Aantekeningen origos inserties
-
Upload
leroy-gabri-rodriguez-vera -
Category
Documents
-
view
142 -
download
3
description
Transcript of Aantekeningen origos inserties
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 1/18
Aantekeningen hoe je de verschillende structuren intekentmet daarbij de diverse origo's en inserties
Anatomie in Vivo 2 (Hogeschool Utrecht)
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
lOMo RPS
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 2/18
Richting aanduidende termen
Craniaal Richting schedel
Caudaal Richting staart
Proximaal Naar het uitgangspunt (extremiteit)
Distaal Naar het uiteinde (extremiteit)
Retractie Retractie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van retractie wanneer vanuit de neutrale
uitgangshouding (de anatomische houding) het schouderblad langs de borstkas richting de wervelkolom wordt
getrokken.
Protractie Protractie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van protractie wanneer vanuit de neutrale
uitgangshouding (de anatomische houding) het schouderblad langs de borstkas naar voren toe wordt
getrokken.
Elevatie Elevatie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van elevatie wanneer vanuit de neutrale
uitgangshouding (de anatomische houding) het schouderblad langs de borstkas omhoog wordt getrokken.
Depressie Depressie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van depressie wanneer vanuit de neutrale
uitgangshouding (de anatomische houding) het schouderblad langs de borstkas omlaag wordt getrokken. et
tegenovergestelde van depressie is elevatie.
Laterorotatie !aterorotatie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van laterorotatie wanneer vanuit de
neutrale uitgangshouding (deanatomische houding) het schouderblad met "i#n onderste punt (angulus in$erior)
naar buiten draait.
Mediorotatie Mediorotatie is een beweging van de schoudergordel. Men spreekt van mediorotatie wanneer vanuit de
neutrale uitgangshouding (deanatomische houding) het schouderblad met "i#n onderste punt (angulus in$erior)
richting de wervelkolom draait.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 3/18
Les 1
Processus spinosi C6 – S2
%i# een (maximale) $lexie van het hoo$d "i#n cervicaal & ' uitstekende processus spinosi "ichtbaar. * en + "i#n van elkaar te
onderscheiden door het hoo$d vanuit een $lexiestand naar een extensiestand te bewegen, waarbi# + voelbaar bli#$t en * naar
ventraal schui$t.
%i# een rotatie van het hoo$d roteren de cervicale wervels eerder dan de thoracale wervels. -o kan #e onderscheidt maken tussen
+ en /
• 0ee$ van elke processus spinosi de bovenrand en onderrand aan door middel van een streep en "et een 123#e op het
(puntige) uitsteeksel.
Processus transversus C1ussen angulus mandibulae en de processus mastoideus is de processus transversus te palperen. ontroleer door middel van
rotatiebewegingen o$ de #uiste structuur wordt gepalpeerd. 4R5506 7aarom wordt gebruik gemaakt van een rotatiebeweging8
De palpatie kan onaangenaam "i#n voor de proe$persoon omdat boven op de plaats waar de processus transversus wordt
gepalpeerd de glandula parotis (oorspeekselklier) ligt.
/ transversus is net achter de massoideus mastoideus6 sterna clavicula hecht erop aan
Procc mastoideus "it onder #e oor en gee$t het pi#nli#ke gevoel. 9an #e ook voelen met rotatie
Processus transversi 1 – 12
horacale processus transversi "i#n niet voor palpatie toegankeli#k en worden daarom gepro#ecteerd. %i# pro#ectie geldt de re gel,
dat de processus transversus van een wervel "ich "owel hoog3 als laag3thoracaal ter hoogte van de geli#knamige processus
spinosus bevindt, terwi#l de mid3thoracale processus transversi "ich ter hoogte van de erbovenliggende processus spinosus
bevinden ("ie tabel /).
Palpeer de punt van een mid3thoracale processus spinosus. Palpeer vervolgens naar craniaal de bovenliggende processus spinosus
en verplaats dan ongeveer ::n duimbreed (& ' cm) naar lateraal. Eventueel kan door druk op de processus transversus uit te
oe$enen de rotatiebeweging van de betre$$ende processus spinosus worden waargenomen.
et verschil tussen mid3 en hoog3 o$ laag3thoracaal wordt veroor"aakt door het steile verloop van de mid3thoracale processus
spinosi. De overgang is overigens geleideli#k.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 4/18
Crista sacralis mediana !S1 " S2#
De processus spinosi op het sacrum vormen samen de crista sacralis mediana. De"e "i#n echter moeili#k te palperen, daarom wordt
voor de ori;ntatie van de processus spinosus 1& veelal gebruik gemaakt van de ligging van de beide spinae iliacae posteriores
superiores.
$rticulationes %&gapoph&siales !'acetge(richten#
De $acetgewrichten "i#n thoracaal niet te palperen. -e bevinden "ich ongeveer ter hoogte van de discus tussen twee
opeenvolgende corpora vertebralia. <m een indruk te kri#gen van de locatie van de $acetgewrichten wordt gebruik gemaakt van
de palpatie van twee opeenvolgende processus spinosi en twee opeenvolgende processus transversi. eken de"e structuren en
verbind "e vervolgens kruislings. et sni#punt van de twee li#nen is het ori;ntatiepunt voor het $acetgewricht.
Ligamentum nuchae
Dit ligament is uitgespannen van processus spinosi + tot aan de protuberantia occipitalis externa. %i# voorovergebogen hoo$d is
de structuur goed palpabele (gespannen) bindwee$selstreng in de mediaanli#n van de nek.
