Aan de slag met archief en documentatie: Bewaring
-
Upload
heemkunde-vlaanderen -
Category
Education
-
view
325 -
download
0
description
Transcript of Aan de slag met archief en documentatie: Bewaring
Aan de slag met archief en documentatie
BEWARING VAN ARCHIEF EN DOCUMENTATIE
Tine Hermans Maasmechelen 24 februari 2014
EEN KLEINE REFLECTIE
Voorwerpen verouderen net als mensen… en toch willen
we ze bewaren ‘voor het nageslacht’. Hoe doe je dat?
Ter vergelijking: wat doet een mens om gezond te blijven?
1. Gezond eten en drinken, bewegen, af en toe op
controle gaan bij een arts
2. Ziek? Medicatie nemen, thuis blijven, naar de kinesist
gaan…
3. Heel ziek? Naar het ziekenhuis gaan, operatie laten
uitvoeren…
2
CONSERVATIE OF RESTAURATIE?
Een kleine volkswijsheid: voorkomen is beter dan genezen!
3
In stand houden
van de huidige
toestand
Ingrepen die het
probleem
neutraliseren en
het voorwerp
stabiliseren
Ingrepen op het
voorwerp die het
terug in een
vroegere staat
brengen
Passieve of
preventieve
conservering
(Actieve)
conservering Restauratie
Conservatie
OVERZICHT
Veel voorkomende materialen en soorten schade
De 10 schadefactoren
Aanbevelingen en tips: preventie
Eerste hulp bij insectenaantasting
Eerste hulp bij lichte schimmelaantasting
Voor meer informatie
4
PAPIER
Samenstelling bepaalt kwaliteit en dus ook
verouderingsproces
Papiervezel: lompen van vlas, katoen, hennep of jute (99%
cellulose) of vanaf 1845 hout (50-60% cellulose en o.a. lignine)
Bleekmiddelen
Verlijming, kleurstoffen en andere additieven
Inkten en kleurstoffen voor beschrijving of bedrukking, in min of
meerdere mate gevoelig voor licht en vocht
Hygroscopisch: trekt vocht aan en geeft dit weer af
Belangrijkste criterium voor beoordeling van schade is
de raadpleegbaarheid: komt die in het gedrang of kan
raadpleging nog meer schade veroorzaken?
5
PAPIER
Mechanische schade door gebruik, vervoer en opslag
Krullen en ezelsoren (licht)
Kleine scheurtjes in de randen (licht)
Vouwen (matig tot ernstig): soms kunnen de vouwen voorzichtig
terug uitgevlakt worden, maar vaak scheuren ze bij het hanteren,
zeker bij bros papier, grote formaten en calqueerpapier
Grotere scheuren (matig tot ernstig)
Rafelranden die in elkaar grijpen (ernstig)
Biologische schade door insecten en knaagdieren
‘Afgrazen’ (licht)
Gaatjes en gangetjes, grote vraatsporen (matig)
6
PAPIER
Chemische schade door interne oorzaak
Foxing (licht): roodbruine vlekjes
Inktvraat en kopervraat: uitlopen (licht), doordrukken (matig), gaten
(ernstig)
Verzuring (licht tot ernstig): verkleuring, bros worden en uiteen
vallen – bv. heel acuut bij krantenpapier.
