Ascot Ascot Ab1 Ws 8

6
Pagina 1 Radiogestuurd Weerstation Bedieningshandleiding Uitgave: 08//2010 Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied ....................................................................... 1 2 Veiligheid en onderhoud ............................................................. 1 2.1 Veiligheidsaanwijzingen..................................................... 1 2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving............................ 1 2.3 Omgevingstemperatuur....................................................... 1 2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid............................... 1 2.5 Batterijwerking ................................................................... 1 2.6 Verwijdering ....................................................................... 1 2.7 Onderhoud .......................................................................... 1 2.8 Reiniging en vrzorging ....................................................... 1 2.9 Opslag................................................................................. 1 2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding................. 1 2.11 Bij de levering inbegrepen .................................................. 1 3 Displayweergave en functietoetsen............................................. 2 3.1 Basisstation ......................................................................... 2 3.2 Buitensensor ....................................................................... 2 4 Ingebruikneming ......................................................................... 3 5 Modi/functies ............................................................................... 3 5.1 Tijd, datum en tijdzone ....................................................... 3 5.1.1 Radiografische tijd ........................................................ 3 5.1.2 Handmatige instelling.................................................... 3 5.2 Maanstand........................................................................... 4 5.3 Alarm.................................................................................. 4 5.3.1 Alarmtijden instellen ..................................................... 4 5.3.2 Alarm aan-/uitzetten ...................................................... 4 5.3.3 Wekherhaling ................................................................ 4 5.3.4 Alarm afzetten ............................................................... 4 5.4 Temperatuur en luchtvochtigheid ....................................... 4 5.4.1 Weergave van de temperatuur en luchtvochtigheid ....... 4 5.4.2 Min./Max. geheugen van de temperatuur en luchtvochtigheid ............................................................ 4 5.4.3 Wissen van het min./max. geheugen ............................. 4 5.4.4 Keuze °Celsius / °Fahrenheit ......................................... 4 5.4.5 Trendweergave van de binnen- en buitentemperatuur en de luchtvochtigheid binnen en buiten ............................ 4 5.4.6 Buitensensor .................................................................. 4 5.4.7 Technische gegevens temperatuur en luchtvochtigheid.4 5.5 Luchtdruk ........................................................................... 5 5.5.1 Luchtdrukweergave ....................................................... 5 5.5.2 Weersvoorspelling ......................................................... 5 5.5.3 Technische gegevens luchtdruk ..................................... 5 5.6 Licht.................................................................................... 5 6 Montage ....................................................................................... 5 7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij ..... 5 7.1 Basisstation ......................................................................... 5 7.1.1 Indicator batterij vervangen........................................... 5 7.1.2 Vervangen van de batterij .............................................. 5 7.2 Buitensensor ....................................................................... 5 7.2.1 Indicator batterij vervangen........................................... 5 7.2.2 Vervangen van de batterij .............................................. 5 8 Conformiteitsverklaring ............................................................. 6 9 Oplossen van problemen............................................................. 6 10 Garantiecertificaat ...................................................................... 6 1 Toepassingsgebied Dit weerstation is alleen geconstrueerd voor gebruik als weerstation. Weerstations leveren informatie over het binnenklimaat, dienen voor de lokale weersvoorspelling en worden verder gebruikt voor informatie over de buitentemperatuur, luchtvochtigheid buiten, voor vorstinformatie (automobilisten, boeren), enz. Het weerstation kan door de consument gebruikt worden binnen de gegeven toleranties. Gebruik het weerstation NIET voor een commerciële of beroepsmatige weersvoorspelling. Een andere toepassing dan in deze bedieningshandleiding beschreven, is niet toegestaan en kan leiden tot beschadigingen of verwondingen. Voor schade door onreglementair gebruik wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. In de bedieningshandleiding vindt u meer aanwijzingen en verduidelijkingen. 2 Veiligheid en onderhoud 2.1 Veiligheidsaanwijzingen Lees deze handleiding en vooral dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle gegeven aanwijzingen op. Zo garandeert u een betrouwbare werking en een lange levensverwachting van uw weerstation. Bewaar de verpakking en de bedieningshandleiding goed om deze bij een overdracht aan de nieuwe bezitter te kunnen geven. Open nooit de kast van het basisstation en van de buitensensor, deze hebben geen onderdelen die onderhoud nodig hebben (met uitzondering van het openen van batterijvakken voor het inleggen of vervangen van de batterijen, zie punt 7 „Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij“). Leg geen voorwerpen op het basisstation en op de buitensensor en oefen geen druk uit op het display. Het display zou kunnen breken. Raak het display niet aan met scherpe voorwerpen om beschadigingen te voorkomen. Gevaren voor kinderen en hulpbehoevende mensen: Houd de verpakkingsfolie verwijderd van baby’s en kleine kinderen, gevaar voor verstikking! Dit apparaat is niet bestemd voor het gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke bekwaamheden of een gebrekkige ervaring en/of een gebrekkige kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon toezicht houdt of zij aanwijzingen hebben gekregen hoe het apparaat gebruikt moet worden. Houd toezicht op kinderen om te garanderen dat zij niet met het apparaat spelen. 2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving Het basisstation is niet beschermd tegen spatwater. Let er op, dat uw basisstation niet bloot komt te staan aan vocht of aan een te hoge luchtvochtigheid en voorkom stof, hitte en te lang direct zonlicht. Zet het basisstation stabiel op een niet-metalen oppervlak om een optimale radioregistratie te garanderen. De buitensensor is beschermd tegen spatwater. Kies voor het gebruik buiten een plaats uit waar de buitensensor niet direct blootgesteld wordt aan regen of zonlicht. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot storingen of tot beschadiging van het basisstation en van de buitensensor. 2.3 Omgevingstemperatuur Het basisstation kan continu gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur van 0 °C tot 50 °C. Aan temperaturen van -10 °C tot 0 °C mag het alleen gedurende een korte tijd blootgesteld worden. Als het basisstation buiten werking is, kan het bij -10 °C tot 50 °C opgeslagen worden. De buitensensor kan continu gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur van -10 °C tot 50 °C. Hij mag slechts gedurende korte tijd blootgesteld worden aan temperaturen van -25 °C tot -10 °C en 50 °C tot 60 °C. Als de buitensensor buiten werking is, kan hij bij -10 °C tot 50 °C opgeslagen worden. 2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid Zet het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in de buurt van bijv. een computer, printer, televisie, mobiele telefoon of radio, omdat apparaten met een sterke EM (elektromagnetische) straling of andere radiostations de radio-ontvangst kunnen storen of beperken. 2.5 Batterijwerking Uw basisstation werkt met twee 1,5V batterijen type LR6 /R6 (Mignon, AA) en de buitensensor met twee 1,5V batterijen type LR03/R03 (Micro, AAA). Onderstaand vindt u enkele aanwijzingen voor de omgang met de batterijen: Vervang de batterijen alleen door een gelijkwaardig batterijtype. Batterijen mogen niet opgeladen of met andere middelen gereactiveerd worden, uit elkaar gehaald, in het vuur geworpen of kortgesloten worden. Bewaar de batterijen altijd buiten het bereik van kinderen. Batterijen kunnen levensgevaarlijk zijn als ze ingeslikt worden. Bewaar de batterijen en het weerstation daarom op een plaats waar kleine kinderen er niet bij kunnen komen. Als er een batterij ingeslikt is, moet onmiddellijk medische hulp gezocht worden. Voor het inleggen van de batterijen de apparaten en batterijcontacten indien nodig reinigen met een licht vochtige doek en grondig droogmaken. Voorzichtig met uitgelopen batterijen! Vermijd het contact met huid, ogen en slijmvliezen! Bij contact met batterijvloeistof de betreffende plekken direct met ruim water spoelen en direct een arts raadplegen! Batterijen verdragen geen hitte. Voorkom dat het basisstation resp. de buitensensor en zodoende de ingelegde batterijen te heet worden. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot beschadiging en in bepaalde omstandigheden zelfs tot exploderen van de batterijen. Temperaturen onder 0 °C kunnen een negatieve uitwerking hebben op de levensduur van de batterijen. Informatie over het vervangen van de batterijen vindt u in punt 7 „Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij“. Aanwijzing: plaats de buitensensor zo, dat hij niet blootgesteld wordt aan extreme hitte of kou. Bij extreme kou worden de batterijen en dus ook het zendsignaal zwakker. 2.6 Verwijdering Batterijen zijn speciaal afval. Voor het op de correcte manier verwijderen van de batterijen staan in winkels die batterijen verkopen en in de inzamelplaatsen van de gemeente hiervoor geschikte tonnen. Als u uw weerstation weg wilt doen, verwijder hem dan volgens de huidige bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een gemeentelijke instantie. Importer: 08/2010 KRIPPL-WATCHES Warenhandels GmbH Maria-Theresia-Straße 41 A-4600 Wels Verwijder de verpakking van het weerstation volgens de huidige bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een gemeentelijke instantie. 2.7 Onderhoud Let op! Er bevinden zich geen onderdelen in de kast van het weerstation die onderhoud nodig hebben of gereinigd moeten worden. 2.8 Reiniging en vrzorging Reinig het basisstation en de buitensensor alleen met een zachte, vochtige doek zonder pluisjes. Gebruik geen oplosmiddelen of bijtende of gasvormende reinigingsmiddelen. Let er op, dat er geen waterdruppels op het display achterblijven. Water kan blijvende verkleuringen veroorzaken. Stel het display van het basisstation en van de buitensensor niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling. 2.9 Opslag Verwijder de batterijen als u het weerstation gedurende langere tijd niet gebruikt. Let bij het opslaan van het weerstation op de aanwijzingen in punt 2.2 „Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving“ en punt 2.3 „Omgevingstemperatuur“. Het basisstation en de buitensensor moeten veilig opgeslagen worden. Vermijd hoge temperaturen (bijv. door direct zonlicht) en een constante vochtige omgeving. 2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding We hebben de bedieningshandleiding voor dit weerstation zo ingedeeld dat u altijd via de inhoudsopgave de nodige informatie over een thema na kunt lezen. Maak als extra hulp voor uw weerstation gebruik van de FAQ’s (= veel gestelde vragen), die opgeroepen kunnen worden op onze pagina Produktservice op het Internet. http://www.produktservice.info EAN Code: 27088685 Voor verdere vragen kunt u ons bereiken via de volgende adressen: Serviceadres: KRIPPL-WATCHES Maria-Theresia-Straße 41 A-4600 Wels E-mailadres: [email protected] 2.11 Bij de levering inbegrepen 1 Basisstation 1 Buitensensor 1 Bedieningshandleiding Aanwijzing: extra buitensensoren of sensorkabels voor de buitensensoren zijn niet bij de levering inbegrepen.