Ligamentum supraspinale
4an + naar het sacrum
5ls #e naar craniaal gaat, gaat het lig. <ver in het lig. Nuchae
)ie a'*eelding+
3 Protuberantia occipitalis externa
3 linea nuchae superior
3 Processus mastoideus
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 5/18
Les 2
-ie a$beelding voor de volgende structuren6
3 =ncisura #ugularis
3 =ncisura clavicularis
3 1ternum
o Manubrium sterni
o 5ngulus sterni
o orpus sterni
o Processus xiphoideus
o 1>nchondrosis xiphosternalis (verbinding tussen
processus xiphoideus en corpus sterni)
3
artillago costalis3 5rcus costallis
rigonum auscultatie
7ordt groter bi# laterorotatie scapulae
oe te tekenen
3 !atissimus dorsi <nderrand
3 rapes"ius medialerand
3 Margomediales scapula laterale rand
Costae , - .,, !ri**en 1 t"m 12#
0ee$ met een huidpotlood de boven3 en onderrand van de ribben aan over een lengte van 5 cm.
De eerste rib is moeili#k te palperen omdat hi# grotendeels achter de clavicula ligt. Eventueel is in ruglig iets te palperen van het
ribkraakbeen van costa =, direct caudaal van de clavicula. osta == is in "it de eerste rib, waarvan "owel boven3 als onderrand is te
palperen.
$nguli costae /, t"m .
Palpeer het verloop van de costae, "odat het meest mediale deel kan worden gevoeld. De angulus costae is een bobbelt#e waar
een vinger achter ?gehaakt@ kan worden, ongeveer * cm vana$ de processus spinosi.
Sterno-costale ver*indingen van de costae ,, t"m ,/ en /,,
Precies ter hoogte van de angulus sterni hecht links en rechts het kraakbeen van costa == aan het sternum. =n de
intercostaalruimten kan de "i#rand van het sternum worden gepalpeerd. Door langs de laterale begren"ing van het sternum van
craniaal naar caudaal te palperen "i#n achtereenvolgens de kraakbeenaanhechtingen van costa ==, === en =4 a$gewisseld met de
intercostale ruimten == en === te voelen.
%i# palpatie van de arcus costarum naar craniaal, wordt de onderrand van het corpus sterni gepalpeerd. De aldus gevonden
overgang van arcus costarum naar corpus sterni is de articulatio sternocostalis 4==.
De kraakbenige verbindingen tussen costae 4 tAm 4== en het sternum liggen dicht op elkaar en "i#n lastig van elkaar te
onderscheiden. ostae 4=== tAm B hechten via het kraakbeen van costa 4== aan het sternum.
0ori%ontale vlaen
/. et suprasternale vlak , door het meest craniale punt van het manubrium sterni. er hoogte van de discus h&3h.
&. et Louis’ vlak , door de verbinding van het manubrium sterni en het corpus sterni. er hoogte van de discus hC3h.
. et xiphosternale vlak , door de s>nchondrosis xiphosternalis. er hoogte van de discus h3h/F.
C. et transpylorische vlak , in het midden van de incisura #ugularis en de bovenrand van de s>mph>sis pubica. er hoogte
van !/. Dit vlak is ook te vinden, "i# het wat onnauwkeuriger, halverwege het xiphosternale vlak () en de navel.
. et subcostale vlak , door het meest caudale punt van de ribbenboog (arcus costalis). 0lobaal ter hoogte van !, de"e
hoogte kan redeli#k vari;ren.*. et umbilicale vlak , door het niveau van de navel. et li gt meestal onder het subcostale vlak (), de ligging is echter ook
variabel.
+. et supracristale vlak , door het meest craniale punt van de crista iliaca. er hoogte van !3!C, bi# mannen meer ! en bi#
vrouwen meer !C.
G. et transtuberculaire vlak , door de tubercula iliaca. er hoogte van (de bovenrand van) !. et ligt ongeveer halverwege
het transp>lorische vlak (C) en de bovenrand van de s>mph>sis pubica. <ok is de positie te vinden door het midden te
nemen tussen het supracristale vlak (+) en het interspinale vlak ().
. et interspinale vlak , door de spinae iliacae anteriores superiores. <ngeveer ter hoogte van 1&.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 6/18
Les
Musculus rectus a*dominis
Patient in ruglig op de ta$el en laat hemAhaar $lexie maken in de thorax
Palpeer de laterale rand (linea semilunaris), de linea alba en de intersectiones tendinae (::n ter hoogte van de navel en twee
erboven).
<rigo 6 4oor"i#de ribkraakbeen e
H +e
rib
6 Processus xiphoideus sterni
=nsertie 6 1>mph>sis pubica
6 %ovenrand <s pubis
2unctie 6 2lexie wervelkolom
0e$ixeerde thorax 6 5chteroverkantelen bekken (in !79)
6 Detractie van de ribben (Expiratie)6 4erhoogt intra3abdominale druk (bi# geli#kti#dige contractie met het dia$ragma)I de"e werking is
gering en is meer uitgesproken een $unctie van de schuine buikspieren
%i#"onderheden
/. De spier is meerbuikig. De buiken "i#n met elkaar erbonden met tussenpe"en (intersectiones tendineae)
&. De spier loopt in de rectusschede (vagina musculi recti abdominis). =n de mediaanli#n, tussen beide mm.recti in, wordt de
linea alba gevormd door de kruisende ve"els van de beide rectusscheden
. De laterale begren"ing van de spier wordt de line semilunaris genoemd.
