Amsterdam Airport Schiphol Architectuurnota Terminal versie 1 · 5 Spectaculaire eenvoud 5...

51
027.375 Amsterdam Airport Schiphol Architectuurnota Terminal versie 1.0 14 10 2014

Transcript of Amsterdam Airport Schiphol Architectuurnota Terminal versie 1 · 5 Spectaculaire eenvoud 5...

027.375

Amsterdam Airport Schiphol Architectuurnota Terminalversie 1.014 10 2014

Inhoud

5 Spectaculaire eenvoud5 Toetsingskader voor het ontwerp van het terminalgebouw7 De bestaande architectuurvisie7 Schiphol-traditie7 Nut en noodzaak van een visie7 Heden en verleden9 Zichtbaarheid van de architectuurvisie13 Structuur van het gebouw13 De uitstraling van het gebouw13 De ontwerpuitgangspunten15 Schiphol DNA17 Vertaling van de ontwerpuitgangspunten17 Gevel18 Constructie19 Vloeren20 Plafonds en verlichting23 Visie en uitgangspunten per gebouwdeel23 Schiphol Plaza25 Vertrekhallen27 Filters31 Lounges35 Pieren37 Overlagingen van de pieren41 Gatehuizen45 Reclaimhallen47 Bijlagen49 Colofon

4 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Schiphol - een gegroeid complex

5 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Spectaculaire eenvoud

Toetsingskader voor het ontwerp van het terminalgebouw

Op verzoek van de afdeling Terminal Real Estate (TRE) van Amsterdam Airport Schiphol (AAS) heeft Benthem Crouwel NACO (BCN) een architectuurnota opgesteld. Deze architectuurnota heeft als doel om de architectonische kwaliteit van het terminalgebouw te benoemen zodat deze door TRE kan worden bewaakt. Daarnaast zal de nota ontwerpers en ontwikkelaars voorzien van een ruimtelijk toetsingskader, zowel voor het ontwerp van het terminalgebouw zelf, als voor alle functies binnen het gebouw.

De architectuurnota is opgezet als groeidocument, en de eerste versie (V1.0, d.d. 23 07 2014) beschrijft de architectuurvisie en in grote lijnen hoe deze wordt toegepast. De nota is als volgt opgebouwd:

Allereerst wordt de bestaande architectuurvisie voor het terminalgebouw beschreven. De Schiphol traditie, nut en noodzaak van een architectuurvisie, heden en verleden, en hoe de architectuurvisie zichtbaar wordt in het terminalgebouw komen hier aan de orde.

Daarna zullen de ontwerpuitgangspunten, zoals die uit de bestaande visie naar voren komen, worden beschreven: hoe vorm en dimensionering de structuur van het gebouw zichtbaar maken, en hoe de uitstraling van het gebouw bepaald wordt door kleuren en materiaalgebruik. Vervolgens wordt per gebouwonderdeel (gevel, constructie, vloeren, plafonds en verlichting) beschreven hoe de ontwerpuitgangspunten concreet zijn toegepast in het plan.Tot slot wordt per gebouwdeel (Schiphol Plaza, vertrekhallen, filters, lounges, pieren, overlaging van de pieren, gatehuizen en reclaimhallen) toegelicht hoe de architectuurvisie wordt vertaald naar het gebouw. Schiphol:

de viert grootste luchthaven van Europa (na London Heathrow, Paris Charles-de-Gaulle en Frankfurt). Net als veel andere Europese luchthavens is Schiphol een gegroeide luchthaven. Het bijzondere aan Schiphol is, dat ondanks de gefaseerde uitbreiding er een sterke samenhang tussen alle gebouwdelen bestaat.

6 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Schiphol in 1967 - de huidige Terminal 2

7 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Schiphol-traditie

De heldere ontwerpvisie voor het terminalgebouw van Schiphol, de zogenaamde Schiphol-traditie, heeft haar wortels in het eerste (in 1967 gerealiseerde) gebouwdeel van het huidige terminalcomplex. Voor die tijd was de transparante, duidelijke, overzichtelijke en doelmatige architectuur van dat gebouw zeer modern. Vanaf de eerste uitbreiding in de jaren ’70 van de vorige eeuw, en bij alle daar op volgende uitbreidingen en verbouwingen, werden diezelfde ontwerpuitgangspunten gehanteerd. Nieuwe gebouwdelen sloten vanzelfsprekend aan op het oude gebouw en zo ontstond de Schiphol-traditie. Door het consequent toepassen van de Schiphol-traditie is de architectuur van het terminalgebouw vandaag de dag eenvoudig en overzichtelijk, terughoudend en functioneel, markant en helder, modulair en tijdloos.

Nut en noodzaak van een visie

Het primaire doel voor Schiphol is: een functioneel terminalcomplex waarin de processen voor passagiers en bagage goed kunnen worden afgehandeld. Daarnaast moet het gebouw flexibel zijn om in te kunnen spelen op de eisen die een snel veranderende luchthaven stelt. Een duidelijk geformuleerde architectuurvisie maakt het bereiken van dit doel eenvoudiger, en geeft richting bij het plannen en ontwerpen. De kaders, en de bewegingsruimte binnen de kaders, zijn bekend. Doordat alle onderdelen van een groeiend gebouwcomplex worden ontwikkeld vanuit één visie, ontstaat een eenduidig geheel. Uitbreidingen horen als vanzelfsprekend bij het complex, de verschillende bouwfases zijn niet af te lezen aan het gebouw, het gebouw wordt tijdloos en de architectonische en ruimtelijke kwaliteit is altijd even hoog.

De bestaande architectuurvisie

Een strikt gehanteerde visie heeft als keerzijde, dat deze als beperkend en beeldbepalend kan worden ervaren. Het is niet af te lezen wanneer een gebouwdeel gebouwd is, er zijn geen verrassingen te verwachten en de uitgangspunten voor nieuwe projecten staan vast. Toch is juist dat de kracht van Schiphol, een tijdloze terminal complex, klaar voor de toekomst.

Terugkijkend op de ontwikkelingen van de afgelopen decennia kan worden vastgesteld dat dankzij de architectuurvisie en de ontwerpuitgangspunten Schiphol terminal vandaag de dag helder en overzichtelijk is, van hoge ruimtelijke kwaliteit, eenvoudig en herkenbaar.

Schiphol zal ook in de komende decennia sterk veranderen en ontwikkelen. Door vast te houden aan de visie en de Schiphol-traditie kan dezelfde hoge kwaliteit ook in de toekomst gewaarborgd worden.

Heden en verleden

De ruim 52 miljoen passagiers die jaarlijks van Schiphol gebruik maken beoordelen Schiphol als een zeer goede luchthaven. Vooral de overzichtelijkheid van het gebouw en het grote aanbod aan voorzieningen voor transferpassagiers worden goed beoordeeld. (World Airport Awards, Skytrax: Schiphol wins the Best Airports Europe Award in 2012, followed by Munich and Zürich).Dat Schiphol terminal vandaag de dag een overzichtelijk gebouw is waar passagiers zich prettig voelen en hun weg goed kunnen vinden is niet vanzelfsprekend. Het terminalcomplex van Schiphol is een gegroeid complex met een lange geschiedenis. Anders dan bij andere gegroeide luchthavens, denk daarbij aan New York JFK, London Heathrow of Frankfurt, is bij Schiphol een duidelijke samenhang en visuele continuïteit te zien. In 1967 is het eerste deel van het terminalgebouw gerealiseerd met als gebouwen de huidige Terminal 2 en de smalle en korte versies van de huidige C-,

Foto’s van de terminal in 1967

8 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Foto’s van de terminal in 1967

9 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Foto’s van de terminal in 1967

D- en E-pier. Het ontwerp was geïnspireerd door het terminalgebouw van Chicago O’Hare, een voor die tijd zeer modern gebouw met veel glas en beton. Vanaf de jaren ’70 is Schiphol in verschillende fasen steeds meer uitgebreid, en het terminalgebouw groeit tot op de dag van vandaag. Toekomstige ontwikkelingen zijn nu al deels bekend, en zolang de luchtvaart groeit en dynamisch blijft veranderen, zal Schiphol mee groeien en mee veranderen. De samenhang, de visuele continuïteit en de overzichtelijkheid hebben in grote mate daarmee te maken, dat bij de ontwikkeling van het terminalgebouw vast is gehouden aan de Schiphol-traditie. Als toekomstige uitbreidingen en aanpassingen ook conform de Schiphol-traditie worden uitgevoerd is de kans groot, dat de eenheid bewaard blijft en dat passagiers ook bij een steeds complexer wordend gebouw het overzicht houden.

