bod komt.
Leerdoelen • De globale werking van een processor leren begrijpen.• Inzicht verkrijgen in hoe een processor is opgebouwd.• Leren abstraheren tot op register-niveau. (assembler-programmeren)• Enkele veelgebruikte algoritmes begrijpen en kunnen toepassen.• Inzicht verkrijgen in de werking van verscheidene componenten uit een processor.
Docent Smit, G.J.M.; Molenkamp, E.
Materiaal Computer Architecture and Organization: An Integrade Approach; Miles J. Murdocca, Vincent P. Heuring; ISBN 978-0-471-73388-1, Wiley
Werkvormen Hoorcollege, Practicum (1A)
Voorkennis 192130014 Basisbegrippen Digitale techniek (met kennis van VHDL)
Mechanica en Transductietechniek 191228160EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B
Vakinhoud Transducenten (elementen waarmee energie en informatie van het ene fysische domein in een ander worden overgezet) spelen een belangrijke rol in vele technische systemen onder andere daar waar informatie moet worden vergaard, bewerkt (bijvoorbeeld voor besturing), gebruikt, opgeslagen of gerepresenteerd. Voorbeelden zijn luidsprekers, elektromotoren, recorder-kopjes voor magnetische data-opslag, microfoons, druk-sensoren etc. In dit vak krijgt met name het mechanische domein bijzondere aandacht omdat dit bij veel transducenten een rol speelt. Onderwerpen die aan de orde komen zijn krachten, arbeid en energie, impuls, impulsmoment, behouden grootheden, rotaties, massatraag-heidsmoment, trillingen, golven en systemen van meerdere oscillatoren. Centraal bij de beschrijving van transducenten staan de begrippen energie, poorten, extensieve en intensieve (toestands-)grootheden, Legendre transformatie en co-energie, electrostatische-, magnetische-, piezo-elektrische en mechanische energiedichtheden. Bij de analyse van transducenten wordt o.a. gekeken naar de mate waarin transducenten in staat zijn een energietranformatie te bewerkstelligen, of ze stabiel zijn, alsmede naar hun statisch en dynamisch gedrag in zowel onbelaste als belaste toestand. Bij de beschrijving van transducenten wordt ruim gebruikt gemaakt van de kennis uit de vakken Netwerkanalyse en EM-veld, terwijl basiskennis over verschillende fysische domeinen wordt opgefrist of zonodig aangereikt. Dit vak en de vakken Dynamische Systemen (191210430) en Meettechniek (191210420) hebben een nauwe band met het project Mechatonica Project (19120450) dat de doelstellingen van de drie vakken inhoudelijk ondersteunt.
Leerdoelen Students understand the paradigm of classical mechanical systems.
Docent Lammerink, T.S.J.; Krijnen, G.J.M.; Tas, N.R.
Materiaal Dictaat : Introduction to Mechanics and Transduces Science
Werkvormen Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie (1B)
Voorkennis Calculus I (201000177), Calculus II (191511040)
62 63
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Dynamische Systemen 191210430EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Het doel van dit vak is het leren modelleren en analyseren van het gedrag van fysische systemen, waarin mogelijk meerdere fysische domeinen optreden (bijv. een luidspreker, een elektrisch bestuurde vloeistofpomp, een versnellingsbak en een elektromotor). Bondgrafen worden gebruikt als modelvormingstaal: onafhankelijk van het fysisch domein wordt het systeem afgebeeld in elementaire gedragsfuncties met hun onderlinge verbindingen. Deze poortgebaseerde modelvormingswijze is gebaseerd op een energie aanpak. Het interactieve simulatieprogramma 20-sim wordt gebruikt om deze dynamische modellen te simuleren en te analyseren. Daarnaast wordt ingegaan op het gebruik van de numerieke oplosmethoden bij simulatie. Doel hierbij is, om de juiste numerieke methode te vinden bij gegeven modellen, en de resultaten te beoordelen op nauwkeurigheid. Dit vak en de vakken Mechanica en Transductietechniek (191228160), Meettechniek (191210420) en Regeltechniek (191210440) worden toegepast in het project Mechatronica (191210450), dat als integratieproject parallel loopt.
Leerdoelen Modelleren en simuleren van gedrag van multidisciplinaire systemenKennis1. Basiskennis verwerven op gebied van dynamisch gedrag van fysische systemen, zodat de
gemaakte modellen van dit soort systemen adequaat zijn voor de gegeven doelstelling.2. Kennis verwerven op gebied van dynamisch gedrag van fysische systemen, zodat nieuwe
vraagstellingen op dit gebied opgelost kunnen worden, via het uitbouwen van de aangeboden structuren, methoden en technieken, danwel het raadplegen van literatuur.
3. Verbanden en overeenkomsten zien tussen onderwerpen uit de natuur- en wiskunde en techniek. Hierbij gebruik maken van de aangeboden structuur (die op deze verbanden is gebaseerd). Ten gevolge hiervan, methoden en technieken uit het ene fysische domein kunnen toepassen op andere fysische domeinen, waar deze methoden vaak ongebruikelijk zijn.
4. Kennis verwerven over gebruik numerieke oplosmethoden bij simulatieVaardigheden1. Kunnen modelleren en analyseren van het dynamisch gedrag van fysische systemen. Hierbij
kunnen meerdere fysische domeinen optreden.2. Via aangeboden systematische methoden de modelvorming uitvoeren. Het proces
loopt hierbij van een (domein-specifiek) ideaal-fysisch model, via een bondgraaf naar differentiaalvergelijkingen / blokschema / signaalstroomschema.
3. Omzetting van een model van de ene beschrijvingswijzen naar een andere, om zo de bijdrage van elke beschrijvingswijze op waarde te kunnen schatten.
4. Gemaakte modellen met 20-sim opzetten, analyseren, simuleren en eventueel bijstellen. De resultaten verkregen met 20-sim gebruiken voor analyse en verificatie van de modellen.
5. Modeleigenschappen van belang voor numerieke simulatie kunnen destilleren uit het model; hiermee de juiste numerieke methode kiezen; simulatie resultaten beoordelen op numerieke nauwkeurigheid. Model kunnen aanpassen op grond van simulatie-eigenschappen.
Attitude1. De neiging hebben om de aangeboden verbanden en overeenkomsten tussen verschillende
fysische domeinen te gebruiken om beter en dynamische fenomenen bij allerhande fysische systemen te onderkennen en te kunnen b eschrijven. M.a.w., het geleerde in het ene domein wordt door het inzicht in overeenkomsten bruikbaar in een ander domein.
2. De neiging hebben om simulatieresultaten altijd qualitatief en qua orde grootte quantitatief te beoordelen op correctheid. Wisselwerking tussen modelvorming en simulatie op waarde schatten
Docent dr.ir. P.C. Breedveld
Materiaal Dictaat : Integrated Modeling of Physical Systems - Dynamic Systems part 1 thru 3, P.C. Breedveld
Werkvormen Colstructie, Zelfstudie (2A)
Voorkennis VWO kennis natuur- en wiskunde (B); integreren
Meettechniek 191210420EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B
Vakinhoud Het doel van dit basisvak wordt het best beschreven met de eindtermen. Na het doorlopen van dit vak dient de student over de volgende vaardigheden te beschikken:(1) kennis beschikken over:1. de opbouw (architectuur) van een meetsysteem en de functionaliteit van de delen;2. internationaal erkende eenheden en standaarden; 3. de fysische werking van de meest gangbare meettransducenten, hun voornaamste
eigenschappen (globaal) en beperkingen;4. methodieken voor het meten van de meest gangbare fysische en chemische grootheden;5. foutreducerende technieken, de werking ervan en hun effectiviteit;(2) kunnen:1. identificeren en analyseren van meetfouten t.g.v. de beinvloeding van het meetobject en de
onderlinge beinvloeding van meetsysteemdelen;2. identificeren en analyseren van meetfouten t.g.v. de beinvloeding door de omgeving;3. evalueren van meetonzekerheid met behulp van statistische parameters;4. analyseren en ontwerpen van eenvoudige interfacecircuits (zowel analoog als digitaal);5. omgaan met computerbestuurde meetapparatuur en met (ter beschikking gestelde)
meettransducenten, specifieke meetapparatuur en virtuele instrumentatie;(3) bewust zijn van:1. het belang van een zorgvuldig uitgevoerde meting;2. de noodzaak van een onzekerheidsanalyse bij elk meetresultaat;3. de noodzaak van een adequate modellering voorafgaande aan een meting. Meten wordt vooral geleerd door doen. Daarom is dit vak gestructureerd als een combinatie van hoorcollege en prakticum. Onderwerpen die aan de orde komen: Meettheorie; eenheden en standaarden. Meetonzekerheid, statistiek van(meet)fouten; foutanalyse en foutreductiemethoden. Meetversterkers en signaalconditionering. Principes van AD- en DA-omzetting. Meten van elektrische grootheden, sensoren voor het meten van niet-elektrische grootheden; meten van ruimtelijke grootheden. Test- en meetinstrumenten; data-acquisitiesystemen; presentatie en registratie van meetgegevens. Ontwerpen van meetsystemen; virtuele instrumentatie.
Docent E.T. Carlen
Materiaal P.P.L.Regtien and F. van der Heijden, M.J.Korsten, W.Olthuis: Measurement Science for Engineers, Kogan Page Science, London, UK; August 2004, ISBN 1 9039 9658 9
Werkvormen Hoorcollege, Practicum (1B)
Voorkennis Practicum Meetinstrumenten en Netwerkanalyse (191211610)
Halfgeleiderdevices 191217061EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Dit vak beschrijft de transistorwerking op een fysisch niveau en vertaalt die naar elektrische karakteristieken. Op basis van deze karakteristieken worden elektronische vervangschema's en simulatiemodellen behandeld. Aan de orde komen: een inleiding halfgeleiderfysica, de pn-overgang, de Bipolaire Junctie Transistor (BJT) en de Metal-Oxide-Semiconductor Transistor (MOST). In het kort wordt de vervaardigingstechniek en de verschijningsvorm in geïntegreerde schakelingen geschetst. De fysische werking wordt verklaard aan de hand van energiebanden plaatjes, elektrische veldsterkte en potentialen, en de dynamica van beweeglijke ladingdragers. Naast de eenvoudige modellen worden ook enkele secundaire effecten behandeld, inclusief hun fysische oorsprong en de invloed op de karakteristieken. De vervangingsschema's voor DC, klein-signaal en groot-signaal AC worden afgeleid. Er is een toetsingsprogramma (WASP) beschikbaar. Gedetailleerde gegevens vindt u in Blackboard.
Leerdoelen Weten wat een halfgeleider is en begrijpen waarom halfgeleider componenten (succesvol) toegepast worden in de elektrotechniek. Verder dient begrepen te worden waarom de fysische werking van diverse componenten gemodelleerd wordt.
Docent Mouthaan, A.J.; Schmitz, J.; Hueting, R.J.E.