M3 o*li4uus externus a*dominis
De"e spier wordt gepalpeerd door de aangren"ende spieren en structuren aan te geven. -et de pati;nt in "it op de ta$el en palpeer
de onderste costae en de caudale rand van de m. pectoralis ma#or (craniale grens), de crista iliaca (caudale grens), de m. latissimus
dorsi (caudodorsale grens), de m. serratus anterior (laterale grens) en de m. rectus abdominus (mediale grens). De spierbuiken
van m. obliJuus externus abdominus en de m. latissimus dorsi gren"en direct boven de crista iliaca niet alti#d aan elkaar. ierdoor
ontstaat een (soms inspectabele) driehoek6 het trigonum lumbale (Petit).
<rigo 6 %uiten"i#de e
H /&e
rib
=nsertie 6 4ia de retusschede aan de linea alba6 crista iliaca (voorste &A deel)
6 tuberculum pubicum
2unctie Enkelzijdig 6 heterolaterale rotatie van de romp A wervelkolom
6 latero$lexie van de wervelkolom (caudale deel)
Dubbelzijdig 6 $lexie wervelkolom (behalve het meest caudale deel)
6 detractie van de ribben (expiratie)
6 verhoogt intra3abdominale druk (bi# geli#kti#dige contractie met het dia$ragma)
6 achteroverkantelen bekken bi# ge$ixeerde thorax
%i#"onderheden
/. De spier hee$t G koppen die alterneren met de koppen van de m.serratus anterior en de m.latissimus dorsi
&. De spier vormt de ventrale begren"ing van het trigonum lumbale (petiti). Dit is het driehoek#e waar de m.obliJuus
internus abdominis oppervlakkig ligt
M3 o*li4uus internus a*dominis
De m. obliJuus internus abdominus ligt alleen oppervlakkig in het trigonum lumbale. eken dit driehoek#e a$, palpeer op die plaats
en vraag de $unctie(s) van de m. obliJuus internus abdominus.
Pro#ectie6 5rcus van de ribben t ekenen als bovenrand, linea semilunaris
<rigo 6 rista iliaca
=nsertie 6 <nderrand e
H /&e
rib
6 via de rectusschede aan de linea alba
2unctie Enkelzijdig 6 homolaterale rotatie van de romp A wervelkolom
6 latero$lexie van de wervelkolom
Dubbelzijdig 6 $lexie van de wervelkolom
6 detractie van de ribben (expiratie)
6 verhoogt de intra3abdominale druk (bi# geli#kti#dige contractie met het dia$ragma)
6 achteroverkantelen bekken bi# ge$ixeerde thorax
%i#"onderheden
/. !igt alleen oppervlakkig in het trigonum lumbale
<pmerkingen
/. M.obliJuus externus abdominis en m.obliJuus internus abdominis worden ook wel aangeduid als de schuine buikspieren
&. De schuine buikspieren vormen met betrekking tot hun rotatiecomponent t.o.v. de wervelkolom een $unctionele
eenheid.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 7/18
M3 transversus a*dominis
De m. transversus abdominis is voor directe palpatie niet toegankeli#k. 7el kan een indruk worden verkregen van de activiteit van
de"e spier6 direct mediaal van de spina iliaca anterior superior, ti#dens het ?intrekken van de navel@.
2unctie 6 De spier bekleedt de ventrolaterale (binnen) wand van het cavum abdominis en "orgt, net als de
overige buikspieren, bi# contractie voor een verhoging van de intra3abdominale druk (in
samenwerking met het dia$ragma)
M3 serratus anterior
De"e spier ligt lateraal op de romp tussen de spieren van de voorste en de achterste okselwand. eken voor
de palpatie dan ook eerst de"e twee spieren. Palpabel is het pars convergens. -et de spier in $unctie en laat
de proe$persoon inademen. <p de ribben "i#n dan ' C kop#es "ichtbaar die alterneren met de kop#es van dem. obliJuus abdominis externus.
Pars ransversa
<rigo 6 osta / en &
=nsertie 6 5ngulus superior scapulae
Pars divergens
<rigo 6 osta en C
=nsertie 6 Margo medialis scapulae
Pars onvergens
<rigo 6 osta tAm
=nsertie 6 angulus in$erior scapulae
0emeenschappeli#ke $unctie 6 Protractie (van de scapulaI alle delen)
6 elevatie ribben (inspiratieI bi# ge$ixeerde schouder)
6 detractie (van de scapulaI onderste ve"els)
6 laterorotatie (van de scapulaI onderste ve"els met name pars convergens)
6 $ixatie scapula
%i#"onderheden/. De spier kan de scapula, en daarmee de schoudergordel $ixeren
Musculus latissimus dorsi !laterale grens#
!aterale grens6 Patient in "it houding op de bank o$ kruk en laat hem adductie van de arm geven
raniale grens6 55555 proecteren"voelen5555555
De laterale grens loopt vanuit de achterste okselwand een beet#e schuin naar dorsaal (over de "i#kant van de romp tot de crista
iliaca). De craniale grens loopt nagenoeg hori"ontaal en scheert langs (op) de angulus in$erior scapulae.
<rigo 6 angulus in$erior scapulae
6 processus spinosi + tAm /&
6 2ascia t horacolumbalis
6 rista iliaca (achterste /A deel)
6 achter"i#de costa tAm /&
=nsertie 6 crista tuberculi minoris humeri
2unctie 6 adductie ( art. humeri)
6 endorotatie (art humeri)
6 retro$lexie (art.humeri)
6 met betrekking tot de scapula na $ixatie van art. humeri66 Retractie (bovenste ve"els)
6 detractie (depressie)
(hulpuitademingsspier)
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 8/18
M3 Pectoralis maor
De drie delen van de m. pectoralis ma#or hebben verschillende $uncties die moeten worden gebruikt bi# de palpatie van de"e spier.