Zichtbaarheid van de architectuurvisie

In hun boek ‘Schiphol Megastructuur’ omschrijven Marieke Bekers en Iris Burgers zeer treffend de architectuur van het terminalcomplex als ‘Ontwerp in spectaculaire eenvoud’: een terminalgebouw dat ondanks de complexiteit en alle aanpassingen en verbouwingen in de verschillende decennia een heldere overall lay-out heeft en een eenvoudige, sobere maar toch zeer herkenbare uitstraling. Passagiers ervaren deze eenvoud en overzichtelijkheid als heel positief, omdat zij ook bij hun eerste bezoek aan de luchthaven zich goed kunnen oriënteren.

10 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

11 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Historie Terminal complex: bijgaande afbelding maakt de ontwikkeling van het terminal complex inzichtelijk en toont de bouwfases van 1967 tot 2008. Ondanks deze gefaseerde ontwikkeling is het gelukt van het terminalgebouw een overzichtelijk en samenhangend gebouw te maken met alle functies onder één dak.

Ontwikkeling Amsterdam Airport Schiphol

12 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014dak terminal west

13 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

en de opvallende kleur geel is functioneel en ondersteunt het passagiersproces. Als visuele accent en voor herkenbaarheid wordt per pier of deelgebied ook nog een andere kleur toegepast, die als accentkleur werkt in het voor de rest zeer rustige en terughoudende interieur. Deze kleur wordt toegepast bij de buitenafwerking van de sanitaire groepen en in de zitgebieden (gekleurde mozaïektegels en tafeltjes). Bij alle uitbreidingen, aanpassingen en wijzigingen aan het gebouw worden de materialen, kleuren en details telkens op dezelfde manier toegepast. Dit zorgt voor continuïteit en vanzelfsprekendheid.

Het gebouw is bescheiden en biedt daardoor een podium voor de mensen en de inrichting; zij zijn het die kleur aan het gebouw geven. Wie foto’s van het terminalgebouw door de jaren heen bekijkt, ziet aan de mensen en het interieur in welke tijd de foto’s genomen zijn, terwijl het gebouw in alle decennia dezelfde rustige tijdloze uitstraling heeft. Inrichting en de commerciële gebieden staan dan ook los van het gebouw en mogen trendgevoelig en bijzonder zijn; de ontwerpen voor deze gebieden kunnen origineel zijn; zij kunnen meegaan met de trends en de tijdsgeest. Om met de snel veranderende tijdgeest mee te kunnen bewegen worden deze gebieden voor een periode van ongeveer 10 jaar gebouwd. Het tijdloze, niet trendgevoelige gebouw zelf is echter voor een periode van meer dan 50 jaar gebouwd.

De ontwerpuitgangspunten

Structuur van het gebouw

Voor Benthem Crouwel NACO staat functionaliteit boven aan: als het gebouw goed in elkaar zit wordt het vanzelf mooi. Schiphol terminal is een processor waarin passagiers en bagage worden afgehandeld met als doel deze zo soepel mogelijk van en naar het vliegtuig te brengen. De passagier moet zijn weg eenvoudig en snel door het gebouw kunnen vinden en controles en processen als vanzelfsprekend kunnen doorlopen. De weg die een passagier af moet leggen moet logisch en overzichtelijk zijn en de passagier moet altijd het gevoel hebben dat hij weet waar hij is en waar hij naartoe moet.

Ook in de vormgeving staat functionaliteit boven aan: alle architectonische elementen hebben een functie en ontlenen hun vorm aan deze functie. Daardoor krijgt het gebouw een heldere en vanzelfsprekende uitstraling.

Omdat Schiphol zo snel verandert is flexibiliteit van groot belang. Door de toename aan passagiers, ontwikkelingen in de luchtvaartsector, veranderende eisen vanuit de overheid m.b.t. veiligheid etc. is het belangrijk dat het terminalgebouw flexibel uitbreidbaar en aanpasbaar is. Primaire processen zoals bijvoorbeeld controlegebieden, wachtgebieden, check-in faciliteiten en bagagegebieden moeten indien nodig aangepast en uitgebreid kunnen worden.

Om dit mogelijk te maken worden bij het ontwerp functionele gebieden helder van elkaar gescheiden en worden er strategisch gebieden gereserveerd voor toekomstige uitbreidingen. Zo wordt bijvoorbeeld naast een filter bij voorkeur geen vast gebouwonderdeel zoals een stijg-/daalpunt of een technische schacht geplaatst, maar wordt deze ruimte ingevuld door ondersteunende of commerciële functies die in geval van een nodige uitbreiding verplaatst kunnen worden.

Het gebouw is helemaal modulair ontworpen, waardoor het eenvoudig uitbreidbaar is en functionele aanpassingen zonder al te grote impact te realiseren zijn. Dit geldt voor alle niveaus van het gebouw: een kantorenstrook ergens in het terminalgebouw kan zodoende op dezelfde logische manier worden uitgebreid als een heel gebouwdeel.

Schiphol beschikt over een one-roof-terminal systeem waarbij alle faciliteiten zich in één gebouw bevinden. Hierdoor kan de passagier zich lopend door het gebouw verplaatsen en hoeft hij geen gebruik te maken van shuttle systemen. Van groot belang bij een one-roof terminal is, dat de gebouwdelen als vanzelfsprekend aan elkaar aansluiten en dat er geen niveauverschillen tussen de gebouwdelen zijn. Omdat met de groei van het gebouw de loopafstanden steeds langer worden, zijn er strategische ruimtereserveringen voor een toekomstig APM systeem op het dak (automated people mover).

De uitstraling van het gebouw

De architectuur van het terminalgebouw is tijdloos en internationaal. Dit komt vooral door het gebruik van de materialen glas, beton en staal. Deze materialen en de gebruikte kleuren zijn tijdloos maar toch modern en stralen de sfeer van een internationale luchthaven uit.

Het gebouw is transparant. De gevels zijn transparant voor een maximum aan daglichttoetreding en uitzicht. Door dit uitzicht kunnen passagiers zich goed oriënteren en weten zij intuïtief waar zij naartoe moeten. Ook binnen het gebouw is transparantie van groot belang voor een goede oriëntatie. Daarom zijn scheidingswanden tussen passagiersfuncties waar mogelijk van glas en worden inrichtingselementen in hoogte beperkt voor een beter doorzicht.

De architectuur is terughoudend met betrekking tot de gebruikte kleuren, materialen en vormentaal, dit zorgt voor rust, visuele continuïteit en herkenbaarheid. De hoofdkleuren wit, zwart en grijs worden steeds op dezelfde manier toegepast. Zo worden stalen elementen wit afgewerkt, betonnen elementen grijs en hulpstalen elementen zwart. De enige volle kleur door het gehele gebouw heen, gebruikt voor de bewegwijzering, is geel. De combinatie van de terughoudende basiskleuren

14 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

DN

A S

chip

ho

l Te

rmin

al

Benthem Crouwel NACO

algemeen:

functionalisme voor hoogste flexibiliteit

doorzicht naar buiten voor natural wayfinding

casco is terughoudend - invulling kan stralen

standaard details voor rust en herkenbaarheid

verlichting:boven plafond (lichtwolk)lineair ter ondersteuning van natural wayfinding

kolommen:beton kolommen in grijs (RAL 7044)stalen kolommen in wit (RAL 9010)

plafond:lamellen plafondrooster plafonddicht / vlak plafond

bij eenrichting flow

bij eenrichting flowlamellen plafond

dicht / vlak plafond bij rusten en zittenin Lounges

bij meerdere richtingen rooster plafond

bijzondere vloerafwerking op plein in Lounges

bijzondere vloerafwerking

op plein in Lounges

bij kruisende flow

bij rusten / zitten

toiletblokken:mozaïektegels in kleur voor herkenbaarheidéén kleur per gebied / pier

B-pier - paarsalgemeen - blauw

G-pier - licht blauwE-pier - donker rozeE-pier - licht roze

D-pier - groen

vloer:Cercom tegelEiken strokenparketbijzondere vloerafwerking

flow rustgebied (2e verd.) plein (Lounge 1)

B-pier (paars)

C-pier

D-pier (groen)

E-pi

er (r

oze,

twee

tint

en)

F-pier

H/M-pier

G-pier (lichtblauw

)

Schiphol DNA (1): heel globaal kan de DNA van Schiphol Terminal samen worden gevat op 2 A3’tjes. Wat Schiphol zo bijzonder maakt is de eenvoud van het ontwerp en het toepassen van steeds weer dezelfde materialen en details. Daardoor wordt de samenhang van het gebouw enorm versterkt.