Materiaal Dictaat: "Semiconductor Devices Explained More", verkrijgbaar bij de Union-shop (nr. 290)
Werkvormen Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie (2A)
Voorkennis Elektromagnetische Veldtheorie (191211290), Elektronische Basisschakelingen (191211750), Elektronische Functies (191211770), Practicum Realiseren in Materialen(191228280)
64 65
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Regeltechniek 191210440EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Het college behandelt het ontwerpen van regelsystemen. Het college begint met een behandeling van methoden voor het beschrijven van continue dynamische systemen met één ingang en één uitgang. Blokschema’s, stroomschema’s, stabiliteit en gevoeligheid van continue systemen, invloed van terugkoppeling, poolbaanmethode, bodediagrammen, en toestandsbeschrijving. Het accent ligt op het verband tussen de verschillende domeinen.Het vervolg van het college behandelt methoden voor het ontwerpen van regelaars voor continue systemen in het frequentiedomein, het s-domein en met behulp van de toestandsbeschrijving, PID-regelaars en eenvoudige niet-lineaire systemen. De invloed van het gebruik van een computer als regelaar en het ontwerpen van digitale regelsystemen wordt inleidend behandeld. Vereiste voorkennis: dynamische systemen, differentiaalvergelijkingen, complexe functies en Laplacetransformatie.Eindtermen: na het bestuderen van de stof moet de student:• in staat zijn een differentiërend of integrerend netwerk te ontwerpen met behulp van poolbanen
of bodediagrammen• een regelaar met toestandsterugkoppeling kunnen ontwerpen (optimaal of poolplaatsing)• in staat zijn een PID-regelaar in te stellen met behulp van vuistregels• in staat zijn de stabiliteit van eenvoudige niet-lineaire systemen te analyseren• weten wat de consequenties zijn van digitale realisatie van een regelsysteem en hiervoor de
juiste ontwerpkeuzes kunnen maken• het programma 20-sim kunnen gebruiken voor het ontwerpen van regelsystemen, voor het
simuleren van niet-lineaire systemen en voor het optimaliseren van een regelsysteem.Inhoud: Blokschema’s, overdrachtsfuncties, frequentiekarakteristieken, toestandsbeschrijving. Stabiliteit en gevoeligheid, Ontwerpen: poolbanen, bodediagrammen en toestandsterugkoppeling. Gebruik van computers in regelsystemen. Ontwerpen met 20-sim
Leerdoelen Leren ontwerpen van continue en discrete regelsystemen
Docent prof.dr.ir. S. Stramigioli
Materiaal Dictaat RegeltechniekBoeken : • J.L. Martins de Caravallo, Dynamical Systems and Automatic Control, Prentice Hall• Richard C. Dorf and Robert H. Bishop, Modern Control Systems, Prentice Hall• Ken Dutton, Steve Thompson and Bill Barraclough, The Art of Control Engineering, Addison
Wesley• Stefani, Savant, Shahian and Hostetter, Design of Feedback Control Systems, Saunders Publishing
Oxford University Press• William S. Levine, editor, The Control Handbook, IEEE Press• Ogata, K. “Modern Control Engineering”• Frankling, Powell en Emami-Naeino, “Feedback Control of Dynamical Systems”
Werkvormen Hoorcollege (2A)
Voorkennis Noodzakelijk: Lineaire Systemen (191231490); gewenst:Dynamische Systemen (191210430)
Project Mechatronica 191210450EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 2B
Vakinhoud Van de studenten wordt verwacht dat ze in groepsverband een geregeld (mechatronisch) systeem kunnen ontwerpen, analyseren en realiseren. In het ontwerpproces wordt bijzondere aandacht besteedt aan de modellering van een (mechanisch) systeem in samenhang met de functionele doelen die via een regeling verkregen moeten worden. Zowel bij het vaststellen van de actuele parameterwaarden als bij het regelen zijn sensoren en meettechniek van essentieel belang. Tijdens de regeling zullen actuatoren, voor zover ze al niet deel uitmaken van het te regelen proces zelf, bijzondere aandacht krijgen. De voorzieningen bij dit project zijn dusdanig dat de aandacht van de student niet hoofdzakelijk uitgaat naar op laag niveau programmeren of naar het bouwen van schakelingen die ook standaard verstrekt kunnen worden zoals versterkers, aangezien dit een te zware wissel trekt op de beschikbare tijd en de vakken 'elektronica' en 'programmeren/ computerarchitectuur' anderszins door een projectvorm ondersteund worden. Daarom wordt het hart van het geregelde systeem op een wijze aangeleverd dat er zonder al te veel problemen mee geëxperimenteerd kan worden t.b.v. data acquisitie en regeling. Dit betekent dat er voor dit doel digitale hardware beschikbaar is die op hoog niveau aanstuurbaar is vanuit de software die in het project en de ondersteunende vakken gebruikt wordt, te weten LabView 20-sim en 20sim 4C.
Leerdoelen Integratie kennis/vaardigheden uit de volgende cursussen: Dynamische Systemen, Lineaire Systemen, Mechanica en Transductietechniek, Meettechniek, Regeltechniek.
Docent Broenink, J.F.; Breedveld, P.C.; Lammerink, T.S.J.; Tas, N.R.; Stramigioli, S.
Materiaal Handouts
Werkvormen Project, Zelfstudie (1B)
Voorkennis Meettechniek (191210420), Dynamische Systemen (191210430), Regeltechniek (191210440), Mechanica en Transductietechniek (191228160), Lineaire Systemen (191231490)
B2-project 191210469EC 11 Toetsvorm projectplan en presentatie, poster en
presentatie (groep); eindverslag en presentatie (individueel)
Periode 2B
Vakinhoud Een groep van vier studenten kiest een ontwerp gerichte opdracht bij een van de leerstoelen. Groepsgewijs wordt de globale opdracht in de eerste periode van vijf weken omgezet in een concreet (schriftelijk) projectplan. Dit plan wordt na drie weken mondeling gepresenteerd. In de hierop volgende periode van vijf weken wordt het plan uitgevoerd met individuele en gezamenlijke onderzoeksontwerp- of ontwikkelingswerkzaamheden. Het schriftelijk onderzoeksverslag wordt ook mondeling gepresenteerd. Tot slot wordt een gezamenlijke poster gepresenteerd. Voordrachten en rapportages zijn strak verroosterd. Een verplichte training (vakcode: 191211670, 1 ECTS) in schriftelijk en mondeling communiceren is verweven met het project.
Docent dr.ir. C. Salm
Materiaal Opdrachten
Werkvormen Project, Hoorcollege (2B)
Voorkennis afgerond eerste jaar + 17 ECTS uit de bachelor fase.
Communicatieve Vaardigheden voor EL 191211670EC 1 Toetsvorm Tentamen/Assignments
Periode 2B
Vakinhoud Dit vak is een training in mondeling en schriftelijk rapporteren over de resultaten van een technisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit vak wordt uitgevoerd in samenhang met het B2 project (191210469).
Leerdoelen This course is a training for oral and written reporting on the results of a technical/scientific study.
Docent dr.ir. C. Salm
Werkvormen Hoorcollege, Project, Zelfstudie (2B)
Voorkennis Deelname alleen mogelijk gelijktijdig met B2 project. Daarvoor is wel een voorkennis eis.
66 67
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Elektrodynamica 191210410EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 1A
Vakinhoud Dit vak bouwt voort op Elektromagnetische Veldtheorie (191211290) en heeft als globaal doel zoveel basiskennis van het elektromagnetisme en inzicht in de belangrijke grootheden aan te reiken dat de kennis van dit vakgebied verder zelfstandig kan worden aangevuld. In beide vakken gaat het om oplossingen van de vier Maxwell-vergelijkingen voor bepaalde randvoorwaarden. In de Electrodynamica worden deze vergelijkingen toegepast op situaties waar de tijds-afhankelijkheid een essentiele rol speelt. Na introductie van de theorie aan de hand van inzichtelijke en relatief eenvoudige problemen worden ook de belangrijke technologische toepassingen zoals transmissielijnen, golfgeleiders, antennes, radar en optica behandeld.Inhoud: Maxwell vergelijkingen, golfvergelijking, elektromagnetische golven in media, reflectie en transmissie van vlakke golven aan grenslagen, geleide golven, transmissie lijnen, dielektrische golfgeleiders, dipool straling, antennes, introductie relativiteits theorie.
Leerdoelen Studenten vertrouwd maken met theorie en toepassingen van elektrodynamica
Docent dr. H.J.W.M. Hoekstra
Materiaal 3rd editione Prentice Hall, 1999, ISBN: 0-13-805326-X David J. Griffiths, Introduction to Electrodynamics
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (1A)
Voorkennis Elektromagnetische veldtheorie (191211290); Gewenst: Diverse wiskundevakken uit B1 en B2 programma
Inleiding Elektrische Energietechniek 191241770EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 1B
Vakinhoud Elektrische energieoverdracht: gelijk-, wissel- en draaistroom, vermogen, elektriciteitsvoorziening. Magnetische circuits: vervangingsschema’s en ijzerverliezen. De transformator: spreidingsflux, vervangingsschema’s, kerneigenschappen, de belaste transformator, praktische uitvoering, driefasentransformator.Inleiding elektromechanica: mechanisch systeem, kracht en koppelberekening uit vermogensbalans. Vermogenselektronica: gelijkrichters, choppers, invertoren. De synchrone machine: eenfasig, driefasig, netkoppeling, uitvoeringsvormen. Inductiemachine: Het basisprincipe, een eenvoudig model, het standaardmodel, variabele voedingsfrequentie. Inhoud: Inleiding; Elektrische energieoverdracht; Magnetische circuits; De transformator; Inl. Elektromechanica; Vermogenselektronica; De synchrone machine; De inductiemachine
Leerdoelen Bijbrengen basisprincipes van vermogenselektronica en elektromechanica
Docent dr.ir. P.C. Breedveld
Materiaal M.J. Hoeijmakers, Elektrische Omzettingen (4e druk), VSSD, ISBN 978-90-6562-157-3, 2007
Werkvormen Hoorcollege, Zelfstudie (1B)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Dynamische Systemen (191210430), Elektromagnetische Veldtheorie (191211290), Elektronische Basisschakelingen (191211750)
Random Signalen en Ruis 191210680EC 4 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud Het doel van het college is de student inzicht te geven in de beschrijvingswijze van stochastische signalen en de wijze waarop systemen (i.h.b. lineaire tijdinvariante systemen) dergelijke signalen beïnvloeden. In het college wordt in het bijzonder ingegaan op de beschrijvingswijze van autocorrelatiefunctie en spectrale dichtheid; voorts wordt behandeld op welke wijze lineaire tijdsinvariante systemen de parameters van een stochastisch signaal beïnvloeden. Er wordt tevens aandacht besteed aan het eigen ruisgedrag van systemen. Een beschrijving van bandpass-signalen wordt gegeven. Tenslotte worden optimale detectie en het matched filter behandeld.
Docent Meijerink, A.; Kilic, Y.; Budianu, A.
Materiaal ONDER VOORBEHOUD: W. van Etten, 'Introduction to Random Signals and Noise', Wiley, 2005, materiaal op Blackboard
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (2A)
Voorkennis Netwerkanalyse (191210050), Lineaire systemen (191231490), Kansrekening (191530062)
Bachelor 3
Semesteroverzicht
Semester 1 Semester 2
Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4
Minor (20 EC) Embedded signal processing (6 EC)191210590
Optische basisfuncties en microsystemen (3 EC)191210600
Practicum realiseren materialen (1,5 EC)191228280
Inleiding elektronische energietechniek (3 EC)191241770
Random signalen en ruis (4 EC)191210680
Inleiding communicatie systemen (3 EC)191251530
Elektrodynamica (4 EC)191210410
Informatieopslag (3 EC)191210510
Bachelor opdracht (11,5 EC)191210139
Cursusinformatie
Practicum Realiseren in Materialen 191228280EC 1,5 Toetsvorm -
Periode 1A
Vakinhoud Grondgedachte bij dit practicum is, naast het verder verbreden van de praktische vaardigheden, de kennismaking met enkele in de informatietechniek veel voorkomende technologieën & vervaardigingsmethoden, waarbij verband wordt gelegd tussen de microscopische eigenschappen en de voor toepassing belangrijke macroscopische eigenschappen van materialen.Het practicum wordt dit jaar verzorgd door de leerstoelen Transducers Science and Technology (TST), Integrated Optical Micro-Systems (IOMS), Semiconductor Components (SC) en NanoElectronics (NE). Studenten werken in tweetallen samen aan vervaardiging en karakterisatie van een elektrotechnische component en worden geassisteerd door een practicum-assistent. Bij de inschrijving kan een voorkeur worden aangegeven voor één van de onderwerpen. In verband met de beperkte beschikbaarheid van technologische apparatuur is inschrijving voor een periode van achter achtereenvolgende practicummiddagen (via Blackboard en inschrijflijsten bij BOZ-EL).Van onderstaande onderwerpen wordt per koppel één onderwerp uitgevoerd:- Giant Magentoresistance (GMR) sensors (NE)- Lichtgeleider-sensoren (IOMS)- Micromechanische krachtsensor (TST)- Fotodiodes (SC)Een meer gedetailleerde beschrijving van elk van de onderwerpen is te vinden op de BlackBoard-site van RIM
Leerdoelen Kennismaking met enkele technologieën en verbreden van de praktische vaardigheid
Docent Kovalgin, A.Y.; Dalfsen van, K.
