Albert de Booij in gesprek met Jan Foudraine ‘Wij zijn … · JIDDU KRISHNAMURTI pg. ACADEMY ......
Transcript of Albert de Booij in gesprek met Jan Foudraine ‘Wij zijn … · JIDDU KRISHNAMURTI pg. ACADEMY ......
P S Y C H I A T R I E
Albert de Booij in gesprek met Jan Foudraine
‘Wij zijn tot op het bot on-intelligent’
‘LET US WALK THE PATH OF INTELLIGENCE. NOT
MY INTELLIGENCE OR YOUR INTELLIGENCE FOR
INTELLIGENCE IS NEITHER YOURS NOR MINE. IT IS
…INTELLIGENCE’ JIDDU KRISHNAMURTI
p g
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005
P S Y C H I A T R I E
35
“In uw boek: ‘Metanoia, over psychiatrie, psychotherapie en bevrijding’ staat de vraag
centraal: “Wat is de werkelijke identiteit van de mens? Wie en wat is de mens?” U stelt dat
het antwoord zich zal openbaren als de mens stopt met zoeken. Kunt u dit aan de lezer verhel-
deren? Iedereen wil natuurlijk weten wie en wat hij is. En veelal betekent dit een levenslange
zoektocht.”
“Het eerste hoofdstuk van het boek gaat ogenschijnlijk eerst over de identiteit van de psychia-
trie. De problemen rond die identiteit werden al in ‘Wie is van hout’ (1971) en later in ‘Bunker-
bouwers, ontmoetingen met afgeslotenen’ (1997) aangeduid. Kort samengevat: men heeft van
de psychiatrie koppig een medisch specialisme willen maken. De gevolgen zijn, naar mijn
inzicht, een progressieve ontmenselijking. Diepe psychologische problemen en zeker ook de
existentiële vragen die tijdens een psychische crisis voor veel mensen binnen handbereik kunnen
komen, vragen zoals: “Wie ben ik?, Wat is de zin van het leven?, Wat is liefde?” zijn in deze
medische psychiatrie niet meer aan de orde omdat men er het beton van de ziekte-definitie op
stort. Men heeft een medisch-ziektekundig universum ontworpen waar geen werkelijke plaats
meer is voor unieke en complexe mensen en voor psychotherapeutisch- geëngageerde en zich
verdiepende – en bewust-makende – ontmoetingen. Het is een wereld van ‘patiënten’ en
behandelingen’. Chemische middelen worden schaamteloos ‘medicamenten’ genoemd, men
medicalizeert psychisch lijden, speculeert over ziekten van het centrale zenuwstelsel en over
erfelijkheid en presenteert al die speculatieve beschouwingen al jaren als evenzovele weten-
schappelijke bewijzen. De farmaceutische industrie doet dan verder de rest. Maar dat eerste
hoofdstuk gaat al snel een heel andere kant op. De diepere thematiek van het boek, aangeduid
met het woord ‘metanoia’, richt zich op de
openbaring, de realisatie van de werkelijke
identiteit van de mens. Het wordt ook wel
‘Verlichting’, ‘Ontwaken’ of ‘Bevrijding’
genoemd.
Op dit Ontwaken ligt een groot taboe maar
dat taboe wordt nu van vele kanten door-
broken. Laat ik proberen het zo kort mogelijk
samen te vatten.
Er zijn veel mensen in de geschiedenis van de
mensheid geweest, tienduizenden en tot op
de dag van vandaag, aan wie plotseling iets
heel radicaals is gebeurd. Soms met, soms
zonder enige voorbereiding. Het is ze
gewoon overkomen. Het is alsof er een dik
gordijn wordt weggetrokken, een sluier, die
de mens scheidt van de werkelijke
Werkelijkheid en ook van zijn werkelijke iden-
titeit. Wat is dat gordijn? Wat valt er weg?
Wat wegvalt is in de eerste plaats het idee, de
keiharde overtuiging een persoon te zijn, een individu. Dat idee ontstaat als het kind ongeveer
anderhalf jaar oud is. Het zegt dan plotseling “ik” en het huisgezin juicht. Wat wegvalt is deze
dominante ik-gedachte plus een kramp in het bewustzijn. Deze ik-gedachte gaat later een heel
leven regisseren. Voordat die ik-gedachte ontstond leefde het kind nog in een staat van één-
zijn. Het was één met het rood van de rozen, het blauw van de hemel, met het gras onder de
voetjes die nog niet ‘mijn’ voetjes waren, het strekte de armpjes uit naar de maan die verscheen
in de immense leegte die dat kind nog was. Die leegte is geen kille, nihilistische leegte. Het is,
indien later gerealiseerd, Intelligentie en Liefde. (Dat laatste heeft overigens niets met ons idee
van liefde te maken.)
