Aan de slag met werkbladen in de lessen...

15
AAN DE SLAG MET WERKBLADEN IN DE LESSEN AARDRIJKSKUNDE Vak: didactiek aardrijkskunde 2015-2016 Vaklector: H. Verstappen Student: Henricus Cornelius “Maarten” Vrenken Klas: 2SA2 –AA-GS

Transcript of Aan de slag met werkbladen in de lessen...

Page 1: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

AAN DE SLAG MET WERKBLADEN IN DE

LESSEN AARDRIJKSKUNDE

Vak: didactiek aardrijkskunde 2015-2016

Vaklector: H. Verstappen

Student: Henricus Cornelius “Maarten” Vrenken

Klas: 2SA2 –AA-GS

Page 2: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

1

Kritische reflectie vanuit de vijf invalshoeken van

de kijkwijzer.

0. Beginsituatie: De leerkracht maakt gebruik van het leerwerkboek: Geogenie 2. Zij heeft aangegeven dat het belangrijk is dat dit ingevuld geraakt. De leerkracht heeft

echter mij, als stagiair wel vrij gelaten in de manier waarop het werkboek wordt ingevuld.

1. Leerplan en jaarplanning: - Vanuit satellietbeelden, Google Earth, landschap foto’s of terreinwerk de elementen van

industrielandschappen herkennen en industrietypes afleiden. - Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een havenlandschap herkennen als

een geheel van economische functies.

Het werkboek begint onmiddellijk met het analyseren van een industrielandschap voordat twee essentiële denkstappen die het leerdoel indirect benoemd zijn gezet:

Wat is een industriële landschapselement? En kunnen leerlingen vanuit zichzelf al elementen benoemen? In mijn ogen was dit het optimale startpunt van de les. Daarom implementeerde ik een creatieve werkvorm die de leerlingen toe liet om

hun beeld (ervaring) te tonen, en daaraan de belangrijke elementen te koppelen/benoemen. Vandaaruit kon ik in een aantal stappen toewerken naar het

indelen van die elementen bij basis- en verwerkende industrie om uiteindelijk te komen tot het herkennen van de elementen op een landschapsfoto in het werkboek.

In conclusie heb ik zojuist in een fase op mijn eigen manier het leerplandoel behaald, zonder daarbij tijd te verliezen.

In een latere fase wordt van de leerlingen verwacht aan de hand van een foto enkele economische functies te kunnen afleidden. Echter het boek is onduidelijk

hoe de leerlingen precies deze functies al zouden moeten kennen. Ik heb daarom ervoor gekozen om de leerlingen eerst de informatie op te schrijven en na te

denken over de betekenis van deze functie. Vervolgens moeten zij enkele havenelementen indelen aan de hand van deze economische functies. Hierdoor hebben zij via een korte omweg toch eenzelfde resultaat.

Bij opdracht 1.4 kan ik ten slotte testen of de eerste leerdoel gelukt is. Doordat zij

zelfstandig moeten de industriële elementen moeten benoemen en herkennen. Dit biedt mij eveneens de kans om de leerlingen die nog moeite hebben te kunnen

begeleidden.

2. Werkvormen: Ik maak gebruik van meerdere werkvormen binnen de les. De meest voorkomende

is het onderwijsleergesprek. Ik ervaar dit als een vlotte manier om antwoorden te verkrijgen en direct daarna te kunnen invullen in het werkboek. Daarnaast biedt het mij de mogelijkheid om de gevraagde leerstof af te toetsen. Dit was eveneens

een van de belangrijkste werkvormen die de vakmentor gebruikte in de observatie les.

Ik week echter af door meer zelfstandig werken en groepswerken in te bouwen. Mijn primaire reden hiervoor was het prikkelen van de leerlingen in plaats van te

Page 3: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

2

blijven hangen in een passieve houding, wachtend totdat zij het antwoord kunnen

invullen. Soms verkies ik ook voor een andere werkvorm in functie van het niveau binnen de les. Oefening 1.4 is een voorbeeld hiervan, waarbij de leerlingen kunnen

worden afgetoetst of zij persoonlijk al industriële elementen kunnen herkennen door juist zelfstandig de eerste twee foto’s te behandelen.