Transcript of Ascot Ascot Ab1 Ws 8

  • Pagina 1

    Radiogestuurd Weerstation

    Bedieningshandleiding

    Uitgave: 08//2010

    Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied ....................................................................... 1 2 Veiligheid en onderhoud............................................................. 1

    2.1 Veiligheidsaanwijzingen.....................................................1 2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving............................1 2.3 Omgevingstemperatuur.......................................................1 2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid...............................1 2.5 Batterijwerking ...................................................................1 2.6 Verwijdering.......................................................................1 2.7 Onderhoud ..........................................................................1 2.8 Reiniging en vrzorging .......................................................1 2.9 Opslag.................................................................................1 2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding.................1 2.11 Bij de levering inbegrepen..................................................1

    3 Displayweergave en functietoetsen............................................. 2 3.1 Basisstation.........................................................................2 3.2 Buitensensor .......................................................................2

    4 Ingebruikneming ......................................................................... 3 5 Modi/functies ............................................................................... 3

    5.1 Tijd, datum en tijdzone .......................................................3 5.1.1 Radiografische tijd ........................................................3 5.1.2 Handmatige instelling....................................................3

    5.2 Maanstand...........................................................................4 5.3 Alarm..................................................................................4

    5.3.1 Alarmtijden instellen .....................................................4 5.3.2 Alarm aan-/uitzetten ......................................................4 5.3.3 Wekherhaling ................................................................4 5.3.4 Alarm afzetten ...............................................................4

    5.4 Temperatuur en luchtvochtigheid .......................................4 5.4.1 Weergave van de temperatuur en luchtvochtigheid.......4 5.4.2 Min./Max. geheugen van de temperatuur en luchtvochtigheid ............................................................4 5.4.3 Wissen van het min./max. geheugen .............................4 5.4.4 Keuze Celsius / Fahrenheit.........................................4 5.4.5 Trendweergave van de binnen- en buitentemperatuur en de luchtvochtigheid binnen en buiten ............................4 5.4.6 Buitensensor ..................................................................4 5.4.7 Technische gegevens temperatuur en luchtvochtigheid.4

    5.5 Luchtdruk ...........................................................................5 5.5.1 Luchtdrukweergave .......................................................5 5.5.2 Weersvoorspelling.........................................................5 5.5.3 Technische gegevens luchtdruk.....................................5

    5.6 Licht....................................................................................5 6 Montage ....................................................................................... 5 7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij ..... 5

    7.1 Basisstation.........................................................................5 7.1.1 Indicator batterij vervangen...........................................5 7.1.2 Vervangen van de batterij..............................................5

    7.2 Buitensensor .......................................................................5 7.2.1 Indicator batterij vervangen...........................................5 7.2.2 Vervangen van de batterij..............................................5

    8 Conformiteitsverklaring ............................................................. 6 9 Oplossen van problemen............................................................. 6 10 Garantiecertificaat ...................................................................... 6

    1 Toepassingsgebied Dit weerstation is alleen geconstrueerd voor gebruik als weerstation. Weerstations leveren informatie over het binnenklimaat, dienen voor de lokale weersvoorspelling en worden verder gebruikt voor informatie over de buitentemperatuur, luchtvochtigheid buiten, voor vorstinformatie (automobilisten, boeren), enz. Het weerstation kan door de consument gebruikt worden binnen de gegeven toleranties. Gebruik het weerstation NIET voor een commercile of beroepsmatige weersvoorspelling. Een andere toepassing dan in deze bedieningshandleiding beschreven, is niet toegestaan en kan leiden tot beschadigingen of verwondingen. Voor schade door onreglementair gebruik wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd. In de bedieningshandleiding vindt u meer aanwijzingen en verduidelijkingen.