Chemische schade door externe oorzaak
Brandschade: verkleuring door hitte (licht), vervuiling door
roetdeeltjes (matig), verkoolde delen (ernstig)
Plakband en stickers (matig tot ernstig): lijm veroudert, laat los en
dringt in het papier met zware verkleuring tot gevolg
Oxidatie van nietjes, paperclips, klemmen (licht tot matig):
verkleuring van het papier
7
PAPIER
Vochtschade
Watervlekken en uitlopen van inkt of kleur (licht)
Vervorming (licht) – ook als verschillende lagen, bv. een
gedoubleerde kaart, anders reageren op vocht
Vervilting (matig tot ernstig): eerst de randen, later ook andere
delen, worden erg zacht – als vilt – en bros, brokkelen af
Schimmelontwikkeling
Pastelkleurige, doorlopende vlekken (licht tot matig)
Verzwakking, vervilting en gaten (ernstig)
Verkleving (ernstig)
Foto’s: Schadeatlas archieven, Koninklijke Bibliotheek en Nationaal
Archief (NL), 2007 8
BOEKBANDEN
Mechanische schade aan de band of de binding door gebruik, vervoer en opslag
Vervorming/doorzakken, krassen, scheuren (licht)
Versleten naaiwerk (matig tot ernstig)
Losse pagina’s of katernen (ernstig)
Gebroken of gescheurde rug (ernstig)
Chemische schade door interne oorzaak
Rode rot of leerrot (matig tot ernstig): het leer verpulvert, eerst is er
enkel schade aan de oppervlakte, later zal het leer scheuren en
loslaten
Foto’s: Schadeatlas archieven, Koninklijke Bibliotheek en Nationaal
Archief (NL), 2007 9
FOTO’S
Samenstelling
Drager: barietpapier, RC-papier, glas, nitraatfilm (celluloid),
di-acetaatfilm, tri-acetaatfilm, polyesterfilm
Emulsielaag:
• meestal zilverzouten of synthetische kleurstoffen
• bindmiddel: albumine of collodium (< 1935), gelatine (> 1935)
Afwerklaag: vernis (heel vroeger), UV-filter (heel recent)
Veel foto’s zijn intrinsiek onstabiel, doordat er
verschillende chemicaliën aan te pas kwamen
Weet wat je in huis hebt
Belangrijk om chemische processen zo veel mogelijk te
vertragen
10
FOTO’S
Mechanische schade
Glas is breekbaar en gevoelig voor krassen (bij stapelen)
Emulsielaag kan bros worden door uitdroging, kleine scheurtjes gaan
vertonen en zelfs loskomen van de drager
Chemische schade
Verkleuring van het beeld en/of de drager
Oxidatie van zilverbeelden: metaalblauw tot zilverig waas op donkere
delen of (bruin)rode stippen
Bij zwartwitafdrukken op RC-papier verlopen deze processen sneller
Biologische schade
Vraatsporen: papier en gelatinelagen zijn gevoelig voor insecten
11
FOTO’S
Mechanische schade
Glas is breekbaar en gevoelig voor krassen (bij stapelen)
Emulsielaag kan bros worden door uitdroging, kleine scheurtjes gaan
vertonen en zelfs loskomen van de drager
Chemische schade
Verkleuring van het beeld en/of de drager
Oxidatie van zilverbeelden: metaalblauw tot zilverig waas op donkere
delen of (bruin)rode stippen
Bij zwartwitafdrukken op RC-papier verlopen deze processen sneller
Vochtgerelateerde schade
Gelatinelaag zwelt en kan kleverig worden, vooral onder druk
12
FILM
Nitraatfilm (tot 1951)
verkleuring
uitwaseming van nitraatdampen (azijngeur!)
aan elkaar kleven
verpulveren en zelfs spontaan ontbranden
Daarom nooit in een kleine afgesloten ruimte bewaren!
Di-acetaatfilm
Gelijkaardig aan nitraatfilm, maar trager en niet ontvlambaar
(‘azijnzuursyndroom’)
Tri-acetaatfilm en polyesterfilm: stabiel
13
DE 10 SCHADEFACTOREN
1. Welke vormen van schade hebben we nu gezien? Kan je er nog bedenken?
2. Wat zou de oorzaak van de schade kunnen zijn?
3. Welke oorzaken kende je nog niet?
14
DE 10 SCHADEFACTOREN
Fysische krachten
Brand
Water
Diefstal en vandalisme
Informatieverlies
Insecten en schimmels
Verontreinigingen
Licht en ultraviolette straling
Verkeerde relatieve vochtigheid
Verkeerde temperatuur
15
FYSISCHE KRACHTEN
Zwaartekracht, druk, spanning, trillingen…
Kan voorkomen worden door voorzichtig hanteren,
goede ondersteuning en opberging
Extra goed opletten bij reeds verzwakte of beschadigde
documenten, forceer ze niet
Bij ernstige breuk of scheuren: hou de verschillende
delen goed bijeen, niet meer laten raadplegen
Ga niets zelf herstellen: vraag minstens advies van een
deskundige
16
BRAND
Een klein(er) risico, maar met grote gevolgen
Brand = brandstof + zuurstof + ontbrandingstemperatuur
Zorg voor goed functionerende rookdetectoren en
brandblussers, een lijstje met noodnummers
Evacuatie van mensen is altijd het belangrijkst!