Schiphol DNA

15 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Schiphol DNA

DN

A S

chip

ho

l Te

rmin

al

Benthem Crouwel NACO

verlichting:boven het lamellen en roosterplafond wordt de basisverlichting lineair toegepast. De lichtbron zelf is niet zichtbaar, alleen de lichtwolk op het plafond. Het lineaire karakter van de verlichting is ondersteunend voor de natural wayfinding.

kolommen:de kolommen en de constructieve bouwdelen van het terminalgebouw zijn altijd in het zicht en in één kleur afgewerkt. De betonnen elementen in grijs (eerst zichtbeton, nu RAL 7044) de stalen elementen in wit (RAL 9010). Hulpconstructie wordt in zwart afgewerkt.Er worden geen elementen aan de kolommen bevestigd of aangebracht zodat de constructie van het gebouw leesbaar maar terughoudend blijft.

plafond:er worden 3 plafondtypes toegepast in het terminalgebouw. Boven de plafonds word standaard alles zwart gespoten.

lamellen plafond:wordt toegepast op de pieren en in gebieden met één hoofdrichting van de flow. De lamel wordt haaks op de flow toegepast.

rooster plafond:wordt in gebieden met meerdere flowrichtingen of bij kruispunten toegepast. Bijvoorbeeld aan de wortel van een pier en boven de filters.

dicht / vlak plafondwordt in gebieden toegepast waar passagiers rusten of zitten, historisch gezien in Lounges.

bij eenrichting flowlamellen plafond

dicht / vlak plafond bij rusten en zittenin Lounges

bij meerdere richtingen rooster plafond

bijzondere vloerafwerking op plein in Lounges

bijzondere vloerafwerking

op plein in Lounges

toiletblokken:de toiletblokken worden aan de buitenkant met mozaïektegels afgewerkt. Per gebied is voor één kleur gekozen. Daardoor zijn de toiletblokken voor reizigers goed herkenbaar.

vloer:Cercom tegel:op de 1e verdieping van de terminal en in de hoofdflow wordt de Cercom tegel toegepast. De tegel heeft een gladde afwerking, is slijtvast en heeft een neutrale homogene uitstraling. Het toepassen van één tegeltype geeft rust en herkenbaarheid voor passagiers en biedt voordelen in het onderhoud van de terminal (standaard details, één tegeltype in opslag, eenvoudig vervangbaar bij beschadigingen en kleine verbouwingen).

Eiken strokenparket:deze vloerafwerking wordt vooral buiten de hoofdflow (op de 2e verdieping) toegepast in zit- en verblijfsgebieden met horeca.

bijzondere vloerafwerking:worden op pleinen in de Lounges toegepast.

B-pier (paars)

C-pier

D-pier (groen)

F-pier

H/M-pier

G-pier (lichtblauw

)

algemeen:

functionalisme voor hoogste flexibiliteit

doorzicht naar buiten voor natural wayfinding

casco is terughoudend - invulling kan stralen

standaard details voor rust en herkenbaarheid

E-pi

er (r

oze,

twee

tint

en)

Schiphol DNA (2): het gebruik van eenduidige kleuren en materialen laat het gegroeide gebouw samensmelten tot een geheel. De rustige uitstraling en eenheid zorgen voor continuïteit en biedt tevens een platform voor bijzondere accenten. Het platform is tijdloos, de accenten weerspiegelen de tijdsgeest.

Schiphol DNA

16 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014gevel terminal west vanaf airside

17 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Glazen gevels en uitzicht naar airside

Vertaling van de ontwerpuitgangspunten

Gevel

Voor optimale transparantie, vrij uitzicht en maximale daglichttoetreding zijn er zoveel mogelijk glazen buitengevels toegepast. De interactie tussen binnen en buiten, de bedrijvigheid op het platform en de dynamiek in het terminalgebouw maken de ruimtes op de pieren en in de Lounges tot zeer bijzondere plekken.

De gevelopbouw is strak en eenvoudig, de maatvoering is gebaseerd op het gebouwstramien en daardoor modulair. Waar nodig is zonwering toegepast. Qua type is er gekozen voor een horizontale lamel, omdat deze het uitzicht voor zittende en lopende passagiers niet belemmert.

Nieuwe inzichten op het gebied van duurzaamheid eisen een nieuwe kijk op volglazen gevels. Ook voor nieuwe gebouwdelen worden zoveel mogelijk volglazen puien toegepast, de duurzaamheid wordt in de uitvoering gezocht. Zo zijn er mogelijkheden om de glaskwaliteit af te stemmen op de eisen, en bijvoorbeeld een bedrukking of zonwerende folies toe te passen. Hierbij wordt er altijd rekening mee gehouden dat lopende en zittende passagiers hun vrije uitzicht houden.

18 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Constructie

Constructieve elementen (constructieve schijven, kolommen, vakwerkconstructies en spanten) worden altijd als zichtelementen ontworpen. Dit ondersteunt de heldere eenvoud van het gebouw en versterkt de overzichtelijkheid en herkenbaarheid. De structuur van het gebouw wordt goed leesbaar wat de oriëntatie vergemakkelijkt.

De verschillende constructieve elementen worden naar type in kleur afgewerkt: betonnen elementen worden grijs geschilderd, stalen elementen wit en hulpstaal wordt zwart (voor de RAL kleuren codes zie bijlage).

In principe mogen er geen elementen aan kolommen worden opgehangen en mogen kolommen niet worden omtimmerd.

constructieve elementen

19 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Vloeren

Bij het ontwerp van het gebouw is rekening gehouden met een doorgaand vloerpeil per verdieping. Hierdoor zijn de verdiepingen drempelvrij en wordt de samenhang van de gebouwdelen versterkt. Historisch is er een niveauverschil tussen airside en landside (te zien achter de vertrekfilters en in de reclaimhallen). Als ontwerpuitgangspunt geldt dat dit het enige verschil is en blijft, en dat alle uitbreidingen en nieuwe gebouwdelen aansluiten bij de bestaande vloerpeilen voor drempelvrije verdiepingen.

Voor de vloerafwerking van het casco is er een eenvoudige en heldere ontwerpvisie: er is in principe maar één type vloerafwerking voor het algemene passagiersgebied in het hele terminalcomplex. Daaronder vallen alle primaire gebieden in de terminal op de begane grond

en de eerste verdieping - de vertrekhallen, de filters, de Lounges en pieren, de reclaimhallen en aankomstgebieden en Schiphol Plaza. Door maar één type afwerking toe te passen wordt de visuele continuïteit en eenheid versterkt en krijgt het gebouw een rustige en overzichtelijke uitstraling. De passagiersgebieden zijn vloeiend met elkaar verbonden en drempelvrij; een homogene ondergrond houdt de aandacht vast en verbindt alle functies en gebouwdelen met elkaar. De gekozen grijze Cercom tegel heeft een rustige uitstraling en voldoet aan alle eisen vanuit Schiphol met betrekking tot stroefheid, onderhoud, vervangbaarheid, enz.. Qua maatvoering past de tegel bij de meest voorkomende maten voor inrichtingselementen en hij is eenvoudig vervangbaar.

In de passagiersgebieden buiten de hoofdflow en op de tweede verdieping wordt nog één andere type vloerafwerking toegepast. Het gaat hier vooral om minder drukke zit- en verblijfsgebieden waar mensen langer verblijven. Hier is de vloer een eiken strokenparket met een warme uitstraling.

Bijzondere vloerafwerkingen kunnen op bijzondere plekken worden toegepast. Bijzondere plekken, zoals een plein in een Lounge met zitgebieden, horecavoorzieningen en daaromheen retail, kunnen zich onderscheiden door er een afwijkende vloerafwerking toe te passen die aansluit op de sfeer en beleving van dat gebied. Een heldere zonering en demarcatie van het gebied zijn dan nodig om dat effect verder te versterken.

Met betrekking tot de vloerafwerking kan samenvattend worden gesteld, dat het van groot belang is zo weinig mogelijk verschillende afwerkingen toe te passen. Dat versterkt in grote mate de samenhang van het gebouw. De keuze van het type afwerking zelf komt dan op de tweede plaats.

de algemene Cercom tegel en het eiken strokenparket

20 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Plafonds en verlichting

In het terminalgebouw worden in principe maar drie verschillende plafondtypes toegepast. Ook dit draagt bij aan een rustig beeld en de herkenbaarheid in het complex.