Materiaal practicumhandleiding, verschilt per groep
Werkvormen Practicum (1A+1B)
68 69
CURSUSINFORMATIE ELECTRICAL ENGINEERING
Optische Basisfuncties en Microsystemen 191210600EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2B
Vakinhoud Het vak behandelt optische basisfuncties en microsystemen die in optische communicatie- en sensorsystemen toegepast worden.Onderwerpen: Golfvoortplanting in de vrije ruimte: vlakke golven, bolgolven, Gausse bundels; golffronttransformatie door lenzen; diffractie. Golfgeleiding in dunne diëlektrische lagen: stralenmodel, golfmodel, genormaliseerde parameters, multilaag-structuren, orthogonaliteit en volledigheid van modi; modusconversie. Kanaalgolfgeleiders: golfgeleiderstructuren, benaderingsmethoden, methode van Marcatili, effectieve index methode. Glasvezels: stap-index vezel, LP-modi, monomodale vezel. Koppeling van licht in en uit een golfgeleider: eindvlakkoppeling, prismakoppeling, traliekoppeling, k-ruimte diagram. Fabry-Perot resonator: golfllengtefilter, teruggekoppeld systeem, laser-trilholte. Optische versterking: Einsteinrelaties, populatie-inversie, versterking in glasvezels die met erbium gedoteerd zijn, optische versterking in halfgeleiders. Halfgeleider-lasers: balans van ladingsdragers en fotonen, bepaling van lasergolflengte, rendement, materialen, opbouw van halfgeleider lasers, Fabry-Perot laser, DBR, DFB, VCSEL. PIN fotodiode. Y-juncties: vermogenssplitser, scheiding van modi, combinatie van optische signalen. Vierpoort MMI’s: koppelaars, doorgaand, gekruist, 3 dB; volledige en beperkte interferentie. Richtkoppelaars: symmetrisch, asymmetrisch, schakelaar. Mach-Zehnder interferometer: schakelaar, golflengtefilter. Na afloop moet de student voldoende inzicht hebben verkregen in de werking van deze basisfuncties, om hun rol in en hun mogelijkheden en beperkingen voor optische informatiesystemen te kunnen inschatten.
Docent Ridder de, R.M.; Pollnau, M.
Materiaal Dictaat “Optical Basic Functions and Microsystems”, part 1: Theory (dictaatnr. 192)Dictaat : Dictaat “Optical Basic Functions and Microsystems”, part 2: Problems (dictaatnr. 197)Handouts: Powerpoint lecture slides + Slab mode calculator “Simulayer” (available on Blackboard)
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (2B)
Voorkennis Elektrodynamica (191210410); Gewenst: Halfgeleiderdevices (191217061)
Inleiding Communicatiesystemen 191251530EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2B
Vakinhoud Elektrische energieoverdracht: gelijk-, wissel- en draaistroom, vermogen, elektriciteitsvoorziening. Dit vak vormt een eerste kennismaking met de Communicatietechniek. Om te beginnen zal er een kort overzicht worden gegeven van de diverse transmissie-media en hun transmissie- karakteristieken. Vervolgens wordt het belang en het principe van modulatie en demodulatie behandeld, te beginnen bij de klassieke analoge modulatiemethoden. Meer en meer echter wordt digitale transmissie van belang vanwege de inherente signaalverwerkings- en de coderingsmogelijkheden en mede daardoor de betrouwbaarheid. De specifieke moeilijkheden en signaaleisen bij deze transmissievorm worden onder de loep genomen en mogelijke oplossingen geanalyseerd. Dan volgt een overzicht van de verschillende vormen van digitale modulatie en de kwaliteit van die systemen. Tenslotte worden de prestaties van de verschillende modulatiemethoden naast elkaar gelegd en vergeleken met de kanaalcapaciteit volgens Shannon.Inhoud: Inleiding: algemene transmissie-parameters, de diverse transmissiemedia en hun karakteristieken. Lineaire modulatie: AM,DSB, SSB, VSB. Exponentiele modulatie: PM, FM. Kwaliteit van analoog gemoduleerde systemen: de invloed van ruis e.d. op analoge systemen, kwaliteits- en bandbreedte-vergelijking van diverse systemen. Digitale representatie van analoge signalen: sampling en reconstructie, quantisering, PCM, DPCM en delta-modulatie. Basisbandtransmissie van digitale signalen: digitale signaalformaten, intersymboolinterferentie, 1e Nyquist-criterium, “raised-cosine”-puls, oogpatroon, egalisatie. Digitale modulatie: generatie en detectie van binair-gemoduleerde draaggolven, ASK, FSK, (D)PSK en hun spectra. Ontvangers voor digitale signalen: foutenkans voor binaire basisbandsignalen, coherente detectie van binair-gemoduleerde signalen, niet-coherente detectie van binair gemoduleerde signalen, prestatievergelijking van verschillende modulatievormen, regeneratieve versus niet-regeneratieve repeaters, kanaalcapaciteit.
Leerdoelen Dit vak biedt een kennismaking met de communicatietechniek
Docent dr.ir. C.G.H. Roeloffzen
Materiaal "Haykin: "An Introduction to Analog and Digital Communications", second edition, Wiley, 2007, ISBN: 0-471-43222-9" + Collegedictaat
Werkvormen Hoorcollege, Werkcollege (2B)
Voorkennis Random Signalen en Ruis (191210680), Lineaire Systemen (191231490)
Informatie Opslag 191210510 EC 3 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud In dit vak wordt een overzicht gegeven van informatie opslag systemen, met een nadruk op breedte in plaats van diepte. De studenten leren de huidige informatie-opslagsystemen te evalueren, en opkomende nieuwe technieken te beoordelen op hun relevantie en mogelijke toepassingsgebieden.Inhoud: Specificaties (capaciteit, data rate, access time, vermogensverbruik, volatility, stabiliteit). Architecturen (mechanisch vs electrisch geadresseerde data compressie). Principes (electrisch, magnetisch, magneto-optisch, optisch, phase-change, mechanisch). Voorbeelden (Flash, MRAM, PCRAM, Nanodrive, Hard Disks, tape, DVD).
Leerdoelen Inhoud: Specificaties (capaciteit, data rate, access time, vermogensverbruik, volatility, stabiliteit). Architecturen (mechanisch vs electrisch geadresseerde data compressie). Principes (electrisch, magnetisch, magneto-optisch, optisch, phase-change, mechanisch). Voorbeelden (Flash, MRAM, PCRAM, Nanodrive, Hard Disks, tape, DVD).
Docent Groenland, J.P.J.; Abelmann, L.
Materiaal Rainer Waser, Nanoelectronics and Information Technology
Werkvormen Hoorcollege, Zelfstudie, Project (2A)
Voorkennis Inschrijvingseisen: Blackboard (ivm case study)Verplicht: Elektromagnetische veldtheorie (191211290), Halfgeleiderdevices (191217061)Gewenst: Elektrodynamica (191210410), Meettechniek (191210420), Regeltechniek (191210440), Mechanica en transductietechniek (191228160), Practicum realiseren in materialen (191228280), Computersystemen (192110542)
Embedded Signal Processing 191210590 EC 6 Toetsvorm Tentamen
Periode 2A
Vakinhoud In dit vak wordt de basis van digitale en mixed analoog digitale signaalbewerking aangereikt. Onderwerpen: Input /output relaties; impulsresponsie, input / output relaties vervolg: frequentie responsie, overdrachtsfunctie, standaard differentie vergelijking, tijd-discrete Fourier analyse, convolutie in tijd en frequentie domain, vensterfuncties, DFT en FFT, decimatie en interpolatie, approximatie van overdrachtsfuncties (Fourier), ontwerp en realisatie van eindige impulsresponsie filters, window, equiriple (Remez algoritme), ontwerp en realisatie van oneindige impulsresponsie filters. Fundamentele behandeling van de afweging tussen vermogensdissipatie en ruis / nauwkeurigheid, analoge versus digitale signaal behandeling, AD converter architecturen, (flash folding, pipeline 2 step, sigma delta) analoog actief filter ontwerp (gm-C en actief RC) klok generatie, frequentie synthese, implementatiemethoden.Topics are: systems versus technology trends, partitioning of analog and digital in systems, basic principle of radio receiver. Input/ output relations: impulseresponse, frequency response, transfer function, standard difference equation, time-discrete Fourier transform filter design.
Leerdoelen Bijbrengen basisprincipes van digital and mixed analog/digital processing.
Docent Slump, C.H.; Nauta, B.
Materiaal John G. Proakis and Dimitris G. Manolakis, Digital Signal Processing, principles, algorithms and applications, 4th ed., chapter 1-10, Prentice-Hall, 2007 + Handouts
Werkvormen Hoorcollege, Zelfstudie, Project, Practicum (2A)
70
Bacheloropdracht 191210139EC 11,5 Toetsvorm -
Periode JAAR
Vakinhoud De bacheloropdracht (BO) is de afsluiting van het bachelor programma Elektrotechniek. In deze opdracht doe je een onderzoek bij een leerstoel. Het biedt je de gelegenheid te laten zien wat je in je mars hebt. Je mag zelf bepalen bij welke leerstoel je de opdracht doet. Voor het uitvoeren van de opdracht buiten de afdeling Elektrotechniek is toestemming nodig van de OLD. Het best kun je naar de secretaresse van de leerstoel van je keuze gaan. Die zal je doorverwijzen naar stafleden die opdrachten in ‘portefeuille’ hebben. Vaak kun je ook informatie vinden op de website van de leerstoel van je voorkeur.Het niveau van de opdracht past bij de eindtermen van de bacheloropleiding en de tot dan toe gevolgde vakken. Tijdens de bacheloropdracht werk je zelfstandig maar wel onder supervisie met enige begeleiding. Je leert al doende. In het volgende overzicht wordt aangegeven wat je moet kunnen nadat je de opdracht hebt gedaan (de eindtermen). Het is een lijst van (tussen)producten die je moet leveren. Tussen haakjes wordt bij elk tussenproduct aangegeven om welke praktische vaardigheden van de bachelor opleiding het gaat.
Leerdoelen Doen van individueel onderzoeks- of ontwerpwerk met eigen innovatieve inbreng. De opdracht eindtermen zijn de volgende. De studenten hebben in de bacheloropdracht aangetoond dat ze in staat zijn om:• een bij hen passende keuze te maken voor een vakgroep, supervisor en onderzoeksvoorstel
(informatie verwerven, zelfkennis, communiceren),• een logboek bij te houden (documenteren, integreren van kennis en skills, reflectie),• het onderzoeksvoorstel concreet te maken (interpreteren, uitwerken, operationaliseren, via
literatuurstudie en oefening met instrumenten/ tools, tot een concrete onderzoeksvraag of ontwerpspecificatie met motivatie waarom dit van belang is),
• een onderzoeksplan te maken (totaaloverzicht geven met stappenplan en tijdplan),• het onderzoeksplan doelgericht uit te voeren en zonodig in overleg met de supervisor bij te
stellen als voortschrijdend inzicht hiertoe noopt (doelgericht werken, plan bijstellen),• een voortgangsrapportage te leveren (verantwoorden dat in de juiste richting naar de
kerndoelen wordt gewerkt),• een heldere probleemstelling te maken waarin de kernstructuur van werk en verslag tot
uitdrukking komt, bijv. in de vorm van een introductie, samenvatting of poster,• data voor begeleidingsgesprekken af te spreken en afspraken na te komen (communiceren),• afspraken te maken over hoe de beoordeling plaats vindt en welke criteria voor het cijfer worden
gehanteerd (communiceren, bijv. wanneer je een 10 krijgt en wanneer een onvoldoende), en • afspraken te maken over wat er gebeurt bij overschrijding van deadlines of de totale tijdsduur,
of bij een onvoldoende (communiceren).• een (verplicht!) eindverslag te maken (logische doelgerichte presentatie van het werk naar het
technisch-wetenschappelijk forum),• een (verplichte!) eindvoordracht over het werk te houden (mondelinge presentatie voor een
publiek van BSc-EL medestudenten en vakgroepmedewerkers aan de hand van power point).Je wordt geacht zelf verantwoordelijk te zijn voor het leren beheersen van de genoemde punten. Hoe meer het initiatief van jezelf uitgaat (dit omvat ook het stellen van vragen), hoe beter aangetoond is dat de eindtermen gehaald zijn. Hoe meer sturing je nodig hebt, hoe minder zeker is dat de eindtermen gehaald zijn. Het eindcijfer wordt bepaald door de inhoudelijke kwaliteit van het werk (het niveau), het eindverslag, de eindvoordracht en de gevolgd e werkwijze die o.a. blijkt uit de bovengenoemde tussenproducten. Deze laatste kunnen of mondeling of schriftelijk worden geleverd, volgens afspraak tussen supervisor en student.Het tijdstraject voor de BO kan er globaal als volgt uitzien:Vooraf: Zoeken op WEB-sites, praten met stafleden, keuze maken.Start van het tijdstraject: Literatuurlijst, logboek. Op ¼: Concreet onderzoeksvoorstel en haalbaar onderzoeksplan.Op ½: Voortgangsrapportage.Op ¾: Verslagstructuur en probleemstructuur.Slot van het tijdstraject: Eindverslag. Daarna eindpresentatie.Achteraf: Student ontvangt eindcijfer en feedback op resultaat en werkwijze.