Komt vaak voor in combinatie met waterschade, water is
nog steeds de meest effectieve en veilige manier om
brandend organisch materiaal te blussen
17
WATER
Opstijgend grondwater,
doorsijpeling in de muren,
lekken aan watervoerende
leidingen, wateroverlast…
Controle en problemen
snel aanpakken
Plaats niets op de grond!
Houd een emmer en
dweilen in de buurt
Heel natte voorwerpen
invriezen om erger te
voorkomen
18
DIEFSTAL EN VANDALISME
Vertragen en ontraden is de boodschap: hoe lang zou
een dief erover doen om binnen en weer buiten te
geraken? Is er sociale controle?
Zorg voor een goed sleutelbeheer: niet iedereen moet
binnen kunnen (maar wel meer dan één persoon), laat
sleutels nooit rondslingeren
Houd bij wie wat ontleent, ook eigen volk
19
INFORMATIEVERLIES
Ook de informatie over documenten en films is erg
belangrijk, bv.
wie is de schenker
wie of wat staat er op
van waar komt het
door wie werd de foto getrokken
Noteer al wat je weet, zodat later ook andere mensen
het zullen weten
uniek en goed leesbaar inventarisnummer, dat verwijst
naar de inventaris of de plaatsingslijst
Zorg voor een back-up van de informatie, updates van
de software
20
INSECTEN EN SCHIMMELS
Veel voorkomende insecten in papieren collecties:
Gewone houtworm of boekenworm
Kevers: broodkever, dief- of spinkever
Luizen: gevleugelde stofluis, boekenluis
Zilvervisjes: papiervisje, zilvervisje, ovenvisje
Meestal lichtschuw, houden van normale tot vochtige en
warme omgeving
Worden in het algemeen aangetrokken door stof, dode
beestjes, schimmel, etensresten, afval, vogelnesten…
Schimmels houden van warm en vochtig (> 65%) en
komen vaak voor in combinatie met vochtproblemen.
Moeilijker te bestrijden!
21
INSECTEN EN SCHIMMELS
Geïntegreerde bestrijding van insecten en schimmels:
22
VERONTREINIGINGEN
Schadelijke gassen en dampen:
Zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) < verbranding
fossiele brandstoffen (buiten)
Waterstofsulfide (H2S) < wol, vilt, beenderlijm, rubber,…
Formaldehyde en mierenzuur < hout en houthoudende producten,
ook gewoon papier en karton, sommige lijmen, isolatieschuim…
Ozon (O3) < smog, onweer, elektrische apparatuur (bv. printers)
Voor chemische reactie is vocht, zuurstof, energie (bv.
warmte) en soms licht nodig
Stof, vuil, roet, vingerafdrukken (= vet, zuren en zouten)
Let op met ventilatie met buitenlucht
Gebruik zo veel mogelijk ‘veilige’ materialen!
23
LICHT EN UV-STRALING
Licht = zichtbaar licht (lux), infrarood en ultraviolet
(microWatt/lumen)
UV is de grootste boosdoener, zit vooral in daglicht (zelfs
bij bewolking!), maar in lampen ook
Energiezuinige lampen zorgen niet meer voor grote
temperatuursverschillen
Recente verlichting kan tot <10 microWatt/lumen halen,
dit vraag je best op voorhand na
Een goede werkverlichting blijft nodig, maar boven de
250 lux verbetert onze waarneming nauwelijks
De afstand tot de lamp bepaalt mee het aantal lux!
24
VERKEERDE TEMPERATUUR
Wat?