Op alle pieren, en in alle gebouwdelen waar de flow en de bewegingsrichting vooral lineair is, wordt een open lamellenplafond toegepast. De lamellen zijn dwars op het gebouwdeel en de flowrichting geplaatst, waardoor er voor de looprichting een homogeen en rustig plafondbeeld ontstaat. Inkijk in looprichting is niet mogelijk. Dankzij het open plafond kunnen alle installaties inclusief roosters en armaturen boven het plafond worden geplaatst waardoor er geen storende elementen door het plafond heen steken en het beeld rustig is. Alle installaties en bouwkundige elementen boven het lamellenplafond worden zwart gespoten.

In gebieden met meerdere flowrichtingen of bij kruispunten (zoals bijvoorbeeld aan de wortel van een pier of boven de filtergebieden) wordt een open roosterplafond toegepast. Ook als passagiers vanuit verschillende richtingen aan komen lopen is er bij een roosterplafond geen inkijk mogelijk. Alle installaties en elementen kunnen boven het plafond worden geplaatst.In gebieden waar passagiers langer verblijven, zoals in Lounges of in de vertrekhallen, worden dichte vlakke plafonds toegepast, in de vorm van witte vlakke lamellen plafonds of aluminium cassette plafonds. Alle voorzieningen en verlichting worden in deze plafonds geïntegreerd. Om het concept te versterken kunnen in bijzondere gebieden bijzondere plafonds worden toegepast. Net als de vloerafwerkingen in de Lounges geven deze plafonds een speciale uitstraling aan een gebied. Een heldere zonering en demarcatie van het gebied zijn ook hier nodig om dit effect kracht bij te zetten.

de basis plafondtypes

21 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Omdat daglichttoetreding van groot belang is voor de beleving van de ruimtes worden waar mogelijk daklichten in de plafonds geïntegreerd.

In de algemene passagiersgebieden wordt een gelijkmatige, heldere basisverlichting toegepast. Bij de open plafonds (rooster of lamellen) is dat indirecte verlichting: een lineaire armatuur boven het plafond. Deze armatuur wordt in een gelijkmatig ritme, evenwijdig aan de flow, opgehangen op een bepaalde afstand boven het plafond. Er ontstaat een lichtwolk op het plafond die het lineaire en modulaire karakter van het gebouw onderstreept. Ook in de vlakke dichte plafonds is de functionele, lineaire verlichting geïntegreerd en benadrukt zo de modulariteit van het gebouw.

In nauw overleg tussen TRE en BCN wordt aan een aanvullend stuk m.b.t. verlichting gewerkt. Bij een volgende versie van de architectuurnota zal dat stuk toegevoegd worden.

bladzijde 20:de drie basis plafondtypes: lamellen plafond, rooster plafond en het vlakke witte lamellen plafondbladzijde 21:bijzondere plafonds:aluminium casettes, het dak van terminal west met daklichten en bijzondere plafonds zals Lounge 1 en Plaza

bijzondere plafonds

22 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Jan Dellaertplein en Schiphol Plaza

23 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Visie en uitgangspunten per gebouwdeel

Schiphol Plaza

In de huidige configuratie is Schiphol Plaza het hart van het terminalcomplex. Dit komt niet alleen door de locatie centraal tussen alle terminals in, maar ook omdat verkeerstechnisch alle passagiersstromen elkaar op Plaza kruisen: van en naar het treinstation, de bussen en taxi’s op het Jan Dellaertplein, de parkeerfaciliteiten en de aankomst- en vertrekhallen. Ook is er op Plaza een groot aanbod aan commercie en servicefaciliteiten, waar zowel passagier als medewerkers van Schiphol gebruik van maken. Plaza kan worden vergeleken met een stedelijk plein als kloppend hart van een stad.

Schiphol Plaza is in 1994 gerealiseerd. Daarvoor was deze locatie ook al het hart van het complex, met de voorrijweg voor aankomende passagiers, bussen en taxi’s op het begane grond niveau, de toegang tot het treinstation een niveau lager en de voorrijweg voor vertrekkende passagiers een niveau hoger. De dynamiek van een grote luchthaven was er zichtbaar en voelbaar.

Plaza is ontworpen als een stedelijk plein met kruisende stromen eroverheen, kleinschalige functies en paviljoens erop, gevels met commerciële voorzieningen en services langs de randen, en vloeiende overgangen naar de ernaast gelegen gebieden. De volglazen gevel richting het Jan Dellaertplein zorgt voor een vloeiende overgang tussen binnen en buiten. De ruimte is hoog, wat recht doet aan de dimensies van een stedelijk plein; het lichte stalen dak wordt gedragen door hoge slanke stalen kolommen.

Het pleinkarakter van Plaza wordt versterkt door de doorgaande vloerafwerking waarop alle functies staan. Net als op een ‘echt’ stedelijk plein loopt de algemene vloer door tot aan de verticale begrenzing van het plein. Terrasjes van horeca concepten, functies zoals kiosken en paviljoens

staan op de algemene vloer en hebben geen eigen vloerafwerking.

De commerciële clusters langs de randen van het plein hebben een strakke winkelpui met doorgaande horizontale lijnen en friezen en vormen zo een sterke rand. De puien zijn zeer open en bieden aan de business partners de mogelijkheid de unit, binnen bepaalde grenzen, zelf in te vullen. Voor een rustige uitstraling is de afsluiting bij alle winkels transparant en op dezelfde manier uitgevoerd. Dit omdat er ook ’s nachts na sluitingstijd van de winkels veel reizigers gebruik maken van Plaza; openheid en transparantie zijn van groot belang voor een gastvrije uitstraling.

Tussen het plein zelf en de aankomsthallen ligt een winkelstraat. Deze loopt mee met de voorrijweg voor vertrekkende passagiers een verdieping hoger. Door middel van een glazen dak boven de winkelstraat wordt een verbinding tussen beide verdiepingen gemaakt, wat bijdraagt aan goede oriëntatie en leesbaarheid van het gebouw.

Schiphol Plaza en winkelstraat

24 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014terminal west, vertrekhal 3

25 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Vertrekhallen

Voor de vertrekkende passagier is de vertrekhal de plek waar de vliegreis begint en de entree tot het terminalgebouw. De passagier wil hier zo goed mogelijk zijn of haar weg kunnen vinden. Een overzichtelijke en rustige omgeving zijn hiervoor essentieel.De vertrekhallen staan in dienst van het functionele proces en zijn zeer doelmatig ontworpen en ingericht. Ze zijn per definitie niet bedoeld om lang te verblijven: hier checkt men in voor de vlucht, om daarna op een eenvoudig mogelijke wijze de weg naar de paspoort- en securitycontrole te vinden. De vertrekhal is behalve het startpunt voor de reis, ook een plek om (voor het inchecken) afscheid te nemen.

De huidige vertrekhallen worden gekenmerkt door grote glasgevels, hoge plafonds en een heldere, functionele lay-out die geheel is gericht op de flow van passagiers die de juiste check-in balie wil bereiken. De ruime flowruimte grenst aan het check-in gebied inclusief de daarvoor benodigde bufferzone. Het check-in gebied is voldoende ruim van opzet om de stroom reizigers te accommoderen. Alles is hier gericht op het check-in proces, en om deze reden zijn commerciële uitingen (die de reiziger teveel van dit proces zouden afleiden) in de vertrekhallen niet wenselijk. Dit geldt ook voor het gebied dat na de check-in zone ligt. Ook hier zal de reiziger zich volledig moeten kunnen concentreren op de volgende processtap: security en paspoortcontrole.

De ruimtelijkheid wordt bepaald en beïnvloed door de gevels, wanden en plafonds. De hoogte van de ruimte is hierin van essentieel belang en dient aan te sluiten bij zowel de functionele ruimtelijkheid als de beleving hiervan. Dit laatste manifesteert zich o.a. in het materiaalgebruik, kleur en licht(inval). In vervolg op voorgaande is de daglichttoetreding op de luchthaven van grote kwaliteit.

De vertrekhal is functioneel ingedeeld in verschillende zones: de hoofdflow die de verschillende vertrekhallen verbindt, een zone met self-service check-in kiosken, daarna de zone met de check-in eilanden en de buffergebieden ertussen en tot slot een zone voor de nabereiding van het check-in proces en het vervolg naar de vertrekfilter met security- en paspoortcontrole.

In de vertrekhallen worden voor vloeren, wanden en plafonds hoogwaardige materialen gebruikt die passen in de Schiphol-traditie van beton, staal en glas en ingetogen kleuren. De verlichting sluit aan bij het overall lichtconcept maar laat wel ruimte voor bijzondere accenten.

