Alle begin is moeilijk

4
Opvattingen in de algemene ziekenhuizen over de kennis en vaardigheden van beginnende verpleegkundigen en hun rol bij het opleiden van verpleegkundigen Alle begin is moeilijk Wat is er onderzocht? De kritiek van de algemene ziekenhuizen op de uitstroom van de ver- pleegkundige beroepsopleidingen gaat vooral over het niveau waarop hbo-verpleegkundige kunnen worden ingezet: vooralsnog ontbreken voor hen duidelijke beroepspaden waarin gebruik kan worden ge- maakt van hun competenties (Van der Peet, 2007). Vrijwel alle afge- studeerde hbo-verpleegkundigen starten daarom in het ziekenhuis in een functie op niveau 4 (Taminiau & Den Boer, 2004). De kritiek van de algemene ziekenhuizen op de mbo-opleiding betreft de breedte van de opleiding en het ontbreken van uitstroomrichtingen. Hierdoor vin- den startende verpleegkundigen volgens de ziekenhuizen onvoldoen- de aansluiting bij de beroepspraktijk in het ziekenhuis. Gezien de toe- nemende zorgvraag (VWS, 2007), de oplopende personeelstekorten (Van Essen et al., 2006) en de vergrijzing van het personeelsbestand (Van der Windt, et al., 2007), is juist de kwaliteit van nieuwkomers in het ziekenhuis van belang om ook in de toekomst de verpleegkundi- ge zorg op peil te houden. Maar dan moet wel duidelijk zijn wat zie- kenhuizen precies van startende verpleegkundigen vragen. Centrale vraag in het onderzoek was dan ook: over welke kennis en vaardighe- den moeten beginnende verpleegkundigen volgens de algemene zie- kenhuizen beschikken om in een ziekenhuis te kunnen functioneren? In het verlengde daarvan waren de NVZ en Calibris ook geïnteresseerd in de opvattingen van ziekenhuizen over de plek waar kennis en vaar- digheden zouden moeten worden verworven (op school of in de prak- tijk?) en over de rol die deze organisaties voor zichzelf zien bij het op- leiden van verpleegkundigen. In het onderzoek zijn uitsluitend respondenten uit de algemene zie- kenhuizen betrokken: zij zijn immers degenen die uit de eerste hand kunnen aangeven wat in het ziekenhuis in de praktijk van alledag van beginnende verpleegkundigen wordt verwacht. In dit artikel ko- men daarom alleen de opvattingen aan bod die algemene zieken- huizen daarover hebben. Ook is in het onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen beginnende verpleegkundigen van het mbo of hbo, noch naar leerweg. Het ging uitsluitend om de eisen die in de algemene ziekenhuizen worden gesteld aan de beginnende verpleeg- kundige (de vraag), ongeacht de wijze waar- op die is opgeleid (het aanbod) - dat is uiter- aard zeer relevant, maar van latere orde. Volgens welke methode is het onderzoek uitgevoerd? De onderzoeksvragen zijn via een combi- natie van kwalitatieve en kwantitatieve on- derzoeksmethoden aan de orde gesteld (zie schema). Daarbij waren steeds diverse func- tionarissen uit de algemene ziekenhuizen be- trokken: verpleegkundigen, managers, afde- lingshoofden en opleidingsfunctionarissen. Deze respondenten waren afkomstig uit zo- wel grote, kleine, klinische als niet-topkli- nische ziekenhuizen, uit alle delen van het land en uit ziekenhuizen met meer of min- der locaties. Na het verschijnen van het rapport Gekwalificeerd voor de toekomst in 1997 zijn de opleidingen voor de verplegende en verzor- gende beroepen ingrijpend veranderd. Sindsdien is door veel ziekenhuizen bij herhaling kritiek geuit op de kwaliteit van de uit- stroom van de verpleegkundige opleidingen (zie o.a. Den Boer & Hövels, 2004). Tegelijkertijd vinden ziekenhuizen het moeilijk om aan te geven aan welke eisen een beginnende verpleegkundige (iemand die nog maar net het diploma heeft gehaald en in een startfunctie als verpleegkundige werkzaam is) zou moeten voldoen. Hoogste tijd om dat uit te zoeken, vond de NVZ vereniging van ziekenhuizen, die daarbij samenwerkte met Calibris, kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (afgekort KBA) uit Nijmegen voerde het onderzoek uit. Frank Peters en Koen Kauffman* Foto: Roel Pieper Vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs Nummer 6 – oktober 2009 17 www.OenG.bsl.nl