Ik maak ook bewuste keuzes in het eventueel openlaten van opdrachten, zoals oefening 2 industrielandschappen onderzoeken. Voornamelijk omdat dit eerder

inspeelt op de eigen leefomgeving, maar geen functionele aansluiting vindt bij leerdoelen uit het leerplan. Ik doe dit vaker in het kader van een vlotter verloop van de les, en beperk mij op deze manier tot het bereiken van de essentie. Ik won

er tijd mee, maar maakte voornamelijk een bewuste overweging bij mijn keuze.

3. Informatiebronnen De bronnen blijven voor deze les nogal monotoon. Ik maak voornamelijk gebruik

van luchtfoto’s, foto’s van google-earth en foto’s genomen van op ooghoogte. Desondanks blijft dit in functie van het leerdoel.

Voornamelijk op het gebied van het onderzoeken van een industrielandschap hadden wellicht meer gevarieerde bronnen aangewend mogen worden.

Voornamelijk om een bedrijf levendiger te kunnen voorstellen voor de leerlingen. Door statistieken, kaarten of diagrammen zouden meer vaardigheden van de leerlingen kunnen worden getest. In plaats van tekstanalyse.

Eveneens hadden meer foto’s gebruikt kunnen worden van fabrieken of bedrijven uit de buurt van de school. Hoewel de suikerfabriek van Tienen aanwezig is.

4. Technieken en vaardigheden (leerproces) - Uit het kader: werken met beeldmateriaal:

- Niveau 1: Het beeld beschrijven;

- Niveau 2: Uit het beeld die elementen selecteren die geografisch relevant zijn;

- Niveau 3: De samenhang tussen de verschillende elementen onderzoeken door

gebruik te maken van allerlei technieken;

De titel van deze les is kijken naar industrielandschappen, met als ondertitels industrielandschappen benoemen en industrielandschappen onderzoeken. Alleen

al vanuit het bestuderen van deze titels kunnen er al verschillende niveaus verwacht worden tijdens de les. Niet enkel dat, ook kunnen we er al aan koppelen

welk beeld zij moeten kunnen beschrijven, een industrielandschap. Ik zal nu kort stap voor stap de niveaus aanhalen en hoe zij tot hun recht komen binnen deze les.

Niveau 1, is terug te vinden in de motivatieopdracht. Het tekenen van een eigen

beeld geeft de leerlingen de mogelijkheid om een industrielandschap te beschrijven vanuit hun visie. Verderop komt dit eveneens terug. Nadat de landschapselementen zijn ingedeeld, worden er foto’s getoond van

industrielandschappen waarop de leerlingen nog extra elementen moeten zoeken die nog niet zijn benoemd bij de voorgaande opdracht.

Niveau 2, komt naar voren door het benoemen en herkennen van de landschapselementen op de foto’s van het basisindustrielandschap en de

verwerkende industrie. In de eerste plaats tijdens de motivatie opdracht, waarbij deze later in een geografisch relevante context (basis- en verwerkende industrie)

worden ingedeeld en vervolgen benoemd. Ook het indelingsspel rondom de

Page 4: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

3

havenelementen en haar economische functies horen hierbij. De leerlingen leggen

namelijk delen namelijk de havenlandschapselementen in, aan de hand van de context die hen wordt opgelegd.

Niveau 3, is ten slotte terug te vinden in het laatste onderdeel het onderzoeken van een industrielandschap. Hoewel ik bij deze opdracht relatief oppervlakkig ben

geweest in het aandragen van materiaal en waardoor eveneens kan worden geargumenteerd dat dit niveau niet voldoende wordt bereikt in deze context.

5. Omgevingsonderwijs. (inspelen op de eigen leefomgeving)

Bij de spelvorm rondom de economische functies en de havenelementen, had ik specifiek gebruik gemaakt van voorbeelden uit de Antwerpse Haven. Omdat de

leerlingen op 23 Mei daar een excursie naar zouden maken. Hierdoor konden zij aldaar ook gemakkelijker hetgeen terug herkennen.

De laatste opgave had de mogelijkheid tot het implementeren van de eigen leefomgeving. Hierbij wordt aan de hand van enkele onderzoeksvragen gestuurd

op het analyseren van een industrieproces (thema volgende les). Vanuit de handleiding werd aangegeven dat het beste was om dit vanuit een lokale

industriebedrijf te bekijken. Iets wat de vakmentor in haar lessen liever niet deed. Op aandringen van mijn begeleidende lector, heb ik toen een interview gevonden

afgelegd bij de suikerfabriek van Tienen. Het interview werd bovendien op papier afgegeven aan de leerlingen. Ik paste weliswaar het interview gedeeltelijk aan, zodat deze ook uitvoerbaar was

binnen het kader van de opdracht. Het bleek een gouden vondst, omdat sommige leerlingen ook vroegen wat voor soort industrietype dat was en ik aan de hand van

een foto op de PPT, dit vervolgens kon laten herkennen aan de hand van de landschapselementen.