-owel bi# mannen als bi# vrouwen is het pars clavicularis te palperen en te omli#nen. %i# mannen kunnen tevens de andere twee
delen volledig gepalpeerd worden. %i# vrouwen is vanwege de aanwe"igheid van borstwee$sel alleen nog de rand van het pars
abdominalis en pars sternocostalis richting de oksel te volgen.
!aat de pati;nt "itten op een kruk o$ de ta$el "itten en de arm op "i# he$$en abductie. !aat de pati;nt vervolgens weerstand geven
tegen #ou arm om "o de spier i n te tekenen.
• !et op dat #e de onderrand niet te laag intekent
Pars clavicularis
<rigo 6 Mediale hel$t van de clavicula
Pars sternocostalis<rigo 6 voor"i#de sternum
6 ribkraakbeen van costa / tAm *
Pars abdominalis
<rigo 6 voorste blad van de rectusschede
0e"amenli#ke insertie 6 crista tuberculi ma#oris
2unctie 6 endorotatie (art. humeri)
6 adductie (art. humeri)
6 ante$lexie (art humeri)
6 met betrekking tot de scapula na $ixatie van art. humeri6
6 protractie (met name pars sternocostalis) hulpinademingsspier
%i#"onderheden
/. 4anuit een ante$lexiestand kunnen de onderste delen van de spier #uist voor een (krachtige) retro$lexie "orgen.
M3 pectoralis minor
eken allereerst de processus coracoideus. Palpeer dan direct caudaal van de"e processus terwi#l de proe$persoon "i#nAhaar arm
op de rug brengt en a$wisselend omhoog houdt en laat rusten.
<rigo 6 4oor"i#de van costa & tAm
=nsertie 6 processus coracoideus scapulae
2unctie 6 vooroverkantelen met enige protractie (van de scapula)
6 Elevatie (van de scapula)
6 mediorotatie (van de scapula)
6 detractie (indien angulus in$erior ge$ixeerd)
6 hulpinademingsspier, indien scapula ge$ixeerd
%i#"onderheden
/. et uiteindeli#ke e$$ect van een contractie van de m.pectoralis minor wordt mede bepaald door de activiteit van andere
thorax3schoudergordelspieren
otaal plaate van de les
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 9/18
Les 7
Musculus rape%ius
M3 rape%ius !Pars descendens#
Probeer het hoo$d "oveel mogeli#k in de"el$de positie te houden. 4raag aan de proe$persoon een elevatie van de schouder en
latero$lexie van het hoo$d. De m. trape"ius hee$t "i#n insertie op het acromion en op de extremitas acromialis claviculae en let
daarom goed op dat de #uiste (ventrale) rand wordt gepalpeerd.
<rigo 6 !inea nuchae superior, protuberantia occipitalis externa, ligamentum nuchae
=nsertie 6 extremitas acromialis claviculae, acromion
2unctie 6 retractie (van de scapula), elevatie (van de scapula), !aterorotatie (van de scapula)
Enkel"i#dig 6 latero$lexie (van het hoo$d), eterolaterale rotatie (van het hoo$d)
Dubbel"i#dig 6 extensie (van het hoo$d en de cervicale wervelkolom)
M3rape%isu !Pars ransversa#
Dit deel van de m. trape"ius is door het aangeven van het pars ascendens en descendens ?ingesloten@. Met kennis van de origo en
insertie van pars transversa kan de"e worden aangeven A ingeschat.
eken de spina
4ana$ t/& 4ana$ de margo medialis
rigonum van de spina scapula
<rigo 6 processus spinosi (* H &)
=nsertie 6 acromion, spina scapulae (craniale rand)
2unctie 6 retractie (van de scapula)
M3 trape%ius !pars ascendens#
De laterorotatie$unctie van de"e spier kan het best worden
benaderd wanneer de proe$persoon in buiklig een ?vlieghouding@
aanneemt. 4oorkom extensie van de romp bi# de"e houding. 0ee$
tevens de twee peesplaat#es in dit deel van de m. trape"ius aan
<rigo 6 Processus spinosi & H /&
=nsertie 6 1pina 1capulae (mediale &A deel van de caudale rand)2unctie 6 Retractie (van de scapula), detractie (van de scapula),
laterorotatie (van de scapula)
%i#"onderheden
/. De spier kan de scapula, en daarmee de schoudergordel $ixeren
Musculi multi'idi
!aat de pati;nt op de behandelbank liggen en laat de proe$persoon een extensie maken. =n het thoracolumbale gebied wordt aan
de binnen"i#de van de 1=P1 tot aan K !& een kabel "ichtbaar ter weers"i#den van de processus spinosi. Dit "i#n de mm. multi$idi. er
hoogte van !& wordt de spierbuik van de mm. multi$idi smaller en komen de buiken van de m. longissimus en de m. ilicostalis er
overheen te liggen.
<rigoA insertie 6 4an processu transversus naar processus spinosus (overbrugt &3C wervels en reikt van sacraal naar
cervicaal)
2unctie 6 ouden de vorm van de wervelkolom in stand
Enkel"i#dig 6 heterolaterale rotatie van de wervelkolom
Dubbel"i#dig 6 Extensie van de wervelkolom
$orta a*dominalis
4anuit de navel twee vingers (/cm) op"i#, twee vingers (/cm) omlaag
$rterie iliaca communis en arterie iliaca externa
4erdeel de a$stand van aorta abdominalis naar het midden van ligamentum
=nguinale in drie delen. et eerste /A gedeelte van de a$stand is de arterie iliaca
communis. et tweede gedeelte is de arterie iliaca externa
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 10/18
ractus lateralis !m3erector spinae#
m3 longissimus en m3 iliocostalis
De m. iliocostalis vormt de laterale grens van de erector spinae, de m. longissimus ligt mediaal. -et de beide spieren in $unctie en
palpeer beiden ingesloten tussen de mm. Multi$idi en de m. trape"ius pars ascendens.