Contact dr.ir. C. Salm
Werkvormen Project (JAAR)
Voorkennis Voldoende vordering in het bachelorprogramma. Min 88EC uit Bsc programma +Bz project gehaald. De leerstoel waar project wordt uitgevoerd kan eisen dat bep. vakken gehaald zijn.
DEEL CAlgemene bijlagen
ALGEMENE BIJLAGEN
74 75
1 DE fACULtEit EwiDe faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (kortweg EWI) omvat drie disciplines die ieder
weer verbindingen hebben met andere disciplines. Naast onderwijs wordt binnen de vakgroepen door
onze onderzoeksgroepen/leerstoelen onderzoek verricht. Dit onderzoek is geheel ondergebracht bij
de universitaire onderzoeksinstituten Institute voor Nanotechnology (MESA+) en het Centrum voor
Telematica en Informatietechnologie (CTIT), IMPACT en MIRA.en MIRA.
1.1 Organogram EWI
Decaan
De decaan van de faculteit EWI is prof.dr.ir. Ton Mouthaan. Hij is de uiteindelijke verantwoordelijke voor
het onderwijs van alle opleidingen binnen de faculteit.
Faculteitsraad EWI
De Faculteitsraad EWI is een medezeggenschapsorgaan van de faculteit. De raad bestaat uit acht
studenten en acht personeelsleden. De studenten worden jaarlijks gekozen, de personeelsleden zitten
voor een periode van twee jaar in de Faculteitsraad. Kandidaatstelling voor de raad vindt plaats in april,
de verkiezingen zijn in juni. De raadsperiode loopt gelijk met het academisch jaar.
De Faculteitsraad heeft, afhankelijk van het onderwerp dat voorligt, advies- of instemmingsrecht over
voorgenomen beslissingen van de decaan van de faculteit. Wanneer de decaan besluiten wil nemen
over de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, regelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en
ARBO-beleid, heeft de decaan vooraf instemming nodig van de Faculteitsraad. Ook wanneer de decaan
besluiten wil nemen over de vaststelling of wijziging van de onderwijs- en examenregeling (OER) van
de faculteit, regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn of beleid op het gebied van
studentenvoorzieningen, heeft de decaan vooraf instemming nodig van de Faculteitsraad.
Informatie van de Faculteitsraad vind je op www.utwente.nl/ewi/organisatie/bestuur/faculteitsraad
Kamer van Hoogleraren
De kamer van Hoogleraren bestaat uit alle hoogleraren en opleidingsdirecteuren van de faculteit.
1.2 Opleidingen
De faculteit kent de volgende opleidingen:
• Bacheloropleidingen:
Electrical Engineering (EE)
Technische Informatica (INF)
Technische Wiskunde (TW)
Creative Technology (CreaTe)
• Masteropleidingen:
Applied Mathematics (AM)
Computer Science (CSC)
Electrical Engineering (EE)
Embedded Systems (EMSYS) (3-TU)
Human Media Interaction (HMI)
Mechatronics (MT)
Systems and Control (SC) (3-TU)
Telematics (MTE)
Aan het hoofd van een opleiding staat een opleidingsdirecteur. Hij geeft de contouren aan van de
opleiding en is verantwoordelijk voor de invulling van het onderwijsprogramma en de vakken daarbinnen.
Faculteitsraad DecaanProf.dr.ir. A.J. Mouthaan
Kamer van HooglerarenIncl. Opleidingsdirecteuren
Vakgroepen
Applied Analysis and Mathematical Physics (AAMP)Biomedical and Environmental Sensorsystems (BIOS)Biomedical Signals and Systems (BSS)Computer Architecture for Embedded Systems (CAES)Control Engineering (CE)Design and Analysis of Communication Systems (DACS)Databases (DB)Distributed and Embedded Security (DIES)Discrete Mathematics and Mathematical Programming (DMMP)Formal Methods and Tools (FMT)Human Media Interaction (HMI)Integrated Circuit Design (ICD)Integrated Optical MicroSystems (IOMS)Information Systems (IS)Mathematical Systems and Control Theory (MSCT)Numerical Analysis and Computational Mechanics (NACM)Nano Electronics (NE)Pervasive Systems (PS)Signals and Systems (SAS)Semiconductor Components (SC)Software Engineering (SE)Stochastic Operations Research (SOR)Statistics and Probability (SP)Stochastic Systems and Signals (SST)Telecommunication Engineering (TE)Transducers Science and Technology (TST)
Diensten
Directeur BedrijfsvoeringIng. H. van Egmond
• Arbo & Milieu• Bureau Onderwijsbegeleiding• Bureau Faculteitsdecaan• Financiële zaken• Informatiebeheer• Human Resources • TCO• MESA+ Cleanroom lab
Onderwijs
Bacheloropleidingen• Electrical Engineering• Technische Informatica• Technische Wiskunde• Creative Technology
Masteropleidingen• Applied Mathematics• Computer Science• Electrical Engineering• Embedded Systems• Human Media Interaction• Mechatronics• Systems and Control• Telematics
Opleidingscommissies
Examencommissies
ALGEMENE BIJLAGEN
76 77
Functie Naam Telefoon
Studieadviseurs
Technische Informatica
en Technische Wiskunde
Sharon Vonk / Lilian spijker 053 489 5645
Creative Technology
en Electrical Engineering
Thea de Kluijver 053 489 3697
Onderwijssecretariaat
Studieadvies, Internationalisering R. Assink (Remke) 053 489 3426
Kwaliteitszorg A. de Bruin-van Willigen (Annemieke) 053 489 3725
Opleidingsdirecteuren K. Veldhuis (Karin) 053 489 5450
COMMUNICATIE
Communicatie is een gedeeld servicecenter binnen de UT. Voor de faculteit EWI gelden de volgende
contactpersonen:
Functie Naam Telefoon
Accountmanager /
communicatieadviseur
T.B.A.
Communicatiemedewerker D. Dalenoord (Diana) 053 489 2745
GEBOUWBEHEER
Functie Naam Telefoon
gebouwbeheerder ir. M.J.B. ten Bulte (Michel) 054 489 2800
Receptie [email protected] 054 489 4100
BIBLIOTHEEK & ARCHIEF
Bibliotheek & Archief is een dienst binnen de Universiteitsbibliotheek (UB) van de Universiteit Twente.
Functie Naam Telefoon
Informatiespecialist
Computer Science,
Applied Mathematics
Mw.drs. P. de Willigen (Petri) +31 53 489 2085
Electrical Engineering ir. W.C. Oosterling (Wim) +31 53 489 2079
Voor EE (BSc en MSc) en MT is dat prof.dr. M.C. Elwenspoek (Miko)
Voor TW, AM en SC is dat dr. J.W. Polderman (Jan Willem)
Voor INF, CSC en MTE is dat dr.ir. R. Langerak (Rom)
Voor CreaTe en HMI is dat dr. G.F. van der Hoeven (Gerrit)
Voor EMSYS is dat prof.dr.ir. G.J.M. Smit (Gerard).
1.3 Diensten en Eenheden
De faculteit heeft een aantal EWI-brede ondersteunende diensten die onder leiding staan van de
directeur bedrijfsvoering, ing. H. van Egmond.
ARBO & MILIEU EWI
Functie Naam Telefoon
Coördinator ing. S. Visser (Sjoerd)
ir. F. Houweling (Frans)
053 489 3153
053 489 3583
BUREAU FACULTEITSDECAAN EWI (BFD-EWI)
Functie Naam Telefoon
Algemeen E. ten Brugge, [email protected]
Decaan prof. dr. ir. A.J. Mouthaan (Ton)
Directeur Bedrijfsvoering ing. H. van Egmond (Harm)
Faculteitssecretariaat
directeur bedrijfsvoering en MT E.C. Bosch-van der Heijden (Els) 053 489 4602
decaan L. Tunc-Katalanc (Lena) 053 489 4427
BUREAU ONDERWIJSBEGELEIDING EWI (BOB-EWI)
Functie Naam Telefoon
Hoofd Bureau
Onderwijsbegeleiding
H.J. van Laar (Jolanda) 053 489 4466
Internationalisering drs. J. Schut (Jan) 053 489 4350
Stages
Stagecoördinator dr. M.J. Korsten (Maarten) 053 489 3887
Stage-intercedente B. Jaarsma-Knol (Belinda) 053 489 3887
Kwaliteitszorg drs. J.H. Romkema (Hans) 053 489 2774
ALGEMENE BIJLAGEN
78 79
1.4 Faciliteiten
PC-Zalen
Voor het practicumonderwijs heeft de faculteit EWI een aantal pc-zalen tot haar beschikking. De
W(est)-zaal in Zilverling/Hal A wordt met name verroosterd voor practica van Electrical Engineering. In
Zilverling Hal A bevindt zich tevens een algemene practicumruimte, de flexoffice van het Smart XP. De
practica voor Creative Technologie vinden plaats in de hoogbouw van de Zilverling op vloer 2 (ruimte
2042). Verder bevinden zich in de hoogbouw van Zilverling zalen op vloer 3 (3042) en vloer 4 (4054)
met resp. 24 en 36 pc’s. In zaal 3042 is tijdens college-uren een zaalassistent aanwezig. Deze zaal is
’s avonds open tot 20.30 uur. De toegang na 18.00 u. gaat via de avondportier bij de hoofdingang van
Zilverling.
Wees je ervan bewust dat vlakbij de zalen in Zilverling medewerkers van de faculteit werken. Bewaar
de rust in het gebouw, ga niet op de gang bellen maar doe dat in het trappenhuis of in het Educafé
bijvoorbeeld en beperk conversaties op de gang. In de pc-zalen is eten niet toegestaan; drinken mag
wel uit afsluitbare flesjes.
Jaarzaal
Voor de eerstejaars bachelorstudenten Technische Wiskunde is een jaarzaal ter beschikking in gebouw
de Citadel (T100); het meeste onderwijs zullen zij daar volgen. Voor de opleiding Creative Technology
is eveneens een jaarzaal ingericht in de Citadel (T300). Buiten de college-uren is deze zaal beschikbaar
als zelfstudie/projectruimte voor CreaTe studenten.
Smart XP Lab
Deze nieuwe multifunctionele ruimte in gebouw de Zilverling wordt structureel ingezet voor onderwijs
van de opleiding CreaTe.
Het lab is een echte onderzoeksspeeltuin waar volop kan worden getest en geëxperimenteerd.. Dit lab
is als het ware een ontmoetingspunt, waar alle mogelijke onderzoeksopstellingen denkbaar zijn. Alles
kan en alles mag.