Eventueel was het mogelijk geweest om verschillende landschapsfoto’s te tonen in plaats van de voorbeelden bij opdracht 2. Maar daar bezat ik helaas niet genoeg

tijd voor, eveneens was mijn mening dat ik ook de opdrachten uit het boek moest opvolgen zoals ze zijn, om minder verwarring te veroorzaken voor de leerlingen. Wanneer zij het hoofdstuk moeten leren.

Page 5: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

4

School: Sint-Janscollege, Meldert-Hoegaarden

Onderwijsvorm: ASO

Richting: LATB en MWEB

Klas: 2LATB en 2MWEB

Lokaal: 16

Aantal leerlingen: n.t.b.

Les gegeven door: Henricus Cornelius Vrenken

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: Kijken naar industrielandschappen

Vakmentor: E. Lavers

Datum/Data: 14/4 en 15/4

Lesuur/-uren: 4e uur en 2e uur

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks De lln. hebben voor de vakantie de lessenreeks rond landbouwlandschappen afgerond, dit is de eerste les waarin zij

een industrielandschap gaan analyseren. Deze les staat vooral in het teken van het benoemen van de landschapselementen en industrielandschappen onderzoeken.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) Sommige lln. zijn al eens in de haven van Antwerpen, of een oude industriestad geweest. Daarnaast herkennen de meeste lln. kenmerken van oude fabrieken zoals schoorstenen, zaagtanddaken en silo’s. Of kenmerken van

havenlandschappen vooral containers.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Het bedrijf dat onderzocht wordt bij de vraag op blz. 76 in het leerwerkboek, wordt vervangen door de suikerraffinaderij of suikerfabriek in Tienen. Dit is gedaan om meer in te spelen op de eigen leefomgeving.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … N.T.B.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom

kies je voor deze aanpak? De les is opgebouwd rondom het herkennen en benoemen van industriële landschapselementen. Dit wordt onderverdeeld in enkele fase. Eerst het benoemen van landschapselementen, welke ken de lln. al? Dit doen ze via een brainstorm. Daarna worden deze elementen ingedeeld in kolommen, basisindustrie en verwerkende industrie – zijn industrielandschappen – vervolgens worden deze kolommen aangevuld. Daarna bekijken de lln. De laatste

havenlandschap aan de hand van kaartjes die zij indelen naar economische functies. Verderop in de les, wordt van hen getest of zij al kunnen door twee foto’s te laten analyseren.

In het laatste deel van de les worden onderzoeksvragen aangeleerd voor het analyseren van een bedrijf. Wat wordt geproduceerd? Waar? Waarom daar? Hoe? En voor wie? Staan centraal in dit onderzoek. In plaats van gebruik te maken van het voorbeeld uit het handboek, wordt gebruikgemaakt van een lokaal voorbeeld. De suikerraffinaderij in Tienen, een voorbeeld van basisindustrie. De les duurt waarschijnlijk minder dan 50 minuten vanwege het uitdelen en bekijken van de examens voor de lln.

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN, VVKSO, (2008) Leerplan 1e graad.

Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET 24 De leerlingen kunnen een industrielandschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een industrielandschap elders.

ET 30 Een havenlandschap herkennen en beschrijven naar uitzicht en functies.

UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding

Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee

Tel. +32 16 37 56 00

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Henricus Cornelius Vrenken

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde-Geschiedenis

Stagebegeleider DLO: H. Verstappen

Page 6: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

5

Situering in het leerplan: 1 Vanuit satellietbeelden, Google Earth, landschap foto’s of terreinwerk de elementen van industrielandschappen herkennen en industrietypes afleiden. 3 Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een havenlandschap herkennen als een geheel van economische functies.

ALGEMEEN LESDOEL De lln. kunnen industriële landschapselementen van basis- en verwerkende industrie, als ook het havenlandschap benoemen en herkennen op fotografisch materiaal; en daar vervolgens de economische functies aan te koppelen.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)

Thema 4, Hf 1 Kijken naar industrielandschappen. Blz. 74-76.

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)

COPPENHOLLE, J., e.a., (2009) Geogenie 2: leerwerkboek, De Boeck nv, Antwerpen.