De huidige mystici spreken nu vaak over ‘Awareness’. Het kind leeft dus nog in het paradijs van
dat één-zijn zonder het te beseffen. Met het ontstaan van de ik-gedachte valt het kind uit dat
paradijs en in een ik- of persoonsleven van toenemende gescheidenheid. Ik en moeder. Ik en
de boom. Ik en de nu bedreigende wereld waarmee voortdurend moet worden onderhandeld.
Foto’s: Evert-Jan Daniels
Jiddu Krishnamurti.
p g
P S Y C H I A T R I E
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005 36
Het leeft vanaf dan in een dualistisch
bewustzijn, een bewustzijn in de subject
versus object splitsing. Het gordijn waar ik
het over had is deze subject-overtuiging.
Daaraan gekoppeld is ook de lineaire
gedachtenstroom die een continuïteit
suggereert. Ook deze denkstroom, waarvan
de ik-gedachte dus een dominant deel is,
valt weg. Het denken valt dan in een totaal
ander ritme. Die stroom suggereert ook dat
er een ‘ik – de denker’ is èn ‘de gedachten’.
Dat is een volslagen illusie. Er is alleen maar
die stroom met de ik-gedachte als centrale,
primaire gedachte. De continue gedachten-
stroom blijft tijdens het ik-leven het bewust-
zijn van de mens beheersen en weinigen
hebben er een notie van hoe enorm die
stroom is. En toch is het waar – we lopen
voortdurend te dromen met open ogen. Die
continue gedachtenstroom, samen met het
plotseling ontstaan van de ik-gedachte bete-
kent niet alleen afgescheidenheid die in de
loop van het leven steeds sterker wordt,
maar het betekent ook tijd. De denkstroom
creëert de beleving van innerlijke psychologi-
sche tijd, de beweging van het verleden over
het heden naar de toekomst toe. De over-
tuiging ‘ik’ en de beleving van innerlijke
psychologische tijd zijn in feite aan elkaar
gelijk. Dat betekent dat er in het ik-leven
altijd een gaan-naar is, een worden, een
zoeken, de beleving van hoop. Straks zal het
beter gaan. Ik hoop dat ik je morgen weer
zal zien en dat morgen vervulling zal
brengen. Dat alles is het gevolg van de
stroom van het denken, en daarmee de
innerlijke psychologische tijd. En juist dat
valt bij de gebeurtenis die we Ontwaken of
Bevrijding hebben genoemd weg. Als het
paradijs van één-zijn verloren is gegaan en
een ik-leven begint van gescheidenheid, dan blijft er bij ieder mens,
hoe vaag ook, een gevoel van onbehagen. Er klopt iets niet. En er is
dan ook altijd een vorm van zoeken. Alle mensen op de planeet zijn
in feite zoekers. Of ze dat nou weten of niet. Ze weten meestal alleen
niet waar ze naar zoeken. Sommigen zoeken naar roem, naar succes,
naar macht of het krijgen van waardering, naar geld, ze zoeken ook
naar liefde of geluk maar in essentie is dat alles een zoeken naar het
verloren gegane paradijs. Maar er zijn mensen die heel gevoelig zijn
voor dit basis-onbehagen, deel en uitdrukking van de gescheiden-
heid. Ze verdringen en ontkennen het minder. Als de ik-gedachte - en
daarmee de innerlijk psychologische tijd - en dus de lineaire gedach-
tenstroom uitdooft of wegvalt, dan betekent dat in ultieme zin een
herboren worden als tijdloos één-zijn. Men valt weer terug in het
paradijs maar nu, en dit keer, in vol besef. Paradise lost, paradise
regained. De grote realisatie van dit Ontwaken of deze Bevrijding is
de realisatie dat er nooit iemand is geweest om Ontwaakt of Bevrijd
te zijn, laat staan te worden. Er was nooit iemand. Een Ontwaakt
persoon bestaat niet. Een mens realiseert zich dan dat hij niets is en
uiteindelijk een tijdloos één-zijn met alles wat is. Dit is in taal moeilijk
uit te drukken omdat taal altijd een subject-objecttaal is. Alles wat nu
verschijnt, een kriebel aan de knie, de geur van koffie, geluiden op
straat of een gevoel of opwellende gedachte, het zijn dan alleen meer
verrijzenissen in de leegte die men is. Met alles wat nu verschijnt, als
een ‘arising in awareness’, dáár is men één mee. Alleen die ‘men’ is
er niet meer”
“Kan een mens er voor zorgen dat hem dit overkomt?”