Transcript of Alle begin is moeilijk

Page 1: Alle begin is moeilijk

Opvattingen in de algemene ziekenhuizen over de kennis en vaardigheden van beginnende verpleegkundigen en hun rol bij het opleiden van verpleegkundigen

Alle begin is moeilijk

Wat is er onderzocht? De kritiek van de algemene ziekenhuizen op de uitstroom van de ver-pleegkundige beroepsopleidingen gaat vooral over het niveau waarop hbo-verpleegkundige kunnen worden ingezet: vooralsnog ontbreken voor hen duidelijke beroepspaden waarin gebruik kan worden ge-maakt van hun competenties (Van der Peet, 2007). Vrijwel alle afge-studeerde hbo-verpleegkundigen starten daarom in het ziekenhuis in een functie op niveau 4 (Taminiau & Den Boer, 2004). De kritiek van de algemene ziekenhuizen op de mbo-opleiding betreft de breedte van de opleiding en het ontbreken van uitstroomrichtingen. Hierdoor vin-den startende verpleegkundigen volgens de ziekenhuizen onvoldoen-de aansluiting bij de beroepspraktijk in het ziekenhuis. Gezien de toe-nemende zorgvraag (VWS, 2007), de oplopende personeelstekorten (Van Essen et al., 2006) en de vergrijzing van het personeelsbestand (Van der Windt, et al., 2007), is juist de kwaliteit van nieuwkomers in het ziekenhuis van belang om ook in de toekomst de verpleegkundi-ge zorg op peil te houden. Maar dan moet wel duidelijk zijn wat zie-kenhuizen precies van startende verpleegkundigen vragen. Centrale vraag in het onderzoek was dan ook: over welke kennis en vaardighe-den moeten beginnende verpleegkundigen volgens de algemene zie-kenhuizen beschikken om in een ziekenhuis te kunnen functioneren? In het verlengde daarvan waren de NVZ en Calibris ook geïnteresseerd in de opvattingen van ziekenhuizen over de plek waar kennis en vaar-digheden zouden moeten worden verworven (op school of in de prak-tijk?) en over de rol die deze organisaties voor zichzelf zien bij het op-leiden van verpleegkundigen.

In het onderzoek zijn uitsluitend respondenten uit de algemene zie-kenhuizen betrokken: zij zijn immers degenen die uit de eerste hand kunnen aangeven wat in het ziekenhuis in de praktijk van alledag van beginnende verpleegkundigen wordt verwacht. In dit artikel ko-men daarom alleen de opvattingen aan bod die algemene zieken-huizen daarover hebben. Ook is in het onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen beginnende verpleegkundigen van het mbo of hbo,

noch naar leerweg. Het ging uitsluitend om de eisen die in de algemene ziekenhuizen worden gesteld aan de beginnende verpleeg-kundige (de vraag), ongeacht de wijze waar-op die is opgeleid (het aanbod) - dat is uiter-aard zeer relevant, maar van latere orde.

Volgens welke methode is het onderzoek uitgevoerd?De onderzoeksvragen zijn via een combi-natie van kwalitatieve en kwantitatieve on-derzoeksmethoden aan de orde gesteld (zie schema). Daarbij waren steeds diverse func-tionarissen uit de algemene ziekenhuizen be-trokken: verpleegkundigen, managers, afde-lingshoofden en opleidingsfunctionarissen. Deze respondenten waren afkomstig uit zo-wel grote, kleine, klinische als niet-topkli-nische ziekenhuizen, uit alle delen van het land en uit ziekenhuizen met meer of min-der locaties.

Na het verschijnen van het rapport Gekwalificeerd voor de toekomst in 1997 zijn de opleidingen voor de verplegende en verzor-

gende beroepen ingrijpend veranderd. Sindsdien is door veel ziekenhuizen bij herhaling kritiek geuit op de kwaliteit van de uit-

stroom van de verpleegkundige opleidingen (zie o.a. Den Boer & Hövels, 2004). Tegelijkertijd vinden ziekenhuizen het moeilijk

om aan te geven aan welke eisen een beginnende verpleegkundige (iemand die nog maar net het diploma heeft gehaald en in een

startfunctie als verpleegkundige werkzaam is) zou moeten voldoen. Hoogste tijd om dat uit te zoeken, vond de NVZ vereniging

van ziekenhuizen, die daarbij samenwerkte met Calibris, kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. Het

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (afgekort KBA) uit Nijmegen voerde het onderzoek uit.