COPPENHOLLE, J., e.a., (2009) Geogenie 2: handleiding bij leerwerkboek, De Boeck nv, Antwerpen. GOYVAERTS E. en VERSPAGEN F., (2012), Horizon 2: leerwerkboek, Plantyn, Mechelen. GOYVAERTS E. en VERSPAGEN F., (2012), Handleiding bij Horizon 2, Plantyn, Mechelen.

LEERMIDDELEN & MEDIA PPT

Leerwerkboek

12x foto’s van havenelementen

Page 7: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

6

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen

KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen

& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

C2

Lln. kunnen

industriële

landschapselemen

ten benoemen en

herkennen op

foto’s van basis-

en verwerkende

industrie.

Instapfase

Intruductie.

Definiëren

landschaps-

elementen

Benoemen

van

elementen

Structureren

van

elementen

Uiteenzetten/

aanvullen

Synthese/-

neerschrijven

Introductie:

Lkr. introduceert zichzelf.

Brainstorm:

De lln. krijgen een A4-tje. Jullie hebben allemaal een

wit papier voor jullie neus liggen.

- Ik wil dat je daarop een industrielandschap

tekent. Dus niet de binnenkant van een

fabriek, een landschap.

- Wacht even, voordat je begint.

- Want zodra je dat hebt getekend. Benoem je

daarop drie industriële landschapselementen.

Dus je noteert de naam.

- Je krijgt daarvoor ongeveer 3 minuten.

OLG:

De lkr. vraagt aan enkele lln. om hun tekening te

tonen of elementen op te noemen die ze hebben

aangeduid. De antwoorden worden ingedeeld in twee

kolommen

De lkr. toont een foto van een industrielandschap

voor de basisindustrie.

- Bij welke kolom zou je dit industrielandschap

indelen?

- Herken je andere elementen op deze foto, die

nog niet in de kolom staan?

- Deze foto toont basisindustrie in Charleroi.

Kun je een voorbeeld noemen van

basisindustrie?

- We nemen ons handboek erbij en noteren

deze elementen bij 1.1 bovenaan blz. 74.

A4

Bord

PPT: foto

basisindustrie

PPT: foto

verwerkende

industrie

WB Blz. 74.

1. Industrietypes

1.1 Basis industrie:

- Kanaal, autowegen, rook,

schoorsteen, transportbanden,

arbeiderswijken,

steenbergen/grondstofbergen,

fabrieken, silo’s, spoorweg …

- Bijv. staalindustrie.

1.2 verwerkende industrie.

(bedrijventerrein) -> Implementatie van een

ander bedrijven terein.

Oplossing:

- Parkeerterreinen met parkeerruimte;

wegen; dienstverlenende bedrijven;

‘schoendoos’ fabrieken (moderne

bedrijfsgebouwen; (groen) open

ruimte.

- Bijv. schoenfabrieken, zoals Nike.

Page 8: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

7

De lkr. toont de foto van een landschap voor de

verwerkende industrie.

- Bij welke kolom zou je dan dit

industrielandschap plaatsen?

- Welke elementen herken je nog meer op deze

foto?

- Deze foto toont verwerkende industrie in

Hazeldonk, Nederland.

- Kun je een voorbeeld noemen van

verwerkende industrie?

- Van halffabricaten bijv. leer/rubber.

Tot een eindproduct: schoen.

Vb. Houten kast: -> Aanduiden in WB

lln.

- Grondstof: boom – basis industrie

- Halfabricaat: Plank

- Eindproduct: houten kast.-

verwerkende industrie. C2: Een havenlandschap herkennen en beschrijven naar

uitzicht en functies. C2: Vanuit beeldmateriaal en andere

informatiebronnen

een havenlandschap herkennen als een geheel van economische functies.

Lesfase 1:

Overgang

Benoemen

van

elementen/

functies van

haven-

landschap

overgang

Instructie

We hebben nu twee soorten industriële

landschappen gezien en elementen daarvan

benoemt. We hebben echter nog een derde

landschap.

OLG:

De lkr. toont een luchtfoto van de haven van

Antwerpen.

- Weet iemand waar deze foto is genomen?

- Inderdaad het derde landschap, noemen wij

dan ook een havenlandschap.

- Welke landschapselementen herken je al op

deze foto?

- Wat is volgens jouw de belangrijkste functie

van een haven? Welke elementen herken je

die daar mee te maken hebben?