“Nee. Er is niets wat een mens kan doen om hem dat te laten over-
komen. Dat is het essentiële inzicht! Al het mediteren, het diepe
begrijpen, alle spirituele oefeningen die in de geschiedenis van de
p g
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005
P S Y C H I A T R I E
37
mensheid zo vaak zijn voorgeschreven, brengen hem alleen maar
verder weg. Ze bevestigen het ‘iemand’ zijn en ‘zoeker’ zijn. De mens
kan komen tot een volslagen hulpeloosheid maar kan wel, als hij
tenminste hartstocht heeft en diepe belangstelling, luisteren naar de
woorden van een waarachtig Bevrijde. De woorden die zo’n
Ontwaakt mens spreekt – en dat blijft zeldzaam – zijn altijd een
beschrijving. Nooit een voorschrift. Die beschrijving kan op een
mysterieuze manier herkend worden. Het is alsof een innerlijke wijs-
heid de beschrijving her-kent. Bij het Ontwaken, bij deze Bevrijding
valt dus de gehele ik-structuur van het bewustzijn weg. Er wordt een
non-duaal bewustzijn gerealiseerd, de feitelijkheid dat een mens niets
is – en dat is wijsheid – en dat hij alles is. En dat laatste is liefde. Een
liefde van een totaal andere dimensie. Deze gebeurtenis gaat, zoals
ik al zei, gepaard met een gevoel van herkenning. Alsof men het altijd
heeft geweten. Deze evidentie lag als een open geheim vlak voor zijn
neus.
De mens aan wie dit is gebeurd is werkelijk thuis. Al het ervaren van
gescheidenheid lost zich uiteindelijk op. Er is alleen maar één-zijn.
Voor niemand.”
Spinoza zegt: “Word wat je bent. Hoe beschouwt u deze uitdruk-
king?”
“Uiteraard kan deze uitspraak niet juist zijn. Worden – en dus ook
zoeken – verhindert, blokkeert juist, dat je bent wat je bent. Worden
is nog deel van de hoop en van de tijdstroom. Daarom kun je nooit
‘worden wat je bent’. Want, zoals ik het net heb gezegd, worden is
in tijd en daarmee deel van het gordijn. Met dit Ontwaken wordt een
fase ingeluid – soms zijn er etappes – die kan voeren tot een ultieme
realisatie. Dat laatste noemen we Bevrijding. Vaak is er gedurende
lange tijd nog een alterneren tussen, zoals weleens wordt gezegd,
‘me-ing’ en ‘be-ing’. De kramp van het ik-bewustzijn herstelt zich dus
weer, er is een terugtrekken uit die tijdloze oceaan van het lichtloze
Licht dat daarnet ‘awareness’ werd genoemd en dan is er weer het
terugvloeien van die ik-druppel in de oceaan. Totdat de ik-kramp zich
definitief en totaal oplost.”
“Heeft u, wat u tot nu toe hebt beschreven, al eens zelf meege-
maakt?”
“Er zijn glimpen. Ik wil daar liever niet over praten. Ik meende in dit
boek ‘Metanoia’ opnieuw koerier te kunnen zijn. Er zijn nu eenmaal
van die mensen die voor de rol van boodschapper een grote affiniteit
hebben. Ze doen iets absurds. Want we raken hier het hoogste taboe
aan. Deze beschouwing staat haaks op de hele geloofsdefinitie van
het religieuze, is het niet zo? En natuurlijk staat zij ook haaks op
werkelijk alles in de wereld van ego’s. Wat die koeriersactiviteit betreft
– er zijn twee soorten mensen. Mensen die zeggen wat ze weten. Die
putten dus uit hun kennisreservoir. Maar er zijn ook mensen die
weten wat ze zeggen en die zijn zeer zeldzaam. Misschien is er wel
een eigenaardige en zeldzame categorie van mensen die zowel
zeggen wat ze weten als weten wat ze zeggen.”
Kantoor Nederland: tel. (+31) 010 - 433.33.22 • Fax (+31) 010 - 414.32.59Kantoor België: tel. (+32) 03-206.19.72 • Fax (+32) 03-206.17.78E-mail: [email protected] • Website: www.speakersacademy.nl
B R I N G I N G K N O W L E D G E T O T H E W O R L D
Usha Marhé Fundu Müjde Gerda Havertong drs. Omar NahasHameeda Lakho
Samira Abbosprof. drs. Ed van Thijn
Senay Özdemir
Adjiedj Bakasprof. dr. Paul Cliteur
E E N U I T G E B R E I D E B I O G R A F I E V A N B O V E N S T A A N D E S P R E K E R S V I N D T U O P : w w w . s p e a k e r s a c a d e m y . n l
V O O R E E N F R I S S E K I J K O P D E M U L T I - C U L T U R E L E S A M E N L E V I N G
Guus Dutrieux Abkader Chrifi Anil Joshi
drs. Armand Zunder
p g
P S Y C H I A T R I E
“Wat blijft er van de mens over na deze realisatie
die u Ontwaken of Bevrijding hebt genoemd?”