    2 Veiligheid en onderhoud

    2.1 Veiligheidsaanwijzingen Lees deze handleiding en vooral dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle gegeven aanwijzingen op. Zo garandeert u een betrouwbare werking en een lange levensverwachting van uw weerstation. Bewaar de verpakking en de bedieningshandleiding goed om deze bij een overdracht aan de nieuwe bezitter te kunnen geven. Open nooit de kast van het basisstation en van de buitensensor, deze hebben geen onderdelen die onderhoud nodig hebben (met uitzondering van het openen van batterijvakken voor het inleggen of vervangen van de batterijen, zie punt 7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij). Leg geen voorwerpen op het basisstation en op de buitensensor en oefen geen druk uit op het display. Het display zou kunnen breken. Raak het display niet aan met scherpe voorwerpen om beschadigingen te voorkomen. Gevaren voor kinderen en hulpbehoevende mensen: Houd de verpakkingsfolie verwijderd van babys en kleine

    kinderen, gevaar voor verstikking! Dit apparaat is niet bestemd voor het gebruik door personen

    (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke bekwaamheden of een gebrekkige ervaring en/of een gebrekkige kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon toezicht houdt of zij aanwijzingen hebben gekregen hoe het apparaat gebruikt moet worden.

    Houd toezicht op kinderen om te garanderen dat zij niet met het apparaat spelen.

    2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving Het basisstation is niet beschermd tegen spatwater. Let er op, dat uw basisstation niet bloot komt te staan aan vocht of aan een te hoge luchtvochtigheid en voorkom stof, hitte en te lang direct zonlicht. Zet het basisstation stabiel op een niet-metalen oppervlak om een optimale radioregistratie te garanderen. De buitensensor is beschermd tegen spatwater. Kies voor het gebruik buiten een plaats uit waar de buitensensor niet direct blootgesteld wordt aan regen of zonlicht. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot storingen of tot beschadiging van het basisstation en van de buitensensor.

    2.3 Omgevingstemperatuur Het basisstation kan continu gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C. Aan temperaturen van -10 C tot 0 C mag het alleen gedurende een korte tijd blootgesteld worden. Als het basisstation buiten werking is, kan het bij -10 C tot 50 C opgeslagen worden. De buitensensor kan continu gebruikt worden bij een omgevingstemperatuur van -10 C tot 50 C. Hij mag slechts gedurende korte tijd blootgesteld worden aan temperaturen van -25 C tot -10 C en 50 C tot 60 C. Als de buitensensor buiten werking is, kan hij bij -10 C tot 50 C opgeslagen worden.

    2.4 Elektromagnetische verdraagzaamheid Zet het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in de buurt van bijv. een computer, printer, televisie, mobiele telefoon of radio, omdat apparaten met een sterke EM (elektromagnetische) straling of andere radiostations de radio-ontvangst kunnen storen of beperken.

    2.5 Batterijwerking Uw basisstation werkt met twee 1,5V batterijen type LR6 /R6 (Mignon, AA) en de buitensensor met twee 1,5V batterijen type LR03/R03 (Micro, AAA). Onderstaand vindt u enkele aanwijzingen voor de omgang met de batterijen: Vervang de batterijen alleen door een gelijkwaardig batterijtype. Batterijen mogen niet opgeladen of met andere middelen gereactiveerd worden, uit elkaar gehaald, in het vuur geworpen of kortgesloten worden. Bewaar de batterijen altijd buiten het bereik van kinderen. Batterijen kunnen levensgevaarlijk zijn als ze ingeslikt worden. Bewaar de batterijen en het weerstation daarom op een plaats waar kleine kinderen er niet bij kunnen komen. Als er een batterij ingeslikt is, moet onmiddellijk medische hulp gezocht worden. Voor het inleggen van de batterijen de apparaten en batterijcontacten indien nodig reinigen met een licht vochtige doek en grondig droogmaken. Voorzichtig met uitgelopen batterijen! Vermijd het contact met huid, ogen en slijmvliezen! Bij contact met batterijvloeistof de betreffende plekken direct met ruim water spoelen en direct een arts raadplegen! Batterijen verdragen geen hitte. Voorkom dat het basisstation resp. de buitensensor en zodoende de ingelegde batterijen te heet worden. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot beschadiging en in bepaalde omstandigheden zelfs tot exploderen van de batterijen. Temperaturen onder 0 C kunnen een negatieve uitwerking hebben op de levensduur van de batterijen. Informatie over het vervangen van de batterijen vindt u in punt 7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij. Aanwijzing: plaats de buitensensor zo, dat hij niet blootgesteld wordt aan extreme hitte of kou. Bij extreme kou worden de batterijen en dus ook het zendsignaal zwakker.

    2.6 Verwijdering Batterijen zijn speciaal afval. Voor het op de correcte manier verwijderen van de batterijen staan in winkels die batterijen verkopen en in de inzamelplaatsen van de gemeente hiervoor geschikte tonnen. Als u uw weerstation weg wilt doen, verwijder hem dan volgens de huidige bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een gemeentelijke instantie.

    Importer: 08/2010 KRIPPL-WATCHES Warenhandels GmbH Maria-Theresia-Strae 41 A-4600 Wels Verwijder de verpakking van het weerstation volgens de huidige bepalingen. Informatie hierover kunt u inwinnen bij een gemeentelijke instantie.

    2.7 Onderhoud Let op! Er bevinden zich geen onderdelen in de kast van het weerstation die onderhoud nodig hebben of gereinigd moeten worden.

    2.8 Reiniging en vrzorging Reinig het basisstation en de buitensensor alleen met een zachte, vochtige doek zonder pluisjes. Gebruik geen oplosmiddelen of bijtende of gasvormende reinigingsmiddelen. Let er op, dat er geen waterdruppels op het display achterblijven. Water kan blijvende verkleuringen veroorzaken. Stel het display van het basisstation en van de buitensensor niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling.

    2.9 Opslag Verwijder de batterijen als u het weerstation gedurende langere tijd niet gebruikt. Let bij het opslaan van het weerstation op de aanwijzingen in punt 2.2 Voorwaarden voor de bedrijfsomgeving en punt 2.3 Omgevingstemperatuur. Het basisstation en de buitensensor moeten veilig opgeslagen worden. Vermijd hoge temperaturen (bijv. door direct zonlicht) en een constante vochtige omgeving.

    2.10 Aanwijzingen over deze bedieningshandleiding We hebben de bedieningshandleiding voor dit weerstation zo ingedeeld dat u altijd via de inhoudsopgave de nodige informatie over een thema na kunt lezen. Maak als extra hulp voor uw weerstation gebruik van de FAQs (= veel gestelde vragen), die opgeroepen kunnen worden op onze pagina Produktservice op het Internet. http://www.produktservice.info EAN Code: 27088685 Voor verdere vragen kunt u ons bereiken via de volgende adressen: Serviceadres: KRIPPL-WATCHES Maria-Theresia-Strae 41 A-4600 Wels E-mailadres: [email protected]

    2.11 Bij de levering inbegrepen 1 Basisstation 1 Buitensensor 1 Bedieningshandleiding Aanwijzing: extra buitensensoren of sensorkabels voor de buitensensoren zijn niet bij de levering inbegrepen.