Frank Peters en Koen Kauffman*

Foto

: Roe

l Pie

per

Vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs

N u m m e r 6 – o k t o b e r 2 0 0 9

17w w w. O e n G . b s l . n l

Page 2: Alle begin is moeilijk

Wat zijn de resultaten van het onderzoek?Kerntaken van de beginnende verpleegkundigeBeginnende verpleegkundigen hebben in de algemene ziekenhuizen in principe dezelfde taken als ervaren verpleegkundigen, zoals die zijn beschreven in het beroepsprofiel voor de mbo-verpleegkundige (Liefhebber et al., 2007). Dat zijn:• ondersteunen van de zorgvrager bij de

persoonlijke basiszorg;• verpleegtechnischhandelen;• begeleidenvandezorgvrageroppsycho-

sociaal gebied en zingeving;• ondersteunenvandezorgvragerenman-

telzorg bij het voeren van de regie over het eigen leven;

• preventie toepassen door het geven vanvoorlichting, advies en instructie;

• organiserenvanzorg;• bijdragen aan de organisatie en het be-

heer van de werkeenheid;• bijdragenaanbevorderenvankwaliteitvanzorg;• ontwikkelenenprofessionaliserenvanhetberoepvanverpleeg-

kundige.

Voor beginnende verpleegkundigen ligt het accent op de taken die direct te maken hebben met het verlenen van verpleegkundige zorg: ondersteunen van de zorgvrager bij de persoonlijke verzorging, ver-pleegtechnisch handelen, begeleiden van de zorgvrager op psycho-sociaal gebied en zingeving, ondersteunen van de zorgvrager bij het voeren van de regie, preventie toepassen en organiseren van zorg. Het onderwijs zou zich dus vooral op deze taken moeten richten. Ta-ken die te maken hebben met het beheer van de werkeenheid, kwali-teitszorg en de beroepsontwikkeling zijn ook van belang, maar gaan volgens de informanten pas later in de loopbaan echt een rol spe-len: ‘dat komt wel’. Overigens verwachten de meeste respondenten (variërend van tachtig tot negentig procent) dat verpleegkundigen in het ziekenhuis, meer taken zullen gaan uitvoeren op het gebied van administratie, coördinatie, organisatie en het coachen en stimu-leren van leerlingen. Als er geen taken verdwijnen, zullen verpleeg-kundigen het daarom (nog) drukker gaan krijgen. Dit betekent dat

Vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs

N u m m e r 6 – o k t o b e r 2 0 0 9

18w w w. O e n G . b s l . n l

iNTerViewS

Ontwikkelingen?

OPLeiDiNGSchool en ziekenhuis: wie moet wat doen?

SchriFTeLijke eNqUêTe

55 respondenten uit

45 ziekenhuizen

kLANkbOrDGrOeP

12 deelnemers uit

8 ziekenhuizen

SLOTcONFereNTie

33 deelnemers uit

21 ziekenhuizen

eNqUêTe VerPLeeG-

TechNiSche hANDeLiNGeN

34 respondenten uit

21 ziekenhuizen

iNTerViewS

62 informanten uit

21 ziekenhuizen

beGiNNeNDe VerPLeeGkUNDiGe

Verpleeg-technische

handelingen?

rol taken, kennis en vaardigheden?

Page 3: Alle begin is moeilijk

verpleegkundigen in staat moeten zijn hun werk goed te organiseren en en tegelijkertijd prioriteiten moeten kunnen stellen.

Verpleegtechnisch handelenVerpleegtechnisch handelen is in alle ziekenhuizen een zeer belang-rijke kerntaak. Verwacht wordt dat vanwege de toenemende com-plexiteit van de zorgvraag, ook de verpleegtechnische handelingen steeds complexer worden. In het onderzoek is aan de respondenten gevraagd aan te geven op welk niveau een beginnende verpleegkun-dige de verpleegtechnische handelingen die in het beroepscompe-tentieprofiel van de mbo-verpleegkundige worden genoemd, moet kunnen hanteren: alleen kennen (er van op de hoogte zijn), een keer hebben geoefend of beheersen. Het antwoord op deze vraag is dat ook een verpleegkundige die nog maar net is afgestudeerd en een eerste baan als verpleegkundige heeft, de meeste verpleegtechnische handelingen (72 procent) moet hebben geoefend en/of beheersen. Ook zijn door de respondenten verpleegtechnische handelingen ge-noemd die volgens hen nog zou moeten worden toegevoegd aan de lijst in het beroepscompetentieprofiel. Dat zijn: PEG-sonde toedie-nen, thoraxdrainage, port-a-catch aanprikken en verzorgen, glucose meten, bladderscan en fixatietechnieken. Een beginnende verpleeg-kundige hoeft deze handelingen alleen te kennen.