“De mens als psychosomatisch organisme met een
vorm en een naam blijft gewoon bestaan maar
ervaart zichzelf nu als verschijnsel. Hij is niets meer
of minder dan een verschijnsel, behoudt al zijn
kenmerken maar er zit geen eigenaar meer in dat
verschijnsel. Niets hoort een ‘iemand’ meer toe.
Dit is werkelijk de totale armoede en tegelijkertijd
de totale rijkdom. Want men is ook alles-wat-is.
Dat verschijnsel blijft rustig in de ruimte wandelen,
maar nu in het volle besef dat men weet dat men
die ‘ruimte’, die immense leegte van awareness is.
Niets hoeft nu meer te veranderen. Alle verande-
ringzucht is verdwenen. Men is waarachtig thuis. Ik
wijs u nog even op het verhaal dat zowel in de
proloog als in de epiloog van het boek werd
gebruikt. Een wandelaar zegt tegen een man die in het veld staat:
“Weet u waar deze weg naar toe gaat, die daar naar rechts afbuigt?”
“Dat weet ik niet” zegt de man. “En de andere weg dan, die naar links
afbuigt? Waar gaat die naar toe?” “Dat weet ik ook niet” zegt de man.
“Maar deze weg die rechtdoor loopt, waar ik zo net langsgekomen
ben? Waar gaat die dan naar toe?” “Dat weet ik ook niet” zegt de man
in het veld. Waarop de wandelaar zegt, “Nou, u weet ook niet veel”.
Dan zegt de man: “Dat is waar. Maar ik ben niet verdwaald.”
Dat verhaal zegt alles. Zoeken, hopen, verlangen,
ergens naar toegaan, een weg bewandelen, vervul-
ling willen vinden aan het einde van die weg, dat is
verdwaald zijn. De man die zegt dat hij niet
verdwaald is, is thuis. Hij is alleen maar awareness
waarin alles verschijnt en waaruit alles ook weer
verdwijnt. Hij is tijdloosheid en vervuld-zijn. Soefie-
mystici schijnen een uitdrukking van Jezus bewaard
te hebben. Op de vraag: “Hoe ziet dat koninkrijk
van U er uit” was zijn antwoord: “Er zal daar geen
tijd meer zijn.”
Wat we hier met een paar woorden proberen te
zeggen is de kern van de mystieke definitie van het
religeuze. Het heeft zich geopenbaard in Zen, de
kern van Boedhisme, in Advaita Vedanta, de
mystieke kern van het Hindoeïsme maar ook bij de
Christelijke mystici zoals Eckehart en de Soefie
mystici in de context van de Islam. Ook in het Jodendom zijn er
mystieke kernen. Het belangwekkende is dat al deze mystici, ook al
hadden ze een ander taalgebruik, allemaal precies hetzelfde hebben
gezegd omtrent deze openbaring van Ontwaken of Bevrijding. De
huidige mystici, zij die nu leven, communiceren – ik heb daar in het
boek veel nadruk op gelegd – nu zeer eenvoudig en glashelder. Enkele
jaren geleden zat ik met 50 mensen in een kleine ruimte. Er kwam
een man binnen die op een stoel voor ons ging zetten en toen zei
Tony Parsons.
p g
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005
P S Y C H I A T R I E
39
“There is no one here. There is only awareness”. Die man, Tony
Parsons, sprak op een radicale wijze over de realisatie van non-duaal
Bewustzijn. Naar hem luister ik ook nu met grote intensiteit. Deze
mens zet ook alle traditioneel- en hiërarchische verhoudingen over-
boord, het idee van de Ontwaakte Goeroe, of Meester op de troon
en de devote discipel aan zijn voeten. Hij is vriend onder vrienden.