  • Pagina 2

    3 Displayweergave en functietoetsen

    3.1 Basisstation Art.-No. AB0-WS-8, Type W108-1 Vooraanzicht basisstation

    - Tijd, alarm Radiografische tijd/kwartsklok Tijd in de 12- of 24-uursaanduiding Tijdzone-instelling +/- 12 uur 2 alarmtijden met wekherhaling (Snooze) Zender oproepfunctie voor de radiografische tijd Symbool radiotoren - Weergave buitentemperatuur en luchtvochtigheid buiten Buitentemperatuur voor max. 3 buitensensoren: - Actuele meting - Min/Max geheugen - Weergave in C / F - Trendweergave Luchtvochtigheid buiten voor max. 3 buitensensoren: - Actuele meting - Min/Max geheugen - Trendweergave

    Weergave van de gekozen buitensensoren of automatische omschakeling tussen de sensoren Weergave lage stand batterij voor de buitensensoren - Weergave binnentemperatuur en luchtvochtigheid binnen Binnentemperatuur: - Actuele meting

    - Min/Max geheugen - Weergave in C / F - Trendweergave

    Luchtvochtigheid binnen: - Actuele meting - Min/Max geheugen - Trendweergave

    Weergave lage stand batterij voor basisstation - Weersvoorspelling Weersvoorspelling met 5 symboolafbeeldingen Weertendens - Luchtdruk Luchtdrukweergave: - Weergave in hPa - Min/Max geheugen - Luchtdrukgrafiek Weergave van de luchtdrukontwikkeling van de afgelopen 12 uur in 5 stappen - Maanstand Maanstand - Datum Weergave van dag, maand en dag van de week - Licht Bovenaanzicht basisstation

    Achteraanzicht basisstation

    3.2 Buitensensor Art.-No. ASENSOR4, Type W209 Vooraanzicht buitensensor

    Achteraanzicht buitensensor

    Aanzicht gesloten Aanzicht open

    Kanaalkiezer

    C/F-toets

    TX-toets

    Standvoet

    Standvoet

    Batterijvak

    4

    Ophanginrichting voor wandmontage

    Klepje batterijvak

    1

    2

    3

    5

    6

    7

    Aansluitbus voor sensorkabel (sensorkabel niet bij levering inbegrepen)

    Weergave van de buitentemperatuur in C/F en van de luchtvochtigheid buiten

    Indicator voor een gezonden signaal

    Kanaalaanduiding

    SNOOZE/LIGHT-toets1

    2

    3

    1 2 3

    1

    2

    3

    4

    5 7

    6

    8

    MIN/MAX-toets

    ALARM-toets

    8

    SET BARO-toets

    SET/ZONE-toets

    BARO- toets

    CH-toets -toets

    + -toets

    BARO- toets

  • Pagina 3

    4 Ingebruikneming Wij raden u aan de bedieningshandleiding aandachtig te lezen voordat u het weerstation in gebruik neemt. Lees vooral voor de ingebruikneming punt 3.1 Basisstation en punt 3.2 Buitensensor om u vertrouwd te maken met de functietoetsen van het weerstation. Voer de ingebruikneming op een tafel uit, waar u het basisstation en de buitensensor naast elkaar kunt leggen of opstellen. 1. Basisstation Legt U de batterijen met de polen in de juiste richting in het

    batterijvak (2 batterijen type AA 1.5V LR6/R6) van het basisstation.

    De LCD-weergave verschijnt, er klinkt een korte signaaltoon. Na het inleggen van de batterijen start het basisstation met de

    knipperende luchtdrukweergave van 1013 hPa (basis fabrieksinstelling). Om een zo correct mogelijke weersvoorspelling te krijgen, is het noodzakelijk de instellingen uit te voeren zoals in beschreven punt 5.5.1.a Instellen van de luchtdrukwaarde. Wij raden u aan op deze plaats de luchtdrukweergave van 1013 hPa met de SET BARO-toets te bevestigen en later pas de exacte waarde voor uw regio in te stellen.

    Nu knipperen de waarden voor de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten --. Het basisstation is nu 3 minuten lang geopend voor de ontvangst van het signaal van een nieuwe buitensensor.

    2. Buitensensor Verwijder het klepje van het batterijvak aan de achterkant van de

    buitensensor.

    Legt U de batterijen met de polen in de juiste richting in het

    batterijvak van de buitensensor (2 batterijen type AAA 1.5V LR03/R03).

    De LCD-weergave verschijnt. Druk nu kort op de TX-toets in het batterijvak van de

    buitensensor. Daardoor begint de buitensensor met de overdracht van de gemeten temperatuur en luchtvochtigheid, herkenbaar aan het knipperen van de rode indicator aan de voorkant van de buitensensor.

    De buitensensor is in de fabriek zo ingesteld dat de overdracht van het signaal op kanaal 1 plaatsvindt. Wacht een ogenblik totdat de temperatuur op kanaal 1 op het basisstation weergegeven wordt. De sensor is nu op kanaal 1 geregistreerd.

    De waarden voor de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten blijven knipperen, totdat de 3 minuten voorbij zijn. Daarna worden de waarden stabiel weergegeven.

    Aanwijzing: om een overdracht van het signaal te garanderen, mogen het basisstation en de buitensensor maximaal 100 meter van elkaar verwijderd zijn. De buitensensor zendt met een frequentie van 433 MHz. De overdracht kan benvloed worden door objecten zoals metselwerk, betonstaal, metalen vensters en mist. Elektronische apparaten, die in uw omgeving, nabijheid of in het eigen huis resp. woning gebruikt worden

    en op dezelfde frequentie (433 MHz) zenden, kunnen eveneens storingen veroorzaken. Daarbij horen draadloze deurbellen, ingangscontroles, draadloze luidsprekers, draadloze koptelefoons, garagedeuropeners en huisveiligheidssystemen. Ook overlappende radiogolven kunnen de ontvangst benvloeden. Aanwijzing: lees punt 5.4.6.c Registratie van een tweede resp. derde buitensensor om een tweede resp. derde buitensensor te kunnen registreren (niet bij de levering inbegrepen). In zeldzame gevallen kan het gebeuren dat het basisstation het signaal van de buitensensor niet ontvangt (veroorzaakt door vreemde of stoorzenders). Let er bij de ingebruikneming op dat er geen ander basisstation resp. andere buitensensor in het zendbereik ligt. Als de ontvangst van het eerste signaal niet functioneert, hebt u de volgende twee mogelijkheden:

    1. Nieuwe ingebruikneming: haal de batterijen uit het basisstation en de buitensensor en begin opnieuw met de ingebruikneming. Aanwijzing: let er op, dat de batterijen altijd eerst in het basisstation en dan pas in de buitensensor gelegd moeten worden, omdat anders het basisstation het signaal van de buitensensor eventueel niet ontvangt. 2. Handmatig zoeken: houd de CH-toets op het basisstation enkele seconden lang ingedrukt, totdat de cijfers van de buitentemperatuur en van de luchtvochtigheid buiten knipperen. Druk nu kort op de TX-toets in het batterijvak van de buitensensor. De overdracht van het signaal wordt daardoor n keer handmatig geactiveerd. Als de ontvangst gelukt is, verschijnen de weergaven van de buitentemperatuur en van de luchtvochtigheid buiten op het basisstation. 3. Basisstation zoeken radiosignaal Als de waarden voor de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten stabiel op het basisstation weergegeven worden, begint het basisstation het signaal voor de radiografische klok te zoeken, weergegeven door het knipperende symbool van de radiotoren.

    Symbool radiotoren

    Het signaal van de radiografische klok wordt binnen 10 minuten door het basisstation ontvangen, wat weergegeven wordt door een stabiel symbool van de radiotoren. Als dit niet het geval is (herkenbaar omdat het symbool van de radiotoren niet zichtbaar is), druk dan op de -toets en houd hem ingedrukt, totdat u een signaaltoon hoort. De radiotoren verschijnt en er wordt opnieuw geprobeerd een signaal van de radiografische klok te ontvangen. Als er op de standplaats geen radio-ontvangst is, kunt u de tijd ook handmatig instellen (zie punt 5.1.2 Handmatige instelling) of het basisstation op een andere plaats zetten (zie punt 9 Oplossen van problemen). Aanwijzing: het zoekproces wordt onderbroken als u de + -, -, SET/ZONE- of SNOOZE/LIGHT-toets indrukt.

