Ajo

dakt

Puzz

elen

met

...Sp

ellin

gTa

al

Gro

ep 4

Ant

woo

rden

Zelfs

tand

ig w

erke

n

Dit

antw

oord

enbo

ekje

hoo

rt b

ij he

t gel

ijkna

mig

e w

erkb

oek

van

de s

erie

Puz

zele

n m

et...

. Dit

mer

k be

staa

t uit

een

verz

amel

ing

gebr

uiks

vrie

ndel

ijke

en v

oord

elig

e oe

fenb

oekj

es v

oor g

roep

3 t/

m 8

waa

rmee

de

leer

linge

n al

lerle

i vaa

rdig

hede

n

antw

oord

en in

het

wer

kboe

k na

kijk

en.

Op

onze

Z-s

ite v

indt

u a

l onz

e ui

tgav

en: w

ww

.zel

fsta

ndig

-wer

ken.

nl

9789006628166

Puzzelen met Spelling Groep 4

Antwoordenboek

Colofon

Auteur

Eva den Boogert

Jessica Copier

Redactie

Hanna Molenaar

Vormgeving

Maura van Wermeskerken,

Apeldoorn

Zinder, Utrecht – omslag

Opmaak

PrePressMediaPartners, Wolvega

Illustraties

Marcel Westervoorde –

binnenwerk

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen

Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger

Onderwijs

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze

leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice

(088) 800 20 17

ISBN 978 90 06 62816 6

Eerste druk, eerste oplage, 2012

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2012

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in

enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door

fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van

artikel 16h Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 dient

men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan

Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060,

2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl).

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers

en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de

uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en

het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de

wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te

kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het

FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de

bosbouw voor het gebruikte papier

op een verantwoorde manier heeft

plaatsgevonden.

2

Taak 1

1beukliefpierreusvier

doelduifkoemuilruil / (Roel)

2duim mier voet boekdeur buik ui hoed

3koel / kielpuin / (Pien)soeshuis / heusbier

ruim – roem buik – boek deuk – doek ruit – riet tuin – tien

4boerruikkier

neus riem boek

moermuisbuis

51 zoet2 ziek3 wiel

4 doek5 ruil

6 buil7 leuk

61 buik2 dier3 deuk

4 soep5 vies6 vuil

7ruil voer niet koekdoek duik deuk boek

3

Taak 2

1broekbruinbrilbraaf

plakpleinplaatplek

slakslimsluipslof

2twee medeklinkers twee medeklinkersvooraan achteraandropgroenkleinkraanprik

slaapsloottraanvloekbleek

ritsbeestpuistrupspaard

dorpjurkkersmistvest

3bloem – klap – kruk – snoep vlieg – bloot – gras – troon

41 broers 5 staart2 broem – broem 6 start3 krans 7 krant4 kwast 8 kwart

5paardbaard

staartmaart

vuistpuist

ganslans

taartkaart

poortboort

fietsniets

kransdans

4

Taak 3

1harkwolkhalfzelfarmvork

kaarsrupskranthondkindgrond

21 help2 jurk

3 kalf4 balk

5 dorp

3 verstdikstkleinst

dunstleukststoutst

sterkstgekst

4worm kerk berg harkvorm sterk dwerg parkstorm werk erg Mark

51 Jens verstopt zich. Hij hurkt achter de struik.2 Op de markt koop ik een worst.3 De arts voelt dat Emma koorts heeft.4 Als Jan sprint is hij het eerst bij de streep.5 Op de korst van mijn brood wil ik stroop.

6Joep poetstBram spreektJordi helptLotte zorgtManuel werktSven wenst

Karin botstDorien schaatstJoram verftEline kletstDaan springtFelicia strikt

5

Taak 4

1ssoepslangslimsomsstuur

zzakzoutzelfzoekzand

21 zeep2 zwart3 slak4 zon

5 slurf6 slee7 ziek8 som

31 zwaan2 storm3 zaag

4 stuur5 zoen6 sap

7 zakgeld8 stop

4wel etenvlokkenfruitvleesframboosvisfriet

geen etenvliegtuigfeefietsverhaalvuurfilm

51 varken2 fles

3 verf4 fluit

5 vuur6 vijf

61 fijn – feest – film2 vraag – vlug – vier3 ver – valt – vlot

6

1

go

ed

fou

t

r i Ik ruik lekker.n e Een, twee, drie, vir, hoedje van papier.b m Goen vindt Mark de mooiste kleur.k r Die vlieg kriebelt op mijn been.a f Marit heeft een snee in haar dium.k n Er staat een kruis door de letter.d o De drak spuwt vuur.u s Er vliegt een heks op haar bezem.t r Dorp is lekker. o u Mijn breors maken graag muziek.l n Mijn mond plakt van de lollie.d r Josje heeft een lange saart.