Hiërarchie geeft alleen maar een versteviging van de stroom van de
tijd. Ik moet dáár komen, tot dat niveau, zó moet ik ook worden. Er
is nog een ander beeld dat wellicht kan verhelderen. Men kan de ik-
kramp, die zo vlak voor het tweede levensjaar is ontstaan ook een
gebalde vuist noemen. Die kramp in die vuist geeft witte knokkels en
als je je hele leven zo rondloopt, met die ik-kramp, dan kunnen er
zweren op de huid van die hand komen. Dat doet veel pijn. Dat is het
lijden aan de gescheidenheidskramp zou je kunnen zeggen. Wat wij
altijd gedaan hebben is dat we er verbandgaas met pijnstillende zalf
omheen hebben gewikkeld. De zalf van wagonladingen entertain-
ment, van zoveel mogelijk sex. De zalf van alle geloofsovertuigingen,
filosofiën, ideologiën en wat al dan niet. Maar dat is alleen maar pijn-
stillende troost. Dan is er ook het pijnstillende verbandgaas van de
levensbeschouwingen en natuurlijk de God-pleister. Maar met al dat
verbandgaas en al die pijnstillende zalf raak je de kramp niet kwijt. Je
wordt dan gewoon een Christelijke vuist, een Joodse, Moslim of een
Hindoe vuist. Als de vuist zich opent tot de geopende hand, dan is
dat Bevrijding. En dan ben ‘jij’ er niet meer. Of liever, er is de ontdek-
king dat ‘jij’ er nooit geweest bent.”
“Er is het verhaal dat men in India vroeger aapjes wilde vangen voor
huishoudelijk gebruik. Die moesten dan als slaven werken. Ze
‘DOOR DE ROEM DIE MIJ OVERKWAM TOEN ER VAN ‘WIE IS VAN HOUT’ 200.000 EXEMPLAREN
WERDEN VERKOCHT. DAT MAAKTE HET ISOLEMENT STEEDS GROTER. IK ZAG DOOR DE LEEGTE VAN
MIJN LEVEN HEEN. NOTHING FAILS LIKE SUCCESS! IK HAD GEEN VLUCHTHEUVELS, NOCH POLITIEKE
NOCH GODSDIENSTIGE OF FILOSOFISCHE, EN STOND MET MIJN RUG TEGEN DE MUUR. DAT HEEFT
ZEVEN JAAR GEDUURD. IK WAS NET NIET SUÏCIDAAL MAAR ER WAS ZEKER DIEPE WANHOOP’
Kantoor Nederland: tel. (+31) 010 - 433.33.22 • Fax (+31) 010 - 414.32.59Kantoor België: tel. (+32) 03-206.19.72 • Fax (+32) 03-206.17.78E-mail: [email protected] • Website: www.speakersacademy.nl
B R I N G I N G K N O W L E D G E T O T H E W O R L D
prof. dr.
Bob Smalhout
Ivo van Regteren
Altena
Maarten Spanjer Willem de Ridder
Jan Lenferink drs. Pieter de Rijk Peter Faber Gert-Jan Dröge Max Pam Hans BöhmMidas Dekkers
Pamela HemelrijkJort Kelder
Karin Bruers
Harm EdensJules Deelder
E E N U I T G E B R E I D E B I O G R A F I E V A N B O V E N S T A A N D E S P R E K E R S V I N D T U O P : w w w . s p e a k e r s a c a d e m y . n l
W I L T U E E N V E R F R I S S E N D E K I J K O P U W Z A A K ? B O E K E E N S P R A A K M A K E N D E S P R E K E R !
Martin Bril
prof. dr. Maarten
van Rossem
p g
P S Y C H I A T R I E
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005 40
hadden een kokosnoot en daar maakten ze
een heel klein gaatje in, daar stopten ze
zoete lekkernij in en dan ging dat aapje met
z’n handje in die kokosnoot om die zoete
lekkernij te pakken en balde dan zijn vuist.
Zo kon hij er niet meer uit. Dan konden ze
dat aapje pakken. De moraal van dit verhaal
is: wanneer je vrij wilt zijn moet je loslaten.
“Dat is het precies. Alleen – ‘jij’ kunt dat niet
doen. ‘Jij’ bent de vuist!”
“Er is nog een vraag die ik hier niet wil
vermijden. Als de Ontwaakte of Verlichte in
India de hele dag in een lendendoek op zijn
sofa ligt te glimlachen en er is kritiek, krijg
ik dan als antwoord: “Dan heb je er helemaal
niets van begrepen?”
“In de eerste plaats is het duidelijk dat een Ontwaakte – u geeft het
voorbeeld van Ramana Maharshi die in het tweede hoofdstuk
centraal staat – oneindig veel meer weet van het leed dat een mens
in zijn huidige bewustzijnsconditie doormaakt en vooral aanricht dan
wie ook. Hij weet dat zijn communicatie gaat over de essentie van dat
leed en dat is toch die ik-kramp die alle conflicten heeft veroorzaakt.