    Zodra de radiografische tijd weergegeven wordt, raden wij u aan ook de volgende instellingen uit te voeren: Om een zo correct mogelijke weersvoorspelling te krijgen, is het noodzakelijk de instellingen uit te voeren zoals beschreven in punt 5.5.1.a Instellen van de luchtdrukwaarde. De ingebruikneming van het weerstation is afgesloten. U kunt de buitensensor op zijn definitieve plaats zetten of hangen (zie punt 6 Montage).

    5 Modi/functies

    5.1 Tijd, datum en tijdzone

    5.1.1 Radiografische tijd De tijdbasis voor de radiogestuurde tijdweergave is een cesium atoomklok van het natuurkundig-technisch rijksinstituut Braunschweig. Deze tijd wordt gecodeerd (DCF77) en door een lange golfzender in Mainflingen bij Frankfurt uitgestraald met een zendbereik van ongeveer 1.500 km. Bevind uw weerstation zich binnen dit zendbereik, dan ontvangt hij dit signaal, rekent het om en geeft onafhankelijk van de zomer- of wintertijd altijd de exacte tijd en de juiste datum aan. De radiografische tijd wordt meerdere keren per dag automatisch door het basisstation gesynchroniseerd om eventuele afwijkingen te corrigeren. Mocht er op de plaats van inzet geen radio-ontvangst mogelijk zijn, kan de tijd ook handmatig ingesteld worden (zie punt 5.1.2 Handmatige instelling).

    5.1.2 Handmatige instelling Mocht er op de plaats van inzet geen radio-ontvangst mogelijk zijn, kunt u de tijd en de datum ook handmatig instellen. 1. Om de tijd handmatig in te stellen, drukt u op de SET/ZONE-

    toets en houdt deze ca. 3 seconden ingedrukt totdat het jaartal begint te knipperen. Druk op de + - of -toets om het jaartal in stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, de maand begint te knipperen.

    2. Druk op de + - of -toets om de maand in te stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, de dag begint te knipperen.

    3. Druk op de + - of -toets om de dag in te stellen. De dag van de week wordt automatisch berekend en weergegeven. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, het uur begint te knipperen.

    4. Druk op de + - of -toets om het uur in te stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, de minuten beginnen te knipperen.

    5. Druk op de + - of -toets om de minuten in te stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, de 12/24-uursaanduiding begint te knipperen.

    6. Druk op de + - of -toets om de 12/24-uursaanduiding in te stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets, de tijdzone begint te knipperen.

    De aarde is onderverdeeld in 24 tijdzones. Een tijdzone is een deel van het aardoppervlak waar een gemeenschappelijke tijd geldt. Hij loopt in het ideale geval langs de lengtegraden vanaf de polen. Bij de overgang naar een andere zone verspringt de tijd met een uur en wel in oostelijke richting met 1 uur vooruit en in westelijke richting met 1 uur terug. Als u bijv. de tijd van een land in wilt stellen dat 6 zones ten westen van uw land ligt, moet u 6 uur minder ingeven.

    7. Druk op de + - of -toets om de gewenste tijdzone in te

    stellen. Bevestig dit met de SET/ZONE-toets. De instelling is nu beindigd.

    Om de tijd in de ingestelde tijdzone weer te geven, drukt u na de instelling 1 7 op de SET/ZONE-toets. Naast de tijd verschijnt ZONE. Druk nogmaals op de SET/ZONE-toets om naar de normale tijdweergave terug te gaan.

    Symbool voor de tijdzone

    Dag van de week Dag

    Tijd in uur, minuten en seconden

    Maand

    Symbool radiotoren: - Stabiel: radiografische tijd ontvangen - Knipperend: zoekt adiografische tijd - Niet zichtbaar: signaal radiografische klok verloren en/of handmatige tijd ingesteld

  • Pagina 4

    5.2 Maanstand De maanstand hangt af van de actuele datum, wordt automatisch berekend en met de volgenden symbolen weergegeven:

    Volle maan Afnemende maan Nieuwe maan

    Nieuwe maan Wassende maan Volle maan

    5.3 Alarm Het basisstation beschikt over twee instelbare alarmtijden. Druk 1 keer op de ALARM-toets om de 1ste alarmtijd af te lezen (naast de alarmtijd verschijnt A1) en nog een keer om de 2de alarmtijd af te lezen (naast de alarmtijd verschijnt A2). Druk nog een keer op de ALARM-toets om naar de tijd terug te gaan.

    Weergave alarmtijd 1 Weergave alarmtijd 2

    5.3.1 Alarmtijden instellen Voor het instellen van de alarmtijd drukt u op de ALARM-toets om de 1ste of de 2de alarmtijd te kiezen (A1 of A2 verschijnt naast de tijd). Als u de gewenste alarmtijd 1 of 2 bereikt hebt, houdt u de ALARM-toets ingedrukt, het uur van de alarmtijd begint te knipperen. Stel het uur in met de + - of - toets. Ter bevestiging drukt u op de ALARM-toets, de minuten van de alarmtijd knipperen nu. Stel de minuten ook in met de + - of -toets. Ter bevestiging drukt u op de ALARM-toets, de alarmtijd is ingesteld.

    5.3.2 Alarm aan-/uitzetten Om het alarm aan resp. uit te zetten, drukt u zo vaak op de + -toets, totdat de gewenste alarmtijd ingeschakeld is: - En keer indrukken: kloksymbool 1 verschijnt: alleen de 1ste

    alarmtijd is ingeschakeld. - Nog een keer indrukken: kloksymbool 2 verschijnt: alleen de 2de

    alarmtijd is ingeschakeld. - Nog een keer indrukken: kloksymbool 1 en 2 verschijnen: beide

    alarmtijden zijn ingeschakeld. - Nog een keer indrukken: beide kloksymbolen verdwijnen: beide

    alarmtijden zijn uitgeschakeld.

    5.3.3 Wekherhaling Als het alarm klinkt, kunt u de alarmherhaling (= Snooze) van 5 minuten activeren door de SNOOZE/LIGHT-toets in te drukken.

    5.3.4 Alarm afzetten Door op de ALARM-, SET/ZONE-, + - of -toets te drukken kunt u de alarmtoon afzetten, het alarm blijft echter geactiveerd, dat wil zeggen dat het de volgende dag weer op dezelfde tijd afgaat. Om het alarm uit te zetten, gaat u te werk zoals beschreven in punt 5.3.2 Alarm aan-/uitzetten.

    5.4 Temperatuur en luchtvochtigheid

    5.4.1 Weergave van de temperatuur en luchtvochtigheid

    Na het inleggen van de batterijen worden direct de binnentemperatuur en de luchtvochtigheid binnen weergegeven. De buitentemperatuur en luchtvochtigheid buiten worden na ontvangst van het eerste signaal van de buitensensor weergegeven.

    Buitentemperatuur C / F met trendweergave

    Luchtvochtigheid buiten met trendweergave

    Binnentemperatuur C / F met trendweergave

    Luchtvochtigheid binnen met trendweergave

    Minteken bij temperaturen onder nul

    5.4.2 Min./Max. geheugen van de temperatuur en luchtvochtigheid

    Om de maximale en minimale waarden van de temperatuur en luchtvochtigheid af te lezen, drukt u op de MIN/MAX-toets - n keer om de maximale waarden af te lezen - nog een keer om de minimale waarden af te lezen en - nog een keer om naar de normale weergave terug te gaan. Met deze toetsfunctie worden gelijktijdig de opgeslagen waarden voor de min./max. luchtdruk weergegeven (zie punt 5.5.1.c Min./Max. geheugen van de luchtdruk).