<p de bank liggen met armen langs #e lichaam,
Le hoe$t de iliocostalis en longissimus niet te onderscheiden door te tekenen, maar moet wel weten welke waar "it.
m3longissimus !thoracis8 cervicis en capitis#
<rigoA insertie 6 (m. longisimus thoracis) De ve"les lopen van os sacrum en $ascia thoracolumbalis naar de ribben en
de procesus transversi van de lumbale en thorocale wervels.
6 (m.longissimus cervicis) van de processus transversi van de bovenste throcale wervels naar de
processus transversi van de cervicale wervels.
6 (m.longissimus capitis) de processus transversie van de cervicale wervels naar de processus
mastoideus van de schedel.2unctie Enkelzijdig 6 latero$lexie van hoo$d en wervelkolom
6 homolaterale rotatie van het hood en wervelkolom (op cervicaal niveau, wellicht heterolateraal)
Dubbelzijdig 6 extensie van hoo$d en wervelkolom
m3iliocostalis
<rigo A =nsertie 6 m.iliocostalis lumborum 3 de ve"els lopen van het os sacrum en de $ascia thoraco3lumbalis naar de
onderste * ribben
6 m.iliocostalis thoracis 3 van de onderste * ribben naar de bovenste * ribben
6 m.iliocostalis cervicis H van de bovenste * ribben naar de processus transversi van de cervicale
wervels
2unctie Enkelzijdig 6 latero$lexie van de wervelkolom
Dubbelzijdig 6 extensie van de wervelkolom
Musculi rhom*oidei
<ndanks dat de m. rhomboideus ma#or en de m. rhomboideus minor niet oppervlakkig liggen kan toch een goede indruk
verkregen worden van de"e mediorotatoren van de scapula. -org ervoor dat de meer oppervlakkige spieren niet worden
aangespannen.
5rm op de rug omhoog brengen, trape"ius "orgt voor laterorotatie en rhomboideus voor mediorotatie (di$$rentieren)
%ovenrand ook gewoon te palperen.
M3Rhom*oideus maor
<rigo 6 processus spinosi / H C
=nsertie 6 margo medialis scapulae (caudaal van trigonum spinae scapulae)
2unctie 6 Elevatie (can de scapula)
6 retractie (van de scapula)
6 mediorotatie (van de scapula)
M3rhom*oideus minor
<rigo 6 Processus spinosi * H +
6 onderste deel van het ligamentum nuchae
=nsertie 6 margo medialis scapulae (ter hoogte van het trigonum spinae scapulae)
2unctie 6 elevatie (van de scapula)
6 Retractie (van de scapula)
6 mediorotatie (van de scapula)
%i#"onderheden
/. De spier vormt vaak een geheel met de m.rhomboideus ma#or.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 11/18
Les 9
M3 sternocleidomastoideus
0ee$ weerstand aan latero$lexie en aan heterolaterale rotatie van het hoo$d
en de cervicale wervelkolom. raniaal lopen de beide koppen samen naar
hun insertie op het processus mastoideus. Distaal is er in meer o$ mindere
mate ruimte tussen de beide koppen.
Pars sternalis
<rigo 6 manubrium sterni
Pars clavicularis
<rigo 6 extermitas sternalis claviculae
0emeenschappeli#ke insertie 6Processus masteoideus
!inea nuchae superior (laterale deel)
2unctie Enkelzijdig 6 heterolaterale rotatie van het hoo$d
6 latero$lexie van de cervicale wervelkolom
Dubbelzijdig 6 2lexie van de cervicale wervelkolom
6 extensie in het atlantoocipitale gewricht
%i#"onderheden
/. De spier kan, bi# ge$ixeerde insertie, het sternum en de claviculae $ixeren A he$$en ten behoeve van inspiratie.
:0alsdriehoe;
Door het tekenen van de voorrand van de m3 trape%ius pars descendens en achterrand van de m3 sternocleidomastoideus
ontstaat er aan de laterale "i#de van de hals een strook waarin delen van spieren aan de oppervlakte komen. eken voor de
volledigheid ook de clavicula en het acromion.
Midden in de strook ligt de m. levator scapulae, craniaal ligt de m. splenius capitis en nog verder naar craniaal de m. semispinalis
(die beter te voelen is aan de dorsale "i#de van de nek). audaal van de m. levator scapulae liggen de mm. scaleni.
-ie a$beelding // en ook a$beelding .CC in ?5natomie in vivo van het bewegingsapparaat@ (0erritsen eerkens, &FFG).
M3 levator scapulae!aat de proe$persoon een elevatie en mediorotatie van de scapula uitvoeren. De spier is "ichtbaar en te palperen midden in de
strook tussen m. sternocleidomastoideus en de m. trape"ius pars descendens. !et goed op de werkli#n van de spier.
5rm op de rug en iets naar achteren. ("ittend)
<rigo 6 Processus transversi / H C
=nsertie 6 angulussuperior scapulae
6 margo medialis scapulae
2unctie Gefixeerde origo 6 Elevatie en mediorotatie van de scapula
Gefixeerde insertie 6 latero$lexie en homolaterale rotatie van de cervicale wervelkolomI
Dubbelzijdig 6 extensie van de cervicale wervelkolom
M3 splenius capitis
Palpeer de bovenrand van de m. levator scapulae en vraag aan de proe$persoon een homolaterale rotatie van hoo$d A cervicale
wervelkolom. 5an het eind van de rotatie is de opbolling van de spierbuik van de m. splenius capitis voelbaar. ("et een kruis#e)
<rigo A insertie 6 van processus spinosi van de bovenste thoracale wervels naar de processus mastoideus
2unctie Enkelzijdig 6 latero$lexie en homolaterale rotatie van de cerviale wervelkolom en het hoo$d.