Educafé
Naast de (hoofd)ingang van gebouw Zilverling bevindt zich het Educafé: een ruimte waar je kunt
studeren, overleggen en relaxen met je studiegenoten. Er zijn computerwerkplekken en je kunt er
iets te drinken of snacken uit de automaat halen. In het Educafé zijn ook twee borrelruimtes waar
regelmatig studenten te vinden zijn. Kortom: een ideale omgeving om aan gezamenlijke projecten te
werken. Op de eerste etage vind je drie studieverenigingen van EWI: Scintilla (Electrical Engineering),
FACILITAIR BEDRIJF
Het Facilitair Bedrijf is een gedeeld servicecentrum dat diensten verleent binnen en voor de verschillende
faculteiten, waaronder EWI
Functie Naam Telefoon
Receptie [email protected] 054 489 4100
Contactpersoon FB
Hogekamp, Zilverling, Carré N.C.M. Heijnekamp (Nancy) 053 489 5768
citadel M. Drewes (Martine) 053 489 6838
ICT SERVICECENTRUM
ICTS is een gedeeld servicecentrum binnen de Universiteit Twente. Voor de faculteit EWI gelden de
volgende contactpersonen.
Functie Naam Telefoon
Accountmanager EWI ing. A.B. Tibben (Tonnie) 053 489 3724
ICTS Servicedesk [email protected] 053 489 5577
STUDENT & ONDERWIJS SERVICECENTRUM
Het Student & Onderwijs Servicecentrum is een dienst die zowel op centraal niveau, als ook binnen
de verschillende faculteiten taken uitvoert. De Student- & Onderwijsadministratie (S&OA) EWI houdt
zich bezig met allerhande onderwijszaken binnen de faculteit en valt onder deze dienst. De Student- &
Onderwijsadministratie is ook wel bekend onder de naam Bureau Onderwijszaken (BOZ).
Functie Naam Telefoon
Teamleider S&OA EWI M.H. Huiskes - Borghuis (Miranda) 053 489 4605
OSIRIS/Blackboard
key user
D. Muller (Diane) 053 489 2681
Onderwijsondersteuning
Onderwijsondersteuning wordt geleverd door het universitaire Student & Onderwijs-
servicecentrum (S&O) en het Bureau Onderwijsbegeleiding (BOB) van de faculteit.
De onderwijsadministratie vindt plaats binnen Bureau Onderwijszaken (BOZ/S&O). Zie ook paragraaf
4.1. EWI-brede coördinatie op het terrein van Internationalisering, Kwaliteitszorg, Stages en
Studieadvisering vindt plaats binnen BOB.
ALGEMENE BIJLAGEN
80 81
2 DE orgAnisAtiE vAn hEt onDErwijs2.1 Studentenstatuut
Zoals alle instellingen voor hoger onderwijs beschikt ook de Universiteit Twente over een
Studentenstatuut. Het Studentenstatuut vindt zijn wettelijke grondslag in art. 7.59 van de Wet op
het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het document is rechtscheppend.
Dat wil zeggen dat je je in geval van problemen of conflicten kunt beroepen op de inhoud van dit
Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bevat een opleidingsspecifiek deel (het OSS) en een
instellingsspecifiek deel. Het instellingsspecifiek deel van het Statuut is steeds actueel beschikbaar via:
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/studentenstatuut
Mocht je willen beschikken over een geprinte versie van het Statuut dan is dat op verzoek verkrijbaar bij
de Rode Balie: Studentenbegeleiding.
Het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut (OSS), met daarin de Onderwijs- en
Examenregeling (OER) is af te halen bij Bureau Onderwijszaken. Het opleidingsspecifieke deel bevat
in ieder geval:
• een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die de studenten door
de instelling worden aangeboden, waaronder in elk geval worden begrepen (voor definities zie
betreffend Opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut):
- informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs,
- de studentenvoorzieningen, en
- de faciliteiten betreffende studiebegeleiding,
• de Onderwijs- en Examenregeling (OER)
• een beschrijving van procedures ter bescherming van de rechten van studenten, die op de
opleiding van toepassing zijn, in aanvulling op de procedures die door het instellingsbestuur
worden getroffen.
www.utwente.nl/ewi/onderwijs/oer
2.2 (Her)inschrijving studie
Ieder studiejaar moet je je via Studielink opnieuw inschrijven bij de Universiteit Twente. Deze inschrijving
is geënt op de bepalingen in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW)
en dient vóór 1 september te worden geregeld. Zodra je inschrijvingsverzoek dat je via Studielink hebt
ingediend is ontvangen door de Studentenadministratie (CSA), zal er worden gecontroleerd of je aan alle
Abacus (Technische Wiskunde) en Inter-Actief (Technische Informatica). De kersverse studievereniging
van bacheloropleiding CreaTe, Proto, heeft een eigen verenigingsruimte in Zilverling Hal A.
In het Educafé vind je verder twee winkels: IAPC en Stores. IAPC is een non-profit computerwinkel waar
je terecht kunt voor vragen en informatie over computers, maar ook om voordelig laptops en allerlei
computeronderdelen te kunnen kopen. Bij Stores worden componenten (bijvoorbeeld weerstanden
en condensatoren) en kantoorartikelen verkocht. Ook kun je bij zowel IAPC als Stores terecht voor de
aankoop van studieboeken. Beide shops worden helemaal door vrijwilligers gerund en zijn het grootste
deel van het jaar dagelijks in de lunchpauze geopend.
ALGEMENE BIJLAGEN
82 83
Studentendecaan
Bij de studentendecaan kun je terecht met vragen over onder andere de studiefinanciering, financiële
ondersteuning door de UT, verandering van studierichting, overstapproblematiek HBO/WO, persoonlijke
problemen, beroepsprocedures, buitenlandse studerenden, handicap en studie, en toelatingsexamens
(colloquium doctum). Gesprekken vinden plaats nadat je een telefonische afspraak hebt gemaakt
via het secretariaat. Voor een afspraak dien je zelf het initiatief te nemen. De decaan heeft ook een
inloopspreekuur, hiervoor hoef je geen afspraak te maken.
De Rode balie vind je in de Bastille. Kijk voor meer informatie op: www.utwente.nl/studentenbegeleiding.
2.4 Communicatie en informatie
Wanneer je aan de Universiteit Twente wilt gaan studeren kom je al direct in aanraking met
verschillende communicatiemiddelen waarmee de universiteit, de faculteit en de gekozen opleiding
met je communiceren. Op het moment dat je je vooraanmeldt voor de Universiteit Twente krijg je een
eigen e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord.
Ook krijg je je eigen schrijfruimte, waarop je je documenten en eventueel je eigen homepage kunt
plaatsen. Internet is veruit het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding en de universiteit.
Wanneer de opleiding of een individuele docent snel wil communiceren met een individuele student of
een klein groepje studenten gebeurt dit via e-mail. Door S&O wordt ook via e-mail gecommuniceerd
met grote groepen studenten. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een college plotseling niet doorgaat of
een tentamen verplaatst moet worden.
Student & Onderwijs Service Centrum (S&O) kan dan de studenten niet meer tijdig bereiken via het
gebruikelijke communicatiekanaal van de opleidingen, namelijk de Onderwijsmededeling. S&O kondigt
ook bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten over studiegerelateerde zaken aan via e-mail. Studenten
op de UT hebben over het algemeen als e-mailadres: <studentnaam>@student.utwente.nl. Voor
<studentnaam> vul je de voorletters en de achternaam van een persoon in. Er zijn uitzonderingen,
vooral als meerdere UT-studenten dezelfde voorletters en achternaam hebben.
E-mailadressen van UT-studenten en medewerkers kun je vinden op de webpagina van de UT. Ga
daarvoor naar http://my.utwente.nl/.
voorwaarden van inschrijving voldoet. Ben je inschrijvingsgerechtigd, zijn alle inschrijvingsbescheiden
aanwezig en is het college- en/of examengeld betaald, dan wordt je inschrijving afgehandeld.
Wil je er zeker van zijn dat je vanaf 1 september staat ingeschreven dan dien je tijdig – liefst vóór 1
augustus- aan al je inschrijvingsverplichtingen te hebben voldaan.
Als je inschrijving is afgehandeld ontvang je als bewijs van inschrijving een collegekaart samen met
twee verklaringen van inschrijving. Op de verklaring staat onder andere voor welke opleiding(en) en
voor welke periode je bent ingeschreven.
Op UT-niveau bestaan er diverse serviceverlenende instanties voor studenten, bijeengebracht in het
Student en Onderwijs Service Centrum (S&O). Deze zijn ondergebracht bij de studentenbalie. De
belangrijkste staan hieronder.
2.3 Studenten en Onderwijs (S&O)
Student Services
Bij Studenten Services kun je terecht voor verschillende facilitaire zaken: van het maken van een digitale
pasfoto voor je collegekaart tot inschrijving, van aanmelding tot uitschrijving. Studenten Services vind
je in de Vrijhof. Zie ook: www.utwente.nl/studentservices.
Rode balie (begeleiding)
De Balie Studentenbegeleiding (de “Rode Balie”) is belast
met de individuele zorg voor en de begeleiding van UT-
studenten op overkoepelend niveau (naast de zorg die
de opleiding voor de ‘eigen’ studenten heeft). Je kunt
daarbij denken aan een studentenpsycholoog, diverse
cursussen (‘zelfmanagement’, afstuderen, solliciteren) en
de studentendecaan.
Studentenpsycholoog
Bij de studentenpsycholoog kun je terecht als je behoefte hebt aan een gesprek, bijvoorbeeld als je
persoonlijke problemen ervaart zoals een probleem in je relatie met ouders, vrienden, vriendinnen of
medestudenten. Voor aanmelding is geen verwijzing naar het bureau nodig: je kunt zelf een afspraak
maken. Voor studenten die twijfels hebben over hun studiekeuze is er iedere dinsdag van 13.00-15.00
uur studiekeuze spreekuur.
ALGEMENE BIJLAGEN
84 85
opdracht. Ook kun je binnen een Blackboard-site communiceren met medestudenten en docenten of
samenwerken aan opdrachten. Blackboard is het belangrijkste middel van de docent om met zijn of
haar studenten over een vak te communiceren. Op deze site kunnen tevens belangrijke mededelingen
en nieuwsberichten over het vak staan.
Voor elk vak dien je je via Blackboard en Osiris in te schrijven. Om toegang te krijgen tot de vakken, heb
je een account nodig. Na inschrijving bij CSA krijg je doorgaans binnen 10 werkdagen via ICTS per brief
een gebruikersnaam en wachtwoord toegewezen, dit is het zogenaamde ICT account.
Wanneer je geen ICT account hebt gekregen of je wachtwoord vergeten bent, meldt dit dan bij de ICTS-
helpdesk, Locatie: Horstring W122 ([email protected] telefoon: 053-4895577) en houd je
collegekaart bij de hand.
Wanneer je vragen hebt over Blackboard of OSIRIS, dan kun je binnen de faculteit terecht bij S&O,
Diane Muller, gebouw de Zilverling, kamer A104, tel. 053-4892681.
Handleiding Blackboard: zie blackboard.utwente.nl/ en in tabblad ‘support’ staan quick reference card
en handleiding.
Onderwijssites
Voor de EWI bacheloropleidingen is op de volgende websites onderwijsinformatie beschikbaar:
Creative Technology www.utwente.nl/create
Electrical Engineering www.utwente.nl/el
onderwijs.el.utwente.nl/
Technische Informatica www.utwente.nl/inf
onderwijs.cs.utwente.nl/
Technische Wiskunde www.utwente.nl/tw
onderwijs.math.utwente.nl/
Voor de masteropleidingen:
Applied Mathematics www.utwente.nl/am
onderwijs.math.utwente.nl/ www.utwente.nl/el
onderwijs.el.utwente.nl/
Computer Science www.utwente.nl/csc
onderwijs.cs.utwente.nl/ www.utwente.nl/tw
onderwijs.math.utwente.nl/
Electrical Engineering www.utwente.nl/ee
onderwijs.el.utwente.nl/
Embedded Systems www.utwente.nl/esys
onderwijs.el.utwente.nl/
MyUniversity
Vanuit MyUniversity, de studentenportal van de UT, heb je toegang tot alle informatiesystemen van de
UT (OSIRIS, Blackboard). Inloggen kan op http://my.utwente.nl/
Daarnaast heb je via de portal toegang tot de onderwijsroosters en enkele andere diensten.