Kennis en vaardigheden van de beginnende verpleegkundigeVolgens de algemene ziekenhuizen schiet de kennis die verpleegkun-digen hebben van anatomie, fysiologie en pathologie tekort. Uiter-aard moet dit worden bezien tegen de achtergrond van ontwikkelin-gen als de veranderende patiëntenpopulatie (meer oudere en ziekere patiënten), de groeiende complexiteit van het werk als verpleegkun-dige en de toenemende specialisatie van het werk op de afdelingen. Beginnende verpleegkundigen kunnen hun werk niet doen zonder een gedegen kennis van anatomie, fysiologie en pathologie, is de op-vatting van de ziekenhuizen. Die kennis is bovendien nodig om ge-sprekspartner te kunnen zijn voor andere zorgverleners, zoals artsen.Beginnende verpleegkundigen zouden volgens de informanten ook onvoldoende in staat zijn klinisch te redeneren, omdat ze moeilijk verbanden kunnen leggen: ze ontberen het ‘niet-pluis-gevoel’ en de klinische blik.

Een ander punt van de kritiek is de reken-vaardigheid van beginnende verpleegkun-digen, die zeer te wensen overlaat. Ook in andere bronnen wordt hierop gewezen. Ter illustratie: de Volkskrant meldt op 28 ok-tober 2008 dat tweeduizend artsen en ver-pleegkundigen van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam rekenles krijgen, om daarmee de kans op incidenten als gevolg van verkeerde berekeningen te verkleinen. De cursus duurt een jaar.Ten slotte geven de informanten aan dat voor verpleegkundigen zelfsturing en het ne-men van verantwoordelijkheid noodzakelij-ke vaardigheden zijn. Beginnende verpleeg-kundigen kunnen dat onvoldoende.

Niveau van de beginnende verpleegkundigeIn de algemene ziekenhuizen bestaat er bre-de overeenstemming over dat het niveau van de beginnende verpleegkundige (dat volgens de ziekenhuizen daalt) en het niveau van het werk (dat stijgt) uit elkaar groeit. An-ders geformuleerd: het niveau van de begin-nende verpleegkundige blijft volgens de al-gemene ziekenhuizen achter bij de eisen die in de praktijk aan het werk van verpleegkun-digen wordt gesteld. In het onderzoeksrap-port (zie kader) staat gedetailleerd aangege-ven welke kennis en vaardigheden worden verwacht van een beginnende verpleegkun-dige.

Opleiden op school en in het ziekenhuisDe algemene ziekenhuizen zijn het eens over de rolverdeling bij het opleiden van ver-pleegkundigen: de praktijkcomponent dient plaats te vinden in het ziekenhuis, de theo-

Foto

: Roe

l Pie

per

Vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs

N u m m e r 6 – o k t o b e r 2 0 0 9

19w w w. O e n G . b s l . n l

Page 4: Alle begin is moeilijk

riecomponent op school. Het ziekenhuis is volgens vrijwel alle betrokkenen de plaats bij uitstek waar leerlingen de praktische en verpleegtechnische vaardigheden kunnen oefenen en leren beheersen, de rollen als verpleegkundige en de houding aanleren, situaties leren inschatten en leren omgaan met steeds wisselende omstandigheden.

Rolverdeling school en ziekenhuisWelke rol willen de algemene ziekenhuizen vervullen bij de invulling van het verpleeg-kundig onderwijs? Het onderzoek laat zien dat algemene ziekenhuizen niet alleen lan-delijk betrokken willen zijn bij de opleiding van verpleegkundigen, maar ook op lokaal en regionaal niveau invloed willen hebben op de inhoud van het onderwijs (het wat) en op de wijze waarop die inhoud moet worden gerealiseerd (het hoe). Volgens de zieken-huizen is op beide gebieden sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid met het ver-pleegkundige beroepsonderwijs. Ze willen op alle niveaus (strategisch, tactisch en operati-oneel) samen met het beroepsonderwijs de opleiding van verpleegkundigen verbeteren. Eén van de manieren om dat volgens hen te bereiken, is om meer van de ziekenhuisprak-tijk in de opleiding aan bod te laten komen.