Dubbelzijdig 6 Extensie van de cervicale wervelkolom en het hoo$d
• 2uncties "i#n van de gehele m.splenius ( m.splenius cervicis en m.splenius capitis)
<pmerkingen
/. %i# rugmusculatuur wordt origoAinsertie benoemd van caudaal naar craniaal
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 12/18
Musculi scaleniaudaal van de m. levator scapulae liggen de mm. scaleni. 4an de drie mm. scaleni hoe$t alleen de m scalenus medius gepalpeerd
te worden.
4raag de proe$persoon een latero$lexie van de cervicale wervelkolom en een inspiratie te maken. De voorste scalenuspoort ligt
tussen de m. sternocleidomastoideus en de m. scalenus anterior met erin de v. subclavia en de n. phrenicus. De achterste
scalenuspoort wordt gevormd door de m. scalenus anterior en de m. scalenus medius met de plexus brachialis en de a. subclavia.
De mm. scaleni hebben een meer verticaal verloop dan de hierboven gepalpeerde spieren.
-et twee vingers waar die ongeveer "it en diep laten in ademen. Le kunt hem niet helemaal door tekenentot #e clavicula omdat hi# de diepte induikt.
m.scalenus medius
<rigo 6 processus transversi (/) &3+ (tuber posteriora)
=nsertie 6 osta =
2unctie Enkel"i#dig 6 latero$lexie cerviccale wervelkolom
Dubbel"i#dig 6 $lexie van de cervicale wervelkolom
6 li$ten van de ribben
• 4oor de m.scalenus anterior en posterior " ie Rembrandt boek#e
M3 semispinalis5an de craniodorsale "i#de van de m. splenius capitis ligt de m. semispinalis.
itgangshouding6 buiklig met het hoo$d en een gedeelte van de romp hangend over de behandelbank. !aat
de proe$persoon de handen op het achterhoo$d plaatsen en e en extensie maken van het hoo$d. er
weers"i#den van de processus spinosi "i#n de mm. semispinalis "ichtbaar. Door de ingenomen uitgangshouding ontspant de m.
trape"ius die oppervlakkig ligt en is de m. semispinalis deels door de m. trape"ius pars descendens te palperen.
<rigoA=nsertie 6 Procesus transeversus naar processus spinosus (overbrugt meer dan C wervels en komt voor in hetbovenste borst gebied.
Plexus *rachialis
De plexus is palpabel in de bodem van de halsdriehoek en wel
craniolateraal van de a. subclavia, tussen de pars clavicularis van de m.
sternocleidomastoideus en de m. scalenus medius.
Door de verankering van de "enuwbundel tussen de mm. scaleni
anterior en medius treedt het rol$enomeen bi# palpatie nauweli#ks op.
4erwar de plexus brachialis niet met de eroverheen liggende m.
omoh>oideus.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 13/18
Les 6
<ervus radialis
Palpabel op twee plaatsen6
(/) op /A van de a$stand tussen de tuberositas deltoidea en de epicond>lus lateralis humeri.
(&) de ramus super$icialis van de n. radialis is te palperen op de pees van de m. extensor pollicis longus (de dorsale begren"ing van
de tabatiOre anatomiJue).
<ervus medianus
Palpabel op vier plaatsen6
(/) in de sulcus bicipitalis medialis. De "enuw ligt ventraal van de a. brachialis en kan ?op spanning gebracht@ worden door extensie
van de elleboog in combinatie met dorsaal$lexie van de pols.
(&) in het midden van de $ossa cubiti, mediaal van de m. biceps brachii en ventraal van de m. brachialis.() tussen A op de pe"en van de m. $lexor digitorum super$icialis (wi#svingerpees) en de m. palmaris longus (bi# a$we"igheid
hiervan6 de m. $lexor carpi radialis). De "enuw is ?uit de diepte te halen@ door de $lexorpe"en aan te spannen en de pols in een
palmair$lexiestand te brengen. -odra met een vinger vana$ de pols naar proximaal wordt gepalpeerd "al de "enuw ?meelopen@ en
op een bepaald moment weer ?te rugschieten@.
(C) ::n van de sensibele eindtakken is te palperen ter hoogte van het caput ossis metacarpalis == (aan de radiale "i#de), radiaal van
de pees van de m. $lexor digitorum super$icialis (niet te verwarren met m. lumbricalis =).
<ervus ulnaris
Palpabel op drie plaatsen6
(/) in de sulcus bicipitalis medialis, direct dorsaal ten op"ichte van de n. medianus. Probeer de "enuwen van elkaar te
onderscheiden door de palpatie uit te voeren in twee verschillende houdingen. %i# een dorsaal$lexiestand van de pols en een
$lexiestand van de elleboog "al de n. ulnaris ?gespannen@ worden. 4R5506 oe "i#n de n. ulnaris en n. medianus van elkaar te
onderscheiden8
(&) aan de dorsale "i#de van de elleboog, direct dorsaal ten op"ichte van de epicond>lus medialis en het septum intermusculare
brachii mediale (palpeer voor"ichtig in verband met de ?harde@ ondergrond).
() de ramus super$icialis is te palperen aan de dorso3ulnaire "i#de van het os metacarpalis 4.