Onderwijsmededelingen
Alle onderwijsmededelingen worden verspreid via het internet.
Hetzelfde geldt voor mededelingen over afstudeercolloquia en presentaties van de bachelor- en
masteropdrachten. Te lezen via de MyUniversity portal.
De onderwijsmededeling is het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding met al haar
studenten. Het is belangrijk om elke dag even te kijken of er wijzigingen in het onderwijsrooster zijn,
zodat je zoveel mogelijk op de hoogte bent en niet op het verkeerde tijdstip in een verkeerde collegezaal
zit.
De onderwijsmededeling is het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding met al haar
studenten. Het is belangrijk om elke dag even te kijken of er wijzigingen in het onderwijsrooster zijn,
zodat je zoveel mogelijk op de hoogte bent en niet op het verkeerde tijdstip in een verkeerde collegezaal
zit.
Onderwijsrooster
Via de portal MyUniversity heb je toegang tot de onderwijsroosters. Wijzigingen worden direct in
de roosters verwerkt. Op de eerste pagina van je rooster vind je vaak een overzicht van de laatste
wijzigingen.
OSIRIS (Studentinformatiesysteem)
OSIRIS is het nieuwe selfservice systeem dat recent door de UT in gebruik is genomen. Via My University
kun je inloggen in OSIRIS met een ‘s’ plus het studentnummer en het bijbehorende wachtwoord.
Een gebruikershandleiding en meer informatie is te vinden op www.utwente.nl/osiris
Voor eventuele vragen kun je terecht bij Student Services (Gebouw Vrijhof)
[email protected], 053 489 2124
Blackboard
De digitale leeromgeving van de UT is Blackboard. In Blackboard is de informatie per vak georganiseerd.
Op deze websites vind je de informatie die je nodig hebt om het vak te kunnen volgen, zoals het
rooster, de inhoud van de colleges en aanvullende informatie over de leerstof en het tentamen of de
ALGEMENE BIJLAGEN
86 87
inschrijving dient er een digitale foto bij CSA aanwezig te zijn. Op werkdagen kun je tussen 09.00 en
17.00 uur een foto laten maken bij de balie Student Services in de Vrijhof (kamer 239B), tegenover de
bibliotheek.
2.6 Jaarroosters
Het jaar is ingedeeld in twee semesters die ieder weer zijn ingedeeld in twee kwartielen. De meeste
vakken lopen over één kwartiel en worden in dat kwartiel afgerond, meestal d.m.v. een schriftelijk
tentamen. In ieder kwartiel is 15 EC verroosterd. De kwartielen lopen als volgt:
• Kwartiel 1 van week 36 5 september 2011) t/m 45 (11 november 2011)
• Kwartiel 2 van week 46 (14 november 2011) t/m 05 (3 februari 2012)
• Kwartiel 3 van week 06 (6 februari 2012) t/m 16 (20 april 2012)
• Kwartiel 4 van week 17 (23 april 2012) t/m 27 (06 juli 2012)
Voor de exacte verroostering van de vakken: zie de roosters op de onderwijssite: http://my.utwente.nl/
2.7 Colleges
De collegetijden zijn in 3TU-verband aan alle drie instellingen identiek. Dat faciliteert onderwijsuitwisseling
tussen de 3TU-instellingen door middel van real-time videoconferencing.
De collegetijden passen in een bijzonder simpel en helder model: alle college-uren beginnen om kwart
vóór het hele uur en eindigen op het halve uur.
Pauzes tussen college-uren duren altijd een kwartier, de lunch- en dinerpauzes duren vijf kwartier. De
aanvangstijdstippen van de schriftelijke tentamens sluiten aan bij dit model.
De langere pauzes tussen de ochtend- en middagcolleges, respectievelijk de middag- en avondcolleges
worden in een doorlopende nummering meegenomen.
1e uur: 08:45 - 09:30 uur
2e uur: 09:45 - 10:30 uur
3e uur: 10:45 - 11:30 uur
4e uur: 11:45 - 12:30 uur
5e uur = lunchpauze: 12:45 - 13:30 uur
6e uur: 13:45 - 14:30 uur
7e uur: 14:45 - 15:30 uur
8e uur: 15:45 - 16:30 uur
9e uur: 16:45 - 17:30 uur
Human Media Interaction www.utwente.nl/hmi
onderwijs.cs.utwente.nl/
Mechatronics onderwijs.el.utwente.nl/
Systems and Control www.utwente.nl/syscon (op
termijn www.utwente.nl/sc)
Telematics www.utwente.nl/mte
onderwijs.cs.utwente.nl/
Een overzicht van alle studiegidsen, OERs , etc. is ook te vinden op www.utwente.nl/ewi/onderwijs
2.5 Collegekaart
De collegekaart van de Universiteit Twente is een geldig legitimatiebewijs binnen de UT en is tevens een
bewijs van inschrijving. Deze kaart toon je op verzoek als je gebruik maakt van universitaire voorzieningen
zoals het volgen van colleges, het afleggen van tentamens, het bezoeken van bibliotheken, etc. Je
ontvangt de collegekaart en twee verklaringen van inschrijving per post als je ingeschreven bent. Zorg
er dus voor dat je goede adres bekend is bij de Centrale Studentenadministratie (CSA).
Toepassingen collegekaart:
• Collegekaart
De kaart is geldig als bewijs van inschrijving voor het studiejaar 2010-2011;
• Bibliotheekkaart
De kaart is voorzien van een barcode waardoor hij eveneens fungeert als lenerspas;
• Xtra-card
Als je gebruik wilt maken van de sport- en/of cultuurvoorzieningen in Enschede via www.
xtra-card.nl, dan fungeert de kaart eveneens als Xtra-card. Zie www.xtra-card.nl.
Verklaring van inschrijving
Met een verklaring van inschrijving kun je aantonen dat je staat ingeschreven (bijvoorbeeld voor
studiefinanciering of bij een verzekeringsmaatschappij). Op deze verklaring staat o.a. voor welke
opleiding en voor welke periode je bent ingeschreven.
Diefstal/verlies
In geval van diefstal of verlies van de kaart kun je tegen betaling van € 5,- bij de balie Student Services
in de Vrijhof een nieuwe collegekaart aanvragen.
Nog geen collegekaart?
Als je inschrijving nog niet volledig is afgerond, wordt er geen collegekaart aangemaakt. Naast je
ALGEMENE BIJLAGEN
89
2.8 Vakken volgen
Voor elk vak moet je je via Blackboard en Osiris inschrijven. Om toegang te krijgen tot de vakken, heb
je een account nodig. Via het ICTS ontvang je een gebruikersnaam en wachtwoord.
2.9 Wegwijs op de campus
Het onderwijs binnen de faculteit EWI wordt verzorgd in zalen van gebouwen verspreid over de campus.
Op de roosters zijn de zalen voor de colleges aangegeven in een code waarin de 1e twee letters het
gebouw aangeven waarin de zaal zich bevindt.
De computerpractica vinden doorgaans plaats in een van de zalen van de Zilverling.
CR Carré
CU Cubicus
HB Hal B (hoofdingang Carré, Zilverling, Waaier, incl. servicedesk Carré)
HO Hogekamp
HR Horstring
HT Horsttoren
LA Langezijds
RA Ravelijn
SC Sportcentrum
SP Spiegel
VR Vrijhof
Wa Waaier
ZI Zilverling
2.10 Studiemateriaal
Voor vrijwel alle vakken heb je boeken en/of dictaten/readers/syllabi nodig. Hiervoor kun je terecht bij
de studievereniging en de UnionShop.
De dictaten, readers en syllabi worden vanaf het begin van elk semester verkocht bij de UnionShop. Via
de website kun je kijken of ze op voorraad zijn:
www.studentunion.utwente.nl/unionshop.
Stu
dent
& O
nder
wijs
Ser
vice
Cen
trum
S
tude
nt &
Ond
erw
ijs A
dmin
istra
tie
defin
itiev
e ve
rsie
, aan
gevu
ld m
et d
ata
voor
licht
ing,
OIT
en
SIT
, ken
mer
k: S
&O
A.1
1.52
1 da
tum
: 5 a
pril
2011
Jaar
cirk
el 2
011-
2012
, def
initi
eve
vers
ie, e
erst
e en
twee
de s
emes
ter
w
eekn
umm
er
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
1 2
3 4
5
w
eekt
ype
C
C C
C
C
C
C
C
T
T C
C
C
C
C
C
V
V
C
C T
T
aa
ntal
wek
en
1-01
1-
02
1-03
1-
04
1-05
1-
061-
071-
081-
091-
102-
012-
022-
032-
042-
052-
06
2-07
2-08
2-09
2-10
maa
ndag
O
pen.
ac
ad.
jaar
1219
OIT
3
1017
2431
714
2128
OIT
12
19
2e
Ker
st-
dag
29
1623
30M
A
dins
dag
613
2027
411
SIT
25
18
1522
296
1320
Ver
pl.
AD
V3
SIT
17
2431
DI
woe
nsda
g 7
1421
285
1219
262
916
M-
voor
l.30
714
21
Ver
pl.
AD
V4
1118
251
WO
dond
erda
g 8
1522
296
1320
273
10
Voo
rl.
Dui
ts24
18
1522
Ver
pl.
AD
V5
1219
262
DO
1e S E M E S T E R
vrijd
ag
916
2330
Gem
. P-
uitr
1421
284
11
B-
voor
l.D
iës-
vier
ing
29
1623
Ver
pl.
AD
V6
1320
273
VR
za
terd
ag
10/0
9 17
/09
24/0
9 01
/10
08/1
0 15
/10
22/1
029
/10
05/1
112
/11
19/1
126
/11
03/1
210
/12
17/1
224
/12
31/1
2 07
/01
14/0
121
/01
28/0
104
/02
zo
ndag
11
/09
18/0
9 25
/09
02/1
0 09
/10
16/1
023
/10
30/1
006
/11
13/1
120
/11
27/1
104
/12
11/1
218
/12
25/1
2 01
/01
08/0
115
/01
22/0
129
/01
05/0
2
w
eekn
umm
er
6 7
8 9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
wee
ktyp
e C
C
C
V
C
C
C
C
C
T T
C
C
C
C C
C
C
C
F
T T
aant
al w
eken
3-
01
3-02
3-
03
3-
04
3-05
3-06
3-07
3-08
3-09
3-10
4-01
4-02
4-03
4-04
4-05
4-
06
4-07
4-08
4-
094-
10
maa
ndag
6
1320
27O
IT
1219
262
2e
Paas
-da
g16
23
Kon
. da
g7
14O
IT
2ePi
nkst
. da
g4
1118
25O
IT
MA
dins
dag
714
2128
613
20SI
T
310
1724
18
1522
295
SIT
19
263
DI
woe
nsda
g 8
1522
297
1421
28
M-
voor
l.11
1825
29
1623
306
1320
274
WO
dond
erda
g 9
1623
18
1522
Voo
rl.
Dui
ts5
1219
Min
or-
voor
l. m
arkt
310
Hem
el-
vaar
ts-
dag
2431
714
2128
5D
O
2e S E M E S T E R
vrijd
ag
1017
242
916
23
B-
voor
l.G
oede
Vri
jdag
1320
274
11
Ver
pl.
AD
V25
18
1522
296
VR
za
terd
ag
11/0
2 18
/02
25/0
2 03
/03
10/0
3 17
/03
24/0
331
/03
07/0
414
/04
21/0
428
/04
05/0
512
/05
19/0
526
/05
02/0
6 09
/06
16/0
623
/06
30/0
607
/07
zond
ag
12/0
2 19
/02
26/0
2 04
/03
11/0
3 18
/03
25/0
301
/04
08/0
415
/04
22/0
429
/04
06/0
513
/05
20/0
527
/05
03/0
6 10
/06
17/0
624
/06
01/0
708
/07
90 91
2.11 PC-privé regeling voor studenten en aanschaf pc/laptop/printer
Je hebt als student de mogelijkheid gebruik te maken van een speciale PC privéregeling van de UT. Een
regeling, waar je voordelig en met een renteloze lening aan mee kunt doen. Alle aan de UT regulier
ingeschreven voltijdse studenten kunnen op de volgende wijze gebruik maken van de PC privéregeling.