Ook de inrichting van de vertrekhallen sluit aan bij de algemene ontwerpvisie. Die houdt in dat er per vertrekhal maar één type balie wordt toegepast. Het ontwerp van de balie is tijdloos en de toegepaste kleuren zijn terughoudend en passen bij het geheel. De airlines die gebruik maken van de balies mogen binnen gestelde kaders hun eigen uitingen hieraan toekennen (deze kunnen apart worden opgevraagd).

vertrekhal 1 en 2, sfeerbeeld uit 1967

26 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualizatie One-XS vertrekfilter 3

27 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Filters

Binnen de luchthaven Schiphol bevinden zich diverse filters, die de overgang vormen naar een gebied met een andere status. Een filter kan bijvoorbeeld een paspoortcontrole zijn, waar een passagier de landsgrens over loopt. Hierbij wordt door middel van een check van een identiteitsdocument gecontroleerd of een passagier het recht heeft om deze grens te passeren. Een filter kan ook een securitycontrole zijn. Hier passeert men een securitygrens, van de status ‘niet conform EU-standaard gecontroleerd’ naar de status ‘conform EU-standaard gecontroleerd’. Hierbij wordt door middel van een bagage- en persoonscontrole gekeken of verboden voorwerpen mee genomen worden naar het gebied met de andere status.

Voor passagiers zijn filters doorgaans stressvolle momenten. Hier wordt immers bepaald of men toestemming heeft om verder te reizen. Daarnaast neemt het passeren van filters vaak veel tijd in beslag waardoor passagiers zich ook onder tijdsdruk voelen staan.

Bij het ontwerp van filters is daarom een aantal uitgangspunten van cruciaal belang. Vanuit het oogpunt van de passagier gaat het om transparantie, overzichtelijkheid en ruimte. Met deze drie uitgangspunten kunnen overzichtelijke en ruim opgezette gebieden worden gerealiseerd, waardoor de passagier overzicht heeft, rustig wordt en het proces goed kan doorlopen.

Door zoveel mogelijk visuele rust te creëren ontstaat overzichtelijkheid. Elementen die de rust verstoren en afleiden van het primaire proces (media-voorzieningen, beeldschermen en obstakels in de flow zoals leidingschachten e.d.), worden vermeden. Overzichtelijkheid ontstaat eveneens door alle inrichtingselementen, zoals securitylanes, zo laag mogelijk te houden, een logische opbouw, en het gebruik van natural wayfinding zonder

visualizatie vertrekfilter 3 en transferfilter GH-gebouw

veel verwijzingen (bebording). Zo kan men elke volgende stap in het passagiersproces steeds goed overzien.

De beschikbare ruimte in een filter mag niet te beperkt zijn, omdat passagiers elkaar makkelijk moeten kunnen passeren voor een goede doorstroming. Als passagiers die minder frequent reizen, passagiers met kinderen, en frequent reizende passagiers allemaal voldoende ruimte hebben loopt niemand elkaar in de weg. Zo ontstaan minder irritaties en is vliegen voor alle verschillende passagiers een prettige manier van reizen.

Naast visuele rust is akoestische rust ook belangrijk. Binnen een filter staan vaak grote groepen passagiers en medewerkers dicht op elkaar. Daarnaast produceren ook de securitylanes, met de kenmerkende bakken, veel geluid. Dit wordt bereikt door akoestische maatregelen in het ontwerp op te nemen zoals akoestische isolatie boven het verlaagde plafond.

Het filtergebied is ook een werkplek voor veel medewerkers, die langere tijd (vaak staand) op dezelfde plek verblijven. Ook voor deze groep geldt dat transparantie, overzichtelijkheid en ruimte een positieve bijdrage kunnen leveren aan hun werkcomfort. Wanneer medewerkers een comfortabele werkplek hebben, zullen zij gemotiveerder zijn, en deze positieve werkhouding heeft weer een gunstig effect op de service aan passagiers.

Voor het proces zelf zijn gebieden flexibel in te delen en kunnen aangepast worden aan nieuwe en aanvullende eisen. Dit is nodig omdat de ontwikkelingen op het gebied van security- en paspoortcontroles heel snel gaan. Ook moet een capaciteitsverhoging van een filter zonder grote bouwkundige wijzigingen te realiseren zijn. Bij het ontwerp van filters is er daarom zoveel mogelijk op gelet, dat naast het filter geen vaste elementen

28 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualizatie One-XS filter GH-gebouw

29 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

geplaatst zijn zoals schachten, stijg-/daalpunten of vergelijkbare elementen.

Wat materialisatie betreft, zorgt een sober kleurgebruik voor een overzichtelijk beeld en een prettige omgeving. Een goede afstemming en zo min mogelijk verschillende materialen bevorderen de visuele rust. De gebruikte materialen zijn robuust en bestand tegen stoten of aanrijden. Direct zonlicht wordt vermeden, er wordt zo veel mogelijk met indirect daglicht gewerkt. Zo krijgt het filter meer de atmosfeer van de omgeving. De kunstmatige verlichting in de richting dwars op de hoofdflow (waar de medewerkers vaak staan) is zo aangebracht dat men niet direct in lichtbronnen kijkt. Bij centrale filters in de terminal is per filter een lichtconcept ontwikkeld, waardoor er voor zowel passagier als medewerker een optimale ervaring ontstaat.

Op basis van het belevingsconcept Groen-Oranje draad, worden de securityfilters binnen het project One-XS aangepast om te komen tot eigentijdse “Schiphol Security Services”.Vertrekfilters 1, 2 en 3, evenals de (nieuwe) transferfilters GH en EF worden voorzien van een uniform interieurontwerp. De nadruk ligt hierbij op de passagiersbeleving, waarbij op het gebied van materialisatie (o.a. hout), vormgeving en verlichting wordt ingezet op een prettige atmosfeer en zo min mogelijk stressvolle omgeving ter plaatse van het security proces.De security filters worden opgedeeld in 4 zones, met elk specifieke kenmerken: 1) Entree: een duidelijke markering en toegang(spoort) tot de security filter2) Wachtgebied: helder en licht gebied met voldoende overzicht op het wacht- en securitygebied3) Security screening: intieme en zachte vormgeving door security proces in houten box4) Nabereiding & vervolg : voorziening veterstrikken en bagage te ordenen, tevens overzicht op vervolgroute.

De nieuwe Schiphol Security Lanes hebben een hogere capaciteit, meer automatisering en gebruiksvriendelijkheid en vormen onderdeel van het nieuwe belevingsconcept, waarbij het innovatieve karakter van Schiphol wordt onderstreept.

visualizatie security filters conform belevingsconcept Groen-Oranje draad

30 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Lounge 2 in 1975 en huidig (huidig is nog tot september 2014 te zien, daarna wordt een nieuw concept gerealiseerd)

31 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Lounges

Op Schiphol worden de gebieden na de vertrekfilters Lounges genoemd. De Lounges hebben een groot aanbod aan services en commerciële functies voor de twee verschillende passagiersgroepen die gebruik kunnen maken van de Lounges. De vertrekkende passagier betreedt de Lounge na check-in en de paspoort- en security controle, ontvangt in de Lounge informatie met betrekking tot de vertrektijd van zijn vlucht en de vertrekgate maar ook informatie over de loopafstand naar de gate. De passagier is na check-in en de controles even rustig en goed geïnformeerd en kan de tijd tot vertrek doorbrengen in de Lounge en daar gebruik maken van het grote aanbod aan winkels en horeca, services en verblijfsgebieden. Kenmerkend voor een vertrekkende passagier is dat hij over het algemeen niet al te veel tijd voor vertrek heeft en vrij snel door zal lopen naar de vertrekgate.

Naast de van Schiphol vertrekkende passagiers, zijn er veel transferpassagiers die via Schiphol reizen. Zij hebben soms verblijfstijden van meerdere uren. Vooral deze passagiersgroep maakt veel gebruik van het grote en diverse aanbod in de Lounges: winkels, horeca, services zoals banken en informatievoorzieningen, maar ook hotels, een museum, een bibliotheek, etc. Ook zijn er grote verblijfsgebieden met verschillende zitmeubels: ligstoelen voor passagiers die rust nodig hebben en zitgebieden waar vooral veel te beleven is.

De Lounges zijn qua architectuur en beleving bijzondere gebieden binnen het terminalgebouw. De hier zo belangrijke commerciële concepten zijn over het algemeen maar een paar jaar actueel, en dienen regelmatig vernieuwd te worden. Voor het gebouw betekent dit dat de Lounges, die qua opzet, hun relatieve positie binnen het gebouw en met betrekking tot de functionele voorzieningen gebouwd en ontworpen worden voor plus 30 jaar, qua inrichting veel korter mee gaan en gemiddeld elke 10 tot 15 jaar volledig vernieuwd worden, om te kunnen blijven aansluiten bij de commerciële wensen, eisen en trends van dat moment.