Te hoog: chemische reacties (vaak zelfs bij
kamertemperatuur), insecten en schimmels, wassen
zegels smelten, lijmen worden terug zacht,
kunststoffen kunnen kleverig worden
Te grote schommelingen: invloed op RV!
Invloeden: verwarming, verlichting, opwarming muren
door zon, isolatie, mensen
Hoe meten? Best samen met RV!
25
VERKEERDE RELATIEVE VOCHTIGHEID
Wat? Percentage van waterdamp in de lucht
Te hoog: chemische reacties, insecten en schimmels,
vervorming van papier, …
Te laag: verbrossing van papier
Te veel schommelingen: uitzetten en krimpen leidt tot
mechanische schade
Invloeden: water, mens, temperatuur, bouwmateriaal
Hoe meten? Thermohygrometer, thermohygrograaf,
datalogger (best gedurende een jaar)
Grote hoeveelheid organisch materiaal in een gesloten
ruimte regelt grotendeels zelf de vochtigheidsgraad
Let op bij condensatie (+ 100%) bv. aan vensters
26
27
AANBEVELINGEN EN TIPS: PREVENTIE
Verbetering stap voor stap aanpakken, alle kleine beetjes
helpen, je vooral niet laten ontmoedigen door ‘de ideale
situatie’! Maar als je wat doet, doe het dan goed!
28
TIPS VOOR DE BEWAARPLAATS
Bedek ramen met rolluiken, gordijnen, uv-werende folie
Controleer draagkracht vloer
Vaste rekken: min. 700 kg/m²
Verrijdbare stellingen: min. 1000 kg/m²
Beschilder muren met een stofwerende coating en laat
min. een week drogen voor archief terug te plaatsen
Zorg voor voldoende verlichting (bv. 200-250 lux), maar
laat die niet langer branden dan nodig
Spreek goed af welke personen de sleutel bewaren
Zorg voor brandblussers en rookdetectors
Zorg voor stevige rekken zonder eik of MDF
29
TIPS VOOR DE BEWAARPLAATS
Vermijd vochtproblemen:
Laat kieren en spleten dicht maken
Herstel lekkende leidingen
Maak dakgoten en afvoerputjes tijdig zuiver
Leg vloermatten bij de ingangen
Zorg voor een vestiaire
Zorg voor een beetje natuurlijke ventilatie (liefst binnenlucht!)
Pak een te hoge relatieve vochtigheid (> 60%) aan met
een ontvochtiger
Zet de verwarming niet op dag-nachtritme
Nitraatfilms, printers en kopieerapparaten op een aparte,
goed geventileerde plek
30
KLIMAAT BEHEERSEN
31
32
33
34
35
36
37
TIPS VOOR HET HANTEREN
Was op voorhand je handen of draag handschoenen van
nitril of katoen
Neem de minst zwakke delen vast met je beide handen
Boeken in een rek: duw de twee erlangs naar achter
Draai bladzijden voorzichtig om, forceer niets
Neem foto’s en films niet vast op de beeldzijde
Eet of drink niet in de buurt van documenten
Schrijf enkel met potlood
Zorg voor een boekensteun of kussen
Sta enkel foto’s zonder flits toe
38
TIPS VOOR HET VERPAKKEN
Controleer al wat binnenkomt op insecten en schimmels!