Hoofdregel: Eénmaal in de bachelorfase en éénmaal in de masterfase mits 60 studiepunten (ECTS) of
meer verwijderd van het diploma van de betreffende fase. Uitzonderingen:
1. Bij het volgen van een éénjarige masteropleiding kan de student uiterlijk binnen één maand na de
start van de opleiding ook van de regeling gebruik maken;
2. Als bachelor ingeschreven studenten die gelijktijdig zowel vakken volgen in de bachelorfase als
in de masterfase en die tenminste nog 60 studiepunten (ECTS) voor beide fasen bijeen genomen
hebben af te ronden, kunnen eveneens van de regeling gebruik maken. Het gebruikmaken van de
regeling wordt dan aangemerkt als een gebruik in de masterfase.
Toelichting: hieronder vallen ook zgn. zij-instromers die een zgn. schakelprogramma volgen.
Als UT student kun je in de ITshop een kwalitatief hoogwaardige PC en communicatie-
apparatuur aanschaffen tegen een uiterst scherpe prijs. De Universiteit Twente verstrekt daarbij een
renteloze lening van maximaal € 1362,- , terug te betalen in een aantal maandelijkse termijnen. De vraag of
de student de lening moet terugbetalen in 12 dan wel oplopend tot 24 maanden hangt af van de resterende
studieduur. Bij een resterende studieduur van 12 maanden vindt de terugbetaling in 12 maanden plaats.
Via een staffel gerelateerd aan de resterende studieduur kan de terugbetalingstermijn langer zijn.
Via het Notebook Service Centrum is UT-brede software (bijv. Maple, Virusscanner, SPSS) te
downloaden. Specifieke software is soms beschikbaar via de faculteit.
Voor meer informatie over de PC-privé regeling kijk op:
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/pcprive
2.12 Tentamens
Bij aanvang van het collegejaar is er voor alle studenten een onderwijsrooster op papier beschikbaar
met daarop onder andere aangegeven wanneer de tentamenweken plaatsvinden (zie ook par. 2.5). De
onderwijsroosters worden ook op de websites van de opleidingen geplaatst. Eventuele wijzigingen,
zoals bijvoorbeeld tentamendata, worden kenbaar gemaakt via de Blackboard sites van de betreffende
vakken en via onderwijsmededelingen. Er wordt dus niet steeds een nieuw rooster aan studenten
uitgedeeld.
P
P
P1
P
PP
PP
H
H
DRIE
NER
BEEK
LAAN
AUKE VLEERSTR
'T R
ITKE
CALSLAAN
BOSWEG
OUDE
HO
RSTL
INDE
WEG
CALSLAAN
CAM
PUSL
AAN
MAT
ENW
EG
REEL
AAN
WIT
BREU
KSW
EG
LANG
ENKA
MPW
EG
CAM
PUSL
AAN
CAM
PUSL
AAN
DRIENERLOLAAN
DE ZUL
OUDE DRIEN
ERLO
WEG
DE H
ORST
DE A
CHTE
RHOR
ST
DE K
NEP
SE
DE ACH
TERH
ORST
BOER
DERI
JWEG
HORS
TLIN
DELA
AN
S
S
M
M60
65
M64
64
MAT
ENW
EG
S
2
H
49
4
47
5657
58
45
44
5
8
1
21M
32
31
40
41
11
59
12
46
H6
30
17
A35
- A1
H
H
H
HEN
GELO
SE
ST
RAAT
HEN
GELO
ENSC
HEDE
ITC
NS
STAT
ION
DRIE
NER
LO
H
48
H
66P
HALL
ENW
EG
42
6362
7
2223
24
26
20
61
68
14
P2
43
H
H
PP
P
318
28
N
27
S
51
S
15
16
39
72
PP
9
1013
89
029
P3
PH S M N
auto
weg
fiets
-/vo
etpa
d
slag
boom
afge
slot
enw
eg
bush
alte
park
eerp
laat
s
stud
ente
nwon
inge
n
med
ewer
kers
won
inge
n
nieu
wbo
uw lo
catie
0 O&
O pl
ein
(OO)
2 Sp
iege
l (SP
)3
Vleu
gel (
VL)
4 Ca
rillo
n (C
N)
5 Ga
rage
(GA)
6 Pa
viljo
en (P
A)7
Sein
huis
(SH)
8 Ho
gedr
ukla
b (H
D)9
Cita
del (
CI)
10 R
avel
ijn (R
A)11
Zilv
erlin
g (Z
I)12
Waa
ier (
WA)
13 H
al B
(HB)
14 T
eehu
is (T
H)
15 C
arré
(CR)
16 N
anol
ab (N
L)17
Lan
gezij
ds (L
A)18
ArtE
Z (A
R)20
Hor
stto
ren
(HT)
21 H
orst
ring
(HR)
22 W
esth
orst
(WH)
23 K
lein
hors
t (KH
)24
Noo
rdho
rst (
NH)
26 O
osth
orst
(OH)
27 M
eand
er (M
E)28
Zui
dhor
st (Z
H)29
Bui
tenh
orst
(BH)
30 K
eet (
KT)
31 W
indp
ark
(WP)
32 B
iom
agne
tisch
cen
trum
(BI)
39 C
hale
t (CT
)40
Erv
e Ho
lzik
(ER)
41 C
ubic
us (C
U)42
Fac
ulty
Clu
b (F
C)43
Sch
uur (
SR)
44 D
riene
rbur
ght (
DR)
45 H
ogek
amp
(HO)
46 H
igh
Tech
Fac
tory
(HTF
)47
Vrij
hof (
VR)
48 B
astil
le (B
A)49
Spo
rtcen
trum
(SC)
51 W
inke
lcen
trum
/Sky
(SK)
56 O
penl
ucht
thea
ter (
OUT)
57 Z
wem
bad
(ZW
)58
Sle
utel
(SL)
59 M
ondr
iaan
(MO)
60 V
linde
r (VI
)61
San
tar (
SA)
62 B
oerd
erij
Bosc
h (B
B)/S
tal (
ST)
63 B
lokh
utte
n (B
L)64
Ten
nisp
ark
(TP)
65 L
ogic
a (L
O)66
BTC
68
KPM
G-ge
bouw
(KP)
72 C
orrid
or (C
O)89
Geb
ouw
A (A
A)
PLAT
TEGR
OND
UNIV
ERSI
TEIT
TW
ENTE
Deze
pla
ttegr
ond
is te
dow
nloa
den
via w
ww
.utw
ente
.nl/p
latte
gron
dVo
or e
en 3
d-ve
rsie
van
deze
pla
ttegr
ond
zie m
aps.u
twen
te.n
l
ALGEMENE BIJLAGEN
92 93
• Het is raadzaam om zorgvuldig om te gaan met de 2 pogingen die je hebt.
• Voor een volgende tentamenpoging (4, 5, etc.) neem je altijd contact op met de studieadviseur.
• Je vraagt een derde poging aan per vak (niet meerdere vakken in een verzoek).
• De examencommissie kan in haar overweging meenemen dat je voor meerdere vakken een
verzoek doet/hebt gedaan.
• Deze regeling gaat over schriftelijke (en eventuele mondelinge) tentamens. Voor projecten, practica
geldt andere regelgeving.
• Inschrijven voor tentamens in Osiris is verplicht. Je kunt je tot 24 uur van te voren uitschrijven.
Schrijf je je niet uit, dan telt de inschrijving als een poging. Zonder inschrijving is het niet toegestaan
het tentamen te maken.
Omwille van de duidelijkheid voor studenten en docenten beginnen de schriftelijke tentamens op
hetzelfde tijdstip als het eerste ochtend-, respectievelijk middagcollege.Dus:
• ochtendtentamens beginnen om 08:45 uur of 10:45 uur.
• middagtentamens beginnen om 13:45 uur of 15:45 uur.
Tentamenroosters zijn te vinden op: http://my.utwente.nl/
Algemene regels
1. De student is verantwoordelijk voor het in- en uitschrijven voor de tentamens.
2. Tot het afleggen van schriftelijke en mondelinge tentamens, behorende bij een
specifieke onderwijseenheid, wordt twee maal per jaar de gelegenheid gegeven.
Praktische oefeningen kunnen tenminste één keer per jaar worden afgerond.
De regels die gelden voor een praktische oefening worden bij de aanvang van de onderwijseenheid
gecommuniceerd
3. De student die na twee beoordelingen van een onderwijseenheid nog geen 6 of hoger heeft
behaald en deze alsnog wil behalen, dient bij de examencommissie een verzoek in te dienen om
alsnog een tentamen in de desbetreffende onderwijseenheid te mogen afleggen. Dit verzoek moet
worden vergezeld van een plan van aanpak dat de student in overleg met de examinator van de
desbetreffende onderwijseenheid en de studieadviseur heeft opgesteld. De examencommissie
beslist over het verzoek.
4. Op gezag van de examencommissie wordt tenminste een maand voor het begin van het semester
het tentamenrooster voor dat semester bekend gemaakt waarin data en tijdstippen van de
tentamens wordt vastgelegd.
5. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van het aantal
malen en de wijze waarop tentamens kunnen worden afgelegd.
6. Het verplaatsen van een tentamen naar een ander tijdstip dan in het rooster is aangegeven, is
alleen toegestaan na toestemming van de examencommissie.
Regels ‘Derde Kans’
• Je bent zelf verantwoordelijk voor dit proces. Ook als late uitslag, agenda’s, data examenvergadering
en dergelijke voor een moeilijk tijdspad zorgen.
• Je moet zelf aannemelijk kunnen maken dat je je hebt ingespannen voor het vak, wil je in
aanmerking komen voor begeleiding.
• Verandering van vakcode, naamswijziging etcetera is niet relevant. Het gaat om de identiteit van
het vak.
ALGEMENE BIJLAGEN
94 95
3.5 Regeling Studentenactivisme
In het kader van het stimuleren van studentenactivisme is er een speciale regeling voor actieve
studenten. Het gaat hierbij om individuele aanpassing van de onderwijsverplichtingen voor actieve
studenten, zodat zij flexibeler kunnen studeren en minder vertraging oplopen door hun activisme. Wil
je weten of je in aanmerking komt voor deze regeling, of wil je meer informatie hebben? Kijk dan op:
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/studentenactivisme
3.6 Studeren met een functiebeperking
Wanneer je een handicap hebt en je wilt een opleiding volgen, dan is dat niet altijd gemakkelijk. De
UT zet zich echter in om studeren met een handicap waar mogelijk te faciliteren. Aan lichamelijk
of zintuiglijk gehandicapte studenten of studenten met dyslexie wordt de gelegenheid geboden de
examenonderdelen op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen.
Studenten die onder deze regeling vallen zijn schriftelijk door de studieadviseur onder de aandacht
gebracht van S&O/BOZ.
Zie ook:
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/omstandigheden/handicap
En http://www.onderwijsenhandicap.nl/
In het algemeen is het verstandig om, als je een handicap hebt, vóór het begin van de studie te spreken
met de studentendecanen en de facultaire studieadviseur, dat kan teleurstellingen voorkomen.
3 Ut rEgELingEn
3.1 Studiefinanciering
Studiefinanciering is de bijdrage van de overheid in de kosten ten behoeve van de studie en bestaat uit
hetzij een voorwaardelijke beurs met een aanvullende lening (de zgn. gemengde studiefinanciering),
hetzij uit alleen een lening. Met de IBG-beurs mag je je opleiding of een deel daarvan ook in het
buitenland volgen. De rechten op studiefinanciering hangen af van je eerste jaar van inschrijving. In
ieder geval moet je als student ingeschreven zijn en ben je niet ouder dan 30 jaar.
Met vragen over onderstaande UT-regelingen kun je ook naar je studieadviseur.
3.2 Overgangsregelingen
Wanneer vakken ingrijpend worden gewijzigd of komen te vervallen word je aan het begin van het
studiejaar (schriftelijk) op de hoogte gesteld van de consequenties die hier aan vast zitten.