    5.4.3 Wissen van het min./max. geheugen Om de opgeslagen maximale en minimale waarden te wissen, drukt u n keer op de MIN/MAX-toets, de MAX-waarde wordt weergegeven. Wis deze door de SET BARO-toets direct kort in te drukken. Druk nu twee keer op de MIN/MAX-toets, de MIN-waarde wordt weergegeven. Wis deze door de SET BARO-toets direct kort in te drukken.

    5.4.4 Keuze Celsius / Fahrenheit Druk op de MIN/MAX-toets en houd deze ingedrukt om te kiezen tussen C en F voor de weergave van de binnentemperatuur en de buitentemperatuur.

    5.4.5 Trendweergave van de binnen- en buitentemperatuur en de luchtvochtigheid binnen en buiten

    In het veld van de binnen- en buitentemperatuur resp. de luchtvochtigheid binnen en buiten wordt rechtsboven met een pijl telkens de ontwikkeling van de actuele waarden weergegeven. Als de waarde binnen een uur meer dan 1 graad resp. 1% verandert, wordt dit door een naar boven resp. naar beneden wijzende pijl weergegeven. Anders wordt dit getoond met een horizontale pijl.

    5.4.6 Buitensensor Voor de overdracht van het zendsignaal van de buitensensor naar het basisstation is geen kabelverbinding nodig. De buitensensor zendt met een zendfrequentie van 433 MHz. De overdrachtafstand van de buitensensor naar het basisstation kan bij optimale omstandigheden in open terrein tot 100 m bedragen. De overdracht kan benvloed worden door objecten zoals bijv. metselwerk, betonstaal en metalen vensters evenals door mist tussen de buitensensor en het basisstation, opstelling van de buitensensor en het basisstation op de grond, enz.

    5.4.6.a Weergave buitensensor Na het inleggen van de batterijen in de buitensensor (zie punt 4 Ingebruikneming) verschijnt in het display van de buitensensor de weergave van de buitentemperatuur en van de luchtvochtigheid buiten.

    5.4.6.b Keuze Celsius / Fahrenheit Om de temperatuurweergave op de buitensensor te veranderen, drukt u op de C/F-toets aan de achterkant van de buitensensor (verwijder hiervoor het klepje van het batterijvak). Door iedere druk op de toets wordt de weergave in C resp. F veranderd.

    5.4.6.c Registratie van een tweede resp. derde buitensensor

    Een tweede en derde buitensensor zijn niet bij de levering inbegrepen. Neem contact op met ons serviceadres resp. onze Webshop (http://www.produktservice.info/shop/ - Artikelnummer ASENSOR4), als u meerdere buitensensoren aan wilt schaffen. Voer de registratie van een tweede resp. derde buitensensor op een tafel uit, waar u het basisstation en de buitensensor(en) naast elkaar kunt leggen resp. op kunt stellen. Verwijder het klepje van het batterijvak van de buitensensor. Zet de kanaalkiezer aan de achterkant van de buitensensor op het gewenste kanaal waarop de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten van deze buitensensor op het basisstation weergegeven moet worden (de eerste buitensensor wordt normaal gesproken op kanaal 1 weergegeven. Kies daarom voor extra sensoren kanaal 2 of 3).

    Vervolgens doet u de batterijen in de buitensensor, zoals beschreven in punt 4 Ingebruikneming. Het gekozen kanaalnummer wordt linksboven in het display van de buitensensor weergegeven. Houd de CH-toets op het basisstation enkele seconden lang ingedrukt. Druk nu kort op de TX-toets in het batterijvak van de buitensensor. Het signaal wordt daardoor overgedragen. Dit wordt weergegeven door het knipperen van de rode indicator aan de voorkant van de buitensensor en door een signaaltoon van het basisstation.

    5.4.6.d Handmatig en automatisch vervangen van de kanaalweergave op het basisstation

    Als u 2 of 3 buitensensoren geregistreerd hebt, drukt u op de CH-toets om van het ene kanaal naar het volgende te switchen. Als er een ronde pijl in het display weergegeven wordt, worden de kanalen steeds weer automatisch na elkaar weergegeven.

    Automatisch switchen van de kanaalweergave

    Aanwijzing: Als het om bouwtechnische of andere redenen niet mogelijk is om de buitensensor op de vensterbank of aan de huismuur te zetten resp. hangen, kan men een sensorkabel gebruiken, die aan de aansluitbus van de buitensensor aangesloten wordt. Zet de buitensensor bijv. op de vensterbank in de woonkamer en leid de sensorkabel onder het venster door enkele centimeters naar buiten. Via de sensorkabel kan de temperatuur nu gemeten worden. Deze sensorkabel is niet bij de levering inbegrepen. Neem contact op met ons serviceadres resp. onze Webshop (http://www.produktservice.info/shop/), als u een sensorkabel aan wilt schaffen.

    5.4.7 Technische gegevens temperatuur en luchtvochtigheid

    Temperatuur basisstation Meetbereik: 0 C tot + 50 C Resolutie: 0,1 C Nauwkeurigheid: +/- 1 C Temperatuur buitensensor Meetbereik: - 25 C tot + 60 C Resolutie: 0,1 C Nauwkeurigheid: +/- 1 C

    Kanaal 1, 2 ,3

    Kanaal-weergave

    1

    2

    3

    4

    1

    3

    2

    4

  • Pagina 5

    Luchtvochtigheid basisstation en buitensensor Meetbereik: 20 tot 99% Resolutie: 1% Nauwkeurigheid: +/- 10% Overdrachtafstand buitensensor tot basisstation: Max. 100 meter in open terrein Zendfrequentie buitensensor naar het basisstation: 433 MHz

    5.5 Luchtdruk

    5.5.1 Luchtdrukweergave

    Luchtdrukweergave

    Na het inleggen van de batterijen start het basisstation met een luchtdrukweergave van 1013 hPa (fabrieksinstelling). De luchtdrukmeting vindt elk uur plaats, uitgaande van het tijdstip van het inleggen van de batterijen in het basisstation resp. een handmatige instelling van de luchtdrukwaarde. Aanwijzing: om een zo nauwkeurig mogelijke weersvoorspelling te krijgen, moet u beslist de actuele relatieve luchtdrukwaarde van uw regio ingeven (zie het volgende punt 5.5.1.a Instellen van de luchtdrukwaarde). De actuele luchtdrukwaarde kunt u bijv. vinden op de weerpaginas van Teletekst of op weerpaginas op het Internet, bijv.: www.meteo24.de of www.wetter.com.

    5.5.1.a Instellen van de luchtdrukwaarde Druk op de SET BARO-toets en houd deze ingedrukt, totdat de luchtdrukweergave begint te knipperen. Met de BARO- of BARO-toets kunt u de luchtdrukwaarde wijzigen, van 850 tot 1050 hPa. Druk kort op de SET BARO-toets om uw ingave te bevestigen. Het basisstation geeft de actuele luchtdruk in hPa weer.

    5.5.1.b Luchtdrukgrafiek

    Luchtdrukgrafiek

    De luchtdrukgrafiek geeft de luchtdrukontwikkeling van de afgelopen 12 uur aan in 5 stappen, telkens op het tijdstip 0, -1, -3, -6 en -12 uur. De kolomwaarde wordt voor elk van de 5 stappen uitgegeven als diagram dat de trend over de opgeslagen tijdperiode weergeeft. Een schaal aan de rechterkant vergelijkt de resultaten. De 0 in het midden van de schaal kenmerkt de actuele luchtdruk. Elke verandering geeft in hPa (+/- 2, 4, 6 en 8 hPa) aan, hoe hoog of laag de luchtdruk het vorige uur was in vergelijking met de actuele luchtdruk, die in de rechter kolom weergegeven wordt. En balk staat voor 2 hPa. Aanwijzing: let er op dat de luchtdrukgrafiek altijd weer van links naar rechts opnieuw opgebouwd wordt (knippert)!