Aan de hand van foto’s van de verschillende Lounge concepten door de jaren heen is duidelijk te zien hoe de concepten van elkaar verschillen en zich ontwikkelen.

Om met de verschillende tijdslijnen van gebouw en commercie goed om te kunnen gaan is er met betrekking tot de architectuur en functionaliteit binnen de Lounges een gelaagdheid: het casco en de inrichting. Bij het casco hoort de ‘hardware’ van het gebouw, de vloeren, plafonds, gevels, kolommen, stijg-/daalpunten, toiletblokken, technische ruimten enz.; maar ook de basiskleurenstelling en verlichting, en de materialisatie van wanden, vloeren, plafonds en kolommen. Ook de functionaliteit met betrekking tot het primaire vliegproces zoals de passagiersflow, de locatie en vindbaarheid van transferfilters en

Lounge 1 - bijzondere concepten binnen het casco

32 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014Lounge 3 - vóór en ná de laatste herontwikkeling

33 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

-voorzieningen, doorzicht en oriëntatie horen bij het casco en de architectuur ervan. Binnen het casco is alle ruimte om de commerciële gebieden in te richten en nieuwe concepten te realiseren. Door de scheiding van casco en inrichting kunnen in principe alle concepten vrij in de Lounges worden gerealiseerd zonder grote ingrepen in het casco of de functionaliteit van het terminalgebouw en het primaire vliegproces.

Wat de locatie van commerciële functies en zitgebieden betreft, is de ruimtelijke indeling van de Lounge ondergeschikt aan het primaire vliegproces. Zo is de passagier flow door de Lounge heen leidend en worden functies langs de flow geplaatst. Het is altijd van het grootste belang dat de passagier overzicht heeft en zich goed kan oriënteren. Goed geïnformeerde passagiers zijn rustig, weten waar ze naar toe moeten, en kunnen hun tijd in de Lounges besteden. Het uitzicht naar het platform is bij het ontwerp van de Lounges een belangrijk uitgangspunt. Zo kunnen langs de gevels bijvoorbeeld horeca voorzieningen en zitgebieden worden geplaatst. Vanaf de flow is te allen tijde uitzicht naar het platform geëist.

Naast deze uitgangspunten zijn voor de Lounges casconotities geformuleerd met specifieke uitgangspunten met betrekking tot signing, uitstalling, kleur en materiaalgebruik, doorzicht, hoogte van elementen etc. per Lounge. Rekening houdend met de gestelde uitgangspunten kunnen de commerciële gebieden, winkelcasco’s en horeca units vrij ontworpen worden.

Voor het casco van de Lounges zijn de algemene Schiphol afwerkingen voor vloer, plafond, wanden en kolommen van toepassing. Wel mogen binnen de Lounges uitzonderingen worden gemaakt om het commerciële concept te versterken, bijvoorbeeld een andere vloer- en plafondafwerking op een plein in het hart van de Lounge. Dit moet dan wel een helder gedefinieerd gebied zijn met een duidelijke demarcatie. De randgebieden van de Lounge en de

overgangen naar aangrenzende gebouwdelen, zoals de pieren, zijn afgewerkt conform de algemene Schiphol afwerking zodat de samenhang tussen de gebouwdelen gewaarborgd blijft.

Kolommen en constructieve elementen in de Lounges, vooral de elementen die over meerdere verdiepingen gaan en bijdragen aan de leesbaarheid van de structuur van het gebouw zijn afgewerkt conform de algemene Schiphol afwerking. Kolommen in commerciële gebieden die niet primair bijdragen aan de leesbaarheid van het gebouw kunnen in overleg tussen Schiphol en de ontwerpende partijen geïntegreerd worden in het commerciële concept en dus een andere afwerking krijgen.

Lounge 4 - vóór en ná de laatste herontwikkeling

34 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014verschillende pieren

35 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Pieren

Een pier is een langwerpig gebouw met aan één of beide kanten opstelplaatsen voor vliegtuigen. Op de pier zijn wachtruimtes voor passagiers bij de gates, en verder alle voorzieningen behorend bij het boardingproces. Door middel van een aviobrug of een gatehuis kunnen passagiers het vliegtuig boarden en deboarden.

Schiphol heeft in de huidige situatie zeven pieren. Daarvan zijn twee uitsluitend voor Schengen verkeer (B+C), drie uitsluitend voor niet-Schengen verkeer (E+F+G), één voor zowel Schengen als niet-Schengen (D) en één voor de low-cost afhandeling van zowel Schengen als niet-Schengen verkeer (H/M). De algemene ontwerpuitgangspunten zijn voor alle pieren van toepassing met uitzondering van de H/M-pier.

De pier is een vooral functioneel onderdeel van het terminalgebouw: passagiers komen naar de pier om te vertrekken. De pier is overzichtelijk en open en bestaat voornamelijk uit verkeersgebied en wachtruimtes met boardingvoorzieningen. Vanuit het flowgebied is de lengte van de pier goed te overzien en zijn de gatenummers duidelijk zichtbaar. Dat geeft de passagier zekerheid dat hij op de goede weg is en hoe ver het nog is tot aan de gate. Vanuit de flow is het zicht naar buiten vrij, zodat de passagier de vliegtuigen aan beide kanten van de pier kan zien.

Voor een maximum aan overzicht, helderheid en rust is er naast de primaire voorzieningen (gatewachtruimtes en boardingvoorzieningen) op de pier maar een beperkt aantal andere functies beschikbaar: service voorzieningen zoals transfercenters of ATM’s, sanitaire groepen, technische kernen en schachten en een klein aantal commerciële voorzieningen. De pier is in contrast met de Lounges een rustig en functioneel gebied zonder te veel aanbod en afleiding, waar passagiers zich helemaal kunnen focussen op hun vertrek.

De pier is onderverdeeld in een flowgebied in het midden met wachtgebieden langs de gevels. Andere voorzieningen worden zo veel mogelijk geclusterd langs de flow. Om flexibel met veranderingen op airside om te kunnen gaan (bijvoorbeeld andere opstelplaatsen voor grotere vliegtuigen, waarvoor de aviobruggen en gates moeten worden verplaatst) blijft de zone langs de gevel over de hele lengte van de pier vrij van obstakels zoals technische kernen of schachten, stijg-/ daalpunten en sanitaire groepen. Zo kunnen aanpassingen eenvoudig worden gerealiseerd.

De gates, wachtruimtes en boardinggebieden zijn waar mogelijk ruim gedimensioneerd en vrij in te delen. Door nieuwe regelgeving en veranderende eisen, nieuwe technieken en inzichten is het nodig deze gebieden makkelijk te kunnen veranderen. Gesloten gates moeten open gates kunnen worden

of andersom, boardingvoorzieningen moeten kunnen worden verplaatst, securitycontroles toegevoegd of weggehaald, er moet ruimte zijn voor aanvullende processen zoals high-risk voorzieningen of nieuwe technieken zoals self-service boarding. De gatewachtruimtes liggen altijd tegenover het vliegtuig zodat passagiers zicht op ‘hun’ vliegtuig hebben en het proces goed kunnen volgen. De inrichting van de wachtruimtes is laag, zodat het zicht naar buiten onbeperkt en vrij is.

De architectuur van de pieren is terughoudend en sluit met de modulaire opbouw, het ritme van de kolommen, de doorgaande vloerafwerking en het lamellenplafond met de indirecte verlichting erboven helemaal aan bij de functie. De gebruikte kleuren zijn zeer terughoudend met vooral wit, zwart en grijs. De enige andere kleuren zijn het geel van de bebording en de gekleurde mozaïektegel als buitenafwerking van de toiletgroepen. Het geel bevordert de goede oriëntatie, de mozaïektegels geven een visueel accent en dragen bij aan de herkenbaarheid van zowel de sanitaire groepen als de identiteit van de pier. Per pier is een andere kleur mozaïektegel toegepast.

sfeerbelden pieren huidig en 1967

36 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualisatie aankomstgangen op E-, F- en G-pier

37 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Overlagingen van de pieren

Het terminalcomplex van Schiphol is in de loop der tijd steeds verder uitgebreid. Aan het complex zijn steeds meer pieren met een groeiend aantal gates gekoppeld. In 2014 telt de luchthaven zeven pieren, de B-, C-, D-, E-, F-, G- en H/M-pier. De pieren en de daaraan gekoppelde delen van de terminals kennen over het algemeen hetzelfde veiligheidsregime. In principe gebruiken arriverende en vertrekkende passagiers gezamenlijk de eerste verdieping van de pieren. Op de eerste verdieping bestaan plaatselijk ook koppelingen met gates op de begane grond, waarvandaan passagiers met bussen naar remote opgestelde vliegtuigen gebracht worden of daarvandaan naar de pieren worden vervoerd.