Lijden zal er altijd zijn. Lichamelijke incarnatie is altijd lijden. Maar als
er niemand meer is die lijdt, dan heeft dat lijden een totaal andere
kwaliteit. Overigens ligt de moderne Ontwaakte of Bevrijde in het
Westen niet meer, gekleed in lendendoek, te glimlachen op een sofa.
Hij nodigt gewoon uit naar hem te luisteren als de stem in de ego-
woestijn. Ramana Maharshi ontwikkelde aan het eind van zijn leven
een sarcoom aan zijn arm. Tegen zijn bezorgde leerlingen zei hij:
“Waarom mag alles groeien en dit niet?” Er was zeker pijn maar er
bestond geen ik-weerstand tegen de pijn.”
“Zou je kunnen zeggen dat je niet weet wat leven is als je niet hebt
geleden?”
“Dat betwijfel ik. Maar lijden kan wel de aanzet zijn tot dieper onder-
zoek naar de kernoorzaak van lijden. Siddharta Gautama was, 2500
jaar geleden, in grote wanhoop, ondanks alle rijkdom en bevrediging
van behoeften. Na vele jaren in de jungle kwam hij tot een formida-
bele realisatie. Hij realiseerde het Leven dat
hij was en wel op het moment dat ‘hij’ als
‘persoon’, als ‘ik’ (en als illusie) verdween. Hij
realiseerde de oceaan van tijdloos Leven (of
Bewustzijn) en noemde het Nirwana. Stel je
voor dat Siddharta een biologische psychiater
had ontmoet die zei: “Man, je hebt gewoon
een depressie!”
“Nog een andere inval. Ik had een gesprek
met de zeezeiler Henk te Velde. Na anderhalf
jaar in het ijs te hebben gezeten zei hij: “Ik
heb me gerealiseerd dat ik niemand nodig
heb en niemand mij nodig heeft.”
“Ik weet niet wat hij realiseerde. Maar je
vestigen in de feitelijkheid van je alleen-zijn
kan voeren tot al- één-zijn. Dan is de bede-
lende ik-hand van de eenzaamheid
overstegen.”
“Hoe bent u zelf tot dit alles
gekomen?”
“Door de roem die mij overkwam
toen er van ‘Wie is van hout’ 200.000
exemplaren werden verkocht. Dat
maakte het isolement steeds groter.
Ik zag door de leegte van mijn leven
heen. Nothing fails like success! Ik
had geen vluchtheuvels, noch poli-
tieke noch godsdienstige of filosofi-
sche, en stond met mijn rug tegen de
muur. Dat heeft zeven jaar geduurd. Ik
was net niet suïcidaal maar er was
zeker diepe wanhoop. Kennelijk was ik na die fase rijp om bij het
luisteren van tape-recordings van Bhagwan Shree Rajneesh innerlijk te
juichen omdat ik eindelijk echte intelligentie hoorde. Er was een diepe
her-kenning. Mijn eerste ontmoeting, in 1978, toen ik voor hem
neerknielde, werd een formidabele ervaring. Hij keek me aan en zei
notabene: “So you finally arrived”. Toen keek ik in zijn ogen en ik weet
nu nog precies dat ik keek in een totale leegte. Ik keek in de ogen van
iemand die er niet meer was. Als ik-heid. En met die lege ogen kwam
een liefde van een totaal andere dimensie. Toen was er tegelijkertijd
die weerspiegeling omdat ik op dat moment mijn eigen leegte reali-
seerde. Je zou kunnen zeggen; toen keek leegte naar leegte, toen
keek bewustzijn naar bewustzijn. Datgene wat wij ‘mind’ noemen, de
geest, die verzameling van snel bewegende gedachten in het bewust-
zijn, die stopte. Een paar minuten maar. Daarna was er de ontmoe-
ting met de Jiddu Krishnamurti, de geschriften van vele moderne
mystici, met de Advaita-leraar Alexander Smit en recent Tony Parsons.
Eigenlijk is alles zó eenvoudig. Een vriend, een begaafd schilder, heeft
mij eens het verhaal verteld hoe hij tijdens het schilderen plotseling
verdween. Hij verdween in het doek. Er was geen schilder meer. Er
was alleen maar schilderen. Dat is het precies. En een andere vriend
die vroeger een begaafd violist was heeft mij eens verteld dat hij op
het podium van het concertgebouw tijdens een vioolconcert plotse-
ling zichzelf verloor. Hij was er niet
meer. Er was op dat moment alleen
maar vioolspelen. Er was geen viool-
speler meer. Dat zijn kortstondige
maar uiterst belangrijke momenten
van verlies van de ik-overtuiging, de
ik-kramp. Het kan ook gebeuren met
mensen die in een wederzijds
orgasme zichzelf verliezen en daarna
weer terugvallen in hun persoons of
ik-gescheidenheid en zich wellicht
afvragen: “Wat gebeurde er daarnet?”