    5.5.1.c Min./Max. geheugen van de luchtdruk Om de maximale en minimale waarden van de luchtdruk af te lezen, drukt u n keer op de MIN/MAX-toets om de maximale waarde af te lezen, nog een keer om de minimale waarde af te lezen en nog een keer om naar de normale weergave terug te gaan. De minimale en maximale luchtdrukwaarde kan niet gewist worden, het gaat hier om de minimale resp. maximale waarde van de laatste 12 uur.

    5.5.2 Weersvoorspelling De weersvoorspelling is een ongeveer opgave, die voor de komende 12-24 uur berekend wordt in een omtrek van ca. 30 tot 50 km. De weersvoorspelling wordt gebaseerd op de schommelingen van de luchtdruk en komt met een waarschijnlijkheid van ca. 70-75% overeen met het werkelijke weer. Omdat het weer echter niet met een waarschijnlijkheid van 100% voorspeld kan worden, accepteren wij geen aansprakelijkheid voor schade die kan ontstaan door een niet kloppende weersvoorspelling. De weersvoorspelling wordt met de volgende symbolen weergegeven:

    Zonnig Licht bewolkt Bewolkt

    Regen Sneeuw

    Ligt de gemeten temperatuur van een buitensensor tussen + 1 C en - 1 C, knipperen het sneeuwsymbool en een uitroepteken om te waarschuwen voor vorst. Een sneeuwsymbool en een uitroepteken

    worden constant grafisch weergegeven, als de gemeten temperatuur van een buitensensor onder -1 C komt.

    Waarschuwing voor slecht weer/storm Als de symbolen van de weersvoorspelling knipperen, is dit een aanwijzing voor een naderend slecht weer- of stormfront, gepaard gaande met een dalende luchtdruk (onder 999 hPa). Voorwaarde is dat de relatieve luchtdruk correct op uw regio ingesteld werd. Stijgt de luchtdruk weer (999 hPa of hoger), dan knipperen de symbolen van de weersvoorspelling niet meer. In de weergave linksboven wordt de weertendens weergegeven, die elk uur geactualiseerd wordt. Als de luchtdrukwaarde binnen een uur met meer dan 1 hPa verandert, wordt dit weergegeven door een pijl omhoog of omlaag. Anders wordt dit aangegeven door een horizontale pijl. Horizontale pijl = gelijkblijvende luchtdruk Naar boven wijzende pijl = stijgende luchtdruk Naar beneden wijzende pijl = dalende luchtdruk

    Aanwijzing: na de basisinstelling duurt het ca. 12 tot 24 uur voordat u een zo correct mogelijke weersvoorspelling krijgt.

    5.5.3 Technische gegevens luchtdruk Meetbereik: 950 tot 1.050 hPa Resolutie: 1 hPa Nauwkeurigheid: +/- 5 hPa

    5.6 Licht Door op de SNOOZE/LIGHT-toets te drukken wordt het display gedurende ca. 5 seconden verlicht, zodat u ook in het donker de weergaven van uw basisstation af kunt lezen. Het constant verlichten van het display is niet mogelijk. Bedenk echter dat er voor de displayverlichting meer stroom verbruikt wordt, wat een kortere levensduur van de batterijen tot gevolg heeft.

    6 Montage Het basisstation kan opgesteld worden door middel van een standvoet. De buitensensor heeft een ophangmogelijkheid aan de achterkant voor wandmontage. Hij kan echter ook staand of liggend geplaatst worden.

    7 Indicator batterij vervangen en vervangen van de batterij

    7.1 Basisstation

    7.1.1 Indicator batterij vervangen Zwakke batterijen van het basisstation worden weergegeven door de indicator batterij vervangen. Deze weergave is in het display rechts naast de weergave van de luchtvochtigheid binnen te herkennen aan een batterijsymbool. Dit verschijnt echter pas als de batterijen zwak zijn.

    Indicator batterij vervangen basisstation

    7.1.2 Vervangen van de batterij Open het batterijvak aan de achterkant van de kast. 2 batterijen type AA 1.5V LR6/R6 er met de polen in de juiste richting inleggen (let op de +/- pool) en het batterijvak weer sluiten met het klepje. In het geval dat na het vervangen van de batterij de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten niet weergegeven worden op het basisstation, gaat u te werk zoals beschreven in punt 4 Ingebruikneming. Aanwijzing: door het vervangen van de batterijen gaan de opgeslagen gegevens verloren, u moet de luchtdrukwaarde opnieuw instellen.

    7.2 Buitensensor

    7.2.1 Indicator batterij vervangen Zwakke batterijen van de buitensensor worden weergegeven door de indicator batterij vervangen. Deze is in het display van het basisstation rechts naast de weergave van de luchtvochtigheid buiten te herkennen door een batterijsymbool en verschijnt pas als de batterijen zwak zijn. De indicator batterij vervangen op het basisstation voor de buitensensor wordt altijd alleen weergegeven voor het actueel gekozen kanaal (= buitensensor) weergegeven.

    Indicator batterij vervangen op het basisstation voor de buitensensor

    Een zwakke batterij kan bovendien herkend worden door de indicator batterij vervangen in het display van de buitensensor.

    Indicator batterij vervangen buitensensor

    7.2.2 Vervangen van de batterij Verwijder het klepje van het batterijvak aan de achterkant van de buitensensor.

    Open het klepje van het batterijvak met een geschikt voorwerp, bijv. een schroevendraaier (zie afbeeldingen).

    Schaal in hPa

    Uur

    Actuele luchtdrukmeting (= basis van de grafiek) Balk

    = 2 hPa

    Kolom

    Luchtdrukwaarde in hPa

  • Pagina 6

    Leg er 2 batterijen type AAA 1.5V LR03/R03 in met de polen in de juiste richting (let op de +/- pool) en sluit het klepje van het batterijvak weer.

    8 Conformiteitsverklaring R&TTE Directive 1999/5/EG: Verkorte tekst van de conformiteitsverklaring: Hiermede verklaart Krippl-Watches, dat het weerstation in overeenstemming is met de grondliggende eisen en de overige geldende bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG. De complete tekst van de conformiteitsverklaring kunt u oproepen via onze website: http://www.produktservice.info EAN: 27088685.

    9 Oplossen van problemen Controleer eerst de batterijen en vervang deze eventueel voordat u een klacht indient over het weerstation. Als de buitentemperatuur/de luchtvochtigheid buiten niet meer op het basisstation weergegeven worden Als de buitensensor niet meer geregistreerd wordt, kan dit de volgende oorzaken hebben: - De batterijen van de buitensensor en/of het basisstation zijn te zwak,

    vervang de oude batterijen. Gebruik nooit tegelijk oude en nieuwe batterijen en voer een nieuwe registratie van de buitensensor uit zoals beschreven in punt 4 Ingebruikneming.

    - De ontvangst van de buitensensor wordt gestoord door hindernissen, omdat het verwijderen van hindernissen vaak niet mogelijk is (bijv. dubbele beglazing, muren met een stalen bewapening of bepaalde betonsamenstellingen, stalen dragers). Verklein de afstand tussen de buitensensor en het basisstation of gebruik een sensorkabel (niet bij de levering inbegrepen).