Met de realisatie van Central Security zal het mogelijk zijn om vertrekkende en in vliegtuigen vanuit andere bestemmingen arriverende passagiers te scheiden door middel van een aanvullende verdieping. Securitychecks voor Non Schengen vluchten zullen niet langer aan de gates plaatsvinden, maar gecentraliseerd op een beperkt aantal locaties in en aan het terminalcomplex.De tweede verdieping is in 2009 reeds gerealiseerd op de D-pier, vanaf 2015 zullen ook de E-, F- en G-pier van een zogenaamde overlaging worden voorzien. De B-pier is tevens reeds bij de bouw in 2000 voorbereid op een latere realisatie van een tweede verdieping. Bij de realisatie van toekomstige pieren zal naar huidige stand van kennis ook rekening worden gehouden met een tweede verdieping.

In het kader van de transitie naar Central Security zijn tegelijkertijd overlagingen voor de E-, F- en G-pier ontworpen en worden deze ook tegelijkertijd gerealiseerd. De tweede verdieping is mede om constructieve redenen de laatst mogelijke verticale uitbreiding van de pieren. De verregaand identiek vormgegeven overlagingen van de uit verschillende perioden daterende pieren zullen voor een grotere

architectonische samenhang onderling zorgen. Deze samenhang zal niet alleen van buitenaf, maar juist ook van binnenuit ervaarbaar zijn.

De vormgeving van de overlagingen is niet louter een herhaling van de eerste verdieping van de pieren. De overlagingen zijn echter nadrukkelijk als bovenste bouwlaag en daarmee als een herkenbare dakverdieping vormgegeven.De volglazen buitengevel van de overlagingen volgt in principe de omtrek van de pieren. De gevel ligt iets terug van de dakrand, en helt licht achterover. Daarmee hebben de overlagingen het uiterlijk van een eigentijds shed- of zaagdak, met een enkel en naar de omtrek van het gebouw gericht schild.De ten opzichte van de gesloten binnengevel verhoogde buitengevel van de overlagingen heeft meerdere positieve effecten op de ruimtebeleving. De verkeersruimten ogen hierdoor dynamisch, de volglazen gevel geeft overzicht en oriëntatiemogelijkheden op terminalgebouw, en daarmee op het verdere proces. Op weg naar de security-controle is de sfeer vriendelijk, overzichtelijk, comfortabel en veilig.De hoge buitengevel zorgt tevens voor een optimale daglichttoetreding naar de verkeersruimte.De buitengevel is voorzien van een tweekleurige print, zwart van binnen, om te allen tijde het doorzicht naar buiten te waarborgen, en wit van buiten om aan te sluiten op de lichte kleurstelling van andere passagiersgebieden van de terminals en pieren. Door het toepassen van zonwerende beglazing in combinatie met de gevelprint is de plaatsing van mechanische zonwering voorkomen.

De binnengevels van de verkeersgebieden zijn eveneens verdiepingshoog beglaasd. Hiervoor is extra blank (low-iron) glas gekozen, voorzien van een wittte emaillelaag aan de achterzijde. Geëmailleerd glas kent een zeer hoge technische duurzaamheid. Om de kleur van de afwerking niet overbodig door de natuurlijke groenige kleur van floatglas te laten beïnvloeden is voor extra blank glas gekozen.

visualisaties overlaging

38 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualisatie aankomstgang G-pier

39 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

In de publieksruimten van de overlagingen wordt de slijtvaste standaard Schiphol-vloertegel van leverancier Cercom gelegd. De kleur- en reflectiewaarde van de vloer ligt daarmee vast.Het doorlopende gebruik van de vloertegel zorgt voor visuele -en ook akoestische- samenhang.Bekendheid met het materiaal levert voordelen op in onderhoud en reparatie.

De plafonds van de overlagingen zijn geplaatst onder een hoek, aflopend van buiten- naar binnengevel. Voor de overlagingen is gekozen voor mat spiegelende thermisch geactiveerde aluminium cassettes. Het plafond bestaat uit gelijkvormige langwerpige metaalpanelen, die aan één zijde kunnen afklappen om de achterliggende installaties te onderhouden. Symmetrisch verdeeld in het plafond is in ronde openingen voorzien voor bevestigingen van bebording, camera’s, informatiesystemen etc.Delen van het plafond zijn voor koeling geactiveerd, alle panelen hebben echter dezelfde esthetische uitstraling. De panelen worden voorgespannen geproduceerd en zijn daarom nagenoeg volledig vlak.Het aluminium wordt alleen voorzien van een beschermende coating en behoudt daarmee zijn natuurlijke kleur. Hoewel het plafond mat oogt, zal het toch ook de kleuren en dynamiek van de ruimte als lichte spiegeling weergeven. Aluminium heeft een zeer natuurlijke kleurweergave. Door het toepassen van aluminium ogen de overlagingen hoger dan hij daadwerkelijk is. Bewegingen worden beter waargenomen, het gevoel van overzicht wordt vergroot. Onder een kleine hoek (dus op grotere afstand) gezien zal het plafond spiegelen. Daarom sluiten de buitengevel en het plafond haaks op elkaar aan, met het doel een gelijkmatig spiegelbeeld van de gevel in het plafond te verkrijgen.

Aluminium heeft daarnaast als basismateriaal goede akoestische eigenschappen, die voor het plafond worden aangevuld door achter de geperforeerde panelen geplaatst geluidsabsorberend materiaal.

Esthetische en technische aspecten van de afwerkingen zijn nauw op elkaar afgestemd. Effecten van materiaalkeuzes voor beleving, duurzaamheid en eenvoud in montage en onderhoud zijn afgewogen.

Het dag- en kunstlichtontwerp houdt rekening met verschillende dag- en nachtsituaties, waarbij niet alleen de lichtkleur geleidelijk verandert, maar b.v. ook bepaalde verlichte binnenwandoppervlaktes alleen overdag worden aangestraald, om nadelige spiegeleffecten op buitengevels in de avond- en nachturen te voorkomen.De gebruikte materialen zijn reeds in de ontwerpfase in realistische lichtomstandigheden getest op lichtreflectie. Maar ook de rol van de materialen in de natuurlijke weergave van kleuren, d.m.v. zogenaamde lichtkleur-reflectiemetingen is onderzocht. Hierdoor is voorkomen dat één bepaalde basiskleur in de ruimten overheerst. Dit is niet alleen prettiger voor het menselijk oog; deze benadering zorgt er tevens voor dat de uitstraling van informatiedragers, reclame, kunst, maar ook commercie, een eigen kleur- en lichtregime kunnen hebben. Hiervoor is het van het grootste belang, dat materialen en lichtbronnen een zo gelijkmatig en breed als mogelijke weergave van het lichtkleurspectrum ondersteunen. Alle lichtarmaturen zijn zo onopvallend mogelijk vlak in het plafond verwerkt. Het merendeel van de armaturen bestaat uit lijnvormige LED-strips, die minder dan 20 mm breed zijn.

Voor alle afwerkingen zijn hoogwaardige materialen gekozen, die afzonderlijk aan alle eisen voldoen die de luchthaven aan materialen stelt. Het licht- en materiaalgebruik op de overlagingen creëert een samenhang die de beleving en natural wayfinding in ‘Europe’s preferred airport’ actief vormgeeft.

visualisatie overlaging en overgang naar GH-gebouw

40 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualisatie exterieur gatehuis

41 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Gatehuizen

Een beeldbepalend onderdeel van het Central Security project is de plaatsing van gatehuizen op drie van de niet-Schengen pieren, de E-, F- en G-pier.

Een gatehuis is een compact bouwwerk op het platform bij elke vliegtuigopstelplaats (VOP). Het vormt de verbinding tussen het vliegtuig, de bestaande eerste verdieping met de gatewachtruimtes en de nieuwe tweede verdieping (overlaging).