Zorg voor een werktafel zonder rommel
Verwijder nietjes, elastiekjes, plakband e.a. tenzij dit nog
meer schade zou teweegbrengen
Stof af met een zacht borsteltje, gompoeder of
museumstofzuiger
Gebruik geschikt materiaal:
Zuurvrij papier, mappen, dozen, rollen, four-flaps, etiketten (10
tot 100 jaar), eventueel gebufferd/met alkalische reserve
Polyester (PS, PET), polyethyleen (PE), polypropyleen (PP),
zonder weekmakers en PAT-getest
Katoenen lint of keperlint, roestvrije clips
39
TIPS VOOR HET VERPAKKEN
Werk met standaard formaten (bv. S, M, L, XL)
Vermijd kreuken, vouwen, doorhangen en stapelen
Als die er al zijn, test dan héél voorzichtig of het papier terug
gevlakt kan worden, zoniet afblijven
Probeer geen stukken in een verpakking te duwen, neem liever
een grotere verpakking
Oprollen: liever een grotere diameter, beeldzijde naar buiten,
afdekken met polyesterfolie of zuurvrij papier, netjes meerollen
zonder vouwen, binden met katoenen lintjes
Anderzijds: als de verpakking te groot is of er te veel
verpakkingsmateriaal is gebruikt, dan kan je het stuk niet goed
meer hanteren
Nummer met een zacht potlood (HB of B)
40
41
42
43
44
TIPS VOOR DE PLAATSING
Plaats de meest gevoelige of waardevolle stukken niet
op zolder of in de kelder
Gebruik de van nature warmste en/of best verlichte
ruimte als werkkamer en de koelste en/of donkerste voor
opslag
Plaats niets in de buurt van verwarming, nutsleidingen,
lampen en mogelijke vochtbronnen
Orden op formaat voor een optimaal gebruik van de
ruimte
Laat een beetje ruimte voor natuurlijke ventilatie, ook
achter rekken
45
TIPS VOOR SCHOONMAAK EN CONTROLE
Maak dakgoten en afvoerputjes tijdig zuiver, verwijder
vogelnesten en -uitwerpselen
Kuis de ruimte niet, gebruik een stofzuiger mét HEPA-
filter en microvezeldoek
Controleer de opslagruimte af en toe op:
waterlekken
vreemde geurtjes
boormeel, vervellingen, uitwerpselen, dode beestjes
(determineer!) op vensterbanken, in donkere hoekjes en spleten
openstaande ramen of deuren, lichtinval en verlichting
materiaal dat er niet thuishoort of dat ontbreekt
werking van rookdetectoren en klimaat(meet)apparatuur
Verzuurd papier/karton: pH-testpen 46
EERSTE HULP BIJ INSECTENAANTASTING
RV en temperatuur verlagen of stabiliseren,
vochtproblemen of andere oorzaken aanpakken
Stukken nakijken op aantasting en afzonderen
Beestje(s) determineren (gedrag, voeding, boormeel,
vervellingen, grootte uitvliegopeningen…)
Bestrijdingsmethoden (naast klimaat aanpakken!):
Invriezen (vooral dunne voorwerpen): een week bij min. -20°C,
koude lucht moet er goed omheen kunnen, zak uithalen en
gesloten laten, na een paar weken herhalen, zak nog 1 dag dicht
laten om condens te vermijden
Anoxiebehandeling door Monumentenwacht of Rentokil
Nadien altijd voorwerp stofzuigen en alle resten verwijderen!
47
48
49
50
51
52
53
54
EERSTE HULP BIJ LICHTE SCHIMMELAANTASTING
1. Eerst vochtprobleem vinden en oplossen
2. Alle stukken nakijken op aantasting
3. Aangetaste stukken afzonderen, ARA-test doen en laten
drogen aan de lucht (indien niet mogelijk: voorlopig in
plastic verpakken, maar risico dat schade erger wordt)
4. Na 1-4 weken: oppervlakteschimmel verwijderen met
stofdoek of museumstofzuiger met HEPA-filter
5. Eventueel niet-gevoelige materialen ontsmetten met
70% ethanoloplossing en een penseel of wattenstaafjes
6. Ruimte en gebruikte materiaal ontsmetten (of weggooien)
55
56
Jezelf beschermen is echt
geen overbodige luxe: eigen
gezondheid eerst! Zorg voor een afgesloten werkruimte
57
58
VOOR MEER INFORMATIE…
www.depotwijzer.be
VerzekerDe Bewaring op www.faronet.be, afleveringen
Papier, Fotografisch materiaal (nog niet digitaal, wel in
papieren versie), Schimmels en insecten
Brochures Rijksarchief
Website Archiefbank Vlaanderen
Website Vlaamse Erfgoedbibliotheek
Specifieke vragen?
Consulent Heemkunde Vlaanderen, depotconsulenten van
de provincies (zie www.depotwijzer.be)
59