    - Bij buitentemperaturen onder de 0 C kan het batterijvermogen van de buitensensor minder worden en de radio-overdracht verzwakken. Verklein in dit geval de afstand van de buitensensor naar het basisstation.

    - Als er op het basisstation geen weergave van de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten te zien is, maar alleen - -, kan dit liggen aan het feit dat de batterijen van het basisstation al te zwak zijn en het daarom de signalen van de buitensensor niet meer ontvangen kan. Vervang de batterijen door nieuwe. Ontvangststoringen kunnen ook veroorzaakt worden door andere huishoudelijke apparaten, stoor- of vreemde zenders. Ook dan is er alleen - -, HH of LL in de weergave te zien. Houd in dat geval de CH-toets ca. 5 seconden lang ingedrukt, totdat u een signaaltoon hoort. Wacht even. Na het volgende zendsignaal van de buitensensor moet de actuele buitentemperatuur en de luchtvochtigheid buiten weer weergegeven worden.

    Zwakke batterijen van het basisstation Vervang de batterijen zodra het symbool voor het vervangen van de batterij weergegeven wordt. Wacht ca. 5 minuten met het inleggen van de nieuwe batterijen. Raak bij het inleggen van de batterijen de batterijcontacten niet aan, dit vermindert het corrosiegedrag van de contacten en verlengt zodoende de levensduur van de batterijen. Let bij het inleggen van de nieuwe batterijen altijd op de juiste poolrichting. Na

    het vervangen van de batterijen gaat u te werk zoals beschreven in punt 4 Ingebruikneming. Zwakke batterijen van de buitensensor Vervang de batterijen zodra het symbool voor het vervangen van de batterij weergegeven wordt (verschijnt op de buitensensor en op het basisstation). Let bij het inleggen van de nieuwe batterijen altijd op de juiste poolrichting. Daarna moet de buitensensor opnieuw geregistreerd worden Ga daarbij te werk zoals beschreven in punt 4 Ingebruikneming. Temperatuurtolerantie Het basisstation en de buitensensor hebben onafhankelijk van elkaar werkende sensoren. Temperatuurtolerantie buitensensor: +/- 1 C Temperatuurtolerantie basisstation: +/- 1 C Daarom kan het gebeuren dat 2 naast elkaar staande buitensensoren (resp. basisstation en buitensensor) een temperatuurverschil van 2 C weergeven. Bij sterke temperatuurschommelingen kan het verschil nog een beetje groter zijn, omdat de buitensensor niet continu zendt. Verkeerde temperatuurweergave Door direct zonlicht wordt de temperatuurweergave benvloed. Plaats de buitensensor zo dat hij aan de werkelijke weersschommelingen blootstaat, dus niet bijv. binnen of in het tuinhuis. Tolerantie luchtvochtigheid Het basisstation en de buitensensor hebben onafhankelijk van elkaar werkende sensoren. Tolerantie luchtvochtigheid buitensensor: +/- 10% Tolerantie luchtvochtigheid basisstation: +/- 10% (telkens met betrekking tot de gemiddelde luchtvochtigheid) Daarom kan het gebeuren dat 2 naast elkaar opgestelde buitensensoren (resp. basisstation en buitensensor) een luchtvochtigheidverschil van 20% weergeven. Bij sterke schommelingen in de luchtvochtigheid kan het verschil nog een beetje groter zijn, omdat de buitensensor niet continu zendt. Weergave luchtvochtigheid permanent 20% Als de weergave van de luchtvochtigheid permanent 20% aangeeft, is de luchtvochtigheid onder het meetbare bereik of 20%. Ventileren kan helpen. Door regelmatig te ventileren kan een hogere luchtvochtigheid bereikt worden. Vooral in de winter is de luchtvochtigheid in de woonruimtes heel laag. De radiografische klok ontvangt geen radiosignaal Als de radiografische klok geen signaal ontvangt, probeer het dan nog een keer op een andere standplaats. Door bouwkundige en natuurlijke hindernissen (bijv. bergen) kan de ontvangst van het radiosignaal gestoord worden of niet mogelijk zijn. Hiervoor beschikt het apparaat over een kwartsklok die dan als vervanging gebruikt kan worden (zie in punt 5.1.2 Handmatige instelling). Elektromagnetische of atmosferische storingen kunnen het radiosignaal ook storen. Deze storingen kunnen echter meestal verholpen worden door de keuze van een andere standplaats. Elektromagnetische storingen Zet het basisstation en de buitensensor indien mogelijk niet in de buurt van bijv. een computer, printer, televisie, mobiele telefoon of radio, omdat apparaten met een sterke EMC-straling en andere radiostations de ontvangst kunnen storen of hinderen.

    10 Garantiecertificaat Radiogestuurd Weerstation ASCOT 08/2010

    Geachte klant, Onze producten ondergaan een strenge kwaliteitscontrole. Indien dit toestel desondanks niet naar behoren functioneert, betreuren wij dit ten zeerste. Wij verzoeken u contact op te nemen met het service-adres dat op de garantiekaart vermeld staat. Wij staan ook telefonisch tot uw beschikking via het op de garantiekaart vermelde hotline-nummer. Hieronder vindt u de geldende garantievoorwaarden zonder beperking van uw wettelijke rechten:

    1. U kunt tot maximum 3 jaar na de aankoopdatum aanspraak maken op garantie. De garantie heeft enkel betrekking op het herstellen van materiaal- en productiefouten of het omruilen van het toestel. Aan de garantieclaim zijn voor u geen kosten verbonden.

    2. Garantieclaims moeten onmiddellijk nadat u het defect hebt vastgesteld, worden ingediend. Na afloop van de garantietermijn kunnen geen garantieclaims meer aanvaard worden, behalve wanneer de claim binnen de 2 weken na afloop van de garantietermijn ingediend wordt.

    3. Gelieve uw defect toestel samen met de garantiekaart en het kasticket portvrij naar het service-adres te sturen. Als het defect binnen onze garantieregeling valt, krijgt u een hersteld of nieuw toestel terug. Bij de herstelling of omruiling van het toestel vangt geen nieuwe garantietermijn aan. De garantietermijn blijft onveranderd geldig tot drie jaar na aankoopdatum. Dit geldt ook bij herstellingen aan huis.

    Gelieve te noteren dat onze garantie vervalt bij verkeerd gebruik of ondeskundige behandeling van het toestel, bij het niet in acht nemen van de veiligheidvoorschriften, bij beschadiging door geweld en bij ingrepen die niet door het gemachtigde service-adres zijn uitgevoerd. Defecten die niet (of niet meer) door de garantie zijn gedekt of schade waardoor de garantie vervalt herstellen wij tegen betaling. Gelieve het toestel naar ons service-adres te sturen. Neem voordat u het product verstuurt contact op met onze klantendienst die u een "taxipost"-etiket stuurt, waarmee u het pakket dan gefrankeerd naar de klantenservice kunt retourneren.

    Krippl-Watches DA 852-199-0 2018

    De Keyserlei 5 Box 58 B-2018 Antwerp

    Tel.: ++32/3-202 46 74 Voeg ook deze garantiekaart bij uw verzending. Gelieve uw adresgegevens in te vullen in BLOKLETTERS. Dat maakt de terugzending voor ons eenvoudiger. Naam:_____________________________________________________

    Gebruik BLOKLETTERS a.u.b. Straat:_____________________________________________________

    Gebruik BLOKLETTERS a.u.b. Postcode, woonplaats:________________________________________

    Gebruik BLOKLETTERS a.u.b. Telefoonnummer:____________________________________________ E-mail : ___________________________________________________ Beschrijving van het gebrek::___________________________________ __________________________________________________________