Het kan gebeuren als je op je rug ligt
op een zonnige dag in een weiland.
Plotseling ben jij er niet meer maar
alles is vervuld van jubel, van liefde en
van een vreugde zonder oorzaak.”
Osho (Bhagwan Shree Rajneesh 1931-1990).
Ramana Maharshi (1879-1950)
p g
“Ik herinner me een uitspraak die het grafschrift is van Ovidius.
‘Helaas, al mijn wonden zijn door mijn eigen pijlen toegebracht.’ Als
je terugkijkt op je leven waar het fout ging en dat het in de kern van
de zaak altijd aan je zelf te wijten was dan kun je wel de schuld bij
anderen leggen maar in de grond van de zaak ben je het toch altijd
zelf.”
“De overtuiging een afgescheiden persoon, een individu te zijn, kan
men best dé pijl noemen ‘die alle wonden doet ontstaan’. Het is de
oorzaak van alle conflicten. Zoals Krishnamurti vaak zei: “Separation
is conflict.” Een andere mysticus, Nisargadatta Maharaj zei eens: “Het
ego is als een touw dat, laag over de grond, over een drukke winkel-
straat is gespannen. Iedereen struikelt erover.”
“Een tweede uitspraak die me nog in de auto te binnen schoot was:
“I was dreaming when I was asleep. Then I woke up and I found
myself dreaming.” De uitspraak is, geestig genoeg, van Oliver
Hardy!”
“Het is zeker dat het moment waarop de gescheidenheid ontstaat, de
ik-kramp en die lineaire gedachtenstroom, dat dat tegelijkertijd het
begin is van een dromende zijns-wijze, gekenmerkt door tijd. We
zitten nu ook te dromen en met ons de hele planeet. Als we ’s
ochtends wakker worden en uit de droomfase van de slaap komen
dan is er geen sprake van echt wakker-zijn. We dromen de hele dag
door. Met open ogen. Dat laatste wordt pas echt gerealiseerd als er
dat Ontwaken plaatsvindt.”
“Zijn wij mensen niet tot op het bot gespleten?”
J.F.: “Hoe bedoelt u dat?”
“Ik had het er laatst met een psycholoog over. In onze tuinvijver
zitten karpers en één was aangevallen door een reiger. De karper
dreef daar erg ongelukkig. Mijn vrouw en ik hebben hem uit de vijver
gehaald, in een grote emmer gedaan en veel liefde en verzorging
gegeven. Wij zijn drie dagen met het beest bezig geweest. Wonder
boven wonder, hij haalde het en leeft nu nog. We waren blij en zeiden
tegen elkaar: “We gaan gezellig een hapje eten. We gaan een visje
pakken.” Dat bedoel ik met gespletenheid!”
“Het ik-bewustzijn is gefragmenteerd. Er drijven allerlei ego-frag-
menten in, dominante gedachten, mini-identiteiten, ieder met een
eigen perspectief en vele zijn met elkaar in conflict. Met mededogen
en zorg wordt een gewonde vis in leven gehouden. Eerste ego-frag-
ment. Even later geeft u de opdracht, in uw favoriete visrestaurant,
een levende kreeft in kokend water te gooien. Fijn kreeft eten!
Tweede ego-fragment.”
“Hoe kan ik dat denken stoppen?”
“Dat zou ik zeker niet proberen. Dan word je hartstikke gek. Maar je
kunt eerst zien dat de uitspraak ‘ik denk’ absurd is. ‘Ik’ is zelf een
gedachte en die gedachte kan andere gedachten natuurlijk niet
‘denken’ of produceren. Verder is het mijn ervaring dat aandachtig en
totaal luisteren naar een Ontwaakte, een steeds dieper begrijpen en
ook het vertrouwd raken met het proces van diepe meditatie de
denkstroom aanzienlijk doet afnemen. Ze wordt minder massaal,
milder. Dan is overigens het eindresultaat nog altijd ‘iemand die inner-
lijk stiller en rustiger is’. Wat dat stoppen betreft, er is natuurlijk geen
‘hoe’ want ‘hoe’ impliceert een methode, een techniek en dat besten-
digt alleen maar de stroom van de innerlijke tijd, de beweging van
wat-is naar wat-zou-moeten-zijn. Men kan werkelijk niets doen. Juist
in die overweldigende totale hulpeloosheid kan het wonder gebeuren
van het verdwijnen van alle zoeken ….. en daarmee van de zoeker.
p g
De radicale non-duale visie stelt
dat die ‘iemand’, die zoeker, er
helemaal niet is en nooit is
geweest! Dit alles is natuurlijk
bedreigend, dit sterven voor je
lichamelijk sterft. Ook al gaat
het hier om een sterven van een
illusie, van een fata morgana.