In het ontwerp- en bouwproces zijn twee randvoorwaarden maatgevend: de handhaving van de VOP’s met bewegende passagiersbruggen, en minimale aanpassing van de gate-wachtruimten op de eerste verdieping van de gatehuizen. Om de VOP’s maar zo kort mogelijk buiten gebruik te stellen worden de volgende bouwdelen geprefabriceerd: - Gatehuis torenvolume, prefab staalconstructie met stalen gevelplaten;Verbindingsgang niveau 1, prefab stalen brug met gevelpanelen en patrijsramen;Roltrapvolume niveau 1 -> 2, behuizing roltrap en trap met staalconstructie en gevelpanelen; Verbindingsgang niveau 2, prefab stalen brug met gevelpanelen en lichtdoorlatende glasplanken.

De capaciteit van de gatehuizen met verbindingsgangen is gebaseerd op de grootste passagiersvliegtuigen (cat. 9). Er kunnen in totaal twee bewegende passagiersbruggen tegelijk aangesloten worden, met een optie voor een derde brugaansluiting op de tweede verdieping.Alle Gatehuizen worden uniform uitgevoerd, onafhankelijk van de locatie specifieke brugaansluitingen van de vliegtuigen. Dit geeft meer capaciteit, flexibiliteit en toekomstvastheid. Het uniforme ontwerp zorgt samen met de uniforme overlaging voor architectonische

samenhang tussen de drie verschillende niet-Schengen pieren, de E-, F- en G-pier.

Het gatehuis is vormgegeven als dragende pijler, een dichte verticale koker. Op de brede langsgevels sluiten bewegende passagiersbruggen aan op het vliegtuig en sluiten verbindingsgangen aan op de pier. Op de smalle verticale kopgevels zijn twee stijgpunten geplaatst met aan de ene kant een interne lift en aan de andere kant een buitentrap (voor o.a. vluchtsituaties). Bij de interne lift is een verticaal strookraam opgenomen zodat passagiers vanuit de lift uitzicht hebben op het platform en de vliegtuigen, en je vanuit het terminalgebouw de lift kan zien bewegen. Bij de buitentrap is dezelfde verticale gevelopening herhaald. Hierin zijn de vluchtdeuren opgenomen.

De architectuur van de verbindingsgang op niveau 1 is gebaseerd op de bestaande aviobrug met de patrijspoorten, die de afgelopen 50 jaar beeldbepalend zijn geweest voor de luchthaven.

Het roltrap-trapvolume en de verbindingsgang op niveau 2 onderscheiden zich door kleur en textuur van de andere elementen. Het roltrap-trapvolume hangt als schuine koker aan de verbindingsgang op niveau 2. Daglicht vanuit de bovenste verbindingsgang zorgt ervoor dat de passagier zich beter kan oriënteren.

De bovenste verbindingsgang verbindt het gatehuis met de overlaging op niveau 2 van de pier. Deze gang wordt gebruikt door passagiers die vanaf de roltrap-trap komen, maar ook door passagiers die vanuit de gatehuis lift komen. Lichtdoorlatende beglazing vormt hier de overgang naar de transparantere beglazing van de overlaging. De stalen vakwerkconstructie zal diffuus te zien zijn en het constructieve karakter van het gatehuis en de verbindingsgang zichtbaar maken. De zuid- en west-georiënteerde gevels zijn voorzien van dichte gevelpanelen om extreme warmtelasten te voorkomen.

foto’s gatehuis

42 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014visualisatie interieur gatehuis

43 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Doordat gebruik gemaakt wordt van voorbehandelde lucht uit de pier, hoeft per gatehuis minder intensief geklimatiseerd worden. Daarnaast is vanwege energetische redenen het klimaatprincipe ook gekoppeld aan het werkelijke gebruik bij afhandeling van aankomende of vertrekkende vluchten, met een overgangsklimaat tussen vliegtuig en pier.

Het gatehuis en de verbindingsgangen zijn alleen bedoeld voor de passagier flow, niet als verblijfsgebieden. Conform de eisen van security zijn (wand)afwerkingen zo dicht en glad mogelijk vormgegeven zodat er geen dingen verstopt kunnen worden. De indeling van het gatehuis ondersteunt de natuurlijke flow van passagiers. Beide wisseldeuren liggen tegenover de deurtoegang vanaf het vliegtuig, zodat aankomende en vertrekkende flow op logische wijze van elkaar kunnen worden gescheiden.

De lift, met voldoende vrije opstelruimte, ligt direct naast de flow. De hoge ruimte (ca. 5,5m hoog) op niveau 1 in het Gatehuis zal worden voorzien van daglicht. In de verlaagde plafonds zijn ruimteklimaat-, akoestiek en verlichting geïntegreerd.Het gebruik van wit, lichte kleuren en daglicht zorgt voor een heldere atmosfeer in de verbindingsgangen en vormt een vloeiende overgang naar de pier en het terminalcomplex van Schiphol.

foto’s gatehuis

44 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014bagage reclaimhal 1 - 1967 en huidig

45 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

Reclaimhallen

De reclaimhallen bevinden zich op de begane grond en zijn direct verbonden met het centrale gebied van het terminalgebouw, Schiphol Plaza, aankomsthal en winkelgebied. In de reclaimhallen zijn de laatste processtappen ondergebracht voor de aankomende passagier: het ontvangen van de koffers en vervolgens de douane controle met betrekking tot invoer van goederen.De hallen hebben een zeer overzichtelijke plattegrond. De bagagebanden zijn in rij geplaatst, met ertussen plek voor circulatie, wachten en bagagetrolleys. De passagier kan de hal en de banden goed overzien, er zijn weinig andere functies in dit gebied zodat de passagier zich ongestoord op het proces kan focussen.

De eerste functie van de reclaimhal is om de passagier te herenigen met zijn bagage. De afhandeling hiervan dient snel en efficiënt te verlopen om de passagier na een lange reis niet onnodig te belasten, en hiervoor zijn overzichtelijkheid en doelgerichtheid van groot belang. Bij binnenkomst heeft de passagier een goed overzicht over de hele hal. Dit wordt versterkt doordat de toegang tot de hal hoger ligt dan de bagagebanden en de buffergebieden ertussen. Door dit overzicht en met behulp van informatie monitoren kan de passagier snel de juiste band vinden waar hij zijn koffer in ontvangst kan nemen.

De tweede functie binnen de reclaimhal is de douane controle, waar goederen en bagage op invoer worden gecontroleerd en invoerbelastingen kunnen worden afgedragen. De douane controle ligt bij de uitgangen naar de aankomsthal waar afhalers staan te wachten. De controlegebieden en ondersteunende functies van het douane proces zijn aan het zicht van de passagier onttrokken, om het proces zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Verder zijn in de hal nog functies ondergebracht die direct met het aankomstproces te maken hebben, zoals servicepunten voor het melden van verloren bagage, maar ook wisselkantoren, ATM’s en automaten voor treinkaartjes. Zo krijgen de passagiers de kans hun wachttijd zo nuttig mogelijk te gebruiken.

De architectuur van de reclaimhallen sluit aan bij de functies die er in ondergebracht zijn. Door het hogere niveau waarop de reiziger de hal binnenkomt heeft hij direct overzicht over de hele reclaimhal, en ziet duidelijk waar de bagage opgepakt kan worden. Via trappen en hellingbanen bereikt de reiziger het niveau van de bagagebanden. Er zijn geen obstakels in de hal geplaatst zodat de passagier zicht op alle bagagebanden heeft. De scheidingswand tussen de reclaimhal en de aankomsthal is van glas, waardoor de afhaler en de aankomende passagier elkaar kunnen zien terwijl de passagier nog op zijn bagage wacht. Dit effect verkort gevoelsmatig voor beiden de wachttijd, en de afhaler voelt zich hierdoor bij het proces betrokken. Deze interactie geeft een bijzondere dynamiek aan deze ruimte.

De afwerking van de bagagehal sluit aan bij die van de andere gebouwdelen. De vloertegel is hetzelfde als in de overige gebieden van het terminalgebouw, en ook het plafond en de verlichting van de reclaimhal zijn conform overige gebieden. Zo ontstaat een helder en herkenbaar beeld, met een consistentie die van groot belang is voor de rust die nodig is voor het functionele proces. De toegepaste kleuren en materialen zijn ingetogen en vormen onderdeel van de consistente materiaaltoepassing binnen het terminalgebouw. Kleuraccenten zijn ook hier beperkt tot de borden ten behoeve van wayfinding, en (zorgvuldig gekozen) gebieden voor media uitingen.

glazen scheidingswanden tussen bagage reclaimhal en aankomsthal

46 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

47 architectuurnota Terminalgebouw versie 1.0 30-09-2014

xxx

Bijlagen

Colofon

Amsterdam Airport SchipholPostbus 75011118 ZG Schiphol

ArchitectBenthem Crouwel NACOPostbus 930562509 AB Den Haag070 344 64 90

Benthem Crouwel NACO