<ervus accessorius
De n. acessorius verloopt evenwi#dig en over (lateraal ten op"ichte van) de m. levator scapulae(in de tekening weggelaten). Doorhet relatie$ "achte onderliggende wee$sel is het vaak lastig om de"e "enuw te laten rollen.
Punctum nervosum !proectie#
et punctum nervosum bevindt "ich halverwege de achterrand van de m. sternocleidomastoideus. et punt hee$t geenwaarnemingsidentiteit maar het i s de plek waar drie "enuwen uittreden6
(/) de n. auricularis magnus verloopt vanuit het punctum nervosum omhoog over de m. sternocleidomastoideus richting het oor
(evenwi#dig aan de v. #ugularis externa).
(&) de n. transversus colli verloopt hori"ontaal over de m. sternocleidomastoideus richting lar>nx.
() takken van de nn. supraclaviculares "i#n te palperen op de clavicula. Palpeer in de lengterichting van de"e botstructuur.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 14/18
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 15/18
=lo D
Les 1
-ie beide a$beeldingen en uitleg voor onderstaande structuren
• <m de positie van de scapula te bepalen kun #e de"e optillen
Processus coracoideus
<m de processus coracoideus van de scapula te palperen moeten de vingers caudaal van de laterale concave bocht van de
clavicula worden geplaatst en dient in dorso3laterale richting op & ' centimeter a$stand van de clavicula te worden g epalpeerd.
$ngulus in'erior scapulae
0ee$ de angulus in$erior van de scapulae met huidpotlood aan door middel van een l us#e. !iemand met *etere aanteeningen#
$ngulus superior scapulae
!et op dat de palpatie van de angulus superior bemoeili#kt wordt door de aanhechting van de m. levator scapulae.
!aanteeningen555#
Margo medialis scapulae
De"e rand loopt van de angulus in$erior scapulae naar de angulus superior scapulae.
Margo lateralis scapulae
!opend van de angulus in$erior scapulae naar de cavitas glenoidalis.
Dorsaal aan"icht 4entraal aan"icht
Scapula
$cromion en angulus acromialis4an het acromion moeten de binnen3 en buitencontour getekend worden.
5an de laterale "i#de i s de overgang van het acromion naar de spina scapulae de angulus acromialis. 0ee$ de angulus acromialis
met huidpotlood aan door middel van een 123#e.
Spina scapulae
De"e is te palperen als een brede rand op het dorsale vlak van de scapula. 0ee$ "owel de boven3 als onderrand aan met
huidpotlood. !et op6 de stand van de armen is van grote invloed op de stand van de scapula.
rigonum spina scapulae
Nabi# de margo medialis scapulae wi#kt de bovenrand van de spina iets omhoog en de onderrand iets omlaag, "odoende ontstaat
er een driehoekig vlak#e.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 16/18
Les 2
Ligamentum sternoclaviculare anterius
!ig. sternoclaviculare anterius is een capsulair ligament met de ve"elrichting loodrecht op de gewrichtsspleet van de art.
sternoclavicularis. %i# een retractiestand komt het ligament meer onder spanning te staan.
Ligamentum costoclaviculare
Palpeer bi# een elevatiestand van de schoudergordel direct lateraal van art. sternoclaviculaire. Plaats de palperende vingers tussen
de clavicula en de eerste rib.
Ligamentum coracoclaviculare
et lig. coracoclaviculare bestaat uit het lig. conoideum en lig. trape"oideum. %eide ligamenten "itten vast aan de mediale "i#de
van de processus coracoideus, waarbi# het lig. conoideum grotendeels verticaal en het lig. trape"oideum in laterale richting naarde craniaal gelegen clavicula loopt. De"e ligamenten dienen gepro#ecteerd te worden, aange"ien de ruimte tussen clavicula en
processus coracoideus gering is en de ligamenten diep liggen.
Ligamentum coracoacromiale
<ndanks de spiermassa van de m. deltoideus als barriOre, is lig. coracoacromiale te palperen tussen het laterale deel van de
processus coracoideus en de ventrale rand van het acromion.
Ligamentum acromioclaviculare
Palpeer tussen de laterale rand van de extremitas acromialis en de mediale "i#de van het acromion.
u*erculum maus humeri
=n de anatomische houding bevindt het tuberculum ma#us humeri " ich exact lateraal op de humerus. Pak de ventrale en dorsale
"i#de van het acromion tegeli#k vast (tussen duim en wi#svinger) en schui$ de palperende hand naar caudaalI nu wordt het
tuberculum ma#us humeri omvat.
u*erculum minus humeri
et tuberculum minus humeri bevindt "ich in de anatomische positie "uiver ventraal op de humerus. et tuberculum minus
humeri en de processus coracoideus liggen op de"el$de hoogteI bi# exo3 en endorotatie van de arm "al het tuberculum wel
bewegen en de processus niet.
Sulcus intertu*ercularis
Dit is een groeve tussen het tuberculum ma#us en tuberculum minus humeri, de ventrale rand van het tuberculum ma#us humeri
valt samen met de sulcus intertubercularis
$rticulatio sternoclavicularis
Palpeer de gewrichtsspleet tussen het sternum en de clavicula. %ewegingen van de schoudergordel "i#n een goed controlemiddel.
$rticulatio acromioclavicularis
Palpeer de gewrichtsspleet tussen het acromion en de clavicula. Pro3 en retractie van de schoudergordel "i#n een goed
controlemiddel.