Ten slotte: hoe nu verder?In dit artikel zijn uitsluitend de algemene ziekenhuizen aan het woord geweest. Daar-mee is het verhaal natuurlijk niet af: ook an-

dere actoren (zoals de opleidingen, beroepsorganisaties en andere branches) zullen vanuit hun perspectief opvattingen hebben over de beginnende verpleegkundigen en de wijze waarop die het best kun-nen worden opgeleid. De NVZ gaat daarover graag met hen in ge-sprek. Het onderzoek naar de eisen in algemene ziekenhuizen aan de kennis en vaardigheden van beginnende verpleegkundigen, was voor de NVZ een eerste stap om ziekenhuizen uit te dagen en te sti-muleren een visie te formuleren op de verpleegkundige opleidingen en op hun eigen rol in het realiseren van die visie. De komende tijd wordt daar verder aan gewerkt: hoe kijken andere actoren daar te-genaan en hoe kunnen de opvattingen van de ziekenhuizen worden gerealiseerd? De NVZ stelt daarvoor momenteel een implementatie-plan op. Een eerste idee is dat de ziekenhuizen op regionaal niveau (meer) initiatieven gaan nemen om in samenwerking met onderwijs-instellingen de verpleegkundige opleidingen aan te passen. Daar-naast kunnen de opvattingen van de ziekenhuizen worden gebruikt op landelijk niveau, als bouwsteen voor een gemeenschappelijke be-schrijving van de gewenste beroepsinhoud van de beginnende ver-pleegkundige en van het kwalificatiedossier.

Bronnen- Boer, P. den en B. Hövels, Ruimte maken en benutten. De aansluiting tussen beschik-

bare en vereiste competenties bij gediplomeerden van het nieuwe opleidingsstelsel verpleging en verzorging. [OSA-publicatie ZW55]. Tilburg: OSA, 2004.

- Commissie Kwalificatiestructuur Opleidingen Verpleging en Verzorging, Gekwalifi-ceerd voor de toekomst. Kwalificatiestructuur en eindtermen voor verpleging en ver-zorging. Zoetermeer/Rijswijk: OCW/VWS, 1996.

- Essen, G. van, P.J. Paardekoper, H.F. Talma en W. van der Windt, Arbeid in zorg en welzijn 2006. Stand van zaken en vooruitblik voor de sector zorg en de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang. Utrecht: Prismant, 2006.

- Liefhebber, Sonja, Jennie Mast, Judith van de Haterd, Janneke Luijkx, Corrie van Dam en Roel Verhagen, Beroepscompetentieprofiel mbo-verpleegkundige ten behoeve van onderwijsexperimenten. Utrecht: NIZW Beroepsontwikkeling, 2005.

- Kauffman, Koen, Frank Peters en Paul den Boer, Eisen aan de beginnend verpleegkun-dige: algemene ziekenhuizen aan het woord. Nijmegen: KBA, 2009.

- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Niet van later zorg. Den Haag: VWS, 2007.

- Peet, R. van der, Studie- en loopbaanoriëntatie voor hbo-verpleegkundigen. Eindho-ven: Uitgeverij Rob van der Peet, 2007.

- Rekenlessen voor artsen van AMC. De Volkskrant, dinsdag 28 oktober 2008.- Taminiau, Fieny en Paul den Boer, De positie van de hbo-verpleegkundige binnen de

algemene ziekenhuizen. Den Haag: Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen, 2004.- Windt, W. van der, E.J.E. Arnold en R.F. Keulen, RegioMarge 2007. De arbeidsmarkt

van verpleegkundigen, verzorgenden en sociaalagogen 2007-2011. Utrecht: Prismant, 2007.

* Drs. Frank Peters is als senior onderzoeker verbonden aan het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) te Nijmegen. Contact: [email protected].* Drs. Koen Kauffman is als junior onderzoeker verbonden aan het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) te Nijmegen. Contact: [email protected].

Het rapport van het onderzoek naar de eisen aan beginnende ver-pleegkundigen kan worden gedownload van de sites van de NVZ (www.nvz.nl: het rapport staat in de rubriek Onderwijs & opleidin-gen) en Calibris (www.calibris.nl: het rapport staat in de rubriek nieuws). In het rapport wordt onder andere gedetailleerde informatie gegeven over interne en externe ontwikkelingen in de ziekenhuizen, het niveau waarop verpleegtechnische handelingen moeten worden beheerst, de taken van verpleegkundigen en de gevraagde kennis en vaardigheden op de gebieden anatomie, fysiologie, pathologie, be-handeling en verpleging en verpleegkundig rekenen.

Foto

: Roe

l Pie

per

Vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs

N u m m e r 6 – o k t o b e r 2 0 0 9

20w w w. O e n G . b s l . n l