i n b r a n d s t o n d

21 h e r f 11

f r e il a a s i u t 9 f

3 f w 2 t 12 k l 10 s ll m l a e n 8 g oe a

5

k 13 k r a l 7 s4 s l a l 6 f i l m

Puzzelmix 1

3

j u r kz a n d

d a n s tw o r s t

k l e i n s td w e r g

z o e nd u n s t

s t r e n gb e r g

v a n d a a g

h a r kz w a a n

s t o e lv a r k e n

s o e p

j a d r i e e n e e n h a l v e

7

Taak 5

7

1banghongerslangjongtangvangen

drankjedrinkhinkelbankvonkzinken

2ringangststrengkringlangvangt

drankjeinktdenkwinkelplanklinks

3brengstreng

ganghang

flinkdrink

mankblank

51 slang – slank De slang sist. Als je dun bent, ben je slank.

2 bang – bank Ik ben bang voor de tijger. Ik zit op de groene bank.

3 stang – stank Ik stoot mijn hoofd tegen

de stang. Wat een stank komt er uit

de wc.

4 zingt – zinkt Lies zingt een liedje. De steen zinkt naar de

bodem.

4 tong ● ● Het stukje boven je voet is je enkel.

enkel ● ● Aan de zijkant van je gezicht zitten je wangen.

vingers ● ● Aan mijn hand zitten vijf vingers.

wangen ● ● Als je ademhaalt gaat de lucht naar je longen.

longen ● ● De kleinste vinger is je pink.

pink ● ● In je mond zit je tong.

8

Taak 6

11 De hond rent door de deur naar binnen.2 Bello is een speurneus en hij volgt het spoor.3 Met zijn neus ruikt hij elke keer de geur.4 Een moorkop is een soort grote soes met slagroom.5 De zeurpiet stelde voor om te stoppen.6 De zieke had veertig graden koorts.7 Luna kleurt een mooie kleurplaat.

21 meer 5 boor2 spoor 6 voordeur3 ijsbeer 7 beurt4 zeur

31 onweer2 vleermuis3 kleurdoos

4 deurknop5 domoor6 zangkoor

7 leerling8 scheerschuim9 voorjaar

4beerdeur

heeroor

peerpoort

ik smeerik scheur

5hoorhor

boordbord

kortkoord

dorpdoor

61 koor 4 kleur2 veertien 5 koorts3 deurmat 6 speer

9

Taak 7

1grasmaaierzwaaienfraai

koeienvloeistofroeien

gooienhooiprooi

2roeigroeibloeiknoei

vlaaihaaidraaikraai

dooi fooikooimooi

3bloeitknoeitloeit

graaitzaaitstoeit

4De boer zaait nieuw gras. De machine gooit de zaadjes op de grond. De wei van de koeien is helemaal kaal. De wei ligt wel vol met vlaaien . Een koe loeit, omdat hij gras wil eten. Na het zaaien zet de boer de sproeier aan. Dan kan

het gras lekker groeien. Als het gras te lang wordt, dan gaat de boer het maaien . Als de wind blaast, dan waaien de grassprietjes weg. Het gemaaide gras droogt. Het wordt hooi. De kalfjes zijn aan het stoeien.

51 kooien2 dooit

3 roeiboot4 vlooien

5 zwaait6 sproeit

6aaienroeien

knoeiensproeien

kooiennaaien

haaien groeien

71 maaien2 draaien

3 stoeien4 knoeiwerk

5 dooit

10

Taak 8

11 Ha, Lana, zei Petra. Hoe gaat het ermee? Ga jij mee naar de

zee? 2 Op het strand loopt geen vee. Het vee ligt op het stro.3 De kerstman zegt: ‘ho ho ho!’ Hij heeft een mooie slee.4 Een fee vliegt ook zo door de lucht. Als ze lacht hoor je: ‘ha ha

ha’.5 Ja, doe haar dat maar na.

21 Ga je mee naar de zee? Ja of nee?2 Mijn vader zegt pa en ma tegen opa en oma.3 Als ik mijn bord met sla op heb, mag ik vla als toetje.4 Ik sta op de derde tree van de trap.5 Wat een scherp mes. Als ik daar nu maar geen snee mee krijg.6 Papa zegt dat we na het eten naar opa gaan.