- Zijn er ook andere functies die een haven kan

bezitten? Zoals?

Eigenlijk bezit een haven een geheel aan

verschillende economische functies. In de volgende

opdracht gaan we deze functies herkennen in onze

landschapselementen.

OLG:

De lkr. toont de zes verschillende economische

functies, er wordt aan de leerlingen gevraagd om

deze verticaal over te nemen bij opdracht 1.3.

PPT: foto: haven

van Antwerpen

Enveloppen met

12x foto’s van

havenelementen

WB blz. 74.

1.3 Een havenlandschap

- Foto: haven van Antwerpen.

- Autowegen, scheepvaart, silo’s,

hangars, olieverwerkende bedrijven,

containers, spoorwegen.

- Vb. Zeebrugge.

Oplossing:

- Autowegen; scheepvaart; -

Transportfunctie

- Brugkranen: Overslagfunctie

- Containers; Doorvoerfunctie

- Koelhuis; distributiecentrum; silo’s;

grondstofbergen:

Opslag- en distributiefunctie

- Douane; brandweer;

Handel- en dienstenfunctie

- Scheepswerf; olieverwerkende

bedrijven.

Industriefunctie

Andere invulling van dezelfde opgave

Page 9: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

8

Nakijken.

terug

-koppeling

- Dit zijn onze economische functies. Herkent

iemand al de betekenis van een functie?

- Zijn er ook functies die je nog niet herkent?

Groepswerk

De lln. worden opgedeeld in groepen van vier a vijf.

Ze krijgen een envelop met kleine foto’s van

havenelementen. Aan hen de taak om deze te

ordenen aan de hand van een overeenkomst tussen

foto’s. (bijv. autoweg + scheepvaart = vervoer)

Hiervoor krijgen ze drie minuten.

Je hebt nu zowel de industriële landschapselementen

genoteerd van een haven, als ook alle functies die

een haven bezit.

- Is het zo, dat enkel havenlandschappen

zoveel functies kunnen bezitten?

- Als we terug kijken naar de

landschapselementen bij de eerste vragen,

rond de basisindustrie en verwerkende

industrie. Welke functies zie je dan

terugkomen?

- Kun je ook een voorbeeld geven?

C2:

Een

havenlandschap

herkennen en

beschrijven naar

uitzicht en

functies.

C2

Lln. kunnen

industriële

landschapselemen

ten benoemen en

herkennen op

Lesfase 2:

Overgang

Zelfstandig

werken.

Toepassen

van kennis

Nakijken.

We hebben nu alle drie de verschillende soorten

landschapselementen bekeken, beschreven en

herkent op foto’s. Nu is het jullie beurt om te laten

zien of je nu zelfstandig dit kan toepassen op foto’s.

Zelfstandig werken:

Probeer nu zelf de elementen te benoemen bij

opdracht 1.4 foto 1 en 2, op bladzijde 75 van je

leerwerkboek.

Ik loop ondertussen rond.

OLG:

De foto’s worden een voor een kort doorlopen. Het is

belangrijk dat de lln. niet slechts overschrijven van

WB Blz. 75

1.4 Landschapselementen uit

industrielandschappen:

Oplossing:

1.4: Haven van Gent

- Silo, (spoor)weg, kraan, steen-

/grondstofbergen, waterwegen

(kanaal), scheepvaart

1.5: Wetenschapspark in Gent-

Zwijnaarde: (Bedrijventerein)

Page 10: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

9

foto’s van basis-

en verwerkende

industrie.

opdracht 1.1/1.2/1.3, maar de elementen kunnen

aanwijzen die op de foto’s staan.

- Foto 3wordt klassikaal ingevuld.

- Brede wegen, groen, watertoren,

moderne bedrijfsgebouwen,

dienstverlening, (bv. Brandweer)

1.6 Oude textielfabriek in

dichtbebouwde stadswijken.

- Raamskens-dak of Zaagtand dak,

schoorsteen, wegen,

arbeiderswoningen.

C4:

Lln. kunnen

industrie

landschappen

bestuderen door

gebruik te maken

van de wie, wat,

waar, hoe vragen

te beantwoorden

aan de hand van

aangereikte

gegevens.

Lesfase 3:

Overgang

Instructies

Duowerk

Nakijken

We hebben tot nu toe enkel oppervlakkig naar

verschillende industriële elementen gekeken. Dit

zegt echter niets over hoe bedrijven concreet

werken. (productieproces), daarom gaan we voor

het laatste onderdeel van deze les een lokaal

industrielandschap bestuderen.