Het resultaat van de afgelopen
25 jaar is voor mij ook het
inzicht dat wij tot op het bot
on-intelligent zijn. Er zit in ieder
mens een schatkamer boor-
devol echte intelligentie maar de
deur is in het slot gevallen.
Intelligentie – en dat is zeker
geen opgestapelde kennis waar
men slim mee kan manipuleren
– is zuiver, identiteitsloos be-
wustzijn. Zoals een modern
mysticus het zegt: “het is
nothingness-awareness”. Dat is
de Bron waaruit alles voortkomt
en waar alles weer in verdwijnt.
Vroeger zeiden we ‘God’. Die
Intelligentie is voor het grootste
deel bij de mens geblokkeerd. De deur is de ik-structuur plus de
gedachtenstroom, zo kenmerkend voor onze bewustzijnsconditie.
Die blokkade is er in feite al duizenden jaren. De mensheid pleegt nu
een collectieve zelfmoord omdat die werkelijke Intelligentie niet
beschikbaar is. Wij gaan aan de ik-overtuiging, tot
overmaat van ramp omzwachteld met geloofs-
overtuigingen, te gronde.
“Is dit Ontwaken niet voor weinigen weggelegd?”
“Het is voor ieder mens weggelegd. Dit is géén
elitaire visie of beschouwingswijze. Weet u, wij
hebben het hier over de democratisering van echte
mystiek. Dat is toch een nieuwe ontwikkeling. Ik
kan me niet aan de indruk onttrekken dat Jiddu
Krishnamurti en zeker ook Bhagwan Shree
Rajneesh, later Osho genoemd, juist deze demo-
cratisering in gang hebben gezet. Het is zeker niet
elitair. Ieder mens verlangt ten diepste naar zijn
eigen afwezigheid, naar zijn non-identiteit. Dat
betekent uiteindelijk het oplossen, het wegsmelten
van de druppel ‘Ik BEN’ in de oceaan die ‘aware-
ness’ werd genoemd, het ‘I AM that I AM that I
AM’. Maar alles begint met onbehagen. Een suc-
cesvol zakenman die in zijn villa bij zijn zwembad
zit, Rolls Royce voor de deur, lieve vrouw, lieve
kinderen en toch in wanhoop. Tot het suicidale
toe! Die wanhoop is de manifestatie van echte Intelligentie. Er valt
me nog het verhaal in van een Soefie-mysticus die, verkleed als bede-
laar, een zaal binnenkomt waar de Koning audiëntie zal geven. Hij
loopt naar de troon toe, gaat er op zitten en een minister zegt: “Wie
denkt u dat u bent? Bent u een minister?” “Nee”,
zegt de Soefie “Ik ben meer dan dat.” “Denkt u dat
u de Koning zelf bent?” “Nee”, zegt de Soefie “Ik
ben veel meer dan dat”. “Denkt u misschien dat u
God bent?” “Nee” zegt de Soefie ik ben meer dan
dat!” Dan roept de minister, nu razend, “Er gaat
niets boven God!” “Precies” zegt de Soefie “Ik ben
dat Niets!” Dit verhaal werd vaak verteld door
Ramesh Balsekar, een Ontwaakte en leerling van
Nisargadatta Maharaj. De laatste had nauwelijks
lagere school, sprak weinig Engels en drukte zich
vooral uit in het Marathi, de taal rond Bombay.
Ramesh was jarenlang zijn vertaler. Hij was toen
gepensioneerd als voorzitter van de raad van
bestuur van de ‘Bank of India’ of zoiets, en zat
naast Maharaj in een kleine kamer in een achter-
buurt van Bombay. Aan Ramesh werd enkele jaren
geleden de vraag gesteld: “Kunt u een korte
samenvatting geven van de visie van uw leer-
meester?” Spontaan was zijn antwoord: “Dat kan
in drie woorden. The non-existence of identity.”
Het niet-bestaan van identiteit.” �
P S Y C H I A T R I E
ACADEMY® Magazine / ZOMER 2005 42
“Ik geloof in Spinoza’s God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, niet in een God die zich bemoeit met
het lot en handelen van mensen.” – ALBERT EINSTEIN –
Titel: Metanoia
Uitgeverij: Samsara
ISBN: 90-77228-25X
Prijs: € 15,95
p g