31 mama2 daarna3 sla4 vee

5 la6 auto7 ermee

61 twee 5 zee2 sla 6 ja3 snee 7 fee4 nee 8 vee

41 zee2 vee3 stro

4 fee5 sla6 vla

7 tree8 snee

51 Tijmen maakt een foto van een boot in de zee.2 Kijk, nu loopt de zebra naar het stro.3 Paul gaat met Lieke in een kano varen.4 Waarmee was jij die auto?5 Een pinda is niet duur.

11

Puzzelmix 2

kleur 1-12 klur 4-21sne 17-20 snee 25-26hir 5-4 heer 4-33groei 7-11 groej 3-6jong 3-28 jonn 5-10noojt 1-21 nooit 2-21sort 1-32 soort 21-35vlaa 11-23 vla 23-32kraai 14-23 kraaj 2-16bangk 29-33 bank 13-18doorp 16-10 dorp 16-22strenk 6-22 streng 14-16koejen 6-17 koeien 13-22nee 5-33 ne 4-8opaa 5-7 opa 5-23lingks 3-6 links 3-17scheur 17-28 schur 5-17draaij 7-8 draai 7-20henkel 1-5 hengel 1-8twee 24-27 twe 9-4ijsbeer 19-30 ijsbir 2-33vinner 5-10 vinger 10-31mooje 4-5 mooie 6-9sla 11-20 slaa 8-11korts 17-15 koorts 8-29omaa 19-35 oma 29-34drinkt 2-15 dringkt 6-16moeite 27-31 moejte 5-27sle 1-15 slee 4-15storm 4-6 stoorm 4-14wingel 9-10 winkel 10-19stroo 3-9 stro 9-32gooien 12-25 goojen 3-12inkt 33-35 ingkt 33-19

1

weg 1zeevoordeur

weg 2javeertien

weg 3feeknoei

weg 4zwaaispeurneus

weg 5jongenkooi

weg 6drankjenu

2

12

1geel: spreeuw – meeuw – geeuw – sneeuw – leeuwrood: nieuw – nieuws – kieuwblauw: zwaluw – duwen – schuw – uw

21 geeuwt2 ruw3 nieuw4 uw5 kieuwen6 sneeuwpop

3geeuwensneeuwbalduwen

kieuwenschuwnieuwjaar

zeeleeuwnieuwsschreeuwen

41 meeuw2 sluw3 –4 eeuw5 duwt6 nieuws7 –8 spreeuw

51 sneeuw2 meeuw3 sneeuwpop

4 zeeleeuw5 geeuw6 leeuw

7 duw8 schreeuw9 sneeuwbal

Taak 9

13

Taak 10

1wormpjeboekjetouwtjepleintje

geitjeoortjehaasjedeurtje

tuintjekuiltjepeertjeplakje

2slurfslurfje

ooroortje

armarmpje

riemriempje

boomboompje

duwduwtje

beerbeertje

stoelstoeltje

31 a schraal b schaal2 a scheef b schreef

3 a schijf b schrijf

4jebootjeharpjelampjeplaatje

tjescheurtjepijltjebroertjekoetje

pje armpje oompje boompje riempje

51 scheer2 schrift

3 schroef4 schuur

61 schiet2 schrijf3 scheer

4 schenk5 schijn6 schrik

14

1dbloedboordgoedblond

roodwoordvreemdkind

t matstartplatlaat

zwartworstsportfruit

Taak 11

2één foutéén baardéén hertéén fluit

één hemdéén hartéén feestéén maand

3boottaartbordbrand

draadhouthuidkast

4Een eend lust graag brood. Hij lust geen friet . Geld laat een eend ook liggen. Dat lust hij niet . Je moet geen hard groot stuk geven. Een eend is bang voor een hond. Laat die hond bij het voeren dus maar in zijn mand. In de lente kun je een

kist met een krant buiten zetten. Een omgekeerde hoed kan ook. Misschien maakt hij een nest . Een eend maakt ook vaak een nest in het riet . Die plant staat langs de kant van de sloot .