Doceren:

De lkr. beschrijft de vragen die we kunnen stellen

om het onderzoeken naar een bedrijf te

vergemakkelijken. Wat wordt er geproduceerd?

Waar wordt het geproduceerd? Hoe? En voor wie?

Duowerk:

De lkr. deelt informatie uit over de suikerfabriek in

Tienen. De lln. werken in duos samen aan de

opdracht op blz. 76. De lkr. loopt door de klas en

helpt bij lln. die vast zitten.

OLG:

De lkr. overloopt de juiste antwoorden met de lln.

PPT

Informatieblad:

suikerfabriek

Tienen -> focus

op eigen

leefomgeving

2. Industrielandschappen

onderzoeken.

- Wat? Vaste en vloeibare suiker van

suikerbieten.

- Waar? Tienen, van oorsprong een

familiebedrijf.

- Hoe? Sterk Machinaal,– ca. 170

vaste arbeiders, plus ca. 50

seizoensarbeiders.

- Voor wie? Afzet bij bakkers,

winkels, voedingsfabrieken, farmacie

(…) over de hele wereld.

Lesfase 4:

Slotfase

Nabespreking:

De lkr. overloopt de doelstellingen van de les in het

leerwerkboek blz. 76.

Opmerkingen i.v.m. bijlagen:

Page 11: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

10

Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.

Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).

Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

Page 12: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

11

BORDSCHEMA

Kolom basisindustrie

- Vb. gegeven door lln. tijdens de

motivatieopdracht - Bijschrijven van extra

elementen op foto industrie.

- Neerschrijven in wb. Blz. 74

Kolom Verwerkende

industrie - Vb. gegeven door lln.

tijdens de motivatieopdracht

- Bijschrijven van extra elementen op foto

industrie. - Neerschrijven in wb. Blz.

74

Page 13: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

12

BIJLAGEN: 1. informatie-elementen van de suikerfabriek in

Tienen. Wat wordt er geproduceerd? Suiker, (vast en vloeibaar) Waar wordt het geproduceerd? Op een groot bedrijventerrein in Tienen.

Origineel een familiebedrijf dat daar gevestigd was.

Wat is het basismateriaal? Suikerbiet Waar komt dat vandaan? landbouwers van over heel België Hoe wordt het aangevoerd? Wegtransport: Vrachtwagens, tractoren Waar gaan de afgewerkte producten naartoe? Vervoer naar tal van bedrijven in binnen- en

buitenland:

- voedingsfabrieken: Lu, Coca-cola, Materne, … - Pharmacie: hoestsiroop, ... - Verdeelcentra voor bakkerijen

- Winkelketens: Carrefour, Lidl, Delhaize, … - Bio Wanze: verwerkt tot bio-ethanol

Export (via haven van Antwerpen) naar: Algerije, Egypte, Turkije, Noord- Amerika, ...

Hoe worden afgewerkte producten vervoerd? -Vrachtwagen: laadcontainers en tanktransporten. Eventueel overgezet op vrachtschepen.

Welke energie wordt er gebruikt? Elektriciteit: grotendeels zelf opgewekt, gedeeltelijk gekocht. steenkool (voor

aanmaken van stoom en elektriciteit) Hoeveel mensen werken er? Suikerfabriek zelf: 170

aangevuld met ±50 seizoensarbeiders

Waar komen de arbeiders vandaan? Omgeving van Tienen

Met welk vervoersmiddel komen ze naar het werk?

Fiets, Auto, openbaar vervoer (bus)

Wat is de oppervlakte van het bedrijventerrein?

37 ha.

Welke bedrijfsgebouwen en voorzieningen zijn er

Bietenplein. Loodsen en magazijnen: rasperijgebouw,

kristallisatie, verpakkingsafdeling, centraal magazijn, suikermagazijn met laadkade, ... Silo's: opslag van fabrikaten en halffabrikaten Elektrische en mechanische werkplaatsen Kantoorruimte: personeelsdienst, boekhouding, ... Parking

Ontvangstruimte met filmzaal omzetcijfer Heel de groep Tiense Suiker heeft een omzet

van 700 miljoen waarvan 100 miljoen netto winst is.

Page 15: Aan de slag met werkbladen in de lessen aardrijkskundeaaportfoliomaartenvrenken.weebly.com/uploads/2/3/9/0/23905234/wer... · -Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een

14