3.3 Regeling afstudeersteun
Studenten van de UT met bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen gebruik maken van de regeling
afstudeersteun. Studenten kunnen een beroep op deze regeling doen wanneer zij gedurende de periode
van gemengde studiefinanciering (wordt bij 3.1 uitgelegd) door erkende bijzondere omstandigheden
studievertraging hebben opgelopen. De gemengde studiefinanciering betreft de periode waarover de
studiefinanciering gedeeltelijk kan worden omgezet in een gift; met andere woorden de periode waarin
recht bestaat op de basisbeurs. Voor het aanvragen van afstudeersteun kun je contact opnemen met
de studentendecaan in de Bastille.
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/afstudeersteun
3.4 Topsporters
Het gelijktijdig studeren op academisch niveau en het bedrijven van topsport stelt studenten voor
problemen. Het is in de praktijk vaak niet mogelijk om één van beide activiteiten uit te stellen tot
later: zowel de studie als de sport eisen van de deelnemer resultaten op redelijk korte termijn. De UT
heeft hier oog voor, wat aanleiding heeft gegeven tot het formuleren van een topsportbeleid en een
topsportregeling.
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/rostop
ALGEMENE BIJLAGEN
96 97
Servicedesk
Alle studenten en medewerkers kunnen met problemen en vragen op ICT gebied terecht bij de
ICTS Servicedesk. De ICTS servicedesk is open van 8.30 uur tot 17.00 uur en bereikbaar onder
telefoonnummer 5577. De servicedesk is te vinden in Horstring W122 (naast het Notebook Service
Centre). Alle ‘algemene’ vragen over ICTS kun je richten aan [email protected]
Voor meer informatie zie: http://www.utwente.nl/icts/servicedesk/
4.4 Bibliotheek/informatiespecialist EWI
Boeken en tijdschriften van en over meerdere vakgebieden staan in de centrale bibliotheek van de Universiteit
Twente, gevestigd in de Vrijhof. Verder zijn daar studiefaciliteiten in de vorm van studeerplaatsen in
leeszalen, studiecellen, projectruimtes en werkplekken voorzien van een computer. De catalogus van de
Universiteitsbibliotheek, inclusief de faculteitsbibliotheken en de Centrale Bibliotheek is online te raadplegen
(www.utwente.nl/ub). Ook kun je daar de catalogi van alle universiteitsbibliotheken in Nederland
raadplegen. Om van uitleen- en studiefaciliteiten gebruik te kunnen maken moet je beschikken over
een collegekaart. De collegekaart is namelijk geldig als lenerspas. Nadere informatie over het lenen of
bestellen van publicaties kun je inwinnen bij de balie van de Bibliotheek. De Universiteit Twente werkt
aan de toegankelijkheid van wetenschappelijke tijdschriften. Steeds meer tijdschriften kunnen via het
internet geraadpleegd worden.
De openingstijden van de Centrale Bibliotheek zijn op werkdagen: 08.30-22.00 uur, op zaterdag: 11.30-
16.30 uur (uitsluitend voor studiedoeleinden) en op zondag:
11.30-16.30 uur (uitsluitend voor studiedoeleinden gedurende tentamenperiodes). De infodesk is
geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur. Voor meer informatie kun je terecht op
www.utwente.nl/ub. De UT heeft een team van informatiespecialisten die helpen met het bestellen
van boeken, informatie verstrekken over het gebruik van de (digitale) bibliotheek en het zoeken van
wetenschappelijke informatie over onderzoek en onderwijs voor zowel docenten als studenten. Voor
EWI zijn dat:
• mw. drs. P. (Petri) de Willigen, gebouw Citadel H203, tel. 053-489 2085;
• dhr.ir. W. (Wim) Oosterling, gebouw Carré 4633, tel. 053-489 4633.
4 Ut fACiLitEitEn
4.1 Bureau Onderwijszaken EWI
Bureau Onderwijszaken van EWI, dat deel
uitmaakt van het Student & Onderwijs
Service Centrum (S&O), is verantwoordelijk
voor de ondersteuning van de faculteit op
het gebied van cijferadministratie, het beheer
van de (individuele) studieprogramma’s
van de studenten, de hele organisatie rond
het afstuderen, het maken van roosters,
de organisatie rondom tentamens en het inrichten van de administratieve systemen. BOZ bevindt
zich op de begane grond van gebouw de Zilverling, ruimte A104-A116. Voor de meeste praktische
vragen kun je bij hen terecht. Ze zijn te bereiken onder telefoonnummer (053-489)3794 of per e-mail
[email protected]. Daarnaast kun je voor vragen over onderwijs terecht bij Student Services op de
eerste verdieping in de Vrijhof.
4.2. Union Shop
De Union Shop is gevestigd op de begane grond van de Bastille. De Union Shop verkoopt dictaten,
readers en syllabi. Ook beschikt de Union Shop over een kopieerservice. In het zelfservice gedeelte
kan niet alleen gekopieerd worden, maar kunnen ook verslagen worden ingebonden, flyers worden
gesneden, enzovoort.
4.3. Notebook Service Centre
Voor iedere student aan de Universiteit Twente is tegenwoordig een notebook bijna onmisbaar. Je
notebook heb je nodig voor communicatie met anderen, het verzamelen van informatie, het maken van
berekeningen en tekeningen, het uitvoeren van simulaties en zelfs het afleggen van tentamens.
Ben je van plan om in juli / augustus een notebook aan te schaffen? Het ICTS Notebook Service Centre
van de UT selecteert ieder jaar notebooks die gegarandeerd aan alle eisen van jouw opleiding voldoen!
Op de site van het Notebook Service Centre zijn ook verschillende softwarepakketten beschikbaar om
te downloaden o.a.: Maple, Matlab, Solidworks, SPSS, VanDale
Voor meer informatie zie: www.utwente.nl/icts/nsc/
ALGEMENE BIJLAGEN
98 99
5. stUDEntEnACtivismEHet organiseren van verschillende activiteiten vergt kwaliteiten en vaardigheden die de rest van je
leven in je voordeel kunnen werken. Actief zijn bij een vereniging (commissie- of bestuurswerk) is dan
ook altijd goed voor je CV. In het beroepsveld wordt zeker uitgekeken naar studenten die meer hebben
gedaan dan alleen studeren.
Actief zijn zorgt er tevens voor dat je in contact komt met mensen die je anders misschien nooit had
leren kennen. Leden van commissies hebben meestal ook een bepaalde functie, bijvoorbeeld voorzitter,
secretaris of penningmeester. Door dit soort functies leer je agenda’s op te stellen, vergaderingen te
leiden, notulen te maken of bijvoorbeeld een begroting op te stellen.
Studieverenigingen
Elke opleiding heeft een studievereniging. Zij organiseren allerlei studiegerelateerde activiteiten, zoals
lezingen, excursies en symposia. Maar er worden ook ontspannende activiteiten neergezet zoals
borrels en feesten. Daarnaast verzorgt de studievereniging bijvoorbeeld de boekenverkoop. Voor
de opleiding Electrical Engineering is dat de studievereniging Scintilla, voor de opleiding Creative
Technology Proto, voor de opleiding Technische Wiskunde is dit studievereniging Abacus en voor
Technische Informatica is dit studievereniging Inter-Actief.
4.5. Studentenrestaurant
In de Waaier bevindt zich het studentenrestaurant van de UT. Het restaurant is gebaseerd op het
zogenaamde free-flow-system, waarbij vanaf diverse uitgifte-eilanden een gevarieerd assortiment
wordt aangeboden. Je kunt hier terecht voor een warme dagmaaltijd, het Dagmenu. Daarnaast kun je
kiezen voor het luxer menu. Ook is er keuze uit een ruim aanbod aan broodjes, broodgarnituren, snacks,
desserts en koude en warme dranken.
ALGEMENE BIJLAGEN
100 101
Daarnaast is er ook nog een groot aantal andere leuke activiteiten die worden georganiseerd zoals
karten, een poker-avond of een kerstdiner. Ook organiseert Scintilla elk jaar de opleidingsintroductie
voor aankomend Electrical Engineering-studenten. De aankomende Electrical Engineeringstudent
maakt tijdens deze dagen kennis met
zijn/haar studiegenoten, met Scintilla en het gebouw, waar een groot deel van de colleges en practica
plaatsvinden. Natuurlijk gaat deze kennismaking gepaard met allerlei leuke activiteiten.
De kamer van Scintilla zit in het EDU café in de Zilverling, hier ben je natuurlijk altijd welkom!
Als je meer wil weten over Scintilla of de commissies van Scintilla bezoek dan de website:
www.scintilla.utwente.nl. Hier staat heel veel meer informatie over Scintilla en wat Scintilla voor jou
kan betekenen!
Medezeggenschap en overige commissies
Binnen de faculteit EWI kun je lid worden van diverse commissies zoals:
De Faculteitsraad
Zie ook pag. 1 van deze bijlage.
Opleidingscommissie
Zie ook hoofdstuk 5.
De Onderwijskwaliteitscommissie
Zie hoofdstuk 5.
Studievereniging Scintilla
De elektrotechnische studievereniging Scintilla is de studievereniging van de opleiding Electrical
Engineering. Tegenwoordig heeft de vereniging ongeveer 500 leden, waarvan er ruim 400 de studie
Electrical Engineering volgen. De belangrijkste taak van Scintilla is het ondersteunen van de studenten
in hun studie en zorgen voor ontspanning naast hun studie. Deze taak valt onder te verdelen in
vierhoofdtaken:
• de praktische en theoretische kennis van Electrical Engineering van de leden uitbreiden;
• de studiebelangen van studenten Electrical Engineering aan de Universiteit Twente behartigen;
• de kwaliteit van het onderwijs in de Electrical Engineering bevorderen;
• de band tussen de leden verstevigen;
Scintilla organiseert allerlei activiteiten om deze doelen te realiseren. Op onderwijsgebied worden er
meerdere lezingen en excursies georganiseerd. Jaarlijks wordt ook een symposium georganiseerd
waarbij meerdere lezingen worden gehouden door een aantal sprekers uit de academische wereld en
het bedrijfsleven.
Om de kwaliteit van het onderwijs bij de opleiding Electrical Engineering te waarborgen is het Studenten
Overleg Elektrotechniek (StOEL) actief. Deze commissie bestaat uit een aantal studenten die zich bezig
houden met de kwaliteit van het onderwijs en het evalueren van de opleiding Electrical Engineering.
Zo wordt elk kwartiel van de bachelor los geëvalueerd en is het StOEL het centrale aanspreekpunt
voor studenten met klachten of opmerkingen over het onderwijs. Mocht je een probleem, klacht of
idee hebben aarzel dan niet om contact op te nemen met het StOEL. Dit kan met een mail naar stoel@
scintilla.utwente.nl. voor meer informatie kan je terecht op de website van het StOEL te vinden op
www.scintilla.utwente.nl/commissies/stoel/.
Natuurlijk doet Scintilla nog veel meer, zo wordt elk kwartaal het semiwetenschappelijk blad ‘de
Vonk’ uitgebracht. Hierin staan zowel een wetenschappelijk hoofdartikel excursies en stageverslagen.
Daarnaast is Scintilla maker van het Compendium Electrical Engineering; een zakboek dat de
belangrijkste zaken van de bachelor Electrical Engineering samenvat. Het compendium is te koop in
STORES, de winkel van Scintilla die wordt gerund door vrijwilligers en geen winstoogmerk heeft. De
STORES verkoopt verder een groot assortiment aan artikelen voor de hobbyist Electrical Engineering.
Een beetje gezelligheid naast je studie is ook heel belangrijk, zo wordt elke week afgesloten met een
vrijdagmiddagborrel en worden er maandelijks themaborrels georganiseerd.
Uitgever
Editie
Oplage
Faculteit EWI, Universiteit Twente
2011/2012, juli 2011
175
Alle informatie in deze studiegids is met zorgvuldigheid
samengesteld, maar is onderhevig aan veranderingen.
De redactie kan niet instaan voor volledigheid en/of eventuele
onjuistheden. De lezer kan daarom geen rechten ontlenen aan de
inhoud van deze studiegids. Voor de meest actuele informatie kijk je
op www.utwente.nl/ewi/onderwijs
Colofon