5vrienddoodoudzachtkort

grootkoudstadvastbreed

6loodwantgoedspuit

wondbroedkaartrond

15

1engelwortelwandelenkelkruimel

kleinegroentetanteruimtebruine

21 drukte2 bliksem3 raadsel

4 sleutel5 bloembol6 meubels

3heuvelkeukenstiekemgieter

kleutermoederkruimeltijger

Taak 12

61 He t|var ken|li gt|in|d e|mod der. varken – modder2 Roy|ko opt| een|hen gel|in| de|win kel. hengel – winkel3 Voor|d e|mees ter|is| de|s om|sim pel. meester – simpel4 Een| pan ter|he eft|de| kleu ren| panter – kleuren

b ruin|e n|geel. 5 De |vleu gel |van |de | vlin der | is | pa ars. vleugel – vlinder

4vliegersleutel

bliksemspiegel

engelvarken

vlinderborstel

51 vijver2 enkel3 spijker

4 stiekem5 monster6 gouden

16

1

sk cr h

s c h u u ri o

m e e u we f d o k t e rl us n e e u w p o p

n av a r k e n n

e tb l i k s e ma i ra s

f r u i td

4s p r e e u w s n

h i e u n d s c t

a g r s i u n h u

r e u l e w e u i

p e w u u t e u n

j u w w w j u r t

e w j a a e w t j

s l u r f j e j e

w o r m p j e e r

1 januari noem je ook wel: Nieuwjaar.

5

Een mooi en sierlijk insect met gekleurde vleugels is een: vlinder

v r i e n dp l a tw i n k e le n g e l

h o n dn e s tg r o e n t e

Puzzelmix 3

2Er zit een scheurtje in het nieuwe boekje.Het touwtje van de vlieger is wit.

3wormpjeduwtjeharpjeschuurtjeslurfjetuintje

geeuwruwsneeuwnieuwsluwspreeuw

17

1ijkijkerschrijftdijkgordijn

grijspijpkwijtkrijt

eidweilsteilzeilei

meisjepreigeiteind

Taak 13

21 krijt2 teil3 eind4 spijt

5 zwijn6 mei7 klein8 trein

31 pijp2 ei

3 gordijn4 meisje

5 trein

41 klauw2 fout3 saus

4 touw5 koud6 blauw

7 kauwen8 vrouw

5miauwtrouwpauwenhoutnauw

zoutgrauwgebouwflauwvouwt

6gauwdauwpauwwauwgoudmouw

houtjoubouwlauwblauwoud

18

1Mijn nicht houdt wel van een gedicht. Als ik bots zegt ze: “Ach, och, wat een pech toch.” Ik zucht eens diep. Dan roept ze tegen mijn moeder: “Dat joch stoot zich en het was niet zacht.” Mijn moeder kucht en

komt dichtbij. Mijn hond richt zich op en komt achter me staan met zijn zachte vacht. Met lichte kracht duwt hij tegen mijn rechterbeen. “Wacht”, zegt mam, “Je lacht alweer! Ik dacht dat het echt slecht met je ging.”

2jacht – bracht – lacht – gracht – nacht knecht – recht – vecht – vlecht – specht richt – dicht – nicht – zicht – lichtkucht – zucht – vlucht – vrucht – luchtbocht – kocht – mocht – tocht – zocht

Taak 14

31 zich2 nacht3 acht4 lucht

4achtrechtsvrachtvraagt

nachtvechtveegtzaagt

slechtlachtvlechttocht

spuugtdichtvruchtdraagt

51 broekzak2 schatkaart3 puntdak4 roeiboot5 huisdier

6viltstiftbuurvrouwsneeuwvlokjaszakdriehoek

zandbakkoelkastduikbrilzondagnijptang

7kaarsvetsneeuwbalfietspompkastdeur

zwembroekoorbelleesboekbloemkool

81 kaasschaaf2 feesttent3 kerkklok4 snoeppot

19

1kortslofpandropslurfspinpet

langlaarsbroodmuurstaartdroomsteen

2

da me

sla ger

ko nijn

buur vrouw

ro bot

voor kant

mu ziek

to ma ten

re gen

3bomenschapenmurenstenenknopen

stratenwekenbotenzwanenschuren

wij kokenwij pratenwij dromenwij bewegenwij sturen

4raketkonijn

lepeltomaat

hamerkoning

bekertafel

51 tenen2 navel

3 nagel4 tranen

61 dure2 lage

3 schone4 grote

71 kaarsen2 schalen3 straten

4 taarten5 bomen

Taak 15

20

11 h 6 g o u 7 d t a aa n i n w 8 l e mn d d o e i e ou r o 5 w o b s 11 ti 2 k e u e 9 k c hs i 3 n o 4 t o i 10 ns p a c h n i j