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 17/18
Les
M3 deltoideus
De drie delen van de m. deltoideus hebben een verschil in $unctie waarvan gebruik gemaakt moet worden bi#
de palpatie. Palpeer de ventrale rand (hori"ontale adductie) en de dorsale rand (arm hori"ontaal en retro$lexie)
van de m. deltoideus.
et pars acromialis is aan te geven door de breedte van het acromion te palperen. De groeven die bi# sommige
personen inspectabel "i#n geven niet per de$initie de scheidingen aan tussen de drie delen.
%elangri#k is om de volgende benig structuren te tekenen6 oek tussen spina en acromiom (angulus
acromiales), lavicula , <nderkant spina , acromion
Pars clavicularis
<rigo6 6 extremitas acromialis claviculae
=nsertie 6 tuberositas deltoidea humeri
2unctie 6 abductie (art. umeri)
6 ante$lexie (art humeri)
6 endorotatie (art. umeri)
6 adductie (inart humeriI vanuit anatomische stand
Pars acromialis
<rigo 6 acromion
=nsertie 6 tuberositas deltoidea humeri
2unctie 6 abductie (art. umeri)
Pars spinalis
<rigo 6 spina scapulae
=nsertie 6 tuberositas deltoidea humeri
2unctie 6 abductee (art. umeri)
6 retro$lexie (art. umeri)
6 exorotatie (art.humeri)
6 adductie (art. umeri, vanuit anatomische stand)
%i#"onderheden/. 4anuit bepaalde posities kan de m.deltoideus alle mogeli#k bewegingen in de art. humeri bewerkstelligen
&. De ligging van de m.deltoideus is "odanig dat de spier "owel bi# de dorsale als bi# de ventrale schouderspieren is in te
delen.
M3 teres maor
%i# een contractie is de m. teres ma#or waar te nemen als een korte ronde spier.De m. teres ma#or is bovendien goed te gebruiken
ter lokalisatie van de m. teres mi nor.5rm laten a$hangen, orienteren op de scapula, palpeer de spina scapulae, volg de mediale
rand en dan kom #e op de angulus in$erior, <nderste gedeelte lastig te palperen ivm latisimus doris (stippelen), 5rm F grade en
%een weg duwen naar achter (endorotatie)
<rigo 6 Margo lateralis scapulae (onderste deel)
6 5ngulus in$erior scapulae
=nsertie 6 crista tuberculi minoris humeri
2unctie 6 adductie (art. umeri)
6 endorotatie (art. umeri)
6 retro$lexie (art. umeri)
M3eres minorDe m. teres minor ligt maar voor een klein deel oppervlakkig. <m de"e spier goed te palperen is het nood"akeli#k dat de spieren
die eromheen liggen bekend "i#n en hoe de"e onderling gedi$$erentieert kunnen worden. De m. teres minor ligt in de ?kruising@
tussen m. teres ma#or en m. deltoideus pars spinalis.4inger in het kuilt#e waar niet speci$iek een spier "it en dan vinger omhoog en
de eerste spier waar #e dan op "it bi# $unctie(exorotatie tegen het been) is de m. teres minor. 9ruis op de aangespannen spier
"etten.
( eres minor niet bi# iedereen te palperen ) <,E heel duideli>>>
<rigo 6 Margo lateralis scapulae (bovenste deel)
=nsertie 6 onderste $acet van tuberculum ma#us humeri
6 kapsel van articulatio humeri
2unctie 6 exorotatie (art. humeri)
Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Leroy Rodriguez Vera ([email protected])
l
7/16/2019 Aantekeningen origos inserties
http://slidepdf.com/reader/full/aantekeningen-origos-inserties 18/18
M3 supraspinatus
De"e spier ligt geheel onder de m . trape"ius pars descendens en pars transversa. !okaliseer en pro#ecteer de m. supraspinatus
boven de spina scapulae,
1capula, spina scapula, margo medialus, angulus superior, eken 1pina scapulae, acromion, en achterkant clavicula
4an angulus superior naar acromion een stippelli#n en hecht vast op het bovenste $acet
<rigo 6 2ossa supraspinata scapulae
=nsertie 6 bovenste $acet van tuberculum ma#us humeri
2unctie 6 abductee (art.humeri)
M3 in'raspinatus
Palpeer de m. in$raspinatus caudaal van de spina scapulae en grens hem goed a$ van de omliggende structurenI spina scapulae, m.
teres ma#or, m. teres minor, m. trape"ius pars ascendens en de m. deltoideus.
5rmlaten a$hangen, %oven rand eres ma#or en onder rand deltoideus, 1pina scapulae palperen en margo mediales tekenen.2unctie om te controleren 3 exorotatie
<rigo 6 2ossa in$raspinata scapulae
=nsertie 6 Middelste $acet van tuberculum ma#us humeri
6 9apsel van de art. humeri
2unctie 6 Exorotatie (art. humeri)
M3 su*scapularis
De"e spier is alleen hoog in de oksel te palperen. Di$$erentieer de m. subscapularis goed van de m. latissimus dorsi en de m. teres
ma#or. De"e spier hoe$t niet te worden aangegeven met huidpotlood.
-it aan de voorkant scapula, Proc. ricoidieus. 4oor de latisimus dorsi en maakt een endorotatie en voelt een aanspanning op
ventrale"i#de scapula.
<rigo 6 2ossa subscapularis scapulae
=nsertie 6 tuberculum minus humeri
2unctie 6 endorotatie (art. humeri)
Rotator cu'' o' rotatorenmanchet
M. subscapularis, m.teres minor, m.in$raspinatus en m.supraspinatus vormen samen de rotator cu$$ o$ rotatorenmanchet. De aande"e constructie deelnemende spieren spannen het kapsel van de art. humeri en houden de kop van de humerus op "i#n plaats in
de kom van de art. humeri.
l