211 blauw12 –13 –14 raket15 grasspriet

16 –17 –18 bocht19 –10 ei

3

1 1 4 4 4 4 5 5 5 8 8 8 8 1 1 1 1 4 4

8 2 6 9 3 1 7 6 9 1 3 3 3 1 6 6 6 4 4

8 6 8 8 8 1 3 8 9 4 7 4 4 1 9 1 1 7 4

8 6 4 2 2 1 3 8 9 1 7 7 4 1 9 1 4 7 4

8 6 4 4 7 8 3 1 7 5 2 8 8 1 9 4 4 7 8

4 9 9 7 9 8 2 2 7 1 2 9 9 8 3 3 9 1 8

4 4 5 5 5 8 4 5 4 5 4 5 4 5 5 5 4 5 8

4weg 1 weg 2 weg 3schrijffout achttien vrouwenrobot tomaat knecht

weg 4 weg 5 weg 6verfdoos krijt kleinmuziek viltstift pauwen

Puzzelmix 4

21

1haaifluitenkelvork

ringkleurplaatkoeientwee

neuskrantengelveertien

sproetzonpinkoor

2

t h a a i w e e n k e l eb i k l e u r p l a a t ne n g e l k n t w e e e kn f k r a r n t n e u s op l z i b a u i o o r t ei u o n e n s p r o e t in i n g n t k v o r k a ek t n v e e r t i e n t n

t w e e ,

een b i n n e n k a n t

en een b u i t e n k a n t

Puzzelverzamelmix 1

3

m a a i e nk o o r t s

r e u sl o e i t

v i j fk r a a n

o n w e e rp o e sr u p s

s n e ew o l k e n

m e ev i s

s l i m s ts c h e e r t

h o o rs t e r k s tr o e i b o o tz i e k

k a l ff r i e t

d a a r n a

m o e t i k n o u

s o m s s c h r i k k e n

22

1 geeuwmierschriftschrijf

riempjeboompjemeeuw

schreeuwfietsgrijs

21 wormpje2 boekje3 kuiltje4 raampje5 broertje6 hondje

7 worst8 hemd9 maand10 hert11 woord12 kast

13 straat14 apen15 schapen16 taarten17 kaarsen18 tranen

3

1r 2k 3n 4i 5a 6p

Oplossing: knap gedaan

7g 8g 9n 10e 11s 12d

13d 14a 15a 16t 17a 18n

4

1 s c h r e e u w

Als het sneeuwt gooien we sneeuwballen naar elkaar.

2 w a n d e l3 k e r k k l o k4 m e i s j e5 d u i m p j e6 z w a n e n

7 b e n e n8 m i a u w

9 b l a u w10 v l e c h t

11 z w e m b r o e k12 w o n d

Puzzelverzamelmix 2

23

1

2

b l o e m e t j ee o ik o j k

b o s e v l i e g e rl c b r i l e ui h e r u i tk a a r s c n ss t s c h a a p se k n t g f pm e i s j e e i i

s e n k e l e e n dt u e t r

d w e r g s ip k s p e r e n

v o r k op l m

o pk

Superpuzzelverzamelmix

vuil 11-41 mius 11-24sterkts 5-40 straks 5-25neus 15-21 duek 8-12honger 23-28 dengk 24-41vordeur 24-36 spoor 27-35vruit 3-11 film 2-16woluk 8-11 melk 3-9roeien 4-12 knoejt 7-30zee 13-22 stroo 5-15flingk 4-32 donker 13-20kieuw 15-38 niew 10-41armpje 28-32 hondtje 2-4haluf 1-2 hark 14-30verv 5-6 zalf 34-37durmat 22-30 beurt 27-34schuren 18-19 stuuren 11-15zwaajt 12-16 maait 6-7

pir 3-4 beer 2-8zebraa 7-22 pinda 3-39kaas 17-19 muiz 5-9gieter 6-16 kleutur 4-24brand 31-36 maant 8-20stiekum 32-40 sleutel 14-25pauw 5-24 blouw 37-41zoms 1-5 zwart 1-9schrift 10-39 schrelp 8-14zwein 19-32 reisje 8-9kooj 14-41 mooi 26-33plangk 7-10 zingt 33-36jaszak 23-29 snoepot 20-40paard 12-32 baart 32-41leew 8-11 meeuw 17-24spegt 12-16 zucht 4-11schapen 10-40 naagel 9-24

24